Jaarbericht 2012 Spiegel
Jaarbericht 2012 Spiegel Bij het maken van het jaarbericht kijkt Pensioenfonds Zorg en Welzijn elk jaar in de spiegel. Hoe staan we ervoor? Waren de prestaties in het afgelopen jaar naar verwachting? Moeten we bijsturen? Door onszelf de spiegel voor te houden, kunnen we onszelf corrigeren en continu verbeteren. Ook in dit jaarbericht kijken we naar de gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Door onszelf de spiegel voor te houden, komen we te weten waar het nog beter kan. Waar we de deelnemer nog beter mee van dienst kunnen zijn. En hoe we de toekomst van een financieel en maatschappelijk gezond pensioenfonds zo goed mogelijk kunnen vormgeven.
De gecontroleerde jaarrekening 2012 van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn waaraan het jaarbericht is ontleend, is op te vragen via de website van het pensioenfonds.
“Elk jaar moet het jaar van de deelnemer zijn” Voorwoord van Hans Alders en Peter Borgdorff
“Je kunt beter bij een pensioenfonds zitten dan zelf beleggen” 6
8
“Als de stroom uitviel, werd er geopereerd bij het licht van een zaklamp” Betty Zeeman vertelt waarom ze gelukkig is over het verloop van haar carrière
10
Profiel Wie we zijn en waar we voor staan
• Geconsolideerde balans per 31 december 2012
42
• Geconsolideerde staat van baten en lasten 2012
44
• Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2012
45
• Financiering en financiële positie
48
Mededeling van de externe actuaris
54
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
55
16
Organisatie Onze structuur en ons bestuur
36
Samenvatting van de jaarrekening 2012
Meerjarenoverzicht De cijfers samengevat
Bedrijfseconoom en publicist Erica Verdegaal vertelt dat je van geld wel gelukkiger kunt worden
17
“Een koploper hoeft niet te winnen, maar neemt wel het initiatief” Interview met Margreeth Kasper de Kroon lid van de Raad van Bestuur bij Stichting Zorggroep Noordwest-Veluwe
22
2012 in vogelvlucht26
“Ik ben een teamspeler die duidelijke, persoonlijke doelen stelt” Hockeyster Mascha van der Vaart zet zich namens de Koninklijke Nederlandse Hockeybond in voor Het Jeugdsportfonds
4
30
5
Voorwoord “Elk jaar moet het jaar van de deelnemer zijn” Het jaar 2012 was het jaar waarin de nieuwe pensioenregeling van Pensioenfonds Zorg en Welzijn vorm kreeg, mede dankzij onze deelnemers. Een toekomstbestendige regeling die we in 2015 willen invoeren. Ook de toekomst van ons beleggingsbeleid werd in het afgelopen jaar onder de loep genomen. Kunnen we ons maatschappelijk verantwoorde beleid nog verder aanscherpen?
We gaan hier niet schrijven dat 2012 het jaar van de deelnemer was. Want elk jaar moet het jaar van de deelnemer zijn. Maar we zien steeds meer dat de deelnemer de spil vormt binnen onze activiteiten. Wij zien graag dat deelnemers met ons meedenken en ons helpen bij het nemen van belangrijke beslissingen. Als onze deelnemers en hun werkgevers tevreden zijn, dan zijn wij dat ook. Wij willen voor onze deelnemers een toegankelijk, integer en betrokken pensioenfonds zijn. Daar blijven we aan werken. Als we daarin slagen, en we kijken in de spiegel, dan mogen we best tevreden zijn.
Hans Alders Voorzitter bestuur
Na zes jaar bestuurlijk afwegen, overwegen en discussiëren, werden in 2012 de contouren van de nieuwe pensioenregeling helder. In de komende twee jaar wordt er nog hard aan de regeling gewerkt. In 2015 hebben we dan een regeling die beter past bij de huidige economische tijd en de demografische samenstelling van ons deelnemersveld. Onze deelnemers hebben geholpen bij het nemen van beslissingen. Na onze oproep namen maar liefst 125.000 deelnemers de moeite om via een internetonderzoek hun voorkeuren over de nieuwe regeling uit te spreken. Wij zijn trots op die actieve houding. Het toont aan dat de communicatie tussen pensioenfonds en deelnemers goed verloopt. De uitkomsten van het onderzoek waren bemoedigend en bevestigden dat we voor een belangrijk deel al op het goede spoor zaten. Ook voor de toekomst van ons beleggingsbeleid legden we ons oor te luister. In onze White Sheet of Paper willen we een duurzaam en inzichtelijk beleggingsbeleid vastleggen. We spraken met deskundigen binnen en buiten Nederland. Over de mogelijkheden van verantwoord beleggen bijvoorbeeld. En wat de consequenties zijn als je bepaalde maatschappelijke keuzes maakt. Ook die gesprekken en onderzoeken leren ons dat het huidige beleid niet op de schop hoeft, maar dat we met nieuwe inzichten op punten kunnen bijsturen. We willen maatschappelijk verantwoord beleggen én zorgen voor een goed pensioen voor onze deelnemers. En ook in onze communicatie was er weer een prominente rol voor de deelnemers. Onze Passende Klantdialoog bestaat uit meerdere deelprojecten, allemaal gericht op een optimale interactie. Niet wat wij willen zeggen, maar wat de deelnemer wil horen, daar gaat het om. Via de klantreizen communiceert PFZW met klanten tijdens voor hen belangrijke levensgebeurtenissen. In zo’n klantreis zoeken we naar momenten die voor de deelnemer van belang zijn. Trouwen of met pensioen gaan bijvoorbeeld. We merken dat we betere communicatieresultaten boeken als we de contactmomenten vooral laten afhangen van wat voor de deelnemer belangrijk is.
6
Peter Borgdorff Directeur bestuursbureau
7
Meerjarenoverzicht
2012 2011 2010 2009 2008
Werkgevers en deelnemers (aantallen) Aangesloten werkgevers Premiebetalende deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden (Gewezen) deelnemers
21.500 21.200 20.600 19.900 19.300 1.251.200 1.245.800 1.229.500 1.181.500 1.145.100 892.900 841.500 805.600 773.500 737.200 343.700 324.500 310.300 295.300 277.300 2.487.800 2.411.800 2.345.400 2.250.300 2.159.600
Premiepercentages Pensioen (over salaris min AOW-franchise) Arbeidsongeschiktheidspensioen (over salaris min AP-franchise) Baten en lasten (bedragen × € 1 miljoen) Premiebijdragen Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten Kosten per deelnemer (in euro per deelnemer)
23,8% 23,4% 23,1% 22,5% 22,5% 0,4% 0,4% 0,5% 0,5% 0,8%
5.202 4.915 4.696 4.315 4.086 2.641 2.551 2.489 2.400 2.251 120 122 120 115 105 75,4 77,7 78,4 77,9 73,8
Indexatie Indexeringspercentage 1) Loonontwikkeling in de sector Prijsinflatie 2)
2012 2011 2010 2009 2008 0% 0% 0% 0,72% 0% 1,67% 1,43% 1,56% 2,85% 3,67% 2,0% 2,3% 1,3% 1,2% 2,5%
Beleggingen (bedragen × € 1 miljoen) Beleggingsresultaten 3) 14.998 8.498 10.971 12.802 -/- 18.168 Directe kosten vermogensbeheer 4) 74 69 73 142 213 Totale kosten vermogensbeheer in % 5) 0,57% 0,55% – – – Totaalrendement 13,4% 8,4% 12,6% 17,6% -/- 20,5% 10-Jaarsrendement 8,6% 6,4% 4,9% 4,0% 4,4% Gemiddeld rendement vanaf 1971 6) 8,3% 8,2% 8,2% 8,0% 7,9%
1) Percentage toegekende indexering waarbij de loonontwikkeling in de sector als uitgangspunt wordt genomen. 2) Bron: Statline (CBS). 3) Op de beleggingsresultaten zijn de kosten vermogensbeheer reeds in mindering gebracht. 4) De forse daling in 2009 en 2010 wordt veroorzaakt door een verschuiving van de directe naar indirecte kosten vermogensbeheer als gevolg van de beweging van directe beleggingen naar
Financiële positie (bedragen × € 1 miljoen) Dekkingsgraad jaarultimo Beleggingen Eigen vermogen Voorziening pensioenverplichtingen
8
beleggingen in fondsen.
101% 97% 104% 108% 92% 129.608 110.688 99.508 86.075 71.334 1.840 -/- 3.845 4.201 6.458 -/- 6.660 128.770 115.451 96.216 80.174 78.658
5) Totale kosten vermogensbeheer worden sinds 2011 inzichtelijk gemaakt conform de Aanbevelingen van de Pensioenfederatie. Percentage betreft de totale kosten vermogensbeheer afgezet tegen het gemiddeld belegd vermogen. De transactiekosten zijn hierin niet meegenomen. 6) Dit percentage geeft het gemiddelde rendement per jaar weer van 1971 tot en met einde boekjaar 2012.
9
“Als de stroom uitviel, werd er geopereerd bij het licht van een zaklamp” Betty Zeeman is praktijkassistente bij Verloskundigen Veenendaal. Na een carrière als verpleegkundige en een avontuurlijke periode in Afrika heeft ze nu vooral te maken met mensen die in blijde verwachting zijn of net zijn geweest. “Ik heb de leukste baan die er is. Elke dag blije mensen om me heen.”
