Jaarbericht 2013 Ambitie
Jaarbericht 2013 Ambitie Deelnemers die vandaag premie afdragen, vertrouwen erop in de toekomst hun levensstandaard te kunnen voortzetten met een maandelijkse pensioenuitkering. Zo is het ook bij PFZW. Wij stellen alles in het werk om te zorgen voor een goed pensioen voor iedereen in zorg en welzijn, nu en in de toekomst. Dat is onze ambitie. Hoe we in 2013 invulling hebben gegeven aan die ambitie, dat leest u in dit jaarbericht. PFZW is meer dan een instantie die premie int, die belegt en vervolgens pensioen uitkeert. Net als elke organisatie in zorg en welzijn is ook PFZW dat wat zijn medewerkers ervan maken. Dit zijn stuk voor stuk mensen met idealen, meningen en ambities. Die zijn vaak zakelijk, maar soms ook heel persoonlijk van aard. Al onze ambities tezamen dragen bij aan het realiseren van de pensioenambitie van PFZW. Wie weet kunnen we u daarmee helpen úw persoonlijke ambitie waar te maken. De gecontroleerde jaarrekening 2013 van Pensioenfonds Zorg en Welzijn waaraan het jaarbericht is ontleend, is op te vragen via pfzw.nl
Op de goede weg Voorwoord van Hans Alders en Peter Borgdorff
42
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
43
6
Meerjarenoverzicht De cijfers samengevat
Mededeling van de externe actuaris
8
Profiel Wie we zijn en waar we voor staan
11
Organisatie Onze structuur en ons bestuur
12
2013 in vogelvlucht18 Samenvatting van de jaarrekening 2013
4
• Geconsolideerde balans per 31 december 2013
26
• Geconsolideerde staat van baten en lasten 2013
28
• Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2013
29
• Financiering en financiële positie
32
5
Voorwoord Op de goede weg Het was een jaar vol ambities. Sommige hebben we in 2013 waargemaakt, met andere zijn we nog druk in de weer. Neem nu het nieuwe pensioencontract. In 2012 besloot het bestuur van PFZW dat het reële contract het best aansluit bij waar we als fonds voor staan: behoud van koopkracht voor onze deelnemers, rekening houdend met verantwoorde risico’s. Een contract waarin is geregeld dat we samen delen in voorspoed en solidair zijn als het economisch tegenzit. Helaas, de politiek is nog niet zover dat we hier werk van kunnen maken. Toch hebben we goede hoop dat dit in 2014 wél gaat lukken. Die ambitie hebben we nog steeds.
Waar we trots op zijn, is dat het ons is gelukt om PFZW weer financieel gezond te maken. We hebben alles op alles gezet om te voorkomen dat we de pensioenen moesten verlagen. Begin 2014 konden we bekendmaken dat de premies gelijk bleven en we de pensioenen, voor het eerst sinds jaren, zelfs konden indexeren. Het was ook het jaar waarin we ons beleggingsbeleid hebben aangescherpt. Als het gaat om duurzaamheid lopen we met dat beleid als pensioenfonds al jaren voorop. We hebben nu nog eens heel expliciet gemaakt waarom we beleggen, waarin (en waarin niet) en hoe we dat doen. Daarmee verstevigen we de balans tussen geld verdienen en de manier waaróp we dat doen. Op pfzw.nl vindt u alle details.
‘Mijn persoonlijke ambitie voor 2014? Ik werd onlangs zestig jaar, een bijzonder moment. Voor mij betekent het dat ik, na jaren van kennis tot me nemen en toepassen, die kennis nu vooral wil delen.’ Peter Borgdorff Directeur bestuursbureau
6
‘Dat we dit jaar eindelijk de discussie gaan voeren over hoe we ons pensioenstelsel houdbaar kunnen houden, samen met onze deelnemers. En dat we met alle betrokken partijen knopen doorhakken om verder te komen.’ Hans Alders Voorzitter bestuur
We hebben in 2013 hard gewerkt aan open en eerlijk het gesprek aangaan met deelnemers. Dat vinden we ongelooflijk belangrijk – die dialoog niet uit de weg gaan. En het werkt. We vielen er meermalen mee in de prijzen; letterlijk. Dat zeggen we niet om onszelf op de borst te kloppen, maar om aan te geven dat we op de goede weg zijn. Het jaar 2014 wordt het jaar waarin we een manier moeten vinden om om te gaan met de verdere fiscale beperking om aanvullend pensioen op te bouwen, als aanvulling op de AOW. Ook dat speelt mee bij de totstandkoming van een nieuw pensioencontract. Het wordt ook het jaar waarin er voor het eerst een pensioengerechtigde in het bestuur plaatsneemt. En dan is er nog de mogelijke overgang van de UMC’s naar PFZW. Aan ambities hebben we, ook in 2014, geen gebrek. 7
Meerjarenoverzicht Werkgevers en deelnemers (aantallen) Aangesloten werkgevers Premiebetalende deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden (Gewezen) deelnemers Premiepercentages Pensioen (over salaris min franchise) Arbeidsongeschiktheidspensioen (over salaris min AP-franchise) Baten en lasten (bedragen × € 1 miljoen) Premiebijdragen Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten Kosten per deelnemer (in euro per deelnemer)
2013 2012 2011 2010 2009
22.000 21.500 21.200 20.600 19.900 1.219.800 1.251.200 1.245.800 1.229.500 1.181.500 954.700 892.900 841.500 805.600 773.500 357.800 343.700 324.500 310.300 295.300 2.532.300 2.487.800 2.411.800 2.345.400 2.250.300
24,4% 23,8% 23,4% 23,1% 22,5% 0,4% 0,4% 0,4% 0,5% 0,5%
5.500 5.202 4.915 4.696 4.315 2.726 2.641 2.551 2.489 2.400 121 120 122 120 115 76,7 75,4 77,7 78,4 77,9
Indexatie Indexeringspercentage 1) Cumulatieve gemiste indexering 2) Loonontwikkeling in de sector Prijsinflatie 3) Beleggingen (bedragen × € 1 miljoen) Beleggingsresultaten 4) Directe kosten vermogensbeheer 5) Totale kosten vermogensbeheer in % 6) Totaalrendement 10-Jaarsrendement Gemiddeld rendement vanaf 19717) Z-score Performancetoets 8)
2013 2012 2011 2010 2009 0,94% 0% 0% 0% 0,72% 12,34% 11,30% 9,48% 7,93% 6,27% 1,88% 1,67% 1,43% 1,56% 2,85% 2,5% 2,5% 2,3% 1,3% 1,2%
4.785 14.998 90 74 0,61% 0,57% 3,7% 13,4% 7,4% 8,6% 8,2% 8,3% 1,02 0,68 1,36 -/- 0,07
8.498 10.971 12.802 69 73 142 0,55% - 8,4% 12,6% 17,6% 6,4% 4,9% 4,0% 8,2% 8,2% 8,0% 0,69 0,91 -/- 0,25 0,07 0,77 1,26
1) Percentage toegekende indexering waarbij de loonontwikkeling in de sector als uitgangspunt wordt genomen. 2) Indexering is voorwaardelijk. Er is geen recht op indexering of compensatie van gemiste indexering. 3) Bron: Statline (CBS). 4) Op de beleggingsresultaten zijn de kosten vermogensbeheer in mindering gebracht.
