Jaarstukken 2014
Postbus 2000 3760 CA Soest Bezoekadres Telefax Telefoon Internet E-mail
Raadhuisplein 1 (035) 609 36 89 (035) 609 34 11 www.soest.nl
[email protected]
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 2 van 211
INHOUDSOPGAVE LEESWIJZER ...................................................................................................................................................... 5 HOOFDSTUK 1 – BESTUURLIJKE INLEIDING ....................................................................................................... 7 HOOFDSTUK 2 – TOELICHTING FINANCIEEL RESULTAAT ................................................................................... 9 HOOFDSTUK 3 – PROGRAMMA’S ................................................................................................................... 15 PROGRAMMA 1 – VEILIGHEID .................................................................................................................................... 15 PROGRAMMA 2 – VERKEER EN VERVOER ..................................................................................................................... 21 PROGRAMMA 3 – ECONOMIE .................................................................................................................................... 29 PROGRAMMA 4 – NATUUR EN MILIEU ........................................................................................................................ 34 PROGRAMMA 5 – WONEN EN RUIMTELIJKE ORDENING .................................................................................................. 44 PROGRAMMA 6 – ONDERWIJS ................................................................................................................................... 63 PROGRAMMA 7 – ZORG EN WELZIJN ........................................................................................................................... 70 PROGRAMMA 8 – SPORT, RECREATIE, KUNST EN CULTUUR ............................................................................................. 79 PROGRAMMA 9 – BESTUURLIJKE TAKEN ....................................................................................................................... 88 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN ................................................................................................................................. 96 HOOFDSTUK 4 - PARAGRAFEN ..................................................................................................................... 101 PARAGRAAF A - WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOMANAGEMENT ................................................................................101 PARAGRAAF B - FINANCIERING .................................................................................................................................105 PARAGRAAF C - BEDRIJFSVOERING ............................................................................................................................110 PARAGRAAF D - ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN ......................................................................................................128 PARAGRAAF E - VERBONDEN PARTIJEN.......................................................................................................................134 PARAGRAAF F - GRONDBELEID .................................................................................................................................148 PARAGRAAF G - LOKALE HEFFINGEN ..........................................................................................................................157 HOOFDSTUK 5 JAARREKENING ..................................................................................................................... 163 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
BALANS .....................................................................................................................................................163 GRONDSLAGEN ...........................................................................................................................................164 SPECIFICATIE ACTIVA ....................................................................................................................................168 SPECIFICATIE PASSIVA ...................................................................................................................................172 OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN 2014 .........................................................................................................192 TOELICHTING JAARREKENING..........................................................................................................................193 CONTROLEVERKLARING .................................................................................................................................196 SISA: SINGLE INFORMATION, SINGLE AUDIT ..................................................................................................... 198
HOOFDSTUK 6 BIJLAGEN .............................................................................................................................. 201 6.1 6.2 6.3 6.4
OVERZICHT PROGRAMMA’S PRODUCTEN EN PORTEFEUILLEHOUDERS ......................................................................201 KERNGEGEVENS...........................................................................................................................................202 KREDIETRAPPORTAGE 2014 EN TOELICHTING .................................................................................................... 203 EXTERNE INHUUR.........................................................................................................................................210
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 3 van 211
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 4 van 211
LEESWIJZER In deze leeswijzer beschrijven wij voor u de opbouw van de jaarstukken 2014. Hoofdstuk 1 is de bestuurlijke inleiding met een terugblik op hoofdlijnen. In • • •
hoofdstuk 2 aandacht voor het financieel resultaat 2014 met onder andere: Het rekeningresultaat Oormerkvoorstellen Toelichting jaarresultaat op hoofdlijnen
Hoofdstuk 3 - De programma’s A. Omschrijving van het programma Korte beschrijving van waar het programma over gaat, de producten (met de verantwoordelijke portefeuillehouder) en een overzicht van de relevante beleidsdocumenten. B.
Welke maatschappelijke effecten hebben we bereikt? (1e W-vraag) Hier worden de beoogde maatschappelijke effecten benoemd met een overzicht van effectindicatoren. Het onderzoek ‘Waarstaatjegemeente’ vindt tweejaarlijks plaats. De laatste keer was in 2013. De volgende staat gepland voor 2015. Daarmee zijn er geen realisatiewaarden 2014 aanwezig.
C.
Welke activiteiten hebben we hiervoor verricht? (2e W-vraag) Hier wordt inzicht gegeven in de uitvoering van de prioriteiten die onder het programma vallen. Hierbij hebben ons zo veel mogelijk beperkt tot het verslagjaar 2014. Dit onderdeel wordt afgesloten met een overzicht van kengetallen.
D.
Wat heeft het gekost? (3e W-vraag) Hier worden de uitgaven en inkomsten per programma weergegeven. Ook worden verschillen tussen de begroting 2014 (na wijziging) en realisatie 2014 kort toegelicht. De toegerekende ambtelijke en overheadkosten worden in de analyse onder de term apparaatskosten opgevoerd. Meer en minder inzet van ambtelijke capaciteit (apparaatskosten) levert per saldo geen budgettair voor- of nadeel op in de jaarrekening, maar een verschuiving van capaciteit over de programma’s en het saldo overhead (verantwoord bij het programma Algemene dekkingsmiddelen). In de verschilverklaringen bij de programma’s staat diverse malen dat voor- of nadelen worden gecompenseerd of verrekend met een mutatie in de reserves. De feitelijke verantwoording van de reservemutaties vindt niet plaats bij het desbetreffende programma, maar bij de Algemene dekkingsmiddelen.
De bedragen in de jaarrekening worden afgerond op € 1.000. Hierdoor kan de som der delen van de vermelde totalen afwijken. Hoofdstuk 4 - De paragrafen De paragrafen zijn voorgeschreven in het ‘Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en provincies’ (BBV). Hier worden de beleidslijnen voor beheermatige aspecten, bedrijfsvoering en lokale heffingen beschreven. De paragrafen maken inzichtelijk hoe het college en de ambtelijke organisatie deze belangrijke, meer intern gerichte zaken borgen. Hoofdstuk 5 - De jaarrekening De jaarrekening bestaat uit de balans (het overzicht van bezittingen (activa) en schulden (passiva) met toelichting), het overzicht van baten en lasten, de controleverklaring, de resultaatbestemming en de SiSa-lijst (Single information, Single audit). Hoofdstuk 6 - De bijlagen
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 5 van 211
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 6 van 211
Hoofdstuk 1 – Bestuurlijke inleiding Hierbij bieden wij u de jaarstukken 2014 aan. Het college legt hiermee verantwoording af over de realisatie van de beoogde effecten, beleidsdoelen en prioriteiten uit de programmabegroting 2014 en over de hieraan gerelateerde inzet van budgetten. Samen voor een vitale gemeente Soest: eerst focus op aantal grote projecten Het eerste jaar van de nieuwe collegeperiode heeft in de eerste plaats in het teken gestaan van de invoering van de grote decentralisaties in het sociaal domein. We zijn erin geslaagd om tijdig de toegang tot de nieuwe zorg en voorzieningen op het gebied van de WMO, jeugd en participatie te organiseren. Hiermee is een solide basis gelegd voor de transformatie in 2015 op weg naar een nieuwe sociale infrastructuur, vanuit de denkrichting één huishouden, één regisseur, één plan. In het afgelopen jaar zijn ook belangrijke stappen gezet in de complexe dossiers van de stationsontwikkeling Soest-Zuid en het Masterplan Soesterberg. In Soest-Zuid zijn verkennende onderzoeken uitgevoerd, in nauwe samenspraak met de klankbordgroep. Hiermee hebben we bereikt dat zorgvuldige besluitvorming in 2015 mogelijk is geworden. Dit laatste geldt evenzeer voor het dorpshart van Soesterberg, zoals het Evenemententerrein, het Manifestatieterrein en de sociaal-culturele voorziening. Ook in het dossier taakstelling sport is belangrijke voortgang geboekt. In het najaar is overeenstemming met de kerngroep Sport bereikt om gezamenlijk de voorstellen van de kerngroep uit te werken en waar mogelijk al uit te voeren. Voor het nieuwe duurzaamheidsplan, met een impact op vrijwel alle beleidsterreinen, is een intensief participatietraject gevolgd. Zowel inwoners als bedrijven hebben een belangrijke bijdrage geleverd. Ook is samenwerking gezocht met andere gemeenten. Ook het thema bestuurlijke vernieuwing heeft een prominente plaats op de agenda gekregen. Het traject om te komen tot een gedragen nieuw duurzaamheidsplan is hiervan een goed voorbeeld, evenals de samenwerking met de klankbordgroep Stationsontwikkeling Soest-Zuid. We streven ernaar om samen met relevante belanghebbenden veel meer aan de voorkant van processen stil te staan bij onze rol als gemeentelijke overheid in relatie tot de rol die de samenleving kan, wil of moet spelen. Duidelijk mag zijn dat onze keuze om onze focus in het eerste jaar te richten op genoemde projecten een zware wissel heeft getrokken op onze ambtelijke én bestuurlijke capaciteit. Desondanks durven we te stellen dat deze keuze niet ten koste is gegaan van de vele overige prioriteiten en reguliere werkzaamheden. Goedkeurende verklaring In hoofdstuk 5.7 zal de vereiste controleverklaring worden opgenomen. Deze verklaring wordt rond 8 april verwacht. Single information, Single audit (SiSa) In hoofdstuk 5.8 is de verantwoording van de zogeheten Single information, Single audit (SiSa) opgenomen. Door toepassing van SiSa wil het Rijk de verantwoordingsinformatie voor een groot aantal specifieke uitkeringen stroomlijnen en beperken. De accountantscontrole is inclusief de bijlage SiSa. Deze jaarstukken moeten voor 15 juli digitaal aan het CBS en de provincie Utrecht worden aangeleverd.
Burgemeester en wethouders van Soest 31 maart 2015
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 7 van 211
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 8 van 211
Hoofdstuk 2 – Toelichting financieel resultaat Het jaar 2014 is afgesloten met een formeel rekeningresultaat van € 1.398.900 positief. Dit saldo is exclusief de oormerkvoorstellen van in totaal een bedrag van € 752.400. Het betreft taken die door onvoorziene omstandigheden niet in 2014 konden worden uitgevoerd, maar doorschuiven naar 2015. Het uiteindelijke saldo komt hiermee op € 646.500 positief, dat is 0,7% van de omzet. Bij de najaarsnota 2014 werd een positief resultaat voorzien van € 651.000. Een overzicht van de grotere afwijkingen treft u aan in de tabel, opgenomen onder aan deze paragraaf. We kunnen constateren dat in het algemeen niet alleen terughoudend is omgegaan met de beschikbare budgetten, maar ook met het doen van voorstellen voor nieuw beleid. Oormerkvoorstellen In totaal wordt voorgesteld een bedrag van € 752.500 (deels aanvullend) te oormerken. Het saldo van de reserve geoormerkte beleidsuitgaven komt hierdoor uit op € 1.763.500. De geoormerkte beleidsuitgaven die in deze jaarrekening worden meegenomen (in totaal € 752.500), zijn de volgende: Overzicht oormerkvoorstellen jaarrekening 2014 Onderwerp Implementatieproject decentralisaties
Transitiekosten SB|G; deel leefomgeving
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Bedrag (€) Toelichting 268.000 Het implementatiebudget voor de invoering van de decentralisaties is in 2014 ingezet voor veel verschillende onderdelen; van iPads voor de leden van het sociaal team en het jeugdteam en kosten voor artikelen in de krant tot personeelskosten voor teamleiders en cursussen voor nieuwe taken bijvoorbeeld de Wmo-consulenten. De kosten van de implementatie beperken zich niet tot in 2014. Ook in 2015 lopen bepaalde kosten door. Zo zijn er nog kosten voor de kwartiermakersrol en zijn nog niet alle benodigde cursussen gevolgd. Ook zijn de ICT-systemen nog in ontwikkeling. Bovendien zullen wij kosten maken voor bijvoorbeeld nadere inwerkprogramma’s en tijdelijk extra personeel. Ook zouden wij graag middelen reserveren voor huisvesting; gewacht is met het opdoen van ervaringen alvorens eventuele verbouwingen te laten plaatsvinden. 48.000 Op dit moment is de hoogte van de transitiekosten SB|G, deel Leefomgeving nog niet volledig bekend. De bijdrage aan de liquidatiekosten van de SB|G is nog niet bekend, maar de afrekening zal in 2015 plaatsvinden. Hiervoor is budget nodig. Voorgesteld wordt budget hiervoor te oormerken.
Pagina 9 van 211
Overzicht oormerkvoorstellen jaarrekening 2014
Onderwerp Fietsactieplan
Faciliteren bestuurlijke samenwerking (ARG)
Participatiebudget
Bedrag (€) Toelichting Actie Fietspaaltjes: na afronding van de 18.000 inventarisatiefase, zal daadwerkelijk uitvoering worden gegeven aan het verwijderen van paaltjes dan wel het veiliger inrichten van de locatie. Hiervoor is een reservering van € 10.000 nodig. - In 2014 is een subsidieaanvraag voor het plaatsen van stallingsvoorzieningen bij bushaltes ingediend. Deze zal naar alle waarschijnlijkheid deels worden gehonoreerd. De gemeentelijke bijdrage zal € 5.000 bedragen. Voor het plaatsen van oplaadzuilen voor elektrische fietsen is een bedrag van € 3.000 nodig. 20.000 Budget is bij NJN opgehoogd met € 40.900 voor inzet ARG t.b.v. regionale implementatie sociaal domein met de bedoeling om in 2014 € 20.000 in te zetten en het restant in 2015. In 2014 is het bedrag van € 20.000 volledig besteed, waardoor voor 2015 € 20.000 resteert. 251.900 Tot en met dit jaar gold de regel dat 25% van het participatiebudget (reintegratiegelden) meegenomen mocht worden naar het volgende jaar. Voor deze gelden gold vervolgens wel een bestedingsverplichting. Vanaf 2015 is de bestedingsverplichting echter komen te vervallen. Naar nu blijkt is deze verplichting ook komen te vervallen voor de gelden die vanuit het lopende jaar 2014 doorschuiven. Met het oog op de noodzaak onze reintegratie-inspanningen te intensiveren, wordt voorgesteld om de vrijvallende middelen over het jaar 2014 te oormerken; dit komt feitelijk neer op bestendiging van de jaarlijkse handelwijze.
Afwijkingen t.o.v. voorstellen najaarsnota 2014 Ktd-onderzoek integraal accommodatiebeleid Asielzoekerscentrum Project Buitenkans Wmo-verstrekkingen: herindicering cliënten Totaal
-15.000 12.500 29.000 120.000 300 meer herindicaties 752.400
De overige, reeds vastgestelde oormerkvoorstellen treft u aan in hoofdstuk 5.4
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 10 van 211
Belangrijkste verschillen De belangrijkste verschillen (ten opzichte van de najaarsnota 2014) zijn vermeld in de volgende tabel: Toelichting jaarresultaat 2014 op hoofdlijnen (bedragen x € 1.000)
I/S
Voordeel
Nadeel
Programma Natuur en milieu Gladheidsbestrijding
I
121
Programma Natuur en milieu Transitiekosten SBG (oormerkvoorstel)
I
48
Programma Wonen en Ruimtelijke Ordening Bouwleges Mutatie voorziening Staringlaan Mutatie voorziening Masterplan Soesterberg
I
224 91 146
I I
Programma Onderwijs Diverse lagere kosten onderwijs
I
75
Gemeentelijke middelen onderwijsachterstandenbeleid ten laste gebracht van rijksmiddelen
I
88
Programma Zorg en Welzijn Bijdrage Amfors Saldo sociale uitkeringen Wmo-beleid en -verstrekkingen Resultaat re-integratie en kosten W en I BBS Afwikkeling participatiebudget Rijk (oormerkvoorstel) Implementatieproject decentralisaties (oormerkvoorstel) Herindicering cliënten (oormerkvoorstel) Programma Bestuurlijke Taken Lagere inhuur extern personeel
I I I I I
49 94 71 360
I I
252 268 120
I
72
I
153
I I
88
Algemene dekkingsmiddelen Stelpost salarissen Afboeking 2012 t/m 2014 Vitens Saldo financiering Algemene uitkering en Integratieuitkering Wet maatschappelijke ondersteuning
326
I/S
220
In de recapitulatiestaat (hoofdstuk 5.5) staan de afwijkingen per programma, uitgesplitst naar lasten en baten. Bij de programma’s worden de afwijkingen toegelicht. Een aantal afwijkingen is gekoppeld aan een ander programma. Wij menen dat de over- en onderschrijdingen per programma, uiteraard met inachtneming van de toelichting, passen in het door uw raad vastgestelde beleid. Structurele doorwerking financiële uitkomsten jaarrekening 2014 Zoals uit de bovenstaande tabel blijkt, zijn de uitkomsten van de jaarrekening 2014 voor het overgrote deel incidenteel van aard. Voor zover de afwijkingen structureel van aard zijn, worden deze meegenomen in de Voorjaarsnota 2015 en maken zij onderdeel uit van het te actualiseren meerjarenperspectief. Verantwoording jaarresultaat Het jaarresultaat moet volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) worden gesplitst in een saldo baten en lasten en een gerealiseerd resultaat. Het verschil is het saldo van de reservemutaties (toevoegingen en onttrekkingen). Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 11 van 211
Rekeningresultaat 2014
Begroting na
(bedragen x € 1.000)
Realisatie
wijzigingen 2014
2014
95.003
84.297
Totale baten
92.492
86.774
Saldo baten en lasten
-2.511
2.477
Toevoeging aan reserves (lasten)
7.274
8.340
Onttrekking aan reserves (baten)
10.436
7.262
651
1.399
Totale lasten
Mutaties reserves:
Gerealiseerd resultaat (= jaarresultaat) Voorstel tot bestemming: oormerkvoorstellen
753
Resteert na bestemming
651
646
Balans en reservepositie Balans per 31 december 2014 (bedragen x € 1.000) ACTIVA
31-12-2014 31-12-2013 PASSIVA
Vaste activa kosten onderzoek
60
46 Reserves
60
46
algemene reserve bestemmingsreserves
economisch nut maatschappelijk nut
76.037
77.545
74.895
76.240 Gerealiseerd resultaat
1.141
1.306
7.495
7.332
Voorzieningen Financiële vaste activa kapitaalverstrekkingen
66
75 Langlopende schulden
deelnemingen
364
364
binnenland
overige verbonden partijen
236
333
waarborgsommen
6.830
6.560
overige uitzettingen Totaal vaste activa
83.592
84.923 Totaal vaste passiva
-11.401
-11.868 Schulden op korte termijn
Vlottende activa Voorraden
57
106
onderhanden werken
-11.463
-11.989
5
15
10.811
11.155
gereed product
openbare lichamen
38.229
1.399
1.824
5.530
4.946
17.663
19.237
17.656
19.231
7
6
72.749
71.262
3.924
7.957 1.071
overige schulden
2.382
6.885
1.884 Overlopende passiva
8.426
6.958
12.350
14.914
85.100
86.177
215.434
234.484
5.141
1
1.600
3.419
1.435
overige vorderingen
3.014
2.979
21
83
Liquide middelen
Totaal generaal
7.026
40.703
1.543
rekening-courant verhouding
Totaal vlottende activa
45.256
7.454
banksaldi
4.377
uitzetting Rijks schatkist
Overlopende activa
48.157
Vlottende passiva
grond- en hulpstoffen
Vorderingen
31-12-2013
Vaste Passiva
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
31-12-2014
2.076 1.507
85.100
1.254 Totaal vlottende passiva
86.177 Totaal generaal
Gewaarborgde leningen
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 12 van 211
In hoofdstuk 5.3 Specificatie activa en 5.4 Specificatie passiva staat de toelichting van de balans vermeld. Reservepositie De vermogenspositie (het totaal van de algemene reserve, bestemmingsreserves en het jaarresultaat) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld (bedragen x € 1.000): Vermogenspositie ultimo
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Algemene reserve Bestemmingsreserves Totaal exclusief jaarresultaat
5.457 44.489 49.946
6.949 55.355 62.304
9.680 53.140 62.820
14.624 35.829 50.453
7.026 38.229 45.255
7.454 40.703 48.157
Jaarresultaat Totaal inclusief jaarresultaat
2.604 52.550
2.639 64.943
1.938 64.758
326 50.779
1.824 47.079
1.399 49.556
Omvang algemene reserve per 31 december 2014 De algemene reserve is bedoeld om het risico te dekken van onvoorziene financiële tegenvallers en nadelige begrotingssaldi. Daarom moet zij volledig vrij besteedbaar zijn. De algemene reserve bedraagt ultimo 2014 € 7,5 miljoen, exclusief het rekeningresultaat 2014. Dit is ruim boven de door de raad vastgestelde minimumnorm van € 5 miljoen. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar paragraaf A Weerstandsvermogen en risico’s. Omvang bestemmingsreserves per 31 december 2014 De bestemmingsreserves bedragen ultimo 2014 in totaal € 40,7 miljoen. Dit is € 2,5 miljoen meer dan per ultimo 2013. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het instellen van de nieuwe bufferreserve (€ 2,1 miljoen) en de stortingen in de reserve onderhoud wegen (€ 1,1 miljoen), de reserve accommodatiebeleid (€ 0,4 miljoen) en de egalisatiereserve afvalstoffenheffing (€ 0,4 miljoen); daartegenover staan de onttrekkingen van de dekkingsreserve investeringen (€ 0,9 miljoen) en de reserve onderhoud gebouwen (€ 0,6 miljoen). Een specificatie van alle stortingen en onttrekkingen van de reserves vindt u in hoofdstuk 5.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 13 van 211
Programmaverantwoording
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 14 van 211
Hoofdstuk 3 – Programma’s Programma 1 – Veiligheid A. Omschrijving van het programma Dit programma gaat over de gemeentelijke zorg voor lokale veiligheid. Het programma richt zich vooral op brandweer, crisisbeheersing, politie, openbare orde en integrale veiligheid. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr. 1.1 1.2 1.3
Product Brandweer Crisisbeheersing Openbare orde en veiligheid
Portefeuillehouder R.T. Metz R.T. Metz R.T. Metz
Relevante beleidsdocumenten A. B. C. D. E.
F.
Meerjarenbeleidsplan Integrale Veiligheid Soest 2011-2014 Handhavingsbeleid fysieke leefomgeving 2012-2015 Regionaal Crisisplan 2014-2017 VRU, vastgesteld op 13 december 2013 door het algemeen bestuur van de VRU Handboek Bevolkingszorg, gemeentelijke crisisbeheersing 2.0, versie: 2.0 - april 2014 Majeure Projecten VRU (inzake de VRU organisatie, Veiligheidszorg op Maat, repressieve huisvesting en de wijziging van de financieringssystematiek), besluit Algemeen Bestuur (AB) VRU d.d. 4 juli 2014 Gewijzigde Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht (GR VRU), 1 mei 2013
B. Doelstellingen en activiteiten - Wat hebben we bereikt en wat hebben we ervoor gedaan? Doelstellingen – wat wilden we bereiken? Algemene doelstelling: Een veilig Soest Thema’s: 1. Veiligheid en leefbaarheid 2. Jeugdoverlast 3. Vermogenscriminaliteit
Thema 1 - Veiligheid en leefbaarheid Doelstelling: Bevorderen van veiligheid en leefbaarheid Tabel effectindicator(en) Omschrijving
bron
Rapportcijfer veiligheid buurt
Veiligheidsmonitor
Ervaren overlast omwonenden (% vaak)
idem
Referentieof nulwaarde
Streefwaarde 2014
Realisatie 2014
6,7 (2009)
7
7,13 (*)
7 (2009)
4
47,1%(**)
(*) Deze indicator is aangepast (zie begroting 2014). De veiligheidsmonitor is in 2013 door een ander onderzoeksbureau uitgevoerd waardoor de cijfers niet een op een te vergelijken zijn. (**) Resultaat van de veiligheidsmonitor 2013. De gemeente Soest neemt eens in de twee jaar deel aan de veiligheidsmonitor. Om een beeld te krijgen van het voorkomen van buurtoverlast en de beleving van die overlast door de bewoners is de respondenten in de Veiligheidsmonitor een 13-tal vormen van overlast voorgelegd, met de vraag of die wel eens voorkomen in de eigen buurt en, zo ja, in welke mate men daar dan zelf overlast van ervaart. De 13 afzonderlijke overlastvormen zijn ingedeeld in 5 categorieën: fysieke overlast, sociale overlast, verkeersoverlast, overige overlast en overlast totaal. Door een andere meetmethode (uitvoering door een ander bureau) zijn de gegevens niet meer vergelijkbaar.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 15 van 211
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? Veiligheid De voorgaande jaren waren de inspanningen op het gebied van veiligheid veelal gericht op de organisatorische kant van veiligheid. In 2014 waren de inspanningen gericht op de inhoud zoals de majeure projecten van de VRU, de aanrijtijden van de brandweer, de gemeentelijke organisatie van de crisisbeheersing, de uitwerking van de drank- en horecawet en de aanpak van woninginbraken en jongerenoverlast. 1.1 Brandweer Ontwikkelingen VRU Op 4 juli 2014 heeft het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht na een lang traject van voorbereiding ingestemd met een aantal thema’s, gebundeld in de zogenaamde ‘majeure projecten’. Deze majeure projecten omvatten voorstellen over de organisatie van de VRU, waaronder een wijziging van de districtsindeling, voorstellen met betrekking tot de repressieve huisvesting en veiligheidszorg op maat (VOM), ook wel het dekkingsplan, en voorstellen ten aanzien van de wijziging van de financieringssystematiek. De wijziging van de financieringssystematiek levert de gemeente Soest financieel voordeel op. Aanrijtijden brandweer Om invulling te geven aan het rapport ‘Repressieve huisvesting’ en het ‘Project Veiligheidszorg op Maat’, waaronder het dekkingsplan en de aanrijtijden vallen, is in 2014 gezamenlijk met de VRU, brandweer Soest, de politie (huisvesting), de afdeling Realisatie en de adviseur veiligheid gewerkt aan de verplaatsing van de nevenpost naar het pand van de politie aan het Raadhuisplein 31. Met de verplaatsing naar deze locatie en het werken met een variabele voertuigbezetting, de zogenaamde TS 4, kan een aanzienlijke verbetering van de aanrijtijden van de brandweer worden gerealiseerd. Op 12 juni 2014 heeft de raad ingestemd met de wijze van financiering. Op 16 september 2014 zijn de buurtbewoners van het Raadhuisplein geïnformeerd over het voornemen om de brandweerpost te verplaatsen. Eind 2014 is de bouwvergunning verleend en is een aanbestedingsprocedure gestart voor de selectie van de aannemer. In verband met de vorming van de Nationale Politie en de afstoting van 401 politiebureaus is het onduidelijk wat er gaat gebeuren met het bureau in Soest. Eind 2014 is door de minister van Veiligheid en Justitie ingestemd met het huisvestingsplan van de Nationale Politie. Daarmee is duidelijk aangegeven dat er een groot steunpunt voor de politie in Soest blijft. De politie neemt tot 2025 de tijd om de plannen met betrekking tot de huisvesting te realiseren. 1.2 Crisisbeheersing Als uitwerking van het regionaal Crisisplan werken we sinds 1 mei 2014 in de Veiligheidsregio Utrecht op basis van het Handboek Gemeentelijke Crisisbeheersing 2.0. Voor een aantal cruciale functies in de gemeentelijke crisisorganisatie zijn in regionaal verband piketten ingericht, waarbij functionarissen uit de deelnemende gemeenten ingevlogen kunnen worden tijdens een incident, crisis of ramp. Op deze wijze is het mogelijk om minder mensen te betrekken bij de crisisbeheersing, maar deze mensen wel beter op te leiden en te trainen in hun rol. De gemeente heeft zelf nog een kernteam bestaande uit een strategisch adviseur Bevolkingszorg, een Officier van Dienst Bevolkingszorg, een communicatieadviseur (24/7), een hoofd ondersteuning en een teamleider Opvang. Binnen de crisisorganisatie wordt expliciet gekeken naar functionaliteit en proportionaliteit. Dit betekent dat de uitvoering van de crisisprocessen zo veel mogelijk wordt gekoppeld aan de reguliere werkzaamheden van de medewerker. 1.3 Openbare orde en veiligheid Uitwerking ktd-onderzoek handhaving/inzet politiesurveillanten In november 2013 is in het kader van de kerntakendiscussie door de raad de nota Handhaving & Veiligheid vastgesteld. Er is destijds gekozen voor ‘scenario 1’ wat inhield dat het aantal boa’s in 2014 stapsgewijs is uitgebreid tot 6,8 fte. De boa’s verrichten werkzaamheden tijdens kantooruren maar ook in de avonden en weekenden. In 2014 is een uitvoeringsprogramma opgesteld op basis waarvan de prioriteiten van het toezicht en de handhaving worden bepaald. Twee boa’s zijn opgeleid in 2014 voor de controle van de leeftijdsgrenzen op het gebied van de Drank- en Horecawet en in het najaar is gestart met de basiscontroles van de horecagelegenheden. Voor de leeftijdscontroles in de horeca wordt samengewerkt met de gemeenten Baarn, Bunschoten en De Bilt. Hiervoor wordt in april 2015 een convenant afgesloten tussen deze gemeenten, het OM en de politie Midden-Nederland. De boa’s fungeren Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 16 van 211
sinds medio 2014 als marktmeester voor de markten in Soest en Soesterberg. Naast deze specifieke taken verzorgen zij ook het toezicht en handhaving op het gebied van de APV, Afvalstoffenverordening, parkeerovertredingen en controles op het gebied van de Bevolkingsadministratie. Ook het toezicht op de naleving van de Bosnota wordt door de boa’s uitgevoerd. De samenwerking met de ketenpartners (politie, RMN, Portaal, Alliantie, enz.) is uitstekend te noemen. Bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving Waar mogelijk wordt in het kader van de handhaving van de openbare orde zowel strafrechtelijk als bestuurlijk opgetreden. In 2014 zijn er op grond van artikel 174 Gemeentewet 3 horecagelegenheden gesloten omdat daar illegaal gokken werd geconstateerd en zijn er op grond van artikel 13b van de Opiumwet 2 panden gesloten omdat daar hennep werd gekweekt. Drank- en Horecawet Met de wijzigingen van de Drank- en Horecawet op respectievelijk 1 januari 2013 en 1 januari 2014 is een aantal taken en verantwoordelijkheden bij de gemeente neergelegd. Sinds 1 januari 2013 houden de gemeenten toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet. Voorheen was de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) hiervoor verantwoordelijk. Zo is de gemeente verplicht voor de paracommerciële horeca (sportverenigingen, club- en buurthuizen, kerkgenootschappen en studentenverenigingen) een verordening op te stellen waarin onder andere de dagen en tijdstippen van alcoholverkoop worden vastgelegd. Op 23 januari 2014 is een voorlopige verordening vastgesteld. In nauw overleg met de Koninklijke Horeca Nederland afdeling Baarn-Soest, de sportverenigingen en de andere paracommerciële instelling zijn op 20 november 2014 de regels voor de paracommerciële instellingen vastgesteld. Uiteindelijk zijn deze regels opgenomen in de APV. Daarnaast heeft de gemeente het wettelijk verplichte preventie- en handhavingsplan vastgesteld. De eerste handhavingsactiviteiten hebben inmiddels plaatsgevonden, in de vorm van leeftijd- en vergunningencontroles. Door Nuchter, onderzoeksbureau voor leeftijdsgrenzen, is een nalevingsonderzoek gedaan in zowel de gemeente Soest als in de gemeente Baarn. Uit dit onderzoek blijkt dat er verbeteringen mogelijk zijn in de sportkantines en de reguliere horeca.
Thema 2 - Jeugdoverlast Doelstelling: Terugdringen van jeugdoverlast Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof nulwaarde
Streefwaarde 2014
Realisatie 2014
Ervaren overlast jeugd (% vaak)
Veiligheidsmonitor
15% (2009)
12
45,2 % (**)
Meldingen overlast jeugd (*)
Criminaliteitscijfers RVS (Bureau Regionale Veiligheidsstrategie)
349 (2012)
-20% t.o.v. 2012
516
(*) Deze indicator is aangepast (zie begroting 2014). De veiligheidsmonitor is in 2013 door een ander onderzoeksbureau uitgevoerd waardoor de cijfers niet een op een te vergelijken zijn. (**) Resultaat van de veiligheidsmonitor 2013. De gemeente Soest neemt eens in de twee jaar deel aan de veiligheidsmonitor. 45,2% van de ondervraagden geeft aan vaak overlast te ervaren. Het aantal meldingen jongerenoverlast is in 2014 gestegen ten opzichte van 2013 (+34%). In 2012 is er 349 keer melding gemaakt van jeugdoverlast
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 2.1 Aanpak Beke Ferwerda faciliteren en regisseren In het kader van de Beke Ferweda-methode zijn de jongerengroepen in Soest in beeld gebracht en geprioriteerd. Soest kende in 2014 3 hinderlijke groepen en 1 overlastgevende groep. Het aantal overlastmeldingen is in 2014 aanzienlijk gestegen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat wij bewoners gevraagd hebben om melding te doen op het moment dat er overlast wordt ervaren. In 2014 is vooral in de eerste helft van het jaar veel energie gestopt in het verminderen van de overlast van jongeren in de omgeving van het park Honsbergen door politie, gemeente en Stichting Balans. Met de jongeren en een aantal ouders zijn gesprekken gevoerd over het gedrag en de overlast die omwonenden ervaren. Daarnaast zijn er aanpassingen gedaan in het park en aan de inrichting van het
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 17 van 211
plein bij de flat Honsbergen. Dit heeft geresulteerd in een vermindering van de overlast op deze locatie. We zien wel een soort van waterbedreactie. Op het moment dat de overlast op de ene locatie vermindert, verergert de overlast op een of meerdere andere locaties. 2.2 Continueren vertegenwoordiging in het Veiligheidshuis Amersfoort Sinds 1 mei 2014 is deze functie weer ingevuld, waardoor de aanpak van de jeugdgroepen, maar ook de persoonsgebonden aanpak (PGA) weer beter kan worden vormgeven. 2.3 Beleid opstellen en implementeren voor aanpak jeugdoverlast Het bestaande plan van aanpak jongerenoverlast is in 2014 in overleg met de partners gezamenlijk geactualiseerd en aangepast aan de huidige situatie. In het plan van aanpak is duidelijk omschreven wie wat doet en waarom en welke uitgangspunten daarbij worden gehanteerd. De rollen van partners zoals de politie, Stichting Balans, gemeente en de informatiemakelaar en de overlegstructuur zijn expliciet beschreven. 2.4 Periodiek overlastoverleg met partners Als gevolg van de herijking van het plan van aanpak jongerenoverlast zijn ook de overlegstructuren beter vorm gegeven. Eenmaal per 6 weken vindt met de partners (politie, jongerenwerk en diverse gemeenteambtenaren waaronder de coördinator van de boa’s) een overlastoverleg plaats waarin overlastmeldingen worden besproken. Eenmaal per 4 weken vindt overleg plaats over de groepsaanpak en indien nodig over de aanpak van individuele personen. Veel overlast in Soest wordt veroorzaakt door jeugdgroepen.
Thema 3 - Vermogenscriminaliteit Doelstelling: Terugdringen van vermogenscriminaliteit Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof nulwaarde
Streefwaarde 2014
Realisatie 2014
Aantal aangiften woninginbraak Soest
RVS (Bureau Regionale Veiligheidsstrategie)
245 (2011)
210
336
Aantal aangiften diefstal af/uit auto’s
RVS (Bureau Regionale Veiligheidsstrategie)
211 (2011)
200
165
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 3.1 Uitvoering geven aan het plan van aanpak woninginbraken Soest Naar aanleiding van de stijging van het aantal woninginbraken in 2014 is in mei het plan van aanpak woninginbraken herzien en zijn er duidelijk afspraken gemaakt over de activiteiten die in dit kader door zowel gemeente als politie worden verricht. Vanuit de gemeente is zwaar geïnvesteerd in preventie- en communicatieactiviteiten, bestaande uit wijkschouwen, voorlichtingsbijeenkomsten over verdacht gedrag, publicaties over wanneer 112 gebeld moet worden, informatie over babbeltrucs, enzovoort. De communicatieboodschap is eenduidig, waarbij bewoners worden gewezen op het feit dat politie en gemeente het niet alleen kunnen, maar dat bewoners zelf het verschil kunnen maken door bijvoorbeeld de woning altijd af te sluiten ook al is men maar 5 minuten weg. Ondanks alle inspanningen van gemeente en politie zijn de inbraakcijfers in 2014 gestegen. Een directe verklaring is hiervoor niet te geven. De gemeente Soest is door de verschillende invalswegen goed bereikbaar en de gemeente heeft dan ook last van wat men noemt mobiel banditisme oftewel rondtrekkende criminelen, die zich onder meer schuldig maken aan woninginbraken. Daarnaast zien we de laatste maanden een andere manier van inbreken, waarbij meer schade wordt veroorzaakt. Dit doet de politie vermoeden dat we te maken hebben met een groep jonge inbrekers.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 18 van 211
3.2 Preventiebrieven verspreiden vanuit de gemeente Op het moment dat er daadwerkelijk is ingebroken in een woning krijgen directe omwonenden een brief vanuit de gemeente waarin zij gewezen worden op het feit dat in de directe omgeving is ingebroken. Bovendien worden zij gewezen op de mogelijkheid een kleine tegemoetkoming te ontvangen vanuit de gemeente als zij preventieve maatregelen treffen in de vorm van het aanbrengen van inbraakwerende materialen. Van deze compensatieregeling wordt steeds meer gebruikgemaakt. Eind 2014 is voor bijna € 700 uitgereikt aan VVV-bonnen en zijn 780 brieven verstuurd. 3.3 Nazorg aan ex-gedetineerden In 2014 is door de invulling van de functie van informatiemakelaar (in het Veiligheidshuis) een duidelijke overlegstructuur opgezet met betrekking tot de nazorg aan ex-gedetineerden. In het overleg met daarin de vertegenwoordiging van politie (daderregisseur), Veiligheidshuis, reclassering, informatiemakelaar en verschillende zorginstellingen wordt de nazorg rondom ex-gedetineerden die zich (weer) in Soest vestigen nader vorm gegeven. In casusoverleggen wordt de terugkeer besproken en worden duidelijk afspraken gemaakt wie van de partners de ex-gedetineerde het beste kan begeleiden bij zijn/haar terugkeer in de maatschappij. Door gerichte sturing op de inzet van middelen en de effectiviteit van deze middelen wordt getracht de kans op recidive te verminderen 3.4 Begeleiding veelplegers Het begeleiden van zogenaamde veelplegers heeft tot doel het aantal woninginbraken terug te brengen. In overleg met politie, gemeente en de informatiemakelaar is in 2014 een ‘TOP X’ van woninginbrekers en veelplegers samengesteld. De handel en wandel van deze personen zijn in het casusoverleg gemonitord en in dit overleg zijn met partners gerichte afspraken gemaakt over de mogelijkheden van begeleiding ter voorkoming van recidive. Tabel kengetallen omschrijving Aantal ex-gedetineerden dat zich vestigt in Soest Aantal veelplegers in Soest (*) waarvan 2 minderjarigen
Werkelijk 2012
2013
36
52
2014 36
1
3
6(*)
C. Risicoparagraaf Geen
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 19 van 211
D. Financiële verantwoording Baten en lasten (bedragen x € 1.000)
Rekening Begroting 2013
2014
Rekening 2014
Lasten Brandweer
2.845
2.897
2.842
30
49
69
684
779
889
3.558
3.725
3.801
5
61
66
Openbare orde en veiligheid
17
18
17
Totaal baten
22
79
82
-3.537
-3.646
-3.718
C risisbeheersing Openbare orde en veiligheid Totaal lasten
Baten Brandweer C risisbeheersing
Resultaat
Afwijkingen t.o.v. begroting 2014: -76
Lasten
3
Baten Resultaat
-73
Toelichting op de afwijkingen: - is nadelig Brandweer Onderhoudskosten gebouwen (de kosten worden verrekend met de reserve onderhoud gebouwen) In de begroting waren de extra taken die de VRU uitvoert niet opgenomen Overig
83 -21 -3
Crisisbeheersing Apparaatskosten Overig
-29 8
Openbare orde en veiligheid Apparaatskosten
-104
Overig
-7
Totaal
-73
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 20 van 211
Programma 2 – Verkeer en Vervoer A. Omschrijving van het programma Dit programma gaat over de zorg voor alle verkeersvoorzieningen, zowel goed onderhoud van bestaande voorzieningen als aanpassing van voorzieningen op grond van beleid en/of wensen van bewoners. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr. 2.1 2.2 2.3 2.4
Product Wegbeheer Schoonhouden wegen Verkeersmaatregelen - stationswikkeling Soest-Zuid Openbare verlichting
Portefeuillehouder J.L. van Berkel - Vissers J.L. van Berkel - Vissers J.L. van Berkel – Vissers J.G.S. Pijnenborg J.L. van Berkel - Vissers
Relevante beleidsdocumenten A. B. C. D. E. F.
Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP), raad oktober 2008 Nota parkeernormen auto en fiets (2e herziening), raad februari 2014 Beleidsregels Vergunningverlening Uitweg (“inritvergunningen”), college april 2005 Beleidsregels Verkeersontheffingen, college augustus 2013 Beleidsnota gehandicaptenparkeerplaats op kenteken, college november 2010 Beleidsplan Openbare verlichting (2003)
B. Doelstellingen en activiteiten - Wat hebben we bereikt en wat hebben we ervoor gedaan? Doelstellingen – wat wilden we bereiken? Algemene doelstelling: Een effectief en efficiënt wegennet Thema’s: 1. Bereikbaarheid 2. Verkeersveiligheid 3. Leefbaarheid
Thema 1 – Bereikbaarheid Doelstelling:
Optimale bereikbaarheid voor voetgangers, fietsers, openbaar vervoer en gemotoriseerd verkeer, waarbij gebruik wordt gemaakt van het beschikbare netwerk.
Meetbare doelstellingen (beoogde effecten) Het aandeel verplaatsingen per fiets en met het openbaar vervoer neemt toe ten opzichte van het aandeel autoritten (hierdoor wordt het verkeer beter verdeeld over het bestaande netwerk). Doorstroming op de hoofdwegen wordt gewaarborgd door files te voorkomen. Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
1. De verhouding op
Nader op te stellen op
verschillende wegen tussen
basis van metingen
Referentie-
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2013
2014
(*)
(*)
(*)
(*)
(*)
(*)
auto’s, fietsers en ov-reizigers (telling) 2. De factor tussen de reistijd op
idem
de hoofdwegenstructuur tijdens en buiten de spits (*) Overeenkomstig de aanbevelingen vernieuwing 1e W-vraag is in de programmabegroting 2013-2016 budget uitgetrokken voor het operationaliseren van een meetsysteem waarmee de effectindicatoren kunnen worden
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 21 van 211
bepaald. De meetpunten zijn inmiddels aangelegd en dienen gekoppeld te worden aan het meetsysteem. Dit is naar verwachting in 2015 gereed.
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 1.1 Pakketstudie VERDER1 Maatregelen in 2014 waarbij Soest coördinerende partij is: -
-
-
Stationsontwikkeling Soest-Zuid: zie integrale rapportage (op volgende bladzijde). Aanpak kruispunt Soesterbergsestraat/Ossendamweg. In 2014 is gestart met de verkenningsfase voor dit project, waaruit de haalbaarheid van aanpassingen moet blijken. Het project heeft belangrijke samenhang met de stationsontwikkeling Soest-Zuid en de westelijke ontsluiting Amersfoort. Vanwege de complexiteit van het probleem is er een toegenomen risico op overschrijding van het onderzoeksbudget voor dit deelproject. N221 (Birkstraat). Dit project wordt pas opgestart nadat er duidelijkheid is over de te treffen maatregelen in de projecten Stationsontwikkeling Soest-Zuid en Soesterbergsestraat / Ossendamweg. Maatregelen op de Birkstraat in de vorm van parallelwegen zijn onwenselijk en worden niet als optie overwogen. Fietspad Soest-Hilversum. In 2012 is een plan van aanpak vastgesteld. Door onvoldoende capaciteit is het niet gelukt om de verkenningsfase van dit project uit te voeren. Fietspad Soest-Soesterberg: In 2014 is gestart met het uitwerken van schetsontwerpen van de gehele route, inclusief tracévarianten over de voormalige vliegbasis en veilige kruispuntoplossingen op de Verlengde Paltzerweg en de Verlengde Tempellaan (oostelijke ontsluitingsweg Soesterberg Noord).
Overige maatregelen (relevant voor Soest, maar niet als coördinerende partij): - verbreding A28, A27, A1 en knooppunt Hoevelaken. De verbreding van de A28 is inmiddels uitgevoerd. Rijkswaterstaat heeft voor de A27 en A1 ontwerpbesluiten voor de verbreding vastgesteld. Voor knooppunt Hoevelaken is een voorkeursalternatief gekozen dat samen met de regiopartijen nader wordt uitgewerkt. - Westelijke ontsluiting Amersfoort: Het in 2013 gekozen voorkeurstracé is in 2014 verder uitgewerkt tot een conceptontwerp. Bovendien is het ontwerpbestemmingsplan bijna afgerond. In 2015 wordt aan de gemeenteraad van Amersfoort bovenstaande ter besluitvorming voorgelegd. - Regionaal verkeersmanagement (RVM). De verkeerslichten in Soest worden begin 2015 aangesloten op de centrale van de gemeente Amersfoort, tevens worden in de eerste helft van 2015 routeinformatiepanelen langs de wegen geplaatst. Door technische problemen met het totstandbrengen van verbindingen en een hernieuwde aanbesteding voor route-informatiepanelen van de Provincie Utrecht is dit in 2014 niet gelukt. 1.2 Ov-concessie 2016-2023 De provincie Utrecht is in 2014 gestart met de voorbereiding voor de nieuwe aanbesteding van het openbaar vervoer van de provincie. De huidige concessie loopt af op 11 december 2016. Er ligt een uitdaging om de beschikbare middelen zo effectief mogelijk te besteden. De toenemende kosten in het openbaar vervoer en de naar verwachting minder gunstige aanbesteding (t.o.v. de laatste aanbesteding) gaan waarschijnlijk leiden tot een verminderd aanbod van openbaar vervoer in de provincie, ook in onze gemeente. Concreet kan dit leiden tot het schrappen of inkorten van ritten tot zelfs het wegvallen van de gehele lijnvoering als de vraag naar openbaar vervoer te laag is. Wij hebben tijdens bestuurlijke overleggen en een reactie op het ontwerp-Programma van Eisen onze zorgen geuit over deze ontwikkelingen en hebben aanbevelingen gedaan om het openbaar vervoer in de gemeente Soest zo veel mogelijk op peil te houden.
1
VERDER is een programma waarin de volgende partijen samenwerken aan de bereikbaarheid van de regio
Utrecht: Rijkswaterstaat, Provincie Utrecht, Bestuur Regio Utrecht, Bureau Regio Amersfoort, Gewest Gooi- en Vechtstreek, Regio Utrecht West, Regio Utrecht Zuidoost en de gemeenten Utrecht, Hilversum en Amersfoort.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 22 van 211
1.3 Stationsontwikkeling Soest-Zuid Besluitvorming In april 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met het plan van aanpak voor de stationsontwikkeling Soest-Zuid. Het doel is om Soest beter bereikbaar te maken door de doorstroming op de Ossendamweg te verbeteren en het openbaar vervoer meer kansen te bieden. Ook VERDER heeft met het plan van aanpak ingestemd. De gemeenteraad heeft in januari 2013 besloten om een aantal alternatieven verder uit te werken. Hiervoor is na raadpleging van een raadswerkgroep in juni 2013 een aanvullend Plan van Aanpak vastgesteld. In het voorjaar van 2014 is besloten om de ‘fietsbrug’ in de plannen te vervangen door een ov-passage en om enkele aanpassingen te doen aan de onderzoeken, zodat deze binnen de kosten en het gewenste tijdspad kunnen worden uitgevoerd. De onderzoeken zijn grotendeels in 2014 afgerond. Eind 2014 is besloten om de inspraakperiode en de besluitvorming over een voorkeursalternatief uit te stellen tot medio 2015, naar aanleiding van het nog lopende onderzoek naar de Soesterbergsestraat. Met een uitvoeringsvoorstel van de gemeente Soest dient door ProRail en het Utrechts Verkeers en Vervoersberaad (UVVB) te worden ingestemd (zie organisatie). Geld Voor de onderzoeksfase is door VERDER € 760.000 vrijgegeven. Dit wordt voor € 660.000 gedekt door een bijdrage van de provincie Utrecht, € 100.000 wordt gedekt uit de eigen bijdrage van de gemeente Soest aan VERDER. De onderzoeksfase is verdeeld in een (globale) verkenningsfase en een planstudie. De verkenningsfase is binnen de begroting uitgevoerd voor € 280.000. Het restbudget is beschikbaar voor nader onderzoek. In juni 2013 is een aanvullend Plan van Aanpak vastgesteld voor de planstudiefase. De kosten voor de planstudiefase zijn geraamd op € 375.000. Voor de verdere voorbereiding en uitvoering van het project resteert na de onderzoeksfase nog € 9,24 miljoen uit het programma VERDER. Binnen het Restbudget Randstadspoor is een reservering opgenomen van € 2,48 miljoen voor een variant met een tunnel waarbij rekening wordt gehouden met de komst van een passeerspoor bij station Soest-Zuid. Door de langere looptijd van het project overschrijden de kosten voor ambtelijke uren inmiddels de oorspronkelijke begroting van de planstudiefase. Dit kan vooralsnog binnen de projectkosten voor de totale onderzoeksfase worden opgevangen. Er wordt geen overschrijding van het totale onderzoeksbudget verwacht. uitgaven projectbudget 760.000
werkelijk t/m 2013 332.856
saldo
2014
totaal
219.687
552.543
207.457
i n k om s t e n / d e k k i n g projectbudget
werkelijk t/m 2013
bijdrage provincie Utrecht
660.000
232.856
bijdrage gemeente Soest
100.000
100.000
totaal
760.000
332.856
saldo
2014
totaal
219.687
452.543
207.457
100.000
0
552.543
207.457
219.687
Organisatie Dit project is ondergebracht bij het projectbureau van de gemeente Soest. De gemeente Soest, ProRail en het Utrechts Verkeers- en Vervoersberaad (UVVB) hebben zeggenschap over de financiële en/of inhoudelijke kaders waarbinnen dit project wordt uitgevoerd. De gemeente Soest heeft de projectleiding over het project. De expertise van ProRail wordt ingehuurd om inhoudelijke bijdragen aan de projectgroep te leveren. Het UVVB besluit over het vrijgeven van de financiële bijdrage vanuit VERDER. Tijdplanning Volgens planning zou in januari 2015 de inspraakperiode starten over de verschillende varianten in het stationsgebied. Omdat er nog geen duidelijkheid is over het kruispunt bij de Soesterbergsestraat is deze inspraakperiode met enkele maanden uitgesteld. De inspraakperiode wordt later in 2015 alsnog
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 23 van 211
opgestart. Daarna kan definitieve besluitvorming over de stationsontwikkeling Soest-Zuid in de gemeenteraad plaatsvinden. Dit zal vermoedelijk na het zomerreces zijn. Daarna wordt de voorkeursvariant uitgewerkt tot een voorlopig ontwerp en wordt de bestemmingsplanprocedure voorbereid. Afhankelijk van de gekozen variant en afstemming in de regio over de uitvoering van grote wegenprojecten wordt de uitvoering van dit project in de periode tussen 2017 en 2019 verwacht. Voor een eventuele aanspraak op het Restbudget Randstadspoor moet het project voor 2020 worden afgerond. Voor de bijdrage vanuit het programma VERDER moet uiterlijk in 2020 een onomkeerbaar besluit zijn genomen over de uitvoering. Informatie (communicatie) Er is een klankbordgroep opgericht bestaande uit bewoners, bedrijven en belangenorganisaties. Het is de rol van de klankbordgroep om het proces kritisch te volgen, vragen te stellen, mee te denken met oplossingen, deze te toetsen aan de randvoorwaarden en uiteindelijk een advies uit te brengen aan het college en de gemeenteraad. Daarnaast wordt met het breed publiek gecommuniceerd via een nieuwsbrief, de website van de gemeente en informatiebijeenkomsten. Kwaliteit Conform het Plan van Aanpak d.d. 14 april 2011, het Aanvullend Plan van Aanpak dd. 18 juni 2013 en de aanpassingen in het besluit van B&W d.d. 10 juni 2014. Risico’s De risico’s van het project zijn beschreven in hoofdstuk 7 van het Plan van Aanpak. Het project bevindt zich op dit moment nog in de onderzoeksfase. De risico’s in deze fase zijn beperkt. 1.4 Nieuwerhoekplein Het project Nieuwerhoekplein is in 2014 volledig afgerond en daarmee afgesloten. uitgaven projectbudget 1.506.000
werkelijk t/m 2013 1.489.280
2014 16.918
saldo totaal 1.506.198
-198
i n k om s t e n / d e k k i n g projectbudget 1.506.000
werkelijk t/m 2013 1.489.280
2014 16.918
saldo totaal 1.506.198
-198
1.5 Stimuleren fietsgebruik We voeren beleid om fietsgebruik te stimuleren en initiëren projecten die het gebruik van de fiets aantrekkelijker en comfortabeler maken. Projecten hiervoor worden vastgelegd in een jaarlijks fietsactieplan. In 2014 is onder meer uitvoering gegeven aan nieuwe bewegwijzering van recreatieve fietsroutes in Soest, waaronder het fietsknooppuntennetwerk. De eerste openbare oplaadpaal bij winkelcentrum Soest-Zuid is geplaatst. Bij de sporthal aan de Smitsweg zijn nieuwe fietsbeugels geplaatst. Ook zijn in 2014 de nieuwe parkeernormen – inclusief die voor de fiets – vastgesteld.
Thema 2: Verkeersveiligheid Doelstelling:
Een veilig verkeer met objectief minder ongevallen en een hoger gevoel van veiligheid in het verkeer.
Meetbare doelstellingen (beoogde effecten) Inwoners van Soest voelen zich veiliger in het verkeer. Er gebeuren minder ernstige verkeersongevallen op gemeentelijke wegen. De tevredenheid van inwoners over het onderhoud van wegen en fietspaden neemt toe.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 24 van 211
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof nulwaarde
1. Het rapportcijfers dat
Waar staat je
inwoners geven over de
gemeente
6,7 (2010)
Realisatie
Streefwaarde
Realisatie
2013
2014
2014
6,8
Groter of
(*)
minimaal
verkeersveiligheid in de
gelijk aan
gemeente
referentiewaarde
2. Het rapportcijfer dat
Waar staat je
inwoners geven over het
gemeente
6,9 (2010)
6,9
Groter of
(*)
minimaal
onderhoud van
gelijk aan
infrastructuur
referentiewaarde
(*) cijfers worden ontleend aan ‘waar staat je gemeente’. Dit onderzoek heeft voor het laatst in 2013 plaatsgevonden en zal opnieuw in 2015 plaatsvinden. Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 2.1 Wegbeheer Ten laste van de reserve onderhoud wegen zijn werkzaamheden uitgevoerd die nodig zijn voor reconstructies van wegen en bruggen. Hieronder vallen ook de bestaande exploitatiebudgetten rationeel wegbeheer en klein onderhoud. De uit te voeren werkzaamheden zijn onder andere gebaseerd op het jaarlijks onderhoudsprogramma en een inspectie van wegen die na de winterperiode plaatsvindt. Op basis hiervan en met betrekking tot klein onderhoud zijn de onderstaande werkzaamheden uitgevoerd. Klein onderhoud Op diverse locaties is het jaarlijks klein onderhoud (bakfrezen) uitgevoerd. Dit is meegenomen in een asfaltbestek (zie Planmatig onderhoud) en is in september/oktober 2014 uitgevoerd. Tevens zijn er gedurende het hele jaar reparatiemaatregelen n.a.v. calamiteiten en meldingen uitgevoerd. Planmatig onderhoud Het geplande onderhoud aan de Schoutenkampweg en de Heideweg is uitgevoerd en opgeleverd. De Noorderweg e.o. is voorbereid en wordt in 2015 aanbesteed. In het voorjaar van 2014 is geconstateerd dat de Wieksloterweg en Dorresteinweg in een zodanig slechte onderhoudstoestand zijn dat reconstructie op korte termijn noodzakelijk is. Dit heeft geleid tot het beschikbaar stellen van een budget om de Dorresteinweg te reconstrueren in de voorjaarsnota. Deze reconstructie is inmiddels uitgevoerd. In december 2014 heeft de raad het voorstel van het college overgenomen om budget beschikbaar te stellen voor reconstructie van de Wieksloterweg in 2015. In het asfaltbestek zijn de deklagen van onder andere Park Vredehof, gedeelte van het fietspad bij de Vrijheidsweg, Nassaulaan, Varenstraat, parallelweg van de Koningsweg en in de Schrikslaan en omgeving opgenomen. De geplande oppervlakbehandeling in de Schrikslaan en omgeving is vanwege de slechte weersomstandigheden uitgesteld naar 2015. Tevens is het asfalt van het voetpad bij de Schrikslaan vervangen door betontegels. Het geluidscherm langs de A28 is in samenwerking met Rijkswaterstaat gerenoveerd. De gedeeltelijke reconstructie van de Beetzlaan is voorbereid. Uitvoering vindt plaats in 2015. De gedeeltelijke reconstructie van de Gen. Winkelmanstraat in Soesterberg is voorbereid. Uitvoering vindt plaats in 2015. Markeringen De markeringen zijn geïnspecteerd en op basis hiervan zijn op diverse locaties de markeringen ‘opgefrist’ c.q. vervangen. 2.2 Openbare verlichting In februari 2014 is een nieuwe Beleidsnotitie en Uitvoeringsplan OVL 2014-2019 in de raad vastgesteld. Daarnaast is besloten met ingang van 2016 de overeenkomst met CityTec te beëindigen en te komen tot een nieuw contract met CityTec of een andere marktpartij. Uitgangspunt hierbij is het verkrijgen van een Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 25 van 211
kwalitatief betere service tegen een marktconforme prijs. Hiervoor dienen 5 opties van de verschillende mogelijkheden van een nieuwe beheer en onderhoudsvorm uitgewerkt te worden. De eerste stappen zijn gezet en die worden in 2015 verder uitgewerkt. Tevens is in 2014 via het InterGemeentelijk overleg Openbare Verlichting (IGOV) de kennisverzameling over de openbare verlichting en de verschillende vormen van beheer en onderhoud met andere gemeenten tot stand gekomen. Ook hieraan wordt in 2015 een verdere invulling aan gegeven. 2.3 Verkeersveiligheidsacties In 2014 zijn verkeersveiligheidsacties als producten uit de productencatalogus van het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid (ROV) afgenomen. Het gaat hierbij onder andere om de cursus Veilig Rijden 65+, verkeerslessen op het voortgezet onderwijs en peuterspeelzalen/kinderdagverblijven.
Thema 3 – Leefbaarheid Doelstelling:
Bijdragen aan de leefbaarheid door regulier onderhoud van de verhardingen.
Meetbare doelstelling (beoogd effect) De tevredenheid van inwoners over de schoonheidsgraad van de verhardingen (onderdeel van de leefomgeving) neemt toe. Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Realisatie
2014
2014
Groter of
6,6 (2013)
of nulwaarde 1. Het rapportcijfer dat
Waar staat je gemeente
inwoners geven over de
6,2 (2010)
minimaal gelijk
schoonheidsgraad van de verhardingen
aan referentiewaarde
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 3.1 Schoonhouden wegen De uitvoering straatreiniging voldoet aan de overeengekomen beeldkwaliteit. 3.2 Onkruidbestrijding op verharding De onkruidbestrijding op verharding met behulp van de WAVE-methode is het gehele jaar op het overeengekomen beheerniveau geweest. 3.3 Openbare ruimte Het project ‘Buitenplaats’ is na voltooiing voortgezet in het project ‘Buitenkans’ waarin meer ruimte is voor sociale projecten en samenlevingsopbouw. Deze voortzetting maakt verder geen onderdeel meer uit van programma 2 Verkeer en Vervoer. C. Risicoparagraaf Geen
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 26 van 211
D. Financiële verantwoording Baten en lasten (bedragen x € 1.000)
Rekening Begroting 2013
Rekening
2014
2014
Lasten Wegbeheer
3.212
3.351
1.842
Schoonhouden wegen
920
917
817
Verkeersmaatregelen
791
685
643
Openbare verlichting
910
921
915
5.834
5.874
4.218
Wegbeheer
137
135
392
Schoonhouden wegen
275
268
276
Verkeersmaatregelen
1
1
146
72
138
141
485
542
955
-5.349
-5.332
-3.263
Totaal lasten
Baten
Openbare verlichting Totaal baten
Resultaat
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 27 van 211
Afwijkingen t.o.v. begroting 2014: 1.656
Lasten
413
Baten Resultaat
2.069
Toelichting op de afwijkingen: - is nadelig Wegbeheer Apparaatskosten
-38
De projecten die niet zijn afgerond worden doorgeschoven naar 2015. Dit betreft voornamelijk de Wieksloterweg. De beschikbare budgetten worden verrekend met de reserve onderhoud wegen en verlopen budgettair neutraal (Algemene dekkingsmiddelen)
1.008
Rationeel wegbeheer: de uitvoering van de projecten Noorderweg, Gen. Winkelmanstraat en de Beetzlaan zullen doorlopen in 2015
294
Knelpunten wegbeheer, het project Noorderweg is verder voorbereid en loopt door in 2015, evenals het fietspad bij het ecoduct
299
Door een gunstige aanbesteding, lagere kosten voor het herstel van de Dorresteinweg
19
Minder kosten fietsactieplan zie oormerkvoorstel
25
Fietsverbinding Soesterberg als onderdeel van project VERDER
148
Lagere kosten eigen risco bij schadeclaims
5
Overig
5
Schoonhouden wegen Minder kosten voor gladheidsbestrijding (o.b.v. dienstverleningsovereenkomst RMN)
121
Meer kosten voor straatvegen (o.b.v. dienstverleningsovereenkomst RMN)
-12
Verkeersmaatregelen Apparaatskosten
14
Afrekening subsidie Quick Wins (herinrichting Bosstraat,Banningstraat en Birkstraat). De bijdrage wordt verrekend met de reserve onderhoud wegen
145
Minder onderhoudskosten benodigd voor vervanging/opfrissen wegmarkeringen
17
Minder kosten voor monitoring verkeer en vervoer
6
Overig
4
Openbare verlichting Apparaatskosten
-19
Lagere kosten straatverlichting, in 2014 zijn geen speciale verlichtingsprojecten geweest
24
Overig
4
Totaal
2.069
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 28 van 211
Programma 3 – Economie A. Omschrijving van het programma Dit programma gaat over het streven naar een vitale en duurzame economie om het (Soester) bedrijfsleven bestaans- en groeimogelijkheden te bieden en de werkgelegenheid te versterken. Daarbij is een goede samenwerking tussen gemeente en ondernemers van groot belang. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr. 3.1 3.3
Product Markten en standplaatsen Economische Zaken - uitgifte bedrijventerrein Richelleweg
Portefeuillehouder Y.C. Kemmerling Y.C. Kemmerling Y.C. Kemmerling
Relevante beleidsdocumenten a. b. c.
Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2012-2020 (raad februari 2012) Detailhandelsbeleid 2006-2015 (raad 29 juni 2006) Nota Sociaal Economisch Beleid ‘Soest…Groei in Balans’ (raad april 2008)
B. Doelstellingen en activiteiten - Wat hebben we bereikt en wat hebben we ervoor gedaan? Doelstellingen – wat wilden we bereiken? Algemene doelstelling: Economische vitaliteit (en werkgelegenheid) in Soest Thema’s: 1. Ondernemersklimaat 2. Toeristische en recreatieve bedrijvigheid
Thema 1 - Ondernemersklimaat Doelstelling:
Behouden en versterken van een goed ondernemersklimaat met voldoende bestaans- en groeimogelijkheden
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof nulwaarde
Aantal arbeidsplaatsen
PAR (*)
18.566 (2011)
Streefwaarde
Realisatie
2014
2014
18.300
17.434
(*) PAR = provinciaal arbeidsplaatsen register
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 1.1 Regionale samenwerking verder uitbouwen De samenwerking in de regio blijft goed. In 2014 is het proces gestart om te komen tot een regionale economische agenda: op welke onderdelen is het wenselijk om regionaal meer te gaan samenwerken. In 2015 worden daar de eerste resultaten van verwacht. 1.2 Uitgifte bedrijventerrein Richelleweg In 2014 is één kavel verkocht aan Vertex Dental. Daarnaast is de verkoop gestart van een bedrijfsverzamelcomplex: bij vier verkochte units wordt gestart met de bouw. Om de verkoop van kavels te verbeteren is in 2014 gekeken naar de uitgiftevoorwaarden voor bedrijventerrein Richelleweg. Afgesproken is om met een aantal voorwaarden soepeler om te gaan. Dat heeft goed gewerkt bij de intensieve onderhandelingen met Hypsos en heeft uiteindelijk geleid tot de keuze van Hypsos om in Soesterberg te blijven.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 29 van 211
1.3 Goed overleg met ondernemers is essentieel In 2014 is er weer invulling gegeven aan overleg tussen het Soester bedrijfsleven en de gemeente. Zowel met de besturen van de diverse ondernemersorganisaties als met de toeristische en recreatieve sector. Er zijn ondernemersspreekuren geweest met de bedrijvenmanager van BMO, een bestuurslid van Soest Netwerkt en de bedrijfscontactfunctionaris. Het ondernemerscongres in oktober is weer door veel ondernemers enthousiast ontvangen en goed bezocht. Het congres bood veel ruimte om te netwerken en daar is door de aanwezigen, waaronder veel zzp’ers, veel gebruik van gemaakt. Daarnaast was er op 13 november in het gemeentehuis van Soest een ‘Rode Loperbijeenkomst’ voor nieuwe ondernemers. De bijeenkomst was vooral een goed moment om kennis te maken. Ook maakten zij kennis met de Soester ondernemersnetwerken zoals de Soester Zakenkring. De Soester Rode Loperdag was onderdeel van een regionaal programma voor ondernemers uit de hele regio Amersfoort. 1.4 Mogelijkheden voor verbetering detailhandel steunen In navolging op de MKB Informatieve bijeenkomsten voor aannemers in 2013 is er in februari 2014 een seminar ‘Kansen creëren bij gemeenten’ georganiseerd door de regio en Soest heeft hier ook aan bijgedragen. 1.5 Mogelijkheden voor verbetering detailhandel steunen De nieuwe PLUS-supermarkt in Soesterberg is in november 2014 geopend. Dat heeft gelijk geleid tot een versterking van de detailhandel in Soesterberg. In 2014 is veel overleg gepleegd met de eigenaar van de Zuidpromenade in Soest-Zuid. Dat heeft uiteindelijk geleid tot het verlenen van een omgevingsvergunning om de Zuidpromenade een opknapbeurt te geven. Het is goed te zien dat deze ontwikkelingen, op ons initiatief opgestart, nu daadwerkelijk tot resultaten leiden. De werkzaamheden vinden in 2015 plaats. Vanuit de gemeente zijn de mogelijkheden onderzocht om de openbare ruimte van winkelcentrum Soest-Zuid te renoveren. We verwachten hierover begin 2015 te kunnen besluiten. Bij Winkelcentrum Soest-Zuid wordt ook de Soestermarkt georganiseerd: een aanvulling voor het winkelcentrum. Met de organisatie van de markt is gesproken over de toekomst van de markt. In 2015 wordt de markt doorgezet. Het onderwerp leegstand is erg actueel. Om proactief ongewenste leegstand in Soest te signaleren en te zoeken naar oplossingen, is in 2014 een expertmeeting georganiseerd. Dit heeft geleid tot het oprichten van de Denktank Leegstand. In deze denktank wordt onder andere gekeken naar invulling van lege winkelpanden in Soest en Soesterberg, knellende regelgeving en mogelijkheden voor detailhandelsbeleid. Samen met ondernemers worden de mogelijkheden hiervoor onderzocht. 1.6 Markten en standplaatsen In 2014 is de markt in Soesterberg verplaatst naar het terrein voor de nieuwe PLUS-supermarkt: alle betrokken partijen zijn daar enthousiast over, de situatie is duidelijk verbeterd. De marktverordening is nog niet afgerond. Dat komt mede doordat nog geen overeenstemming is bereikt over de verlenging van de markttijden. Het overleg hierover is zo goed als afgerond. 1.7 Zondagopenstelling De zondagopenstelling is eind 2014 geëvalueerd onder inwoners en winkeliers. De evaluatie geeft geen aanleiding de verordening aan te passen.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 30 van 211
1.8 Van Weedestraat, deel 1 – van rotonde Burg. Grothestraat tot Stadhouderslaan Het deelproject Van Weedestraat 1 is in 2014 geheel afgerond door het plaatsen van de laatste putkasten voor de marktopstelling en het plaatsen van een ondergrondse containerbak. Het project is hiermee afgesloten. uitgaven project-
werkelijk
budget voorbereiding en uitvoering
t/m 2013
2.792.789
2.748.035
2014
saldo totaal
44.239
2.792.274
515
(incl. riolering) i n k om s t e n / d e k k i n g project-
werkelijk
budget
t/m 2013
2014
saldo totaal
reserve onderhoud wegen
450.000
450.000
450.000
0
algemene reserve
1.000.000
1.000.000
1.000.000
0
reserve rentegebruik
829.000
784.246
828.485
515
exploitatie riolering
513.789
513.789
513.789
0
totaal
2.792.789
2.748.035
2.792.274
515
44.239
44.239
1.9 Van Weedestraat, deel 2 – deel Stadhouderslaan tot de spoorwegovergang Van Weedestraat deel 2 is ook in het geheel afgerond in 2014. Het project is hiermee afgesloten. uitgaven project-
werkelijk
budget voorbereiding en uitvoering
t/m 2013
1.912.000
1.877.006
2014
saldo totaal
34.492
1.911.498
502
(incl. riolering) i n k om s t e n / d e k k i n g project-
werkelijk
budget
t/m 2013
algemene reserve
552.000
517.006
reserve onderhoud wegen
200.000
reserve rentegebruik
706.000
exploitatie riolering totaal
2014 34.492
saldo totaal 551.498
502
200.000
200.000
0
706.000
706.000
0
454.000
454.000
454.000
0
1.912.000
1.877.006
1.911.498
502
34.492
Tabel prestatie-indicator(en) omschrijving
bron
Aantal ha. uitgegeven bedrijventerrein
Streefwaarde
Gemeente Soest
Realisatie
2014
2014
2 ha
0,6 ha
Richelleweg (10,1 ha totaal uit te geven)
Tabel kengetallen omschrijving 2010 Aantal vestigingen Aantal faillissementen(*)
3.862 14
2011 4.068 7
werkelijk 2012 4.196 12
2013 4.322 37
2014 4.388 14
(*) In het verleden waren de cijfers afkomstig van de website van de Kamer van Koophandel (KvK). Deze cijfers bleken geen volledig beeld te geven. Alleen gegevens van ondernemers die toestemming hebben gegeven voor publicatie worden op de site verstrekt. De KvK was bereid om juiste cijfers te verstrekken vanuit hun eigen database.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 31 van 211
Thema 2 – Toeristische en recreatieve bedrijvigheid Doelstelling: Bevorderen van de toeristische en recreatieve bedrijvigheid Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
170.000
180.000
(***) 409.000
1. Aantal overnachtingen
Ecorys (*)
2. Aantal beschikbare slaapplaatsen
SLVS (**)
409.000
420.000
3. Aantal dagtochten
Ecorys
2.050.000
2.050.000
(***)
4. Toeristische bestedingen
Ecorys (****)
€ 82 mln.
