Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Baarn/Soest
Samenstelling:
H.van der Boom juni 2015
Inhoudsopgave Jaarstukken 2014 Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs Baarn/Soest Jaarverslag Bestuursverslag en RVT-verslag
3-41
A A A B C
Jaarrekening Grondslagen Balans per 31 december 2014 Staat van baten en Lasten 2014 Kasstroomoverzicht 2014 Toelichting op de onderscheiden posten van de balans VA/VV/EV/VL/KS
42 43-45 46 47 48 49
G
Geoormerkte doelsubsidies OC&W Niet uit de balans blijkende verplichtingen Toelichting op de onderscheiden posten van de exploitatierekening OB/AB/LA/FB
51 51 52-54
VT
E.Verbonden partijen F. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders H.Vermelding WOPT (Wet Openbaarmaking Publieke Topinkomens)
B C1 C2 C3
Overige Gegevens Controleverklaring Accountant Gebeurtenissen na balansdatum Voorstel bestemming exploitatiesaldo
57 58-59 60 60
H H1 H2 H3 H4 H5 H6 H7 H8 H9 H10
Overige bijlagen intern Consolidatiestaat Balans Griftland College Staat van Baten en Lasten Griftland College Besteding baten ouders Griftland College Balans Waldheim-mavo Staat van Baten en Lasten Waldheim-mavo Besteding baten ouders Waldheim-mavo Balans Centraal bureau Staat van Baten en Lasten Centraal Bureau Overzicht opbouw eigen vermogen publieke en private middelen
61 62-63 64 65 66 67 68 69 70 71 72
55 55 55
T
CVO Baarn/Soest
stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs Baarn/Soest
Jaarverslag 2014 Inleiding Dit jaarverslag van de Stichting CVO Baarn/Soest heeft een nieuwe stijl en inhoud en is daarmee afwijkende van de eerdere jaarverslagen. Dit jaarverslag is bedoeld voor de interne en externe toezichthouders, daarnaast zal het gebruikt worden voor de horizontale verantwoording naar meerdere groepen belanghebbenden (‘stakeholders’). In gesprekken met bijvoorbeeld ouderklankbordgroepen kan aan de hand van dit jaarverslag het onderwijs van onze scholen besproken worden, kunnen diverse onderdelen van ons beleid worden toegelicht en kunnen ideeën voor de toekomst worden opgehaald. CVO Baarn/Soest beheert het Griftland College in Soest en de Waldheim-mavo in Baarn. De hoofdlijnen van beleid voor beide scholen worden op het niveau van CVO Baarn/Soest vastgesteld. De volgorde in dit jaarverslag is daarom CVO - Waldheim-Mavo - Griftland College. De volgorde van behandeling in dit jaarverslag is voor CVO en voor de scholen het verslag van het schooljaar 2013/2014, de tussenstand van de ontwikkelingen in het schooljaar 2014/2015 en het meer jaren schoolplan als het bredere kader waarbinnen de jaarplannen zijn opgesteld. Op deze manier wordt de aansluiting gezocht tussen het werken met schooljaren voor de inhoudelijke onderwerpen, zoals gebruikelijk op de scholen, en het jaarverslag over een kalenderjaar, dat wordt gevraagd door de externe toezichthouder.
Inhoud 1. CVO Baarn/Soest a. Missie, kernwaarden, strategie b. Juridische structuur 2. Ontwikkelingen binnen CVO Baarn/Soest a. Hoofdlijnen van beleid b. Bestuursmodel c. Werkgeversrol 3. CVO plannen 1415 en meerjarenoverzicht a. Onderwijs b. Personeelsbeleid c. Investeringsbeleid d. Klachten 4. CVO externe zaken a. Zaken met politieke of maatschappelijke impact 5. WM vorige jaarplan, verslag van onderwijs en begeleiding a. Verhogen onderwijskwaliteit b. Onderzoek business/scienceklas
Stichting CVO Baarn/Soest
2
c. Verhogen aanmelding brugklas 6. WM, huidige jaarplan 1415 tussenstand a. Borging onderwijskwaliteit b. Inzet regiegroep c. Inzet van tablet ‘s in het kader van project d. Voorbereiden business/scienceklas 7. WM jaarplan 1216 overzicht a. Uitgangspunten b. Doelstellingen 8. Resultaten, examens etc. a. Kwaliteitskaart met twee examenjaren 9. GC vorige jaarplan, verslag van onderwijs en begeleiding a. Betekenisvol leren en de nieuwe lesduur b. Aantrekkelijke school:presentatie en gebouw 10. GC huidige jaarplan 1415 tussenstand a. Betekenisvolle lessen van 60 miniuten b. Promotie van de school c. Aanpak gebouw 11. GC jaarplan 1216 overzicht a. Expliciet over identiteit b. Betekenisvol leren, voor de motivatie c. Resultaten: 25% hoogst scorende scholen 12. Resultaten, examens etc. a. Kwaliteitskaarten met twee examenjaren 13. Financiën: a. Verantwoording b. Verlies/winstrekening, c. Balans, d. Ouderbijdragen e. Diversen 14. Verslag RvT 15. Statistieken: a. Ontwikkeling leerlingenaantallen, b. Personeel 16. Nadere toelichting jaarrekening 17. Bijlagen: a. Verplichte onderdelen voor accountant of DUO
Stichting CVO Baarn/Soest
3
Hoofdstuk 1: CVO Baarn/Soest
a.
Missie
Het verzorgen van onderwijs in de onderwijstypen VWO, HAVO en MAVO (VMBO-T), zo dat de leerlingen aan het einde van hun schoolcarrière een diploma hebben verworven waarmee zij het onderwijs in een vorm van vervolgonderwijs kunnen voortzetten. Het begeleiden van jonge mensen op weg naar de volwassenheid - vanuit het evangelie - met voldoende ruimte voor persoonlijke ontplooiing - vanuit het besef dat ieder mens deel uitmaakt van Gods wereld en vanuit dit besef een taak heeft in deze wereld - bij hen begrip te kweken voor andere opvattingen in onze maatschappij Het voorbereiden van de leerlingen op hun toekomstige plaats in de maatschappij zodat zij meebouwen aan een wereld van vrede, gerechtigheid en verdraagzaamheid - de zorg voor Gods schepping op zich nemen.
Deze missie is langs meerdere dimensies uitgewerkt: de christelijke, onderwijskundige, pedagogische, maatschappelijke en de organisatorische dimensie. Kernwaarden De kernwaarden zijn de belangrijkste waarden binnen CVO Baarn/Soest. Het zijn de grondbeginselen van hoe we de twee scholen willen profileren. De kernwaarden hebben een nauwe relatie met de missie en visie. De kernwaarden zijn:
Waarden-georiënteerd: voor het professioneel handelen van de medewerkers en voor de onderlinge omgang van alle betrokkenen gelden de normen en waarden op basis van de Christelijke identiteit van de scholen Persoonlijk: elke leerling en elke medewerker krijgt de individuele aandacht die nodig is om te functioneren, zelfs om te excelleren Verantwoordelijkheid: de leerlingen krijgen gedurende hun schoolcarrière in toenemende mate de verantwoordelijkheid voor hun leerproces, zij worden hierbij voortdurend begeleid. De medewerkers accepteren de eigen verantwoordelijkheid voor hun professioneel handelen, binnen de kaders en de doelstelling van de school, zij leggen verantwoording af aan hun leidinggevende. Toekomstgericht: het onderwijs is erop gericht de leerlingen voor te bereiden op hun functioneren in de toekomstige maatschappij. Aspecten hierbij zijn: inzicht in de samenhang tussen de verschillende schoolvakken, het ontwikkelen van onderzoeks- en oplossingsvaardigheden en het gebruik van moderne leermiddelen/media.
Strategie Beide scholen zijn onafhankelijk en dragen zorg voor een eigen invulling van het onderwijs. b.
Juridische structuur CVO Baarn/Soest is de Stichting die het Griftland College te Soest en de Waldheimmavo te Baarn beheert.
Stichting CVO Baarn/Soest
4
Het bestuur en het interne toezicht is opgezet in een two-tier model: een bestuurder en een Raad van Toezicht. De statutair bestuurder is de heer drs. J.C. Nieuwland, tevens rector van het Griftland College. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf leden, geen van hen is ouder/verzorger van leerlingen op een van de scholen. De code goed bestuur wordt toegepast. De directeur van de Waldheim-mavo is mevr. drs. M. van Veelen-Halem MEM. Het Managementteam bestaat uit de directeur en twee afdelingsleiders. De kerndirectie van het Griftland College bestaat uit de heer drs. J.C. Nieuwland, rector en de heer E.L. Hordijk MCC, plv. rector. Het Managementteam bestaat uit de kerndirectie en vijf afdelingsdirecteuren. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de directies zijn vastgelegd in het directiestatuut van CVO Baarn/Soest.
Stichting CVO Baarn/Soest
5
Hoofdstuk 2: ontwikkelingen binnen CVO Baarn/Soest a. Hoofdlijnen van beleid In het voorjaar 2013, dus voor het schooljaar 2013/2014, is het strategisch beleid voor CVO Baarn/Soest door de bestuurder, met toestemming van de Raad van Toezicht, vastgesteld. A De scholen van CVO Baarn/Soest verzorgen modern, actueel en waarden georiënteerd onderwijs B CVO Baarn/Soest werkt zo dat de scholen zich elk optimaal ontwikkelen C De scholen werken samen en vullen elkaar aan op de terreinen waar dit nodig en mogelijk is De betekenis van deze hoofdlijnen van beleid is dat de twee scholen zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen en onafhankelijk van elkaar in het werkgebied opereren. De Stichting opereert vooral achter de schermen om de steunen te ondersteunen. Deze ondersteuning krijgt ook vorm door de uitwisseling van ervaring en expertise tussen de beide scholen. Deze uitwisseling is pas kort op gang en wordt in deze jaren verder uitgebreid. b.
Bestuursmodel
Sinds januari 2012 is de rector van het Griftland College de enige bestuurder van CVO Baarn/Soest. Volgens de statuten is de directeur van de Waldheim-mavo ook bestuurder. De nieuwe directeur van de Waldheim-mavo is in de zomer 2012 gestart met als eerste en belangrijkste opdracht om de kwaliteit van het onderwijs weer op orde te brengen. Voor de periode 2012-2014 is daarom de vacature in het bestuur niet ingevuld. Volgens afspraak is in de cursus 2013/2014 het functioneren van het bestuursmodel geëvalueerd. De Raad van Toezicht heeft hiervoor een externe adviseur een opdracht gegeven. Na onderzoek en gesprekken op beide scholen heeft de adviseur het advies uitgebracht om de bestaande praktijk te formaliseren. De stichting blijft daarom werken met een (1) bestuurder, die tevens rector van het Griftland College is. Deze constructie is in de statuten verwerkt, waarbij aparte eisen aan de invulling van de bestuurdersrol zijn omschreven om de onafhankelijkheid van beide scholen te borgen. Deze eisen gelden de bestuurder, de Raad van Toezicht en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad, zij zijn inmiddels uitgewerkt in statuten (juni 2014) en directiestatuut. c. De werkgeversrol De stichting is werkgever van alle medewerkers van beide scholen. In de praktijk werken de medewerkers op een (1) school en voelen zij zich bij die school betrokken. De medewerkers van de Centrale administratie (financiële administratie, personeels- en salarisadministratie) zijn voor beide scholen actief, zo ook de personeelsfunctionaris. Als gevolg van de slechte brugklasaanmelding (maart 2013) op het Griftland College dreigde ‘boventalligheid’ van enkele docenten, met grote financiële nadelen. Deze situatie is opgevangen door de meeste tijdelijke benoemingen op beide scholen niet te verlengen en een enkele docent van het Griftland College geheel of gedeeltelijk op de Waldheim-mavo te laten werken. In de aanloop naar de nieuwe cursus is er daarom intensief overleg tussen de directies van de beide scholen om dreigende ‘boventalligheid’ voor te zijn door op de andere school of eventueel op beide scholen te laten werken.
Stichting CVO Baarn/Soest
6
Hoofdstuk 3: CVO plannen 1415 De praktijk van de afgelopen jaren, eigenlijk van de hele geschiedenis van CVO Baarn/Soest is geweest dat de scholen beide gebruik maakten van de centrale administratie en dat op personeelsbeleid enkele zaken werden afgestemd. De scholen hebben onafhankelijk van elkaar geopereerd, weinig last gehad van de onderlinge verbondenheid in de Stichting CVO Baarn/Soest, maar ook niet geprofiteerd van deze verbondenheid. Het was een uitzondering dat in voorjaar 2012 een wiskundedocent van het Griftland College assistentie heeft verleend bij de voorbereiding op het Centraal Examen wiskunde op de Waldheim-mavo. Ook op financieel terrein werken de scholen vrijwel onafhankelijk: beide scholen maken hun eigen begroting en zijn verantwoordelijk voor een degelijke meerjarenraming. Uiteraard is er ook op het financiële terrein een koppeling tussen beide scholen: de medewerkers zijn in dienst bij de stichting. De gesprekken van de afgelopen jaren over het bestuursmodel hebben geleid tot betere contacten tussen de twee scholen, waarbij vooral de contacten met de MR-en en de GMR genoemd moeten worden. Het overleg tussen de directies van de beide scholen is met de statutenaanpassing (juni 2014) gereglementeerd, de frequentie van dit overleg is verhoogd. Voor 2014/2015 is een jaarplan gemaakt: a.
Onderwijs Het doel is de kwaliteit van het onderwijs op de twee scholen te verhogen door de samenwerking tussen de scholen op een aantal terreinen te starten of te versterken. Het gaat hierbij om het uitwisselen van ervaringen tussen docenten, contact tussen afdelingsleiders over aanmeldingen en tussentijdse instroom van andere scholen. Ook de aansluiting klas 4 WM naar 4 havo GC krijgt aandacht, vanuit het GC wordt een deel van de voorlichting verzorgd. Voor scholingsaanvragen van docenten en MR wordt samenwerking gezocht.
b.
Personeelsbeleid
1. Het functiebouwwerk voor de twee scholen is ontwikkeld. Zo wordt gelijk werk op gelijke wijze beschreven en beloond. 2. Flexibele schil: om onverwachte krimp in het personeelsbestand (en wellicht is krimp de komende jaren voor een deel ook verwacht, gezien de demografische ontwikkeling) te kunnen opvangen, is het nodig om een zekere flexibele schil te hanteren. Een aantal medewerkers met een tijdelijke benoeming fungeert als buffer: als de beschikbare formatie afneemt als gevolg van daling van het aantal leerlingen wordt de benoeming van deze tijdelijk benoemde medewerker niet verlengd. Medewerkers die na een jaar tijdelijke benoeming positief beoordeeld worden krijgen een vaste benoeming voor de uren die voor hun beschikbaar zijn. De benoeming in tijdelijke dienst is voor de periode dat dit is toegestaan volgens de CAO-VO en de nieuwe wet Werk en Zekerheid. 3. De toepassing van de rekentool voor de verwerking van de streefpercentages functiemix leidt mogelijk tot ongelijkheid op de beide scholen. Op het Griftland College is geen financiële ruimte voor bevordering naar LC vanwege de grote verplichte bevordering naar LD als gevolg van het entreerecht, op de Waldheim-mavo worden veel docenten uit LB naar LC bevorderd. ICT-ondersteuning wordt mogelijk op termijn gezamenlijk uitbesteed, eventueel in samenwerking met andere onderwijsstichtingen. Hier wordt onderzoek naar gedaan.
Stichting CVO Baarn/Soest
7
c.
Investeringsbeleid
Beide scholen zijn autonoom op het gebied van investeringen. Deze investeringen worden opgenomen in begroting en meerjarenraming. Via deze weg worden investeringen besproken en goedgekeurd. Bijzondere investeringsplannen worden afzonderlijk voorgelegd aan bestuur en RVT. Als voorbeeld hiervan kan worden genoemd de investering in zonnepanelen. In veel gevallen zijn hiermee ook toegekende subsidies gemoeid. d.
Klachten
Eén ouder van een leerling van het Griftland College heeft een klacht ingediend bij de landelijke Klachtencommissie omtrent de begeleiding van de leerling door de school. Na behandeling, inclusief een hoorzitting, is de klacht ongegrond verklaard.
Hoofdstuk 4. Externe zaken
Politieke of maatschappelijke impact Zaken met politieke of maatschappelijke impact zijn ontwikkelingen of gebeurtenissen op CVO-niveau of op een van de scholen die zorgen voor uitzonderlijke politieke of maatschappelijke betrokkenheid bij CVO Baarn/Soest of bij een van de scholen. In 2014 was er geen sprake van zaken met grote politieke of maatschappelijke impact
Stichting CVO Baarn/Soest
8
Hoofdstuk 5 WM vorige jaarplan, verslag van onderwijs en begeleiding a.
Verhogen onderwijskwaliteit
Eén van de ambities uit het schoolplan 2013-2017 van de Waldheim-mavo is het creëren van een opbrengstgericht leeromgeving waarin de examenresultaten tot de beste van Nederland horen. In de jaren voorafgaand aan het schoolplan 2013-2017 waren de opbrengsten van het onderwijs onder het landelijk gemiddelde. Een school met de kenmerken van de Waldheimmavo heeft de potentie om bovengemiddelde resultaten te halen. In het schooljaar 20132014, maar ook in het schooljaar daarvoor, is veel geïnvesteerd in de opbrengsten. Een groep van zes docenten aangevuld met de schoolleiding, de zogenaamde regiegroep, heeft hierin het voortouw genomen. Deze groep heeft gezamenlijk een aantal scholingen gevolgd en heeft de opbrengst van deze scholingen gedeeld met de overige docenten. Dit heeft geleid tot een aantal concrete en zichtbare activiteiten in de school. Zo zijn er afspraken gemaakt over de opbouw van een les, over toetsing, over doorlopende leerlijnen, er zijn intervisiegroepen gevormd en er worden onderlinge lesbezoeken gebracht en nabesproken. Als basis wordt hierbij het boek De vijf rollen van de leraar van Martie Slooter gebruikt. Ook is er contact gelegd met een collega-school, de Dijk in Medemblik voor wederzijdse lesbezoeken. Minder concreet maar wellicht belangrijker is dat de werkwijze van deze regiegroep heeft geleid tot een cultuurverandering in de school. In het docentteam is het nu normaal om over onderwijs, lessen en de opbrengsten daarvan te praten. Individuele docenten en het team zijn in staat om een inhoudelijk gesprek te voeren over onderwijskundig thema en daar een standpunt over in te nemen. Deze cultuurverandering zorgt voor meer zelfvertrouwen en eigenaarschap in het docententeam. Dit zorgt ervoor dat de verbetering van de resultaten geen incidentele verbetering maar een duurzame verbetering is. In het schooljaar 2011-2012 waren de examenresultaten van de Waldheim-mavo onder het landelijke gemiddelde. In het schooljaar 2012-2013 op het landelijke gemiddelde en in het schooljaar 2013-2014 er boven. Aan het einde van het schooljaar 2013-2014 is er een periodiek onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door de inspectie gedaan. De inspectie is in haar rapport lovend over de ontwikkeling die de school de afgelopen jaren heeft doorgemaakt, de kwaliteit die nu geleverd wordt en ziet in alle geledingen van de school dat (de kwaliteit van het) onderwijs op de agenda staat. b.
Uitdagend onderwijs: onderzoek business/scienceklas
Naast de kwaliteit van het onderwijs is een andere ambitie uit het schoolplan het onderwijs uitdagender te maken. Het onderwijs op de Waldheim-mavo was vaak ééntonig en erg docent-gestuurd. In de komende jaren moet het onderwijs gevarieerder en meer leerlinggestuurd worden. Leerlingen moeten meer mogelijkheden krijgen om hun talenten te gebruiken en uitgedaagd worden om meer te doen dan het minimale. Om dit te bereiken zijn een aantal projecten gestart. Het meest opvallende is de start van de business/scienceklas. De Waldheim-mavo kent al vele jaren een sport/theaterklas. Deze klas is zeer succesvol, zowel in het aanbieden van uitdagend onderwijs als in aantrekkelijkheid naar buiten. Analoog hierin is de ambitie uitgesproken om een business/scienceklas te starten. In deze klas worden leerlingen met een ondernemende of onderzoekende houding in projectvorm uitgedaagd om zich te verdiepen in business of science. In het schooljaar 2013-2014 is onderzocht of het mogelijk is om een aantrekkelijk programma voor deze klas neer te zetten en of leerlingen in groep 8 geïnteresseerd zijn in deze business/scienceklas. In het voorjaar
Waldheim-mavo Baarn
9
van 2014 bleek dat beide vragen positief beantwoord konden worden. Er is besloten om in augustus 2015 met de business/scienceklas te starten. Het schooljaar 2014-2015 wordt gebruikt om voorbereidingen te treffen voor een succesvolle start. Naast de business/scienceklas lopen er nog een aantal andere projecten die bedoeld zijn om het onderwijs aantrekkelijker en uitdagender te maken. Zo is er een project dat de aansluiting van mavo 4 op havo 4 moet verbeteren, worden leerlingen ingezet als leerling mentoren en is een projectgroep bezig met het onderzoeken en uitproberen van differentiatie in de klas. c.