Financiële positie (bedragen × € 1 miljoen) Dekkingsgraad jaarultimo Beleggingen Eigen vermogen Voorziening pensioenverplichtingen
8
5) De forse daling in 2010 ten opzichte van 2009 wordt veroorzaakt door een verschuiving van de directe naar indirecte kosten vermogensbeheer als gevolg van de beweging van directe
109% 101% 97% 104% 108% 137.334 129.609 110.688 99.508 86.075 11.273 1.840 -/- 3.845 4.201 6.458 126.982 128.770 115.451 96.216 80.174
beleggingen naar beleggingen in fondsen. 6) Totale kosten vermogensbeheer worden sinds 2011 inzichtelijk gemaakt conform de Aanbevelingen van de Pensioenfederatie. Percentage betreft de totale kosten vermogensbeheer afgezet tegen het gemiddeld belegd vermogen. De transactiekosten zijn hierin niet meegenomen. 7) Dit percentage geeft het gemiddelde rendement per jaar weer van 1971 tot en met einde boekjaar. 8) De performancetoets wordt berekend door de z-scores over een periode van vijf jaar op te tellen en te delen door de wortel van vijf. De norm is - /- 1,28.
9
Guus van Weelden (54), voorzitter raad van bestuur GGz Breburg ‘Onze pleegzoon woont nu negen jaar bij ons. Mijn vrouw is adviseur in de jeugdzorg en hoorde daar destijds dat er een tekort was aan pleeggezinnen. Onze dochters waren net het huis uit, toen onze pleegzoon bij ons introk. Hij is nu dertien. Ik wil in mijn drukke agenda meer tijd voor hem vrijmaken, dat heeft hij in deze fase van zijn leven echt nodig.’
Profiel PFZW biedt een verplicht gestelde collectieve pensioen regeling voor de sector zorg en welzijn. Het doel is om de deelnemers te voorzien van een goed pensioenpakket tegen een zo laag mogelijke prijs. Solidariteit is het uitgangspunt van deze regeling.
PFZW is een stichting. Het bestuur van deze stichting is verantwoordelijk voor beleid en uitvoering van de collectieve pensioenregeling. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties uit de sector, vertegenwoordigers van werknemersorganisaties en een onafhankelijke voorzitter.
PFZW belegt de premie die door werkgevers en werknemers is ingebracht zodanig, dat een hoog, stabiel en verantwoord rendement wordt nagestreefd over een lange termijn tegen aanvaardbare risico’s. Het fonds belegt wereldwijd in de beleggingscategorieën zakelijke waarden, vastrentende waarden en grondstoffen.
Een belangrijk orgaan binnen onze organisatie is de Pensioen raad. Deze raad bestaat uit deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers. Om de zogeheten principes voor goed pensioenfondsbestuur te implementeren, is gekozen om de medezeggenschapsfunctie en de verantwoordingsfunctie te integreren in de Pensioenraad.
Marco Verheesen (44), medewerker gehandicaptenzorg ‘Mensen met een beperking vallen overal tussen wal en schip. Deelnemen aan de maatschappij is lastig. Werk vinden is bijna onmogelijk. Ik ben in de gehandicaptenzorg gaan werken, maar ik wilde van jongs af aan al een eigen bedrijf starten. Nu wil ik mijn twee passies combineren door in de toekomst een lunchroom of voedingswinkel te beginnen waar een werkplek is voor mensen met een beperking.’
10
11
van het bestuur wordt regelmatig getoetst. Minstens eenmaal per jaar evalueren het bestuur en de commissies het eigen functioneren.
Organisatie
Commissie algemene zaken PFZW is opgericht door de sociale partners uit de sector zorg en welzijn. De structuur van het pensioenfonds ziet er als volgt uit:
Werkgeversorganisaties
Werknemersorganisaties
Commissie van beroep
Commissie intern toezicht
Commissie algemene zaken
Pensioenraad
De commissie algemene zaken bereidt de vergaderingen van het bestuur voor en handelt praktische aangelegenheden af. Daarnaast houdt de commissie zich bezig met de oriëntatie op, en het voorbereiden van de strategie van het fonds, (inclusief strategische verkenningen en overige organisatorische invullingen). Ook bespreekt de commissie aangelegenheden die het bestuursbureau betreffen.
Pensioencommissie Bestuurscommissie investments
De pensioencommissie adviseert het bestuur over voorstellen van de uitvoeringsorganisatie en/of het bestuursbureau met betrekking tot de aard van het pensioencontract en het algemene pensioenbeleid (inclusief tarifering, premie- en indexeringsbeleid en acceptatie- en communicatiebeleid). Ook adviseert deze commissie over het vastleggen van het beleid in het pensioenreglement en het wijzigen hiervan naar aanleiding van in- en externe ontwikkelingen. Tot slot adviseert de commissie over te ontwikkelen nieuwe producten, de invloed hiervan op de pensioenregeling en de implementatie binnen of buiten de organisatie.
Bestuurscommissie investments De bestuurscommissie investments adviseert het bestuur op beleggingsgebied over beleidsvoorstellen waarover het bestuur een besluit moet nemen. De commissie ziet toe op de uitvoering van het beleggingsbeleid door de uitvoerings organisatie. De commissie verleent goedkeuring aan specifieke beleggingsvoorstellen van de uitvoeringsorganisatie. De bestuurscommissie kan de voorstellen ook afkeuren. De drie externe adviserende leden hebben een adviserende taak.
Bestuur
Audit committee
Pensioencommissie
Bestuursbureau
Audit committee Het bestuur Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van werkgeverszijde, vertegenwoordigers van werknemerszijde en een onafhankelijke voorzitter. Het bestuur is verantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering van de collectieve pensioen regeling en wordt hierin bijgestaan door de pensioencommissie, de bestuurscommissie investments en het audit committee. Onder de taken vallen onder meer de strategie van het 12
pensioenfonds, het pensioenbeleid, het beleid rond de pensioenregeling, zoals het premie- en indexeringsbeleid, het beleggingsbeleid, het aansluitingenbeleid, het financieeleconomisch beleid, toezicht op de uitbesteding en het communicatiebeleid. Het bestuur is samengesteld op basis van collectieve deskundigheid. Dat betekent dat de bestuursleden met elkaar in voldoende mate moeten beschikken over de vereiste kennis en kwaliteit. De continuïteit in de kwaliteit
Jacques Moors (58), voorzitter raad van bestuur Ziekenhuis Amstelland ‘Met een soms overvolle agenda moet je in het gezinsleven concessies doen. Ik ben er daarom trots op dat mijn dochters “goed zijn geland”. En dat mijn gezin zodanig kan functioneren dat iedereen doet wat ‘ie graag wil. Daar wil ik voor blíjven zorgen.’
Het audit committee heeft overwegend een adviserende taak ten aanzien van het financieel-economisch beleid, de Service Level Agreement met de uitvoeringsorganisatie en het toetsen van de uitvoering ervan, het risicomanagement, de wet- en regelgeving en de externe verslaglegging. Het audit committee beoordeelt en controleert de voorstellen die het bestuurs bureau aan het bestuur voorlegt om vast te stellen of te toetsen. Dit leidt in de meeste gevallen tot een preadvies aan het bestuur. Verder heeft het audit committee mandaat om 13
Pensioenraad Elise Merlijn (51), vakbondsbestuurder-onderhandelaar voor Cao ziekenhuizen/UMC bij Abvakabo ‘Ik ga geen ziekenhuizen bouwen in Afrika en ook geen hoge bergen beklimmen. Mijn wens en ambitie zijn werkgerelateerd: ik wil mij ervoor sterk maken dat vrouwen in zorg en welzijn zelfstandig een goed inkomen verwerven, zodat ze niet afhankelijk zijn van anderen.’ Christiaan Meeues (34), klinisch chemisch analist ‘Ik heb een mooie vrouw, twee schatten van kinderen, een leuke baan, een huis en een auto. Dus ik heb mijn ambitie wel waargemaakt. Vroeger wilde ik mooie reizen maken. Ik ben op verschillende plekken geweest, Sri Lanka bijvoorbeeld was prachtig. Maar mijn wens om een gezin te hebben, bleef. Nu heb ik een heel andere manier van leven en zit geluk in kleine dingen. Met mijn vrouw en kinderen naar de speeltuin of het zwembad gaan, bijvoorbeeld. Ik ben apetrots op ze.’
zelfstandig onderwerpen af te handelen. Het audit committee rapporteert aan het bestuur via preadviezen ten behoeve van de besluitvorming en via de verslagen van de vergaderingen. De externe accountant heeft alle vergaderingen bijgewoond. De drie (externe) adviserende leden van het audit committee vormen tevens samen de commissie intern toezicht.