€ 86 mln.
€ 89 mln.
(excl. inflatie)
(excl. inflatie)
(*)
Ecorys: monitor Toerisme en Recreatie 2010 i.o.v. provincie Utrecht (indicatief, gegevens 2009)
(**) SLVS: Stichting Logies Verstrekkers Soest (***) Er wordt door Ecorys geen uitsplitsing meer naar gemeenten gedaan als het gaat om het aantal overnachtingen en aantal dagtochten. (****) Ecorys: monitor Toerisme en Recreatie 2014 i.o.v. provincie Utrecht (indicatief, gegevens 2013) is 89 mln euro.
2. Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 2.1 Groei aantal overnachtingen We stimuleren uitbreiding en kwaliteitsverbetering van bestaande verblijfsrecreaties. In het bestemmingsplan ‘Landelijk gebied’ is de bestaande c.q. actuele situatie opgenomen van de diverse recreatieparken. Voor camping ’t Monnickenbosch is in het plan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Die bevoegdheid kan alleen worden toegepast, indien de autohandel de facto van het terrein is verwijderd. Voor Duynparc Soest (voormalig King’s Home) is op basis van de eerder gemaakte afspraken een apart (postzegel)bestemmingsplan in procedure gebracht en in februari 2014 vastgesteld. Voor ’t Eekhoornnest heeft het college in december 2014 in beginsel besloten medewerking te verlenen aan een gewijzigd plan, waarbij innovatie, kwaliteit en duurzaamheid een belangrijke rol spelen. 2.2 Promotie en marketing dragen bij aan de bekendheid van Soest In de regio Utrechtse Heuvelrug is in 2014 verder samengewerkt aan het toeristisch op de kaart zetten van de regio, voortbordurend op de slogan ‘Utrechtse Heuvelrug, dichterbij dan je denkt’. De gemeente Soest levert de voorzitter van de stuurgroep Uit in de Heuvelrug waar dit in wordt besproken. Er is een wandel- en fietsfolder gemaakt en op de wandel- en fietsbeurs verspreid. In 2014 zijn er regionaal 120 ondernemers uit de recreatieve sector bij gekomen die deelnemen in de campagne. Tevens is er persaandacht geweest, onder andere in De Telegraaf en een aantal regionale kranten en is er in het Plus-Magazine aandacht geweest voor de opening van het Park Vliegbasis. Daarnaast heeft de campagne deelgenomen aan de Libelle Zomerweek en zijn er 4 digitale nieuwsbrieven aan partners en consumenten verstuurd. Ook is er geadverteerd via Adwords en Facebook (met acties van ondernemers). De ondernemers worden actief benaderd om ze te betrekken bij de promotie en marketing. 2.3 Voortzetting van de samenwerking met gemeenten in de regio Amersfoort Zowel in de toeristische gids Zomertijd als in Wintertijd zijn toeristische activiteiten uit de regio opgenomen. Voor Soest betreft dit in de zomertijdgids een halve pagina over de Soester duinen. En in de wintertijdgids is er over alle deelnemende gemeenten in Regio Amersfoort een korte beschrijving opgenomen. De website www.regioamersfoort laat zien welke activiteiten er te doen zijn in de deelnemende gemeenten. Daarnaast zijn een aantal netwerkbijeenkomsten voor de partners georganiseerd en is er een bijeenkomst gehouden voor evenementplanners en congresorganisatoren uit heel Nederland. 2.4 Toeristisch Platform (TPS) In februari is er een bijeenkomst georganiseerd door de gemeente en het Toeristisch Platform Soest (TPS) voor ondernemers uit de toeristisch-recreatieve sector en de horeca. Dit heeft geresulteerd in een aantal op haalbaarheid te onderzoeken evenementen. In 2014 heeft dit nog niet geleid tot een evenement, de ideeën worden betrokken bij de promotiemogelijkheden van 2015. Door het Toeristische
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 32 van 211
Platform is de toeristische gids ‘Uit in Soest en Soesterberg’ wederom uitgegeven. En zijn er digitale informatieborden langs de toegangswegen van de gemeente Soest geplaatst. Het Toeristisch Platform heeft samen met de gemeente, de ANWB en de archeoloog een informatiebord geplaatst die informatie verschaft over prehistorische grafheuvels op het terrein ‘De Stompert’ (voormalig militair oefenterrein). De prehistorische grafheuvels dateren van 2900-2000 voor Christus. 2.5 Uitvoering Beleidsplan Recreatie & Toerisme 2012-2020 De VVV in Soest heeft tot eind 2014 haar werkzaamheden van informatieverstrekking voortgezet. Per 1 januari 2015 is het VVV-kantoor dicht. Wel zijn de website, telefoonnummer en e-mail in de lucht en worden vragen beantwoord. De VVV wordt na vereffening definitief opgeheven (datum nu nog niet bekend). Per 1 april 2015 wordt een Regionaal Bureau voor Toerisme Utrechtse Heuvelrug en Vallei opgericht. De gemeente Soest heeft actief bijgedragen aan de discussie om dit bureau tot stand te laten komen. 2.6 Stichting Logies Verschaffers Soest (SLVS) Het CBS-indexcijfer voor overnachtingen is gestegen naar 92. De overeengekomen afdracht van € 136.000 wordt dan ook gehaald en de Stichting Logies Verschaffers Soest gaat € 140.000 aan de gemeente betalen. Voor nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 4 Paragraaf G. C. Risicoparagraaf Geen D. Financiële verantwoording
Programma Economie Baten en lasten (bedragen x € 1.000) Lasten Van Weedestraat Markten en standplaatsen Economische zaken Totaal lasten Baten Markten en standplaatsen Economische zaken Totaal baten Resultaat Afwijkingen t.o.v. begroting 2014: Lasten Baten Resultaat
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Rekening Begroting Rekening 2013 2014 2014
1.230 119 298
268 140 283
79 124 227
1.647
691
430
81 55
69 5
74 17
136
74
91
-1.511
-617
-340
260 17 277
Pagina 33 van 211
Toelichting op de afwijkingen: - is nadelig Van Weedestraat Voor de herinrichting van de Van Weedestraat I en II zijn gelden beschikbaar vanuit de algemene reserve (€ 0,2 mln) en de reserve rentegebruik (€ 0,1 mln). De werkzaamheden zijn in 2014 afgerond en de projecten worden afgesloten. De resterende gelden worden ingezet voor de uitvoering van de verbetering van de Wieksloterweg
189
Markten en standplaatsen Apparaatskosten Minder kosten voor onderhoud standplaatsen en de marktkasten (elektra) Hogere energiekosten voor markt en standplaatsen Minder kosten afzetting markten Soest en Soesterberg Meer opbrengsten pacht standplaatsen Overig
8 8 -8 6 5 2
Economische zaken Apparaatskosten Overig
64 3
Totaal
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
277
Pagina 34 van 211
Programma 4 – Natuur en Milieu A. Omschrijving van het programma Dit programma gaat over hoe we natuur, landschap, milieu en dierenwelzijn beschermen en waar mogelijk verbeteren. Het duurzaamheidsplan beschrijft hoe we een flinke stap willen zetten naar een klimaat neutrale situatie die (ook voor toekomstige generaties) een goed en gezond bestaan veilig stelt. Duurzaamheid is een leidend principe bij het beheer van de waterhuishouding, riolering, natuur en openbaar groen, bij afvalverwijdering en bij het stimuleren van energie- en milieubewust gedrag (ook van de jeugd) door natuur- en milieueducatie. Daarbij zoeken we naar wegen om inwoners optimaal te betrekken bij de opgaven waarvoor we met z’n allen staan. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Product Waterhuishouding Natuurbescherming - bossen Openbaar groen Afvalverwijdering Riolering Milieu - handhaving Dierenwelzijn
Portefeuillehouder J.L. van Berkel - Vissers J.G.S. Pijnenborg J.L. van Berkel - Vissers J.L. van Berkel - Vissers Y.C. Kemmerling J.L. van Berkel - Vissers Y.C. Kemmerling J.G.S. Pijnenborg J.L. van Berkel - Vissers
Relevante beleidsdocumenten a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. p. q. r. s. t. u. v. w. x. y. z.
Algemene Plaatselijke Verordening 2010 (omgevingsvergunningen, evenementen, toegang bossen) Provinciale Bestuursovereenkomst handhaving (2000) Gemeentelijk rioleringsplan IV (GRP) 2012-2017 Waterplan 2011-2015 Grondwaterplan 2011-2015 Verordening rioolheffing (jaarlijks) Verordening rioolaansluitrecht (jaarlijks) Verordening subsidiëring groene daken (2014) Afvalstoffenverordening (2010) en uitvoeringsbesluit (2014) Verordening reinigingsheffingen (jaarlijks) Regionaal handhavingprogramma Servicebureau Gemeenten (jaarlijks) Beleidsplan Bos en natuur (Bosnota) 2013-2022 Landschapsontwikkelingsplan Eemland 2005 (LOP) Gebiedsvisie Heel de heuvelrug: ontdek het palet! (2009) Nota ‘bescherming en kap van bomen’ (2012) Groenstructuurplan ’de groene kernkwaliteit van Soest’ (2014) Duurzaam groenbeheer (2014) Jaarprogramma Natuur- en Milieucommunicatie en -educatie 2013-2014 Dienstverleningsovereenkomst RMN (2006) Evaluatie hondenbeleid (2009) Duurzaamheidsplan 2010-2014 Verordening geurhinder en veehouderij (2010) Nota geluidbeleid (2010) De Wiek – natuur, wonen en waterberging (2010) Nota Dierenwelzijn Soest (2011) Regionaal Afvalbeleidsplan 2014-2018
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 35 van 211
B. Doelstellingen en activiteiten - Wat wilden we bereiken en wat hebben we ervoor gedaan? Doelstellingen – wat wilden we bereiken? Algemene doelstellingen: Duurzame kwaliteit van de groene leefomgeving, de natuur, het landschap, het milieu en het dierenwelzijn Duurzame ontwikkeling (overkoepelend thema geldend door alle beleidsvelden/programma’s) Thema’s:
1. Waterhuishouding en riolering 2. Natuurbescherming 3. Openbaar groen 4. Afvalverwijdering 5. Milieu 6. Dierenwelzijn 7. Duurzaamheid
Thema 1 – Waterhuishouding en riolering Doelstelling:
Bij watersystemen de balans bevorderen tussen duurzaamheid, diverse (ruimtelijke) gebruiksfuncties en de kosten.
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
Aantal keren opgetreden wateroverlast:
− − − −
Oppervlaktewater
Meldpunt
2
2
3
Rioolwater op straat
Idem
0
0
1
Regenwater in woning
Idem
2
2
0
Grondwater (structureel)
Idem
0
0
8
Aantal overstorten op oppervlaktewater/bodem:
− − − −
Maatweg (Eem)
Telemetrie
12
12
10
Koningsweg (vijvers)
Idem
12
12
31
Kampdwarsweg (bodem)
Idem
12
12
9
Biezenveld (Eem)
Idem
4
4
6
1,0
1,0
1,5
70
70
61
Aantal hectare afgekoppeld Aantal verstoppingen
Meldpunt
Oppervlaktewater: elke melding van oppervlaktewateroverlast (sloten en vijvers) kan erop wijzen dat de kwaliteit van de leefomgeving niet op peil is. Rioolwater op straat: elke keer dat er rioolwater op straat staat is er een gevaar voor de volksgezondheid. Regenwater in woning: elke melding van een overstroming kan erop wijzen dat de kwaliteit van de leefomgeving niet op peil is. Tijdens de enorme regenval eind juli/begin augustus zijn in vergelijking met voorgaande jaren op diverse plekken kelders volgestroomd met regenwater. Grondwater: elke melding van grondwateroverlast kan erop wijzen dat de kwaliteit van de leefomgeving niet op peil is.
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 1.1 Uitvoeringsplan Waterbeheer, Grondwater en Riolering 2014. In 2014 zijn de volgende projecten uitgevoerd: renovatie vacuümpompen van het vacuümgemaal; rioolwerk en afkoppelen gedeelte Schoutenkampweg, Plasweg, Foekenlaan; invoering subsidieregeling groene daken; ecoscan oppervlaktewater; onderzoek noodzaak waterberging Clemensstraat.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 36 van 211
1.2 Samenwerking binnen de afvalwaterketen In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) is afgesproken dat waterschappen en gemeenten samen zorg moeten dragen voor doelmatigheid en samenhangend water(keten)beheer. Regionaal werken we samen in ‘Platform Water Vallei en Eem’ met Waterschap Vallei en Veluwe, 19 gemeenten en de provincies Utrecht en Gelderland. Het doel is om beleid en uitvoering beter af te stemmen en kennis en ervaring uit te wisselen. Belangrijke voordelen zijn een efficiëntere tijdsbesteding, kwaliteitsverhoging, milieuwinst en kostenbesparing. Lokaal werken we samen met de gemeente Baarn en Waterschap Vallei en Veluwe in het AfvalWaterTeam Zuiveringskring Soest. Het doel van het AfvalWaterTeam is om het technisch functioneren van het riool en de zuivering in beeld te krijgen, plannen beter op elkaar af te stemmen en daarmee de werking te optimaliseren. Hierdoor zijn we minder kwetsbaar, krijgen we een betere kwaliteit en worden kosten bespaard. Onderwerpen waar in 2014 aan is gewerkt zijn onder andere: quickscan Optimalisatie Afvalwatersysteem Soesterberg; gegevensbeheer: inventariseren verhard oppervlak.
Thema 2 – Natuurbescherming Doelstelling:
De ecologische en landschappelijke kwaliteit van het landelijk gebied behouden en vergroten.
Tabel effectindicator(en) omschrijving
Bron
Referentie-
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
Inlands bos
Beleidsplan Bosnota
63% (2012)
69%
65%
Dood hout
Beleidsplan Bosnota
< 1% (2012)
2%
2%
Beleidsplan Bosnota (gemeente Soest, 2013-2022); gemeten volgens de SBI-methode.
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 2.1 Uitvoering Bosnota In het beheer wordt gewerkt aan verhoging van het aandeel dood hout, zowel staand als liggend. Dit wordt gerealiseerd door het markeren van ‘kwijnende’ bomen en het ringen van bomen die geoogst moeten worden. In 2014 is uitvoering gegeven aan toezicht en handhaving in het buitengebied door buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s). Boa’s hebben de Lange en Korte duinen opgenomen in hun routes en zijn dagelijks aanwezig in Lange en Korte duinen. Bij de toegangswegen naar de Lange duinen (parkeerplaatsen Foekenlaan, Sparrenlaan en de Beaufortlaan) zijn voorzieningen getroffen om overlast van hondenpoep tegen te gaan. 2.2 Landschapsontwikkeling en -behoud In dit kader hebben we in 2014 uitvoering gegeven aan premieregeling Zuidelijke Eng zodat agrariërs in staat worden gesteld om andere gewassen dan maïs te telen op de zuidelijke Eng. In 2014 zijn ook de voorbereidingen gestart om een ecologische verbindingszone (evz) te ontwikkelen tussen de Utrechtse Heuvelrug (De Korte Duinen) en de Eempolder (De Eem). Het project evz de Birk of Groen-blauwe dooradering de Birk wordt de komende jaren verder uitgewerkt in samenwerking met agrariërs en landeigenaren in het gebied. In 2014 zijn projecten, opgenomen in het uitvoeringsprogramma van het Landschaps Ontwikkelings Plan (LOP 2005-2015) uitgevoerd door uitvoerder buitengebied.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 37 van 211
Thema 3 – Openbaar groen Doelstelling: Het groene karakter van de kernen Soest en Soesterberg behouden en versterken. Meetbare doelstelling (beoogd effect) 1. De tevredenheid van inwoners over het groene karakter van hun buurt/wijk neemt toe. 2. Het duurzaam behoud van bomen, ’de groene parels van Soest’, vastgelegd op de Bomenkaart met register. Tabel effectindicator(en) omschrijving Het rapportcijfer dat inwoners
bron
Referentie-
Waar staat je gemeente?
geven voor het groene karakter
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
7,4
≥ 7,4
(*)
(**)
(**)
(**)
859
859
859
(2013)
van hun buurt/wijk Het aantal bomen in de
Groenbeheersysteem /
groenstructuur (onderdeel
Bomenkaart
Bomenkaart) Het aantal monumentale bomen
“Bomenkaart van Soest’ met register (2014)
(*) in 2014 is geen burgerpeiling tbv ‘Waar staat je gemeente’ uitgevoerd en derhalve zijn geen gegevens over 2014 beschikbaar. (**) aantallen bomen in groenstructuur wordt niet bijgehouden, omdat het niet om de kwantiteit maar de kwaliteit van bomen (in de groenstructuur) gaat.
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 3.1 Bomenrenovatie Beetzlaan De voorbereiding voor dit project is gestart in 2014 en loopt door tot 2015. Uitvoering vindt plaats in 2015. Een bedrag van € 70.000 is vanuit het budget ‘maatregelen groenstructuurplan’ via de najaarsnota 2014 geoormerkt voor 2015. 3.2 Groen-/bomenprojecten 2014 Er zijn in 2014 diverse renovatieprojecten uitgevoerd. Bij de uitvoering is rekening gehouden met de uitvoering van de nota Groene kernkwaliteiten. In totaal is het aantal bomen met 102 stuks verminderd en zijn 941 m2 heesters omgevormd naar gazon. De jaarlijkse onderhoudskosten zijn daarmee voor 2015 verlaagd met € 2.900. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de reserve onderhoud groen. Tabel kengetallen omschrijving Aantal openbare bomen binnen de
werkelijk 2010
2011
2012
2013
2014
18.526
19.015
18.714
18.353
18.251
bebouwde kom
Op basis van de in 2014 door de raad vastgestelde nota Groene kernkwaliteiten wordt het aantal bomen in Soest over een periode van 15 jaar geleidelijk met 10% verminderd. In 2014 bedroeg de vermindering 102 bomen. De vermindering komt veelal tot stand door bij herinrichtingsprojecten minder bomen terug te planten.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 38 van 211
Thema 4 – Afvalverwijdering Doelstelling: Verbeteren van de afvalscheiding. Tabel effectindicator(en) Omschrijving Percentage afvalscheiding:
bron
Referentie-
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
Jaarcijfers RMN
55% (2010)
60%
65%
Benchmark Agentschap NL
260 (2013)
270
270
minimaal 65% in 2015 (*) Prestatiescore dienstverlening (**) (*) Landelijke doelstelling hergebruik van huishoudelijk afval (brief staatssecretaris Atsma uit augustus 2011)
(**) door wijziging van de landelijke benchmark is de score navenant aangepast. Het dienstverleningsniveau wordt in de benchmark gekwantificeerd met behulp van een vragen-score methodiek. Afhankelijk van de intensiteit (inzamelfrequentie, voorzieningdichtheid) en de omvang (% huishoudens dat gebruik maakt van de service) worden scores toegerekend. De dienstverleningsscore bestaat uit drie subscores: voor de inzameling van grondstoffen, de inzameling van restafval (inclusief grof restafval) en de milieustraat. Een lage score voor restafval hoeft niet per definitie slecht te zijn (ivm het stimuleren van afvalscheiding).
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 4.1 Opstellen afvalbeleidsplan Gezamenlijk met de RMN-gemeenten Baarn, Zeist, Nieuwegein en IJsselstein en de gemeente Bunschoten hebben wij een regionaal afvalbeleidsplan opgesteld. Uw raad heeft in oktober 2014 met dit plan ingestemd. De eerste maatregel uit dit plan (gratis ophalen grof tuinafval) is inmiddels ingevoerd. In 2015 worden nog twee maatregelen (zomerinzameling gft, promotieactie papiercontainer) ingevoerd. Herinrichting afvalbrengstation In januari 2014 heeft uw raad ingestemd met het kredietvoorstel voor de herinrichting van het afvalbrengstation De Schans. Na deze instemming is het schetsontwerp verder uitgewerkt en aangepast tot een ontwerp op basis waarvan een bestek is gemaakt. Daarop heeft een meervoudig onderhandse aanbesteding plaatsgevonden, conform ons aanbestedingsbeleid. De gunning heeft inmiddels plaatsgevonden zodat naar verwachting de herinrichting eind 2015 een feit is. Tabel prestatie-indicator(en) omschrijving
bron
Hoeveelheid huishoudelijk restafval in kg/inwoner
Jaarcijfers RMN
Tabel kengetallen omschrijving Bronscheiding in kg/inwoner: - gft - papier/karton - glas - textiel - klein chemisch afval - plastic
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
2010
2011
118 73 26 3 2 5
122 73 24 3 2 6
werkelijk 2012 124 73 25 4 2 8
Streefwaarde
Realisatie
2014
2014
205
187
2013
2014
118 70 27 4 2 8
120 67 25 3 1,7 8
Pagina 39 van 211
Thema 5 – Milieu Doelstelling:
Bedrijven voldoen aan de milieuregelgeving.
Meetbare doelstelling (beoogd effect) 1. Bedrijven voldoen aan de milieuregelgeving voor bodem, lucht, geluid, stank en externe veiligheid. Afwijken mag alleen gemotiveerd. Tabel effectindicator(en) omschrijving Percentage bedrijven dat aan de
bron
Referentie-
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
97
97
97 (*)
Begroting/jaarverslag RUD
regels voldoet na 2de controle. (*) geldt voor 1e halfjaar 2014
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 5.1 Wet Milieubeheer: Vergunningverlening/acceptatie meldingen en handhaving/toezicht De uitvoering van taken in het kader van de Wet milieubeheer is tot 1 juli 2014 uitbesteed geweest aan het Service Bureau|Gemeenten (SB|G). Het betreft taken op het gebied van milieuvergunningverlening, het toetsen van meldingen en het periodiek controleren op de naleving van milieuregelgeving en klachtenbehandeling. Vanaf 1 juli zijn deze taken uitgevoerd door de RUD Utrecht conform een gesloten dienstverleningsstatuut, een regionaal vastgesteld handhavingsprogramma en een vastgestelde handhavingsstrategie. De RUD Utrecht hanteert een andere, uniforme, rapportagesystematiek dan in de jaarrekening tot nu toe gebruikelijk was. Rapportage op de gestelde effectindicatoren is daarom voor het tweede halfjaar niet mogelijk. De rapportage van de RUD wordt zodra deze is ontvangen voor uw raad ter inzage gelegd. In de kadernota 2015 komen wij met een wijzigingsvoorstel voor de effectindicatoren. 5.2. Geluidsaneringsproject Het Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV) heeft subsidie toegekend voor de sanering van 98 woningen in Soest. In de periode 2013/2014 is hiervoor het akoestisch onderzoek geactualiseerd en gedetailleerd. BSV heeft op grond van dit akoestisch onderzoek geconcludeerd dat er vier woningen niet (meer) in aanmerking komen voor sanering. Vervolgens zijn op verzoek van BSV alle woningen uit de saneringsvoorraad van Soest, die langs dezelfde wegvakken liggen als de overgebleven 94 saneringswoningen, aan het saneringsproject toegevoegd. Na goedkeuring door BSV van het akoestisch onderzoek met betrekking tot deze extra woningen, omvat het project in totaal zo'n 380 saneringswoningen. Het subsidiebedrag wordt navenant verhoogd. Tabel prestatie-indicator(en) Omschrijving
bron
Controles bedrijven Wm(*)-plichtig
Jaarrapportage/DVO(**) SB|G
Toezichturen Besluit bodemkwaliteit
Jaarrapportage/DVO SB|G
Streefwaarde
Realisatie
2014
2014(***)
111
56
225 uur
210 671
Vergunningverlening Wm
Milieuprogramma
1260
Acceptatie meldingen Wm
Milieuprogramma
526
Projecten handhaving
Jaarrapportage/DVO SB|G
557
123
(*) Wet milieubeheer (**) Dienstverleningsovereenkomst (***) periode januari-juni 2014 De gerealiseerde prestatie-indicatoren gelden voor de periode 1-1-2014 t/m 30-6-2014 zoals uitgevoerd door het SB|G. Vanaf 1 juli 2014 worden de werkzaamheden uitgevoerd door de RUD Utrecht. Door de RUD Utrecht wordt een jaarlijkse rapportage gemaakt in relatie tot de gesloten Dienstverleningsovereenkomst. Deze rapportage is in de loop van het 1e kwartaal 2015 te verwachten en zal voor de raad ter inzage worden gelegd.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 40 van 211
Tabel kengetallen omschrijving 2010 950
Bedrijven Wm-plichtig
werkelijk 2012 901
2011 950
2013 907
2014 907
Thema 6 – Dierenwelzijn In de Nota Dierenwelzijn Soest staan de volgende doelstellingen: Doelstellingen:
1. 2. 3. 4. 5.
Dieren zijn gevrijwaard van honger, dorst of onjuiste voeding. Dieren zijn gevrijwaard van thermaal en fysiek ongerief. Dieren zijn gevrijwaard van pijn, verwonding of ziekte. Dieren zijn gevrijwaard van angst en chronische stress. Dieren zijn vrij om een natuurlijk, soort eigen gedragspatroon te kunnen hebben.
omschrijving
bron
Aantal gevonden dieren waarbij
Dierenbescherming
een eigenaar wordt vermoed
Eemland
(zwerfdieren: honden en katten)
Referentie-
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
In 2010
honden
56 honden
95% retour
20 honden
91% retour
eigenaar
90% retour eigenaar
eigenaar 193 katten
katten
103 katten
16% retour
25% retour
35% retour
eigenaar
eigenaar
eigenaar
Tabel effectindicator(en) De indicator ‘meldingen van dierenleed’ is niet goed te operationaliseren. Deze indicator is daarom vervallen (zie begroting 2014).
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 6.1 Overeenkomst Bewaarneming gevonden dieren De ‘Overeenkomst Bewaarneming gevonden dieren’ is geëvalueerd met de uitvoerende instantie, stichting DierenZorg Eemland. In 2015 wordt gewerkt aan een nieuwe, passende overeenkomst rondom deze wettelijke gemeentelijke taak.
Thema 7 – Duurzaamheid Doelstelling:
Het terugdringen van de CO2-uitstoot van de gemeente Soest
Meetbare doelstelling (beoogd effect) 1. Bevorderen van CO2-reductie bij inwoners en bedrijfsleven. Tabel effectindicator(en) Via het nieuwe duurzaamheidsplan worden nieuwe effectindicatoren met doelen bepaald. Om die reden is hier geen tabel opgenomen. We gaan andere meetbare doelstellingen opnemen omdat CO2-reductie via het CBS tot nu toe niet van de grond is gekomen. Via het nieuwe duurzaamheidsplan worden de doelen bepaald.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 41 van 211
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 7.1 Nieuw Duurzaamheidsplan inclusief participatietraject Wij hebben gekozen voor het raadplegen van inwoners en bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid via een participatietraject. In juni, juli en september 2014 hebben bijeenkomsten plaatsgevonden (waar ook enkele raadsleden bij aanwezig waren), waarbij ideeën en aanbevelingen zijn opgehaald voor een nieuw duurzaamheidsplan. Deze ideeën zijn breed gedeeld onder de deelnemers, op de gemeentelijke website en Facebook. In een notitie zijn de hoofdlijnen hieruit gedestilleerd. In het voorjaar van 2015 willen we dit met uw raad bespreken, zodat ook vanuit de raad aangegeven wordt waar de gemeente zich op zou moeten richten en welke kaders uw raad aan het college meegeeft. 7.2 Ondersteuning burgerinitiatieven Het Energieteam, inmiddels omgedoopt in Energie Actief Soest (EAS) heeft een eigen website gelanceerd, waar inwoners van Soest gerichte energiebesparingstips en wetenswaardigheden kunnen vinden. EAS speelde een belangrijke rol bij de bewonersavond voor het duurzaamheidsplan en nam het Energiegedeelte voor een groot deel voor haar rekening. In november is de informatieavond ‘Trek uw huis een warme jas aan’ georganiseerd. 7.3 Duurzame bouw Energiebesparing in de bestaande bouw heeft via het SER Energieakkoord een extra impuls gekregen. Soest is met de andere Eemlandgemeenten een traject gestart: de Eemland Alliantie. Hiermee richten we ons onder andere op: Creëren van de vraag: stimulering van particuliere woningeigenaren om energiebesparing door te voeren aan de woning. Marketing en communicatie in samenwerking met het bewonersinitiatief Energie Actief Soest. Aanbod hierop afstemmen: rol van het lokale bedrijfsleven hierin (met name bouw- en installatiebedrijven) zo groot mogelijk maken ter stimulering van de lokale economie. In samenwerking met het Bedrijven Platform Duurzaamheid en aansluiten bij de regio. 7.4 Bedrijvenplatform Duurzaamheid Het bedrijvenplatform heeft naast het organiseren van informatiebijeenkomsten voor de Soester bedrijven over duurzaamheid, drie bijeenkomsten gewijd aan de aanbevelingen voor het duurzaamheidsplan van bedrijven voor de gemeente en voor de bedrijven zelf. Dit stuk is een bouwsteen voor het nieuwe Duurzaamheidsplan. Verder wil het bedrijvenplatform de bedrijven die een rol kunnen spelen bij de energiebesparing in de bestaande bouw (bouw- en installatiebedrijven, epa adviseurs) ondersteunen bij het formuleren van een gezamenlijk aanbod. 7.5 Duurzaam gedrag Per 1 januari 2014 zijn alle uitvoerende NME-taken (doelgroep basisonderwijs) van Milieu Educatief Centrum de Kwekerij ondergebracht bij De Stichting Balans op de locatie kinderboerderij de Veenweide. Dit is gebeurd in het kader van de kerntakendiscussie. Na een halfjaar is deze verandering geëvalueerd met de betrokken partijen en heeft B&W de evaluatie vastgesteld. Geconcludeerd is dat de overgang en de uitvoering van het jaarprogramma NME Soest voor het basisonderwijs in Soest, het eerste halfjaar van 2014 goed is verlopen. C. Risicoparagraaf Aansprakelijkheid beheer en onderhoud openbare ruimte 1. Inwoners en bedrijven kunnen de gemeente aansprakelijk stellen voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte (of het nalaten daarvan). Hoewel een stijging van het aantal claims tot op heden uitblijft, worden inwoners steeds mondiger en kunnen we wellicht in de toekomst meer schadeclaims verwachten. In 2014 waren deze kosten niet aan de orde. 2. Stormschade e.d. kan de gemeente voor kosten plaatsen. De circa 19.000 bomen binnen het stedelijk gebied vormen bij storm een risico (voor de bomen zelf, goederen van de gemeente en goederen van derden). Daarnaast bestaat een risico voor personen (letsel of overlijden). Ook kan gevolgschade ontstaan doordat openbare wegen niet meer bruikbaar zijn. In februari en oktober is er sprake geweest van stormschade. De totale kosten bedroegen € 8.700. Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 42 van 211
Generiek risico Begin 2014 1. Financieel/juridisch 2. Financieel/juridisch Einde 2014 1. Financieel/juridisch 2. Financieel/juridisch
Kans
Financiële impact
Financieel risico
Gemiddeld = 50% Laag = 25%
€ 50.000 € 100.000
€ 25.000 € 25.000
Gemiddeld = 50% Laag = 25%
€ 50.000 € 100.000
€ 25.000 € 25.000
RUD-vorming Na een lange periode van voorbereiding is op 1 januari 2014 de RUD Utrecht opgericht en per 1 juli 2014 zijn de milieuwerkzaamheden overgegaan van het SB|G naar de RUD Utrecht. De ontmanteling van de SB|G vindt in de eerste helft van 2015 plaats. Het bedrag waarvoor Soest wordt aangeslagen is op dit moment nog niet bekend. Generiek risico Kans Financiële impact Financieel risico Begin 2014: Financieel Gemiddeld: 50% € 200.000 € 100.000 Einde 2014: Financieel Gemiddeld: 50% € 91.000 € 45.500
D. Financiële verantwoording
Programma Natuur en milieu Baten en lasten (bedragen x € 1.000) Lasten Waterhuishouding Natuurbescherming Openbaar groen Afvalverwijdering Riolering Milieu Dierenwelzijn
Rekening Begroting Rekening 2013 2014 2014
65 343 2.815 3.383 5.802 783 30
66 356 2.780 3.562 6.168 1.018 29
75 357 2.703 3.045 6.369 978 30
13.221
13.978
13.557
95 68 4.044 5.901 88
128 60 3.927 6.297
136 110 3.826 6.465 4
Totaal baten
10.195
10.413
10.541
Resultaat
-3.026
-3.566
-3.016
Totaal lasten Baten Waterhuishouding Natuurbescherming Openbaar groen Afvalverwijdering Riolering Milieu Dierenwelzijn
Afwijkingen t.o.v. begroting 2014: Lasten Baten Resultaat
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
422 128 550
Pagina 43 van 211
Toelichting op de afwijkingen: - is nadelig Waterhuishouding Apparaatskosten Overig
-12 2
Natuurbescherming Apparaatskosten Minder kosten voor het aanplanten van bosvakken Minder onderhoudskosten materieel Afloop van de brandverzekering bossen Overig
-9 5 5 5 1
Openbaar groen Apparaatskosten Meer kosten voor het groenbeheer door kosten voor de bomenkaart Kapitaallasten Overig
126 -13 13 1
Afvalverwijdering Apparaatskosten Exploitatievoordelen op inzameling restfractie, GFT, papierinzameling en het afvalbrengstation van het RMN; deze voordelen zijn gestort in de egalisatiereserve afvalstoffen Bijdrage uit het Afvalfonds (voorgaande jaren) Minder kosten voor afvalstation De Schans Minder inkomsten afvalstoffenheffing en verkoop meerdere rest- en gft containers Overig
275 125 2 -25 -3
Riolering Apparaatskosten Afronding van de implementatie van het rioolbeheersysteem Minder energie- en onderhoudskosten voor pompen en gemalen Meer opbrengsten uit rioolheffing Onderhoud vijvers,meer onderhoud o.a. verwijderen waterpest Klein onderhoud riolering, veel verstoppingen door boomwortels Onderhoud beschoeiingen, nog geen direct onderhoud nodig Schoonmaken kolken RMN Kapitaallasten Overig
-53 -15 24 30 -4 -14 16 -2 -13 -2
Milieu Apparaatskosten Oormerkvoorstel transitiekosten SBG Minder kosten voor geluidsberekeningen Minder kosten milieu en milieueducatie Minder kosten voor gevelmaatregelen Overig
-35 48 7 10 6 8
Dierenwelzijn Overig Totaal
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
42
-1 550
Pagina 44 van 211
Programma 5 – Wonen en Ruimtelijke Ordening A. Omschrijving van het programma Dit programma gaat over wonen, ruimtelijke ordening en de kwaliteit en invulling van het gemeentelijk grondgebied. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr. 5.0
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Product Grote projecten - Masterplan Soesterberg - Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Ruimtelijke ordening Stedelijke vernieuwing Bouwen en wonen Woonruimtezaken Bouwgrondexploitaties
Portefeuillehouder J.G.S. Pijnenborg Y.C. Kemmerling J.G.S. Pijnenborg J.G.S. Pijnenborg J.G.S. Pijnenborg J.G.S. Pijnenborg P.A. van der Torre
Relevante beleidsdocumenten a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. p. q. r. s. t. u.
Treasurystatuut, § 2.11-2.16 met betrekking tot garantstellingen (raad september 2006) Raamovereenkomst Hart van de Heuvelrug (raad 24 juni 2004) Ruimtelijk plan vliegbasis Soesterberg (raad 11 juni 2009) Clusterovereenkomst Hart van de Heuvelrug, Cluster Soest I (27 september 2005) Clusterovereenkomst Hart van de Heuvelrug, Cluster Zeist III (1 juli 2009) Clusterovereenkomst Zeist II (26 april 2007) Masterplan Soesterberg (raad 23 april 2009) Convenant Masterplan Soesterberg (12 juni 2009) Uitwerking Masterplan Soesterberg 4 oktober 2010, raad 16 december 2010 Besluit over prioriteiten, september 2011 Structuurvisie (29 oktober 2009) Plan van aanval bestemmingsplannen (raad 2 oktober 2007) Evaluatie ‘Plan van Aanval actualisering bestemmingsplannen 2012-1’ Ontwikkelingsprogramma Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing ISV II (raad 17 februari 2005) Verdeelbesluit ISV II (raad 15 september 2005) Stimuleringsbijdrage Dorpsplein, prestatieovereenkomst met provincie (26 april 2006) Nota onrechtmatig wonen op recreatiecentra Welstandsnota (raad 24 juni 2004) Bouwverordening (laatstelijk gewijzigd: raad 21 december 2006) Bouwbeleidsplan (raad 29 mei 2007) Convenant afstemming woningdifferentiatie 2005-2010 Stadsgewest Amersfoort (16 november 2005) v. Huisvestingsverordening Soest 2008 (raad 17 januari 2008, wijziging 10 juni 2008) w. Bestuurlijke overeenkomst wonen, welzijn, zorg regio Eemland (21 december 2005) x. Beleidsregels Woonruimteverdeling 2011 (14 juli 2011) y. Prestatiecontract corporaties 2009-2010 (15 december 2009) z. Woonvisie Soest 2007-2015; Soest verbindt bestaand en nieuw (raad 21 december 2007) aa. Beleidsregels archeologisch onderzoek bij bodemverstorende ingrepen (juni 2011). bb. Nota ‘Wonen in Soest’ (raad 12 december 2012)
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 45 van 211
B. Doelstellingen en activiteiten - Wat wilden we bereiken en wat hebben we ervoor gedaan? Doelstellingen – wat wilden we bereiken? Algemene doelstelling: Een aantrekkelijke groene gemeente, met een kwalitatief goed woon-, werk-, leef- en vestigingsklimaat Thema’s: 1. Woningbouw 2. Woningvoorraad 3. Ruimtelijke kwaliteit gemeente Soest
Thema 1 – Woningbouw Doelstelling: Bouwen van woningen naar behoefte. Tabel effectindicator(en) Omschrijving
bron
Referentie-
De mate waarin mensen in hun
Nader op te stellen op
woonbehoefte kunnen voorzien
basis van metingen.
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
(*)
(*)
(*)
(*) De afgelopen jaren zijn nauwelijks woningen toegevoegd. Er is dus niet op toetsbare schaal te zeggen of wat gebouwd is aansluit bij de behoefte zoals die uit onderzoeken volgt. Daarnaast is het zo dat het goed zou zijn om nieuw woningbehoefteonderzoek te doen aangezien de vorige zich baseert op data uit 2009/2010.
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 1.1 Bouwen naar behoefte Voor 2014 waren 40 opleveringen geraamd, waarvan 20 in Soest en 20 in Soesterberg. Dit aantal is in werkelijkheid lager uitgevallen. De oorzaken zijn te vinden in moeilijkheden die verschillende projecten hebben ervaren. Bij het opstellen van de begroting van 2014 werd er van uitgegaan dat er gebouwd zou zijn op de Staringlaan in Soest en op het Dorpsplein in Soesterberg. Respectievelijk hebben archeologische vondsten en slechte marktomstandigheden ervoor gezorgd dat betreffende projecten niet tot realisatie zijn gekomen. Tabel kengetallen omschrijving
werkelijk 2012
2010
2011
Op te leveren woningen Soesterberg
15
0
29
2013 0
2014 0
Op te leveren woningen Soest
50
27
33
22
13
Naast de opleveringen zijn in 2014 de onderstaande woningbouwprojecten geconcretiseerd. Deze zullen in 2015 opgeleverd worden of starten met de bouw: Rademakershof (13 woningen) De Zoesdijck (30 appartementen) Project de Weegbree (14 woningen) Land van Bieshaer (50 woningen, 24 appartementen) De Stadhouder (5 appartementen)
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 46 van 211
Thema 2 – Woningvoorraad Doelstelling: Op peil houden van de betaalbare woningvoorraad voor de aandachtsgroep. Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentie-
Aantal betaalbare woningen is
WVS (woonruimteverdeling
minimaal gelijk aan het aantal
Soest-Soesterberg)
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
125%
>100%
>100%
huishoudens binnen de aandachtsgroep
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 2.1 Prestatiecontract corporaties Het maken van nieuwe prestatieafspraken is doorgeschoven naar 2014. Dit had te maken met personele mutaties binnen de corporaties, de komst van de nieuwe Huisvestingswet en de herziening van de Woningwet. De gemeente Soest en de corporaties hebben in constructieve overleggen gewerkt aan een praktische én pragmatische set van afspraken. Bestuurlijke ondertekening hiervan is begin 2015. Om een goed, actueel beeld te krijgen van de verhouding tussen vraag en aanbod (in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin) in de sociale huursector zijn de regiogemeenten in 2014 gestart met een onderzoek hiernaar. De resultaten van dit onderzoek geven inzichten in eventuele knelpunten, scheefwonen, et cetera. Het onderzoek is gereed in het tweede kwartaal van 2015. Tabel kengetallen omschrijving
werkelijk 2012
2010
2011
Kernvoorraad (zonder huur op maat)
3.740
3.655
3.640(*)
Kernvoorraad (met huur op maat)
4.208
4.000
3.985
2013
2014
4.327
4.246
(*) Dalingen zijn te verklaren doordat in het woningwaarderingstelsel (puntensysteem) schaarstepunten en punten voor de energetische waarde zijn toegevoegd door de minister. Voor Soest resulteert dat in ten minste 25 extra punten per woning. Dit vertaalt zich in een hogere huur.
Thema 3 – Ruimtelijke kwaliteit gemeente Soest Doelstellingen :
1. Verbeteren van de leefbaarheid in Soesterberg 2. Behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit van gemeente Soest
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof nulwaarde
(1) Leefbaarheidsmonitor
Leefbaarometer
Streefwaarde
Realisatie
2014
2014
Scores 2010
Soesterberg:
(*)
(**)
-
samenstelling bevolking
18
*
-
sociale samenhang
6
*
3
-
publieke ruimte
-15
*
-10
-
veiligheid
14
*
15
-
voorzieningen
-11
*
-26
-
woningvoorraad
-19
*
(2) Onderzoek onder inwoners
Inwonerpanel
naar leefbaarheid, woongenot en tevredenheid
(***)
18
-18 1-meting heeft nog niet plaatsgevonden. Verwacht wordt dat deze in 2015 wordt gehouden.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 47 van 211
(*) Scores afgezet tegen 0 = landelijke gemiddelde. Het is een positieve dan wel negatieve score (respectievelijk boven 0 en beneden 0) die tot stand komt door o.b.v. objectiveerbare omgevingscondities het ingeschatte leefbaarheidoordeel van bewoners te geven. Deze verandering is positief dan wel negatief; dat is het effect dat we meten. (**) We streven ernaar dat 3 van de 6 scores omhoog gaan. (***) In 2012 is een onderzoek gedaan onder Soesterbergers naar hun beleving van de leefbaarheid in het dorp. De scores op de verschillende vragen die zijn gesteld, vormen de nulmeting. Indicatoren die uit de meting volgen zijn onder andere staat openbare ruimte, verhuisgeneigdheid, leefbaarheid en het wonen in Soesterberg in het algemeen.
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 3.1 Bestemmingsplannen Het plan van aanval bestemmingsplannen is afgerond. Bestemmingsplannen Molenschot en SoesterbergNoord worden begin 2015 in procedure gebracht. Aangezien het plan van aanval bestemmingsplannen is afgerond heeft de tabel prestatie-indicatoren met de voortgang per bestemmingsplan geen waarde meer en is daarom niet meer opgenomen.
Grote projecten (Masterplan Soesterberg, Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis) 1.
Masterplan Soesterberg
In de financiële tabellen wordt met de kolom ‘GREX nominaal’ bedoeld de nominale raming overeenkomstig de herziene grondexploitatieberekening 2013, prijspeil 1-1-2013. Om het saldo van de grondexploitatie zuiver te houden, wordt sinds de najaarsnota 2014 de rentetoerekening van de boekwaarde apart gepresenteerd. Algemeen
Het Masterplan Soesterberg is gericht op revitalisering en uitbreiding van het dorp (van ca. 6.500 naar ca. 9.500 inwoners). In 2013 heeft de raad een besluit genomen over de verdere uitvoering van het Masterplan Soesterberg. Op basis van dit besluit is een start gemaakt met de Soesterberg Noord, Pleisterplaats, Evenemententerrein en verschillende infrastructurele projecten zoals de oostelijke ontsluiting, westelijke ontsluiting en diverse planvorming voor de omliggende infra Soesterberg. Direct aan de grondontwikkeling verbonden zijn de grote projecten: de renovatie van de Banninghal en het project VERDER. VERDER voorziet in een nieuwe fietsverbinding Soest-Soesterberg. Als onderdeel van de ontwikkeling van Campuszone-Noord en afgestemd op het ontwerp van de verdiepte ligging van de N237 is in 2013 het ontwerp en de situering van het fietstracé Soest-Soesterberg uitgewerkt. In de volgende paragrafen wordt de voortgang van de deelgebieden (projecten) beschreven. Investeringsfonds Masterplan Soesterberg De raad staat voor een voortvarende uitvoering van het Masterplan Soesterberg. Dat betekent tevens dat er voldoende financiële armslag moet zijn om tot uitvoering over te kunnen gaan. Zo moet het tekort dat voortvloeit uit de mastergrondexploitatie afgedekt zijn. Maar ook dat investeringen in het vastgoed, zoals de beoogde nieuwe sociaal-culturele voorziening, die niet zijn opgenomen in de Mastergrondexploitatie gerealiseerd kunnen worden. Om dit mogelijk te maken is een Investeringsfonds ingesteld. Ten gunste van het investeringsfonds is in 2013 een bedrag van € 7 miljoen uit de algemene reserve vrijgemaakt, alsmede € 0,6 miljoen uit de voormalige reserve Volkshuisvesting. In 2013 is de grondexploitatie Masterplan geactiveerd. De grondexploitatie creëert transparantie en stelt de raad in staat op de uitgaven en inkomsten binnen het Masterplan Soesterberg te sturen. In de grondexploitatie zijn de uitgaven per project vastgesteld. Jaarlijks worden de grondexploitaties herzien.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 48 van 211
1. Woonomgevingskwaliteit
Alle elementen van de herstructurering Soesterberg die met de groene lanen structuur te maken hebben, zijn in het deelproject Woonomgevingskwaliteit opgenomen. Deze deelprojecten zijn nog niet geactiveerd. De inspanningen tot nu zijn gericht op de planvorming van het deelproject Manifestatieterrein. uitga v e n werkelijk
GREX t/m 2013
nominaal 1.3 Manifestatieterrein
277.780
Niet geactiveerd
933.854
1. Woonomgevingskwaliteit
1.211.634
Nog te
2014
58.589
totaal
35.834
besteden
94.423
183.357 933.854
58.589
Rente
35.834
94.423
2.344
2.344
1.117.211
In de grondexploitatie van het deelproject Manifestatieterrein is een totaal budget beschikbaar van € 277.780 Tot op heden is voor de planvorming een bedrag van € 94.423 uitgegeven. De aanname die eerder in de grondexploitatie is gedaan voor de planvorming blijkt niet haalbaar; er wordt een tekort verwacht van ca. € 35.000. Met name door onvoorziene werkzaamheden, aanvullende onderzoeken en extra overleggen met de betrokken partijen is voor de planvorming meer inzet gepleegd dan vooraf was verwacht. Daarnaast is er een planschaderisicoanalyse uitgevoerd. In de herziening van de grondexploitatie van dit deelproject zijn de verwachte kosten verantwoord. 2. N237 en omliggende infra
De verdiepte ligging van de N237 Soesterberg is een project van de provincie Utrecht. Provincie Utrecht draagt de kosten en heeft de regie over dit project, in nauwe samenwerking met de gemeente Soest. Tot 2010 heeft de organisatie zich beziggehouden met de planvorming van het project. In 2014 is alleen de rente over de boekwaarde verantwoord. uitga v e n werkelijk
GREX t/m 2013
nominaal 2.0 Aansluiting op de N237
0
Nog te
2014
totaal
87.040
0
besteden
87.040
-87.040
2.1 Westelijke ontsluiting
420.000
27.714
31.185
58.899
361.101
2.4 Aansluiting N237 op de Novalaan
375.000
191.716
0
191.716
183.284
Koppenlaan
803.400
0
5.363
5.363
798.037
Omliggende infra (5a t/m 7b)
1.408.881
0
9.785
9.785
Niet geactiveerd
1.295.471
2. N237 en omliggende infra
4.302.752 Rente
1.399.096 1.295.471
306.470
46.333
352.803
5.522
12.480
18.002
3.949.949
i n k om s t e n werkelijk
GREX nominaal Koppenlaan
500.000
t/m 2013
Nog te
2014 0
totaal 0
realiseren 0
500.000
2.1 Westelijke ontsluiting Voor de realisatie van de westelijke ontsluiting zijn samen met de provincie en gemeente Zeist diverse voorbereidingen en onderzoeken uitgevoerd. Deze ontwikkeling hangt nauw samen met het aanleggen van de verdiepte ligging van de N237 en vraagt om een nauwe afstemming. De provincie Utrecht is de trekker van de aanleg westelijke ontsluiting. Er is gezamenlijk een ontwerp opgesteld. De kosten worden volgens een verdeelsleutel aan de gemeenten doorbelast. In de grondexploitatie van het Masterplan is Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 49 van 211
voor de investeringen van de westelijke ontsluiting, zoals de tijdelijke maatregelen ten behoeve van de noordelijke omleiding en de kosten voor het mogelijk maken van de aansluiting op deze ontsluiting vanuit Soesterberg Noord, een bedrag opgenomen voor de investering van circa € 420.000. Voor de aansturing van het project is budget gevoteerd. Dit budget is verantwoord binnen het kader van de vastgestelde grondexploitatie. De werkzaamheden van 2014 voor de westelijke ontsluiting zijn binnen het ambtelijke opdrachtgevers budget voltooid. 2.2 Novalaan De Novalaan is een onderdeel van de westelijke ontsluiting en wordt in samenwerking met de gemeente Zeist en de provincie Utrecht uitgevoerd. De provincie is projecttrekker van de gehele westelijke ontsluiting. De investeringskosten voor de gehele westelijke ontsluiting worden met de partijen gedeeld. De kosten die in 2013 gemaakt zijn gebaseerd op de eerste afrekening met de provincie voor de realisatie van de kruising van Abrona en de Sterrenbergweg met de N237. De kosten die de gemeente Soest moet betalen voor de aanleg van de westelijke ontsluiting zijn opgenomen in de grondexploitatie. In het boekjaar 2014 zijn er geen verrekeningen geweest.
2.3 Koppenlaan De aansluiting van de Koppenlaan-Van der Griendtlaan op de overspanning van de Postweg heeft een relatie met de aankoop van de Koppenlaan 24-26. De gemaakte kosten van 2014 zijn werkzaamheden voor de herstructurering van dit gebied en de grondruil die nodig is voor de herstructurering.
2.4 Oostelijke ontsluiting De gemeenteraad heeft voor de realisatie van de oostelijke ontsluiting een budget van € 2,1 miljoen vastgesteld. In de Mastergrondexploitatie van het Masterplan Soesterberg is de aanleg van de oostelijke ontsluiting opgenomen als deelproject. In 2014 zijn de benodigde gronden van Smink aangekocht om de oostelijke ontsluiting aan te leggen. Vervolgens is de aanbesteding voor de uitvoering afgerond en gegund aan Van Asch Infrastructuur. De verwachting is dat het project in 2015 binnen de financiële kaders wordt afgerond. De dekking van de te maken kosten van de oostelijke ontsluiting is opgenomen in het Administratieve deelproject. uitga v e n werkelijk
GREX nominaal 2.9 Oostelijke ontsluiting
2.100.000 Rente
t/m 2013
2014
Nog te totaal
besteden
170.559
805.922
976.481
1.123.519
0
6.822
6.822
0
3. Soesterberg Noord (herstructurering )
3.1 Soesterberg-Noord De gedeeltelijke herstructurering van Soesterberg-Noord draagt bij aan de totale woonkwaliteit van Soesterberg. Door woningen toe te voegen aan deze schakel tussen het dorp en de natuur op de voormalige vliegbasis wordt een aangenamere omgeving gerealiseerd. Tevens dragen deze woningen bij aan een groter draagvlak voor goede voorzieningen. In februari 2014 is gebleken dat de onderhandelingen met één van de drie te verwerven bedrijven in Kamer 1 op Soesterberg Noord is afgebroken op verzoek van dat bedrijf, De Ridder BV. De stukken daarvan hebben ter inzage gelegen voor de raad. In combinatie met de voortgang van de ontwikkelingen op de Vliegbasis (woningbouw) en in relatie tot de verplichtingen uit de Crisis- en Herstelwet (die van toepassing is op de projecten Soesterberg Noord en Vliegbasis) is allereerst actie ondernomen op het verrichten van de benodigde milieuonderzoeken en op het wijzigen van het bestemmingsplan voor het gebied Soesterberg Noord en de omgeving van de voormalige vliegbasis waar woningbouw is voorzien.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 50 van 211
Voor het begrotingsjaar 2014 was € 172.920 voorzien. De begroting past binnen de financiële kaders van de grondexploitatie Soesterberg Noord. Er zijn tot heden kosten gemaakt voor de verplichte onderzoeken die bij verwerving van grond een rol spelen (bodem- en asbest onderzoek) en inzet van de projectorganisatie voor de planvorming. Bij de herziening prijspeil 2015 wordt de Rijkssubsidie apart in de grondexploitatie gemonitord. Hierdoor kunnen we verantwoording afleggen voor de woningbouwlocatie en de kosten die gemaakt worden in het kader van de milieuproblematiek. uitga v e n werkelijk
GREX nominaal 13.627.053 Rente
t/m 2013
Nog te
2014
totaal
besteden
5.218.657
114.163
5.332.820
17.325
209.439
226.764
8.294.233
i n k om s t e n werkelijk
GREX nominaal
t/m 2013
4.591.049
Nog te
2014 0
totaal 0
realiseren 0
4.591.049
4. Dorpshart
4.1 Herinrichting Rademakerstraat De gehele Rademakerstraat is heringericht. Op 19 april 2013 is deze feestelijk geopend. In het najaar van 2013 zijn de laatste civiele werkzaamheden afgerond en is de straat civieltechnisch opgeleverd. Begin 2014 zijn in het kader van de nazorg de laatste punten met betrekking tot de inrichting van de Rademakerstraat afgewerkt. Het project blijft binnen de financiële kaders van de grondexploitatie. De Rademakerstraat is een deelproject van het Masterplan waardoor er nog middelen in de grondexploitatie van de Rademakerstraat zijn opgenomen die dienen voor de compensatie van parkeerplaatsen. Deze parkeerplaatsen worden gecompenseerd in de Banningstraat. uitga v e n werkelijk
GREX
Nog te
raming
t/m 2013
1.587.393
1.511.557
9.021
1.520.578
36.017
47.903
83.920
Rente
2014
totaal
besteden 66.815
i n k om s t e n werkelijk
GREX nominaal voorziening riolering
350.000
t/m 2013 350.000
Nog te
2014
totaal 0
realiseren
350.000
0
5. Campuszone
5.1 Campus-kop Pleisterplaats Het project Pleisterplaats valt binnen de grenzen van het programma Vliegbasis. Dit betekent dat de ontwikkeling van de Pleisterplaats in eerste instantie de verantwoordelijkheid van het programma de Vliegbasis is. De gemeente Soest vindt de ontwikkeling van de Pleisterplaats van groot belang en is met het programma vliegbasis overeengekomen dat zij een voorstel voor ontwikkeling doet. Het voorbereidingskrediet van € 50.000 is ter beschikking gesteld om te onderzoeken welke ontwikkelmogelijkheden passen op de Pleisterplaats. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek neemt de raad een beslissing. Het voorbereidingskrediet wordt gedekt door de grondexploitatie van de Pleisterplaats. De onderzoeken die tot heden zijn uitgevoerd hebben nog niet geleid tot een
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 51 van 211
haalbaarheidsstudie voor de ontwikkeling van de Pleisterplaats. Tot heden zijn de werkzaamheden binnen het verstrekte voorbereidingskrediet uitgevoerd. uitga v e n werkelijk
GREX nominaal 2.369.714 Rente
t/m 2013
Nog te totaal
besteden
133.853
2014 30.401
164.254
2.205.460
8.299
5.686
13.985
5.2 Campuszone-Noord Voor het project Campuszone Noord heeft men bij de herziening van 2013 de keuze gemaakt de bestaande grondexploitatie te bevriezen totdat er nieuwe uitgangspunten worden geformuleerd. De oude boekwaarde blijft in het project verantwoord, zodat rentetoerekening kan plaatsvinden. Voor 2014 zijn dat dan ook de enige kosten die gemaakt zijn op dit deelproject. uitga v e n werkelijk
GREX nominaal 3.446.049 Rente
t/m 2013
Nog te
2014
totaal
besteden 3.338.896
107.153
0
107.153
8.744
4.636
13.380
i n k om s t e n werkelijk
GREX nominaal 3.446.049
t/m 2013
2014 0
Nog te totaal
realiseren 0
3.446.049
5.3 Campuszone Evenemententerrein De werkzaamheden in 2014 waren gericht op een onherroepelijk bestemmingsplan voor het najaar van 2015. In uitwerking van het stedenbouwkundig plan Evenemententerrein en de financiële haalbaarheidsstudie (beiden december 2013) heeft de raad op 9 september jl. ingestemd met het voorontwerpbestemmingsplan Evenementen- en Manifestatieterrein. De raad heeft voor de zomer de Rekenkamercommissie verzocht de financiële haalbaarheid van de sociaal-culturele voorziening te onderzoeken. Omdat de uitkomsten van dit onderzoek kunnen leiden tot aanpassingen van een deel van het plan heeft deze locatie in het plan daarom samen met het direct omliggende terrein de flexibele bestemming ‘Gemengd uit te werken’ gekregen. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft in september en oktober ter inzage gelegen. Op het plan zijn inspraakreacties ontvangen die mogelijk aanleiding geven tot wijzigingen van het plan. Met beoogd ontwikkelaar Latei worden gesprekken gevoerd over grondprijzen en uitgiftevoorwaarden voor de realisatie van eengezinswoningen langs de Kampweg. Naar verwachting wordt dit begin 2015 afgerond. Met beoogd partner woningstichting Portaal worden gesprekken gevoerd over de uitgiftevoorwaarden voor een woningbouwcomplex in de sociale sector. De voorgenomen samenwerking tussen Portaal en de Soesterbergse stichting de Drie Eiken is in 2014 niet tot stand gekomen als gevolg van het samengaan van Stichting de Drie Eiken met Stichting SBBS. Deze ontwikkeling heeft samen met de in 2014 uitgevoerde reorganisatie bij Portaal tot vertraging geleid met als gevolg dat nog geen realisatieovereenkomst tot stand is gekomen. Voor het begrotingsjaar 2014 was € 197.132 voorzien. De begroting past binnen de financiële kaders van de grondexploitatie Soesterberg. Dit budget was voldoende om de hierboven beschreven activiteiten uit te voeren.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 52 van 211
uitga v e n werkelijk
GREX nominaal 2.660.657 Rente
t/m 2013
Nog te totaal
besteden
176.909
2014 109.447
286.356
2.374.301
2.115
7.161
9.276
i n k om s t e n werkelijk
GREX nominaal
t/m 2013
3.579.864
Nog te
2014
totaal
0
realiseren 0
3.579.864
6. Administratief project
Naast de genoemde deelprojecten is er een administratief deelproject waar geldstromen worden verantwoord die niet aan een specifiek deelproject toegewezen kunnen worden. Rente, dotatie van de algemene dienst en rijksgelden zijn opgenomen in dit administratieve deelproject. Het deelproject is het sluitstuk van de Mastergrondexploitatie Masterplan Soesterberg. uitga v e n werkelijk
GREX nominaal
t/m 2013
Nog te
2014
totaal
besteden
C ommunicatie
60.000
54.730
22.869
77.599
-17.599
Boekwaarde Banninghal
100.006
100.006
0
100.006
0
totaal
160.006
154.736
22.869
177.605
-17.599
i n k om s t e n werkelijk
GREX nominaal
t/m 2013
Nog te
2014
totaal
realiseren
totale rente over kosten en opbrengsten
1.294.864
1.938.497
755.350
2.693.847
Dotatie algemene dienst
5.000.000
5.000.000
0
5.000.000
0
Rijksbijdrage (Soesterberg-Noord) 10.000.000 10.000.000
0 10.000.000
0
bijdrage reserve Investeringsfonds
0
2.100.000
0
755.350 19.793.847
0
2.100.000
2.100.000
(t.b.v. oostelijke ontsluiting) totaal 18.394.864 19.038.497
Financiële samenvatting MP Soesterberg
De Mastergrondexploitatie is een financiële vertaling van de grondontwikkeling van verschillende deelprojecten in Soesterberg. Het totale complex is de input voor de Mastergrondexploitatie Soesterberg. De hieronder getoonde tabel geeft inzicht in de geconsolideerde boekwaarde van de Mastergrondexploitatie van Soesterberg. De cijfers van de grondexploitatie zijn gebaseerd op de jaarschijf van 2014, de werkelijke uitgaven en opbrengsten zijn tot en met 2014.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 53 van 211
uitga v e n
Hoofd- en deelprojecten
werkelijk
GREX nominaal
t/m 2013
Nog te
2014
totaal
besteden
1. Woonomgevingskwaliteit
1.211.634
58.589
35.834
94.423
1.117.211
2. N237 en omliggende infra
4.302.752
306.470
46.333
352.803
3.949.949
2.9. N237 en oostelijke ontsluiting
2.100.000
170.559
805.922
976.481
1.123.519
13.627.053
5.218.657
114.163
5.332.820
8.294.233
3.Soesterberg Noord 4. Dorpshart 4.1 Moerbessenberg-Odijkplein 4.2 Rademakerstraat
620.971
0
0
0
620.971
1.587.393
1.511.557
9.021
1.520.578
66.815
5. Campuszone 5.1 Kop (pleisterplaats)
2.369.714
133.853
30.401
164.254
2.205.460
5.2 Noord
3.446.049
107.153
0
107.153
3.338.896
5.5 Evenemententerrein
2.660.657
176.909
109.447
286.356
2.374.301
160.006
154.736
22.869
177.605
-17.599
totaal uitgaven 32.086.229
7.838.483
1.173.990
78.022
296.471
6. Administratief project
Rente
9.012.473 23.073.756 374.493
i n k om s t e n
Hoofd- en deelprojecten
werkelijk
GREX nominaal
t/m 2013
Nog te
2014
totaal
realiseren
500.000
0
0
0
500.000
4.591.049
0
0
0
4.591.049
76.000
0
0
0
76.000
350.000
350.000
0
350.000
0
5.2 Noord
3.446.049
0
0
0
3.446.049
5.5 Evenemententerrein
3.579.864
0
0
0
3.579.864
6.1 Rente
1.294.864
1.938.497
755.350
2.693.847
6.2 Dotatie algemene dienst
5.000.000
5.000.000
0
5.000.000
0
0 10.000.000
0
0
0
2. N237 en omliggende infra 3. Soesterberg-Noord 4. Dorpshart 4.1 Moerbessenberg-Odijkplein 4.2 Rademakerstraat 5. Campuszone
6. Administratief project
6.3 Rijksbijdrage (S'berg-Noord) 6.4 Bijdrage Investeringsfonds
10.000.000 10.000.000 2.100.000
2.100.000
totaal inkomsten 30.937.826 19.388.497
2.100.000
755.350 20.143.847 12.192.962
De cijfers van de herziene grondexploitatie worden nader toegelicht in Paragraaf F.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 54 van 211
2
Voorzieningen Soesterberg
2.1 Sociaal-culturele voorziening De gemeenteraad heeft in januari 2013 een bedrag van € 3 miljoen beschikbaar gesteld uit het investeringsfonds. Hiervoor dient de sociaal-culturele voorziening gerealiseerd te worden op het huidige Evenemententerrein. Het totaalbudget voor de realisatie van de sociaal-culturele voorziening bedraagt € 3 miljoen. In 2014 is er voor ambtelijke uren een bedrag van € 21.714 uitgeven. uitgaven budget
werkelijk t/m 2013
Nog te
2014
totaal
besteden
voorbereidingsbudget PvE
75.650
75.687
0
75.687
-37
reserve Investeringsfonds
3.000.000
56.672
24.304
80.976
2.919.024
i n k om s t e n / d e k k i n g budget
werkelijk t/m 2013
Nog te
2014
totaal
realiseren
exploitatiebegroting
75.650
75.687
0
75.687
-37
reserve Investeringsfonds
3.000.000
0
0
0
3.000.000
De ontwikkeling van de sociale-culturele voorziening maakt ruimtelijk onderdeel uit van de ontwikkeling op het Evenemententerrein. Waardoor er samen wordt gewerkt aan het bestemmingsplan van het Evenemententerrein. 3
Dorpsplein/Dorpshuis Soesterberg 3.1 Dorpsplein
Deelproject Dorpsplein is bij de jaarrekening van 2013 afgesloten. 3.2 Dorpshuis De grond met daarop het Dorpshuis is op 1 maart 2013 aangekocht. Op de locatie van het Dorpshuis wordt een twintigtal appartementen ontwikkeld. Hiervoor heeft de gemeente een overeenkomst gesloten met ontwikkelaar Dura Vermeer. In de zomer van 2013 is het Dorpshuis gesloopt. Vanwege de tegenvallende woningmarkt is de gronduitgifte van het Dorpshuis nog niet overgedragen aan de ontwikkelaar. Periodiek wordt overleg gevoerd met Dura Vermeer over de stand van zaken en de mogelijkheid om de grond z.s.m. kadastraal over te dragen. Enkele werkzaamheden zijn verricht binnen het budget van de grondexploitatie van het Dorpshuis. uitga v e n werkelijk
GREX
Nog te
nominaal
t/m 2013
1.274.530
1.046.581
10.173
1.056.754
17.325
42.556
59.881
Rente
2014
totaal
besteden 217.776
ink o ms te n werkelijk
GREX nominaal 635.000
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
t/m 2013
Nog te
2014 0
totaal 0
realiseren 0
635.000
Pagina 55 van 211
4
Staringlaan
Het project Staringlaan loopt sinds 2005. In 2014 zijn belangrijke besluiten genomen in het kader van de voortgang van het project om te komen tot de ontwikkeling van 23 starterswoningen. De uitkomsten van het archeologische vooronderzoek zijn vertaald in adviezen waarover in de raad een besluit is genomen middels een amendement dat voorziet in het uit de grond halen van die archeologische vondsten voor een maximaal bedrag van € 659.200. Eind 2014 is er een Programma van Eisen en een Aanbestedingsleidraad geschreven en die zijn gepubliceerd voor een openbare Europese aanbestedingsprocedure. Medio 2015 worden de aanbestedingsresultaten verwacht. De kosten die in 2014 gemaakt zijn hebben betrekking op de werkzaamheden voor het bestemmingsplan, archeologische onderzoeken en onderhandelingen met de ontwikkelaar. uitga v e n werkelijk
GREX nominaal
t/m 2013
Nog te
2014
totaal
besteden
Woningbouw
962.073
89.186
55.943
145.129
816.944
Archeologie
659.200
0
0
0
659.200
17.052
4.249
21.301
Rente
ink o ms te n werkelijk
GREX nominaal
5
t/m 2013
Nog te
2014
totaal
realiseren
Woningbouw
1.000.000
0
0
0
1.000.000
Archeologie
109.200
0
109.200
109.200
0
Vliegbasis
In 2009 heeft de provincie de grond van de vliegbasis Soesterberg aangekocht t.b.v. herontwikkeling. Op 14 april 2011 is de samenwerkingsovereenkomst Vliegbasis Soesterberg gesloten tussen de provincie, Zeist en Soest. Doel van deze samenwerking is het maken van afspraken over de uitwerking van het ruimtelijk plan vliegbasis Soesterberg naar een vastgesteld en onherroepelijk bestemmingsplan waarin aandacht is voor het cultuurhistorische verleden. Bij het ruimtelijk plan is een grondexploitatie opgesteld met als uitgangspunt dat de investeringen worden terugverdiend door opbrengsten vanuit de woningbouw. Het bestemmingsplan Vliegbasis Soesterberg is in mei 2013 onherroepelijk vastgesteld. Daarnaast is er in 2013 hard gewerkt aan het uitwerken van een stedenbouwkundig plan voor de woningbouwlocatie, welke medio 2014 is gepresenteerd aan de raden en staten van Soest, Zeist en provincie. Naast een ontwikkeling op de vliegbasis kan in de hoek Van Weerden Poelmanweg en Amersfoortsestraat een terrein worden ingericht voor woningbouw, woon-zorgvoorzieningen dan wel bedrijven. Deze locaties kunnen separaat worden ontwikkeld. In 2014 is gewerkt aan een nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen provincie, Zeist en Soest, voor de komende jaren. Het streven is om deze overeenkomst in 2015 door raden en staten te laten vaststellen. In 2014 zijn de werkzaamheden, waaronder sloop van gebouwen en wegen en paden op de basis afgerond. Eind 2014 is het Park, gelijktijdig met openstelling van het Nationaal Militair Museum, feestelijk opengesteld voor publiek. Het uitgangspunt is om het toezicht en het natuurbeheer onder verantwoordelijkheid van Het Utrechts Landschap te laten vallen. Dit moet nog contractueel geregeld worden.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 56 van 211
6
Hart van de Heuvelrug 6.1 Algemeen
In juni 2004 is een raamovereenkomst gesloten voor 10 jaar tussen 17 partijen. Doel van deze overeenkomst is het realiseren van rode en groene projecten binnen Hart van de Heuvelrug. Deze overeenkomst is in juni 2014 geëindigd na 10 jaar. Daarnaast is in september 2005 een clusterovereenkomst Soest I gesloten, die invulling geeft aan de uitgangspunten zoals in de Raamovereenkomst zijn opgenomen. Doel is het beogen te komen tot de realisering van een pakket rode en groene projecten die leiden tot een ruimtelijke kwaliteitsverbetering. In 2012 is gestart met het proces van vormgeven van afspraken voor een nieuwe samenwerking na 1 juli 2014 (aflopen raamovereenkomst). In 2013 is dit voortgezet en heeft dit geleid tot het afsprakenkader dat medio 2013 is vastgesteld in het college en op 12 februari 2014 vastgesteld door de raad. In 2014 is gewerkt aan een nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen provincie, Zeist en Soest, voor de komende jaren. Het streven is om deze overeenkomst in 2015 door raden en staten te laten vaststellen. Buiten is steeds meer te zien van de projecten binnen Hart van de Heuvelrug. De eerste kavels op de Richelleweg zijn verkocht. Gesprekken met overige gegadigden lopen. Verschillende percelen zijn aangekocht binnen het Ericaterrein. Het opruimen van vervallen caravans, hekwerken en andere rommel geven het bos een compleet ander aanzien. De ecoducten Sterrenberg en Op Hees zijn opgeleverd, waarmee de westelijke boscorridor grotendeels is gerealiseerd. Daarnaast is een start gemaakt met het ecoduct Boele Staal, het laatste ecoduct t.b.v. de oostelijke corridor. Achter de schermen wordt hard gewerkt aan de plannen voor Apollo Noord, Kontakt der Kontinenten en Oude Tempel. Voor Oude Tempel is een stedenbouwkundig kader vastgesteld. In het kader van Kontakt der Kontinenten worden gesprekken gevoerd met betrokken partijen. Verschillende partners uit de clusters Zeist hebben zich gebogen over recente ontwikkelingen in de markt voor de zorg en naar mogelijkheden gezocht om die ontwikkelingen een plek te geven in de projecten. Besluitvorming hierover dient nog plaats te vinden. 6.2 Apollo-Noord – Kontakt der Kontinenten Er is een gezamenlijk stedenbouwkundig plan van projectontwikkelaar en gemeente tot stand gekomen. De onderhandelingen over de waarde van de grond en ontwikkelstrategie is tussen de gemeente Soest en ontwikkelaar Heilijgers in concept overeengekomen. Echter ontwikkelaar Heilijgers en voormalig eigenaar van de grond Kontakt der Kontinenten zijn in onderhandeling over de ontwikkelfee die in 2006 is gecontracteerd. De markt is veranderd zodat Heilijgers een concessie vraagt aan Kontakt der Kontinenten. Afhankelijk van de uitkomst van deze onderhandeling kunnen we een nieuwe planning maken voor de uitvoering. Binnen de kaders van de grondexploitatie was het budget voor 2014 vastgesteld op € 57.738. De kosten van de ambtelijke uren zijn binnen het budget uitgevoerd. Echter met de kosten voor onderzoek en planschade was in het jaarbudget geen rekening gehouden. In de grondexploitatie is wel rekening gehouden met deze kosten alleen gefaseerd in een later jaar.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 57 van 211
uitga v e n GREX nominaal 10.176.429 Rente
werkelijk t/m 2013
Nog te
2014
totaal
besteden
2.838.342
80.936
2.919.278
264.623
124.119
388.742
7.257.151
i n k om s t e n werkelijk
GREX nominaal
t/m 2013
12.681.154
Nog te
2014 0
totaal 0
realiseren 0 12.681.154
6.2 Apollo-Noord – Oude Tempel In 2014 is het stedenbouwkundig kader ‘Wonen in weelde, stedenbouwkundig kader Oude Tempel’ afgerond. Het plan is goedgekeurd door de gemeenteraad en vastgesteld in de Stuurgroep Hart van de Heuvelrug. De resultaten van de financiële haalbaarheidsberekeningen zijn opgenomen in de herziene Mastergrondexploitatie 2014. De samenwerking met Steunstichting Zorgcoöperatie Nederland (SZN) (samenwerkingsovereenkomst september 2012 en goedgekeurd door de Stuurgroep Hart van de Heuvelrug) is gebaseerd op consensus over de afzetbaarheid van woningen in de periode tussen nu en 2020, in combinatie met de kernkwaliteiten van de locatie en eveneens een financiële taakstelling. De werkzaamheden waren dit jaar gericht op het uitwerken van de samenwerking met de grondeigenaar SZN, het uitvoeren van gerichte marktconsultaties, het uitwerken van de marketingstrategie, het uitwerken van de mogelijkheden voor een eerste planfase en het starten van een planologische procedure. Als gevolg van nieuwe ontwikkelingen is de planologische procedure nog niet gestart. Alle werkzaamheden zijn binnen de in de grondexploitatie gestelde kaders uitgevoerd. De resultaten van de financiële haalbaarheidsstudie op basis van het stedenbouwkundig kader zijn opgenomen in de vastgestelde Mastergrondexploitatie Hart van de Heuvelrug. Het leveren van een financieel resultaat aan het programma Hart van de Heuvelrug en SZN is een belangrijke projectdoelstelling. Binnen de kaders van de grondexploitatie was het budget voor 2014 € 205.000. De activiteiten die niet zijn uitgevoerd worden in 2015 opgepakt. Het budget wordt doorgeschoven. uitga v e n GREX nominaal 20.571.411 Rente
werkelijk t/m 2013
Nog te
2014
totaal
499.544
6.817
54.604
22.177
besteden
506.361 20.065.050 76.781
i n k om s t e n werkelijk
GREX nominaal 26.893.705
t/m 2013
Nog te
2014 0
totaal 0
realiseren 0 26.893.705
6.3 Apollo-Noord – saunalocatie Begin 2014 is de grond voor de bouw van de Spa & Wellness Resort Soesterberg in erfpacht uitgeven, met de bedoeling dat de grond in 2020 wordt verkocht aan Zieleman Beheer Soesterberg B.V. en de erfpacht wordt beëindigd. Voor de aankomende zeven jaar wordt er jaarlijks een canon betaald. Deze canon komt ten goede aan de grondexploitatie van het deelproject Saunalocatie Hart van de Heuvelrug.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 58 van 211
De werkzaamheden in het kader van het bouwrijp maken van de saunalocatie zijn grotendeels in 2014 afgerond. De bouw van de sauna is in volle gang. Medio 2015 wil de eigenaar van de Spa & Wellness Resort Soesterberg zijn deuren voor het publiek openen. uitga v e n GREX
werkelijk
Nog te
nominaal
t/m 2013
3.408.618
3.056.400
47.874
3.104.274
520.045
103.058
623.103
Rente
2014
totaal
besteden 304.344
i n k om s t e n GREX
werkelijk
nominaal
t/m 2013
3.983.380
1.000.000
Nog te
2014
totaal
160.060
realiseren
1.160.060
2.823.320
6.4 Apollo-Noord Planstructuur Het project Planstructuur is een deelproject van de Apollo-Noord-projecten van het Hart van de Heuvelrug. Dit is het gebied tussen de saunalocatie en het project Kontakt der Kontinenten. De kosten moeten worden gemaakt om de locaties van een ontsluiting te voorzien. In 2014 zijn de eerste kosten voor de ontsluiting gemaakt. De bouwweg tussen de locaties is aangelegd. Dit was noodzakelijk omdat de sauna wilde starten met de bouw. uitga v e n GREX nominaal 374.148 Rente
werkelijk t/m 2013
Nog te
2014
totaal
besteden
0
50.883
50.883
0
0
0
323.265
6.5 Uitbreiding riolering Rioleringsproblematiek Soesterberg en omgeving Afgelopen jaar is de laatste hand gelegd aan de onderzoekrapportages die in beeld hebben gebracht wat de omvang is van het rioleringsprobleem. Basis daarvoor is de quickscan geweest die is uitgevoerd in opdracht van Hart van de Heuvelrug. Uit die quickscan is gebleken dat de huidige situatie qua af te voeren afvalwater de vergunningen van Waterschap Vallei en Veluwe overschrijdt. Door de woningbouwopgaven uit het Masterplan en Hart van de Heuvelrug wordt dat probleem vergroot. Samen met het Waterschap Vallei en Veluwe is aanvullend onderzoek verricht. Op basis van het onderzoek is een ambtelijke projectgroep geformeerd, bestaande uit ambtenaren uit Zeist, De Bilt, Soest, het Waterschap Vallei en Veluwe en Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden. De overleggen hebben eind 2014 tot een voorkeursrichting geleid die naast 3 andere opties nu verder onderzocht gaan worden. Over dit onderwerp heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden in het college of de gemeenteraad. Wel binnen de stuurgroep HvdH waarin opdracht is gegeven aan Soest om inzichtelijk te maken wat de problematiek is rondom riolering in Soesterberg in relatie tot de geplande ontwikkelingen. De kosten van de vraag om inzichtelijk te maken wat de problematiek is in Soesterberg ten aanzien van de capaciteit van de riolering wordt in eerste instantie gedekt uit het Rioolfonds van de gemeente Soest. Op termijn dient er een verdeelsleutel te worden afgesproken tussen alle betrokken partijen over het verhalen van de onderzoekskosten en toekomstige investeringskosten.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 59 van 211
uitgaven budget
werkelijk t/m 2013
2014
Nog te totaal
Reserve riolering
19.168
62.280
81.448
Totaal
19.168
62.280
81.448
besteden
i n k om s t e n / d e k k i n g projectbudget
werkelijk t/m 2013
2014
saldo totaal
reserve riolering
19.168
62.280
81.448
totaal
19.168
62.280
81.448
C. Risicoparagraaf Bouwleges Voor het jaar 2014 was de legesopbrengst begroot op ruim € 1 miljoen. Uiteindelijk is dit een bedrag van € 800.000 geworden, € 224.000 lager dan begroot. Belangrijkste reden hiervoor is dat enkele grote plannen eind 2014 zijn ingediend, waardoor afhandeling in 2015 plaatsvindt. Daarmee kan het ingeschatte risico per eind 2014 op n.v.t. gesteld worden. Generiek risico
Kans
Begin 2014
Hoog: 75%
Einde 2014
Financiële impact n.v.t.
