I N381 I
provinsje fryslân
)D'?S -6\ ,,
Natuurlijk!
~
~
::
provincie fryslân .,
Het Landschap voor de N 381 trajectdeel Donkerbroek - Oosterwolde-noord
17 december 2008
1. Inleiding Aanleiding In het kader van de ombouw van de provinciale weg N381 van een 80 km/uur weg naar een stroomweg (100 km/uur) wordt in een milieueffectrapportage vanuit verschillende disciplines gekeken welk tracé de voorkeur verdient. Voor het wegdeel tussen Donkerbroek en Oosterwolde-noord zijn daarbij elf alternatieven gedefinieerd, waaruit medio 2009 een voorkeursalternatief zal worden gekozen. Vooruitlopend daarop is nagegaan wat de aanleg van een autoweg betekent voor het
landschap en welke mogelijkheden er bestaan om te komen tot een optimale inpassing, los van het alternatief dat uiteindelijk gekozen zal worden. Daarbij geldt, dat de landschappelijke inpassing van ieder alternatief zijn eigen knelpunten maar ook kansen heeft. Om na te gaan met welke landschappelijke randvoorwaarden rekening moet worden gehouden bij de inpassing en uitwerking van het (nog te kiezen) voorkeursalternatief, is
aan de bureaucombinatie Eelerwoude/ Appelman gevraagd om van alle alternatieven een analyse te maken en aan te geven wat daarbij de landschappelijke randvoorwaarden en beperkingen zijn. Daarbij is ook gevraagd aan te geven op welke wijze de bestaande voorzieningen, bij het eventuele
functieverlies van het bestaande tracé, door middel van herinrichting een versterking van de landschappelijke identiteit kunnen geven. Voor deze analyse is specifiek de bureaucombinatie Eelerwoude/ Appelman gevraagd. Deze
combinatie heeft in opdracht van de gemeenten in het gebied en in samenwerking met de provincie Fryslân het Landschapsbeleidsplan Zuidoost-Fryslân gemaakt. En zij daarmee dus over aanzienlijke gebiedskennis beschikken.
Werkwijze en opbouw rapport Ten behoeve van de landschappelijke inpassing is eerst de bestaande situatie geanalyseerd
en beschreven. Daarna zijn relevante ontwikkelingen en beleid bestudeerd. Van hieruit zijn doelstellingen geformuleerd ten behoeve van de landschappelijke inpassing van de alternatieven. Per alternatief is vervolgens de landschappelijke inpassing beschreven. Bij iedere alternatief is daarbij aangegeven op welke wijze de landschappelijke kwaliteit kan verbeteren door optimaliserende maatregelen. Tenslotte wordt ieder alternatief op zijn landschappelijke kwaliteiten beoordeeld.
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 5
i
I
i
-2. Geschiedenis van het landschap 2.1 Ontstaansgeschiedenis
I i
i'
Abiotische grondslag Voor de jaartelling was het landschap woest en ledig. De ijskap en het smeltende ijs hebben in dit deel van Fryslân een reliëfrijk landschap achtergelaten met keileem en beekdalen. Voor de komst
van het landijs werd in Drenthe en Zuidoost-Fryslân een vele meters dik pakket fijn zand afgezet. Na verloop van tijd verslechterde het klimaat en kwam het onder invloed van het landijs. In de laatste fase van het saalien (ijstijd) (zie schema 1) was de stuwrichting van het landijs noordoost-zuidwest gericht.
Schema 1
en
i
Jaren voor Chr.
HOLOCEEN
Subatlanticum Subboreaal Atlanticum Boreaal Preboreaal
Veen en stuifduin
700
Veen
3000
Veen
SSOO
Veen
7500
Veen
8200
Wechselien - Laat-Glaciaal
Jonger dekzand
8900-10300
- Pleni-Glaciaal
Lemig en niet lemig
27000
- Vroeg-Glaciaal
Ouder dekzand (erosie van de keileem)
58000
Eemien
Veenvorming . verwering keileem
ca. 100000
Saalien
Keileem (formatie van Drente)
ca.
200000
Hoisteinien Elsterien
Klei en veen
ca.
700000
PLEISTOCEEN
Cromerien Menapien
Potklei (formatie van Peelo) Formatie van Urk
Formatie van Enschede
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 7
r-
De gletsjerlobben bedekten het gebied van de huidige riviertjes Het Koningsdiep (Boorne), Tsjonger
en de Linde. Met het landijs werden zowel grote rotsblokken als kleideeitjes meegevoerd. Het getransporteerde materiaal bleef, na het smelten van het ijs. als grondmorene achter in de vorm
van keileem. Het smeltwater zorgde ervoor dat de dalen diep werden uitgesleten waarbij het kei-
leem uit de dalen verdween. De dalen werden in de interglaciale periode opgevuld met zand en grondmorenemateriaaL. Tussen de beekdalen liggen de vrij vlakke min of meer plateauvormige terreinen. Tijdens de laatste ijstijd, het Weichselien, hebben zich door verstuiving, veelal midden op deze plateaus, dekzand
ruggen gevormd. Enkele dekzand
ruggen bevinden langs de randen van het
beekdaL. Zo zijn de voor Zuidoost~Fryslân kenmerkende brede rivierdalen ontstaan waarin relatief
kleine riviertjes hun weg naar de lagere delen zoeken. Het beekdal van de Tsjonger bestaat in het onderzoeksgebied uit een deel van de bovenloop (ten
oosten van huidige Opsterlânske Kompanjonsfeart) en een deel van de middenloop (ten westen van de OKF). In het bovenloopse deel sluit het Grootdiep als zijtak aan op de Tsjonger. In het midden
loopse deel bestaan de zijtakken uit het Kleindiep en een beekdal welke voert vanaf het
noordwesten van Donkerbroek (Tjabbekampster waterlossing). Biotische grondslag
In de warmere periode (Holoceen) vulden de smeltwaterdalen zich weer met water, mede beïnvloed door de rijzende zeespiegeL. Hierdoor ontwikkelde zich het veen. Op de plateaus het hoogveen
welke gevoed werden met regenwater. Veen en vochtige wouden in de beekdalen, welke gevoed werden met het smeltwater vanaf het Drents plateau. Dit resulteerde in een vrijwel ondoordringbaar reliëfrijk moeras.
Antropogene grondslag De eerste bewoning in dit landschap vond plaats op de randen van de hogere zandgronden. Vanaf de Romeinse tijd tot in de late middeleeuwen was dit gebied echter, vanwege zijn ontoegankelijkheid, zeer beperkt bewoond. Het moerasgebied was toen ongebruikt en onontgonnen.
De eerste bewoning gaat vooraf aan de middeleeuwse ontginningen van het esdorpenlandschap (Oosterwolde) en de woudontginningen (o.a. Donkerbroek). Donkerbroek ligt aan de westzijde vrijwel op de rand van de dekzandrug, grenzend aan het beekdal van de Tjabbekampster waterlossing.
Ten zuiden van Donkerbroek vindt er nauwelijks bewoning piaats. "De Russchen", een oude boerenplaats bestaande uit enkele boerderijen, is ontstaan vanaf de 17' eeuw. De naam verwijst naar de
natte blauwgraslanden welke hier voorkwamen. Daarnaast zijn er enkele nederzettingen in het
zuidwestelijk deel van de dekzandrug zonder een duidelijke ontsluiting. Waarschijnlijk waren dit
plaggenhutten welke in het (heide)veld stonden.
8 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord
De woudontginningen traden op de relatief lagere dekzandruggen op de plateaus. Het bewoningspatroon op deze ruggen bestaat hier uit linten van boerderijen en dorpen. Haaks op deze assen werden de bossen ontgonnen tot akkers en weidegronden nabij de bebouwing, droge heidevelden op de hogere delen en natte heidevelden en hooilanden in de lage delen. De stronken werden daarI
bij aan weerszijden van de opstrekkende verkaveling op de kavelgrenzen gedeponeerd waarmee
de kenmerkende houtsingellandschappen ontstonden. Op de hoge delen bestaande uit eik, op de
lagere delen uit els. De beekdalen fungeerden voornamelijk als hooiland. Op een enkele keileemrug ten noorden van
het huidige Tsjongerkanaal ontwikkelden zich kleine boscomplexen en heideveldjes. De broekbossen en hooilanden in de lagere delen en de heideveldjes werden uiteindelijk veelal
ontgonnen tot groot-
schalige open weidegebieden. Een restant van de kleine boscomplexen is bewaard gebleven.
De Balkweg vormt een oude verbinding tussen Donkerbroek en Makkinga. Deze weg zal mogelijker-
wijs uit stamhout hebben bestaan op de plaatsen in het beekdal waar het nat en drassig was. De Tsjonger werd op een ondiepe plaats (voorde) overgestoken. Deze plaats moet iets ten zuiden van
het Tsjongerkanaal hebben gelegen. In de historie heeft deze weg als een belangrijke handelsroute
gefunctioneerd. Langs de Balkweg heeft een spoorlijn gelegen in de periode vanaf 1911 tot na de tweede wereldoorlog (WOli). Het maakte onderdeel uit van de tramverbinding tussen Gorredijk-
Donkerbroek-Makkinga-Oosterwolde. In Donkerbroek en ten noorden van de Tsjonger waren tramhaltes gesitueerd. Het tracé is hier nog deels herkenbaar.
Vanaf de 16e eeuw nam de welvaart toe en kwam er veel vraag naar brandstof. Het moerasland
werd toen voor de turfwinning ontsloten. In dat kader van de hoogveenontginningen is o.a. de Opsterlânske Kompanjonsfeart (vanaf 1785 ten noorden en vanaf 1813 ten zuiden van Donkerbroek gegraven. Daarna (1826-1888) werd de sterk meanderende Tsjonger gekanaliseerd vanaf de OKF in
westelijke richting. Hiermee werd bereikt dat het water van met name de hoogveengebieden sneller afgevoerd werd. Tevens kon de beek dienst doen als transportroute voor het afgegraven turf. Langs het Tsjongerkanaal, tussen Makkinga en Donkerbroek, zijn bij de aanleg ervan met de vrijkomende baggerspecie gronddepots (zgn. Tsjongerwallen) ontstaan van enkele meters hoog. Hier ontstonden
in de loop van de tijd bossen met een voedselrijk karakter. Het (hoog)veen is door het ingrijpen van de mens nu grotendeels verdwenen. Hier liggen de door winderosie ontstane dekzandruggen vrijwel
overal aan de oppervlakte. Keileemafzettingen uit de
laatste ijstijden komen in een groot deel van het gebied zo ondiep in de ondergrond voor (ondieper dan 1,2 meter) dat bodemvorming, hydrologie en landshap er in belangrijke mate door beïnvloed zijn. Ruilverkavelingen hebben het landschap de laatste decennia sterk veranderd. De graslanden in de beekdalen, die dankzij de kwel
ook na de kanalisatie van de Tsjonger erg vochtig bleven, zijn
veranderd in goed ontsloten en éénvormige cultuurgraslanden. Ten westen van Donkerbroek zorgde
de verbeterde Tjabbekampster waterlossing dat dit, voorheen moerassige en drassige gebied, zodanig drooggelegd werd dat er voldoende draagkracht ontstond voor het landbouwkundig gebruik
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 9
r-
ervan. Deze lossing doorsnijdt voor een deel het heideontginningsgebied. Verdroging door intensieve ontwatering waarbij schoon kwelwater door gebrek aan retentie snel afgevoerd wordt, vormt hierbij een bedreiging. Ook de akkerbouw bij de woudontginningen en bij de hoogveenontginningen zijn goeddeels in weidebouw veranderd. Op de esgronden en op de heideontginning, ten zuidwesten van Donkerbroek, treft men nog deels akkerbouw
aan. De schaalvergroting in de landbouw
en het
verdwijnen van het economisch nut van de houtwallen hebben geleid tot het verdwijnen van veel van deze singels.
