provinsje fryslân provincie fryslân postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25
Provinciale Staten van de Provincie Fryslân Postbus 20120 8900 H M LEEUWARDEN
www.fryslannl provinciefryslan.ni www.ttter.corn/provfryslan
0
Leeuwarden, 29 november 2013 Verzonden, 1 8 DEC. 2013 Ons kenmerk : 01097687 Afdeling Complexe lnfra Projecten Behandeld door : R.J. Huigen /(058) 292 59 42 of
[email protected] Uw kenmerk Bijlage(n) : 1 Onderwerp
: Plan van aanpak Investeringsagenda Drachten Heerenveen
Geachte Statenleden, Tijdens uw vergadering van 3juli 2013 heeft u de Investeringsagenda Drachten Heerenveen vastgesteld. U heeft ons toen ook verzocht om met een plan van aanpak te komen. Middels deze brief bieden we u het plan van aanpak voor de Investeringsagenda Drachten Heeren veen ter kennisname aan, conform het verzoek op 3 juli 2013. Inhoud Wellicht ten overvloede nog heel kort de kern van het programma. We investeren samen met de gemeenten Heerenveen en Smallingerland voor een bedrag van € 91,55 mln in en rond om Heerenveen en Drachten. Aanleiding was het niet-doorgaan van de Spoorlijn Heeren veen Groningen. Het doel van het programma is om de economische structuur van beide gemeenten te versterken. De projecten zijn gericht op onder andere infrastructuur, economie en recreatie & toerisme. Bij de uitvoering van de projecten hanteren we uiteraard alle kaders richtlijnen die van toepassing zijn, zo doen we bij de uitwerking van de projecten een controle op staatssteun. Voor Heerenveen geldt bovendien dat we de projecten in financieel opzicht ook zullen bezien vanuit onze rol als toezichthouder. —
Een voorbeeld van een project op het gebied van infrastructuur is RSP Bereikbaarheid Ge biedsontwikkeling Heerenveen. Het doel van dit project is om de doorstroming op en rondom de A32 te verbeteren om zo onder andere het stadiongebied en het centrum goed bereikbaar te houden. We leggen hiervoor ondermeer een parallelstructuur langs de A32 aan in sa menwerking met gemeente en Rijkswaterstaat. Het project was stil komen te liggen, omdat de gemeente Heerenveen zich genoodzaakt zag om de co-financiering in te trekken. We
1/2
Ons kenmerk: al O9767
provinsj e fryslân provincie fryslân
b
hebben kans gezien om het project in het kader van de Investeringsagenda weer op te pakken. Een van de eerste acties is om het maatregelenpakket samen met de gemeente en Rij kswaterstaat weer tegen het licht te houden om te bepalen welke maatregelen we het beste kunnen uitvoeren.
r
‘4
Een van de eerste projecten die uitgevoerd zullen worden is Quick Win Binnenhaven Drach ten. Doel is om de aan- en afvoer van goederen via Loswal en De Lier te verbeteren. De gemeente is hiervoor al volop in voorbereiding. We rapporteren hierover volgend jaar aan u. In het plan van aanpak geven we aan op welke wijze we het programma de komende vier jaar zullen uitvoeren. We gaan onder andere in op de onderwerpen scope, organisatie, stu ring en rapportage. U krijgt daarmee een goed beeld van onze werkwijze. Uw Staten spelen vanzelfsprekend zelf ook een belangrijke rol in de besluitvorming. Zo zullen eventuele wijzi gingen in het programma aan u worden voorgelegd. PS komende maanden Op korte termijn komen we in ieder geval twee keer bij u terug voor de Investeringsagenda Drachten Heerenveen. Wij zijn voornemens u in april 2014 een begrotingswijziging voor te leggen voor de Investeringsagenda. U kunt dit beschouwen als een financieel-technische handeling die voortvloeit uit de vaststelling van de Investeringsagenda op 3 juli jongstleden door PS. We vragen dan de kredieten aan voor de projecten die u toen heeft vastgelegd. Daarnaast sturen we u in februari / maart een informerende brief over de Investeringsagen da. Doel van de brief is om u in eigen woorden, buiten de reguliere rapportage om, op de hoogte te brengen van de stand van zaken van de Investeringsagenda, zoals ook verwoord in hoofdstuk 5.2 van het plan van aanpak. Voor nu vertrouwen we erop u met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd over de aanpak van de uitvoering van de Investeringsagenda Drachten Heerenveen. Hoog Ged
di
Staten van Frysiân,
den Berg, secretaris
2’ 2
Ons kenmerk: 01097687
Q
Provincie Fryslân
Programmaplan Investeringsagenda Drachten Heerenveen Uitvoering Samenwerkingsagenda’s Smallingerland en Heerenveen
huige64O 29-11-20 13
Inhoud 1. Achtergrond en aanleiding
3
2. Programmascope
4
2.1 De projecten
4
2.2 Planning
6
2.3 Financiële omvang
7
2.4 Financiering
8
3. Organisatie
9
3.1 Positie Investeringsagenda binnen de provincie
9
3.2 Organisatie Investeringsagenda
9
3.3 Relatie met collega-overheden en besluitvorming
10
3.4 Aansturing & Functies
11
3.5 Uren gemeente
13
4. Sturingsfilosofie
15
4.1 Opdrachtgestuurd werken
15
4.2 Projectopdrachten per project (per fase)
16
4.3 Risicosturing op programmaniveau
17
4.4
19
Spelregels voor besluitvorming over wijzigingen
5. Informatie
21
5.1 Rapportages op basis van de P&C-cyclus
21
5.2 Bestuurlijke rapportages op basis van de P&C-cyclus
21
5.3 Managementrapportages
22
5.4 Bijzondere rapportages voor derden
24
5.5 Structurele overleggen
24
6. Thema’s 6.2 Inkoop BIJLAGEN
25 26 28
2
1. Achtergrond en aanleiding Op 18juli 2012 hebben PS Fryslân besloten om te stoppen met de planontwikkeling voor de spoorlijn Heerenveen Groningen (nummer 1007491). Tijdens dezelfde vergadering is een motie aangenomen, waarin het college van GS is verzocht om te komen met een investe ringsplan voor de gemeenten Smallingerland en Heerenveen om hen te compenseren voor het niet-doorgaan van de spoorlijn. Achtergrond van het verzoek is de wens om met het in vesteringsplan de doelen van het RSP te behalen en dit te doen in overleg met de betrokken gemeenten en het relevante bedrijfsleven. Gevraagd is om € 24 min beschikbaar te stellen vanuit de RSP-middelen voor de spoorlijn Heerenveen Groningen en daarnaast op zoek te gaan naar aanvullende middelen. Dit heeft geresulteerd in de Investeringsagenda Drachten Heerenveen. —
—
PS hebben op 3juli 2013 de Investeringsagenda Drachten Heerenveen vastgesteld (num mer 1052749). In lijn met het verzoek, is behalve voor de € 24 mln vanuit de spoorlijn ook besloten om aanvullende budgetten beschikbaar te stellen. Deze middelen zijn afkomstig uit Wurkje foar Fryslân en RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen. Samen met de co-financiering van de gemeente Smallingerland en Heerenveen heeft dit geleid tot een pakket van € 91,55 mln. Besloten is om in het najaar een plan van aanpak ter kennisneming toe te sturen aan PS. De Investeringsagenda omvat de volgende projecten.
1
l{.JIi DRACHTEN
1. lnnovatieomgeving Drachten (Technocampus)
2,0
2. Gebiedsontwikkeling Drachten West (Tussendiepen)
0,1
3. Jaarweg Drachten
0,2
Bereikbaarheid Drachten-Oost
.