Financieel risico
€ 200.000
€ 150.000
n.v.t.
n.v.t.
Planschade Planschade treedt op als eigenaren van grond en onroerend goed vermogensschade lijden door een planologische wijziging. Sinds september 2005 kunnen we bij een wijziging op verzoek een verhaalovereenkomst sluiten met de verzoeker. Dit geldt niet als de wijziging van het planologische regime wordt veroorzaakt door een nieuw bestemmingsplan. Kosten van planschade zijn dan voor de gemeente. Sinds 1 juli 2008 is de regelgeving voor planschade gewijzigd. Bij vergoeding van planschade moet de verzoeker rekening houden met het normaal maatschappelijk risico waarbij een deel van de schade voor rekening van verzoeker blijft. Bovendien is er een verjaringstermijn opgenomen voor planschade: een aanvraag moet binnen vijf jaar na ter inzage legging van het vastgestelde bestemmingsplan worden ingediend. In 2014 zijn de kosten voor planschades binnen de budgetten gebleven. Daarmee zijn er geen gerealiseerde risico’s in 2014. Generiek risico Kans Financiële impact Financieel risico Begin 2014 Laag = 25 % € 400.000 € 100.000 Eind 2014 Laag = 35% € 400.000 € 140.000 Uitvoering project Vliegbasis De financiële risico’s voor de vliegbasis worden tussen de drie partners (provincie Utrecht en gemeenten Zeist en Soest) op grond van de Samenwerkingsovereenkomst vliegbasis gedeeld. Zoals bekend loopt de gemeente Soest daarbij een risico van maximaal € 6 miljoen als er niet gebouwd wordt en niets wordt verdiend. De Stedenbouwkundige proefverkavelingen en daaruit voortvloeiende Haalbaarheidsberekening Vliegbasis Soesterberg prijspeil 1 januari 2015 toont aan dat de eerste 18 miljoen (1/3 deel € 6 miljoen) als resultaat van het rode project gerealiseerd kan worden. Daarmee kunnen wij aannemen dat dit risico voor de gemeente Soest niet voorzien hoeft te worden t.a.v. het weerstandsvermogen. Aan het begin van dit programma hebben wij u geïnformeerd over het proces van besluitvorming over
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 60 van 211
het afsprakenkader Hart van de Heuvelrug. Onderdeel en uitgangspunt van dit afsprakenkader (en dus ook voor deze risicoparagraaf) is dat de gemeente een risico van € 3,3 miljoen accepteert (zijnde 1/3 van het maximale risico van € 10 miljoen). Deze € 10 miljoen is de afdracht die vanuit de Vliegbasis wordt gedoneerd aan het programma Hart van de heuvelrug. Generiek risico
Kans
Begin 2014 Financieel
Laag: 10%
Financiële impact
Financieel risico
€ 6.000.000
€ 600.000
Begin 2014 Financieel
Laag: 10%
€ 3.300.000
€ 330.000
Einde 2014 Financieel
Laag: 10%
€ 3.300.000
€ 330.000
Masterplan Soesterberg Bij de herziening van 2015 is een risico- en kansenanalyse opgesteld in samenwerking met de projectleiders en de planeconoom. De risico- en kansenanalyse is opgezet voor de geactiveerde projecten van het Masterplan: Evenemententerrein, Soesterberg-Noord en N237 en omliggende infrastructuur Soesterberg. Het gekwantificeerde risicobedrag voor de lopende projecten bedraagt € 5 miljoen (netto contante waarde). Bij het opstellen van de risicoanalyse wordt de Monte Carlosimulatie gebruikt om het risicoprofiel te bepalen. Het geconsolideerde risicoprofiel voor de drie deelprojecten hiervoor genoemd is bij een waarschijnlijkheid van 80% gesteld op € 1,61 miljoen. Generiek risico
Kans
Financiële impact
Financieel risico
Begin 2014 Financieel
Gemiddeld: 37%
€ 3.000.000
€ 1.110.000
Einde 2014 Financieel
Gemiddeld: 32%
€ 5.044.381
€ 1.610.000
Staringlaan De grondontwikkeling van de Staringlaan is bij de jaarrekening van 2014 een geactiveerd project. Bij de opzet van de grondexploitatie van 2015 is een risico- en kansenanalyse opgesteld in samenwerking met de projectleiders en de planeconoom. De risico- en kansenanalyse wordt opgezet voor de geactiveerde projecten. Het gekwantificeerde risicobedrag voor het project de Staringlaan bedraagt circa € 0,2 miljoen (netto contante waarde). Bij het opstellen van de risicoanalyse wordt de Monte Carlosimulatie gebruikt om het risicoprofiel te bepalen. Het geconsolideerde risicoprofiel voor het project de Staringlaan is bij een waarschijnlijkheid van 80% gesteld op € 0,09 miljoen. Generiek risico
Kans
Begin 2014 Financieel
Gemiddeld: 0%
Einde 2014 Financieel
Gemiddeld: 44%
Financiële impact
Financieel risico
€0
€0
€ 203.037
€ 90.000
Dorpshuis Bij de herziening van 2015 is een risico- en kansenanalyse opgesteld in samenwerking met de projectleider en planeconoom. Het gekwantificeerde risicobedrag voor het project Dorpshuis bedraagt circa € 0,57 miljoen (netto contante waarde). Bij het opstellen van de risicoanalyse wordt de Monte Carlosimulatie gebruikt om het risicoprofiel te bepalen. Het geconsolideerde risicoprofiel voor het project Dorpshuis is bij een waarschijnlijkheid van 80% gesteld op € 0,24 miljoen. Generiek risico
Kans
Begin 2014 Financieel
Gemiddeld: 0%
Einde 2014 Financieel
Gemiddeld: 42%
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Financiële impact
Financieel risico
€0
€0
€ 574.572
€ 240.000
Pagina 61 van 211
D. Financiële verantwoording
Programma Wonen en ruimtelijke ordening Baten en lasten (bedragen x € 1.000) Lasten Masterplan Soesterberg / Smitsveen Ruimtelijke ordening Stedelijke vernieuwing Bouwen en wonen Woonruimte zaken Bouwgrondexploitatie Totaal lasten Baten Masterplan Soesterberg / Smitsveen Ruimtelijke ordening Stedelijke vernieuwing Bouwen en wonen Woonruimte zaken Bouwgrondexploitatie Totaal baten Resultaat Afwijkingen t.o.v. begroting 2014: Lasten Baten Resultaat
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Rekening Begroting Rekening 2013 2014 2014
4.735 819 202 2.026 103 1.386
4.201 973 77 1.825 87 4.270
861 326 424 1.738 85 848
9.270
11.432
4.282
3.460 46
4.201
715 -5
732 49 1.071
1.070 50 4.151
842 56 543
5.357
9.472
2.151
-3.913
-1.960
-2.131
7.150 -7.321 -171
Pagina 62 van 211
Toelichting op de afwijkingen: - is nadelig Masterplan Soesterberg De mutaties in de bouwgrond zijn budgettair neutraal; het saldo op dit product betreft de bijsteling van het geprognosticeerde resultaat (mastergrex Soesterberg)
-146
Ruimtelijke ordening Apparaatskosten (ongebruikt budget voor projecturen en meer inzet op stedelijke vernieuwing) Lagere kosten voor de cultuurhistorische waardenkaart en kernrandzone Overig
621 24 -3
Stedelijke vernieuwing Apparaatskosten
-347
Bouwen en Wonen Apparaatskosten Minder inkomsten bouwleges ivm latere planning bouwprojecten Minder aanvragen monumentensubsidies Overig
42 -224 33 7
Woonruimtezaken Apparaatskosten Meer inkomsten uit huur standplaatsen Overig
-3 7 4
Bouwgrondexploitatie Mutaties in de bouwgrond (budgettair neutraal). Tegenover de exploitatiesaldi die op dit product zijn verantwoord, staan overeenkomstige reservemutaties bij de algemene dekkingsmiddelen. Aanpassing voorzieningen (Dorpshuis € 5.000 en Staringlaan € 91.000) Apparaatskosten voornamelijk niet declarabele uren Hart vd Heuvelrug en Vliegbasis Totaal
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
-96 -90 -171
Pagina 63 van 211
Programma 6 – Onderwijs A. Omschrijving van het programma Dit programma gaat over onderwijs in brede zin voor jeugdigen van 0 t/m 23 jaar, het onderwijskansenbeleid, het peuterspeelzaalwerk en het onderwijs aan volwassenen. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Product Openbaar primair onderwijs Huisvesting primair en voortgezet onderwijs Lokaal onderwijsbeleid Leerlingenvervoer Volwasseneneducatie Peuterspeelzaalwerk
Portefeuillehouder J.L. van Berkel - Vissers J.L. van Berkel - Vissers J.L. van Berkel - Vissers J.L. van Berkel - Vissers J.L. van Berkel - Vissers J.L. van Berkel - Vissers
Relevante beleidsdocumenten A. B. C. D. E. F. G. H. I. J. K. L. M. N. O.
Tijd voor kwaliteit. Bestuurlijke verzelfstandiging en besturenfusie openbaar primair onderwijs (raad, 2005) Leerplichtbeleid inzake luxeverzuim: Streven naar één lijn (B&W, 2006) Verordening voorziening huisvesting onderwijs gemeente Soest (raad, 2012) Onderwijskansenbeleid 2011 ‘Kansen maken, Kansen pakken’, gemeente Soest Plan van aanpak ‘Doorgaande lijn voor- en vroegschoolse educatie (B&W, 2009) Verordening leerlingenvervoer (raad, 2011) Productovereenkomst educatie ROC Midden Nederland 2011 (B&W 2011) Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen (2012) Handhavingsbeleid kinderopvang en peuterspeelzalen Soest, 2011 Notitie toekomst peuterspeelzaalwerk (B&W, 2006) Vraagformulering 2013, beleidsgestuurde contractfinanciering aan de stichting BINK (voorheen Stichting Kindercentra Soest), (B&W 2012) Jaarverslag leerplicht Jaarverslag leerplicht 2012/2013 (B&W 2014) Integraal Huisvestingsplan Onderwijs gemeente Soest 2012-2021 Visie op onderwijs ‘Iedereen voorbereid om mee te doen’ (B&W 2011) Lokaal Educatieve Agenda Soest 2013-2016
B. Doelstellingen en activiteiten - Wat wilden we bereiken en wat hebben we ervoor gedaan? Doelstellingen – wat wilden we bereiken? Algemene doelstelling: Voldoende educatieve kansen en ondersteuning Thema’s: 1. Onderwijsmogelijkheden 2. Educatieve structuur
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 64 van 211
Thema 1 – Onderwijsmogelijkheden Doelstelling: Optimaliseren van de onderwijsmogelijkheden. Tabel effectindicator(en) Omschrijving 1. Percentage doelgroepkinderen,
bron
Referentie-
GGD-registratie
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
100%
100%
Nog niet
geïndiceerd door de GGD, op
bekend
de vve peuterspeelzaal 2. Percentage doelgroepkinderen dat met de warme overdracht
Bestandsopname IvhO
n.v.t.
100%
en verantwoording BINK
Nog niet bekend
is overgedragen van peuterspeelzaal naar basisschool
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 1.1 Voldoende aanbod van onderwijs Alle onderwijslocaties, inclusief de locaties voor voor-en vroegschoolse educatie en peuterspeelzalen, hebben voldoende plekken voor de kinderen, er zijn geen wachtlijsten voor plekken. 1.2 Zorgen voor adequate huisvesting van alle scholen in Soest In het najaar van 2014 heeft de gemeenteraad het Integraal accommodatiebeleid vastgesteld. Dit heeft geleid tot nadere afwegingen ten aanzien van gemeentelijke accommodaties waaronder onderwijshuisvesting conform het Integrale Huisvesting Plan Onderwijs (IHP). In afstemming met de schoolbesturen zijn de urgente huisvestingvraagstukken uit het IHP in de tweede helft van het jaar ter hand genomen. Zo is de school de Achtbaan inmiddels gerenoveerd en uitgebreid met een kinderdagverblijf en zijn er in het najaar van 2014 gesprekken geweest over de onderwijshuisvesting in de wijk Smitsveen. Ook is een eerste verkenning gestart naar de huisvesting van een tweetal scholen in Overhees. Naar verwachting worden de resultaten hiervan in de loop van 2015 duidelijk. 1.3 Leerlingenvervoer Leerlingenvervoer is bedoeld voor kinderen/jongeren die vanwege een lichamelijke en/of geestelijke en/of zintuigelijke beperking niet of niet zelfstandig (ook niet met begeleider) met openbaar vervoer kunnen reizen. Ook kan het gaan om leerlingenvervoer naar een basisschool met een bepaalde levensovertuiging (richtingenvervoer). Het grootste deel van het feitelijk leerlingenvervoer betrof ook dit jaar aangepast vervoer (taxi of bus). Het gaat altijd om vervoer naar de dichtstbijzijnde meest passende en toegankelijke school. Het totaal aantal leerlingen in het leerlingenvervoer is ongeveer gelijk aan het jaar ervoor. Er is een geringe overschrijding van 3,4%, onder andere vanwege dagelijks taxivervoer naar een speciale school voor voortgezet onderwijs buiten de provincie. Onze gemeente heeft het initiatief genomen om samen met Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Leusden en Woudenberg een zo veel mogelijk nieuwe uniforme verordening leerlingenvervoer op te stellen, gebaseerd op de modelverordening VNG. 1.4 Zorgen voor voldoende gelegenheid voor het geven van bewegingsonderwijs. Ook in 2014 heeft de gemeente voldoende ruimte beschikbaar gesteld aan de scholen voor het geven van bewegingsonderwijs. Tabel kengetallen omschrijving 1.3 Leerlingenvervoer: Aantal kinderen dat gebruik maakt van (aangepast) leerlingenvervoer Aantal verstrekte vergoedingen openbaar vervoer/eigen vervoer
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
2010
2011
Werkelijk 2012
2013
2014
278
288
259
249
260
74
67
51
63
55
Pagina 65 van 211
1.4 Bewegingsonderwijs: Aantal benodigde klokuren Beschikbare capaciteit in klokuren Leerplicht Aantal volledig leerplichtige leerlingen (5 t/m 16 jaar) Aantal kwalificatieplichtige leerlingen
7.560
7.560
7.080
7.140
7.140
8.320
9.360
10.400
10.400
10.400
6.985
6.965
6.938
6.924
6.827
543
571
528
566
575
220
234
269
285
240
Aantal meldingen schoolverzuim
Thema 2 – Educatieve structuur Doelstelling: Versterken van de educatieve structuur. Tabel effectindicator(en) Omschrijving 1. Jongeren tot 23 jaar staan
bron Leerplichtadministratie
ingeschreven op een school/
Referentie-
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
100
89
71
(2010-2011)
(2012-2013
(2012- 2013,
voorlopig)
definitief,
instelling en volgen het onderwijsprogramma, totdat ze
uitgave
een startkwalificatie hebben
oktober 2014)
behaald (*) 2. Percentage gemeld signaal-
Leerplichtadministratie
Verzuim van leerlingen tot 18 jaar
97%
97%
98,7%
(2010-2011)
(2013-2014)
die teruggeleid worden naar school
(*) De cijfers komen uit de VSV-verkenner van het ministerie van OCW (VSV staat voor Voortijdig Schoolverlaten).
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 2.1 Waar mogelijk bijdragen aan de ontwikkeling van passend onderwijs In 2014 is zowel op lokaal niveau (in de werkgroep Passend Onderwijs Soest) als op regionaal niveau (met de gemeenten die vallen onder het samenwerkingsverband passend onderwijs) gewerkt aan het vormgeven van passend onderwijs in Soest. Lokaal is in 2014 de ontwikkelwerkplaats Passend Onderwijs uitgevoerd. De basis van deze ontwikkelwerkplaats was dat alle basisscholen de beschikking kregen over een ondersteuningsteam. Begin 2014 hebben de wethouders van de regiogemeenten Eemland en de vier samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs, een ‘Overeenkomst procedure OOGO Passend Onderwijs’ en de ‘Ontwikkelagenda Passend Onderwijs 2014/2015’ ondertekent. Op de ontwikkelagenda staan de bespreekpunten die de invoering passend onderwijs met zich meebrengt, zoals onderwijshuisvesting en leerlingenvervoer. Vooral de afstemming met jeugdzorg is een onderwerp dat continu aandacht verdient. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor afstemming van de individuele ondersteuning aan een kind of gezin met schoolbesturen en met andere voorzieningen op het gebied van onderwijs. Om deze samenwerking goed vorm te geven voert de gemeente op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met de samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs over het Jeugdplan. 2.2 Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) inzetten Het CJG heeft meegewerkt aan de ontwikkelwerkplaats Passend Onderwijs in 2014. De basis van deze ontwikkelwerkplaats was dat alle basisscholen de beschikking kregen over een ondersteuningsteam. Dit team bestond uit de intern begeleider van de school, een generalist onderwijs en een generalist van het CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin). Samen met de ouders en de leerkracht(en) van het betrokken kind bepaalde het ondersteuningsteam de beste aanpak om het kind en zijn/haar ouders te ondersteunen als voorbereiding op de overgang van primair naar voortgezet onderwijs. Er is aansluiting gezocht bij de ondersteuningsstructuur van het voortgezet onderwijs.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 66 van 211
2.3 Lokaal Educatieve Agenda (LEA) De verschillende werkgroepen die vallen onder de stuurgroep LEA zijn in 2014 regelmatig bij elkaar gekomen. Belangrijkste bespreekpunten waren de voortzetting van het onderwijskansenbeleid en de aansluiting van Passend Onderwijs en Jeugdzorg. Eind 2014 is de stuurgroep LEA bij elkaar geweest om te spreken over een nieuwe structuur voor de Lokaal Educatieve Agenda om er voor te zorgen dat de LEA meer ‘sociaal-domein-proof’ gaat opereren. Op welke manier dit gaat gebeuren, wordt in 2015 uitgewerkt. 2.4 Bevorderen van het behalen van een startkwalificatie Zie onder 2.5. 2.5 Zo veel mogelijk voorkomen van voortijdig schoolverlaten Naast een aanpak van verzuim in een zo vroeg mogelijk stadium, richten we ons op een preventieve aanpak, bijvoorbeeld door het organiseren van spreekuren op de middelbare scholen. De samenwerking met scholen wordt hierdoor verbeterd. Ook is de samenwerking met de verschillende regionale opleidingscentra (roc’s) intensiever geweest. Met name wanneer er tijdens het schooljaar sprake was van verkeerde opleidingskeuzes door jongeren en het zoeken naar alternatieve (opleidings)trajecten. 2.6 Uitvoering geven aan onderwijskansenbeleid In 2014 is het onderwijskansenbeleid verder uitgevoerd conform het vastgestelde beleid in de nota ‘Kansen maken, Kansen pakken’. De peuterspeelzalen en de scholen hebben bij een groot aantal leerlingen extra aanbod verzorgd om te voorkomen dat kinderen met een achterstand beginnen. Tabel kengetallen omschrijving 2010
2011
Werkelijk 2012
2013
2014(*)
4.006
aantal Soester leerlingen: in Soest - Openbaar en Bijzonder Gegevens
4.137
3.907
4.098
- Speciaal onderwijs
basisonderwijs
zijn niet te
niet aanw.
1
geen
1
- Speciaal basisonderwijs
achterhalen
niet aanw.
niet aanw.
niet aanw.
niet aanw.
- Voortgezet speciaal onderwijs - Voortgezet onderwijs
36
41
44
41
914
914
855
850
buiten Soest - Openbaar en Bijzonder Gegevens
273
258
282
292
- Speciaal onderwijs
basisonderwijs
zijn niet te
104
120
130
134
- Speciaal basisonderwijs
achterhalen
121
112
97
92
71
67
63
54
1.457
2.014
2.121
2.231
- Voortgezet speciaal onderwijs - Voortgezet onderwijs (*) Voorlopige cijfers
C. Risicoparagraaf Geen
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 67 van 211
D. Financiële verantwoording
Programma Onderwijs Baten en lasten (bedragen x € 1.000) Lasten Openbaar onderwijs Huisvesting primair en voortgezet onderwijs Lokaal onderwijsbeleid Leerlingenvervoer Volwasseneneducatie Peuterspeelzaalwerk Totaal lasten Baten Openbaar onderwijs Huisvesting primair en voortgezet onderwijs Lokaal onderwijsbeleid Leerlingenvervoer Volwasseneneducatie Peuterspeelzaalwerk Totaal baten Resultaat
Rekening Begroting Rekening 2013 2014 2014
44 2.235 1.754 961 149 524
60 2.959 1.738 946 167 584
91 2.967 1.628 1.001 158 478
5.667
6.454
6.324
7 638
637
9 638
104 75
120 19
120 23
823
775
790
-4.843
-5.679
-5.533
Afwijkingen t.o.v. begroting 2014: Lasten Baten
130 15
Resultaat
146
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 68 van 211
Toelichting op de afwijkingen: - is nadelig Openbaar onderwijs Apparaatskosten Verdubbeling kosten vervoer leerlingen Wiekslag Amersfoort Overig
-21 -12 2
Huisvesting primair en voortgezet onderwijs Apparaatskosten
86
De schades schoolgebouwen zijn (na uitkering van verzekering) lager dan begroot
21
Afwikkeling onderhoud onderwijs, inclusief spoedaanvragen; het saldo van de reserve onderhoud onderwijsgebouwen is conform besluitvorming njn gestort in de algemene reserve (dekkingsmiddelen) Lagere bijdrage huur Griftlandcollege Ozb; vrijval te declareren bedragen Geen gebruikgemaakt van externe inhuur Overig
-160 10 32 7 6
Lokaal onderwijsbeleid Apparaatskosten
10
Lagere doorbelasting gebruik van gymnastieklokalen (budgettair neutraal)
45
Gemeentelijke middelen onderwijsachterstandenbeleid (bekostigd uit rijksmiddelen) Diverse overige kosten
43 12
Leerlingenvervoer Apparaatskosten Hogere kosten leerlingenvervoer Volwasseneneducatie Apparaatskosten Overig Peuterspeelzaalwerk Apparaatskosten Onderhoudskosten welzijnsgebouwen (de kosten worden verrekend met de reserve onderhoud gebouwen) Subsidie BINK is bekostigd uit de rijksmiddelen onderwijsachterstandenbeleid Geen subsidieaanvraag stichting Wiele Wiele Stap Overig Totaal
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
-16 -39
10 -1
10 40 45 9 7 146
Pagina 69 van 211
Programma 7 – Zorg en Welzijn A. Omschrijving van het programma Dit programma gaat over gemeentelijke maatschappelijke ondersteuning (welzijnswerk, maatschappelijke zorg en individuele verstrekkingen WMO), over gezondheidzorg, over inkomensondersteuning en minimabeleid, over integratie/inburgering, over de zorg voor begraafplaatsen en over sociale activering, re-integratie en uitstroom naar werk. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr. Product 7.1 Sociaal domein algemeen 7.2 Jeugd 7.3 WMO/Welzijn 7.4 Werk en inkomen 7.5 Volksgezondheid 7.6 Welzijnsgebouwen c.a. 7.7 Begraafplaatsen
Portefeuillehouder P.A. van der Torre J.L. van Berkel – Vissers P.A. van der Torre/ J.L. van Berkel – Vissers P.A. van der Torre P.A. van der Torre J.L. van Berkel-Vissers/P.A. van der Torre J.L. van Berkel-Vissers
Relevante beleidsdocumenten A. Gemeenschappelijke Regeling GGD Midden-Nederland B. Nota Vrijwilligersbeleid gemeente Soest 2012-2015 (raad, 2012) C. Beheersverordening begraafplaatsen (raad, 2014) D. Capaciteitsbepaling en beleidsvisie begraafplaatsen (raad, 2003) E. Visie Wonen met Welzijn en Zorg raad, 2011) F. Uitwerkingsplan Wonen met Welzijn en Zorg (B&W, 2012) G. Algemene subsidieverordening Soest (raad, 2005) H. Uitvoeringsovereenkomsten Stichting Welzijn Ouderen Soest, Stichting Vluchtelingenwerk, GGD Midden Nederland, Stichting Balans, Beweging 3.0/ Maatschappelijk Werk (B&W) I. Gemeenschappelijke regeling Samenwerking sociale diensten Baarn, Bunschoten, Soest (2007) J. Beleidsplan Werken naar Vermogen (2012) K. Uitvoeringsplan Werk en Inkomen 2013 – 2015 (B&W, 16 juli 2013) L. Tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand (raad, 16 februari 2012) M. Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2010 (raad, 23 juni 2010) N. Afstemming-/maatregelenverordening Wet werk en bijstand (raad, 16 september 2004) O. Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand (B&W, 11 mei 2004) P. Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010 ( raad, 23 juni 2010) Q. Handhavingsverordening (raad, 16 december 2004) R. Cliëntenparticipatieverordening bijstandverlening (raad, 16 december 2004) S. Beleidsnota bijzondere bijstand (raad, 15 februari 2007) T. Verordening cliëntenparticipatie WMO (raad, 2006) U. Verordening individuele WMO-voorzieningen 2011 V. Programma van eisen Europese aanbesteding hulp bij het huishouden (2009) W. Beleidsregels individuele voorzieningen WMO Soest (2012) X. Overeenkomst Hulp bij het huishouden ten behoeve van de gemeente Soest (B&W, 2006) Y. Beheervisie begraafplaatsen (B&W, 2006) Z. Dienstverleningsovereenkomst Stichting Art. 1 Midden Nederland en Gemeente Soest (B&W, 2009) AA. Convenant aanpak huiselijk geweld Eemland (B&W, 2012) BB. Intentieverklaring voor samenwerking bij de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod (9 maart 2009) CC. Beleidsregels welzijn, cultuur en sport 2013 (B&W, 2012) DD. Beleidsplan WMO Soest 2012-2015 (raad 2012) EE. Participatienota WMO-beleid 2012-2015 (raad, 2011) FF. Plan van Aanpak Realisatie Steunpunt Mantelzorg (B&W, 2010) GG. Nota lokaal gezondheidsbeleid 2008-2011 (raad) HH. Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013 – 2016 (raad 2013 II. Kaderstellende notitie Centrum voor Jeugd en Gezin (raad 2009)
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 70 van 211
JJ. Beleidsregels krediethypotheek KK. Plan van Aanpak Centrum voor Jeugd en Gezin (2009) LL. Kaderstellende notitie jeugdbeleid 2010-2014 MM. Soest, waar iedereen meetelt, collegeprogramma (kernnotitie WWZ, pagina 30) (college, 2010) NN. Afstemmingsverordening (raad 24 juni 2004) OO. Service Niveau Overeenkomst (SNO), samenwerkingsafspraken met het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) PP. Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand (raad 16 november 2004) QQ. Verordening Wet kinderopvang (raad september 2004) RR. Invoering project Werk Alert, een nieuwe aanpak van re-integratie naar werk (raad 16 december 2004) SS. Gewijzigde Re-integratieverordening (raad 25 november 2005) TT. Nota Sociaal Economisch Beleid ‘Soest…Groei in Balans’ (raad april 2008) UU. Plan van Aanpak modernisering Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), inclusief de verordeningen cliëntenparticipatie en Persoonsgebonden Budget (raad juni 2008) VV. Intensivering re-integratieaanpak niet-uitkeringsgerechtigden (college juni 2008) WW. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2010 XX. Samenwerkingsafspraken Centrum voor Jeugd en Gezin YY. Protocol meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Midden-Nederland (B&W, juli 2013) ZZ. Beleidsplan Sociaal Domein (raad, september 2014) B. Doelstellingen en activiteiten - Wat wilden we bereiken en wat hebben we ervoor gedaan? De indeling van deze paragraaf is iets anders dan gebruikelijk en wijkt op onderdelen af van de begroting voor 2014. Dit heeft te maken met de ontwikkelingen in het sociaal domein van het afgelopen jaar. De geformuleerde doelstellingen en acties voor 2014 komen uit eerder geformuleerd beleid. Met het Beleidsplan Sociaal Domein 2014 – 2015 hebben we in de gemeente Soest de voorbereidingen getroffen voor de nieuwe gemeentelijke taken en de stap gemaakt naar een meer integrale aanpak. Het behalen van de doelstellingen zoals deze eerder door de gemeenteraad zijn geformuleerd, staan hieronder als eerste uitgewerkt. De programmatekst over wat we allemaal gedaan hebben, is daaronder integraler opgesteld. Doelstellingen – wat wilden we bereiken? Algemene doelstelling: Volwaardig deelnemen aan de maatschappij Thema’s: 1. Maatschappelijke participatie 2. Ontwikkeling jeugd 3. Gezonde inwoners
Thema 1 – Maatschappelijke participatie Doelstelling:
Maatschappelijke participatie voor alle inwoners (met en zonder beperkingen). Middels enerzijds maatschappelijke ondersteuning en anderzijds ondersteuning via werk en inkomen.
1. Maatschappelijk ondersteunen De doelstellingen uit het beleidsplan Wmo bestaan uit het ondersteunen van mensen die: a. zorg en/of hulp nodig hebben om te participeren; b. mantelzorg verlenen; c. op andere manieren vrijwilligerswerk doen.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 71 van 211
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Realisatie
2014
2014
7,7
(****)
550
520
of nulwaarde 1. Ondersteunen a) Tevredenheid over zorgloket
Enquête Wmo-raad
7,7 (**)
en voorzieningen (*) b) Toename van aantal
(2010) Steunpunt mantelzorg
440
geregistreerde
(medio 2011)
mantelzorgers c) Percentage van de aanvragen die binnen de
GWS (softwarepakket van
90%
W&I en het Zorgloket)
90%
Nog niet
(2010)
beschikbaar
wettelijke termijn zijn afgehandeld (***) (*)
Dit gaat om via het Zorgloket van de gemeente verstrekte voorzieningen, zorg/hulp van gesubsidieerde instellingen en algemeen geldende, voorliggende maatregelen en voorzieningen.
(**)
Dit betreft een gemiddeld cijfer.
(***) Heeft betrekking op prestatieveld 6 van de WMO (verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem t.b.v. het behouden en het bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer). (****) Enquête van de Wmo-raad drukt de tevredenheid anders uit, niet in een gemiddeld cijfer maar in verschillende percentages. Deze liggen hoog (80%, vaker 90% en hoger).
Tabel prestatie-indicator(en) omschrijving
bron
Streefwaarde
Realisatie
2014 Openstelling Zorgloket
2014
Ma/vr 08.30 tot 13.00 uur M.i.v. 15 juli 2013 ma/vr 08.30 tot 12.00 uur + op afspraak in de middag
Tabel kengetallen omschrijving
Ma/vr 9:00 tot 12.00 uur van 1-1-2014 tot 3-2-2014. Per 3-2-2014 net als de andere balies: ma/vr 8.30 tot 13.00 uur. Het hele jaar door: + in de middag op afspraak
2010
2011
Werkelijk 2012
2013
2014
125
131
159
164
159
onbekend
onbekend
5(*)
9
3
- 1. Aantal besproken meldingen huiselijk geweld in het casusoverleg Huiselijk Geweld - 2. Aantal huisverboden (*) incl. 1 met verlenging
2. Werk en inkomen De beleidsdoelstellingen die uit de kaders van het beleidsplan Werken naar Vermogen voortkomen, kunnen samengevat worden in de volgende drie doelstellingen: 1. instroom voorkomen; 2. doorstroom bevorderen; 3. uitstroom bevorderen. Alle producten die ingezet worden binnen Werk en Inkomen dienen tot resultaten te leiden op deze drie doelstellingen. Hieronder treft u de kengetallen voor 2014 en de jaren daarvoor aan. In 2014 is een flinke toename van het aantal bijstandsgerechtigden te zien. Dit is vergelijkbaar met de landelijke en regionale trend. De reden hiervan is de toenemende afstand tot de arbeidsmarkt van de groep die zich
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 72 van 211
meldt voor een bijstandsuitkering. Met de Participatiewet in aantocht, werden de ingangen naar de Wajong en Wsw steeds smaller en kreeg de bijstand een grotere vangnetfunctie. Dit is ook terug te zien in het cijfer van instroombeperking. Wisten we in 2013 veel mensen te begeleiden naar werk voordat ze uitkeringsafhankelijk werden, in 2014 was dit door de verzwaring van de doelgroep veel moeilijker te realiseren. Het uitblijven van economisch herstel en vacatures draagt daar uiteraard ook aan bij. Tabel kengetallen omschrijving 1. Instroom in bijstand voorkomen:
Werkelijk 2012
2010
2011
2013
2014
89
123
77
118
80
38
48
65
84
88
560
589
592
606
670
2013
2014
aantal personen dat na melding voor een uitkering geen bijstandsaanvraag hoefde in te dienen. 2. Uitstroom bevorderen: aantal personen dat volledig uitstroomt uit de bijstand. 3. Aantal uitkeringsgerechtigden
Thema 2 – Ontwikkeling jeugd Doelstelling: Bevorderen optimale ontwikkeling van de jeugd Meetbare doelstelling (beoogd effect) 1. Een goed ontwikkeld en afgestemd aanbod aan informatie, advies en hulp. Tabel kengetallen (*) omschrijving
Werkelijk 2012
2010
2011
Aantal bezoekers CJG
onbekend
150
251
504
Volgt in
Aantal bezoekers dat is
onbekend
115
193
79*
Volgt in
april doorverwezen naar een instantie
april
(*) Sinds januari 2013 is een digitaal registratiesysteem geïmplementeerd voor de frontoffice van het CJG Soest. Hier is geen automatisch overzicht te genereren van het aantal bezoekers dat is doorverwezen naar een instantie, omdat het een zogenaamd ‘open veld’ is, dat bovendien niet verplicht is om in te vullen. Het ingevulde aantal mist derhalve het aantal doorverwijzingen verricht door de front-office.
Thema 3 – Gezonde inwoners Doelstelling: Bevorderen van lichamelijk en geestelijk gezonde inwoners Een effectindicator voor het thema ‘gezonde inwoners’ zou worden bepaald op basis van het geactualiseerde lokale gezondheidsbeleid. Deze actualisatie is voor 2014 alleen op hoofdlijnen geweest. Er zijn daarom nog geen indicatoren benoemd. Deze worden wel verwacht wanneer het lokaal gezondheidsbeleid wordt ingebed in het brede sociaal domein vanaf 2015.
B. Doelstellingen en activiteiten - Wat hebben ervoor gedaan? Sociaal domein breed Het afgelopen jaar stond voor wat betreft programma 7 vooral in het teken van de voorbereidingen op de decentralisaties in het sociaal domein. Na de vaststelling van de beleidskaders door de gemeenteraad in september, kon de verdere implementatie voorbereid worden. Uitgangspunt hierbij was de continuering van zorg in 2015 en het voorkomen dat mensen tussen wal en schip zouden geraken. Er zijn daarom regionale transitiearrangementen (RTA’s) gemaakt voor de Wmo en Jeugd met zorgaanbieders om in elk geval de bestaande zorginfrastructuur te waarborgen.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 73 van 211
Daarnaast hebben we op lokaal niveau gekozen voor uitbouw van dat wat al goed functioneerde met de nieuwe taken. Het resultaat is een duidelijk herkenbaar loket voor onze inwoners, met daarachter vier teams: Wmo, Werk en Inkomen, Jeugd en Sociaal team. We werken volgens het principe 1 huishouden, 1 plan, 1 regisseur en dat betekent dat inwoners na een integrale screening een klantregisseur toegewezen krijgen binnen het team waar het zwaartepunt van de vraag ligt. We zijn niet alleen intern bezig geweest met de voorbereidingen, maar hebben in 2014 ook veel gedaan aan het informeren van de verschillende organisaties, professionals en inwoners over de veranderingen. Per 1 oktober hebben we het Informatiepunt Zorg geopend waar mensen terecht konden met hun vragen. Begin 2015 zien we al voorzichtig de eerste resultaten van deze inspanningen. Zowel inwoners als professionals weten de gemeente goed te vinden en zoeken ons op als er knelpunten gesignaleerd worden. Hierdoor kunnen we samen leren, ervaren en tot goede oplossingen komen. De kern van waar het in 2015 in het sociaal domein over gaat. Werk en Inkomen De belangrijkste ontwikkeling binnen Werk en Inkomen in 2014 was de afronding van het project ‘Integratie Werk en Inkomen’. Sinds de zomer van 2014 zijn de taken van de sociale dienst BBS geïntegreerd met de taken rondom Werk. Deze taken worden uitgevoerd voor de drie gemeenten Baarn, Bunschoten en Soest. Iedere gemeente kan indien gewenst haar eigen beleidskeuzes maken, maar gestreefd wordt wel naar eenduidige uitvoering in de beleidsontwikkeling. In de implementatie van de Participatiewet is ook gekozen voor deze gezamenlijke beleidsmatige aanpak. Gekozen is voor W&I BBS als uitvoerder van het lokale deel van de Participatiewet voor wat betreft de bestaande doelgroepen in de Participatiewet (voormalig WWB) en voor regionale samenwerking voor het regionale deel van de Participatiewet (regionale werkgeversbenadering en de voormalig Wsw en Wajong). Jeugd In 2014 is er hard gewerkt aan de inrichting van het sociaal domein op alle gebieden, dus ook op het gebied van de jeugd. Toen de meerjarenbegroting 2014-2017 in 2013 tot stand is gekomen, werd gedacht in de richting van het behoud van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Tijdens de beleidsontwikkeling in 2014 zijn we uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat het belangrijk is om in ieder geval in het eerste jaar van de decentralisatie het inlooppunt van het CJG voor informatie en advies open te houden, maar dat de medewerkers van het CJG die zich bezighielden met individuele ondersteuning van gezinnen beter op hun plek zijn in het inmiddels geformeerde Jeugdteam. Het werk van het CJG wordt dus wel voortgezet, maar is anders georganiseerd. De werkzaamheden vinden nu plaats in het inlooppunt en het Jeugdteam. Het collectieve ondersteuningsaanbod wordt uitgevoerd door organisaties in de basisinfrastructuur. Aandachtspunt daarbij is samenwerking tussen de organisaties en voorkomen van overlapping van aanbod. Dit wordt in 2015 meegenomen in het brede participatietraject sociaal domein. Wmo De nieuwe Wmo 2015 is in juli 2014 door de Eerste Kamer vastgesteld. Veel aandacht en tijd is in 2014 besteed aan de nieuwe, uit de AWBZ naar de gemeenten te decentraliseren taken. De waarborging van zorgcontinuïteit was hierbij één van de belangrijkste uitgangspunten. Daarom heeft Soest met andere gemeenten in de regio Amersfoort een Regionaal Transitie Arrangement (RTA) Wmo afgesloten voor 2015. Ook de cliëntondersteuning door MEE voor mensen met een beperking is in 2015 geborgd in dit RTA Wmo. Cliëntondersteuning is ondergebracht in de Wmo 2015, maar geldt nadrukkelijk voor alle pijlers binnen het sociaal domein. Landelijk is cliëntondersteuning door de doventolk geregeld, evenals de 24 uur per dag beschikbare luisterend oorfunctie van Sensoor (een 0900-nummer). Voor ‘beschermd wonen’ heeft Amersfoort als regionale centrumgemeente (in aanvulling op de bestaande centrumgemeentetaken maatschappelijke en vrouwenopvang) via een traject naast het RTA Wmo de inkoop gedaan. Ook met de landelijk werkende organisaties voor zeer specifieke zintuiglijke ondersteuning (Bartimeus, Visio en GGMD) zijn contracten voor de regiogemeenten afgesproken – met afstemming op de gemeentelijke procedures.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 74 van 211
Ook de bestaande Wmo-verstrekkingen vroegen aandacht in 2014. Voor hulp bij het huishouden liepen de contracten eind 2014 af. Er zijn nieuwe contracten gesloten voor 2015 met de mogelijkheid van verlenging in 2016 met alle vier de bestaande aanbieders, zodat ook hier continuïteit van zorg mogelijk is. Hiernaast heeft Soest in nauw overleg met Baarn, Bunschoten en Woudenberg de Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) aangevraagd om in 2015 (en wellicht ook in 2016) mantelzorgers te ontlasten bij het schoonhouden van hun eigen woning of het huis van degene die zij verzorgen. Deze HHT is voor 2015 toegekend. Nadere uitwerking van de toekenningscriteria vindt begin 2015 plaats. Overige Wmo-taken De hiervoor genoemde taken betreffen, met uitzondering van de cliëntondersteuning, ondersteuning die alleen op een toegangsbesluit verstrekt kan worden. Deze maatwerkvoorzieningen worden ingezet wanneer in het gesprek blijkt dat andere mogelijkheden niet toereikend zijn. Deze andere mogelijkheden kunnen naast inzet van het eigen netwerk of van informele zorg, ook liggen in door de gemeente gesubsidieerde voorzieningen. Onder de oude Wmo waren deze gesubsidieerde voorzieningen ondergebracht in zogeheten prestatievelden op het gebied van sociale samenhang en leefbaarheid, van ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers, van laagdrempelige, meer collectieve en veelal algemeen toegankelijke voorzieningen en op het gebied van OGGZ (zoals bemoeizorg voor zorgmijders en voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld). Onder de Wmo 2015 vallen die prestatievelden, tezamen met informatie, advies & cliëntondersteuning overwegend onder de ‘basisinfrastructuur’ van het gemeentelijke sociaal domein. De voor 2014 afgesproken gesubsidieerde voorzieningen zijn uitgevoerd en eventuele financiële afwijkingen worden elders in deze jaarrekening verantwoord. Specifiek rondom het Steunpunt Mantelzorg kan opgemerkt worden dat in 2014 de eerste stappen zijn gezet voor de doorontwikkeling van het Steunpunt. Ook voor de doorontwikkeling van andere voorzieningen starten in 2015 gesprekken. Dit maakt onderdeel uit van het brede participatietraject sociaal domein. Gezondheid Met ingang van 1 januari 2014 zijn de GGD Midden-Nederland en de GG&GD Utrecht samengegaan in de GGD regio Utrecht. Dit omdat met de inwerkingtreding van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) er één regionale gezondheidsdienst moest komen op de schaal van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU), de zogenoemde territoriale congruentie. De GGD regio Utrecht bedient alle 26 gemeenten in de provincie Utrecht. De belangrijkste regionale taak van de GGD is de jeugdgezondheidszorg. In 2014 is gestart met een door het Rijk gefinancierd structureel extra contactmoment in het voortgezet onderwijs. Daarnaast is geïnvesteerd in de aansluiting van de jeugdgezondheidszorg bij de decentralisatie van de jeugdzorg. Wonen met welzijn en zorg (WWZ) Onderdelen van het Uitwerkingsplan WWZ uit 2013 zijn in 2014 uitgevoerd (onder meer mantelzorg wonen faciliteren, ontlabelen van de woningvoorraad). Landelijk heeft sinds 2013 gefaseerde afbouw plaatsgevonden van het afgeven van indicaties voor opname in een zorginstelling. Door deze afbouw blijven mensen steeds langer thuis wonen. Deze mensen gaan in toenemende mate een beroep doen op het gemeentelijke ondersteuningsaanbod vanuit de Wmo, Jeugdwet en Participatiewet. De gemeente staat voor de opgave dit zo effectief en efficiënt mogelijk te organiseren. Het college ziet WWZ dan ook nadrukkelijk als onderdeel van de ontwikkelingen in het sociaal domein. In 2015 worden de reeds lopende onderdelen van het huidige Uitvoeringsplan WWZ voortgezet. Daarnaast is het nodig om nieuwe visie-elementen ten aanzien van WWZ te verwoorden en op te nemen in het nieuwe Beleidsplan Sociaal Domein dat in 2015 wordt opgesteld. Op basis daarvan wordt het Uitvoeringsplan WWZ geactualiseerd. Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling Voortkomend uit de Wmo 2015 en de Jeugdwet zijn in 2014 de voorbereidingen voor de fusie van het AMK (Advies en Meldpunt Kindermishandeling) en het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) gestart. Ook hebben alle gemeenten in de provincie samengewerkt aan de uitwerking van de Regiovisie Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Het concept is in het 1e kwartaal van 2015 gereed. Voor onze regio (Eemland/Utrechtse Heuvelrug) bestond er overigens al een convenant over de aanpak tussen gemeenten, samenwerkingspartners waaronder hulpverlening- en zorginstanties, politie en het OM. De aanpak wordt dus opgeschaald tot de geografische schaal van onze provincie.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 75 van 211
Ondersteuning vrijwilligers Er zijn vele sportclubs, culturele en maatschappelijke organisaties ondersteund in het vinden en behouden van vrijwilligers. Ook veel scholieren liepen maatschappelijke stages en maakten kennis met het doen van vrijwilligerswerk in onze gemeente. Een deel van deze jongeren is na afloop ten minste één keer vrijwillig teruggekeerd naar de stageplek om nog een klus of activiteit te doen. In het lokale Netwerk Vrijwillige Hulp in de Thuissituatie hebben vrijwilligersorganisaties afstemming en samenwerking gezocht als het gaat om het positief beantwoorden van hulpvragen van kwetsbare inwoners. Veel (georganiseerde) vrijwilligers zijn via deze organisaties ingezet voor onder andere het halen van boodschappen, vervoer naar het ziekenhuis of de huisarts c.q. behandelaar, voor praktische klussen of sociale activiteiten om eenzaamheid tegen te gaan. C. Risicoparagraaf Sociaal domein De voorbereidingen op en de implementatie van de start van het sociaal domein hebben in 2014 binnen de budgetten plaats gevonden. Daarmee in 2014 geen gerealiseerd financieel risico.
Generiek risico Begin 2014 Financieel/imago/politiek Einde 2014 Financieel/imago/politiek
Kans n.v.t.
Financiële impact n.v.t.
Financieel risico n.v.t.
50%
€ 1.600.000
€ 800.000
Sociale uitkeringen Voor gemeenten geldt dat in beginsel op bijstandsuitkeringen een eigen risico wordt gelopen van 10% van de rijksvergoeding. Indien het tekort daarboven uitstijgt, kan een aanvraag worden ingediend voor een IAU-uitkering (incidentele aanvullende uitkering). Over de jaren 2010 en 2011 hebben we een aanvraag voor een IAU-uitkering ingediend, maar in 2012 en 2013 was sprake van een overschot. Voor 2014 was de situatie echter onzeker. De arbeidsmarktprognoses waren en zijn nog steeds somber en tegelijkertijd werd begin 2014 duidelijk dat de rijksbijdrage naar beneden werd bijgesteld in deze tijden van bezuinigingen door het kabinet. Het risico voor de gemeente voor 2014 is in beginsel het verschil tussen het feitelijk geraamde tekort op het inkomensdeel (€ 227.000) en het bedrag dat overeenkomt met 10% van de rijksvergoeding (€ 933.000, op basis van de rijksvergoeding 2014), oftewel € 706.000. De jaarcijfers van de uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen BBS laten een veel lager tekort zien op de sociale uitkeringen dan geraamd, namelijk € 67.000. Generiek risico Begin 2014 Financieel/ kwaliteit/imago/politiek Einde 2014 Financieel/ kwaliteit/imago/politiek
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Kans Laag = 25%
Financiële impact € 650.000
Financieel risico € 162.500
Laag = 25%
€ 930.000
€ 232.500
Pagina 76 van 211
Uitvoering van de WSW op grond van de gemeenschappelijke regeling door het Regionaal Sociaal Werkvoorzieningschap Amersfoort (RWA) Op basis van de samenwerkingsovereenkomst tussen Amfors Holding B.V. en haar werkmaatschappijen en de gemeenschappelijke regeling RWA is er een verplichting tot aanvulling van het exploitatietekort bij het RWA. Voor het gedeelte van het eigen vermogen van Amfors tussen de € 2,5 miljoen en € 4,5 miljoen geldt dat Amfors voor 50% aansprakelijk is voor aanzuivering van exploitatietekorten van het RWA, en de RWA-gemeenten voor de overige 50%. Het exploitatieverlies kan sinds 2012 niet volledig worden aangevuld vanuit het operationeel resultaat en het eigen vermogen van Amfors en daarom moest een extra gemeentelijke bijdrage betaald worden. Dit geldt ook voor 2014. Voorzien en begroot was een bijdrage van € 97.000, maar door tegenvallende omzetresultaten bij Amfors is de uiteindelijke gemeentelijke bijdrage bijgesteld naar € 234.000. Het financieel effect op de jaarrekening is daarmee 137.000 nadelig. Daarbij is er nog een nadeel van € 13.000 vanwege een hogere gemeentelijke bijdrage voor 2013 dan geraamd. Ook voor de komende jaren laat de RWA-begroting een negatief resultaat zien. Daarbij komt de onzekerheid over de toekomst van het bedrijf gezien de actuele ontwikkelingen rondom de Participatiewet. Een visietraject in 2015 met alle betrokkenen (inclusief gemeenteraden) moet duidelijkheid geven over deze toekomst. Generiek risico Begin 2014 Financieel Einde 2014 Financieel
Kans
Financiële impact
Financieel risico
Gemiddeld= 50% Hoog = 75%
200.000 200.000
100.000 150.000
Schuldhulpverlening De doelstellingen van Soest rondom schuldhulpverlening zijn vastgelegd in het Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening dat in 2013 is vastgesteld. De doelstellingen zijn ambitieus in tijden waarin we zien dat steeds meer mensen in de financiële problemen komen. Door in te zetten op preventie, laagdrempelige dienstverlening door het Loket Schulden en vrijwillige schuldhulpmaatjes in te schakelen waar mogelijk, wordt getracht doorverwijzingen naar de Kredietbank en Beweging 3.0 alleen te laten plaatsvinden als het echt nodig is. Over 2014 zien we echter dat de financiële nullijn die we de afgelopen jaren hanteren, niet vastgehouden kon worden. De uitgaven waren € 69.000 hoger dan begroot. Al jaren is er een stijging van het aantal mensen met schuldproblemen. Ondertussen hebben meer dan 1 miljoen mensen in Nederland ernstige betalingsachterstanden. Sinds de kredietcrisis gaat het steeds vaker om mensen met een modaal of hoger inkomen. In Soest zagen we met name het aantal doorverwijzingen naar de Kredietbank fors stijgen ten opzichte van 2013 (35%). Dat betekent dat we in 2014 een flinke verzwaring van de schuldenproblematiek zagen. Generiek risico Kans Financiële impact Financieel risico Begin 2014 Hoog = 90% € 50.000 € 45.000 Financieel/imago/politiek Einde 2014 Hoog = 90% € 50.000 € 45.000 Financieel/imago/politiek
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 77 van 211
D. Financiële verantwoording
Programma Zorg en welzijn Baten en lasten (bedragen x € 1.000) Lasten Sociaal domein Jeugd Wmo/welzijn Werk en inkomen Volksgezondheid Welzijnsgebouwen c.a. Begraafplaatsen Totaal lasten Baten Sociaal domein Jeugd Wmo/welzijn Werk en inkomen Volksgezondheid Welzijnsgebouwen c.a. Begraafplaatsen Totaal baten Resultaat Afwijkingen t.o.v. begroting 2014: Lasten Baten Resultaat
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Rekening Begroting Rekening 2013 2014 2014
519 10.021 19.832 1.258 1.141 440
315 2.189 9.287 20.942 596 899 511
538 1.873 9.021 21.185 650 789 541
33.211
34.739
34.596
1.373 15.955 20 227 613
1.127 16.214 223 511
1.447 17.112 10 221 503
18.188
18.076
19.293
-15.023
-16.664
-15.302
144 1.218 1.361
Pagina 78 van 211
Toelichting op de afwijkingen: - is nadelig Sociaal domein Implementatiebudget; voorgesteld wordt het resterend budget te oormerken Apparaatskosten (meer uren sociaal domein algemeen in plaats van Jeugd/Wmo)
-84 -139
Jeugd Lagere kosten Adolescentenmoment ivm latere start Lagere kosten pr/communicatie C JG ivm ontwikkelingen sociaal domein Afrekening subsidie maatschappelijke stages 2013 Dekking van de taakstelling personeel 2014 (zie algemene dekkingsmiddelen) Implementatiekosten sociaal domein, voorgesteld wordt het saldo te oormerken Apparaatskosten Overig
15 16 7 61 183 26 9
Wmo/welzijn Implementatiekosten sociaal domein, voorgesteld wordt het saldo te oormerken Lagere kosten enquête mantelzorgsteun Afrekening subsidies 2013 en lagere subsidiebeschikkingen 2014 Kwintes/Zorgpalet Subsidieafrekening VIA 2013 Budget Wmo-beleid Wmo-voorzieningen Herindiceringen Wmo, aanpassing oormerkvoorstel njn 2014 Apparaatskosten (minder uren door inzet sociaal domein) Overig
169 13 67 15 30 41 120 126 5
Werk en inkomen Saldo uitkeringen 2014 Schuldhulpverlening Asielzoekerscentrum, aanpassing oormerkvoorstel njn 2014 Hogere gemeentelijke bijdrage Amfors Resultaat re-integratie Apparaatskosten beleid Werk en Inkomen BBS (W en I BBS) Apparaatskosten uitvoering W en I BBS (grotendeels zijn de kosten verrekend met het Participatiebudget (rijksgelden), inclusief loonkosten W en I BBS) Afwikkeling participatiebudget (zie oormerkvoorstel) Activiteiten project Integratie Werk en Inkomen Overig Volksgezondheid Afrekening GGD 2013 Apparaatskosten Overig Welzijnsgebouwen c.a. Onderhoudskosten accommodaties (deze worden verrekend met de reserve onderhoud Apparaatskosten Project Buitenkans, aanpassing oormerkvoorstel njn 2014 Vrijval inspecties kinderopvang Kapitaallasten Overig Begraafplaatsen Voorziening en afkoopsom onderhoud Apparaatskosten Onderhoud begraafplaatsen Kapitaallasten Overig Totaal
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
94 -69 13 -49 120 87 240 252 -32 -1
33 -86 8
48 19 29 8 -2 6
-16 -29 25 -13 -4 1.361
Pagina 79 van 211
Programma 8 – Sport, Recreatie, Kunst en Cultuur A. Omschrijving van het programma Dit programma gaat over doelmatig gebruik en in stand houden van sportaccommodaties, stimulering van sport(activiteiten) en recreatie en het bieden van voldoende, veilige openbare speelgelegenheid. Daarnaast gaat het programma over bevordering van het culturele klimaat door instandhouding van culturele voorzieningen en monumenten, het stimuleren van cultuurparticipatie, kunst en cultuureducatie. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr. 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7
Product Binnensport Buitensport Overig sport Recreatie en speelvoorzieningen Kunstbeoefening en bevordering Oudheidkunde/musea Cultuur
Portefeuillehouder J.G.S. Pijnenborg J.G.S. Pijnenborg J.G.S. Pijnenborg J.G.S. Pijnenborg P.A. van der Torre P.A. van der Torre P.A. van der Torre
Relevante beleidsdocumenten a.
Reglement gebruik sporthallen/zalen en gymnastieklokalen en onoverdekte sportaccommodaties (raad, 1997) b. Rapport tarifering (raad, 1997) c. Zaalruimtecriteria bij verdeling zaalruimte (raad) d. Prioriteitenlijst rijksmonumenten (2000) e. Monumentenlijst/Monumentenverordening, inclusief vaststelling beschermde dorpsgezichten (2000) f. Rapportage klankbordgroep sportbeleid (raad, 2001) g. Projectplan cultuurpunt (raad, 2002) h. Notitie clustering onderwijs- en sportaccommodaties (B&W, 2004) i. Diverse onderhoudscontracten sport (B&W) j. Notitie overdekte sportaccommodaties II (B&W, 2004) k. Notitie Topsport (raad, 2007) l. Exploitatie en huurovereenkomst Optisport (t/m 31 december 2021) (B&W, 2011) m. Beleidsnota ‘Het nieuwe spelen in Soest' (2013) n. Bruisend Soest, een levendige culturele gemeente. Herijking Cultuurvisie 2010-2014 (raad 2009) o. BCF Idea en Scholen in de Kunst (B&W) p. Algemene subsidieverordening Soest (raad, 2005) q. Convenant Provincie project Cultuurbereik Jongeren Soest (B&W, 2007) r. Beleidsregels welzijn, cultuur en sport 2012 (B&W 2013) s. Onderzoek sportdeelname Soest 2007-2008 (B&W, 2008) t. Visie Sport en Bewegen 2013 – 2016 (raad 2013) u. Cultuurparticipatieplan gemeente Soest 2010-2012 v. Visie sociaal-culturele voorziening Soesterberg (7 september 2011) w. Beperkte herijking cultuurbeleid 2013 x. Plan van aanpak kunst en cultuur 2012 (kerntakendiscussie) y. Verdiepingsprogramma Cultuureducatie met Kwaliteit 2013-2016 (B&W 2013) z. Beleidsplan Recreatie & Toerisme 2012-2020 aa. Visiedocument uitvoering combinatiefuncties ‘Sportieve daginvulling’ (oktober 2009)
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 80 van 211
B. Doelstellingen en activiteiten - Wat wilden we bereiken en wat hebben we ervoor gedaan? Doelstellingen – wat wilden we bereiken? Algemene doelstelling: Lichamelijk en geestelijk actieve levensstijl Thema’s: 1. Sport en recreatie 2. Kunst en cultuur
Sport Het jaar 2014 stond op het gebied van sport met name in het teken van de opgelegde taakstelling van € 500.000. De Kerngroep Sport, bestaande uit een aantal sportbestuurders van de Soester sportverenigingen, heeft een rapportage opgesteld met hierin voorstellen hoe de taakstelling ingevuld kan worden. In een eerste reactie op deze voorstellen heeft het college aangegeven dat de rapportage veel bruikbare voorstellen bevat. Ten aanzien van enkele voorstellen zijn ook aandachtspunten geplaatst. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan fiscale consequenties van de voorstellen. In november 2014 heeft de gemeenteraad besloten dat de gemeente samen met de sportverenigingen de voorstellen verder uitwerkt en daar waar mogelijk al voorstellen implementeert. Ten aanzien van een aantal sportaccommodaties is besloten om de investeringen die gepland stonden voor deze accommodaties aan te houden om eerst de voorstellen van de Kerngroep verder uit te werken. Naast de focus op de financiële kant van de sport zijn ook weer heel veel sportstimuleringsactiviteiten uitgevoerd om met name de jeugd aan het sporten te krijgen en te houden. Het Jeugdsportfonds heeft het mogelijk gemaakt dat ook kinderen van wie de ouders over weinig financiële middelen beschikken, kunnen sporten. Er is een flinke stijging te zien in het aantal deelnemers aan dit fonds ten opzichte van het jaar ervoor. De stijging valt samen met een stijging in het aantal intermediairs. Vooral op veel verschillende basisscholen en ook bij een groot aantal andere maatschappelijke organisaties in Soest, zijn intermediairs actief die de aanvragen voor deelname van deze kinderen doen. Ook de combinatiefunctionarissen hebben weer een belangrijke rol gespeeld in het ondersteunen van de Soester sportverenigingen. Cultuur Het cultuurbeleid stond in 2014 vooral in het teken van het uitvoeren van de ‘Cultuurvisie 2010-2014’ en de beperkte herijking 2013. Het behouden en versterken van een goed cultureel klimaat en het stimuleren van culturele participatie door kinderen en jongeren stonden ook in 2014 centraal en de resultaten van deze doelstellingen zijn hieronder te vinden. De beperkte herijking uit 2013 hebben we in 2014 kunnen invullen door een budget voor grotere en/of meerjarige evenementen te creëren. Dit kan in de opstartfase van een evenement maar ook als financiële ondersteuning van een bestaand succesvol cultureel evenement. De eerste evenementen zijn succesvol georganiseerd in 2014: Enjoy festival, Soest on Stage en De nacht van de Buitenplaats. De invulling van de beperkte herijking is op een nieuwe manier ingevuld; door een intensief participatietraject met het culturele veld. Zo zijn vervolgens de criteria geformuleerd om tot toetsing van subsidieaanvragen voor dit budget te komen. Het tweede half jaar van 2014 is daarnaast gebruikt om te kunnen komen tot de bezuinigingstaakstelling op Kunst en Cultuur voor 2015 en verder. Om dit mogelijk te maken heeft de raad er voor gekozen om het beleidsplan 2010-2014 ook op 2015 van toepassing te laten zijn, zodat de bezuinigingen geen ad-hoc karakter hebben maar beleidsmatig ingebed kunnen worden. Ten slotte is in 2014 een start gemaakt met de eerste verkenningen op de aanpak rondom de nieuwe cultuurvisie 2016-2020: op welke manier gaan we tot de nieuwe visie komen en wat vinden we hierbij belangrijk.
Thema 1 – Sport en recreatie Doelstelling:
Bevorderen sport en bewegen
Meetbare doelstelling (beoogd effect) 1. Vergroten van een gezonde en actieve levensstijl van de inwoners
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 81 van 211
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentie-
% van de gebruikers dat
Onderzoek sportdeelname
tevreden is over de
(*)
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
53%
53%
-
53%
-
(2013)
sportaccommodaties % inwoners dat voldoet aan de
Onderzoek sportdeelname
NNGB (Nederlandse Norm
(*)
53% (2013)
Gezond Bewegen) (*) Anders dan de naam doet vermoeden, biedt dit onderzoek inzicht in bewegen in de breedste zin van het woord. Dit onderzoek vindt 1x per vier jaar plaats.
