Jaarverslag 2011
Inhoud
Jaarbericht
03
Bijlagen > Productie en resultaten > Werkdruk en werkbelasting > Bemiddelingscommissie klachten > MIPP-commissie
12 12 23 25 32
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Jaarbericht
10 jaar Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’
Waar staan wij? Hoe verder?
Zo luidde het thema van het congres waarmee de huisartsenpost in november 2011 haar tienjarig bestaan vierde. Tijdens het congres is onder meer teruggeblikt op de verwachtingen van destijds. Bij de start van de huisartsenpost op 1 juli 2001 hoopten de huisartsen de werkbelasting als gevolg van de vele waarneemdiensten te beperken door de acute huisartsenzorg buiten kantooruren centraal aan te bieden aan de 270.000 inwoners van de Gelderse Vallei. In de afgelopen tien jaar is het aantal contacten gestegen van 42.000 tot ruim 70.000 per jaar. De werkbelasting voor huisartsen is daardoor fors toegenomen; huisartsen vinden de diensten op de huisartsenpost druk en zwaar. De oorzaak van de hoge zorgconsumptie is echter niet duidelijk. Zijn de inwoners in de Gelderse Vallei ongezonder geworden? Is de drempel om gebruik te maken van acute huisartsenzorg verlaagd? Is huisartsenzorg een 24-uurs voorziening? Of gaat men naar de huisartsenpost omdat men overdag niet bij de eigen huisarts terecht kan? En welke zorgvraag verwachten wij de komende jaren? De eerstelijnszorg wordt steeds belangrijker, maar kan de huisarts dit wel aan? De antwoorden op deze vragen geven richting aan het beleid van de huisartsenpost voor de komende jaren. In 2011 hebben wij in de voorbereiding van het congres hier nader onderzoek naar gedaan.
Er is in 2011 niet alleen stilgestaan bij de eerste tien jaar. Met het oog op de toekomst zijn belangrijke stappen gezet. Zo zijn de mogelijkheden tot samenwerking met de Spoedeisende Eerste Hulp van Ziekenhuis Gelderse Vallei in kaart gebracht. Deze kunnen in 2012 leiden tot gezamenlijke opvang van de zelfverwijzers in de regio. De Regionale Organisatie Huisartsen Gelderse Vallei (ROH) en de Huisartsenpost zijn gesprekken gestart over mogelijk samengaan van beide organisaties. En met het behalen van de kwaliteitscertificering (HKZ1) is het duidelijk dat de huisartsenpost ook inhoudelijk klaar is voor de toekomst; het interne kwaliteitssysteem is op orde en de kwaliteit wordt continu bewaakt en geborgd.
1) HKZ: Harmonisatie Kwaliteit Zorginstellingen
Jan Immink, voorzitter Kien Smulders, algemeen directeur
3
4
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Jaarbericht
Visie
De huisartsenpost is een onderdeel van de huisartsenzorg. Huisartsen geven met hun deelname aan de huisartsenpost invulling aan hun verantwoordelijkheid om 7 dagen per week, 24 uur per dag huisartsenzorg te leveren. De huisartsenpost wil in haar manier van werken zoveel mogelijk bijdragen aan de continuïteit van die zorg. Uitwisseling tussen de dossiers in de huisartspraktijk en op de huisartsenpost is een belangrijke randvoorwaarde. De huisartsenpost kiest daarbij voor regionale uitwisseling. Eind 2011 was de samenvatting van de dossiers van bijna 90% van alle patiënten op te vragen bij de eigen huisarts. Deze ICT-koppeling is goed beveiligd waardoor alleen geautoriseerde zorgverleners toegang hebben. Buiten kantooruren neemt de huisartsenpost de regiefunctie van de huisarts waar: de zorgvragen worden vanuit het huisartsgeneeskundig perspectief beoordeeld, waarbij de patiënt zoveel mogelijk centraal staat. Dat betekent niet dat de patiënt de inhoud van de zorg bepaalt op de huisartsenpost. Patiënten oordelen of er sprake is van een acute zorgvraag, de huisartsenpost stelt de mate van spoed en het vervolg vast. De helft van alle contacten in 2011 had een verhoogde urgentie. De totale zorgvraag is in 2011 2) Bron: Benchmarkbulletin 2010, Vereniging Huisartsenpost Nederland 2011.
opnieuw licht gedaald en is daarmee weer bijna terug op het niveau van 2008. Het aantal visites is voor het eerst in jaren afgenomen met 8% tot 7.168. De meeste huisbezoeken hebben een verhoogde urgentie (48% heeft zelfs een U1/U2-urgentie). 45% van alle contacten resulteert in een consult op de huisartsenpost waarbij drie op de tien consulten niet urgent zijn. Slechts een beperkt aantal telefonische consulten is urgent; 80% is niet urgent. De zorgconsumptie per inwoner in de Gelderse Vallei is hoger dan het landelijk gemiddelde. In 2010 bedroeg deze 0,271. Landelijk lag de zorgconsumptie op 0,245 2. In opdracht van Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ heeft het Kenniscentrum IQ-Health onderzoek gedaan naar mogelijke determinanten van een hoge zorgconsumptie op de huisartsenpost. De tien huisartspraktijken met de hoogste en de laagste zorgconsumptie op de huisartsenpost zijn met elkaar vergeleken. Huisartspraktijken met een lage zorgconsumptie kenmerken zich door goede telefonische bereikbaarheid en een ruime beschikbaarheid. Deze praktijken liggen op het platteland met een grotere afstand tot de huisartsenpost. De huisartsen zijn vaker solist en ervaren een lagere werkdruk. Het percentage allochtonen is lager
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Jaarbericht
en de patiënten zijn gemiddeld hoger opgeleid. De huisartsen met een lage zorgconsumptie hebben een breder takenpakket en doen meer diagnostische en therapeutische verrichtingen vergeleken met praktijken met een hoge zorgconsumptie. De zorgconsumptie op de huisartsenpost is vooral te verminderen door betere telefonische bereikbaarheid en ruimere beschikbaarheid van huisartsen in de praktijk. Het grote aantal patiënten dat van de huisartsenpost gebruik maakt terwijl er geen directe aanleiding bestaat voor acute hulp, leidt ertoe dat veel huisartsen de waarneemdiensten als belastend ervaren. In een in 2011 uitgevoerd onderzoek onder 191 huisartsen en tijdens het jaarcongres kwam duidelijk naar voren dat men behoefte heeft aan betere triagerichtlijnen. In 2012 wordt daarom de invoering van het Nederlands Triagesysteem (NTS) onderzocht. De interne opleiding tot triageassistent die alle doktersassistentes hebben gevolgd, draagt al veel bij tot een eenduidige beoordeling van de urgentie van de zorgvraag. Daarnaast blijft heldere communicatie met het publiek over de plaats van de huisartsenpost in de 7x24 uurs zorg belangrijk in het voorkomen van een ongebreidelde zorgconsumptie.
De meeste patiënten die op de huisartsenpost komen, hebben behoefte aan eerstelijnszorg. Slechts een klein deel (10 %) wordt verwezen naar de tweedelijn (SEH, crisisdienst, ziekenhuisopname). Samenwerking en afstemming met de partners binnen de eerstelijn (apotheek, thuiszorg, kruiswerk), in de tweedelijn (SEH, crisisdienst) en in de acute zorgketen is een belangrijk thema en is noodzakelijk voor het verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening. De huisartsenpost stelt daarbij de vraag van de patiënt centraal: de patiënt wil weten waar hij met een acute zorgvraag terecht kan. Huisartsen en huisartsenpost vormen het begin van de acute zorgketen en daar kan het beste gezorgd worden dat patiënten op de juiste plek terechtkomen: de regie voor de acute patiënt ligt bij de huisarts. Dit uitgangspunt is verder uitgewerkt in de intentieovereenkomst samenwerking huisartsenpost SEH die begin 2011 is afgesloten met Ziekenhuis Gelderse Vallei. In de loop van het jaar zijn de mogelijkheden voor samenwerking verder onderzocht. Hopelijk leidt dit tot een gezamenlijke nieuwe werkwijze in 2012 voor de opvang van de patiënt met een acute zorgvraag. Met de ambulancezorg is de samenwerking en afstemming in 2011 vast-gelegd in een drietal concrete werkinstructies waardoor de inzet van de juiste deskundigheid op het juiste moment beter wordt geborgd.
