Geloven maakt verschil
Ik ben er ook nog. Over opkomen voor jezelf.
Thema’s voor jeugdgroepen Deel 4
2
Achtergrondinformatie
hoofdstuk 2
De jongeren en opkomen voor jezelf Ik ben er ook nog Leren opkomen voor jezelf is een onderdeel van het volwassen worden. Jongeren zijn bezig hun eigen identiteit te ontwikkelen. Dat betekent loskomen van ouders en een eigen plaats opeisen in de sociale omgeving. Wanneer jongeren zich onvoldoende adequaat hebben losgemaakt van hun ouders ontstaan op latere leeftijd afhankelijkheidsproblemen, varierend van te afhankelijk tot te onafhankelijk. Vertaald naar ons onderwerp: Niet in staat voor jezelf op te komen: je blijven aanpassen aan verwachtingen van ouders; of: te veel voor jezelf opkomen: alleen maar aan jezelf denken. Om zich los te maken oriënteren jongeren zich op anderen, zoals leeftijdgenoten, maar ook ouderen of zelfs t.v.-persoonlijkheden. De groep van leeftijdgenoten gaat het alternatief vormen voor de ouders. Een tijd lang zullen zij hun gedrag op die leeftijdgenoten en hun verwachtingen afstemmen. Ze dragen dezelfde kleren, ze hebben dezelfde opvattingen over wat echt en eerlijk is. De groep bepaalt hoe je eruit moet zien, wat “in” is, hoe je je dient te gedragen, wat normaal of abnormaal is. Dit kan een belangrijke fase zijn in de ontwikkeling van jongeren Niet alle jongeren zullen overigens in zo’n groep opgaan. Na verloop van tijd ontwikkelen zij als het goed is meer en meer een eigen identiteit onafhankelijk van de groep en/of de ouders en nemen zij hun eigen plaats in
Marten Knevel en Paul Jansen 2000
Het geloof kan in sommige gevallen een belemmering vormen voor jongeren om hun eigen identiteit te ontwikkelen omdat er een te zware nadruk ligt op aanpassing aan de normen van de christelijke groep. Opkomen voor jezelf is in het christelijk
1
2
geloof nog wel eens negatief gewaardeerd. Het gaat immer om het liefhebben van God en je naasten. Er staat niets in de bijbel over opkomen voor jezelf, zo lijkt het.
De Bijbel en opkomen voor jezelf Als thema kom je het niet echt tegen in de Bijbel. Het accent ligt een beetje anders. Het grote gebod is God liefhebben bovenal en je naaste als jezelf. En de grote opdracht is om mensen tot leerlingen van Jezus te maken. Voor jezelf opkomen lijkt daarmee haast in strijd. Dat wordt nog eens versterkt door uitspraken van Jezus en bijbelschrijvers als: “Wie zijn leven bemint, verliest het” [Joh. 12:25]; “Als iemand naar Mij toekomt en ... zelfs zijn eigen leven niet haat, kan hij mijn leerling niet zijn” [Lucas 14:26] en: “Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen ...” [Mattheus 16:24]. Toch betekent dit niet dat de mens zichzelf moet wegcijferen. Telkens weer blijkt in de bijbel dat God er op uit is om mensen tot hun recht te laten komen. Mensen die niet in staat zijn voor zichzelf op te komen, haalt Hij naar boven en geeft Hij weer een plek in de gemeenschap. God wil dat een mens tot zijn of haar recht komt. Dat wordt duidelijk als Jezus zieken geneest, [denk bijvoorbeeld aan de genezing van de blinde Bartimeus, de verlamde man, de melaatse] als hij tollenaars opzoekt [denk aan Zacheüs Lucas 19:1-10; Levi/Mattheus], als hij mensen hoop geeft, als hij mensen bevrijdt van boze geesten, als hij mensen hun zonden vergeeft. Hierachter zit wel een bepaalde opvatting over mens-zijn. Wanneer kom je als mens tot je recht? In de Bijbel vind je de gedachte dat de mens is geschapen naar het beeld van God. [Genesis 1: 26-28]. Dat is om te beginnen al heel bijzonder. Je bent van hoge afkomst. Jezus wordt gezien als de mens die bij uitstek zichtbaar maakt wat het inhoudt om mens naar Gods beeld te zijn. Hij laat zien hoe God ons mens-zijn bedoelde. Dat mens-zijn wordt vooral zichtbaar in drie relaties van een mens: zijn relatie tot God, zijn relatie tot zijn medemens en zijn relatie tot de schepping. Als een mens in die relaties op Jezus lijkt, dan komt hij als mens tot zijn recht, dan kan hij werkelijk zichzelf zijn. Hoe ziet dat er dan uit? Al in Genesis 1:26-28 zie je dat God de mens schept. Hij gaat een relatie aan met die mens, Hij plaatst de mens in relatie met zijn/haar medemens en Hij stelt de mens in verhouding tot de schepping. Daarom komt en mens tot zijn recht als Hij op God gericht is: Als Hij God liefheeft. Dat betekent: Hij erkent dat God het middelpunt van ons bestaan is, de