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 1.1 Sportstimulering Ondersteuning en coördinatie van verschillende sportstimuleringsprojecten, waaronder: • Kies je Sport. Dit zijn sportdeelnamecursussen voor kinderen van groep 5 t/m 7 van de basisschool. De kinderen konden bij 43 verschillende sportaanbieders (waaronder 28 sportverenigingen) terecht voor kennismaking met sport. Hieraan hebben 705 kinderen meegedaan. • Uitvoering van schoolsportactiviteiten (Schoolsportagenda). Zo zijn samen met vier voetbalverenigingen in Soest de schoolvoetbaltoernooien georganiseerd. • Nationale Sportweek en de Koningspelen. • Club Extra, een club voor kinderen met bewegingsachterstanden. Twee combinatiefunctionarissen (1 fte) hebben in opdracht van de gemeente Soest een groot aantal sportstimuleringsactiviteiten georganiseerd voor jeugd. Daarnaast hebben zij ondersteuning geboden aan en samengewerkt met 20 verschillende sportverenigingen. In 2014 werkten zij met een uitgebreide planning en werd samengewerkt met de Sportfederatie en de Stichting Balans. Er zijn vier ‘Sport in Soest-avonden’ georganiseerd. Dit zijn thema-avonden over verschillende actuele maatschappelijke onderwerpen ten behoeve van de sportverenigingen. Ook heeft het traject ‘Positief coachen’ plaatsgevonden waaraan 6 sportverenigingen hebben deelgenomen. Verder hebben de combinatiefunctionarissen gezamenlijk met de Sportfederatie allerlei activiteiten waaronder EHBOcursussen en IVA-trainingen georganiseerd. 1.2 Onderhouden van de sportaccommodaties Het onderhoud aan de sportaccommodaties is uitgevoerd aan de hand van de opgestelde Meerjarenonderhoudsplanning. De jaarlijkse keuringen van de sportinventaris in binnensportaccommodaties hebben plaatsgevonden. Hierbij zijn noodzakelijke reparaties en kleine vervangingen van de inventaris uitgevoerd. Bij sportzaal Willaert zijn de kleedkamers vernieuwd. Bij Sportboulevard De Engh is de sportvloer in de sporthal vernieuwd. Verder zijn hier luchtbehandelingskasten vernieuwd en heeft er binnenschilderwerk plaatsgevonden. In afwachting van de uitkomsten van het sportvisietraject en het Integraal accommodatiebeleid zijn werkzaamheden en grotere vervangingen van inventaris van gymzaal Paulus Potter, sporthal Beukendal en kleed-/clubaccommodatie vv SEC uitgesteld. Tabel prestatie-indicator(en) omschrijving
bron
Streefwaarde
Realisatie
2014
2014
% sportbeoefenaars 8-12 jaar
Onderzoek sportdeelname
86%
86%(*)
% sportbeoefenaars 12-18 jaar
Onderzoek sportdeelname
90%
90%(*)
% sportbeoefenaars 18-55 jaar
Onderzoek sportdeelname
75%
75%(*)
% sportbeoefenaars 55+
Onderzoek sportdeelname
53%
53%(*)
(*) Het onderzoek Sportdeelname vindt 1x per 4 jaar plaats. Het laatste onderzoek vond plaats in 2013. Het volgende onderzoek staat gepland in 2017. In de tussenliggende jaren vinden er geen metingen plaats.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 82 van 211
Tabel kengetallen omschrijving Aantal deelnemers passe-partout sport Tarief passe-partout sport Aantal deelnemers Kies je Sport
2010
2011
Werkelijk 2012
8.234
8.285
8.340
€ 45,35
€ 48,00
€ 51,00
€ 51,90
€ 55,80
750
703
773
517(**)
705
2013
2014
8.128
7.065(*)
(*) Dit aantal is exclusief 870 leden van tennisvereniging LTC Soestdijk. Middels de raadsbrief sport d.d. 3 november 2014 heeft de gemeenteraad ingestemd met privatisering van LTC Soestdijk met terugwerkende kracht vanaf 1-1-2014. (**) Achterblijvende deelname in verband met minder deelname aantal sportverenigingen.
1.3 Speelruimtebeleid Op basis van het speelruimtebeleid ‘Het nieuwe spelen in Soest’ (2013) is het meerjarenuitvoeringsprogramma spelen opgesteld. Hierin is voor de periode 2015-2028 de planning voor het renoveren en omvormen van de formele en informele speelruimte in Soest en Soesterberg opgenomen.
Thema 2 – Kunst en cultuur Doelstellingen:
Behouden en versterken van een goed cultureel klimaat Stimuleren van culturele participatie door kinderen en jongeren
Meetbare doelstellingen (beoogde effecten) 1. In stand en toegankelijk houden van een veelzijdig aanbod van kunst, cultuur en cultureel erfgoed. 2. Vergroten van de culturele participatie door kinderen en jongeren. Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
6,3
7
1. Aanbod Tevredenheid inwoners aanbod
Waar staat je gemeente?
6,5
(2010)
(2013)(*)
2. Participatie % basisschoolleerlingen dat
Kunst Centraal
93%
93%
93%
wordt bereikt met cultuureducatie (kunst- en cultuurprogramma)
(*) Onderzoek wordt niet jaarlijks gedaan maar 1 keer in de drie/vier jaar. Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? 2.1 Uitvoeren Beperkte herijking cultuur 2013 De Beperkte herijking cultuur 2013 is uitgevoerd. Er is een budget voor grotere en/of meerjarige evenementen gecreëerd. De eerste evenementen zijn succesvol georganiseerd: Enjoy festival, Soest on Stage en De nacht van de Buitenplaats. 2.2 Ondersteuning park Klein Engendaal Het idee bestaat om procedureel ondersteuning te bieden aan (particuliere) initiatieven om in het park Klein Engendaal de beeldentuin De Hazelaar uit te breiden c.q. te vernieuwen. Dit is nog niet gerealiseerd in afwachting van de plannen voor het stationsgebied. 2.3 Participeren cultuureducatie Kunst Centraal heeft 93% van de scholen bereikt in 2014, dit is gelijk aan de afgelopen jaren. Het Kunstmenu heeft 19 van de 20 basisscholen bereikt. Alleen de christelijke reformatorische Daniëlschool neemt niet deel. Het cultuurprogramma heeft 18 scholen bereikt. De christelijke reformatorische Daniëlschool en de kunstmagneetschool de Egelantier doen niet mee. Sinds 2013 is Kunst Centraal gestopt met het cultuurprogramma in het voortgezet onderwijs. Het Griftlandcollege organiseert nu zelfstandig het cultuurprogramma voor alle leerlingen uitgezonderd de examenklassen.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 83 van 211
2.4 Uitvoeren verdiepingsprogramma Cultuureducatie met kwaliteit 2013-2016 Het verdiepingsprogramma Cultuureducatie met kwaliteit 2013-2016 is uitgevoerd door Idea in samenwerking met Kunst Centraal als aanvulling/verdieping op de bestaande cultuureducatieprogramma’s (Kunstmenu en cultuurprogramma). 93% van de scholen heeft deelgenomen. 2.5 Stimuleren cultuurparticipatie In 2014 hebben culturele instellingen zich, met hun uitgebreide en diverse programma’s, ingezet om cultuurparticipatie in Soest te stimuleren. De instellingen die de lokale basisstructuur vormen in Soest waren in 2014: Idea (bibliotheek, kunstencentrum, theater, kunstuitleen), Scholen in de kunst (Muziekschool Soest), Artishock, Soestvrijstaal, openluchttheater Cabrio, Museum Oud Soest, Radio Soest, SLAS, Historische vereniging Soest en Soesterberg. Daarnaast zijn er stichtingen en verenigingen in verschillende disciplines (muziek, dans, theater, beelden, media) actief geweest om de Soester inwoner te laten deelnemen aan cultuur of hen cultuur te laten beleven. Naast de structurele programma’s zijn ook incidentele projecten uitgevoerd (onder andere Kunst in Soesterberg, naschoolse activiteiten, Enjoy festival, Soest on Stage en De nacht van de Buitenplaats) die de cultuurparticipatie in Soest onder kinderen, jongeren en volwassenen hebben vergroot. 2.6 Voortzetten van een tijdelijke culturele voorziening (de Linde) in Soesterberg De tijdelijke culturele voorziening (de Linde) in Soesterberg is voortgezet in 2014 in afwachting van besluitvorming over de sociaal-culturele voorziening. 2.7 Het verbeteren van het beheer van het Evenemententerrein Soesterberg Het onderhoud en beheer van het sport- en spelterrein Soesterberg (onderdeel van het Evenemententerrein) zijn uitgevoerd conform de afspraken die staan in de beheerovereenkomst. In 2014 was de ijsvereniging zowel in de zomer als de winter hoofdgebruiker van het terrein. 2.8 Jeugdcultuurfonds Het Jeugdcultuurfonds heeft in 2014 gezorgd dat kinderen in achterstandsposities ook kunnen deelnemen aan kunst- en cultuurbeoefening.
2.9 Kunst in de gemeente De kunst in de buitenruimte van de gemeente is in kaart gebracht/geactualiseerd. In de publieksruimte van het gemeentehuis is een tentoonstelling georganiseerd om beeldende kunst in bezit van de gemeente onder de aandacht te brengen. Tabel kengetallen omschrijving Deelname aan Jeugdcultuurfonds:
2010
2011
Werkelijk 2012
2013
2014
onbekend
41
45
46
51
38
42
39
40
3
3
7
11
145
139
142
207
118
116
118
175
27
23
24
32
- aantal kinderen tot 13 jaar - aantal kinderen van 13 t/m 18 jaar Deelname aan Jeugdsportfonds: - aantal kinderen tot 13 jaar - aantal kinderen van 13 t/m 18 jaar
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
94
Pagina 84 van 211
2.10 Projecten - Banninghal De opdracht voor de renovatie/nieuwbouw is verstrekt. De voorbereidende werkzaamheden en besprekingen voor het maken van een definitief ontwerp en omgevingsvergunningaanvraag zijn gestart. uitgaven budget
werkelijk t/m 2013
2014
Nog te totaal
besteden
Voorbereidingskrediet
83.000
13.203
25.715
38.918
44.082
Uitvoeringskrediet
2.192.000
0
115.726
115.726
2.076.274
Inrichtingskrediet
118.000
0
0
0
118.000
Totaal
2.393.000
13.203
141.441
154.644
2.238.356
Dit project wordt gedekt door een bijdrage uit de reserve Investeringsfonds van € 2.378.000 en een bijdrage uit de exploitatie van € 15.000. C. Risicoparagraaf Aansprakelijkheid voor veiligheid van speelgelegenheid De gemeente kan aansprakelijk worden gesteld voor het beheer en onderhoud van speelgelegenheden en het nalaten daarvan. Om de veiligheid voor de gebruikers te borgen, zijn in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen wettelijke eisen gesteld aan speeltoestellen en aan het onderhoud en beheer van speelgelegenheden. Tot nu toe is het niet voorgekomen, maar in de toekomst kunnen we wellicht schadeclaims verwachten bij ongevallen op speelplaatsen. In 2014 is de gemeente niet aansprakelijk gesteld voor schades a.g.v. beheer en onderhoud aan speelgelegenheden of objecten in de openbare ruimte. Generiek risico Kans Financiële impact Financieel risico Begin 2014 Laag = 25% € 50.000 € 12.500 Imago/financieel/juridisch Einde 2014 Laag = 25% € 50.000 € 12.500 Imago/financieel/juridisch
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 85 van 211
D. Financiële verantwoording Programma Sport, recreatie, kunst en cultuur Baten en lasten (bedragen x € 1.000) Lasten Binnensport Buitensport Overig sport Recreatie en speelvoorzieningen Kunstbeoefening en bevordering Oudheidkunde/musea C ultuur Totaal lasten Baten Binnensport Buitensport Overig sport Recreatie en speelvoorzieningen Kunstbeoefening en bevordering Oudheidkunde/musea C ultuur Totaal baten Resultaat Afwijkingen t.o.v. begroting 2014: Lasten Baten Resultaat
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Rekening Begroting Rekening 2013 2014 2014
3.005 1.306 506 503 158 130 2.463
3.633 1.605 327 446 135 138 2.652
2.847 1.228 504 399 139 81 2.460
8.070
8.937
7.658
689 293 1 24
687 287 9 4
681 237 1 10 4
368
389
412
1.375
1.376
1.346
-6.695
-7.560
-6.313
1.279 -31 1.248
Pagina 86 van 211
Toelichting op de afwijkingen: - is nadelig Lasten Binnensport Apparaatskosten (zie overig sport) Hogere kosten inhuur schoonmaakkosten (dekking uit apparaatskosten) Energiekosten Onderhoudskosten sportgebouwen (de kosten worden verrekend met de reserve onderhoud gebouwen) Lagere inkomsten Lagere kosten sportcomplex Dalweg Overig Buitensport Onderhoudskosten sportgebouwen (de kosten worden verrekend met de reserve onderhoud gebouwen) Apparaatskosten Geen passe-partoutbijdrage LTC Soestdijk door privatisering accommodatie Lagere onderhoudskosten sportterreinen Overig Overig sport Apparaatskosten (extra inzet medewerkers sportvisie, zie ook binnensport) Het budget kleine sportvoorzieningen is ingezet ter dekking van de kapitaallasten kunstgrasveld VVZ Overig Recreatie en speelvoorzieningen Apparaatskosten Onderhoudskosten gebouwen (de kosten worden verrekend met de reserve onderhoud gebouwen) Lagere subsidiebijdragen Overig Kunstbeoefening en bevordering Apparaatskosten Lagere subsidiebijdragen Overig Oudheidkunde/musea Apparaatskosten Onderhoudskosten gebouwen (de kosten worden verrekend met de reserve onderhoud gebouwen) Overig C ultuur Apparaatskosten Onderhoudskosten gebouwen (de kosten worden verrekend met de reserve onderhoud gebouwen) Lagere subsidiebijdragen Huuropbrengsten Kermisopbrengsten Totaal
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
219 -28 4 579 -5 9 2
279 71 -54 34 -3
-200 29 -4
4 35 4 5
-17 11 2
54 6 -3
39 161 11 14 -10 1.248
Pagina 87 van 211
Programma 9 – Bestuurlijke taken A. Omschrijving van het programma Dit programma omvat een aantal producten en afdelingsoverstijgende thema’s zoals excellente dienstverlening. Het programma gaat ook over communicatie en burgerparticipatie, (bestuurlijke en regionale) samenwerking, goed bestuur, gebiedsgericht werken, bouwgrondexploitatie en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Producten Programma 9 bevat overkoepelende thema’s geldend voor alle beleidsvelden/programma’s en een aantal producten: Nr. 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7 9.8 9.9 9.10
Product Gemeenteraad College van B&W Bestuursondersteuning Samenwerking a. Communicatie en b. Participatie Burgerzaken Gebiedsgericht werken Onroerend goed Wet Waardering Onroerende Zaken Inkoop (opgenomen in paragraaf bedrijfsvoering)
Portefeuillehouder R.T. Metz R.T. Metz R.T. Metz R.T. Metz R.T. Metz J.G.S. Pijnenborg R.T. Metz J.G.S. Pijnenborg P.A. van der Torre Y.C. Kemmerling Y.C. Kemmerling
Relevante beleidsdocumenten a. b. c. d. e.
Verordening ambtelijke bijstand aan de leden van de raad (17 oktober 2002) Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (12 september 2002) Referendumverordening gemeente Soest 2005 (raad 2 juni 2005) Reglement van orde gemeenteraadsvergaderingen (raad 21 december 2006) Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Soest (25 september 2008) f. Waarstaatjegemeente.nl (2010/2011 en 2013) g. Medewerkertevredenheidsonderzoek (2010/2011 en 2013) h. Rapportage audit GBA i. Strategische communicatie- en participatienota 2010-2014 j. Uitwerking Strategische communicatienota: Zichtbaar Dichtbij 2010-2014 k. Kernnotitie Soest heeft Antwoord © l. Evaluatie Wijkgericht werken in Soest In de volgende versnelling (2010) m. Nota gebiedsgericht werken: herijking wijkgericht werken 2010-2014 n. Strategische HRM nota (2011/2014) o. Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Soest 2010-2014 p. Handboek Verbonden Partijen (juni 2012) B. Doelstellingen en activiteiten - Wat wilden we bereiken en wat hebben we ervoor gedaan? Thema’s
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Samenwerken met anderen Communicatie en participatie Gebiedsgericht werken Excellente dienstverlening Goed bestuur Goed werkgeverschap (opgenomen in paragraaf bedrijfsvoering)
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 88 van 211
Thema 1 - Samenwerken met anderen Doelstelling Efficiënt en effectief aanpakken van meer complexe problemen door samenwerking met anderen 1. Intensieve samenwerking met partners, gemeenten en instellingen. 2. Door samenwerking draagvlak creëren, wederzijds begrip versterken en betekenisvolle wederkerige verbindingen aangaan. 3. Andere partijen de mogelijkheid geven te investeren in gemeenschappelijke aanpak van een probleem. Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? Strategische visie op samenwerking Er is in 2014 een start gemaakt met de implementatie, binnen de ambtelijke organisatie, van de door de raad vastgestelde visie op samenwerking en het handboek verbonden partijen. Doel van de implementatie is om de vastgestelde kaders rondom het thema samenwerking binnen de ambtelijke organisatie uit te werken en handen en voeten te geven. Zoals in de strategische visie is opgenomen vindt een periodieke evaluatie van de bestaande samenwerkingsverbanden plaats. In 2014 is het onderzoeksplan doelmatigheid en doeltreffendheid voor 2014 opgesteld en daarin is opgenomen dat de verbonden partij Reinigingsdienst Midden Nederland (RMN) zal worden geëvalueerd. Regionale samenwerking Ook in 2014 is gebleken dat, om de meer complexe problemen effectief en efficiënt aan te kunnen pakken, gemeenten steeds meer met anderen moeten samenwerken. Gemeenten worden steeds meer onderdeel van ketens en netwerken. Bij een interactieve aanpak kunnen uiteenlopende samenwerkingsvormen bestaan, waarbij de wisselwerking tussen betrokken partijen kansen biedt op bijvoorbeeld draagvlak, het versterken van wederzijds begrip en betekenisvolle wederkerige verbindingen met de Soester inwoners, ondernemers, organisaties en professionals. Maar ook kansen om andere partijen te laten investeren in een gemeenschappelijke aanpak van een probleem. Binnen de Regio Amersfoort vindt een intensieve samenwerking plaats met de verschillende deelnemende gemeenten rondom verschillende (beleids)thema’s/pijlers. In 2014 is binnen de pijler Sociaal Domein intensief samengewerkt en afgestemd op welke wijze de ontwikkelingen en taken op het gebied van het sociaal domein (decentralisaties) in gezamenlijkheid regionaal kunnen worden opgepakt en afgestemd. Verbonden partijen De nota Verbonden partijen (paragraaf E) is, op basis van de door de raad in mei 2013 vastgestelde visie op samenwerking, het handboek Verbonden partijen verder geactualiseerd. Zie hiervoor paragraaf E Verbonden partijen. (Informele) samenwerkingsverbanden en kennisdeling Medewerkers delen in verschillende verbanden kennis en ervaring, zowel intern als met vakgenoten en (ervarings)deskundigen buiten onze organisatie. Vanuit het managementteam blijven we deze informele samenwerking en kennisdeling stimuleren en faciliteren. Stedenband Op 25 november 2013 is ten overstaan van een notaris de akte van oprichting van de stichting SoestSoest ondertekend. De stichting zet zich onder voorzitterschap van de burgemeester van Soest in om de 60-jarige stedenband te continueren.
Thema 2 - Communicatie en participatie Doelstelling
Interactief besturen (vergroten van draagvlak voor het beleid door communicatie en participatie) 1. Kennis en betrokkenheid in de samenleving vergroten. 2. Kennis van inwoners en partnerorganisaties inzetten. 3. De (gevoelde) afstand tussen inwoners en gemeentebestuur verkleinen. 4. Inwoners en organisaties participeren in het democratisch beleids- en besluitvormingsproces.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 89 van 211
5. Inwoners weten wat ze van de gemeente mogen verwachten en mogen eisen stellen aan de communicatie van de gemeente met haar inwoners en met partners. Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? Communicatie We hebben in 2014 bij al onze beleidsterreinen communicatie ingezet. Dat gebeurde met uiteenlopende (op de doelgroep en het doel afgestemde) communicatiestrategieën, -middelen en –methoden. Door een goede informatie-uitwisseling (zichtbaar en herkenbaar zijn) en door contact te maken met onze inwoners en organisaties (dicht bij hun eigen belevingswereld) hebben we gewerkt aan de verbetering van de relatie tussen gemeente en samenleving. De basis hiervoor lag in de ‘Nota communicatie en Participatie 2010-2014’. Concrete acties die in 2014 zijn uitgevoerd: versterken inzet van (nieuwe) social media. Ontwikkeling nieuwe website die beter aansluit bij de wensen en het gebruik van inwoners, bij de webrichtlijnen en bij Soest heeft Antwoord ©. Dit betekent dat wij de website meer zullen inzetten als dienstverleningskanaal en minder als communicatiekanaal. Ontwikkelen en vullen van een beeldbank om het gebruik van goed beeldmateriaal in communicatieuitingen en andere documenten te stimuleren en vergemakkelijken. Er is gestart met de actualisering van het communicatie- en participatiebeleid, in aansluiting op het nieuwe coalitieakkoord. Participatie Net als bij communicatie hebben we in 2014 uiteenlopende (op de doelgroep en het doel afgestemde) communicatie- en participatiestrategieën, -middelen en -methoden ingezet om invulling te geven aan informatievoorziening en participatie/samenwerking. Concrete acties die in 2014 zijn uitgevoerd: het digitale inwonerpanel is weer ingezet om bewoners te bevragen over thema’s die spelen in de samenleving en/of in onze beleidsvormingstrajecten/-projecten. Het trainingsprogramma in het kader van participatief en gebiedsgericht werken heeft met de inzet van eigen medewerkers een vervolg gekregen in de organisatie om het geleerde levend te houden en door te ontwikkelen; zoals de training participatie en gebiedsgericht werken voor nieuwe medewerkers. Er zijn structureel actoren en belangen geïnventariseerd op basis waarvan per situatie een geschikte participatieaanpak is bepaald. Bewoners, organisaties en bedrijven is meer ruimte gegeven om bij meer onderwerpen betrokken te zijn. Waar dit wenselijk en zinvol is, hebben deze partners meer invloed gehad: naast adviseur waren ze ook actief als samenwerkingspartner en initiatiefnemer. Doorontwikkeling van participatie-instrumenten. Een evaluatie-instrument voor participatieprocessen. Monitoring/evaluatie, zoals toegezegd aan de raad, van uitgevoerde participatietrajecten en verantwoording over de inzet van de door de raad beschikbaar gestelde middelen voor participatie.
Thema 3 - Gebiedsgericht werken Doelstellingen:
1. Verhogen van de kwaliteit van leven in de straat, wijk of gebied met behulp
van een leefbaarheidsagenda. 2. Het opstellen van beleid/plannen en uitvoering daarvan is gericht op de
leefomgeving van de inwoner en is afgestemd op de behoefte van de inwoner. Tabel effectindicator(en) omschrijving 1. Inwoner als partner 2. Inwoner als wijkbewoner
bron
Monitor Waar staat je gemeente.nl?
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Streefwaarde 2013 5,8 7,0
Realisatie jaar 2013 5,8 6,8
Streefwaarde jaar 2014 6,0 6,9
Realisatie jaar 2014 n.v.t. n.v.t.
Pagina 90 van 211
Het onderzoek ‘Waarstaatjegemeente’ vindt tweejaarlijks plaats. De laatste keer was in 2013. De volgende staat gepland voor 2015. Daarmee zijn er geen realisatiewaarden 2014 aanwezig. Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? De waardering van ‘Waar staat je gemeente.nl’ op de burgerrollen partner en wijkbewoner zijn in de afgelopen twee jaar toegenomen. Dit was reden om in 2014 onverkort de inspanningen voort te zetten. Integraal gebiedsgericht werken is een organisatiebrede werkwijze waarbij we onze opgaven verbinden met die van partners en partijen in de samenleving. Zo kunnen we samen adequaat inspelen op situaties in de samenleving (maatwerk). Gebiedsgericht werken wordt uitgevoerd binnen de bestaande organisatie in een flexibele vorm, passend bij de benodigde aanpak. Concrete acties die in 2014 zijn uitgevoerd: Uitvoering gegeven aan de ‘Nota Gebiedsgericht werken: herijking wijkgericht werken’ en de elementen uit de ‘Nota Communicatie en Participatie’ gericht op gebiedsgericht werken, zoals het bepalen en uitvoeren van maatwerkparticipatie met behulp van de participatiewijzer en krachtenveldanalyse. Omgevingsanalyse Soestdijk ‘t Hart is gemaakt en samen met partners besproken. Er hebben meerdere afstemmingsoverleggen plaatsgevonden met partners in de samenleving op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Een speciale themabijeenkomst is gewijd aan jongerenoverlast – een onderwerp dat leeft bij alle gesprekspartners. Dit heeft in 2015 een vervolg gekregen met een workshop ‘straatcultuur’ om beter inzicht te krijgen in de belevingswereld van jongeren en hoe je daar effectief mee om kunt gaan als bewoner maar ook als samenwerkingspartner in de wijken. Er is ingezet op het onderhouden van de goede relatie met de wijkbewonerteams (WBT’s) en het dorpsbewonerteam Soesterberg (DBT) en de teams faciliteren om hun rol goed en zelfstandig te kunnen vervullen. Het digitaal wijkinformatiesysteem is verder ontwikkeld. De nieuwe analysetool (BSR-model van SmartAgent) waarbij leefstijlen per gebied in kaart zijn gebracht is breder ingezet en uitgerold zodat we bij onze beleidsontwikkeling en –uitvoering rekening kunnen houden met de belevingswereld van de bewoners in een gebied. Dit instrument is ook gepresenteerd aan de raadswerkgroep Bestuurlijke vernieuwing en wordt in 2015 aan de gehele raad gepresenteerd. Begin 2015 is er ook een workshop geweest voor WBT’s over dit instrument en hoe dit hen kan helpen om goed aan te sluiten bij de behoeften in hun wijk. Er is een pilot gestart met een speeltoestel in de wijk Soestdijk-’t Hart. Het WBT biedt deze speelvoorziening als bewonersinitiatief aan de wijk aan. Omdat deze voorziening niet is opgenomen in het gemeentelijke speelplekkenbeleid maar we het bewonersinitiatief wel mogelijk willen maken, horen hier ook afspraken bij over onderhoud en aanspreekpunt voor het geval er iets aan de hand is met het toestel. Het WBT heeft hier als initiatiefnemer een verantwoordelijkheid in. Dit is maatwerk, een uitgangspunt van gebiedsgericht werken omdat niet ieder gebied hetzelfde is.
Thema 4 - Excellente dienstverlening Doelstelling: Excellente dienstverlening Meetbare doelstelling: 1. Tevreden inwoners over de dienstverlening 2. Soest heeft Antwoord © Tabel effectindicator(en) Omschrijving
bron
Inwoner als klant: tevredenheid
Monitor Waar staat je
inwoners over dienstverlening
gemeente.nl?
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Referentie-
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
7,7
7,7
n.v.t.
Pagina 91 van 211
Activiteiten - Wat hebben we ervoor gedaan? De uitkomsten van ‘Waar staat je gemeente.nl’ op de burgerrol van de inwoner als klant zijn in 2014 niet gemeten. Er vindt een keer in de 2 jaar een burgerpeiling Waarstaatjegemeente plaats, een nieuw onderzoek vindt plaats in 2015. Uiteraard zijn we wel verder aan de slag gegaan met investering en uitvoering geven aan de organisatiedoelstellingen rond excellente dienstverlening. 1.1.
1.2. • • •
•
• •
De uitvoering van de monitor ‘Waar staat je gemeente.nl’ heeft in het voorjaar van 2013 plaatsgevonden; de definitieve rapportage is in september 2013 vrijgegeven. Bevindingen daarvan zijn in 2014 meegenomen in de afdelingsplannen en beleidsontwikkelingen. Soest heeft Antwoord ©. Bij Soest heeft Antwoord© staat excellente dienstverlening centraal. We geven hier invulling aan op basis van de volgende uitgangspunten: de burger en het bedrijf staan centraal (‘van buiten naar binnen’). Overheidsinformatie moet voor iedereen toegankelijk zijn. Ontsluiting via internet speelt daarbij een steeds belangrijkere rol. Multichannel-loketten en kanaalsturing. Het contact met burgers en bedrijven verloopt via verschillende kanalen. Het antwoord moet hetzelfde zijn, onafhankelijk van het kanaal dat wordt gebruikt. Bij kanaalsturing zijn de wensen van burgers en bedrijven van belang. Het inzetten van een mix van kanalen is nodig om iedereen te bereiken. Eenmalige gegevensverstrekking. Gegevens waar de gemeente al over beschikt (bijvoorbeeld omdat ze deel uitmaken van een van de basisregistraties) worden niet opnieuw bij burgers en bedrijven opgevraagd. Overheidslagen werken samen. Gemeenten worden de meest nabije overheid. In de strategische nota “Soest heeft Antwoord©” zijn eind 2013 alle relevante thema’s voor doorontwikkeling van de dienstverlening als overzichtelijke deelprojecten beschreven. In 2014 hebben we gewerkt aan de uitwerking van deze deelprojecten. Ook zijn voorbereidingen getroffen voor projecten die in 2015 gerealiseerd zullen worden of inmiddels zijn. U kunt denken aan “werken op afspraak”, de inrichting van de nieuwe website als dienstverleningskanaal en de keuze voor open source en een top taken concept. We voldoen per 1-1-2015 aan de meeste resultaatverplichtingen I-NUP. De nog openstaande punten (implementatie van MijnOverheid.nl en e-herkenning voor bedrijven) zullen we in 2015 afronden. De berichtgeving over en vanuit Soest in de sociale media kunnen we monitoren met begin 2014 aangeschafte software. Hierdoor zijn we goed op de hoogte van ‘de gesprekken’ op internet en kunnen we hier waar gewenst ook in participeren. kwaliteitshandvest met servicenormen; Ter voorbereiding op een kwaliteitshandvest loopt een project email-afdoening. Ook werkt de gemeente op afspraak waardoor servicetijden zijn aangepast. In 2015 verwachten wij te monitoren servicenormen te kunnen formuleren. Er is een nieuwe telefooncentrale in 2014 gerealiseerd. De kennisbank met productbeschrijvingen en veel gestelde vragen en antwoorden is door het TIP (Telefonisch Informatie Punt) in gebruik genomen en opgenomen in de gemeentelijke website. Onze inwoners krijgen hierdoor via de telefoon en via internet toegang tot dezelfde informatie. Op 2 februari 2015 wordt gemeente breed een vernieuwd digitaal zaaksysteem uitgerold. In dit systeem is alle informatie die bij een zaak hoort bij elkaar geregistreerd (documenten en informatie over de voortgang van de afhandeling). Om de afhandeling van e-mail te verbeteren is software aangeschaft die het mogelijk maakt om e-mail zonder handmatige acties in het zaaksysteem te registreren. Daarnaast zijn de procesafspraken en verantwoordelijkheden t.a.v. de e-mailafhandeling nader in beeld gebracht. De mogelijkheden voor digitale dienstverlening zijn verruimd door in een aantal digitale formulieren verbeteringen door te voeren en door een e-formulier beschikbaar te stellen voor aanmeldingen in het sociaal domein. het Telefonisch Informatie Punt (TIP) met als doel zo veel mogelijk vragen bij het eerste contact te kunnen beantwoorden, is ingericht voor de gehele afdeling Dienstverlening.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 92 van 211
Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie (mGBA) Op 6 januari 2014 is de Wet basisregistratie personen (Wet BRP) in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet GBA. In de Wet BRP is een aantal wijzigingen en nieuwe voorschriften opgenomen ten opzichte van de wet GBA, maar niet alle wijzigingen zijn ook direct op 6 januari 2014 in werking getreden. De Wet BRP is de basis voor het nieuwe BRP-stelsel. Het is de bedoeling dat gemeenten tussen 2016 en 2018 aansluiten op dit stelsel. De gemeenten gaan werken met nieuwe burgerzakenmodules (BZM) waarmee de wijzigingen van de persoonsgegevens kunnen worden doorgevoerd. Dit gebeurt in de periode tussen 2016 en 2018. In verband met toename van de kosten is er in opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken in het najaar van 2013 een onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van de modernisering van de GBA door het bureau Gartner. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat ondanks de hoge kosten het project mGBA wordt voortgezet. Het uitstel van de inwerkingtreding van de Wet BRP en het onderzoek naar de haalbaarheid van het project heeft geleid tot uitstel van de oplevering en aanschaf van de koppelvlakken evenals de aanbesteding van de burgerzakenmodules. In 2014 is de ontwikkeling van de BZM door de leveranciers voortgezet. Verwerving van de BZM door gemeenten kon in 2014 niet plaatsvinden omdat de BZM door de leveranciers nog niet waren opgeleverd. Door de landelijke vertraging van hele project, inmiddels verdergegaan onder de naam Operatie BRP, is voorzien dat in 2015 de aanbesteding van de BZM zal starten. Als eerste zullen de binnengemeentelijke leveringen veilig moeten worden gesteld (voorzien in 2016). Kort daarna (2017) zal de GBA component worden vervangen door de BZM. Deze volgorde is van belang omdat de GBA component het hart vormt van de binnengemeentelijk persoonsinformatie-voorziening.
Thema 5 - Goed bestuur Doelstelling: Tevreden inwoners over het gemeentebestuur Tabel effectindicator(en) omschrijving
De gemiddelde tevredenheid inwoners in de 5 burgerrollen Inwoner als kiezer: tevredenheid inwoners over het gemeentebestuur Inwoners als onderdaan: tevredenheid inwoners over het gemeentebestuur
bron
Monitor Waar staat je gemeente.nl?
Referentie-
Streefwaarde
Realisatie
of nulwaarde
2014
2014
6,4
6.5
n.v.t.
5,8
5.8
n.v.t.
6,3
6.3
n.v.t.
Bestuurlijke vernieuwing en bestuursstijl Bestuurlijke vernieuwing en de bestuursstijl zijn belangrijke onderwerpen in het in 2014 opgestelde coalitieakkoord 2014 – 2018. In de loop van 2014 hebben over deze onderwerpen de eerste gedachtenvormingen plaats gevonden. Bovendien staan we steeds meer aan de voorkant van processen stil bij onze rol als gemeentelijke overheid in relatie tot de rol die de samenleving zelf kan, wil of moet spelen. Dit uit zich bijvoorbeeld in de inrichting van het participatietraject rond de sportvisie en de wijze waarop de samenleving is gevraagd welke onderwerpen relevant zijn bij het maken van een nieuw duurzaamheidsplan. Er is een presentatie gegeven aan de raadswerkgroep Bestuurlijke Vernieuwing over de verschillende instrumenten die in de organisatie al beschikbaar zijn, zoals het afwegingskader burgerparticipatie, de leefstijlenanalyse per gebied en de plancirkel die houvast biedt in planvormingsprocessen bij rolbepaling voor bestuur, samenleving en ambtelijke organisatie. Deze presentatie krijgt in 2015 een vervolg voor de hele gemeenteraad en de gedachtenvorming en de nadere uitwerking van bestuurlijke vernieuwing wordt in 2015 voortgezet.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 93 van 211
Accommodatiebeleid In november 2014 heeft de raad ingestemd met het voorstel om model 1 van het beleidskeuzemodel als uitgangspunt te hanteren voor de verbeterplannen als onderdeel van het Integraal Accommodatiebeleid. Model 1 luidt als volgt: De gemeente blijft alleen nog eigenaar van de benodigde accommodaties voor onderwijs (wettelijke taak) en accommodaties voor bewegingsonderwijs (wettelijke taak). Bij uitvoering van de verbeterplannen zal: voldaan worden aan de Wet Markt en Overheid; hoge prioriteit geven aan het in stand houden van een toekomstbestendig voorzieningenaanbod; de wensen van gebruikers voor wat betreft spreiding en clustering respecteren; onderzoeken van mogelijkheden voor herontwikkeling en omzetting van gemeentelijk accommodaties naar gedifferentieerde huisvesting. Nadat het voorstel is aangenomen door de raad is gestart met gesprekken met de verschillende huurders en gebruikers in de wijken Overhees en Smitsveen welke met prioriteit zouden worden behandeld. E.e.a. dient als input voor het opstellen van verbeterplannen. Daarnaast wordt gewerkt aan een voorstel op welke wijze te voldoen aan de Wet Markt en Overheid. Het streven is om voor de zomer van 2015 te komen met verbetervoorstellen en op welke wijze te voldoen aan de Wet Markt en Overheid. In de volgende fase (de analysefase) worden ook de financiële aspecten zoals eerder opgenomen in de startnotitie Plan van Aanpak Integraal Accommodatiebeleid meegenomen. Daarnaast geldt dat als in de uitwerking van model 1 blijkt dat in bepaalde voorzieningen ongewenst niet wordt voorzien, zal het college zich nader beraden. uitga v e n budget
werkelijk t/m 2013
besluit najaarsnota 2012
261.000
107.021
Nog te
2014
totaal
59.255
166.276
besteden 94.724
C. Risicoparagraaf Terugval huuropbrengsten gemeentelijke accommodaties Als gevolg van de economische omstandigheden en overheidsbezuinigingen heroriënteren maatschappelijke organisaties zich op hun ruimtegebruik. Dit heeft zijn weerslag op de gemeentelijke accommodaties. Dit uit zich in leegstand. Naar verwachting zal de komende jaren de leegstand toenemen. Daarnaast gaan als gevolg van de marktomstandigheden de huurprijzen omlaag. In de voorjaarsnota 2014 is gemeld dat als gevolg van de huurcorrectie op de gesubsidieerde huur voor de peuterspeelzalen (BINK) voor een aantal accommodaties van de gemeente alsook de herhuisvesting van één peuterspeelplaats (Woelwaters), er een incidentele huurderving van € 57.000 ontstaan is. Generiek risico Begin 2014 Eind 2014
Kans Gemiddeld = 50% Gemiddeld = 50%
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Financiële impact € 150.000 € 50.000
Financieel risico € 75.000 € 25.000
Pagina 94 van 211
Gemeentelijke eigendommen en aansprakelijkheid/verzekeringen Verzekeringen zijn aangegaan voor onder andere: gebouwen en inventaris; voertuigen; wettelijke aansprakelijkheid; en diverse overige verzekeringen op gebied van fraude, personeel en bestuur. De financiële impact van de ten laste van de gemeente blijvende risico’s is nauwelijks te kwantificeren. De onderstaande schatting is niet meer dan een grofmazige poging. In 2014 zijn de kosten van eigen risico binnen de budgetten gebleven. Daarmee zijn er geen gerealiseerde risico’s in 2014. Generiek risico Kans Financiële impact Financieel risico Begin 2014 Laag = 10% € 1.000.000 € 100.000 Eind 2014 Laag = 10% € 1.000.000 € 100.000
D. Financiële verantwoording
Programma Bestuurlijke taken Baten en lasten (bedragen x € 1.000) Lasten Gemeenteraad C ollege van B en W Bestuursondersteuning Samenwerkingen C ommunicatie en voorlichting Burgerzaken Gebiedsgericht werken Onroerend goed Wet waardering onroerende zaken Totaal lasten Baten Gemeenteraad C ollege van B en W Bestuursondersteuning Samenwerkingen C ommunicatie en voorlichting Burgerzaken Gebiedsgericht werken Onroerend goed Wet waardering onroerende zaken Totaal baten Resultaat Afwijkingen t.o.v. begroting 2014: Lasten Baten Resultaat
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Rekening Begroting Rekening 2013 2014 2014
1.121 1.916 303 104 979 1.544 325 1.538 580
1.145 1.582 346 148 835 1.743 377 1.885 598
1.180 1.573 347 127 879 1.831 299 1.881 504
8.409
8.658
8.619
373
11
681
663
796
962 50
1.633 50
1.828 50
2.065
2.346
2.685
-6.344
-6.312
-5.934
39 339 378
Pagina 95 van 211
Toelichting op de afwijkingen: - is nadelig Gemeenteraad Apparaatskosten Overig
-34 -1
C ollege van B en W Apparaatskosten
26
Hogere lasten pensioenverplichtingen wethouders
-8
Overig
2
Bestuursondersteuning Apparaatskosten Overig
-5 4
Samenwerkingen Regionale implementatie sociaal domein; voorgesteld wordt het saldo te oormerken
21
C ommunicatie en voorlichting Apparaatskosten Hogere kosten Op 't Hoogt door digitale publicatieplicht Participatiebudget; de kosten zijn zo veel mogelijk op de projectbudgetten verantwoord Overig
-64 -8 18 10
Burgerzaken Apparaatskosten Kosten GBA Leges huwelijk en burgelijke stand Leges reisdocumenten inclusief inkoopkosten Leges naturalisatie inclusief kosten Overig
-12 13 14 21 6 3
Gebiedsgericht werken Apparaatskosten Saldi diverse wijkbudgetten (2014: € 18.000, afrekeningen € 7.000) Omgevingsanalyse Overig Onroerend goed Apparaatskosten Minder inhuur extern personeel Onderhoudskosten gebouwen (de kosten worden verrekend met de reserve onderhoud gebouwen) Hogere energielasten Geen kosten grondverwerving (geen aankopen grond) Het projectbudget BGT blijft geoormerkt in de reserve geoormerkte beleidsuitgaven Aanpassing oormerkvoorstel accommodatiebeleid Lagere huren/pachten De grondverkopen worden verrekend met de algemene reserve Hogere kosten belastingen Wet waardering onroerende zaken Apparaatskosten
39 26 9 4
-128 72 91 -25 16 151 -15 -11 60 -11
88
Overig
6
Totaal
378
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 96 van 211
Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen en recapitulatie Baten en lasten (bedragen x € 1.000) Lasten Lasten programma 1 t/m 9 Algemene lasten Stelposten Onvoorziene uitgaven
Rekening Begroting Rekening 2013
2014
2014
88.887 2.059
94.488 520 -14 10
83.485 812
90.946
95.003
84.297
Baten programma 1 t/m 9
38.648
43.154
37.935
Algemene uitkering Gemeentefonds
33.768
34.132
33.919
4.174
4.599
4.541
Dividenden, aandelen
316
402
76
Saldo financiering
109
924
1.011
Totaal lasten Baten
Wet maatschappelijke ondersteuning
Lokale belastingen
7.997
7.958
7.923
855
1.176
1.218
1.378
148
151
Totaal baten
87.245
92.492
86.774
Resultaat voor bestemming
-3.701
-2.511
2.477
Stortingen
14.165
7.273
8.340
Onttrekkingen
19.690
10.436
7.262
Resultaten na bestemming
1.824
651
1.399
Bespaarde rente Overige
Mutaties reserves
Afwijkingen t.o.v. begroting 2014: Lasten Baten Resultaat
9.639 -8.892 747
Toelichting op de afwijkingen: - is nadelig Reeds toegelichte verschillen bij de programma's 1 t/m 9 Algemene lasten Saldo kostenplaatsen (begroot € 141.000 minus werkelijk € 483.000) Dekking uit de stelpost salarisontwikkelingen Onder-/overschrijding op kostenplaats: gemeentehuis automatisering huishoudelijke dienst, documentatie, catering en archief overige personeel Lagere dekking door minder productieve uren Bijdrage bedrijfsreserve (beïnvloedbare personeelskosten) Overige niet-beïnvloedbare personeelskosten
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
5.784 -342 153 217 -111 10 -9 -308 238 152 342
Pagina 97 van 211
Herwaardering van de dubieuze debiteuren geeft als saldo:
-2
Stelposten Vervallen stelposten: de werkelijke uitgaven zijn verantwoord op de diverse programma's Hiertoe behoren: - stelpost salarissen (zie hierboven) - stelpost onderuitputting - stelpost taakstelling personeel - stelpost taakmutaties; waaronder NUP-middelen (zie ook bij Algemene uitkering) - stelpost onvoorzien welzijn Algemene uitkering Gemeentefonds Lagere uitkeringen over de jaren 2012 t/m 2014, a.g.v. bijstelling verdeelmaatstaven Reservering NUP-gelden (deze middelen worden in 2015 weer onttrokken uit het Gemeentefonds; zie ook bij stelpost taakmutaties) Decentralisatie-uitkeringen, per saldo Integratie-uitkering Wet maatschappelijke ondersteuning
-67 -6
-326
Saldo financiering
88
Lokale belastingen Apparaatskosten Lagere kosten invordering Lagere kosten betalingsverkeer Lagere opbrengst vervolgingskosten Lagere opbrengst ozb eigenarenheffing niet-woningen Lagere opbrengst ozb gebruikers niet-woningen
34 15 2 -21 -5 -8
Bespaarde rente Over de omvang van de reserves wordt rente toegevoegd (naar de situatie van 1 januari 2014) Deze bespaarde rente wordt als bate verantwoord ten gunste van de exploitatie en vervolgens bij de bestemming van het resultaat toegevoegd aan de reserves.
Totaal algemene dekkingsmiddelen
-141
-58
Dividenden, aandelen Afboeking 2012 t/m 2014 vordering concessie-uitkering Vitens
Overig
153 -162 -58 52 10
42 4 4.988
Reservemutaties (stortingen) zie specificatie hoofdstuk 5.4
-1.067
Reservemutaties (onttrekkingen) zie specificatie hoofdstuk 5.4
-3.174
Totaal algemene dekkingsmiddelen
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
747
Pagina 98 van 211
C. Risicoparagraaf Dubieuze debiteuren Dit risico betreft de mogelijke oninbaarheid van debiteuren (in het bijzonder de belastingdebiteuren). In 2014 is een bedrag van ruim € 79.000 oninbaar geleden, dat is € 6.000 meer dan waarmee jaarlijks in de begroting rekening wordt gehouden. De dubieuze debiteuren zijn daarentegen met € 4.000 lager gewaardeerd. Generiek risico Kans Financiële impact Financieel risico Begin 2014 Financieel Gemiddeld = 50% € 50.000 € 25.000 Einde 2014 Financieel Gemiddeld = 50% € 50.000 € 25.000 Dividenduitkering BNG/Vitens De gemeente Soest heeft aandelen bij de Bank Nederlandse Gemeenten en Vitens. Dividenduitkeringen kunnen fluctueren. Door de kredietcrisis en de daaruit voortvloeiende maatregelen stond de winst van de Bank Nederlandse Gemeenten onder druk. Dit heeft tot een fors lagere dividenduitkering van de BNG over het jaar 2011 geleid. De uitkering over 2012 liet vervolgens een substantiële verbetering zien. De raming voor 2014 (is dividendjaar 2013) is op dit niveau geraamd. Het dividend van de BNG over 2013 (uitgekeerd in 2014) is uitgekomen op € 157.000, € 27.000 lager dan primair begroot (gemeld in voorjaarsnota). Het dividend van Vitens lag in lijn met het geraamde bedrag. Generiek risico Kans Financiële impact Financieel risico Begin 2014 BNG - Financieel Hoog = 50% € 50.000 € 25.000 Einde 2014 BNG - Financieel Hoog = 50% € 50.000 € 25.000 Begin 2014 Vitens - Financieel Gemiddeld = 50% € 25.000 € 12.500 Einde 2014 Vitens - Financieel Gemiddeld = 50% € 25.000 € 12.500 Lonen en prijzen In deze begroting is (met stelposten) rekening gehouden met een bepaalde loon- en prijsontwikkeling (zie hiervoor de uitgangspunten in hoofdstuk 1, bestuurlijke inleiding). Het risico blijft aanwezig dat de loon- en prijsontwikkeling hoger uitvalt dan waarmee rekening is gehouden. De geraamde stelposten waren meer dan voldoende om de prijs- en loonstijgingen op te vangen. Bij de najaarsnota is de stelpost voor loonstijgingen afgeraamd met € 150.000. Generiek risico Begin 2014 Financieel Einde 2014 Financieel
Kans
Laag = 10% Laag = 10%
Financiële impact € 400.000 € 200.000
Financieel risico € 40.000 € 20.000
Concessie-uitkering Vitens Waterbedrijf Vitens heeft medio 2010 eenzijdig met onmiddellijke ingang de zogeheten concessieovereenkomst (uit 1968) opgezegd. Dit betekent dat Soest vanaf 2011 een inkomst derft van circa € 110.000 per jaar. Vitens is in het vierde kwartaal van 2013 in rechte gedagvaard om de verschuldigde uitkeringen op grond van de concessieovereenkomst te betalen. Medio december 2014 heeft de rechtbank de vordering van de gemeenten (behalve Soest zijn ook De Bilt, Utrecht en Zeist benadeeld) grotendeels afgewezen. Alleen het uitkeringsjaar 2011 dient nog door Vitens te worden betaald. De vier gemeenten hebben besloten in beroep te gaan. Voor dit moment impliceert de uitspraak van de rechtbank dat de vordering tot een bedrag van (€ 225.000) is afgeboekt en dat de voor het lopende jaar geraamde uitkering (€ 109.000) niet is gerealiseerd. Generiek risico Kans Financiële impact Financieel risico Begin 2014 lopend jaar Gemiddeld = 50% € 109.000 € 54.500 Idem, vordering 2011-2013 Gemiddeld = 50% € 109.000 € 54.500 Einde 2014 lopend jaar n.v.t. n.v.t. (geraamde n.v.t. opbrengst ad € 110.000 zal moeten worden afgeraamd)
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 99 van 211
Renterisico Renterisico’s hebben vooral betrekking op situaties waarbij: de mogelijkheid zich voordoet van renteherziening; er nieuwe vaste geldleningen moeten worden aangetrokken; uitstaande gelden opnieuw uitgezet moeten worden. De rentedaling heeft zich in 2014 verder voortgezet. Er zijn in 2014 geen langlopende geldleningen aangetrokken. Generiek risico Kans Financiële impact Financieel risico Begin 2014 Financieel Laag = 25% € 150.000 € 37.500 Einde 2014 Financieel Laag = 10% € 150.000 € 15.000 Uitkeringen Gemeentefonds Circa 40% van de inkomsten van de gemeente is afkomstig uit het Gemeentefonds. De ontwikkeling van de algemene uitkering is vanaf 2013 weer verbonden aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Dit impliceert een relatief grote onzekerheidsfactor. 1% lagere of hogere uitkering is circa € 380.000. Ten opzichte van de primaire begroting is de algemene uitkering ca. € 800.000 lager uitgevallen. De herverdeling van het Gemeentefonds is een jaar uitgesteld, tot 2015. Generiek risico Begin 2014 Financieel
Kans Gemiddeld = 50%
Einde 2014 Financieel
Laag = 25%
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Financiële impact € 760.000 (is ca. 2% uitkering) € 500.000
Financieel risico € 380.000 € 125.000
Pagina 100 van 211
Hoofdstuk 4 - Paragrafen Paragraaf A - Weerstandsvermogen en risicomanagement Het • • • • • • •
Visiedocument Risicomanagement bevat de volgende kaders voor het risicomanagement in Soest: Pragmatische aanpak Onderbouwing weerstandsvermogen door middel van risicomanagement Kwalitatieve methode met een afgeleide kwantificering Benoemen strategische risicogebieden en soorten risico’s Vaststellen schaalindeling voor prioritering risico’s Norm weerstandsvermogen Aansluiting bij reguliere planning & controlcyclus (besturingsprocessen)
Het risicomanagement omvat een drietal sporen: 1. Risicobewustzijn. Dit betreft het bij beleidsvoorbereiding vroegtijdig stil staan bij en weergeven van risicobeheersing in college- en raadsvoorstellen en in projectplannen. Dit wordt geborgd en gefaciliteerd door in trainingen adviesvaardigheden en projectmatig werken en het onderwerp risicomanagement te behandelen. Tevens via algemene informatieverstrekking en interne nieuwsbrieven. 2. Weergave van bestuurlijk relevante risico's in de programma’s van de begroting en nadere onderbouwing van het weerstandsvermogen in de paragraaf risicomanagement. 3. Het per afdeling uitvoeren van globale risicoanalyses. In deze paragraaf wordt nadere uitwerking gegeven aan de volgende drie kaders uit het Visiedocument Risicomanagement: • Onderbouwing weerstandsvermogen d.m.v. risicomanagement. • Norm weerstandsvermogen. • Aansluiting bij reguliere planning & controlcyclus (besturingsprocessen) Relatie risicomanagement, weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen Een gemeente loopt tal van risico’s. Een deel van de risico’s wordt geheel of gedeeltelijk afgedekt door specifieke maatregelen (risicomanagement). Voorbeelden daarvan zijn het afsluiten van verzekeringen en het inrichten van de interne controle. Naast de afgedekte risico’s loopt een gemeente ook altijd risico’s die niet (kunnen) worden afgedekt. Deze risico’s kunnen tot onvoorziene kosten leiden. Om te voorkomen dat een ingrijpende beleidswijziging zou moeten worden doorgevoerd bij het optreden van niet afgedekte risico’s, dient een gemeente een capaciteit te bezitten om dergelijke zaken op te vangen: de zogenaamde weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en de capaciteit die een gemeente heeft om die niet-begrote kosten op te vangen. Benodigde weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit is te herleiden uit een inschatting van de financiële omvang van het totaal aan risico’s waar geen of onvoldoende beheersmaatregelen voor getroffen zijn. Zoals gebruikelijk is bij de begroting 2014 een inschatting gemaakt van het financiële effect van niet volledig afgedekte financiële risico’s. In de hiernavolgende tabel is in de kolom ‘aantoonbaar financieel effect op jaarrekening 2014’ aangegeven welke risico’s ook daadwerkelijk uitgekomen zijn. Enkele daarvan zijn positiever uitgevallen dan voorzien, andere zijn negatiever uitgevallen. Per saldo bedraagt het financiële effect op de gerealiseerde risico’s bijna € 1,5 mln. Dit bedrag kon ruimschoots door de beschikbare weerstandscapaciteit opgevangen worden. Tevens geeft de hiernavolgende tabel de inschatting per einde 2014 weer van de financiële effecten van niet volledig afgedekte financiële risico’s. Op grond van deze inschatting wordt per einde 2014 de benodigde weerstandscapaciteit indicatief gesteld op ca. € 4,4 mln. Dit is in lijn met de afgelopen jaren.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 101 van 211
Programma en Onderwerp
Aantoonbaar Inschatting financieel effect van benoemde fin. effect risico’s per: op jaarrek. '14 Begin ‘14 Einde ‘14
Programma 1. Veiligheid
0
0
0
- Geen Programma 2. Verkeer en Vervoer - Geen Programma 3. Economie - Geen
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
9.000
150.000
95.500
0
25.000
25.000
9.000
25.000
25.000
0
100.000
45.500
224.000
2.290.000
2.410.000
224.000
150.000
n.v.t.
0
100.000
140.000
0
930.000
330.000
0
1.110.000
1.610.000
0
n.v.t.
90.000
0
n.v.t.
240.000
einde 2014: gewogen risico's NC W € 574.572. Fin. effect bepaald via Monte C arlomethodiek Programma 6. Onderwijs
0
0
0
- Geen
0
0
0
153.000 151.000
307.500 100.000
1.227.500 150.000
-67.000
162.500
232.500
Programma 4. Natuur en Milieu - Eigen risico aansprakelijkheid m.b.t. beheer en onderhoud openbare ruimte Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 50% x € 50.000 einde 2014: 50% x € 50.000 - Storm- en bliksemschade openbaar groen Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 25% x € 100.000 einde 2014: 25% x € 100.000 - RUD-vorming Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 50% x € 200.000 einde 2014: 50% x € 91.000 Programma 5. Wonen en Ruimtelijke Ordening - Bouwleges Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 75% x € 200.000 einde 2014: n.v.t. - Planschade Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 25% x € 400.000 einde 2014: 35% x € 400.000 - Project vliegbasis Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 10% x € 9.300.000 einde 2014: 10% x € 3.300.000 - Risicoanalyse Mastergrex Masterplan Soesterberg Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 37% x € 3.000.000 einde 2014: gewogen risico's NC W € 5.044.381. Fin. effect bepaald via Monte C arlo-methodiek - Grondexploitatie Staringlaan begin 2014: n.v.t. einde 2014: gewogen risico's NC W € 203.037. Fin. effect bepaald via Monte C arlomethodiek - Grondexploitatie Dorpshuis begin 2014: n.v.t.
Programma 7. Zorg en Welzijn - Regionaal Sociaal Werkvoorzieningsschap Amersfoort Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 50% x € 200.000 einde 2014: 75% x € 200.000 - Gemeentelijke bijdrage sociale uitkeringen Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 25% x € 650.000 einde 2014: 25% x € 930.000
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 102 van 211
Programma en Onderwerp
- Schuldhulpverlening
Inschatting financieel Aantoonbaar effect van benoemde fin. effect op risico’s per: jaarrek. '14 Begin ‘14 Einde ‘14 69.000
45.000
45.000
0
n.v.t.
800.000
Programma 8. Sport,recreatie, kunst en cultuur
0
12.500
12.500
- Aansprakelijkheid t.a.v. veiligheid van speelgelegenheid
0
12.500
12.500
57.000
175.000
125.000
0
100.000
100.000
57.000
75.000
25.000
1.002.000
697.000
207.500
2.000
25.000
25.000
27.000
25.000
25.000
-2.000
12.500
12.500
216.000
160.000
n.v.t.
109.000
54.500
n.v.t.
800.000
380.000
125.000
-150.000
40.000
20.000
Paragrafen
0
222.500
358.000
- B - Financiering: Renterisico
0
37.500
15.000
0
75.000
125.000
Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 90% x € 50.000 einde 2014: 90% x € 50.000 - Onvoorziene effecten initiële uitvoering nieuwe taken Sociaal Domein Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: n.v.t. einde 2014: 50% x € 1.600.000
Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 25% x € 50.000 einde 2014: 25% x € 50.000 Programma 9. Bestuurlijke taken - Gemeentelijke aansprakelijkheid/verzekeringen Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 10% x € 1.000.000 einde 2014: 10% x € 1.000.000 - Terugval huuropbrengsten gemeentelijke accommodaties Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 50% x € 150.000 einde 2014: 50% x € 50.000 Algemene dekkingsmiddelen - Dubieuze debiteuren Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 50% x € 50.000 einde 2014: 50% x € 50.000 - Dividenduitkering BNG Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 50% x € 50.000 einde 2014: 50% x € 50.000 - Dividenduitkering Vitens Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 50% x € 25.000 einde 2014: 50% x € 25.000 - Concessie-uitkering Vitens, vordering 2012-2014 Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 50% x € 320.000 einde 2014: n.v.t. - Concessie-uitkering Vitens, structureel Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 50% x € 109.000 einde 2014: n.v.t. - Ontwikkelingen algemene uitkering Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 50% x € 760.000 einde 2014: 25% x € 500.000 - Lonen en prijzen Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 10% x € 400.000 einde 2014: 10% x € 200.000
Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 25% x € 150.000 einde 2014: 10% x € 150.000 - C - Bedrijfsvoering: Trajecten medewerkers Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 50% x € 150.000 einde 2014: 50% x € 250.000
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 103 van 211
Programma en Onderwerp
- C - Bedrijfsvoering: Externe juridische ondersteuning bij inkoop
Inschatting financieel Aantoonbaar effect van benoemde fin. effect op risico’s per: jaarrek. '14 Begin ‘14 Einde ‘14 0
30.000
30.000
0
80.000
188.000
1.445.000
3.854.500
4.436.000
Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 50% x € 60.000 einde 2014: 50% x € 60.000 - E - Verbonden Partijen: Garantstellingen Onderbouwing inschatting financieel effect: begin 2014: 5% x € 1.600.000 einde 2014: diverse perc. en bedragen Totaal
Noot bij de tabel: Een in de kolom Aantoonbaar fin. effect op jaarrek. '14 negatief weergegeven bedrag geeft aan dat er in tegenstelling tot een verwacht risico juist een voordelig resultaat behaald is.
Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit is te onderscheiden in een structurele en een incidentele component. De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de niet benutte belastingcapaciteit. De niet benutte belastingcapaciteit wordt gedefinieerd als het verschil tussen: 1. De werkelijke kosten en opbrengsten (= mate van kostendekking) van de afvalstoffenheffing en van de rioolheffing. 2. De ozb-opbrengst voor de gemeente Soest volgens de artikel 12-norm en de werkelijke ozbopbrengst. Op basis van deze normen bedraagt de structurele weerstandscapaciteit circa € 5,6 mln. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de reserves die niet geblokkeerd zijn. Omdat de besteding van het merendeel van de reserves vast ligt en incidentele aanwending van deze reserves leidt tot een bestedingsbeperking voor de toekomst, beschouwen wij alleen de algemene reserve als vrij aanwendbaar. Ultimo 2014 bedraagt deze € 7,5 miljoen (exclusief jaarresultaat 2014). Daarmee ligt deze boven de door de raad gestelde minimumnorm van € 5 miljoen. De totale beschikbare weerstandscapaciteit (incidenteel + structureel) bedraagt per ultimo 2014 € 13,1 mln, waarvan € 5,6 mln structureel + € 7,5 mln incidenteel. Weerstandsvermogen Voor onderbouwing of het weerstandsvermogen toereikend is, wordt de beschikbare weerstandscapaciteit (= algemene reserve + vrije belastingcapaciteit) gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit. Op grond van deze berekening bedraagt het weerstandvermogen per ultimo 2014: € 13,1 mln / € 4,4 mln = 2,98. Het Visiedocument Risicomanagement hanteert als norm een weerstandsvermogen van 1 of groter. De feitelijke omvang van het weerstandsvermogen voldoet daarmee in ruime mate aan de norm.
Samenvatting: De normen voor het risicomanagement zijn in 2014 gerealiseerd: 1. Norm weerstandsvermogen: groter dan 1 werkelijk per einde 2014: 3,0 2. Minimumnorm algemene reserve: € 5 mln. werkelijk per einde 2014: ca. € 7,5 mln
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 104 van 211
Paragraaf B - Financiering Algemeen Onder treasury wordt verstaan: Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële posities en de hieraan gebonden risico’s. De treasuryfunctie moet voldoen aan de Wet Fido (Financiering Decentrale Overheden). In deze wet staat onder andere dat een gemeente alleen leningen mag aangaan en middelen mag uitzetten voor de uitoefening van de publieke taak ter vermijding van overmatige risico’s. De uitvoering van het treasurybeleid is beschreven in het Treasurystatuut, laatstelijk door de raad vastgesteld op 16 december 2010. Vlottende schuld De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel geld een gemeente mag lenen voor een periode van maximaal 1 jaar. Deze limiet bedroeg in 2014 € 8,7 miljoen (zie Modelstaat A). Zoals reeds in de begroting 2014 was aangegeven, was het in dit jaar noodzakelijk kasgeldleningen aan te gaan ter overbrugging en ter voorkoming van overschrijding van het overeengekomen kredietarrangement bij de BNG. Langlopende schuld De renterisiconorm geeft aan hoeveel een gemeente mag uitgeven aan renteherzieningen en aflossingen van langlopende leningen. Deze norm bedroeg in 2014 € 18,8 miljoen (zie Modelstaat B). Dit jaar was het niet noodzakelijk een vaste geldlening aan te trekken. Per 1 januari 2014 bedroeg de totale leningenportefeuille circa € 19,2 miljoen. De vaste schuld per 31 december 2014 bedraagt € 17,7 miljoen. De afname van € 1,5 miljoen is veroorzaakt door de reguliere aflossingen. Gemiddeld werd over de totale leningenportefeuille een rente van 4,49% betaald. Dit lijkt vrij hoog, maar de leningenportefeuille bevat 8 langlopende leningen, waarvan 7 afgesloten in de jaren 1995 t/m 2008 met wisselende rentes van 4,30% t/m 7,25%. Van de nog lopende leningen komen er geen in aanmerking voor vervroegde aflossing. Kredietrisico’s van verstrekte leningen Restant omvang van de verstrekte leningen: 31/12/2014 31/12/2013 - geldleningen ambtenaren (4) € 66.109 € 75.134 In 2014 zijn geen leningen aan derden verstrekt. De risico’s voor de eerder verstrekte leningen zijn uiterst beperkt. Voor de verstrekte leningen aan ambtenaren voor de aankoop van woningen is hypothecaire zekerheid gesteld, waarbij de waarde in het economisch verkeer van de woningen de restantschuld ruimschoots overstijgt. Garantstellingen In de balans (passiva) komt een onderdeel “gewaarborgde geldleningen” voor. Wij kunnen u hierover het volgende melden: De door de gemeente verstrekte garantstellingen hebben betrekking op de volgende categorieën: Instellingen op het gebied van de woningbouw. De rol van de gemeente is primair overgenomen door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De gemeente fungeert als achtervang. De WSW stuurt jaarlijks eind maart een verantwoording. Tot nu toe was er voldoende geld aanwezig in het waarborgfonds. We blijven de ontwikkelingen nauwlettend volgen. Sociaal-culturele instellingen, sportverenigingen. Er zijn geen achterstanden en het risico is als normaal aan te merken. Een verhoogd risico is wel aanwezig ten aanzien van een gegarandeerde geldlening aan v.v. Vliegdorp, met een restschuld van € 270.000 ultimo 2014; zoals bekend verkeert deze vereniging in financieel zwaar weer. Koop of bouw van woningen door particulieren. Deze garantierisico’s zijn vooralsnog uiterst beperkt.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 105 van 211
Relatiebeheer De BNG (Bank van Nederlandse Gemeenten) is onze huisbankier. Nagenoeg alle financiële transacties worden bij de BNG afgewikkeld via één centrale gemeentelijke rekening. De gemeente heeft een kredietarrangement met de BNG. Het kredietarrangement is gehandhaafd op € 8 mln. Ontwikkelingen in 2014 In 2013 is het schatkistbankieren verplicht geworden voor decentrale overheden. Ook in 2014 hebben wij door deze verplichting al onze overtollige (liquide) middelen aan moeten houden in de schatkist. Via een werkrekening bij de BNG worden de middelen boven het grensbedrag van € 0,5 mln (het bedrag dat we op onze betaalrekening mogen aanhouden voor onze dagelijkse bedrijfsvoering) van onze bankrekening overgeboekt naar rijks schatkist. Vooruitblik Op 31 december 2014 bedroeg het tekort in rekening-courant circa € 1,5 mln. Gezien de teruglopende liquiditeiten en de te verwachten investeringsuitgaven vanaf 2015 voor onder andere het realiseren van de plannen voor Soesterberg zal het aangaan van een of meer kasgeldleningen noodzakelijk zijn. Eventueel zal een vaste geldlening worden aangetrokken. Wij zien overigens geen problemen in het aantrekken van geldleningen voor de realisatie van plannen. Ondanks de verscherpte voorwaarden van banken als gevolg van de financiële crisis wordt de gemeente i.c. de overheid beschouwd als betrouwbare partner voor het nakomen van de verplichtingen. Vanzelfsprekend worden ontwikkelingen met name rond de rentestand nauwlettend gevolgd en afhankelijk daarvan worden adequaat besluiten genomen in overleg met het treasurycomité.
Bron: DNB, ontwikkeling Euribor
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 106 van 211
Bron: DNB, ontwikkeling rente op staatsleningen
Voorgeschreven bijlagen Hieronder treft u de bij deze paragraaf voorgeschreven staten aan.