10
11
Toen ze nog op school zat besefte Betty Zeeman al dat ze voorbestemd was om in de zorg te werken. Ze volgde begin jaren ’70 de opleiding tot verpleegkundige A in het VU medisch centrum, waar ze ook werkte. “Ik wilde iets betekenen voor andere mensen en dat kon op deze manier. Het voelde goed om mensen te kunnen helpen om beter te worden. Maar ook om er voor mensen te zijn die niet meer beter werden. Mensen die ongeneeslijk ziek waren, brachten in die tijd de laatste fase van hun leven vaak door in het ziekenhuis. Nu gebeurt dat steeds meer in de thuissituatie.”
Ziekenhuis in Kenia Toen bleek dat Zeeman technisch was aangelegd, besloot ze de opleiding tot operatieverpleegkundige te volgen. In dezelfde periode groeide haar belangstelling om buiten Nederland aan de slag te gaan, met name op plekken waar ze de hulp goed konden gebruiken. “Ik zag arme mensen en hulpeloze kinderen in derdewereldlanden en besloot dat ik daar iets voor wilde doen. Ik had net mijn huidige echtgenoot leren kennen. We meldden ons aan bij een stichting die zich bezighield met ontwikkelingshulp en vrijwilligers uitzond. En zo belandden we in Kenia, mijn man als bouwkundige en ik als verpleegkundige. Ik hield daar met een aantal mensen een ziekenhuis draaiende. We leidden er ook veel lokale meisjes en jongens op. Het was een prachtige tijd waarin we op allerlei manieren de mensen hielpen om de kwaliteit van hun leven te verbeteren. Aan de hand van voedingsprogramma’s leerden we mensen dat gezond eten belangrijk was. Dat cola helemaal niet goed voor ze was. We werkten ook heel erg zelfstandig. Alles was ver weg en de vervoersmogelijkheden waren beperkt, dus als er moest worden geopereerd, deden we dat zelf. Soms viel de elektriciteit uit. Dan werd er geopereerd bij het licht van een zaklamp. Handelingen die we in Nederland niet zouden mogen verrichten, waren daar noodzakelijk. Het ging letterlijk om mensenlevens.”
Adoptie vanuit Nederland Tijdens de periode in Kenia groeide de kinderwens bij het echtpaar Zeeman. Omdat ze zelf geen kinderen konden krijgen, dachten ze al snel aan adoptie. “We zagen kinderen met nauwelijks kleren aan hun lijf, die toch heel erg gelukkig waren. We besloten dat we kinderen wilden adopteren uit een derdewereldland, kinderen die een kans nodig hadden. Toen we gingen onderzoeken wat de mogelijkheden waren, bleek dat adoptie vanuit Nederland makkelijker te regelen was dan vanuit de landen zelf. We zijn daarom teruggekeerd naar Nederland. In 1981 hebben we een tweeling uit India geadopteerd, twee meisjes. Die waren een half jaar oud toen ze bij ons kwamen. Ik ben toen gestopt met werken om voor de kinderen te zorgen. Mijn man kreeg daardoor de ruimte om carrière te maken. Inmiddels zijn onze kinderen 32 en hebben mijn man en ik ook nog eens twee kleinkinderen.” >>
12
13
Een luisterend oor Zeeman ging weer aan de slag toen de tweeling naar de middelbare school ging. Ze werd praktijkassistente bij Verloskundigen Veenendaal. Daar zorgt ze voor het maken van afspraken, heeft ze contact met ziekenhuizen, laboratoria en verzekeraars en is ze met haar collega het eerste aanspreekpunt voor cliënten. Terugkijkend op haar carrière is ze nog steeds onder de indruk van haar avontuur in Kenia en heeft ze nu de baan die perfect past bij haar huidige leven. “Door een neurologische aandoening kon ik niet meer aan de slag als verpleegkundige. Toen ik deze kans kreeg, heb ik die met beide handen aangepakt. Als ik in de spiegel kijk, zie ik iemand die blij is zoals het in haar carrière gegaan is. Kenia was een mooie belevenis waarin we veel voor mensen hebben kunnen doen. Daarna was er het opgroeien van onze kinderen waar we erg van genoten. En ik ben dankbaar dat ik daarna weer aan het werk kon. Ik heb de leukste baan die er is. Elke dag blije mensen om me heen. Natuurlijk verlopen dingen niet voor iedereen ideaal. Op die momenten wil ik een luisterend oor zijn. Ik wil mensen graag het gevoel geven, dat ze uniek zijn, wat natuurlijk ook zo is. De warmte die ik hier ervaar van mensen is geweldig. Zolang dat zo blijft, blijf ik ook graag mensen helpen.” ■
14
15
Profiel Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) biedt een verplicht gestelde collectieve pensioenregeling voor de sector zorg en welzijn. Het doel is om de deelnemers te voorzien van een goed pensioenpakket tegen een zo laag mogelijke prijs. Solidariteit is het uitgangspunt van deze regeling. PFZW belegt de premie die door werkgevers en werknemers is ingebracht zodanig, dat een hoog, stabiel en verantwoord rendement wordt nagestreefd over een lange termijn tegen aanvaardbare risico’s. Het fonds belegt wereldwijd in de beleggingscategorieën zakelijke waarden, vastrentende waarden en grondstoffen.
Organisatie Een belangrijk orgaan binnen onze organisatie is de Pensioenraad. Deze raad bestaat uit deelnemers, pensioen gerechtigden en werkgevers. Om de zogeheten principes voor goed pensioenfondsbestuur te implementeren, is gekozen om de medezeggenschapsfunctie en de verantwoordingsfunctie te integreren in de Pensioenraad.
PFZW is opgericht door de sociale partners uit de sector zorg en welzijn. De structuur van het pensioenfonds ziet er als volgt uit:
Werkgeversorganisaties
Commissie van beroep
Commissie intern toezicht
Commissie algemene zaken
Pensioenraad Bestuur
Audit committee
PFZW is een stichting. Het bestuur van deze stichting is verantwoordelijk voor beleid en uitvoering van de collectieve pensioenregeling. Het bestaat uit zes vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties uit de sector, zes vertegenwoordigers van werknemersorganisaties en een onafhankelijke voorzitter.
Werknemersorganisaties
Pensioencommissie Bestuurscommissie investments
Bestuursbureau
Het bestuur Het bestuur bestaat uit zes vertegenwoordigers van werkgeverszijde, zes vertegenwoordigers van werknemerszijde en een onafhankelijke voorzitter. Het bestuur is verantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering van de collectieve pensioenregeling en wordt hierin bijgestaan door de pensioencommissie, de bestuurscommissie investments en het audit committee. Onder de taken vallen onder meer de strategie van het pensioenfonds, het pensioenbeleid, het beleid rond de 16
pensioenregeling, zoals het premie- en indexeringsbeleid, het beleggingsbeleid, het aansluitingenbeleid, het financieel-economisch beleid, toezicht op de uitbesteding en het communicatiebeleid. Het bestuur is samengesteld op basis van collectieve deskundigheid. Dat betekent dat de bestuursleden met elkaar in voldoende mate moeten beschikken over de vereiste kennis en kwaliteit. De continuïteit in de kwaliteit van het bestuur wordt regelmatig getoetst. 17
Minstens eenmaal per jaar evalueren het bestuur en de commissies het eigen functioneren en de voorzitter voert jaarlijks functioneringsgesprekken met de afzonderlijke bestuursleden.
Commissie algemene zaken De commissie algemene zaken bereidt de vergaderingen van het bestuur voor en handelt praktische aangelegenheden af. Daarnaast houdt de commissie zich bezig met de oriëntatie op, en het voorbereiden van de strategie van het fonds, (inclusief strategische verkenningen en overige organisa torische invullingen). Ook bespreekt de commissie aan gelegenheden die het bestuursbureau betreffen.
Pensioencommissie
V.l.n.r.: Eelco Damen, Albert Vink, Jacques Moors, Guus van Weelden, Elise Merlijn, Hans Alders, Frits Verschoor, Petra de Bruijn, Patrick Fey, Ellie van Soelen, Alex van Bolderen, Florent Vlak en Ilse van der Weiden.
De pensioencommissie adviseert het bestuur over voorstellen van de uitvoeringsorganisatie en/of het bestuursbureau met betrekking tot de aard van het pensioencontract en het algemene pensioenbeleid (inclusief tarifering, premie- en indexeringsbeleid en acceptatie- en communicatiebeleid). Ook adviseert deze commissie over het vastleggen van het beleid in het pensioenreglement en het wijzigen hiervan naar aanleiding van in- en externe ontwikkelingen. Tot slot adviseert de commissie over te ontwikkelen nieuwe producten, de invloed hiervan op de pensioenregeling en de implementatie binnen of buiten de organisatie.
Bestuurscommissie investments De bestuurscommissie investments adviseert het bestuur op beleggingsgebied over beleidsvoorstellen waarover het bestuur een besluit moet nemen. De commissie ziet toe op de uitvoering van het beleggingsbeleid door de uitvoerings organisatie. De commissie verleent goedkeuring (en kan ook afkeuren) aan specifieke beleggingsvoorstellen van de uitvoeringsorganisatie. De externe adviserende leden hebben hierbij een adviserende taak.