14
De Pensioenraad bestaat uit deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers. De Pensioenraad is het orgaan van verantwoording en medezeggenschap. De raad heeft als verantwoordingsorgaan de bevoegdheid om het jaarverslag en wijziging van statuten goed te keuren en daarnaast om een oordeel over het handelen van het bestuur, het gevoerde beleid en de beleidskeuzes voor de toekomst te geven. Een bijzondere bevoegdheid van de Pensioenraad is het schorsen van het bestuur of het bestuur als geheel tussentijds te laten aftreden. Als medezeggenschapsorgaan heeft de Pensioenraad adviesrecht over voorgenomen besluiten van het bestuur over onder meer maatregelen van algemene strekking, wijziging van het pensioen- en het uitvoerings reglement, vaststelling of wijziging van het premie- en indexeringsbeleid en het beleggingsbeleid.
De commissie van beroep De commissie van beroep doet uitspraak in geschillen tussen onder meer werkgevers en (ex-)deelnemers van het fonds en over besluiten van het bestuur, voor zover hetgeen besluiten van algemene aard zijn. Bij de uitspraken neemt de commissie de bepalingen in de statuten, het pensioenreglement en het reglement voor de commissie in acht. De commissie van beroep oordeelt naar billijkheid. Haar beslissing is voor het pensioenfonds bindend.
Commissie intern toezicht De taken van de commissie intern toezicht komen voort uit de Pensioenwet en zijn gericht op: • het beoordelen van de beleids- en bestuursprocessen en de checks and balances binnen het pensioenfonds 15
Wet versterking bestuur pensioenfondsen
• de wijze waarop het pensioenfonds wordt aangestuurd • de wijze waarop het bestuur omgaat met de risico’s op langere termijn De leden van de commissie intern toezicht zijn tevens adviserend lid van het audit committee.
Het bestuursbureau De werkzaamheden van het bestuursbureau zijn gericht op het ondersteunen van het bestuur bij het beleid en het terugkoppelen en bewaken van de afspraken en resultaten. Iris Staal (54), begeleider dementerende ouderen ‘Toen ik elf jaar oud was, emigreerde ik met mijn ouders van Suriname naar Nederland. Twaalf jaar geleden ging ik voor het eerst terug. Ik voelde direct binding met mijn vaderland. Als ik met pensioen ga, wil ik samen met mijn man het grootste gedeelte van het jaar in Suriname gaan wonen. Ik kijk er nu al naar uit.’
Albert Vink (59), bestuurslid pensioenen ABVAKABO FNV ‘Genoeg geld bij elkaar brengen om een ziekenhuis in Tanzania helemaal af te kunnen bouwen, dat is mijn ambitie. Mijn broer is dat project gestart en doet dat samen met de plaatselijke bevolking. Beetje bij beetje zorgen we samen voor betere faciliteiten.’
16
Het bureau ziet toe op de activiteiten van de uitvoerings organisatie en bewaakt en realiseert alle bestuurlijke processen. Hierbij maakt het bestuursbureau onder meer gebruik van de expertise van de externe actuaris, de externe accountant en de externe adviseurs van de bestuurscommissie investments en het audit committee. De externen van het audit committee en de bestuurscommissie investments zijn ter aanvulling van de deskundigheid van de bestuursleden in de commissies. Het bestuursbureau heeft de expertise in huis om voorstellen van de uitvoeringsorganisatie inhoudelijk te kunnen beoordelen en te toetsen.
Het bestuur heeft alle mogelijke opties uit de wet versterking bestuur pensioenfondsen geanalyseerd. Het bestuur heeft er voor gekozen de bestuurlijke inrichting vorm te geven volgens het paritaire model met een Raad van Toezicht. De aanpassing moet op 1 juli 2014 geïmplementeerd zijn. Daarbij is overwogen dat een bestuursmodel met een stevige positie voor sociale partners het best past bij PFZW. Pensioen is immers een belangrijke arbeidsvoorwaarde, waar sociale partners zelf vorm en uitvoering aan willen geven. Bovendien heeft het bestuur van PFZW niet alleen de zeggenschap over de uitvoering van de arbeidsvoorwaarde pensioen in de sector zorg en welzijn, maar is ook verantwoordelijk voor de inhoud daarvan (de zogenaamde plus-constructie). Dat vraagt om een goede kennis van en worteling in de sector en daarmee is directe betrokkenheid van sociale partners bij de besturing onontbeerlijk. Een belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen is de verplichte participatie van pensioengerechtigden in het bestuur. PFZW moet uiterlijk 1 juli 2014 één afgevaardigde namens pensioengerechtigden in het bestuur opnemen, binnen de werknemersgeleding. In het voorjaar van 2014 schrijft PFZW daarvoor rechtstreekse verkiezingen uit onder alle pensioengerechtigden. Ook start dan de werving en selectie van leden van de nieuw in te richten Raad van Toezicht. In 2013 zijn twee bestuurders met bijzondere expertise op het gebied van vermogensbeheer en risicomanagement toegetreden tot het bestuur, om de deskundigheid van het bestuur op deze terreinen te versterken. Hiermee is het bestuur tijdelijk uitgebreid tot veertien bestuursleden en
een onafhankelijke voorzitter. In 2015 treden opnieuw twee bestuurders met deze expertise toe. Door geleidelijk aftreden van vier van de huidige bestuurders, bestaat het bestuur in 2017 weer uit twaalf bestuursleden en een onafhankelijke voorzitter. De bestuurders met bijzondere expertise worden voorgedragen door de organisaties van werknemers en werkgevers, maar zijn niet per definitie afkomstig uit hun achterban.
Eric Willemstein (46), afdelingsassistent in het ziekenhuis ‘Rondkomen met mijn vrouw en zes kinderen, dat is het belangrijkste in mijn leven. Ik werk 28 uur, maar dat is te weinig. Mijn vrouw en ik proberen te besparen, herstellen kleding eerst voordat we nieuwe kopen. Daarnaast zijn er gelukkig mensen om ons heen die ons steunen. Krijgen af en toe een anonieme envelop. Ik heb het idee dat we het ene gat met het andere vullen. Maar ik vind steun in mijn geloof en voel dat we van boven gesteund worden.’
17
2013 in vogelvlucht Voorstander van verplichtstelling Ons pensioenstelsel staat onder druk. In de media werd ook in 2013 volop gediscussieerd over de verplichtstelling van een pensioenregeling voor een hele bedrijfstak. Moet je als werkgever of werknemer niet gewoon zelf kunnen bepalen of en waar je pensioen opbouwt? Zou je die vraag met ja beantwoorden, dan is een inhoudelijk goede en financieel gunstige regeling als die van PFZW niet meer houdbaar. De collectiviteit - een direct gevolg van de verplichtstelling zorgt juist voor een brede financiële basis. De solidariteit die eruit voortvloeit, betekent samen delen in voor- en tegenspoed. PFZW heeft zich in 2013 hard gemaakt om dit inzicht voor het voetlicht te brengen en zal dat blijven doen. We blijven werken aan ons imago van betrouwbaarheid en de zorg voor een betaalbare regeling. We blijven ons hard maken
voor transparantie over beleggingen en risico’s en ook over transparantie van onze kosten en de beheersing daarvan.
Eerlijk over kosten De totale kosten die PFZW in 2013 maakte om de pensioenregeling uit te voeren, bedroegen € 121 miljoen; omgerekend € 76,70 per deelnemer. Vergeleken met andere pensioenfondsen en –verzekeraars in Nederland is dat weinig. Maar door de vergrijzing zal het aantal gepensioneerden snel toenemen. Om de pensioenkosten beheersbaar te houden, hebben we in 2013 projecten opgestart om administratieve handelingen voor waardeoverdracht te vereenvoudigen. De ontwikkeling van de MijnPFZW-omgeving moet zorgen voor een verdere automatisering en online dienstverlening.