Modelstaat A liquiditeitspositie in relatie tot kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000) Stappen ( 1 - 4 )
(1) Vlottende
(2) Vlottende
(3) Netto vlottend (+) of
schuld
middelen
Overschot middelen (-)
(1) - (2) = (3) 1-1-2014
1.071
1.683
31-3-2014
409
399
-10
30-6-2014
18
2.296
2.278
15
3.875
3.860
1.543
21
-1.521
30-9-2014 31-12-2014
612
(4) gemiddelde van (3) Stappen ( 5 - 9)
(5)
1.044 Variabelen
Bedragen
kasgeldlimiet (KGL)
8.654
(6a) = (5>4)
ruimte onder de KGL
9.697
(6b) = (4>5)
overschrijding van de KGL
Berekening kasgeldlimiet (5) (7)
Begrotingstotaal 2014
(8)
Percentage regeling
(5) = (7) x (8) / 100
Kasgeldlimiet
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
101.809 8,5%
8.654
Pagina 107 van 211
Modelstaat B renterisico vaste schuld (bedragen x € 1.000) Stap
Variabelen
2014
Renterisico(norm) (1)
renteherzieningen
(2)
aflossingen
1.575
0
(3)
renterisico ( 1+2)
1.575
(4)
renterisiconorm
(5a) = ( 4 < 3 )
ruimte onder renterisiconorm
(5b) = ( 3 > 4 )
overschrijding renterisiconorm
Berekening
renterisiconorm
(4a)
begrotingstotaal
(4b)
percentage regeling
(4) = (4a x 4b/100)
renterisiconorm 2014
18.787
101.809 20% 20.362
Schuldpositie en houdbare gemeentefinanciën Basisset kengetallen financiële positie in ontwikkeling In mei 2014 heeft de adviescommissie vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording zijn rapportage uitgebracht. Met dit rapport als uitgangspunt is overeenkomstig het advies een stuurgroep ingesteld om de aanbevelingen richting te geven en is de uitwerking aan zeven werkgroepen opgedragen. Een van de vernieuwingen is om te komen tot een verplichte basisset van vijf kengetallen die in samenhang informatie moeten geven aan raadsleden over de financiële positie van de gemeente. De planning daarbij is dat medio 2015 het besluit (tot wijziging van het BBV) kan worden vastgesteld. Door Soest wordt eigener beweging al in enkele van de beoogde kengetallen voorzien. Zo hebben we vooruitlopend op de hiervoor geschetste ontwikkeling in de jaarstukken 2013 voor het eerst aandacht besteed aan het thema ‘schuldpositie en houdbare gemeentefinanciën’. In de jaarstukken 2014 geven we hieraan een vervolg. De beoogde invoering van de verplichte basisset van vijf kengetallen is met de begroting 2016 en de jaarrekeningstukken 2015 voorzien. Beoordeling financiële positie De omvang van het eigen vermogen in de vorm van reserves is een slechte indicator voor de beoordeling van de financiële positie. Reserves op de balans zitten vast in bakstenen van bijvoorbeeld (school)gebouwen en stoeptegels van gemeentelijke straten. Staat er niet genoeg geld op de bank, dan zijn voor investeringen in bezit als wegen, riolering, gebouwen en voorraden bouwgrond leningen nodig. Dat betekent dat voor een oordeel over de financiële positie voor een gemeente de volgende vragen van belang zijn. In hoeverre is het gemeentebezit belast met schuld en kan de gemeente zijn schuld met zijn (toekomstige) inkomen dragen? Hieruit volgt dat in 1e instantie vooral gekeken moet worden naar de balans en in het bijzonder naar de omvang van de schulden en (vrije) geldelijke bezittingen. Hiervoor zijn kengetallen over de (ontwikkeling van de) schuldpositie goed bruikbaar. Hierna volgt een korte uitleg over de meest relevante (door de VNG ontwikkelde) kengetallen en wordt aansluitend op de situatie voor Soest ingegaan.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 108 van 211
Bruto schuld Het kengetal schuldratio (ook wel debtratio genoemd) geeft aan in hoeverre het bezit op de balans (debetzijde) belast is met schuld (creditzijde). Het kengetal geeft in procenten het aandeel van de schulden in het balanstotaal. Is de uitkomst lager dan 20%, dan heeft de gemeente (vrijwel) geen schulden. Een uitkomst tussen 20% en 70% is als normaal te beschouwen. Tussen 70% en 80% springt het licht van een gemeente op oranje. Is de uitkomst groter dan 80%, dan heeft de gemeente zijn bezit zeer zwaar belast met schuld. Voor -
Soest zijn de uitkomsten in de periode 2011 t/m 2014 als volgt: 2011: 27% 2012: 31% 2013: 39% 2014: 36%
Geconcludeerd kan worden dat: a. In 2014 de bruto schuld t.o.v. 2013 licht is afgenomen. b. De omvang van de bruto schuld redelijk stabiel is en royaal valt binnen de bandbreedte die als normaal voor een gemeente kan worden beschouwd. c. In 2014 zo’n 65% van het bezit op de balans niet met schulden is belast (dus schuldenvrij is). Netto schuld In het kengetal schuldratio speelt de bruto schuld de hoofdrol. Bij het vergelijken van de hoogte van schulden tussen gemeenten onderling ontstaat een beter beeld als wordt uitgegaan van netto schuld. Bij netto schuld wordt de omvang van de geldelijke bezittingen die niet is ingezet voor de publieke zaak, in mindering gebracht op de bruto schuld. Het kengetal netto schuldquote wordt voor de beoordeling van de financiële positie van gemeenten als een betere graadmeter gezien omdat dit kengetal: - Een indicatie geeft van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. - Inzicht geeft of een gemeente investeringsruimte heeft of juist op zijn tellen moet passen. Hierachter gaat het volgende mechanisme schuil. Gaat een gemeente schulden aan (b.v. ten behoeve van investeringen), dan worden de lasten hoger door rentebetalingen en aflossingen. Door geld te lenen worden aanschaffingen naar voren gehaald maar de consequentie is dat hiermee een beslag op toekomstige inkomsten worden gelegd. Hoe hoger de schulden hoe meer toekomstige inkomsten voor aflossingen en rente worden vastgelegd. Deze uitgaven aan aflossingen en rente kunnen niet aan andere publieke voorzieningen worden besteed. Te hoge schulden verdrukken op deze wijze uitgaven aan noodzakelijke publieke voorzieningen en kunnen de gemeente in financiële problemen brengen. Hoe de uitkomst te beoordelen? Als de netto schuldquote de 100% passeert, springt het licht op oranje. Bij een netto schuldquote boven de 130% springt het licht voor de gemeente op rood. Tussen 0% en 100% is bij de meeste gemeenten sprake van een normale uitkomst. Voor Soest zijn de uitkomsten in de periode 2011 t/m 2014 als volgt (met tussen haakjes de netto schuldquote per inwoner): - 2011: 10% (€ 199) - 2012: 8% (€ 158) - 2013: 17% (€ 321) - 2014: 12% (€ 235) Geconcludeerd kan worden dat: a. In 2014 de netto schuldquote als aandeel van de inkomsten t.o.v. 2013 is afgenomen. b. De omvang van de netto schuld als aandeel van de inkomsten relatief laag is en royaal binnen de bandbreedte valt die als normaal voor een gemeente kan worden beschouwd.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 109 van 211
Paragraaf C - Bedrijfsvoering Deze paragraaf beschrijft hoe we invulling geven aan de bedrijfsvoering van onze organisatie. Een goede bedrijfsvoering is een basisvoorwaarde om de organisatiedoelstellingen te behalen. Om de publieke dienstverlening te optimaliseren kijken we naar de bedrijfsvoering in al haar facetten. De afdeling Bedrijfsvoering stelt hierbij randvoorwaarden, ondersteunt en kijkt mee wat vanuit de centrale (publieke) dienstverlening nodig en mogelijk is. Relevante beleidsdocumenten Het beleid in Soest voor de bedrijfsvoering is hoofdzakelijk opgenomen in de nota’s: Strategie en beleid a. Directieplan 2012-2014 b. Regeling Organisatie (2012) c. Raadsprogramma 2010-2014 d. Collegeprogramma 2010-2014 e. Coalitieakkoord 2014-2018 f. Gebiedsgericht werken: herijking wijkgericht werken (raad 2010) Organisatieontwikkeling g. Soest heeft Antwoord © (strategische visie: Dienstverlening 2013-2017) h. Projectmatig werken (2008/2010/2012) i. Nota inkoopbeleid en aanbesteding (de nota’s uit 2004 en 2011 zijn in 1 document samengevoegd in 2012, aangepast aan nieuwe wetgeving 2013) Management van middelen j. Gemeentelijk informatiebeveiligingsbeleid (B&W 2011, 2012) k. Integriteit/gedragscode (actualisatie 2008) l. Risicomanagement (raad 2008, 2013) m. Nota Communicatie- en participatie 2010-2014 n. Beheerplan I&A 2012-2015 Management van processen o. De actueel geldende verordeningen p. Mandaatbesluit (directie en MT en college 2012) q. Besluit Begroting en Verantwoording Gemeenten en Provincies r. Nota Reserves en voorzieningen (raad juli 2013) s. Verordening op het financieel beleid, beheer en organisatie ex art. 212 GW (raad, mei 2008) t. Controleverordening (financieel beheer) ex art. 213 GW (raad, mei 2008) u. Verordening doelmatigheid ex art. 213a GW v. Budgethoudersregeling (directie juni 2004) Medewerkers w. HRM-nota 2010-2014 x. Strategisch Opleidingsbeleid (2011-2014) y. Handboek Competentiemanagement (2005, 2008, 2012) z. Performancecyclus aa. Integraal gezondheidsmanagement en arbo-beleidsverklaring/Plan van aanpak (2012) bb. Duurzaamheidplan 2010–2014 (raad, juni 2010) cc. Beleidsverklaring interne milieuzorg Soest 2012 -2014 (april 2012, september 2014) Waardering door burgers, medewerkers en maatschappij dd. Medewerkertevredenheidonderzoek gemeente Soest (2008/2009, 2010/2011, 2013) ee. Rapportage Waarstaatjegemeente.nl (B&W 2010/2011, 2013) ff. Periodieke rapportages klachten- en bezwaarschriften
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 110 van 211
Binnen de gemeente Soest werken we volgens de Soester invulling van het model van het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK-model). Dit model legt een relatie tussen strategie, beleid, middelen en competenties enerzijds en medewerkers, klanten, leveranciers en maatschappij anderzijds. We voeren het werk uit volgens de cyclus van Plan-Do-Check-Act. Aan deze planmatige cyclus zijn de meer mensgerichte en sociaal culturele aspecten gekoppeld die nodig zijn om een organisatie goed te laten functioneren: inspireren, mobiliseren, waarderen en reflecteren.
Inwoners mogen verwachten dat we in onze publieke dienstverlening rechtmatig handelen en betrouwbaar, transparant, doelmatig, doeltreffend en slagvaardig zijn.
Door het INK-model, Plan-Do-Check-Act en de mensgerichte en sociaal culturele aspecten te combineren, optimaliseren wij planmatig onze bedrijfsvoering en daarmee onze publieke dienstverlening in al haar facetten. Dit leidt tot de volgende gefaseerde werkwijze: Fase 1 Plannen
1 Strategie en beleid; duidelijke doelen afgeleid van missie, visie en strategieën 2 Tonen van leiderschap Inspireren elkaar enthousiast maken voor de bestaansreden van de organisatie, haar producten en diensten en haar positie en kracht. Dit betekent het ontwikkelen van een gedeeld toekomstbeeld en het samen ontdekken van de mogelijkheden tot vernieuwing en verbetering.
Fase 1 Plannen 1. Strategie en beleid van de bedrijfsvoering Publiek beleid is geen exclusieve taak voor de overheid en hoeft niet altijd centraal vastgesteld te worden. Ook individuen en maatschappelijke groepen kunnen beleid ontwikkelen en zich inzetten om de publieke zaak te dienen. Zij kunnen dit zelfstandig doen, maar ook in samenwerking met ons als gemeente. De gemeente is de nabije overheid. Daardoor is de gemeente in staat – of zou in staat moeten zijn – om de relatie met inwoners en samenleving te verbeteren en het vertrouwen van de inwoners te herstellen. Burgerschap in Soest komt mede tot ontwikkeling wanneer burgers ook zelf aangesproken worden om zich actief in te zetten voor de gemeenschap. Samen met de gemeenteraad en inwoners wil het college Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 111 van 211
participatie vormgeven. Deze nieuwe manieren van werken en samenwerken hebben effect op onze bedrijfsvoering. Inwoners, organisaties en de rijksoverheid stellen eisen aan onze dienstverlening. Het is belangrijk dat we onze bedrijfsvoeringsstrategie daarin bepalen om te zorgen voor samenhangend beleid en een betere externe oriëntatie (van buiten naar binnen denken en doen). Excellente dienstverlening, verdere ontwikkeling van klantgerichte houding en gedrag, participatie en communicatie, handige toepassing van ICT-mogelijkheden en minder en duidelijker regels zorgen voor een betere relatie met inwoners en bedrijven en een effectievere aanpak van problemen. De missie van de gemeente Soest Onze missie sluit aan bij het motto van het coalitieakkoord 2014-2018: “Samen voor een vitale gemeente Soest”. Onze missie luidt:
Samen actief voor Soest
Wij werken aan excellente dienstverlening, kunnen ons met de ander verbinden en spelen met onze klantgerichtheid in op de vraag van inwoners en samenleving. Wij richten ons op het vergroten van de betrokkenheid en participatie van inwoners en organisaties in het democratisch beleids- en besluitvormingsproces. Wij richten ons op het behalen van de overeengekomen resultaten en helpen anderen hun resultaten te behalen. Wij zetten ons actief in voor Soest en Soesterberg. Dat doen we mét de samenleving, ieder vanuit zijn eigen rol. We denken en werken van buiten naar binnen en tonen daarbij durf en drive.
Visie op de organisatie Onze visie is vertaald in organisatieprincipes, kerndoelen en kernwaarden. Op basis van de missie en visie hanteren we deze organisatieprincipes: De raad stelt kaders, controleert en communiceert met de samenleving en heeft waardering voor de door de organisatie geleverde bijdragen. Het college houdt zich bezig met de besturing van de lokale samenleving, is gericht op betrokkenheid en participatie van inwoners en organisaties in het democratisch beleids- en besluitvormingsproces en heeft vertrouwen in de adviezen en uitvoering van de organisatie. Organiseren is een doorlopend proces dat gebruik maakt van natuurlijke momenten, urgentiebesef en sterke cultuuraspecten. De cultuur die we in Soest nastreven is dat medewerkers van nature samenwerken, elkaar opzoeken en een meerwaarde hebben voor elkaar en voor de totstandkoming van producten voor onze inwoners. De kern is dienstbaarheid aan de samenleving met het bestuur als tussenschakel. Uit de missie vloeien onze kerndoelen voort: Leveren van excellente publieke dienstverlening. Inspelen op vragen en verwachtingen van burgers over het leven en wonen in Soest. Inspelen op nieuwe ontwikkelingen die van invloed zijn op onze organisatie. Wij werken aan deze kerndoelen met de volgende kernwaarden in gedachten: Durf & drive. Klant- en naar buiten gericht. Samenwerken aan resultaat. Met elkaar maken we Soest waar iedereen meetelt. Organogram Ons organisatiemodel is gericht op de kwaliteit van het proces en de te behalen doelstellingen. De organisatie is ingericht volgens drie pijlers: Beleid, Uitvoering en Bestuur- en managementondersteuning. Er zijn in totaal zes afdelingen en een projectbureau.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 112 van 211
2. Leiderschap Effectief publiek management is een kritische succesfactor voor het verbeteren van de dienstverlening. De drie basisrollen van afdelingshoofden zijn: Sturing, facilitering en coaching eigen onderdeel (werk en medewerkers). Schakel naar het bestuur (vooral strategie, beleid en prioriteitstelling; ook aanspreekbaar op resultaten). Horizontale afstemming met anderen binnen en buiten de organisatie. Dat vraagt van de afdelingshoofden dat zij zich verder ontwikkelen en zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor het resultaat. Afdelingshoofden zijn verantwoordelijk voor beleid en uitvoering. De eindverantwoordelijkheid voor wat de organisatie voortbrengt ligt bij de directie. Directieplan en afdelingsplannen Afgeleid van het raads- en collegeprogramma is een, op de bedrijfsvoering gericht, meerjarig directieplan opgesteld. Ter actualisatie van het directieplan worden jaarlijks speerpunten benoemd. Het meerjarig directieplan en de speerpunten vormen de basis voor de afdelingsplannen. De afdelingsplannen komen mede tot stand in afstemming tussen afdelingshoofden en college/portefeuillehouders. De volgende resultaten zijn in 2014 behaald: Eenduidige en consistente vertaling van bestuurlijke ambities naar concrete uitvoering. De directie toetst en monitort de prestatieafspraken in de afdelingsplannen op het niveau van bedrijfsvoering. De portefeuillehouders doen dit inhoudelijk. Jaarlijks vindt de performancecyclus plaats bestaande uit: beoordelings- en functioneringsgesprekken, coaching en ontwikkelgesprekken.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 113 van 211
Fase 2 Do: Management van middelen, processen en medewerkers 3. Management van middelen In de bedrijfsvoering beschikken we over de volgende middelen: Communicatie en participatie (zie programma 9). Informatievoorziening en ICT. Financiële bedrijfsvoering. Juridische kwaliteitszorg. Informatievoorziening en ICT Algemeen Informatievoorziening is een bepalend onderdeel binnen onze bedrijfsvoering. Er spelen onder andere in het kader van Soest heeft Antwoord© veel ontwikkelingen op dit gebied. Zo is er steeds meer sprake van digitalisering van documenten en processen. In het regeerakkoord waarin wordt aangegeven dat de digitale dienstverlening moet verbeteren. Bedrijven en burgers kunnen uiterlijk in 2017 zaken die ze met de overheid doen - zoals het aanvragen van een vergunning - digitaal afhandelen. Er komt een eenmalige gegevensuitvraag voor ondernemers die gebruik maken van het Ondernemingsdossier om bedrijfsgegevens uit te wisselen met de overheid. Dit sluit naadloos aan bij het strategisch kader voor Soest heeft Antwoord ©. Daarin neemt ontwikkeling van (e-)dienstverlening een prominente plaats in. Ook het I-NUP (Nationaal Uitvoeringsprogramma) vormt daarbij een belangrijke richtlijn. In het kader van het NUP (Nationaal Uitvoerings Programma Dienstverlening en e-Overheid) moeten gemeenten vóór 1 januari 2015 een aantal bouwstenen realiseren die samen de basisinfrastructuur vormen voor de e-overheid. Dit zijn de minimaal noodzakelijke randvoorwaarden voor goed elektronisch verkeer tussen overheid, burgers en bedrijven. Een deel van de bouwstenen hebben we in Soest al gerealiseerd, een ander deel wordt in 2014 opgepakt, zoals de berichtenbox Mijnoverheid, e-herkenning en het NHR (Nieuw Handelsregister). In de afgelopen twee jaar heeft zich een aantal incidenten voorgedaan waarbij lekken zijn aangetoond in websites van overheidsorganisaties. Daarom heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bepaald dat organisaties die DigiD gebruiken jaarlijks een zogenaamde ICTbeveiligingsassessment (een soort audit) moeten laten uitvoeren. Hiernaast moeten ook periodiek audits plaatsvinden m.b.t. de basisregistraties. Streven is om dit alles in samenhang uit te laten voeren. De visie op en ontwikkeling van de informatievoorziening worden vastgelegd in het gemeentelijk informatiebeleidsplan. Dit wordt jaarlijks geactualiseerd. Daarnaast is er een vijfjarig beheersplan I&A (informatievoorziening en automatisering) dat ook jaarlijks wordt geactualiseerd. De volgende resultaten zijn in 2014 bereikt: Om de beschikbaarheid en performance van de ICT voorzieningen te verbeteren, zijn in het eerste half jaar alle gemeentelijke werkplekken gemigreerd van de oude gemeentelijke ICT omgeving naar de nieuwe ICT omgeving van de RID Utrecht. Aansluitend is in het najaar gestart met de migratie van de gemeentelijke servers naar de RID omgeving. Dit loopt nog door in het eerste kwartaal van 2015. In 2014 hebben intensieve voorbereidingen plaatsgevonden voor de uitrol van een gemeentebreed vernieuwd digitaal zaaksysteem. Hiermee wordt het mogelijk om de verspreiding van papieren ingekomen brieven in de organisatie stop te zetten en uitgaande brieven digitaal te ondertekenen. Op 2 februari 2015 heeft de overgang naar het nieuwe zaaksysteem plaatsgevonden. Daarnaast is het college van B&W vanaf 1 november 2014 gestart met digitaal vergaderen, waarbij alle vergaderstukken via een App op de iPad digitaal beschikbaar worden gesteld en door de collegeleden van commentaar kunnen worden voorzien. De realisatie van de NUP bouwstenen is in 2014 nog niet geheel afgerond. Formeel is de gemeente aangesloten op de NHR in de vorm van het online raadplegen van gegevens in de NHR, maar de beoogde digitale koppeling is nog in voorbereiding. Voor e-herkenning voor bedrijven zijn wij nog op zoek naar een concrete toepassing. En aansluiting op MijnOverheid zal volgen op afronding van de eerder genoemde implementatie van zaakgericht digitaal werken.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 114 van 211
-
-
Het jaarlijkse ICT-beveiligingsassessment voor de gemeentelijke websites die gebruik maken van DigiD heeft niet voor eind 2014 plaatsgevonden. De uiterste datum voor deze jaarlijkse audit is door de minister uitgesteld tot 1-5-2015. We voeren de audit uit voor deze datum. In oktober 2014 is gestart met de actualisatie van het gemeentelijk informatiebeveiligingsbeleid, dat de kapstok is voor de verschillende uit te voeren ICT audits. In het eerste kwartaal van 2015 is dit door het college van B&W vastgesteld.
Privacy: Wet bescherming Persoonsgegevens Onder meer door overheden worden omvangrijke hoeveelheden gegevens over de persoonlijke levenssfeer van individuen verzameld, geregistreerd, verwerkt en aangewend voor verschillende doeleinden. Door toenemende technische mogelijkheden van bijvoorbeeld koppelingen tussen persoonsregistraties met andere overheidsinstanties, zoals de Belastingdienst en UWV, neemt dit in de toekomst verder toe. Daarom zijn grenzen en waarborgen noodzakelijk om de privacy te garanderen. Deze grenzen en waarborgen zijn door de wetgever in de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) vastgelegd. Bij het niet handelen in overeenstemming met deze wet worden er politieke en financiële risico’s (in de vorm van boetes) gelopen. Het voldoen aan de WBP heeft de gemeente Soest organisatorisch ingebed en geborgd door onder meer: Bij het cluster Juridische Zaken is de interne centrale coördinator Wet Bescherming Persoonsgegevens ondergebracht. Deze heeft contacten met het landelijke College Bescherming Persoonsgegevens. Naast de centrale functie is op elke afdeling een decentrale contactpersoon WPB aangewezen. Gezamenlijk dragen zij zorg voor een adequate uitvoering van de WBP en bewaken zij de uitvoering daarvan. De gemeente Soest beschikt over een actueel overzicht van persoonsregistraties die vallen onder de WBP. Bij de uitvoering van de WBP wordt aangesloten bij de uitgangspunten en de uitvoering van het informatiebeveiligingsbeleid. B&W heeft het geactualiseerde beleid eind november 2011 vastgesteld. In het document is als eerste doelstelling van het informatiebeveiligingsbeleid de borging van de privacy van burgers geformuleerd. De Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) kent een eigen privacyregime en valt niet onder de WPB. Privacy vormt echter wel de kern van het geheel aan landelijke normen en verplichtingen inzake de GBA. In onze organisatie wordt het zich bewust zijn van de privacywetgeving gestimuleerd bij de introductie van nieuwe medewerkers, periodiek in afdelingsoverleggen en zodra concrete nieuwe administraties aan de orde zijn. Ook in de openbare orde en handhaving zijn wij ons bewust van privacywetgeving. Zo is in de APV een afdeling opgenomen die specifiek ingaat op ‘bestuurlijke ophouding’, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen. De volgende resultaten zijn in 2014 gerealiseerd: In 2014 is zwaar ingezet om ook qua privacybescherming klaar te zijn voor de invoering van de drie decentralisaties. Daarbij zijn zeer uiteenlopende zaken opgepakt: • Met betrekking tot deelname in het sociaal team zijn met externe partijen de volgende documenten opgesteld en waar van toepassing ondertekend: een privacyregeling; handreiking privacy; een samenwerkingsovereenkomst; een geheimhoudingsverklaring. • Met betrekking tot het proces Wajong zijn onlangs alle rollen beschreven: wie doet wat en wie mag wat zien. Er is een security officer aangesteld. • De huidige functionaris voor de gegevensbescherming draagt ook zorg voor de kwaliteit van de gegevensverwerking binnen het sociaal domein. • Er zijn diverse procesbeschrijvingen sociaal domein beschreven, te weten een hoofdproces sociaal domein en vier deelprocessen: 1. sociaal team; 2. jeugd; 3. Wmo; 4. W&I BBS.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 115 van 211
•
Beleidsmatig zijn de volgende bestaande documenten ook voor het sociaal domein van toepassing: Informatiebeveiligingsbeleid; notitie misbruik en oneigenlijk gebruik; gedragscode en ambtseed.
Basisregistraties De overheid verbetert de dienstverlening aan burgers en bedrijven door al bekende gegevens binnen de overheid te delen, bijvoorbeeld naam, adres of vestigingsplaats. Om deze gegevens te kunnen delen, zet de Nederlandse overheid een stelsel van 13 basisregistraties op. Alle gemeenten, provincies en waterschappen moeten hiervan gebruikmaken. Dit doen we via de zogeheten ‘Landelijke Voorzieningen’. Van de 13 basisregistraties is de gemeente momenteel bronhouder van: BAG: Basisregistratie Adressen en Gebouwen GBA/BRP: Gemeentelijke Basisadministratie Personen (in de toekomst Basisregistratie Personen) WOZ: Waardering Onroerende Zaken In de nabije toekomst wordt de gemeente bronhouder van: BGT: Basisregistratie Grootschalige Topografie De BGT wordt dé digitale kaart van Nederland, waarbij objecten (zoals gebouwen, wegen en spoorlijnen) op een eenduidige manier worden vastgelegd. De BGT wordt tot stand gebracht door de zogeheten Bronhouders: gemeenten, provincies, waterschappen, Rijk en ProRail. Dit is een wettelijke verplichting die we als Soest moeten volgen. Waar samenwerking mogelijk is, bijvoorbeeld bij de aanschaf van applicaties in RID (regionale ICT dienst) verband, worden die benut. Wij zijn tijdig met de intensieve voorbereidingen voor de invoering van de BGT gestart. BRO Basisregistratie Ondergrond De Basisregistratie Ondergrond (BRO) bevat gegevens over geologische en bodemkundige opbouw en, voor zover van belang voor het benutten van natuurlijke hulpbronnen in de ondergrond, ondergrondse constructies en gebruiksrechten. Het gebruik van geologische en bodemkundige gegevens vindt veelal plaats in de vorm van kaarten en profielen gebaseerd op geologische en bodemkundige modellen. Deze modellen maken ook deel uit van de BRO. De BRO bevat geen informatie over kabels en leidingen. Aansluitingen moeten worden gerealiseerd voor de volgende Landelijke basisregistraties: NHR: Nieuw Handelsregister (huidige Kamer van Koophandel) Kadaster: Basisregistratie Kadaster Essentie van de basisregistraties is dat er eenmalig gegevens worden ingewonnen, maar meervoudig (verplicht) worden gebruikt door alle overheden. Hierdoor worden landelijk kosten bespaard en verbeteren we de dienstverlening aan de inwoner. De gemeente Soest kent een binnengemeentelijk datadistributiesysteem dat gegevens uitwisselt tussen de basisregistraties en de applicaties die gebruik maken van basisgegevens. De coördinatie van de procesmatige afstemmingen binnen en tussen de afdelingen en de coördinatie van de binnengemeentelijke aansluitingen moet worden geborgd in en door de organisatie. Daarnaast moeten afdelingen wettelijk verplicht gebruikmaken van de basisregistraties, waarbij via auditing vanuit de landelijke overheid wordt getoetst of de gemeente dit ook daadwerkelijk procesmatig of geautomatiseerd heeft ondervangen. Een in september 2014 uitgevoerde preaudit heeft uitgewezen dat we nog een aantal verbeteringen in de BAG-processen moeten doorvoeren. Insteek is om deze verbeteringen voor de in het vierde kwartaal 2015 geplande audit gerealiseerd te hebben. Documentaire informatievoorziening In 2014 is binnen het domein van de documentaire informatievoorziening veel aandacht besteed aan een nieuwe wijze van werken en archiveren: het zaakgericht werken. De inspanningen zijn er erop gericht om deze nieuwe werkwijze vanaf februari organisatiebreed toe te passen. Zaakgericht werken gaat ervan uit dat alle informatie over de behandeling van een zaak aan die zaak gekoppeld is en voor alle betrokkenen toegankelijk is. Dit zorgt voor transparantie, efficiënte werkprocessen en daarmee voor een betere dienstverlening. Met het zaakgericht werken zetten we
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 116 van 211
bovendien een nieuwe stap in het digitaal werken, die het mogelijk moet maken op termijn afscheid te nemen van het digitale archief. Financiële bedrijfsvoering De financiële organisatie is geheel gecentraliseerd. De periodieke (financiële) bedrijfsvoeringinformatie is opgenomen in de planning- en controlcyclus. De afdelingshoofden zijn verantwoordelijk voor hun budgetten en de financiële component van hun taakuitvoering en advisering binnen de vastgestelde kaders en richtlijnen. Het financieel beheer en de informatievoorziening zijn gericht op het waarborgen van rechtmatigheid, doelmatigheid en transparantie. Procedurebeschrijvingen en functiescheidingen waarborgen de rechtmatigheid. De uitvoering vindt plaats conform de voorschriften in de Gemeentewet, het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de financiële verordening ex art. 212 Gemeentewet, de budgetregeling en het beleid zoals verwoord in de nota Reserves en Voorzieningen (raad juli 2013). Het financieel beleid is gericht op het borgen van de continuïteit waarbij alle uitgaven en inkomsten in de begroting zijn opgenomen op een dusdanige wijze dat ongewenste fluctuaties van saldi en tarieven worden voorkomen. Slechts uitgaven met een meerjarig nut mogen worden geactiveerd waarbij het uitgangspunt is bruto activeren. Waardering vindt plaats op basis van de historische kostprijs. Afschrijving (lineair) is gerelateerd aan de economische levensduur. Eventuele vervanging is afhankelijk van de technische levensduur. Uitgaven met een structureel karakter worden structureel in de exploitatiebegroting geraamd. Het reservebeleid is te benoemen als terughoudend maar verantwoord. Onderhoudsreserves dienen daarbij te zijn gebaseerd op actuele 10-jarige beheersplannen en rekening te houden met koopkrachthandhaving. De (uitgangspunten van deze) beheersplannen zijn of worden door de raad vastgesteld. Voor de tarieven en heffingen geldt als uitgangspunt integrale kostendekkendheid. De reguliere informatievoorziening is ondergebracht in de planning- en controlcyclus. Deze omvat zowel de programma’s, activiteiten en resultaten als de bedrijfsvoering in haar samenhangende aspecten. Transparantie, volledigheid, juistheid, tijdigheid en betrouwbaarheid zijn belangrijke basisvoorwaarden. Rapportage vindt plaats door afdelingshoofden via directie aan B&W en door het college aan de raad. Planning en kaderstelling vinden andersom plaats. De cyclus beoogt een adequaat en integraal sturingsen verantwoordingsinstrumentarium op alle niveaus van de ambtelijke en bestuurlijke organisatie te vormen. Mede aan de hand van de jaarrekening van het voorgaande jaar en de eerste afwijkingenrapportage en bijstellingen in de voorjaarsnota stelt de raad kaders voor het volgende jaar (kadernota). Deze kaders worden in het najaar in de begroting voor het volgende jaar verwerkt en vastgesteld. Over het lopende jaar wordt in de najaarsnota over de realisatie van programma’s, producten en budgetten gerapporteerd, waarna in de jaarrekening de eindverantwoording plaatsvindt. Juridische kwaliteitszorg Sinds 1 januari 2014 geldt de verplichting tot het digitaal publiceren van de officiële bekendmakingen van door het gemeentebestuur genomen besluiten. Door deze wetgeving heeft de digitale bekendmaking de formeel-juridische status. Bekendmakingen via krant of publicatiebord gemeentehuis hebben geen juridische status meer. Sinds begin januari 2014 maken wij voor de digitale publicatie gebruik van de landelijke systemen van de Gemeentelijke Voorziening voor Overheids Publicaties (GVOP). Een link op onze gemeentelijke website verwijst naar deze digitale bekendmakingen. Op 1 oktober 2014 liep de overeenkomst voor het plaatsen van gemeentelijke informatie in de Soester Courant af. De gemeente heeft het optierecht gebruikt om deze overeenkomst met maximaal 9 maanden te verlengen tot 1 juli 2015. Er heeft dan ook geen verandering opgetreden in de wijze waarop de publicaties bij de inwoners bekend worden gemaakt, zodat inwoners nog steeds weten waar zij de bekendmakingen terug kunnen lezen en vinden, namelijk via de wekelijkse Bekendmakingen in de krant, op de website of zij kunnen de krant afhalen in het gemeentehuis of bij de bibliotheek in Soesterberg. De vaststelling van verordeningen blijven ook in de krant gepubliceerd, maar dan als service naar de inwoners (het elektronisch gemeenteblad is het wettelijke kanaal).
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 117 van 211
4.
Management van processen
Proces-verbeter-management als veranderinstrument Kwaliteit van ons werk is essentieel om excellente dienstverlening waar te kunnen maken. De term ‘kwaliteit’ is daarbij breed op te vatten en betreft onder meer tijdigheid, transparantie en duidelijkheid, (inhoudelijke) juistheid, rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van ons gemeentelijk handelen en onze dienstverlening. Met behulp van kwaliteitszorg werken we aan het realiseren en borgen van deze elementen. Voor het monitoren van en sturen op de geleverde kwaliteit hebben we diverse indicatoren, bijvoorbeeld de servicenormen, de burgertevredenheid (gemeten in de monitor ‘Waar staat je gemeente?’) en binnengekomen klachten en bezwaarschriften. Het onderwerp kwaliteit maakt deel uit van de kwartaalgesprekken tussen directie, controller en afdelingshoofden. Naast servicenormen (evaluatie, herijking en mogelijke uitbreiding) en het tot stand brengen van een kwaliteitshandvest zetten we in op een actieve, continue vorm van proces-verbeter-management; ook wel lean-thinking genoemd. Proces-verbeter-management omschrijven wij als: ‘Het begeleiden en sturen van een traject naar een gesteld doel waarin de vraag van de klant centraal staat, waarbij de oplossing een gedragen resultaat is en tot stand komt door samenwerking van betrokken partijen’. In het verlengde van de Plan-Do-Check-Act-cyclus draait proces-verbeter-management om het tot stand brengen van een cultuur van stapsgewijze en voortdurende verbetering en beheersing van gemeentelijke werkprocessen. Om dit te bereiken worden medewerkers actief gecoacht op het bewust worden en transparant maken van die processen waarin zij een rol hebben, om deze processen daarna middels de Plan-Do-Check-Act-cyclus naar een hoger niveau te tillen. Als afgeleide van de lean-thinkingmethodiek, kijken we bij proces-verbeter-management naar onze meest relevante werkprocessen om ze te verbeteren, efficiënter of makkelijker te maken (deregulering) op het niveau van: 1. activiteiten; 2. processen, in termen van verbindingen tussen activiteiten; 3. organisatie, in termen van resultaatgebieden en verbindingen tussen processen; 4. keten, in termen van verbindingen met partners, zoals leveranciers, stakeholders en samenleving. Bij de aanpak wordt gebruikgemaakt van de ervaringen (successen en valkuilen) van goede voorbeelden binnen Nederlandse gemeenten. In 2014 hebben we de soester afgeleide van deze methodiek toegepast bij het ontwikkelen en het beschrijven van de processen inzake het sociaal domein. Diverse vormen van bedrijfsvoeringsonderzoeken Binnen onze organisatie voeren we uiteenlopende onderzoeken uit over zaken als de rechtmatigheid, doelmatigheid, doeltreffendheid en kwaliteit van ons gemeentelijk handelen en dienstverlening. De interne rechtmatigheidstoetsing vindt plaats in afstemming met de externe accountant, die over de rechtmatigheid een oordeel geeft. Diverse bedrijfsvoeringonderzoeken worden uitgevoerd binnen het jaarlijks door B&W vast te stellen onderzoeksplan doelmatigheid en doeltreffendheid ex artikel 213A Gemeentewet en de Verordening Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid. De onderzoeksplannen kennen een verscheidenheid aan onderwerpen. Vaste onderwerpen dan wel cyclisch terugkerende onderwerpen in de onderzoeksplannen zijn: Uitwerking van een volledig programma uit de begroting (raadsbesluit uitwerking ‘1e W-vraag’). Evaluatie van één of twee samenwerkingsverbanden (raadsbesluit Visie op Samenwerking). Tweejaarlijks medewerkeronderzoek. Tweejaarlijks onderzoek ‘Waar staat je gemeente’. Naast de bovengenoemde onderzoeken kennen we overige bedrijfsvoeringonderzoeken (zoals het digitale inwonerpanel), de accountantscontroles en de onderzoeken van de Rekenkamercommissie. Uit de bedrijfsvoeringsonderzoeken komen veelal goede verbetermogelijkheden naar voren met concrete aanbevelingen. De uitvoering hiervan wordt centraal gemonitord en periodiek intern besproken.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 118 van 211
De volgende resultaten zijn in 2014 gerealiseerd: Een adequate procedure voor de omschakeling van het burgeronderzoek oude stijl naar de nieuwe stijl. Daarnaast hebben wij een bijgesteld onderzoeksperiode doorgevoerd waardoor de uitkomsten van het onderzoek in het zelfde jaar nog verantwoord kunnen worden in de jaarrekening. Zie hiertoe ook onder fase 3. Check; onderdelen 6. en 7. Een adequate borging (en de toetsing daarop) van het aantoonbaar rechtmatig gemeentelijk handelen dat tot uiting dient te komen in een goedkeurende rechtmatigheidsverklaring van de accountant. Interbestuurlijk Toezicht (IBT) In oktober 2012 is de Wet revitalisering generiek toezicht (Wet RGT) in werking getreden. Deze wet bevat een aantal fundamentele bestuurlijk-juridische wijzigingen van het toezicht tussen bestuurslagen: het Interbestuurlijk Toezicht (IBT). Deze wet dient een einde te maken aan de vele regelingen voor specifiek toezicht die in de loop der jaren zijn ontstaan. Met deze wet wordt beoogd de toezichtbureaucratie, met de bijbehorende bestuurlijke drukte en de toezichtlasten, te verminderen. Bovendien (opnieuw) helderheid te geven over hoe het onderlinge toezicht is geregeld, waarbij tegelijkertijd de beleidsvrijheid van overheden wordt gerespecteerd. Dit moet er in resulteren dat de gemeenten per beleidsdomein met één toezichthouder te maken (provincie of Rijk) hebben. Vertrouwen en terughoudendheid zijn daarbij de uitgangspunten. Daar staat tegenover dat met de instrumenten ‘indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing’ en ‘schorsing en vernietiging’ (= het generieke toezichtinstrumentarium) het kunnen nemen van maatregelen door het toezichthoudend bestuursorgaan aangescherpt wordt. De Wet RGT heeft betrekking op de aandachtsgebieden Woon- en leefklimaat, Zorg en welzijn, Arbeidsparticipatie en werkgelegenheid, Veiligheid en leefbaarheid, Dienstverlening en Gezondheid. De Wet RGT is echter niet van toepassing op het provinciale financiële toezicht op gemeenten. Als gevolg van de Wet RGT dienen de overheden nadrukkelijker en transparanter het interne toezicht vorm te geven. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de website waarstaatjegemeente.nl. Hierop wordt informatie ontsloten over de prestaties van gemeenten op de genoemde aandachtsgebieden. Deze informatie kan zowel gebruikt worden voor de horizontale verantwoording (= B&W aan raad) als voor het verticaal toezicht (= tussen overheidslagen). Na een eerste aanzet daartoe in 2013, heeft de verdere (ambtelijke en bestuurlijke) implementatie binnen de gemeente Soest in 2014 plaats gevonden. Met ingang van 1 januari 2015 zijn de overheden verplicht de betreffende toezichtindicatoren aan te leveren. De volgende resultaten zijn in 2014 gerealiseerd: Hoewel het jaar 2014 een pilotjaar was voor de verantwoording in het kader van het Interbestuurlijk Toezicht (IBT) over het jaar 2013, hebben wij ervoor gekozen om direct al in te zetten op rapportage van B&W aan de raad over alle 20 wetten waarop de IBT van toepassing is. De IBT-rapportages hebben wij opgesteld via de website ‘Waarstaatjegemeente’, en wel binnen het onderdeel Toezichtinformatie. Het college van B&W heeft de fysieke rapportages op achtereenvolgens 21 en 27 mei en op 3 juni vastgesteld. Deze rapportages hebben vervolgens voor de raad ter inzage gelegen. Bij de Griffie zijn van de raadsleden geen reacties ontvangen dat het wenselijk zou zijn om deze IBT-rapportages in een raadhuispleinbijeenkomst aan de orde te stellen. Daarom zijn aansluitend op de ter inzage legging de rapportages medio juni vrijgegeven voor publicatie op de website ‘Waarstaatjegemeente’. Over deze publicatie is B&W via een adviesnota geïnformeerd; de raad via de gebruikelijke ter inzagelegging van de B&W-adviesnota. In 2014 maakte onze concerncontroller deel uit van de provinciale pilotgroep implementatie IBT. Ook maakte hij (namens de Nederlandse gemeenten) deel uit van de begeleidingsgroep voor de landelijke tussenevaluatie naar de werking van het herziene stelsel van interbestuurlijk toezicht. (Duurzaam) inkopen Naar aanleiding van de eerste ervaringen met de nieuwe aanbestedingswet, maken wij intern op diverse punten nadere afspraken, welke uiteindelijk in de nieuwe nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid 20152018 worden opgenomen. Het betreft enerzijds diverse praktische punten, zoals het omgaan met de groslijst, mogelijk nieuwe groslijsten, afspraken rond marktverkenning voorafgaand aan aanbestedingen, klachtenregeling, vormen van samenwerking met regiogemeenten en anderzijds mogelijke nieuwe beleidskeuzes, zoals invulling en formalisering Social Return en quasi-inbesteding en het instellen van een klachtenregeling aanbesteden met mogelijk een (bij voorkeur regionale) klachtencommissie.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 119 van 211
In onze aanbestedingsprocedures houden wij rekening met de per 01-01-2014 geldende nieuwe drempelbedragen voor het Europees aanbesteden. Dit betreft een tweejaarlijkse bijstelling door de EU en de World Trade Organization (WTO) op basis van wereldwijde koersschommelingen. De volgende resultaten zijn in 2014 gerealiseerd: In 2014 is meer dan 90% van al onze aanbestedingen duurzaam verricht. Bij onze inkopen en aanbestedingen worden duurzaamheidaspecten (indien aanwezig) meegewogen. Hierbij worden de landelijke richtlijnen van AgentschapNL gevolgd (de eisen altijd, de wensen indien realistisch). Bovenstaande streefgetallen sluiten aan bij de afspraken uit het klimaatakkoord gemeenten en Rijk uit 2007. Hierin staat een streefgetal van 100% duurzame inkopen in het jaar 2015. Dit zijn overigens geen harde doelstellingen maar een streven naar duurzamer inkopen. In individuele aanbestedingen kunnen aangepaste criteria gelden die de 100% score in 2015 niet haalbaar maken. Bepaalde producten of grondstoffen kunnen in de duurzame variant nog te weinig beschikbaar of dusdanig prijsverhogend zijn dat dit uit kostenoogpunt een andere keuze rechtvaardigt. 5. Medewerkers De volgende resultaten worden beoogd: goed hrm-beleid; goed werkgeverschap. Humanresourcesmanagement Integratie van humanresourcesmanagement (hrm) en organisatiestrategie is van essentieel belang. Investeren in mensen is dé manier om de organisatie op een hoger plan te brengen. Hrm richt zich (op strategisch, langetermijnniveau) op betrokkenheid van medewerkers, zelfsturing door professionals, management commitment en een organische organisatiestructuur. Hrm is geïntegreerd in de lijn en medewerkers worden ingezet op hun talenten. Gemeenten staan voor een grote uitdaging. Terwijl op langere termijn als gevolg van ‘de grote uittocht’ een tekort aan werknemersaanbod wordt verwacht, veranderd de inhoud van het werk tegelijkertijd: gemeenteambtenaren worden meer regisseurs dan uitvoerders en zijn in toenemende mate hoger opgeleid. Het werkaanbod verandert inhoudelijk waardoor andere functies en andere vaardigheden en competenties nodig zijn in de nabije toekomt. Daarnaast staat de sector voor grote veranderingen als gevolg van digitalisering, decentralisering van taken en nieuwe bestuurlijke samenwerkingsverbanden. Rondom al deze ontwikkelingen en veranderingen voor zowel de organisatie als de medewerker, is hrm van groot belang. In 2014 is uitvoering gegeven aan een aantal speerpunten uit de HR Nota 2011- 2014: • de reorganisatie Werk & Inkomen heeft plaatsgevonden en is afgerond; • de gevolgen van de decentralisaties op het gebied van sociaal domein zijn in kaart gebracht en uitgewerkt; • de evaluatie rondom Het Nieuwe Werken heeft plaatsgevonden en zal in 2015 verder vormgegeven worden; • implementatie van het nieuwe verzuimprotocol; • afronding nieuwe cao waarin onder andere een salarisverhoging voor de medewerkers is afgesproken; • implementatie van de werktijdenregeling die de flexibilisering van de bedrijfsvoering bevorderd; • de werkkostenregeling is uitgewerkt en wordt per 1 januari 2015 ingevoerd; • optimalisering van het huidige competentiemanagement en de competentiescan; • er is een start gemaakt met de HR Nota 2015-2018 die aansluit op het coalitieakkoord. Arbeidsmarkt Naast het aantrekken van goede medewerkers blijft de medewerkerbetrokkenheid en het behouden van de juiste medewerkers voor de organisatie (‘medewerkerretentie’) van cruciaal belang. De gevolgen van de economische crisis en de bezuinigingen hebben nog steeds invloed op de arbeidsmarktontwikkelingen. De instroom- en doorstroom van medewerkers blijft afnemen. Doordat de gemeenten nieuwe taken krijgt en de rol van de gemeente verandert, is de verwachting wel dat er de komende jaren meer behoefte bestaat aan hoog opgeleid personeel met andere kennis, vaardigheden en competenties. Hierdoor moeten we arbeidspotentieel uit diverse doelgroepen benutten. Ofwel het aantrekken, behouden en effectief inzetten van medewerkers van grote diversiteit.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 120 van 211
Daarnaast zijn mobiliteit en loopbaanontwikkeling belangrijke thema’s in de gemeentelijke sector. Om dit te stimuleren wordt er in dit kader regionaal samengewerkt met 9 gemeenten. In 2014 zijn de volgende resultaten bereikt: • Er heeft een mobiliteitsdag plaatsgevonden in samenwerking met een aantal regio gemeenten. • Er wordt gebruikt gemaakt van nieuwe wervingsmiddelen waaronder social media en onze eigen netwerken. Het Nieuwe Werken (HNW) Het Nieuwe Werken (HNW) bevat veel goede elementen die een forse bijdrage kunnen leveren aan het verder brengen van de organisatie in de gekozen richting van de doorontwikkeling. In 2014 is de pilot HNW bij afdeling Ruimte geëvalueerd. Dit leidt in 2015 tot een verdere verantwoorde en geleidelijke uitrol en verankering binnen onze organisatie. We houden daarbij rekening met de vier (hierna genoemde) perspectieven omdat deze aansluiten bij onze doorontwikkeling. In HNW zitten namelijk veel goede elementen die onze organisatie verder kunnen brengen in de gekozen richting van de doorontwikkeling. Resultaatgericht werken krijgt als onderdeel van de doorontwikkeling en binnen het model van HNW een nadrukkelijk accent en wordt naar voren gehaald in de uitvoering. Ook investeren wij verder in het verbeteren van de interne samenwerking.
Werkkostenregeling Per 1 januari 2015 is een nieuwe fiscale regeling van toepassing die het huidige systeem van vergoedingen en verstrekkingen vervangt. Deze regeling wordt de werkkostenregeling genoemd. Hoofdregel van de werkkostenregeling is dat diverse vergoedingen en verstrekkingen die in het kader van een dienstbetrekking worden toegekend tot het loon van de medewerker worden gerekend. Als dit meer dan 1,2% van de totale fiscale loonsom bedraagt, moet de werkgever daar 80% eindheffing over betalen. Er is bij onze gemeente een inventarisatie gedaan naar de uitwerking van deze werkkostenregeling naar aanleiding van een ingevulde scan gebaseerd over het jaar 2013. Dit heeft ertoe geleidt dat het MT en de OR onder voorwaarden hebben ingestemd met de volgende keuzes voor de gemeente Soest: 1. Nu de landelijke wettelijke fiscale fietsregeling per 1 januari 2015 is ingetrokken wordt er geen eigen regeling opgenomen in onze cafetariaregeling. 2. De kosten voor het sporten bij Sportcity en Fit for Free zal niet langer als eigen fiscale mogelijkheid opgenomen worden in de cafetariaregeling. 3. Het is voor medewerkers mogelijk om vanaf 1 januari 2015 parkeerkosten ten behoeve van dienstreizen te declareren. Afgesproken is dat dit vooralsnog geldt als proef voor een periode van één jaar. Optimalisatie Personeelsinformatiesysteem (Pims) In het kader van efficiency, effectiviteit en toekomstbestendigheid worden ons personeelsinformatie- en salarissysteem en onze HR-processen geoptimaliseerd. In het kader van het verder doorvoeren van digitaal werken en digitalisering is het van belang dat ook de HR-processen daarop aansluiten. Het moment waarop de dossiers gedigitaliseerd worden hangt samen met de planning van digitalisering (substitutie) binnen onze organisatie. Strategisch personeelsbeleid Voor onze organisatie is het van belang steeds voldoende inzicht te hebben in de vraag naar personeel op lange termijn. De vergrijzing van ons personeelsbestand, veranderende arbeidsmarkt en overdragen van taken door het rijk aan gemeenten met minder middelen geven aanleiding om meer gebruik te maken van strategische personeelsplanning (SPP). Welke kwaliteiten en competenties zijn nodig voor de gemeente in de toekomst en hoe behoud je deze mensen voor de organisatie? Hoe kun je met inzet van personeelsinstrumenten (p-instrumenten) in een veranderende omgeving de bedrijfscontinuïteit realiseren? SPP biedt ons de mogelijkheid om meer inzicht te krijgen in de instroom en uitstroom, waardoor we daar beter op kunnen sturen. Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 121 van 211
In 2014 is strategische personeelsplanning verder ingevoerd en ingebed in de organisatie, met name op de bedrijfsonderdelen die zich bezig houden met het sociaal domein. Goed werkgeverschap Medewerkers spelen in de ontwikkeling van onze organisatie een cruciale rol. Zij maken het verschil bij het consequent centraal stellen van de inwoner en onze dienstbaarheid aan klanten. Houding, vaardigheden, expertise, werkwijzen en competenties maken dat onze ambtelijke organisatie kan excelleren en steeds verder wordt ontwikkeld. Het is van belang die omstandigheden te scheppen waarin mensen weten waar ze aan toe zijn en welke bijdrage zij kunnen leveren en waarbij zij het beste uit zichzelf willen halen in het belang van de samenleving. Belangrijk is ook de steeds sneller veranderende samenleving. Veel van deze veranderingen vragen om een antwoord van de overheid. Om de vraag van de burger tijdig en goed te kunnen beantwoorden, is het cruciaal dat de medewerkers binnen onze organisatie een bepaald niveau hebben of krijgen en dat zij ontwikkeld worden op de competenties die vanwege deze veranderingen in de (nabije) toekomst nodig zijn. De volgende resultaten zijn in 2014 bereikt: Er is flexibel ingespeeld op veranderingen in de omgeving waarbij het belang van kwalitatief goed en flexibel personeel centraal staat. Flexibele inzet van mensen door flexibele inrichting van taken en systemen: we streven naar een betere balans tussen specialisten en generalisten. Middelen en competenties zijn optimaal ingezet om de efficiency te verbeteren en de productiviteit en inzetbaarheid van medewerkers te verhogen. Door opleiding en competentieontwikkeling proberen we medewerkers zich verder te laten ontwikkelen als taakvolwassen professionals. De uitkomsten van het medewerkersonderzoek (2012/2013) zijn vertaald op organisatie- en afdelingsniveau. Investeren in management en medewerkers Competenties moeten bijdragen aan de doelstellingen van het college- en raadsprogramma. Competenties zijn een verzameling van kennis, ervaring en persoonlijke vaardigheden. Door het optimaal inzetten van middelen en competenties wordt de efficiency verbeterd en de productiviteit verhoogd. Door de permanente doorontwikkeling van onze organisatie en de focus op de ontwikkeling van de competenties van onze medewerkers en het verhogen van hun inzetbaarheid, geven wij uitvoering aan de kernwaarden van onze organisatie. Door opleiding en competentieontwikkeling kunnen wij de organisatie en medewerkers toekomstgericht ontwikkelen, talenten benutten, brede en flexibele inzetbaarheid stimuleren en vergroten (medewerker algemene dienst), medewerkers laten uitgroeien tot taakvolwassen professionals en de juiste medewerker op de juiste plaats inzetten. De afdelingshoofden begeleiden en faciliteren hen hierbij. Hrm-beleid (loopbaanbeleid, levensfasebewust personeelsbeleid, diversiteitsbeleid) is hierbij cruciaal. De volgende resultaten zijn gerealiseerd: De nota Strategisch Opleidingsbeleid 2014 is verder in uitvoering genomen. Er zijn subsidies toegekend door het A&O–fonds ter ondersteuning van het opleidingsbeleid. Het individuele loopbaanbudget is toegekend en uitgevoerd. Kengetallen personeel 2014 Opleidingen 2014
Begroot
werkelijk
Decentraal budget Centraal budget Extra gelden A&O subsidie
168.239 72.130
192.897 70.382 -20.075
240.369
243.204
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 122 van 211
Centraal budget uitgesplitst: Themadag/teambuilding B&W Beleidsadviseurs vervolg Menukaart Participatie en gebiedsgericht werken Politieke sensitiviteit Projectmatig werken Mediationvaardigheden Toekomst gemeentelijke organisatie Verseon Nieuwe medewerkers Baas in eigen loopbaan Asbestinstructie Veilig werken aan de weg EHBO/BHV Competentiemanagement Medewerkers onderzoek Zaalhuur/Catering
10.750 12.000 2.000 p.m. 11.000 1.280 p.m. 3.100 8.000 2.000 3.000 4.000 1.500 10.000 3.500
5.527 11.700 0 0 6.755 1.260 3.230 10.000 305 1.525 1.960 5.300 2.190 2.390 15.000 3.240
Totaal
72.130
70.382
Omvang personeelsbezetting en formatie Omvang personeelsbezetting en formatie
2014
2013
2012
2011
2010
Structurele formatie (begroting)
229,11
229,11
223,82
223,21
244,44
Feitelijke formatie per 31 december*
225,99
218,39
223,18
228,72
226,49
279
269
276
280
275
Bezetting op 31 december (in aantallen medewerkers)
* formatie is totale bezetting omgerekend naar fulltime arbeidsplaatsen/formatieplaatsen (fte’s)
De feitelijke formatie ligt in 2014 4,93% onder de structurele formatie (volgens de begroting). In 2014 zijn er 13 vacatures ontstaan, waarvan er 11 zijn ingevuld (2 interne kandidaten en 1 via een tijdelijke inhuur). De belangrijkste reden voor minder formatie dan begroot, is dat medewerkers minder zijn gaan werken of dat bepaalde vacatures niet zijn ingevuld of ingevuld zijn door tijdelijke inhuur. De invulling middels tijdelijke inhuur zorgt voor de nodige flexibiliteit, waarbij het beleid is dat de inhuurkosten minder dan 10% van de totale loonsom bedragen. Er zijn 13 medewerkers uitgestroomd en 23 medewerkers ingestroomd, waarvan de meeste instroom gerealiseerd is op de afdeling Werk & Inkomen (BBS). Het grootste deel (61,5%) is uit dienst getreden in verband met de beëindiging van een tijdelijke aanstelling. 30,7% is op eigen verzoek uit dienst getreden. Het aantal deeltijdwerkers is toegenomen ten opzichte van 2013 (2,65%). Dit wordt veroorzaakt door de instroom bij de afdeling Werk & Inkomen. Deze instroom bestond met name uit vrouwen, die vaker in deeltijd werken. Bij Soest werken meer vrouwen dan mannen en het aantal vrouwen neemt de laatste jaren verder toe. Dit laatste is een algemeen zichtbare tendens binnen gemeenten. Externe inhuur Indien er vacatures ontstaan worden de begrote loonkosten gestort in de vacaturepot. Met deze gelden kan een afdeling na goedkeuring van de directie tijdelijke inhuur regelen. In onderstaand overzicht worden de saldi weergegeven.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 123 van 211
Vacaturepot
begroting
werkelijk
€ 95.958
€ 88.455
Ruimte
66.420
55.000
Directie
306.807
33.323
Samenleving
134.422
216.806
Dienstverlening
188.867
153.354
Bedrijfsvoering
26.591
195.408
Realisatie
Griffie
2.876
0
220.576
109.424
€ 1.042.517
€ 851.772
Financiën & Informatie
Omvang specialistische inhuur met accenten in aard van de inhuur De kosten zijn verantwoord in de exploitatie en zijn toegerekend aan de diverse producten. In de bijlage 6.4 is een tabel opgenomen voor welk doel en wie er extern is ingehuurd. Leeftijd
Gemiddelde leeftijd in jaren < 25 jaar (%)
2014
2013
2012
2011
2010
48,42
47,70
47,30
46,66
46,00
0,40
0
0
1,07
1,82
25 – 35 jaar (%)
8,96
9,67
11,59
12,50
12,36
35 – 45 jaar (%)
22,94
27,88
27,17
27,14
28,73
45 – 55 jaar (%)
36,52
33,46
34,06
33,93
34,18
55 – 65 jaar (%)
31,18
28,99
26,45
25,36
22,91
Zoals uit bovenstaande tabel is af te lezen, is 0,4% van de werknemers jonger dan 25 jaar (één werknemer) binnen Soest en is het grootste deel (ruim 67%) ouder dan 45 jaar. Het aantrekken en het binden en boeien van jonge medewerkers zijn daarom belangrijke speerpunten. Desondanks stijgt de leeftijd gestaag, door de krappe arbeidsmarkt, de ophoging van de pensioengerechtigde leeftijd en vanwege minder (ingevulde) vacatures, dan formatief begroot. Landelijk gezien is dit binnen (vergelijkbare grootte) gemeenten ook het geval, namelijk 62% van de werknemers, werkzaam bij een gemeente, is ouder dan 45 jaar. De gemiddelde leeftijd stijgt landelijk gezien met 1%, en bij Soest is dit met 6% gestegen. Bij deze cijfers is niet meegenomen wat de gemiddelde leeftijd is van de tijdelijke inhuur. Om goed zicht te houden op de ontwikkeling van het personeelsbestand is strategische personeelsplanning een belangrijk strategisch thema voor Soest dat ook terug zal komen in de HR-nota 2015-2019. Ziekteverzuim Organisatieniveau
2014
2013
2012
2011
2010
Percentage exclusief zwangerschap
3,83
3,30
4,43
4,32
3,50
3,83
3,78
5,30
4,67
4,01
en exclusief langdurig zieken (WIA) Percentage exclusief zwangerschap en inclusief langdurig zieken (WIA) Percentage excl. Zwangerschap en
3,61
incl. langdurig zieken (WIA) en excl. Werk & Inkomen BBS Aantal verzuimmeldingen(**) Aantal verzuimdagen(**) Meldingsfrequentie(*) (*)
224
369
463
466
441
3.138
3.426
4.534
4.047
3.643
1,40
1,29
1,50
1,54
1,44
Meldingsfrequentie is aantal ziekmeldingen per werknemer per jaar
(**) Exclusief zwangerschap
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 124 van 211
Over 2014 is een relatief laag ziekteverzuimpercentage te zien van 3,83%, hoewel er een lichte stijging waarneembaar is ten opzichte van 2013. Sinds 1 juli wordt het verzuimpercentage gemeten inclusief de afdeling Werk & Inkomen BBS. In de jaarrekening van 2015 zal het verzuim van de afdeling Werk & Inkomen BBS niet meegenomen worden, vandaar dat in dit verslag een percentage met en zonder W&I weergegeven wordt. Wanneer deze afdeling niet meegenomen wordt in de totale berekening komt het percentage op 3,61%. Wanneer het verzuimpercentage vergeleken wordt met het gemiddelde verzuimpercentage gemeten bij alle gemeenten van ongeveer dezelfde grootte (4,8%), dan zit hier nog één punt verschil tussen in positieve zin. De landelijke verzuimnorm is 3,9% en daar zit het verzuimpercentage van Soest onder. Opvallend is dat Soest momenteel geen langdurige zieken heeft, waardoor instroom in de WIA niet verwacht wordt in 2015. De meldingsfrequentie is iets hoger dan het landelijk gemiddelde (1,33%). De meldingsfrequentie bij Soest is gestegen, terwijl het aantal verzuimmeldingen lager is. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het feit dat er één verzuimmelding geregistreerd wordt, indien een werknemer zich tweemaal ziek meldt binnen vier weken (ketenverzuim), terwijl de ‘meter’ van de Meldingsfrequentie wel twee keer registreert. Integraal gezondheidsmanagement, arbo en inzetbaarheid van medewerkers Er wordt onder meer uitvoering gegeven aan het plan van aanpak gezondheidsmanagement/arbozorg en het protocol agressie en geweld. Aan het einde van elk kalenderjaar worden de actiepunten uit het plan van aanpak gezondheidsmanagement geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. De resultaten hiervan worden jaarlijks beschreven in het sociaal en het financieel jaarverslag. Hiervoor wordt proactief gezocht naar subsidiemogelijkheden via het A&O-fonds. De volgende resultaten zijn in 2014 gerealiseerd: Er is uitvoering gegeven aan de actiepunten uit het plan van aanpak gezondheidsmanagement/ arbozorg; aan het einde van elk kalenderjaar zijn de actiepunten geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. De resultaten van het gezondheidsmanagement zijn beschreven in het sociaal jaarverslag 2014. Op basis van de verzuimnorm is de inzetbaarheid van medewerkers maandelijks getoetst en gecommuniceerd met de afdelingshoofden, de bedrijfsarts en bedrijfsmaatschappelijk werk en de OR. Dit heeft een positief effect voor de totale organisatie en de inzetbaarheid van medewerkers. Vanwege de reorganisatie en de start van de nieuwe organisatie “Werk en Inkomen BBS” medio 2014, is het uitvoeren van het periodiek medisch onderzoek (PMO) voor Werk en Inkomen doorgeschoven naar het 2e kwartaal 2015. Het Continuïteitsplan en het Agressie protocol zijn geactualiseerd en vastgesteld. Het protocol asbestconfrontatie is opgesteld en vastgesteld. Ook heeft een training asbestherkenning in gemeentelijke gebouwen en het aantreffen van asbest in de openbare ruimte plaatsgevonden voor handhaving medewerkers van Soest. Projectbureau, projectmatig werken en projectmanagement In de afgelopen twee jaar is door het projectbureau invulling gegeven aan (aangepaste) omschreven doelstellingen en uitgangspunten. Waar nodig is hier tussentijds, in afstemming met betrokkenen, op verschillende momenten bijgestuurd. Een van de uitgangspunten waarop een wijziging heeft plaatsgevonden is de aansturing van het projectbureau. Met een wijziging van functie in 2014 van het huidige hoofd projectbureau en aansluitend vertrek, is het projectbureau afgelopen jaar voor alsnog tijdelijk onder aansturing van het hoofd Ruimte gekomen. In de praktijk blijkt dit goed aan te sluiten bij de behoefte van zowel het MT als betrokken medewerkers. Met name in de samenhang en samenwerking tussen het projectbureau en de afdeling Ruimte is dit ten goede gekomen. In 2015 volgen nadere voorstellen hoe we dit structureel gaan organiseren en inbedden. Bedrijfsinterne milieuzorg Bedrijfs(interne) milieuzorg is het samenhangend geheel van beleidsmatige, organisatorische en administratieve maatregelen gericht op inzicht in en beheersing (en waar mogelijk vermindering) van milieueffecten van de bedrijfsvoering. In 2014 wordt uitvoering gegeven aan de milieubeleidsverklaring 2012-2014 en het actieprogramma gemeentelijke interne milieuzorg 2014. Tevens wordt de milieubeleidsverklaring 2014-2017 opgesteld. Het energieverbruik bij gemeentelijke gebouwen wordt geregistreerd. Ook nemen wij deel aan de landelijke milieu-barometerbenchmark.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 125 van 211
De volgende resultaten zijn in 2014 gerealiseerd: De afspraken uit de milieubeleidsverklaring 2012-2014 zijn uitgevoerd. De resultaten van het gevoerde interne milieubeleid zijn daarbij met de betrokken medewerkers besproken en geëvalueerd. Het huidige niveau van de bedrijfsinterne milieuzorg is gehandhaafd. Het energieverbruik bij gemeentelijke gebouwen is geregistreerd en actief gemonitord. Er is uitvoering gegeven aan de maatregelen tot het realiseren van een klimaat neutrale organisatie in 2015 op basis van de CO2-uitstootcompensatie. Met de verstrekking van milieugegevens heeft Soest deelgenomen aan de landelijke milieu-barometerbenchmark. De uitkomsten hiervan hebben we betrokken bij de maatregelen voor CO2-uitstootcompensatie. Minimaal 75% van al onze aanbestedingen zijn duurzaam verricht. Bij onze inkopen en aanbestedingen worden standaard duurzaamheidaspecten (indien aanwezig) meegewogen. Klachten-/klantsignaalmanagement De klachtenprocedure en –regeling hebben een herkenbare plaats op de gemeentelijke website en bevat onder meer een overzicht met meest gestelde vragen. Jaarlijks wordt het verslag Klachtenbehandeling van de ombudsman inclusief map met alle klachten en afhandeling ter inzage gelegd voor de raad (beleidsveld Bestuur). De rode draden uit de ontvangen klachten geven ons waardevolle informatie om onze interne organisatie verder te verbeteren en daarmee ook verdere invulling aan excellente dienstverlening te geven. Zo heeft er in dit kader in 2014 een aantal trainingen pre-mediation plaats gevonden voor medewerkers die betrokken zijn bij dienstverlening aan burgers. Medezeggenschap Ook in 2014 werd op constructieve wijze overleg gevoerd met de ondernemingsraad over arbeidsvoorwaardelijke zaken en alle zaken die vallen onder het informatie-, advies- en instemmingsrecht in het kader van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Het Georganiseerd Overleg (GO) is uitgenodigd bij alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtspositie van medewerkers. Bij de uitwerking van de cao speelt de ondernemingsraad een rol van belang, zoals bij de uitwerking van de nieuwe werktijdenregeling. Fase 3: Check 6. en 7. Goed bestuur: waardering door klanten/inwoners en maatschappij Klanttevredenheidsmonitor ‘Waar staat je gemeente.nl’ De burgerpeiling “Waar staat je gemeente.nl’ vindt 1x in de 2 jaar plaats. In het voorjaar van 2013 hebben wij hieraan deelgenomen. De volgende burgerpeiling vindt plaats in 2015. De uitkomsten van deze peiling vormen de input voor verbeteringen bijvoorbeeld voor het programma Soest heeft Antwoord © en voor het inrichten van de programmabegroting. Waar staat je gemeente.nl wordt tevens gebruikt bij de diverse 1e w-vragen en daarbij behorende streefwaarden. In 2014 hebben wij ons, ter voorbereiding op de uitvoering in 2015, verdiept in de wijzigingen die het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) heeft doorgevoerd bij de burgerpeiling ‘Waar staat je gemeente.nl’ en de effecten daarvan op de verschillende geformuleerde streefwaarden. 8. Goed werkgeverschap: waardering door medewerkers Het medewerkersonderzoek wordt 1x in de 2 jaar uitgevoerd. In het voorjaar van 2013 heeft het laatste onderzoek plaatsgevonden. De uitkomsten van dit medewerkersonderzoek vormen voor de verschillende afdelingen input voor het op te stellen afdelingsplan. In dit plan worden ontwikkel- en behoudpunten vanuit de uitkomsten van het onderzoek opgenomen. In 2014 hebben de afdelingen hier uitvoering aangegeven. Organisatiebreed zijn door het Managementteam ook behoud en verbeterpunten benoemd, gericht op samenwerking, leiderschap en visie ontwikkeling. Tabel effectindicator(en) Omschrijving Tevredenheid
Bron Medewerkeronderzoek
Referentie-
Streefwaarde
Gerealiseerd
of nulwaarde
jaar 2012/2013
2012/2013
Streefwaarde
7
7
8
-
70%
70%
76,1%
70%
jaar 2014
medewerkers Response deelname
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 126 van 211
Daarnaast worden de uitkomsten gebruikt voor het organisatie brede hrm-beleid, de ontwikkelingen binnen de organisatie, integraal gezondheidsmanagement en arbo. Loonontwikkelingen/cao (collectieve arbeidsovereenkomst) Medio 2014 is de cao 2013-2015 voor de gemeenteambtenaren (CAR-UWO) alsnog tot stand gekomen. Afgesproken is dat de salarissen van de gemeenteambtenaren met ingang van 1 oktober 2014 zijn verhoogd met 1%. Per 1 april 2015 worden deze salarissen opnieuw verhoogd met € 50 (naar rato voor parttimers). Daarnaast is in oktober 2014 een éénmalige uitkering toegekend van € 350 ter compensatie voor het feit dat de salarisaanpassing pas per 1 oktober 2014 is doorgevoerd. Verder zijn in de cao (CARUWO) de volgende afspraken gemaakt: • Aandacht voor werkgelegenheid en werkervaring. • Aandacht voor een transparante gemeentelijke arbeidsmarkt en loopbaankansen. • Het per 1 januari 2016 invoeren van een individueel keuzebudget (IKB) voor het gemeentepersoneel; • Het van kracht worden van een landelijke bezoldigingsregeling voor het gemeentepersoneel per 1 januari 2016. • Het in overeenstemming brengen van verlofregels met de Europese regelgeving. Risico’s Trajecten medewerkers De organisatie moet zorgen voor voldoende gewenste en noodzakelijke competenties bij medewerkers om de taken uit te kunnen voeren. Als medewerkers de van hen verwachte taken niet 100% kunnen uitvoeren, als blijkt dat hun competenties niet langer aansluiten bij de functie of als de functie een andere invulling krijgt en daardoor te zwaar wordt, worden trajecten gestart. Met medewerkers die wel willen maar niet kunnen worden afspraken gemaakt over scholing, coaching of ontwikkeling of wordt gezocht naar een beter passende functie buiten de gemeente Soest. Met medewerkers die wel kunnen maar niet willen worden andere trajecten gestart. In 2014 zijn de kosten binnen de budgetten gebleven. Daarmee is er geen gerealiseerd risico. Generiek risico Begin 2014 Eind 2014
Kans Gemiddeld = 50% Gemiddeld = 50%
Financiële impact € 150.000 € 250.000
Financieel risico € 75.000 € 125.000
Externe juridische ondersteuning bij inkoop De financieel/juridische risico’s bij aanbestedingen worden nog steeds hoog ingeschat. In hoeverre de verwachte invoering van de nieuwe aanbestedingswetgeving per 1 januari 2013 hieraan bijdraagt, is lastig aan te geven. In de markt wordt rekening gehouden met een lichte toename van het aantal procedures in het eerste jaar. In 2014 behoefde voor inkoop en aanbesteding nauwelijks een beroep gedaan te worden op het budget voor juridische externe advisering. Daarmee is het gerealiseerde risico 2014 nihil. Generiek risico Begin 2014 Eind 2014
Kans Gemiddeld = 50% Gemiddeld = 50%
Financiële impact € 60.000 € 60.000
Financieel risico € 30.000 € 30.000
Fase 4: Verbeteren en vernieuwen 9. Verbeteren en vernieuwen Op basis van de uitvoering in fase 1 t/m 3 worden verbeterplannen en vernieuwingen gestart. De volgende resultaten worden beoogd: het behalen van de bij de onderdelen 1 t/m 8 genoemde beoogde resultaten; doorontwikkeling van de organisatie levert tastbare resultaten en producten op. De eindresultaten uit Fase 4 vormen dan weer input voor Fase 1 (PLAN).
