Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
Inhoudsopgave ■ ■ ■
1 | Inleiding 2 | Evaluatie 2014 3 | Activiteiten 2015 3.1 | Speerpunten 3.2 | Uren
■ ■ ■ ■
4 5 6 7
| | | |
10 12
Planning Afstemming Monitoring Bekendmaking
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
|1
Hoofdstuk 1 Inleiding
2|
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
Het Integraal beleidsplan handhaving 2014-2017 geeft sturing aan de uitvoering van toezicht en handhaving voor die vier jaren. Zoals al in het programma van 2014 is vermeld zal elk jaar een uitvoeringsprogramma worden opgesteld. De hoofdvraag in dit programma voor 2015 is: Welke van de voorgenomen activiteiten worden in 2015 uitgevoerd? Op deze vraag wordt in dit programma antwoord gegeven. In het programma wordt rekening gehouden met de gestelde doelen uit paragraaf 3.2 van het beleidsplan en de prioriteiten uit hoofdstuk 4 en de bijlagen van dat beleidsplan. In dit programma zijn geen taken van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel meegenomen omdat die in een apart beleidscyclus worden geregeld. Hetzelfde geldt voor de handhaving van de Drank- en Horecawet (zie ook hoofdstuk 5).
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
|3
Hoofdstuk 2 Evaluatie 2014
4|
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
Jaarlijks evalueren het college en de burgemeester of de opgenomen activiteiten uit het vorige uitvoeringsprogramma zijn uitgevoerd en in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de gestelde doelen. In hoofdstuk 7 van het Integraal beleidsplan handhaving 2014-2017 is aangegeven welke formatie beschikbaar is om de activiteiten uit hoofdstuk 4 uit te voeren. De formatie van 4,4 fte is zeer beperkt en minimaal benodigd om de speerpunten uit te voeren. In het uitvoeringsprogramma van 2014 is een monitoringsmethodiek opgenomen, die we hanteren om te bepalen of de gestelde doelen worden bereikt. De methodiek betreft het kunnen filteren van gegevens uit een geautomatiseerd systeem en het beantwoorden van vraagpunten aan de hand van die gegevens. Het behalen van de gestelde doelen in hoofdstuk 3 van het beleidsplan kan pas na afloop van de vierjarencyclus worden gemeten. Omdat het uitvoeringsprogramma 2014 pas op 8 mei 2014 is vastgesteld en het geautomatiseerd systeem nog via een te verwachten software-update (afhankelijk van de leverancier) moet worden aangepast aan de in te voeren gegevens, kan in deze evaluatie geen compleet beeld worden gegeven. Wel kunnen de punten die voorheen ook geregistreerd werden, hier weergegeven worden. In onderstaande tabel staan de vraagpunten inclusief beantwoording. Omdat de evaluatie van de jaren tot en met 2013 zijn verwerkt in het beleidsplan dat vanaf 2014 geldt, zijn er hieronder geen vergelijkingsgetallen opgenomen uit die jaren. Dit heeft mede te maken met het geautomatiseerd systeem waaruit niet dezelfde getallen zijn te filteren. Vanaf de evaluatie van 2015 kan er wel een vergelijking worden gemaakt met 2014. Hetzelfde geldt voor de jaren daarna. Vraagpunt Het aantal uitgevoerde controles. Het aantal geconstateerde overtredingen. Het aantal ontvangen klachten.
Het aantal opgelegde bestuurlijke sancties (dwangsom/ bestuursdwang/intrekking vergunning/bestuurlijke boete).
Het aantal gegeven invorderings-, toepassings- en kostenbeschikkingen. Het aantal keren toegepaste bestuursdwang. De hoogte van gevorderde, openstaande en betaalde kosten bestuursdwang. De kosten waarbij is afgezien van verhaal. De hoogte van verbeurde, openstaande en betaalde dwangsommen in een kalenderjaar.