5
6
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Jaarbericht
Tien jaar Huisartsenpost
Kwaliteit
Doel van het kwaliteitsbeleid is om goede bereikbare spoedeisende huisartsenzorg te realiseren die aansluit op de huisartsenzorg overdag. Uitgangspunt hierbij vormt de eigen professionele verantwoordelijkheid van de deelnemende huisartsen voor kwalitatief goede huisartsenzorg. In 2011 is het interne kwaliteitssysteem ter voorbereiding op certificering aan de hand van de kwaliteitsnormen3 volledig vernieuwd en zijn alle protocollen en procedures gedigitaliseerd en op intranet geplaatst. In december is de organisatie extern getoetst en is het HKZ-certificaat toegekend. Dit is een belangrijke erkenning van het feit dat de huisartsenpost zo is ingericht dat verbeteringsprocessen continu plaatsvinden en goed geborgd zijn. De dienstverlening binnen de huisartsenpost wordt op verschillende niveaus geëvalueerd. Regelmatig wordt getoetst of de prestaties van de huisartsenpost voldoen aan de branchenormen. Helaas is het nog niet mogelijk om alle gegevens uit de verschillende registratiesystemen te extraheren. Het blijkt dat niet alle autorisaties binnen één uur plaatsvinden; deze norm wordt voor 91% van alle telefonische consulten gehaald. Wij kunnen maar voor een deel van de contacten aangeven op welk moment de zorg bij 3) Kwaliteitsnormen volgens het certificatieschema Harmonisatie Kwaliteit Zorginstellingen (HKZ)
een contact met een U1/U2-urgentie beschikbaar is. Exacte cijfers over de snelheid waarmee de telefoon wordt beantwoord, zijn helaas niet voldoende betrouwbaar om op basis hiervan conclusies te trekken over de dienstverlening. Naast de toetsing aan branchenormen zijn analyses in het kader van calamiteiten, incidenten en klachten informatief. Deze leiden regelmatig tot verbeteracties. De klachtenfunctionaris is verantwoordelijk voor de afhandeling van het gehele traject. Zij wordt ondersteund door de bemiddelingscommissie. Deze signaleert trends in de klachten en formuleert op basis van de bemiddelde klachten aanbevelingen voor de directie. Ook de MIPP-commissie en de calamiteitenonderzoeker adviseren de directie over verbetermaatregelen. Diplomering triagist
De Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ is geaccrediteerd om zelf assistentes voor te dragen voor het diploma triagist. Sinds 2009 leidt de huisartsenpost jaarlijks assistentes op voor dit diploma. In 2011 hebben vijf assistentes het diploma behaald. Ook zij hebben aangetoond dat zij beschikken over voldoende medisch inhoudelijke kennis en de juiste communicatieve vaardigheden en houding.
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Jaarbericht
Lustrumcon-
Bovendien kunnen zij dit in de praktijk toepassen. Het percentage gediplomeerde triagisten werkzaam op de huisartsenpost ligt op ongeveer 76%. Vanaf 2010 beginnen nieuwe medewerkers een maand na indiensttreding met de opleiding tot triagist. De aandacht voor de kwaliteit van triage heeft een impuls gegeven aan de professionalisering op de huisartsenpost. Invoering van het Nederlands Triagesysteem (NTS) wordt overwogen voor 2012. Scholing
Naast deze kwaliteitsprojecten zijn in 2011 scholingen voor huisartsen en assistentes georganiseerd. De training voor nieuwe regieartsen is volledig herzien. De cursussen rond spoedeisende geneeskunde voldoen aan een behoefte onder de huisartsen. 13 huisartsen hebben de driedaagse cursus ‘Dokter kom snel’ gevolgd waarin zij hun vaardigheden op het spoedeisende vlak kunnen trainen; 17 huisartsen hebben deelgenomen aan de opfriscursus Dokter Kom Snel en 17 huisartsen hebben de cursus ‘acute kindergeneeskunde’ gevolgd. Daarnaast is in 2011 een uitgebreid programma rond het signaleren van kindermishandeling op de huisartsenpost door het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling uitgevoerd. In totaal hebben 44 huisartsen en alle assistentes deelgenomen aan een specifiek op hun werkgebied
gerichte training. Alle assistentes volgen jaarlijks bovendien verschillende vaardigheidstrainingen en oefen-/instructiebijeenkomsten rond de NHG-standaarden, het werken met de ABC-systematiek en het geven van feedback. Voor nieuwe medewerkers is een apart scholings-/inwerkprogramma uitgevoerd. Organisatie
De huisartsenpost is een coöperatieve vereniging van alle huisartsen in het werkgebied ‘de Gelderse Vallei’. De Ledenvergadering is het hoogste orgaan waar het bestuur verantwoording aan af legt. In 2011 is de ledenvergadering vier keer bijeengekomen. Werkdruk, werkbelasting en de samenwerking met de SEH waren belangrijke thema’s. Het bestuur van de huisartsenpost ziet toe op de uitvoerende organisatie. In 2011 is het bestuur zes keer bijeen geweest voor een reguliere bestuursvergadering en twee keer voor een apart overleg over de bestuurlijke samenwerking met de Regionale Organisatie Huisartsen Gelderse Vallei (ROH). De algemeen directeur draagt de verantwoordelijkheid voor de beleidsvoorbereiding en -uitvoering. De directeur beschikt daartoe over een uitvoerende organisatie waarin ruim 45 mensen werkzaam zijn. Verschillende commissies
7
8
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Jaarbericht
Tien jaar Huisartsenpost
zoals de kwaliteitscommissie en de bemiddelingscommissie adviseren de directie gevraagd en ongevraagd. De directeur heeft in 2011 drie keer overlegd met de Personeelsvertegenwoordiging. Personeel
Bij de huisartsenpost werken veel verschillende mensen in continu wisselende teams. Huisartsen verrichten naar rato van het aantal patiënten dienst. Een deel dragen zij over aan hun hidha (huisarts in dienst van een huisarts) of aan een waarnemer. In 2011 is 37% van alle diensten verkocht. In 2010 is een opleidingscoördinator aangesteld die moet bevorderen dat er goede voorwaarden zijn voor aios om te leren De procedure ‘leren dienstdoen op de huisartsenpost’ is in 2011 herzien. Daarnaast is er een vast personeelsbestand van ca 40 doktersassistenten en een ondersteunend bureau van negen medewerkers. In 2011 stond het bureau sterk onder druk. Nadat in 2010 een aantal nieuwe medewerkers in dienst was gekomen, kampte het bureau in 2011 met een hoog ziekteverzuim. Dit is opgevangen door de flexibele inzet van zzp’ers. Het totale ziekteverzuim lag in 2011 op 4,02% (exclusief zwangerschapsverlof). Dit is aanzienlijk hoger dan in eerdere jaren. Landelijk ligt het percentage op 5,2% 4. 4) CBS-cijfers eerste drie kwartalen 2011
Het ziekteverzuim is nauwelijks werkgerelateerd. De organisatie dient voor alle medewerkers van de huisartsenpost de voorwaarden te creëren waarin men prettig kan werken. Dat vraagt om een goede balans tussen vastgestelde regels en ruimte voor professionele autonomie. Daarbij is een grote betrokkenheid van huisartsen noodzakelijk. Door allerlei oorzaken stond deze onder druk. In het begin van 2011 is hier een aparte ledenvergadering aan gewijd. De open discussie die toen gevoerd is heeft uiteindelijk geresulteerd in het thema voor het lustrumcongres. Samenwerking
Dienstapotheek,Tandartsenpost en Spoedeisende Eerste Hulp (SEH) zijn gevestigd in hetzelfde gebouw als de huisartsenpost. Met deze organisaties wordt goed samengewerkt. Met Ziekenhuis Gelderse Vallei (ZGV) is begin 2011 de intentieovereenkomst ‘samenwerking huisartsenpost SEH’ gesloten. In de loop van 2011 zijn de contouren voor verdere samenwerking onderzocht. Het is de bedoeling om in 2012 een start te maken met een gezamenlijke werkwijze rond zelfverwijzers. Samen met de Huisartsendienst regio Arnhem e.o. zijn de werkafspraken met het Regionale Ambulance Vervoer (RAV) opnieuw omschreven. Met als uitgangspunt elkaars verantwoordelijkheid en deskundigheid, is voor een
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Jaarbericht
Beschouwing productie en prestatie 2011
Totaal
In 2011 waren er 70.841 contacten met de huisartsenpost. Dit is een daling van 1,1% ten opzichte van 2010. Opmerkelijk was de daling van het aantal visites met ruim 8%. Aantal contacten
aantal concrete situaties het werkproces vastgelegd. In 2012 vindt formele vastlegging plaats in de vorm van een convenant. De overeenkomst met het Kruiswerk West Veluwe over de inzet van het Verpleegkundig Technisch Team voor huisbezoeken met een specifieke hulpvraag is verlengd. Met de Crisisdienst vindt regelmatig overleg plaats en zijn de werkafspraken geëvalueerd. Het is de bedoeling dat de gesprekken hierover in 2012 worden afgerond. Zo nodig vinden consulten tussen psychiatrisch patiënt en de crisisdienst op de huisartsenpost plaats. Patiënten kunnen dan buiten kantooruren op één locatie in de regio terecht voor het grootste deel van alle spoedeisende vragen. Voor de tandartsenpost verzorgt de huisartsenpost de eerste opvang van de hulpvragen. De algemeen directeur neemt deel aan de overleggen met GHOR, ROAZ en het ketenoverleg Acute Zorg.
