Geloven maakt verschil
Dood is dood ? Over dood en opstanding
Thema’s voor jeugdgroepen
4
Deel 5 hoofdstuk 4 Dood is dood ... ? Over dood en opstanding
Achtergrondinformatie Ons leven is eindig. Mensen sterven, al gedenken wij dat niet voortdurend. Hoe ga je om met iemand die een dierbare heeft verloren? Hoe ga je er zelf mee om als i emand dood gaat van wie je houdt? Is er een leven na de dood? Vragen. Moeilijke vragen.
De jongeren en dood gaan Dit is een moeilijk thema Vraag je van tevoren af of er in je groep (recente) ervaringen rond sterven en rouw zijn, met de daarmee gepaard gaande emoties en gevoelens. Het is belangrijk, dat je daarover praat in het catechese-team. Je moet daar fijngevoelig mee omgaan in je groep. Jongeren kunnen er danig van onder de indruk zijn. Vooral het sterven van leeftijdgenoten grijpt ze aan. Het is bekend, dat er onder jongeren in de adolescentie-leeftijd nogal eens vormen van zelfdoding of pogingen daartoe voorkomen. Daarover gaat het niet in dit catechese-project, maar het kan zijn dat er in je groep jongeren zijn, die aangeven dat ze daarover willen praten. Wees daarop voorbereid
Marten Knevel 2001
1
Over de dood en sterven praten is niet in. Deze thema's worden naar de rand van het leven weggedrukt. Zowel volwassenen als jongeren hebben de neiging om vragen op dit terrein voor zich uit te schuiven. Het past ook niet zo goed bij de fase van 'levens-opbouw', waarin de meeste jongeren van deze leeftijd zich bevinden.
2
Ook methodisch-didactisch is het een moeilijk thema. Het gevaar is dat de spanningsboog te groot is. Let daarop door werkvormen te kiezen, die passen bij de situatie van je groep. Behandel dit thema niet als de groep net gestart is.
De Bijbel en dood De opstanding van Jezus is één van de meest centrale gebeurtenissen in het christelijk geloof. Alle vier de evangelisten schrijven er over. Het is een ongelofelijke en tegelijkertijd ongelooflijk belangrijke gebeurtenis. In dit verhaal kijken we naar de betekenis van de opstanding. WAT VERSTAAT DE BIJBEL ONDER DE OPSTANDING VAN JEZUS? In de christelijke traditie wordt altijd gesproken over de opstanding van Jezus. In de regel gebruikt de bijbel echter het Griekse woord egeirein. Dit betekent opwekken. Jezus is dus niet uit zichzelf opgestaan, maar door God opgewekt uit de dood. Als je het hebt over de opstanding van Jezus, moet je dus bedenken dat dit een actieve daad van God is geweest. Hij heeft Zijn Zoon uit de dood opgewekt. Op die manier heeft God duidelijk gemaakt, dat deze Jezus van Nazareth werkelijk Zijn Zoon is. Door de opstanding uit de dood, heeft Jezus de naam Christus gekregen. Dat betekent Gezalfde, degene die door God uitgekozen is. Uit de opstanding van Jezus Christus blijkt dat God de macht heeft om de dood teniet te doen. Niet de dood heeft de macht om het leven te beëindigen, zoals we uit ervaring denken en meemaken. Maar God kan het leven van een mens weer tot leven brengen. HET GEVOLG VAN DE OPWEKKING VOOR ONZE KIJK OP DE DOOD Jezus wekt zelf ook mensen op uit de dood: de jongeling uit Naïn, het dochtertje van Jaïrus en Lazarus. Doordat Jezus de Zoon van God is, heeft Hij zelf ook macht om mensen terug te laten keren in het leven. Deze verhalen willen duidelijk maken dat de dood niet de macht heeft over het leven van mensen. Alleen God kan door Jezus' handelen mensen opwekken uit de dood tot het leven. Doordat Jezus is opgewekt uit de dood en zelf mensen kan opwekken uit de dood, is ons leven niet meer definitief voorbij na de dood, maar is ons leven voorlopig voorbij. Voor mensen die geloven dat God ook hen kan opwekken uit de dood, is de wetmatigheid van leven en dood ten einde. Doordat Jezus is opgewekt uit de dood, mogen wij leven vanuit de belofte dat God ook ons zal opwekken tot een leven in zijn heerlijkheid. Jezus, de eenling, is eigenlijk de eersteling. Doordat God Hem heeft opgewekt uit de dood, weten wij dat als we in Hem geloven, we ook door God opgewekt zullen worden tot een nieuw leven. Want ondanks de zonden van mensen blijft God vasthouden aan de
3
mogelijkheid tot een nieuw leven. nabijheid.