Antwoord 870 94 15 - Geluid: 1 (toelichting: laag vanwege verschuiving milieutaken voor inrichtingen naar omgevingsdienst) - Gebruik bestemmingsplan: 7 - Bouw: 2 - Apv: 5 Dwangsombeschikkingen: 20 Bestuursdwangbeschikkingen: 2 Intrekking vergunningen: 1 Bestuurlijke boetes: 0 Invorderingsbeschikkingen: 1 Toepassingsbeschikkingen: 0 Kostenbeschikkingen: 1 1 Gevorderde kosten: € 1.335,98 Openstaande kosten: € 1.335,98 Betaalde kosten: € 0 €0 Verbeurde dwangsommen: € 10.000 Openstaande dwangsommen: € 0 Betaalde dwangsommen: € 10.000 €0
Bedrag dwangsommen waarbij is afgezien van invordering. Het aantal opgemaakte strafrechtelijke processen-verbaal. 26
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
|5
Vraagpunt Deden zich in 2014 veel of weinig incidenten en/of overtredingen voor en hoe verhielden die zich tot elkaar?
Antwoord Er zijn (afgerond) 870 controles gehouden. Tijdens net iets meer dan 10% van deze controles bleek dat er sprake van een geringe of zwaardere overtreding. In de meeste gevallen (met name bij onderdeel 'bouw') werd in goed overleg met de aannemer en/of eigenaar een oplossing gezocht om de overtreding ongedaan te maken. In een aantal gevallen moest het handhavingstraject worden opgestart door het toezenden/uitreiken van een zogenoemde vooraankondiging. In 7 gevallen werd daarna ook nog een bestuurlijke sanctie opgelegd omdat de overtreding nog steeds niet werd ongedaan gemaakt. In 15 gevallen werd een bestuurlijke sanctie opgelegd omdat daar haast bij geboden was (bouwstops, gebruiksstops en/of sloopstops). Het totaal aan bestuurlijke sancties komt daarmee op 22 (exclusief een enkele intrekking van een vergunning). In de evaluatie van 2015 kunnen we vanwege de looptijd van het beleidsplan een inzichtelijker antwoord geven op de vraag doordat we dan die uitkomst kunnen vergelijken met 2014. Hoeveel werd preventief en hoeveel werd repressief In circa 60% van de controles ging het om preventief opgetreden? optreden; in circa 40% van de controles ging het om repressief optreden. Doelstelling is om het eerstgenoemde percentage zo mogelijk hoger te laten uitvallen. Dat kan worden bereikt door een (blijvende en zo mogelijk grotere) inzet te plegen via voorlichting en communicatie (keukentafelgesprekken). Ook sobere en doelmatige handhaving die onverkort wordt uitgevoerd zal leiden tot een beter nalevingspercentage. Tegen welke overtredingen werd wel en tegen welke werd Tegen kleine objecten zoals dakkapellen, dakramen, niet opgetreden? antennes, collectoren, etc. werd niet of nauwelijks opgetreden, mits er geen overlast werd veroorzaakt, er zich geen onveilige of ongezonde wijzigingen voordeden en er geen negatieve ruimtelijke impact ontstond. Grotere overtredingen werden wel tegengegaan. In dergelijke gevallen kon er sprake zijn van grotere objecten, overlastgevende situaties, onveiligheid, ongezondheid, milieuhinder, aantasting van karakteristieke omgevingen, aantasting van het imago van de gemeente, en een grote hoeveelheid aan overtredingen. Is de inhoudelijke uitvoering in overeenstemming geweest De inhoudelijke uitvoering van handhaving is in 2014 met het beleid of is er ook van afgeweken? geheel in overeenstemming met het beleid geweest. De indruk ontstond dat er met de geactualiseerde prioritering een evenwichtige handhavingspraktijk is. Er is wel een enkel aandachtspunt dat verbetering behoeft. Dit betreft met name de handhaving van reclame-uitingen. Tot op heden treden wij op tegen losstaande reclame van welke organisatie dan ook. Dat betekent dat we ook optreden tegen recame-uitingen van sociaal-culturele organisaties in de gemeente Voorst, terwijl in sommige gevallen omvangrijke bedrijfsreclame ongemoeid werd gelaten. In hoofdstuk 3 van dit uitvoeringsprogramma gaan we nader in op de accentverschuiving die we voor 2015 invoeren. Deze accentverschuiving past binnen het vastgestelde Integraal beleidsplan handhaving 2014-2017. Verder zal dit uitvoeringsprogramma andere speerpunten bevatten dan dat van 2014. Is de uitvoering qua uren en planning in overeenstemming De verdeling van uren is in het programma van 2014 erg geweest met het beleid of is er ook van afgeweken? specifiek geweest. Dat leidde ertoe dat in veel gevallen het werkelijke urenaantal afweek van het geraamde aatal uren. In dit programma van 2015 zal een algemenere uitdrukking van uren worden verwoord, zodat er in de uitvoering meer speelruimte is. De planning is in 2014 uitgevoerd zoals in dat programma beschreven. Die planning kan voor 2015 worden overgenomen.