4,9
5. Duurzaamheid Drachten (Leerpark)
2,0
6. Bereikbaarheid Drachten: openbaar vervoer
13,0
7. Oostelijke poort merengebied
21 ,5
8. Jerbetering ontsluiting binnenhaven Drachten
1 ,3
HEE RENVEEN
9. Stad van Sport: doorontwikkeling Sportstad en CTO
0,75
10.Economie & Bereikbaarheid H’veen: brug Kanaal
2,5
-
Haskerveen
1 1 Economie & Bereikbaarheid H’veen: verbeteren bereikbaarheid IBF 12. Bereikbaarheidspakket Heerenveen (RSP): verbeteren busstation .
1,5 1 ,2
13. /ersnelling/frequentieverhoging Zwl-Lwd: overweg Rotstergaasterweg H’veen 0,1 14. RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen
30,5
ELDERS
l51wolle- Herfte OTAAL
10,0 91,55
*budget€x miljoen
De looptijd van het programma is vier jaar. Dit houdt in dat projecten vô3r 1januari 2018 in uitvoering moeten zijn. Doelstelling is om de economische structuur van Fryslân en NoordNederland te verbeteren. Op korte termijn is de doelstelling om de Friese werkgelegenheid te stimuleren.
3
2. Programmascope 2.1 De projecten De Investeringsagenda heeft een dynamisch karakter. Dat wil zeggen dat er in de loop van de tijd projecten aan toegevoegd kunnen worden. Dit is logisch, omdat het programma tot doel heeft om de Samenwerkingsagenda’s Smallingerland en Heerenveen uit te voeren. Een goed moment om de scope te wijzigen, is de Kadernota. Per project wordt met de samenwerkende partner(s) een overeenkomst opgesteld, waarin onder andere wordt vastgelegd op welke manier de verantwoordelijkheden zijn verdeeld, wat de scope van het project is en ieders financiële bijdrage. De lnvesteringsagenda bestaat momenteel (2013) uit de volgende projecten. iecten Drachten 1 Innovatleomgevirig Drachten (Technocampus) Kosten € 2,0 mln (waarvan € 1,0 gemeentelijke co-financiering) Inhoud Project is aanvullend op Innovatiecluster Drachten. Gevraagd wordt financiering voor het realiseren van een ‘innovatiehuis’ (fysieke omgeving) waarin een aantal activiteiten kunnen plaatsvinden (incubator, innovatiemakelaar, begelei ding starters). Gebouw is bedoeld als locatie voor de activiteiten van het Inno vatiecluster Drachten. Totale maximale middelen voor dit project en Innovatie usterÇREP-midd&en):€34nn(2+32).___ Uitvoering Gemeente 2. Gebiedsontwikkeling Drachten West Kosten U,1 mln (geen ve rdere financieri n) Inhoud Opwaarderen gebied Tussendiepen. Doel is om initiatieven uit de markt te aciliteren. Gevraagd is ge!d voor haalbaarheidsonderzoek Çontwikkeiplan’) Uitvoering Gemeente
3. Vaarweg Drachten Kosten € 0,2 mln (geen verdere financiering) In houd Gevraagd uit de Investeringsagenda financiering van een haalbaarheidson derzoek. Relatie met Wurkje foar Fryslân is dat in de Kadernota (paragraaf 5.5) wordt gevraagd om € 1 ,3 mln voor de Quick Win Binnenhaven Drachten om het voor- en natransport in de omgeving Loswal/De Lier te verbeteren (o.a. klinkers vervangen voor asfalt). Uitvoering Provincie + gemeente
4. Bereikbaarheid Drachten-Oost Kosten € 4,9 mln (geen verdere financienng) Inhoud Diverse maatregelen om bereikbaarheid voor autoverkeer vanuit het oosten te verbeteren. Totaal voor alle maatregelen: € 30,5 mln. Gevraagd uit IDH: € 25,5 mln. Gehonoreerd: € 4,9 mln (bedrag is ‘rekenkundig’ tot stand gekomen, was over na honoreren andere projecten). In projectplan wordt uitgewerkt welke maatregelen uit gehele pakket prioritair zijn. Dat zal in ieder geval de aanslui pUreterpvaHaatzijn Uitvoering Gemeente + provincie -
—
-
5. Duurzaamheid Drachten (o.a. Leerpark)
4
Inhoud
Uitvoering
Op het leerpark Drachten (kwadrant Splitting/Raai/Leidijk) wordt fors geïnves teerd in nieuwbouw van o.a. ROC Friese Poort (in projecten lijs statenvoorstel 3 juli 2013: € 46 mln). Doel is om duurzaamheidsmaatregelen door te voeren, zodat het BreeamNL-label Excellent’ gehaald kan worden. Gaat hier om een stimulans voor het bouwproject. Daarnaast wordt gedacht om ook andere pro jecten een dergelijke stimulans te geven. De precieze maatregelen worden uit gewerkt in het projectplan. De totale kosten zijn € 3,0 mln (1 ,0 voor gemeente enbedn]ven) Gemeente
6. Bereikbaarheid Drachten: openbaar vervoer Kosten € 13,0 mln (geen verdere financiering) Inhoud Gevraagd is € 17,0 mln, gehonoreerd is € 13,0 mln. Verschil wordt verklaard door parallelstructuur Drachten-Zuid. Gaat hier om reeks maatregelen voor 0Vbereikbaarheid: transferia (Oost en Noord), opknappen busstation, doorstro mingsmaatregelen. Samenwerkingsagenda Smal/ingedand en Bestemming Drachten. Uitvoering Provincie + gemeente
.