Audit committee Het audit committee heeft overwegend een adviserende taak ten aanzien van het financieel-economisch beleid, de Service Level Agreement met de uitvoeringsorganisatie en het toetsen van de uitvoering ervan, het risicomanagement, de wet- en regelgeving en de externe verslaglegging. Het audit committee beoordeelt en controleert de voorstellen die het bestuurs bureau aan het bestuur voorlegt om vast te stellen of te toetsen. Dit leidt in de meeste gevallen tot een preadvies aan het bestuur. Verder heeft het audit committee mandaat om zelfstandig onderwerpen af te handelen. Het audit committee rapporteert aan het bestuur via preadviezen ten behoeve van de besluitvorming en via de verslagen van de vergaderingen. De drie (externe) adviserende leden van het audit committee vormen tevens samen de commissie intern toezicht.
Pensioenraad De Pensioenraad bestaat uit deelnemers, pensioen gerechtigden en werkgevers. De Pensioenraad is het orgaan van verantwoording en medezeggenschap. De raad heeft als verantwoordingsorgaan de bevoegdheid om het jaarverslag en wijziging van statuten goed te keuren en daarnaast om een oordeel over het handelen van het bestuur, het gevoerde beleid en de beleidskeuzes voor de toekomst te geven.
18
19
Een bijzondere bevoegdheid van de Pensioenraad is het schorsen van het bestuur of het bestuur als geheel tussentijds te laten aftreden. Als medezeggenschapsorgaan heeft de Pensioenraad adviesrecht over voorgenomen besluiten van het bestuur over onder meer maatregelen van algemene strekking, wijziging van het pensioen- en het uitvoeringsreglement, vaststelling of wijziging van het premie- en indexeringsbeleid en het beleggingsbeleid.
De commissie van beroep De commissie van beroep doet uitspraak in geschillen tussen onder meer werkgevers en (ex-)deelnemers van het fonds en over besluiten van het bestuur, voor zover het geen besluiten van algemene aard zijn. Bij de uitspraken neemt de commissie de bepalingen in de statuten, het pensioenreglement en het reglement voor de commissie in acht. De commissie van beroep oordeelt naar billijkheid. Haar beslissing is voor het pensioenfonds bindend.
Commissie intern toezicht De taken van de commissie intern toezicht komen voort uit de Pensioenwet en zijn gericht op: • Het beoordelen van de beleids- en bestuursprocessen en de checks and balances binnen het pensioenfonds. • De wijze waarop het pensioenfonds wordt aangestuurd. • De wijze waarop het bestuur omgaat met de risico’s op langere termijn. De leden van de commissie intern toezicht zijn tevens adviserend lid van het audit committee.
20
Het bestuursbureau De werkzaamheden van het bestuursbureau zijn gericht op het ondersteunen van het bestuur bij het beleid en het terug koppelen en bewaken van de afspraken en resultaten. Het bureau ziet toe op de activiteiten van de uitvoerings organisatie en bewaakt de afspraken en de resultaten. Hierbij maakt het bestuursbureau onder meer gebruik van de expertise van de externe actuaris, de externe accountant en de externe adviseurs van de bestuurscommissie investments en het audit committee. De externen van het audit committee en de bestuurscom missie investments zijn ter aanvulling van de deskundigheid van de bestuursleden in de commissies. Het bestuursbureau heeft de expertise in huis om voorstellen van de uitvoerings organisatie inhoudelijk te kunnen beoordelen en te toetsen.
Wet versterking bestuur pensioenfondsen In 2013 komt de samenstelling van het bestuur opnieuw aan de orde bij de voorbereiding van de implementatie van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen. Deze wet kent voor PFZW de verplichting een vertegenwoordiger van pensioengerechtigden op te nemen in het bestuur. Het wetsvoorstel raakt echter ook de verdere inrichting van de governance van ons fonds. Zo wordt mogelijk de Pensioenraad omgevormd tot een deelnemers- en pensioengerechtigdenraad, en zal ook het intern toezicht wellicht anders vorm worden gegeven. Met inachtneming van de nieuwe wettelijke vereisten wordt ook gekeken naar de taken en bevoegdheden van de beide organen.
21
Toen ze begin twintig was en verpleegkundige, wilde ze al dingen veranderen. Margreeth Kasper de Kroon is een idealist die er al haar hele carrière naar streeft om de kwaliteit van zorg te verbeteren. “Ik werkte bij een instelling waar voor de cliënten thee werd gezet in de koffiepot. Niet te drinken, maar niemand zei er iets van omdat het altijd al zo werd gedaan. Ik deed wel mijn mond open. En dat ben ik altijd blijven doen. Als je je steeds afvraagt ‘waarom doen we dit eigenlijk zo en wordt de cliënt er beter van?’, zie je dat dingen anders en beter kunnen.”
De dynamische kant
“Een koploper hoeft niet te winnen, maar neemt wel initiatief” Zorggroep Noordwest-Veluwe heeft een ambitieus visie- en strategieplan: in 2020 wil de organisatie koploper zijn in zorg en welzijn. Met én voor elkaar. Maar wat betekent dat, koploper zijn? En hoe bereik je die status?
22
Om haar ambities na te jagen werkte Kasper de Kroon onder meer in de psychiatrie, volgde ze een lerarenopleiding en studeerde ze management en innovations. Sinds juni 2012 is ze Raad van Bestuur bij Zorggroep Noordwest-Veluwe. De groep biedt een breed pakket aan diensten op het gebied van wonen, zorg en welzijn voor ouderen. Al vrij snel na haar aanstelling ontwikkelde Kasper de Kroon met haar collega’s een visie- en strategieplan dat de lijnen uitzet tot 2020 en waarin het belang van de cliënt centraal staat. “Mijn voorganger was een fiscalist en daardoor belandde ik in een financieel kerngezonde organisatie. Er werd gewerkt vanuit een aantal kernwaarden, die hebben we nog steeds. Maar de dynamische kant was minder ontwikkeld. De toekomstvisie was minder uitgewerkt. En daar was duidelijk behoefte aan. Ook werd er veel gestuurd op zorgzwaartepakketten. Zo’n pakket beschrijft onder meer hoeveel geld een instelling krijgt voor de zorg aan een cliënt. En dat is voor mij nu juist niet de basis van goede dienstverlening. De cliënt, daar draait het om, niet het geld. We hebben toen een kernteam samengesteld en workshops georganiseerd waarin we medewerkers vroegen wat ze wilden voor de toekomst. Met hun werk, met onze organisatie en met onze cliënten. Daar is een ambitieuze strategie uit voortgekomen die we in de komende jaren waar willen gaan maken.”
Plezier in het werk Het visie- en strategieplan van Zorggroep Noordwest-Veluwe beschrijft onder meer het ‘gewaagd doel’ voor de organisatie: koploper zijn in zorg en welzijn in 2020. Wat iets anders betekent dan de beste zijn, legt Kasper de Kroon uit. “Koploper zijn betekent voor mij dat je voorop loopt en anderen stimuleert om mee te gaan. Een koploper loopt met zijn neus in de wind en stoot hem daarom ook eerder. Hij hoeft niet per se te winnen, maar hij neemt wel initiatieven.” Initiatief, lef en verantwoordelijkheid, dat is wat Kasper de Kroon verwacht van medewerkers, om samen die koppositie te bereiken en zo een trend te kunnen zetten naar een zo goed mogelijke dienstverlening. “Mensen moeten de ruimte krijgen en zelf kunnen bepalen hoe zij het best waarde kunnen toevoegen aan het leven van mensen. Het uitgangspunt moet niet zijn ‘ik mag deze cliënt vandaag twee uur zorg bieden’, maar ‘ik ga vandaag kijken hoe het met de cliënt is en wat op dit moment zijn zorgbehoefte is’. Geen klokkijken maar gepaste aandacht geven. Medewerkers moeten het gevoel hebben dat ze zelf voor de invulling moeten zorgen. >> 23
Een van onze gedragsregels is dat mensen fouten mogen maken, als ze er maar van leren. Dat hoort nu eenmaal bij initiatief nemen, iets kan anders uitpakken dan je had verwacht of gehoopt. Dan stop je ermee en doe je het op een andere manier. Op die manier werken geeft mensen een bepaalde vrijheid waardoor ze hun werk leuker gaan vinden. En daar heeft de cliënt ook baat bij, want de kwaliteit van de zorg verbetert dan ook.
Innovatief en creatief Die kwaliteit van zorg gaat boven alles, vindt Kasper de Kroon. Ook als er bijvoorbeeld moet worden bezuinigd. “We ontleden het regeerakkoord en kijken wat maatregelen betekenen voor de cliënt, de medewerker en de organisatie. En wat ons antwoord is als zorggroep. Denk aan het verdwijnen van bepaalde zorg. Dan moet je innovatief en creatief zijn en met oplossingen komen. Ik denk dat we meer met elkaar kunnen bereiken als we ons niet beperken tot onze eigen organisatie. In Putten bijvoorbeeld is een netwerk ontstaan waarin ouderen andere ouderen helpen. Ook kregen we te maken met een groep verstandelijk gehandicapten, voor wie geen geld meer beschikbaar was om ze elke dag naar Harderwijk te vervoeren voor hun dagbesteding. Nu helpen ze in hun eigen woonplaats mensen die in een verpleeghuis zitten. En ze hebben er vreselijk veel plezier in. In dat soort samenwerkingsverbanden zit een belangrijke meerwaarde. Wij willen zorg leveren die anderen niet leveren. Mensen met een ingewikkelde problematiek helpen. En ons zorgaanbod breed houden. Wij kunnen mensen helpen vanaf het moment dat we voor het eerst bij ze gaan stofzuigen tot aan het moment dat ze overlijden. En binnen die brede dienstverlening ontwikkelen we specialismen. Zodat we er als specialist in ouderenzorg ook kunnen zijn voor die vijf procent van de mensen voor wie ouder worden anders verloopt dan voor de meesten.”