6|
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
Vraagpunt CONCLUSIE
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
Antwoord Op dit moment kunnen de resultaten zoals gezegd nog niet worden vergeleken met andere cijfers uit de beleidsplanperiode. Wat wel geconcludeerd kan worden is dat we een stevige inzet hebben op het voortraject: we handhaving niet zomaar in een keer als dat niet nodig is. We proberen zoveel mogelijk in het voortraject af te spreken met burgers en bedrijven (een zogenoemd keukentafelgesprek). We zien dat zij dat als redelijk ervaren. Verder blijft handhaving een moeilijke taak: elke keer is het belangrijk belangen zorgvuldig af te wegen. In sommige zaken raken we de overtreder immers ingrijpend in zijn belang. Als laatste hier genoemd willen we zoveel mogelijk maatschappelijk draagvlak hebben voor ons optreden. Dus als het kan, sturen we de uitvoering niet alleen elk jaar bij ter verbetering van de efficiency en effectiviteit, maar brengen we ook verbeteringen aan ter vergroting van het draagvlak.
|7
Hoofdstuk 3 Activiteiten 2015
8|
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
|9
3.1
Speerpunten
3.1.1 | Collegeprogramma Het collegeprogramma 2014-2016 "Samen willen, samen doen" geeft in hoofdlijnen weer waar het college zich in onder andere 2015 mee wil bezighouden. Hoofdthema's die de handhavende taken van het college en de burgemeester kunnen raken, zijn: - verbeteren kwaliteit recreatie en toerisme; - stimuleren participatie; - beschermen landelijke karakter van het buitengebied; - verbeteren ruimtelijke plannen. De handhavende taken zullen waar nuttig of nodig, als nieuwe items in 2015, ondersteunend aan deze thema's zijn. Daarnaast zullen de globaal vastgestelde prioriteiten uit de Kadernota integrale handhaving leidend zijn voor toezicht en handhaving in 2015: veiligheid en gezondheid voorop, gevolgd voor het tegengaan van overlast en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in Voorst. De overige taken volgen daarop. In deze prioriteiten wordt daarentegen evenzeer rekening gehouden met de omvang, hoeveelheid en zwaarte van overtredingen. 3.1.2 | Gebruik bestemmingsplan en Algemene plaatselijke verordening Uit de evaluatie van 2014 komen enkele opmerkelijke gegevens naar voren. De meeste klachten in 2014 gingen over strijdig gebruik volgens het bestemmingsplan. Een ander deel ging over overtredingen van de Algemene plaatselijke verordening. Om deze reden zijn er meer uren gereserveerd voor deze twee onderdelen. 3.1.3 | Reclame Uit de evaluatie blijkt verder dat er een enkel aandachtspunt is dat verbetering behoeft. Dit betreft met name de handhaving van reclame-uitingen. Wij traden van 2012 tot en met 2014 op tegen losstaande weiland- en bermreclame van welke organisatie dan ook. Dat betekent dat we ook optraden tegen recame-uitingen van sociaal-culturele organisaties in de gemeente Voorst, terwijl in sommige gevallen omvangrijke bedrijfsreclame ongemoeid werd gelaten. Dit, terwijl de sociaal-culturele organisaties de reclame soms nodig hebben om enige bekendheid te krijgen. Er was bij deze organisaties dan ook weinig maatschappelijk draagvlak voor ons beleid. Hierna gaan we nader in op de accentverschuiving die we voor 2015 invoeren. Deze accentverschuiving past binnen het vastgestelde Integraal beleidsplan handhaving 2014-2017. De accentverschuiving houdt in dat wij onze aandacht voor aanpak van zogenoemde weilandreclame en bermreclame voor een deel verschuiven. Wij zullen in ieder geval optreden tegen zonder toestemming geplaatste commerciële reclame die 'verdwaald' is. Daarbij maken wij vanaf 2015 geen onderscheid meer tussen reclame op weilanden, bermen of erven langs hoofd(ontsluitings)wegen. Criterium zal zijn of er sprake is van verdwaalde handelsreclame. 'Verdwaald' wil zeggen dat het object niet direct gelieerd is aan de locatie waarop het object staat. Overigens wil deze verschuiving niet zeggen dat we niet meer tegen niet-commerciële reclame optreden; met diverse sociaal-culturele organisaties zijn wij in overleg om tot een goede oplossing te komen. Deze oplossing en de daadwerkelijke uitvoering daarvan is overigens wel een voorwaarde om de accentverschuiving door te voeren. Los van deze accentverschuiving is het ook zo dat opgetreden zal worden tegen (excessief) grote reclame. Voorbeeld van deze vorm van reclame is die voor vuurwerkverkoop en 10 |
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
in bepaalde gevallen die voor kerstbomenverkoop. Hoewel die tijdelijk zijn geplaatst, hebben ze soms een grote, negatieve impact op de ruimtelijke kwaliteit.