7. Oostelijke poort merengebied Kosten € 21,5 mln (waarvan 10 entelijke_co-financierin9 Inhoud In Kadernota is onder Uitvoering SA’s. € 21,5 mln totaal beschikbaar. In de pro jectenlijst van het statenvoorstel gaat het over € 19 mln. Verschil wordt ver klaard door fietsverbinding bij Oudega die nog niet was opgenomen in pro jç ij Uitvoering Provincie + gemeente -
-
8. Verbetering ontsluiting binnenhaven Drachten Inhoud
iPij
fçii)
-
Uitvoering
-
In de Kadernota (5.5) staat de Quick Win Binnenhaven genoemd. Betreft hier een onderdeel van Vaarweg Drachten (zie projectenlijst). Gaat om het verbete ren van het voor- en natransport op Loswal en De Lier (o.a. verbeteren wegdek yçrppijL Gemeente -
-
-
Pïojecten Heerenveen 9. Stad van Sport: doorontwikkeling Sportstad en CTO Kosten € 0,75 mln (waarvan 0,25 gemeentelijke co-financiering) Inhoud Maken van een proeftuin-setting’ voor Friese sporten en snelle/nieuwe spor ten die aansluiten bij onderwijs Fryslân College en Centrum voor Topsport en Onderwijs. Grond is al van gemeente en afgewaardeerd. Totale kosten € 0,75 mln, gemeente co-financiert € 0,25 mln. Locatie: ten zuiden sportstadcomplex Palet/Almalademaweg Uitvoering Gemeente —-
10. Economie & Bereikbaarheid Heerenveen: brug Kanaal Haskerveen Kosten €2,5 mln (waarvangemeenteIijke co-financiering) Inhoud Brug tussen bedrijventerreinen Kanaal en Haskerveen. Kosten geschat op € 2,5 mln, gemeente moet co-financiering nog regelen. Verbetert o.a. aansluiting afvalverwerking De Wierde op haven Heerenveen en (bij-effect:) zorgt voor extra calamiteitenroute voor ijyent&rein Kanaal. Uitvoering Gemeente —
5
11. Economie & Bereikbaarheid Heerenveen: verbeteren bereikbaarheid IBF Kosten t 1.5 mln (waarvan 1 .0 ciemeenteliike co-financiering) Inhoud Verbetert aansluiting TjIIeberd d.ri.v. turborotondes op Pastoriesingel. Van belang voor vestiging zuivelfabrieken. Co-financiering gemeente uit exploitatie IBF. Nauwe relatie met RSP Bereikbaarheid Heerenveen en extra Nuon middelen uit Kadernota. Uitvoering Gemeente 12. Bereikbaarheidspakket Heerenveen (RSP): verbeteren busstation €t2n(geenverderenancn) Inhoud Provincie knapt busstation op, ligt al een concept-plan (zie bijlagen). Geen co financiering. Nauwe relatie met RSP Heerenveen, samenhang via K.R. Poststraat. Kijken hoe maatregelen uit RSP aansluiten (/overlappen) op busstation. eebijpromicie Uitvoering Provincie 13. Versnellinglfreq.verhoging Lwd Zwi: Rotstergaasterweg Heerenveen Kosten €0,1_mjgeenverdereflnaneng) Inhoud Betreft een project uit motie Koopmansmiddelen. Gaat hier om financieren van co-financiering Hveen. Totale kosten ingreep: € 1,5 mln. Inhoud: verbeteren van overwegveiligheid op Zwl-Lwd door op deze overweg de verkeersstromen —
p_a Uitvoering
Provincie
+
ProRail
14. RSP Bereikbaarheid Heerenveen ti Inhoud RSP Gebiedsontwikkeling Bereikbaarheid Heerenveen lag stil, nadat Heeren veen zich genoodzaakt zag om de co-financiering in te trekken. Vanuit de In vesteringsagenda is nu een totaal van € 30,5 mln beschikbaar om de belang rijkste maatregelen uit het project te nemen. De projectgroep zal zich met name —
Uitvoering
Provincie
+
gemeente
+
Rijkswaterstaat
Elders 15. Zwolle_—_Herfte ig Oo F es aand 1 in extra region Ie bjd rage In houd Het project Zwolle Herfte behelst het uitbreiden van de capaciteit van het spoor vlak ten noorden van Zwolle. Deze capaciteit is nodig om een goede dienstregeling van en naar Leeuwarden, Groningen en Emmen te kunnen realiseren. Door aanbestedingsresultaten na de start van het project moet tussentijds de scope worden aangepast. Dit levert extra investeringen op, een extra opgave voor Rijk en regio (tSNN + Overijssel). Fryslân levert een aan deel in de extra regionale bijdrage. De Friese bijdrage is afhankelijk van het resultaat van het overleg dat SNN + Overijssel voeren met de minister. Uitvoering ProRail in overleg met SNN + Overijssel —
2.2 Planning De planning van de investeringsagenda is er op gericht dat de projecten binnen vier jaar uit gevoerd worden. Dat betekent dat de projecten vr 1januari 2018 in uitvoering moeten zijn. Een gedetailleerde planning zal in de afzonderlijke projectplannen worden opgenomen. Hieronder is voor het programma als geheel weergegeven hoe de globale planning uitmondt in een kasritme. Op basis van de inschatting in projectfasen is ingeschat hoeveel per jaar
6
wordt uitgegeven. Er is een verdeling gemaakt per gemeente en Zwolle weergegeven.
—
Herfte is apart
€ 30.000.000 € 25.000.000 € 20.000.000 1 Zwolle
€ 15.000.000
-
Herfte
• Heerenveen • Smallingerland
€ 10.000.000 € 5.000.000 €0 2014
2015
2016
2017
2018
2.3 Financiële omvang In de Investeringsagenda zit voor € 91,55 mln aan projecten. Onderstaande tabel laat zien hoe de verdeling over de projecten is, hoeveel co-financiering er is van Smallingerland en Heerenveen.
11,4
20,2
13,4
45,C
IDRACHTEN 1. lnnovatieomgeving Drachten
1,0
3. }‘Jaarweg Drachten
0,2
0,2
1. IBereikbaarheid Drachten-Oost 5. IDuurzaamheid Drachten (Leerpark)
,9
I9
3. IBereikbaarheid Drachten CV 7. Oostelijke poort merengebied
1,0
1 ,0
2,0
1 ,0
2,0
13,0
13,0
3. 1 Jerbetering ontsluiting binnenhaven
10,75
10,75
21,5
0,65
0,65
1 ,3
15,0
19
[HEERENVEEN
9. Doorontwikkeling Sportstad en CTO 0,5
2,25
36,5f 0,75
1,5
0,25 1,0*
11.verbeteren bereikbaarheid IBF
0,5
1,0
1,5
12.RSP H’veen verbeteren busstation
1,2
1,2
l3fBijdrage Overweg R’gaasterweg
0,1
;o,i
14RSPBereikbaarhdGOH’veen
15,5
lo.[Brug Kanaal
LDERS
-
Haskerveen
:15,0 10,0
2,5
j305 1O,(
7
15BijdrageZwoiie-Herfte
[1 00 TOTAALJ
*
J
26,4
49,
15,65
91,5
gemeentelijke co-financiering nog niet rond
Projectmanagernent Voor de aansturing van het programma als geheel en de projecten binnen het programma reserveren we voor de looptijd van vier jaar ongeveer € 700.000,- (< 1% van het totaal). De ze middelen worden gebruikt om de kosten voor het programmamanagement te betalen. Zie voor de functies hoofdstuk 3. Kasstroom In 2.2 is globaal weergegeven wat het kasritme van het programma is. Er zijn verschillende manieren om om te gaan met de provinciale middelen die voor de investeringsagenda be schikbaar zijn. Per project zal worden bepaald op welke manier we de middelen het beste kunnen besteden. Dit gebeurt in overleg met de gemeenten. Er zijn twee uitersten denkbaar met daartussen een aantal varianten. In het ene geval voert de provincie het project uit. Dit houdt in dat Fryslân opdrachtgever is en aanbesteed. Vanzelfsprekend volgens alle wetten, regels en procedures die hiervoor gel den binnen de provincie en daarbuiten. De provincie zorgt in dit geval voor het projectmana gement. Indien nodig kan de gemeente bij de provincie declareren. In het andere geval levert de provincie een financiële bijdrage aan een project dat de gemeente uitvoert. Aan de bijdra ge ligt een overeenkomst/regeling ten grondslag. Nogmaals, per project zal samen met de gemeente bekeken worden welke financierings vorm juridisch, fiscaal en anderszins het meest praktisch is en het beste bij de aard van het project past. Gekeken zal worden naar onderwerpen als BTW-compensatie, eenduidigheid en de hoeveelheid administratie. Dit zal worden opgenomen in een overeenkomst.
2.4 Financiering De € 91,55 mln voor de Investeringsagenda Drachten Heerenveen is verdeeld over de vol gende financieringsbronnen: • Regiospecifiek Pakket Noord-Nederland (RSP) € 49,5 mln • Wurkje foar Fryslân € 26,4 mln • Gemeentelijke financiering 15,65 mln -
-
—
8
3. Organisatie 3.1 Positie Investeringsagenda binnen de provincie Binnen de provincie Fryslân functioneert de Investeringsagenda op dezelfde manier als een project binnen het programma Complexe lnfraprojecten (CIP). Zoals een groot infrastructu reel project, bijvoorbeeld De Haak om Leeuwarden of de N381, bestaat uit deelprojecten, bestaat het programma Investeringsagenda Drachten Heerenveen uit projecten. De Investe ringsagenda kent een eigen (compacte) koepelorganisatie, maar is georganiseerd vanuit CIP. Doel van de koepelorganisatie is om de voortgang van de Investeringsagenda te bewaken. Dit gebeurt door te sturen op tijd, geld en kwaliteit van het programma. In principe is de aan sturing van de projecten voor de projectmanagers/-leiders.