3
beslissende factor in ons leven. Zonder God zijn wij geen mens meer. Het gaat om de overgave aan Zijn leiding, het verlangen naar Hem, het loven en danken, bidden, gehoorzaamheid aan zijn geboden. Genesis 3 en Lucas 15 maken duidelijk dat een mens zonder God is als een vis zonder water: als een vis vrij is van het water, dan verliest hij zijn vrijheid en zijn leven. Zo verliezen Adam en Eva hun vrijheid en treedt de dood in en zo verliest de verloren zoon zijn vrijheid. Jezus zelf is zo volkomen met God verbonden en op God gericht. Hij vat dit zelf samen als: “Mijn voedsel is: de wil doen van Hem die Mij gezonden heeft en het werk volbrengen dat Hij mij heeft opgedragen” Johannes 4:34. Hij kiest daarvoor. In Jezus zie je een vrij mens verschijnen in wie het leven wint van de dood. Jezus is, ten tweede, ook volkomen op de naaste gericht. Hij gaat intense relaties aan met zijn naasten, met leerlingen en met mensen om hem heen. Hij is erop gericht om die ander tot zijn of haar recht te laten komen, zoals ik hierboven al heb laten zien. Hij vat dit zelf samen als: “De Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden” Lucas 19:10. En: “De Zoon des mensen is niet gekomen om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen”. [Marcus 10:45] Tenslotte wordt je pas echt mens als je de opdracht om de natuur te beheersen gestalte geeft. Die opdracht klinkt al in Genesis 1. Belangrijke woorden zijn daarin: beheren en bewaren. Daarbij hoort ook strijd tegen ziekte, gezond leven, zorgvuldig met de natuur omgaan. De bijbelse gedachte is: Als je zo mens bent dan kom je pas echt tot je recht. Dan kom je pas echt op voor jezelf. Er is nog een ander aspect belangrijk: Ieder mens is een unieke schepping van God. Anders dan anderen. Daarom zal de manier waarop een mens God en de naaste dient verschillen. Ook de manier waarop hij/zij vorm geeft aan het beheersen en bewaren van de schepping verschilt. Dat heeft te maken met bijvoorbeeld de gaven die je als mens gekregen hebt. In Romeinen 12 en 1Corinthe 12 wordt benadrukt dat ieder mens verschillende gaven ontvangen heeft. De manier waarop hij God dienst en bijdraagt aan de opbouw van de gemeenschap hangt af van die gaven. In 1Corinthe 12 wordt duidelijk dat een christen recht heeft op een plaats in de gemeente die past bij zijn/haar gaven. Paulus veroordeelt het zelfs als iemand zijn of haar eigen gaven minderwaardig vindt. 1Corinthe 12:14-20. Anderen mogen je die plaats ook niet ontzeggen. 1Corinthe 12:21. Opkomen voor jezelf in de zin van je eigen plaats opeisen en innemen wordt dus positief gewaardeerd in de Bijbel. Dat is wat Jezus zelf ook doet. Hij weet wie Hij is: Hij is de door God gezondene aan de mensen. Hij weet wat zijn levensdoel is: mensen helpen om weer mens te worden zoals God dat bedoelde: in relatie tot God,
4
tot elkaar en tot de schepping. Hij weet wat Hij kan: met gezag spreken, zieken genezen, boze geesten uitdrijven etc. en op grond daarvan neemt Hij een plaats in in de samenleving. Zo is Hij een voorbeeld voor ons allemaal.
voor jezelf want je denkt dan allleen aan jezelf ten koste van een ander die daardoor zijn plaats niet meer kan innemen in de gemeenschap. Walter Trobisch: naastenliefde en eigenliefde.