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
| 11
3.2
Uren
In het beleidsplan is in hoofdstuk 7 aangegeven welke formatie beschikbaar is om de activiteiten uit hoofdstuk 4 uit te voeren. De formatie van 4,4 fte is zeer beperkt en minimaal benodigd om de speerpunten uit te voeren. Eén fte is gebaseerd op een volledige werkweek van 36 uren en ofwel 1.450 'productieve uren' per jaar. De beschikbare financiële en personele middelen worden als vaststaand gegeven aangenomen in dit uitvoeringsprogramma. Als in de toekomst mocht blijken dat extra inzet vereist is worden de middelen zonodig aangevuld (bijvoorbeeld door onvoorziene omstandigheden of door het oppakken van een nieuw project als het college of de burgemeester de uitvoering daarvan wensen). Hierna volgen tabellen met uren per taak ingevuld. Het betreft hier uren voor preventieve maar ook repressieve inzet. De uren houden zowel toezichts- als handhavings- en coördinatietaken in (totaal aantal uren: 6.380) en in alle drie gevallen zijn administratieve taken inbegrepen (circa 50% van de ureninzet). Hoewel het beleidsplan en dit uitvoeringsprogramma niet voorzien in handhavingsbeleid voor de Drank- en Horecawet en de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (zie paragraaf 1.6 van het beleidsplan), wordt in dit programma wel rekening gehouden met die taken door uren daarvoor te reserveren. Bouwen/sloop Categorie 1: Publiek toegankelijke gebouwen en bouwwerken 2: Bedrijfsgebouwen 3: Projectmatige nieuwbouw 4: Particuliere nieuwbouw 5: Particuliere- en bedrijfsmatige aanen uitbouwen 6: Particuliere- en bedrijfsmatige bijgebouwen en overige bouwwerken Uren totaal
Risicoklasse I
Uren 1.000
I II II III
500 500 600 600
III
600 3.800
Brandveilig gebruik Omschrijving Uren totaal
Uren 500
Evenementen Omschrijving Grootschalige/belastende evenementen (> 1000 bezoekers) Evenementen met podium, tribune, grote tent en dergelijke bouwwerken Evenementen 50-1000 bezoekers zonder podium/tribune/grote tent Uren totaal
12 |
Risicoklasse I
Uren 120
I
80
II
20 220
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
Apv Omschrijving Drank- en Horecawet Juist aanbieden huishoudelijk afval Herplantplicht houtopstanden Plakken en kladden Ontheffing vuur stoken Uren totaal
Risicoklasse I II II III III
Uren 110 150 200 15 10 485
Risicoklasse I I II
Uren 280 1.075 20
Overig Omschrijving Weiland- en bermreclame Strijdig gebruik bestemmingsplan Handhaving kinderdagverblijven/ peuterspeelzalen Uren totaal
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
1.375
| 13
Hoofdstuk 4 Planning
14 |
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
Wat kan opvallen bij bestudering van de tabellen in hoofdstuk 3 is dat er niet per definitie méér uren gepland staan als er sprake is van een hogere risicoklasse. Er kunnen namelijk van een bepaald type minder of geen objecten aanwezig zijn binnen de gemeente Voorst. De geraamde uren worden ingepland voor zover het betreft het preventief toezicht. Dit betreft de routinematige controlebezoeken. Afhankelijk van het type object worden meerdere controlebezoeken ingepland. De frequentie van deze routinematige bezoeken is als volgt: Bouwen/sloop Voor wat betreft dit onderdeel wordt aangesloten bij het bestaande Bouwbeleidsplan 2009-2013, zij het dat het aantal controlemomenten naar beneden wordt bijgesteld vanwege beperkte capaciteit. In het Bouwbeleidsplan worden zes categorieën bouwwerken genoemd, zoals in hoofdstuk 3 opgesomd. Categorie 1: Publiek toegankelijke gebouwen en bouwwerken Categorie 2: Bedrijfsgebouwen Categorie 3: Projectmatige nieuwbouw Categorie 4: Particuliere nieuwbouw Categorie 5: Particuliere- en bedrijfsmatige aan- en uitbouwen Categorie 6: Particuliere- en bedrijfsmatige bijgebouwen en overige bouwwerken