Divisie Uit voering
Streekwurk (i.o.)
Overig -
Koopmans
SA H’veen
SA Smal lingerland
1
a
4,
0 1restèringsaenda Drachten Heerenveen
3.2 Organisatie Investeringsagenda De Investeringsagenda functioneert als een programma binnen Complexe lnfra Projecten. Bestuurlijk opdrachtgever is de stuurgroep. De stuurgroep functioneert niet met mandaat van de gemeenteraden en PS en besluit over wijzigingen in scope, tijd en geld binnen het programma. De stuurgroep adviseert over financiële en inhoudelijke scopewijzigingen van de Investeringsagenda. De besluiten kunnen worden gezien als overeenstemming tussen pro vincie en gemeenten en een advies aan PS of gemeenteraad. De stuurgroep bestaat uit: • Sietske Poepjes, gedeputeerd Fryslân (voorzitter) • Tjeerd van Bekkum, burgemeester Smallingerland • Siebren Siebenga, wethouder Heerenveen secretaris: Robert Huigen, frequentie: 2 â 3 x per jaar NB. Mocht na verloop van tijd blijken dat het mogelijk en doelmatig is om de stuurgroep op te laten gaan in een andere stuurgroep die al binnen de regio actief is, dan zal bekeken worden of deze stuurgroep nog wel zelfstandig door moet gaan.
9
Ambtelijk opdrachtgever is de regiegroep. De regiegroep bewaakt op programmaniveau de voortgang en rapporteert aan de stuurgroep en de gemeenteraden en PS. Daarnaast advi seert de regiegroep aan de stuurgroep. De regiegroep bestaat uit: • Sieds Hoitinga, Fryslân (voorzitter) • Evert Visser, Smallingerland • Haaije Jorritsma, Heerenveen • Akke Groenewoud, VNO-NCW • Age Kramer, Streekwurk • Peter Kroeze, programmamanager 1 nvesteringsagenda Drachten Heerenveen • Robert Huigen, programmasecretaris frequentie: 1 x per 4 â 6 weken Per project (of cluster van projecten) wordt een projectgroep samengesteld. De project groep is verantwoordelijk voor de uitvoering van het project binnen tijd en geld, vanaf voorbe reiding tot en met de oplevering. De projectgroep rapporteert aan de regiegroep. Per project wordt een projectplan opgesteld met aandacht voor in ieder geval de aspecten tijd, geld, kwaliteit, risico’s en organisatie/verantwoordelijkheden. Een format voor de projectplannen is te vinden in de bij lagen. Er wordt voor het programma als geheel een externe bestuurlijke klankbordgroep opge richt. Hierin heeft het maatschappelijk middenveld zitting. Gedacht wordt aan VNO-NCW, Ondernemerskring Heerenveen, Ondernemersvereniging Drachten (Ta Wolfeart), gemeente Heerenveen, gemeente Smallingerland, Provincie Fryslân. Indien nodig wordt een voorbe reidend ambtelijk overleg georganiseerd. Frequentie: 1 x per jaar. Er wordt een provinciale klankbordgroep opgericht die periodiek bij elkaar komt. Reden is dat op het moment van het schrijven druk wordt gewerkt aan het integreren van enkele pro gramma’s en agenda’s. Het gaat dan om Wurkje foar Fryslân (NUON-middelen), de streekagenda’s de samenwerkingsagenda’s en Friese Meren Project. Via de klankbordgroep waarborgen we dat de Investeringsagenda Drachten Heerenveen (als uitvoering van de Sa menwerkingsagenda’s Smallingerland en Heerenveen) goed aangesloten blijft bij de andere programma’s. Zodra een werkwijze is ontwikkeld voor de uitvoering van en afstemming tus sen bovenstaande programma’s, zal de klankbordgroep opgaan in de structuur die dan is ontwikkeld voor het waarborgen van de onderlinge samenhang en samenwerking. De provinciale klankbordgroep bestaat uit: • vertegenwoordigers van de relevante programma’s (o.a. Age Kramer, Bram Huisman) • Sieds Hoitinga, programmamanager CIP • Peter Kroeze, programmamanager IDH • Robert Huigen, programmasecretaris IDH Frequentie: 2 â 3 x per jaar Er wordt een gemeentelijke klankbordgroep opgericht om ook aan gemeentezijde intern te coördineren. De invulling van de groep en frequentie van de vergaderingen is aan de ge meente.
3.3 Relatie met co1k
en besluitv
Hieronder is de besluitvorming, zoals in 3.2 omschreven schematisch weergegeven. Dit geeft ook inzicht in de relatie tussen Fryslân en Smallingerland en Heerenveen. Rij kswater staat speelt op projectniveau een belangrijke rol als wegbeheerder (met name in het project RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen). Zij zijn niet opgenomen in de stuur groep.
10
• B&W Hee renveen
4
Sftiurgroep 1
prov. klank bordg roep
Ii
Programma nisatie
Project groep B
rw Project gröep C
Project groep D
34 Aanstur Ing & Functies Voor het uitvoeren van de organisatie, zoals in dit hoofdstuk beschreven, wordt een klein team van provinciale medewerkers ingezet: de staf van het programma. Het gaat dan om een programmamanager, secretaris, adviseur beheersing, ondersteuner, communicatieme dewerker en secretaresse. Alle functies zijn parttime om de kosten laag te houden. Daar naast wordt gebruikgemaakt van een programmacontroller, projectcontroller en overige amb telijke ondersteuning, deze drukken in beginsel niet op het budget voor de Investeringsagen da. Dit geldt ook voor reguliere ondersteuning voor zover het algemene taken van de provin cie zijn (zie ‘Ambtelijke ondersteuning’). Het gaat hier niet om de personele bezetting van de individuele projecten. Die wordt inzichte lijk gemaakt in de projectplannen. Dit gaat over de aansturing en beheersing van het pro gramma als geheel. Functies voor aansturing programma investeringsagenda Drachten Heerenveen Fur
Proramm arnanagerinvesteringsagenda Secretaris Communicatieadviseur Programmaondersteuner Secretaresse -—--
Programm manage RSP
Ambtelijke ondersteuning
Naam
Peter Kroeze Robert Huigen Vacature Vacature Miriam Kahmann Arjefl Van EsschOt
iedsHoiting Esther Wierd Diverse
0,1 Ntb
r Ntb 0,1 006
j_-
11
Program marnanager RSP De programmamanager RSP (Sieds Hoitinga) fungeert als ambtelijk opdrachtgever voor de programmamanager Investeringsagenda. De programmamanager is inhoudelijk en hiërar chisch eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de Investeringsagenda binnen de kaders van de opdracht van GS. Declareert geen uren op de Investeringsagenda. Programmamanager Investeringsagenda De programmamanager Investeringsagenda Drachten Heerenveen (IDH) (Peter Kroeze) is ambtelijk opdrachtnemer. De programmamanager IDH is verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van het programma en rapporteert voortgang, eventuele afwijkingen en risico’s aan de programmamanager RSP. In die zin is de functie van programmamanager IDH ver gelijkbaar met die van projectmanager Complexe Projecten. De programmamanager levert de rapportage voor de stuurgroep aan de regiegroep. Inzet: 0,1 fte Projectcontroller De projectcontroller wordt vanuit FP&C (cluster projectbeheer) toegewezen aan het project. Hij houdt toezicht en ondersteunt de projectorganisatie bij de financiële afwikkeling van het project.