Er is ook een andere manier van opkomen voor jezelf, die voortkomt uit: op jezelf gericht zijn., je zou kunnen zeggen: egocentrisch zijn. die neiging hebben we ook als mensen en het is die neiging die veroordeeld wordt en als een bedreiging voor ons mensen. Waar jijzelf het belangrijkste wordt, daar loopt het mis. Ook dat wordt zichtbaar in bijvoorbeeld Genesis 3 [Adam en Eva] en Lukas 15 [De verloren zoon]. Iemand die opkomt voor zichzelf: De blinde Bartimeus komt voor zichzelf op. De omstanders proberen hem het zwijgen op te leggen als hij Jezus roept. Maar hij gaat toch door. Hij komt op voor zichzelf. Hij heeft recht op een eigen plaats onder de mensen. Jezus geeft hem in feite gelijk en geneest hem, waardoor hij zijn plaats ook werkelijk kan innemen. Marcus 10:46-52 Jezus komt op voor zichzelf: In het verhaal waar Jezus een verlamde man geneest en hem zijn zonden vergeeft, krijgt Hij kritiek van de schriftgeleerden omdat Hij iets doet wat alleen God mag doen: zonden vergeven. Jezus weet echter dat Hij op gezag van God zulke dingen mag doen. Hij laat zich niet door de schriftgeleerden in een hoek drukken, maar komt op voor zichzelf en voor zijn opdracht. Zo neemt Hijzelf zijn plaats in soms tegen de druk van de omgeving in. Marcus 2:1-12 Een goede en een verkeerde manier van opkomen voor jezelf. Jezus vertelt een gelijkenis over vergeving in Mattheus 18:21-35. De dienaar heeft een schuld bij de Koning die hij niet meer kan betalen. Daardoor dreigt hij zijn plaats onder de mensen te verliezen Hij komt op voor zichzelf en vraagt de Koning om vergeving. De Koning is daar positief over en scheldt de schuld kwijt. Dit is een beeld van de relatie van mensen tegenover God. God vergeeft ons mensen schuld als wij daarom vragen. dat is een goede manier van opkomen voor onszelf, want zonder dat kunnen wij als mens niet tot ons recht komen. Maar het verhaal gaat verder. De dienaar komt een andere dienaar tegen die hem weinig schuldig is. Maar hij kan het ook niet betalen. De dienaar die net vergeven is komt nu opnieuw op voor zichzelf, maar nu op een verkeerde manier: Hij wil koste wat het kost zijn geld terug hebben en als de andere dienaar dat niet kan laat hij hem gevangen zetten tot hij zijn geld gekregen heeft.. Dat is een verkeerde manier van opkomen
5
Bemin uzelf Jezus geeft als tweede gebod: 'Gij zult uw naaste beminnen als uzelf'(Mt. 22:39, Mk. 12:31, Lk. 10:27). In de Bijbel vinden wij dit gebod het eerst in Leviticus 19:18. Buiten de bovengenoemde verzen wordt dit gebod nog op drie andere belangrijke plaatsen in het Nieuwe Testament aangetroffen, telkens als een korte samenvatting van de passage waarvan het deel uitmaakt. Galaten 5:14 vat de 'hele Wet' samen in dit ene woord: 'Bemin uw naaste als uzelf.' Op overeenkomstige wijze noemt Jakobus 2: 8 dit gebod de vervulling van de 'koninklijke Wet', en Romeinen 13:9 noemt het de samenvatting 'van alle geboden'. Het gebod om uw naaste te beminnen is nooit gegeven zonder het gebod jezelf lief te hebben. Gewoonlijk wordt aangenomen dat iedereen zichzelf liefheeft. Ieder is een egoïst. En ons wordt geleerd dat dit verkeerd is; in plaats van onszelf lief te hebben, dienen wij onze naaste lief te hebben. Maar dat is niet wat de geciteerde verzen te verstaan geven. 