Categorie 1: Deze categorie laat zich het minst gemakkelijk in standaard controlemomenten vastleggen omdat de diversiteit groot is. Voor de reguliere capaciteitsraming is het gewenst extreme bouwplannen buiten beschouwing te laten. Wanneer een dergelijk bouwproject zich aandient of een uitbreidingswijk in ontwikkeling gaat zal er van geval tot geval moeten worden beoordeeld hoeveel extra toezichtcapaciteit benodigd is. Buiten extremen schatten we voor deze categorie aan toezichtmomenten in: ▪ Minimaal 5 toezichtmomenten (bijv. klein bedrijfsgebouw op industrieterrein);
▪ ▪
Maximaal 10 toezichtmomenten (grotere verbouw publieksgebouw);
Maximaal 15 toezichtmomenten (bijv. woongebouw met meerdere verdiepingen, bejaardentehuis etc.);
Gemiddeld 10 toezichtmomenten.
Categorie 2: Als 'gemiddeld' bouwplan in deze categorie beschouwen we de nieuwbouw van een bedrijfsgebouw. Uitzetten en fundering, begane grondvloer, verdiepingsvloer, kapconstructie en eindoplevering levert 5 toezichtmomenten op. ▪ Minimaal 2 toezichtmomenten (bij eenvoudige verbouw winkel volstaat start en eindoplevering);
▪ ▪
Minimaal 5 toezichtmomenten (bijv. klein bedrijfsgebouw op industrieterrein); Maximaal 10 toezichtmomenten (grote verbouwing complex bedrijfsgebouw)
Gemiddeld 6 toezichtmomenten.
Categorie 3: Als 'gemiddeld' bouwplan in deze categorie beschouwen we de nieuwbouw van een een aantal woningen of appartementengebouw. Uitzetten en fundering, begane grondvloer, verdiepingsvloer, kapconstructie en eindoplevering levert 5 toezichtmomenten op. ▪ Minimaal 5 toezichtmomenten (bijv. klein aantal woningen uitbreidingsplan);
▪
Maximaal 10 toezichtmomenten (groter appartementengebouw);
Gemiddeld 7 toezichtmomenten.
Categorie 4: Als 'gemiddeld' bouwplan in deze categorie beschouwen we de nieuwbouw van een vrijstaande woning. Uitzetten en fundering, begane grondvloer, verdiepingsvloer, kapconstructie en eindoplevering levert 5 toezichtmomenten op. ▪ Minimaal 2 toezichtmomenten (bij eenvoudige bouw winkel volstaat start en eindoplevering);
▪
Maximaal 5 toezichtmomenten (grotere en complexere bouw );
Gemiddeld 3 toezichtmomenten.
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
| 15
Categorie 5: ▪ Dakkapellen met constructieve wijzigingen: 1 x controle ter plaatse, waarbij controle op constructie en welstand (uiterlijk). ▪ Schuren en garages vrijstaand > 15 m²: 1 x controle ter plaatse, waarbij controle op fundering, constructie, welstand (uiterlijk) en afmetingen. ▪ Aan- en uitbouwen: 1 x controle ter plaatse, waarbij controle op fundering, constructie, welstand (uiterlijk) en afmetingen. Gemiddeld is er 1 toezichtmoment bij deze categorie.
Categorie 6: ▪ Dakkapellen zonder constructieve wijzigingen: geen controle ter plaatse.
▪ ▪ ▪ ▪
Erfafscheidingen: geen controle ter plaatse.
Tuinhuisjes < 15 m²: geen controle ter plaatse. Wijzigingen kozijninvulling en gevelopeningen: geen controle ter plaatse. Overig (dakramen, antennes, collectoren, etc.): geen controle ter plaatse.
Gemiddeld is er geen toezichtmoment bij deze categorie.