Op de heideontginning heeft zich in het begin van de 19' eeuw het, cultuurhistorisch van
belang zijnde, landgoed Ontwijk ontwikkeld. De ligging van de woning aan de Opsterlânske Kompanjonsfeart is een zeer bewuste keuze geweest. Het gebouw werd omstreeks 1845 vervangen door een gebouw in neo-c1assicistische stijL. De woning met de schuur werd naar de vaart gericht.
De plaatsing werd iets verder van de vaart gesitueerd, zodat er meer ruimte voor een afgewogen
tuinaanleg in de Hollandse landschapsstijl kwam. Het terrein achter de woning kenmerkt zich door bosaanleg van verschillende boomsoorten en ouderdom, diverse beukenlanen en restanten van
heidevelden en vennetjes. Initiatieven uit Donkerbroek bewerkstelligden dat het bos in het begin van de 20ste eeuw een vrij toegankelijk wandelbos werd. De "Klokkebei" bevindt zich in de zuidoostelijke hoek van het landgoed Ontwijk. In aansluiting
ook getransformeerd in een natuurlijk vrij toegankelijk bos. Op het perceel staat een vakantiewoning, gebouwd in 1929, met bijbehorende bostuin. Huis en tuin zijn gerealiseerd en worden beheerd op het landgoed welke door initiatieven uit het dorp een wandelbos werd is dit perceel
zonder machinale hulpmiddelen.
2.2 Huidige situatie Het landschap in het trajectdeel Donkerbroek - Oosterwolde-noord kenmerkt zich door een grote verscheidenheid aan diverse landschapstypen die het gebied zeer afwisselend maakt. De
zandgronden vormen een onderdeel van het Drents Plateau. Van dit Plateau stroomde het water
geleidelijk in westelijke richting af. De oost-west georiënteerde zandruggen met daartussen de
beekdalen, bepalen in grote mate het gedifferentieerde karakter van dit gebied. De hierop ontstane
landschapstypen betreffen voor dit gebied: . Beekdaltype;
. Woudontginningstype; . Heideontginningstype; . Esontginningstype.
10 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord
I
-,
Beekdaltype De waterloop de Tsjonger is in dit deel de belangrijke structuurdrager. Van oorsprong had deze een hevig kronkelend verloop. Kanalisatie ervan heeft het
natuurlijk karakter van de Tsjonger ten westen van de
Opsterlânske Kompanjonsfeart onherkenbaar gemaakt. Het
natuurlijk verloop van de bovenloop van de Tsjonger (Boven Tsjonger, Grootdiep en Kleindiep) is nog wel zichtbaar. Het beekdal van de Tsjonger
heeft van oorsprong een meer open karakter gehad. Bij de bovenloop van de Tsjonger is
dit nog goed herkenbaar. Hier
treffen we veelal een grootschalig en open landschap aan rondom de essen van Oosterwolde.
De middenloop is gekanaliseerd met als gevolg dat langs het kanaal gronddepots zijn geplaatst
welke met bos beplant zijn. Zij vormen de Tsjongerwallen. Het beekdal aan de noordzijde is, op een bosrelict na, open.
- - -_.- -, -. - . -.- ..---.._-_....,-- ~-.~~-:;..'..
~i"n.~--¡¡ ~i~:7P~ ,,,. - ¿l
dlhi'r\~ 11 111J("lI!~Il" -- _'~ ,"." __ 11111 " _ - ..;:. ~"" - I .'11,li" j. .;".\~. ~r- ~¡¡lIjd)1 ~d~. I"
,.-
Bestaande situatie nabij Tsjonger, gezien vanaf de Balkweg
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwoide~noord 11
r Het open beekdal strekt zich ten westen van de woud- en heideontginning van Ontwijk zelfs ver in
noordelijke richting uit tot voorbij Donkerbroek. Aan de zuidzijde van het Tsjongerkanaal zijn diverse grote kavels met bos ingeplant, waardoor de I .
overgang van beekdal naar het woudontginningsgebied minder duidelijk wordt. De beekdalen zijn
thans, dankzij de betere ontwatering, hoofdzakelijk in gebruik als weidegebied. Vroeger waren zij moerassig en drassig en werden als hooiland gebruikt. Een smal gebied aan weerszijden van de Tsjonger maakt thans als natte verbindingszone onderdeel uit van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS).
Woudontginningstype Aan weerszijden van het beekdal van de Tsjonger zijn op de dekzand
ruggen de woudontginningen
gesitueerd. Op deze assen vond de occupatie plaats. Op de noordelijke woudontginningsas heeft Donkerbroek zich ontwikkeld. Op de zuidelijke o.a.
Makkinga. De woudontginningen worden gekenmerkt door een concentratie van lintbebouwing
welke langs rechte wegen op de zandruggen volgen. Haaks op de wegen treffen we de opstrekkende verkaveling aan. Houtwallen langs de kavelgrenzen veelal tot aan de rand van het
beekdaL, bosschages van verschillende grote en eikenlaanbeplantingen langs de wegen zorgen voor een gevarieerd, voornamelijk kleinschalig landschap met rafelige randen. De houtwallen op met name de noordelijke woudontginning zijn in de loop van de tijd aangetast. Oorzaken zijn vooral het wegvallen van economisch nut van de houtwallen en de schaalvergroting in de landbouw, waardoor
singels verdwenen. Het woudontginningsgebied ten westen van Ontwijk vormt daarop een uitzondering. Hier treffen we nog een zeer gevarieerd en kleinschalig landschap aan. Vroeger werd op de woudontginning zowel akkerbouw
als veeteelt bedreven. In de huidige situatie is overwegend
de veeteelt overgebleven.
Heideontginningstype kop ten zuidwesten van Donkerbroek bevond zich in samenhang met de Op een zand woudontginning een kleinschalige heideontginning. Dit gebied wordt gekenmerkt door een afwisselende structuur van bos- en heidegebieden in combinatie met landbouwgebieden, inclusief singels en houtwallen en verspreid voorkomende veelal jonge bebouwing. Op "De Russchen" zijn de oude boerderijen inmiddels vervangen door één boerderij. Deze maakt
onderdeel uit van de lijst "jonge bouwkunst". In de afgelopen decennia is er een nieuwe loopstal voor vee bijgebouwd. Het landgoed "Ontwijk" heeft sinds 1966 de status van Rijksmonument. De aanleg van het sportveldencomplex heeft de relatie tussen de woning en het achterliggende bos verstoord. De aanieg van de provinciale weg en de parallelweg voor de woning heeft de relatie tussen het landgoed Ontwijk en de Opsterlânske Kompanjonsfeart en de voormalige koetsiers-
woning tenietgedaan. Tevens is de voorruimte van het landgoed hierdoor in belangrijke mate ingeperkt.
12 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord
~--,.~~ ..::-~-~
~.. ..
d jl
-. -"
~i
t'"
",;Ý \~~~
..r .... i ~i..i
Bestaande situatie N381 nabij Rijksmonument Ontwijk
De tuin van weleer, met zijn oprijlanen omgeven door laanbomen en vijverpartij, en de relatie tussen Ontwijk en de vaart is verloren gegaan. Het bosgebied heeft een recreatieve en natuurfunctie en is openbaar toegankelijk. De woning met tuin is in particulier bezit. De aangrenzende 'Klokkebei' heeft sinds 2000 de status van Rijksmonument. Het terrein heeft een
grote ecologische en landschappelijke waarde. Esontginningstype Oosterwolde is als esdorp ontstaan op de overgang van de hogere gronden naar de beekdalen.
Rondom Oosterwolde treffen we dan ook vooral de esontginningen aan. Het betreft een kleinschalig landschap met veel beplante perceelsranden. Het is reliëfrijk en de percelen hebben vaak
onregelmatige vormen en grootten. De houtwallen en singels zorgen voor coulissewerking. Op de essen vindt nog overwegend akkerbouw plaats. Opsterlânske Kompanjonsfeart In samenhang met de hoogveenontginning bij o.a. Fochteloo is de Opsterlânske Kompanjonsfeart
gegraven.
-,rC,. .
--'? ej ;¥ Bestaande situatie Opster/ânske Kompanjonsfeart nabij Rijksmonument Ontwijk
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 13
r-
Deze werd gebruikt als afvoerkanaal van overtollig water en als transportroute voor turf. De skûtsjes konden de vaart bezeilen en anders werden ze langs het jaagpad voortgetrokken. Deze vaart doorsnijdt, als een zelfstandig infrastructureel element, diagonaalsgewijs de diverse voorgaand genoemde landschapstypen. Als essentieel onderdeel van de hoogveenontginning maakt de Opsterlânske Kompanjonsfeart een wezenlijk cultuurhistorisch onderdeel uit van de landschapsontwikkeling. Thans is de vaart van belang voor de regulering van de waterhuishouding en van groot belang voor de recreatievaart (turfroute). Op de kruising van de Opsterlânske Kompanjonsfeart met de Tsjonger is er een sluis gebouwd. De afvoer van het water tussen de Boven Tsjonger en
het Tsjongerkanaal vindt met een duikergemaal plaats. Kenmerkend zijn de voetgangersbruggen (draai) die de vaart kruisen. In dit plangebied treffen we de Jansmadraai aan.
~. ,-'.... 7 i~.r ---
Beekdalen
Woudontginningen
~'" Oonkerbrd'ek ,.
( F~ i,~ l ~A~"i , -- ~,
~ "
r,
~
~~
l/\ N919
_Ua~. -(~
Heideontginningen H oogveenontgi nn i ngen
Essenlandschap
.
l\f381
t. .~ ''''Oostfrwotde
¡lÁ .M\kkinga...~;~.
~& ..-
Donkerbroek Donkerbroek was oorspronkelijk een agrarische nederzetting welke als lintbebouwing op de woudontginningsas plaatsvond. Met de aanleg van de Opsterlânske Kompanjonsfeart werd de betekenis van Donkerbroek op de kruising van de vaart en de weg groter en kon het zich als dorp
ontwikkelen. De aanleg van de provinciale weg N381 heeft enerzijds de ontwikkeling in stand gehouden, maar anderzijds ook belemmerd. Donkerbroek heeft zich daardoor met name alleen aan de oostelijke kant van de vaart kunnen ontwikkelen. Aan de westzijde vertoont de dorpsrand thans weinig samenhang met veel restruimten. Thans vind er een ontwikkeling van bedrijfsterreinen op deze overgebleven ruimte plaats.
14 Het landschap voor de N381 trajeetdeeIDonkerbroek-Oosterwolde-noord
-Balkweg
Een zeer oude verbinding tussen Donkerbroek en Makkinga betreft de Balkweg. De weg heeft thans een lokale en een recreatieve functie. Bij Donkerbroek is deze weg, met de aanleg van de provinciale
weg, doorsneden en omgeleid naar 't West.
Bestaande situatie Posthuisweg
De weg vormt met zijn laanbeplanting en diverse bosschages een groen lint van de noordelijke naar de zuidelijke woudontginningsas. N381
Met de toename van het autoverkeer is in de vorige eeuw de provinciale verbinding tussen Drachten
en Emmen tot stand gekomen. Deze weg is in het projectgebied grotendeels gesitueerd langs de Opsterlânske Kompanjonsfeart op de plaats waar voorheen de lokale ontsluiting lag. Deze is meer naar de bebouwing opgeschoven. De provinciale weg mijdt een doorgang door Donkerbroek, waardoor het tracé bij Ontwijk in noordwestelijke richting loskomt van het kanaaL.