Verhogen aanmelding brugklas
De Waldheim-mavo heeft jarenlang ca. 85 brugklassers verwelkomd. Daarmee had de Waldheim-mavo in totaal ca. 320 leerlingen. In de nieuwbouw, die in 2011 in gebruik is genomen, is ruimte voor meer leerlingen. In de werving van nieuwe leerlingen is vanaf 2013 dan ook ingezet op ca. 110 brugklassers. Dit betekent dat de Waldheim-mavo door kan groeien naar een school met ca. 450 leerlingen. Met dit leerlingenaantal behoudt de Waldheim-mavo haar kleinschalige karakter. Omdat de ruimte in het gebouw beter benut wordt drukken de kosten van de huisvesting minder zwaar op de begroting zodat er meer middelen beschikbaar zijn om in te zetten voor het onderwijs. Zowel in het voorjaar van 2013 als in het voorjaar van 2014 is het met relatief weinig inspanningen gelukt om deze doelstelling te halen. De Waldheim-mavo telt op 1 oktober 2014 dan ook 387 leerlingen.
Waldheim-mavo Baarn
10
Hoofdstuk 6 WM, huidige jaarplan 1415 tussenstand a.
Borging onderwijskwaliteit
De activiteiten die in het schooljaar 2012-2013 en 2013-2014 gestart zijn met als doel de onderwijskwaliteit blijvend te verbeteren stonden in 2014-2015 weer op de agenda. Inmiddels is er een jaarplanning waar deze activiteiten in opgenomen zijn zodat ze elk jaar weer opnieuw op de agenda komen te staan. Omdat de kwaliteit van het onderwijs op orde is en het gesprek hierover bij de normale gang van zaken is gaan horen en via de kwaliteitsagenda geborgd is kunnen we nu spreken van onderhoud van de basiskwaliteit. Zowel in het rapport van de inspectie als uit de gesprekken met de docenten komt nu de behoefte aan een volgende stap naar voren. Doordat er veel aandacht is besteed aan structuur en duidelijkheid bestaat het gevaar dat de lessen saai en voorspelbaar worden. Nu het docentteam de basis van het lesgeven beheerst is er ruimte en behoefte aan meer. Met deze basis kunnen vervolgstappen gemaakt worden. De docenten zijn dan ook uitgenodigd om te komen met voorstellen om hun lessen afwisselender, spannender en meer gepersonaliseerd te maken. Deze uitnodiging heeft al tot een aantal voorstellen geleid. b.
Inzet regiegroep:
Ook in het schooljaar 2014-2015 speelt de regiegroep een belangrijke rol in de school. De docenten in de regiegroep zijn allemaal projectleider van een onderwijskundig project. Daarnaast zijn zij als groep bezig hun onderwijs op excellent niveau te brengen. Steeds meer worden andere docenten betrokken bij de bezigheden van de regiegroep. Doordat ze deel uitmaken van één van de werkgroepen die de diverse projectleiders in het leven geroepen hebben. De regiegroep bestaat uit 6 docenten en er zitten 9 docenten in een werkgroep. Dit betekent dat ca. 60% van de docenten actief betrokken is bij de uitvoering van het schoolplan 2013-2014. De recente voorstellen zoals die in de vorige paragraaf genoemd werden komen in een aantal gevallen van docenten die nog niet eerder een actieve bijdrage aan de uitvoering van het schoolplan geleverd hadden. Kortom de regiegroep neemt nog steeds het voortouw maar inmiddels is een groot deel van het docententeam betrokken bij het verbeteren en het vernieuwen van het onderwijs op de Waldheim-mavo. c.
Inzet van tablets in het kader van project
Aan het begin van het schooljaar 2014-2015 kreeg de Waldheim-mavo de mogelijkheid om mee te doen aan een project van APS/SLB/Microsoft. In dit project krijgen een aantal scholen de mogelijkheid om twee jaar gebruik te maken van 50 Surface Pro’s en deel te nemen aan netwerkbijeenkomsten en trainingen. De doelstelling van dit project is dat scholen ervaring opdoen met de inzet van mobiele device ‘s en een visie ontwikkelen op de inzet van digitale leermiddelen in het onderwijs. Hoewel dit project geen onderdeel was van het schoolplan heeft de Waldheim-mavo zich toch ingeschreven op dit project. De doelstellingen van dit project sluiten namelijk naadloos aan bij de doelstellingen van het schoolplan en vullen dit op een waardevolle wijze aan. Dit is dan ook de reden dat de Waldheim-mavo als één van de weinige scholen die zich ingeschreven heeft ook mag deelnemen aan dit project. In het schooljaar 2014-2015 is de inzet van de device ’s door de docenten heel vrij gelaten. De enige opdracht die meegegeven is, is dat ze ingezet moeten worden op een moment in de les dat slechts een deel van de klas een digitaal leermiddel nodig heeft. Bij klassikale opdrachten worden, zoals altijd, de computerpleinen gebruikt. Op dit moment worden de
Waldheim-mavo Baarn
11
Surface pro’s veel ingezet. Vrijwel alle docenten gebruiken ze met enige regelmaat. Dit project heeft het nadenken over differentiëren in de les dan ook in een stroomversnelling gebracht. d.
Voorbereiden business/scienceklas
Nadat in het voorjaar van 2014 besloten is dat de Waldheim-mavo in augustus 2015 gaat starten met een business/scienceklas zijn de voorbereidingen hiervoor van start gegaan. Een werkgroep die bestaat uit de projectleider, een docent n & t en een docent economie ontwerpen de leerlijn. Als eerste hebben zij vastgesteld welke vaardigheden en kennis in de business- en in de scienceklas centraal moeten komen te staan. Daarna hebben zij daarbij projecten gezocht en die in een leerlijn samengebracht. Ook in de PR is in de winter van 2014-2015 volop aandacht geweest voor de start van de business/scienceklas. Inmiddels is de business/scienceklas startklaar. Hoewel de aanmeldingen voor het schooljaar 2015-2016 tegen vallen hebben de beide talentklassen veel aanmeldingen. Op 1 augustus 2015 zal dus de eerste business/scienceklas van de Waldheim-mavo van start gaan.
Waldheim-mavo Baarn
12
Hoofdstuk 7 WM jaarplan 1216 overzicht De ontwikkelingen die in de hoofdstukken 5 en 6 beschreven zijn maken onderdeel uit van het schoolplan 2013-2017. Het uitgangspunt van dit schoolplan is een droom. De gezamenlijke droom van het team van de Waldheim-mavo om van onze school de beste mavo van Nederland te maken. Het motto van het schoolplan is “Vandaag is een mooie dag om iets nieuws te leren”. Dit motto staat letterlijk op de muur van de school. Het herinnert medewerkers en leerlingen er aan dat elke dag een nieuwe kans is, een mogelijkheid om jezelf en de ander verder te helpen. a.
Uitgangspunt
De Waldheim-mavo is een kleinschalige mavo. Wij zijn groot in het ontwikkelen van talenten van leerlingen, dit doen we door onze talenten samen in te zetten en te zorgen voor leerlingen en medewerkers. Deze visie is verder uitgewerkt in een visie op identiteit, leerlingen, medewerkers en onderwijs. In het schoolplan is de volgende ambitie vastgelegd: De Waldheim-mavo wil excelleren op de volgende gebieden: Leren centraal Opbrengstgericht werken Uitdagende omgeving Verantwoordelijkheid geven en nemen b.
Doelstellingen
In het schoolplan zijn de volgende doelstellingen opgenomen: De komende vijf jaar wil de Waldheim-mavo zich op vijf gebieden verder ontwikkelen. De doelstellingen voor deze vijf gebieden zijn: 1. Een opbrengstgericht leeromgeving. Op de Waldheim-mavo wordt onderwijs van hoge kwaliteit aangeboden. Dit meten we, borgen we en verbeteren we. Hier leggen we verantwoording over af naar elkaar en naar buiten. Kwaliteit betekent dat opbrengsten van processen voorspelbaar en herhaalbaar zijn. Dat bereiken we door op alle beleidsterreinen en alle niveaus te werken volgens de PDCA-cyclus. Onze ambitie is dat de Waldheim-mavo over vijf jaar de beste Mavo van Nederland is. Om dat te bereiken moeten alle vakken een gemiddeld voldoende diploma-cijfer hebben, moet het gemiddelde SE-cijfer stijgen van 6,4 naar 6,9, moet het slagingspercentage stijgen van 83% naar 97% en moeten alle vakken een verschil van minder dan 0,5 tussen het SE- en CE-cijfer hebben. 2. Een veilige leeromgeving Op de Waldheim-mavo werken leerlingen en medewerkers samen in een gemeenschap die veilig is. Een veilige omgeving is een belangrijke voorwaarde voor leren. Vanuit deze veilige basis is het voor iedereen mogelijk om te werken aan zijn/haar eigen ontwikkeling en medeverantwoordelijk te zijn voor de ontwikkeling van de ander. Het mentoraat neemt hierin een spilfunctie in. Onze ambitie is dat het pedagogisch klimaat over vijf jaar omschreven kan worden als “vrijheid in verantwoordelijkheid”. Dit is te herkennen aan een actieve participatie van leerlingen in de les, aan reflecterend vermogen bij leerlingen, aan een actief leerlingenplatform en een goed werkend systeem van peer-support. Onze ambitie is dat leerlingen van de Waldheim-mavo over vijf jaar in de leerling
Waldheim-mavo Baarn
13
enquête de veiligheid net zo hoog waarderen als in 2013 (9 op een schaal van 1 tot 10) en het mentoraat waarderen met een 8 op een schaal van 1 tot 10 (in 2013 scoort het mentoraat een 7, gelijk aan de benchmark) en dat alle mentoren individueel een score hebben gelijk aan de benchmark (in 2013 verschillen de scores van de mentoren onderling veel). 3. Een uitdagende leeromgeving. De Waldheim-mavo biedt uitdagend onderwijs. Wij leren niet voor een zes, maar omdat we de wereld om ons heen willen begrijpen. Ons onderwijs sluit aan op wat de leerling al kan en bereidt voor op wat de leerling wil bereiken. Leerlingen voelen zich verantwoordelijk voor het eigen leerproces en medeverantwoordelijk voor het leren van de ander. Onze ambitie is dat over vijf jaar alle lessen op de Waldheim-mavo voldoen aan de vijf ijkpunten, dat alle leerlingen een diploma halen met 8 examenvakken, dat 90% van de leerlingen een diploma haalt zonder onvoldoendes (in 2011-12 was dat 65%), dat 50% van de leerlingen een aanvullend programma volgt, dat 90% van de leerlingen een jaar na het halen van hun diploma tevreden is over de keuze van de vervolgopleiding en dat deze opleiding succesvol gevolgd wordt. Onze ambitie is dat leerlingen over vijf jaar in de leerling enquête het differentiëren door leraren waarderen met een 6,5 op een schaal van 1 tot 10 (in 2013 is dit 5, gelijk aan de benchmark), de uitdagende leeromgeving met een 8 op een schaal van 1 tot 10 (dit is in 2013 6, de benchmark scoort hier een 6,5) en het didactisch handelen van leraren waarderen met een 7,5 op een schaal van 1 tot 10 (in 2013 is dit 6, gelijk aan de benchmark). 4. Een verantwoordelijke leeromgeving Op de Waldheim-mavo leren leerlingen en medewerkers in een gemeenschap. Leerlingen en medewerkers kennen elkaar en leren van elkaar. Samen zijn we bezig en nemen we de verantwoordelijkheid die past bij onze eigen taak. Er is een gezonde balans tussen zorg ontvangen en zorg geven, tussen zelfstandig zijn en naar elkaar omzien, tussen je eigen identiteit ontwikkelen en rekening houden met de ander. Onze ambitie is dat leerlingen van de Waldheim-mavo over vijf jaar actief participeren in het onderwijs. Alle leerlingen zijn actief tijdens de lessen, alle leerlingen reflecteren op hun eigen leerproces en gebruiken dit om hun leren te verbeteren, er is een actief leerlingenplatform dat als klankbord fungeert voor de schoolleiding, er is een actief systeem van peer-support tussen leerlingen, docenten gebruiken systematisch de feedback van leerlingen om hun lessen te verbeteren. Onze ambitie is dat medewerkers van de Waldheim-mavo over vijf jaar van elke leerling weten welke wijze van begeleiding nodig is om optimaal te kunnen presteren. De Waldheim-mavo participeert actief in het samenwerkingsverband Passend Onderwijs, binnen de school is een leerlingvolgsysteem dat actief gebruikt wordt, docenten leveren binnen een klassikale omgeving een goede afwisseling van maatwerk en samenwerking. 5. Een lerende werkomgeving. De Waldheim-mavo wil voor medewerkers een uitdagende en veilige werkomgeving bieden. Binnen deze werkomgeving is iedereen bereid van en met elkaar te leren en zich te ontwikkelen. Om dat te bereiken verwachten wij dat zij positief kritisch naar zichzelf kijken en een professionele houding naar andere medewerkers aannemen. Als werkgever bieden wij een omgeving met een veilige basis en voldoende ontwikkelingsmogelijkheden. Onze ambitie is dat medewerkers van de Waldheim-mavo over vijf jaar meer dan gemiddeld tevreden zijn over de mogelijkheden om zich te ontwikkelen (nu ontevreden), meer dan gemiddeld tevreden zijn over de samenwerking met collega’s (nu gemiddeld) en dat alle docenten een lerarenportfolio hebben waaruit blijkt dat zij op een planmatige wijze hun ruimte voor bijscholing hebben ingevuld en dat 3 medewerkers (docenten of afdelingsleiders) een relevante master-opleiding hebben gevolgd.
Waldheim-mavo Baarn
14
Hoofdstuk 8 resultaten WM Opbrengstenkaart 2014 Aantal leerlingen totaal Aantal leerlingen per onderwijs soort Advies na 2e leerjaar
Waldheim-mavo Mavo 385 385 VMBO-bk 1% VMBO-T 93% T/H 3% H+ 3%
% leerlingen in leerjaar 3 zonder zittenblijven % leerlingen 3e leerjaar naar diploma zonder Zitten blijven Gemiddeld cijfer CE Alle vakken Nederlands Engels, Frans, Duits Aardrijkskunde, geschiedenis Economische vakken Wiskunde, natuur, scheikunde en Biologie Deelname examen 2013 Cultuur en maatschappij Economie en maatschappij Natuur en gezondheid Natuur en techniek Geslaagd voor examen 2013
100
Opbrengstenkaart 2015
Waldheim-mavo Mavo 387 387 VMBO-bk 0% VMBO-T 92% T/H 6% H+ 1%
Aantal leerlingen totaal Aantal leerlingen per onderwijs soort Advies na 2e leerjaar
% leerlingen in leerjaar 3 zonder zittenblijven % leerlingen 3e leerjaar naar diploma zonder Zitten blijven Gemiddeld cijfer CE Alle vakken Nederlands Engels, Frans, Duits Aardrijkskunde, geschiedenis Economische vakken Wiskunde, natuur, scheikunde en Biologie Deelname examen 2012 Cultuur en maatschappij Economie en maatschappij Natuur en gezondheid Natuur en techniek Geslaagd voor examen 2014
Waldheim-mavo Baarn
89 6,4 6,8 6,4 6,5 5.7 6.1
94,6%
99 90 6,6 7,0 6,8 6,5 5,7 6,3
98 %
15
Hoofdstuk 9. het Griftland College in 2013/2014 a.
Betekenisvol leren en de nieuwe lesduur De onderwijsvisie die in het meerjarenplan 1216 is verwoord is opgesteld om een antwoord te bieden op de motivatieproblematiek die veel leerlingen in het voortgezet onderwijs belemmert om te leren, om hun mogelijkheden te realiseren. Het Griftland College heeft gekozen voor de invoering van Betekenisvol leren. De presentatie van deze onderwijsvisie is in de introductie en in de scholing van de docenten geconcentreerd op drie pijlers: inhoud, werkvorm en contact. De inhoud van de leerstof, de werkvormen die de docent kiest voor de verwerking van de leerstof en het contact dat de docent heeft met de leerlingen zijn stuk voor stuk bepalend voor het antwoord dat de leerling geeft op de vraag of de les betekenisvol is geweest, of dat de les betekenisvolle elementen heeft gekend. De noodzakelijke afwisseling van werkvormen heeft in het schooljaar 2012/2013 gezorgd voor een onderzoek naar de optimale lesduur. De breed gedragen conclusie van dit onderzoek is dat op het Griftland College de overstap gemaakt moet worden naar lessen van 60 minuten. In het schooljaar 2013/2014 zijn de voorbereidingen getroffen voor deze overstap. De docenten zijn verder geschoold in het verzorgen van betekenisvol onderwijs in lessen van 60 minuten. In december 2013 is hiervoor een studiedag voor alle docenten georganiseerd. Op deze studiedag waren ook docenten van scholen met een lesduur van 60 minuten als ervaringsdeskundige aanwezig. Zij vertelden van hun ervaringen en gaven voorlichting. Maurice van Werkhooven van APS heeft een tweede ‘Ja, Ik wil’- groep docenten geschoold. De lessentabel is aangepast aan de nieuwe lesduur. Grotendeels kon deze omzetting budgettair neutraal gerealiseerd worden. Budgettair neutraal betekent hier dat een vak in de oude en in de nieuwe situatie dezelfde contacttijd heeft per week, of per jaar. Zo had geschiedenis tot en met 2013/2014 in enkele leerjaren twee lesuren van 45 min per week, dus 90 minuten contacttijd. Met de nieuwe lesduur heeft dit vak 1,5 lesuur van 60 minuten per week, dus opnieuw 90 minuten contacttijd. 1,5 lesuur per week betekent gedurende een half jaar twee uur per week, en het andere halfjaar een uur per week. Bij bijvoorbeeld drie lessen van 45 minuten kan deze budgettair neutrale aanpassing niet zo eenvoudig gerealiseerd worden. Zo is er in enkele gevallen over de grens van een leerjaar heen iets aangepast, of hebben de vakken een kleine verhoging of verlaging gekregen. Dit proces van aanpassen is in een aantal ronden verlopen waarbij de vakken voortdurend goed geïnformeerd en betrokken zijn. Aan het einde van 2013/2014 stond in principe alles klaar voor het werken met de nieuwe lessentabel. Om zo meer betekenisvolle lessen te kunnen verzorgen.
b.
Een aantrekkelijke school: presentatie en gebouw In maart 2013 bleek de aanmelding voor de brugklas teleurstellend laag: in plaats van de gebruikelijke en verwachte ongeveer 300 nieuwe leerlingen werden er slechts 221 aangemeld. Deze slechte aanmelding heeft invloed op de aantrekkelijkheid van de school, op het voorzieningenniveau op langere termijn en, op korte termijn, op de werkgelegenheid van de medewerkers. In het schooljaar 2012/2013 kende de school 11 brugklassen,
Griftland College Soest
16
voor 2013/2014 moest worden gerekend met 8 brugklassen. Deze afname zorgde voor een afname van de docentformatie van ongeveer 5 fte. De eerste stappen naar een Sociaal Plan om boventallige medewerkers te kunnen ontslaan, moesten worden gezet. De oorzaken van deze aanmelding lagen niet voor het oprapen. Een onderzoek onder leerlingen, ouders en medewerkers leverde interessante verbeterpunten. Het bleek belangrijk te zijn dat de school eerder in het keuzeproces een goede indruk bij de aanstaande brugklassers kon achterlaten. Deze goede indruk heeft met onderwijs en met het gebouw te maken. Er is daarom gestart met open lesmiddagen voor kinderen uit groep 8. Hiermee was er eerder dan voorheen contact met de leerlingen, eerder dan voorheen konden de aanstaande brugklassers een goed gevoel bij hun nieuwe school krijgen. Een andere opmerking die in het onderzoek vaak werd genoemd, betrof de indruk van de oudere delen van ons schoolgebouw. De terechte kritiek was dat hier een opknapbeurtje wel op zijn plaats zou zijn. In hoog tempo is daarom gestart met een facelift van de aula en de begane grond: het meubilair in de aula is vervangen en de gangen en trappen zijn voorzien van nieuwe wand- en vloerbekleding. De school heeft hiermee een veel frissere uitstraling gekregen! Het brugklasteam heeft zich zeer ingezet om de open lesmiddagen op een goede en wervende manier vorm te geven. Zij hebben hier de leiding genomen. Met een heel mooi resultaat: in maart 2014 bleek de aanmelding weer op het oude niveau. Er werden 294 leerlingen aangemeld, er bleken zoveel leerlingen geplaatst te worden dat er – weer – tien goed gevulde brugklassen konden worden geformeerd. Ook het meerjarenperspectief was weer zodanig dat de verdere voorbereidingen voor een Sociaal Plan konden worden gestopt.
Griftland College Soest
17
Hoofdstuk 10: het Griftland College in 2014/2015 a.