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 127 van 211
Paragraaf D - Onderhoud kapitaalgoederen Om de inwoners van de gemeente te kunnen laten wonen in een goed en veilig werk- en woonmilieu geeft de gemeente aanzienlijke bedragen uit aan het verkrijgen en onderhouden van kapitaalgoederen zoals wegen, riolering, water, groen en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen en het onderhoud daarvan is bepalend voor het voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten die daarmee gepaard gaan. In 2014 zijn geen wijzigingen opgetreden in het beleidskader met betrekking tot het onderhoud en kwaliteitsniveau van de kapitaalgoederen. Onder kapitaalgoederen wordt verstaan: investeringen die een meerjarig nut hebben voor onze gemeente. Daarom worden de kosten vaak niet in het jaar van aanschaf verantwoord, maar geactiveerd en over meerdere jaren afgeschreven. Gedurende de periode dat ze van nut zijn, vertegenwoordigen ze een waarde voor onze gemeente. Die waarde moet zo goed mogelijk worden bewaard door onderhoud van deze kapitaalgoederen. Voor de volgende duurzame kapitaalgoederen worden de werkzaamheden in 2014 toegelicht: 1. riolering; 2. onderhoud wegen; 3. onderhoud gebouwen; 4. vervanging voertuigen en grote machines; 5. automatisering. De verantwoording over openbaar groen, bos, natuur, landschap en recreatie vindt u in “Programma 4 Natuur en Milieu”. Ad 1: Riolering waterhuishouding Het Gemeentelijk rioleringsplan, het waterplan en het grondwaterplan dienen gezamenlijk als beheersplan. Deze plannen bevatten de kwaliteitsnormen voor het milieu, het onderhoud van de riolering, het oppervlaktewater en de maatregelen die moeten worden genomen om structurele grondwateroverlast te voorkomen. Op basis van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is in 2014 het volgende gedaan: in 2014 is 30 km riool gereinigd in de wijk ’t Hart. overstorten Overhees: Na de extreme regenbuien in juli en augustus is op een aantal plaatsen de bestrating aangepast om de kans op overstorten van regenwater te verkleinen. Noorderweg/Heuvelweg/Maatweg: De Noorderweg, Ir. Menkolaan en Colenso (ged.) wordt als integraal project uitgevoerd. Een definitief ontwerp van de herinrichting is vastgesteld en aan de bewoners gepresenteerd. De tekeningen voor het bestek zijn gemaakt. In 2015 wordt het project aanbesteed en start de uitvoering. Groen van Prinstererstraat: In de Groen van Prinstererstraat e.o. wordt gekeken naar de parkeerproblemen en de bereikbaarheid van de wijk. De rioolwerkzaamheden zijn uitgesteld tot 2016. Duikers Overhees: Uit een watersysteemanalyse, gedaan in 2014, komt naar voren dat het knelpunt in de duiker onder de Dorresteinweg hydraulisch gezien geen knelpunt is. Qua onderhoud (schoonmaken) is de duiker wel een knelpunt. De schoonmaak valt formeel onder de verantwoordelijkheid van het waterschap. Verdere maatregelen worden uitgesteld tot 2016. Waterplas Clemensstraat: De noodzaak van een waterberging nabij de Clemensstraat is onderzocht in 2014. De aanleg van een waterberging blijkt niet nodig, omdat het Soesterveen in de huidige situatie al als een waterberging functioneert. Het doel van het krediet (zoals dit is beschreven in het Waterplan) omvat ‘Onderbemaling opheffen in combinatie met waterberging nabij gebied natuurmonumenten’. Het opheffen van de onderbemaling is nog niet gerealiseerd en is afhankelijk van meerdere omgevingsfactoren, daarom blijft het krediet staan in 2015. De naamgeving van het krediet wordt aangepast naar ‘onderbemaling opheffen Clemensstraat’.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 128 van 211
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Beetzlaan: De riolering in de Beetzlaan wordt gerenoveerd met een kous. Het project is in 2014 aanbesteed. De uitvoering vindt plaats in 2015. Het project krijgt nog een vervolg door het afkoppelen van de verharding. In 2014 is aan een adviesbureau opdracht gegeven om een ontwerp te maken. Smitsveen buitenplaats: In Smitsveen zijn van 8 flats van Portaal de daken afgekoppeld. Regenwater wordt afgevoerd naar wadi’s in het plantsoen en regenwaterinfiltratiebuizen. Het afkoppelen van de overige flats is kansrijk en krijgt een vervolg in 2015. Rioolwerk afkoppelen Schoutenkampweg e.o.: De Schoutenkampweg (ged.), de Plasweg (ged.) en de Acacialaan zijn heringericht. Regenwater van de straat is afgekoppeld. In 2014 is vastgesteld dat de bestaande infiltratiekratten in de Kastanjelaan vervuild zijn en slecht werken. Door de huidige constructie kunnen de kratten niet schoongemaakt worden. De kratten zijn opgegraven en schoongemaakt. De constructie van het krattenpakket is aangepast zodat ze in de toekomst gereinigd kunnen worden. Rioolwerk en afkoppelen Van Weedestraat/Nieuwerhoekplein: Het renoveren van de riolen in de Rademakerstraat, het Nieuwerhoekplein, Van Weedestraat deel II en de Burg. Grothestraat is uitgevoerd. Watergangbeschoeiingen: De werkzaamheden aan de vijvers en watergangen zoals baggeren en aanpassen van de beschoeiing zijn afgesloten met het vervangen van de duikers in de Stadhouderslaan. Duinweg renovatie en afkoppelen: In 2014 is vastgesteld dat de bestaande infiltratiekratten in de Prunuslaan vervuild zijn en slecht werken. Door de huidige constructie kunnen de kratten niet schoongemaakt worden. De kratten worden in 2015 opgegraven en schoongemaakt. De constructie van het krattenpakket wordt aangepast zodat ze in de toekomst gereinigd kunnen worden. Ecoscan: In samenwerking met het waterschap is een Ecoscan uitgevoerd op het oppervlaktewater binnen het stedelijk gebied. Het waterschap heeft hier tegen de verwachting in geen kosten voor in rekening gebracht. Het project krijgt in 2015 een vervolg in de vorm van het opstellen van kwaliteitsbeelden van het oppervlaktewater. Kruisingen Heideweg: Het afkoppelen en vervangen van de riolering in een gedeelte van de Heideweg, de Schapendrift en een gedeelte van de Dennenweg is afgerond in 2014. In 2015 wordt het gedeelte van de Heideweg ter hoogte van de Plasweg nog afgekoppeld. Frezen Soest/Soesterberg: In 2014 is verdergegaan met het verwijderen van belemmeringen in de riolering (wortelproppen). Na de extreme regenbuien in juli en augustus zijn op een aantal plaatsen wortelproppen uit de riolering gehaald. Het project krijgt een vervolg in 2015. Vervangen drukriool en vacuümput: De besturingskasten van de drukriolering voldeden qua elektrische installatie niet meer aan de huidige normen. Alle kasten zijn vervangen in 2014. Ook alle persleidingen van de drukriolering zijn in 2014 gereinigd. Dorpsplein 2e fase vervangen en afkoppelen: In 2014 is vastgesteld dat de bestaande infiltratiekratten in de Chr. Huygenslaan vervuild zijn en slecht werken. Door de huidige constructie kunnen de kratten niet schoongemaakt worden. De kratten zijn opgegraven en schoongemaakt. De constructie van het krattenpakket is aangepast zodat ze in de toekomst gereinigd kunnen worden. Onderdeel van dit project was ook het afkoppelen van de rijbaan richting Dorpsplein. Door het ontbreken van financiële middelen voor een reconstructie van de weg is het afkoppelen vervallen. Het project krijgt in 2015 een vervolg met het afkoppelen van een gedeelte van de G. Winkelmanstraat ten behoeve van de laatste fase van het project Dorpsplein. Aanpassen riolering gebruik Biezenveld: Een eerste maatregel om het Biezenveld meer te gebruiken is tegen zeer geringe kosten uitgevoerd. Een schuif bij de Schans is nagenoeg dichtgedraaid. Het effect van de uitgevoerde maatregel is gemonitord. In 2014 is het Biezenveld 6 keer volgestroomd tegen 4 keer in 2013. Omdat de monitoringperiode te kort is loopt deze door in 2015. In 2015 wordt een volgende aanpassing van de riolering van de Schans gecombineerd met de aanleg van het nieuwe afvalstoffenpark.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 129 van 211
-
-
-
Vervanging gemaal: De twee perspompen van het vacuümgemaal zijn vervangen. Door de hoge kosten van de vervanging is het krediet overschreden. Vervanging telemetrie: De voorbereiding voor het vervangen van een gedeelte van de gemaal computers is afgerond. De nieuwe installaties zijn besteld en worden nu gebouwd. De daadwerkelijke levering vindt plaats in 2015. De twee vacuümpompen van het vacuümgemaal zijn vervangen binnen dit krediet. De twee nieuwe vacuümpompen werken niet goed. Onduidelijk is of de problemen worden veroorzaakt door de keuze van een verkeerd type pomp in het bestek of door een verkeerd ontwerp van de pompenleverancier. Op dit moment wordt overlegd met de adviseur van de gemeente, de aannemer en de leverancier van de pompen. Er bestaat een risico dat de nieuwe vacuümpompen vervangen moeten worden en de gemeente de kosten moet betalen. De extra kosten worden geraamd op circa € 30.000. Aanleg groene daken: In 2014 was er € 100.000 beschikbaar. Er zijn twee subsidies uitgekeerd van in totaal € 6.888.
De nog niet gerealiseerde werkzaamheden worden doorgeschoven naar 2015. In de voorziening riolering blijven de gelden beschikbaar. Ad 2. Onderhoud wegen Ten laste van de reserve onderhoud wegen zijn werkzaamheden uitgevoerd die nodig zijn voor reconstructies van wegen en bruggen. Hieronder vallen ook de bestaande exploitatiebudgetten rationeel wegbeheer en klein onderhoud. De uit te voeren werkzaamheden zijn onder andere gebaseerd op het jaarlijks onderhoudsprogramma en de inspectie van wegen die na de winterperiode plaatsvindt. Op basis hiervan en met betrekking tot klein onderhoud zijn de onderstaande werkzaamheden uitgevoerd. Wegbeheer Klein onderhoud Op diverse locaties is het jaarlijks klein onderhoud (bakfrezen) uitgevoerd. Dit is meegenomen in een asfaltbestek (zie Planmatig onderhoud) en is in september/oktober 2014 uitgevoerd. Tevens zijn er gedurende het hele jaar reparatiemaatregelen n.a.v. calamiteiten en meldingen uitgevoerd. Planmatig onderhoud Het gepland onderhoud aan de Schoutenkampweg en de Heideweg is uitgevoerd en opgeleverd. De Noorderweg e.o. is voorbereid en wordt in 2015 aanbesteed. In 2014 is een gedeelte van de Dorresteinweg gereconstrueerd. Hiervoor is een aanvullend budget toegekend. In het asfaltbestek zijn de (gedeeltelijke) deklagen van onder andere Park Vredehof, gedeelte van het fietspad bij de Vrijheidsweg, Nassaulaan, Varenstraat, Parallelweg van de Koningsweg en in de Schrikslaan en omgeving. De geplande oppervlakbehandeling in de Schrikslaan en omgeving is vanwege de slechte weersomstandigheden uitgesteld naar 2015. Tevens is in het asfaltbestek het asfalt van het voetpad bij de Schrikslaan vervangen door betontegels. Bruggenbeheer Klein onderhoud: reparatiemaatregelen n.a.v. calamiteiten en klachten. Planmatig onderhoud: brug over vijver bij de Turfstreek is hersteld. Markeringen De markeringen zijn geïnspecteerd en op basis van deze inspectie zijn op diverse locaties de markeringen ‘opgefrist’ c.q. vervangen.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 130 van 211
Ad 3. Onderhoud gebouwen Algemeen Het beheersplan “reserve onderhoud gebouwen” (ROG) is gebaseerd op een 10-jarig onderhoudsplan. Tot het onderhoud wordt in dit verband gerekend het reguliere onderhoud aan de gebouwen en installaties met uitzondering van vernieuwingsonderhoud zoals renovaties, verbouwingen en uitbreidingen. Het regulier onderhoud aan sportaccommodaties, eigendommen niet voor de openbare dienst, overige algemene gebouwen, welzijnsgebouwen en huisvesting gemeentelijk apparaat vindt plaats aan de hand van een daartoe ingerichte geautomatiseerde toepassing. Het onderhoud wordt hiermee, financieel gezien, structureel in beeld gebracht. Op jaarbasis wordt gemiddeld ruim € 1 miljoen uitgegeven aan onderhoud. Mutaties gebouwenbestand De voorste helft van de Kwekerij aan de Molenstraat 157, Molenstraat 142 en het woonhuis Laanstraat 93-93a zijn medio 2014 verkocht. Onderhoudsbeleid Het kwaliteitsniveau van het begrote onderhoud komt voor de gemeentelijke objecten op ongeveer 85%. Dat wil zeggen dat de intensiteit van onderhoud vaak minder is (met name esthetisch onderhoud, zoals binnenschilderwerk en vloerbedekking) en perioden tussen onderhoud langer dan de algemene normen. Veiligheidsaspecten en zaken die invloed hebben op de continuïteit van de activiteiten van de gebruikers/huurders van gebouwen, krijgen prioriteit. Gelijksoortige werkzaamheden, zoals schilderwerk en dakwerk, worden zo veel mogelijk in bulk uitbesteed. De genoemde budgetten hebben alleen betrekking op de kosten derden. Continu wordt zeer kritisch gekeken naar de noodzaak van herstel/vervanging. Als doorschuiven met een jaar mogelijk was, is dit ook gedaan. Ter voorkoming van desinvesteringen zijn niet direct noodzakelijke werkzaamheden uitgesteld zodat deze eerst getoetst kunnen worden aan de uitkomsten Integraal Accommodatie Beleid en de Sportvisie. Met name bij een aantal sportgebouwen heeft dit in de praktijk geresulteerd in een aangepaste werkwijze, waarbij slechts die werkzaamheden worden uitgevoerd die noodzakelijk zijn om het object op korte termijn wind- waterdicht en veilig te houden en de basisfuncties te waarborgen. Afwijkingen tussen geraamde budgetten en werkelijke kosten. Zowel in 2013 als 2014 waren de gevolgen van de crisis op de prijzen van onderhoudswerkzaamheden duidelijk waarneembaar. Veel werkzaamheden worden aangenomen voor bedragen die ruim onder de directiebegrotingen liggen. De directiebegrotingen zijn gebaseerd op kostenkengetallen die als gangbaar worden beschouwd bij een “gezonde” markt, waarbij vraag en aanbod in evenwicht zijn. Ook is een afname van de kosten voor dagelijks onderhoud door gedeeltelijke leegstand of minder intensief gebruik van een aantal accommodaties merkbaar. Huisvesting gemeentepersoneel (gemeentehuis) Totaal budget voor het jaar 2014: € 475.204 Totale uitgaven: € 354.504 Het budgetrestant is ontstaan door: • Niet uitgevoerde vervangingen aan de installaties. Deze werkzaamheden worden in 2015 uitgevoerd. (€ 110.000) Huisvesting gemeentepersoneel overige Totaal budget voor het jaar 2014: € 17.041 Totale uitgaven: € 3.713 De belangrijkste niet uitgevoerde werkzaamheden zijn: • Werf en werkplaatsen. Bestratingsherstel nog niet uitgevoerd (€ 2.500) • Onderkomen personeel Veldweg. Buitenschilderwerk doorgeschoven naar 2015 (€ 4.200) • Bosschuur. Installatietechnische werkzaamheden (€ 2.000) Sportaccommodaties (exclusief Sportcomplex Dalweg) Totaal budget voor het jaar 2014: € 1.289.483 Totale uitgaven: € 168.042 Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 131 van 211
De belangrijkste niet uitgevoerde werkzaamheden zijn: • Sporthal Beukendal. Onderhoudswerkzaamheden worden zo minimaal mogelijk uitgevoerd, lopende de besluitvorming rond de sportvisie (€ 561.000). • Gymlokaal Paulus Potterlaan. Onderhoudswerkzaamheden worden zo minimaal mogelijk uitgevoerd, lopende de besluitvorming rond de sportvisie (€ 180.000). • Kleedgebouw VVZ’49. Onderhoudswerkzaamheden worden zo minimaal mogelijk uitgevoerd, lopende de besluitvorming rond de sportvisie (€ 139.000). • Kantine/kleedgebouw VV SEC. Onderhoudswerkzaamheden worden zo minimaal mogelijk uitgevoerd, lopende de besluitvorming rond de sportvisie (€ 117.000). • Sporthal de Bunt. Vervanging van scoreborden en geluidsinstallaties zijn niet uitgevoerd. Lopende de besluitvorming rond de sportvisie (€ 20.000). • Sportcomplex BDC. Diverse installatietechnische vervangingen en interieurwerkzaamheden niet uitgevoerd, lopende de besluitvorming rond de sportvisie (€ 9.500). • Sportcomplex VV Hees. Diverse installatietechnische vervangingen niet uitgevoerd, lopende de besluitvorming rond de sportvisie (€ 11.000). Een budgetoverschrijding is veroorzaakt door: • VV SO Soest. Vervangen van de regeling van de gebouwinstallaties. Dit betreft doorgeschoven budget uit vorige jaren (€ 17.000). Sportcomplex Dalweg Totaal budget voor het jaar 2014: Totale uitgaven:
€ 486.265 € 649.343
De budgetoverschrijding is veroorzaakt door: • Uitvoering doorgeschoven vervangingen van dakventilatoren en luchtbehandelingskasten uit budgetjaar 2012-2013 (€ 144.000). • Vervroegde vervanging van onderdelen van de zwembadinstallatie. Deze zijn geraamd voor uitvoering in 2015, maar vervanging bleek in 2014 noodzakelijk (€ 16.000). Eigendommen niet voor de openbare dienst Totaal budget voor het jaar 2014: € 154.416 Totale uitgaven: € 43.750 De belangrijkste niet uitgevoerde werkzaamheden zijn: • Woonhuis Beetzlaan 50. Vervangen van keuken en toilet sanitair opgedragen. Uitvoering vindt op verzoek van de bewoners medio januari 2015 plaats. (€ 6.000) De geraamde vervangingen van tegelwerk en douche wordt nog niet uitgevoerd. Dit is technisch nog niet noodzakelijk (€ 6.500). • Laanstraat 93-93a. vervallen werkzaamheden door verkoop in 2014 (€ 20.000). • Anna Paulownahuis. Gevelherstel, buitenschilderwerk en dakwerkzaamheden doorgeschoven naar 2015 aangezien er nog geen technische noodzaak aanwezig was in 2014. (€ 50.000) • Stallingsruimte RMN. Vervanging van de luchtheaters met regeling technisch nog niet noodzakelijk (€ 27.000). Overige objecten Totaal budget voor het jaar 2014: Totale uitgaven:
€ 168.610 € 61.099
De belangrijkste niet uitgevoerde werkzaamheden zijn: • Brandweerkazerne Soest. Diverse vervangingen aan verlichting, brandmeldinstallatie, lift en intercom technisch niet noodzakelijk (€ 48.000). • Brandweerkazerne Soesterberg. Buitenschilderwerk en gevelherstel niet noodzakelijk (€ 21.000). • Aula begraafplaats Veldweg. Buitenschilderwerk en gevelherstel niet noodzakelijk (€ 12.000). Een budgetoverschrijding is veroorzaakt door: • Werkplaats OMV. De hoofdelektrakast is vervangen. Deze stond in 2013 geraamd (€ 9.000). Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 132 van 211
Welzijnsgebouwen Totaal budget voor het jaar 2014: Totale uitgaven:
€ 429.000 € 315.118
De belangrijkste minderkosten betreffen: • KDV Duinpaleis. Dakwerkzaamheden doorgeschoven naar 2015 (€ 35.000). • Willaertgebouw. Diverse installatievervangingen en interieurwerkzaamheden niet uitgevoerd lopende de besluitvorming rond het IAB of omdat vervanging technisch nog niet noodzakelijk was (€ 90.000). Budgetoverschrijdingen zijn veroorzaakt door: • BEC De Plantage. Diverse werkzaamheden die in 2013 gepland stonden zijn in 2014 uitgevoerd (€ 25.000) • Orlandogebouw. Noodzakelijke vervanging van de regeling van de verwarmingsinstallatie van de sportzaal. Hiervoor was budget aanwezig in 2013. (€ 10.000) Ad 4. Vervanging voertuigen en grote machines Om te voorkomen dat de bedrijfsvoering van de afdeling Realisatie (onder andereserviceteam, begraafplaats en bossen) in gevaar komt, moet inzichtelijk zijn hoe en wanneer de vervanging van het voertuigen- en machinepark is geregeld. In 2014 is een nieuw beheerplan tractiemiddelen gemeente Soest 2014-2018 vastgesteld. Op grond van inventarisaties (z.g. nulmeting) is een nieuw meerjarig vervangingsschema opgesteld. Bij elke geplande vervanging wordt iedere keer nadrukkelijk bezien of uitstel nog verantwoord is. In het nieuwe beheerplan is ook de gewijzigde regelgeving opgenomen met betrekking tot de BPM en het vervallen van in het verleden hiervoor toegekende vrijstelling. Deze wijziging heeft gevolgen voor de aanschafprijs van voertuigen. In 2014 stond de vervanging gepland van een tweetal voertuigen (een transporter en een minitrekker) van het serviceteam. In het nieuwe beheerplan tractiemiddelen zijn de aangepaste vervangingsprijzen vastgesteld. De vervanging is doorgeschoven naar 2015. Ad 5. Automatisering ICT is een belangrijk hulpmiddel voor de uitvoering van de gemeentelijke taken. Gemeentelijke processen zijn hier van afhankelijk en klanten kunnen naar behoren worden bediend, waardoor het in stand houden van ICT-voorzieningen nadrukkelijke aandacht vraagt. De bestemmingsreserve I&A heeft betrekking op het in stand houden van de bestaande ICT voorzieningen. Dit kent twee aspecten: 1. Onderhoud op de voorzieningen die op dit moment in gebruik zijn. 2. Vervanging van voorzieningen op het moment dat zij aan het eind van hun levenscyclus zijn gekomen. 2014 is afgesloten met een negatief exploitatiesaldo van € 111.271. Dit bedrag is onttrokken uit reserve automatisering. Het negatieve exploitatiesaldo automatisering wordt verklaard doordat er in 2014 enkele grote vervangingen en upgrades van software plaatsvonden: er is een nieuw belastingsysteem geïmplementeerd en gedurende 2014 hebben intensieve voorbereidingen plaatsgevonden voor de migratie van het gemeentelijk document management systeem naar een zaaksysteem. Voor deze kosten is afgelopen jaren gespaard in de reserve automatisering. Daarnaast liggen de kosten voor onderhoud van software hoger dan tot nu toe was begroot. De gemeentelijke applicaties worden door de verdergaande digitalisering complexer en daardoor ook duurder.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 133 van 211
Paragraaf E - Verbonden partijen Inleiding Er is in 2014 een vervolg gegeven aan de implementatie, binnen de ambtelijke organisatie, van de door de raad vastgestelde visie op samenwerking en het handboek verbonden partijen. Eén van de uitwerkingen was het actualiseren van de paragraaf Verbonden Partijen. De huidige vorm van deze paragraaf biedt de raad meer handvatten om grip te houden op de diverse Verbonden Partijen van de gemeente Soest. Naast de doelstellingen en het bestuurlijk belang heeft ook het financieel belang en de risico’s een prominentere plek gekregen in het format. Zoals in de strategische visie is opgenomen vindt een periodieke evaluatie van de bestaande samenwerkingsverbanden plaats. In 2014 is het onderzoeksplan doelmatigheid- en doeltreffendheid voor 2015 opgesteld en daarin is opgenomen dat de verbonden partij Reinigingsdienst Midden Nederland (RMN) in 2015 wordt geëvalueerd. Wat zijn verbonden partijen? Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang houdt in dat de gemeente op enige wijze zeggenschap heeft. Een financieel belang betekent dat de gemeente financiële middelen ter beschikking heeft gesteld, die ze kwijt is in geval van faillissement van de participatie. Ook heeft de gemeente een financieel belang als financiële problemen bij de verbonden partij kunnen worden verhaald op de gemeente. Uiteraard blijft Soest beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheden houden ten aanzien van deze partijen. Bestuurlijke samenwerking Ook in 2014 is gebleken, dat om de meer complexe problemen effectief en efficiënt aan te kunnen pakken, gemeenten steeds meer met anderen moeten samenwerken. Gemeenten worden steeds meer onderdeel van ketens en netwerken. Onder een interactieve aanpak kunnen uiteenlopende samenwerkingsvormen worden verstaan, waarbij de wisselwerking tussen betrokken partijen kansen bieden op bijvoorbeeld draagvlak, of het versterken van het wederzijdse begrip. Maar ook kansen om andere partijen te laten investeren in een gemeenschappelijke aanpak van een bepaald probleem. Samenwerkingsvormen die in dit kader vallen zijn: • overheid zelf; • partners in de samenleving in een of andere samenwerkingsvorm (PPS enz.); • met behoud van eigen identiteit en verantwoordelijkheid gezamenlijk een project realiseren op basis van een heldere taak- en risicoverdeling; • via overheidssturing door derden (regie, subsidie); • overlaten aan de samenleving; • coproductie; • samenwerking met andere gemeenten. Samenwerking in de brede zin van het woord wordt vorm gegeven door: • uitvoering te geven aan het vastgestelde Handboek Verbonden partijen; • uitvoering te geven aan de Strategische Visie op Samenwerking van Soest. Naast de verbonden partijen waar Soest aan deelneemt, onderscheiden we ook een andere vorm; regionale samenwerking op basis van een convenant. Deze samenwerkingsvorm is hieronder weergegeven.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 134 van 211
Regio Agenda Regio Amersfoort Vestigingsplaats n.v.t. Doel en openbaar belang dat wordt behartigd Het Bestuursconvenant Regio Amersfoort staat voor de samenwerking met en tussen gemeenten én voor de behartiging van onze regionale belangen. In de regio Amersfoort wordt door de gemeenten gewerkt aan een gezamenlijke toekomst. De onderwerpen zijn vaak gemeentegrensoverstijgend, zoals Verkeer en Vervoer, Recreatie en Toerisme, Economische Zaken, Ruimte en Wonen en het Sociaal Domein. Het doel van dit samenwerkingsverband is om op een duurzame en effectieve manier strategisch samen te werken aan oplossingen voor regionale vraagstukken. Dit gebeurt door concrete resultaten te boeken voor de deelnemende gemeenten en partners. ‘Ons doel is bijdragen te leveren aan de versterking van Regio Amersfoort als unieke plek om te wonen, werken en te leven’. Programma/paragraaf De strategische agenda loopt door verschillende programma’s en paragrafen heen. Deelnemende partijen De gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest, Woudenberg en op onderdelen ook Barneveld en/of Nijkerk Bestuurlijk belang Op 18 december 2008 heeft de raad ingestemd om de samenwerking binnen het gewest Eemland anders in te vullen. De belangrijkste verandering is splitsing van de bestuurlijke samenwerking en de uitvoering. Met de vernieuwde bestuurlijke regionale samenwerking is bewust gekozen om een gemeenschappelijke regeling los te laten. Gekozen is om te werken met een bestuursconvenant en per project bestuursopdrachten. De bestuurders concentreren zich voortaan op de bestuurlijke agenda. De aansturing van de samenwerking gebeurt door twee regiegroepen: • een bestuurlijke regiegroep, bestaande uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten (BORA); deelnemer vanuit Soest: portefeuillehouder Samenwerking: R.T. Metz; • en een ambtelijke regiegroep, gevormd door de gemeentesecretarissen (ARG); deelnemer vanuit Soest: gemeentesecretaris A.R. Veenstra. Financieel belang Het regiobureau wordt bekostigd uit een voor de deelnemende gemeenten te betalen vaste geïndexeerde bijdrage gebaseerd op het inwoneraantal. Dit bedrag wordt jaarlijks op voorstel van de ARG vastgesteld. Financiële informatie > > > >
Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat 2014 Bestemming resultaat 2014
01-01-2014 n.v.t. n.v.t. Niet van toepassing Niet van toepassing
31-12-2014 n.v.t. n.v.t.
Risico’s n.v.t. (Beleids)ontwikkelingen Er wordt binnen de verschillende pijlers gewerkt aan vastgestelde doelstellingen en acties vanuit de opgestelde strategische agenda Regio Amersfoort 2013-2015. Binnen de pijler Sociaal Domein is er in 2014 intensief samengewerkt, door de regiogemeenten, aan de decentralisaties. Dit heeft onder andere geresulteerd in een gezamenlijke inkooptraject voor de transitie jeugd en de transitie Wmo awbz. De inzet van professionals voor de sociale teams en jeugdteams, de start voor het ontwikkelen van een monitoringsinstrument, het vormgeven van administratieve ondersteuning rondom de uitvoering van de RTA’s etcetera. Voor de regionale samenwerking binnen de decentralisaties is een projectorganisatie in het leven geroepen, waarin verschillende werkgroepen, bijvoorbeeld financiën, inkoop, beleid, ICT, van start zijn gegaan. Om de samenhang te bewaken en te coördineren is de werkgroep Samenhang Sociaal Domein verantwoordelijk, ten behoeve van de besluitvorming is de bestuurlijke groep Sociaal Domein verantwoordelijk, welke bestaat uit de portefeuillehouders Sociaal Domein uit de deelnemende gemeenten. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) n.v.t.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 135 van 211
De gemeente Soest kent de volgende verbonden partijen:
Gemeenschappelijke regelingen Opmerking vooraf: Waar mogelijk wordt hierna in de rubriek ‘Financiële informatie’ in financiële data over 2014 voorzien. Is dat niet mogelijk dan is de laatst bij ons bekende financiële informatie vermeld (meestal over 2013). 1. Service Bureau Gemeenten (SB|G) Vestigingsplaats Amersfoort Doel en openbaar belang dat wordt behartigd Het SB|G is een openbaar lichaam in het kader van de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) en is de opvolger van Servicedienst Midden Nederland en het voormalig Gewest Eemland. De deelnemende partijen hadden tot 30 juni 2014 taken op gebied van de Wmo, leefomgeving en/of op gebied van het Besluit Woninggebonden Subsidies, ondergebracht bij het SB|G. Het SB|G verrichtte in opdracht van de gemeente Soest alleen taken op het gebied van leefomgeving (milieu, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting), in afwachting van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht. Per 1 juli 2014 is de RUD Utrecht operationeel. Programma/paragraaf 1 – Bestuurlijke Zaken. Deelnemende partijen De gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest en Woudenberg. Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het algemeen bestuur van het SB|G. Voor Soest is dat portefeuillehouder J.L. van Berkel-Vissers. Financieel belang De gemeente draagt financieel bij op basis van een gesloten dienstverleningsstatuut en is gebaseerd op afgenomen taken. Deze bijdrage bedraagt voor de eerste helft van 2014 € 202.000. Financiële informatie SBG > > > >
Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat 2013 Bestemming resultaat 2013
01-01-2013 31-12-2013 € 157.705 € 170.735 € 15.184.259 € 14.135.258 € 13.030 positief Het positief resultaat van € 13.030 is aan de algemene reserve toegevoegd.
Risico’s Bij de afbouw van taken op gebied van leefomgeving is er sprake van desintegratiekosten. Deze ontmanteling van de SB|G vindt in de eerste helft van 2015 plaats. Het bedrag waarvoor Soest wordt aangeslagen is op dit moment nog niet bekend. (Beleids)ontwikkelingen Per 1 juli 2014 is de RUD Utrecht operationeel. Zie onderstaand onder 10. Voorziene Beleidsevaluatie Niet van toepassing. 2. Gemeentelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU) Vestigingsplaats Zeist Doel en openbaar belang dat wordt behartigd De GGDrU voert alle taken voortkomend uit de Wet Publieke Gezondheid (WPG) voor de gemeente uit, waarbij de focus ligt op de collectieve aspecten van de gezondheid. De missie van de GGDrU is ‘het bevorderen en beschermen van de gezondheid en gelijke kansen op gezondheid voor de bevolking in regio Midden-Nederland’. Hiertoe richt de GGD zich op de volgende doelstellingen:
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 136 van 211
•
• •
Het bewaken en bevorderen van de gezondheid van alle inwoners in het werkgebied door onderzoek, voorlichting, advies en gezondheidsprogramma’s. Hierdoor kan gezondheidswinst gerealiseerd en geconsolideerd worden. Een expertise- en uitvoeringsorganisatie zijn voor de gemeenten, gericht op preventie, acuut optreden, toegang tot zorgcoördinatie, signaleren en smeden van ketens. Het bieden van preventie- en vangnetzorg en/of het bemiddelen tussen aanbieders en afnemers van zorg waar dit uit een oogpunt van openbaar belang noodzakelijk is.
Programma/paragraaf 7 – Zorg en Welzijn Deelnemende partijen Alle gemeenten in de provincie Utrecht Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het algemeen bestuur van de GGD. Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur namens Soest: portefeuillehouder P.A. van der Torre. Financieel belang De gemeente draagt financieel bij op basis van een inwonerbijdrage. Deze bedroeg in 2014 € 525.409 (€ 11,55 X 45.490 inwoners) voor de basistaken. Voor het maatwerk gaat het om een bedrag van € 750.961. Financiële informatie GGD > > > >
Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat 2013 Bestemming resultaat 2013
01-01-2013 31-12-2013 €1.945.396 € 2.575.683 € 11.260.171 € 10.889.082 € 1.090.477 positief Van het resultaat is een deel (€ 548.702) gerestitueerd aan de Eemlandgemeenten. Voor het resterende bedrag (€ 541.775) zijn verschillende voorzieningen getroffen.
Risico’s (Beleids)ontwikkelingen Met ingang van 1 januari 2014 zijn de GGD Midden-Nederland en de GG&GDUtrecht samengegaan in de GGD regio Utrecht. Dit omdat met de inwerkingtreding van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) er één regionale gezondheidsdienst moest komen op de schaal van de veiligheidsregio (VRU), de zogenoemde territoriale congruentie. De ‘oude’ constructie met twee GGD-en voldeed niet aan de wettelijke eisen. De gemeenschappelijke regeling GGD Midden-Nederland is hiertoe gewijzigd; de gemeente Utrecht is toegetreden als deelnemer. De GGD regio Utrecht bedient alle 26 gemeenten in de provincie Utrecht. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen. 3. Stichting Eem-Vallei Educatief Vestigingsplaats Barneveld Doel en openbaar belang dat wordt behartigd De stichting voor openbaar primair onderwijs Eem-Vallei Educatief (STEV) is het bevoegd gezag van de openbare basisscholen in de gemeenten Baarn, Barneveld, Bunschoten, Nijkerk, Scherpenzeel, Soest en Woudenberg. De gemeenteraden van deze gemeenten hebben op 1 januari 2005 het bestuur van de openbare scholen in hun gemeenten overgedragen aan het bestuur van de stichting. Het bestuur maakt sinds 1 januari 2005 geen deel meer uit van de gemeentelijke organisatie en is ook vermogensrechtelijk gescheiden van de gemeente. Via notariële akte is de overdracht geregeld van gebouwen/terreinen. De portefeuillehouders onderwijs nemen zitting in het toezichtorgaan de Regioraad. Programma/paragraaf 6 - Onderwijs Deelnemende partijen De gemeenten Baarn, Barneveld, Bunschoten, Nijkerk, Scherpenzeel, Soest en Woudenberg. Bestuurlijk belang Bij de verzelfstandiging van openbaar primair onderwijs behouden de gemeentebesturen op grond van de Wet op het primair onderwijs een aantal bevoegdheden. De gemeenteraden stellen formeel de
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 137 van 211
jaarrekening van de stichting vast, keuren de begroting goed, benoemen de bestuursleden en kunnen in geval van bestuurlijke verwaarlozing ingrijpen en het stichtingsbestuur wegsturen. Om de deelnemende gemeenten goed en tijdig te kunnen informeren kent de stichting de Regioraad. Dit is een afstemmingsoverleg, waarin de wethouders van onderwijs zitting hebben en overleg voeren met het dagelijks bestuur van de stichting. Vertegenwoordiging in de Regioraad: portefeuillehouder J.L. van Berkel-Vissers. Financieel belang n.v.t. Financiële informatie STEV > > > >
Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat 2013 Bestemming resultaat 2013
01-01-2013 31-12-2013 € 1.926.672 € 2.563.018 € 1.950.689 € 2.198.198 € 636.346 positief Er is een positief resultaat van € 636.346, dat is toegevoegd aan de algemene reserve. Dit positieve resultaat komt onder andere door: • de bijzondere en aanvullende bekostiging vanuit het herfstakkoord van € 413.591; • bijzondere bekostiging jonge leerkrachten vanuit het herfstakkoord € 49.525; • prestatiebox € 106.890 meer ontvangen dan begroot; • eenmalige teruggaaf WIA van de belastingdienst van € 38.095.
Risico’s (Beleids)ontwikkelingen Per 1 augustus 2014 is het Passend Onderwijs ingevoerd. Uit de eerste berichten van het nieuwe samenwerkingsverband lijken de financiële gevolgen voor de deelnemende schoolbesturen op de korte termijn mee te vallen, aangezien de eerste jaren de financiële afdracht aan de schoolbesturen op peil lijkt te blijven. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen. 4. Reinigingsbedrijf Midden-Nederland (RMN) Vestigingsplaats Soest Doel en openbaar belang dat wordt behartigd De doelstelling van RMN is op een milieuvriendelijke én efficiënte wijze diensten voor de deelnemende gemeenten uitvoeren (op basis van een dienstverleningsovereenkomst). Dit zijn: afvalinzameling; straatreiniging (vegen/onkruidbestrijding); kolkenreiniging; gladheidbestrijding; ongediertebestrijding. Programma/paragraaf 4 – Natuur en Milieu Deelnemende partijen De gemeenten Baarn, IJsselstein, Nieuwegein, Soest en Zeist. Bestuurlijk belang De deelnemende gemeenten zijn eigenaar van RMN. Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het Bestuur van het RMN. Vertegenwoordiging in het bestuur namens Soest: portefeuillehouder Y.C. Kemmerling (voorzitter van het bestuur). Financieel belang De gemeente draagt financieel bij op basis van hoeveelheid afgevoerde afvalstoffen (zie AVU), inzamelkosten en overige directe en indirecte kosten. De bijdrage bedraagt in 2015 € 3.795.000. In 2013 en 2014 (raming) bedroeg de bijdrage € 4.022.000 en € 3.971.000.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 138 van 211
Financiële informatie RMN > Eigen vermogen > Vreemd vermogen > Financieel resultaat 2013
> Bestemming resultaat 2013
01-01-2013 31-12-2013 € 827.600 € 1.651.200 € 4.310.000 € 4.070.000 Het bedrijfsresultaat 2013 bedraagt € 823.600. D.w.z. het resultaat na afrekening van de dienstverleningsovereenkomsttaken met de individuele gemeenten. € 17.500 reserve eigen risico € 534.600 algemene bedrijfsreserve (hiermee is het vastgestelde maximum van € 1.250.000 bereikt) € 271.500 naar rato van omzet uitkeren aan gemeenten (voor Soest € 57.600 bestemming egalisatiereserve afvalstoffenheffingen)
Risico’s RMN onderscheid externe risico’s van interne risico’s. De externe risico’s zijn: wijziging in externe wet- en regelgeving (arbo, cao, milieu), uittreden deelnemende gemeenten, looptijd dienstverleningsovereenkomsten, rentebeleid overheid, weer (gladheid, sneeuw, vorst), natuurrampen, stakingen, conjunctuur, concurrentie, inflatie, politiek, vergrijzing. De interne risico’s zijn: brand, milieuschade, bedrijfsongevallen, fraude en diefstal, immobiliteit en leeftijdsopbouw personeel, ziekteverzuim en onderbezetting werkplaats. (Beleids)ontwikkelingen RMN heeft in het afgelopen jaar een regionaal afvalbeleidsplan opgeleverd aan de deelnemende gemeenten en de gemeente Bunschoten. RMN maakt op dit moment een nieuwe strategienota voor de periode 2014-2018. De nieuwe strategienota moet duidelijkheid geven over wenselijke versterking van de organisatie, gebiedsuitbreiding en/of taakuitbreiding. Er is belangstelling van de gemeente Bunnik om aan te sluiten bij RMN. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Als onderdeel van het onderzoeksplan doelmatigheid en doeltreffendheid wordt dit samenwerkingsverband in 2015 geëvalueerd. 5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU) Vestigingsplaats Soest (in het kantoor van RMN aan de Lange Brinkweg) Doel en openbaar belang dat wordt behartigd De AVU is verantwoordelijk voor de regie, coördinatie en organisatie van het transport en de bewerking en verwerking van het huishoudelijk afval. Alle gemeenten hebben aan de AVU de taak overgedragen voor het afsluiten van verwerkingscontracten voor de grootste stromen afval. Programma/paragraaf 4 – Natuur en Milieu Deelnemende partijen Alle Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht. Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het algemeen bestuur van de AVU. Vanuit het algemeen bestuur wordt een dagelijks bestuur geformeerd. Vertegenwoordiging namens Soest: in het algemeen bestuur: portefeuillehouder Y.C. Kemmerling; in het dagelijks bestuur: portefeuillehouder Y.C. Kemmerling (plv. voorzitter). Financieel belang De gemeente draagt financieel bij op basis van de hoeveelheid afgevoerde afvalstoffen die onder contracten vallen welke door de AVU zijn afgesloten. Deze bijdrage is voor 2015 geraamd op € 868.243. In 2013 en 2014 (raming) bedroeg de bijdrage respectievelijk € 868.236 en € 824.425. Financiële informatie AVU > Eigen vermogen > Vreemd vermogen > Financieel resultaat 2013
01-01-2013 € 332.478 € 130.785 € 123.092 positief
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
31-12-2013 € 329.921 € 142.061
Pagina 139 van 211
> Bestemming resultaat 2013
Toegevoegd aan bestemmingsreserve t.b.v. huurders containers.
Risico’s Voor de afvalverwijdering zijn meerjarige contracten afgesloten. Tot en met 2018 zijn hierbij geen risico’s te verwachten. De AVU kent een zeer beperkte personeelsbezetting (5 fte). Uitval van één van de medewerkers zal direct merkbaar zijn binnen en buiten de organisatie. De volgende risico’s zijn actueel: renterisico van de vlottende schuld; kredietrisico van de verstrekte gelden; debiteurenrisico met betrekking tot de achtergestelde lening aan de NV ROVA Holding; investeringsrisico inzake de deelnemingen in de NV ROVA Holding en de BV Afvaloverslag. (Beleids)ontwikkelingen De gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 op grond van de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022 zelf verantwoordelijk voor het sorteren en vermarkten van ingezamelde kunststof verpakkingen. In 2014 heeft de AVU hiervoor samen met enkele andere samenwerkingsverbanden een aanbesteding gehouden. Het bedrijf Sita heeft deze aanbesteding gewonnen. Op grond van deze aanbesteding kan ook een gecombineerde stroom van plastic afval, drankenkartons en blik voor sortering en vermarkting worden aangeboden. Eind 2014 is de directeur-secretaris van de AVU met pensioen gegaan. Voor zijn opvolging wordt momenteel een procedure gevolgd. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen.
6. Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Vestigingsplaats Utrecht Doel en openbaar belang dat wordt behartigd Met de inwerkingtreding van de Wet veiligheidregio’s op 1 oktober 2010 is bepaald dat de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in artikel 8, treffen een gemeenschappelijke regeling, waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: veiligheidsregio. De eerste gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht is op 1 januari 2010 van kracht geworden. Op 1 januari 2015 treedt de gewijzigde gemeenschappelijke regeling in werking. De VRU behartigt de belangen van de gemeenten op de volgende terreinen: a. de brandweerzorg; b. de organisatie van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen; c. de rampenbestrijding en crisisbeheersing; d. het beheer van de gemeenschappelijke meldkamer. Daarnaast heeft de VRU de zorg voor: een adequate samenwerking met politie Utrecht en de meldkamer ambulancezorg ten aanzien van onder meer de gemeenschappelijke meldkamer; een gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Programma/paragraaf 1 – Veiligheid Deelnemende partijen De 26 gemeenten van de provincie Utrecht. Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het algemeen bestuur van de VRU Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur namens Soest: R.T. Metz. Het algemeen bestuur van de veiligheidsregio bestaat, in afwijking van artikel 13, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Financieel belang De gemeente draagt financieel bij op basis van een inwonerbijdrage. Deze bedraagt in 2014 € 2.486.067. In 2012 en 2013 bedroeg de inwonerbijdrage € 2.473.728 en € 2.498.306.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 140 van 211
Financiële informatie VRU > Eigen vermogen > Vreemd vermogen > Financieel resultaat 2013
> Bestemming resultaat 2013
01-01-2013 31-12-2013 € 2.123.000 € 3.823.000 € 54.555.000 € 49.777.000 € 3,4 miljoen positief (bedrijfsresultaat vermeerderd met de niet meer noodzakelijk geachte en dus opgeheven reserve grootschalig oefenen ad € 120.000). Van het financieel resultaat is € 1,7 miljoen terugbetaald aan de deelnemende gemeenten (aandeel Soest is € 60.717) en de andere helft is aangewend voor het vormen van vier nieuwe bestemmingsreserves.
Risico’s De VRU heeft een structurele bezuiniging doorgevoerd van 5%. Daarnaast wordt momenteel een tweede tranche bezuinigingen doorgevoerd. De risico’s zijn hierdoor beperkt. (Beleids)ontwikkelingen Op 4 juli 2014 heeft het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht ingestemd met de majeure projecten. Een onderdeel van deze projecten was het dekkingsplan met de titel ‘veiligheidszorg op maat’, waarbij mensen en materieel worden verspreid op basis van een risicoanalyse. Daarnaast is gekozen voor een integrale benadering van veiligheid en een bestuurlijke kosten-batenafweging. Als gevolg van de bestuurlijke uitgangspunten, zoals die in november 2013 zijn vastgesteld in het algemeen bestuur van de VRU en waarbij er expliciet gekozen is om de financiële effecten van de invulling van het regionale veiligheidszorgniveau gezamenlijk te dragen en te delen, is de gemeente Soest voordeelgemeente. Deze gewijzigde financieringssystematiek leidt tot een structurele bezuiniging. De komende jaren wordt gekeken naar de huisvesting van de repressieve dienst. De uiteindelijke besluitvorming over de huisvesting en de wijze van overdracht van de objecten in de VRU is voorzien voor eind 2015/begin 2016. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen 7. Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen Baarn Bunschoten Soest (BBS) Vestigingsplaats Soest Doel en openbaar belang dat wordt behartigd Het bieden van bestaanszekerheid aan inwoners met een inkomen beneden het minimum niveau en aan inwoners die door bijzondere bestaanskosten onder dat minimum (dreigen te) raken. Daarnaast deze inwoners ondersteunen bij het vinden van betaalde arbeid. De belangrijkste uitvoeringstaken zijn: Wet werk en bijstand (WWB); Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW); Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ); Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen 2004 (BBZ 2004). Programma/paragraaf 7 – Zorg en Welzijn. Deelnemende partijen De gemeenten Baarn, Bunschoten en Soest. Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het bestuur van deze lichte gemeenschappelijke regeling. Vertegenwoordiging in het bestuur namens Soest: portefeuillehouder Sociale Zaken, P.A. van der Torre. Financieel belang Vanaf 2004 is de gemeente voor 100% zelf financieel verantwoordelijk voor de bijstandsuitgaven. De ontwikkeling van de bijstandsuitgaven is daarmee voor eigen risico van gemeenten. Daarnaast is de aanpassing van het macrobudget door de landelijke ontwikkeling van de bijstandsuitgaven, of wijzigingen in de verdeelsystematiek een risicofactor. Ten slotte is op grond van de samenwerkingsovereenkomst de formatie van BBS (en de kosten daarvan) gekoppeld aan het aantal
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 141 van 211
cliënten. De laatste jaren is deze koppeling echter, ondanks de stijgende cliëntenaantallen, niet meer geëffectueerd waardoor een efficiencyslag gemaakt moest worden. Financiële informatie W&I BBS > > > >
Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat 2014 Bestemming resultaat 2014
01-01-2014 31-12-2014 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. € 0 (zie ook toelichting hierna) Niet van toepassing; W&I BBS is een lichte gemeenschappelijke regeling en heeft geen eigen of vreemd vermogen. Daarom is er een resultaat van nul en geen sprake van resultaatbestemming.
Risico’s Voor gemeenten geldt dat in beginsel op bijstandsuitkeringen een eigen risico wordt gelopen van 10% van de rijksvergoeding. Indien het tekort daarboven uitstijgt, kan een aanvraag worden ingediend voor een IAU-uitkering (incidentele aanvullende uitkering). Zie ook de risicoparagraaf onder programma 7. (Beleids)ontwikkelingen Vanuit het project ‘Integratie Werk en Inkomen’ zijn de taken van de sociale dienst BBS sinds de zomer van 2014 geïntegreerd met de taken rondom Werk. Deze taken worden door de uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen uitgevoerd voor de drie gemeenten Baarn, Bunschoten en Soest. Iedere gemeente kan indien gewenst haar eigen beleidskeuzes maken, maar gestreefd wordt wel naar eenduidige uitvoering in de beleidsontwikkeling. In de implementatie van de Participatiewet is ook gekozen voor deze gezamenlijke beleidsmatige aanpak. Gekozen is voor W&I BBS als uitvoerder voor het ‘lokale’ (BBS) deel van de Participatiewet voor wat betreft de bestaande doelgroepen in de Participatiewet (voormalig WWB) en voor de regionale samenwerking voor het regionale deel van de Participatiewet, betreffende met name de nieuwe doelgroepen (voormalig WSW en Wajong). Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen 8. Regionale Sociale Werkvoorzieningschap Amersfoort e.o. (RWA) Vestigingsplaats Amersfoort Doel en openbaar belang dat wordt behartigd RWA voert de Wet sociale werkvoorziening (WSW) uit in onze regio. RWA biedt hiertoe betaald werk aan mensen die door hun beperking geen reguliere baan kunnen vinden. Vanaf 1 januari 2015 komt de WSW te vervallen. Mensen met arbeidsvermogen stromen dan in de Participatiewet en voor mensen zonder arbeidsvermogen blijft de voorziening beschut werken. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van beide regeling. Het doel van de gemeenschappelijke regeling RWA is het behartigen van de belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van de WSW. Dit betreft enerzijds een maatschappelijk belang waarbij mensontwikkeling centraal staat en anderzijds een financieel belang van een positief exploitatieresultaat. In 2016 bepalen de gemeenten samen wat de nieuwe rol is van RWA gezien de wetswijzigingen en veranderende financiële omstandigheden. De gemeenteraden worden hier nauw bij betrokken. De deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling zijn tevens aandeelhouder van Amfors Holding BV. De werkmaatschappijen van Amfors BV verlenen diensten op het gebied van onder meer groenonderhoud, drukwerk, postbezorging en schoonmaak. Tussen het RWA en Amfors BV is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Het doel van de samenwerking is te zorgen dat het werkgelegenheidsbeleid van het RWA door inschakeling van Amfors BV wordt bevorderd. Amfors BV is verplicht eventuele bij het RWA ontstane exploitatietekorten aan te zuiveren voor zover het eigen vermogen van Amfors BV boven een bepaald niveau blijft. Programma/paragraaf 7 – Zorg en Welzijn. Deelnemende partijen De gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Leusden, Soest en Woudenberg.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 142 van 211
Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het algemeen bestuur en een lid voor de algemene vergadering van aandeelhouders. Vertegenwoordiging namens Soest: in het algemeen bestuur: portefeuillehouder Sociale Zaken, P.A. van der Torre; in de algemene vergadering van aandeelhouders: portefeuillehouder Financiën, Y.C. Kemmerling. Financieel belang Tot 1 januari 2015 krijgt de gemeente een jaarlijkse taakstelling WSW vanuit het Rijk die aangeeft hoeveel WSW-geïndiceerden moeten worden geplaatst. De hoogte van de taakstelling is onder andere gebaseerd op de wachtlijst van WSW-geïndiceerden, die bij de gemeente in beheer is. Gekoppeld aan deze taakstelling is de rijkssubsidie voor de WSW. Deze subsidie is de laatste jaren gedaald en daalt ook de komende jaren steeds verder. Daarmee is het financieel risico voor gemeenten steeds groter. De middelen voor de WSW worden vanaf 2015 uitgekeerd via het Participatiebudget. Financiële informatie RWA 01-01-2014
> > > > > >
Eigen vermogen RWA Eigen vermogen Amfors Holding Vreemd vermogen RWA Vreemd vermogen Amfors Holding Financieel resultaat 2014 RWA Bestemming resultaat 2014
31-12-2014 €0 €0 € 7.826.094 € 2.646.612 € 16.955.000 € 18.658.000 € 5.257.850 € 7.112.550 € 2.482.000 negatief Een deel van het negatieve resultaat wordt aangezuiverd door Amfors (à € 146.000, zijnde 50% boven het vermogen van € 2,5 miljoen). Het resterende negatieve resultaat in het RWA zal worden aangezuiverd door de participerende gemeenten.
Risico’s In haar bedrijfsplan 2012 – 2017 heeft Amfors haar beheersmaatregelen uiteen gezet om grip te houden op de risico’s in de WSW. Zie ook de risicoparagraaf onder programma 7. (Beleids)ontwikkelingen Per 2015 verandert er veel voor deze gemeenschappelijke regeling omdat de Participatiewet dan in werking treedt. De WSW is met de komst van de Participatiewet alleen nog bedoeld voor mensen die in een beschutte werkomgeving moeten werken. Ambitie is dat dit slechts een derde van de huidige doelgroep betreft. In programma 7 (van hoofdstuk 3) wordt aandacht besteed aan deze en andere relevante beleidsmatige ontwikkelingen en risico’s. Sinds 2012 hebben de deelnemende gemeenten een Prestatieovereenkomst met Amfors. Hierin worden financiële en sociale doelstellingen vastgelegd. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen. 9. Regionale ICT Dienst (RID) Utrecht Vestigingsplaats Doorn Doel en openbaar belang dat wordt behartigd Het in het samenwerkingsgebied verlenen van ICT-diensten: het beheren van de ICT-infrastructuur en de (mobiele) telefonie, het verzorgen van het technisch applicatiebeheer en het ondersteunen van de eindgebruikers in het dagelijks gebruik van de ICT. Programma/paragraaf Paragraaf C - Bedrijfsvoering. Deelnemende partijen De gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede en de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug. Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het Bestuur van de RID Utrecht. De vertegenwoordiging namens Soest in het algemeen bestuur is portefeuillehouder R.T. Metz. Financieel belang De gemeente draagt financieel bij op basis van aantal werkplekken en accounts. Voor 2014 is de bijdrage € 794.570. De bijdrage groeit in de richting van het bedrag dat is geraamd voor de fase waarin we volledig gebruik maken van gemeenschappelijke RID voorzieningen (€ 934.891).
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 143 van 211
Financiële informatie RID 01-01-2014 31-12-2014 € 4.788 € 6.614 5.371.879 8.247.786 € 17.363 Wordt aan algemene reserve toegevoegd.
> Eigen vermogen > Vreemd vermogen > Financieel resultaat 201 > Bestemming resultaat 2014 Risico’s De RID Utrecht is gestart per 1-7-2012 en is nog in opbouw. In 2013 -2014 is hard gewerkt aan het migreren van de aparte ICT-omgevingen van de deelnemende organisaties naar één standaard ICTinfrastructuur. Dit loopt nog door in 2015. In de begroting van de RID Utrecht is hierin voorzien. Om in deze overgangssituatie de continuïteit en beschikbaarheid te kunnen garanderen zouden onvoorziene, extra beheerlasten kunnen ontstaan. (Beleids)ontwikkelingen In de huidige opbouwfase concentreert de RID Utrecht zich op beheer en ontwikkeling van de ICT infrastructuur (incl. (mobiele) telefonie), technisch applicatiebeheer en ondersteuning van eindgebruikers. In de toekomst zijn kwaliteitsverbetering en efficiencyvoordeel te behalen door de applicaties bij de deelnemende organisaties te harmoniseren en nieuwe ontwikkelingen, zoals de implementatie van de Basisregistratie Personen gezamenlijk op te pakken. Waar mogelijk wordt hiertoe het initiatief genomen. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen. 10. Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Vestigingsplaats Utrecht Doel en openbaar belang dat wordt behartigd Sinds 1 juli 2014 is de RUD Utrecht operationeel. De Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht voert voor 11 gemeenten en de provincie Utrecht alle taken uit op het gebied van milieuvergunningverlening en handhaving. Tot 30 juni 2014 waren de toezicht- en handhavingstaken ondergebracht bij het Servicebureau Gemeenten (SB|G) in Amersfoort en deed de gemeente Soest zelf de milieuvergunningverlening en de afhandeling van meldingen en milieuklachten. Verdere uitbesteding van taken bij de RUD Utrecht (zoals andere WABO-taken dan milieu, archeologie, welstand en bouwfysica) is vooralsnog niet aan de orde. De werkzaamheden worden uitgevoerd onder een verstrekt ruim mandaat aan de directeur van de RUD Utrecht en overeenkomstig een gesloten dienstverleningsovereenkomst. Programma/paragraaf 4 - Natuur en Milieu Deelnemende partijen De provincie Utrecht de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Nieuwegein, Soest, Utrecht en Woudenberg. Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het algemeen bestuur van de RUD. Voor Soest is dat portefeuillehouder mevr. J.G.S. Pijnenborg. Financieel belang De gemeente draagt financieel bij op basis van een gesloten dienstverleningsstatuut. Deze bijdrage bedraagt voor de 2e helft van het jaar 2014 € 210.883. Voor 2015 bedraagt de bijdrage: € 461.200. Financiële informatie RUD Utrecht 01-01-2013 > Eigen vermogen n.v.t. (*) > Vreemd vermogen n.v.t. (*) > Financieel resultaat 2013 n.v.t. (*) > Bestemming resultaat 2013 n.v.t. (*) (*) De RUD is 1-7-2014 opgericht.
31-12-2013 n.v.t. (*) n.v.t. (*)
Risico’s De vorming van de RUD is de meest effectieve manier om te voldoen aan eisen die het ministerie aan milieusamenwerking stelt. Inverdieneffecten zijn mogelijk, maar zeker in de opstartfase is het werken binnen de huidige financiële kaders een realistisch uitgangspunt.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 144 van 211
Het risico is daarin gelegen dat de grip op gemeenschappelijke regelingen per definitie beperkt is, hetgeen ook gold in de voormalige situatie waarbij het Servicebureau Gemeenten (SB|G) deze taken voor Soest uitvoerde. Daarnaast is door de afbouw van het SB|G en door opstartproblemen van de RUD Utrecht de kwantitatieve aantallen controles en afhandelingen van meldingen en vergunningaanvragen niet gehaald. De RUD Utrecht hanteert een andere, uniforme, rapportagesystematiek dan in de jaarrekening tot nu toe gebruikelijk was. De rapportage van de RUD wordt zodra deze van de RUD is ontvangen ter inzage gelegd. In de kadernota 2015 komen wij met een wijzigingsvoorstel voor de effectindicatoren. (Beleids)ontwikkelingen Geen Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen.
Financiële deelnemingen 1. NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Vestigingsplaats Den Haag Doel en openbaar belang dat wordt behartigd De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), opgericht in 1914, is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG duurzaam bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de inwoner. Klanten van de BNG zijn overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg en onderwijs. Financieel belang deelneming
uitstaand totaal
aandelen
55.690.720
Financiële informatie BNG > Eigen vermogen > Vreemd vermogen > Achtergestelde schulden > Financieel resultaat 2013 > Bestemming resultaat 2013
> Risico’s
aandeel Soest aantal 123.825
nominale waarde
% 0,22%
p/aandeel € 2,50
totaal € 309.563
01-01-2013 31-12-2013 € 2.752 miljoen € 3.430 miljoen € 139.443 miljoen € 127.721 miljoen € 33 miljoen € 23 miljoen Een nettowinst na belastingen van € 283 miljoen (2012: € 332 miljoen). Van de nettowinst is 25% als dividend uitgekeerd (net als in 2012). De overige 75% is ingehouden om de noodzakelijke groei van het eigen vermogen te realiseren (verscherping kapitaalvereisten voor banken). Het dividend bedraagt € 1,27 per aandeel van € 2,50 (2012: € 1,49 per aandeel). Dividend Soest € 157.000 (t.o.v. 2012 € 28.000 lager > zie voorjaarsnota 2014). De financiële vooruitzichten voor de kernklantsectoren van de bank blijven weinig positief. De bank verwacht desondanks dat de nieuwe langlopende kredietverlening in 2014 op een met 2013 vergelijkbaar niveau uitkomt als gevolg van een grote vraag naar herfinanciering van bestaande leningen. Het renteresultaat over 2014 komt mede door de aanhoudend lage lange rentetarieven naar verwachting licht lager uit dan over 2013. Het resultaat financiële transacties blijft ook in de nabije toekomst gevoelig voor de mate van economisch herstel binnen de eurozone. Gezien de aanhoudende onzekerheden acht de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over de nettowinst 2014.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 145 van 211
2. Vitens NV Vestigingsplaats Zwolle Doel en openbaar belang dat wordt behartigd Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland en levert drinkwater aan 5,4 miljoen mensen en bedrijven in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht, Overijssel en een aantal gemeenten in Drenthe en Noord-Holland. Per 1 oktober 2006 zijn Hydron Midden-Nederland, Hydron Flevoland en Vitens gefuseerd. Vitens stelt zich als publieke onderneming ten doel een bijdrage te leveren aan het verlagen van de maatschappelijke kosten. Als drinkwaterbedrijf met een natuurlijk monopolie brengt dit de verantwoordelijkheid met zich mee om het geld van klanten en publieke aandeelhouders op een verantwoorde wijze te besteden. Financieel belang deelneming aandelen
uitstaand
aandeel Soest
nominale waarde
totaal
aantal
%
p/aandeel
totaal
5.777.247
44.542
0,77%
€ 1,00
€ 44.542
Financiële informatie Vitens > Eigen vermogen > Vreemd vermogen > Financieel resultaat 2013 > Bestemming resultaat 2013
> Risico’s
01-01-2013 31-12-2013 € 386,1 miljoen € 438,3 miljoen € 1.296,5 miljoen € 1.273,5 miljoen Een nettowinst na belastingen van € 39,3 miljoen (2012: € 29,6 miljoen). Van de nettowinst is € 15,7 miljoen (40%) als dividend uitgekeerd (2012: € 14,9 miljoen). De overige € 23,6 miljoen is aan het eigen vermogen toegevoegd ter versterking van de solvabiliteitspositie. Het dividend bedraagt € 2,72 per aandeel van € 1,00 (2012: € 2,57 per aandeel). Dividend Soest € 121.154 (t.o.v. 2012 € 7.000 hoger). Zoals bekend, is de zogeheten concessieovereenkomst (uit 1968) door Vitens eenzijdig en met onmiddellijke ingang opgezegd. De gemeente vecht, samen met drie andere Utrechtse gemeenten, de opzegging aan. Vitens is in het 4e kwartaal van 2013 in rechte gedagvaard om de verschuldigde uitkeringen op grond van de concessieovereenkomst te betalen. Eind 2014 heeft de rechtbank de vordering van de gemeenten afgewezen. De gemeenten hebben besloten in hoger beroep te gaan. De financiële effecten van de uitspraak zijn in deze jaarrekening verwerkt (zie toelichting onderdeel algemene dekkingsmiddelen).
3. RWA / Amfors BV Zie punt 9 van het onderdeel ‘gemeenschappelijke regelingen’ hiervoor en de tabel hieronder. Tabel: financieel belang deelneming aandelen
uitstaand
aandeel Soest
totaal
aantal
1.281
218
nominale waarde %
p/aandeel 17,02%
€ 45,00
totaal € 9.810
Garantstellingen bij verbonden partijen 1. Waarborgfonds Sociale Woningbouw De achtervang van het Rijk (50%) en de gemeenten (50%) is het sluitstuk van de zekerheidsstructuur binnen het borgstelsel van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Deze zekerheidsstructuur maakt het mogelijk dat corporaties met voordelige financiering sociale volkshuisvesting kunnen realiseren. WSW neemt de betaalverplichtingen voor een lening over wanneer de corporatie (ondanks de voordelige financieringsvoorwaarden) de rente en aflossing op een door WSW-geborgde lening niet meer kan betalen. Alleen als WSW deze betaalverplichting niet uit de overige buffers in de zekerheidsstructuur kan voldoen, moeten Rijk en gemeenten bijspringen. Op grond van hun rol als achtervanger moeten zij in dat geval renteloze leningen aan WSW verstrekken. De garantiestructuur van het WSW bestaat uit: het eigen vermogen van de deelnemende corporatie; de mogelijkheid tot sanering en projectsteun van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV);
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 146 van 211
-
het vermogen van het WSW, inclusief door deelnemers aan te houden obligo’s; de renteloze leningen van het Rijk en de betrokken gemeenten.
Hieruit blijkt dat als het risicovermogen van het WSW ontoereikend is – als gevolg van borgaanspraken – dat het obligo bij de deelnemers wordt ingeroepen. Mocht daarna het risicovermogen (met inbegrip van de ontvangen obligo) dalen onder de 0,25% van het garantievolume, dan treedt de achtervangpositie van het Rijk en de betrokken gemeenten in werking. Ultimo 2013 was het door het WSW geborgde leningsbedrag in totaal € 86,2 miljard. Het garantieniveau bedraagt daarmee ruim € 215 miljoen. Tegenover dit garantieniveau staat een risicovermogen van € 487 miljoen. Daarnaast hebben corporaties obligo’s aan het WSW afgegeven op grond waarvan WSW nog eens € 3,2 miljard bij corporaties kan opeisen indienen zodra het risicovermogen minder is dan het garantieniveau. Uit deze cijfers blijkt dat het aanwezige risicovermogen zich ruimschoots boven de norm bevindt en het risico dat er aanspraak wordt gedaan op onze achtervangpositie zeer klein is. Mocht het wel zo zijn dat er een beroep wordt gedaan op de achtervangpositie dan is het risico dat wij deze leningen uiteindelijk niet terugkrijgen zeer gering, omdat de waarde van het onroerend goed van de corporatie in kwestie hier tegenover staat. 2. Hypotheekfonds voor Overheidspersoneel Per 1 januari 2013 is de samenwerkingsovereenkomst van het Hypotheekfonds voor Overheidspersoneel met alle gemeenten opgezegd. Er worden vanaf die datum geen hypotheken meer verstrekt aan personeelsleden. Voor de onder de bestaande raamwerkovereenkomst afgesloten hypothecaire leningen verandert er niets, er zijn geen achterstanden bekend en door het recht van hypotheek worden de risico’s normaliter als zeer beperkt beschouwd. 3. Nationale Hypotheek Garantie Vanaf de introductie in 1995 is in Soest nooit een verlies voor de stichting Waarborgfonds Eigen Woningen ontstaan. Door de conjuncturele neergang zijn de risico’s echter toegenomen. In het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen is daarom besloten dat het Rijk vanaf 1 januari 2011 de achtervang van alle nieuwe hypotheekgaranties op zich neemt. Op 9 juni 2010 heeft de gemeente de nieuwe achtervangovereenkomst met de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen ondertekend waardoor geborgd is dat inwoners van Soest ook na 1 januari 2011 gebruik kunnen (blijven) maken van de Nationale Hypotheek garantie voor het verkrijgen van een eigen woning. Eind 2011 is door toenmalig minister Donner besloten de NHG-grens geleidelijk weer af te bouwen van € 350.000 naar het bedrag van € 265.000. Vanaf 1 juli 2012 is dit in stappen gebeurd zodat het grensbedrag sinds medio 2014 opnieuw € 265.000 bedraagt.