Altijd kritisch blijven In de spiegel kijken doen de medewerkers van de zorggroep continu. “Voor ons visie- en strategieplan geldt dat we in 2020 in de spiegel zullen kijken en nagaan wat we hebben gerealiseerd. Of we die koppositie hebben bereikt, innovatief en verbindend zijn geweest en dichtbij onze cliënten staan. Maar natuurlijk is dat niet ons enige meetmoment. We evalueren onszelf en onze activiteiten voortdurend, onder meer door metingen. Iedereen moet zich eigenlijk aan het einde van elke dag afvragen of de werkzaamheden van die dag ergens toe hebben bijgedragen. Of een cliënt er echt iets aan heeft gehad. En of het soms anders en beter kan. Als een strategie voor verbetering vatbaar is, dan doen we dat. Op elk moment. Alleen door voortdurend in de spiegel te kijken en kritisch te zijn op onszelf, kunnen we koploper worden en blijven.” ■
24
25
2012 in vogelvlucht Het jaar 2012 was in veel opzichten een intensief jaar. Zouden de pensioenen moeten worden verlaagd of niet? Dat bleek gelukkig voor PFZW niet nodig. Wel bleef de dekkingsgraad achter bij de verwachting. Daardoor werden enkele noodzakelijke en impopulaire maatregelen uit het voorgaande jaar nog niet teruggedraaid. De nieuwe pensioenregeling kreeg in 2012 meer duidelijke contouren en wordt in 2013 en 2014 verder uitgewerkt. Bij de invulling speelt de inbreng van deelnemers en werkgevers een belangrijke rol. Zij konden in 2012 hun mening over hun pensioenregeling uitspreken. De nieuwe regeling wordt in 2015 ingevoerd.
Beleggen met oog voor risico Financiële markten beleefden een uitstekend maar turbulent jaar. De economische groei wereldwijd bleef laag en in de eurozone was er zelfs sprake van krimp. Doordat in de komende tijd de verwachte premie-inkomsten hoger zijn dan de uitgaven, kan PFZW beleggen met een lange horizon. Het vermogen wordt gespreid over verschillende beleggings categorieën, met een scherp oog voor risicobeheersing. Het verantwoorde beleggingsbeleid van PFZW betekent dat er rekening wordt gehouden met zaken als mens, milieu en goed ondernemingsbestuur. Elk jaar in april publiceert PFZW een overzicht van de beleggingen per 31 december van het voorgaande jaar. Op pfzw.nl staat een verantwoording van het beleggingsbeleid van PFZW en staan onder meer onder 26
nemingen genoemd die in het kader van verantwoord beleggen zijn uitgesloten.
Beleggen in Nederland PFZW keek in 2012 naar de mogelijkheden van beleggen in Nederland. In 2013 wordt dit onderzoek voortgezet door een speciaal hiervoor opgerichte werkgroep. Onder invloed van de dreigende escalatie van de crisis in de eurozone en de lage rente, werd het beleggingsbeleid in 2012 aangepast. Er werd minder belegd in de dominante risicobronnen aandelen en vastgoed, en meer in obligaties met een hoge rente en infrastructuur. Ook verdween een aantal kleinere en relatief complexe onderdelen uit de portefeuille, wat leidde tot een meer eenvoudige en overzichtelijke beleggingsmix.
Beleggen in de toekomst Binnen het traject White Sheet of Paper (WSOP) krijgt het beleggingsbeleid van PFZW voor de toekomst vorm. Dat beleid moet duurzaam en beheersbaar zijn, passen bij de ambities van het fonds en uitlegbaar aan de deelnemers. Het beleid moet ook passen bij de kernwaarden van het fonds: toegankelijk, integer en betrokken. Ter voorbereiding sprak het bestuur met beleggingsdeskundigen en pensioenfondscollega’s binnen en buiten Nederland.
Een goed beleggingsresultaat
Pensioenen verlagen of niet?
Het rendement op de beleggingen was in 2012 met 13,4% goed, zeker gezien de wankele wereldeconomie en de onzekerheid rondom de overheidsfinanciën. Het resultaat wordt vooral veroorzaakt door het positieve beleggings rendement op zakelijke en vastrentende waarden. Alleen het rendement op grondstoffen was negatief, voornamelijk door de daling van de olieprijs. Door rendement, premie en collectieve waardeoverdrachten steeg het belegd vermogen van PFZW van € 110,7 miljard tot € 129,6 miljard.
Het herstel van de dekkingsgraad verloopt dusdanig dat PFZW in 2013 op een dekkingsgraad kan uitkomen van 104,3% zoals in het kortetermijnherstelplan is vastgelegd. Maar met een dekkingsgraad van 101% kampte PFZW eind 2012 nog steeds met een dekkingstekort. Gelukkig was het niet nodig de pensioenen in 2013 te verlagen om zo het dekkingstekort sneller te kunnen inlopen. Deze maatregel kon achterwege blijven, mede door de nieuwe rekenrente, waarbij onder meer wordt gerekend met een langjarige rente met een lager risico. Het blijft spannend of de dekkingsgraad eind 2013 op 104,3% uitkomt.
27
Omdat het fonds nog steeds in herstel is, besloot het bestuur in november 2012 de pensioenen niet te indexeren. Verder hebben de aanpassingen van de grondslagen geleid tot een stijging van de premie van 0,6 procentpunt. Dit leidt tot een premie voor 2013 van 24,4% (23,8% in 2012).
Bepleiten van marktbehoud Schaalgrootte is een belangrijke pijler waarop PFZW zijn succes baseert. De ambities van PFZW richten zich op marktbehoud (in stand houden verplichtstelling), markt penetratie (groei binnen de bestaande werkingssfeer van het pensioenfonds) en marktontwikkeling (uitbreiding van de werkingssfeer van het pensioenfonds). In de komende jaren wordt vooral ingezet op marktbehoud. Daar waar de verplichtstelling ter discussie komt te staan, neemt PFZW actief deel aan het debat om het belang van solidariteit voor de deelnemers te bepleiten.
Groei zet door Per 1 oktober 2012 zijn ongeveer 300 werkgevers die voorheen waren aangesloten bij de Stichting Pensioenfonds Cultuur, toegetreden tot PFZW, na goedkeuring van de DNB. Dit betreft o.a. theaters, dansgezelschappen en podia en ook enkele voorwaardenscheppende werkgevers die exclusief ondersteunende werkzaamheden verrichten ten behoeve van (onderdelen van) de cultuurbranche. Deze aansluitingen zijn gepaard gegaan met collectieve waardeoverdracht van pensioenaanspraken en pensioenrechten die vóór 1 oktober 2012 zijn opgebouwd. Op 27 september gaf DNB goedkeuring aan de collectieve waardeoverdracht van Stichting Pensioenfonds voor de Predikanten in de Protestantse Kerk in Nederland aan PFZW. 28
Door de sterke vergrijzing en de toenemende eisen ten aanzien van deskundigheid achtte Pensioenfonds Predikanten het in het belang van zijn deelnemers om op zoek te gaan naar versterking. De gezochte schaalgrootte en deskundigheid werden gevonden in PFZW. De waardeoverdracht vond plaats met terugwerkende kracht per 1 juli 2012.
Nieuwe pensioenregeling in 2015 De ontwikkeling van de nieuwe pensioenregeling was in 2011 grotendeels stil komen te liggen, doordat het pensioen akkoord niet van de grond kwam. In 2012 werd de draad weer opgepakt. Bij de invulling zijn wensen van deelnemers en werkgevers meegenomen. Ook in 2012 kon nog geen definitieve pensioenregeling worden gepresenteerd, vanwege de vertraagde invoering van het Financieel Toetsingskader. Naar verwachting wordt in 2014 de laatste hand aan de nieuwe regeling gelegd. Deze wordt dan op 1 januari 2015 ingevoerd. De nieuwe pensioenregeling maakt de pensioenen beter bestand tegen vergrijzing en economische schomme lingen.
Blijven communiceren De enkele jaren geleden met succes ingezette dialoog met de klant werd in 2012 onverminderd voortgezet.
Prijs voor ‘Dit vind ik’-campagne Bijvoorbeeld over de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling. In de campagne ‘Dit vind ik’ konden deelnemers reageren op stellingen. De resultaten zouden mede de contouren van de nieuwe pensioenregeling bepalen. Een groot aantal werkgevers bracht de campagne bij de medewerkers onder de aandacht. Met succes. Ruim 125.000 deelnemers gaven hun mening over de toekomst van hun pensioen bij
PFZW. Tijdens de jaarlijkse uitreiking van de npn-prijzen ontving PFZW voor de ‘Dit vind ik’-campagne de prijs voor meest effectieve communicatiestrategie.
Actief met social media Deelnemers die service en informatie willen, kunnen PFZW binnen de nieuwe kanaalstrategie op verschillende manieren bereiken: via Facebook, Twitter of het Borgblog bijvoorbeeld. Het vergroten en verbeteren van de interactie tussen deel nemers en pensioenfonds én tussen deelnemers onderling heeft succes: het Borgblog, waarvan in oktober de honderdste editie werd gepubliceerd, leidt doorgaans tot veel reacties, wordt tot in de Tweede Kamer gelezen en wakkert de dialoog over pensioen aan.