Bestaande situatie N381 langs de Opster/ânske Kompanjonsfeart vanaf parallelweg
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oostervolde-noord 15
r-
3. Huidig beleid Sinds 1992 is in het kader van het ROM-beleid voor Zuidoost-Fryslân een traject ingezet voor een duurzame gebiedsgerichte ontwikkeling. Daarnaast zijn er nationale, provinciale en
gemeentelijke beleidsstukken die relevant zijn voor de ontwikkeling van het landschap. De voor landschapsontwikkeling in dit gebied meest relevante beleidsstukken betreffen:
3.1 Rijksbeleid Nota Ruimte 2005 Hierbij wordt gestreefd naar het zoveel mogelijk voorkomen van de verstedelijking van het landelijk
gebied. De leefbaarheid van dorpen wordt bevorderd met daarnaast rust, ruimte, natuur en landschap. Het ontwikkelen van Ecologische Hoofdstructuren moet bevorderen dat natuur meer een
samenhangend geheel vormt. Groene contouren moeten de waardevolle natuurgebieden en landschappen beschermen tegen aantasting. Structuurschema Groene Ruimte 1995
Hierin wordt de globale EHS vastgesteld en het ROM-beleid herbevestigd. De Tsjonger krijgt hierin de kwalificatie als bestaand nationaal landschapspatroon.
Nota "Natuur voor mensen, mensen voor natuur" 2000 In deze nota wordt, naast de bekende natuurdoelstellingen, vooral aandacht aan landschappelijke kwaliteit, cultuurhistorie en agrarisch natuurbeheer geschonken. Hiermee wil men de relatie tussen het menselijk welzijn en de natuur vergroten. Waterbeheer 21" eeuw 2000
Duurzaam waterbeheer, als gevolg van dalende bodem en veranderend klimaat, vraagt om meer
ruimte voor een flexibeler en veerkrachtiger waterhuishouding en het maximaal vasthouden en benutten van gebiedseigen water.
16 Het landschap voor de N381 trajeetdeelDonkerbroek-Oosterwolde-noord
3.2 Provinciaal en regionaal beleid ROM-beleid
Het beleid is gericht op de ontwikkeling van ruimtelijke kwaliteit op basis van een geïntegreerde, gebiedsgerichte aanpak van ruimtelijke ordening en milieu in de vier gemeenten van ZuidoostFryslân.
Hierbij streeft men naar behoud en herstel van een duurzaam natuurbeheer. Verdroging, vermesting
en verzuring moeten worden tegengegaan. Daarnaast is uitbouwen aaneenschakeling van natuurgebieden noodzakelijk. Dit vindt plaats in het kader van de EHS. De Tsjonger maakt hiervan
onderdeel uit. Streekplan Fryslân 2007
Ruimtelijke kwaliteit is een speerpunt in het streekplan. Het beoogt het verhogen van de toekomst-, belevings- en gebruikswaarde van de Friese ruimte.
Het in stand houden en verder ontwikkelen van de landschappelijke kwaliteiten moet de leefbaarheid, vitaliteit, de unieke identiteit en diversiteit van Fryslân vergroten. Gestreefd wordt naar een ruimtelijke inrichting die bijdraagt aan een duurzame ontwikkeling. Het gebied wordt overwegend aangemerkt als een landbouwgebied met accent op melkveehouderij. De Tsjonger is hierin een natte ecologische verbindingszone en is onderdeel van de EHS. Het
heideontginningsgebied bij het landgoed Ontwijk heeft buiten de EHS een natuurwaarde. Oosterwolde is aangewezen als een regionaal centrum en als ontwikkelingskern voor recreatie.
Gemeentelijk beleid Het landschapsbeleidsplan Zuidoost-Fryslân (2004-2014), welke in kader van het ROM beleid voor de 4 gemeenten in Zuidoost-Fryslân is opgesteld, vormt het belangrijkste beleidskader voor het landschap van de gemeente OoststeIl ingwerf.
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek.Oosterwolde-noord 17
4. Doelstellngen Voor de landschappelijke inpassing van de diverse tracés van de N381 is het van belang dat de
doelstellingen ervan bepaald worden. Deze zijn van landschappelijke, cultuurhistorische en recreatieve aard.
Voor de ruimtelijke kwaliteit zijn de hierna genoemde doelstellingen van belang: Abiotische en biotische doelen: . Handhaven en versterken van het contrast tussen de hogere, besloten dekzandruggen en de meer laaggelegen open beekdalen;
. Zoveel mogelijk handhaven en lof versterken van (semi-) natuurlijke bosschages, pingo's, microreliëf, moerasgraslanden in de beekdalen e.d.
Antropogene doelen: . Handhaven en versterken van de opstrekkende verkavelingsstructuren, met name van de woudontginningen; . Zo mogelijk versterken van de kenmerkende diversiteit van het landbouwkundig gebruik van de
diverse ontginningen; . Handhaven en versterken van de diversiteit op de woud - en heideontginningen door verschillen
in maat en dichtheid van houtsingels en bosschages; . Vergroten van de (visueel-ruimtelijke) herkenbaarheid van de beeklopen en open beekdalen.
Functionele, ruimtelijke en karakteristieke doelen:
. Landbouwkundige eenheden en infrastructuur moeten goed kunnen functioneren; . Het wegtracé moet zoveel mogelijk passen binnen de landschappelijke structuur. Restruimten moeten zoveel mogelijk worden vermeden; . De recreatieve functie van de Opsterlânske Kompanjonsfeart (Turfroute), Tsjongerkanaal en
de Balkweg (bewegwijzerde landelijke fietsroute) moet worden behouden en waar mogelijk
versterkt; . De nieuwe N381 mag geen verslechtering geven voor de leefsituatie in Donkerbroek en moet
waar mogelijk de bijdragen aan het realiseren van een goede entree naar het dorp; . De cultuurhistorische en recreatieve waarde van Ontwijk moet bij voorkeur hersteld worden;
. De Opsterlânske Kompanjonsfeart moet als een zelfstandig cultuurhistorisch element een eenduidige landschappelijke inrichting hebben.
Dekzandruggen De sterke oriëntatie van oost-west lopende, min of meer besloten, dekzandruggen met daartussen liggende relatief open beekdalen bepalen de hoofdstructuur en duidelijke gerichtheid van het gebied. Het is van belang de kleinschalige beslotenheid van de dekzandruggen te waarborgen en zo
mogelijk te versterken.
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 19
.Gestreefd wordt naar het veiligstellen en ontwikkelen van kwaliteiten in de houtsingels en bosstroken en laanbeplantingen in het woudontginningsgebied.
De ecologische waarde van het heideontginningsgebied nabij Ontwijk moet behouden en zo mogelijk versterkt worden. Het bosrelict, gelegen op een dekzandrug in het beekdal van de Tsjonger, kan mogelijkerwijs met uitbreiding ervan versterkt worden, waardoor de dekzand
rug meer beleefd wordt.
Beekdalen en beeklopen
Bij het beekdal van de Tsjonger wordt juist voorgestaan dat de openheid ervan behouden blijft en
waar mogelijk versterkt. Indien mogelijk moet het laten vervallen van bebouwing in het beekdal worden voorgestaan. De Tsjonger is in het natuurbeleidsplan aangewezen als natte ecologische verbindingszone.
Gestreefd wordt naar een zo natuurlijk mogelijk aaneengesloten beekdalsysteem. Het beeld nabij de Tsjonger zal met riet, ruigte, reliëfverschillen e.d. een ander, meer natuurlijk aanzien moeten krijgen waarmee het zich o.a. kan onderscheiden van de aankleding bij de Opsterlânske Kompanjonsfeart.
Bij het beekdal van de Tjabbekampster waterlossing wordt eveneens voorgestaan dat de openheid
ervan zoveel mogelijk intact wordt gelaten. Landbouw Bij de landschappelijke inrichting van het tracé is het van belang dat de te handhaven landbouw bestaansrecht heeft. Immers dit biedt condities voor een duurzaam beheer van het landelijk gebied.
Indien mogelijk wordt gestreefd naar meer akkerbouw op de dekzandruggen en veeteelt in de
beekdalen. Wegtracé De nieuwe N381 is een infrastructureel element welke in een vrij onafhankelijke zin, met zijn eigen verkeerskundige en veiligheidsnormen, door zijn omgeving voert. Gestreefd wordt dat het tracé zoveel mogelijk past binnen de bestaande landschappelijke structuur. Deze structuur is leidend bij
de landschappelijke inrichting van de weg. De weg zal, in aansluiting op de overige delen van deze weg, niet voorzien worden met structurele laanbeplantingen. De restruimten moeten zoveel mogelijk beperkt worden en indien aanwezig een landschappelijk en maatschappelijk aanvaardbare functie vervullen.
Opsterlânske Kompanjonsfeart De kwaliteit van de Opsterlânske Kompanjonsfeart als een zelfstandig en cultuurhistorisch waardevol element moet zoveel mogelijk behouden en versterkt worden. Hiervoor zal er naar gestreefd worden dat deze vaart zo min mogelijk doorkruist wordt met bruggen. Bij het wegvallen van het
huidige tracé van de N381 langs de Opsterlânske Kompanjonsfeart wordt gestreefd naar herstel van de lokale verbindingen nabij Donkerbroek en de sluis. De inrichting moet aansluiten op het lokale en recreatieve gebruik. Gestreefd wordt naar een landschappelijk eenduidige inrichting waarbij o.a.
de bomenrij langs de vaart wordt hersteld.
20 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord
Donkerbroek Gestreefd wordt naar het creëren van ontwikkelingsmogelijkheden van Donkerbroek aan de west-
zijde van de Opsterlânske Kompanjonsfeart waarbij de entree naar het dorp toe wordt verbeterd.
Hierbij moet rekening gehouden worden dat de uitbreiding niet in het beekdalgebied gerealiseerd wordt. Indien het bestaande tracé komt te vervallen, moet de relatie tussen Donkerbroek, de Opsterlânske
Kompanjonsfeart en Ontwijk worden verbeterd. Bij verplaatsing van het sportveldencomplex moet deze passen in de landschappelijke en stedelijke
structuur. De bereikbaarheid moet goed en veilig zijn.
Ontwijk Gestreefd wordt naar herstel van de voortuin en van de relatie tussen het landgoed en de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Zo mogelijk wordt hierbij ook de koetsierswoning betrokken. De ecologische en recreatieve functie van het park moet gehandhaafd blijven en mogelijk worden versterkt. Bij verplaatsing van de sportvelden moet de relatie tussen landhuis en landgoed worden
hersteld.
r-
5.
Plantoelichting en inpassingsvoorstellen 5.1 Inleiding De elf alternatieven worden hierna afzonderlijk beschreven. Het tracé en de bijkomende herinrichtingen van de basisvariant worden eerst beschreven. Daarna wordt de landschappelijke inpassing uiteengezet. Vervolgens worden t.b.V. de landschappelijke inpassing optimaliserende
voorstellen gedaan.
5.2 Algemene voorstellen Hieronder worden inpassingsvoorstellen beschreven die voor alle alternatieven gelden. Dit geldt voor het begin- en eindpunt van dit tracédeeL. De woudontginningsas bij Donkerbroek ('t West) wordt zoveel mogelijk met laanbomen door-
getrokken. De bomen worden ook langs de tunnelbak geplaatst. Haaks op de as komen in het woudontginningsgebied enkele aanvullende houtsingelbeplantingen.
Het aangrenzende Tjabbekampster beekdal blijft open, waardoor het contrast met de woudontginningsas groot is. Op de plaats van het vervallen tracé, ten noorden van het kruispunt, is er een mogelijkheid voor het realiseren van een jachthaven. Het tracé voor de Tjabbekampster waterlossing zal bij het knooppunt bij Donkerbroek worden omgeleid. Op de kruising met het Bûterheideveld, welke op een woudontginningsas is gesitueerd, wordt de bestaande laanbeplantingen zoveel mogelijk behouden en of versterkt. Aanvullende bosschages camoufleren het verderop gelegen trafostation.