Een leven in zijn heerlijkheid en in zijn
HET GEVOLG VAN DE OPWEKKING VOOR DE VERKONDIGING VAN HET EVANGELIE In het begin kunnen de leerlingen niet geloven dat Jezus echt is opgewekt. Als zij er niet van overtuigd waren geweest dat het werkelijk Jezus zelf was die aan hen verscheen, dan hadden ze ook hun leven niet op het spel gezet met de verkondiging van die boodschap. Maar daar was nog meer voor nodig. HET VERSCHIL TUSSEN GELOVEN IN REÏNCARNATIE EN GELOVEN IN DE OPWEKKING UIT DE DOOD Zowel het geloof in reïncarnatie als dat in opwekking, gaat ervan uit dat het doel van het mens-zijn niet in dit leven op aarde gerealiseerd kan worden. Beide zeggen dat het echte, betere leven nog zal komen. Het belangrijkste verschil ligt in de opvatting over hoe je bij dat betere leven komt. Reïncarnatie gaat uit van de gedachte, dat mensen zelf ervoor moeten zorgen dat ze los komen uit dit leven. Door je in je leven te richten op het hogere in jezelf en om je heen, kom je los van je eigen lichaam en je gebondenheid aan de dingen. Omdat dit niet makkelijk is, doen mensen er vaak vele levens over om dit te bereiken. je ziel keert steeds weer terug in een ander lichaam, in een andere tijd, om opnieuw te proberen los te komen van het leven. Volgens de reïncarnatieleer is het leven van een mens een soort cyclus waar je uit moet komen. Als dat niet lukt, kom je steeds weer terug op aarde. Het leven van een mens is het gevolg van zijn leven(s) daarvoor. De bijbel spreekt van een zogenaamd lineair tijdsbegrip: het leven van een mens begint op een bepaald punt en eindigt op een ander punt in de tijd. Het leven van een mens is enig en uniek. leder mens leeft zijn leven één keer. De geboorte is het begin van het leven en de dood is het einde. De dood lijkt het definitieve einde van het leven te zijn. Maar doordat jezus uit de dood is opgewekt, mogen mensen geloven dat God ook hen zal opwekken tot een leven in zijn heerlijkheid. in dit leven moeten we zo leven zoals God van ons verlangt. Maar we zijn niet in staat om onze eigen verlossing te bewerken. Als we geloven in Jezus Christus die voor onze zonden gestorven is, zal Hij ons na de dood opwekken tot het echte leven in Zijn heerlijkheid. Dan zullen we het leven leven zoals Hij dat voor de mensen bedoeld heeft. Uit: God gezocht, deel 2
4
Dood is dood Natuurlijk is dood dood. Het is het einde. Er is geen terugweg naar het leven. Maar is het ook het einde van jou zelf Of ligt er toch nog iets achter? Het is een fascinerende vraag, waar echter ook een andere kant aan zit. De enige manier om zeker te zijn van wat er achter het graf ligt, is dat iemand terug zou komen uit de dood om het ons te vertellen. En dat is per definitie onmogelijk. Dood is dood. Maar dit leidt ons tot het hart van het Christendom. Als enige godsdienst ter wereld durft het christelijk geloof te beweren dat we wél kunnen weten wat er na de dood gebeurt om de eenvoudige en afdoende reden dat Jezus Christus, die stierf aan het kruis, opstond uit het graf. Wij geloven dat Jezus van Nazareth terugkwam uit het graf om ons te tonen dat hij de laatste vijand overwonnen had en ons in de gelegenheid te stellen hem te volgen. Natuurlijk weten we dat de doden gewoonlijk niet uit het graf opstaan. We weten dat er geen wetenschaplijk vastgestelde categorie mensen bestaat die teruggekomen zijn uit de dood tot het leven. We zijn niet naïef. We weten dat onze bewering elke verbeelding overtreft, maar tóch geloven we het, en wel op grond van vele bewijsstukken. 1. Hij was dood Helemaal dood. De Romeinse executies waren afdoende. Het was zelfs zo dat de officier van dienst zelf met de dood moest boeten als zijn werk niet goed gedaan was. In Jezus' geval zagen de soldaten duidelijk dat Hij dood was en daarom namen ze niet eens de moeite Zijn benen te breken (een barbaarse manier om er zeker van te zijn dat de gekruisigden zich niet langer met hun benen op konden drukken om adem te happen). Maar om helemaal zeker te zijn, staken ze een speer in Zijn zij. En een ooggetuige beschreef dat er water en bloed uitkwam (Johannes 19:34). Dit is een belangrijk detail, want de schrijver had zeker geen idee van de medische waarde ervan. Nu kan elke arts je vertellen dat de scheiding van bloed in klonters en serum een zekere indicatie van de dood is. Dit is wat Johannes ons verhaalt, zelfs al kon hij er zich