Persona’s voor gerichte communicatie Om met klanten op maat te kunnen communiceren en beter in te kunnen spelen op hun specifieke behoeftes, worden ze door PFZW ingedeeld naar normen, waarden, leefstijl en levensinstelling. Op basis van pilots zijn drie ‘persona’s’ ontwikkeld, drie fictieve voorbeeldpersonen. Door klanten in te delen bij de persona die het beste bij hen past, kan service en communicatie beter op hun situatie worden afgestemd.
In het nieuws Gestuurd door het nieuwe pensioenakkoord, de verhoging van de AOW-leeftijd en de ontwikkeling van een nieuwe pensioenregeling, was PFZW regelmatig zichtbaar en hoorbaar in de media. Onder meer in ‘Kassa’ van de VARA mengde Peter Borgdorff zich in de discussie over de overheidsmaatregel die ervoor zorgt dat prepensioen en AOW niet langer als vanzelfsprekend op elkaar aansluiten.
Aanvulling op meerjarenplan Het in 2011 opgestelde meerjarenbeleidsplan kreeg in 2012 een addendum. Hierin is een aantal thema’s verder uitgewerkt. Onder invloed van de toenemende negatieve sfeer rondom verplichtstelling, moeten de voordelen ervan nog nadrukkelijker onder de aandacht gebracht worden. In Europees verband komt er meer aandacht voor Europese wet- en regelgeving en wordt geïnvesteerd in samenwerking met gelijkgestemde landen. Flexibilisering in arbeidsrelaties binnen de zorgsector vraagt om passende antwoorden van het pensioenfonds. Denk aan vrijwillige aansluiting voor ZZP’ers. Tot slot worden de ontwikkelingen binnen en buiten het pensioendomein scherp in de gaten gehouden om zo de mogelijkheden open te houden voor andere vormen van pensioen.
Relevante informatie op het juiste moment Via de klantreizen communiceert PFZW met klanten tijdens voor hen belangrijke levensgebeurtenissen. Bijvoorbeeld wanneer zij trouwen, scheiden, een nieuwe baan krijgen of bijna met pensioen gaan. De in 2012 ontwikkelde klantreizen worden in 2013 verder vormgegeven. Pasgetrouwden ontvangen vanaf dan bijvoorbeeld een trouwkaart met informatie over het partnerpensioen. De online scheidings checker geeft inzicht in de gevolgen voor het pensioen bij het beëindigen van een relatie. 29
“Ik ben een teamspeler die duidelijke, persoonlijke doelen stelt” De drive die een topsporter heeft, blijft ook na de sportieve carrière aanwezig. Tenminste, dat geldt voor Macha van der Vaart. De ex-hockey international zet zich momenteel in voor het Jeugdsportfonds. “Sport is een bindmiddel en moet voor iedereen mogelijk zijn.”
30
31
Macha van de Vaart groeide op met sport. Haar ouders waren beiden docent lichamelijke opvoeding. Tijdens haar carrière als topsporter speelde ze voor HC Bloemendaal, HDM en Amsterdam. Tussen 1998 tot 2004 speelde Van der Vaart 152 interlands voor de Nederlandse vrouwenhockeyploeg. Ze nam deel aan de Olympische Spelen in Sydney in 2000 (brons) en Athene in 2004 (zilver) en werd onder meer tweemaal Europees kampioen. Ze omschrijft die periode als een fantastische tijd. “Helemaal nu ik eruit ben en erop terugkijk. Vooral Sydney was geweldig. Het ligt in een prachtig land met aardige mensen, de fantastische sfeer ademde sport uit en elke wedstrijd speelden we voor een volgepakt stadion met 17.000 toeschouwers. Dat toernooi beschouw ik als een van de hoogtepunten uit mijn carrière.”
Nadenken over de toekomst Naast haar drukke hockeyloopbaan was Van der Vaart actief als fysiotherapeut. Die twee bleken vooral na 2000 moeilijk te combineren. “Na 2000 werd het hockey steeds professioneler. Hockey werd voor de speelsters prioriteit nummer één en daaromheen deelde je je leven in. Het was ook de periode waarin ik ging nadenken over mijn toekomst. Ik wist dat Athene mijn laatste toernooi zou worden. Mijn werk als fysiotherapeut had te lijden onder het hockey. Als fysiotherapeut ben je niet alleen met het fysieke aspect bezig, je ontwikkelt ook een vertrouwensband met je patiënten. Dat kon ik niet meer waarmaken omdat ik in verband met mijn rol in het Nederlands hockeyteam onregelmatig aanwezig was.”
Naar het buitenland Na de Olympische Spelen in Athene beëindigde Van der Vaart haar sportcarrière op topniveau. Ze werd gevraagd om directeur van Spieren voor Spieren te worden. “Een mooie organisatie die mooi werk verricht. En zo ben ik in de hoek van de goede doelen terechtgekomen.” Na drieënhalf jaar verhuisde van der Vaart met haar gezin naar het zuiden van Duitsland vanwege het werk van haar echtgenoot, maar de drang om actief te blijven verdween niet. “Als topsporter stond veel in het teken van mezelf. Nu had ik een gezin waar ik rekening mee moest houden. Iets wat ik deed met liefde en nog steeds met liefde doe. Maar ik miste de activiteit, ik heb altijd de behoefte om me te blijven ontwikkelen. Het was voor mij niet makkelijk om in Beieren werk te vinden. We zijn daarom weer teruggekomen naar Nederland.” >>
32
33
Sport is een bindmiddel Met haar carrière als topsporter en de ervaring die ze bij Spieren voor Spieren opdeed, werkte Van der Vaart na haar terugkomst in Nederland als talentenbegeleidster bij Topsport Amsterdam en als foundation manager bij Laureus, een organisatie die de kracht van sport gebruikt om maatschappelijke problemen aan te pakken. Sinds begin 2013 is ze projectmanager goede doelen bij de Koninklijke Nederlandse Hockeybond. Daar zet ze zich in voor het Jeugdsportfonds. “Sport is een mooi bindmiddel en moet voor iedereen mogelijk zijn. Het Jeugdsportfonds ondersteunt gezinnen die geen geld hebben om hun kinderen te laten sporten. De missie van het fonds is dat ieder kind moet kunnen sporten. De KNHB heeft het Jeugdsportfonds gekozen als goed doel voor de komende vier jaar, met als hoogtepunt het WK 2014 in Den Haag. Via acties bij hockeyverenigingen, bijdragen van gemeenten, partners uit de sport en het bedrijfsleven proberen we zoveel mogelijk geld voor het Jeugdsportfonds bij elkaar te halen. We willen in 2014 kinderen kunnen laten sporten, dat is onze doelstelling tot aan het WK 2014.”
Rugzak met ervaring Haar huidige functie verbindt Van der Vaart tot en met het WK in 2014 aan de KNHB. Wat ze daarna gaat doen is van latere zorg. “Ik vind wel weer een nieuwe uitdaging. Ik wil mezelf blijven ontwikkelen en mijn rugzak met ervaring blijven vullen. Omdat ik een gezin heb, is het dus steeds zoeken naar het juiste evenwicht.” Terugkijkend op haar carrière tot nu toe is ze tevreden. “Natuurlijk zou ik sommige dingen nu anders doen. In de finale in Athene hebben we niet ons eigen spel gespeeld. We hebben ons als team teveel aangepast aan de tegenstander. Dat heeft ons de wedstrijd en het Olympisch goud gekost. Maar over het algemeen ben ik blij met wat ik heb bereikt. Als ik in de spiegel kijk, zie ik een teamspeler die duidelijke, persoonlijke doelen stelt. Ik vind het mooi om in teamverband iets te doen voor anderen. Daarnaast wil ik ook voor mezelf resultaten bereiken. In mijn huidige functie en activiteiten kan ik die ambities prima nastreven.” ■
De Koninklijke Nederlandse Hockeybond is aangesloten bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn.
34
35
“Je kunt beter bij een pensioenfonds zitten dan zelf beleggen” Het gemiddelde individu is volgens Erica Verdegaal niet met zijn toekomst bezig. Daarom is het goed dat er pensioenfondsen zijn. Die helpen bij de pensioenbouw, maar kunnen mensen ook meer financieel bewust maken. Door ze bijvoorbeeld te laten zien wat er allemaal kan met pensioen.
36
37
Erica Verdegaal studeerde bedrijfseconomie en twee jaar filosofie. Ze schrijft over geldzaken voor onder meer NRC Handelsblad en de Geldgids van de Consumentenbond. Ze publiceerde elf boeken over onder meer beleggen, geld en gezin, pensioen en rijk worden. Verdegaal wordt gewaardeerd om de heldere manier waarmee ze de voor veel mensen lastige financiële onderwerpen benadert. “Ik wil graag dat mensen de juiste beslissingen nemen als het om geld gaat. Dat ze, als ze op een goed moment in de spiegel kijken, tevreden zijn over die beslissingen. Ik vind het plezierig om daaraan bij te dragen. Ik hou van rekenen, dingen uitzoeken en er mijn mening over geven. Mijn boeken schrijf ik omdat ik dingen wil doen waar mensen iets aan hebben. Ik wil dat mijn werk nuttig is.”