40.000 35.000
telefonisch consult
30.000 25.000
consult
20.000 15.000
huisbezoek
10.000 5.000
De algemeen directeur is lid van het landelijke bestuur van de Vereniging Huisartsenposten Nederland. Ook de locatiemanager neemt deel aan diverse activiteiten van de VHN. Er is veel intercollegiaal overleg met andere Huisartsendienstenstructuren.
0 2006
2007
2008
2009
Aantal en soort contacten in de periode 2006 – 2011
2010
2011
9
10
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Jaarbericht
Tien jaar Huisartsenpost
Er zijn 31.047 contacten afgehandeld als telefonisch consult. Bij 7.168 patiënten is een huisbezoek afgelegd en 32.266 patiënten zijn naar de huisartsenpost gekomen voor een consult. Hiervan meldde 11% zich zonder afspraak (2010: 12% binnenlopers). In 2010 was in de helft van alle contacten (50,3%) sprake van een verhoogde urgentie (U1, U2, U3). Het grootste deel (61%) van de routineoproepen wordt telefonisch afgehandeld. Vrijwel alle huisbezoeken hebben een verhoogde urgentie. Een op de tien huisbezoeken krijgt een U1-urgentie. Ruim 40% een U2-urgentie. Ruim 70% van alle consulten kent een verhoogde urgentie; 29,2% kan worden afgehandeld als routine. Telefonisch consult
Ruim 40% van alle contacten vindt telefonisch plaats. Negen op de tien telefonische consulten zijn niet urgent. Slechts 3,9% van de telefonische consulten betreft een (potentieel) levensbedreigende situatie waarbij uitsluitend telefonisch contact is. De triagist geeft in driekwart van alle telefonisch consulten een zelfzorgadvies. 90,5% hiervan is binnen een uur geautoriseerd door de dienstdoende huisarts.
Consult
Bijna de helft van alle contacten met de huisartsenpost eindigt in een consult. De meeste consulten vinden plaats bij kinderen onder de 10 jaar (25,7%). Bij ouderen vinden veel minder consulten plaats: 14,6% van de consulten betreft een patiënt ouder dan 60 jaar. 60% van de consulten heeft een normale urgentie. Weinig consulten (7,8%) hebben de urgentie (potentieel) levensbedreigend. De wachttijd bij U1-consulten verdient nader onderzoek. Uit de rapportages blijkt nu dat slechts 70% van de U1-consulten binnen een kwartier gezien wordt door de huisarts. Bij U2-consulten wordt de branchenorm gehaald; 97,8% wordt binnen een uur gezien. Huisbezoek
Het aantal huisbezoeken is in 2011 licht gedaald. Eén op de tien contacten is een huisbezoek (10,2 %). De meeste huisbezoeken vinden plaats bij patiënten boven de 60 jaar (80%). Huisbezoeken hebben vrijwel altijd een verhoogde urgentie. Zo heeft 49,5% de urgentie (potentieel) levensbedreigend (U1/U2), 45,1% heeft de urgentie U3. Bij 85% van alle huisbezoeken met een U1-urgentie beschikken wij over een nauwkeurige registratie van de aanrijdtijd. Bij driekwart hiervan (73,9%; n= 434) is de huisarts binnen 15 minuten ter plekke. In 97,6% van de huisbezoeken is de huisarts
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Jaarbericht
binnen 30 minuten ter plekke. Door technische problemen is het helaas nog niet mogelijk om de responstijden bij alle huisbezoeken exact te registreren. De verwachting is dat dit in de loop van 2012 gerealiseerd wordt. Klachten
In 2011 zijn in totaal 43 schriftelijke klachten behandeld. Dit komt neer op 0,07 % van het totaal aantal patiëntencontacten. Klachten hebben vooral betrekking op medisch-professioneel handelen (58%), de relatie (8%) en de organisatie (30%). De meeste klachten gingen over de dienstdoend huisarts. Daarbij werd meestal geklaagd over het niet correct inschatten van de ernst van de aandoening, zoals het missen van een breuk. Klachten over een assistente betreffen vooral de bejegening. Klachten over de organisatie betreffen vooral de telefonische bereikbaarheid en de wachttijden bij een consult. In 2011 zijn er zes complimenten binnengekomen bij de organisatie. Incidenten
Via de regeling Melding Incidenten Patiëntenzorg en Personeel (MIPP) zijn in 2011 52 meldingen besproken. Elk jaar worden er
meer incidenten gemeld. Er waren meldingen van technische aard (13 meldingen; overdruk zuurstoffles, problemen met verkeerszuilen, softwareprobleem bij routeplanner etc.), zeven meldingen betroffen organisatorische tekortkomingen (onbekendheid met protocol, verouderde intoxicatiegids etc.), vijf meldingen werden veroorzaakt door menselijk handelen dat buiten de controle en verantwoordelijkheid van de huisartsenpost ligt. Tenslotte was er 38 maal sprake van een incident waar menselijk ‘falen’ aan ten grondslag ligt (onoplettendheid, onbekendheid met werkafspraken etc.). Adviezen die uit de MIPP-meldingen voortkwamen werden aan de directie voorgelegd. De adviezen of aanpassing van regels zijn kenbaar gemaakt aan betrokkenen en zo nodig gepubliceerd in de informatiebrief. Calamiteiten
In 2011 zijn 15 calamiteiten aan de Inspectie Gezondheidszorg gemeld. In vijf gevallen was de patiënt overleden. Het merendeel van de calamiteiten hangt samen met een verkeerde interpretatie van klachten dan wel een verkeerde inschatting en beoordeling van de ernst van de verschijnselen en bevindingen bij het onderzoek. Een enkele keer zijn er oorzaken waar de huisartsenpost en doktersassistent of huisarts geen invloed op hebben kunnen
11
12
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Jaarbericht
Tien jaar Huisartsenpost
uitoefenen. Drie calamiteiten betroffen het missen van een ernstige intracraniële bloeding. De atypische symptomen bij een acuut coronair syndroom bij relatief jonge en bij oudere vrouwelijke patiënten zijn een valkuil. Dit is ook het geval bij een dissectie van de aorta. De leeftijd van de getroffen patiënten varieerde van 11 dagen tot 81 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 60 jaar. Vergelijking met 2010
Het algemene beeld over 2011 verschilt niet sterk van 2010. Het totaal aantal patiënten is enigszins gedaald. Het beeld dat de consulten en huisbezoeken vaker als urgent worden beoordeeld lijkt stabiel te zijn. Het aantal klachten is min of meer gelijk. De voortdurende aandacht voor het melden van incidenten en gemelde incidenten zien we terug in de cijfers. Het aantal MIPPen calamiteitenmeldingen is fors gestegen. Het is jammer dat het nog maar beperkt mogelijk is om te toetsen of de prestaties van de Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ voldoen aan de branchenormen.
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlagen
Bijlagen
> Productie en resultaten > Werkdruk en werkbelasting > Bemiddelingscommissie klachten > MIPP-commissie
14 23 25 32
13
14
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Productie en resultaten
Productie en resultaten in 2011
– Telefonisch consult – Consult – Visites
Patiëntcontacten
In 2011 waren er 70.481 contacten 5 met Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’. Het afgelopen jaar is het totale aantal contacten met 1,1% gedaald ten opzichte van 2010. Opmerkelijk daarbij is de forse afname in het aantal visites met ruim 8%. Bij 11,2% van de consulten is sprake van een binnenloper. Van alle contacten werden er 31.047 (44,0%) afgehandeld als telefonisch consult, werd er bij 7.168 (10,2%) een huisbezoek afgelegd en kwamen de overige 32.266 patiënten naar de huisartsenpost voor een consult (45,4%). Dit alles is terug te zien in tabel 1 en figuur 1. Landelijk lag in 2010 de verhouding tussen de oproeptypes als volgt 6: 2006
huisbezoek
28.166 30.400 7.487
totaal
66.053
telefonisch consult consult
2007
42,4% 45,8% 11,3%
29.576 32.128 7.431
Het valt op dat in de Gelderse Vallei relatief wat meer telefonische consulten plaatsvinden dan elders in het land. Het aantal consulten ligt juist wat lager. In eerdere jaren lag in de Gelderse Vallei ook het aandeel visites aanzienlijk hoger. Dat is nu vrijwel gelijk aan het landelijk gemiddelde. De zorgconsumptie per inwoner in de Gelderse Vallei is hoger dan het landelijk gemiddelde. In 2011 ligt deze op 0,267. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2010; toen was het 0,271. In 2010 lag de zorgconsumptie landelijk op 0,245.