Betekenisvolle lessen van 60 minuten De start met de nieuwe lesduur zorgde vanaf het begin van het schooljaar voor intensieve voorbereiding van de lessen. Alle docenten moesten hun gebruikelijke en beproefde programma aanpassen, waarbij er veel werd nagedacht en overlegd werd over het inbrengen van betekenisvolle elementen in de les. Na de eerste maanden werd door de sectievoorzitters gerapporteerd dat de overgrote meerderheid van de docenten positief is over de eerste ervaringen: er is inderdaad meer ruimte voor variatie in werkvormen gekomen, er is meer rust in de dag vanwege het lagere aantal leswisselingen, er is inderdaad meer rust in het gebouw. Natuurlijk werden ook knelpunten benoemd. Met name de situatie van de vakken die in bepaalde leerjaren slechts een lesuur per week op het rooster staan, vraagt om aandacht. De continuïteit van het leerproces staat hier snel onder druk: ziekte of een verlengd weekend kan snel voor onderbrekingen in het leerproces zorgen. In de tweede helft van het schooljaar wordt een tussenevaluatie gehouden waarmee de praktische verbeterpunten geïnventariseerd zullen worden. Voor het echte wennen aan de lesduur van 60 minuten is meer tijd nodig, kleine aanpassingen kunnen wellicht met ingang van het schooljaar 2015/2016 worden doorgevoerd. De verdere implementatie van het betekenisvol leren wordt door de nieuwe lesduur goed ondersteund. De secties hebben in het jaarprogramma vier werkmiddagen gekregen om met elkaar te overleggen over de invulling van de nieuwe lesstructuur. Op 2 december 2014 organiseerde de school een studiedag voor de docenten rond betekenisvol leren. In het morgendeel werd een inhoudelijke verdieping voor de verdere invulling van het betekenisvol leren verzorgd door Richard Buijs van de Universiteit van Amsterdam in het middagdeel verzorgden eigen docenten workshops voor collega’s waarin betekenisvolle ervaringen werden gepresenteerd. Deze onderlinge uitwisseling maakte duidelijk dat er al veel is ontwikkeld op het gebied van onze onderwijsvisie, de docenten vonden het heel plezierig hun ervaringen te kunnen delen.
b.
Promotie van de school In het schooljaar 2013/2014 heeft het brugklasteam het succesvolle programma voor de werving van de nieuwe brugklasleerlingen ontwikkeld. Dit programma wordt in het schooljaar 2014/2015 enigszins aangepast en grotendeels herhaald. In de prognose voor de aanmelding, zoals deze is gebruikt voor de begroting en de meerjarenraming, wordt gerekend met een krimp van ca. 2% per jaar, op basis van de demografische gegevens.
c.
Aanpak van het gebouw Bij de aanpak en het opfrissen van de oude gebouwdelen in 2013/2014 is een meerjarenplan gemaakt, waarbij het meer jaren onderhoudsplan en de investeringsbegroting zijn betrokken. Op basis van dit plan zijn er in de herfst van 2014 verdere stappen gezet om met name de gangen van de oudere gebouwdelen een meer actuele uitstraling te geven.
Griftland College Soest
18
Hoofdstuk 11: het schoolplan 1216 van het Griftland College De vorige hoofdstukken beschrijven de ontwikkelingen op het Griftland College. Deze ontwikkelingen zijn grotendeels gebaseerd op het schoolplan voor de periode 2012-2016. De hoofdmoot van dit schoolplan is de onderwijsvisie rond betekenisvol leren. Uiteraard zijn de actuele ontwikkelingen zoals de noodzakelijke extra aandacht voor de werving en het gebouw niet voorzien in dit meerjarenplan. Het motto van het schoolplan 1216 is ‘samen excelleren, ieder op zijn eigen niveau’. In dit schoolplan is de visie op het onderwijs in 2016 verwoord. De ontwikkelrichting is beschreven, waarbij de details nog niet zijn uitgewerkt. Onderwijsvisie: betekenisvol en omgevingsbewust Het onderwijs is ingericht vanuit het concept ‘betekenisvol onderwijs’. Met betekenisvol onderwijs werken wij aan de motivatie van de leerling. De theoretische kennis wordt, waar mogelijk, gekoppeld aan een praktisch einddoel. Inhoud, Werkvorm en Contact zijn de drie ingangen voor de docent om betekenisvolle elementen in de les in te brengen. Binnen deze onderwijsvisie is er meer ruimte voor het stimuleren van excellentie. Opbrengstgericht We dagen leerlingen uit zich maximaal te ontwikkelen. Naast de cijfermatige prestaties richten we ons op de ontwikkeling van de leerling in zijn geheel. Op onze school geven we persoonlijke aandacht voor elke leerling vorm door enerzijds de uitdaging van elke leerling om te excelleren op het eigen niveau te bieden en anderzijds ondersteuning te geven aan elke leerling om zijn niveau te bereiken. Het personeelsbeleid is er op gericht docenten op dit gebied te professionaliseren. Ook bij het werven en selecteren van nieuwe medewerkers is dit een belangrijk uitgangspunt. Up-to-date De financiële mogelijkheden zijn beperkt. We maken duidelijke keuzes om de beperkte financiële middelen effectief in te zetten. Problemen worden helder in kaart gebracht en de omgeving wordt betrokken in het vinden van oplossingen. We spelen snel in op veranderingen in de omgeving, ook op het gebied van informatietechnologie. De school haakt aan bij nieuwe technologische ontwikkelingen.
Identiteit In de voorbereidingen op het schoolplan 1216 heeft een commissie van medewerkers, waar onder de rector, nagedacht over een hedendaagse formulering van de christelijke identiteit van de school. De commissie heeft hiervoor een aantal malen overlegd, onder begeleiding van een deskundige van Verus. Uit het schoolplan 1216:
De hedendaagse christelijke identiteit
Wij geloven, dat is: wij vertrouwen, in God, mensen, de samenleving en de toekomst van een wereld die van ons allemaal is. Het Griftland College heeft als christelijke school een open, hoopvolle blik op de schepping. Wij ontvingen ons vertrouwen daarin uit verhalen uit de Bijbel en de christelijke traditie en uit ervaringen met medemensen en God. Vanuit onze christelijke inspiratie en het ons geschonken vertrouwen schenken wij weer ons vertrouwen aan onze leerlingen. Vanuit ons geloof, onze hoop en onze liefde leren wij onze leerlingen te vertrouwen in de toekomst van onze wereld
Griftland College Soest
19
en de hoopvolle bijdrage van ieder daaraan. God geeft ons en onze leerlingen daarvoor moed, richting en inspiratie. Help het ons hopen, dat is: wie met ons vertrouwt in de hoopvolle toekomst van mensen en de wereld, is welkom op met ons mee te werken. Wij gaan er hierbij van uit dat elk mens uniek is. Ieder mens heeft eigen kwaliteiten en karakteristieken, en maakt eigen fouten. Wij zien deze verscheidenheid als verrijking. Wij vragen echter ook gezamenlijkheid. We vragen van onze medewerkers om vanuit onze visie op vertrouwen én hun eigen vertrouwen een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en vorming van leerlingen als hoopvolle medemensen die een bijdrage aan de wereld willen leveren. Wij vragen van onze leerlingen en hun ouders hun vertrouwen te schenken aan onze medewerkers. Uiteraard zijn alle leerlingen, ongeacht hun afkomst, cultuur en levensbeschouwing, welkom op onze school. Op het Griftland is ook verscheidenheid ten aanzien van het christendom. Niemand zal op dezelfde manier vertrouwen in God en de Bijbelverhalen. Toch vertrouwt iedereen: elk mens verlangt naar geloof, hoop en liefde voor zichzelf en de wereld. Daarom streven we ook hierin naar gezamenlijkheid. Wij vragen van iedereen om hun vertrouwen, geloof, hoop en liefde te uiten in de school. Wij vragen medewerkers daarbij ook om tekenen van geloof, hoop en liefde uit de christelijke traditie, en andere christelijke waarden zoals rechtvaardigheid, barmhartigheid, verantwoordelijkheid, solidariteit, mee vorm te geven in onze levensbeschouwelijke activiteiten. Ieders bijdrage daaraan zal anders zijn. Wij vertrouwen er echter op dat iedereen dat doet vanuit onze visie: Wij geloven, help het ons hopen.
Vertrouwen is het jaarmotto geweest voor het schooljaar 2012/2013. Dit motto is gebruikt bij de jaaropeningen met de medewerkers en de leerlingen. Daarna is het nog een aantal malen gebruikt als leidraad, bijvoorbeeld bij de Kerstvieringen december 2012. De keuze voor het motto Vertrouwen is gebaseerd op bovenstaande tekst. Alle jaren worden er acties georganiseerd voor een of meer goede doelen. Deze acties zijn een concrete uitwerking van onze identiteit, de school wil leerlingen bepalen bij het waarde(n)volle van inzet voor anderen, voor noodlijdende medemensen, vanuit de christelijke naastenliefde. Voor de volgende drie jaren van het schoolplan is gekozen voor de achtervolgende motto’s Geloof, Hoop en Liefde. In het schooljaar 2014/2015 is Hoop het motto. In dit schooljaar worden zoveel mogelijk acties voor goede doelen gecombineerd tot een school-brede actie: de deelname aan de Roparun 2015. In de motivatie voor deze actie, voor deze deelname, is Hoop een leidende gedachte: wij willen Hoop bieden aan kankerpatiënten die vaak in een uitzichtloze situatie zijn. Deze koppeling aan het jaarmotto wordt voortdurend genoemd, ook bij de motivatie van leerlingen om geld wervende acties te organiseren.
Griftland College Soest
20
Hoofdstuk 12 Resultaten Griftland College Twee kwaliteitskaarten Opbrengstenkaart 2014 Aantal leerlingen totaal Aantal leerlingen per onderwijs soort Advies na 2e leerjaar
% leerlingen in leerjaar 3 zonder zittenblijven % leerlingen 3e leerjaar naar diploma zonder Zitten blijven Gemiddeld cijfer CE Alle vakken Nederlands Engels, Frans, Duits Aardrijkskunde, geschiedenis Economische vakken Wiskunde, natuur, scheikunde en Biologie Deelname examen 2013 Cultuur en maatschappij Economie en maatschappij Natuur en gezondheid Natuur en techniek Geslaagd voor examen 2013 Opbrengstenkaart 2015 Aantal leerlingen totaal Aantal leerlingen per onderwijs soort Advies na 2e leerjaar
% leerlingen in leerjaar 3 zonder zittenblijven % leerlingen 3e leerjaar naar diploma zonder Zitten blijven Gemiddeld cijfer CE Alle vakken Nederlands Engels, Frans, Duits Aardrijkskunde, geschiedenis Economische vakken Wiskunde, natuur, scheikunde en Biologie Deelname examen 2014 Cultuur en maatschappij Economie en maatschappij Natuur en gezondheid Natuur en techniek Geslaagd voor examen 2014
Griftland College Soest
Griftland College Mavo Havo 1459 427 619 VMBO-k 1% M 11% M 46% M/H 19% M/H 30% H 59% H+ 23% H/V 9% V 2% 96 97
Vwo 413 H 21% H/V 31% V 48%
100
86
72
69
6,2 6,3 6,2 6,2 6,0 6,5
6,7 6.4 6,6 7,0 6,9 6,9
6,6 6.2 6,7 6,4 6,4 6,7
90,7%
11% 56% 15% 18% 91,2%
15% 28% 31% 26% 90,3%
Griftland College Mavo Havo 1447 430 571 M 47% M 2% M/H 27% M/H 23% H+ 26% H 59% H/V 8% V 8% 96 100
Vwo 446 H 14% H/V 29% V 57%
100
90
70
80
6,4 6,1 6,7 6,4 6,4 6,5
6.4 6,5 6,5 6,5 6,2 6,5
6.9 7,3 6,7 6,6 6,1 7,0
93%
9% 56% 21% 15% 91%
14% 18% 28% 40% 100%
21
Hoofdstuk 13 Financiën a.Verantwoording De begroting van 2014 werd besproken in de RVT-vergadering van 19 december 2013. Er is goedkeuring verleend aan het bestuur de begroting vast te stellen. In de begroting van het Griftland College zijn een aantal taakstellingen opgenomen om met een klein positief saldo af te sluiten, teneinde niet verder in te teren op het weerstandsvermogen. Bij de Waldheim-mavo was een negatief saldo begroot in verband met de toename van het leerlingenaantal. Voor de langere termijn is ook voor de Waldheim-mavo een sluitende begroting noodzakelijk, maar ook realiseerbaar. In het afgelopen jaar is het weerstandsvermogen bij het Griftland College door het bijzondere resultaat gestegen tot ver boven het vastgesteld niveau. Voor het Griftland College is het streefpercentage voor het weerstandsvermogen 10% van de totale baten. Vanwege de kleinere omvang van de Waldheimmavo is voor deze school een percentage van 40% van de totale baten vastgesteld. In de jaarrekening is de kapitalisatiefactor opgenomen. Dit is een door de commissie Don ingevoerd kengetal, waarmee men een instrument heeft om te beoordelen hoe kapitaalkrachtig schoolbesturen zijn. Er wordt een bovengrens gehanteerd van 35%. Het is een controlegetal om de overreserves van de schoolbesturen in kaart te brengen. Besturen die ver boven de grens zitten of komen zullen de reden hiervan moeten verantwoorden. De stichting heeft een kapitalisatiefactor van 37,65%. Dit is een keurig percentage. De jaarrekening van het Griftland College wordt veel negatiever dan de begroting afgesloten, wat voor het grootste deel te danken is aan de stijging van de loonkosten en met name vervanging ziekte, maar ook voor een deel uit niet gerealiseerde bezuiniging lesmateriaal. Voor de Waldheim-mavo is het bedrijfsresultaat nagenoeg conform de begroting maar door verevening van de ziektevervanging binnen het CVO is het uiteindelijke tekort wat groter dan begroot. De kosten van bestuur en centrale administratie zijn doorberekend aan beide scholen conform de afgesproken verdeelsleutel.
b.Verlies en winstrekening Het negatieve resultaat uit de gewone bedrijfsvoering wordt voor een deel veroorzaakt door het achterblijven van de bekostiging bij de stijging van loonkosten en personele lasten. Voor een deel wordt dit gecompenseerd door een lichte onderbesteding bij een aantal uitgavenposten. Per saldo een verslechtering van het resultaat ten opzichte van de begroting van - € 149.651 voor het Griftland College en een toename van het tekort met € 16.201 voor de Waldheim-mavo. Voor beide scholen zijn de personele lasten gestegen door de inhuur van externe personeel, deels voor vervanging maar ook ter invulling van moeilijk te vervullen tijdelijke vacatures. De personele voorzieningen zijn licht afgenomen, door uitbetaling of opname van opgespaard verlof. Er is in verband met de nieuwe cao een nieuwe voorziening basisbudget bij gekomen. Een analyse van het resultaat is opgenomen in de jaarrekening. Er is ongeveer 60% van de begrote investeringen gerealiseerd. Op bepaalde posten zoals de ICT begroting zijn overschrijdingen geboekt, terwijl ander posten weer meegevallen zijn, zo zijn bepaalde vervangingsinvesteringen niet gerealiseerd. In 2014 is er op de Waldheim-mavo niet in huisvesting geïnvesteerd. Op basis van het meer jaren onderhoudsplan is een onderhoudsvoorziening gevormd. De jaarlijkse exploitatiekosten verlopen redelijk conform begroting. Alleen de posten onderhoud en energiekosten vertonen een stijging. Bij het Griftland is slechts beperkt geïnvesteerd in het gebouw. Van de totaal voorgenomen investeringen is ongeveer 60% gerealiseerd.
Stichting CVO Baarn/Soest
22
c. Balans De stichting heeft een balanstotaal van € 5.375.056. De materiele vaste activa zijn nagenoeg gelijk gebleven. De vorderingen zijn toegenomen en de liquide middelen zijn met ongeveer € 450.000 gedaald. Door het negatieve resultaat is het eigen vermogen afgenomen. Ook de voorzieningen en de kortlopende schulden zijn afgenomen. Bij elkaar zorgt dit voor een afname van het balanstotaal. De solvabiliteit (0,50) en liquiditeit (1.99) zijn licht afgenomen ten opzichte van 2013, waarbij de kengetallen van de Waldheim-mavo nog steeds wat positiever zijn dan die van het Griftland College. Wat betreft het niveau van het eigen vermogen kan worden gesteld dat op stichtingsniveau het percentage van 20,79% weerstandsvermogen zich binnen de door OC&W aangegeven grenzen bevindt. Het vermogen bestaat ongeveer voor 60% uit publieke en 40% uit private middelen. Bij het Griftland College is het private vermogen het hoogst te weten 67%. Het publieke vermogen is daar nu 33%. Bij de Waldheim-mavo is het nagenoeg onveranderd, te weten 93% publiek en 7% privaat vermogen. De komende jaren is het streven om met gebruikmaking van de bestemmingsreserve krimp een sluitende begroting en jaarrekening te realiseren om zodoende het weerstandsvermogen op peil te houden.
d. Ouderbijdragen De besteding van de ouderbijdragen is bij de Waldheim-mavo redelijk conform de begroting verlopen. Er is een lichte onderbesteding op een aantal posten waardoor het resultaat uiteindelijk positief is. Bij het Griftland College geldt hetzelfde. In totaal is € 17676,00 toegevoegd aan de bestemmingsreserve private middelen. Een overzicht van de besteding is opgenomen in de bijlagen van de jaarrekening.
e. Diversen Treasury verslag De stichting heeft geen risicodragende beleggingen. Het treasury management is gemandateerd aan de directie van beide scholen. Het treasury management is vastgelegd in het treasury-statuut dat door het bestuur 2010 is vastgesteld. In het verslagjaar is conform het treasury-statuut gehandeld en uitsluitend gebruik gemaakt van depositorekeningen bij de huisbankier. De intrestbaten waren laag begroot in het licht van de lage rente stand en de afname van de liquide middelen. Het behaalde rendement is nog iets lager uitgekomen. De middelen zijn voor het grootste deel vastgelegd in deposito’s. Deze deposito’s zijn bij het begin van het boekjaar vastgelegd voor een korte periode in afwachting van een hoger rentepercentage. De liquiditeitsplanning is redelijk conform de begroting gerealiseerd. De liquide middelen vertonen een afname die voornamelijk wordt veroorzaakt door de investeringen en het negatieve resultaat. Het kasstroomoverzicht laat een afname van de liquide middelen zien van ruim 461 duizend euro.
Stichting CVO Baarn/Soest
23
Financiële instrumenten Algemeen De stichting heeft in de normale bedrijfsuitoefening geen gebruik gemaakt van uiteenlopende financiële instrumenten die de stichting blootstellen aan renterisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s. De stichting heeft niet in financiële derivaten gehandeld en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de stichting verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de kredietrisico’s en marktrisico’s. Kredietrisico Het gaat hierbij om het risico dat financiële instellingen niet aan hun contractuele verplichtingen kunnen voldoen. De stichting heeft transacties niet verspreid over verschillende financiële instellingen. Er is voldoende vertrouwen in de huisbankier dat zij voldoen aan kredietwaardigheidseisen (rating). Dit is opgenomen in het treasury statuut. Renterisico en kasstroomrisico De stichting heeft geen rentedragende vorderingen en rentedragende kortlopende schulden. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. De reële waarde van de overige in de balans verantwoorde financiële instrumenten wijkt niet materieel af van de boekwaarde.
