TEKSTEN
"VOOR EN NA DE DOOD"
Persoon 1 Geschreven door Dirk Vermiert Persoon 2 Geschreven door Kirsten Roosendaal
Opgevoerd 18 en 19 maart 2016 Crematorium Wilrijk PONTES Cultuur Evenement
ACT [1]
SCÈNE [1] ... INKOM ... OP DE ACHTERGROND SPEELT MUZIEK: SCHEMERING (B.DE GROOT) MUZIEK EN TEKST ZIJN AANWEZIG ZONDER OPDRINGERIG TE ZIJN. HET PUBLIEK KOMT BINNEN EN VOEGT ZICH BIJ EEN CENTRAAL ZITTENDE PERSOON 1. PERSOON 1 KIJKT NAAR DE ANDERE PERSOON 2. ZITTEND OP EEN SOKKEL. WACHTEND. PERSOON 1 WACHT TOT DE GENODIGDEN ZICH OM HEM HEBBEN VERZAMELD. ZIJ KIJKEN NU OOK MEE MET PERSOON 1 NAAR PERSOON 2. MUZIEK FADE OUT.
ACT [1]
SCÈNE [2] PERSOON 1 SPREEKT.
PERSOON 1:
Gelukkig leven, gelukkig sterven. Een mens die sterft is als een museum dat brandt. Of een concertzaal. Of een schouwtoneel. Volgens Bredero. En elk speelt daarin zijn deel. We zijn allemaal spelers. Protagonist. Antagonist. Altijd in een hoofdrol. Alle rollen hebben drie dingen gemeen: elke rol heeft een begin, een midden en een einde. Net zoals het leven. GAAT WEG UIT HET PUBLIEK. Het einde is voor iedereen hetzelfde. De dood staat in elk lijstje, enquête of pop poll altijd op N°1, weliswaar op de voet gevolgd door The Beatles. Er is geen ontkomen aan, aan de dood. Soms is de dood natuurlijk, een zegen die een einde maakt aan lijden. Maar al te vaak komt de dood echter als een moordenaar, zinloos -1-
dood echter als een moordenaar, zinloos gewelddadig en zonder mededogen.Vroeg of laat wordt ieder van ons teruggebracht tot louter geest en laten we ons lichaam achter als een lege handschoen. De dood komt nooit op tijd en is altijd het minst leuke aspect van het leven. Dan wordt het tijd om het op te leuken. Met een traan en een lach. Met een doos vol verleden.
PERSOON 1 GAAT NAAR PERSOON 2 EN GEEFT EEN DOOS, EEN URNE, .... ACT [1]
SCÈNE [3] PERSOON 2 NEEMT KLEINE VELLEN PAPIER UIT DE DOOS, ALSOF HET FOTO'S ZIJN EN GOOIT ZE OP DE GROND NA LEZING. PERSOON 2 SPREEKT 1. De verwarming tikt Ik heb mijn favoriete vest aan En mijn Tsjechische sloffen Ik heb de doos met foto's van zolder gehaald Hij staat nu voor mij Bij elke verhuizing ging hij mee Steeds heb ik hem dicht gelaten Gedacht dat ik het allemaal nog wel wist Maar vandaag moet ik toegeven dat de vergetelheid is opgerukt Maak nooit iets open dat je niet meer dicht kan doen Was de wijze raad van een vriend van mij Ik doe de doos even open en weer dicht -2-
Even open en weer dicht
2. Ik doe de doos weer open Een foto van hem en zijn lief Ze dragen corsages Het is een maandag En het is hun trouwdag Zijn lief staat met een bruidsboeket aan het bed De bloemen zijn roze met wit Ze lachen naar elkaar Dan tekenen ze de trouwakte En worden de ringen overhandigd door hun beste vriend Ze kijken naar de ringen aan elkaars handen Ze kussen ze elkaar Nu is alles rond zegt hij Hij stierf de woensdag na de trouwdag Ik doe de doos weer dicht.
3. Ik doe de doos weer open Een vermagerd gezicht en een weemoedige blik Hij draagt zijn Borsalino hoed Hij zit met zijn ene been opgetrokken Zijn ene arm rust op zijn been Zijn andere arm ondersteunt zijn hoofd -3-
Zijn nek te vermoeid om zelf zijn hoofd omhoog te houden Ik zet mijn ellebogen op tafel en laat mijn hoofd in mijn handen rusten Ik adem uit en sluit mijn ogen eventjes Ik doe de doos weer dicht
4. Ik doe de doos weer open De ontbijttafel is gedekt met kaarsjes En met het gele klaprozen tafelkleed Op de kast staan verse bloemen Hij heeft een broodje met omelet in zijn handen De kandelaars heb ik nog steeds Ik zet ze op tafel en steek een kaarsje aan Ik doe de doos weer dicht
5. Ik doe de doos weer open Nu heeft zijn lief de Borsalino hoed op De hoed is een beetje te groot Haar lange blonde haren steken in een staart eronder uit Hij heeft zijn mooie witte overhemd aan Hij leest de post die net is geweest Zijn lief streelt hem over zijn rug Het vest dat ik die dag droeg heb ik aan mijn moeder cadeau gedaan -4-
Ik doe de doos weer dicht ACT [1]
SCÈNE [4] PERSOON 1 SPREEKT.