De projectcontroller • Levert de financiële gegevens en (stuur)informatie voor de bestuurlijke en voort gangsrapportages. • Toetst bestuurlijke rapportages en voortgangsrapportages, alle PS- en GS-stukken en eventuele andere interne en externe verantwoord ingsrapportages. • Is verantwoordelijk voor de correcte verwerking van financiële gegevens in de pro jectadministratie, de centrale financiële administratie en de provinciale begroting. • Ondersteunt de programmamanager IDH bij het schrijven van de financiële onderde len in het programmaplan. • Zorgt voor de aansluiting tussen FP&C en de Investeringsagenda DH: o Maakt gebruik van / past methodieken toe van cluster projecten (FP&C) o Houdt zich aan de financiële beleidsregels van FP&C en stemt af met cluster beleid bij afwijkingen • Houdt toezicht op het proces van projectbeheersing en dan vooral: o rechtmatigheid (m.n. aanbesteden) o naleving van mandaatregeling, AO en eventuele aanvullende spelregels. o scope, planning, prognoses en risico’s • Rapporteert hierover aan de programmamanager (evt. projectleider) en informeert de programmacontroller RSP aangaande de RSP-projecten. • Geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de programmamanager IDH (evt. project leider) en de programmamanager RSP over bovenstaande aspecten. Bij escalatie rapporteert de projectcontroller aan de programmamanager RSP. Declareert geen uren op de Investeringsagenda. Functies in de staf van de Investeringsagenda In de staf van de Investeringsagenda zijn de volgende functies opgenomen. • Programmasecretaris Ondersteunt de programmamanager IDH en neemt mogelijk deel aan projecten. Inzet: 0,5 fte • Secretaresse / Managementassistente Inzet: 0,1 fte • Adviseur beheersing.
12
Een bijzondere positie wordt ingenomen door de adviseur beheersing. De functie is gericht op de plan-economische aspecten en de bijbehorende beheersmatige pro cessen in het programma. De functie is nadrukkelijk niet gericht op financieeladministratieve za ken. De medewerker ondersteunt en adviseert de programmamanager en de programma controller bij: o de kaderstelling door middel van de projectopdrachten, o de beheersing van de aspecten tijd, geld, scope, en risico’s. o ontwikkelen en implementeren van werkprocessen o de beoordeling van de voortgangsrapportages, o het consolideren van de beheersaspecten tot het programmaoverzicht ten be hoeve van de programmasturing en rapportages. Inzet: 0.06 fte (80 uur pljaar) Ambtelijke ondersteuning De organisatie van de Investeringsagenda en de projectorganisaties van de individuele pro jecten worden ondersteund vanuit de provinciale (en gemeentelijke) lijnorganisatie. Belang rijk hierin de volgende aandachtsgebieden: • Beleidsafdelingen • Inkoop • Afdeling Vastgoed • Inkoop • Personeelszaken • ICT • Archief • Juridische zaken
Daarnaast is er een provinciaal kwaliteitsteam opgezet dat de projecten ondersteunt en toetst. Dit betreft de gebieden: • Ecologie • Landschappelijke inpassing • Verkeerskunde • Cultuurhistorie • Archeologie • Water Verrekening van uren. Uitgangspunt is dat uren die gemaakt worden voor advisering en/of kwaliteitstoetsing vanuit de reguliere taken van de betreffende afdeling, ook voor rekening van de afdeling blijven. Direct toewijsbare uren, op verzoek van de programmamana ger/projectleider ten behoeve van concrete producten, kunnen wel worden doorbelast aan het betreffende project. Vooraf moeten dan afspraken gemaakt worden over de kosten en de goedkeuring / doorbelasting van de uren. Externe inhuur Wanneer voor de projecten expertise benodigd is die niet (tijdig) beschikbaar is binnen de provinciale of gemeentelijke organisaties wordt extern geworven. Dit wordt uiteraard gedaan binnen de kaders van rechtmatigheid en provinciaal beleid.
3.5 Uren gemeente De gemeentelijke uren voor (de voorbereiding van) stuurgroep en regiegroep zijn voor kos ten van de gemeente. Over de uren die medewerkers van de gemeente maken buiten de reguliere gemeentelijke taken om worden per project afspraken gemaakt.
13
14
4. Sturingsfilosofie Voor het programma 1 nvesteringsagenda Drachten Heerenveen geldt de sturingsfilosofie zoals deze in 2003 op hoofdlijnen is beschreven door Twynstra Gudde, aangevuld met pro gramma-aspecten. De sturingsfilosofie gaat uit van: • Opdrachtgestuurd: bestuurlijke besluitvorming over projectopdrachten. • Projectopdrachten per project (per fase) • Risicosturing op programmaniveau • Spelregels voor besluitvorming over projectwijzig ingen Het algemene uitgangspunten is dat belangrijke wijzigingen met financiële consequenties worden voorgelegd aan Provinciale Staten. In de onderstaande paragrafen is dit uitgewerkt.
4.1 (
dwerken
De opdrachtgever geeft een projectopdracht aan de opdrachtnemer. Hierbij krijgt de op drachtnemer de mogelijkheid om binnen de kaders van de opdracht en het mandaat zelf standig beslissingen te nemen. Het opdrachtgestuurd werken geldt op alle niveaus. 1. Stuurgroep aan de ambtelijk opdrachtgever (=programmamanager IDH). Dit is het bestuurlijk besluit. 2. Programmamanager aan de projectleider. Dit is de projectopdracht. 3. Voor de beheersing van de individuele projecten kan de projectleider eventueel inter ne projectopdrachten formuleren. Daarnaast geeft de projectleider opdrachten aan externe opdrachtnemers zoals aannemers en ingenieursbureaus. Het beheer van deze opdrachten valt buiten de scope van dit document, maar wordt behandeld in de te maken individuele projectplannen die worden opgesteld volgens het format in de bij lagen. De projecten worden bijgestuurd als in de voortgangsrapportage afwijkingen van de project opdracht! bestuurlijk besluit worden gerapporteerd.
15
Bestuurlijk opdrachte ver PSIGS
t Programma manager RSP
t
,ir
Programma manager DH
t
1
projectleider
De programmaopdracht van de programmamanager RSP aan de programmamanager IDH is gebaseerd op de bestuurlijke besluitvorming van het project en omschreven in voorliggend programmaplan. De programmamanager IDH formuleert projectopdrachten voor de projectleiders van de indi viduele projecten van de investeringsagenda. De opdracht bestaat standaard uit twee onderdelen: • Faseproductie: te leveren producten en te nemen besluiten met bijbehorende produc tenplanning en werkbudget. • Projectkader zoals vastgelegd in het projectplan. De projectleider is ervoor verantwoordelijk dat het project gerealiseerd wordt binnen de in de projectopdracht vastgelegde referenties. De projectleider rapporteert (verwachte) afwijkingen aan de programmamanager.