2008
42,6% 46,3% 10,7%
69.135
29.738 32.484 7.388 69.610
41,1 % 48,9 % 10,0 %
2009
42,6% 46,5% 10,6%
33.561 34.719 7.751 76.031
2010
44,0% 45,5% 10,2%
31.098 32.360 7.825 71.283
2011
43,6% 45,4% 11,0%
31.047 32.266 7.168 70.481
Tabel 1: overzicht van de verschillende oproeptypes in de periode 2006 – 2011
5) In 2011 waren 68.651 contacten declarabel.
6) Bron: Benchmarkbulletin 2010, Vereniging Huisartsenpost Nederland 2011.
44,0% 45,8% 10,2%
Aantal contacten
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Productie en resultaten
40.000 35.000
worden weinig huisbezoeken afgelegd. Naarmate de patiënt ouder wordt neemt het aandeel huisbezoeken aanzienlijk toe. Bij patiënten van 60 jaar of ouder vindt 80% van alle huisbezoeken plaats.
telefonisch consult
30.000 25.000
consult
20.000 15.000
huisbezoek
10.000 5.000 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Figuur 1: overzicht van het aantal en soort oproepen per jaar in de periode 2006 – 2011
Leeftijd hulpvrager
In tabel 2 staat per oproeptype aangegeven in welke leeftijdscategorie de patiënten vallen. De som van elk oproeptype is 100%. Een kwart van de consulten op de huisartsenpost vindt plaats bij kinderen onder de tien jaar. Met het stijgen van de leeftijd treedt er een duidelijke verschuiving op in de aard van de contacten. Bij jongeren
leeftijd huisbezoek consult telefonisch consult alle contacten
Kijken we naar de verdeling van oproeptype binnen een leeftijdscategorie (figuur 2) dan wordt deze trend eveneens zichtbaar. Het procentuele aantal consulten neemt af naarmate de leeftijd van de patiënt stijgt. Alleen bij kinderen onder de 10 jaar zijn er verhoudingsgewijs minder consulten dan de trend doet vermoeden. Het aandeel telefonische consulten ligt bij alle leeftijdscategorieën rond de 45%. De groep 10 – 20 jarigen vormt hierop een uitzondering. Bij deze groep vinden zeer veel consulten plaats. Dit was ook in eerdere jaren het geval. 0 – 10 jaar 10 – 20 jaar 20 – 40 jaar 40 – 60 jaar 60 – 80 jaar
0,6% 25,7% 19,7% 20,5%
0,7% 13,4% 7,1% 9,3%
4,2% 26,3% 24,9% 23,4%
14,6% 20,1% 20,4% 19,6%
Tabel 2: overzicht van de leeftijdsverdeling per oproeptype in percentages
38,3% 12,0% 16,3% 16,6%
> 80 jaar
totaal
41,7% 2,6% 11,6% 10,5%
100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
15
16
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Productie en resultaten
Tien jaar Huisartsenpost 70%
Indeling in urgenties volgens de Telefoonwijzer: – U1 Levensbedreigend (VHN branchenorm: zorg is binnen 15 minuten ter plekke voor 95% en binnen 30 minuten bij 100%) – U2 Spoed (VHN branchenorm: zorg is binnen 60 minuten ter plekke) – U3 Voorrang – U4 Routine
60% 50%
consult
40% 30%
telefonisch consult
20% 10%
huisbezoek
0 0-10 jaar
10-20 jaar
20-40 jaar 40-60 jaar
60-80 jaar
> 80 jaar
Figuur 2: verdeling van oproeptype binnen een leeftijdscategorie in percentages
Urgentie oproep
Bij elke oproep geeft de assistente of regiearts aan met welke urgentie de huisartsenpost actie dient te ondernemen. De huisartsenpost hanteert de urgentie-indeling van de Telefoonwijzer van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Op 1 september heeft het NHG de Telefoonwijzer vervangen door de Triagewijzer 7. Deze heeft een andere indeling van urgenties en gewenste responstijden 8. 7) De rapportage over urgenties is gesplitst in de periode 1 januari tot 1 september en van 1 september tot 1 januari.
Indeling in urgenties volgens de Triagewijzer: – U0 uitval vitale functies (onmiddellijke respons) – U1 Levensbedreigend (VHN branchenorm: zorg is binnen 15 minuten ter plekke voor 95% en binnen 30 minuten bij 100%) – U2 Spoed (VHN branchenorm: zorg is binnen 60 minuten ter plekke) – U3 Dringend (Triagewijzer: binnen enkele uren) – U4 Niet dringend (Triagewijzer: dezelfde dag) – U5 Advies (Triagewijzer: beoordeling door arts niet nodig of pas de volgende werkdag)
8) De VHN heeft voor de responstijd bij de urgenties U1 (levensbedreigend) en U2 (spoed) branchenormen vastgesteld. De Triagewijzer geeft bij alle urgenties een wenselijke responstijd. Dit zijn echter geen branchenormen maar adviezen.
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Productie en resultaten
In 2011 was in bijna de helft van alle contacten (tot 1 september 50%; vanaf 1 september 49%) sprake van een verhoogde urgentie (U0, U1, U2, U3). Vrijwel alle huisbezoeken hebben een verhoogde urgentie (94,6%) waarbij bijna een op de tien huisbezoeken een U1-urgentie heeft. Bijna 40% een U2urgentie. Bij de consulten is bij 70% sprake van een verhoogde urgentie. Als het een routineoproep betreft (U4) wordt het grootste deel (61%) telefonisch afgehandeld. Vanaf 1 september wordt de nieuwe urgentie U5 gehanteerd. Bij een contact met U5-urgentie is beoordeling door de huisarts niet nodig of pas op een volgende werkdag gewenst. Bijna een op de vier contacten viel in deze categorie (22,3%). Dit zijn vrijwel uitsluitend telefonische consulten (99%).
telefonisch consult U1 U2 U3 U4
180 623 3.624 16.789
totaal
0,8% 2,9% 17,1% 79,1%
21.216 100,0%
consult
16 1.960 13.042 6.862
huisbezoek
0,1% 9,0% 59,6% 31,4%
21.880 100,0%
454 1.839 2.184 277
totaal
9,5% 38,7% 45,9% 5,8%
4.754 100,0%
650 4.422 18.850 23.928
1,4% 9,2% 39,4% 50,0%
47.850 100,0%
Tabel 3: overzicht van de urgentieverdeling per oproeptype in de
100%
U1
periode januari t/m augustus 2011
U2
U3
U4
80% 60% 40% 20%
Figuur 3: de urgentieverdeling in percentages per oproeptype in de periode januari t/m augustus 2011
0 telefonisch consult
consult
huisbezoek
totaal
17
18
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Productie en resultaten
Tien jaar Huisartsenpost
telefonisch consult U1 U2 U3 U4 U5 totaal
74 339 1.505 2.896 4.997
0,8% 3,5% 15,3% 29,5% 50,9%
9.811 100,0%
consult
16 1.086 6.252 2.984 48
huisbezoek
0,2% 10,5% 60,2% 28,7% 0,5%
10.386 100,0%
235 1.018 1.050 103 4
totaal
9,8% 42,2% 43,6% 4,3% 0,2%
2.410 100,0%
325 2.443 8.807 5.983 5.049
1,4% 10,8% 39,0% 26,5% 22,3%
22.607 100,0%
Tabel 4: overzicht van de urgentieverdeling per oproeptype in de periode september t/m december 2011
80%
U1
U2
U3
U4
U5
60% 40% 20%
Figuur 4: de urgentieverdeling in percentages per oproeptype in de periode september t/m december 2011
0 telefonisch consult
consult
huisbezoek
totaal
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Productie en resultaten
Responstijden in relatie tot urgentie
In 2009 en 2010 heeft de Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN), brancheorganisatie van Huisartsendienstenstructuren, de responstijden vastgesteld voor de oproepen met een U1- en U2urgentie. Voor de andere urgentiecategorieën zijn geen branchenormen vastgesteld. De branchenormen zijn op Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ leidend in de zorgplanning. Bij een U1 is zorg binnen 15 minuten aanwezig voor 95% van alle als U1 aangemerkte zorgvragen en 100% binnen 30 minuten. Bij U2-zorgvragen is zorg binnen 1 uur aanwezig. Helaas is het technisch nog niet mogelijk om bij de huisbezoeken een overzicht te maken op basis van de start van het contact (moment waarop zorg aanwezig is). Bij 85% van alle huisbezoeken met een U1-urgentie beschikken wij over een nauwkeurige registratie van de aanrijdtijd. Bij driekwart hiervan (73,9%; n= 434) is de huisarts binnen 15 minuten ter plekke. In 97,6% van de huisbezoeken is de huisarts binnen 30 minuten ter plekke. Daarnaast is het bij een derde van de contacten inzichtelijk hoe lang het contact duurt van moment van aanname oproep tot het afsluiten van het contact door de huisarts. In figuur 4 is dit weergegeven. Vier op de tien huisbezoeken met U1- of U2-urgentie is binnen 60 minuten volledig afgehandeld. Na 90 minuten is 65% van de U1- en U2-huisbezoeken volledig afgehandeld. Het is niet
bekend of de lange afhandelingduur samenhangt met bijvoorbeeld de complexiteit van de hulpvraag, het overdragen aan het ambulancevervoer of met het niet nauwkeurig (handmatig) registreren van de aanrijd- en consulttijden.