dood Hem niet kon houden. En dat was, zoals Petrus op de eerste Pinksterdag zei, een opvallende vervulling van een profetie die duizend jaar eerder uitgesproken was. David zegt: "Gij zult mijn ziel niet aan het dodenrijk overlaten, noch uw heilige ontbinding doen zien. Gij hebt mij het leven doen kennen". "Mannen broeders, men mag vrijuit tot u zeggen van de aartsvader David, dat hij én gestorven én begraven is, en zijn graf is bij ons tot op deze dag ... Daar hij nu een profeet was, heeft hij in de toekomst gezien en gesproken van de opstanding van de Christus, dat Hij niet aan het dodenrijk is overgelaten, noch zijn vlees ontbinding heeft gezien. Deze Jezus heeft God opgewekt waarvan wij allen getuigen zijn" (Handelingen 2:25-32). 3. De geboorte van de kerk Alle christenen uit die tijd waren trouwe Joden. Ze gingen allemaal naar de synagoge. Ze lazen en geloofden de Joodse geschriften. Hun zeden waren gebaseerd op het Oude Testament. Er was maar één zaak die deze nieuwe godsdienst (want dat zou het worden) er uit zou doen barsten. Dat was de overtuiging dat Jezus de langverwachte Verlosser van God was, die in de geschriften van het Oude Testament voorspeld was, en waar al de ceremoniële offers van de Joden naar toe wezen. Hij moest "De Komende" zijn; Zijn opstanding uit de dood was het bewijs ervan (Romeinen 1:4). Niemand anders had dat gedaan. Jezus was uniek. Het is dus geen wonder dat ze hem de titel "Heer" gaven, deze naam doelde in het Oude Testament uitsluitend op de Almachtige God. Deze kerk, die zo'n onwaarschijnlijke zaak voorstond, kreeg binnen de tijd van driehonderd jaar, vaste voet in het hele Romeinse rijk. Dit verbazingwekkende verhaal van vreedzame revolutie, heeft zijn weerga niet gevonden in de wereldgeschiedenis. En alles draaide hierom, dat de Christenen tot de ongelovigen konden zeggen: "Niet alleen is Jezus voor je zonden gestorven, maar Hij leeft. Je kunt Hem ontmoeten, en zelf ervaren waar we over spreken". En de mensen hebben het zelf ervaren. En de kerk, die geboren werd uit het Paasgraf, breidde zich uit.
2. Het graf was leeg Helemaal leeg, op die eerste paasmorgen. En niemand is ooit met een waterdichte verklaring op de proppen gekomen, behalve dan het gezamenlijke getuigenis van alle schrijvers van het Nieuwe Testament, dat het graf leeg was omdat Jezus was opgestaan uit de dood. Hij was dus dood. Maar toch was het graf leeg, omdat de
5
De Doop, het Avondmaal en de Zondag verwijzen allemaal naar de opstanding van Jezus uit het graf. Deze opstanding was de lanceertoren van de raket van het Christendom, die in de oude wereld gelanceerd werd.
6
4. De Heer verscheen Niet mis te verstaan. Aan een heleboel mensen. Paulus geeft een lijst van een aantal van hen in 1Corinthiërs 15, een brief die hij ongeveer twintig jaar na de gebeurtenissen schreef, toen vele ooggetuigen nog in leven waren. Vreemd genoeg noemt hij de verschijning van Jezus aan Maria van Magdala niet, hoewel al de Evangeliën het er over eens zijn dat zij de eerste getuige van de opstanding was. Misschien is dit omdat een vrouw, zowel voor de Joodse als voor de heidense wetten niet beschouwd werd als een wettige getuige. Als de Christenen dit verhaal verzonnen hadden, zouden ze niet zo dom geweest zijn om de ontdekking van het lege graf en de eerste ontmoeting met de opgestane Heer, toe te schrijven aan een vrouw, wier getuigenis toch geen rechtskracht bezat. Dit feit alleen al spreekt boekdelen aangaande de echtheid van de opstanding. Hoewel Hij later aan vele mannen zou verschijnen, koos Jezus een verachte vrouw uit om als eerste getuige op te treden. Dit was nu weer typisch iets voor Hem. Laten we even kijken naar de lijst van getuigen die Paulus in 1Corinthiërs 15 geeft'. Hij zegt tot de mensen van Corinthe: "Ik maak u bekend broeders, hetgeen ik zelf ontvangen heb". Hij gebruikt hierbij de officiële woorden "bekend maken" en "ontvangen", zoals die bij officiële aankondigingen gebruikt werden. Wat maakte Hij bekend? "Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt naar de Schriften, en Hij is verschenen . . .". Aan wie? De eerste die genoemd wordt is Petrus, de Petrus die hem verloochend had. Daarna aan de "twaalven". waarschijnlijk met uitzondering van Judas (dood) en Thomas (afwezig). Daarna verscheen Hij aan meer dan vijfhonderd Christenen tegelijk waarschijnlijk in Galiléa, waar zijn meeste volgelingen woonden. Paulus voegt hieraan toe: "Van wie het merendeel thans nog in leven is", alsof hij wil zeggen: "Je kunt het zelf nagaan". Daarna verscheen Jezus aan Jacobus, Zijn broer. Hij verscheen aan "al de apostelen", met inbegrip van Thomas. Hij verscheen ook aan Paulus. Tel al deze mensen eens bij elkaar op: Vrouwen, vissers, een sceptische broer, een fanatieke tegenstander uit de Farizeeërs, vijfhonderd gewone mensen.