Alex van Bolderen (62), bestuursadviseur FBZ/LAN ‘Ik wil heel graag nog een aantal jaren een bijdrage blijven leveren aan de samenleving. Dat klinkt misschien wat zwaar, maar ik doe graag dingen die een maatschappelijke betekenis hebben. Niets doen, daar voel ik me veel te jong voor.’
18
Douwe Visser (62), predikant ‘Ik wil een vol leven leiden dat van betekenis is voor de mensen om mij heen. Dat vind ik erg belangrijk. Dat komt voort uit mijn persoonlijkheid, en ook uit mijn geloof. Ik heb veel interkerkelijke contacten, ben betrokken bij jeugdwerk en de zorg voor kwetsbare mensen. Ik sta bewust in het leven en maak graag dingen mee. Over twee jaar ga ik met pensioen. Extra tijd voor nieuwe activiteiten, en daarnaast natuurlijk boeken lezen en naar concerten gaan: daar kijk ik echt naar uit!’
Resultaten 2013 • • • • • • •
Dekkingsgraad: 109% (inclusief indexering) Indexering (gedeeltelijk): 0,94% Rendement: 3,7% 10-jaars rendement: 7,4% Belegd vermogen: € 137,3 miljard Aantal aangesloten werkgevers: 22.000 Totaal aantal deelnemers (premiebetalend, gewezen en pensioengerechtigd): 2.532.300
Pensioengerechtigde in het bestuur In 2013 werd een aanpassing gedaan aan de Pensioenwet om de besturen van pensioenfondsen te versterken. Daarbij moest het bestuur van PFZW een aanpassing doen aan het bestuursmodel. Het koos voor een zogeheten paritair model, waarbij werkgevers en werknemers in het bestuur vertegenwoordigd zijn. De eerste stap was het benoemen van twee
bestuursleden met specifieke deskundigheid op het gebied van risicomanagement en vermogensbeheer. Een volgende stap is het kiezen van een bestuurder die de pensioen gerechtigden in het bestuur gaat vertegenwoordigen. Dat moet uiterlijk op 1 juli 2014 een feit zijn. Die vertegenwoordiger wordt in de loop van 2014 gekozen.
Langer leven, langer werken We leven steeds langer, dat is geen geheim. Toch hadden zelfs experts niet voorspeld dat de levensverwachting de afgelopen jaren zó sterk zou stijgen. Daarom verhoogde de Nederlandse regering de AOW-leeftijd naar 65 jaar en één maand in 2013, 66 jaar in 2019 en 67 jaar in 2023. Voor PFZW betekent de extra stijgende levensverwachting dat gepensioneerden langer dan verwacht recht hebben op pensioen. Daarom heeft ook PFZW een aantal maatregelen 19
Naar een nieuwe pensioenregeling Ilse van der Weiden (48), bestuurder Welzijn bij Abvakabo FNV ‘Mijn uitdaging ligt op het sportieve vlak. Mijn neefje is zijn moeder verloren aan kanker. Dus nu wil ik, samen met hem, Alpe d’Huzes fietsen om geld op te halen voor kankeronderzoek. Hij wil drie en ik zes keer de berg beklimmen.’
Ineke Laro (65), gepensioneerd ‘Je moet genieten van het leven, want het kan zomaar afgelopen zijn. Dat heb ik wel geleerd sinds mijn moeder zes jaar geleden dement werd. Niet lang daarna ben ik met vervroegd pensioen gegaan. De vrije tijd die ik nu heb, besteed ik aan de zorg voor mijn moeder, oppassen op mijn kleinkinderen, tuinieren, bridgen en golfen. Dat vind ik veel belangrijker dan een hoog pensioen of veel geld op de bank!’
genomen. Zo wordt de pensioenleeftijd vanaf 2014 gekoppeld aan de AOW-leeftijd. Dit betekent voor deelnemers dat het pensioen van PFZW tegelijk met de AOW ingaat. Eerder het pensioen van PFZW laten ingaan blijft mogelijk, maar niet eerder dan vijf jaar voordat de AOW ingaat. Vóór 2014 kon dit vanaf 55 jaar. Bovendien heeft PFZW tijdelijke regelingen getroffen om te voorkomen dat gepensioneerden met een vroegpensioen het enige tijd met een lagere pensioenuitkering moeten stellen. 20
De contouren van de nieuwe wetgeving over hoe pensioenfondsen hun pensioenregelingen moeten inrichten, werden in 2013 duidelijk. De keuzes die de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hierin lijkt te maken, passen niet bij de ambitie die PFZW heeft. Wij ambiëren maximale koopkracht door de loonstijgingen in de sector te volgen en het nemen van verantwoorde risico’s. Zoals het er nu naar uitziet, kiest de staatssecretaris juist voor een regeling waarbij het opgebouwde pensioenbedrag weliswaar redelijk zeker is, maar waarbij het nog maar de vraag is of indexering haalbaar is. PFZW heeft hierover zijn bezorgdheid geuit bij de staatssecretaris.
Pensioen en Europa De nieuwe Europese maatregel hangt al even boven de markt en ook in 2013 werd er veel over gesproken: de belasting op financiële transacties, kortweg FTT. Het plan van de Europese Commissie om transacties van aandelen en derivaten te belasten, kon echter niet op veel steun rekenen. De uitvoering hiervan vindt naar verwachting niet eerder plaats dan in 2015. Ook een Europese richtlijn (IORP genaamd) die geleid zou hebben tot de verplichting om hogere buffers aan te houden – met alle gevolgen voor de dekkingsgraad en het beleggingsbeleid – kwam niet van de grond. De EU-verordening EMIR, die de markt voor derivaten veiliger en transparanter moet maken, is in 2013 gedeeltelijk van kracht geworden. Zo moeten alle transacties nu schriftelijk worden gemeld bij de toezichthouders.
21
Nationaal pensioendebat In 2013 kondigde de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan in 2014 een breed maatschappelijk debat te willen starten over de toekomst van ons pensioenstelsel. Neem daarbij de nog in ontwikkeling zijnde wetgeving over een nieuwe pensioenregeling èn de Europese richtlijnen waaraan nog wordt gesleuteld. Dat is het decor waarin PFZW zich het komende jaar zal opwerpen als voorvechter van een collectief en solidair pensioenstelsel, met evenveel aandacht voor alle generaties.
Anders beleggen Het beleggen van pensioenpremies is van belang om het pensioenvermogen te laten groeien. Het beheren van dat vermogen brengt verantwoordelijkheid met zich mee. In 2013 heeft PFZW zijn beleggingsbeleid herzien. Zo moet elke belegging straks voldoen aan drie criteria. De eerste is dat een belegging moet bijdragen aan de ambitie van PFZW: voor alle deelnemers een goed pensioen, nu en in de toekomst. Als tweede moet de belegging bijdragen aan een betere wereld. Als derde moet een investering niet te complex zijn, maar goed begrijpelijk en beheersbaar.
Florent Vlak (65), onder meer bestuurder PFZW ‘Op weg naar een nieuw evenwicht, daar werk ik aan. Ik wil reizen, tijd besteden aan mijn gezin én mijn maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Dus als bestuurder van PFZW zorgen dat mensen in de zorg en welzijn een goede inkomenspositie hebben in hun derde levensfase. Ik wil bovendien bijdragen aan duurzaam beleggen. Want ik maak mij zorgen over de toekomst van onze aarde.’