> 8 uur
100%
6-8 uur 4-6 uur
80%
3-4 uur 90-180 min
60%
60-90 min 30-60 min
40%
15-30 min 0-15 min
20% 0 U1 huisbezoek U2 huisbezoek U3 huisbezoek U4 huisbezoek
Figuur 5: de afhandelingstijd van huisbezoeken in percentages per urgentie (heel 2011; data betreffen een derde van de afgelegde huisbezoeken)
19
20
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Productie en resultaten
Tien jaar Huisartsenpost
Bij de consulten beschikken we over data die betrouwbaarder zijn. Daardoor kunnen we zien hoelang de wachttijd is per contact. Dit is de tijd tussen het moment van aankomst/ afspraaktijd tot het moment dat de huisarts het contact opent. Hierbij wordt ervan uit gegaan dat op dat moment het consult start. Bij de U1-consulten is bij 77,4% de wachttijd korter dan 15 minuten, bij 93,5% korter dan 30 minuten. Bij U2-consulten is bij 75,3% de wachttijd korter dan 15 minuten, bij 96,8% korter dan 60 minuten. In figuur 5 is dit grafisch weergegeven. Aandachtspunt is de wachttijd bij 16% van de U1-consulten die tussen 15 en 30 minuten ligt.
> 180 min
100%
90-180 min 60-90 min
80%
30-60 min 15-30 min
60%
0-15 min 40% 20% 0 u1 consult
u2 consult
u3 consult
u4 consult
Autorisatietijd
Een aanzienlijk deel van de telefonische consulten handelt de triageassistent zelfstandig af. De branchenorm stelt dat de dienstdoende huisarts deze oproepen binnen 60 minuten autoriseert. Op deze manier wordt de patiëntveiligheid voldoende geborgd. Op Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ handelt de triageassistente 23.547 telefonische consulten zelfstandig af. Dit is 33,4%van het totale aantal contacten en 75,8% van alle telefonische consulten. In 2011 is 90,5% van deze telefonische consulten binnen een uur geautoriseerd; 95,2% binnen anderhalf uur.
Figuur 6: de wachttijd per type consult (tijd tussen aankomst/afspraaktijd tot start consult) in percentages (heel 2011)
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Productie en resultaten
Aard hulpvraag
Vanaf 2010 wordt bij elke oproep de bijbehorende ICPC vermeld. Hierdoor wordt het duidelijk welke hulpvragen relatief vaak voorkomen op de Huisartsenpost. In tabellen 5, 6 en 7 staan overzichten van de ICPC-codes per type contact. Huisbezoeken vinden Huisbezoek (n= 7.168) A96 R81 K77 K74 R95 R02 U71 K90 A03 A99
Dood/overlijden [exclusief perinataal] Pneumonie Decompensatio cordis Angina pectoris Emfyseem/copd Dyspnoe/benauwdheid toegeschreven aan luchtwegen [ex k02] Cystitis/urineweginfecties Cerebrovasculair accident (cva) Koorts Andere gegeneraliseerde/niet gespecificeerde .ziekten
Tabel 5: Top-tien ICPC-codes bij huisbezoeken (alle urgenties)
2011
421 357 226 221 211
vooral plaats vanwege luchtwegproblemen en cardiovasculaire aandoeningen. Consulten gaan vaak over wonden, infecties van luchtwegen of het oor, buikpijn en over urineweginfecties.
Consult (n= 32.266) S18 R74 H71 U71 D06 A03
194 194 172 169 167
D73 L81 D01 S16
Scheurwond/snijwond Acute infectie bovenste luchtwegen Otitis media acute/myringitis Cystitis/urineweginfecties Andere gelokaliseerde buikpijn Koorts Veronderstelde gastrointestinale infectie Andere traumata bewegingsapparaat Gegeneraliseerde buikpijn/buikkrampen Buil/kneuzing/contusie intacte huid
Tabel 6: Top-tien ICPC-codes bij consulten (alle urgenties)
2011
1.951 1.274 801 778 681 545 525 492 490 446
21
22
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Productie en resultaten
Tien jaar Huisartsenpost
Bij de telefonische consulten zien we een hoog gebruik van de A99 codering. Daarnaast valt het op dat een deel van de telefonische consulten die door assistentes en door huisartsen worden afgehandeld onder dezelfde ICPC vallen. Zijn bij de telefonische consulten voor de huisarts de vragen ingewikkelder of handelen
de triageassistentes deze om een andere reden niet zelfstandig af? Bij de triageassistentes komen vragen over een urineweginfectie verreweg het vaakst voor. Op een gedeelde tweede plaats komen de vragen over koorts, diabetes en oorpijn.
Telefonisch consult huisarts (n = 7500)
2011
Telefonisch consult assistente (n= 23.547)
222 192 162 160 158 157 153 149 142 135
U71
A03 A99 D73 T90 N01 L86 D12 R74 A13 L03
Koorts Andere gegen./niet gespec.ziekten Veronderstelde gastrointestinale infectie Diabetes mellitus Hoofdpijn [ex.n02,n89,r09] Lage rugpijn met uitstraling Obstipatie Acute infectie bovenste luchtwegen Bezorgdheid (bij)werking geneesm. Lage rugpijn zonder uitstraling [ex. l86]
A03 T90 A99 A97 A13 H01 S12 R74 R05
Cystitis/urineweginfecties Koorts Diabetes mellitus Andere gegen./niet gespec.ziekten Geen ziekte Bezorgdheid (bij)werking geneesm. Oorpijn Beet/steek insekt Acute infectie bovenste luchtwegen Hoesten
Tabel 7: Top-tien ICPC-codes bij de telefonisch consulten afgehandeld door de huisarts en door de triageassistente (alle urgenties)
2011
1.249 933 766 694 675 662 557 496 378 361
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Werkdruk en werkdrukbelasting
Werkdruk en werkbelasting
Tijdens de openingsuren van de Huisartsenpost is er een grote spreiding in het aantal patiëntcontacten. In deze paragraaf wordt in kaart gebracht hoe de patiëntencontacten verdeeld zijn over de openingsuren van de Huisartsenpost. Dit is zowel bekeken per dag als per uur. Door inzicht hierin kan de Huisartsenpost beter anticiperen op de te verwachten werkdruk.