S.2.1 Alternatief West 1 (W1) Algemene tracé beschrijving De autoweg voert vanaf het nieuwe ongelijkvloerse kruispunt bij Donkerbroek door het nog vrij ongerepte woud- en heideontginningsgebied ten westen van Ontwijk en gaat vervolgens in
oostelijke richting in het beekdal van de Tsjonger en steekt voor de Opsterlânske Kompanjonsfeart weer naar het zuiden over het Tsjongerkanaal en sluit aan op het bestaande tracé. De bestaande weg wordt hervormd tot een lokale ontsluiting met fietspad en de oorspronkelijke verbinding via de Fruitier de Talmaweg naar Donkerbroek wordt hersteld. Het tracé kruist in het heideontginningsgebied 't Hoogezand en in het beekdal de Baikweg/ Tjabbekamp. In de Balkweg wordt hierdoor een tunnel aangelegd. De oude verbinding van Balkweg en de Posthuisweg in
Donkerbroek wordt voor bromfietsers en voetgangers hersteld. Het doorgaande autoverkeer zal hierbij voortijdig omgeleid worden.
22 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord
-Landschappelijke inpassing
Dit tracé biedt voor Donkerbroek optimale stedenbouwkundige mogelijkheden aan de westzijde van de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Het biedt goede mogelijkheden voor het creëren van een aantrekkelijke entree van het dorp welke op logische wijze past in de structuur van de woud-
ontginningen. De inpassing kan plaatsvinden op de dekzandrug.
In het Tjabbekampster beekdal volgt het wegtracé het noord-zuid lopende kavelpatroon. De weg loopt vervolgens parallel met de houtwallen door het woud- en heideontginningsgebied achter Ontwijk en past daarmee op logische wijze in de landschappelijke structuur. Indien mogelijk
doorsnijdt de weg hoogteverschillen in het terrein, zodat deze zandkoppen ervaren worden. De oorspronkelijke boerenplaats 'De Russchen' blijft gehandhaafd maar zal zeer waarschijnlijk geen
agrarische functie meer kunnen vervullen. Het tracé gaat ten koste van de nieuwe loopstal. Door het
verdwijnen van deze moderne loopstal en het aanbrengen van houtsingels op deze plaats kan de landschappelijke waarde van De Russchen zelfs worden vergroot. De ecologische waarde van dit gebied kan door middel van agrarisch natuurbeheer in dit gevarieerde landschap versterkt worden. Het huidige tracé van de N381 welke diagonaalsgewijs door de woudontginningsstructuur gaat,
komt te vervallen en de landschappelijke structuur zal daar hersteld c.q. versterkt worden. Een ruime haakse bocht doorsnijdt op de grens van de dekzandrug met het beekdal het kruispunt BalkweglTjabbekamp. Tjabbekamp sluit met bajonetaansluitingen aan op de Balkweg. De Balkweg is van cultuurhistorisch, landschappelijk en recreatief belang. De bestaande wegbeplantingen blijven
hier zoveel mogelijk gehandhaafd en worden deels nog met bosschages aangevuld. Voorgesteld wordt de kruising met de autoweg vorm te geven middels een brugltunnelconstructie. Voor met name (recreatieve) fietsers op de Balkweg is dit aangenamer en sociaal veiliger. De N381 ligt hier ca. 50
centimeter boven het maaiveld. De fietsers zullen hier gebruik maken van een 2-richtingenfietspad.
--.~,,"- . "'.. Onderdoorgang ter hoogte van kruising N381 met 8afkweg-Tjabbekamp I
I i i
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 23
r-
De verbinding tussen Balkweg en Posthuisweg in Donkerbroek wordt voor het langzame verkeer hersteld en de laanbeplanting wordt hier doorgezet. De bestaande 'omgeleide Balkweg' in het
Tjabbekampster beekdal komt hierbij te vervallen hetgeen de ruimtelijke kwaliteit van dit open beekdal het minst geweld aandoet.
Het wegdeel in het beekdalligt parallel aan het Tsjongerkanaal. De weg is daardoor manifest in het open dal aanwezig. Het weglichaam zal in het beekdal hooguit 50 centimeter boven het maaiveld
zijn gesitueerd. Hierdoor wordt aan de ruimtelijke beleving van het dal geen geweld gedaan, mede omdat ook andere wegen (Balkweg en Tjabbekamp) op deze hoogte liggen. In het beekdal voert de weg daarnaast deels over een dekzandrug. Nadelig daarbij is dat een oud
bestaand bosrelict, aan de zuidzijde ervan, voor een klein gedeelte wordt aangetast. De weg zal op maaiveldniveau over deze rug voeren. Het tracé van de weg is zodanig geplaatst dat de landbouw,
met name ten noorden van de weg, goed kan blijven functioneren. De kruising van de weg met de Tsjonger ligt op enige afstand van de bestaande brug. Voorgesteld
wordt deze brug zo open (luchtig) mogelijk te houden waardoor de beleving vanaf het water voor
de recreanten niet teveel verstoord wordt. Langs de Opsterlânske Kompanjonsfeart wordt de deels reeds aanwezige boombeplanting aan de
waterzijde doorgetrokken. Er blijft ruimte over voor het jaagpad.
West en oost alternatieven N381 vanaf de Opsterlânske Kompanjonsfeart
Ook wordt er een fietspad aangelegd. Dit start c.q. eindigt op de grens van de nieuwe bebouwde kom van Donkerbroek (ten zuiden van entree bos Ontwijk). De vaart krijgt daardoor een autonome en meer recreatieve uitstraling. Voorgesteld wordt dat de weg aan de zuidzijde van de sluis ook
langs de vaart wordt gesitueerd. Wel zal men gebruik blijven maken van de aanwezige brug over de Tsjonger.
24 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord
Het voorterrein van Ontwijk kan weer in oude luister hersteld worden zodat de relatie van Ontwijk met de Opsterlânske Kompanjonsfeart en zo mogelijk met de koetsierswoning weer optimaal is.
Voor de entree bij bos van Ontwijk wordt een parkeervoorziening voor de bosbezoekers gemaakt.
i
I
Landschappelijke optimalisering
De houtwallen of bossen op de woud- en heide ontginningen worden op diverse plaatsen nog vergroot waardoor de visuele beleving van de nieuwe weg voor omwonenden minimaal wordt.
De beplantingen langs de Balkweg wordt versterkt met bosaanleg bij het knooppunt met de Tjabbekamp. De zone tussen de weg in het beekdal en het Tsjongerkanaal kan worden ingericht voor natuurontwikkeling.
~_vr;~~~
" I,.
~","';;)i.~ r" r:
r 1"' ro i i (/ril~ t)lLl":i~,~
~ , -tIr¡ r
1111'/ .NY"?e ¥ -11)11' .1 i i,,' ,
Kans om het beekdal van de Tsjonger te versterken in WL alternatief
Voorgesteld wordt op artificiële wijze het moeraslandschap te herstellen, waarbij zo
nodig een
kronkelige beekloop van de Tsjonger wordt gerealiseerd. Deze moeraszone wordt gevoed met
kwelwater en water afkomstig van de Kuunder. Het betekent een wezenlijke uitbreidinglverbreding
van de ecologische hoofdstructuur welke thans als een zeer smalle strook langs het kanaal aanwezig is. Tevens vergroot het op landschappelijk verantwoorde wijze de watercapaciteit. Voor de recreant vormt dit een aantrekkelijk struingebied. Het boscomplexje welke als een relict in het beekdalligt, wordt met vergroting ervan op de dekzandrug versterkt. Aanvulling van dit boscomplex, zoals dit voorheen ook aanwezig was, zal ervoor zorgen dat de identiteit van deze rug toch versterkt wordt. Vanuit lokaal en recreatief belang is het herstellen van de verbinding voor het langzame verkeer ter
plaatse van de kruising de N381 met 't Hoogezand, door middel van een tunnel, gewenst.
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 25
.I
5.2.2 Alternatief West 2 (W2) Algemene tracé beschrijving
De weg voert vanaf het nieuwe ongelijkvioerse kruispunt bij Donkerbroek diagonaalsgewijs door het Tjabbekampster beekdal, het woudontginningsgebied en het landgoed Ontwijk. De huidige
sportvelden blijven gehandhaafd. Het tracé loopt vervolgens door het beekdal parallel aan de Opsterlânske Kompanjonsfeart achter de bestaande bebouwing langs, kruist met bruggen het Tsjongerkanaal en het Bûterheideveld en sluit tenslotte aan op het bestaande tracé.
Landschappelijke inpassing Dit tracé biedt voor Donkerbroek stedenbouwkundige mogelijkheden aan de westzijde van de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Het biedt goede mogelijkheden voor het creëren van een aantrekkelijke entree van het dorp. De inpassing kan plaatsvinden op de dekzandrug. De aansluiting van de Balkweg met 't West wordt omgeleid. De ligging ervan in het Tjabbekampster
beekdal, parallel aan de westelijke oprit van de N381, wordt zo open mogelijk gehouden. De diagonale doorsnijding van de autoweg door het kavel
patroon van de woudontginning en van
het landgoed vindt over de hele lengte plaats. Aan weerszijden van de weg worden grondwallen aangebracht om de visuele invloed en het geluid van het verkeer in het bos te beperken. Het
landgoed wordt in twee delen gesplitst. Een voetgangersbrug in de centrale as van het landgoed verbindt de twee gescheiden delen. De omvang van het landgoed is dusdanig beperkt, dat de cultuurhistorische en gebruikswaarde van het landgoed onaanvaardbaar aangetast wordt. Het
voorterrein van Ontwijk kan weer in oude luister hersteld worden, zodat de relatie van Ontwijk met de Opsterlânske Kompanjonsfeart en zo mogelijk met de koetsierswoning weer optimaal is. Voor de
entree bij bos van Ontwijk wordt een parkeervoorziening voor de bosbezoekers gemaakt. Het gebied in het beekdal tussen de weg en de Opsterlânske Kompanjonsfeart wordt ingericht als
schrale natte graslanden. De toplaag zal hiervoor worden verwijderd. In regenachtige perioden kan dit gebied blank komen te staan. Het biedt in beperkte mate een uitbreiding van de watercapaciteit. De kruising van de weg met de Tsjonger ligt op enige afstand van de bestaande brug. Voorgesteld
wordt deze brug zo open (luchtig) mogelijk te houden, waardoor de beleving vanaf het water voor de recreanten niet te veel verstoord wordt. Langs de Opsterlânske Kompanjonsfeart wordt de deels reeds aanwezige boombeplanting aan de
waterzijde doorgetrokken. Er blijft ruimte over voor het jaagpad. Tevens wordt er een fietspad aangelegd. Dit start c.q. eindigt op de grens van de nieuwe bebouwde kom van Donkerbroek (ten
zuiden van entree bos Ontwijk). De vaart krijgt daardoor een autonome en recreatieve uitstraling.
Voorgesteld wordt dat de weg, aan de zuidzijde van de sluis, ook langs de vaart wordt gesitueerd. Wel zal men gebruik blijven maken van de aanwezige brug over de Tsjonger. Alhoewel de N381 op enige afstand van de Opsterlânske Kompanjonsfeart ligt blijft de visuele en geluidsbeleving van het verkeer aanwezig.
26 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord
-Landschappelijke optimalisering
Vanuit landschappelijk en recreatief belang is het herstellen van de oude verbinding van de Balkweg
met Posthuisweg in Donkerbroek middels een tunnel of een tunnel/brug gewenst. Hiermee wordt voorkomen dat er in het beekdal een te grote opeenstapeling van wegen (omgeleide Balkweg, autoweg en op- en afrit) ontstaat. Bovendien is het voor (recreatieve) fietsers een aantrekkelijke
en veilige route. Het doorgaande autoverkeer zal hierbij voortijdig omgeleid worden, zodat de bewoners van de Posthuisweg hier geen hinder van ondervinden.