Brandveilig gebruik Het aantal controles op brandveilig gebruik sluit aan bij de risicoklassen. Risicoklasse I: eenmaal per jaar Risicoklasse II: eenmaal per 3 jaar Risicoklasse III: eenmaal per 5 jaar Evenementen Het aantal controles op evenementen sluit aan bij de risicoklassen. Risicoklasse I: 3 keer per evenement Risicoklasse II: 1 keer per evenement Risicoklasse III: 0 keer per evenement Apv De controles voor onderdeel Apv zijn hoofdzakelijk repressief, dus niet ingepland. Uitzondering zijn de controles voor de Drank- en Horecawet. De controlefrequentie daarvan wordt in het Preventie- en handhavingsplan alcohol vastgelegd. Overig Dit onderdeel vergt repressieve inzet die niet is gepland.
16 |
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
Hoofdstuk 5 Afstemming
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
| 17
Dit uitvoeringsprogramma is afgestemd met de bevoegdheden van het college en de burgemeester. Voor wat betreft het Preventie- en handhavingsplan alcohol dat de gemeenteraad in 2014 heeft vastgesteld geldt dat er een aantal uren is gereserveerd voor de uitvoering van dat handhavingsplan. Voor het overige is met het openbaar ministerie afgesproken wanneer er strafrechtelijk wordt opgetreden. Dit is reeds verwoord in paragraaf 5.4.3 van het Integraal beleidsplan handhaving 2014-2017.
18 |
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
Hoofdstuk 6 Monitoring
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
| 19
Het is nodig een methodiek te hebben die we hanteren om te bepalen of de gestelde doelen worden bereikt. Die methodiek betreft het beantwoorden van de volgende algemene vraagpunten. ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
Deden zich per jaar veel of weinig incidenten en/of overtredingen voor en hoe verhielden die zich tot elkaar? In welke gevallen werd wel en in welke gevallen werd niet opgetreden? Hoe vaak en zo ja, waarom werd in de uitvoering afgeweken van het handhavingsbeleid? Lag de behoefte tot afwijking bij de gemeenteraad, het college/de burgemeester en/of bij het ambtelijk apparaat? Hoeveel werd preventief en hoeveel werd repressief opgetreden? Waren er veel of weinig klachten per jaar over de fysieke leefomgeving en hoe verhielden die zich tot elkaar?
Om deze vragen elk jaar te kunnen beantwoorden, moet het geautomatiseerd systeem van toezicht en handhaving zijn aangepast aan de vraagstelling. Aan de hand daarvan moeten de volgende gegevens kunnen worden ingevoerd in het systeem (de verplichte gegevens zijn vetgedrukt). ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
20 |
Elke preventieve en elke repressieve handhavingszaak (onderscheid moet blijken). Het karakter van de handhavingszaak (onderwerp(en) en aanleiding). Tegen welke overtredingen wel en tegen welke overtredingen niet werd opgetreden. Uitvoering of juist afwijking van het beleid. Oorzaak van afwijking van beleid. Het aantal uitgevoerde controles. Het aantal geconstateerde overtredingen. Het aantal beëindigde overtredingen op verschillende momenten in het stappenplan. Het aantal niet-beëindigde overtredingen op verschillende momenten in het stappenplan. Het aantal ontvangen klachten per jaar. Het aantal opgelegde bestuurlijke sancties (dwangsom/bestuursdwang/ intrekking vergunning/bestuurlijke boete). Het aantal gegeven invorderings-, toepassings- en kostenbeschikkingen. Het aantal keren toegepaste bestuursdwang. Het aantal gevorderde, openstaande en betaalde kosten bestuursdwang. De kosten waarbij is afgezien van verhaal. Het aantal verbeurde, openstaande en betaalde dwangsommen in een kalenderjaar. Het dwangsommen waarbij is afgezien van invordering. Het aantal processen-verbaal.
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
Hoofdstuk 7 Bekendmaking
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015
| 21
In de eerste plaats maken het college en de burgemeester dit uitvoeringsprogramma bekend aan de gemeenteraad. Dit gebeurt via een raadsmededeling. In de tweede plaats wordt dit programma samen met het beleidsplan gepubliceerd op de gemeentelijke website onder Beleid en regelgeving > Overzicht Regelgeving > Programma Veilig Voorst > Beleidsnota’s. Deze publicatie is geen bekendmaking in de zin van de Awb.
22 |
Integraal uitvoeringsprogramma handhaving 2015