Stichting CVO Baarn/Soest
24
Hoofdstuk 14 Verslag Raad van Toezicht 2014 De samenstelling van de Raad van Toezicht is 1. Anneke Westland Bunschoten- Spakenburg aftredend 2015 2. Jaco van Dasler Soest aftredend 2015 3. Jaap Pronk Soest aftredend 2016 4. Rob Blom Soest aftredend 2018 5. Max van Buiten Soest aftredend 2018 Vanwege het aftreden van twee leden in 2015 en een lid in 2016 is in december 2014 een wervings- en selectieproces gestart om medio 2015 te kunnen voorzien in de vacatures. Dit proces is inmiddels met succes afgerond. Per jaar komt de Raad van Toezicht zes tot zeven keer bij elkaar. De bestuurder woont de vergaderingen van de RvT grotendeels bij, hij legt rapportages en beleidsnotities voor en hij rapporteert over actuele ontwikkelingen. De wettelijke taken die de Raad van Toezicht in 2014 heeft uitgeoefend: • Het goedkeuren van het jaarverslag 2013 ( in juni 2014) en de begroting 2015 (dec 2014). Hiermee is ook toegezien op de rechtmatige aanwending van de middelen die de scholen verkregen op grond van de wet. • Het goedkeuren van de schoolplannen voor het schooljaar 2014/2015 op basis van de eerdere goedgekeurde strategisch meerjarenplannen van de beide scholen. Deze strategische meerjarenplannen vallen binnen het eerder vastgestelde toetsingskader van de Stichting CVO Baarn/Soest: • Het toezien op de naleving door het bestuur van wettelijk verplichtingen en de code voor goed bestuur. • Het aanwijzen van een accountant als bedoeld in artikel 393 (eerste lid van Boek 2 van het BW) die verslag uitbrengt aan de RvT. In de vergadering van juni 2014 heeft de accountant zijn bevindingen m.b.t. het jaarverslag 2013 toegelicht. In de herfst van 2014 heeft de Raad van Toezicht na een zorgvuldige procedure een keuze gemaakt voor een nieuwe accountant voor, in eerste instantie, de komende vijf jaar. De hierboven genoemde wettelijke taken hebben voornamelijk te maken met de toezichthoudende rol van de Raad van Toezicht. Daarnaast heeft de Raad ook de werkgeversrol voor de bestuurder en de adviesrol. Gevraagd en ongevraagd levert de Raad advies aan de bestuurder. Binnen de Raad van Toezicht zijn de volgende functies en/of commissies te onderscheiden: Voorzitter Rob Blom Vice-voorzitter Anneke Westland Secretaris Max van Buiten De remuneratiecommissie Anneke Westland en Rob Blom De auditcommissie Jaap Pronk en Jaco van Dasler De auditcommissie bespreekt de financiële stukken met de bestuurder, in aanwezigheid van de beide schooldirecteuren en de controller/hoofd van de centrale administratie, voordat deze stukken in de vergadering van de Raad worden besproken. De remuneratiecommissie, als uitvoerder van de werkgeversrol van de Raad, voert voorbereidende en oriënterende gesprekken over het functioneren van de bestuurder met verschillende personen in de beide scholen, alvorens het beoordelingsgesprek met de bestuurder te voeren. In 2014 heeft de Raad vastgesteld dat zij een positief oordeel heeft over het
Stichting CVO Baarn/Soest
25
functioneren van Koos Nieuwland als bestuurder van de stichting en als rector van het Griftland College. In het voorjaar 2014 heeft een externe deskundige in opdracht van de Raad het statutair vastgelegde bestuursmodel geëvalueerd. Sinds het aantreden van de nieuwe directeur van de Waldheim-mavo (augustus 2012) heeft de rector van het Griftland College als enige bestuurder van de stichting gefunctioneerd. Voor de evaluatie van deze praktijk heeft de externe deskundige meerdere partijen binnen de stichting en binnen de scholen gesproken. De conclusie is dat de praktijk met één bestuurder goed bevalt. De externe deskundige heeft verder enkele aanbevelingen gedaan om het onafhankelijk functioneren van beide scholen te borgen met opname van bepalingen in de statuten. De Raad heeft deze conclusie met aanbevelingen overgenomen en binnen beide scholen besproken. Op beide scholen werd positief gereageerd. In juni 2014 is het eenhoofdig bestuur statutair vastgelegd. Ieder jaar evalueert de Raad het eigen functioneren, in 2014 zonder begeleider. In deze evaluatie is vastgesteld dat het functioneren van de Raad nog steeds goed is, zowel het gezamenlijk functioneren als dat van de individuele leden. Er zijn ontwikkelpunten benoemd zoals: permanente scholing op functioneren van toezicht in het algemeen, sturen op minder indicatoren en het doen van werkbezoeken aan de beide scholen (om te observeren en andere informatie te verzamelen ten behoeve van het toezicht). De deskundigheidsbevordering van de Raad wordt steeds belangrijker, ook omdat er in 2015 drie nieuwe toezichthouders instromen. Daarvoor wordt een plan van aanpak gemaakt. In de begeleide zelfevaluatie is vastgesteld dat de Raad voldoet aan de wettelijke toezichtstaken. De Raad heeft verschillende malen zijn klankbordfunctie uitgeoefend. De vergoeding van de Raad is vijftig euro netto per maand per lid. Namens de RvT Rob Blom MBA CMC voorzitter
Stichting CVO Baarn/Soest
26
Hoofdstuk 15 Statistieken a.Ontwikkeling leerling aantallen
Griftland College
2015
2016
2017
2018
2019
281 82 82 69 514 117 111 79 140 138 80 134 64 71 8,5 942,5 1456,5
306 111 90 86 593 81 95 68 153 119 73 126 79 60 8,5 862,5 1455,5
263 101 90 79 533 104 105 84 120 101 62 137 73 74 8,5 868,5 1401,5
260 100 90 78 528 96 104 77 134 110 77 110 63 68 8,5 847,5 1375,5
246 99 90 77 512 94 104 76 130 110 71 120 76 59 8,5 848,5 1360,5
2015 114 112
2016 85 113
2017 114 113
2018 114 113
2019 105 114
TOT. OB
226
198
227
227
219
3M 4M Vavo
86 75 0,5
113 82 0
115 106 0
115 109 0
117 109 0
161,5 387,5 1844
195 393 1848,5
221 448 1849,5
224 451 1826,5
226 445 1805,5
B 2H 2M 2V TOT. OB 3H 3M 3V 4H 4M 4V 5H 5V 6V VAVO 5+7*0,5 TOT.BB TOTAAL Griftland College Waldheim-mavo B 2M
TOT.BB TOTAAL Waldheim-mavo Totaal CVO
Het leerlingenaantal zal voor het Griftland College langzaam aan afnemen. Dit is voor een groot deel het gevolg van de lagere aanmelding in schooljaar 13/14. Voor schooljaar 14/15 heeft zich de aanmelding hersteld, maar de doorwerking is nog enkele jaren merkbaar. De komende jaren zal de school een constante krimp van ongeveer 2% laten zien. Vanaf 2016 is er bovendien een afname van de basisgeneratie. Voor schooljaar 15/16 is de prognose weer bijgesteld. De aanmelding van nieuwe brugklas is beduidend hoger dan waarmee in de begroting is gerekend. Voor 2016 is het aantal leerlingen in de brugklas 306, waardoor ook de overige aantallen in de meer jaren prognose zullen veranderen. Deze aanpassing is hier nog niet doorgevoerd. De daling wordt in feite een of twee jaar vooruitgeschoven. Het leerlingenaantal zou voor de Waldheim-mavo langzaam aan toenemen. De school heeft gekozen voor een groeimodel. Het leerlingenaantal van 2015 is echter veel lager dan verwacht. Dit zal doorwerken in de komende jaren. De stijging naar ongeveer 460 leerlingen zal moeten worden bijgesteld.
Stichting CVO Baarn/Soest
27
b. Personeel Aantal werknemers
Dir OP OOP Totaal
Waldheim-mavo Man Vrouw Totaal 1 1 14 14 28 5 1 6 19 16 35
Griftland College Man Vrouw Totaal 6 1 7 46 60 106 9 36 45 61 97 158
CVO Baarn/Soest Man Vrouw Totaal 6 2 8 60 74 134 14 37 51 80 113 193
Het personeelsbestand is ten opzichte van 2013 toegenomen met in totaal 2 werknemers. Bij de Waldheim-mavo is het aantal gelijk gebleven en 2 meer bij het Griftland College. Er zijn 3 mannen minder en 5 vrouwen meer in dienst. Deze ontwikkelingen rond de leerlingen aantallen hebben gevolgen voor het personeelsbestand. Gedwongen ontslagen zullen vooralsnog niet nodig zijn. In toenemende mate zullen echter werknemers binnen de stichting vanuit de ene school bij de andere school tewerkgesteld worden. Nieuwe benoemingen zullen zo veel mogelijk van tijdelijke aard zijn. Bij zittende docenten die (deels) boventallig zijn, kan waar mogelijk gebruik worden gemaakt van tweede bevoegdheden. Op termijn zal ook de directie formatie en formatie OOP door natuurlijk verloop inkrimpen. Verzuimgegevens. Verzuimgegevens
Aant. wn. Gem. 214 207 196 191 193
Totaal CVO 2010 Totaal CVO 2011 Totaal CVO 2012 Totaal CVO 2013 Totaal CVO 2014
Fte’s Gem. 158.71 156.93 149,04 143.63 143,99
WH
8,92%
GC
Totaal CVO
8,12%
6.68% 5.12% 3.20% 5.64% 8.28%
Het verzuim is ten opzichte van 2013 weer fors toegenomen. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door langdurig verzuim. Ontwikkeling gemiddelde formatie volgens begroting 2015 Personeelsformatie DIR Griftland College Waldheim-mavo Centraal bureau
2015 6,7 1 0.2
2016 6,7 1 0.2
2017 6,2 1 0.2
2018 5 1 0.2
2019 5 1 0.2
7,9
7,9
7,4
6,2
6,2
Personeelsformatie OP Griftland College Waldheim-mavo Centraal bureau
2015 74,59 22,19
2016 72,5 23,47
2017 71,72 24,22
2018 71,87 24,22
2019 69,74 24,22
TOT.CVO
96,78
95,97
95,94
96,09
93,96
Personeelsformatie OOP Griftland College Waldheim-mavo Centraal bureau
2015 23,67 4,89 3.95
2016 23,58 4,89 3.95
2017 23,46 5,29 3.95
2018 23,36 5,49 3.95
2019 23,2 5,49 3.95
32.51 137,19
32,42 136,29
32,70 136,09
32,80 135,09
32,64 132,80
TOT.CVO
TOT.CVO TOT.CVO Stichting CVO Baarn/Soest
28
Hoofdstuk 16 Nadere toelichting Jaarrekening
De Jaarrekening stemt ondanks het tekort tot tevredenheid. Bij het maken van de begroting voor 2015 leek het tekort ernstiger te worden dan nu is gebleken. Wel heeft het Griftland College al een beroep moeten doen op de bestemmingsreserve. De ratio’s van de scholen en overige kengetallen zijn goed, zie overzicht kengetallen op pagina 41. De verwachte ontwikkeling van het eigen vermogen biedt vertrouwen voor de toekomst. Een beeld van deze ontwikkeling is opgenomen op pagina.40.
Stichting CVO Baarn/Soest
29
Hoofdstuk 17 Bijlagen verplicht DUO TOEKOMST PARAGRAAF EN CONTINUÏTEIT PARAGRAAF Bijzonderheden Begroting 2015
Centraal buro Voor 2015 is er geen wijziging in de administratieve inrichting van de CVO Baarn/Soest. Er wordt gewerkt met een administratieve eenheid op bevoegd gezag niveau (CVO) met 3 kostenplaatsen, te weten het Griftland College, de Waldheim-Mavo en het Centraal bureau. Op het Centraal bureau is het bestuur, het bestuurssecretariaat, personeelszaken, de personeelsadministratie en de financiële administratie ondergebracht. Het totaal van de drie kostenplaatsen vormt de begroting van de CVO. Hierbij worden de kosten van het CB naar rato verdeeld over de beide scholen.
Waldheim-mavo De Waldheim-mavo is een school in ontwikkeling. Dat is terug te zien in de financiën. In het schooljaar 2013/14 is de uitvoering van een groot aantal plannen gestart. De plannen zijn er op gericht de leeromgeving uitdagender te maken en leerlingen meer verantwoordelijkheid te geven. Het doel hiervan is dat de Waldheim-mavo een school is die aantrekkelijk is voor nieuwe leerlingen, die uitmuntende resultaten behaalt en waar leerlingen meer leren dan alleen de eindtermen van de vakken. Nu gestart is met de uitvoering van een groot aantal projecten en er in verschillende samenstellingen tijdens verschillende gelegenheden door docenten hard gewerkt wordt aan continue verbeteringen van het onderwijs mogen we trots vaststellen dat we de gewenste resultaten halen. Ook in 2014 is het weer gelukt om vier brugklassen te vormen, de examenresultaten zijn opnieuw flink vooruit gegaan en steeds meer leerlingen doen op heel uiteenlopende wijze iets aan verbreding van het onderwijsprogramma. Om de projecten uit te kunnen voeren is een groep docenten gefaciliteerd met tijd en opleidingen. In 2014 is hier ongeveer €27.000,- in geïnvesteerd. In 2015 zal deze investering ongeveer even groot zijn. De nieuwe cao voor het voortgezet onderwijs en de nieuwe benoemingen in de LC-docentenfunctie zorgen voor hogere loonkosten. Met deze benoemingen voldoet de school aan de streefcijfers van het convenant Leerkracht en is de school een aantrekkelijk werkgever voor senior-docenten. Beide verhogingen van de loonkosten zijn op 1 augustus 2014 ingegaan. Vanaf 1 augustus 2015 heeft de school waarschijnlijk een extra klas. Deze klas wordt pas vanaf 1 januari 2016 gefinancierd vanuit de rijksoverheid. Als gevolg van deze investeringen zal 2014 met een groter tekort dan begroot afgesloten worden. Waarschijnlijk zal het tekort ca € 65.000 zijn. Ook de begroting van 2015 laat een negatief eindresultaat zien, ongeveer € 80.000. De investeringen in de Waldheim-mavo resulteren in een groei van het aantal leerlingen. Na 2015 zorgen deze extra leerlingen voor extra inkomsten. Omdat niet alle uitgaven in hetzelfde tempo stijgen ziet de meerjarenbegroting er vanaf 2016 positief uit. Naar verwachting zullen de tekorten van 2014 en 2015 in enkel jaren weer gecompenseerd zijn en zal er binnen vijf jaar zelfs sprake zijn van een toename van het eigen vermogen. Dit meerjarenperspectief rechtvaardigt de investeringen van 2015. Een extra bezuiniging is dan ook niet noodzakelijk. Uiteraard is het van groot belang dat de investeringen doelmatig zijn en dus daadwerkelijk leiden tot een aantrekkelijke school. De resultaten van het schooljaar 2014/15 zullen dan ook kritisch gevolgd en geëvalueerd worden. De plannen voor het schooljaar 2015/16 zullen gebaseerd worden op deze resultaten.
Stichting CVO Baarn/Soest
30
Griftland College In het jaar 2014 wordt de begroting met ca. € 149.500 overschreden, met een negatief saldo van € 130.000 als gevolg. De hoofdoorzaak hiervan is het grote aantal langdurig zieken, waardoor de vervangingskosten veel hoger uitvielen dan begroot. Daarnaast heeft het (gelukkig) hogere aantal leerlingen altijd als nadeel dat de verhoging van de bekostiging altijd pas per 1 januari wordt geeffectueerd: groei moet worden voorgefinancierd. Ook vormen de hogere kosten van de CAO-VO, die in de loop van 2014 is afgesloten, een belangrijk deel van de overschrijding. Het tekort van 2014 zal ten laste van het weerstandsvermogen worden gebracht. Tegen deze achtergrond moet de begroting voor 2015 worden bezien. Uiteindelijk moet het weerstandsvermogen van de school op een acceptabel niveau blijven. In het verleden is besloten, onder andere met gebruikmaking van landelijke norm, dat voor het Griftland College het weerstandsvermogen minimaal 10% moet zijn. Een belangrijke ontwikkeling de komende jaren is de krimp in de basisgeneratie. Deze ontwikkeling geldt voor veel scholen in Nederland, in enkele regio’s is sprake van ernstige krimp. Deze ernst geldt niet voor onze regio, wel zal er een dalende lijn zijn in het aantal leerlingen. Deze daling is berekend met behulp van het historisch marktaandeel van onze school, in combinatie met het geprognosticeerde aantal leerlingen in de basisgeneratie. Uiteraard heeft deze ontwikkeling gevolg voor de personeelsformatie. Op basis van de verwachte aantallen leerlingen is het aantal klassen de komende jaren berekend en daaruit is de docentformatie bepaald. Voor het OOP is de verwachte afname gekoppeld aan de daling van het aantal leerlingen. Voor de directieformatie wordt nieuw beleid ontwikkeld: er wordt een nieuwe managementstructuur ontwikkeld per medio 2016. De bijbehorende directieformatie is kleiner dan in de huidige opzet. Bij de invoering van het nieuwe model wordt gerekend met het verwachte natuurlijk verloop. Er zijn niet veel knoppen om aan te draaien, de schoolbegroting is voor een zeer groot deel bepaald door vaste verplichtingen, zowel met medewerkers op basis van de CAO-VO, als ten aanzien van de materiële uitgaven, waaronder de huisvestingslasten. We hebben onderzocht welke stappen zouden bijdragen aan een bezuiniging, waarbij de effecten op de onderwijskwaliteit zijn gewogen. Het is – in theorie - mogelijk om kleine lesgroepen te combineren of te schrappen uit het lesaanbod. Het schrappen leidt tot verminderd vertrouwen, het vak is immers aangekondigd. Onderzoek van mogelijke combinaties heeft in de huidige lesverdeling aangetoond dat in de huidige verdeling deze optie nauwelijks tot bezuiniging leidt. Een nadeel van deze optie is nog dat (een deel van) de last van het financiële probleem op de schouders van een kleine groep docenten komt, naast de complexere roostersituatie die ontstaat. De optie om de splitsingsnorm voor de mavo-klassen te verhogen naar 30 (voor havo en vwo wordt de splitsingsnorm op 32 gehouden) leidt de komende jaren tot een bezuiniging van ca. € 100.000 per jaar. Het is duidelijk dat dit gevolgen heeft voor de docenten en de leerlingen in de mavo-klassen. Het is noodzakelijk om deze last zo goed mogelijk over zoveel mogelijk docenten te verdelen, hier is een rol voor de secties. Wellicht kunnen wij ons voordeel doen met de ervaringen op de Waldheim-mavo waar de splitsingsnorm al jaren op 30 ligt. Zieke medewerkers worden met ingang van 2015 niet meer automatisch volledig vervangen. Per situatie zal bezien worden wat de effecten van de lesuitval voor de onderwijstijd, de doorgaande leerlijn en de resultaten zullen zijn. Zo sturen we op deze kosten, uiteraard met als doel de begroting niet te overschrijden. In de personele begroting is een taakstellende bezuiniging opgenomen van 0,4 fte docent-formatie. Momenteel is er ongeveer 0,8 fte aan ongebruikte docentformatie door het niet vullen van de ruimte voor overige taken. De aangekondigde revisie van het taakbeleid moet onder andere leiden tot deze bezuiniging. In de materiele begroting zijn enkele posten verlaagd, waaronder de dotatie aan de voorziening groot onderhoud. Het is reëel om niet alle begrote onderhoudsuitgaven in de geplande periode uit te voeren. Ook zijn de uitgaven van het meerjarenplan update gebouw verlaagd. De aanpak van de oude gebouwdelen, waarmee we eind 2013 zijn gestart, gaat door, conform het plan. De vernieuwing van de hal is geschrapt. Met deze beleidsingrepen, de kleinere directieformatie, de hogere splitsingsnorm voor mavo-klassen, het versoberde beleid t.a.v. de vervanging van zieke medewerkers en de genoemde aanpassingen in de materiele uitgaven, is de begroting voor 2015 en de meerjarenraming negatief maar met een positieve tendens.
Stichting CVO Baarn/Soest
31
De begroting 2015 en de meerjarenraming voor de jaren t/m 2018 sluiten negatief. Het totaal van deze tekorten, incl. het positieve resultaat van 2019. is ca. € 245.000. Dit totaal, vermeerderd met het genoemde saldo van € 240.000 in 2014, wordt grotendeels opgevangen door het bedrag van ca. € 450.000 dat in 2013 vanuit de eenmalige stortingen door de overheid aan het weerstandsvermogen van de school is toegevoegd. De ontwikkeling van het weerstandsvermogen is een onderdeel van de toelichting bij de meerjarenraming. Het weerstandsvermogen blijft rond de 11%, een verantwoord niveau. In 2019 is een positief saldo begroot. Dit saldo heeft structurele componenten. Zo komt de uitgave ‘kosten spaarbapo’ niet meer voor, omdat de groep medewerkers die gebruik maakt van spaarbapo in 2019 met pensioen zal zijn. In de periode 2015-2018 zijn de totale kosten van spaarbapo ca. € 160.000, per jaar gemiddeld € 40.000, een uitgavenpost die vanaf 2019 niet meer voorkomt. Het geheel van de aanpassingen leidt tot een begroting 2015 met een meerjarenraming die zeer zeker niet sterk positief is, maar die met een verantwoorde besteding van het weerstandsvermogen voor de periode 2015-2019 leidt aan het einde van de periode tot een situatie met een gezond financieel perspectief. De ontwikkeling van het weerstandsvermogen in deze periode maakt dit ook duidelijk. De genoemde ingrepen op personeel en materieel terrein zijn allemaal nodig om tot dit resultaat te komen.
Investeringen Bij de Waldheim-mavo zijn geen grote investeringen gepland voor dit jaar. In het tekenlokaal zal meubilair worden vervangen en daarnaast enkele vervangingsinvesteringen. Totale investering € 28.000,00. Bij het Griftland College staat een beperkte investering in verbouw en renovatie van de oude gebouwdelen en enkele lokalen op stapel. Dit maakt onderdeel uit van het renovatieplan. Voor het overige met name vervangingsinvesteringen. Bij elkaar een totale investering van € 224.150,00.