Nieuwe situatie Posthuisweg met doortekking op Balkweg in west 2,3 en 4 alternatief Het verdient grote aanbeveling de tweedeling van het landgoed Ontwijk te voorkomen. Bij de keuze voor dit tracé wordt voorgesteld de weg door middel van een geboorde tunnelconstructie
door Ontwijk te leiden. Hierbij is van belang dat het gebied tussen minimaal 3 laanboomassen wordt ondertunneld. Er vindt, ter compensatie, aan zowel de oost- als westzijde van het landgoed enige bosaanplant plaats.
Ten zuidoosten van Ontwijk worden op beperkte wijze houtsingels op het woudontginningsgebied aangebracht. Hiermee wordt het contrast met het open beekdal vergroot.
5.2.3 Alternatieven West 3 (W3) en West 3A (W3A) Algemene tracé beschrijving
In alternatief W3 voert de weg vanaf het nieuwe ongelijkvloerse kruispunt diagonaalsgewijs
door het woudontginningsgebied, het sportveldencomplex en het landgoed Ontwijk. Het loopt
vervolgens door het beekdal parallel aan de Opsterlânske Kompanjonsfeart. De bestaande bebouwing in het beekdal komt te vervallen. De weg kruist met bruggen het Tsjongerkanaal en het Bûterheideveld en sluit tenslotte aan op het bestaande tracé. Alternatief W3A is grotendeels
identiek aan W3, alleen ter plaatse van de sportvelden loopt het tracé iets anders: over de oefenvelden in plaats van over de hoofdvelden. Voor de rest is W3A gelijk aan W3.
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oostervolde-noord 27
,. Landschappelijke inpassing Dit tracé biedt voor Donkerbroek stedenbouwkundige mogelijkheden aan de westzijde van de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Het biedt goede mogelijkheden voor het creëren van een aantrekkelijke entree van het dorp. De inpassing zal plaatsvinden op de dekzandrug. De aansluiting van de Balkweg met 't West wordt omgeleid. De ligging ervan in het Tjabbekampster
beekdal, parallel aan de westelijke oprit van de N381, wordt zo open mogelijk gehouden. De doorsnijding van het sportveldencomplex in W3 maakt de verplaatsing ervan noodzakelijk. Een mogelijke plaats daarvoor is een plaats nabij de ijsbaan. Aangezien het oude wegtracé ten
noorden van het kruispunt Donkerbroek komt te vervallen, is er voldoende ruimte aanwezig voor de sportvelden. De bereikbaarheid naar het dorp is hier optimaaL. In W3A kunnen de hoofdvelden
blijven liggen. Er zal in dat geval ruimte gezocht moeten worden voor de oefenvelden.
De diagonale doorsnijding van de autoweg door het landgoed Ontwijk vindt over de kleinste,
maar cruciale lengte plaats. Het doorsnijdt hier een bosdeel waarin monumentale beuken staan. Het landgoed wordt in 2 delen gesplitst. Een voetgangersbrug in de centrale as van het landgoed verbindt de twee gescheiden delen. De omvang van het landgoed is dusdanig beperkt dat de cultuurhistorische en gebruikswaarde van het landgoed wordt aangetast.
--_. _ .. \j'\.).:i\',~.
West 3a, door bos Ontwijk
Het voorterrein van Ontwijk kan weer in oude luister worden hersteld zodat de relatie van Ontwijk met de Opsterlânske Kompanjonsfeart en zo mogelijk met de koetsierswoning weer optimaal is.
Voor de entree bij bos van Ontwijk wordt een parkeervoorziening voor de bosbezoekers gemaakt.
28 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek.Oosterwolde-noord
--
Alhoewel de N381 hier op enige afstand van de Opsterlânske Kompanjonsfeart ligt, blijft de visuele en geluidsbeleving van het verkeer aanwezig. Het gebied in het beekdal tussen de weg en de Opsterlânske Kompanjonsfeart is smal en wordt
ingericht met een struweelrand. Hiermee vind er een visuele scheiding plaats tussen autoweg en de "recreatieve zone" van de Opsterlânske Kompanjonsfeart. De geluidsbeleving van het verkeer blijft wel aanwezig. De bebouwing in het beekdal is komen te vervallen. Dit vergroot de herkenbaarheid van het daL. De kruising van de weg met de Tsjonger ligt op geringe afstand van de bestaande brug. Voorgesteld
wordt deze brug zo open (luchtig) mogelijk te houden waardoor de beleving vanaf het water voor
recreanten niet te veel een barrièrewerking geeft. Langs de Opsterlânske Kompanjonsfeart wordt de deels reeds aanwezige boombepianting aan de
waterzijde doorgetrokken. Er blijft ruimte over voor het jaagpad. Tevens wordt er een fietspad aangelegd. Dit start c.q. eindigt op de grens van de nieuwe bebouwde kom van Donkerbroek (ten
zuiden van entree bos Ontwijk). De vaart krijgt daardoor een autonome en recreatieve uitstraling.
Voorgesteld wordt dat de weg aan de zuidzijde van de sluis ook langs de vaart wordt gesitueerd. Wel zal men gebruik blijven maken van de aanwezige brug over de Tsjonger. Landschappelijke optimalisering Vanuit landschappelijk en recreatief belang is het herstellen van de oude verbinding van de Balkweg
met de Posthuisweg in Donkerbroek middels een tunnel of een tunnel/brug gewenst. Hiermee wordt voorkomen dat er in het beekdal een te grote opeenstapeling van wegen (omgeleide Balkweg, autoweg en op- en afrit) ontstaat. Bovendien is het voor (recreatieve) fietsers een aantrekkelijke en
veilige route. Het doorgaande autoverkeer zal hierbij voortijdig omgeleid worden, zodat de bewoners van de Posthuisweg hier geen hinder van ondervinden. Er vindt, ter compensatie, aan zowel de oost- als noordzijde van het landgoed enige bosaanplant
plaats. Op het voormalige sportveldenterrein kan bosaanleg gecombineerd worden met "landgoedwonen" . Bosaanleg alhier herstelt de relatie tussen de woning en het parkbos van het landgoed.
Ten zuidoosten van Ontwijk worden op beperkte wijze aanvullende houtsingels in het woudontginningsgebied aangebracht. Hiermee wordt het contrast met het open beekdal vergroot.
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 29
,. 5.2.4 Alternatief West 3 met silvaduct (W3'H)
Algemene tracé beschrijving
Het tracé is conform de eerder beschreven alternatief W3, alleen in Ontwijk wordt de weg deels verdiept aangelegd en deels overkluisd.
Landschappelijke inpassing In grote lijnen is deze gelijk aan die van alternatief W3. Het verschil betreft de gedeeltelijke
ondertunneling van het landgoed Ontwijk. De diagonale doorsnijding van de autoweg door het landgoed Ontwijk vindt over de kleinste, maar cruciale lengte plaats. Het doorsnijdt hier een bosdeel waarin monumentale beuken staan. In dit
deel vindt er op twee plaatsen, ter hoogte van de laanbomenassen, in het bos een ondertunneling plaats.
West 3 Silvaduet
Het beukenbos zal hiervoor grotendeels gekapt en herplant moeten worden. Het landgoed wordt hierdoor op lange termijn in mindere mate in twee delen gesplitst. Geluidsinvloeden van de weg in het bos blijven wel aanwezig.
Landschappelijke optimalisering Indien gekozen wordt voor een geboorde tunneloplossing door het landgoed kan met bijpassende maatregelen t.a.v. de waterhuishouding het bestaande beukenbos gehandhaafd blijven en verdwijnt
de diagonale doorsnijding van het wegtracé en het verkeerslawaai uit het bos. Er vindt, ter compensatie, aan zowel de oost- als noordzijde van het landgoed enige bosaanplant
plaats.
30 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord
I'
5.2.5 Alternatief West 4 (W4) Algemene tracé beschrijving
De weg voert vanaf het ongelijkvloerse kruispunt diagonaalsgewijs door het woudontginningsgebied, het sportveldencomplex en het landgoed Ontwijk. Het loopt vervolgens
door het beekdal parallel aan de Opsterlânske Kompanjonsfeart achter de bestaande bebouwing. De weg kruist met bruggen het Tsjongerkanaal en het Bûterheideveld en sluit tenslotte aan op het
bestaande tracé Landschappelijke inpassing Dit tracé biedt voor Donkerbroek stedenbouwkundige mogelijkheden aan de westzijde van de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Het biedt goede mogelijkheden voor het creëren van een aantrekkelijke entree van het dorp. De inpassing zal plaatsvinden op de dekzandrug. De aansluiting van de Balkweg met 't West wordt omgeleid. De ligging ervan in het Tjabbekampster
beekdaL, parallel aan de westelijke oprit van de N381, wordt zo open mogelijk gehouden. De doorsnijding van het sportveldencomplex maakt de verplaatsing ervan noodzakelijk. Voorgesteld
wordt dit te realiseren nabij de ijsbaan. Aangezien het oude wegtracé, ten noorden van het kruispunt Donkerbroek, komt te vervallen, is er voldoende ruimte aanwezig voor de sportvelden. De bereikbaarheid naar het dorp is hier optimaaL.
De diagonale doorsnijding van de autoweg door het landgoed Ontwijk vindt over de kleinste, maar cruciale lengte plaats. Het doorsnijdt hier een bosdeel waarin monumentale beuken staan. Het
landgoed wordt in twee delen gesplitst. Een voetgangersbrug in de centrale as van het landgoed verbindt de twee gescheiden delen. De omvang van het landgoed is dusdanig beperkt dat de cultuurhistorische en gebruikswaarde van het landgoed aangetast wordt.
Het voorterrein van Ontwijk kan weer in oude luister hersteld worden, zodat de relatie van Ontwijk met de Opsterlânske Kompanjonsfeart en zo mogelijk met de koetsierswoning weer optimaal is.
Voor de entree bij bos van Ontwijk wordt een parkeervoorziening voor de bosbezoekers gemaakt. De terreinen tussen de weg en de Opsterlânske Kompanjonsfeart hebben een beperkte omvang en
zijn niet voor de landbouw bruikbaar. Zij kunnen wel gebruikt worden als paardenweide of voor kleinschalig agrarisch natuurbeheer. Het gebied in het beekdal tussen de weg en de Opsterlânske
Kompanjonsfeart wordt deels ingericht als schrale natte graslanden. De toplaag zal hiervoor worden verwijderd. In regenachtige perioden kan dit gebied blank komen te staan. Het biedt in beperkte mate een uitbreiding van de watercapaciteit. De kruising van de weg met de Tsjonger ligt op enige afstand van de bestaande brug. Voorgesteld
wordt deze brug zo open (luchtig) mogelijk te houden waardoor de beleving vanaf het water voor recreanten niet te veel verstoord wordt.
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 31
r-
Langs de Opsterlânske Kompanjonsfeart wordt de deels reeds aanwezige boombeplanting aan de
waterzijde doorgetrokken. Er blijft ruimte over voor het jaagpad. Tevens wordt er een fietspad aangelegd. Deze start c.q. eindigt op de grens van de nieuwe bebouwde kom van Donkerbroek (ten
zuiden van entree bos Ontwijk). De vaart krijgt daardoor een autonome en recreatieve uitstraling. Voorgesteld wordt dat de weg, aan de zuidzijde van de sluis, ook langs de vaart wordt gesitueerd. Wel zal men gebruik blijven maken van de aanwezige brug over de Tsjonger. Alhoewel de N381 op enige afstand van de Opsterlânske Kompanjonsfeart ligt, blijft de visuele- en geluidsbeleving van het verkeer aanwezig. Landschappelijke optimalisering
Vanuit landschappelijk en recreatief beiang is het herstellen van de oude verbinding van de Balkweg
met de Posthuisweg in Donkerbroek door middel van een tunnel of een tunnel/brug gewenst.