Anneke de Ruiter (60), verzorgende bij Zorggroep-Oude en Nieuwe Land ‘De Zuidpool, daar zou ik graag eens naartoe gaan. De sneeuw, pinguïns, ijsschotsen en kleuren; zo intens wit en blauw. Toch denk ik niet dat ik mijn droom ga waarmaken. Daar zou ik namelijk andere vakanties voor op moeten geven. Mijn man en ik gaan graag naar Noorwegen, Frankrijk of Zwitserland. Dat zijn ook erg mooie landen. Ach, je moet altijd dromen blijven houden.’
In 2013 ontstond een maatschappelijke discussie over dat pensioenfondsen meer zouden moeten investeren in de Nederlandse economie. De fondsen zouden de huizenmarkt weer in beweging krijgen, met het verstrekken van hypotheken. PFZW staat daar open voor, maar alleen als een dergelijke investering voldoet aan de drie criteria van het nieuwe beleggingsbeleid.
22
23
Nieuw aangesloten fondsen In 2013 sloten honderd kerkraden van de Christelijk Gereformeerde kerk zich aan bij PFZW, gevolgd door tweehonderd werkgevers die voorheen waren aangesloten bij Stichting Pensioenfonds Cultuur. Verder is er intensief overleg gevoerd over de mogelijke aansluiting en collectieve waardeoverdracht van de Universitaire Medische Centra van ABP naar PFZW per 1 januari 2015. De exacte voorwaarden worden in 2014 bepaald.
Carola Bijl (36), begeleider gehandicaptenzorg ‘Ik werkte in de horeca en maakte lange dagen. Dat wilde ik niet meer, dus besloot ik negen jaar geleden de zorg in te gaan. Daar ligt mijn hart. Maar de horecawereld trekt nog steeds. Ik zou in de toekomst graag leiding willen geven in een restaurant waar mensen met een beperking werken. Ik ben al rond aan het kijken naar leuke restaurantjes en hoop mijn ambitie ooit waar te maken.’
Gerard Bergsma (57), investment consultant, expert partner Montae ‘Het onderwerp micropensioen intrigeert mij. Voor de stichting Enviu - die ideële startups begeleidt - help ik mee om dat op te zetten in Ghana. Wereldwijd zijn er al zevenhonderd miljoen mensen ouder dan zestig jaar. De komende decennia gaat dit verdubbelen, waaronder maar liefst 60 tot 70 procent in arme landen. Dit wordt problematisch. Ik wil hiervoor meer tijd vrijmaken en onderzoek doen.’
24
25
Samenvatting van de jaarrekening 2013 Geconsolideerde balans per 31 december 2013 (na bestemming van saldo van baten en lasten)
(na bestemming van saldo van baten en lasten)
(bedragen × € 1 miljoen)
(bedragen × € 1 miljoen)
2013 2012 Activa Beleggingen Vastgoed en infrastructuur 18.617 18.531 Aandelen 48.202 42.704 Vastrentende waarden 54.665 53.987 Derivaten 12.755 19.433 Overige beleggingen 14.478 14.191 148.717 148.846
2013 2012 Passiva Stichtingskapitaal en reserves 11.273 1.840
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 192 209 Deelnemingen 160 160 Vorderingen uit hoofde van beleggingen 1.716 771 Vorderingen en overlopende activa 693 698 Liquide middelen 108 206
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen risico pensioenfonds Overige technische voorzieningen
126.011 883
127.699 975
126.894 128.674 Voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers 88 96 Verplichtingen uit hoofde van beleggingen Derivaten 5.802 7.798 Schulden 7.297 12.210 13.099 20.008
Totaal activa 151.586 150.890
26
Overige schulden en overlopende passiva 232 272 Totaal passiva 151.586 150.890
27
Geconsolideerde staat van baten en lasten 2013
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2013
(bedragen × € 1 miljoen)
(bedragen × € 1 miljoen)
2013 2012 Baten Premiebijdragen werkgevers en werknemers 5.500 5.202 Beleggingsresultaten 4.785 14.998 Overige baten 10 25 Totaal baten 10.295 20.225
2013 2012
Lasten Pensioenuitkeringen -/- 2.726 -/- 2.641 Pensioenuitvoeringskosten -/- 121 -/- 120 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen risico pensioenfonds Pensioenopbouw -/- 5.177 -/- 4.988 Indexering -/- 1.167 Rentetoevoeging -/- 455 -/- 1.801 Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten 2.705 2.601 Wijziging marktrente 4.844 -/- 7.125 Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten -/- 167 -/- 1.571 Aanpassing actuariële grondslagen pensioenregeling 1.438 58 Overige mutaties -/- 333 -/- 381 1.688 -/- 13.207 Mutatie overige technische voorzieningen 92 -/- 107 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers 8 -/- 5 Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen -/- 17 11 Saldo overdracht van rechten 214 1.529 Totaal lasten -/- 862 -/- 14.540
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premiebijdragen 5.445 5.156 Ontvangen in verband met overdracht van rechten 357 1.517 Betaalde pensioenuitkeringen -/- 2.702 -/- 2.637 Betaald in verband met overdracht van rechten -/- 143 -/- 1 Betaalde pensioenuitvoeringskosten -/- 151 -/- 120 Overige mutaties uit pensioenactiviteiten 36 29 Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten 2.842 3.944 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen 22.467 28.814 Ontvangen directe beleggingsopbrengsten (inclusief gerealiseerde resultaten derivaten) 1.516 2.431 Aankopen beleggingen -/- 28.218 -/- 38.560 Betaalde vermogensbeheerkosten -/- 125 -/- 46 Overige mutaties uit beleggingsactiviteiten -/- 2.347 2.393 Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten -/- 6.707 -/- 4.968 Nettokasstroom -/- 3.865 -/- 1.024 Mutatie liquide middelen -/- 3.865 -/- 1.024
De liquide middelen uit beleggingsactiviteiten worden in de balans gepresenteerd als onderdeel van de ‘vastrentende waarden’. De liquide middelen uit pensioenactiviteiten worden apart in de balans verantwoord.
Saldo van baten en lasten 9.433 5.685 28
29
Grondslagen Voor de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen wordt verwezen naar het jaarverslag 2013 van Pensioenfonds Zorg en Welzijn.
Belegd vermogen
Het belegd vermogen is als volgt samengesteld: 2013 2012 Beleggingen 148.717 148.846 Vorderingen en schulden beleggingen -/- 11.383 -/- 19.237 Totaal 137.334 129.609
Verloopoverzicht beleggingen 2013 Balans- Balans waarde Waarde- waarde begin Aan- Ver- verande- eind (bedragen × € 1 miljoen) jaar kopen kopen ringen jaar Vastgoed en infrastructuur 18.531 1.790 -/- 2.915 1.211 18.617 Aandelen 34.794 3.994 -/- 5.870 7.152 40.070 Private equity 7.910 610 -/- 1.728 1.340 8.132 Leningen 1.064 155 -/- 323 -/- 11 885 Obligaties 38.786 18.076 -/- 11.278 -/- 2.174 43.410 Overige beleggingen 14.191 541 -/- 611 357 14.478 Subtotaal 115.276 25.166 -/- 22.724 7.875 125.592 Geldmarktbeleggingen 14.137 10.370 Derivaten 19.433 12.755 Totaal 148.846 25.166 -/- 22.724 7.875 148.717
Het belegd vermogen is in 2013 gestegen met totaal € 7.725 miljoen. Van de stijging wordt € 4.785 miljoen veroorzaakt door het positieve beleggingsresultaat. De toename van het belegd vermogen wordt tevens behaald doordat meer aan premie bijdragen is ontvangen dan aan pensioenen en pensioenuitvoeringskosten is betaald.