mensen die we zojuist bekeken hebben. Petrus werd veranderd van een lafaard, die zijn Meester verloochende en alleen liet toen het er op aan kwam, tot een man uit één stuk, die niet te intimideren was door bedreiging, gevangenschap of zelfs de doodstraf. Denk eens aan de twaalven, die veranderd werden door de opstanding van verslagen mensen tot voorvechters. Dit is één van de grootste "come-backs" uit de hele menselijke geschiedenis. De vijfhonderd werden veranderd van een stelletje gespuis tot een gemeente. Al de apostelen, Thomas inbegrepen, kwamen van ongeloof tot een vurig geloof. Jacobus, de broer van Jezus, werd plotseling een gelovige en wat meer is, hij werd de leider van de gemeente van Jeruzalem. Hoe kwam dat? Omdat Hij "verscheen aan Jacobus". Het meest verwonderlijke is de radicale omkeer van Saulus van Tarsus, de geweldige vervolger van de Christenen, die de grootste volgeling werd die Jezus ooit gehad heeft. Waarom'? "Als laatste is hij aan mij verschenen".
en worden nog steeds veranderd Dit werk van de opgestane Jezus, dat levens verandert, gaat, vandaag nog verder, en dat is een krachtig getuigenis van de waarheid dat Jezus inderdaad leeft. Ik ben nu lang genoeg Christen om zeker te weten dat ik mezelf niet voor de gek houd. Ik heb Christus verandering teweeg zien brengen in mensen die in grote nood verkeerden, zoals verslaafde gokkers, alcoholisten, gevangenen, aan drugs verslaafden en prostituées. En ik heb evenzeer gezien hoe Hij heel gewone mensen totaal veranderde. Ik denk aan een veelbelovend atleet, die ook op politiek vlak een carrière voor zich had liggen. Hij was enorm ambitieus. Maar nu is hij tot de ontdekking gekomen dat zijn atletische bekwaamheid een talent is dat hij voor God mag gebruiken, en dat zijn politieke ambities ook tot eer van God moeten zijn, en niet slechts ter bevrediging van zijn eigen ik. De vrede en ontspanning die over hem gekomen zijn nadat hij Christus de heerschappij over zijn leven in handen heeft gegeven, is opmerkelijk. Ook zijn vrienden beginnen er over te praten. De gevolgen
Dit is altijd één van de sterkste bewijzen geweest voor de echtheid van de opstanding. Al degenen die beweerden met de opgestane Christus in contact te zijn gekomen, zijn daardoor dan ook helemaal veranderd. Denk eens aan de lijst van
Hier heb je dus vijf bewijzen. Ze wijzen allemaal naar één conclusie, namelijk dat Jezus van Nazareth niet alleen gestorven is maar ook is opgestaan tot een nieuw leven, een leven zonder einde, dat Hem in staat stelt om vandaag mensen te ontmoeten en te veranderen, ook jou, juist zoals Hij dat deed in de eerste eeuw. We kunnen erop vertrouwen dat Jezus de weg door de dood heeft open gelegd, net zoals de eerste astronauten de weg naar de maan hebben opgelegd. En net zoals zij terugkwamen met de kennis van wat er aan de achterkant van de maan is, zo heeft