Hiermee wordt voorkomen dat er in het beekdal een te grote opeenstapeling van wegen (omgeleide Balkweg, autoweg en op- en afrit) ontstaat. Bovendien is het voor (recreatieve) fietsers een aantrekkelijke en veilige route. Het doorgaande autoverkeer zal hierbij voortijdig omgeleid worden, zodat de bewoners van de Posthuisweg hier geen hinder van ondervinden. Het verdient grote aanbeveling de tweedeling van het landgoed Ontwijk te voorkomen. Bij de keuze
voor dit tracé wordt voorgesteld de weg door middel van een geboorde tunnelconstructie door Ontwijk te leiden. Hierbij is van belang dat het gebied tussen minimaal twee laanboomassen wordt
ondertunneld. Er vindt, ter compensatie, aan zowel de oost- als noordzijde enige bosaanplant plaats. Op het
voormalige sportveldenterrein kan bosaanleg gecombineerd worden met "landgoedwonen". Bosaanleg alhier herstelt de relatie tussen de woning en het parkbos van het landgoed. Ten zuidoosten van Ontwijk worden op beperkte wijze houtsingels op het woudontginningsgebied aangebracht. Hiermee wordt het contrast met het open beekdal vergroot.
I.
I
I
32 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek.Oosterwolde-noord
5.2.6 Alternatief Oost, met viaduct (0.;°) Algemene tracé beschrijving
De weg volgt vanaf het nieuwe ongelijkvloerse kruispunt bij Donkerbroek het bestaande tracé richting Ontwijk. Een lange viaduct gaat voor Ontwijk langs en steekt de Opsterlânske Kompanjonsfeart over. Vervolgens voert de weg parallel aan de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Met bruggen
wordt vervolgens de Kuunder en de Opsterlânske Kompanjonsfeart gepasseerd en sluit de weg vervolgens aan op het bestaande tracé, ten zuiden van het kruispunt van Oosterwolde-noord.
De bestaande weg langs de Opsterlânske Kompanjonsfeart wordt hervormd tot een lokale ontsluiting met fietspad en de oorspronkelijke verbinding naar Donkerbroek wordt hersteld. Tevens kan er een fietsroute vanaf de Opsterlânske Kompanjonsfeart naar de sportvelden worden gerealiseerd. Landschappelijke inpassing Dit tracé biedt voor Donkerbroek stedenbouwkundig beperkte mogelijkheden aan de westzijde van de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Het biedt beperkte mogelijkheden voor het creëren van een aantrekkelijke entree van het dorp.
De aansluiting van de Balkweg met 't West wordt omgeleid. De ligging ervan in het Tjabbekampster
beekdaL, parallel aan de westelijke oprit van de N381, wordt zo open mogelijk gehouden.
De weg doorsnijdt vervolgens diagonaalsgewijs door de woudontginning. Een lange brug voor Ontwijk schuin over de Opsterlânske Kompanjonsfeart moet ervoor zorgen dat
de oude verbinding langs de Opsterlânske Kompanjonsfeart wordt hersteld en dat het terrein voor Ontwijk zo goed als mogelijk is weer een relatie krijgt met de Opsterlânske Kompanjonsfeart.
, ,~ , " ~~ ..-
,
__r""'
..~ .... "" ..~ ~ ,"1'IØr;.,,~
co'
..' ?
";_'-::: ~~~:.~...... .".
t
l'
. l¡ ,../yi,l;
ic,, Iv_ ~ \ I Ik Ir.. -
",-'. '"i irk..... /'t. .. ~ 11 ;;.~.
Nieuwe situatie oost alternatief met viaduct N387 over Opsterlânske Kornpanjonsfeart
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek~Oosterwolde-noord 33
r-
De verschijningsvorm van een viaduct is echter dermate kolossaal en manifest aanwezig, dat dit
de cultuurhistorische waarde van Ontwijk onaanvaardbaar aantast. Voor de bewoners aan de noordzijde van de weg wordt hun leefklimaat beperkt. Voor de entree bij bos van Ontwijk wordt
een parkeervoorziening voor de bosbezoekers gemaakt.
Nieuwe situatie oostalternatief met viaduct bij rijksmonument Ontwijk
Het gebied in het beekdal, tussen de weg en de Opsterlânske Kompanjonsfeart, wordt ingericht als schrale natte graslanden. Voorgesteld wordt dit, indien mogelijk, ook aan de oostzijde van de autoweg te doen. De toplaag zal hiervoor worden verwijderd. In regenachtige perioden kan dit
gebied blank komen te staan. Het biedt in beperkte mate een uitbreiding van de watercapaciteit. De kruising van de weg met de Kuunder leidt ertoe dat de Kuunder enigszins wordt omgeleid. Reden hiervoor is dat voorkomen moet worden dat de brug
lengte bij een te scheve doorkruising te
lang wordt. Deze omleiding moet wel zo beperkt mogelijk zijn om de esgronden aan de oostzijde van de waterloop zo min mogelijk aan te tasten en om het natuurlijk verloop niet te technocratisch te doen zijn. De uitvoering van deze brug moet analoog zijn aan de brug over het Koningsdiep. De weg kruist de Opsterlânske Kompanjonsfeart en de Nanningaweg door middel van een brug
nabij het knikpunt van de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Voorgesteld wordt deze brug zo open (luchtig) mogelijk te houden waardoor de beleving vanaf het water niet teveel wordt verstoord. Aan
de noordzijde van de Opsterlânske Kompanjonsfeart moet er voldoende toegangsruimte zijn om het achterliggende terrein en het gemaal bij de Kuunder te bereiken. Langs de Opsterlânske Kompanjonsfeart wordt de deels reeds aanwezige boombeplanting aan de
waterzijde doorgetrokken. Er blijft ruimte over voor het jaagpad. Tevens wordt er een fietspad aangelegd. Dit start c.q. eindigt op de grens van de nieuwe bebouwde kom van Donkerbroek (ten
zuiden van entree bos Ontwijk). De vaart krijgt daardoor een autonome en recreatieve uitstraling.
Voorgesteld wordt dat de weg aan de zuidzijde van de sluis ook langs de vaart wordt gesitueerd. Wel zal men gebruik blijven maken van de aanwezige brug over de Tsjonger.
34 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord
--
Alhoewel de N381 op enige afstand van de Opsterlânske Kompanjonsfeart ligt, blijft de visuele en geluidsbeleving van het verkeer aanwezig. I
Landschappelijke optimalisering Vanuit landschappelijk en recreatief belang is het herstellen van de oude verbinding van de Balkweg
met de Posthuisweg in Donkerbroek door middel van een tunnel of een tunnel/brug gewenst. Hier-
mee wordt voorkomen dat er in het beekdal een te grote opeenstapeling van wegen (omgeleide Balkweg, autoweg en op- en afrit) ontstaat. Bovendien is het voor (recreatieve) fietsers een aantrekkelijke en veilige route. Het doorgaande autoverkeer zal hierbij voortijdig omgeleid worden, zodat de bewoners van de Posthuisweg hier geen hinder van ondervinden. Aan de oostzijde van de Opsterlânske Kompanjonsfeart is er een nieuw bos tussen de weg en Donkerbroek gedacht welke een recreatieve functie kan vervullen. Bosaanleg zorgt er eveneens voor dat de doorsnijding van het woudontginningsgebied aanvaardbaarder wordt.
Ten oosten van de Opsterlânske Kompanjonsfeart worden aanvullende houtsingels op het woudontginningsgebied aangebracht. Het beekdal daarentegen wordt open gehouden. Het land-
schappelijke contrast tussen deze twee gebieden wordt hiermee versterkt. Indien het tracé dit mogelijk maakt, zou de oversteek van de weg met de Opsterlânske Kompanjonsfeart nabij Oosterwolde enigszins meer naar het oosten verplaatst moeten worden. Dit levert voor de vaarrecreanten een overzichtelijker en daardoor veiliger beeld op.
5.2.7 Alternatief Oost. met aquaduct (0'-) Algemene tracé beschrijving Tracéverloop is als hierboven omschreven. Dit alternatief bestaat uit de vervanging van het viaduct
bij Ontwijk door een aquaduct
Landschappelijke inpassing De inpassing van een aquaduct biedt veel betere mogelijkheden voor de leefomgeving bij Ontwijk en voor de bewoners van Donkerbroek. Een aquaduct beperkt in ruime mate de visuele hinder.
Tevens zal hiermee de cultuurhistorische waarde van het landgoed Ontwijk veel meer recht worden gedaan. Herstel van de relatie tussen Ontwijk en de Opsterlânske Kompanjonsfeart kan in
hoofdlijnen worden gerealiseerd.
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 35
r-
--," -'- " I
1;1,, \1,1111,,11:1
;r~
I
Oost Aqua, weg vanaf westzijde Opsterlânske Kompanjonsfeart
Nadelig is dat een aquaduct wat betreft de schaalgrootte niet erg passend is bij de vaart, Ontwijk
en het dorp. Een dergelijke grootschalige en betonnen oplossing is daarmee een belangrijke architectonische opgave.
"' /
--_.. "-
~r'
"or
/~
-'
Oost Aqua, weg vanaf oostzijde Opsterlânske Kompanjonsfeart
36 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord
_--.. ..L. ..
.lr...
-5.2.8 Alternatief Bestaand tracé (B) Algemene tracé beschrijving
De weg leidt vanaf het nieuwe ongelijkvloerse kruispunt bij Donkerbroek naar het bestaande tracé richting Ontwijk. De aanwezige bebouwing langs de vaart blijft gehandhaafd. De bestaande weg langs de Opster/ânske Kompanjonsfeart wordt hervormd en zal i.v.m. de verkeerskundige situatie zoveel mogelijk naar de vaart worden opgeschoven. Tussen de weg en de bebouwing langs de vaart ligt de parallelweg. De parallelweg loopt voor Ontwijk langs. Landschappelijke inpassing
Dit tracé biedt voor Donkerbroek stedenbouwkundig beperkte mogelijkheden aan de westzijde van de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Het biedt beperkte mogelijkheden voor het creëren van een aantrekkelijke entree van het dorp.
De aansluiting van de Balkweg met 't West wordt omgeleid. De ligging ervan in het Tjabbekampster beekdal, parallel aan de westelijke oprit van de N381, wordt zo open mogelijk gehouden. Voor Ontwijk zal de bocht van de N381 ruimer zijn dan in de huidige situatie.
Deze ruimte wordt gecreëerd bij het opschuiven van de weg langs de vaart. De bestaande parallelweg zal op de huidige plaats gehandhaafd blijven. Voor de entree bij bos van Ontwijk wordt een
parkeervoorziening voor de bosbezoekers gemaakt. Het profiel van de weg biedt geen ruimte om langs de Opsterlânske Kompanjonsfeart tot een goede landschappelijke inpassing te komen. De aanwezige boombeplantingen aan de zijde van de
Opsterlânske Kompanjonsfeart moeten worden verwijderd. De Opsterlânske Kompanjonsfeart krijgt bij de opschuiving van de weg naar het kanaal toe met een damwandconstructie een harde oever.