2010
2011
aantal
percentage
aantal
percentage
feestdag
5.787 5.670 5.753 5.779 6.645 21.110 17.630 3.046
8,1% 7,9% 8,1% 8,1% 9,3% 29,6% 24,7% 4,3%
5.518 5.661 5.807 5.896 6.736 20.728 17.340 2.837
7,8% 8,0% 8,2% 8,4% 9,6% 29,4% 24,6% 4,0%
totaal
71.420
100,0%
70.523
100,0%
maandag dinsdag woensdag
Werkbelasting per werkdag
donderdag
In vergelijking met 2010 is er weinig veranderd in de verdeling van de werkbelasting over de week. Bijna één op de drie contacten met de Huisartsenpost vindt plaats op zaterdag. Op zondag vindt bijna een kwart van alle contacten plaats. De negen feestdagen in 2010 zijn goed voor 4 % van alle contacten. Op de doordeweekse dagen is het op vrijdag het drukst.
vrijdag zaterdag zondag
Tabel 8: aantal contacten met Huisartsenpost per dag
23
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Werkdruk en werkdrukbelasting
Tien jaar Huisartsenpost
Werkbelasting per uur
In figuur 4 is de gemiddelde drukte op een doordeweekse dag, zaterdag, zondag en feestdag per uur weergegeven. Als meetpunt is hier het moment van aanname van de oproep weergegeven. Ook uit deze figuur blijkt dat zaterdag gemiddeld de drukste dag is. Tussen 09:00 en 12:00 uur op zaterdag wordt er het meeste contact met de post gezocht. Gedurende de nacht is er weinig verschil tussen de dagen van de week. Vanaf 6:00 uur begint het op de weekenddagen wat drukker te worden. Op de zaterdag is het overdag en in de avond elk uur van de dag drukker dan op de andere dagen. Zondag vanaf 18:00 uur komt de drukte overeen met een doordeweekse avond. De feestdagen waren in 2011 over het algemeen minder druk dan de zondagen. In eerdere jaren was dat niet het geval.
Aantal
24
40 35 30 25 20
werkdag zaterdag zondag feestdag
15 10 5 0 tijdstip
3
6
9
12
15
18
21
Figuur 7: gemiddeld aantal patiëntcontacten per uur met de Huisartsenpost gedurende doordeweekse dagen, zaterdagen, zondagen en feestdagen
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Bemiddelingscommissie Klachten
Bemiddelingscommissie Klachten
Algemeen
Sinds 2010 worden de bij de Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ binnengekomen klachten behandeld in de Bemiddelingscommissie Klachten. De commissie toetst het handelen van de klachtenfunctionaris, analyseert de klachten en doet aanbevelingen aan de directie.
Met ingang van 1 december 2011 bestaat de commissie uit de volgende leden: De heer P. Siriram, huisarts, voorzitter Mevrouw J.Th.W.M. Rekers, huisarts Mevrouw C. Huizinga, huisarts Mevrouw M.van Voorthuijsen, doktersassistente Mevrouw M.E. Heeneman-van Dijk, klachtenfunctionaris
Samenstelling Bemiddelingscommissie Klachten
De commissie bestaat uit drie huisartsen en een doktersassistente. De leden van de bemiddelingscommissie verrichten zelf regelmatig diensten op de Huisartsenpost.
De klachtenfunctionaris treedt op als secretaris van de Bemiddelingscommissie Klachten. Medisch adviseur
De samenstelling van de commissie was tot december 2011: Mevrouw J. Louwers, huisarts, voorzitter De heer. P. Siriram, huisarts Mevrouw J. Koenders, coördinerend assistente Mevrouw M.E. Heeneman-van Dijk, klachtenfunctionaris
De medisch adviseur van de huisartsenpost kan, indien gewenst, ondersteuning geven aan de huisarts tijdens de klachtprocedure. De medisch adviseur is de heer T.J. Bijlsma, huisarts n.p. Activiteiten
In 2011 heeft de Bemiddelingscommissie zes keer vergaderd. Er zijn in totaal 50 klachtbrieven aan de orde geweest. De klachtenfunctionaris heeft de samenwerking met klachtenfunctionarissen van ziekenhuis ‘Gelderse Vallei’ geïnitieerd n.a.v. klachten waarbij zowel de huisartsenpost als het ziekenhuis betrokken waren.
25
26
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Bemiddelingscommissie Klachten
Tien jaar Huisartsenpost
Klachten
In 2011 hebben 50 klagers hun klachten aan de Huisartsenpost voorgelegd. Twee klachten waren niet voor de Huisartsenpost bestemd. In deze rapportage wordt derhalve uitgegaan van 48 klachten. Op het totaal aantal patiëntcontacten van 70.523 is dit 0,070 %. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2010, waar het 0,059% betrof.
In 2011 was de verdeling als volgt: – telefoon 19 klachten – mail 15 klachten – brief 14 klachten 60 50
Afgelopen jaar zijn er behalve klachten ook zes complimenten bij de klachtenfunctionaris binnengekomen. Deze complimenten zijn doorgezonden aan de betrokkenen.
40
Wijze van indienen van de klacht
20
Klachten kunnen worden ingediend op verschillende wijze nl. via het klachtenformulier dat op de website van de huisartsenpost staat, per brief of telefoon. Soms wordt een klacht per abuis ingediend bij het ziekenhuis. Deze wordt dan overgedragen aan de klachtenfunctionaris van de huisartsenpost.
48 43
30
10
27
32
18
0 2007
Aantal klachten per jaar
2008
2009
2010
2011
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Bemiddelingscommissie Klachten
Aard van de klacht
De klachten worden verdeeld in medisch inhoudelijk, relatie en organisatie. In onderstaand verzicht wordt hier een verfijning in aangebracht.
Van de 50 klachtbrieven waren er 3 klachtbrieven waarin zowel een klacht geuit werd over het medisch professioneel handelen als over de relatie.
Medisch professioneel handelen
Relatie
Organisatie
onjuiste diagnose informatie betreffende onderzoek/behandeling weigering huisbezoek of consult medicijnen verwijzing
bejegening/communicatie
bereikbaarheid/beschikbaarheid
niet serieus genomen
website privacy mbt informatiesysteem dossier wachttijd (post en thuis) contact met ketenpartner vrije keuze post
27
28
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Bemiddelingscommissie Klachten
Tien jaar Huisartsenpost
Onderstaand een samenvatting van de klachten zoals deze door klagers worden ingediend
– Onheus bejegend door de arts; – Onheus bejegend door de assistente.
Klachten medisch professioneel handelen: – Elf klagers hebben aangegeven dat er een onjuiste diagnose is gesteld: o.a. hartinfarct niet opgemerkt, bloedvergiftiging door ontsteking aan hand gemist; – Niet serieus genomen bij ernstige pijn bij galstenen/galblaas (2x). Klagers geven aan dat de klachten niet goed gehoord zijn. Het gaat dan niet om een verkeerde diagnose of onheuse bejegening; – Niet doorgestuurd naar het ziekenhuis/seh; – Breuk gemist (4x) variërend van vinger tot borstbeen; – Psychiatrische patiënten voelen zich niet gehoord; – Kind niet goed voorbereid op onderzoek; – Geen antibioticum voorgeschreven.
Klachten organisatie: – Huisartsenpost telefonisch niet bereikbaar; – Lange wachttijden huisartsenpost; – Openingstijden staan niet duidelijk op de website; – Naleven privacyrichtlijnen; – Dossier is niet correct; – Vrije keuze van huisartsenpost.
Klachten relatie: – Niet aardig te woord gestaan; – Veel discussie over het doorverbinden met crisisdienst; hierdoor voelen klagers zich tekort gedaan. Bij deze klagers gaat het dan niet direct om het medisch inhoudelijke aspect;
De verdeling van de klachten is als volgt: 2007
2008
2009
2010
2011
Medisch professioneel handelen
18 (55%) 23 (62%) 20 (45%) 23 (50%) 29 (58%)
Relatie
11 (33%) 12 (32%) 21 (47%) 15 (33%) 4
Organisatie
4
Totaal
33
(12%) 2 37
(6%) 4 45
(8%)
(8%) 8 (12%) 15 (30%) 46
48
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Bemiddelingscommissie Klachten
De klachten betreffen de arts, de assistente of de organisatie. In 2011 lag de verdeling als volgt: – huisarts 28 (2010: 35) – doktersassistente 6 (2010: 5) – organisatie 14 (2010: 6)
U nvt U1 Telefonisch consult assistente
Er wordt relatief meer geklaagd over oproepen met een verhoogde urgentie. In 2011 betroffen 30 klachten (62,5%) een contact met een verhoogde urgentie (U1/U2/U3) melding 12 klachten een U4/U5 melding (25%). In 6 gevallen (12,5%) was er geen urgentie van toepassing bijvoorbeeld omdat er door een probleem met de telefonie geen contact met de post tot stand is gekomen.
U3
U4
U5
2
4 4 14 2 1
1 1 5
1
25
10
Telefonisch consult Consult
1
Visite
Urgentie
U2
Organisatie
6
Totaal
6
1
1 1
4
Totaal klachten
1
8 5 21 4 10
2
48
3
Klachten naar aard contact en urgentie
Bij een klacht over de organisatie met urgentie gaat het bijvoorbeeld over het feit dat men de wachttijd in de wachtkamer te lang vindt. Er is dan geen klacht over de medische behandeling of de relatie.