7
8
5. Hun levens werden veranderd ...
hij ons laten weten wat er aan de andere kant van de dood ligt. De dood is niet het einde. Het is, of kan betekenen, de poort tot een ander soort leven, het "vlinderleven" in plaats van het "rupsleven". Als dat het geval is, dan zou het verstandig zijn goed te luisteren naar hetgeen deze pionier te vertellen heeft over de verborgen zijde van de dood. Hij weet het immers! Hij is er geweest! Hij spreekt er met duidelijke woorden over. "Uw hart worde niet ontroerd", zegt Hij tot Zijn discipelen, die verdrietig zijn bij het vooruitzicht van Zijn sterven."Gij gelooft in God, geloof ook in mij. In het huis mijns Vaders zijn vele woningen, anders zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om u plaats te bereiden (Johannes 14:1 en volgende). Dit zijn woorden die we kunnen vertrouwen. Zij zijn afkomstig van Iemand die de afbakening van de dood heeft doorbroken, die volledig bevoegd is om andere kolonisten met zich mee te nemen naar dat onbekende land. Uit: Michael Green: toe nou, dat meen je niet
9
Suggesties voor doelstellingen Jongeren ontdekken dat geloof in leven na de dood meer is dan een verzinsel Jongeren praten over ervaringen met dood en wat hen dat doet. Jongeren denken na over leven na de dood Jongeren vragen zich af of de boodschap van de Bijbel, dat er leven na de dood is, waar kan zijn. Jongeren beginnen te geloven in opstanding en eeuwig leven. Jongeren delen angst en geloof met elkaar rondom leven en dood. Jongeren ontdekken de betrouwbaarheid van het opstandingsverhaal.
Suggesties voor de opzet van de avond Ideeën voor inleiding of illustratie 1.
Knip uit een aantal verschillende kranten (Bijv. Trouw, Reformatorisch Dagblad en Volkskrant) de rouwadvertenties. Wat valt je zoal op bij deze advertenties? Wat hebben ze gemeen en wat niet? Welke spreken jou aan?
2.
Heb je weleens een begrafenis of een stervensproces van dichtbij meegemaakt? Durf jij je gevoelens hierover onder woorden te brengen? Welke symbolen (Bloemen, kaartjes, rouwrandjes, zwarte kleding) spreken jou aan? Ken je rituelen uit andere culturen? [Bekijk eventueel ter inleiding een stukje van een videoband met begrafenisrituelen [bij Marten verkrijgbaar]
3.
Bediscussieer de volgende stelling over rouwverwerking: 'Na een half jaar moet je er toch wel overheen zijn!'
4.
Lees met elkaar het artikel REQUIEM [zie bijlage] a. Er staat dat een hiernamaals veel reëler wordt als de dood zeer dichtbij komt. Voor de hoofdpersoon is dat niet zo. Kun jij verwoorden hoe hij over de dood en een mogelijk leven erna denkt? En hoe je daar zelf over denkt? b. De hoofdpersoon vertrouwt erop dat het licht van de maan en de sterren aanblijft, omdat de Schepper daar verantwoordelijk voor is. Eén van de Hebreeuwse woorden voor 'God' betekent letterlijk: 'Jij die mij nabij bent'. Heb jij Gods steun eens ervaren in je leven? Denk jij
10
weleens na over de dood? Ben je dan bang? Lees samen 1 Corinthe 15:50-58. Is er een tekst die jou aanspreekt? Kan het geloof in een hiernamaals ook een uitvlucht zijn? 5.
' Op een grafsteen staat vaak een kruisteken. Wat betekent het kruis voor jou? Twee kringleden gaan hierover met elkaar in gesprek: de één stelt de vraag, de ander probeert het uit te leggen. Probeer net zolang door te vragen tot het helemaal duidelijk is, ook voor iemand die niet christelijk is opgevoed. De andere kringleden mogen helpen als je er niet goed uitkomt.
6.
Steeds meer mensen praten over reïncarnatie. Geef eerst voor jezelf aan wat je van de volgende stellingen vindt: 1 =volkomen mee eens. 2=in grote lijnen mee eens, 3=geen mening 4=niet zo mee eens 5=helemaal niet mee eens: a. de mensen leven en sterven maar één keer en dan worden ze door God geoordeeld." b. reïncarnatie is hetzelfde als hoe de bijbel over leven na de dood spreekt. c. de bijbel zegt niets over reïncarnatie en daarom bestaat het niet. Bediscussieer je stellingname met elkaar.
7.
Iedereen schrijft voor zichzelf op wat voor associaties en vragen hij/zij heeft bij 'opstanding'. Na een paar minuten vertel je elkaar wat je opgeschreven hebt.
8.
iedereen maakt van plaatjes en teksten uit tijdschriften en kranten een collage over 'opstanding'. Vertel elkaar waarom je voor een bepaalde opzet, sfeer, plaatjes en dergelijke gekozen hebt.
9.