Geld is belangrijk Met haar werk brengt Verdegaal het onderwerp geld naar de mensen toe. Omdat, zo is haar overtuiging, geldzaken belangrijk zijn. “Mensen zeggen vaak dat ze geld onbelangrijk vinden. Dat vind ik vreemd. Je kunt in onze maatschappij niet zonder geld en aandacht ervoor. Wat mensen denken en zeggen over geld, hebben ze vaak van thuis meegekregen. Als vader negatief is over geld en moppert over wat anderen hebben en hij niet, dan nemen kinderen dat gedrag snel over. Als er taboeloos over geld kan worden gesproken in een gezin, dan wordt er ook positiever over gedacht. Dan gaan mensen inzien wat je kunt bereiken met geld. Vrijheid en status bijvoorbeeld. Ik pleit niet voor zoveel mogelijk geld en ook niet iedereen hecht er hetzelfde belang aan en heeft dezelfde hoeveelheid geld nodig. Maar geld kan bij veel dingen helpen en het kan je in zekere zin ook helpen om gelukkiger te worden.”
Pensioen is een breed begrip Haar boeken mogen dan bedoeld zijn om mensen meer bewust te maken van geldzaken, Verdegaal realiseert zich dat dat in geval van pensioen lastig is. En dat een pensioenfonds daar een belangrijke rol in kan spelen. “Mensen zijn niet gewend om na te denken over pensioen. Daarom is het goed als ze een pensioenfonds hebben dat hen daarbij helpt. Ik vind het goed als zo’n fonds deelnemers laat zien dat pensioen een heel breed begrip is. En dat het voor iedereen anders is. Pensioen staat vaak zo alleen. Maar het gaat er niet alleen om wat je opbouwt. Er zijn ook veel andere pensioenpotjes. Een eigen huis, vermogen dat je zelf beschikbaar hebt of de wens om lang door te werken bijvoorbeeld. Allemaal aspecten die mede kunnen bepalen hoe straks je pensioensituatie eruit ziet. Als een pensioenfonds mensen inzicht wil bieden in pensioen, moeten ze het onderwerp ook zo breed benaderen.” >>
38
39
Leuk en toegankelijk Vooral internet is volgens Verdegaal het communicatiemedium bij uitstek, ook als het gaat om pensioen. “Maar dan moet je het wel leuk en toegankelijk maken. Het is aardig als mensen op internet zelf eenvoudig kunnen uitzoeken wat er gebeurt met hun pensioen als ze bepaalde beslissingen nemen. Bijvoorbeeld om eerder te stoppen met werken. Of juist later. Als mensen dat op elk moment kunnen doen en als de informatie die ze krijgen eenvoudig en begrijpelijk is, dan zal het gebruik ervan toenemen. Het is net als met internetbankieren. Mensen kunnen daarmee veel zelf regelen. Ook verzekeringen regel je tegenwoordig online als je wilt.” Hoewel Verdegaal een voorstander is van financiële zaken zelf regelen en zelf uitzoeken wat de beste aanbieder is met de laagste kosten, is ze blij dat er pensioenfondsen zijn. “Pensioenfondsen helpen mensen met iets waar ze zelf vaak niet aan denken. En meestal ook niet toe in staat zijn. Als de gemiddelde Nederlander in de spiegel kijkt ziet hij geen belegger. Dan ziet hij iemand die op sommige financiële vlakken best blij is met wat hulp. En gelukkig kun je prima pensioen opbouwen via een pensioenfonds. Beter dan door zelf te gaan beleggen. Een pensioenfonds kan lage kosten realiseren. Bovendien is het doorsnee individu niet in staat om zelf met succes te beleggen. Je maakt al snel fouten. Ik ben wel enthousiast over pensioen opbouwen via een pensioenfonds. Als je dan zelf niet bezig bent met je toekomst, dan doet het fonds dat in ieder geval voor je.” ■
40
41
Samenvatting van de jaarrekening 2012 Geconsolideerde balans per 31 december 2012 (na bestemming van saldo van baten en lasten) (bedragen × € 1 miljoen)
(na bestemming van saldo van baten en lasten) (bedragen × € 1 miljoen)
2012 2011 Activa Beleggingen Vastgoed en infrastructuur 18.531 15.882 Aandelen 42.704 40.252 Vastrentende waarden 53.957 50.162 Derivaten 19.463 17.713 Overige beleggingen 14.191 5.993 148.846 130.002
2012 2011 Passiva Stichtingskapitaal en reserves 1.840 -/- 3.845
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 209 170 Deelnemingen 160 160 Vorderingen en overlopende activa 1.469 930 Liquide middelen 206 185
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen risico pensioenfonds 127.699 114.492 Overige technische voorzieningen 975 868 128.674 115.360 Voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers 96 91 Derivaten 7.798 8.327 Overige schulden en overlopende passiva 12.482 11.514 Totaal passiva 150.890 131.447
Totaal activa 150.890 131.447
42
43
Geconsolideerde staat van baten en lasten 2012
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2012
(bedragen × € 1 miljoen)
(bedragen × € 1 miljoen)
2012 2011 Baten Premiebijdragen werkgevers en werknemers 5.202 4.915 Beleggingsresultaten 14.998 8.498 Overige baten 25 34 Totaal baten 20.225 13.447
2012 2011
Lasten Pensioenuitkeringen -/- 2.641 -/- 2.551 Pensioenuitvoeringskosten -/- 120 -/- 122 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen risico pensioenfonds Pensioenopbouw -/- 4.988 -/- 3.943 Indexering – – Rentetoevoeging -/- 1.801 -/- 1.252 Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten 2.601 2.486 Wijziging marktrente - /- 7.125 -/- 15.881 Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten -/- 1.571 -/- 439 Aanpassing actuariële grondslagen pensioenregeling 58 -/- 32 Overige mutaties -/- 381 -/- 143 -/- 13.207
-/- 19.204
Mutatie overige technische voorzieningen -/- 107 -/- 29 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers -/- 5 -/- 2 Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen 11 -/- 7 Saldo overdracht van rechten 1.529 422 Totaal lasten -/- 14.540 -/- 21.493 44
Saldo van baten en lasten 5.685
-/- 8.046
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premiebijdragen 5.156 4.923 Ontvangen in verband met overdracht van rechten 1.517 560 Betaalde pensioenuitkeringen -/- 2.637 -/- 2.553 Betaald in verband met overdracht van rechten -/- 1 -/- 138 Betaalde pensioenuitvoeringskosten -/- 120 -/- 127 Overige mutaties uit pensioenactiviteiten 29 23 Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten 3.944 2.688 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen 28.814 40.253 Ontvangen directe beleggingsopbrengsten (inclusief gerealiseerde resultaten derivaten) 2.431 1.905 Aankopen beleggingen -/- 38.379 -/- 42.202 Betaalde vermogensbeheerkosten -/- 46 -/- 46 Overige mutaties uit beleggingsactiviteiten 2.364 6.424 Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten -/- 4.816 6.334 Nettokasstroom -/- 872 9.022 Mutatie liquide middelen -/- 872 9.022
De liquide middelen uit beleggingsactiviteiten worden in de balans gepresenteerd als onderdeel van de ‘Vastrentende waarden’, de liquide middelen uit pensioenactiviteiten worden apart in de balans verantwoord.
45
Grondslagen Voor de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen wordt verwezen naar het jaarverslag 2012 van Pensioenfonds Zorg en Welzijn.
Belegd vermogen
Het belegd vermogen is als volgt samengesteld: 2012 2011 Beleggingen (inclusief derivaten passiva) 141.048 121.675 Vorderingen en schulden beleggingen -/- 11.440 -/- 10.987 Totaal 129.608 110.688
Verloopoverzicht beleggingen 2012 Balans- Balans waarde Waarde- waarde begin Aan- Ver- verande- eind (bedragen × € 1 miljoen) jaar kopen kopen ringen jaar Vastgoed en infrastructuur 15.882 2.824 -/- 2.146 1.971 18.531 Aandelen 32.735 6.466 -/- 9.521 5.114 34.794 Private equity 7.517 738 -/- 990 645 7.910 Leningen 1.160 245 -/- 334 -/- 7 1.064 Obligaties 33.820 17.088 -/- 15.461 3.157 38.604 Overige beleggingen 5.993 9.652 -/- 890 -/- 564 14.191 Subtotaal 97.107 37.013 -/- 29.342 10.316 115.094 Liquide middelen 15.182 14.289 Derivaten 17.713 19.463 Totaal 130.002 37.013 -/- 29.342 10.316 148.846
Het belegd vermogen is in 2012 gestegen met totaal € 18.920 miljoen. Van de stijging wordt € 14.998 miljoen veroorzaakt door het positieve beleggingsresultaat. De stijging van de beleggingen wordt tevens behaald doordat meer aan premiebijdragen is ontvangen dan aan pensioenen en pensioenuitvoeringskosten is betaald. Daarnaast hebben er gedurende 2012 twee grote collectieve waardeoverdrachten plaatsgevonden van Pensioenfonds Predikanten en Pensioenfonds Cultuur.