'Bemin uw naaste als uzelf' is vervalst tot 'bemin uw naaste in plaats van uzelf'. Eigenliefde is dus het eerste vereiste en het criterium voor ons gedrag tegenover onze naaste. Het is de maatstaf voor onze liefde voor anderen, zoals Jezus ons deze geeft. De Bijbel bevestigt wat de moderne psychologie eerst kortelings ontdekte: zonder eigenliefde kan er geen liefde voor anderen bestaan. Jezus stelt deze twee liefdes aan elkaar gelijk en maakt ze onafscheidelijk van elkaar. Eigenliefde en zelfzucht Is de uiteenzetting niet in tegenspraak met datgene wat ons als goede christenen geleerd is te geloven? Staat er niet geschreven: 'Wie zijn leven bemint, verliest het'(Joh. 12:25)? 'Als iemand naar Mij toekomt en ... zelfs zijn eigen leven niet haat, kan hij mijn leerling niet zijn' (Lk. 14:26). 'Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen...' (Mt.16:24). Een moeilijkheid ligt in het feit dat het woord eigenliefde een dubbele betekenis heeft. Het kan zowel zelfaanvaarding als egocentrisme betekenen. In dezelfde geest benadrukt Josef Piper in zijn essay Zucht und Mass: 'Er zijn twee tegenovergestelde manieren waarop een man zichzelf kan liefhebben: onzelfzuchtig of zelfzuchtig. Alleen het eerste is gericht op zelfbehoud, terwijl het tweede op zelfvernietiging uitloopt.'
6
Een voorbeeld van eigenliefde in negatieve zin wordt geïllustreerd in de Griekse mythologie door Narcissus. Dit was een jongen, die terwijl hij staarde naar zijn spiegelbeeld in een bron, op zichzelf verliefd werd. Hij raakte zo verdiept in zijn eigen beeld dat hij in het water tuimelde en verdronk. Van dit mythologisch verhaal is het woord narcisme afgeleid. Een andere Griekse term voor 'eigen' en 'liefde', welke dezelfde gedachte weergeeft, is auto-erotisme. Eigenliefde in de positieve zin van zelfaanvaarding is precies het tegenovergestelde van narcisme of auto-erotisme. In feite is het een eerste stap in de richting van onzelfzuchtigheid. Wij kunnen niet geven wat wij niet hebben. Alleen wanneer wij onszelf hebben aanvaard, kunnen wij werkelijk onbaatzuchtig zijn - vrij van onszelf. Hebben wij echter onszelf niet gevonden en onze eigen identiteit niet ontdekt, dan moeten wij voortdurend op zoek blijven naar onszelf. Het woord egocentrisch beschrijft ons precies, wanneer wij uitsluitend om onszelf heen draaien. Om het kort te zeggen: Wie zichzelf niet bemint, is een egoïst. Hij moet noodzakelijkerwijs een egoïst worden omdat hij niet zeker is van zijn identiteit en daarom steeds bezig is zichzelf te zoeken. Voortdurend verdiept in zichzelf, wordt hij, zoals Narcissus, egocentrisch.
2:7-8). Ook hier wordt Jezus' zelfverloochening voorafgegaan door een verklaring aangaande zijn identiteit: 'Hij die bestond in goddelijke majesteit' (Fil.2:6). Om kort te gaan - omdat Jezus zichzelf liefhad, was Hij onzelfzuchtig en in staat anderen te beminnen 'zoals Hij zichzelf beminde'. 'Voor Jezus was dat gemakkelijk genoeg,' zeggen wij wellicht, 'maar wie zijn wij?' Paulus rekent met deze opwerping af met de eenvoudige woorden: 'Die gezindheid moet onder u heersen, welke Christus Jezus bezielde' (Fil. 2:5). Wanneer Jezus Christus ons leven is, betekent dit, dat de aanvaarding van onszelf inderdaad 'de grondslag van al het bestaande is' zoals Guardini zei. Je kunt zijn leerling niet zijn zonder dat. De beoefening van de zelfverloochening vooronderstelt de beoefening van de zelfaanvaarding. Uit: W. Trobisch, Leen mijje ogen. 1976.