PERSOON 1:
Monoloog van een vader aan zijn zoon. Wanneer de dag aanbreekt dat ik ziek word, wees dan geduldig met mij. Probeer te begrijpen waar ik doorheen ga. Wanneer ik per ongeluk dingen herhaal, zeg dan niet: "dat zei je een minuut geleden ook al". vroeger heb ik ook dingen steeds maar herhaald tot jij ze begreep. Wanneer ik geen zin heb in iets, een wandeling maken, een potje yoghurt met krieken dat je me persé wil voederen, wees dan niet boos, sakker niet en maak me niet belachelijk. probeer je de tijd te herinneren dat ik je spruitjes leerde eten. Wanneer je ziet dat ik iets niet begrijp, hoe die nieuwe dvd speler werkt, kijk me dan niet aan met een "snap je dat dan echt niet?" blik, maar geef me de tijd om het te leren. zoals ik die ook aan jou gaf toen je nog alles over het leven leren moest. Wanneer je mijn rolstoel duwt, denk dan aan de tijd dat ik je kinderwagen duwde. Kruipen. Lopen. Rennen. In die volgorde hielp ik je groot te worden. Leer mij nu lopen met een rollator. En wanneer je mijn pamper ziet, lach dan, en weet dat je die lang geleden ook hebt gedragen. Wanneer ik me niet meer kan herinneren waar we het zojuist over hadden, geef me dan even de tijd het te herinneren. Als me dit niet lukt wordt dan niet nerveus, ongeduldig of arrogant. Wanneer ik doof geworden ben en vraag duidelijker te articuleren kijk me dan niet aan alsof je het in Keulen hoort donderen. Probeer mijn stilte zachtjes op te vullen. Wanneer mijn handen het laten afweten, krom en stijf, neem ze dan vast met jouw handen en warm -5-
stijf, neem ze dan vast met jouw handen en warm ze. Wanneer deze tijden aanbreken probeer mijn 'mankementen' te aanvaarden en zorg dat je er bent in de eindfase van mijn leven. En als het doek valt, fluister dan in mijn oor: ik hield van je. ACT [1]
SCÈNE [5] PERSOON 2 SPREEKT. 6. Ik doe de doos weer open Hij loopt naast zijn lief over de dijk langs het meer Het is lente en de dijk staat vol lammetjes In zijn rugzak zit zijn spiegelreflexcamera Naast de foto-camera zitten een paar broodjes met Franse kaas en een fles wijn. De kurkentrekker is hij vergeten Hij duwt met zijn duim de kurk de fles in om de wijn te kunnen drinken Het is rode wijn Nu drink ik alleen nog witte wijn Ik doe de doos weer dicht
7. Ik doe de doos weer open Hij loopt naast zijn lief over een pad langs sloten met rietkragen en wilgen De voorjaarszon maakt alles zacht Haar ogen en lange blonde haren glanzen in de voorjaarszon -6-
Nu staat er een wilg op zijn graf Een wilg die dringend gesnoeid moet worden Ik doe de doos weer dicht
8. Ik doe de doos weer open Hij zit op een groene handdoek in het gras Zijn lange bruine benen steken vooruit Op zijn grote teen landt een kleine blauwe vlinder De vlinder blijft parmantig op zijn teen zitten Hij maakt er een foto van In mijn moeders vlinder gids staat dat de vlinder een "Icarusblauwtje" is Ik doe de doos weer dicht ACT [1]
SCÈNE [6] PERSOON 1 SPREEKT.
PERSOON 1:
De dood is geen probleem dat we moeten oplossen, slechts een realiteit die we moeten aanvaarden. Maar hoe moeten we dat dan? Aanvaarden dat een mens bang moet zijn voor het leven en niet voor de dood? Aan het woord:
de stervende.