Op de damwand wordt, in verband met veiligheidseisen, een geleiderail geplaatst. i
I'
B-a/ternatief vanaf de Opster/ânske Kornpanjonsfeart
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 37
,-
r-
Tussen autoweg en de parallelweg wordt eveneens om deze reden een geleiderail geplaatst. Het gewenste landschappelijke contrast tussen de meer besloten woudontginning en het open beekdal wordt niet bereikt. De recreatieve belevingswaarde vanaf de Opsterlânske Kompanjonsfeart en de leefomgeving voor omwonenden wordt geweld aangedaan. Landschappelijke optimalisering Vanuit landschappelijk en recreatief belang is het herstellen van de oude verbinding van de Balkweg
met de Posthuisweg in Donkerbroek middels een tunnel of een tunnel/brug gewenst. Hiermee wordt voorkomen dat er in het beekdal een te grote opeenstapeling van wegen (omgeleide Balkweg,
autoweg en op- en afrit) ontstaat. Bovendien is het voor (recreatieve) fietsers een aantrekkelijke en
veilige route. Het doorgaande autoverkeer zal hierbij voortijdig omgeleid worden, zodat de bewoners van de Posthuisweg hier geen hinder van ondervinden.
5.2.9 Alternatief "it kin ek oars" (Ikeo)
Algemene tracé beschrijving
De weg leidt vanaf het nieuwe ongelijkvloerse kruispunt bij Donkerbroek naar het bestaande tracé richting Ontwijk. Tussen Ontwijk en Tjabbekamp wordt ten behoeve van het tracé van de N381, de
vaarroute van de Opsterlânske Kompanjonsfeart omgeleid. Het ingesloten deel van de vaart wordt gedempt. De bestaande woningen aan de oostzijde van de vaart komen te vervallen. Ten zuiden van de Tjabbekamp voert de N381 op het bestaande tracé langs de bestaande vaart. De woningen zullen
hier, op één boerderij na, afgebroken worden. Ten westen van de N381 liggen de parallelweg en het fietspad. De parallelweg loopt voor Ontwijk langs. Landschappelijke inpassing Dit tracé biedt voor Donkerbroek stedenbouwkundig beperkte mogelijkheden aan de westzijde
van de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Het biedt beperkte mogelijkheden voor het creëren van een aantrekkelijke entree van het dorp.
De aansluiting van de Balkweg met 't West wordt omgeleid. De ligging ervan in het Tjabbekampster
beekdal, parallel aan de westelijke oprit van de N381 wordt zo open mogelijk gehouden. Nabij Ontwijk wordt de bocht van de N381 zodanig ruim, dat de vaart omgeleid wordt. De relatie tussen het landgoed Ontwijk en de vaart wordt met de vaartomlegging, in cultuurhistorisch
opzicht, geweld aangedaan. De bestaande doorsnijding van het voorterrein van het landgoed blijft gehandhaafd.
38 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord
-i
.".
-~--~ - / ~..'v_ 'ft kin ek oars' ter hoogte van Ontwijk
De koetsierswoning komt, vanwege het benodigde profiel, te vervallen.
Het profiel van de omgelegde weg en vaart wordt zodanig uitgevoerd dat de walconstructie overeenkomt met het bestaande groene profieL. Tussen de weg en de vaart wordt laan
beplanting
aangebracht. Het gebied van de gedempte vaart wordt heringericht. De lokale ontsluitingsweg met fietspad wordt iets in oostelijke richting opgeschoven, zodat er meer ruimte ontstaat tussen de woningen en de weg. Hierbij komt het bestaande deel van de N381 te vervallen. De gedempte vaart wordt ingeplant. Nabij het kruispunt met de Tjabbekamp sluit de N381 aan op het bestaande tracé. De N381, de parallelweg en fietspad zullen in verband met de verkeerstechnische eisen meer westwaarts worden opgeschoven. Hierdoor zullen de bestaande woningen in het beekdal komen te vervallen. De extra
ruimte biedt de mogelijkheid dat de ruimte tussen vaart en N381 zodanig breed is, dat de laanboombeplanting langs de vaart gecontinueerd wordt. Het aanbrengen van een jaagpad langs de vaart is vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen niet gewenst. Het gebied tussen fietspad/ parallelweg en de N381 wordt verbreed en ingericht met een smalle struweelrand. Hiermee wordt er een visuele scheiding tussen autoweg en de lokale ontsluiting bewerkstelligd. De kruising van de N381 met de Tsjonger, door middel van een nieuwe brug op de locatie van de
bestaande brug moet zo open (luchtig) mogelijk gehouden worden, waardoor de beleving vanaf
het water voor de recreanten niet teveel een barrièrewerking geeft. Dit geldt tevens voor de nieuwe brug voor gebruikers van de parallelweg en het fietsverkeer.
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 39
r-
Landschappelijke optimalisering Vanuit landschappelijk en recreatief belang is het herstellen van de oude verbinding van de Balkweg
met de Posthuisweg in Donkerbroek door een tunnel of een tunnel/brug gewenst. Hiermee wordt voorkomen dat in het beekdal een te grote opeenstapeling van wegen (omgeleide Balkweg, autoweg en op- en afrit) ontstaat. Bovendien is het voor (recreatieve) fietsers een aantrekkelijke
en veilige route. Het doorgaand autoverkeer zal hierbij voortijdig omgeleid worden, zodat de bewoners van de Posthuisweg hier geen hinder van ondervinden. Het herstellen van de recreatieve verbinding tussen de parallelweg en de Fruitier de Talmaweg door
middel van een fiets/voetgangerstunnel is gewenst. Hiermee wordt bereikt, dat ook het landgoed Ontwijk en de sportelden vanuit Donkerbroek beter bereikbaar worden.
5.2.10 Alternatief Bestaand tracé, met beperkte snelheid (BOoP)
Algemene tracé beschrijving
De weg leidt vanaf het nieuwe ongelijkvloerse kruispunt bij Donkerbroek naar het bestaande tracé richting Ontwijk. Bij de bocht bij Ontwijk wordt een 80 km/uur regime van toepassing. Langs de vaart wordt dit weer een 100 km/uur regime. Langs de vaart worden alle woningen aan de oostzijde, op één na, afgebroken. Ten westen van de N381 liggen de parallelweg en het fietspad. Landschappelijke inpassing Dit tracé biedt voor Donkerbroek stedenbouwkundig beperkte mogelijkheden aan de westzijde van de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Het biedt beperkte mogelijkheden voor het creëren van een aantrekkelijke entree van het dorp. Op de plaats van het vervallen tracé, ten noorden van het kruis-
punt, is er een mogelijkheid voor het realiseren van een jachthaven. De aansluiting van de Balkweg met 't West wordt omgeleid. De ligging ervan in het Tjabbekampster
beekdaL, parallel aan de westelijke oprit van de N381, wordt zo open mogelijk gehouden.
De bestaande situatie bij Ontwijk blijft grotendeels gehandhaafd. Aanvullende voorzieningen, zoals geleiderails en signaleringsborden, accentueren de doorsnijding van het landgoed extra. De N381 langs de vaart zal in verband met de verkeerstechnische eisen meer westwaarts worden
opgeschoven. Hierdoor zullen de bestaande woningen op de woudontginning en in het beekdal komen te vervallen. De extra ruimte biedt de mogelijkheid dat de ruimte tussen vaart en N381 zodanig breed is dat de laanboombeplanting langs de vaart gecontinueerd wordt. Het aanbrengen van een jaagpad langs de vaart is vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen niet gewenst. Het gebied tussen fietspad/ parallelweg en de N381 wordt verbreed en ingericht met een smalle struweel
rand.
Hiermee wordt er een visuele scheiding tussen autoweg en de lokale ontsluiting bewerkstelligd.
40 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek.Oosterwolde.noord
De kruising van de N381 met de Tsjonger door middel van een nieuwe brug op de locatie van de
bestaande brug moet zo open (luchtig) mogelijk gehouden worden, waardoor de beleving vanaf
het water voor de recreanten niet teveel een barrièrewerking geeft. Dit geldt tevens voor de nieuwe brug voor gebruikers van de parallelweg en het fietsverkeer.
Landschappelijke optimalisering Vanuit landschappelijk en recreatief belang is het herstellen van de oude verbinding van de Balkweg
met de Posthuisweg in Donkerbroek door een tunnel of een tunnel/brug gewenst. Hiermee wordt voorkomen dat in het beekdal een te grote opeenstapeling van wegen (omgeleide Balkweg, autoweg en op- en afrit) ontstaat. Bovendien is het voor (recreatieve) fietsers een aantrekkelijke
en veilige route. Het doorgaand autoverkeer zal hierbij voortijdig omgeleid worden, zodat de
bewoners van de Posthuisweg hier geen hinder van ondervinden. Het herstellen van de recreatieve verbinding tussen de parallelweg en de Fruitier de Talmaweg door
middel van een fiets/voetgangerstunnel is gewenst. Hiermee wordt bereikt dat ook de gebruikers van het landgoed van Ontwijk en de sportvelden vanuit Donkerbroek beter bereikbaar worden.
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 41
rI
I
6. Conclusies Inpassing landschappelijke structuur De alternatieven op het bestaande tracé leiden (uiteraard) tot weinig aantasting van ruimten. Een belangrijk nadeel van deze alternatieven is wel dat ze het autonome karakter en de landschappelijke structuur van de Opsterlânske Kompanjonsfeart aantasten.
Ook geldt dat in deze alternatieven de verkeerskundige voorzieningen nabij Ontwijk ertoe leiden dat de relatie tussen Ontwijk en de vaart in toenemende mate vervreemdt. Het verdwijnen van
bebouwing westelijk van de vaart in met name het heide- en woudontginningsgebied tast de
identiteit aan. Het kunnen doortrekken van de laanbeplanting langs de vaart geeft weliswaar een versterking van de structuur ervan, maar is zeker in variant B, waar een damwandconstructie moet
worden aangebracht, volstrekt onvoldoende om de aantasting van de landschappelijke betekenis van de vaart te verzachten. Het alternatief "It kin ek oars" (Ikeo) tast door de omlegging van de vaart het zelfstandige karakter en deels de landschappelijke structuur nog verder aan. Bovendien ontstaat er daarbij een onbenutte
(rest)ruimte. De bebouwing oostelijk van de vaart gaat hierbij verloren en de waardevolle relatie van het landgoed met de vaart komt verder onder druk te staan. Ook hier geldt, dat het kunnen
doortrekken van de laanbeplanting langs de vaart een versterking van de structuur ervan geeft, maar dat dit volstrekt niet opweegt tegen de consequenties van de verlegging. Van alle alternatieven tast alternatief W1 per saldo het minst de landschappelijke structuren aan. Weliswaar loopt het door een nog kwalitatief waardevol woud- en heideontginningsgebied en door een groot deel van het open beekdal van de Tsjonger, maar het geeft geen grote ongewenste door-
snijdingen, die tot landschappelijke verrommeling leiden. Tegenover de aantasting van de beekdaIstructuur ontstaat de kans om in het beekdal langs het Tsjongerkanaal de ecologische verbindings-
zone structureel te versterken door een verdere vernatting en moerassige invulling, passend bij de
oorspronkelijke situatie. Tevens biedt dit alternatief aanzienlijke kansen op herstel van de oude verbindingen van de Balkweg en de Opsterlânske Kompanjonsfeart met Donkerbroek. Het zelfstandig karakter van de
Opsterlânske Kompanjonsfeart wordt door de herinrichting optimaaL.
Alle overige alternatieven zorgen voor diagonale doorsnijdingen van de diverse landschapstypen waarbij de overige west-alternatieven (W2, W3, W3A, W3sil, W4) tevens het landgoed Ontwijk
ook bij gedeeltelijke ondertunneling (W3sil) aangetast worden, wat pas op zeer lange termijn deels hersteld kan worden. zwaar aantasten. Het landgoed zal
Bij de twee oost-alternatieven (Qvia en oaqua) kan bosaanleg zorg dragen voor een enigszins I. .
aanvaardbare inpassing van het tracé ten oosten van de Opsterlânske Kompanjonsfeart in het woud-
ontginningsgebied. De aantasting van Ontwijk is echter groot, vooral bij de variant met een viaduct.