Jezus De relatie tussen eigenliefde en onzelfzuchtigheid, tussen zelf-aanvaarding en zelfverloochening, wordt het best geïllustreerd door Jezus Christus. Jezus bezat een volstrekte zelfkennis en Hij verkeerde in volledige harmonie met zichzelf. Met absoluut gezag kon Hij zeggen: 'Voor Abraham werd, ben Ik' (Joh. 8:58). En ten aanzien van de God die van zichzelf zeide: 'Ik ben: "Ik ben!"' (Ex. 3:14), verklaarde Jezus: 'Ik en de Vader, Wij zijn één' (Joh. 10:30). Het is interessant op te merken dat in het Nieuwe Testament verklaringen betreffende Christus' identiteit voorafgaan aan verklaringen die betrekking hebben op zijn zelfverloochening. Bij voorbeeld - voordat Jezus de voeten van zijn discipelen waste, legde Hij een majestueuze verklaring van totale zelfaanvaarding af: Jezus wist 'dat de Vader Hem alles in handen had gegeven en dat Hij van God was uitgegaan en naar God terugkeerde' (Joh. 13:3). Er is verband tussen zelfaanvaarding en onzelfzuchtigheid. Jezus wist wie Hij was en accepteerde zijn identiteit en levensbeste~g. Zelfaanvaarding stelde Hem, als een intrinsiek deel van zijn leven, in staat zijn aandacht naar buiten te keren en de mensen, met wie Hij in contact kwam, waarachtig lief te hebben. Hij had het niet nodig zijn gelijkheid met God op krachtige wijze te betuigen of tastend te zoeken naar zijn eigen identiteit. Eerder 'heeft Hij zichzelf ontledigd door het bestaan van een dienstknecht op zich te nemen ... En als mens verschenen heeft Hij zich vernederd door gehoorzaam te worden tot de dood, tot de dood op het kruis' (Fil.
7
8
Suggesties voor doelstellingen • •
• • • • • •
Jongeren zien in welke manier van opkomen voor jezelf goed is en welke niet. Jongeren denken na over de gedachte dat je als mens pas echt tot je recht komt wanneer je relatie met God, met je medemensen en met de schepping goed is. Jongeren zien in dat zij ieder uniek zijn en dat ieder recht heeft op een eigen unieke plaats in de mensengemeenschap. Jongeren ontdekken waarin zij zelf uniek zijn en waarin de anderen uniek zijn. Jongeren ervaren dat zij waardevol zijn voor God en mensen. Jongeren ontdekken welke talenten zij van God gekregen hebben. Jongeren voelen zich vrij om steeds meer zichzelf te zijn in de groep. Jongeren leren om het anders zijn van anderen in de groep en daarbuiten positief te waarderen.
•
4.
Laat ieder de waarderingsschaal [Zie bijlage] invullen voor zichzelf en vertellen waarom hij, zij die zo heeft ingevuld.
5.
Gebruik het onderstaande lijstje als opener: Ik zal zeker voor mijzelf opkomen als: ‘ iemand voordringt in de rij ‘ ze mij uitlachen ‘ er leugens over mij verteld worden ‘ ik te weinig punten voor mijn repetitie gekregen heb. ‘ ik aandacht wil ‘ ik graag een baantje wil hebben waarvoor ook veel andere kandidaten zijn. ‘ ik een betere oplossing weet voor een wiskunde-som dan de leraar ‘ ik een leuker idee heb dan de anderen voor een avondje uit. ‘ ik een bekeuring krijg die ik onterecht vind. ‘ [Naar believen uit te breiden] Laat de jongeren vervolgens vertellen wat ze ingevuld hebben en waarom
Suggesties voor de opzet van de avond Ideeën voor de inleiding of illustratie 1.
Vertel iets over je eigen ervaring met opkomen voor jezelf.
2.
Begin of sluit af met het volgende: Laat iedereen in de groep om beurten de volgende zinnen afmaken: a. Twee dingen van mijn uiterlijk waar ik tevreden over ben zijn .... b. Ik zorg goed voor mijzelf door ..... c. Twee dingen waar ik erg goed in ben zijn .... d. Ik doe mijn best om een goede vriendschap in stand te houden door .... (Eventueel kun je afspreken dat na de beurt van ieder, de rest van de groep opstaat om hem of haar een staande ovatie te geven.)