Huisvesting Bij de Waldheim-mavo zijn de lasten iets hoger dan in 2014. Er is rekening gehouden met een dotatie aan de onderhoudsvoorziening. Deze voorziening zal in 2015 worden geactualiseerd. Ook het schoonmaakprogramma is uitgebreid. Het plan groot onderhoud van het nieuwe gebouw is gereed. In samenwerking met Het Baarnsch Lyceum zal verder worden onderzocht of alle daarin opgenomen uitgaven realistisch zijn. In 2015 zal de voorziening hierop worden aangepast. Bij het Griftland College zijn de huisvestingskosten nagenoeg gelijk gehouden met 2014. De onvermijdelijke prijsstijgingen zijn voor een groot deel gecompenseerd door bezuinigingen. Overige lasten Bij de Waldheim-mavo zijn een aantal posten onderhevig aan prijsstijgingen. Administratie en beheerkosten zijn hoger in verband met hogere licentiekosten ICT en uitbesteding IT-beheer. Per saldo levert dit laatste een besparing op door lagere loonkosten. Bij het Griftland College wordt de stijging van overige lasten worden veelal gecompenseerd door hogere baten. Op de lesmaterialen is een bezuinigingstaakstelling opgelegd, in verband met de naar beneden bijgestelde bekostiging. In 2014 is er een nieuwe Europese aanbestedingsronde geweest en dit heeft geresulteerd in een overeenkomst met Iddink BV voor 4 jaar voor beide scholen.
Stichting CVO Baarn/Soest
32
Financiën Begroting 2015
De financiële gegevens van de begroting zijn beknopt opgenomen in dit jaarverslag. Er wordt een tekort voorzien. Bij het Griftland College een negatief saldo van € - 69.209 en bij de Waldheim-mavo een tekort van € - 81.408. Op stichtingsniveau is dit € - 150.617 tekort. Het Centraal bureau is kosten neutraal omdat deze kosten worden gedragen door de scholen. Doordat de leerlingenaantallen uiteindelijk hoger zijn zal er ook meer bekostiging binnen komen. Daar staat wel tegenover dat ook het terugbrengen van de formatie minder snel zal gaan.
Treasuryplan 2015
Ook in het begrotingsjaar zal conform het treasury-statuut worden gehandeld. Er zal gebruik gemaakt worden van rendement rekeningen en deposito’s bij de huisbankier. Door de crisis in Europa en de daarmee gepaard gaande risico’s zijn de intrestbaten nog steeds aan de lage kant. De afname van de liquide middelen kan voor een verbetering zorgen. De liquide middelen zijn voor het grootste deel vastgelegd in deposito’s. Voor 2015 zal een deel van het vermogen wellicht voor een langere periode worden vastgezet, waardoor een hoger rendement behaald kan worden. In een periode van stijging is dat echter weer niet verstandig. Het is van belang om een juiste mix te vinden. De liquiditeitsplanning is conform begroting gemaakt. Voor 2015 is een negatief saldo begroot mede dankzij een aantal bezuinigingstaakstellingen, zoals onder andere een terugloop in formatie en bezuiniging op lesmateriaal. De liquiditeitspositie van de stichting is goed. In 2015 moet het treasury-statuut worden geëvalueerd en opnieuw vastgesteld.
Bijzonderheden meerjarenbegroting
Het meerjarenperspectief van de Waldheim-mavo geeft een positief beeld. De geprognotiseerde groei van het aantal leerlingen gaf vertrouwen in de toekomst. Dit beeld moet bij de begroting voor 2016 wellicht iets worden bijgesteld in het licht van de tegenvallende aanmelding voor schooljaar 15/16. Voor de korte termijn is dat nog geen probleem. In de komende jaren wordt er gewerkt aan een sluitende begroting. Het weerstandsvermogen kan zeker een aantal jaren een tekort opvangen, maar op termijn zal dit ook op het gewenste niveau zijn en is een sluitende begroting noodzakelijk. Waar mogelijk zal het weerstandsvermogen in het bijzonder ingezet worden voor kortlopende projecten die een verbetering van de kwaliteit van het onderwijs als doel hebben.
Het meerjarenperspectief van het Griftland College vertoont in 2015 nog een negatief beeld voor de korte termijn. Er zijn vanaf 2015 weer grote tekorten te verwachten. Dit heeft er toe geleid dat in 2015 maatregelen zijn getroffen om deze tekorten af te wenden. Deze maatregelen zijn bij bijzonderheden begroting uitgebreid besproken.
Stichting CVO Baarn/Soest
33
CONTINUÏTEIT Cijfermatige gegevens Op pagina 36 en volgende is de begroting 2015 opgenomen op pagina en een aantal kengetallen met betrekking tot de jaren daarna. De verwachte ontwikkelingen van leerlingenaantallen en de gevolgen daarvan voor personeel en financiën zijn opgenomen in het hoofdstuk statistieken. Er is een meerjarenraming gemaakt voor de financiële exploitatie voor de komende 5 jaar (pagina 38) en de gevolgen daarvan voor de ontwikkeling van het eigen vermogen van de stichting.
Intern risicobeheersings- en controlesysteem. De volgende onderdelen vormen samen een deel van het beheersings- en controle systeem. Strategisch beleidsplan Meerjarenplannen Jaarplan Begroting Financiële rapportages Management rapportages (sturing instrument op kengetallen) Formatieplan Jaarrekening Benchmarks regio Benchmarks landelijk Er wordt binnen de CVO gewerkt met een begroting en controle cyclus. Op basis van de strategische beleidsplannen worden meerjarenplannen en jaarplannen uitgewerkt per school. Deze plannen vinden hun financiële vertaling in begroting en meer jaren raming. Deze begroting wordt, na goedkeuring door de RVT, vastgesteld door het bestuur. Aan de hand van de uitputting van de begroting wordt 4 maal per jaar een financiële rapportage gemaakt, die wordt besproken in de audit commissie. Deze rapportage is bedoeld voor het management en bestuur om tijdig te kunnen bijsturen op mogelijk overschrijding van de begroting. Maandelijks vindt er een loonkostenrapportage plaats, waarmee op het grootste deel van de uitgaven ( 85%) de vinger aan de pols wordt gehouden. Een à twee maal per jaar wordt een managementrapportage gemaakt, waarmee door het bestuur wordt gerapporteerd aan de RVT. Deze rapportage biedt de mogelijkheid om te sturen op kengetallen. Het formatieplan is de uitwerking van de personele formatie op basis van 5 jaar. De basis voor dit plan is de leerlingenprognose en de meerjarenbeleidsplannen. Het formatieplan is mede basis voor begroting en meerjarenraming. In de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en de financiële gevolgen hiervan. Gemaakte keuze worden toegelicht en verantwoordt. Regelmatig wordt door benchmarks vergelijkingen gemaakt met scholen en/of organisaties in de regio en met landelijke gegevens. Hieruit blijken meestal dat het CVO Baarn/Soest niet significant afwijkt van andere organisaties. Belangrijke risico’s en onzekerheden 1. Bezuinigingen door de overheid De overheid is meerdere malen onbetrouwbaar gebleken als het gaat om continuïteit in de geldstromen Dit wordt gezien als een risico met een hoog effect op de organisatie. Maatregelen om dit risico te beperken zijn o.a. het maken van een meer nauwkeurige meerjarenbegroting, waarbij onzekerheden in kaart worden gebracht met maatregelen. Ook het vergroten van lobbyactiviteiten is een maatregel. Het bestuur is hiertoe vertegenwoordigd in de VO-raad. Hiermede worden ontwikkelingen op de voet gevolgd en kunnen tijdig worden vertaald naar strategie en beleid.
Stichting CVO Baarn/Soest
34
2. Afschaffing van bepaalde subsidies Subsidies van de overheid zijn steeds vaker incidenteel. In toenemende mate moet hier op projectbasis mee worden omgegaan. Duidelijk monitoren of er geen langdurige consequenties zijn verbonden aan eenmalige projecten, bijvoorbeeld ICT kosten of werkloosheidskosten voor eigen rekening. 3. Bezuinigingen lokale overheid De lokale overheid is ook geconfronteerd met bezuinigingen vanuit de politiek. Hierdoor komen ook lokale subsidies onder druk te staan. Het gaat dan voornamelijk om huurvergoedingen en culturele subsidies. Ook hier geldt dat steeds meer gewerkt moet worden met eenmalige projecten. 4. Ernstige fluctuaties in leerlingenaantallen en concurrentie. Ook dit is een risico met een hoog effect op de organisatie. De tegenvallende aanmelding in schooljaar 13/14 heeft dat duidelijk aangetoond. Door diverse maatregelen op het gebied van PR( aanpassing van het marketingbeleid), communicatiebeleid, relatiemanagement en huisvesting is het tij gekeerd en is de aanmelding voor 14/15 weer terug op het oude niveau. De meer jarenprognose laat een jaarlijkse krimp van ongeveer 2% zien. Hier wordt in de meerjarenplannen op geanticipeerd door het terugbrengen van de personeelsformatie voor zowel het onderwijspersoneel als voor directie en ondersteunend personeel. 5. Bovenmatig ziekteverzuim Dit boekjaar was er sprake van bovenmatig ziekteverzuim, waardoor het percentage wel weer is gestegen. Voor een deel is dit veroorzaakt door langdurig verzuim. Gelukkig is veel vervanging mogelijk geweest binnen vaste baanomvang van medewerkers, zodat het vervangingsbudget niet geheel is verbruikt. Een van de maatregelen die genomen zou kunnen worden is het afsluiten van een verzekering. In de praktijk blijkt dat de premies van een dergelijke verzekering veelal hoger zijn dan de kosten van de vervanging. Het is dan ook goed mogelijk om dit voor eigen risico te nemen, waarbij wel in acht moet worden genomen dat het weerstandsvermogen voldoende buffer moet hebben om eventuele calamiteiten op te vangen. 6. Brandschade, onderverzekering Afbranden van het schoolgebouw is een risico wat voor een groot deel wordt gedekt door verzekeringen van de gemeente. Gevolgen kunnen optreden op het gebied van herbouwperikelen en onderverzekering inventaris. Bij de verzekering is de inventaris verzekerd op basis van eerste inrichting. Dit kan in de praktijk ver uiteenlopen met de daadwerkelijk aanwezige inventaris, met name voor ICT. In 2015 zal worden onderzocht of er op het gebied van inventaris een aanvullende polis kan en moet worden afgesloten. 7. Onverwacht groot onderhoud In principe is in het groot onderhoud geregeld in de voorziening groot onderhoud. Daarbij zijn voor de komende 20 jaar alle onderhoudsuitgaven voorzien. Eventuele calamiteiten kunnen veelal worden opgevangen door het schuiven in de planning. 8. Arbeidsconflicten Arbeidsconflicten worden gezien als een normaal bedrijfsrisico. In de IPB-cyclus wordt uiteraard gestreefd naar het voorkomen van conflicten. 9. Administratieve procedures Het risico bestaat dat door een inadequate AO/IC er onduidelijkheid is over beleid en procedures. Procedures zijn veelal wel duidelijk maar schriftelijke vastlegging zal verder verbeterd kunnen worden. Voorbeeldgedrag van managers kan betere sturing geven aan werknemers. Controle op naleving van de procedures wordt in kaart gebracht. Er is een goed beeld van de bestaande risico’s en de stichting heeft op voldoende wijze voorzien in controle en beheersing van deze risico’s. Hiermee rekening houdend is het toekomst perspectief in de meerjarenraming goed.
Stichting CVO Baarn/Soest
35
BEGROTING 2015 CVO
Begroting 2015
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten
12.307.132 319.957 600.172
Totaal Baten
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
13.227.261
10.544.564 360.142 810.060 1.691.912
Totaal Lasten
13.406.678
Saldo baten en lasten
179.417-
Rentebaten Rentelasten Financiële baten en lasten
30.000 1.200 28.800
Netto resultaat
150.617-
36
STAAT VAN BATEN EN LASTEN BEGROTING 2015 SCVO
BATEN
Begroting 2015
Normvergoeding OC&W Overige subsidies OC&W geoormerkt Overige subsidies OC&W niet geoormerkt Rijksbijdragen
11.653.268 653.864 12.307.132
Bijdragen Gemeente Overige overheidsbijdragen Overige overheidsbijdragen
68.000 251.957
Verhuur Baten ouders Overige Baten Overige baten Totaal Baten
20.000 471.724 108.448
LASTEN
319.957
600.172 13.227.261
Begroting 2015
Lonen en salarissen Overige personele lasten Uitkeringen -/Personele lasten
10.075.687 494.077 25.20010.544.564
Afschrijving gebouwen Afschrijving inventaris en apparatuur Afschrijving andere vaste bedrijfsmiddelen Afschrijvingen
62.479 237.158 60.505
Huur Verzekeringen Onderhoud en reparatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten Huisvestingslasten
12.200 1.500 297.000 152.460 282.900 6.000 58.000
Administratie en beheer Inventaris, apparatuur en leermidddelen Dotatie overige voorzieningen Overige kosten Uitgaven uit ouderbijdragen
507.470 695.770 146.500 342.172
360.142
810.060
1.691.912
Overige instellingslasten Totaal lasten
13.406.678
Saldo baten en lasten
179.417-
Rentebaten Rentelasten Saldo financiele baten en lasten
30.000 1.200 28.800
150.617-
Netto resultaat
37
MEERJARENRAMING STICHTING GECONSOLIDEERD
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
BATEN
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten
12.307.132 319.957 600.172
12.219.977 251.558 622.192
12.441.660 255.118 599.773
12.380.775 255.423 618.868
12.281.444 254.478 588.773
Totaal Baten
13.227.261
13.093.727
13.296.551
13.255.066
13.124.695
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Totaal overige instellingslasten
10.544.564 360.142 810.060 1.691.912
10.450.693 355.281 815.213 1.672.592
10.410.332 346.778 819.714 1.650.789
10.395.467 351.829 824.306 1.660.148
10.239.599 341.850 828.989 1.627.583
Totaal Lasten
13.406.678
13.293.779
13.227.613
13.231.751
13.038.021
-179.417
-200.052
68.938
23.315
86.674
Rentebaten Rentelasten
30.000 1.200
30.000 1.400
30.000 1.400
30.000 1.400
30.000 1.400
Saldo financiële baten en lasten
28.800
28.600
28.600
28.600
28.600
-150.617
-171.452
97.538
51.915
115.274
271597 27500
273532 27500
270042 27500
270042 27500
270042 27500
LASTEN
Saldo baten en lasten
Saldo Exploitatie
Eliminatie centraal
TOELICHTING Algemeen uitgangspunt voor de meerjarenraming is dat de rijksbijdragen volgens de huidige regelgeving iets zullen dalen. De bijdragen zijn berekend op basis van de meerjaren- leerlingenprognoses. Bij de overige baten zijn we ervan uitgegaan dat deze behoudens incidentele gevallen niet zullen stijgen. In de prognose is wel rekening gehouden met daling van het leerlingenaantal bij het Griftland College.
De personele lasten zijn voor wat betreft de loonkosten berekend op basis van leerlingprognoses. De afschrijvingskosten zijn direct gerelateerd aan de meerjaren-investeringsbegroting. De huisvestingslasten zijn gelijkgehouden, maar bij de overige instellingslasten is ook gerekend met het dalend leerlingenaantal van het Griftland College. Ondanks een licht herstel zijn de financiele baten voorlopig nog gelijk gehouden.
Dankzij diverse bezuinigingsmaatregelen en de inzet van de in 2013 verkregen extra middelen in de komende 5 jaar biedt het meerjarenperspectief een redelijk beeld. Het zal echter de nodige inspanning vergen om de bezuinigingen daadwerkelijk te realiseren.
38
BALANS ONTWIKKELING CVO ACTIVA
1.2 1.4 1.5 1.7
2
2.1 2.2 2.3 2.4
31 december 2014
31 december 2015
31 december 2016
31 december 2017
Materiële vaste activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
1.941.659 22.339 501.218 2.909.840
1.833.668 22.339 501.218 3.005.207
1.670.488 22.339 501.218 2.996.937
1.488.810 22.339 501.218 3.276.153
Totaal Activa
5.375.056
5.362.432
5.190.981
5.288.519
PASSIVA
31 december 2014
31 december 2015
31 december 2016
31 december 2017
Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
2.707.628 945.712 1.721.716
2.695.004 945.712 1.721.716
2.523.553 945.712 1.721.716
2.621.091 945.712 1.721.716
Totaal Passiva
5.375.056
5.362.432
5.190.981
5.288.519
39
1.05 Verwachte ontwikkeling Eigen Vermogen SCVO
Balans 2013
V&W
2014 V&W
2015 V&W
2016 V&W
2017 V&W
2018 V&W
2019
Publiek Privaat
-
1.718.101 1.168.005
196.15417.676
1.521.947 1.185.681
10.092 22.716-
1.532.039 1.162.965
156.50814.944-
1.375.532 1.148.021
112.482 14.944-
1.488.014 1.133.077
66.859 14.944-
1.554.873 1.118.133
130.218 14.944-
1.685.091 1.103.189
Totaal
-
2.886.106
178.478-
2.707.628
12.624-
2.695.004
171.452-
2.523.553
97.538
2.621.091
51.915
2.673.006
115.274
2.788.280
Baten
13.126.645
13.363.242
% weerstands. Vermogen
20,63%
21,60%
12.844.493
12.937.226
19,65%
20,83%
13.064.466
12.965.843
12.981.119
20,46%
20,22%
21,48%
Griftland College Balans 2013
V&W
2014 V&W
2015 V&W
2016 V&W
2017 V&W
2018 V&W
2019
Publiek Privaat
-
534.300 1.071.373
139.7609.744
394.540 1.081.117
33.248 13.612-
427.788 1.067.505
150.13810.829-
277.651 1.056.676
214 10.829-
277.865 1.045.847
44.72010.829-
233.145 1.035.018
62.212 10.829-
295.357 1.024.189
Totaal
-
1.605.673
130.016-
1.475.657
19.636
1.495.293
160.967-
1.334.327
10.615-
1.323.712
55.549-
1.268.163
51.383
1.319.546
Baten
-
10.901.956
10.659.275
-
10.231.175
10.067.784
-
9.968.273
% weerstands. Vermogen
-
14,73%
13,84%
-
14,62%
10.138.442
-
13,16%
10.149.012
-
13,04%
12,60%
13,24%
Waldheim-mavo Balans 2013
V&W
2014 V&W
2015 V&W
2016 V&W
2017 V&W
2018 V&W
2019
Publiek Privaat
-
1.183.801 96.632
56.3947.932
1.127.407 104.564
23.1569.104-
1.104.251 95.460
6.3704.115-
1.097.881 91.345
112.268 4.115-
1.210.149 87.230
111.579 4.115-
1.321.728 83.115
68.006 4.115-
1.389.734 79.000
Totaal
-
1.280.433
48.462-
1.231.971
32.260-
1.199.711
10.485-
1.189.226
108.153
1.297.379
107.464
1.404.843
63.891
1.468.734
Baten
-
2.525.996
-
2.514.870
2.706.051
-
2.706.051
-
2.816.831
-
2.996.682
-
3.012.846
% weerstands. Vermogen
50,69%
48,99%
-
44,33%
43,95%
46,06%
De verwachte ontwikkeling laat zien dat het eigen vermogen van de stichting CVO redelijk constant zal blijven met een kleine fluctuatie. Gemiddeld genomen zo rond de 20%. Voor het Griftland College bllijft het % boven de 10% en bij de Waldheim iets boven de 40%.