42 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde.noord
Cultuurhistorische aspecten De belangrijkste cultuurhistorische elementen in het gebied bestaan uit Rijksmonument Ontwijk
in zijn volledige context, de Opsterlânske Kompanjonsfeart, het beekdal van de Tsjonger en de Balkweg en omgeving. Hierbij worden de eerste twee als belangrijkste gezien.
Waardevolle, kenmerkende ensembles Bij Ontwijk gaat het om de cultuurhistorische waarde van landgoed Ontwijk. Het landgoed
Ontwijk ontleent zijn rijksmonumentale status primair aan de erop gelegen woning, die als zeer bijzonder wordt gekarakteriseerd ii 3). Behalve het gebouw, is ook de context waarin het is ontstaan van belang. De ligging van de woning aan de Opsterlânske Kompanjonsfeart
is een zeer bewuste keuze geweest. De woning met de schuur en koetsierswoning werden naar de vaart gericht, waarmee mogelijkheden ontstonden voor een afgewogen tuinaanleg in de Hollandse landschapsstijL. Ook van belang is het terrein achter de woning, dat kenmerkt zich door bosaanleg van verschillende boomsoorten en ouderdom, diverse beukenlanen,
restanten van heidevelden en vennetjes, een doolhof en rijksmonument de Klokkebei. Initiatieven uit Donkerbroek bewerkstelligden dat het bos in het begin van de 20'" eeuw een vrij toegankelijk wandelbos werd. De relatie met het dorp en de recreatieve mogelijkheden
zijn daarmee belangrijke elementen. De Opsterlânske Kompanjonsfeart is vanaf 1785 ten noorden en vanaf 1813 ten zuiden van
Donkerbroek gegraven en heeft daarna jarenlang een belangrijke rol vervuld in het transport
van turf over het water. De vaart is daarmee element waar aan de streek, en zeker ook Donkerbroek, voor een belangrijk deel zijn ontwikkeling heeft te danken. In dat opzicht is het dan ook een zeer belangrijk cultuurhistorisch en ook landschappelijk element. In de loop
der tijd werd de vaart door economische ontwikkelingen steeds minder gebruikt, totdat er vanuit de pleziervaart belangstellng ontstond in de zeventiger jaren van de vorige eeuw.
Aan de vaart bevindt zich een aantal woningen die zijn aangewezen als Jongere Bouwkunst (gebouwd erfgoed dat tot stand is gekomen tussen 1850 en 1940). Tegenwoordig is de vaart
vooral nog van recreatief belang. Het beekdal van de Tsjonger bestaat in het onderzoeksgebied uit een deel van de bovenloop (ten oosten van huidige Opsterlânske Kompanjonsfeart (OKF) en een deel van de middenloop
(ten westen van OKF). In het bovenloopse deel sluit het Grootdiep als zijtak aan op de Tsjonger. In het middenloopse deel bestaan de zijtakken uit het Kleindiep en een beekdal
welke voert vanaf het noordwesten van Donkerbroek (Tjabbekampsterwaterlossing). De
beekdalen fungeerden voornamelijk als hooiland. Op een enkele keileemrug ten noorden
van de huidige Tsjongerkanaal ontwikkelden zich kleine boscomplexen en heideveldjes. De broekbossen en hooilanden in de lagere delen en de heideveldjes werden uiteindelijk veelal
ontgonnen tot grootschalig open weidegebieden. Een restant van de kleine boscomplexen is bewaard gebleven. Na het graven van de vaart, werd in de periode 1826-1888 de sterk
meanderende Tsjonger gekanaliseerd, vanaf de OKF in westelijke richting. In dat kader is het
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 43
,. sluizencomplex van belang en de bijzondere waterbouwkundige oplossing op deze plaats. Met de kanalisatie werd bereikt dat het water van voornamelijk de hoogveengebieden sneller afgevoerd werd. De Tsjonger deed daarbij tevens dienst als transportroute voor de afgegraven turf. Langs het Tsjongerkanaal, tussen Makkinga en Donkerbroek, zijn bij de aanleg ervan, met de vrijkomende baggerspecie, gronddepots (zgn. Tsjongerwallen) ontstaan van enkele
meters hoog. Hier ontstonden in de loop van de tijd bossen met een voedselrijk karakter. Het
(hoog)veen is door het ingrijpen van de mens nu grotendeels verdwenen. Hier liggen de door winderosie ontstane dekzandruggen vrijwel
overal aan de oppervlakte. Keileemafzettingen
uit de laatste ijstijden komen in een groot deel van het gebied zo ondiep in de ondergrond voor (ondieper dan 1,2 meter) dat bodemvorming, hydrologie en landshap er in belangrijke mate door beïnvloed zijn. Elementen van het beekdal, zoals een oud bosrelict op een zandrug aan de noordzijde van het Tsjongerkanaal zijn nog steeds herkenbaar. Recentelijk is een begin
gemaakt met het herstel van de natuurwaarden van de Tsjonger. Een verdere versterking van
de ecologische verbindingszone langs het Tsjongerkanaal geeft kansen voor zowel de natuur als wandelaars en fietsers. Het heide - en woudontginninggebied rondom de Balkweg/Tjabbekamp is door ruil-
verkavelingen de laatste decennia sterk veranderd. De graslanden in de beekdalen, die dankzij de kwel
ook na de kanalisatie van de Tsjonger erg vochtig bleven, zijn veranderd in
goed ontsloten en éénvormige cultuurgraslanden. Ten westen van Donkerbroek zorgde de verbeterde Tjabbekampsterwaterlossing dat dit voorheen moerassige en drassige gebied zodanig drooggelegd werd, dat er voldoende draagkracht ontstond voor het landbouwkundig gebruik ervan. Deze lossing doorsnijdt voor een deel het heideontginningsgebied.
Verdroging door intensieve ontwatering waarbij schoon kwelwater door gebrek aan retentie
snel afgevoerd wordt, vormt hierbij een bedreiging. De akkerbouw bij de woudontginningen en bij de hoogveenontginningen is goeddeels in weidebouw veranderd. Op de esgronden en op de heideontginning ten zuidwesten van Donkerbroek treft men nog wel akkerbouw aan. De Russchen is een oude boerenplaats, waarbij de huidige boerderij behoort tot de Jonge Bouwkunst. De schaalvergroting in de landbouw
en het verdwijnen van het economische nut
van de houtwallen hebben geleid tot het verdwijnen van veel singels en houtwallen.
De alternatieven op het bestaande tracé en Ikeo tasten met al hun verkeerskundige voorzieningen zowel
Ontwijk als de Opsterlânske Kompanjonsfeart in grote mate aan. Bovendien kan met uit-
zondering van Ikeo, de rechtstreekse verbinding naar Donkerbroek niet plaatsvinden. Vanuit cultuur-
historisch oogpunt zij" deze alternatieven dan ook zeer ongewenst. In alternatief WL komen de cultuurhistorische elementen het meest tot hun recht. De alternatieven W2, W3, W3A en W4 doorsnijden Ontwijk en tasten deze in grote mate aan. Indien de weg deels ondertunneld wordt (W3,;i), zorgt de doorsnijding nog steeds voor een aantasting omdat
het monumentale beukenbos hierdoor verdwijnt. Pas op zeer lange termijn wordt dit enigszins aanvaardbaarder. De invloed van de weg blijft echter aanwezig.
44 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord
Wel kan aan de voorzijde de relatie van het huis met de Opsterlânske Kompanjonsfeart worden
I
hersteld. Bij alternatieven W3 en W4 kan ook de relatie tussen woning en bos ter plaatse van de sport-
I
velden hersteld worden. De Opsterlânske Kompanjonsfeart komt in deze alternatieven tot haar recht. I
Het oost-alternatief met viaduct pleegt een te grote inbreuk op Ontwijk en op het aanzicht van Donkerbroek. Het tast met zijn bruggen ook de Opsterlânske Kompanjonsfeart aan. Het oostalternatief met aquaduct maakt het aanvaardbaarder. Hier kan de relatie van Ontwijk met de Opsterlânske Kompanjonsfeart weer goed tot haar recht komen. Wel geldt dat het aquaduct een
ingreep is die niet erg passend is wat betreft schaal en omvang. De Balkweg wordt in alle alternatieven door de N381 doorkruist. Bij WL wordt dit opgelost door de aanleg van en tunnel op de kruising bij de Tjabbekamp. De oude relatie tussen Balkweg en Posthuis-
weg wordt weer hersteld. De oude boerenplaats 'De Russchen" blijft gehandhaafd. Bij W1 is het
tracé wel nabij deze plaats gesitueerd. Bij alle overige alternatieven wordt de Balkweg omgeleid
naar 't West. Hierdoor ontstaat in het "Tjabbekampster" beekdal een optelsom van wegen.
Stedenbouwkundige aspecten Alternatief W1 biedt voor Donkerbroek aan de westzijde van de Opsterlânske Kompanjonsfeart de meeste stedenbouwkundige kansen. De balans tussen oost- en west-Donkerbroek wordt hierdoor verbeterd. De uitbreiding past in de structuur van de woudontginningen. De entree naar het dorp vanaf de N381 kan ook worden geoptimaliseerd. De relatie tussen dorp en land wordt op logische
wijze verbeterd met de herstelde verbindingen langs de Opsterlânske Kompanjonsfeart en van de Posthuisweg met de Balkweg. Het landgoed Ontwijk maakt dan ook meer onderdeel uit van Donkerbroek.
De overige west-alternatieven bieden voor Donkerbroek eveneens stedenbouwkundige kansen, waarbij de entree ook verbeterd kan worden, maar die zijn wel minder dan bij WL. De diagonale
doorsnijding van de weg door het landschap maakt een inpassing binnen de landschappelijke structuur minder mogelijk. De mogelijke verplaatsing van de sportvelden in W3 en W4 naar de noordzijde van 't West sluit aan
op de ijsbaan en is goed en veilig bereikbaar vanuit Donkerbroek. Mogelijkerwijs kan in aansluiting
op de vervallen bocht in de vaart hier een jachthaven gerealiseerd worden. De oost-, Ikeo- en bestaande tracé-alternatieven bieden weinig mogelijkheden voor een evenwichtige uitbreiding aan de westzijde van Donkerbroek en geven eveneens weinig ruimte voor een goede inpassing van de entree van het dorp. Het oost-alternatief met viaduct verstoort bovendien aanzienlijk het leefklimaat voor de direct aanwonenden van Donkerbroek. Bij het oost-
alternatief met aquaduct wordt deze verstoring beperkt. Bosaanleg ten oosten van de Opsterlânske Kompanjonsfeart vergroot de kansen voor dagrecreatie van Donkerbroek. De alternatieven op het bestaande tracé bieden geen mogelijkheden voor een evenwichtige
uitbreiding aan de westzijde van Donkerbroek en geven eveneens weinig ruimte voor een goede inpassing van de entree van het dorp.
Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord 45
i
,. 7. Literatuurlijst . Nota Ruimte
ministerie van V.R.O.M.
. Streekplan Fryslân 2007 provincie Fryslân
. Landschapsbeleidsplan
Eelerwoude . Projectnota/MER N381 provincie Fryslân
Drachten - Drentse grens
. Aanvulling op projeetnota N381 provincie Fryslân
. Huis Ontwijk
drs. Rita Mulder - Radetzky . Voorbeeld uitwerking Balkweg
Grontmij . GKN kaart
Alterra Wageningen . Bodemkaart 11 Heerenveen-oost
(vml. Stiboka) . De Tjonger of Kuinder
E. Koole
(artikel Noorderbreedte) . Landschapsbeleidsvisie
Nieuwland Advies Zuidoost-Fryslân 2001
46 Het landschap voor de N381 trajectdeel Donkerbroek-Oosterwolde-noord