42 Projectopdrachten per project (per fase) De Investeringsagenda Drachten Heerenveen bestaat uit een mix van projecten, sommigen bijna uitvoeringsgereed, anderen zijn een haalbaarheidsonderzoek. De provinciale sturing van de projecten is vooral op tijd en geld. De projecten moeten binnen vier jaar en binnen budget gereedkomen. De gemeente zal op de meeste projecten vooral op de inhoud sturen. Uitzondering vormen de projecten die geen of niet louter een gemeentelijk karakter hebben, bijvoorbeeld Zwolle Herfte (is een bijdrage) en RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen. —
De opdrachtverlening voor de projecten is afhankelijk van de omvang en complexiteit ervan. Bij een haalbaarheidsonderzoek is de opdrachtverlening vanzelfsprekend veel eenvoudiger dan voor RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen. Voor de kleine projecten geldt dat kan worden volstaan met een memo waarin kort de op dracht wordt omschreven. Voor RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling wordt gefaseerd opdracht gegeven. Bij iede re faseovergang behoort een PS-besluit. Het project doorloopt de standaardfasering voor grote projecten binnen Complexe lnfra Projecten:
16
o o o
o
Initiatief (verkenning) Planstudie (planfase,planuitwerkingsfase) Realisatie (= engineering + uitvoering) Overdracht Planstudie besluit PSIGS
Realisatie besluit PSIGS
Besluit PSIGS
T
T
TBPIP,.. 1
L
-,
I
Besluit
Be5luit
Besluit
Project te Pegamma.
P,r,jnct te Po9rtmma
PrOent en Pog..m’n
Voor de projecten tussen deze twee uitersten in kan een opdracht voor het gehele project worden gegeven. Hiervoor wordt een projectplan gemaakt.
43 Risicosturing op programmaniveau Door de omvang van de onderliggende projecten, zou het programma kunnen fungeren als haar eigen verzekeringsmaatschappij. Hierbinnen kunnen mee- en tegenvallers elkaar com penseren. Echter, vanwege de complexe financieringsstructuur (middelen uit verschillende bronnen) en de spelregels voor budgetverschuivingen, is er geen ‘centrale risicoreservering’ op programmaniveau. Alle risicoreserveringen zijn gebudgetteerd en opgenomen in de projectbudgetten in de post ‘projectonvoorzien’. De projectleiders zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor de be heersing van deze post in hun project en rapporteren daarover aan de programmamanager. Op programmaniveau worden vervolgens de risico’s en de daarvoor beschikbare budgetten van alle projecten geconsolideerd en aangevuld met de risico’s op programmaniveau. Hier mee ontstaat een beeld van de risico’s over het totale programma. Op basis van dit totale beeld adviseert de programmamanager aan de stuurgroep, GS en eventueel PS over het compenseren van mee- en tegenvallers tussen projecten. In de volgende paragrafen is deze aanpak verder uitgewerkt. Ook voor de risico’s geldt dat het principe in meer of mindere mate op grotere en kleinere projecten toepasbaar is. De basis: ‘ ng op projectniveau De projectleider is verantwoordelijk voor de risicoprognose op de post onvoorzien.
De projectleider heeft mandaat om: Positieve aanbestedingsresultaten toe te voegen aan budget ‘projectonvoorzien’. Opgetreden, maar benoemde risico’s te onttrekken uit budget ‘projectonvoorzien’.
o o
17
Pas als het beschikbare budget voor onvoorzien hoger is dan de actuele prognose, is sprake van meevallers. De stand van zaken op de post ‘projectonvoorzien’ is onderdeel van de risicoparagraaf van de projectrapportage. Als er ruimte is in de post ‘projectonvoorzien’, kunnen de projectleider en de programmama nager gezamenlijk besluiten om budget uit de post ‘projectonvoorzien’ over te hevelen naar de post ‘besteedbare meevallers’. Dit budget blijft binnen het project, maar is gelabeld als ‘besteedbare meevaller’ en valt vervolgens onder de verantwoordelijkheid van de program mamanager. Voor dit budget zijn drie opties: o Het kan gehandhaafd blijven op het project als het risicoprofiel nog erg onnauwkeurig is. Dit geldt met name voor de projecten in de vroege fase. o Het kan worden teruggegeven aan de projectleider, als extra risico’s zijn opgetreden (die niet vanuit de post ‘projectonvoorzien’ kunnen worden opgevangen) o De projectmanager kan aan de stuurgroep adviseren het budget te gebruiken voor com pensatie van eventuele tegenvallers op andere projecten. (Zie stap 3 van deze paragraaf, e.e.a in samenhang met de afspraken met de partners). o Eventueel kan de ruimte terugvallen als besteedbare ruimte binnen de provinciale begro ting. Stap 2toevoegenr; Als tweede stap worden ook de risico’s op programmaniveau toegevoegd.
De belangrijkste financiële risico’s en beheersmaatregelen op programmaniveau zijn: • Markt • De som van de projectrisico’s. In het programmarisicoregister worden deze risico’s gekwantificeerd. Bij de eerste stuur groepvergadering zullen de programmarisico’s aan de orde worden gesteld. Stap 3: advies op preï: Voor iedere voortgangsrapportage worden de actuele risicoprognoses van de verschillende projecten geconsolideerd op programmaniveau.
De risico-indicator
=
som proiectbudgetten onvoorzien en besteedbare meevallers som van de projectrisico’s + programma-risico’s
Als de indicator: o kleiner is dan 1: dan is op programmaniveau de som van de risico’s groter dan het risicobudget. Dit betekent dat de projectmanagers en de programmamanager maat regelen moeten treffen. o gelijk is aan 1: dan is op programmaniveau de som van de risico’s gelijk aan het daarvoor beschikbare budget. o groter is dan 1: dan is op programmaniveau de som van de risico’s groter dan het daarvoor beschikbare budget. -
—
—
—
-
-
In alle gevallen zijn er waarschijnlijk projecten met meevallers en projecten met tegenvallers. Als de indicator groter of gelijk is dan 1, is er financiële ruimte om mee- en tegenvallers te compenseren.
18
Deze analyse is de basis voor een advies van de programmamanager IDH (in overleg met de programmamanager RSP) aan GS om eventuele mee- en tegenvallers te compenseren door middel van een budgetverschuiving. De voorwaarden hiervoor zijn: o Er moet voldoende budget beschikbaar zijn in de projectposten besteedbare meeval lers’ o Het moet mogelijk zijn binnen de voorwaarden van financiers en subsidieverstrekkers o Het moet mogelijk zijn binnen de provinciale spelregels (bijvoorbeeld over het schui ven tussen investeringsbudgetten en exploitatiebudgetten) o Besluitvorming conform spelregels projectwijzigingen (GS / PS) Een budgetverschuiving tussen projecten is een projectwijziging. In de volgende paragraaf is beschreven wie gemandateerd is om dergelijke financiële projectwijzigingen goed te keuren.
4.4
Spelregels voor besluitvorming over wijzigingen
Afwijkingen van de projectopdracht worden zoveel als mogelijk vermeden. Echter, de pro jecten zijn gehonoreerd op basis van een relatief grove raming. De kans op afwijkingen neemt daardoor toe. In onderstaande tabellen is binnen het programma lnvesteringsagenda Drachten Heeren veen besluitvorming vastgelegd per type wijziging. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen projecten waarbij provinciale infrastructuur wordt gerealiseerd en projecten waarbij infrastruc tuur voor of namens andere publieke partijen wordt aangelegd. Besluitvorming over projecten voor provinciale infrastructuur: X = besluit 0 = informeren Type wijziging
PS
Herprioritering van projecten of projectonderdelen. Scopewijzigingen met functionele en /of financiële en / of ruimtelijke consequenties. Bijbestellingen van derden met aanvullende financiering zonder gevolgen voor planning en risicoprofiel Kleine scopewijzigingen bij uitwerken ontwerp zonder functionele en financiële en ruimtelijke consequenties, die kunnen wor den opgevangen binnen de post onvoorzien Verschuiving van budget en financiering tussen projecten via de post besteedbare meevallers.