Risico’s bij verbonden partijen Is bij verbonden partijen sprake van een risico zoals bedoeld in paragraaf A (weerstandvermogen en risicomanagement), dan wordt dit risico in de risicoparagraaf van het betreffende programma genoemd en toegelicht dan wel genoemd en toegelicht bij de desbetreffende verbonden partij in deze paragraaf. Garantstellingen De door de gemeente verstrekte garantstellingen betreffen de volgende categorieën: instellingen op het gebied van de woningbouw sociaal-culturele instellingen, sportverenigingen koop of bouw van woningen door personeelsleden verstrekte geldleningen Er is in 2014 geen beroep gedaan op verstrekte garantstellingen. Generiek risico Kans Financiële impact Begin 2014 Financieel Klein = 5% € 1.600.000 Einde 2014 Financieel div. div.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Financieel risico € 80.000 € 188.000
Pagina 147 van 211
Paragraaf F - Grondbeleid Visie De visie op het grondbeleid is vastgelegd in de in september 2011 door de raad vastgestelde “Nota Grondbeleid gemeente Soest” en luidt als volgt: “De gemeente kiest, ten aanzien van het te voeren grondbeleid, voor maatwerk en marktwerking. Per ontwikkellocatie wordt conform het in de nota opgenomen afwegingskader (), gezocht naar de meest adequate vorm van grondbeleid, actief of facilitair.” Met de nota grondbeleid zijn ook de kaders, het beleid en de werkwijze op het gebied van grondbeleid vastgelegd. Er is beleid gemaakt voor waardering van gronden, grondexploitaties, toerekenen van bovenwijkse voorzieningen aan ruimtelijke projecten, risicobeheersing, (financiële bestuurlijke) rapportages en grondprijzen. Eens in de vier jaar moet de nota grondbeleid herzien worden. Naar verwachting zal dit plaats vinden in 2015. Het beleid ten aanzien van de te hanteren grondprijzen is herzien en door de raad in 2013 vastgesteld. Met “Nota Grondprijsbeleid gemeente Soest” is vastgelegd op welke wijze de (marktconforme) grondprijzen worden bepaald. Tevens zijn in de nota per functionele (uitgifte)categorie (bandbreedtes van) grondprijzen opgenomen met prijspeil 1 januari 2013. De genoemde prijzen betreffen richtprijzen en worden per locatie nader gespecificeerd. De grondprijzen zullen jaarlijks worden herzien. De laatste herziening is vastgesteld op 3 juli 2014. Uitvoering Passend binnen de ruimtelijke ambities van Soest kan met de bovengenoemde kaders de gemeente op transparante wijze de regie voeren op de ruimtelijke ontwikkelingen, al dan niet in samenwerking met private of publiekrechtelijke partijen. Grondontwikkeling De gemeente Soest heeft verschillende grondontwikkelingen onderhanden die verkeren in verschillende fasen van het proces. Dorpshuis en de Mastergrondexploitatie Masterplan Soesterberg zijn bekrachtigd met een haalbaarheidberekening of grondexploitatie die vastgesteld is door de raad. Apollo projecten zijn onderdeel van de Mastergrondexploitatie Hart van de Heuvelrug en zijn door de stuurgroep van het Hart van de Heuvelrug vastgesteld. De grondexploitatie van het project de Staringlaan wordt dit jaar aangeboden aan de raad om vastgesteld te worden. Tabel grondontwikkeling vastgestelde grondexploitatie
Vastgestelde Grondexploitaties
Fase
Woningbouw/ Bedrijventerrein
Afronden project
Dorpsplein
Realisatie
Woningbouw
Eind 2013
Netto contante waarde 1-1-2015 afgerond
Dorpshuis
Realisatie
Woningbouw
Eind 2017
-/- €
721.155
Afrekening jaarrekening 2013 -/- € 799.577
-/- €
721.155
-/- € 799.577
Totaal grondexploitatie
Eindwaarde
* De vorige vastgestelde grondexploitatie van het Dorpshuis had een netto contante waarde van € 715.915 negatief
Het Dorpshuis De herontwikkeling van het Dorpsplein/Dorpshuis is gerealiseerd binnen het kader van het ontwikkelingsprogramma. Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) heeft voorzien in een kwalitatieve verbetering van het gebied. Dit is ten behoeve van het versterken van de woonfunctie in het gebied. Het gebied is en wordt ontwikkeld in drie verschillende deelprojecten: 1. fase 1: De locatie Weth. de Haanschool (Da Vinci project): gerealiseerd 2. fase 2: Dorpsplein: gerealiseerd 3. fase 3: Dorpshuis Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 148 van 211
1. fase 1: Weth. de Haanschool (Da Vinci project) Op het terrein van de voormalige Weth. de Haanschool zijn woningen gerealiseerd en verkocht. De nieuwe school is inmiddels op een andere locatie gerealiseerd met een dotatie uit de grondexploitatie van Dorpsplein / Dorpshuis. 2. fase 2: Dorpsplein De gemeente heeft de gronden tussen de locatie Weth. de Haanschool in het verleden verworven. De locatie is getransformeerd tot een woonwijk. In 2013 is de realisatie van het woonrijp maken van het Dorpsplein afgerond. De woningen (appartementen) zijn gerealiseerd en opgeleverd door Dura Vermeer. Het deelproject Dorpsplein is gereed en afgesloten bij de programmaverantwoording van 2013. Doordat het deelproject Dorpsplein en Dorpshuis in de financiële administratie als één grondexploitatie was verantwoord, zijn de deelprojecten ontvlochten zodat het deelproject Dorpshuis (fase 3) blijft doorlopen. 3. fase 3: Dorpshuis De bedoeling is dat op de locatie van het Dorpshuis appartementen worden gebouwd. Het Dorpshuis is aangekocht en het vastgoed is inmiddels gesloopt. De ontwikkeling van dit plan is onzeker omdat de ontwikkelaar Dura Vermeer moeite heeft met de afzet van de appartementen. Mogelijkheden worden onderzocht of een programmawijziging tot betere resultaten zal leiden. Als alles verloopt volgens de fasering van de grondexploitatie zullen de activiteiten van de gemeente rondom het gebied Dorpshuis in 2017 worden afgerond. Vorig jaar gingen we nog uit van 2015, het is duidelijk dat dit niet meer haalbaar is. Het oplopend tekort van het project Dorpshuis heeft te maken met de rente kosten en vertraging van de ontwikkeling. Risico’s voor de ontwikkeling van het Dorpshuis: afzet van de woningen op de locatie van het Dorpshuis; uitgifte van de grond aan Dura Vermeer; vennootschapsbelasting. De netto contante waarde voor de risico’s van het project Dorpshuis is € 574.572. Bij het opstellen van de risicoanalyse wordt de Monte Carlosimulatie gebruikt om het risicoprofiel te bepalen. Het geconsolideerde risicoprofiel voor het Dorpshuis is bij een waarschijnlijkheid van 80% gesteld op € 0,24 miljoen. Staringlaan Tabel projecten Staringlaan
Grondexploitaties
Archeologie Woningbouw Totaal Staringlaan
Fase
Ontwerp Ontwerp
Archeologie / Woningbouw Aanbesteding Woningbouw
Afronden project 2016 2017
Netto contante waarde 1/1/2015 -/- € 540.706 -/- € 245 -/- € 540.951
Eindwaarde
-/- € 599.491 -/- € 272 -/- € 599.763
Op de locatie van het voormalige korfbalveld aan de Staringlaan zijn 23 starterswoningen gepland. 1. fase : Archeologie Bij de ontwikkeling van het project Staringlaan zijn in het kader van het bestemmingsplan onderzoeken verricht. Bij het standaard onderzoek ten behoeve van de archeologie zijn er sporen gevonden. Nader onderzoek heeft plaatsgevonden, waarbij grondbewerkingssporen uit de nieuwe tijd, karrensporen uit de middeleeuwen en sporen en vondsten uit het stenen tijdperk aangetroffen. Dit heeft geleid tot een besluit van de raad om de archeologische vondst op te graven. De raad heeft maximaal € 659.200 ter beschikking gesteld. 2. fase 2: Woningbouw project Na het afronden van het project Archeologie wordt het woningbouwproject Staringlaan voortgezet. Het project Staringlaan bevindt zich in het eind van de ontwerpfase. De grondwaarde is uitonderhandeld met de ontwikkelaar. De koopovereenkomst zal spoedig aan de ontwikkelaar aangeboden worden. De verwachting is dat het woningbouwproject in 2016 wordt gestart.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 149 van 211
Risico’s projecten Staringlaan: koopovereenkomst; archeologie inschatting van de kosten te laag; vennootschapsbelasting. Netto contante waarde voor de risico’s het project Staringlaan is € 203.037. Bij het opstellen van de risicoanalyse wordt de Monte Carlosimulatie gebruikt om het risicoprofiel te bepalen. Het geconsolideerde risicoprofiel voor het project Staringlaan is bij een waarschijnlijkheid van 80% gesteld op € 0,09 miljoen. Hart van de Heuvelrug (HvdH) Tabel grondontwikkeling deelprojecten HvdH
Grondexploitaties
Fase
Woningbouw
Afronden project
Netto contante waarde 1/1/2015 € 1.155.154
Eindwaarde
Apollo Noord fase I Ontwerp / Woningbouw / 2025 € 1.778.307 inclusief realisatie Ontsluiting Planstructuur Apollo Noord fase II Ontwerp Woningbouw 2025 € 5.397.520 € 8.309.235 Apollo N. Realisatie Leisure 2025 -/- € 683.477 -/- € 1.052.182 Saunalocatie Totaal Apollo € 5.869.197 € 9.035.360 Noord *De deelprojecten van het Hart van de Heuvelrug zijn berekend met een eindwaarde tot 2025. Hier is voor gekozen omdat enkele projecten zijn getemporiseerd. Hart van de Heuvelrug is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Zeist, de gemeente Soest en de provincie Utrecht. Het samenwerkingsverband is gericht op ruimtelijke kwaliteitsverbetering op de Utrechtse Heuvelrug. Financieel uitgangspunt is verevening tussen de groene en rode projecten. Project Apollo Noord is een belangrijk onderdeel van cluster Soest I van het programma Hart van de Heuvelrug. Apollo Noord bestaat uit drie deelprojecten die voor de Mastergrondexploitatie Hart van de Heuvelrug samen worden gevoegd onder cluster Soest I: Apollo Noord Fase I gronden verworven van Kontakt der Kontinenten; Apollo Noord fase II Oude Tempel grondbezit Steunstichting Zorgcoöperatie Nederland (SZN); Apollo Noord Saunalocatie. Andere projecten in het cluster Soest I zijn Jessurunkamp, Kodakterrein, Richelleweg, Ecoduct Boele Staal, Oude Kamp en Soesterveen. Apollo Noord levert samen met Richelleweg de financiële basis voor de andere (groene) projecten van cluster Soest I. Het Programmabureau Hart van de Heuvelrug stelt jaarlijks de Mastergrex op om inzicht te geven in de financiële stand van zaken van de gebiedsontwikkeling. 27 januari 2015 is de herziene Mastergrex Hart van de Heuvelrug vastgesteld door de stuurgroep. In april 2015 wordt de nieuwe samenwerkingsovereenkomst aan de raad aangeboden zodat deze kan worden vastgesteld. De projecten van Apollo Noord worden uitgevoerd door de gemeente Soest in opdracht van de stuurgroep en maken onderdeel uit van de Mastergrondexploitatie Hart van de Heuvelrug. De risico’s zijn gekwantificeerd en verantwoord in de geconsolideerde risicoanalyse Hart van de Heuvelrug. De gemeente Soest is geen risicodrager dus het risicoprofiel is niet in de jaarrekening van de gemeente Soest verantwoord. Apollo Noord Kontakt der Kontinenten fase I De gronden van deze locatie zijn grotendeels in bezit van de gemeente Soest. De prognose voor Apollo Noord Kontakt der Kontinenten is dat lopende 2015 de eerste activiteiten zullen plaatsvinden om het terrein geschikt te maken voor woningbouw. Het wachten is op de onderhandelingen over de ontwikkelfee van de voormalige eigenaar van de grond ” Kontakt der Kontinenten”. Afhankelijk van de uitkomst van deze onderhandeling kunnen we een nieuwe planning maken voor de uitvoering. De gronden zullen in meerdere fasen worden uitgegeven zodat de woningen gefaseerd worden gebouwd. Aanname is dat de grond vanaf 2015 t/m 2020 wordt overgedragen aan de ontwikkelaar.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 150 van 211
Risico’s: afzet van de woningen; vrij-op-naamwaarden van de woningen zijn sinds 2008 gedaald. Of dit in 2015 stabiliseert en de markt aantrekt is nog niet duidelijk; onderhandelingen tussen de ontwikkelaar en de voormalige grondeigenaar; extra middelen om de ontwikkeling van het project te realiseren (planvorming en voorbereiding & toezicht); bezuinigingstaakstelling 10% van de investeringen betekent voor KdK € 0,54 miljoen. Dit bedrag is opgenomen als risico. Apollo Noord Oude Tempel fase II Er is op 10 september 2012 een samenwerkingsovereenkomst getekend met de Steunstichting Zorgcoöperatie Nederland. In 2013 heeft het reken- en tekenproces geleid tot een globaal stedenbouwkundig plan. In de overeenkomst is de afspraak gemaakt dat de helft van de grond van SZN wordt aangekocht door de gemeente Soest zodat de grondontwikkeling in gezamenlijkheid kan worden ontwikkeld. De grondexploitatieberekening is gebaseerd op een proefverkaveling binnen de uitgangspunten van het stedenbouwkundig plan. Het resultaat van de ontwikkeling zal gedeeld worden met de Steunstichting Zorgcoöperatie Nederland. Zodra de helft van de grond is aangekocht door de gemeente Soest wordt de definitieve grondexploitatie vastgesteld. Van een planexploitatie is geen sprake omdat de gemeente Soest en de Zorgstichting privaatrechtelijk een (anterieure) overeenkomst hebben gesloten. De aannames die hoorden bij het actief grondbeleid zijn bij de herziening van de Mastergrondexploitatie Hart van de Heuvelrug vervangen door de uitwerking van het plan binnen de samenwerkingsovereenkomst. Risico’s: het plan wordt per ontwikkelvlek (grid) ontwikkeld. Het is mogelijk dat de vrij-op-naamprijzen niet haalbaar zijn; afzet van de woningen; geschikte marktpartijen vinden voor de ontwikkeling van het vastgoed; extra middelen om de ontwikkeling van het project te realiseren; de planvorming en voorbereiding & toezicht kost meer bij grid-ontwikkeling; bezuinigingstaakstelling: 10% van de investeringen betekent voor Oude Tempel € 0,66 miljoen. Dit bedrag is opgenomen als risico. Saunalocatie: De grond van het project Saunalocatie is in begin van 2014 uitgegeven in erfpacht. De grondexploitatie is op basis van de erfpachtovereenkomst opgezet met een aanname dat de erfpachtovereenkomst in 2020 wordt afgekocht. Jaarlijks wordt er 4% canon betaald die direct terug vloeit in de lopende grondexploitatie. De bouw van het Saunacomplex verloopt spoedig. De gemeente Soest zal in 2015 de laatste werkzaamheden verrichten. Risico’s: tijdige afkoop erfpachtovereenkomst; doordat de grond in erfpacht is uitgegeven houden wij vinger aan de pols van de financiële bedrijfsvoering van de Sauna. Dit kan extra kosten met zich meebrengen. Risico Hart van de Heuvelrug: Bij het opstellen van de risicoanalyse wordt de Monte Carlosimulatie gebruikt om het risicoprofiel te bepalen. Het geconsolideerde risicoprofiel voor de Apollo Noord deelprojecten van het Hart van de Heuvelrug zijn gesteld bij een waarschijnlijkheid 80% op € 1,19 miljoen. De gemeente Soest is geen risicodrager voor de Apollo Noord projecten. Het risicoprofiel wordt samen met de Mastergrondexploitatie verantwoord en vastgesteld door de stuurgroep Hart van de Heuvelrug.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 151 van 211
Masterplan Soesterberg Tabel grondontwikkeling Masterplan Soesterberg
Haalbaarheidberekeningen
Fase
Woningbouw/ Bedrijventerrein
Consolidatie deelprojecten Masterplan Soesterberg
Definitiefase / Ontwerpfase en realisatie
Woningbouw Woonwerk Inrichten openbaargebied
Afronden project 2020/2021
Netto contante waarde 1/1/2015 -/- € 560.542
Eindwaarde
-/- € 689.050
Totaal -/- € 560.542 -/- € 689.050 * De vorige vastgestelde Mastergrondexploitatie van het Masterplan Soesterberg had een netto contante waarde van € 415.013 negatief De herziene grondexploitatie (haalbaarheidsberekening) van het Masterplan prijspeil 1-1-2015 wordt door de raad bij de voorjaarsnota vastgesteld. De Mastergrex Masterplan Soesterberg is opgebouwd uit verschillende deelprojecten die samen de Mastergrondexploitatie vormen. De volgende deelprojecten zijn: woonomgevingskwaliteit; Manifestatieterrein; N 237 en omliggende infra Soesterberg; Oostelijke ontsluiting; Soesterberg Noord; Rademakerstraat; Moerbessenberg – Odijkplein; Campus Kop / Pleisterplaats; Campus zone Noord (tijdelijk stilgelegd); Campuszone Banninghal (afgesloten geen activiteiten meer te verwachten); Campuszone Evenemententerrein; Administratief deelproject. In de gebiedsontwikkeling van Soesterberg zijn twee woningbouwprojecten, een maatschappelijk project en drie infrastructurele projecten ter hand genomen. Het infrastructurele project Rademakerstraat is afgerond. Voor alle geactiveerde projecten zijn projectleiders ingezet. De projecten die nog niet geactiveerd zijn worden in de Mastergrondexploitatie Masterplan Soesterberg geprognosticeerd meegenomen. Het project Verdiepte ligging N237 wordt door de provincie geleid in nauwe samenwerking met de gemeente Soest. Het is essentieel dat de aansluiting met de infrastructurele voorzieningen van Soesterberg goed op elkaar zijn afgestemd. De boekwaarde t/m 2014 van de deelprojecten van het Masterplan Soesterberg en de stand van zaken zijn verantwoord in programma 5 Wonen en ruimtelijke ordening. Resultaat Het resultaat van de deelprojecten van de Mastergrondexploitatie prijspeil 2015 Masterplan Soesterberg is als volgt: Woonomgevingskwaliteit Saldo nominaal Netto contante waarde 1/1/2015 Eindwaarde
-/- € -/- € -/- €
891.637 negatief 828.696 negatief 1.018679 negatief
Manifestatieterrein Saldo nominaal -/- € 517.118 negatief Netto contante waarde 1/1/2015 -/- € 503.918 negatief Eindwaarde -/- € 619.444 negatief Manifestatieterrein was in de vorige verslaglegging verantwoord onder de woonomgevingskwaliteit. Er is gekozen om dit project apart inzichtelijk te houden.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 152 van 211
N 237 en omliggende infra Soesterberg Saldo nominaal -/- € 3.611.352 Netto contante waarde 1/1/2015 -/- € 3.460.279 Eindwaarde -/- € 4.253.566 De westelijke ontsluiting is onderdeel van het project westelijke ontsluiting wordt in 2016 aangelegd. Oostelijke ontsluiting Saldo nominaal Netto contante waarde 1/1/2015 Eindwaarde
negatief negatief negatief N237 en omliggende infra Soesterberg. De
-/- € 2.100.000 negatief -/- € 2.087.063 negatief -/- € 2.565.534 negatief
Soesterberg Noord Woningbouw Saldo nominaal Netto contante waarde 1/1/2015 Eindwaarde
€ € €
754.452 363.726 447.112
positief positief positief
Soesterberg Noord Milieu Saldo nominaal Netto contante waarde 1/1/2015 Eindwaarde
€ € €
11.671 101.399 124.646
positief positief positief
Rademakerstraat Saldo nominaal -/- € Netto contante waarde 1/1/2015 -/- € Eindwaarde -/- € De Rademakerstraat is opnieuw ingericht,
1.237.393 1.316.809 1.618.695 het project
negatief negatief negatief is afgerond.
Moerbessenberg Saldo nominaal Netto contante waarde 1/1/2015 Eindwaarde
-/- € -/- € -/- €
Pleisterplaats Saldo nominaal Netto contante waarde 1/1/2015 Eindwaarde
-/- € 2.369.715 negatief -/- € 2.253.417 negatief -/- € 2.770.025 negatief
544.971 negatief 519.859 negatief 639.040 negatief
Campuszone Noord Saldo nominaal € 0 negatief Netto contante waarde 1/1/2015 -/- € 187.768 negatief Eindwaarde -/- € 230.815 negatief Voor de herziening van de Campuszone Noord 2013 heeft men een keuze gemaakt om de bestaande grondexploitatie te bevriezen totdat er nieuwe uitgangspunten worden geformuleerd. De kosten voor de netto contante waarde nemen wel toe omdat er rente kosten over de oude boekwaarde gerekend wordt. Campuszone Banninghal Grondexploitatie is afgesloten, de boekwaarde is verantwoord in het Administratieve project. Campuszone Evenemententerrein Saldo nominaal Netto contante waarde 1/1/2015 Eindwaarde
€ € €
Administratief deelproject Saldo nominaal Netto contante waarde 1/1/2015 Eindwaarde
€ 8.227.654 € 9.626.638 € 11.833.596
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
627.332 505.504 621.394
positief positief positief
positief positief positief Pagina 153 van 211
Opbrengsten die niet direct ontstaan door de grondontwikkeling maar door subsidies of eigen middelen van de Algemene dienst worden in het Administratief deelproject verantwoord. In overleg met de accountant wordt de € 10 miljoen rijkssubsidie voor de Crisis- en Herstelwet vanaf 2015 verantwoord onder het deelproject Soesterberg Noord Woningbouw en Milieu. Risico’s Bij de herziening van 2015 is een risico- en kansenanalyse opgesteld voor de deelprojecten die in 2014 zijn geactiveerd. Deze risico- en kansenanalyse vervangt deels de gevoeligheidsanalyse die in de voorgaande jaren in de grondexploitaties was opgenomen. Geactiveerde projecten met een risico- en kansenanalyse: Deelprojecten van de N237 en omliggende infra: westelijke ontsluiting mogelijk vertraging: het Flora en Fauna onderzoek moet nog plaats vinden; westelijke ontsluiting: kostenverdeling is besproken, echter aanbesteding moet nog plaats vinden; sanering problematiek; beroep tegen het BP door Plekkenpoel opgenomen als p.m. Netto contante waarde voor de risico’s van de N237 en omliggende infra is berekend op € 196.378. Soesterberg Noord: v.o.n.-prijzen staan onder druk; vertraging van de uitgifte van de gronden; grondwaarde is afhankelijk van de ontwikkeling in de omgeving; detectieonderzoek; juridische procedures door omliggende bedrijven; sanering van de zware bedrijven; planschade; bodemvervuiling locatie Van De Bree; indien er winst wordt gemaakt zijn we vpb-plichtig. Netto contante waarde voor de risico’s het project Soesterberg Noord is berekend op € 3.894.799. Evenemententerrein: vertraging afzet vrije sector woningen; detectie onderzoek; onzekerheid ontwikkeling door de Corporatie; onderzoeken zoals Flora & Fauna; bij herhaalde planuitwerking extra plankosten; vennootschapsbelasting en diverse belastingen. Kansen: planschade weerleggen; meer vrije sector woningen; aanbestedingsvoordelen. De netto contante waarde van de risico- en kansenberekening voor het Evenemententerrein is € 953.204. Bij het opstellen van de risicoanalyse wordt het Monte Carlosimulatie gebruikt om het risicoprofiel te bepalen. Het geconsolideerde risicoprofiel voor de drie deelprojecten hiervoor genoemd is bij een waarschijnlijkheid van 80% gesteld op € 1,61 miljoen. De uitkomst van het risicoprofiel wordt in het weerstandsvermogen verantwoord. De grondexploitaties van het Masterplan Soesterberg worden jaarlijks herzien. Vliegbasis Er is een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de gemeente Zeist, gemeente Soest en de provincie Utrecht. De haalbaarheid van de ontwikkeling en de haalbaarheidsberekening (grondexploitatie) van de Vliegbasis is in 2014 uitgewerkt. De grond is in eigendom van de provincie Utrecht die daardoor de grondexploitatie verantwoordt in de balans. Echter de verantwoording voor de uitwerking en het te behalen resultaat van het plan vindt plaats door de inzet van alle drie de partijen. Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 154 van 211
Haalbaarheid
Fase
Woningbouw/
Afronden
Netto cotante
Natuur
project
waarde
Eindwaarde
1-1-2015 Vliegbasis Groen
Realisatie
Natuur
2016
-/- € 36.438.558
-/- € 36.438.558
ontwikkeling Vliegbasis Rood
Definitiefase
Woningbouw
2026
€ 33.139.421
€ 33.139.421
Dolderseweg /
Definitiefase
Woningbouw /
2026
€
€
Amersfoortsestraat
Zorg
Totaal haalbaarheid
Geconsolideerde
Vliegbasis
haalbaarheid
2026
3.300.000
3.000.000
€ 864
€ 864
*Er is besloten om geen rente toe te rekenen voor het project de Vliegbasis. Het plan wordt organisch ontwikkeld. De eerste Haalbaarheidsberekening van de Vliegbasis Soesterberg prijspeil 1 januari 2015 is gereed. De vaststelling zal in het voorjaar van 2015 plaatsvinden. Het te verwachten resultaat van de woningbouwlocatie Vliegbasis dekt de kosten van de groenontwikkeling op de Vliegbasis en de resultaatsverplichting van € 10 miljoen voor de onrendabele top van het Hart van de Heuvelrug. In de nieuwe Samenwerkingsovereenkomst Vliegbasis Soesterberg is deze resultaatverplichting van € 10 miljoen opgenomen. Eerder was overeengekomen dat op de Vliegbasis een inspanningsverplichting van € 10 miljoen rust. Echter nu is dit omgezet naar een resultaatsverplichting. Daarnaast wordt het resultaat niet alleen behaald door opbrengsten te generen maar ook door op kosten voor de groenontwikkeling van het project de Vliegbasis te besparen. Het streven is om deze overeenkomst in 2015 door raden en staten te laten vaststellen. Overige informatie over de Vliegbasis wordt verantwoord in programma 5 Wonen en ruimtelijke ordening. Risico’s en kansenanalyse Er is nog geen risico- en kansenanalyse voor het project Vliegbasis opgemaakt. Deze analyse wordt opgesteld als de volgende projectfase wordt uitgewerkt. Op dit moment is een gevoeligheidsanalyse voldoende om het plan indien dit nodig is bij te sturen. Daarbij zijn de volgende risico’s genoemd: 25% sociale woningbouw in plaats van 0%; hindercirkels; planvorming en V&T; extra tijdelijk beheer; v.o.n.-prijzen kunnen fluctueren met 5% hoger dan wel lager; indexatie van de kosten kan stijgen; Vennootschapsbelasting en WOZ. Aandeel sociale woningbouw en benutting milieuhinderzone Bij de doorrekening zijn 2 belangrijke aannames gedaan die grote invloed hebben op het financiële resultaat: 0% sociaal en benutting van de milieuhinderzone. In onderstaande tabel staan ook de financiële resultaten bij 25% sociale woningbouw en zonder benutting van de milieuhinderzone. De invloed van toevoegen van sociale woningbouw is circa € 4,6 miljoen bij 25% sociale woningbouw. Milieuhinderzone: Wel benutten Niet benutten
Aandeel sociale woningbouw 0% € 33,1 miljoen € 19,9 miljoen
Aandeel sociale woningbouw 25% € 28,5 miljoen € 17,3 miljoen
Woningaantal 335 185
De invloed van het niet kunnen benutten van de milieuhinderzones bedraagt circa € 13 miljoen (bij 0% sociaal). Om dit risico weg te nemen is een bedrag gereserveerd voor het opheffen van de hinderzones. Voor dit bedrag kunnen maatregelen aan de bron worden weg genomen en/of bedrijven worden aangekocht en uitgeplaatst. Momenteel wordt onderzocht hoe de hinderzones het best kunnen worden weggenomen.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 155 van 211
Plankosten De plankosten en V&T zijn berekend op € 1,8 miljoen, gebaseerd op een ervaringsnorm van 30% van de kosten voor bouwrijp en woonrijp maken. Deze ervaringsnorm komt uit ‘traditioneel’ ontwikkelde gebieden. Waarschijnlijk gaat dit plan echter op een meer organische manier ontwikkeld worden. Als hierdoor de uitgiftegebieden verkleinen en dus het aantal gronduitgiften toeneemt, bestaat het risico dat de plankosten niet toereikend zijn. Stel een verdubbeling van de plankosten, dan betekent dat een verslechtering van het saldo met circa € 0,9 miljoen. De komende tijd zal worden benut om uit organisch ontwikkelde plannen te leren hoe het planproces efficiënt kan worden ingericht, om de kans op overschrijding van de plankosten te verkleinen. Capaciteitsuitbreiding rioolstelsel Wellicht is de reservering van € 1,0 miljoen niet toereikend om de capaciteit van het rioolstelsel te vergroten. In dat geval biedt dit budget voldoende mogelijkheden om op locatie maatregelen te nemen waardoor het bestaande rioolstelsel zo min mogelijk (extra) wordt belast. Tijdelijk beheer In de grondexploitatie wordt aangenomen dat de gronden kort na het woonrijp inrichten van de deelgebieden kunnen worden overgedragen aan de definitieve beheerinstantie. Stel dat door nog onvoorziene omstandigheden vanuit de grondexploitatie 50% van het oppervlak gedurende 10 jaar moet worden onderhouden als groengebied, dan bedragen de meerkosten circa € 0,8 miljoen. Afzet duurdere woningtypes Stel dat de verkoop van de duurdere woningen tegenvalt, dan zou men kunnen overwegen om de differentiatie meer naar de goedkope en middel dure woningen om te buigen. Omdat de grondopbrengsten onder deze woningtypes per m² lager zijn, zou dat een negatief effect op het saldo hebben. Dit effect kan deels worden gecompenseerd als bij de keuze om goedkopere woningen te realiseren ook wordt verdicht. We gaan nu immers uit van 335 woningen, maar we kunnen 440 woningen maken volgens het bestemmingsplan. Gegeven het uitgangspunt dat er geen rentelasten worden berekend, kan beter het geduld worden bewaard. Er is namelijk ook een kans dat er een duurder programma kan worden gerealiseerd. Fasering Doordat de rente op 0% is gesteld, heeft vertraging of versnelling van het project netto contant een beperkte invloed op het financiële projectresultaat. Afwijking v.o.n.-prijzen De grondprijzen zijn residueel bepaald, zijnde het verschil tussen de verkoopwaarde en de bouwkosten. Stel dat de verkoopwaarden van de woningen hoger liggen dan is aangenomen, dan stijgt daarmee de residuele grondwaarde. Aangenomen dat 75% van de hogere verkoopwaarde doorsijpelt naar de grondwaarde, dan is het effect van 5% hogere verkoopwaarden circa € 4,8 miljoen netto contant. Omgekeerd resulteren 5% lagere verkoopwaarden in een effect op het saldo van - € 4,8 miljoen. Kosten- en opbrengstenstijging Stel dat vanaf 2015 de kosten harder gaan stijgen dan de grondopbrengsten, bijvoorbeeld 2,5% tegenover 1,5%, dan verslechtert het saldo netto contant € 1,1 miljoen. Belastingen Het is nog onduidelijk of de WOZ-aanslagen van de gemeenten ten laste van de grondexploitatie Vliegbasis komen, of op een andere manier gedekt zullen worden. In 2015 moet onderzocht worden welke gevolgen de Vennootschapsbelastingplicht heeft op de ontwikkeling van de Vliegbasis. Voor de gevoeligheidsanalyse zijn de kansen en risico’s gekwantificeerd op € 8,1 miljoen. In de volgende fase van het project worden de risico’s en kansen uitgewerkt om het risicoprofiel vast te stellen. Het risicoprofiel wordt bepaald door bijvorbeeld een Monte Carlosimulatie. Voor nu wordt rekening gehouden met de afspraken die gemaakt zijn met de partners inzake de afdracht van € 10 miljoen van het project Vliegbasis aan de Mastergrondexploitatie Hart van de Heuvelrug. Overige informatie over het risicoprofiel is beschreven in de Risicoparagraaf programma Wonen en Ruimtelijke Ordening.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 156 van 211
Paragraaf G - Lokale heffingen Deze -
paragraaf biedt inzicht in: het beleidskader en de algemene beleidsuitgangspunten; het gevoerde tarievenbeleid in 2014 (de lokale lasten); de werkelijke opbrengsten t.o.v. de geraamde opbrengsten.
Beleidskader De gemeenteraad bepaalt welke belastingen een gemeente heft, welke heffingsmaatstaven worden gehanteerd en welke tarieven daarbij gelden. De raad stelt hiertoe belastingverordeningen vast. De belastingen die mogen worden geheven, zijn limitatief vastgesteld in de Gemeentewet en enkele andere wetten. De gemeente kan uit het beschikbare ‘menu’ haar eigen keuze maken. Het is niet verplicht om alle belastingen te heffen die in de Gemeentewet staan. Voor alle gemeentelijke belastingen geldt dat het te betalen bedrag niet afhankelijk mag zijn van het inkomen, de winst of het vermogen van een belastingplichtige. Verder zijn de gemeentelijke belastingen in economische zin te onderscheiden in ‘echte’ belastingen en bestemmingsheffingen. ‘Echte belastingen’ Het onderscheid in juridische zin is dat belastingen kunnen worden geheven ongeacht of de belastingplichtige van een bepaalde dienst gebruik maakt. De opbrengst van ‘echte belastingen’ komt ten gunste van de algemene middelen. Voorbeelden zijn de onroerendezaakbelastingen en hondenbelasting. Bestemmingsheffingen (rechten) De bestemmingsheffingen (rechten) kunnen alleen worden geheven als de gemeente een dienst verleent aan de belastingplichtige. De opbrengst van bestemmingsheffingen moet voor een bepaald doel worden gebruikt. De begrote opbrengst van een bestemmingsheffing mag de begrote kosten niet overschrijden (artikel 229b van de Gemeentewet). De gemeente Soest streeft naar 100% kostendekkendheid van deze heffingen. Voorbeelden van bestemmingsheffingen (rechten) zijn afvalstoffenheffing, rioolheffing, begraafrechten en de leges. Kwijtscheldingsbeleid De hoofdpunten van het kwijtscheldingsbeleid in Soest zijn: men komt alleen voor kwijtschelding in aanmerking als men niet anders dan met buitengewoon bezwaar in staat is (ook niet met een betalingsregeling) de opgelegde aanslag te betalen; kwijtschelding heeft alleen betrekking op de aanslagen van de rioolheffing en/of de afvalstoffenheffing; iemand die vermogen heeft, komt niet in aanmerking voor kwijtschelding; kwijtschelding wordt niet verleend als de belastingschuldige in staat van faillissement verkeert. Tarievenbeleid Het tarievenbeleid zoals vastgelegd in de afzonderlijke belastingverordeningen was als volgt:
1. Algemene belastingen Tariefbeleid 2014 In overeenstemming met de inflatieverwachting zijn de tarieven van de algemene belastingen – ozb en hondenbelasting – in 2014 met 1,6% verhoogd. 1.1 Onroerendezaakbelastingen (ozb) Wet waardering onroerende zaken (WOZ) Op grond van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) taxeert de gemeente alle onroerende zaken binnen de gemeentegrenzen. Voorbeelden van onroerende zaken zijn: woningen, bedrijfspanden en bouwkavels. De WOZ-waarde is belangrijk omdat deze waarde jaarlijks als grondslag dient voor de onroerendezaakbelastingen van de gemeente en voor belastingen van het Rijk en het Waterschap.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 157 van 211
Jaarlijkse hertaxatie Sinds 2007 vindt er jaarlijks een algehele hertaxatie plaats. Hierbij is de periode tussen de peildatum en de aanvang van het nieuwe WOZ-tijdvak verkort van twee naar één jaar. De aanslagen ozb 2014 zijn derhalve gebaseerd op de waardepeildatum 1 januari 2013. Waarderingskamer De Waarderingskamer, het toezichthoudend orgaan voor de uitvoering van de WOZ, constateert in zijn brief van 24 december 2013 dat zij voldoende vertrouwen heeft in de gestelde kwaliteit van de waarden naar waardepeildatum 1 januari 2013. Ozb als percentage van de waarde Zoals bekend, wordt de onroerendezaakbelasting berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Deze berekeningswijze maakt duidelijk dat de ozb slechts een klein percentage van de waarde bedraagt. Tarieven en opbrengst 2014 Tarieven 2014 en voorafgaand jaar ter vergelijking Tariefsoort
2014
2013
Ozb-eigenarentarief voor woningen
0,0882%
0,0827%
Ozb-eigenarentarief voor niet-woningen
0,1658%
0,1555%
Ozb-gebruikerstarief voor niet-woningen
0,1333%
0,1251%
Opbrengst ozb 2014 (bedragen x € 1.000) Omschrijving
2014 begroot
werkelijk
verschil
Eigenarenbelasting woningen
€ 4.788
€ 4.791
€3
Eigenarenbelasting niet-woningen
€ 1.671
€ 1.666
-€ 5
Gebruikersbelasting totaal
€ 1.192
€ 1.184
-€ 8
€ 7.651
€ 7.641
-€ 10
Bezwaar en beroep In 2014 zijn 230 bezwaarschriften tegen de WOZ-waarde ingediend. Ter vergelijking, in 2013 waren dit er circa 800. Alle bezwaarschriften zijn tijdig, dat wil zeggen voor 1 januari 2015, afgehandeld. In 2014 zijn 9 beroepschriften (2013: 66) ingediend, waarvan er inmiddels 7 zijn ingetrokken en nog 2 in behandeling (peildatum januari 2015). 1.2 Hondenbelasting In 2014 bedroeg het tarief voor een eerste hond € 72 (2013 € 71) en het bedrag voor elke volgende hond € 107 (2013 € 105). De belasting wordt geheven naar het aantal volle maanden dat men houder is van een hond. Opbrengst 2014
Omschrijving - hondenbelasting
begroot € 257
(bedragen x € 1.000) 2014 werkelijk verschil € 255 -€ 2
1.3 Convenant logiesverstrekkers Vanuit het ktd-project ‘Convenant Logiesvertstrekkers’ dat in 2013 is afgerond is een hernieuwd convenant tussen de gemeente en de Stichting Logiesverschaffers Soest afgesloten voor de periode 2014-2018. In dit convenant is een opbrengst per jaar geraamd van € 136.000 bij een gelijk aantal deelnemende logiesverstrekkers en een CBS indexcijfer (het totaal aantal overnachtingen in Nederland) van 91. Het aantal deelnemende logiesverstrekkers in de gemeente Soest is gelijk gebleven en het
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 158 van 211
landelijk CBS indexcijfer is gestegen naar 92. Hierdoor komt de bijdrage van de SLVS voor 2014 uit op een bedrag van € 140.000.
2. Heffingen/rechten 2.1 Afvalstoffenheffing Tarieven 2014 en voorafgaande jaren ter vergelijking.
Tarieven Eenpersoonshuishouden > toename tov voorgaand jaar - absoluut - percentage Meerpersoonshuishouden > toename tov voorgaand jaar - absoluut - percentage
2012 werkelijk € 178
€ 199
2013 werkelijk € 175
2014 werkelijk € 174
€ 3-1,7% € 199
€ 1-0,6% € 195
€0 0,0%
€ 4-2,0%
Het verschil in tarieven voor een- en meerpersoonshuishoudens wordt bepaald door de verhouding variabele kosten per woning (persoonsgebonden kosten) en vaste kosten per woning (objectgebonden kosten). De vaste kosten zijn voor ieder huishouden gelijk, terwijl voor de variabele kosten wordt uitgegaan van een bepaalde verhouding. Opbrengst 2014
Omschrijving - afvalstoffenheffing
begroot € 3.676
(bedragen x € 1.000) 2014 werkelijk verschil € 3.692 € 16
Voor een toelichting op het exploitatieresultaat van de afvalinzameling wordt naar programma 4 verwezen; voor een toelichting op de egalisatiereserve reinigingsheffing naar het overzicht reserves en voorzieningen. 2.2 Rioolheffing Tarief 2014 Voor elke volle eenheid van 500 kubieke meter afvalwater of een gedeelte daarvan bedroeg het tarief in 2014 € 153,00 (2013 € 153,00). Opbrengst 2014
Omschrijving Rioolheffing
begroot € 3.261
(bedragen x € 1.000) 2014 werkelijk verschil € 3.292 € 31
2.3 Leges en overige rechten In 2014 is tot de volgende tariefaanpassingen besloten: begraafplaatsrechten: trendmatig met 1,6% verhoogd; marktgeld: trendmatig met 1,6% verhoogd; standplaatsgeld: ongewijzigd t.o.v. 2013; leges: trendmatig met 1,6% verhoogd.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 159 van 211
3. Belastinginkomsten 2014 (+ vergelijkende cijfers 2013) De begrote en werkelijke inkomsten van de belangrijkste belastingen en heffingen/rechten in het boekjaar zijn: (bedragen x € 1.000) Omschrijving
2013
2014 begroot werkelijk
Ozb eigenarenbelasting woningen Ozb eigenarenbelasting niet-woningen Ozb gebruikersbelasting niet-woningen
saldo
begroot werkelijk
saldo
4.788 1.671 1.192
4.791 1.666 1.184
3 -5 -8
4.778 1.707 1.221
4.813 1.700 1.183
35 -7 -38
Hondenbelasting Logiesverstrekkers
257 136
255 140
-2 4
253 128
253 129
0 1
Afvalstoffenheffing Rioolheffing Bouwleges
3.676 3.261 1.027
3.692 3.292 803
16 31 -224
3.814 3.261 375
3.750 3.288 352
-64 27 -23
4. Tariefontwikkeling gemeentelijke woonlasten 2014 Aan de ‘Atlas van de lokale lasten 2014’ (Coelo) ontlenen we de volgende gegevens: Landelijke ontwikkelingen Onder de gemeentelijke woonlasten verstaan we het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een bepaalde gemeente betaalt aan ozb, rioolrecht en reinigingsheffing, minus een eventuele heffingskorting. Een gemiddeld Nederlands meerpersoonshuishouden was in 2014 € 7 meer kwijt aan de gemeentelijke woonlasten, een stijging van 0,9 % (was 1,9% in 2013). Achter de gemiddelde stijging gaan lokale veranderingen schuil die variëren van een verlaging met 16% tot een verhoging met 13%. In de goedkoopste gemeente bedroegen de woonlasten € 514 (Bunschoten) en in de duurste € 1.183 (Wassenaar). De gemiddelde landelijke woonlasten lagen in 2014 op € 704 (was in 2013 € 697). Provincie Utrecht De gemiddelde woonlasten in de provincie Utrecht lagen in 2014 op € 691 (was in 2013 € 684). De goedkoopste gemeente is Bunschoten met € 514 en de duurste De Bilt met € 887. Te midden van Utrechtse gemeenten bekleedt Soest in 2014 – net als in 2011, 2012 en 2013 - de 5e plaats met laagste woonlasten (zie onderstaande tabel). Ter vergelijking staan de rangnummers en tarieven uit 2013 tussen haakjes. rang nummer provincie landelijk 1 (1) 1 (1) 2 (3) 5 (10) 3 (2) 10 (8) 4 (4) 26 (21)
5 (5)
6 (7) 7 (6) 10 (9) 20 (17) 23 (23) 26 (25)
gemeente Bunschoten Veenendaal Nieuwegein Leusden
29 (30)
Soest
43 65 122 219 286 384
Overige omliggende gemeenten: Zeist Amersfoort Woudenberg Baarn Eemnes De Bilt
(58) (40) (135) (234) (311) (402)
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
tarief 2014 (2013) € 514 (€ 508) € 538 (€ 549) € 555 (€ 546) € 586 (€ 578)
€ 595 (€ 594)
€ € € € € €
618 634 682 730 764 887
(€ (€ (€ (€ (€ (€
619) 603) 668) 718) 761) 855)
Pagina 160 van 211
Overzicht afzonderlijke tarieven Hierna worden de financiële effecten en afzonderlijke tarieven ozb, riool- en afvalstoffenheffing in Soest samengevat en afgezet tegen het gemiddelde in de provincie Utrecht en het landelijke gemiddelde in 2014 en 2013 (ozb-bedrag = gemiddelde aanslag bij gemiddelde WOZ-waarde woningen en afvalstoffenen rioolheffing = meerpersoonshuishoudens).
2014 landelijk
utrecht
2013 Soest
landelijk
utrecht
Soest
riool
257 261 186
301 207 182
247 195 153
250 264 183
293 214 177
242 199 153
totaal
704
691
595
697
684
594
ozb afval
In de begroting 2014 werd voorzien dat de gemeentelijke woonlasten in 2014 gelijk zouden blijven. Uit bovenstaande tabel is op te maken dat in Soest de gemiddelde woonlasten in 2014 in werkelijkheid met € 1 (0,17%) zijn toegenomen. Afgezet tegen de landelijke én provinciale toename met € 7 (1,0%) onderscheidt Soest zich in positieve zin.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 161 van 211
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 162 van 211
Hoofdstuk 5 Jaarrekening 5.1
Balans Balans per 31 december 2014
(bedragen x € 1.000) ACTIVA
31-12-2014 31-12-2013 PASSIVA
Vaste activa kosten onderzoek
60
46 Reserves
60
46
algemene reserve bestemmingsreserves
economisch nut maatschappelijk nut
76.037
77.545
74.895
76.240 Gerealiseerd resultaat
1.141
1.306
7.495
7.332
Voorzieningen Financiële vaste activa kapitaalverstrekkingen
66
75 Langlopende schulden
deelnemingen
364
364
binnenland
overige verbonden partijen
236
333
waarborgsommen
6.830
6.560
overige uitzettingen Totaal vaste activa
83.592
84.923 Totaal vaste passiva
-11.401
-11.868 Schulden op korte termijn
Vlottende activa Voorraden
57
106
onderhanden werken
-11.463
-11.989
5
15
10.811
11.155
gereed product
openbare lichamen
38.229
1.399
1.824
5.530
4.946
17.663
19.237
17.656
19.231
7
6
72.749
71.262
3.924
7.957 1.071
overige schulden
2.382
6.885
1.884 Overlopende passiva
8.426
6.958
12.350
14.914
85.100
86.177
215.434
234.484
5.141
1
1.600
3.419
1.435
overige vorderingen
3.014
2.979
21
83
Liquide middelen
Totaal generaal
7.026
40.703
1.543
rekening-courant verhouding
Totaal vlottende activa
45.256
7.454
banksaldi
4.377
uitzetting Rijks schatkist
Overlopende activa
48.157
Vlottende passiva
grond- en hulpstoffen
Vorderingen
31-12-2013
Vaste Passiva
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
31-12-2014
2.076 1.507
85.100
1.254 Totaal vlottende passiva
86.177 Totaal generaal
Gewaarborgde leningen
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 163 van 211
5.2
Grondslagen
Algemene grondslagen voor de opstelling van de gemeentelijke jaarrekening De jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van het Besluit Begroting en Verantwoording Gemeenten en Provincies (BBV). De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het stelsel van baten en lasten. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het betreffende instrument toegelicht als die afwijkt van de boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de “Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen”. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijn van immateriële vaste activa is gesteld op maximaal 5 jaar. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen van de materiële vaste activa zijn gerelateerd aan de economische levensduur en vinden pas plaats in het jaar volgend op de aanschaf. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven omdat hier geen waardevermindering plaatsvindt en/of eeuwigdurend nut wordt verondersteld. Over nieuwe investeringen worden in het eerste jaar geen kapitaallasten ten laste van de rekening gebracht. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn als volgt:
Materiële vaste activa: Gronden en terreinen Aanleg sportvelden toplaag kunstgras
10 jaar
Renovatie speelterreinen
15 jaar
Woonruimten Algemeen
40 jaar
Bedrijfsgebouwen Nieuwbouw
40 jaar
Verbouwing oorspronkelijk gebouw(uitbreiding)
restant gebruiksduur
Grond- weg en waterbouwkundige werken Armaturen lichtmasten
10 jaar
Baggeren
10 jaar
Oeverbeschoeiing
20 jaar
Gemalen en bergbezinkvoorzieningen: Mechanisch/elektrisch
20 jaar
Bouwkundig
60 jaar
Persleiding bij gemalen
60 jaar
Drukriolering:
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 164 van 211
Mechanisch/elektrisch
20 jaar
Bouwkundig
60 jaar
Drukleiding
60 jaar
Vacuümriolering: Mechanisch
20 jaar
Bouwkundig
60 jaar
Vacuümleiding
60 jaar
Telemetrie DWA en RWA riolen en duikers
5 jaar 60 jaar
Drainage leidingen
60 jaar
Infiltratiekratten
60 jaar
Planvorming
5 jaar
Reconstructie wegen
20 jaar
Voetpaden tegels
20 jaar
Vervoermiddelen Bestelauto’s, transporters
8 jaar
Machines, apparaten, installaties Lichtinstallaties sportvelden
25 jaar
Werkplekapparatuur
4 - 5 jaar
Servers
3 jaar
Kantoorautomatisering, telefooncentrale
5 jaar
Applicaties
7 jaar
Onderhoudsmachines
10 jaar
Overige materiële vaste activa 1e inrichting (leer en hulpmiddelen) Onderwijs
15 jaar
Overige inventarissen
15 jaar
Containers (ondergronds)
10 jaar
Kosten voor periodiek groot onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen, met uitzondering van de kosten voor periodiek groot onderhoud aan rioleringen, hiervoor is een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans. Investeringen in activa met economisch nut Alle investeringen met een economisch nut (dit zijn verhandelbare dan wel middelen genererende investeringen) worden geactiveerd. Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Investeringen met een maatschappelijk nut zijn investeringen die volgens de definitie van het BBV geen economisch, maar uitsluitend maatschappelijk nut hebben. Als voorbeeld wordt genoemd: wegen, pleinen, bruggen en openbaar groen. Kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde worden niet geactiveerd. Financiële vaste activa Participaties in het aandelenkapitaal van N.V.’s en B.V.’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs vindt afwaardering plaats. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. De verstrekte langlopende leningen zijn opgenomen tegen de nominale waarde, verminderd met de ontvangen aflossingen. Tot zekerheid van de aan ambtenaren verstrekte geldleningen zijn hypotheken gevestigd. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 165 van 211
Het activeren van bijdragen aan activa in eigendom van derden zijn conform het BBV alleen onder stringente voorwaarden toegestaan. Deze voorwaarden zijn: • er is sprake van een investering door een derde; • de investering draagt bij aan de publieke taak; • de derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren, op een wijze zoals is overeengekomen; • de bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de provincie kan anders recht doen gelden op de activa die samenhangen met de investering. Voorraden De gereserveerde gronden en onderhanden werken van de bouwgrondexploitatie zijn geregistreerd onder de voorraden en opgenomen in het overzicht van de investeringen. Ongeacht of de complexen en gronden een debet- of creditsaldo vertonen, deze worden conform het BBV altijd gepresenteerd aan de debetzijde van de balans. Voorraden gronden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de gronden. Voor het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de netto-opbrengstwaarde wordt een voorziening getroffen. De complexen in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de inbrengwaarde vermeerderd met de bijgeschreven exploitatielasten en verminderd met opbrengsten wegens uitgifte. De onderhanden werken betreffende de bouwgrondexploitatie zijn opgenomen tegen de historische verwervingsprijs en/of vervaardigingsprijzen, verminderd met de gerealiseerde opbrengsten. De complexen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere nettoopbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de calculaties die aan de complexen ten grondslag liggen. Voor het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de netto-opbrengstwaarde wordt een voorziening getroffen. Indien op een complex winst is gerealiseerd waarvoor voldoende zeker is dat er sprake is van een opbrengst bovenop hetgeen nodig is om het complex af te wikkelen, kan tussentijds winst worden genomen. De voorraad van de “eigen verklaringen” zijn opgenomen per 31 december 2014 en gewaardeerd tegen de laatst bekende inkoopprijzen. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de waardering rekening gehouden. Eigen vermogen Algemene reserve De algemene reserve staat ter vrije beschikking van de gemeente. Bestemmingsreserve Op bestemmingsreserves is door de raad een specifiek bestedingsdoel aangebracht. Deze reserves mogen alleen voor het door de raad benoemde doel ingezet worden. Mutaties vinden derhalve dus plaats na autorisatie van de raad. Stille reserves De gemeente beschikt over stille reserves die niet uit de balans zijn op te maken. Een stille reserve kan bestaan uit woningen die geen boekwaarde meer hebben, bosgrond, weilanden en overige gronden die eigendom zijn van de gemeente en niet in de activa zijn opgenomen. Bij verkoop volgt een storting in de algemene reserve.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 166 van 211
Voorzieningen Voorziening groot onderhoud riolering De voorziening ter gelijkmatige verdeling van lasten voor groot onderhoud van riolering wordt bepaald op basis van de te verwachten kosten over een reeks jaren. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht. Overige voorzieningen Tenzij anders vermeld worden de voorzieningen gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de betreffende verplichtingen af te wikkelen. Langlopende schulden Opgenomen rentedragende leningen en schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Kortlopende schulden Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Baten Onder de baten wordt verstaan de opbrengst van de in het verslagjaar ontvangen bijdragen, uitkeringen en omzetten ten gunste van de gemeente, voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar. Opbrengsten voortvloeiend uit de verkoop van goederen worden verantwoord op het moment dat alle belangrijke rechten op economische voordelen alsmede alle belangrijke risico’s zijn overgegaan op de koper. De kostprijs van deze goederen wordt aan dezelfde periode toegerekend. Opbrengsten van diensten worden opgenomen naar rato van de mate waarin de diensten zijn verricht, gebaseerd op de tot balansdatum in het kader van de dienstverlening gemaakte kosten in verhouding tot de geschatte kosten van de totaal te verrichten dienstverlening. De kostprijs van deze diensten wordt aan dezelfde periode toegerekend. Personeelslasten Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremies ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden. Resultaat van deelnemingen Bij deelnemingen wordt het dividend verwerkt onder de financiële baten en lasten. Dividenden worden in aanmerking genomen voor zover zij in het verslagjaar betaalbaar zijn gesteld. Buitengewone baten en lasten Onder buitengewone baten en lasten worden verstaan baten en lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die duidelijk te onderscheiden zijn van de activiteiten in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening en derhalve naar verwachting zelden zullen voorkomen. Op de volgende pagina’s treft u een specificatie van de balansposten aan.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 167 van 211
5.3
Specificatie activa
ACTIVA VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Boekwaarde per 1 januari 2014 Af:
€ 45.528
verminderingen
€
-
afschrijvingen
10.774 -/- 10.774
Bij: vermeerderingen Boekwaarde per 31 december 2014
€
25.715 60.469
€
45.528
De boekwaarde van de immateriële vaste activa is als volgt te specificeren: 2014 Kosten van onderzoek
€
60.469
2013
_________ Totaal immateriële vaste activa
€
60.469
€
209.340
_________ €
45.528
Materiële vaste activa Boekwaarde per 1 januari 2014 Af:
€ 77.545.365
verminderingen afschrijvingen
3.492.466 -/- 3.701.806
Bij: vermeerderingen Boekwaarde per 31 december 2014 bedragen x € 1.000
2.193.090 € 76.036.649 2013 vermeerderingen
verminderingen
afschrijving
2014
Gronden en terreinen
5.018
21
53
279
4.707
- economisch nut
4.717 301
21 0
53 0
266 13
4.419 288
Woonruimten
9
0
0
1
8
- economisch nut
9
0
0
1
8
Bedrijfsgebouwen
41.776
162
121
1.820
39.997
- economisch nut
41.776 0
162 0
121 0
1.820 0
39.997 0
25.747
1.904
35
839
26.777
24.776 971
1.869 35
0 35
696 143
25.949 828 84
- maatschappelijk nut
- maatschappelijk nut Grond, weg- en bouwkundige werken - economisch nut* - maatschappelijk nut Vervoermiddelen
112
0
0
28
- economisch nut
112
0
0
28
84
Machines, apparaten en installaties
921
106
0
122
905
- economisch nut
921 0
106 0
0 0
122 0
905 0
Overige materiële vaste activa
3.962
0
0
403
3.559
- economisch nut
3.929 33
0 0
0 0
395 8
3.534 25
77.545
2.193
209
3.492
76.037
- maatschappelijk nut
- maatschappelijk nut
* investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Opgemerkt moet worden dat op 1 januari 1997 de gebouwen voor voortgezet onderwijs om niet zijn overgedragen aan de gemeente. Dit betekent een niet vermelde boekwaarde van € 5,9 miljoen.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 168 van 211
Financiële vaste activa Boekwaarde per 1 januari 2014 Af: afschrijvingen verminderingen aflossingen leningen
€ 7.332.252 €
23.042 274.210 9.025 -/-
306.277 469.365 € 7.495.340
Bij: vermeerderingen Boekwaarde per 31 december 2014 De financiële vaste activa zijn als volgt te specificeren: 2014 Kapitaalverstrekkingen: Hypothecaire geldleningen ambtenaren
€
Deelnemingen: Aandelen Bank Nederlandse Gemeenten Aandelen N.V. Hydron / Vitens Amfors
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer: Apollo Noord Vitens Veenzoom
Overige verbonden partijen: Bijdrage activa van derden
Totaal financiële activa
2013
66.109
€
75.134
309.563 44.542 9.810 ________ 363.915
309.563 44.542 9.810 ________ 363.915
6.509.633 286.565 33.500 ________ 6.829.698
6.233.828 326.565 ________ 6.560.393
235.618 ________
332.810 _________
€ 7.495.840
€ 7.332.252
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Boekwaarde per 1 januari 2014 mutaties 2014
€ -/- 11.867.964 467.408
Boekwaarde per 31 december 2014
€ -/- 11.400.556
De voorraden zijn als volgt te specificeren: 2014 Grond- en hulpstoffen: - gesaneerde gronden - gereserveerde gronden
€
57.231 ________ 57.231
€
106.239 ________ 106.239
€
10.157.602
€
8.634.413
1)
Onderhanden werken: - in exploitatie genomen gronden
2)
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
2013
Pagina 169 van 211
Voorzieningen voorraden: Dorpshuis Masterplan Staringlaan
Gereed product: Voorraad eigen verklaringen
Totaal voorraden
-/- 721.155 -/- 20.358.391 -/- 540.951 ____ ____ € -/- 11.462.895
-/-/-
715.915 19.457.510 450.000 ___ _____ 11.989.012
€ -/-
5.108 ____ ____ € 5.108 ____ ____ €-/- 11.400.556
14.809 ____ ____ € 14.809 _ _______ € -/- 11.867.964
1)
gereserveerde gronden: Dit betreft gebieden/gronden welke nog niet in exploitatie zijn genomen. De lasten en baten van de complexen zijn bijgeschreven op de boekwaarde. De boekwaarde van complex Apollo Noord (€ 6.509.633) is gereclassificeerd naar de financiële vaste activa. Boekwaarde per 1 januari 2014 Vermeerderingen Verminderingen
€
Boekwaarde per 31 december 2014
€
106.239 60.192 109.200 ________ 57.231
€
8.634.413
€
1.523.189 _________ 10.157.602
2)
-/-
in exploitatie genomen gronden:
Boekwaarde per 1 januari 2014 Vermeerderingen Verminderingen Boekwaarde per 31 december 2014
-/-
De in exploitatie genomen gronden zijn als volgt te specificeren: 2014
2013
- Masterplan Soesterberg - Dorpshuis
€
9.040.967 1.116.635
€
7.570.507 1.063.906
Totaal in exploitatie genomen gronden
€
10.157.602
€
8.634.413
Vorderingen 2014 Vorderingen op andere publiekrechtelijke lichamen € Uitzettingen in ’s Rijks schatkist1 Rekening-courantverhouding met niet-financiële instellingen: - Sociale Dienst Baarn, Bunschoten, Soest Overige vorderingen: - voorschot - vorderingen uit hoofde van verleende bijstand - overige debiteuren - voorziening debiteuren -/Totaal vorderingen
4.376.975 713
2013 €
5.139.507 1.600.000
3.418.665
1.434.749
1.377.873 2.723.486 1.087.129 ________ € 10.810.583
412 1.398.445 2.673.029 -/- 1.090.919 ________ € 11.155.223
1
In de jaarrekening van 2013 stond de uitzettingen in ’s Rijks schatkist gerubriceerd onder de liquide middelen.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 170 van 211
Conform de regelgeving (BBV) behoren de voorzieningen op debiteuren gepresenteerd te worden onder de vorderingen. Tegenover het bovenstaande debiteurensaldo uit hoofde van verleende bijstand staat een voorziening dubieuze debiteuren die als buffer dient voor niet-invorderbare vorderingen. Liquide middelen 2014 Kassaldo: Voorschotkassen Kas publiekszaken Soest Kas catering
€
Banksaldi: Bank Nederlandse Gemeenten Rabobank Rabobank bedrijfsspaarrekening Rabobank Sociale Dienstverlening ING
Totaal liquide middelen1
2013
2.200 12.874 89
€
2.100 6.219 3
€
15.163
€
8.322
€
4.895 526 -
€
5.421
€
20.584
38.867 33.653 1.383 660 €
74.563
€
82.885
1
In de jaarrekening van 2013 stond de uitzettingen in ’s Rijks schatkist gerubriceerd onder de liquide middelen. Drempelbedrag verplicht schatkistbankieren De hoogte van het drempelbedrag is 0,75% van het begrotingstotaal per 31 december 2014. Het begrotingstotaal is € 95.003.459; het drempelbedrag komt daardoor op € 712.526. De saldi per kwartaal zijn onder dit drempelbedrag gebleven. data
saldi
1-1-2014 31-3-2014
82.886 48.589
30-6-2014 30-9-2014 31-12-2014
571.764 527.438 20.584
Overlopende activa 2014 Nog te ontvangen/vooruitbetaalde kosten: - nog te ontvangen inkomsten - vooruitbetaalde bedragen - overige Totaal overlopende activa
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
2013
€
2.060.399 16.040 -
€
1.537.116 343.243 3.290
€
2.076.439
€
1.883.649
Pagina 171 van 211
5.4
Specificatie passiva
EIGEN VERMOGEN Reserves Saldo op 1 januari 2014 Bij: Af:
€
45.255.538
rente/overige vermeerderingen verminderingen
10.163.577 7.262.200
Saldo per 31 december 2014
-/-
€ 48.156.915
De saldi van de reserves zijn als volgt te specificeren: 2014 Algemene reserve Bestemmingsreserves
€
Totaal reserves
€ 48.156.915
2013
7.454.217 40.702.698 _________
€
7.026.329 38.229.209 _________
€ 45.255.538
Het saldo is exclusief het rekeningsaldo. Het rekeningsaldo wordt aan het begin van het nieuwe jaar afhankelijk van de aangegeven bestemming – toegevoegd/onttrokken aan de algemene reserve. Een overzicht van de stand van de reserves en de daarbij behorende toelichting is als volgt: (bedragen x € 1.000) vermeerderingen Omschrijving
saldo per 1-1-2014
verminderingen
rente
t.l.v. expl.
t.g.v.
t.g.v.
t.g.v.
saldo per
2014
of andere
exploitatie
andere
balans/
31-12-2014
reserves
vaste activa
€
€
reserves €
€
€
€
€
Algemene reserves algemene reserve
7.026
Gerealiseerd resultaat 2013
1.824
-1.824
0
Gerealiseerd resultaat 2014
0
1.311
1.311
totaal algemene reserves
80
451
-62
69
34
69
34
7.454
8.850
80
8.765
1.520
24
66
1
5
3
69
14.187
567
7
1.443
13.319
5.360
322
876
14
118
229
reserve onderhoud wegen
1.194
19
1.741
467
egalisatiereserve afvalstoffenheffing
1.653
369
2
2.020
280
4
538
332
491
73
1
567
9
reserve onderhoud gebouwen
5.423
87
reserve geoormerkte beleidsuitgaven
1.127
reserve Investeringsfonds
5.441
87
0
2
Bestemmingsreserves: reserve gemeentehuis reserve kunst dekkingsreserve investeringen reserve rentegebruik reserve automatisering
bedrijfsreserve Soest bedrijfsreserve BBS Soest reserve vervanging voertuigen en machines
reserve Accomodatiebeleid Herwaarderingsreserve Vitens Bufferreserve totaal bestemmingsreserves
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
50
349
44
5.288
166
2.313
779 7
5
70
26
51
552
2.047
2.761
4.795
1.343
1.207
1.263
4
5.525
243
327
380 40
0 38.229
1.494
287
2.058 1.138
8.494
2.058 6.941
7
211
40.703
Pagina 172 van 211
1. Algemene reserve Algemene Reserve
Besluit
Bedrag €
Saldi €
Saldo reserve per 1 januari 2014
7.026.329
Toevoegingen: Rentebijschrijving 1,6% over minimum niveau per 1 janauri
Mjb 2014-2017
restant budget onderwijs
Njn 2014
80.000 188.769
Grondverkopen Perceel Veenzoom 14
Mjb 2014-2017
48.400
Perceel Winterkoning 48
Mjb 2014-2017
8.665
Grond Versteeghlaan
Mjb 2014-2017
5.670
Perceel Molenstraat
Mjb 2014-2017
129.777
Grond Prinsenhof 28
Mjb 2014-2017
2.940
Grond de Eng
Mjb 2014-2017
5.600
Grond Smitsweg
Mjb 2014-2017
58.450
Grond Bloemheuvel 1
Mjb 2014-2017
2.310
Grond diversen
Mjb 2014-2017
371
Totaal toevoegingen
530.952
Onttrekkingen: Bouwgrondexploitatie Bodemonderzoek
Mjb 2014-2017
3.015
Werkzaamheden derden grond aan- en verkopen
Mjb 2014-2017
65.557
Mjb 2014-2017
34.492
Overig Kadernota bijdrage van Weedestraat deel 2 Totaal onttrekkingen
103.064
Saldo einde dienstjaar, exclusief resultaat 2014
7.454.217
Doel De algemene reserve dient ter afdekking van het risico van onvoorziene financiële tegenvallers en nadelige begrotingssaldi. Om die reden dient zij volledig vrij besteedbaar te zijn (geen inkomensfunctie). Normering Bij de nota reserves en voorzieningen 2013 is het minimumniveau bepaald op € 5 miljoen. Voeding en onttrekking Jaarlijks wordt het rekeningsaldo met de algemene reserve verrekend. Daarnaast worden de grond aanen verkopen ten behoeve van de algemene dienst ten laste of ten gunste van de reserve gebracht. Rentetoevoeging Bij de vaststelling van de “Nota Reserves en Voorzieningen 2013” heeft de raad besloten om uit te gaan van een jaarlijks rentepercentage zoals het CPB dat begroot. Voor 2014 is uitgegaan van 1,6% rentetoevoeging. Ten aanzien van de algemene reserve wordt alleen 1,6% rente bijgeschreven over het minimumniveau van € 5 miljoen en niet over de totale omvang. Nu de omvang van de algemene reserve fors boven het minimumniveau zit is rentebijschrijving over het meerdere niet noodzakelijk om de reserve op peil te houden.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 173 van 211
2. Bestemmingsreserves 2.1 Reserve gemeentehuis Reserve gemeentehuis
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 1.519.994
Toevoegingen: Rentebijschrijving 1,6% over saldo per 1 januari
Mjb 2014-2017
24.320
Totaal toevoegingen
24.320
Onttrekkingen: Jaarlijkse storting ten gunste van exploitatie
Mjb 2014-2017
50.000
Totaal onttrekkingen
50.000
Saldo einde dienstjaar
1.494.314
Doel Een dotatie aan de gewone dienst ter dekking van de verschuldigde btw (tienjaarlijks) van de leaseperiode en voor de jaarlijkse dekking van een deel van de begrotingslasten van het gemeentehuis. Normering In de reserve moeten voldoende middelen aanwezig zijn om de reserve te laten doorlopen tot het einde van de leaseperiode in 2030. In 2010 is de leaseovereenkomst opnieuw verlengd, het verschuldigde leasebedrag is geactualiseerd met het nieuwe geldende rentepercentage. Voeding en onttrekking Jaarlijkse bijdrage aan de begroting tot een bedrag van € 50.000 (t/m 2019). Eens in de tien jaar een bedrag voor de verschuldigde btw, voor het eerst weer in 2020. Rentetoevoeging Bij de vaststelling van de “Nota Reserves en Voorzieningen 2013” heeft de raad besloten om voortaan uit te gaan van een jaarlijks rentepercentage zoals het CPB dat begroot. Voor 2014 is uitgegaan van 1,6% rentetoevoeging. 2.2 Reserve kunst Reserve kunst
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 66.284
Toevoegingen: Rentebijschrijving 1,6% over saldo per 1 januari
Mjb 2014-2017
1.061
Jaarlijkse storting ten laste van exploitatie
Mjb 2014-2017
4.769
Totaal toevoegingen
5.830
Onttrekkingen: Onderhoud/herstel/kunstwerken Totaal onttrekkingen
Saldo einde dienstjaar
Mjb 2014-2017
2.645 2.645
69.469
Doel De reserve dient ter dekking van aanschaf en extra onderhoud van kunstwerken in de openbare ruimte.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 174 van 211
Normering Maximaal € 100.000. Voeding en onttrekking Deze reserve wordt in het algemeen gevoed door stortingen ten laste van de bouwgrondexploitaties en grotere infrastructurele werken (1%-regeling). Verder wordt vanuit de exploitatie jaarlijks € 4.800 gestort. De nog beschikbare middelen zijn bestemd voor kunst in de Boerenstreek, de Grachten, Dorpsplein en het Evenemententerrein in Soesterberg. Rentetoevoeging Bij de vaststelling van de “Nota Reserves en Voorzieningen 2013” heeft de raad besloten om uit te gaan van een jaarlijks rentepercentage zoals het CPB dat begroot. Voor 2014 is uitgegaan van 1,6% rentetoevoeging. 2.3 Dekkingsreserve - investeringen Dekkingsreserve - investeringen
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 14.186.664
Toevoegingen: Rentebijschrijving 4% over saldo per 1 januari
Mjb 2014-2017
567.467
Bijdrage reserve wegen fietspad Turfweg-Oude Utrechtseweg
Mjb 2014-2017
7.466
Totaal toevoegingen
574.933
Onttrekkingen: Voorziening opslagterrein Lange Brinkweg tot en met 2022
Mjb 2014-2017
15.221
Aanpassing de Schans, 1993 tot en met 2022, 30 jaar
Mjb 2014-2017
30.748
Verbouw Orlandogebouw tot en met 2021
Mjb 2014-2017
7.952
Stallingsruimte kwekerij (30 jaar)
Mjb 2014-2017
2.423
Herinrichting van Weedestraat
Mjb 2014-2017
68.544
Nieuwbouw brandweerkazerne
Mjb 2014-2017
155.227
Verbouw Willaertgebouw (incl. grond aankoop Willaertgebouw)
Mjb 2014-2017
70.790
C lustering sportaccommodaties
Mjb 2014-2017
155.452
Herinrichting Soesterbergsestraat/Zuidpromenade
Mjb 2014-2017
49.199
Rotonde Soesterbergsestraat/Birkstraat
Mjb 2014-2017
12.225
Uitbreiding Griftlandcollege (raad 16-11-2001)
Mjb 2014-2017
49.553
Verbetering fietspaden 2002 fase 1 Kerkstraat/Obrechtstraat /Nieuwstraat
Mjb 2014-2017
15.763
C lub/kleedaccommodaties (raad 20-9-2001)
Mjb 2014-2017
101.733
AV Pijnenburg (raad 17-10-2002)
Mjb 2014-2017
10.849
Buitenbad Optisport (raad 17-10-2002)
Mjb 2014-2017
51.633
Breed Educatief C entrum (raad 4-7-2002)
Mjb 2014-2017
185.477
Onderwijshuisvesting 2005 (raad 2-11-2004)
Mjb 2014-2017
9.954
De Startbaan nieuwbouw school
Mjb 2014-2017
157.428
Kinderopvang Driehoeksweg (raad 15-11-2007)
Mjb 2014-2017
6.930
Fietspad Turfweg-Oude Utrechtseweg (raad 7-11-2006)
Mjb 2014-2017
7.466
Sportkredieten shortlist (raad 3-7-2008)
Mjb 2014-2017
109.764
Herindeling Sportpark Kerklaan
Mjb 2014-2017
55.643
Kleed en clubaccommodatie vv Vliegdorp (raad 15-5-2007)
Mjb 2014-2017
18.332
Uitbreiding Griftland (raad 5-11-2009)
Mjb 2014-2017
94.500
Totaal onttrekkingen
Saldo einde dienstjaar
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
1.442.806
13.318.791
Pagina 175 van 211
Doel De reserve is gevormd uit eenmalig beschikbaar gestelde middelen. De gelden worden gebruikt ter dekking van de kapitaallasten van vooraf aangegeven investeringen. Het saldo van de reserve is dan ook niet vrij besteedbaar. Normering Het saldo van de reserve sluit aan bij de geplande onttrekkingen. Voeding en onttrekking De dekkingsreserve wordt gevoed door eenmalig beschikbaar gestelde bedragen voor aangegeven investeringen. Onttrekkingen vinden plaats door uitgaven voor de kapitaallasten van deze investeringen.