Lees met elkaar het volgende citaat uit 'Een glimp van de overkant'van Henri Nouwen (uitgeverij Lannoo, Tiel): 'De talloze liturgische teksten die spreken van ons hevig verlangen om bij God in de eeuwige vreugde en vrede te leven, vertalen klaarblijkelijk niet ons werkelijke verlangen. Het leven op deze aarde, pijnlijk en ongelukkig als het kan zijn, lijkt voor mijn vrienden de voorkeur te verdienen boven de vervulling van Gods belofté over de grenzen van onze dood heen. Ik zeg dit niet cynisch. Ik weet al te goed dat ik niet anders ben dan mijn vrienden. Maar omdat ik een glimp van de overkant van het leven heb opgevangen, vraag ik me nu afofons hevig verlangen dit leven vast te houden, niet suggereert dat wij het contact hebben verloren met één van de meest
11
wezenlijke aspecten van onze geloofsbelijdenis: het geloof in het eeuwige leven.' Bespreek daarna met elkaar de volgende vragen: a. Hoe vast zit jij aan dit leven? b. Verlang jij naar een eeuwig leven? c. Wat voor plaats heeft de opstanding uit de dood in jouw geloofs)leven? 10.
Geef aan alle catechisanten een los blaadje, waarop zij zonder hun naam te vermelden kunnen opschrijven wat hun reactie is op de volgende vragen: a. Ben jij wel eens met de dood in aanraking gekomen? b. Zo ja, wanneer en op welke wijze? c. Kun je ook beschrijven hoe je je toen voelde? d. Denk je wel eens na over de dood? ob Praat je er wel eens met iemand over? Als alle blaadjes zijn ingeleverd, lees je de antwoorden voor. Dat gebeurt dus anoniem, daardoor is het minder bedreigend en komt de nadruk te liggen op de mening van de groep. Het kan belangrijk zijn om steeds na ieder antwoord de groep de gelegenheid te geven een informatieve vraag te stellen. Het is natuurlijk ook niet nodig alle briefjes voor te lezen. Je kunt de reacties ook ordenen op een flap of bord.
11.
Vraag aan de catechisanten of ze willen antwoorden op de volgende vragen: a. Als je iets bent kwijtgeraakt of je denkt dat je iets hebt verloren, hoe voel je je dan? b. Als je iemand bent kwijtgeraakt. hoe voel je je dan? c. In een kringgesprek vraag je naar de reacties en je probeert duidelijk te krijgen, welke verschillen en overeenkomsten deze twee situaties oproepen.
12.
Muziek - 'Sailing'van Rod Steward, van de CD Atlantic Crossing - 'Theme from Mahogany (do you know where you're going to)' van Diana Ross, van de CD Mahogany - 'Magician' van Lou Reed, van de CD Magic & Loss - Leven na de dood, van Freek de Jonge. Luister naar de muziek en lees de tekst mee [Teksten in bijlage]
12
Gespreksideeën (vragen)
Te gebruiken bijbelgedeelten
1.
1.
De bijbel belooft ons een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (Openbaringen 21: 1-8). Inventariseer en bespreek welk beeld de kringleden hebben van het eeuwige leven. (Dit kan op een groot vel papier, waarbij je de mogelijkheid moet scheppen dat zij direct door middel van pijlen en/of opmerkingen op elkaar kunnen reageren.)
2.
Een goede manier om heel persoonlijk te ervaren wat de opstanding voor jou betekent en hoe jij tegenover de opstanding staat is de volgende: Lees met elkaar Johannes 20:19-23. Daarna leest iedereen het gedeelte voor zichzelf nog eens goed door. Het is nu de bedoeling datje deze gebeurtenis samen na gaat spelen. Schriff op welke rollen er in dit stuk voorkomen en verdeel ze onder elkaar. Iedereen probeert zich in te leven in de persoon die hij/zij gaat spelen. Vraag je af hoe jouw persoon zich gevoeld zal hebben bij Jczus' verschijning en zijn woorden. Bij de persoon die de rol van Jezus heeft, zijn vragen als 'hoe heeft hij de reacties van de discipelen ervaren' belangrijk. En: wat zal het voor jezus geweest zijn om na zo'n groot lijden weer bij zijn vrienden te komen?
2. 3. 4. 5.
Ken je mensen die een familielid verloren hebben? Vind ie het moeilijk om met hen te praten? Heb je hen iets te bieden? Kun je als christen geloven in reïncarnatie? Onderbouw je antwoord. 'Zonder opstanding is er geen christendom...' Ben je het daarmee eens? Waarom wel of niet? Geloofje dat ook jouw leven na de dood slechts voorlopig voorbij is? Helpt dat je om minder bang te zijn voor de dood?