40
46,88%
48,75%
Overzicht kengetallen 2014 Ontwikkeling Kengetallen Stichting Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Liquiditeit 1 Liquiditeit 2 Rentabiliteit Kapitalisatiefactor Weerstandsvermogen Rijksbijdrage/baten Personele lasten/totale lasten Alg.reserve/baten Personele lasten/Rijksbijdrage Griftland College Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Liquiditeit 1 Liquiditeit 2 Rentabiliteit Kapitalisatiefactor Weerstandsvermogen rijksbijdrage/baten Personele lasten/totale lasten Materiele lasten/totale lasten Personele lasten/Rijksbijdrage Materiele lasten/Rijksbijdrage Totale lasten per leerling Personele lasten per leerling Huisvestings lasten per leerling Waldheim-mavo Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Liquiditeit 1 Liquiditeit 2 Rentabiliteit Kapitalisatiefactor Weerstandsvermogen Rijksbijdrage/baten Personele lasten/totale lasten Materiele lasten/totale lasten Personele lasten/Rijksbijdrage Materiele lasten/Rijksbijdrage Totale lasten per leerling Personele lasten per leerling Huisvestings lasten per leerling
2009
2010
2011
2012
2013
2014
0,48 0,73 2,28 2,27 1,43% 38,44% 23,07% 93,26 77,94 24,47 84,01
0,48 0,66 2,06 2,04 -2,79% 38,03% 19,73% 93,45 77,29 19,73 82,49
0,42 0,61 1,40 1,38 -2,93% 35,02% 16,67% 93,87 76,62 16,67 82,79
0,44 0,64 1,68 1,67 0,79% 34,50% 16,99% 93,62 78,77 16,99 83,72
0,51 0,68 2,07 2,06 4,46% 37,63% 20,91% 93,53 78,96 20,91 80,86
0,50 0,68 1,99 1,98 -1,37% 37,65% 20,79% 94,54 78,88 20,79 84,75
2009
2010
2011
2012
2013
2014
0,22 0,35 1,10 1,09 -0,04% 26,79% 10,89% 90,44 77,71 22,29 86,53 22,29 6228,03 5304,98 431,89
0,18 0,34 1,08 1,07 -2,17% 27,25% 8,37% 92,32 78,86 21,14 87,47 21,14 6747,27 5550,24 465,94
0,20 0,39 0,99 0,97 -0,32% 26,11% 8,21% 93,28 78,74 21,26 84,87 21,26 6773,95 5369,76 432,46
0,23 0,44 1,16 1,15 1,54% 27,53% 9,52% 93,16 79,10 20,90 83,75 20,90 6934,15 5484,96 384,07
0,49 0,75 2,11 2,07 5,09% 24,74% 14,38% 93,74 79,28 20,72 80,41 20,72 7017,47 5563,78 408,27
0,48 0,73 1,81 1,78 -1,26% 25,21% 14,32% 94,50 79,51 20,49 85,30 20,49 7130,58 5669,39 396,64
2009
2010
2011
2012
2013
2014
0,86 0,92 11,11 11,11 8,52% 94,09% 81,48% 92,52 78,70 21,30 80,56 21,81 6.387,42 5.026,62 264,72
0,83 0,90 9,17 9,17 -5,77% 90,45% 75,57% 93,83 78,41 21,59 89,35 24,61 6.898,49 5.408,84 235,05
0,73 0,78 3,14 3,14 -14,22% 72,98% 53,07% 92,20 68,72 31,28 85,93 39,11 7.847,54 5.392,95 1.045,36
0,76 0,84 4,23 4,22 -2,45% 63,70% 48,78% 93,20 75,44 24,56 83,57 27,20 7.210,27 5.439,75 347,35
0,78 0,87 5,51 5,51 1,83% 62,67% 48,60% 92,65 77,63 22,37 82,80 23,85 6.976,02 5.415,72 419,89
0,77 0,88 6,46 6,46 -1,78% 59,17% 45,35% 94,69 76,53 23,47 82,67 25,35 7181,66 5496,34 514,88
In dit overzicht is opgenomen de kapitalisatiefactor. Dit is een kengetal geintroduceerd door de commissie Don. Daarbij wordt een bovengrens aangegeven van 35%. Bedoeld is dat er een reserve bestaat voor Risico's, investeringen en transactieliquiditeit. De Vo-raad heeft berekend dat voor grote besturen de bovengrens zou moeten uitkomen op 50% en voor kleine besturen op 70%. Voor middelgrote besturen ontstaat dan een marge van 50-70%. In dit licht gezien staat de stichting er goed voor met een percentage van 37,65%. Bij de Waldheim is het weer iets naar beneden bijgesteld naar 59,17%. Het Griftland College zit op 25,21%. De stichting voldoet op dit moment aan de bovengrens van de Commissie Don.
41
A. Jaarrekening
42
A. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Algemeen De stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs is statutair gevestigd en feitelijk gevestigd aan de Noorderweg 79, 3761 EV, te Soest. De stichting heeft ten doel het zonder winstoogmerk exploiteren van twee onderwijsinstellingen voor voortgezet onderwijs, te weten het Griftland College te Soest en de waldheim-mavo te Baarn. De jaarrekening over 2014 is opgesteld conform de richtlijnen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en overeenkomstig de verslaggevingsvoorschriften en bepalingen zoals weergegeven in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Tevens is Richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving gevolgd. In deze richtlijn zijn voor de sector presentatie-, waarderings- en verslaggevingsvoorschriften opgenomen. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Rapporteringsvaluta De bedragen in de tabellen worden gepresenteerd in duizenden euro’s. Als gevolg van afrondingen zijn in sommige gevallen geringe verschillen ontstaan. Deze verschillen tasten het getrouwe beeld van de jaarrekening niet aan en zijn geen belemmering voor het verkrijgen van het vereiste inzicht. Financiële instrumenten Algemeen De stichting maakt in de normale bedrijfsuitoefening geen gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de stichting blootstellen aan renterisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s. De stichting handelt niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de stichting verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de kredietrisico’s en marktrisico’s. Kredietrisico Het gaat hierbij om het risico dat financiële instellingen niet aan hun contractuele verplichtingen kunnen voldoen. Door het spreiden van transacties over verschillende financiële instellingen wordt getracht dit risico te beperken. Verder dienen de financiële instellingen te voldoen aan kredietwaardigheidseisen (rating). Dit is opgenomen in het treasurystatuut. Renterisico en kasstroomrisico De stichting heeft geen rentedragende vorderingen en rentedragende kortlopende schulden. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. De reële waarde van de overige in de balans verantwoorde financiële instrumenten wijkt niet materieel af van de boekwaarde. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname. De bestede subsidies in verband met de aanschaf van (materiële) vaste activa worden gepassiveerd onder de overlopende passiva. Deze subsidies worden tijdsevenredig over de geschatte economische levensduur van deze activa ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht. De afschrijving start in de maand van in gebruikneming. Bij projecten wordt geactiveerd na afronding van het project. De afschrijvingspercentages bedragen voor: * Terreinen nihil 43
* Gebouwen en verbouwingen 5-20% * Machines en installaties 5-20% * Computers 20-25% * Schoolmeubilair 5% * Kantoormeubilair 10% Voor de kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans. Voorraden Voorraden gewaardeerd tegen verkrijgings-prijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere nettoopbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. Vorderingen. De vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen De debiteuren bestaan uit de (niet wettelijk vastgestelde) vorderingen op (ouders/verzorgers van) leerlingen met betrekking tot de verschuldigde ouderbijdragen. Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan van de stichting worden verwerkt onder de financiële vaste activa. Grondslag pensioenverplichtingen Stichting CVO heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij CVO. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het pensioenfonds ABP. CVO betaalt hiervoor premies waarvan 2/3e door de werkgever wordt betaald en 1/3e door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2014 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 101,1%. Vanaf 2014 werken pensioenfondsen met een beleidsdekkingsgraad. Dit is een gemiddelde over de afgelopen 12 maanden. Voor 2014 was dit voor het ABP een dekkingsgraad van ten minste 104,7%. De beleidsdekkingsgraad zal langzaam in de richting van de actuele dekkingsgraad bewegen. In april 2015 is de actuele dekkingsgraad 102,0%. Het pensioenfonds moet daarom een nieuw herstelplan indienen om aan de beleidsdekkingsgraad te kunnen voldoen. CVO heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. CVO heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor concrete of specifieke risico's en verplichtingen, die op de balansdatum bestaan. Op de balans worden voorzieningen opgenomen tegen: - verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is maar die redelijkerwijs zijn in te schatten; - op de balansdatum bestaande plannen of risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen, waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten; De voorzieningen zijn gesplitst naar de aard der verplichting, verliezen en kosten, waartegen zij worden getroffen. Voorzieningen worden niet aangewend voor een ander doel, dan waarvoor ze zijn gevormd. Onder de voorzieningen is de voorziening Jubilea en spaarverlof personeel opgenomen. De voorziening jubilea is op contante waarde gewaardeerd. Het intrest % is gewijzigd naar 1%. Dit is het rendement wat momenteel gemaakt wordt. Deze wijziging betekent een verschil van ongeveer € 4000,00 in de voorziening.
44
Onder overige voorzieningen staat de voorziening voor groot onderhoud, ter dekking van verwachte toekomstige uitgaven inzake groot onderhoud van schoolgebouwen. De dotatie aan de voorziening is gebaseerd op het jaargemiddelde van de verwachte uitgaven in minimaal de komende tien jaren. Onttrekkingen bestaan uit uitgevoerd groot onderhoud. Spaarverlof De voorziening spaarverlof is gevormd voor personeelsleden die gedurende 4 of meer schooljaren 60 klokuren hebben gespaard en dit in een aaneengesloten periode gaan opnemen. Voorziening inactieven Deze nieuwe voorziening is gevormd voor de kosten van personeelsleden die gedurende een bepaalde periode nog wel in dienst zijn en salaris ontvangen, maar geen werkzaamheden meer verrichten. Het zijn werknemers die voorafgaand aan hun pensionering hun spaarverlof opnemen of gebruik maken van de levensloopregeling. Voorziening basisbudget Deze nieuwe voorziening is gevormd voor personeelsleden die gedurende een aantal jaren hun basisbudget uit de CAO kunnen opsparen. Er mag maximaal 4 jaar worden gespaard. Uitgestelde beloningen Op basis van Richtlijn 271 van de Raad voor de Jaarverslaggeving is een voorziening opgenomen voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. De voorziening is opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijfkans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. De werkelijke jubilea-uitkeringen worden ten laste van deze voorziening gebracht. Kortlopende schulden Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde van de schuld. Overlopende passiva De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere kortlopende schulden zijn te plaatsen.
Bepaling van het resultaat Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Lasten en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht genomen, voor zover zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Rijksbijdragen De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum. Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode.
45
A. BALANS CVO PER 31 DECEMBER 2014 NA RESULTAATBESTEMMING ACTIVA
31 december 2014
31 december 2013
Vaste activa 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3
Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen
472.161 1.260.342 209.156
499.887 1.241.810 212.660 1.941.659
1.954.357
Vlottende activa 1.4 Voorraden 1.4.1 Voorraad gebruiksgoederen
22.339
26.339 22.339
1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.7 1.5.7 1.5.8 1.5.9
Vorderingen Debiteuren (ouderbijdragen en boekenfonds) Vorderingen Ministerie OCenW Verbonden partijen Vordering overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Voorziening dubieuze debiteuren
92.363 266.639 162.216 20.000-
26.339
77.152 5.372 164.149 115.448 20.000501.218
1.7 1.7.1 1.7.2 1.7.3
Liquide middelen Kas Banken Deposito's
2.947 606.893 2.300.000
Totaal Activa
2
2.1
PASSIVA
342.121
1.727 319.449 3.050.000 2.909.840
3.371.176
5.375.056
5.693.993
31 december 2014
31 december 2013
Eigen vermogen
2.1.1 Algemene reserve 2.1.3 Bestemmingsreserve
1.171.947 1.535.681
1.268.101 1.618.005 2.707.628
2.2
Voorzieningen
2.2.1 Personele voorzieningen 2.2.3 Overige voorzieningen Totaal voorzieningen
2.4
2.886.106
217.491 728.221
284.377 720.089 945.712
1.004.466
Kortlopende schulden
2.4.3 Crediteuren 2.4.4 Ministerie van OCenW 2.4.5 Verbonden partijen 2.4.7 Belastingen en premies 2.4.8 Schulden ter zake van pensioenen 2.4.9 Overige kortlopende schulden 2.4.10 Overlopende passiva
231.889 1.398 448.016 124.489 915.924
Totaal Passiva
46
267.938 444.931 44.360 152.201 893.991 1.721.716
1.803.421
5.375.056
5.693.993
B. STAAT VAN BATEN EN LASTEN CVO 2014
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
BATEN 3.1 3.2 3.5
(Rijks)bijdragen OC&W Overige overheidsbijdragen Overige baten
12.311.444 77.279 633.566
12.055.946 206.891 674.387
12.908.930 179.310 713.889
Totaal Baten
13.022.289
12.937.224
13.802.129
4
LASTEN
4.1 4.2 4.3 4.4
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige materiële lasten
10.434.183 358.332 780.421 1.654.437
10.110.152 383.024 795.700 1.695.974
10.438.265 354.513 774.355 1.652.639
Totaal Lasten
13.227.373
12.984.850
13.219.772
Saldo baten en lasten 5.1 5.2 5
Financiële baten Financiële lasten Saldo financiële baten en lasten
Netto resultaat
47
-205.084
-47.626
582.357
28.390 1.784 26.606
37.000 2.000 35.000
35.428 1.537 33.891
178.478-
12.626-
616.248
C. KASSTROOMOVERZICHT 2014
2014 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten Aanpassing voor: - Afschrijvingen - Mutaties voorzieningen Verandering in vlottende middelen - Voorraden - Vorderingen - Schulden Afrondingen Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen intrest Betaalde intrest -/Buitengewoon resultaat Totaal financiele baten Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Investeringen in financiële vaste activa Totaal kasstroom uit Investeringsactiviteiten
2013
205.084-
582.357
358.332 58.754-
354.513 53.257-
4.000 159.09781.7051-
4.127 80.21928.4881142.309-
28.390 1.784-
779.032 35.428 1.537-
26.606 115.703-
345.633-
33.891 812.923
230.364345.633-
Kasstroom uit financieringactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Totaal Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-
-
Mutatie liquide middelen
461.336-
48
230.364-
582.559
TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS VA. Vaste activa
1.2 Materiële vaste activa.
Omschrijving actief 1.2.1 1.2.2 1.2.3
Aanschafwaarde
Cumulatieve afschrijving
Boekwaarde
Investeringen
mutaties in het boekjaar 2014 Correctie Desincum.afschrijvesteringen vingen
Afschrijvingen
Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen
1.203.152 3.587.309 826.750
703.266 2.345.500 614.089
499.888 1.241.809 212.660
27.388 262.592 55.653
358.957956.600431.358-
358.957956.600431.358-
55.114 244.059 59.157
Totaal
5.617.212
3.662.855
1.954.356
345.633
1.746.915-
1.746.915-
358.329
Omschrijving actief 1.2.1 1.2.2 1.2.3
stand per 1 januari 2014
stand per 31 december 2014 AanschafCumulatieve Boekwaarde afschrijving waarde
Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen
871.585 2.893.301 451.045
399.423 1.632.960 241.889
472.161 1.260.342 209.156
Totaal
4.215.931
2.274.273
1.941.659
In 2014 is ongeveer 60% van de begroting gerealiseerd. Hierbij is wel een verschuiving waar te nemen van enerzijds niet uitgevoerde inversteringen en anderzijds grotere investeringen dan begroot. In 2015 wordt een inventarisatieslag uitgevoerd om het activa bestand op te kunnen schonen. OZB en verzekerde waarde gebouwen en terreinen. OZB-waarde gebouwen Verzekerde waarde gebouwen Verzekerde waarde inventaris
bedrag 17.738.000 20.377.898 3.138.728
peildatum 31-dec-14 31-dec-14 31-dec-14
VV. Voorraden en Vorderingen
1.4 Voorraden 1.4.1 1.4.1.1
Voorraden Voorraden Totaal voorraden
31-dec-14
31-dec-13
22.339
26.339 22.339
26.339
Het gaat hier om de voorraden van drukkerij, papier en overige verkoopartikelen. 1.5 Vorderingen 1.5.1 1.5.1.1
Debiteuren Debiteuren
31-dec-14
31-dec-13
92.363
77.152 92.363
1.5.2 1.5.2.1
Vorderingen op OC&W Vorderingen op OC&W
-
1.5.3 1.5.3.1
Verbonden partijen Verbonden partijen
-
1.5.7 1.5.7.1
Overige overheden Overige overheden
77.152 5.372
-
5.372 -
-
-
-
-
1.5.7 1.5.7.1
Overige vorderingen Overige vorderingen
-
266.639
164.149 266.639
1.5.8 1.5.8.1
Overlopende activa Overlopende activa
164.149
162.216
115.448 162.216
1.5.9
Voorziening dubieuze debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren
115.448
20.000-
20.00020.000-
1.5
Totaal vorderingen
20.000-
501.218
342.121
De post vordering OC&W is afgelopen. De te ontvangen LGF-gelden lopen nu via het samenwerkingsverband. Voor de post vorderingen is een bedrag ad € 20.000,00 opgenomen als voorziening voor oninbare bedragen. De overlopende activa zijn vooruitbetaalde bedragen, voorschotten algemeen, voorschotten salaris. Verloop vz.dub.deb. Vz.dub.deb. 1,7. Liquide middelen 1.7.1 1.7.2 1.7.3
Kas Banken Deposito's
1-jan-14 20.000
Ontrekkingen
Dotatie -
31-dec-14
-
31-12-2014 20.000 31-dec-13
2.947 606.893 2.300.000
1.727 319.449 3.050.000 2.909.840
De liquide middelen van de stichting bestaan uit kas, bankrekeningen en vermogensrekening en zijn volledig vrij beschilkbaar.
49
3.371.176
EV Eigen vermogen
2.1. Eigen vermogen.
Stand 1-jan-14
Bestemming resultaat
Overige mutaties
Stand 31-dec-14
Algemene reserve totaal 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.3
Algemene Reserve Griftland College Publiek Algemene Reserve Waldheim-mavo Publiek Bestemmings Reserve Griftland College Publiek Bestemmings Reserve Waldheim-mavo Publiek Bestemingsreserve Griftland College Privaat Bestemingsreserve Waldheim-mavo Privaat
84.300 1.183.801 450.000 1.071.373 96.632
39.76056.394100.0009.744 7.932
-
44.540 1.127.407 350.000 1.081.117 104.564
Totaal
2.886.106
178.478-
-
2.707.628
GC WH
1.475.657 1.231.971
gewenst niveau 1.030.595 1.086.536
2.707.628
De reserve is opgebouwd uit een algemeen deel en bestemmingsreserves. Afspraak is dat er een bepaald weerstandsvermogen moet zijn. Het bestaat uit een percentage van de totale baten. Voor het Griftland College is het gewenste percentage ca.10%. Voor de Waldheim-mavo geldt een gewenst percentage van 40%. Bij het Griftland College is de bestemmingsreserve dit jaar al aangesproken en zal verder nodig zijn voor de tekorten van de komende paar jaar. Het streven is om het weerstandsvermogen op het gewenste niveau te houden. Het percentage van de Waldheim-mavo is op dit moment nog iets te hoog. De bestemmingsreserve ad 450.000 is gevormd met het doel korting op de bekostiging in de komende jaren te financieren en gevolgen van de personele krimp op te vangen. Dit is door het bestuur besloten bij de bespreking van de begroting 2014. In het boekjaar is een deel van het resultaat al ten laste van deze reserve gebracht. De bestemmingsreserves privaat worden gevormd uit de resultaten die voortvloeien uit de ouderbijdragen. De kosten ten laste van de ouderbijdragen en opbrengsten ouderbijdragen worden apart geadministreerd in de financiële administratie. VL Voorzieningen 2.2 Voorzieningen. Stand 1-jan-14 2.2.1
Personele voorzieningen
2.2.1.2 2.2.1.2 2.2.1.2 2.2.1.3
Voorziening basisbudget Voorziening spaarverlof Voorziening niet actieven Voorziening jubilea
2.2.3 2.2.3.1
Overige voorzieningen Voorziening groot onderhoud Totaal voorzieningen
mutaties in boekjaar Onttrekkingen
Dotaties
105.420 77.339 101.618 284.377
41.462 10.725 4.282 56.469
46.84157.22012.676116.737-
720.089
160.000
151.868-
1.004.466
216.469
268.605-
Vrijval
Stand 31-dec-14
6.6196.6196.619-
< 1 jaar
saldo 31-dec-14 naar looptijd 1-5 jaar > 5jaar
41.462 69.304 13.500 93.225 217.491
4.700 4.700
41.462 33.342 13.500 88.304
31.262 93.225 124.487
728.221
142.301
585.920
-
945.712
147.001
674.224
124.487
Bij de personele voorzieningen zijn dotaties en ontrekkingen opgenomen. Er is in 2014 een voorziening basisbudget gevormd inzake werknemers die hun basisbudget sparen. Voor dit boekjaar is 5/12e deel van het jaarbedrag in de voorziening opgenomen. De voorziening groot onderhoud voor de Waldheim-mavo is op een zodanig niveau gebracht dat de uitgaven van de eerste 5 jaar van het grootonderhoudsplan hieruit kunnen worden bekostigd. Voor latere jaren moet in 2015 bekeken worden welke werkzaamheden uitgevoerd zullen worden en of de dotatie moet worden aangepast. In 2014 zijn op de Waldheim-mavo beperkt uitgaven gedaan voor groot onderhoud. Gestreefd wordt naar een gelijkmatige onderhoudspost voor de komende jaren. Bij het Griftland College is de dotatie conform afspraak en is voortgegaan met de aanpassing van de oude gebouwdelen. Uit de voorziening zal een deel van het meerjaren projectplan worden bekostigd. KS Kortlopende schulden
2.4.3
2.4 Kortlopende schulden Crediteuren Crediteuren
31-dec-14
31-dec-13
231.889
267.938 231.889
2.4.5
Verbonden partijen R/C scholen
1.398
267.938
1.398
2.4.7 2.4.7.1 2.4.7.3
Belastingen en premies Belastingen Premies sociale verzekeringen
2.4.8
Schulden ter zake van pensioenen Premies pensioenen
448.016 -
339.173 105.758
448.016 -
444.931 44.360
2.4.9
Overige kortlopende schulden
2,4,9,1
kortlopende schulden personeel
2.4.10 2.4.10.2 2.4.10.3 2.4.10.3 2.4.10.4 2.4.10.5 2.4.10.8 2.4.10.8 2.4.10.9 2.4.10.10 2.4.10.11
Overlopende passiva Vooruitontvangen subs.OC&W niet geoormerkt Vooruitontvangen subs.OC&W geoormerkt Egalisatierekening investerings subsidies Vooruitontvangen ouderbijdragen N. t. bet. Vakantiegeld en Bindingstoelage Overige saldi vooruitontvangen Kruisposten netto salarissen nog te betalen salarissen nog te betalen overig
2.4
Totaal kortlopende schulden
124.489 -
44.360
152.201 124.489
54.967 30.000 130.212 251.582 369.995 52.007 1685.410 21.919
152.201 56.840 38.196 151.915 151.892 363.113 63.311 1.939 66.786
915.924
893.992
1.721.716
1.803.422
De kortlopende schulden aan het personeel hebben betrekking op de Rekening Courant OP(Griftland College). Deze zal in 2015 volledig aflopen en uitbetaald zijn. Ook bij het saldo overuren OOP(Griftland College en Waldheim-mavo) is sprake van een lichte afname. De Egalisatierekening bestaat uit de inventarissubsidies van de gemeenten. Het bedrag van deze subsidie zal gedurende een resterende looptijd van 6 jaar in gelijke delen vrijvallen. € 108.510 heeft een looptijd van 1-5 jaar en € 21.702 een looptijd van meer dan 5 jaar. De overige overlopende passiva zijn vooruitontvangen ouderbijdragen, excursiegelden en waarborgsommen. De overige saldi zijn de eventuele saldi van personeelsfonds, leerlingenvereniging kwissut en huiswerkcursus. De tussenrekeningen met betrekking tot de loonheffingen en pensioenpremies zijn ondergebracht bij de stichting.