X
GS
progr. man. IDH
project leider
0
X
X
X
X 0
X
;__._._
b) Overige projecten Verschuiving van budget binnen het project naar de post besteedbare meevallers. Verschuiving van budget binnen het project uit de post besteedbare meevallers. Verschuiving van budget binnen het project van en naar de post projectonvoorzien. Verschuiving van planning voor ingebruikname van infrastructuur / gereedkomen project Verschuiving in planning van bestuurlijke besluitvorming.
X X 0 0
X
0
X
X
19
Verschuiving van overige in de projectopdracht gedefinieerde mijlpalen. Planningsverschuiving binnen de mijlpalen (productenplanning)
X X
Besluitvorming over projecten voor infrastructuur van derden: X 0
= =
besluit informeren
Type wijziging
Scopewijzigingen op verzoek van en met aanvullende financiering van de eigenaar van de infra structuur Scopewijzigingen die financieel opgevangen kunnen worden bin nen de post onvoorzien. Kleine scopewijzigingen bij uitwerken ontwerp zonder financiële en ruimtelijke consequenties. Verschuiving van budget en fi nanciering tussen projecten via de post besteedbare meevallers. a) RSP mobiliteitsprojecten b) Overige projecten Verschuiving van budget binnen het project naar de post besteed bare meevallers. Verschuiving van budget binnen het project uit de post besteedba re meevallers. Verschuiving van budget binnen het project van en naar de post projectonvoorzien. Verschuiving van planning voor ingebruikname van infrastructuur. Verschuiving in planning van bestuurlijke besluitvorming. Verschuiving van overige in de projectopdracht gedefinieerde mijlpalen. Planningsverschuiving binnen de mijlpalen (productenplanning)
Eigenaar infrastructuur X
X
PS
GS
0
X
0
X
Stuur groep
Progr. man. IDH
0
X
X
X
X X
—
X
0
X
0
X
X
0
X
X
X
X
De belangrijke wijzigingen op de projectopdracht worden vastgelegd in een voorstel tot wijzi ging (VTW). De procedure voor goedkeuring van VTW’s wordt nader uitgewerkt.
20
5. Informatie 5.1
op basis van de
:
Uit oogpunt van efficiency wordt de rapportagecyclus afgestemd op de bestuurlijke P&C cyclus. Dat wil zeggen: De planning van de managementrapportages wordt gecombineerd met de berap-momenten le : 1 april, 1 september e. 3 1januari (=jaaroverzicht)
e 2
Het voordeel van deze aanpak is dat de onderliggende gegevens voor tijd, geld en risico’s voor het project slechts 1 maal per rapportageperiode verzameld behoeven te worden. Per rapportage kunnen de gegevens op het gewenste abstractieniveau worden samengevat. Ook de rapportages aan de externe partners kunnen meelopen in dit stramien. Indien nodig kunnen voor de kadernota en begroting aanvullende analyses gemaakt wor den. In aanvulling op deze cyclus zullen maandelijks sturingsgesprekken gehouden worden tus sen de programmamanager RSP en de programmamanager IDH. Hiervoor worden echter geen aparte rapportages gemaakt. De basis voor deze gesprekken zijn de actuele standen van budget, planning en het risicoregister. In onderstaande paragrafen zijn de bestuurlijke- en managementrapportages verder toege licht. In de bijlagen vindt u het format voor de projectrapportages en een format om de pro jectrapportages samen te vatten in een programmarapportage 1 nvesteringsagenda Drachten Heerenveen.
5.2 Bestuurlijke rapportages op basis van de P&C-cyclus Voor alle projecten worden de bestuurlijke rapportages gemaakt conform de reguliere plan ning en controlcyclus. o Marap o Berap o Kadernota o Begroting o Jaarrekening o Eindrapportage o Extra: jaarlijkse PS-brief J3estuursrapportage (Berap) Gedeputeerde Staten lichten Provinciale Staten door middel van tussentijdse bestuursrap portages (berap) in over de realisatie van de begroting over de eerste drie en de eerste acht maanden van het lopende begrotingsjaar. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programmaindeling van de begroting en gaat in op afwijkingen van resultaten en de baten en lasten van de begroting. Ook wordt gerapporteerd over politieke/financiële risi co’s. Kadernota De hoofdlijnen van het programmaplan wordt aan Provinciale Staten bij de jaarlijkse kader nota gepresenteerd. In het kader van de politieke beschouwingen wordt hier het meerjarig inzicht gegeven in de projecten en het meerjarig financieel kader, waaronder de begrotings claim voor het komende begrotingsjaar.
21
Na behandeling van de Kadernota kan het meerjarig programmaplan worden vertaald naar een Jaarplan en kan een begroting worden gemaakt van de te maken kosten voor de maat regelen/projecten. In dit begrotingsvoorstel worden drie vragen beantwoord: a. welke resultaten willen we bereiken; b. wat gaan we daarvoor doen; c. wat gaat het kosten. Als er in het kader van de begrotingsdiscussie een bijstelling van de ingediende begroting plaatsvindt, dan is het van belang om te beoordelen of de maatregelen en middelen nog consistent zijn. Indien dit niet het geval is, zal herprogrammering noodzakelijk zijn totdat dit wel het geval is. jaarverslag Gedeputeerde Staten leggen in de jaarstukken verantwoording af over de uitvoering van het programma in het betreffende jaar. In de verantwoording geven Gedeputeerde Staten in ie der geval aan: • welke resultaten zijn bereikt • wat hiervoor aan maatregelen is uitgevoerd • welke middelen (baten en lasten) hiervoor zijn ingezet.
Ook wordt gerapporteerd over politieke/financiële risico’s en is er de mogelijkheid om tussen tijds te rapporteren op afwijkingen van de resultaten van de meerjarige programma Organisa tie. Ein. Gedeputeerde Staten rapporteren aan Provinciale Staten aan het einde van de looptijd van de programmaorganisatie over: • welke maatregelen zijn uitgevoerd • welke resultaten dat heeft opgeleverd • welke middelen voor de uitvoering van het programma gedurende de gehele looptijd zijn ingezet En geven aan hoe de resultaten van het programma geborgd moeten worden. Extra jaarlijkse PS-brief In het eerste kwartaal (februari/maart) worden PS door middel van een collegebrief geïnfor meerd over de stand van zaken rondom de Investeringsagenda. Reden is dat hiermee de statenleden buiten de algemene rapportage om in eigen woorden kunnen worden geïnfor meerd. PS hebben dan ook een extra kans om het onderwerp te agenderen. De timing is gekozen met het oog op eventuele wensen van de staten en de mogelijkheid om ze nog mee te kunnen nemen in de begrotingscyclus (kadernota in juni).
53 Managementrapportages In de projectvoortgangsrapportages wordt per project de actuele stand van zaken gepresen teerd op de beheersaspecten: o Scope o Financiën (Financiering en budget versus actuele prognose) o Planning (vastgestelde mijlpalen versus actuele verwachting.) o Risico’s: ontwikkeling van het risicoprofiel o Ruimtelijke inpassing o Besluitvorming: Er zijn 3 soorten interne managementrapportages:
22
1. Van projectleider aan programmarnanager IDH De projectleider legt hierin per trimester verantwoording af aan de programmamanager IDH (deze rollen zijn beschreven in hoofdstuk 3).