3.
Verborgen talent? Iedereen heeft talenten. Wat is jou verborgen talent? Welke talenten kun je aan de anderen in de groep laten zien? [Je oren bewegen? / 1 wenkbrouw optrekken / Op je hoofd staan / Je neus met je tong aanraken?]
9
en laat ze op elkaar eageren.
10
6.
Noem een eigenschap van jezelf waarvoor je volgens jou meer waardering verdient dan je krijgt.
7.
Noem iets wat je de afgelopen tijd gedaan hebt en waar je heel tevreden over bent.
8.
Wat zou je graag willen bereiken in jou leven? a. Hoe zou je dat kunnen bereiken?
9.
Maak een lijst van tien sterke kanten van jezelf.
Gespreksideeën (vragen) 1. 2. 3.
Hoe vind je het als iemand positief over zichzelf durft te spreken? Hoe vind je het als iemand negatief over zichzelf spreekt? Als je eerlijk bent, hoe zie je jezelf dan op dit moment? Plaats een kruisje op de onderstaande lijnen.
Ik haal mijzelf Ik denk positief naar beneden______________________________________________ over mijzelf (Ik stel niets voor (Ik ben geschapen en ik wordt ook nooit wat) naar Gods beeld) Gen zelfvertrouwen___________________________________ Vol zelfvertrouwen (Ik probeer het niet eens (Ik kan alles door want het misukt toch Christus)
4. 5. 6. 7. 8.
Welke positieve dingen zien de mensen die je het beste kennen in jou? Welke positieve eigenschappen zie jij in je buurman/vrouw? Wanneer vind je het moeilijk om op te komen voor jezelf? Wanneer vind je dat je echt voor jezelf mag op komen? Gebruik een van de gebeden uit de bijlage en vraag in hoeverre jongeren zich daarin herkennen.
Te gebruiken bijbelgedeelten voor gesprek of afsluiting Mattheus 25:14-30 De gelijkenis van de Talenten. Lees dit verhaal. • Welke talenten heb jij gekregen? En hoe kun je ze gebruiken? • Welke gaven zie je bij je buurman/buurvrouw waarvoor hij/zij meer aandacht zou mogen vragen? • Waarvan hij/zij meer gebruik zou mogen maken? Genesis 1:26,27: Wij zijn allemaal geschapen naar Gods beeld • Praat met elkaar wat voor verschil het maakt of je een toevallige gebeurtenis bent of een schepsel van God. 1Corinthe 12: Ieder mens heeft gaven ontvangen.. Vervolgens op zoek naar eigen gaven. • Welke gaven heb jij zelf gekregen en hoe kun je ze meer gebruiken? • Welke gaven zie je bij je buurman/buurvrouw waarvoor hij/zij meer aandacht zou mogen vragen? • Waarvan hij/zij meer gebruik zou mogen maken? Lucas 15: Over verschillende manieren van opkomen voor jezelf. • Op welke manieren komt de jongste zoon voor zichzelf op? [Geld vragen en terugkomen bij zijn vader] • Op welke manier komt de oudste zoon voor zichzelf op? • Welke manier[en] vind je goed? • Welke vind je niet goed? Marcus 10:46-52. Over Bartimeus die opkomt voor zichzelf. • Wat vind je ervan dat Bartimeus zich niks aantrekt van de mensen? • Wat zou je zelf doen als je Bartimeus was? Johannes 1:12. Iedereen die in Jezus gelooft mag kind van God worden. Johannes 15:9-17: Jezus noemt degenen waarvoor Hij gestorven is: ‘Mijn Vrienden’. Wij mogen ons vriend van Jezus noemen
11
12
Lucas 19:1-10. Zacheüs had blijkbaar geen groot gevoel van eigenwaarde. Wat voor beeld krijgen de jongeren van Zacheüs? Je kunt dit gedeelte eventueel ook uit een kinderbijbel lezen. Welke positieve en welke negatieve eigenschappen zien jongeren in Zacheüs? Inventariseer dit op een Flap of zo. Bijvoorbeeld door na het lezen van dit gedeelte op de grond een grote flap te leggen met de naam Zacheus er op en daaronder twee kolommen ‘positief’ en ‘negatief’. Laat jongeren die kolommen invullen. Of laat ze namen opschrijven van bekende personen aan wie Zacheus hen doet denken. Vraag vervolgens welke van deze positieve en negatieve eigenschappen zij ook bij zichzelf herkennen. Je kunt daarvoor ook onderstaand lijstjes gebruiken die je niet tegelijk moet geven trouwens. Eigenschappen van Zacheus: ‘ egoist ‘ dapper ‘ onbetrouwbaar ‘ grappig ‘ oneerlijk ‘ behulpzaam ‘ ongelukkig ‘ gezellig ‘ geheimzinnig
‘ ‘ ‘ ‘ ‘ ‘ ‘ ‘
doorzetter brutaal Afzetter verrader zielig slim zakelijk ........