Neem hier zo'n 10 minuten de tijd voor. In het bijbelgedeelte staan de discipelen en hun reactie op hetgeen gebeurt niet afzonderlijk genoemd. Uit andere bijbelgedeelten kun je halen wie de discipelen waren en van een aantal zijn ook wel karaktereigenschappen bekend. (Denk bijvoorbeeld aan Petrus die vaak 'het haantje de voorste' was en die Jezus een aantal dagen daarvoor verloochend heeft). Bij anderen zul je zelf meer in moeten vullen. Als de groep groot is, kun je met meer mensen een rol voorbereiden. Eén groepslid speelt vervolgens de rol. De nabespreking is bij deze verwerkingsvorm erg belangrijk. Praat er daarbij over hoe de mensen in hun rol reageerden op de opstanding, op Jezus' verschijning. Was dit voor de andere groepsleden ook herkenbaar? Hoe voelden mensen zich in deze rol? Herkenden ze zichzelf erin of juist niet?
13
14
3.
Lees het bijbelgedeelte overjezus opstanding en verschijning(en) voor uit Groot Nieuws of het Boek. Hierna schrijft iedereen gedurende een paar minuten vijf kernwoorden op. Daarna wordt de groep verdeeld in groepjes van vijf. Ieder groepje heeft nu 25 woorden. In overleg worden hier weer vijf woorden uit geselecteerd. Ieder groepje maakt vervolgens een lied, tekening, schilderij of hedendaags verhaal op basis van deze vijf woorden. Tot slot laat ieder groepje zijn resultaat zien of horen aan de hele groep.
4.
Kopieer Romeinen 5 en 6 voor de hele groep. Iedereen geeft met een ? aan wat hij niet begrijpt en met een ! wat hij mooi vindt. Bespreek de tekst dan met elkaar met behulp van bovenstaande uitleg. Wat betekent het voor jou datje met Christus bent gestorven en opgestaan? Ervaarje dit als een werkelijkheid in je eigen leven?
5.
Geef iedereen een papier met daarop de tekst van 1Corinthe 15:1-6 of 1Corinthe 15:12-23. Lees die tekst met elkaar. Laat ieder vervolgens in de tekst het volgende aangeven: a. Een ? Voor wat je niet begrijpt b. Een 8 voor wat in de tekst gezegd wordt over God c. Een 9 voor wat er in de tekst gezegd wordt over ons d. Een ! Voor wat je opvalt. Bespreek vervolgens ieders kanttekeningen bij de tekst.
6.
Laat een fragment uit een van de Jezusfilms over de opstanding zien ter illustratie van het bijbelgedeelte of als afsluiting. [Verkrijgbaar bij Marten]
7.
Handelingen 9. Saulus [later Paulus] ontmoet de opgestane Heer Jezus Christus Het verandert zijn leven volledig.
8.
Johannes 20:24-29. Thomas die niet kan geloven dat Jezus leeft ontmoet Jezus en gelooft. [Eventueel met videofragment.]
Bijlage Frequently Asked Questions
Is er leven na de dood ? Ook over dit onderwerp is de Bijbel heel erg duidelijk. Ja, er is eeuwig leven na de dood, maar niet in de vorm van een volgende kans als wezen op aarde (reïïncarnatie). Eens zal er een dag komen waarop God rechtvaardig over de wereld zal oordelen. Wie tijdens zijn leven aanvaard heeft dat Jezus Christus voor hem of haar gestorven is, zal het het eeuwige leven ontvangen en de daarbij horende eeuwige vreugde. Want Christus heeft de prijs betaald voor de schuld die wij allemaal tegenover God en medemens hebben. Wie dat offer van Christus niet heeft aanvaard, heeft er voor gekozen om zonder God te leven. Zo iemand zal eeuwige pijn en ellende te verduren krijgen, omdat hij of zij de waarheid niet bijtijds heeft aanvaard. De Bijbel leert ons beslist geen tussenweg en evenmin een tweede kans, maar wel een gelijke kans voor iedereen om het eeuwige leven als een geschenk te ontvangen door Jezus Christus als verlosser te aanvaarden. Van internet
REQUIEM Mijn bed van steen is dik met duingras begroeid. Pas nu ik erop lig, zie ik dat het een deel van de buitenmuur van het huis moet zijn geweest. In een hoek die ik de voorraadkamer noem, heb ik mijn spullen neergezet. Het moet alleen niet gaan regenen want van een dak is niets meer te bekennen. Hier woon ik vannacht, aan de kust van Coney Island. Dat zouden de oorspronkelijke bewoners vast wel goedgevonden hebben. De wind is koel, maar wanneer ik niet te veel uit mijn slaapzak steek, heb ik het niet koud. De maan geeft enige verlichting, de sterren wat minder. Zij zijn mijn enige gezelschap. Ik hoop dat ze niet stuk, zullen gaan. Ik schrik op door een vogel in de nacht die naargeestig krijst. In gedachten ben ik u)eer terug in het ziekenhuis, zes en een halve maand geleden: Mijn moeder gaat dood. Ze ademt regelmatig, maar vreselijk zwaar. Samen wachten we op het einde en ik probeer haar pijn en eenzaamheid een beetje te bestrijden. Maar ik besef dat de definitieve eenzaamheid onontkoombaar is. Doodgaan doe je alleen, hoeveel mensen er ook om je heen staan. Om vier uur 's nachts word ik afgelost door mijn broer. Dan ga ik naar huis. Slapen.