Technische voorzieningen De voorziening pensioenregeling en regeling arbeidsongeschiktheidspensioen is met € 13.314 miljoen gestegen tot € 128.674 miljoen. De mutaties in de voorziening zijn als volgt:
2012 2011 Stand begin van het jaar 115.360 96.127 Pensioenopbouw 5.031 3.985 Indexering – – Rentetoevoeging 1.815 1.263 Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten -/- 2.686 -/- 2.575 Wijziging Marktrente 7.181 15.932 Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten 1.571 439 Aanpassing actuariële grondslagen pensioenregeling -/- 25 30 Overige mutaties, per saldo 427 159 Stand eind van het jaar 128.674 115.360
46
47
Financiering en financiële positie De dekkingsgraad is gestegen van 97% naar 101%. De tabel op de volgende pagina geeft de impact van de verschillende factoren op de ontwikkeling van de nominale dekkingsgraad weer. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen en de marktwaarde van de pensioen verplichtingen. Bij de nominale dekkingsgraad wordt uitgegaan van de nominale pensioenverplichtingen. Daarin zijn de toegekende indexeringen uit het verleden opgenomen. Hierin zitten niet de eventuele toekomstige indexeringen. De dekkingsgraad ligt onder de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,3%. Het fonds heeft daarom een dekkingstekort. De dekkingsgraad ligt ook onder de vereiste dekkingsgraad van 121,7%. Het fonds heeft daarom ook een reservetekort. De vereiste dekkingsgraad bevat een solvabiliteitsbuffer van 21,7% om de kans om binnen een jaar in een dekkingstekort te komen, te minimaliseren.
Onderstaande tabel geeft de impact van de verschillende factoren op de ontwikkeling van de dekkingsgraad weer. Bij bepaling van de voorziening is gebruik gemaakt van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. DNB heeft in september 2012 de methodiek waarmee de rentetermijnstructuur voor looptijden langer dan twintig jaar wordt berekend, gewijzigd. Deze wijziging houdt in dat er per eind september voor de lange looptijden naast de driemaands middeling van de marktrente ook gebruik wordt gemaakt van een zogenoemde Ultimate Forward Rate (UFR). Dit leidt tot een verhoging van de rekenrente waarop de pensioen verplichtingen worden gewaardeerd. De toepassing van de UFR heeft per eind december 2012 een positief effect op de dekkingsgraad van 4 procentpunt.
2012 2011 Dekkingsgraad begin van het jaar 97% 104% Impact beleggingsopbrengst: Rendement (exclusief rente- en inflatiemandaat) 8% 0% Rente- en inflatiemandaat 5% 9% 13% 9% Impact premies en uitkeringen: Premiebijdrage en pensioenopbouw 0% 1% Verrichten van pensioenuitkeringen 0% 0% 0% 1% Impact aanpassing actuariële grondslagen 0% 0% Indexering 0% 0% Impact ontwikkeling verplichtingen: Rentetoevoeging voorziening -/- 2% -/- 1% Marktwaarde verandering -/- 7% -/- 16% -/- 9% -/- 17% Overige mutaties 0% 0% Dekkingsgraad eind van het jaar 101% 97%
48
49
De factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van de dekkingsgraad worden hieronder toegelicht: • Impact beleggingsopbrengst. Het totaal behaalde rendement in 2012 op de beleggingsportefeuille van PFZW is 13,4%, de bijdrage van het rente- en inflatiemandaat (RIA) hieraan is 5,2%. Het behaalde rendement exclusief RIA zorgt voor een stijging van 8 procentpunt aan de dekkingsgraad. Door het rente- en inflatiemandaat stijgt de dekkingsgraad met 5 procentpunt. De marktrente is in 2012 gedaald. Het pensioenfonds dekt een deel van het renterisico op de verplichtingen af. Bij een daling van de rente heeft het RIA-mandaat een positief effect op de dekkingsgraad. • Impact premies en uitkeringen. Door premiebijdrage en pensioenopbouw verandert de dekkingsgraad met 0 procentpunt. Deze post is het saldo van het effect op de dekkingsgraad van de actuariële benodigde kosten voor pensioenopbouw en de feitelijk ontvangen premiebijdrage. Door verrichten van pensioenuitkeringen verandert de dekkingsgraad met 0 procentpunt. Deze post is het resultaat van de werkelijke verrichte pensioenuitkeringen en de vrijval uit de voorziening voor pensioenuitkeringen gedurende 2012. • Impact aanpassing actuariële grondslagen. Door aanpassing actuariële grondslagen verandert de dekkingsgraad met 0 procentpunt. De wijzigingen van de grond slagen in 2012 betreffen een aanpassing van de grondslag sterfte en langleven (AG-tafel 2012–2062 en de correctie ervaringssterfte) met een kleine stijging van de dekkingsgraad en een aanpassing van de grondslag uittreedleeftijd die tot een kleine daling van de dekkingsgraad leidt. Per saldo zorgt dit ervoor dat de dekkingsgraad gelijk blijft. • Indexering. Er is over 2012 geen indexering verleend als gevolg van de financiële positie van het pensioenfonds. 50
• Impact ontwikkeling verplichtingen. Door het tijdsverschil tussen eind 2011 en eind 2012 dient er rente toegevoegd te worden aan de voorziening. Dit zorgt voor een daling van de dekkingsgraad met 2 procentpunt. Door marktwaardeverandering in de rentetermijnstructuur daalt de dekkingsgraad met 7 procentpunt. Hierbij is rekening gehouden met de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per december 2012. Deze is gebaseerd op een driemaandsgemiddelde rente met UFR. Zonder toepassing van deze UFR zou de dekkingsgraad ongeveer 4 procentpunt lager uitkomen. • Overige mutaties. De mutaties die vallen onder de post overige mutaties zorgen voor een verandering van de dekkingsgraad met 0 procentpunt. De reële dekkingsgraad bedraagt 62% eind 2012 (eind 2011: 61%).
Evaluatie herstelplan Eind 2008 was de dekkingsgraad van het fonds gedaald tot een niveau van 92%. Bij De Nederlandsche Bank is in 2009 een plan ingediend, waarin naar verwachting: • het fonds binnen 5 jaar uit dekkingstekort herstelt (dekkingsgraad boven 104,3% eind 2013); • het fonds binnen 15 jaar uit reservetekort herstelt (dekkingsgraad boven 121,7% eind 2023).
Als vertrekpunt voor het ingediende herstelplan is het zogenoemde pensioenwetscenario gebruikt voor de economische parameters. Er wordt uitgegaan van een verwacht rendement van 6,6%, 2% prijsinflatie en 3% looninflatie. De gehanteerde rentecurve was die van ultimo 2008, hieruit zijn verwachte toekomstige rentes afgeleid. Op 3 oktober 2012 heeft De Nederlandsche Bank (DNB) aangegeven dat pensioenfondsen voor de waardering van de verplichtingen per 31-12-2012 uit dienen te gaan van de UFR. De UFR maakt deel uit van het zogenoemde Septemberpakket. Zonder UFR is eind 2012 de dekkingsgraad 4 procentpunt lager. Er zouden dan aanvullende maatregelen nodig geweest zijn om nog binnen één jaar boven de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,3% te komen. Hoewel de invoering van de UFR het effect van het lage niveau van de rente enigszins verzacht, blijft de realiteit dat de haalbaarheid van het herstelplan uiterst kritisch is, te meer daar het eindpunt van het korte termijn herstelpad van 31 december 2013 snel naderbij komt. Conform lange termijnherstelplan zou het fonds uiterlijk eind 2023 op een dekkingsgraad van minimaal 121,7% moeten staan. Volgens de aannames van het herstelplan en de gerealiseerde dekkingsgraad eind 2012 zou het fonds eind 2016 uit reservetekort zijn. Dit betreft een prognose, de feitelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad hangt sterk af van de onzekere ontwikkeling van rentes en rendementen.
Indexering De dekkingsgraad is gestegen van 97% naar 101%, daarmee is de financiële positie van het fonds in 2012 verbeterd. Het fonds verkeert echter nog steeds in een dekkingstekort. Vanwege deze financiële positie heeft het pensioenfonds besloten om over 2012 geen indexering te geven (2011: 0%). De loonontwikkeling in de sector over 2012 bedroeg 1,67% (2011: 1,43%). Om terug te keren naar volledige indexering is herstel van de dekkingsgraad nodig. Conform de leidraad voor indexering is dat mogelijk bij een dekkingsgraad van 130% nominaal. In het verleden heeft het pensioenfonds vaker minder geïndexeerd dan de loonontwikkeling in de sector vanwege de financiële positie. In 2011, 2012 en ook 2013 zelfs helemaal niet. Deze niet toegekende indexering uit het verleden (vanaf 2005) bedraagt cumulatief 11,30%. Gedurende de looptijd van het herstelplan (tot 2023) kan naar verwachting niet volledig worden geïndexeerd. Daarmee kan de indexeringsachterstand verder oplopen tot circa 18%. De financiële opzet voorziet in extra indexering ter compensatie van de gemiste indexering wanneer de reële dekkingsgraad boven de 100% is. De stand van de reële dekkingsgraad eind 2012 bedraagt 62%. Gegeven deze stand is compensatie van gemiste indexering naar verwachting op korte, maar ook op langere termijn, voorlopig niet van toepassing. Indexering is voorwaardelijk. Er is geen recht op indexering of compensatie van gemiste indexering.