Rentetoevoeging De rentetoevoeging over het saldo bedraagt 4% en wordt toegevoegd aan de dekkingsreserve (mede ter dekking van de kapitaallasten) zelf. 2.4 Reserve rentegebruik Reserve rentegebruik
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 5.360.090
Toevoegingen: Rentebijschrijving 6% over saldo per 1 januari
Mjb 2014-2017
321.605
Totaal toevoegingen
321.605
Onttrekkingen: Jaarlijkse storting ten gunste van exploitatie
Mjb 2014-2017
349.222
Aanwending reserve rentegebruik herinrichting v Weedestraat
Mjb 2014-2017
44.239
Totaal onttrekkingen
Saldo einde dienstjaar
393.461
5.288.235
Doel Aanwending ten gunste van de begroting ter compensatie van gemiste baten als gevolg van het verkopen van gemeentelijke aandelen/gemeentelijk bezit. Normering In de reserve moet steeds minimaal een zodanig bedrag uit de verkoopopbrengst worden gestort dat de daardoor gegenereerde rentebaten de jaarlijks weggevallen baten (bijvoorbeeld dividend) compenseren. Voeding en onttrekking Voeding vindt plaats door storting van de opbrengsten van incidentele verkopen van aandelen en gemeentelijke activiteiten. Deze reserve is destijds gevormd uit de verkopen van het voormalig gasbedrijf en de aandelen van N.V. Regionaal Nutsbedrijf Eemland. In de afgelopen jaren heeft de voeding bestaan uit de opbrengsten van de aandelen Bouwfonds. Bij de meerjarenbegroting 2011-2014 is besloten om naast de balansverkorting de reserve rentegebruik ook aan te wenden om het begrote investeringsbedrag voor de herinrichting van de Van Weedestraat niet af te schrijven maar in één keer te dekken uit de reserve rentegebruik. De herinrichting van de Van Weedestraat loopt nog door tot in 2014. Rentetoevoeging Jaarlijks wordt 6% rente bijgeschreven over het saldo van de reserve per 1 januari. De bijgeschreven rente moet gelijk zijn aan het bedrag dat jaarlijks aan de reserve onttrokken wordt en als dekkingsmiddel in de begroting is geraamd.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 176 van 211
2.5 Reserve automatisering Reserve automatisering
Besluit
Bedrag
Saldi
Saldo reserve per 1 januari 2014
876.466
Toevoegingen: Rentebijschrijving 1,6% over saldo per 1 januari
Mjb 2014-2017
14.023
Storting uit exploitatie A-deel
Mjb 2014-2017
35.014
Storting uit exploitatie migratie
Mjb 2014-2017
82.547
Totaal toevoegingen
131.584
Onttrekkingen: Storting in exploitatie I-deel en migratie
228.832
Totaal onttrekkingen
228.832
Saldo einde dienstjaar
779.218
Doel In stand houden van de bestaande applicatie infrastructuur. Nieuw beleid maakt hier geen deel van uit. Voorstellen nieuw beleid worden via de gebruikelijke begrotingsprocedure ingebracht. Normering Basis voor het vaststellen van de benodigde gelden is het 5-jarige beheerplan automatisering. Voeding en onttrekking Het grootste deel van de reserve automatisering gaat op aan vaste verplichtingen zoals onderhoud hardware en software en abonnementen. Het vrij beschikbare deel wordt op basis van het beheerplan gebruikt voor reguliere vervanging van hardware en software. Rentetoevoeging Bij de vaststelling van de “Nota Reserves en Voorzieningen 2013” heeft de raad besloten om uit te gaan van een jaarlijks rentepercentage zoals het CPB dat begroot. Voor 2014 is uitgegaan van 1,6% rentetoevoeging.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 177 van 211
2.6 Reserve onderhoud wegen Reserve onderhoud wegen
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 1.193.804
Toevoegingen: Rentebijschrijving 1,6% over saldo per 1 januari
Mjb 2014-2017
19.101
Storting naar reserve vanuit exploitatie
Mjb 2014-2017
771.090
Bijdrage herinrichting Wieksloterweg
Njn 2014
748.000
Regionale pakketstudie VERDER
Mjb 2014-2017
77.000
Afrekening QuickWins
Mjb 2014-2017
145.006
Totaal toevoegingen
1.760.197
Onttrekkingen: Onttrekking t.b.v. exploitatie
Mjb 2014-2017
432.362
Bijdrage verkeerskundige
Mjb 2014-2017
27.000
Regionale pakketstudie VERDER
Mjb 2014-2017
7.600
Bijdrage rotonde Nieuwerhoekplein
Mjb 2014-2017
16.918
Fietspad Turfweg-Oude Utrechtseweg-Den Dolder
Mjb 2014-2017
7.466
Aanpassen aansluitingen wegen Soest-Zuid
Mjb 2014-2017
142.150
Bijdrage knelpunten wegbeheer
Mjb 2014-2017
3.506
Reconstructie Beetzlaan
Mjb 2014-2017
3.725
Totaal onttrekkingen
Saldo einde dienstjaar
640.728
2.313.273
Doel Gelijkmatig over de jaren verdelen van de kosten voor het onderhoud aan wegen (rationeel wegbeheer, onderhoud verkeersregelinstallaties, onderhoud bruggen en reconstructies van wegen) door jaarlijks een vast bedrag voor dit onderhoud ten laste van de begroting te reserveren. De jaarlijkse stortingen vinden plaats op grond van het gemiddelde over de beheerperiode. Normering Basis voor het vaststellen van de benodigde gelden is het 5-jarige beheerplan onderhoud wegen. Voeding en onttrekking De jaarlijkse stortingen vinden plaats op grond van het gemiddelde over de beheerperiode, de onttrekkingen vinden plaats ter uitvoering van het geautoriseerde beheerplan. Rentetoevoeging Bij de vaststelling van de “Nota Reserves en Voorzieningen 2013” heeft de raad besloten om uit te gaan van een jaarlijks rentepercentage zoals het CPB dat begroot. Voor 2014 is uitgegaan van 1,6% rentetoevoeging.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 178 van 211
2.7 Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Egalisatiereserve afvalstoffenheffing
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 1.652.851
Toevoegingen: Bijdrage exploitatie
Mjb 2014-2017
Uitkering resultaat RMN 2013
311.412 57.600
Totaal toevoegingen
369.012
Onttrekkingen: Bijdrage benchmark afval
Mjb 2014-2017
2.000
Totaal onttrekkingen
2.000
Saldo einde dienstjaar
2.019.863
Doel Egaliseren van de tarieven voor de afvalstoffenheffing en het over de jaargrens (nacalculatie) kunnen betrekken van voor- en nadelen bij de tariefbepaling (kostendekkendheid). Normering Geen Voeding en onttrekking Het betreft een zogenaamd gesloten financieel systeem: hetgeen in een bepaald jaar in de reserve is gestort blijft beschikbaar voor de dekking van de kosten van de afvalinzameling en daarmee voor de bepaling van de hoogte van het tarief van de afvalstoffenheffing. Voeding vindt plaats door storting van een eventueel exploitatieresultaat op de posten voor de inzameling en verwerking van het afval. Onttrekkingen vinden, al dan niet via de begroting, plaats ter nivellering van het tarief bij een hogere stijging dan algemeen gehanteerde inflatie. Rentetoevoeging Rentetoevoeging is niet relevant. 2.8 Bedrijfsreserve Soest en 2.9 BBS Soest Bedrijfsreserve Soest
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 279.817
Toevoegingen: Rentebijschrijving 1,6% over saldo per 1 januari
Mjb 2014-2017
4.477
Overige bijdragen
Mjb 2014-2017
537.942
Totaal toevoegingen
542.419
Onttrekkingen: Bijdrage exploitatie
Mjb 2014-2017
331.713
Totaal onttrekkingen
331.713
Saldo einde dienstjaar
490.523
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 179 van 211
Bedrijfsreserve BBS Soest
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 73.370
Toevoegingen: Rentebijschrijving 1,6% over saldo per 1 januari
Mjb 2014-2017
1.174
Totaal toevoegingen
1.174
Onttrekkingen: Bijdrage exploitatie
Mjb 2014-2017
4.818
Totaal onttrekkingen
4.818
Saldo einde dienstjaar
69.727
Doel De bedrijfsreserve Soest is bedoeld om de kosten van vervanging bij ziekte te dekken en om personele knelpunten op te lossen bij de reguliere taakuitvoering. De directie is bevoegd om deze middelen in de bedrijfsreserve te besteden. Normering Minimaal € 0 en maximaal € 500.000 positief, waarbij overschotten bij de jaarrekening ten gunste van de algemene middelen worden gebracht en tekorten taakstellend ten laste worden gebracht van de opvolgende jaren van de meerjarenbegroting (de norm van de bedrijfsreserve BBS Soest bedraagt minimaal € 0 en maximaal € 85.000). Voeding en onttrekking De bedrijfsreserve wordt structureel gevoed met een algemene bijdrage en een specifieke bijdrage voor ouderschapsverlof. Jaarlijks wordt op het einde van het boekjaar het resultaat van de beïnvloedbare personeelskosten (overwerk, studiekosten, vacaturepot) ten gunste c.q. ten laste van de bedrijfsreserve gebracht. Rentetoevoeging Bij de vaststelling van de “Nota Reserves en Voorzieningen 2013” heeft de raad besloten om uit te gaan van een jaarlijks rentepercentage zoals het CPB dat begroot. Voor 2014 wordt uitgegaan van 1,6% rentetoevoeging. 2.10 Reserve vervanging voertuigen en grote machines Reserve vervanging voertuigen en grote machines
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 567.498
Toevoegingen: Rentebijschrijving 1,6% over saldo per 1 januari
Mjb 2014-2017
9.080
Storting vanuit exploitatie
Mjb 2014-2017
26.125
Totaal toevoegingen
35.205
Onttrekkingen: Bijdrage exploitatie Totaal onttrekkingen
Saldo einde dienstjaar
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Mjb 2014-2017
50.690 50.690
552.013
Pagina 180 van 211
Doel Om de continuïteit van de bedrijfsvoering van de buitendienst te waarborgen, zullen de daarvoor in aanmerking komende voertuigen en machines volgens de in het vervangingsplan afgesproken criteria periodiek worden vervangen. Normering Conform 10-jarig vervangingsplan. Voeding en onttrekking Op grond van inventarisaties wordt jaarlijks het 10-jarig vervangingsplan geactualiseerd waaruit af te lezen valt met welke kosten en vervangingen we in enig jaar te maken krijgen. De voeding van de reserve wordt daar dan vervolgens op aangepast. Rentetoevoeging Bij de vaststelling van de “Nota Reserves en Voorzieningen 2013” heeft de raad besloten om uit te gaan van een jaarlijks rentepercentage zoals het CPB dat begroot. Voor 2014 is uitgegaan van 1,6% rentetoevoeging. 2.11 Reserve onderhoud gebouwen Reserve onderhoud gebouwen
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 5.422.937
Toevoegingen: Rentebijschrijving 1,6% over saldo per 1 januari
Mjb 2014-2017
86.767
Onderhoud onderwijsgebouwen
Mjb 2014-2017
360.037
Onderhoud sportaccommodaties
Mjb 2014-2017
759.500
Onderhoud eigendommen niet voor openbare dienst
Mjb 2014-2017
68.300
Onderhoud algemeen overig
Mjb 2014-2017
175.400
Onderhoud huisvesting gemeentepersoneel
Mjb 2014-2017
327.000
Onderhoud welzijnsgebouwen
Mjb 2014-2017
356.562
Totaal toevoegingen
2.133.566
Onttrekkingen: Onderhoud onderwijsgebouwen
Mjb 2014-2017
1.169.555
Onderhoud sportaccommodaties
Mjb 2014-2017
815.161
Onderhoud eigendommen niet voor openbare dienst
Mjb 2014-2017
34.535
Onderhoud algemeen overig
Mjb 2014-2017
61.082
Onderhoud huisvesting gemeentepersoneel
Mjb 2014-2017
365.925
Onderhoud welzijnsgebouwen
Mjb 2014-2017
314.823
Totaal onttrekkingen
2.761.081
Saldo einde dienstjaar
4.795.422
Doel Het stabiliseren van de jaarlijkse onderhoudslasten en waarborgen van de continuïteit van het onderhoud van de gebouwen. Tot het onderhoud wordt in dit verband gerekend het reguliere onderhoud aan de gebouwen en installaties met uitzondering van vernieuwingsonderhoud zoals renovaties, verbouwingen en uitbreidingen. Normering Basis voor het vaststellen van de benodigde gelden is het 10-jarige beheerplan onderhoud gebouwen.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 181 van 211
Voeding en onttrekking Het regulier onderhoud aan sportaccommodaties, eigendommen niet voor de openbare dienst, overige algemene gebouwen, welzijnsgebouwen en huisvesting gemeentelijk apparaat vindt plaats aan de hand van een daartoe ingerichte geautomatiseerde toepassing. Het onderhoud wordt hiermee, financieel gezien, structureel in beeld gebracht. Jaarlijks wordt in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen bij de begroting en jaarrekening uitgebreid stilgestaan bij het uitvoeringsplan. De jaarlijkse stortingen vinden plaats op grond van het gemiddelde over de beheerperiode, de onttrekkingen vinden plaats ter uitvoering van het geautoriseerde beheerplan. Rentetoevoeging Bij de vaststelling van de “Nota Reserves en Voorzieningen 2013” heeft de raad besloten om uit te gaan van een jaarlijks rentepercentage zoals het CPB dat begroot. Voor 2014 is uitgegaan van 1,6% rentetoevoeging. 2.12 Reserve geoormerkte beleidsuitgaven Reserve geoormerkte beleidsuitgaven
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 1.127.000
Toevoegingen: Deel bestemming jaarresultaat 2013
Raad juni 2014
231.000
Sociaal domein
Kadernota 2015
400.000
Totaal toevoegingen
631.000
Onttrekkingen: Afloop oormerkvoorstellen 2013
Njn 2014
Basisregistratie Grootschalige Topografie
1.183.000 23.850
Totaal onttrekkingen
1.206.850
Toevoegingen: Nevenpost brandweer
Njn 2014
12.000
Renovatie groen Noorderweg
Njn 2014
40.000
Renovatie groen Beetzlaan
Njn 2014
70.000
Straatverlichting
Njn 2014
60.000
Klimaatgelden
Njn 2014
30.000
Wmo verstrekkingen: herindicaties cliënten
Njn 2014
220.000
Wet inburgering
Njn 2014
37.600
Asielzoekerscentrum
Njn 2014
16.000
Buitenkans
Njn 2014
41.300
Scouting Palz- en Eemgeuzen
Njn 2014
15.000
Don Bosco
Njn 2014
60.000
Plan van aanpak accommodatiebeleid
Njn 2014
110.000
Saldo najaarsnota
Saldo einde dienstjaar
711.900
1.263.050
Doel Exploitatiebudgetten met een specifiek doel, die in een bepaald jaar niet tot uitvoering hebben kunnen komen, door storting in deze reserve alsnog voor uitvoering van het desbetreffende doel in het daaropvolgende jaar beschikbaar te houden. Normering Geen
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 182 van 211
Voeding en onttrekking Bij de najaarsnota worden alle voorstellen getoetst aan het criterium dat alleen activiteiten worden geoormerkt die, hoewel vastgelegd in de begroting, door onvoorziene omstandigheden niet tot uitvoering zijn gekomen. De budgetten worden in de reserve gestort na goedkeuring van de raad. Gelden die na één jaar niet zijn besteed vallen weer vrij. Rentetoevoeging Gelet op het korte tijdsbestek dat deze reserve een omvang heeft is rentetoevoeging overbodig. 2.13 Reserve investeringsfonds Investeringsfonds
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 5.441.465
Toevoegingen: Rentebijschrijving 1,6% over saldo per 1 januari
Mjb 2014-2017
87.063
Totaal toevoegingen
87.063
Onttrekkingen: Bijdrage monumentenbeleid
Mjb 2014-2017
3.513
Totaal onttrekkingen
3.513
Saldo einde dienstjaar
5.525.016
Doel Middelen beschikbaar houden voor de op stapel staande grote investeringsprojecten, in het bijzonder het Masterplan Soesterberg. Normering Geen. Voeding en onttrekking De reserve wordt primair gevoed door incidentele opbrengsten en meevallers. Rentetoevoeging Bij de vaststelling van de “Nota Reserves en Voorzieningen 2013” heeft de raad besloten om uit te gaan van een jaarlijks rentepercentage zoals het CPB dat begroot. Voor 2014 is uitgegaan van 1,6% rentetoevoeging. 2.14 Reserve accommodatiebeleid (onderwijs, welzijn, sport) Reserve accommodatiebeleid (onderwijs,welzijn,sport)
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 134.401
Toevoegingen: Rentebijschrijving 1,6% over saldo per 1 januari
Mjb 2014-2017
2.150
Overige bijdragen
Mjb 2014-2017
243.163
Totaal toevoegingen
245.313
Onttrekkingen: Totaal onttrekkingen
Saldo einde dienstjaar
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
0
379.715
Pagina 183 van 211
Doel Uitvoering van het opgestelde Integraal Accommodatiebeleid Maatschappelijke Voorzieningen. In dit plan wordt een relatie gelegd met het vastgestelde ‘Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2012-2021’ (IHP) en het rapport ‘Inventarisatie accommodatiebeleid gemeente Soest’ van ICS van mei 2011. Uitgangspunt: daar waar mogelijk en gewenst worden voorzieningen in samenhang ontwikkeld (gebiedof gemeenteniveau). De reserve is bij de meerjarenbegroting 2013 (kerntakendiscussie) ingesteld. Normering Geen. Voeding en onttrekking Voeding: de vrijvallende budgetten door de beëindiging van schoolzwemmen per 1 augustus 2013, de subsidie voor schoolbegeleiding aan de schoolbesturen voor primair onderwijs per 1 augustus 2013 en de van het rijk ontvangen extra gelden voor peuterspeelzaalwerk. Onttrekking: voor de uitvoering van het bij doel omschreven beleid. Rentetoevoeging Bij de vaststelling van de “Nota Reserves en Voorzieningen 2013” heeft de raad besloten om uit te gaan van een jaarlijks rentepercentage zoals het CPB dat begroot. Voor 2014 is uitgegaan van 1,6% rentetoevoeging. 2.15 Herwaarderingsreserve achtergestelde geldlening Vitens Herwaarderingsreserve achtergestelde geldlening Vitens
Besluit
Bedrag
Saldo reserve per 1 januari 2014
Saldi 326.565
Toevoegingen: Totaal toevoegingen
0
Onttrekkingen: Storting exploitatie Totaal onttrekkingen
Saldo einde dienstjaar
Mjb 2014-2017
40.000 40.000
286.565
Doel Gedurende de resterende looptijd van de lening worden de jaarlijkse aflossingsbedragen onttrokken en verantwoord als inkomst binnen de gemeentelijke exploitatie. Normering Jaarlijks valt er € 40.000 vrij. Voeding en onttrekking Eenmalige voeding in 2012 (budgettair neutraal) tegenover het opnemen van de achtergestelde geldlening onder de financiële vaste activa. Rentetoevoeging Niet van toepassing.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 184 van 211
2.16 Bufferreserve Bufferreserve
Besluit
Bedrag
Saldi
Saldo reserve per 1 januari 2014
0
Toevoegingen: saldo exploitatie 2013
Raad juni 2014
Opbrengst grondverkopen
Vjn 2014
1.592.509 465.000
Totaal toevoegingen
2.057.509
Onttrekkingen: Totaal onttrekkingen
0
Saldo einde dienstjaar
2.057.509
Doel Deze reserve is gevormd om een zachte landing mogelijk te maken bij de decentralisaties binnen het sociaal domein, alsmede ter dekking van verwachte incidentele begrotingstekorten. Normering Geen. Voeding en onttrekking Eenmalige voeding in 2014 (grondverkopen € 465.000) en het rekeningoverschot 2013. Rentetoevoeging Niet van toepassing. Gerealiseerd resultaat Het gerealiseerd resultaat is als volgt te specificeren: 2014 Saldo overig
€
Totaal saldo rekening
€
1.398.906 ________ 1.398.906
Voorzieningen Saldo op 1 januari 2014 Bij: vermeerderingen Af: verminderingen
2013 € €
€
Saldo per 31 december 2014
€
1.823.509 ________ 1.823.509
4.946.442 3.460.985 2.944.832
-/-
5.537.660
De boekwaarde van de voorzieningen is als volgt te specificeren: 2014 5.121.207 416.453 21.378.776 € 26.916.436
2013 4.560.610 380.899 20.623.425 4.933 € 25.569.867
Voorziening riolering Voorziening afkoopsom onderhoud graven Voorziening bouwgrondexploitaties*) Voorziening innovatietraject Subtotaal voorzieningen
€
€
Voorziening bouwgrondexploitaties*)
-/- 21.378.776 ________ € 5.537.660
-/-20.623.425 ________ € 4.946.442
Totaal voorzieningen
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 185 van 211
*) De voorziening bouwgrondexploitaties dient conform de regelgeving (BBV) rechtstreeks onder de activa (voorraden van de bouwgrond) gepresenteerd te worden. Een overzicht van de stand van de voorzieningen en de daarbij behorende toelichting is als volgt: (bedragen x € 1.000) vermeerderingen Omschrijving
saldo per 1-1-2014
€
verminderingen
t.l.v. expl.
overige
t.g.v.
t.g.v.
t.g.v.
saldo per
of andere
ontvangsten
exploitatie
andere
balans/
31-12-2014
reserves
van
reserves
vaste activa
€
€
€
€
€
€
Voorzieningen voorziening riolering voorziening afkoopsom onderh.graven voorziening innovatietraject voorziening bouwgrondexploitatie
4.561
3.461
381
5.114
32
416
5
5
20.623
997
totaal voorzieningen
25.570
4.458
voorziening bouwgrondexploitatie
-20.623
-997
4.946
3.461
totaal voorzieningen
2.908 68
21.620 68
2.945
27.151 -21.620
68
2.945
5.530
** conform voorschriften BBV dienen voorzieningen activa aan de debetzijde van de balans te worden getoond.
Voorziening riolering Voorziening riolering
Besluit
Bedrag
Saldo voorziening per 1 januari 2014
Saldi 4.560.610
Toevoegingen: Stortingen ten laste van de exploitatie
Mjb 2014-2017
3.460.985
Totaal toevoegingen
3.460.985
Onttrekkingen: Kapitaallasten investeringen en onderhoud
Mjb 2014-2017
2.907.900
Totaal onttrekkingen
2.907.900
Saldo einde dienstjaar
5.113.695
Doel Het beheer en onderhoud van de riolen wordt 100% gedekt uit de opbrengsten rioolrechten. De voorziening heeft tot doel de kosten van riolen en de tarieven van rioolrechten te egaliseren. Normering Als beheerplan dient het gemeentelijk rioleringsplan 2012-2017 en het waterplan en grondwaterplan Soest 2011-2015. Deze plannen bepalen de normen voor de kwaliteit van het milieu en het onderhoud van de riolering en het oppervlaktewater. Jaarlijks wordt bij de programmabegroting en de jaarrekening het uitvoeringsplan toegelicht. De investeringsbehoefte wordt meerjarig in beeld gebracht. De tarieven voor de rioolrechten worden gebaseerd op dit meerjarig investering- en exploitatieschema. Hiermee heeft deze voorziening - ook vanuit fiscaal juridisch oogpunt - een bindend karakter. De gelden mogen uitsluitend voor rioleringswerken worden aangewend. Voeding en onttrekking Volgens gemeentelijk rioleringsplan. Rentetoevoeging Niet toegestaan op grond van het BBV.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 186 van 211
Voorziening afkoopsommen onderhoud graven Voorziening afkoopsommen onderhoud graven
Besluit
Bedrag
Saldo voorziening per 1 januari 2014
Saldi 380.899
Toevoegingen: Storting gelden afkoop
Mjb 2014-2017
67.554
Totaal toevoegingen
67.554
Onttrekkingen: Bijdrage exploitatie onderhoud begraafplaats
Mjb 2014-2017
32.000
Totaal onttrekkingen
32.000
Saldo einde dienstjaar
416.453
Doel Het beschikbaar houden van door derden betaalde afkoopsommen voor het onderhoud in latere jaren. Normering Gezien het karakter niet relevant. Voeding en onttrekking Voeding vindt plaats door storting van de afkoopsommen. Onttrekking vindt jaarlijks plaats ter ontlasting van de exploitatie voor het onderhoud van de graven. Rentetoevoeging Niet toegestaan op grond van het BBV. Voorziening Innovatietraject Voorziening innovatietraject
Besluit
Bedrag
Saldo voorziening per 1 januari 2014
Saldi 4.932
Toevoegingen: Totaal toevoegingen
Onttrekkingen: Bijdrage exploitatie Totaal onttrekkingen
Saldo einde dienstjaar
Mjb 2014-2017
4.932 4.932
0
Doel Het beschikbaar houden van gelden voor wachtgeldregelingen. Na afwikkeling van de verplichting 2014 wordt deze voorziening opgeheven (zie deelbesluit nota reserves en voorzieningen 2013). Normering Geen Voeding en onttrekking Onttrekkingen vinden jaarlijks bij de jaarrekening plaats. Rentetoevoeging Niet toegestaan op grond van het BBV.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 187 van 211
Voorziening bouwgrondexploitaties Voorziening grondexploitaties
Besluit
Bedrag
Saldi
Saldo voorziening per 1 januari 2014
20.623.425
Toevoegingen: Mutatie gronden in exploitatie
Mjb 2014-2017
997.072
Totaal toevoegingen
997.072
Onttrekkingen: Mutatie gronden in exploitatie
Mjb 2014-2017
0
Totaal onttrekkingen
0
Saldo einde dienstjaar
21.620.497
Doel Het beschikbaar hebben van het berekende nadelig resultaat van de diverse bouwgrondexploitaties. Conform de regelgeving van de BBV dienen voorzieningen op activa gepresenteerd te worden bij het actief. Deze voorziening is ook gepresenteerd bij de voorraden bouwgrond. Normering Geen Voeding en onttrekking Verliezen op bouwgrondexploitaties dienen in één keer genomen te worden en worden (jaarlijks) herijkt. Voedingen en onttrekkingen zullen naar aanleiding van de herijking plaatsvinden. Rentetoevoeging Niet toegestaan op grond van het BBV. Langlopende schulden Dit zijn de vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Saldo op 1 januari 2014 Af: - aflossingen (algemene financieringsmiddelen) Bij: vermeerdering (aantrekken nieuwe lening) Waarborgsommen
€
€
19.237.010 1.575.209
-/-
1.260 1.260 € 17.663.061
Saldo per 31 december 2015 De opgenomen langlopende leningen zijn als volgt gespecificeerd: 2014 Algemene financieringsmiddelen Waarborgsommen woonwagenschap Totaal langlopende schulden
€
17.656.235 6.826 _________ € 17.663.061
2013 €
19.231.444 5.566 _________ € 19.237.010
In de bovengenoemde algemene financieringsmiddelen is aan aflossingsbestanddelen (welke in 2015 vervallen) een totaalbedrag van € 1.578.000 (te beschouwen als kortlopende schuld) begrepen.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 188 van 211
VLOTTENDE PASSIVA Schulden op korte termijn Dit zijn de netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. 2014 Schulden aan publiekrechtelijke lichamen: - overige publiekrechtelijke lichamen
€ €
244.195 244.195
€
-
4.000.000 4.000.000
-
-
Kasgeldleningen: Bank Nederlandse Gemeenten Rekening-courantverhouding met niet-financiële instellingen: Sociale Dienst Baarn, Bunschoten, Soest Rekening-courantverhouding met financiële instellingen: Bank Nederlandse Gemeenten € Overige schulden: - nog te betalen posten - overige crediteuren
1.542.507 1.542.507
172.330 1.965.257 € 2.137.587 ____ _____ € 3.924.289
Totaal schulden op korte termijn
2013 € €
€
177.492 177.492
1.071.041 1.071.041
96.707 2.611.280 € 2.707.987 _ ____ ___ € 7.956.520
Overlopende passiva €
2013 514.245
€
669.179 43.605 5.227.445 503.445 _________ 6.957.919
Transitorische rente is de rente van de geldleningen die over het boekjaar heen loopt. De saldi van de gelden derden zijn als volgt te specificeren: Wet Inburgering Saldo 2013 € 17.614 Vermeerderingen Verminderingen 17.614 Saldo 2014 €
0
Transitorische rente langlopende leningen 1) Nog niet gerealiseerde baten inzake verhaal van bijstandsuitkeringen en vorderingen uit hoofde van verstrekte leenbijstand Vooruitontvangen bedragen Nog te ontvangen facturen Gelden derden 2)
€
Totaal overlopende passiva
€
2014 472.634
668.596 52.384 6.848.079 384.488 _________ 8.426.181
1) 2)
Onderwijskansenbeleid 2013 Saldo 2013 Vermeerderingen Verminderingen Saldo 2014 NUP gelden
Integratiebudget
€
Saldo 2013 Vermeerderingen Verminderingen Saldo 2014
€
Saldo 2013 Vermeerderingen Verminderingen Saldo 2014
€
Totaal gelden derden Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
53.928 596.111 533.695 €
116.344
€
268.144
€
0 ________ 384.488
201.144 67.000 -
230.759 1.053.766 1.284.525
€
Pagina 189 van 211
Gewaarborgde leningen 2014 Door de gemeente gewaarborgde leningen: opgenomen door verenigingen en stichtingen met borg 100% opgenomen t.b.v. sociale woningbouw en ouderenhuisvesting en ondergebracht bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw opgenomen door particulieren ter verkrijging of verbetering van eigen woningen en ondergebracht bij de stichting Waarborgfonds Eigen Woningen Totaal gewaarborgde leningen
€
7.071.812
2013
€
11.552.649
162.922.316
165.679.479
45.440.095 ____ ______ € 215.434.222
57.251.749 _____ _____ € 234.483.877
In verband met de overname van risico's heeft er een verschuiving plaatsgevonden van 100% waarborg van de gemeente naar opgenomen leningen t.b.v. sociale woningbouw gewaarborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De gemeente kan, als het Waarborgfonds Sociale Woningbouw onder een bepaald vermogen komt (0,25% van de uitstaande leningen), in het kader van de achtervangfunctie worden aangesproken om aanvullende stortingen te doen op fiftyfifty basis met het Rijk. Voor de garanties die aangegaan zijn tot en met 2010 treden het Rijk en de gemeenten elk voor 50% op als achtervang van de stichting Waarborgfonds Eigen Woningen. Een eventuele aanspraak is afhankelijk van het verliesniveau en het aanwezige vermogen. Vanaf 2011 is de achtervang van nieuw aangegane garanties voor 100% bij het Rijk ondergebracht. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Per 31 december 2014 is onder meer sprake van de volgende verplichtingen: 1. Voor het gemeentehuis is in 1988 een optieleaseovereenkomst met de Westland/Utrecht Hypotheekbank gesloten. Hieraan is in 1990 uitvoering gegeven, per september 2010 is de derde termijn van 10 jaar ingegaan. Het leasebedrag bedraagt € 39.436 per maand. 2. Met Optisport is per 1 januari 2012 een nieuwe huurovereenkomst en een exploitatieovereenkomst voor het sportcentrum Dalweg afgesloten voor een periode van 10 jaar. De huurprijs bedraagt € 266.533 per jaar (exclusief btw). De gemeente heeft zich voorts vastgelegd voor een afname m.b.t. het gebruik van het complex: • schoolzwemmen : € 131.638 per jaar, exclusief btw, • zwemverenigingen: € 76.460 per jaar, exclusief btw; • sporthal: € 73.403 per jaar, exclusief btw; • onderwijsgebruik: € 1.519 per jaar, exclusief btw. Deze bijdragen worden jaarlijks geïndexeerd. 3. Bij verstrekte garanties aan de Stichting Ouderenhuisvesting moeten de door de gemeente ontvangen risicopremies (circa € 35.000) aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw gedeeltelijk worden doorbetaald. 4. Voor het onderhoud van de sportvelden is een contract met de Ridder afgesloten die op 1 september 2015 afloopt; de verplichting van januari 2015 tot die datum is een bedrag van € 168.000, exclusief btw. 5. Diverse verzekeringscontracten waarvan de grootste zijn: de brand- en inbraakschade voor gemeentelijke en onderwijsgebouwen (€ 90.000) en wettelijke aansprakelijkheid (€ 36.000) zijn voor een periode van 3 jaar afgesloten. 6. WMO: • Voor het vervoer is er de Regiotaxi, aanbesteding gedaan door de Provincie. Deze overeenkomst loopt af op 1 mei 2018. • Voor de hulp bij het huishouden is er een overeenkomst gesloten met Tzorg, TSN, Amaris en Zorgpalet Baarn-Soest. Deze overeenkomsten zijn aangegaan voor een jaar en lopen af op 3112-2015, met een optie tot een jaar verlenging.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 190 van 211
•
7.
8.
9.
Voor de hulpmiddelen is er een overeenkomst gesloten met Beenhakker en Meyra. Deze overeenkomsten liepen van 1 januari 2012 t/m 31-12-2013. De overeenkomsten werden aangegaan voor 2 jaar met 2x een optie tot een jaar verlenging. We zitten nu in het 2de jaar van de verlenging. • Voor de advisering is er een overeenkomst gesloten met SCIO consult. Eind 2014 is de overeenkomst afgelopen. Voor 2015 is een nieuwe overeenkomst aangegaan voor 1 jaar. Leerlingenvervoer: op 31 juli 2015 eindigen de vervoercontracten met de huidige vier vervoerders van rechtswege. Samen met de gemeente Leusden wordt het leerlingenvervoer opnieuw aanbesteed om het leerlingenvervoer vanaf het schooljaar 2015-2016 te kunnen continueren. Kredietfaciliteit bij de banken: de gemeente Soest heeft bij de banken de volgende kredietfaciliteit: Bank Nederlandse Gemeenten € 8.000.000 Rabobank € 45.378 Op basis van de rechterlijke uitspraak inzake de door Vitens opgezegde concessieovereenkomst is ten laste van de exploitatie onze vordering op Vitens ad € 326.000 (inclusief lopende jaar) afgeboekt. De gemeente heeft inmiddels beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 191 van 211
5.5
Overzicht van baten en lasten 2014
Programma
Begroting voor wijzingen
Begroting wijzigingen
Begroting na wijzigingen
Rekening
Saldo
1 Veiligheid lasten baten saldi
3.723 10 3.713
1 69 -68
3.725 79 3.646
3.801 82 3.718
-76 3 -73
2 Verkeer en Vervoer lasten baten saldi
4.188 377 3.811
1.686 165 1.521
5.874 542 5.332
4.218 955 3.263
1.656 413 2.069
420 74 346
270 0 270
691 74 617
430 91 340
260 17 277
4 Natuur en Milieu lasten baten saldi
13.622 10.310 3.311
357 102 254
13.978 10.413 3.566
13.557 10.541 3.016
422 128 550
5 Wonen en Ruimtelijke Ordening lasten baten saldi
15.831 13.790 2.040
-4.398 -4.318 -80
11.432 9.472 1.960
4.282 2.151 2.131
7.150 -7.321 -171
5.809 766 5.043
645 9 636
6.454 775 5.679
6.324 790 5.533
130 15 146
35.375 17.948 17.427
-635 128 -763
34.739 18.076 16.664
34.596 19.293 15.302
144 1.218 1.361
8 Sport, Recreatie, Kunst en Cultuur lasten baten saldi
8.769 1.393 7.376
168 -17 184
8.937 1.376 7.560
7.658 1.346 6.313
1.279 -31 1.248
9 Bestuurlijke taken lasten baten saldi
8.125 1.510 6.615
532 836 -304
8.658 2.346 6.312
8.619 2.685 5.934
39 339 378
1.519 49.495 -47.976
-1.003 -156 -847
515 49.339 -48.823
812 48.839 -48.027
-297 -499 -796
Saldo van baten en lasten lasten baten saldi
97.380 95.673 1.707
-2.376 -3.180 804
95.003 92.492 2.511
84.297 86.774 -2.477
10.706 -5.718 4.988
Mutaties reserves stortingen onttrekkingen saldi
4.203 6.239 -2.035
3.070 4.198 -1.127
7.274 10.436 -3.162
8.340 7.262 1.078
-1.066 -3.174 4.240
101.583 101.911 328
694 1.017 323
102.277 102.928 651
92.637 94.036 1.399
9.640 -8.892 748
3 Economie lasten baten saldi
6 Onderwijs lasten baten saldi 7 Zorg en Welzijn lasten baten saldi
Algemene Dekkingsmiddelen lasten baten saldi
Totalen lasten baten Gerealiseerd resultaat
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 192 van 211
5.6
Toelichting jaarrekening
1. Informatie Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Publicatieverplichting beloning regulier Van elke topfunctionaris (verplichte melding) en van elke andere functionaris, die in het betreffende jaar een totale bezoldiging heeft ontvangen hoger dan de maximale bezoldigingsnorm, moet de gemeente op grond van de WNT en het gewijzigde artikel 28 BBV in de toelichting op de programmarekening het volgende opnemen: de beloning; de belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding; de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn; de functie of functies; de duur en omvang van het dienstverband in het verslagjaar; de beloning in het voorgaande jaar; en een motivering voor de overschrijding van de maximale bezoldigingsnorm. Van topfunctionarissen moet bovendien ook de naam openbaar worden gemaakt. Beloningen regulier Functie
Gemeentesecretaris Griffier (A.R. Veenstra) (M. van Vliet)
Beloning
€ 93.830
€ 84.604
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding
€ 18.859
€
Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn
€ 19.373
€ 14.242
Premies Sociale verzekering
€
€
Duur en omvang van het dienstverband in het verslagjaar
01/01 – 31/12 1 fte
01/01 – 31/12 1 fte
Beloning in het voorgaande jaar
€ 93.618
€ 84.407
3.856
3.582
6.658
Publicatieverplichting overige medewerkers Bij de overige medewerkers is de maximale bezoldiging niet overschreden.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 193 van 211
2. Incidentele baten en lasten Toelichting jaarresultaat 2014 op hoofdlijnen (bedragen x € 1.000)
I/S
Voordeel
Nadeel
Programma Natuur en milieu Gladheidsbestrijding
I
121
I
48
Programma Natuur en milieu Transitiekosten SBG (oormerkvoorstel) Programma Wonen en Ruimtelijke Ordening Bouwleges
I
Mutatie voorziening Staringlaan
I
91
Mutatie voorziening Masterplan Soesterberg
I
146
224
Programma Onderwijs Diverse lagere kosten onderwijs
I
75
Gemeentelijke middelen onderwijsachterstandenbeleid
I
88
Programma Zorg en Welzijn Bijdrage Amfors
I
Saldo sociale uitkeringen
I
Wmo beleid en Wmo verstrekkingen
I
71
Resultaat reintegratie en kosten WenI BBS
I
360
Afwikkeling participatiebudget rijk (oormerkvoorstel)
I
252
Implementatieproject decentralisaties (oormerkvoorstel)
I
268
Herindicering cliënten (oormerkvoortsel)
I
120
I
72
153
49 94
Programma Bestuurlijke Taken Lagere inhuur extern personeel Algemene dekkingsmiddelen Stelpost salarissen
I
Afboeking 2012 t/m 2014 Vitens
I
Saldo financiering
I
Algemene uitkering en Integratieuitkering Wet maatschappelijke ondersteuning (deels structureel)
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
326 88
I/S 220
Pagina 194 van 211
3. Begrotingsrechtmatigheid In het kader van de begrotingsrechtmatigheid worden conform de BBV in dit hoofdstuk de overschrijdingen gemeld op programmaniveau. De overschrijding doet zich voor, als de lasten hoger zijn dan opgenomen in de begroting (inclusief de wijzigingen). Voor het programma Veiligheid (€ 76.000) en de Dekkingsmiddelen (€ 297.000) is dit van toepassing.
Programma
Begroting na wijzigingen
1 Veiligheid lasten Algemene Dekkingsmiddelen lasten
Rekening
Saldo
3.725
3.801
-76
515
812
-297
Bedragen x € 1.000
Deze begrotingsoverschrijdingen worden veroorzaakt door meer uitgaven die binnen het voor het programma geldende beleid zijn gemaakt.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 195 van 211
5.7
Controleverklaring
Controleverklaring onafhankelijke accountant (verwacht rond 8 april)
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 196 van 211
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 197 van 211
5.8
SISA: Single Information, Single Audit
Met de wet Single Information/Single Audit (SISA) wordt beoogd het grote aantal specifieke uitkeringen van ministeries en provincies aan gemeenten en hiermee samenhangende afzonderlijke verantwoordingen te verminderen. Dit betekent dat de Rijksoverheid en de provincie voldoende heeft aan de jaarrekening van de gemeente en er geen afzonderlijke verantwoording per specifieke uitkering wordt gevraagd. Daarvoor in de plaats wordt bij de jaarrekening een bijlage gevoegd waarin alleen de voor de Rijksoverheid (en de provincie) noodzakelijke verantwoordingsinformatie per specifieke uitkering wordt opgenomen. In de jaarrekening 2014 wordt daarom voor de volgende regelingen al verantwoording afgelegd: nr. D9 E27B G1 G1A G2 G3 G5
regeling Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2015 (OAB) Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden Wet sociale wekvoorziening (Wsw) gemeente 2014 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Totaal 2013 Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB gemeente 2014 Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen) gemeente 2014 Wet Participatiebudget (WPB) gemeente 2014
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 198 van 211
SZW
G1
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2014 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
SZW
G1A
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners werkzaam waren bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr. Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_totaal 2013 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) na controle door de gemeente.
SZW
G2
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2014 Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Het totaal aantal geïndiceerde Volledig zelfstandige uitvoering inwoners van uw gemeente dat Ja/Nee een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T)
Aard controle R Indicatornummer: G1 / 01
3,00 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1 / 02
Nee Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1A / 01
1 60342 Soest Besteding (jaar T) algemene bijstand
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 02
G3
142,41 Besteding (jaar T) IOAW
Gemeente
Gemeente
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 01
G5
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 03
€ 634.403 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief Aard controle R levensonderhoud Indicatornummer: G3 / 01 beginnende zelfstandigen)_gemeent € 49.732 e 2014 Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk) Besluit
Wet participatiebudget (WPB)
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
€ 310.830 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€ 48.224 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2014
Baten (jaar T) IOAW (exclusief Besteding (jaar T) IOAZ Rijk)
€ 8.987.175 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08
-€ 524 Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
€0 Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 04
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 09
€0 Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 06
€ 674
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 10
Ja Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 05
€ 2.011 € 19.554 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
€0 € 5.903 € 37.255 Besteding (jaar T) aan Volledig zelfstandige uitvoering uitvoeringskosten Bob als Ja/Nee bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07
SZW
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 03
203,50 Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07
SZW
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Besteding (jaar T) Bob
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06
€ 23.896
€0
Reservering besteding van educatie bij roc’s in jaar T voor volgend kalenderjaar (jaar T+1 )
Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 09
Ja
€0
Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/07 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01
604 Besteding (jaar T) participatiebudget
Waarvan besteding (jaar T) van Baten (jaar T) (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 02
€ 1.035.780
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
€ 119.841
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
€0
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
€0
De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/02 tot en met G5/06
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 06
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5 / 07
Ja
Pagina 199 van 211
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 200 van 211
Hoofdstuk 6 Bijlagen 6.1
Overzicht programma’s producten en portefeuillehouders
Programma
Product
Omschrijving
Portefeuillehouder
Veiligheid
Prod 11
Brandweer
R.T. Metz
Prod 12
C risisbeheersing
R.T. Metz
Prod 13
Openbare orde en veiligheid
R.T. Metz
Prod 21
Wegbeheer
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 22
Schoonhouden wegen
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 23
Verkeersmaatregelen
J.L. van Berkel - Vissers
- stationsontwikkeling Soest-Zuid
J.G.S. Pijnenborg
Verkeer en Vervoer
Economie
Natuur en Milieu
Prod 24
Openbare verlichting
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 30
Grote projecten (Van Weedestraat)
Y.C . Kemmerling
Prod 31
Markten en standplaatsen
Y.C . Kemmerling
Prod 33
Economische zaken
Y.C . Kemmerling
Prod 41 Prod 42
Wonen en Ruimtelijke Ordening
- uitgifte bedrijventerrein Richelleweg
Y.C . Kemmerling
Waterhuishouding
J.L. van Berkel - Vissers
Natuurbescherming
J.G.S. Pijnenborg
- bossen
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 43
Openbaar groen
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 44
Afvalverwijdering
Y.C . Kemmerling
Prod 45
Riolering
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 46
Milieu
Y.C . Kemmerling
- handhaving
J.G.S. Pijnenborg
Prod 47
Dierenwelzijn
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 50
Grote projecten - Masterplan
Onderwijs
Zorg en Welzijn
Sport, Recreatie, Kunst en C ultuur
Bestuurlijke taken
Y.C . Kemmerling
Prod 51
Ruimtelijke ordening
J.G.S. Pijnenborg
Prod 52
Stedelijke vernieuwing
J.G.S. Pijnenborg
Prod 53
Bouwen en Wonen
J.G.S. Pijnenborg
Prod 54
Woonruimtezaken
J.G.S. Pijnenborg
Prod 55
Bouwgrondexploitaties
P.A. van der Torre
Prod 61
Openbaar primair onderwijs
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 62
Huisvesting primair en voortgezet onderwijs
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 63
Lokaal onderwijsbeleid
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 64
Leerlingenvervoer
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 65
Volwasseneneducatie
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 66
Peuterspeelzaalwerk
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 71
Sociaal Domein algemeen
P.A. van der Torre
Prod 72
Jeugd
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 73
Wmo/Welzijn
P.A. van der Torre/J.L. van Berkel - Vissers
Prod 74
Werk en inkomen
P.A. van der Torre
Prod 75
Volksgezondheid
P.A. van der Torre
Prod 76
Welzijnsgebouwen c.a.
P.A. van der Torre/J.L. van Berkel - Vissers
Prod 77
Begraafplaatsen
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 81
Binnensport
J.G.S. Pijnenborg
Prod 82
Buitensport
J.G.S. Pijnenborg
Prod 83
Overig sport
J.G.S. Pijnenborg
Prod 84
Recreatie en speelvoorzieningen
J.G.S. Pijnenborg
Prod 85
Kunstbeoefening en bevordering
P.A. van der Torre
Prod 86
Oudheidkunde/musea
P.A. van der Torre
Prod 87
C ultuur
P.A. van der Torre
Prod 91
Gemeenteraad
R.T. Metz
Prod 92
C ollege van B&W
R.T. Metz
Prod 93
Bestuursondersteuning
R.T. Metz
Prod 94
Samenwerkingen
R.T. Metz
Prod 95
Algemene dekkingsmiddelen
J.G.S. Pijnenborg
- Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis
a. C ommunicatie en
R.T. Metz
b. Participatie
J.G.S. Pijnenborg
Prod 96
Burgerzaken
R.T. Metz
Prod 97
Gebiedsgericht werken
J.G.S. Pijnenborg
Prod 98
Onroerend goed
P.A. van der Torre
Prod 99
Wet Waardering Onroerende Zaken
Y.C . Kemmerling
Prod 910
Inkoop
Y.C . Kemmerling
Algemene baten en lasten
Y.C . Kemmerling
Lokale belastingen
Y.C . Kemmerling
Reserves en saldi
Y.C . Kemmerling
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 201 van 211
6.2
Kerngegevens
Sociale structuur
2014
2013
(rekening)
(rekening)
45.480
45.494
- 0-19 jaar
10.643
10.647
- 20-65 jaar
25.368
25.373
- 65 jaar en ouder
9.469
9.474
675
606
Aantal formatieplaatsen
226
224
Aantal raadsleden
29
29
Aantal wethouders
4
4
Oppervlakte (in ha)
4.643
4.645
Aantal woningen
Aantal inwoners per 31 december 2014 waarvan:
Aantal cliënten bijstandsverlening en inkomensvoorziening levensonderhoud
Gemeentebestuur en -personeel
Fysieke structuur
Financiële structuur
19.846
19.840
Lengte wegen (km)
197
197
Lengte fietspaden (km)
69,7
69,7
Lengte riolering (km)
301
301
Openbaar groen (ha)
141,2
142,8
Uitgaven gewone dienst, excl. saldo
92,6
105,1
Opbrengst algemene belastingen
7,9
8,0
(bedragen x € 1 miljoen)
Algemene uitkering Gemeentefonds
33,9
33,8
Boekwaarde activa
76,7
79,6
Reserves en voorzieningen
53,7
50,2
Vaste schuld
17,6
19,2
2.036
2.310
Opbrengst algemene belastingen
174
176
Algemene uitkering Gemeentefonds
745
743
(totalen per inwoner x € 1) Uitgaven gewone dienst, excl. saldo
Boekwaarde activa
1.686
1.750
Reserves en voorzieningen
1.181
1.103
387
422
Vaste schuld
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 202 van 211
6.3
Kredietrapportage 2014 en toelichting
Datum raad
Kredietnummer en omschrijving
Lasten/Baten Totaal Budget
jaar 2014
Programma 1 - Veiligheid 7401032 Uitrukpost omgeving politiebureau
Lasten
7e wijz.2004 jaar 2005 jaar 2007 jaar 2009 jaar 2010 jaar 2012 jaar 2013 jaar 2013
Programma 2 - Verkeer en Vervoer 7402010 VOC Birkstraat 7402014 Div maatregelen 30 km zones 7402016 Diverse kleine maatregelen 7402023 Rotonde Nieuwerhoekplein 7402047 Aanpassen aansluit.wegen Soest-Zuid 7402053 Vervanging VW pick Up 4302 50-BT-LS 7402057 Reconstructie Beetzlaan 2014 7402061 Verkeerslichten Koningsweg-Nieuweweg
Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten
770.000 100.000 300.000 1.506.000 752.830 44.404 200.000 150.000
jaar jaar jaar jaar
2009 2009 2010 2011
Programma 3 - Economie 7402048 Ontwikkelpl. winkelpromenade v Weedestr. 7403004 Marktkasten centrummarkt v Weedestraat 7405004 Project van Weedestraat 7405006 Project van Weedestraat deel 2
Lasten Lasten Lasten Lasten
jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
2010 2009 2009 2009 2009 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2014 2014 2010 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2012 2012 2012 2012 2013 2014
Programma 4 - Natuur en Milieu 7404053 Holder C 240 7404062 Overstorten Overhees 2009 7404064 Noorderweg 2012 7404065 Groen v Prinstererstr. 2014 7404066 Smitsveen 2010 duikers Overhees 7404067 Beetzlaan 2014 7404068 Waterplas C lemenstraat 2014 7404070 Smitsveen buitenplaats 7404071 Heuvelweg e.o. 2013 7404085 Rioolw.afkopp Schoutenk/Plasw/Acacia 7404086 Rioolwerk en afkoppelen v Weedestraat 7404087 Rioolwerk en afkoppelen Nieuwerhoekplein 7404090 Uitbreiding kringloopcentrum Spullenhulp 7404090 Uitbreiding kringloopcentrum Spullenhulp 7404092 Renovatie gemaal Biezenveld 7404093 Verv.wagen 5802 VW transporter 72-VJ-JH 7404094 Watergangen 2010 beschoeiingen 7404095 Duinweg renovatie en afkoppelen 7404101 Ecoscan 2014 7404104 Heideweg kruisingen 2012 7404105 Frezen Soest/Soesterberg 2012 7404106 Vervangen drukriool en vacuumput 2012 7404109 Dorpsplein 2e fase verv/afkopp.2012 7404110 Vijzelgemaal duiker 7404115 Rioleringsproblematiek Soesterberg 7404116 Aanpassen riolering gebruik Biezenveld 7404117 Gemaal Sterrenberg vervanging 2013 7404118 Telematrie vervanging 2013 7404129 Renovatie riool Maatweg 7404130 Herinrichting afvalbrengstation de Schans Programma 7 - Zorg en Welzijn 7407020 Nimos begraafplaats wagen 5804
jaar 2013
Programma 8 - Sport, Recreatie, Kunst en Cultuur jaar 2008 7408014 Kleed/clubacc.v.v.Vliegdorp bijdrage jaar 2008 7408014 Kleed/clubacc.v.v.Vliegdorp jaar 2012 7408028 Verv wagen 6012 VW synchro 51-BT-LS jaar 2012 7408029 Kunstgrasveld VVZ jaar 2012 7408029 Kunstgrasveld VVZ vjn 2013 7408030 Banninhal renovatie voorbereiding jaar 2013 7408031 Sociaal-culturele voorziening jaar 2013 7408032 Renovatie Banninghal jaar 2013 7408032 Renovatie Banninghal jaar 2013 7408033 Voorziening bewegingsonderwijs
jaar 2011
Programma 9 - Bestuurlijke Taken 7405005 Vloeistofdichte bestrating zoutloods
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
170.000
Boekingen
Budgetruimte Afwikkeling
10.025
159.975
2015
775.917 94.911 198.046 1.506.197 708.977 0 3.725 0
-5.917 5.089 101.954 -197 43.853 44.404 196.275 150.000
afsluiten 2015 2015 afsluiten 2015 2015 2015 2015
276.000 150.000 2.516.789 1.912.000
275.674 126.525 2.516.600 1.911.498
326 23.475 190 502
afsluiten 2015 afsluiten afsluiten
Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Baten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten
45.387 140.000 350.500 243.000 364.512 668.250 500.000 164.512 639.100 498.000 1.003.000 725.000 464.000 1.364.000 48.100 34.698 434.698 330.000 12.500 550.830 160.000 549.700 288.729 68.946 57.000 120.000 48.000 200.000 134.000 1.573.000
0 143.441 0 0 326.984 31.095 13.600 60.918 143.275 451.238 978.275 723.926 491.484 1.390.253 0 433.436 261.157 0 507.999 104.334 432.624 43.809 15.193 390 3.250 61.972 37.694 0 37.574
45.387 -3.441 350.500 243.000 37.528 637.155 486.400 103.594 495.825 46.762 24.725 1.074 27.484 -26.253 48.100 34.698 1.262 68.843 12.500 42.831 55.666 117.076 244.920 53.753 56.610 116.750 -13.972 162.306 134.000 1.535.427
2015 afsluiten 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 afsluiten afsluiten 2015 2015 afsluiten 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 afsluiten 2015 2015 2015
Lasten
41.981
0
41.981
2015
Baten Lasten Lasten Baten Lasten Lasten Lasten Baten Lasten Lasten
290.361 1.952.079 40.437 54.000 360.000 83.000 3.000.000 463.000 2.192.000 118.000
477.424 1.843.127 0 53.382 357.566 38.919 80.976 0 115.726 0
187.063 108.952 40.437 -618 2.434 44.081 2.919.024 463.000 2.076.274 118.000
2015 2015 2015 afsluiten afsluiten 2015 2015 2015 2015 2015
Lasten
35.000
17.726
17.274
2015
Pagina 203 van 211
nummer
Toelichting voortgang kredieten
Budgetruimte (in €)
Programma 1 - Veiligheid 7401032
Uitrukpost omgeving politiebureau
159.975
De afgelopen periode is gebruikt om de plannen uit te werken en draagvlak bij de directe omwonenden te creëren. De voorbereidingsfase is afgerond en de omgevingsvergunning is aangevraagd. De omgevingsvergunning wordt in januari 2015 verleend. De meervoudige onderhandse aanbesteding is afgerond. Van de 3 bedrijven die zijn geselecteerd voor de aanbesteding hebben ook 3 bedrijven een prijsaanbieding gedaan. De beoordelingscommissie is tot de conclusie gekomen dat de inschrijving van bouwbedrijf Heilijgers te Amersfoort totaal de beste scoren haalde op prijs en planning. Daarop is besloten om bouwbedrijf Heilijgers te Amersfoort de voorlopige opdracht te gunnen. De voorlopige planning van de uitvoering is in het voorjaar van 2015. Programma 2 - Verkeer en vervoer 7402010 7402014 7402016 7402023
7402047
7402053 7402057 7402061
7402063
VOC Birkstraat Het werk is uitgevoerd. Dit krediet kan worden afgesloten. Diverse Maatregelen 30 km zones Dit krediet wordt ingezet om de aanpak “te hard rijden” uit te voeren. Diverse kleine maatregelen Dit krediet wordt ingezet om de aanpak “te hard rijden” uit te voeren. Rotonde Nieuwerhoekplein Dit project is in zijn geheel afgerond en overgedragen aan het beheer van de afdeling Realisatie. Het project kan financieel worden afgesloten. Aanpassen haakse aansluitingen wegen Soest Zuid Diverse wegen in Soest Zuid voldoen niet aan de inrichting van een erftoegangsweg zoals vastgelegd in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan. In het uitvoeringsprogramma van het GVVP is de reconstructie van diverse kruispunten in Soest Zuid opgenomen. Het gaat om diverse kruispunten op de Heideweg en een kruispunt op de Schoutenkampweg. Op een deel van het traject staan ook rioleringswerkzaamheden op de planning. Om werk met werk te maken zijn de werkzaamheden samengevoegd tot twee projecten: ‘de herinrichting van de Heideweg en omgeving’ en ‘de herinrichting van de Schoutenkampweg en omgeving’. De uitvoering van de herinrichting van de Heideweg tot aan de Sparrenlaan is eind maart 2014 afgerond. De uitvoering van de herinrichting van de Schoutenkampweg wordt in het najaar afgerond. Het laatste deel van de Heideweg begin 2015. Het krediet haakse aansluitingen is aangevuld met € 551.000 vanuit het rioolfonds (7404104) en € 52.000 vanuit rationeel wegbeheer(6250035). Vervanging VW pick-up 4302 De vervanging staat gepland in 2015. Reconstructie Beetzlaan 2014 Uitvoering wordt verwacht in 2015. Verkeerslichten Koningsweg-Nieuweweg De verkeerslichten functioneren nog tot op heden. Indien de installatie niet meer functioneert, wordt dit krediet ingezet ter vervanging van de installatie of zodra een voorkeursvariant is gekozen in het project SoestZuid. Wieksloterweg De reconstructie wordt in de eerste helft van 2015 voorbereid. De uitvoering start in de tweede helft van 2015.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
- 5.917 5.089 101.954 -197
43.853
44.404 196.275 150.00
1000.000
Pagina 204 van 211
nummer
Toelichting voortgang kredieten (vervolg)
Budgetruimte (in €)
Programma 3 - Economie 7402048
7403004
7405004
7405006
Ontwikkelplan winkelpromenade Van Weedestraat Alle aanpassingen aan de straat zijn uitgevoerd. Het project is overgedragen aan het beheer van de afdeling Realisatie. Bij de jaarrekening 2014 wordt het project afgesloten en financieel afgerond. Marktkasten centrummarkt Van Weedestraat Voorgesteld wordt om het restant krediet aan te wenden om de marktkasten in de Rademakerstraat op orde te maken nabij het terrein van de nieuwe Plus Supermarkt. Project Van Weedestraat Alle aanpassingen aan de straat zijn uitgevoerd. Het project is overgedragen aan het beheer van de afdeling Realisatie. Bij de jaarrekening 2014 wordt het project afgesloten en financieel afgerond. Project Van Weedestraat deel 2 Alle aanpassingen aan de straat zijn uitgevoerd. Het project is overgedragen aan het beheer van de afdeling Realisatie. Bij de jaarrekening 2014 wordt het project afgesloten en financieel afgerond.
326
23.475
190
502
Programma 4 - Natuur en Milieu 7404053
7404062
Holder C 240 Wordt ook in 2015 niet vervangen. Inzet is beperkt waardoor vervanging uitgesteld kan worden Overstorten Overhees 2009
45.387
-3.441
Na de extreme regenbuien in juli en augustus is op een aantal plaatsen de bestrating aangepast om de kans op overstorten van regenwater te verkleinen. De kosten van de aanpassingen is geboekt op het krediet Overstorten Overhees. Hiermee is het krediet volgeboekt. Het krediet wordt afgesloten. De overschrijding komt ten laste van de voorziening 7404064
7404065
riolering. Herinrichting Noorderweg, Colenso,Ir.Menkolaan De Noorderweg, Ir. Menkolaan en Colenso (ged.) wordt als integraal project uitgevoerd. Een definitief ontwerp van de herinrichting is vastgesteld en aan de bewoners gepresenteerd. De tekeningen voor het bestek zijn gemaakt. In 2015 wordt het project aanbesteed en start de uitvoering De kredieten 7404071,7404110 en 7404129 zijn samengevoegd aan dit project. Groen van Prinstererstraat 2014
350.500
243.000
In de Groen van Prinstererstraat e.o. wordt gekeken naar de parkeerproblemen en de bereikbaarheid van de wijk. De 7404066
rioolwerkzaamheden zijn uitgesteld tot 2016. Smitsveen 2010 duikers Overhees
37.528
Uit een watersysteemanalyse, gedaan in 2014, komt naar voren dat het knelpunt in de duiker onder de Dorresteinweg hydraulisch gezien geen knelpunt is. Qua onderhoud (schoonmaken) is de duiker wel een knelpunt. De schoonmaak valt formeel onder de verantwoordelijkheid van het waterschap. Verdere maatregelen worden uitgesteld tot 2016.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 205 van 211
nummer
Toelichting voortgang kredieten (vervolg)
7404067
Rioolwerk en afkoppelen Beetzlaan 2014
Budgetruimte (in €) 637.155
De riolering in de Beetzlaan wordt gerenoveerd met een kous (Relinen). Het project is in 2014 aanbesteed. De uitvoering vindt plaats in 2015. Het project krijgt nog een vervolg door het afkoppelen van de verharding. In 2014 is aan een adviesbureau opdracht gegeven om een ontwerp te 7404068
maken Waterplas Clemenstraat 2014
486.400
De noodzaak van een waterberging nabij de Clemensstraat is onderzocht in 2014. De aanleg van een waterberging blijkt niet nodig, omdat het Soesterveen in de huidige situatie al als een waterberging functioneert. Het doel van het krediet (zoals dit is beschreven in het Waterplan) omvat ‘Onderbemaling opheffen in combinatie met waterberging nabij gebied natuurmonumenten’. Het opheffen van de onderbemaling is nog niet gerealiseerd en is afhankelijk van meerdere omgevingsfactoren, daarom blijft het krediet staan in 2015. De naamgeving van het krediet wordt 7404070
aangepast naar ‘onderbemaling opheffen Clemensstraat’. Smitsveen buitenplaats
103.594
In Smitsveen zijn van 8 flats van Portaal de daken afgekoppeld. Regenwater wordt afgevoerd naar wadi’s in het plantsoen en regenwaterinfiltratiebuizen. Het afkoppelen van de overige flats is kansrijk 7404071
7404085
en krijgt een vervolg in 2015. Heuvelweg e.o. Betreft ook de herinrichting Noorderweg, Colenso en Ir. Menkolaan 2013. Zie krediet 7404064. Rioolwerk en afkoppelen Schoutenkampweg, Plasweg, Acacialaan
495.825
46.762
De Schoutenkampweg (ged.), de Plasweg (ged.) en de Acacialaan zijn heringericht. Regenwater van de straat is afgekoppeld. In 2014 is vastgesteld dat de bestaande infiltratiekratten in de Kastanjelaan vervuild zijn en slecht werken. Door de huidige constructie kunnen de kratten niet schoongemaakt worden. De kratten zijn opgegraven en schoongemaakt. De constructie van het krattenpakket is aangepast zodat ze in de toekomst gereinigd kunnen worden. De financiële afronding vindt plaats in 7404086
2015. Rioolwerk Van Weedestraat, Burg. Grothestraat, Steenhoffstraat
24.725
Het renoveren van de riolen in de Rademakerstraat, het Nieuwerhoekplein, Van Weedestraat deel II en de Burg. Grothestraat is 7404087
uitgevoerd. De financiële afronding vindt plaats in 2015. Rioolwerk Nieuwerhoekplein
1.074
Het renoveren van de riolen in de Rademakerstraat, het Nieuwerhoekplein, Van Weedestraat deel II en de Burg. Grothestraat is 7404090
uitgevoerd. De financiële afronding vindt plaats in 2015. Uitbreiding kringloopcentrum Spullenhulp
7404092
Inkomsten De werkzaamheden zijn afgerond. Het krediet kan afgesloten worden. Renovatie gemaal Biezenveld
- 26.253 27.484 48.100
Een opdracht voor de renovatie van de diverse gemalen is gegeven aan de 7404093
firma Dusseldorp. In 2015 wordt de renovatie uitgevoerd. Vervanging 5802, VW transporter 72-VJ-JH
34.698
De vervanging was afhankelijk van de besluitvorming beheerplan tractiemiddelen. Gepland voor 2015.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 206 van 211
nummer
Toelichting voortgang kredieten (vervolg)
7404094
Watergangen 2010 beschoeiingen
Budgetruimte (in €) 1.262
De werkzaamheden aan de vijvers en watergangen zoals baggeren en aanpassen van de beschoeiing zijn afgesloten met het vervangen van de duikers in de Stadhouderslaan. Hiermee is het krediet volgeboekt. Het 7404095
krediet wordt afgesloten. Duinweg renovatie en afkoppelen
68.843
In 2014 is vastgesteld dat de bestaande infiltratiekratten in de Prunuslaan vervuild zijn en slecht werken. Door de huidige constructie kunnen de kratten niet schoongemaakt worden. De kratten worden in 2015 opgegraven en schoongemaakt. De constructie van het krattenpakket wordt aangepast zodat ze in de toekomst gereinigd kunnen worden. De 7404101
kosten worden geboekt op het krediet Duinweg. Ecoscan 2014
12.500
In samenwerking met het waterschap is een Ecoscan uitgevoerd op het oppervlaktewater binnen het stedelijk gebied. Het waterschap heeft hier tegen de verwachting in geen kosten voor in rekening gebracht. Het project krijgt in 2015 een vervolg in de vorm van het opstellen van 7404104
kwaliteitsbeelden van het oppervlaktewater. Heideweg afkoppelen en kruisingen 2012
42.831
Het afkoppelen en vervangen van de riolering in een gedeelte van de Heideweg, de Schapendrift en een gedeelte van de Dennenweg is afgerond in 2014. In 2015 wordt het gedeelte van de Heideweg ter hoogte van de Plasweg nog afgekoppeld. De financiële afronding vindt plaats in 7404105
2015. Frezen wortels Soest/Soesterberg 2012
55.666
In 2014 is verdergegaan met het verwijderen van belemmeringen in de riolering (wortelproppen). Na de extreme regenbuien in juli en augustus zijn op een aantal plaatsen wortelproppen uit de riolering gehaald. Het 7404106
project krijgt een vervolg in 2015. Vervangen drukrioolputten en vacuumputten 2012
117.076
De besturingskasten van de drukriolering voldeden qua elektrische installatie niet meer aan de huidige normen. Alle kasten zijn vervangen in 2014. Ook alle persleidingen van de drukriolering zijn in 2014 gereinigd. 7404109
De financiële afronding vindt plaats in 2015. Dorpsplein 2e fase verv/afkoppelen 2012
244.920
In 2014 is vastgesteld dat de bestaande infiltratiekratten in de Chr. Huygenslaan vervuild zijn en slecht werken. Door de huidige constructie kunnen de kratten niet schoongemaakt worden. De kratten zijn opgegraven en schoongemaakt. De constructie van het krattenpakket is aangepast zodat ze in de toekomst gereinigd kunnen worden. Onderdeel van dit project was ook het afkoppelen van de rijbaan richting Dorpsplein. Door het ontbreken van financiële middelen voor een reconstructie van de weg is het afkoppelen vervallen. Het project krijgt in 2015 een vervolg met het afkoppelen van een gedeelte van de G. Winkelmanstraat ten 7404110
behoeve van de laatste fase van het project Dorpsplein. Vijzelgemaal duiker
53.753
7404115
Dit krediet is samengevoegd bij het project Noorderweg e.o. (zie krediet 7404064). Rioleringsproblematiek Soesterberg
56.610
In 2014 heeft een onderzoek plaatsgevonden. De kosten hiervan worden gedeeld met het waterschap. Verdere uitvoering vindt plaats in 2015.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 207 van 211
nummer
Toelichting voortgang kredieten (vervolg)
Budgetruimte (in €)
7404116
Aanpassen riolering gebruik Biezenveld
116.750
7404117
Een eerste maatregel om het Biezenveld meer te gebruiken is tegen zeer geringe kosten uitgevoerd. Een schuif bij de Schans is nagenoeg dichtgedraaid. Het effect van de uitgevoerde maatregel is gemonitord. In 2014 is het Biezenveld 6 keer volgestroomd tegen 4 keer in 2013. Omdat de monitoringperiode te kort is loopt deze door in 2015. In 2015 wordt een volgende aanpassing van de riolering van de Schans gecombineerd met de aanleg van het nieuwe afvalstoffenpark. Gemaal Sterrenberg vervanging 2013
- 13.972
De twee perspompen van het vacuümgemaal zijn vervangen. Door de hoge kosten van de vervanging is het krediet overschreden met € 14.000. Het krediet wordt afgesloten. De overschrijding komt ten laste van de 7404118
voorziening riolering. Gemalen telemetrie vervanging 2013
162.306
De voorbereiding voor het vervangen van een gedeelte van de gemaal computers is afgerond. De nieuwe installaties zijn besteld en worden nu gebouwd. De daadwerkelijke levering vindt plaats in 2015. De twee vacuümpompen van het vacuümgemaal zijn vervangen binnen dit krediet. De twee nieuwe vacuümpompen werken niet goed. Onduidelijk is of de problemen worden veroorzaakt door de keuze van een verkeerd type pomp in het bestek of door een verkeerd ontwerp van de pompenleverancier. Op dit moment wordt overlegd met de adviseur van de gemeente, de aannemer en de leverancier van de pompen. Er bestaat een risico dat de nieuwe vacuümpompen vervangen moeten worden en de gemeente de kosten moet betalen. De extra kosten worden geraamd op circa € 30.000. 7404129
7404130
Renovatie riool Maatweg
134.000
Betreft de herinrichting Noorderweg, Colenso en Ir. Menkolaan. Afronding vindt plaats in 2016. Zie krediet 7404064 Herinrichting afvalbrengstation de Schans In 2014 is de herinrichting voorbereid. Uitvoering in 2015.
1.535.426
Programma 7 Zorg en Welzijn 7407020
Nimos begraafplaats wagen 5804
41.981
De vervanging was afhankelijk van de besluitvorming beheerplan tractiemiddelen. Gepland voor 2015. Programma 8 Sport, Recreatie, Kunst en Cultuur 7408014
Kleed/clubaccommodatie v.v. Vliegdorp
7408028
Inkomsten Het krediet kan nog niet worden afgesloten. De laatste onderhoudstermijn is nog niet betaald omdat een aantal onderhoudspunten nog niet is afgehandeld. Verder moet de luchtbehandelingsinstallatie van de kantine worden gewijzigd om meer energie te gaan besparen. Oplevering van alle onderhoudspunten en aanpassing luchtbehandelingsinstallatie augustus 2015. Vervanging wagen 6012
108.952 187.063
40.437
De vervanging was afhankelijk van de besluitvorming beheerplan tractiemiddelen. Gepland voor 2015.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 208 van 211
nummer
7408029
Toelichting voortgang kredieten (vervolg)
Budgetruimte (in €)
Kunstgrasveld VVZ Inkomsten Kunstgrasveld is inmiddels aangelegd. Krediet kan worden afgesloten.
7408030
Banninghal renovatie voorbereiding
2.434 - 618
44.081
In 2014 is nadrukkelijk overleg gevoerd met de gebruikers van de Banninghal (scholen en sportverenigingen) over hun wensen met betrekking tot de opwaardering van deze hal. Een marktconsultatie is gehouden. In aansluiting daarop is een aanbesteding gehouden. De Fa. Hegeman uit Amersfoort heeft de opdracht uiteindelijk verkregen. De voorbereiding loopt door tot in 2015 en gaat over in de uitvoering. Het 7408031 7408032
restant voorbereidingsbudget wordt betrokken bij het uitvoeringsbudget. Sociaal-culturele voorziening Zie de toelichting op de grote projecten. Renovatie Banninghal Inkomsten
2.919.024 2.076.274 463.000
De voorbereidende werkzaamheden en besprekingen zijn gestart voor het maken van een definitief ontwerp en omgevingsvergunningaanvraag. De uitvoering 1e fase van renovatie/gedeeltelijk nieuwbouw start medio april 2015. De 2e fase start juni 2015. Oplevering van het geheel is gepland voor eind medio augustus 2015. Tijdens de 1e fase worden er tijdelijke kleedkamers en douchruimten geplaatst, zodat de sportzaal tot juni 2015 in gebruik kan blijven. Vanaf juni 2015 t/m augustus 2015 is de 7408033
hele sporthal gesloten voor gebruik. Voorziening bewegingsonderwijs Zie toelichting 7408032
118.000
Programma 9 Bestuurlijke Taken 7405005
Vloeistofdichte bestrating zoutloods
17.274
Na de sanering moet er nog tot en met 2016 gemonitord worden. Afronding daarom in 2016.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 209 van 211
6.4
Externe inhuur Bedragen x € 1.000
Doel
Adviesbureau/inhuur
Automatiseringsprojecten
Atos Nederland
5
Catering
Randstad
5
Driessen
2
Archief
Ajilon TTP van Lee & van Everdingen
Bedrag
11 4
DDS gelden
Kondar
Bakkenscherm Soesterberg
Veldkamp
4
Straatverlichting
van de Griend Management & Advies
9
VTA-inspectie boombeheer
DataQuint
2
Treevision
7
R.Schuurman
5
Eijva Werk
3
Eijva Werk
2
Greenworks
5
Exotenbestrijding
Bossen
R.Schuurman Landschapsontwikkelingsplan Stichting Landschapsbeheer
16
12 16
Greenworks
2
De Kruyff
4
R.Schuurman
3
Recreatieterrein
P.A. vd Hengel
12
Overig recreatie
Roest
Planmatig groenonderhoud
Eco consult
10
Jobhunting*
Randstad
25
Werkdeel*
Remember the Talent
35
Workfast BV
54
2
RO-budget
van den Bijtel HJV
6
Buitenplaats Smitsveen
Hielema BV
4
Project Verder
Prorail
Voorbereiding sociaal domein Scio consult
20 2
Driessen
12
Novalis
61
Bureau Brug
21
Leerlingenvervoer
Assist Beleid&Uitvoering
Buitenkans
Dini Teunis
Peuterspeelzaalwerk
J. Peters
5 23 5
* per 1 juli is de afdeling Werk ondergebracht binnen de uitvoeringsorganisatie BBS Werk & Inkomen, waardoor hier alleen de gegevens tot 1 juli zijn weergegeven.
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
Pagina 210 van 211
Bedragen x € 1.000
Doel
Adviesbureau/inhuur
Sport
Koning Dorus Coaching Advies van Miltenburg Brackmann BMC
Veiligheid
Wmo
Bedrag 4 12 1 11
KybYs BV
6
Sportmaatwerk
4
Falkmann Training & Advies
11
Gemeente Utrecht
11
BMC
55
Centennium
13
Aethon
2
Project integratie W&I
HRD Group
10
Receptie/telefoonbeheer
Aethon
15
Scio consult
7
WMO voorzieningen SD
Driessen
3
Toezicht/handhaving
MB All Toezicht Handhaving Support BV
Wet WOZ
Accommodatiebeleid
Kondar
56 7 14
TOG
1
Marieke Hilhorst-Smeeing
2
GeoCensus
20
APS Vastgoed
15
Driessen
6
Dorpsplein
APS Vastgoed
1
Staringlaan
APS Vastgoed
2
Masterplan
JS Consultancy
35
Veldkamp Infra Totaal
24
Metrum Apollo Noord
JS Consultancy
4 28
APS Vastgoed
1
Herinrichting de Schans
Antea Nederland B.V
6
Kunstgrasveld VVZ
ASC BV
6
Banninghal
Hospitality Consultants
4
Totaal
Jaarstukken 2014 - Gemeente Soest
€ 811
Pagina 211 van 211