Ik ben echt met mijn gat in de boter gevallen. Iedereen is al eens langs gekomen om afscheid te nemen. Familie en vrienden. Zelfs een oud lief. Mijn vrouw vond dat niet zo leuk. Wat komt die hier nu doen? Hoe weet die dat gij gaat sterven? Lief van mijn vrouw om nu nog jaloers te zijn. Om haar te plagen heb ik haar gezegd dat als zij iemand anders zou nemen als ik dood ben, dat ik zou komen spoken. -7-
En dan mijn kleindochter, tijdens een bezoek: wanneer ga jij nu naar het dolfinarium, opa? Ze bedoelde 'mortuarium'. Ik heb me bijna doodgelachen. Mijn dochter kon er niet mee lachen en berispte mijn kleindochter. Waarom? Humorist tot in de kist, zo wil ik sterven. Sorry, ik bedoel stapelzot tot in de pot. Want ik wil gecremeerd worden.
Aan het woord: zij die achter blijven. Het zou niet lang meer duren, zo werd ons gemeld. Of we zo snel als mogelijk konden komen om zijn laatste uren mee te maken. Zeven dagen hebben die laatste uren geduurd. Hij was niet meer van deze wereld. Op een "selfie" herkende hij zichzelf niet. Of zijn kleinzoon die op bezoek kwam en zich moest identificeren. Wat hij deed. Vader: dus jij bent een zoon van mijne zoon? Kleinzoon: ja. Vader: dat moet mijne zoon toch eens komen uitleggen, want daar weet ik niks van. De pijn die hij ervoer tijdens die laatste zeven dagen was wel van deze wereld. En zichtbaar. Hij heeft pijn, zei de arts. En de dosis morfine werd verhoogd. Maar de dood niet versneld. De vierde dag schreeuwde hij zijn naam, hard, luid en duidelijk, alsof hij wilde zeggen, dit kan je niet met mij laten gebeuren, ik ben iemand geweest, ik heb iets betekend, ik heb jullie leven geschonken. En de dosis morfine werd verhoogd. Maar de dood -8-
En de dosis morfine werd verhoogd. Maar de dood niet versneld. In het Zorgcentrum grapte men dat hij het record wilde breken, in zeven dagen was de wereld geschapen, langer het doodgaan rekken, het was nog nooit gebeurd. Hij heeft het met enkele seconden gebroken, misschien met enkele minuten. We weten het niet. Want we waren niet aanwezig op het moment. Na zeven dagen waken. Vermoeid door een nakende dood. En nu moeten wij leren aanvaarden ... ACT [1]
SCÈNE [7] PERSOON 2 SPREEKT. 9. Ik doe de doos weer open Zijn lief met tickets in haar hand voor Cuba Op de volgende foto een vrouw die sigaren maakt Op de volgende foto een oude Amerikaanse slee Een straat in Havana Een terras in Havana Een bioscoop in Havana Hij staat niet op de foto's Ik doe de doos weer dicht
10. Ik doe de doos weer open Zijn lief in een straat in Havana Een pompstation in Havana Een bromfiets-taxi in Havana Twee mannen te paard en een op een fiets op weg naar Trinidad -9-
Het huis waar zij logeerde in Trinidad Een muur met een tekening van de maan in vier maanstanden boven de zee met vissen Hij staat niet op de foto's Ik doe de doos weer dicht
11. Ik doe de doos weer open Een Cubaanse bruid in een rode Amerikaanse auto Kinderen die dansen op een feest Twee kinderen op een muurtje die een ijsje eten Hij staat niet op de foto's Ik doe de doos weer dicht
12. Ik doe de doos weer open En dan ineens is daar toch nog een foto van hem Het is ochtend en hij ligt met ontbloot bovenlijf in bed Zijn slaperige verleidelijke ogen kijken naar haar Zijn haren liggen wild rond zijn hoofd Ik neem die ene foto uit de doos Ik doe de doos dicht Ik hang die ene foto aan mijn muur Ik kijk er uren naar Dan kijk ik uit het raam En haal opgelucht adem -10-
ACT [1]
SCÈNE [8] PERSOON 1 VOEGT ZICH TERUG TUSSEN HET PUBLIEK. KIJKT MET HEN NAAR PERSOON 2.
ACT [1]
SCÈNE [9] PERSOON 1 SPREEKT.
PERSOON 1:
Je staat daar. Of je zit. Deel van een publiek.
Je praat, je krijgt geen antwoord. Je staart. Je kijkt naar een verleden. Denken. Bedenken. Herdenken.
Er was eens ... Een mens. ACT [1]
SCÈNE [10] OP DE ACHTERGROND SPEELT MUZIEK: SCHEMERING (B.DE GROOT) MUZIEK EN TEKST ZIJN AANWEZIG ZONDER OPDRINGERIG TE ZIJN. PERSOON 1 BLIJFT STAAN. HET PUBLIEK GAAT WEG. NAAR DE UITGANG OF INKOM ...
-11-