51
Premie en toetsing aan de Pensioenwet De feitelijke pensioenpremie voor 2012 bedraagt 23,8% over het salaris boven de franchise. De premie voor arbeids ongeschiktheidspensioen bedraagt 0,4% over salaris boven de franchise voor arbeidsongeschiktheidspensioen. Er is in 2012 geen premiekorting verleend. Achteraf bekijkt het pensioenfonds of de premie over 2012 voldoende kostendekkend is geweest. Dit wordt op twee manieren getoetst. Op basis van de gedempte kosten dekkende premie en op basis van de ongedempte kosten dekkende premie. Bij de gedempte kostendekkende premie is uitgegaan van een gemiddelde portefeuillerendement van 6,6%. De ongedempte kostendekkende premie is gebaseerd op de nominale rentestand van begin 2012 en heeft een gewogen gemiddelde rente van 2,8%. Bij de ongedempte kostendekkende premie wordt geen rekening gehouden met de meeropbrengst vanuit het beleggingsbeleid.
De feitelijke pensioenpremie van 23,8% is hoger dan de gedempte kostendekkende premie van 11,6%. Hiermee wordt voldaan aan de eis van kostendekkendheid volgens de Pensioenwet. De feitelijke premie is echter lager dan de ongedempte kostendekkende premie van 28,6%. In onderstaande tabel zijn de verschillende premies verder uitgesplitst. De bovenste regel geeft de gedempte en ongedempte kostendekkende premie weer. Deze premie is te splitsen in een deel voor de inkoop van onvoorwaardelijke verplichtingen, een opslag voor het in stand houden van een solvabiliteitsopslag en een opslag voor uitvoeringskosten. Wanneer de feitelijke premie wordt vergeleken met de kostendekkende premies is een positief verschil te bestemmen als een opslag voor herstel van de financiële positie.
De gerealiseerde premiedekkingsgraad (betaalde premie gedeeld door pensioenopbouw) was 103,2% in 2012. Vanuit het toezicht van DNB is het bij de vaststelling van de hoogte van de premie een vereiste om te voldoen aan de premiedekkingsgraadeis van 104,3%. Bij de vaststelling van de premie voor 2012 in het najaar van 2011 werd toen ook voldaan aan de toezichtseis. Achteraf is gebleken dat door bestandsontwikkelingen de pensioenopbouw hoger is dan vooraf was verwacht, waardoor de gerealiseerde premie dekkingsgraad lager is dan 104,3%. Dit betekent dat de premie in 2012 niet volledig heeft bijgedragen aan herstel van de dekkingsgraad naar 104,3% (minimaal vereiste dekkingsgraad). Het fonds heeft in het najaar van 2012 een beperkte grondslagevaluatie uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een verhoging van de premie voor 2013. Ook voor deze premie geldt vooraf dat wordt voldaan aan de toezichtseis van DNB.
Waardeoverdrachten Gedempte Ongedempte kostendekkende kostendekkende premie premie Totale kostendekkende premie 11,6% 28,6% Onvoorwaardelijke pensioenverplichting 9,2% 23,1% Solvabiliteitsopslag 2,1% 5,2% Opslag voor uitvoeringskosten 0,3% 0,3% Feitelijke pensioenpremie 23,8% 23,8% Opslag bestemd voor indexering en herstel 12,2% -/- 4,8%
52
Een pensioenuitvoerder is wettelijk verplicht om op verzoek van een werknemer mee te werken aan waardeoverdracht, als de werknemer gaat deelnemen in een pensioenregeling die door een andere pensioenuitvoerder wordt uitgevoerd. Deze overdracht betreft de waarde van de tot dan toe bij de overdragende pensioenuitvoerder opgebouwde pensioen aanspraken. De ontvangende pensioenuitvoerder is verplicht om de overgedragen waarde aan te wenden voor de toekenning van pensioenaanspraken die ten minste gelijkwaardig zijn aan de oorspronkelijk opgebouwde aanspraken.
De Pensioenwet schrijft voor dat deze verplichting wordt opgeschort indien bij een van de pensioenuitvoerders, of beide, sprake is van een dekkingsgraad onder de 100%. Het pensioenfonds bevond zich begin 2012 in een zodanige situatie. In deze situatie kon het fonds niet meewerken aan individuele waardeoverdrachten. Dit geldt ten aanzien van zowel binnenkomende als vertrekkende werknemers. Sinds eind november was de dekkingsgraad van het pensioenfonds weer boven de 100% zodat waardeoverdracht weer kon plaatsvinden. Collectieve waardeoverdrachten zijn bij een dekkingsgraad onder de 100%, na instemming van DNB nog wel mogelijk. In 2012 hebben de fondsen Pensioenfonds Predikanten en Pensioenfonds Cultuur zich, na akkoord van de DNB, bij PFZW aangesloten en hebben een collectieve waardeoverdracht van de rechten van hun deelnemers gedaan.
Criteria voor opstellen van de samengevatte jaarrekening De jaarrekening van PFZW, waaraan de balans, staat van baten en lasten, kasstroomoverzicht en toelichtingen zijn ontleend, is opgesteld in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek. Het kennisnemen van de samengevatte jaarrekening kan, doordat deze niet alle op basis van Titel 9 Boek 2 BW vereiste toelichtingen bevat, niet in de plaats komen van het kennis nemen van het volledige jaarverslag van PFZW, zoals beschikbaar via de website.
53
Mededeling van de externe actuaris Bijgaande Samenvatting van de cijfers 2012, verantwoord in dit Jaarbericht 2012 voorzover deze betrekking hebben op de technische voorzieningen (en de dekkingsgraden), zijn ontleend aan de door ons gecontroleerde technische voorzieningen, zoals verantwoord in de geconsolideerde jaarrekening over boekjaar 2012 van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn. De ontleende cijfers zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor het inzicht dat vereist is voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent ons oordeel over de vermogenspositie, alsmede de (verdeling van de) resultaten van de stichting, dient de Samenvatting van de cijfers 2012 in bijgaand Jaarbericht 2012 te worden gelezen in samenhang met de volledige door de accountant van het fonds gecontroleerde jaarrekening, inclusief de door ons op 26 april 2013 verstrekte actuariële verklaring. Zoals in de actuariële verklaring bij de jaarrekening is toegelicht, is het eigen vermogen van het pensioenfonds op de balansdatum lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de ver plichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een dekkingstekort. Uitgaande van de gerealiseerde kostendekkende premie wordt over 2012 niet aan de eis van DNB voldaan dat de premie moet bijdragen aan herstel in een situatie van dekkingstekort. Op basis van de begin vorig jaar geprognosticeerde premie werd wel voldaan aan deze zogenoemde premiedekkingsgraadeis. 54
De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn is naar mijn mening slecht, vanwege het dekkings tekort. Op basis van de door het pensioenfonds uitgevoerde evaluatie van het herstelplan per einde 2012, constateer ik dat zowel het dekkingstekort als het reservetekort naar verwachting binnen de daartoe gestelde termijnen zullen zijn opgeheven. Het verwachte herstel en de mate waarin de door het pensioenfonds nagestreefde reële ambitie gedurende de herstelperiode kan worden verwezenlijkt, is hierbij in grote mate afhankelijk van toekomstige, onzekere overrendementen en een gunstige ontwikkeling van de nominale marktrente. Amstelveen, 2 mei 2013 B. den Hartog AAG verbonden aan Towers Watson Netherlands B.V.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het Bestuur van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn te Zeist Bijgesloten samengevatte jaarrekening, bestaande uit de samengevatte geconsolideerde balans per 31 december 2012, de samengevatte geconsolideerde staat van baten en lasten over 2012 met bijbehorende toelichtingen, is ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 26 april 2013. Desbetreffende jaarrekening en deze samenvatting daarvan, bevatten geen weergave van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van 26 april 2013. De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toelichtingen die zijn vereist op basis van Titel 9 Boek 2 BW. Het kennisnemen van de samengevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaats treden van het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de samengevatte jaarrekening op basis van onze werkzaamheden, uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder de Nederlandse Standaard 810, ‘Opdrachten om te rapporteren betreffende samengevatte financiële over zichten’.
Oordeel Naar ons oordeel is de samengevatte jaarrekening in alle van materieel belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde jaarrekening van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn en in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de jaarrekening 2012 van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Amsterdam, 2 mei 2013 Was getekend, Deloitte Accountants B.V. J.G.C.M. Buné RA
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening in over eenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de jaarrekening 2012 van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn. 55
56
57
Colofon Opdrachtgever: Pensioenfonds Zorg en Welzijn Concept/vormgeving: Grafisch ontwerp PI&Q Tekst: PGGM Marketing & Communicatie en Vincent van Rooijen Fotografie: Frank van Biemen Drukwerk: SMG Groep
Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) verzekert (oud-)werknemers in de sector zorg en welzijn van een goed pensioenpakket. Premie-inkomsten in combinatie met een uitgekiend beleggingsbeleid, maakt het mogelijk u dit pakket te bieden tegen een zo laag mogelijke prijs. Het bestuur van het pensioenfonds bestaat uit onder andere werknemers- en werkgevers organisaties. Zij behartigen uw belangen. Bij PFZW kunt u onder andere rekenen op: • Ouderdomspensioen • Partnerpensioen • Wezenpensioen voor uw kinderen jonger dan 21 jaar • Voorzieningen bij arbeidsongeschiktheid Wilt u meer informatie over uw pensioen? Stel direct uw vraag op www.pfzw.nl/info of bel de Klantenservice tijdens kantooruren (030) 277 55 77.
Pensioenfonds Zorg en Welzijn Utrechtseweg 91, Zeist Postbus 4004, 3700 KA Zeist
13-5413 mei 2013
www.pfzw.nl