50
G. 2A Geoormerkte doelsubsidies OC&W
Omschrijving
kenmerk/beschikking
Lerarenbeurs VSV 2014 VSV var Totaal
601896-1
Bedrag van de toewijzing
Ontvangen t/m verslagjaar
1.051,92 29.987,61 14.000,00 45.039,53
Totale kosten
1.051,92 29.987,61 14.000,00 45.039,53
Te verrekenen ultimo verslagjaar -
29.987,61 14.000,00 43.987,61
-
G. 2.B Geoormerkte doelsubsidies OC&W
Omschrijving
kenmerk/beschikking
VSV
649749-1 en 649772-1
Totaal
Bedrag toewijzing saldo 1-1-2014
Ontvangen t/m Jaar
Lasten verslagjaar Totale kosten
30.000,00
-
30.000,00
-
-
30.000,00 -
30.000,00
-
30.000,00
-
-
30.000,00
Totaal
43.987,61
De lerarenbeurs is besteed aan studieverlof van de werknemers en vervanging. Dit is in de lasten opgenomen onder de Loonkosten.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Er bestond een vordering op OC&W ad € 544.749. Deze vordering is in 2010 door middel van stelselwijziging ten laste van de Algemene Reserve gebracht. Deze vordering wordt hier vermeld als een niet uit de balans blijkend recht. Er zijn een aantal meerjarige contracten, waarvan de verplichtingen niet uit de balans blijken. Het gaat om de onderstaande contracten met verplichting > 10.000 per jaar : Soort contract
Leverancier
Lesmateriaal Iddink Schoonmaak Gom Schoonhouden Gaslevering Grfitland Eneco Electralevering Griftland Eneco Gaslevering Waldheim Dong Electralevering Waldheim Energie direct Service kopieermachines Griftland OCE Tuinonderhoud Griftland Bouwer Arbo 2014 Leunisse consultancy Leeromgeving It's learning Keiwijzercontract NBT
Saldo nog te besteden
totale looptijd
looptijd na boekjaar omvang in euro/jaar
4 jaar 3,5 jaar 4 jaar 1 jaar 1 jaar 0,5 jaar 1 jaar 0,5 jaar collectief besturenraad collectief besturenraad 5 jaar 0 jaar 5 jaar 4 jaar 1 jaar 1 jaar 3 jaar 1 jaar 3 jaar 1 jaar
± 720.000 inclusief Waldheim-mavo ±160.000 ± 55.000 ± 50,000 ± 22,500 ± 20,000 ± 20,000 ± 20,000 ± 15000 ± 15000 ± 36000
Voor het eerste contract heeft in het boekjaar Europese aanbesteding plaats gevonden. Hier is Iddink als leverancier uitgekomen. Voor het schoonmaakcontract is besloten gebruik te maken van de verlengingsoptie van het lopende contract.
51
30.000,00
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2014 Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
3 BATEN 31 3111 3121 3122 3131
Rijksbijdragen OC&W Totaal normvergoeding Overige subsidies OCW geoormerkt Overige subsidies OCW niet geoormerkt Ontvangen doorbetaling rijksbijdragen SWV Totaal rijksbijdragen
11.450.403 43.988 654.367 162.686 12.311.444
11.411.631 9.000 635.315 12.055.946
12.044.118 59.583 805.229 12.908.930
68.759 8.520 77.279
64.000 142.891 206.891
66.251 113.059 179.310
26.141 503.396 104.029 633.566
27.500 503.388 143.499 674.387
30.612 493.780 189.497 713.889
13.022.289
12.937.224
13.802.129
7.711.850 1.033.796 1.180.235 640.119 131.81710.434.183
7.551.447 959.709 1.091.208 541.300 25.20010.118.464
7.637.007 1.001.883 1.187.685 646.896 35.20610.438.265
32 Overige overheidsbijdragen 321 Gemeente bijdragen 322 Overige overheidsbijdragen Totaal overige overheidsbijdragen 35 351 355 356
Overige Baten Verhuur Baten ouderbijdrage Overige baten Totaal overige baten Totaal Baten
4 LASTEN 41 411.1 411.2 411.3 412 413
Personele Lasten Salariskosten Sociale lasten Pensioenlasten Overige personeelskosten Uitkeringen -/Totaal Personele lasten
42 422 423 424
Afschrijvingen Afschrijvingen gebouwen Afschrijvingen inventaris en apparatuur Afschrijvingen andere vaste bedrijfsmiddelen Totaal Afschrijvingen
55.115 244.059 59.158 358.332
63.129 259.090 60.805 383.024
54.252 249.420 50.841 354.513
43 431 432 433 434 435 436 437
Huisvestingskosten Huren Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige Totaal Huisvestingskosten
12.109 302.460 138.199 264.660 6.583 56.410 780.421
12.200 1.500 290.500 162.750 268.250 4.500 56.000 795.700
12.109 280.476 172.187 251.513 4.138 53.932 774.355
44 441 442 443 444 446
Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige kosten Uitgaven Ouderbijdrage Totaal overige lasten
467.523 731.293 109.401 346.220 1.654.437
480.365 714.590 121.915 386.604 1.703.474
468.941 758.263 89.363 336.072 1.652.639
13.227.373
13.000.662
13.219.772
Totaal Lasten Saldo baten en lasten
205.084-
63.438-
582.357
28.390 1.784 26.606
37.000 2.000 35.000
35.428 1.537 33.891
178.478-
28.438-
616.248
5 Financiële baten en lasten 51 Fin.Baten 52 Fin.Lasten Saldo financiële baten en lasten
Netto resultaat
52
TOELICHTING RESULTAAT STICHTING De toelichtende opmerkingen hebben betrekking op de realisatie 2014 in vergelijking tot de begroting 2014.
Saldi hogere baten
Ten opzichte van begroting 2014
Ten opzichte van jaar 2013
GC
GC
31 (Rijks)bijdragen OC&W 32 Overige overheidsbijdragen 35 Overige baten
WH
Totaal
WH
Totaal
162.662 -74.633 -13.254
92.836 -54.979 -27.567
255.498 -129.612 -40.821
-728.690 -54.913 -77.992
131.204 -47.118 -2.331
-597.486 -102.031 -80.323
74.775
10.290
85.065
-861.595
81.755
-779.840
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
285.898 -20.017 -45.203 151
38.133 -4.675 29.924 -41.688
324.031 -24.692 -15.279 -41.537
-109.281 6.351 -36.419 -27.937
105.199 -2.532 42.485 29.735
-4.082 3.819 6.066 -13.255
Totaal hogere of lagere lasten
220.829
21.694
242.523
-167.286
174.887
-7.452
5 Saldo financiële baten en lasten
-3.597
-4.797
-8.394
-3.643
-3.642
-7.285
-149.651
-16.201
-165.852
-697.952
-96.774
-794.726
Totaal hogere baten Saldi hogere of lagere lasten 41 42 43 44
9 Toename netto resultaat
Ad.31
De stijging van de rijksbijdragen wordt veroorzaakt door: GC Totaal normvergoeding Overige subsidies OCW geoormerkt Overige subsidies OCW niet geoormerkt Ontvangen doorbetaling rijksbijdrage SWV Totaal
WH 32.993 29.992 4.061 95.616 162.662
Totaal 5.779 4.996 14.991 67.070 92.836
GC
38.772 34.988 19.052 162.686 255.498
WH -669.852 -18.591 -135.863 95.616 -728.690
Totaal 76.137 2.996 -14.999 67.070 131.204
-593.715 -15.595 -150.862 162.686 -597.486
De lumpsumvergoeding personeel is iets gestegen door aanpassing van de GPL. De overige subsidies zijn hoger doordat er extra subsidie voor VSV is binnengekomen. Dit was al wel bekend maar niet meer in de begroting opgenomen. De ontvangen gelden voor passend onderwijs zijn verschoven van overige overheidsbijdragen naar rijksbijdragen. Ad.32
De daling van de overige overheidsbijdragen wordt veroorzaakt door de verschuiving van passend onderwijs naar rijksbijdragen. GC WH Totaal GC WH Totaal Totaal overige overheidsbijdragen -74.633 -54.979 -129.612 -54.913 -47.118 -102.031
Ad.35
De daling van de overige baten wordt veroorzaakt door: minder vrijval van balansbedragen. GC WH Totaal Verhuur Ouderbijdragen Overige baten Totaal overige baten
4.426 3.116 -20.796 -13.254
-5.785 -3.108 -18.674 -27.567
GC
-1.359 8 -39.470 -40.821
WH 478 5.153 -83.623 -77.992
Totaal -4.949 4.463 -1.845 -2.331
-4.471 9.616 -85.468 -80.323
Er zijn iets meer ouderbijdragen binnengekomen bij het Griftland College en iets minder bij de Waldheimmavo. Bij de overige baten is begrote vrijval van jonge leerkracht niet door gegaan, omdat dit in 2013 in de reserve is opgenomen in plaats van in een voorziening. Ad.41
De stijging van de personele lasten wordt veroorzaakt door: GC WH Salariskosten 249.350 Overige personeelskosten 147.365 Uitkeringen -/-110.817 Totaal 285.898
27.168 6.765 4.200 38.133
Totaal 276.518 154.130 -106.617 324.031
GC
WH -65.115 55.159 -99.325 -109.281
Totaal 120.702 -18.217 2.714 105.199
55.587 36.942 -96.611 -4.082
De salariskosten zijn gestegen door de CAO, maar ook door wijzigingen in pensioenpremies en soc.lasten. Ook veel zwangerschaps kosten, maar hier staan ook hogere uitkeringen tegenover. Ook zijn er veel vervangingskosten bij het Griftland College geweest. De totale vervangingsuitgaven zijn over het begrote budget gegaan. Conform de afspraken is een deel van de overschrijding bij het Griftland College vereffend met de Waldheim-mavo. Met de doorbelasting is een bedrag van € 18.835,00 gemoeid. De ontwikkeling van het gemiddeld aantal fte's is als volgt:
Totaal fte SCVO Totaal aantal werknemers SCVO
2009
2010
2011
2012
2013
2014
154,48 207
158,71 214
156,93 207
149,04 196
143,63 190
143,99 193
53
Ad.42
Afname afschrijvingen wordt veroorzaakt door: GC Afschrijvingen gebouwen Afschrijvingen inventaris en apparatuur Afschrijvingen andere vaste bedrijfsmiddelen Totaal Afschrijvingen
WH -7.936 -12.932 851 -20.017
Totaal -78 -2.099 -2.498 -4.675
GC
-8.014 -15.031 -1.647 -24.692
WH 1.433 -4.099 9.017 6.351
Totaal -570 -1.262 -700 -2.532
863 -5.361 8.317 3.819
Bij beide scholen is minder geinvesteerd dan begroot. Ongeveer 60% is gerealiseerd. Ad.43
De daling van de huisvestingslasten wordt veroorzaakt door: GC WH Huren -91 Verzekeringen -1.500 Onderhoud -5.625 Energie en water -26.141 Schoonmaakkkosten -12.672 Heffingen -202 Overige 1.028 Totaal -45.203
Totaal 0 0 17.585 1.590 9.082 2.285 -618 29.924
GC
-91 -1.500 11.960 -24.551 -3.590 2.083 410 -15.279
WH 0 0 -13.309 -27.999 2.764 70 2.055 -36.419
Totaal 0 0 35.293 -5.989 10.383 2.375 423 42.485
0 0 21.984 -33.988 13.147 2.445 2.478 6.066
Bij de Waldheim zijn de meeste posten wat hoger uitgevallen met name voor onderhoud. Voor het Griftland College geldt het tegengestelde. Op de meeste posten lagere uitgaven met name energie en schoonmaak. Bij energie heeft dit te maken met nagekomen afrekeningen. Ad.44
De daling van de overige lasten wordt veroorzaakt door: GC WH Totaal Administratie en beheer 4.698 -10.040 -5.342 Inventaris apparatuur en leermiddelen 29.273 -12.570 16.703 Dotatie overige voorzieningen 0 0 0 Overige kosten -13.580 1.066 -12.514 Uitgaven Ouderbijdrage -20.240 -20.144 -40.384 Totaal 151 -41.688 -41.537
GC
WH -16.083 -35.904 0 15.607 8.443 -27.937
Totaal 14.665 8.934 0 4.431 1.705 29.735
-1.418 -26.970 0 20.038 10.148 1.798
Bij administratie en beheer een lichte daling.Bij inventaris,apparatuur en leermiddelen zijn de uitgaven bij de Waldheim-mavo lager dan begroot, voor het grootste deel dankzij onderbesteding. Bij het Griftland zijn de uitgaven juist hoger door het slechts ten dele realiseren van de bezuinigingen op het lesmateriaal. Bij de overige kosten is er lichte onderbesteding bij het Griftland College. De uitgaven ouderbijdrage laten een onderbesteding zien bij beide scholen. Hier staan ook deels lagere inkomsten tegenover. HONORARIA ACCOUNTANT Honorarium onderzoek jaarrekening Honorarium andere controleopdrachten Totaal Ad.5
2014
2013
2012
2011
29579 29.579
26614 26.614
27715 27.715
23366 23.366
2010
2009
20.718 20.718
18.255 18.255
Afname financiële baten GC Saldo financiële baten en lasten Totaal
WH -3.597 -3.597
Totaal -4.797 -4.797
GC -8.394 -8.394
WH -3.643 -3.643
Totaal -3.642 -3.642
-7.285 -7.285
De financiële baten zijn nog verminderd. De rentetarieven zijn nog niet echt verbeterd en door afname van de liquide middelen is het rendement minder dan begroot. Ad.9
Toename Saldo exploitatie
-149.651
-16.201
54
-165.852
-697.952
-96.774
-794.726
VT Verplichte Toelichting
E. VERBONDEN PARTIJEN
Overige verbonden partijen. Naam
Juridische vorm
Statutaire zetel
Stichting Nieuwbouw Voortgezet Onderwijs Baarn
Stichting
Baarn
Code activiteiten Eigen vermogen 31/12 3
Resultaat Art 2: 2014 403BW
± 11.500,00
Deelname %
-257,15 Nee
Consolidatie
50% Nee
Ten behoeve van de nieuwbouw van de Waldheim-mavo en Het Baarnsch Lyceum is een stichting in het leven geroepen die als opdrachtgever voor de bouw functioneert. De administratie van deze stichting wordt gevoerd op de centrale administratie van de Stichting voor CVO in Baarn/Soest. De administratiekosten zullen voor gemene rekening gedragen worden door de Waldheim-mavo en Het Baarnsch Lyceum. De Jaarrekening 2014 van de bouwstichting heeft een balanstotaal van ± € 11.500,00. Er zijn in 2014 geen activiteiten in deze stichting geweest. Door CVO baarn/Soest is een rekening voorgeschoten. De jaarrekening is nog niet vastgesteld. Er is besloten de gelden in 2014 terug te storten aan de beide scholen. Dit besluit is nog niet uitgevoerd. In 2015 zal een definitieve jaarrekening en eindafrekening worden gemaakt voor de schoolbesturen. Naar verwachting zal de bouwstichting dan ook kunnen worden opgeheven. Deze rechtspersoon is niet geconsolideerd in deze jaarrekening. Er is sprake van evenredige deelname in bestuur, waardoor er geen beslissende zeggenschap bestaat.
F. VERMELDING OP BASIS VAN DE WOPT. Er zijn geen functionarissen in dienst, die voldoen aan de voorwaarden voor WOPT-melding. H. BEZOLDIGING BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Vermelding van alle bestuurders met dienstbetrekking Functie Voorzitters-clausule van toepassing
Rector/Voorzitter College van Bestuur
nee
Vermelding van alle interimbestuurders Functie Voorzitters-clausule van toepassing
Naam
J.C. Nieuwland
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverand
1-8-2004
Omvang dienstbetrekking
1,00
Naam
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverand
Naam
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverand
Omvang dienstbetrekking
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding
137.654
-
Voorzieninge n beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband
-
-
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding
Voorzieninge n beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding
Voorzieninge n beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband
Geen Vermelding alle toezichthouders Functie
Voorzitter
Voorzitters-clausule van toepassing
R. Blom
1-1-2014
1-8-2017
-
1.250
-
-
Vice voorzitter
A. Westland
1-1-2014
1-8-2015
-
1.250
-
-
Secretaris
nee
M. van Buiten
1-1-2014
1-8-2018
-
1.250
-
-
lid
J. Pronk
1-1-2014
1-8-2016
-
1.250
-
-
lid
J. van Dasler
1-1-2014
1-8-2019
-
1.250
-
-
Vermelding gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de WNT - norm te boven gaat Functie Naam Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverand
Omvang dienstbetrekking
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding
Voorzieninge n beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband
Er zijn geen functionarissen van wie de bezoldiging de WNT-norm te boven gaat.
De bezoldiging van de bestuurder bestaat uit 20% van het totale salaris. Deze loonkosten bedragen over 2014 € 137654,24. Deze loonkosten zijn hoger als normaal, in verband met de laatste verrekening van het spaarverlof. Hier staat tegenover dat de voorziening spaarverlof nu volledig is vrijgevallen. Het incidentele deel bedraagt € 25.810. De netto kosten zijn gelijk verdeeld over beide scholen. Er vindt geen bezoldiging van toezichthouders plaats. Wel ontvangen de leden van de raad van Toezicht een bruto vergoeding van € 104,17 per maand. Ook deze kosten worden gelijk verdeeld over beide scholen. Vanaf 2014 zijn de toezichthouders in fictieve dienstbetrekking van de Stichting. Jaarrekening vastgesteld: 25 juni 2015
……………………………
drs. J.C. Nieuwland, Bestuurder Stichting voor CVO in Baarn/Soest
Door de Raad van Toezicht goedgekeurd op 25 juni 2015
……………………….
……………………….
C.J. Blom, voorzitter
J. Pronk, lid auditcommissie
55
Overige gegevens
56
C.1. CONTROLEVERKLARING ACCOUNTANT
57
Controle verklaring pag.2
58
C2. BIJZONDERE GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er hebben zich geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan.
C.3 BESTEMMING RESULTAAT De bestemming: Het exploitatiesaldo over 2014, zijnde € 178.478 wordt toegevoegd of onttrokken aan onderscheiden reserves. Een deel van het resultaat van het Griftland College is ten laste van de bestemmingsreserve krimp gebracht. Deze zal de komende jaren verder worden gebruikt om de gevolgen van de krimp op te vangen. Binnen de algemene reserve wordt in de toelichting op de balans de specificatie naar de reserve publiek en de reserve privaat vermeld. Samengevat is het exploitatiesaldo over 2013 als volgt bestemd: CVO geconsolideerd
Griftland College
Waldheimmavo
Saldo exploitatie ten gunste of ten laste van de algemene reserve publiek
96.154-
39.760-
Saldo exploitatie ten gunste of ten laste van de bestemmings reserve publiek
100.000-
100.000-
Saldo exploitatie toegevoegd aan de bestemmingsreserve privaat
17.676
Totaal exploitatiesaldo 2013
178.478-
59
9.744 130.016-
56.394-
-
7.932 48.462-
H. Overige Bijlagen
60
H1. CONSOLIDATIESTAAT 2014 ACTIVA
CVO totaal
Eliminatie posten
Griftland College
Waldheimmavo
CB
Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen
472.161 1.260.342 209.156 1.941.659
471.543 898.073 191.372 1.560.988
618 362.269 17.784 380.671
-
-
-
-
-
22.339 22.339
22.339 22.339
-
-
1.410.699 20.366 52.400 1.483.465
1.211.205 10.708 4.870 1.226.783
2.534 2.534
413 413
606.893 2.300.000 2.906.893
3.069.326
1.607.867
3.318.369
Financiële vaste activa Vorderingen op Ministerie van OCenW Vlottende activa Voorraden Voorraden
Vorderingen Debiteuren (ouderbijdragen en boekenfonds) Vorderingen Ministerie OCenW Verbonden partijen Vordering overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Voorziening dubieuze debiteuren
92.363 266.639 162.216 20.000501.218
2.620.506-
2.620.506-
92.363 1.398235.565 104.946 20.000411.476
Liquide middelen Kas Bank Bank
2.947 606.893 2.300.000 2.909.840
Totaal Activa
5.375.056
PASSIVA
SCVO totaal
2.620.506-
Eliminatie posten
Griftland College
Waldheimmavo
CB
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve
1.171.947 1.535.681 2.707.628
44.540 1.431.117 1.475.657
1.127.407 104.564 1.231.971
-
217.491 728.221 945.712
149.790 608.693 758.483
66.303 119.528 185.831
1.398 1.398
Crediteuren Ministerie van OCenW Verbonden partijen Belastingen en premies Pensioen premies Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
231.889 1.398 448.016 124.489 915.924 1.721.716
2.620.506-
117.730 717.456 835.186
2.989 187.076 190.065
231.889 2.621.904 448.016 3.770 11.392 3.316.971
Totaal Passiva
5.375.056
2.620.506-
3.069.326
1.607.867
3.318.369
Voorzieningen Personele voorzieningen Overige voorzieningen Totaal voorzieningen Kortlopende schulden
2.620.506-
De eliminatie in de balans betreft de RC-verhouding tussen de scholen en de Stichting.