Technische voorzieningen De voorziening pensioenregeling en regeling arbeidsongeschiktheidspensioen is met € 1.780 miljoen gedaald tot € 126.894 miljoen. De mutaties in de voorziening zijn als volgt: 2013 2012 Stand begin van het jaar 128.674 115.360 Pensioenopbouw 5.222 5.031 Indexering 1.176 Rentetoevoeging 459 1.815 Onttrekking voor pensioenen en pensioenuitvoeringskosten -/- 2.792 -/- 2.686 Wijziging marktrente -/- 4.851 7.181 Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten 194 1.571 Aanpassing actuariële grondslagen pensioenregeling -/- 1.507 -/- 25 Overige mutaties, per saldo 319 427 Stand eind van het jaar 126.894 128.674
30
31
Financiering en financiële positie
Onderstaande tabel geeft de impact van de verschillende factoren op de ontwikkeling van de dekkingsgraad weer.
De dekkingsgraad is gestegen van 101% naar 109%. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen en de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Bij de nominale dekkingsgraad wordt uitgegaan van de nominale pensioenverplichtingen. Daarin zijn de toegekende indexeringen uit het verleden opgenomen. Hierin zitten niet de eventuele toekomstige indexeringen.
2013 2012 Dekkingsgraad begin van het jaar 101% 97%
De dekkingsgraad ligt boven de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,4%. Het fonds heeft daarom geen dekkings tekort. De dekkingsgraad ligt onder de vereiste dekkingsgraad van 122,7%. Het fonds heeft daarom wel een reservetekort.
Impact premies en uitkeringen: Premiebijdrage en pensioenopbouw 0% 0% Verrichten van pensioenuitkeringen 0% 0% 0% 0%
Impact beleggingsopbrengst: Rendement (exclusief rente- en inflatiemandaat) 7% 8% Rente- en inflatiemandaat -/- 3% 5% 4% 13%
Joanne van der Garde (18), student hbo verpleegkunde ‘Als achtjarig meisje lag ik een week in het ziekenhuis. Mijn been was op drie plaatsen gebroken en ik had een hersenschudding. Sindsdien heb ik één ambitie: kinderverpleegkundige worden. Ik wil kinderen helpen om, voor even, hun ziekte te vergeten. Door goed naar ze te luisteren en er écht voor ze te zijn.’
Impact aanpassing actuariële grondslagen Indexering
1% 0%
-/- 1% 0%
Impact ontwikkeling verplichtingen: Rentetoevoeging voorziening 0% -/- 2% Marktwaarde verandering 4% -/- 7% 4% -/- 9% Overige mutaties 0% 0%
Patrick Fey (48), bestuurslid CNV Publieke Zaak ‘Ik ga dit jaar meer mountainbiken. Voor m’n werk zit ik veel binnen te vergaderen. Dan is het heerlijk om buiten te sporten. Het geeft me rust in de kop, ik word lekker moe. Misschien koop ik er wel een racefiets bij…’
32
Deze vereiste dekkingsgraad bevat een solvabiliteitsbuffer van 22,7% om de kans om binnen een jaar in een dekkingstekort te komen, te minimaliseren.
Dekkingsgraad eind van het jaar 109% 101%
Bij het bepalen van de voorziening is gebruik gemaakt van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. Sinds 2012 wordt de rentetermijnstructuur door DNB vastgesteld met gebruik van driemaandsmidddeling en een zogenoemde Ultimate Forward Rate (UFR). 33
Petra de Bruin (53), senior adviseur werkgevers zaken MOgroep ‘Na veel blessures, herstel en heel goed voor mijzelf zorgen, kan ik weer gaan hardlopen. Drie keer in de week, heerlijk, de beweging heb ik echt nodig. Mijn doel? De Zevenheuvelenloop in Nijmegen: vijftien kilometer op en af, ik kan niet wachten om de streep over te komen, de eindtijd maakt mij niet uit.’
De factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van de dekkingsgraad worden hieronder toegelicht: • Impact beleggingsopbrengst. Het totaal behaalde rendement in 2013 op de beleggingsportefeuille van PFZW is 3,7%. Dit leidt tot een stijging van de dekkingsgraad van 4 procentpunt Het behaalde rendement exclusief renteen inflatieafdekking is 7,2% (stijging dekkingsgraad 7 procentpunt). Het rente- en inflatiemandaat zorgt voor een negatief rendement van 3,5% (daling dekkingsgraad 4 procentpunt). De marktrente is in 2013 gestegen. PFZW dekt een deel van het renterisico op de verplichtingen af. Bij een stijging van de rente heeft het RIA-mandaat een negatief effect op de dekkingsgraad. • Impact premies en uitkeringen. Door premiebijdrage en pensioenopbouw verandert de dekkingsgraad met 0 procentpunt in 2013. Deze post is het saldo van het effect op de dekkingsgraad van de actuariële benodigde premie voor pensioenopbouw en de feitelijk ontvangen premiebijdrage. Door verrichten van pensioenuitkeringen verandert de dekkingsgraad met 0 procentpunt. Deze post is het 34
resultaat van de werkelijke verrichte pensioenuitkeringen en de vrijval uit de voorziening voor pensioenuitkeringen gedurende 2013. • Impact aanpassing actuariële grondslagen. Door aanpassing actuariële grondslagen stijgt de dekkingsgraad met 1 procent punt. In 2013 zijn alle grondslagen onderzocht en zo nodig aangepast. De belangrijkste oorzaken van de stijging van de dekkingsgraad is het aanpassen van de grondslagen sterfte en langleven, uittreedleeftijd en uitstel- en ruilfactoren. • Indexering. Er is per 1 januari 2014 een indexering over 2013 van 0,94% verleend. Dit leidt tot een daling van de dekkingsgraad met 1 procentpunt. • Impact ontwikkeling verplichtingen. Door het tijdsverschil tussen eind 2012 en eind 2013 dient er rente toegevoegd te worden aan de voorziening. Dit zorgt voor een daling van de dekkingsgraad met 0 procentpunt. Door marktwaardeverandering in de rentetermijnstructuur stijgt de dekkingsgraad met 4 procentpunt. Hierbij is rekening gehouden met de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per december 2013. Deze is gebaseerd op een driemaandsgemiddelde rente met UFR.
• Overige mutaties. De mutaties die vallen onder de post overige mutaties zorgen voor een verandering van de dekkingsgraad met 0 procentpunt. De overige mutaties worden toegelicht in de paragraaf ‘Overige resultaten’. De reële dekkingsgraad eind 2013 bedraagt 69% (eind 2012: 62%).
Evaluatie herstelplan Eind 2008 was de dekkingsgraad van het fonds gedaald tot een niveau van 92%. Bij De Nederlandsche Bank is in 2009 een herstelplan ingediend, waarin naar verwachting: • het fonds binnen vijf jaar uit dekkingstekort herstelt (dekkingsgraad boven 104,4% eind 2013) • het fonds binnen vijftien jaar uit reservetekort herstelt (dekkingsgraad boven 122,7% eind 2023) Eind 2013 is de 5-jaarsperiode van het korte termijn herstelplan afgelopen. Doordat de dekkingsgraad boven de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,4% ligt, is het herstelplan beëindigd zonder dat de pensioenen verlaagd hoefden te worden.
Als vertrekpunt voor het ingediende herstelplan is het zogenoemde pensioenwetscenario gebruikt voor de econo mische parameters. Er wordt uitgegaan van een verwacht rendement van 6,6%, een prijsinflatie van 2% en een looninflatie van 3%. De gehanteerde rentecurve was die van ultimo 2008, hieruit zijn verwachte toekomstige rentes afgeleid. Conform het lange termijnherstelplan zou het fonds uiterlijk eind 2023 een dekkingsgraad van minimaal 122,7% moeten hebben. Volgens de aannames van het herstelplan en de gerealiseerde dekkingsgraad eind 2012 zou het fonds eind 2016 uit reservetekort zijn. Dit betreft een prognose, de feitelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad hangt sterk af van de onzekere ontwikkeling van rentes en rendementen.
Indexering Indexering is voorwaardelijk en wordt jaarlijks door het bestuur van PFZW vastgesteld. Er is geen recht op indexering. De indexering is afhankelijk van de financiële positie van PFZW.