2 eigenschappen van jezelf Zelfde lijstje. Praat met elkaar over hoe zij zichzelf zien. Welke positieve eigenschappen zag Jezus in Zacheus? ‘ behulpzaam ‘ enthousiast ‘ menslievend ‘ op zoek naar God ‘ bedoelt het goed ‘ op zoek naar liefde ‘ gastvrij ‘ ...... Welke van die eigenschappen zou Jezus bij jou kunnen herkennen?
13
Bijlage Enkele gebeden: Ik wil mezelf zijn Ik heb er genoeg van om met anderen te worden vergeleken. Ik heb er genoeg van even goed te moeten zijn als mensen die knapper of ouder of begaafder of gemotiveerder zijn. Het lijkt wel of ik altijd als tweede moet eindigen. Waarom moeten rnijn ouders en leraren mij met anderen vergelijken? Ik wil niet naar de maatstaf van een ander worden gemeten. Ik wil mezelf zijn. Maar soms zijn het niet alleen andere mensen die een vergelijking trekken. Soms betrap ik me daar zelf op. Ik kijk dan naar anderen en vergelijk mijn cijfers, mijn uiterlijk, mijn gaven, mijn prestaties, mijn persoonlijkheid... en alweer kom ik dan uit de bus als nummer twee. Maar ik heb er genoeg van me de mindere te voelen. Heer, help me mijzelf te aanvaarden als de unieke persoonlijkheid die U van rnij maakte. Help me in te zien dat ook ik goede eigenschappen heb. Laat me zien wat U door mij in de wereld wilt volbrengen. Help anderen mij te accepteren zoals ik ben. Wie ben ik? "Leer jezelf te zijn," zei iemand tegen me. Maar wélke "zelf' moet ik dan zijn? Ik weet niet eens wie ik ben. Soms voel ik me als een kameleon: ik wissel van kleur al naargelang mijn omgeving is. Als ik met het éne stel vrienden ben, handel ik zus. Als ik met een ander stel ben, reageer ik zo; helemaal verschillend. Ik probeer te zijn zoals ze het van mij verlangen. Er zijn dagen dat ik me als zes mensen -tegelijk voel. De éne minuut ben ik De Harde Werker, de volgende ben ik de Grote Held, dan weer de Stoere Minnaar,
14
vervolgens de Grote Komiek, daarna de Vrome Christen en ook nog de Ruwe ' Vechtersbaas. Wát is nou mijn werkelijke ik? Heer, U moet weten wie ik ben. U hebt me gemaakt en U kent al mijn gedachten. Help me mijzelf te zien zoals U me ziet. Dan zal ik beginnen te begrijpen wie ik wérkelijk ben. Kon ik maar meer mezelf zijn Kon ik maar meer mezelf zijn, had ik maar een plekje en wat tijd voor mezelf, een plekje dat van mij was waar niemand anders kon komen. Ik heb er zo genoeg van om geen plekje te hebben waar ik alleen kan zijn. Het betekent méér dan alleen mijn eigen kamer te hebben. Ik wou dat ik niet altijd hoefde te zeggen waar ik ben geweest en met wie ik uit was en wát ik gedaan heb. Waarom kunnen mijn ouders me niet gewoon vertrouwen? Help me om het ook van de kant van mijn ouders te zien en help hén te beseffen dat ik een beetje meer mezelf moet kunnen zijn.
15
16