29
30
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Bemiddelingscommissie Klachten
Tien jaar Huisartsenpost
Bemiddeling
Aanbevelingen aan de directie
In 2011 betrof de gemiddelde doorlooptijd van een klacht 7,5 weken, met een variatie van 1 dag tot 25 weken. Van 20 klachten vond de afhandeling binnen 3 weken plaats. Bij 4 klachten duurde de afhandeling meer dan 20 weken. Dit kwam bijvoorbeeld doordat de klager niet reageerde of doordat een machtiging niet werd toegestuurd.
In 2011 heeft de Bemiddelingscommissie Klachten de volgende aanbevelingen aan de directie gedaan: – Huisartsen erop attenderen informatie over zorgpatiënten door te geven aan de post cq een memo aan te maken in Protopics. – Onderzoeken of het mogelijk is met een taxibedrijf afspraken te maken over het vervoer van patiënten van huis naar het ziekenhuis. Dit voor patiënten die niet in aanmerking komen voor vervoer per ambulance, maar waarvan de arts, die de visite aflegt, van mening is dat de patiënt naar het ziekenhuis moet, en er geen familie of mantelzorger is die het vervoer kan verzorgen en de patiënt op dat moment geen taxi kan betalen. Het taxibedrijf weet dat als de arts belt er niet gelijk wordt afgerekend, maar dat de betaling gegarandeerd is. De betaling vindt dan op basis van een factuur plaats door de huisartsenpost, waarna dit bedrag weer wordt gedeclareerd bij de patiënt. Elders zijn dergelijke afspraken met een vervoerder gemaakt.
Tevredenheid klagers over afhandeling
Van de 48 uiteindelijk behandelde klachten zijn zes klagers niet tevreden over de bemiddeling van de klacht. Zij zijn dan vooral niet tevreden over het contact met degene tegen wie de klacht was gericht; zij vinden dit toch onbevredigend, In een geval verbrak de klager de verbinding tijdens een telefonisch contact met de klachtenfunctionaris uit onvrede met de antwoorden. Er waren 36 klagers tevreden over de behandeling van de klacht. Zes klachten uit 2011 zijn meegenomen naar 2012 en daarvan is de tevredenheid van de klagers nog niet bekend.
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: Bemiddelingscommissie Klachten
– Met de crisisdienst in overleg gaan wanneer en hoe de artsen van de huisartsenpost een beroep kunnen doen op de dienst. – Nagaan hoe met de in het verleden gegeven aanbeveling over gemiste fracturen is omgegaan. Uit recente klachten komt naar voren dat er voor artsen van de post een belemmering lijkt te bestaan om patiënten door te sturen naar de SEH voor een foto. – De triagisten een laagdrempelig beleid te laten hanteren bij het afspreken van een consult met een patiënt met buikklachten. Dit omdat buikklachten telefonisch moeilijk te beoordelen zijn. – De openingstijden van de huisartsenpost, zoals vermeld op de site, geven aanleiding tot verwarring. De commissie beveelt de directie aan deze aan te passen. – Artsen attenderen op de impact van uitspraken over eerder contact met de post. Opmerkingen als “…was maar eerder gekomen….” brengen vaak veel onrust met zich mee. – Assistentes en huisartsen er op attenderen bij trauma’s te vragen of de patiënt antistolling gebruikt.
– Kinderen met koorts, die gezien worden op de post of thuis, van top tot teen nakijken. – De artsen verzoeken een ernstig beloop van een eigen patiënt, die op de post is gezien, terug te koppelen naar de huisarts van de huisartsenpost die bij die patiënt betrokken is geweest. – De commissie biedt de directie de Gedragscode Medische Aansprakelijkheid (GOMA) ter kennisgeving aan.
31
32
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: MIPP-Commissie
MIPP-Commissie 2011
In het verslagjaar 2011 is de MIPP-commissie 4 keer bijeen geweest: op 7 februari, 6 juni, 5 september en 23 december. Er werden in totaal 48 meldingen besproken, plus 4 van het voorgaande jaar. Op drie na zijn alle meldingen afgehandeld. Dit waren er 10 meer dan in het voorafgaande jaar, een lineair stijgende lijn in de afgelopen twee jaar die zich doorzet. De coördinerend assistentes (CA) meldden 14 keer een incident, doktersassistentes (DA) meldden 16 keer, huisartsen (HA) 14 keer, huisarts plus coördinerend assistente (HA+CA) 2 keer, een chauffeur 1 keer en de locatiemanager (LM) 1 keer.
Op de volgende pagina’s een samenvatting van de gemelde incidenten. Sommige incidenten krijgen meerdere coderingen aan de hand van de Prisma-systematiek.
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: MIPP-Commissie
PRISMA-code
Incident
Advies aan directie c.q. aanpak van de onderliggende oorzaak van de incidenten
T-EX 7X
Overdruk zuurstoffles; mobiele telefoons in auto onbereikbaar door slecht signaal 2X resp. blue tooth storing; slagboom bij SEH/huisartsenpost bleef gesloten door stroomstoring; RIVM onbereikbaar; weg geblokkeerd door wegzinkbare paal; gesloten deur bij een flatgebouw met belpaneel achter de deur. Bij openen sissende zuurstoffles met overdruk (ook T-EX)
Voor de meeste problemen is een oplossing gevonden. Het zwakke signaal in buitengebied blijft een probleem; via track and trace is wel direct duidelijk waarom visiteauto onbereikbaar is; probleem van gesloten deur bespreken met VVE. Leverancier zorgt ervoor dat het probleem zich niet meer voor kan doen.
Gebrekkig overzicht over wachtkamer vanuit huisartsenpost-balie; onduidelijke bewegwijzering naar huisartsenpost in wachtkamer; software probleem in visiteauto’s, waardoor verwarring; nieuwe adreslocaties niet in navigatiesysteem 2X; Zeer luid ontruimingsalarm waardoor telefonisch consult onmogelijk; onzorgvuldige overdracht door RAVU van achteraf instabiele patiënt; ambulance uit Arnhem laat te lang op zich wachten om patiënt naar ziekenhuis te vervoeren. Onbekendheid met reanimatieprotocol bij patiënt in wachtkamer (ook TD); hulpvraag van buiten de huisartsenpost-regio; prikincident met onduidelijkheid hoe hiermee om te gaan; onduidelijkheid over giftigheid van een medicijn bij verouderd intoxicatie-gids.
In nabije (?) toekomst mogelijk één balie. Bewegwijzering aanpassen? Callmanagementsysteem is aangepast. Kaartjes van nieuwbouwwijken in de auto’s.
T-C 1X
T-D 5X
O-EX 3X
O-P 4X
Prisma-coderingen worden uitgelegd op pagina 37..
Met ziekenhuis overleg over ander tijdstip van ontruimingsalarmtest. Problemen met regionale anbulanceposten zijn besproken. Reanimatieprotocol is geactualiseerd. Nieuw protocol voor bellers buiten de regio maken; protocol prikincidenten actualiseren. Bij intoxicaties altijd RIVM raadplegen; locatiemanager onderzoekt of dit via internet kan.
33
34
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: MIPP-Commissie
Tien jaar Huisartsenpost PRISMA-code
Incident
Advies aan directie c.q. aanpak van de onderliggende oorzaak van de incidenten
H-EX 5X
Verkeerd doorgegeven telefoonnummer; verkeerd doorgegeven naam van een sportpark; ambulance-chauffeur had huisartsenpostauto klemgezet; patiënt met afspraak op huisartsenpost kiest loket van SEH; patiënt in buitenland wil zuurstofflessen met spoed geleverd in weekend, dit was niet te regelen. Dit betreft overwegend inschattings- resp. beoordelingsfouten door huisarts of triageassistente.
Probleem is met ambulance chauffeur besproken. Patiënt met zuurstofbehoefte in buitenland werd verwezen naar zijn reisverzekeraar.
HRQ 1X
Te laat terugbellen door huisarts door onbekendheid met het systeem (ook HRC en HRM).
Uitleg aan betreffende HA over de functionaliteit van Protopics.
HRC 6X
Onvoldoende communicatie CA < >HA over telefoonlijst en onvoldoende bewaking van die lijst waardoor onnodige vertraging in het terugbellen 2X; ampul met opiaat uit huisartsenpost-koffer aan ambulance verpleegkundige gegeven zonder dit te registreren; urinekweek niet ingezet, stond niet in SOEP, niet goed gecommuniceerd; gebrek aan afstemming en communicatie tussen ambulance en huisartsenpost, waardoor delay in opname (ook O-EX); door verkeerde triage en communicatie DA>HA te grote vertraging in visite (ook HRV)
Dit is met betrokkenen besproken.
HKK 5X
Collegiale feedback achteraf.