Natasja Veldema (43), locatiemanager bij Stichting Maatvast ‘Als locatiemanager beheer ik drie gebouwen in Hoofddorp. Twee van die gebouwen zijn sociaal-culturele accommodaties. Mijn doel is om deze gebouwen te laten bruisen door er leuke activiteiten en cursussen aan te bieden. Ik wil het beste uit mezelf halen en zet me voor honderd procent in zodat we in 2016 een drietal wervelende locaties hebben in Hoofddorp.'
35
Eelco Damen (58), bestuursvoorzitter Cordaan ‘Twee dingen die te maken hebben met loskomen van de dominante manier van denken. Ik wil anders gaan kijken naar hoe we de kwaliteit van leven voor ouderen kunnen waarborgen. En: een lange zeiltocht maken langs de Griekse eilanden.’
PFZW heeft de ambitie om de pensioenaanspraken en de ingegane pensioenen jaarlijks aan te passen aan de algemene loonontwikkeling in de sector zorg en welzijn. Volgens de financiële opzet financiert PFZW de indexeringsambitie deels uit de premie en deels uit rendement op beleggingen. In 2013 is er geen indexering gefinancierd uit de premie. De dekkingsgraad eind 2013 vóór indexering was 110%. Conform het herstelplan heeft het bestuur van PFZW hierop besloten gedeeltelijk te indexeren. De indexering is 0,94% (bij een loongroei van 1,88%). Per saldo loopt het totale verschil tussen de indexering en de loonontwikkeling in de sector zorg en welzijn op tot 12,34%. Gegeven de huidige financiële positie zal de indexering ook de komende jaren waarschijnlijk achterblijven bij de loongroei. Die verwachting is sterk afhankelijk van marktontwikkelingen en in mindere mate van demografische ontwikkelingen. De verwachting is dat de achterstand op de loongroei gedurende de looptijd van het herstelplan (tot 2023) zal oplopen tot circa 16%. De lange termijnverwachting van de (prijs)reële rente is lager dan de bij de premiestelling gebruikte rentevoet. Direct toepassen van die lagere renteverwachting zou een forse stijging van de premie tot gevolg hebben. Het bestuur van PFZW heeft besloten voor 2013 de lagere renteverwachting niet in de premie te verwerken. Dit betekent dat de indexering minder dan vanuit de financiële opzet gewenst, gefinancierd wordt uit de premie. In 2013 is het deel van de premie dat gehanteerd kan worden voor indexering en herstel zelfs nihil. Voor 2014 heeft het bestuur een lagere rentevoet gehanteerd bij de bepaling van de premie. Hierdoor draagt naar verwachting vanaf 2014 wel weer een deel van de premie bij aan indexering en herstel.
36
Fieneke Tempelaar (31), werkzoekend onderwijskundige ‘Ik heb nooit kinderen gewild, was een carrièrevrouw. Totdat ik zeven jaar geleden mijn man ontmoette. Nu wil ik niets liever dan een goede moeder zijn voor mijn dochtertje van vier maanden. Als onderwijskundige heb ik daar veel ideeën over, maar als moeder ben je veel minder streng, merk ik nu. Ik wil volop genieten van mijn dochter, maar de ambitie om een mooie carrière te hebben, blijft. Ik hoop straks een leuke baan te vinden die bij me past.’
Om terug te keren naar volledige indexering is herstel van de dekkingsgraad nodig, conform de leidraad voor indexering is dat mogelijk bij een dekkingsgraad van 130% nominaal. De financiële opzet voorziet in extra indexering ter compen satie van de gemiste indexering wanneer de reële dekkingsgraad boven de 100% is. De stand van de reële dekkingsgraad eind 2013 bedraagt 69%. Gegeven deze stand is compensatie van gemiste indexering naar verwachting op korte, maar ook op langere termijn, niet van toepassing. 37
Premie en toetsing aan de Pensioenwet
De feitelijke pensioenpremie van 24,4% is hoger dan de gedempte kostendekkende premie van 14,8%. Hiermee wordt voldaan aan de eis van kostendekkendheid volgens de Pensioenwet. De feitelijke premie is echter lager dan de ongedempte kostendekkende premie van 28,6%.
De feitelijke pensioenpremie voor 2013 bedraagt 24,4% over het salaris boven de franchise. De premie voor arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt 0,4% over salaris boven de AP-franchise. Er is in 2013 geen premiekorting verleend. Achteraf bekijkt PFZW of de premie over 2013 voldoende kostendekkend is geweest. Dit wordt op twee manieren getoetst. Op basis van de gedempte kostendekkende premie en op basis van de ongedempte kostendekkende premie. Bij de gedempte kostendekkende premie is uitgegaan van een gemiddelde portefeuillerendement van 5,5%. De ongedempte kostendekkende premie is gebaseerd op de nominale rentestand van begin 2013 en heeft een bijbehorende yield van 2,8%. Bij de ongedempte kostendekkende premie wordt geen rekening gehouden met de meeropbrengst vanuit het beleggingsbeleid.
Ellie van Soelen (59), CAO-onderhandelaar bij Nu91 ‘Mijn twee kleinzoons zijn drie maanden en ruim een jaar. Ik wil meer tijd voor hen vrijmaken en daarmee ook voor mijn zoons en schoondochters. Door mijn bijdrage kunnen zij werk en privé beter combineren. Hoe ik die tijd vind? Gewoon: goed mijn agenda managen.’
Gedempte Ongedempte kostendekkende kostendekkende premie premie Totale kostendekkende premie 14,8% 28,6% Onvoorwaardelijke pensioenverplichting 11,9% 23,2% Solvabiliteitsopslag 2,6% 5,1% Opslag voor uitvoeringskosten 0,3% 0,3% Feitelijke pensioenpremie 24,4% 24,4% Opslag bestemd voor indexering en herstel 9,6% -4,2%
38
In onderstaande tabel zijn de verschillende premies uitgesplitst. De bovenste regel geeft de gedempte en ongedempte kostendekkende premie weer. Deze premie is te splitsen in een deel voor de inkoop van onvoorwaardelijke verplichtingen, een opslag voor het in stand houden van een solvabiliteits opslag en een opslag voor uitvoeringskosten. Wanneer de feitelijke premie wordt vergeleken met de kostendekkende premies is een positief verschil te bestemmen als een opslag voor herstel van de financiële positie. De gerealiseerde premiedekkingsgraad (betaalde premie gedeeld door pensioenopbouw) in 2013 was 103,8%. Vanuit het toezicht van DNB was het, vanwege een dekkingstekort, bij het vaststellen van de hoogte van de premie een vereiste om te voldoen aan de premiedekkingsgraadeis van 104,3%.
Bij de vaststelling van de premie voor 2013 in het najaar van 2012 werd toentertijd ook voldaan aan de toezichtseis. Achteraf blijkt dat door bestandsontwikkelingen de pensioenopbouw als percentage van de bijdragegrondslag hoger is dan vooraf was verwacht, waardoor de gerealiseerde premiedekkingsgraad lager is dan 104,3%. Dit komt vooral door de bestandskrimp in de sector die toen nog niet voorzien was. Dit betekent dat de premie in 2013 niet volledig heeft bijgedragen aan herstel van de dekkingsgraad naar 104,3% (minimaal vereiste dekkingsgraad eind 2012). Het fonds heeft in het najaar van 2013 een volledige actualisering van de grondslagen uitgevoerd. Deze aanpassingen leiden tot een hogere benodigde premie. De verhoging van de pensioenrekenleeftijd van 65 naar 67 jaar leidt echter tot een daling van de benodigde premie. Per saldo blijft daardoor de premie voor 2014 gelijk.