61
Consolidatie van de staat van baten en lasten SCVO
Eliminatie
Griftland College
Waldheim-mavo
CB
11.450.403 43.988 654.367 162.686 12.311.444
9.096.682 29.992 517.129 95.616 9.739.419
2.353.721 13.996 137.238 67.070 2.572.025
-
68.759 8.520 77.279
48.877 8.520 57.397
19.882 19.882
-
26.141 503.396 104.029 633.566
16.426 435.208 57.499 509.133
9.715 68.188 46.530 124.433
-
BATEN Rijksbijdragen OC&W Totaal normvergoeding Overige subsidies OCW geoormerkt Overige subsidies OCW niet geoormerkt Ontvangen doorbetaling rijksbijdragen SWV Totaal rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Gemeente bijdragen Overige overheidsbijdragen Totaal overige overheidsbijdragen Overige Baten Verhuur Baten ouderbijdrage Overige baten Totaal overige baten LASTEN Personele Lasten Salariskosten Overige personeelskosten Uitkeringen -/Totaal Personele lasten
9.925.881 640.119 131.81710.434.183
244.858-
7.736.932 702.902 131.8178.308.017
1.879.161 247.005 2.126.166
309.788 64.930244.858
Afschrijvingen Afschrijvingen gebouwen Afschrijvingen inventaris en apparatuur Afschrijvingen andere vaste bedrijfsmiddelen Totaal Afschrijvingen
55.115 244.059 59.158 358.332
54.892 170.220 51.002 276.114
223 73.839 8.156 82.218
-
Huisvestingskosten Huren Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige Totaal Huisvestingskosten
12.109 302.460 138.199 264.660 6.583 56.410 780.421
12.109 201.375 98.859 229.578 2.798 36.528 581.247
101.085 39.340 35.082 3.785 19.882 199.174
-
345.123 572.118 80.685 285.964 1.283.890
122.400 159.175 28.716 60.256 370.547
26.366 26.366
28.390 1.784 26.606
14.195 892 13.303
14.195 892 13.303
-
178.478-
130.016-
48.462-
Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige kosten Uitgaven Ouderbijdrage Totaal overige instellingslasten
467.523 731.293 109.401 346.220 1.654.437
26.366-
Financiële baten en lasten Financiële baten Fin.Baten Fin.Lasten Saldo financiële baten en lasten
Netto resultaat
In de exploitatie rekening is een bedrag van € 271224 geëlimineerd, zijnde de doorbelasting van het CB. De posten overige baten en overige lasten zijn daardoor beide lager dan de som van beide instellingen.
62
271.224 -
H2. BALANS PER 31 DECEMBER 2014 GRIFTLAND COLLEGE ACTIVA
31 december 2014
31 december 2013
471.543 898.073 191.372
499.046 836.586 186.720
Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen
1.560.988
1.522.352
Vlottende activa Voorraden Voorraad gebruiksgoederen
22.339
26.339 22.339
Vorderingen Debiteuren Vorderingen Ministerie OCenW Verbonden partijen Vordering overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Voorziening dub.debiteuren
1.410.699 20.366 52.400 -
26.339
1.343 1.571.544 137.869 870 1.483.465
Liquide middelen Kas Banken Deposito's
2.534 -
Totaal Activa
PASSIVA
1.711.626
1.499 2.534
1.499
3.069.326
3.261.816
31 december 2014
31 december 2013
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve
44.540 1.431.117
84.300 1.521.373 1.475.657
1.605.673
Voorzieningen Personele voorzieningen Voorziening groot onderhoud
149.790 608.693
203.461 626.622 758.483
830.083
Kortlopende schulden Crediteuren Ministerie van OCenW Verbonden partijen Belastingen en premies sv Pensioenpremies Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
117.730 717.456
Totaal Passiva Resultaat opgenomen in reserves
137.215 688.845 835.186
826.060
3.069.326
3.261.816
130.016-
-
63
H3. STAAT VAN BATEN EN LASTEN 01NZ GRIFTLAND COLLEGE Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
BATEN Rijksbijdragen OC&W Totaal normvergoeding Overige subsidies OCW geoormerkt Overige subsidies OCW niet geoormerkt Ontvangen doorbetaling rijksbijdragen SWV Totaal rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Gemeentebijdragen Overige overheidsbijdragen Totaal overige overheidsbijdragen Overige Baten Verhuur Baten ouderbijdrage Overige baten Totaal overige baten TOTAAL BATEN
9.096.682 29.992 517.129 95.616 9.739.419
9.063.689 513.068 9.576.757
9.766.534 48.583 652.992 10.468.109
48.877 8.520 57.397
44.500 87.530 132.030
46.792 65.518 112.310
16.426 435.208 57.499 509.133
12.000 432.092 78.295 522.387
15.948 430.055 141.122 587.125
10.305.949
10.231.174
11.167.544
LASTEN Personele Lasten Salariskosten Overige personeelskosten Uitkeringen -/Totaal Personele lasten
7.736.932 702.902 131.8178.308.017
7.487.582 555.537 21.0008.022.119
7.802.047 647.743 32.4928.417.298
Afschrijvingen Afschrijvingen gebouwen Afschrijvingen inventaris en apparatuur Afschrijvingen andere vaste bedrijfsmiddelen Totaal Afschrijvingen
54.892 170.220 51.002 276.114
62.828 183.152 50.151 296.131
53.459 174.319 41.985 269.763
Huisvestingskosten Huren Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkkosten Heffingen Overige Totaal Huisvestingskosten
12.109 201.375 98.859 229.578 2.798 36.528 581.247
12.200 1.500 207.000 125.000 242.250 3.000 35.500 626.450
12.109 214.684 126.858 226.814 2.728 34.473 617.666
345.123 572.118 80.685 285.964 1.283.890
340.425 542.845 94.265 306.204 1.283.739
361.206 608.022 65.078 277.521 1.311.827
10.449.268
10.228.439
10.616.554
143.319-
2.735
550.990
14.195 892 13.303
18.500 1.600 16.900
17.714 768 16.946
130.016-
19.635
567.936
Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige kosten Uitgaven Ouderbijdrage Totaal overige lasten TOTAAL LASTEN Saldo baten en lasten Financiële baten Fin.baten Fin.Lasten Saldo financiële baten en lasten
Netto resultaat
64
H4. BESTEDING BATEN OUDERS GRIFTLAND COLLEGE Werkelijk 2014 Baten ouders Uitgaven ouderbijdragen Doorbelaste kosten OB
Begroting 2014
Werkelijk 2013
Saldo exploitatie
435.208 285.964139.5009.744
432.092 306.204139.50013.612-
430.055 277.521139.50013.034
Specificatie baten ouders Ouderbijdrage Werkweken Excursies Kennismakingsactiviteiten Sportactiviteiten Culturele activiteiten Diverse activiteiten Diversen Baten ouders
171.771 103.734 40.150 23.467 16.511 31.669 19.184 28.722 435.208
167.502 112.100 40.000 21.850 14.200 34.800 14.000 27.640 432.092
172.762 110.845 42.772 19.752 15.014 11.545 29.908 27.457 430.055
Specificatie uitgaven uit ouderbijdrage Onderwijs activiteiten Werkweken Excursies Kennismakingsactiviteiten Sportactiviteiten Culturele activiteiten Diverse activiteiten Diversen overig Totaal uitgaven
11.252 98.495 39.046 25.010 31.578 22.907 27.351 30.325 285.964
8.000 106.300 40.729 24.800 43.875 29.250 27.000 26.250 306.204
5.789 114.097 37.497 21.214 32.330 4.009 38.352 24.233 277.521
Doorbelaste kosten OB Materiaal BV, Repro, profielkeuzemateriaal Loonkosten zorg Studiedag Sportvelden ICT en Onderwijsontwikkeling Totaal doorbelasting
45.000 20.000 4.500 15.000 55.000 139.500
45.000 20.000 4.500 15.000 55.000 139.500
45.000 20.000 4.500 15.000 55.000 139.500
Saldo exploitatie ouderbijdragen Aandeel totaal expl.saldo Griftland
9.744 9.744
65
13.61213.612-
13.034 13.034
H5. BALANS PER 31 DECEMBER 2014 WALDHEIM-MAVO na resultaatbestemmimg ACTIVA
31 december 2013
31 december 2012
Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen
618 362.269 17.784
841 405.224 25.940 380.671
432.005
Vlottende activa Voorraden Voorraad gebruiksgoederen
-
-
Vorderingen Debiteuren (ouderbijdragen en boekenfonds) Vorderingen Ministerie OCenW Verbonden partijen Vordering overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Voorziening dubieuze debiteuren
1.211.205 10.708 4.870 -
-
4.029 1.192.054 22.569 1.000 1.226.783
Liquide middelen Kas Banken Deposito's
413 -
Totaal Activa
PASSIVA
1.219.652
228 413
228
1.607.867
1.651.885
31 december 2013
31 december 2012
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve
1.127.407 104.564
1.183.801 96.632 1.231.971
1.280.433
Voorzieningen Personele voorzieningen Voorziening groot onderhoud Totaal voorzieningen
66.303 119.528
56.696 93.467 185.831
150.163
Kortlopende schulden Crediteuren Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
2.989 187.076
Totaal Passiva Resultaat opgenomen in reserves
48.462-
66
5.170 216.119 190.065
221.289
1.607.867
1.651.885
-
H6. STAAT VAN BATEN EN LASTEN 00YO WALDHEIM-MAVO Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
BATEN Rijksbijdragen OC&W Totaal normvergoeding Overige subsidies OCW geoormerkt Overige subsidies OCW niet geoormerkt Ontvangen doorbetaling rijksbijdragen SWV Totaal rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Gemeente bijdragen Overige overheidsbijdragen Totaal overige overheidsbijdragen
2.353.721 13.996 137.238 67.070 2.572.025
2.347.942 9.000 122.247 2.479.189
2.277.584 11.000 152.237 2.440.821
19.882 19.882
19.500 55.361 74.861
19.459 47.541 67.000
9.715 68.188 46.530 124.433
15.500 71.296 65.204 152.000
14.664 63.725 48.375 126.764
2.716.340
2.706.050
2.634.585
1.879.161 247.005 2.126.166
1.851.993 240.240 4.2002.088.033
1.758.459 265.222 2.7142.020.967
Overige Baten Verhuur Baten ouderbijdrage Overige baten Totaal overige baten TOTAAL BATEN LASTEN Personele Lasten Salariskosten Overige personeelskosten Uitkeringen -/Totaal Personele lasten Afschrijvingen Afschrijvingen gebouwen Afschrijvingen inventaris en apparatuur Afschrijvingen andere vaste bedrijfsmiddelen Totaal Afschrijvingen
223 73.839 8.156 82.218
301 75.938 10.654 86.893
793 75.101 8.856 84.750
Huisvestingskosten Huren verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkkosten Heffingen Overige Totaal Huisvestingskosten
101.085 39.340 35.082 3.785 19.882 199.174
83.500 37.750 26.000 1.500 20.500 169.250
65.792 45.329 24.699 1.410 19.459 156.689
Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige kosten Uitgaven Ouderbijdrage Totaal overige lasten
122.400 159.175 28.716 60.256 370.547
132.440 171.745 27.650 80.400 412.235
107.735 150.241 24.285 58.551 340.812
2.778.105
2.756.411
2.603.218
TOTAAL LASTEN Saldo baten en lasten
61.765-
50.361-
31.367
Financiële baten Rentebaten Rentelasten Saldo financiële baten en lasten
14.195 892 13.303
18.500 400 18.100
17.714 769 16.945
Netto resultaat
48.462-
32.261-
48.312
67
H7. BESTEDING BATEN OUDERS WALDHEIM-MAVO Werkelijk 2014 Baten ouders Uitgaven ouderbijdrage
Begroting 2014
Werkelijk 2013
Saldo inkomsten/uitgaven
68.188 60.2567.932
71.296 80.4009.104-
63.725 58.5515.174
Specificatie baten ouders Ouderbijdrage Werkweken Excursies Bijdragen sportactiviteiten Bijdragen culturele activiteiten Diverse activiteiten Diversen Totaal baten
20.858 22.550 17.850 3.850 3.080 68.188
21.131 28.500 17.815 3.850 71.296
21.060 30.167 12.265 233 63.725
Specificatie uitgaven ouderbijdrage Onderwijs activiteiten Werkweken Excursies Kennismakingsactiviteiten Sportactiviteiten Culturele activiteiten Diverse activiteiten Diversen overig Totaal uitgaven
3.077 21.103 7.634 469 17.366 3.274 5.313 2.020 60.256
2.950 29.500 9.550 750 19.250 4.150 10.800 3.450 80.400
2.019 27.753 16.599 394 532 3.736 5.864 1.654 58.551
Saldo exploitatie ouderbijdragen Totaal saldo deelnemersbijdragen
7.932 7.932
9.1049.104-
5.174 5.174
Bij de ouderbijdragen zijn de inkomsten conform de begroting binnengekomen. Door een lichte onderbesteding op enkele posten is het saldo exploitatie wat gunstiger dan begroot. Er is een positief saldo gerealiseerd.
68
H8.BALANS PER 31 DECEMBER 2014 CENTRAAL BUREAU/CVO ACTIVA
31 december 2014
31 december 2013
Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen
-
-
Financiële vaste activa Vorderingen op Ministerie van OCenW Effecten Overige financiële vaste activa
-
-
-
-
Vlottende activa Voorraden Voorraad gebruiksgoederen
-
-
Vorderingen Debiteuren Vorderingen Ministerie OCenW Verbonden partijen Vordering overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Voorziening dub.debiteuren
92.363 1.398235.565 104.946 20.000-
-
77.152 3.711 113.578 20.000411.476
Liquide middelen Kas Banken Deposito's
606.893 2.300.000
Totaal Activa
PASSIVA
174.441
319.449 3.050.000 2.906.893
3.369.449
3.318.369
3.543.890
31 december 2014
31 december 2013
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve
-
-
-
Voorzieningen Personele voorzieningen Voorziening groot onderhoud Totaal voorzieningen
1.398 -
24.220 1.398
24.220
Kortlopende schulden Crediteuren Ministerie van OCenW Verbonden partijen Belastingen en premies sv Pensioenpremies Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
231.889 2.621.904 448.016 3.770 11.392
Totaal Passiva Resultaat opgenomen in reserves
267.938 2.763.598 444.931 44.360 9.816 10.9733.316.971
3.519.670
3.318.369
3.543.890
-
-
-
69
H9. STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2014 CENTRAAL BUREAU Werkelijk 2014 Begroting 2014 Werkelijk 2013
BATEN Rijksbijdragen OC&W Totaal normvergoeding Overige subsidies OCW geoormerkt Overige subsidies OCW niet geoormerkt Ontvangen doorbetaling rijksbijdragen SWV Totaal rijksbijdragen
-
-
-
Overige overheidsbijdragen Gemeentebijdragen Overige overheidsbijdragen Totaal overige overheidsbijdragen
-
-
-
Verhuur Ouderbijdragen Overige baten Totaal overige baten
-
-
-
Totaal Baten
-
-
-
262.789 8.808 271.597
266.069 21.023 287.092
Overige Baten
LASTEN Personele Lasten Salariskosten Overige personeelskosten Uitkeringen -/Totaal Personele lasten
309.788 64.930244.858
Afschrijvingen Afschrijvingen gebouwen Afschrijvingen inventaris en apparatuur Afschrijvingen andere vaste bedrijfsmiddelen Totaal Afschrijvingen
-
-
-
Huisvestingskosten Huren Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkkosten Heffingen Overige Totaal Huisvestingskosten
-
-
-
26.366 26.366
27.500 27.500
32.873 32.873
TOTAAL LASTEN
271.224
299.097
319.965
Saldo baten en lasten
271.224-
299.097-
319.965-
Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige kosten Uitgaven Ouderbijdrage Totaal overige lasten
Financiële baten Financiële baten Financiële lasten Saldo financiële baten en lasten Doorbelasting naar scholen Netto resultaat
-
-
-
271.224 -
299.097 -
319.965 -
70
H.8. Bijlage opbouw eigen vermogen.
Griftland College
Waldheim-mavo
Publieke middelen Private middelen Totaal EV Beginbalans resultaat 2002
1-1-2002
693.787 50.322 744.109
69.672 5.33064.342
763.459 44.992 808.451
818.672 115.566 934.238
716.348 20.652 737.000
1.535.020 136.218 1.671.238
-146536
159.88230.247
26.623 699.281
133.259729.528
20.218723.891
6.941 71.283
13.277795.174
180.100754.138
33.564 770.564
146.5361.524.702
91644
64.90034.653-
150.992 850.273
86.092 815.620
3.904719.987
9.456 80.739
5.552 800.726
68.804685.334
160.448 931.012
91.644 1.616.346
490400
19.922 14.731-
143.046 993.319
162.968 978.588
329.680 1.049.667
2.24878.491
327.432 1.128.158
349.602 1.034.936
140.798 1.071.810
490.400 2.106.746
9.576 1.002.895
194.484 1.173.072
202.672 1.252.339
29 78.520
202.701 1.330.859
387.580 1.422.516
9.605 1.081.415
397.185 2.503.931
152.123 1.325.195 86.3321.547 1.240.410 4.4841.235.926 98.513234.419902.996 33.506869.490 168.247 1.037.737 567.936 1.605.673 130.0161.475.657
205.875 1.458.214 12.103127.339 1.573.450
1.584 80.104
175.113 1.748.563 77.494119.7451.551.322
9.511 95.241
346.7181.204.604
10689.528
63.9411.140.663
89.528
43.138 1.183.801
5.174 94.702
56.3941.127.407
7.932 102.634
207.459 1.538.318 12.103132.965 1.659.180 184.624 1.843.804 77.494125.3521.640.956 346.8241.294.132 63.9411.230.191 48.312 1.278.503 48.4621.230.041
360.942 1.783.458 98.435178.253 1.863.276 87.514 1.950.790 176.007362.7571.412.026 398.1081.013.918 106.143 1.120.061 598.040 1.718.101 196.1541.521.947
1.3601.080.055 43.7411.036.314 92.626 1.128.940 2.986 1.131.926 17.778 1.149.704 1.8371.147.867 18.208 1.166.075 17.676 1.183.751
359.582 2.863.513 98.435134.512 2.899.590 180.140 3.079.730 176.007359.7712.543.952 380.3302.163.622 104.306 2.267.928 616.248 2.884.176 178.4782.705.698
100%
93%
100%
60%
40%
100%
31-12-2004
31-12-2005 resultaat 2006
397185
184.908 170.177
359583
155.067 325.244 86.33250.914 289.826
31-12-2006 resultaat 2007 31-12-2007 rechtstreekse mutatie resultaat 2008 31-12-2008 rechtstreekse mutatie resultaat 2009 31-12-2009 rechtstreekse mutatie resultaat 2010 31-12-2010 rechtstreekse mutatie resultaat 2011 31-12-2011 rechtstreekse mutatie resultaat 2012 31-12-2012 rechtstreekse mutatie resultaat 2013 31-12-2013 rechtstreekse mutatie resultaat 2014 31-12-2014
Totaal EV
771.561 91.226 862.787
31-12-2003
resultaat 2005
Private middelen
646.676 25.982 672.658
31-12-2002
resultaat 2004
Publieke middelen
124.885 65.244 190.129
136218
resultaat 2003
Stichting voor CVO
Publieke middelen Private middelen Totaal EV
134512
180.140
2.944999.951 49.367950.584
87.599202.227 98.513243.012139.296-
83.115 1.033.699
380.330-
51.390190.686-
17.884 1.060.176
106.236
170.084 20.602-
1.8371.058.339
616.248
554.902 534.300
13.034 1.071.373
178.478-
139.760394.540
9.744 1.081.117
356.771-
33%
8.593 1.042.292
67%
71
5.626 85.730
5.60789.634
7%