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: MIPP-Commissie
PRISMA-code
Incident
Advies aan directie c.q. aanpak van de onderliggende oorzaak van de incidenten
HRV 7X
Foutief visiteadres 4X; ontbrekende zorggegevens; vergeten patiënt terug te bellen door HA (ook HRC); te lange visite delay
Het betreft een onoplettendheid of slordigheid
HRI 15X
Hieronder vallen ook verkeerde adressen, een niet doorgekomen Deze incidenten betreffen allen onoplettendheid dan wel overdracht naar eigen HA, vergeten morfine injectie te noteren, slordigheid en zijn te vermijden door meer alertheid en prikincident, morfine aan ambulance vergeten te noteren, zorgvuldigheid. vergeten recept door te geven aan DAP, urinekweek niet ingezet, verkeerde naam op urinepotje, urinekweek een week blijven liggen, telefonisch consult in nachtdienst vergeten, TAP telefoon vergeten over te zetten naar meldkamer, spoedritnummer aanvraag bij verkeerde MKA, visite bij verkeerde patiënt geboekt, zorgwaarschuwing niet goed opgeborgen, te lange duur U2 visite.
HRM 4X
Het te laat terugbellen onvoldoende bewaakt door CA; vergeten nachtelijk consult; vergeten in weekend DAP telefoon om te zetten; urinekweek blijven liggen.
Deze incidenten zijn besproken met betrokkenen en zijn zo nodig besproken in het overleg met de coördinerende assistentes.
35
36
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: MIPP-Commissie
Vorig jaar sprak ik de verwachting uit dat de stijgende trend om incidenten te melden zich zou voortzetten. Dat is dit jaar duidelijk het geval geweest. Er is nu een meer gelijkmatige verdeling van melders, CA’s, DA’s en HA’s. De toename in het aantal meldingen wil niet zeggen dat het werken op de huisartsenpost onveiliger wordt. Integendeel, het signaleren en melden van incidenten wijst op een samen gevoelde verantwoordelijkheid om de zaken goed op orde te hebben en oneffenheden glad te strijken. Als we naar de tabel met classificaties kijken dan zien we dat nog steeds veel incidenten te maken hebben met onoplettendheid of slordigheid. Een gesprek met de betreffenden zet bij hen de zaak weer op scherp. Een aanpassing in Protopics heeft er toe geleid dat steeds minder fouten met visite-adressen worden gemaakt. Soms stuit men op een aantal technische gebreken of tekortkomingen die meestal goed op te lossen of te verhelpen zijn. Op incidenten met een externe oorzaak heeft de post geen directe invloed, maar deze kunnen soms wel door overleg met derden tot aanpassingen leiden. Slechts in vier gevallen behoefde een protocol of interne richtlijn aanpassing (O-P). Waar gehakt worden vallen spaanders. In een zeer beperkt aantal gevallen was er sprake van een beoordelings- of inschattingsfout over ernst of aard van de klachten bij triage door DA of diagnostiek door HA (HKK). Incidenten hadden
gelukkig geen ernstige of blijvende gevolgen voor de patiënt. Vijftien casus met wel ernstige gevolgen zijn als calamiteit onderzocht. Hiervan wordt apart verslag gedaan. In het verslagjaar vonden geen meldingen plaats op het gebied van personeel. Concluderend kan ik stellen dat het klimaat van veilig melden van (bijna) incidenten in toenemende mate bij de medewerkers het bewustzijn vergroot dat zij hiermee een bijdrage leveren aan een hoge kwaliteit van het werk van de huisartsenpost. Tiede Jan Bijlsma, voorzitter MIPP-commissie Bijlage
Samenstelling MIPP-commissie Tiede Jan Bijlsma, voorzitter Nico Wolswinkel, huisarts Carla Postma, coördinerende assistente, eerste helft van het jaar Martine Thoutenhoofd, coördinerend assistente, tweede helft van het jaar De MIPP-commissie werd ondersteund door Astrid Bos, locatiemanager en het secretariaat van de Huisartsenpost
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011 – Bijlage: MIPP-Commissie
De PRISMA coderingen zijn gebaseerd op de Incidentanalyse met de PRISMA methode. Een beknopte handleiding voor de gezondheidszorg. De afkortingen staan voor: Medische Classificatie PRISMA Code
Categorie
Definitie
1 T-EX TD TC TM
Extern Ontwerp Constructie Materiaal
Technische basisoorzaken Technische oorzaken buiten de controle en verantwoordelijkheid van de onderzoekende organisatie. Oorzaken die het gevolg zijn van slecht ontwerp van materialen, hulpmiddelen, software, labels of vormen. Oorzaken die het gevolg zijn van een correct ontwerp dat niet goed geconstrueerd of ingesteld is. Oorzaken die het gevolg zijn van materiaaldefecten, die niet onder de categorieën TD of TC vallen.
2 O-EX OK
Extern Kennis-overdracht
OP
Protocollen
OM
Management prioriteiten
OC
Cultuur
3 H-EX
Extern
4 HKK
Redeneren
5 HRQ
Kwalificaties
HRC
Coördinatie
HRV
Verificatie
HRI
Interventie
Organisatorische basisoorzaken Oorzaken op een organisatorisch niveau buiten de controle en de verantwoordelijkheid van de onder-zoekende organisatie. Oorzaken die het gevolg zijn van onvoldoende maatregelen om te garanderen dat alle situatie- en domeingebonden kennis of informatie wordt overgedragen aan alle nieuwe of onervaren medewerkers. Oorzaken die het gevolg zijn van de kwaliteit en beschikbaarheid van protocollen of procedures (te ingewikkeld, onnauwkeurig, onvolledig, onrealistisch, afwezig of slecht gepresenteerd). Oorzaken die het gevolg zijn van interne management beslissingen waarbij veiligheid een lagere prioriteit heeft gekregen als gevolg van conflicterende vraag of doelstellingen. Dit is een conflict tussen productie behoeften en veiligheid. Een voorbeeld over deze categorie zijn beslissingen over de hoeveelheid personeel. Oorzaken die het gevolg zijn van een gezamenlijk gedeeld gedachtegoed, respectievelijk gedragspatroon, dat risico’s bagatelliseert, onderschat dan wel negeert. Menselijke externe basisoorzaken Menselijke oorzaken buiten de controle en de verantwoordelijkheid van de onderzoekende organisatie. Menselijke “knowledge based” basisoorzaken Menselijke oorzaken die het gevolg zijn van het niet of verkeerd toepassen van beschikbare kennis in nieuwe situaties. Voorbeeld: een getrainde technoloog die niet in staat is een complex antistof identificatie probleem op te lossen. Menselijke “rule based” basisoorzaken Menselijke oorzaken die het gevolg zijn van een niet toegestaan verschil tussen de kwalificaties, training of opleiding van een individu en de uit te voeren taak. Voorbeeld: van een technicus verwachten dat hij dezelfde ingewikkelde problemen oplost als een technoloog. Menselijke oorzaken die het gevolg zijn van een gebrek aan afstemming en coördinatie tussen verschillende medewerkers bij het uitvoeren van een taak. Voorbeeld: een essentiële taak wordt niet uitgevoerd, omdat iedereen dacht dat iemand anders de taak zou uitvoeren. Menselijke oorzaken die het gevolg zijn van een incorrecte en incomplete beoordeling van een situatie inclusief de voorwaarden voor de patiënt en de benodigde materialen en hulpmiddelen voordat men met de uitvoering van de taak van start gaat. Voorbeeld: het niet goed identificeren van een patiënt. Menselijke oorzaken die het gevolg zijn van een verkeerde planning of uitvoering van een taak. Voorbeeld: rode bloedcellen volgens hetzelfde protocol behandelen als bloedplaatjes HRM Bewaken Menselijke oorzaken die het gevolg zijn van het onvoldoende bewaken van de staat van het proces of de patiënt tijdens of na het uitvoeren van de taak. Voorbeeld: een getrainde technoloog die zich niet realiseert dat een pipet verstopt is.
Met deze codering loopt de MIPP-commissie vooruit op een training in het gebruik van de PRISMA-analyse naar de oorzaak van incidenten en calamiteiten.
37
38
Huisartsenpost ‘de Gelderse Vallei’ 2011
foto’s: Lieske Meima Fotografie – samenstelling en eindredactie: Kien Smulders – vormgeving: Herman Dijenborgh, Beyond Illusions
Huisartsenpost ‘De Gelderse Vallei’ Bezoekadres: Willy Brandtlaan 10, 6716 RP Ede Postadres: Postbus 433, 6710 BK Ede
www.huisartsenpost-degeldersevallei.nl