Waardeoverdrachten Een pensioenuitvoerder is wettelijk verplicht om op verzoek
Olga Steffhaan (65), administratief medewerkster bij een zorgcentrum ‘Ik mag dan wel 65 zijn, maar ik wil zo lang mogelijk mee blijven tellen en mijn steentje bijdragen aan de maatschappij. Ik werk een halve dag in de week als administratief medewerkster bij een zorgcentrum en doe daarnaast vrijwilligerswerk. Ook ben ik mantel zorger voor een man van 84, pas ik een dag in de week op mijn kleinkinderen en zit ik in de belangenvereniging van mijn woonwijk. Ik ben nog láng niet afgeschreven.’
39
De Pensioenwet schrijft voor dat deze verplichting wordt opgeschort als bij een van de pensioenuitvoerders, of beiden, sprake is van een dekkingsgraad onder de 100%. De dekkingsgraad van PFZW bevond zich in 2013 vrijwel het hele jaar boven de 100%. Daarom hebben in vrijwel heel 2013 waardeoverdrachten plaatsgevonden.
Age Bakker (63) hoogleraar Financiële markten en instituties ‘Ik heb me voorgenomen dit jaar het 24ste pianoconcert van Mozart in C-mineur ten uitvoer te brengen, met een eigen vrije improvisatie. Ja, dat is hard werken, maar zeker haalbaar. Het prachtige eerste deel zit er al vrij goed in.’
In 2013 is een voorlopig akkoord tot de overdracht van de pensioenen van de medewerkers van de Universitaire Medische Centra (UMC’s) per 1 januari 2015 gesloten. De per 1 januari 2015 beoogde aansluiting en de collectieve waardeoverdracht zijn onder voorbehoud van verschillende ontbindende voorwaarden, waaronder toestemming van DNB. De exacte voorwaarden van de waardeoverdracht zullen in 2014 bepaald worden. De overgang heeft in 2013 geen effect op de financiële positie.
René Wildschut (60), hoofd facilitaire dienst bij een zorgcentrum “Ah, daar heb je mijn vriend weer”, zei een bewoner van het zorgcentrum waar ik werk. Het is het mooiste compliment dat ik in de afgelopen vijftien jaar kreeg. Ik wil de mensen hier gelukkig maken en ze een paar prachtige laatste levensjaren bezorgen. Gewoon door er voor ze te zijn als ze me nodig hebben. Er is steeds minder budget, maar met het minimale het maximale doen; dat is mijn streven.’
Criteria voor opstellen van de samengevatte jaarrekening van een werknemer mee te werken aan waardeoverdracht, als de werknemer gaat deelnemen in een pensioenregeling die door een andere pensioenuitvoerder wordt uitgevoerd. Deze overdracht betreft de waarde van de tot dan toe bij de overdragende pensioenuitvoerder opgebouwde pensioenaanspraken. De ontvangende pensioenuitvoerder is verplicht om de overgedragen waarde aan te wenden voor de toekenning van pensioenaanspraken die ten minste gelijkwaardig zijn aan de oorspronkelijk opgebouwde aanspraken.
40
De jaarrekening van PFZW, waaraan de balans, staat van baten en lasten, kasstroomoverzicht en toelichtingen zijn ontleend, is opgesteld in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek. Het kennisnemen van de samengevatte jaarrekening kan, doordat deze niet alle op basis van Titel 9 Boek 2 BW vereiste toelichtingen bevat, niet in de plaats komen van het kennis nemen van het volledige jaarverslag van PFZW, zoals beschikbaar via de website.
41
Mededeling van de externe actuaris De voorafgaande Samenvatting van de jaarrekening 2013, voorzover deze betrekking heeft op de technische voorzieningen (en de financiële positie), is ontleend aan de door ons gecontroleerde technische voorzieningen, zoals verantwoord in de geconsolideerde jaarrekening over boekjaar 2013 van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn. De ontleende cijfers zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor het inzicht dat vereist is voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent ons oordeel over de vermogenspositie, alsmede de (verdeling van de) resultaten van de stichting, dient de samengevatte jaarrekening in bijgaand Jaarbericht 2013 te worden gelezen in samenhang met de volledige door de accountant van het fonds gecontroleerde jaarrekening, inclusief de door ons op 25 april 2014 verstrekte actuariële verklaring. Zoals in de actuariële verklaring bij de jaarrekening is toegelicht, is het eigen vermogen van het pensioenfonds op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen, maar hoger dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen aangegaan tot balansdatum, daarom sprake van een reservetekort. Uitgaande van de gerealiseerde kostendekkende premie wordt over 2013 niet aan de eis van DNB voldaan dat de premie in een situatie van dekkingstekort moet bijdragen aan herstel. De begin vorig jaar geprognosticeerde premie voldeed echter wel aan deze zogenoemde premiedekkingsgraadeis.
42
De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn is naar mijn mening niet voldoende, vanwege het reservetekort. Op basis van de door het pensioenfonds uitgevoerde evaluatie van het herstelplan per einde 2013, constateer ik dat het reservetekort naar verwachting binnen de daartoe gestelde termijn zal zijn opgeheven. Het hiervoor nog benodigde herstel en de mate waarin de door het pensioenfonds nagestreefde reële ambitie gedurende de resterende herstelperiode kan worden verwezenlijkt, is hierbij evenwel in grote mate afhankelijk van toekomstige, onzekere overrendementen en een gunstige ontwikkeling van de nominale marktrente. Amstelveen, 1 mei 2014 drs. H. Zaghdoudi AAG verbonden aan Towers Watson Netherlands B.V.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn te Zeist Bijgesloten samengevatte jaarrekening 2013, bestaande uit de samengevatte geconsolideerde balans per 31 december 2013, de samengevatte geconsolideerde staat van baten en lasten over 2013 met bijbehorende toelichtingen, is ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening 2013 van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 25 april 2014. Desbetreffende jaarrekening en deze samenvatting daarvan, bevatten geen weergave van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van 25 april 2014. De samengevatte jaarrekening 2013 bevat niet alle toelichtingen die zijn vereist op basis van Titel 9 Boek 2 BW. Het kennis nemen van de samengevatte jaarrekening 2013 kan derhalve niet in de plaats treden van het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening 2013 van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de samengevatte jaarrekening 2013 op basis van onze werkzaamheden, uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder de Nederlandse Standaard 810, "Opdrachten om te rapporteren betreffende samen gevatte financiële overzichten".
Oordeel Naar ons oordeel is de samengevatte jaarrekening 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde jaarrekening 2013 van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn en in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de toelichting. Amsterdam, 1 mei 2014 Deloitte Accountants B.V. Was getekend, drs. J.P.M. Hopmans RA
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening 2013 in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de toelichting.
43
Colofon Opdrachtgever: Pensioenfonds Zorg en Welzijn Concept/vormgeving: Grafisch ontwerp PI&Q Zeist bv Tekst: PGGM Marketing & Communicatie en ZB Communicatie & Media bv Fotografie: Joost van der Vleuten Drukwerk: SMG Groep
44
45
Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) verzekert (oud-)werknemers in de sector zorg en welzijn van een goed pensioenpakket. Premie-inkomsten in combinatie met een uitgekiend beleggingsbeleid, maakt het mogelijk u dit pakket te bieden tegen een zo laag mogelijke prijs. Het bestuur van het pensioenfonds bestaat uit onder andere werknemers- en werkgevers organisaties. Zij behartigen uw belangen. Bij PFZW kunt u onder andere rekenen op: • Ouderdomspensioen • Partnerpensioen • Wezenpensioen voor uw kinderen jonger dan 21 jaar • Voorzieningen bij arbeidsongeschiktheid
13-6050 mei 2014
Wilt u meer informatie over uw pensioen? Stel direct uw vraag op www.pfzw.nl/info of bel de Klantenservice tijdens kantooruren (030) 277 55 77.
Pensioenfonds Zorg en Welzijn Utrechtseweg 91, Zeist Postbus 4004, 3700 KA Zeist www.pfzw.nl