15
16
'S middags is er familie bij ons thuis. Dat zorgt voorgezelligheid. Soms hebben we het over de reden dat ne bij elkaar zijn. Dan praten we over haar die stervende is en kijken terug naar de afgelopen tijd en vooruit naar de tijd die komen gaat, een tijd die anders zal zijn omdat er iemand zal ontbreken. Maar meestal praten we over van alles en nog wat. We hebben nog nooit zoveel met elkaar gelachen als toen. Dat zal voor andere mensen nel raar klinken, denk ik nu. Tegenwoordig schijn je heel diep en heel open het leed met elkaar te moeten delen. Volgens mij is dat maar onzin. Als je maar af en toe met elkaar bent, veel alleen met de stervende kunt zijn, en een lange wandeling kunt maken met een goede vriend, dan is het goed. Het schijnt ook dat, als de dood zo dichtbij komt, een hiernamaals veel reëler wordt. Voor mi niet. Ik hoor haar woorden nog elke dag en zie haar overal lopen. Ik neem me telkens voor haar te vertellen van, de dingen die ik uitspook tijdens mijn vakantie hier op Coney Island, waar ik als een zwerver leef. Maar ze is dood. En doodgaan we allemaal ik vertrouw er wél op dat het licht aanblijft, omdat de Schepper en Controleur daar verantwoordelijk voor is. Als ik morgenochtend wakker word, zal de zon er weer zijn. Die is er geweest zolang er mensen zijn en natuurlijk: ze schijnt ze voor iedereen. Maar toch ben ik ervan overtuigd dat ze ook speciaal voor mij zal opkomen, omdat ik anders helemaal alleen, volledig in het donker en in de kou zou zijn. - Kees de Groot Uit: Start magazine 3
Leven na de dood
Eet gerust wat Engels rundvlees bij je groente of op brood Er is leven, er is leven na de dood Als je weg wilt uit Tirana, pak eens voor de gein de boot Er is leven, er is leven na de dood
- Freek de Jonge Ko van Gend Of je Christen, Zen Boeddhist bent, Islamiet of Jood Er is leven, er is leven na de dood Rij dus rustig door oranje en geef extra gas bij rood Er is leven, er is leven na de dood
refr. Volgens m'n vader in de hemel is het alle dagen feest En m'n vader kan het weten, want die is er geweest
refr.: Na de dood, (na de dood), na de dood, (na de dood) Er is leven, er is leven na de dood
17
Wat kon Seedorf nou gebeuren toen hij van elf meter schoot Er is leven, er is leven na de dood Steek je snikkel zonder rubber in een hetero of een poot Er is leven, er is leven na de dood
Heb je je doodsangst overwonnen Wordt het alle dagen feest Dus vandaag maar vast begonnen Voor je 't weet, ben je er geweest
refr.
Er is leven, er is leven na de dood (2x) (Tekst en muziek: Bob Dylan/ Freek de Jonge)
refr.(2x)
SAILING (Gavin Sutherland, 1972) I am sailing, I am sailing, home again 'cross the sea. I am sailing, stormy waters, to be near you, to be free.
Can you hear me, can you hear me, thro' the dark night far away. I am dying, forever trying, to be with you, who can say.
I am flying, I am flying, like a bird 'cross the sky. I am flying, passing high clouds, to be with you, to be free.
We are sailing, we are sailing, home again 'cross the sea. We are sailing stormy waters, to be near you, to be free.
Can you hear me, can you hear me thro' the dark night, far away, I am dying, forever trying, to be with you, who can say.
Oh Lord, to be near you, to be free. Oh Lord, to be near you, to be free, Oh Lord.
Theme From Mahogany
Do you know where you're going to? Do you like the things that life is showing you Where are you going to?
(Do You Know Where You're Going To?) (M. Masser/G. Goffin)
18
Do you know...?
Do you get What you're hoping for When you look behind you There's no open door What are you hoping for? Do you know...? Once we were standing still in time Chasing the fantasies That filled our minds You knew how I loved you But my spirit was free Laughin' at the questions That you once asked of me Do you know where you're going to? Do you like the things that life is showing you Where are you going to? Do you know... Now looking back at all we've planned We let so many dreams Just slip through our hands Why must we wait so long Before we'll see How sad the answers To those questions can be Do you know where you're going to? Do you like the things that life is showing you Where are you going to? Do you know...?
Do you get What you're hoping for When you look behind you There's no open door What are you hoping for? Do you know...?
19
20