De trimesterrapportage bevat: • Bestuurlijke samenvatting • Ontwikkeling businesscase • Projectbeheersing (ontwikkeling risicoprofiel, afwijking van projectopdracht) • Financiële stand (wijzigingen in budgetoverzicht ABC en capaciteitsplanning) • Proceskwaliteit In de rapportage zijn de volgende modellen opgenomen: A. Projectbusinesscase B. Producten- en mijipalenplanning 0. Projectcapaciteitsplanning D. Budgetoverzicht E. Risicoprofiel. De rapportageformats zijn uitgewerkt, zie ook de bijlagen. Maandgesprekken Tenminste iedere maand is er een sturingsgesprek tussen de projectleider en de program mamanager IDH (ambtelijk opdrachtgever). Voor dit gesprek worden alleen het budgetoverzicht en het risicoprofiel geactualiseerd. 2. Van programmarnanager IDH aan programmamanager RSP De programmamanager RSP rapporteert ieder trimester aan de sectordirecteur Uitvoering over de voortgang en risico’s, en de uitputting van de financieringsbronnen die worden aan gewend. De programmamanager IDH levert hiervoor de inhoud aan. De basis voor deze rapportage zijn de hierboven genoemde projectrapportages. Deze wor den aangevuld met een totaalbeeld over het programma.
Deze voortgangsrapportage bevat de inhoud: • Bestuurlijke samenvatting • Ontwikkeling businesscase (m.n. financiering) • Risicoprofiel • Financiële stand (wijzigingen budgetoverzicht en capaciteitspianning) • Proceskwaliteit In de rapportage zijn de volgende modellen opgenomen: A. Programmabusinesscase B. Programmarisicoprofiel. 0. Capaciteitsplanning van de programmaorganisatie In de bijlagen vindt u een format voor de programmarapportage. 3. Jaarlijkse voortr.: :e aan PS(terkennisneming Aan het eind van ieder jaar zal voor PS een voortgangsrapportage over alle complexe pro jecten worden gemaakt. Het doel is om een prettig leesbaar verslag van de projecten te ma ken, met foto’s van de gerealiseerde werken.
Hierin wordt op hoofdlijnen inzicht gegeven in: • Algemene voortgang en vigerende planning • De belangrijkste risico’s
23
• •
Bereikte resultaten in het afgelopen jaar Geplande productie voor het komend jaar
Ook de voortgang van de Investeringsagenda Drachten Heerenveen wordt hierin opgeno men. De programmamanager IDH levert aan.
5.4 Bijzondere rapportages voor derden Ten behoeve van de verantwoording van RSP-projecten zullen periodiek rapportages wor den opgesteld ten behoeve van • het Noordelijk ProgrammaTeam RSP, • de bestuurscommissie SOM (SNN) en • het Rijk (BO MIRT, T-rapportages).
5.5 Structurele overleggen Onderstaand een indicatieve opsomming van de verwachte overleggen. Met de betrokken partners zal dit nader worden ingevuld. • Stuurgroep, zie ook 3.1, 2x per jaar • Bestuurlijk klankbordgroep, zie ook 3.1 (met bedrijfsleven), lx per jaar • Regiegroep, zie ook 3.1, lx per 4 â 6 weken • Portefeuilleoverleg: bestuurlijk opdrachtgever met programmamanager, 2 wekelijks • Programmaberaad: programmamanager met projectleiders, maandelijks • IDH-voortgangsoverleg, programmamanager met programmamanager RSP en pro grammacontroller RSP, 3x per jaar tbv trimesterrapportage • Provinciale klankbordgroep, zie ook 3.1, 2 â x per jaar
24
6 Themas 61 Gebiedsontwikkeling Een belangrijke doelstelling van de provincie is de gebiedsontwikkeling. In het kielzog van de investering in infrastructuur zijn er kansen voor afgeleide ontwikkelingen door en met de an dere publieke partners. Een definitie is: ‘Regionale gebiedsontwikkeling is het ruimtelijk vertalen van de maatschappelijke opgaven in een samenhangende veranderingsstrategie voor een begrensd gebied, gericht op het reali seren van ruimtelijke kwaliteit.’ 1 Kansen: • Ruimtelijke meerwaarde in kwaliteit creëren. • Meer draagvlak door hogere kwaliteit van het totale plan met als positief gevolg dat er minder problemen ontstaan bij het doorlopen van de ruimtelijke procedures)t • Projecten goedkoper realiseren door werken te combineren. • Projecten haalbaar maken, die de individuele partners niet van de grond zouden krijgen. • Projecten efficiënter laten realiseren door de provinciale uitvoeringsorganisatie
Voorbeelden van gebiedsontwikkeling als afgeleide van de aanleg van weg-infrastructuur zijn: • Gezamenlijk aanleggen van natuur als compensatie voor de weg. • Haalbare grondexploitatie door aanleg van de weg. • Lagere kosten door gecombineerde uitvoering van weg en bedrijventerrein.
Provinciale rol b(/ gebiedsontwikkeling De provincie heeft in de gebiedsontwikkeling twee rollen: • Initiatiefnemer: het creëren en benutten van kansen voor nieuwe of lopende locale pro jecten. Dit is vooral een creatieve rol, gebaseerd op samenwerking met de publieke part ners. De middelen voor de ze rol zijn: o Een plafform organiseren om een integrale aanpak en betrokkenheid van maatschappelijke organisaties te stimuleren. (milieu, economie, transport, etc.) In de projecten moet dit vervolgens concreet worden ingevuld. o Afstemmingsoverleg waarin de projecten hun plannen aan elkaar voorleggen o Denktank gebiedsontwikkeling complexe projecten
•
1
Planontwikkelaar: de provincie heeft met de oprichting van de projectbureaus een effec tieve uitvoeringsorganisatie neergezet, die beschikt over actuele kennis van ontwerpen, nieuwe contractvormen en realisatie van werken. Door de schaalgrootte kan optimaal gebruik gemaakt worden van interne en externe kennis. Deze uitvoeringsorganisatie kan gezamenlijke projecten realiseren, maar kan ook aanpalende projecten ontwikkelen voor de publieke partners. o Voor deze rol is van belang dat er duidelijke afspraken zijn over scope, kosten en risico’s
Riek Bakker, Maak meer van Nederland, eindrapport gebiedsontwikkeling, februari 2007.
25
De provinciale projectmanagers en projectleiders nemen initiatieven om kansen voor ge biedsontwikkeling te creëren en te benutten. De taak van de programmamanager is om de projecten hierbij te ondersteunen en te stimu leren in het creatief denken over de gebiedsontwikkeling. Financiering van gebiedsontwikkeling De rol als initiatiefnemer behoort in principe tot de reguliere werkzaamheden van de project manager en projectleiders. Het kost de provincie alleen interne uren. Goede gebiedsontwik keling zou zich moeten uitbetalen in het efficiënter doorlopen van ruimtelijke procedures. Als projecten voor derden concreet worden en significante inspanning vragen van de provincie, moeten afspraken gemaakt worden voor de verrekening van kosten van uren. Als de provincie in de rol van ontwikkelaar zit, en projecten realiseert voor of in samenwer king met derden, moeten duidelijke afspraken gemaakt worden over o De verdeling van kosten (out-of-pocket aan ingenieursbureaus en aannemers) o De toerekening van interne uren, en eventuele overhead van de projectorganisatie. o De risicoverdeling (mee- en tegenvallers) o Een wijzigingsprocedure o Een mijlpalenplanning o Protocol voor goedkeuring van ontwerpproducten en eventuele externe contracten o Een overdrachtsprotocol (na oplevering) o De doorgelegde verantwoordelijkheid voor aanbesteden o Eventuele verrekening van BTW o Rapporteren van de voortgang o Declareren van de bijdragen Besluitvorming In paragraaf 4.4 van dit document is aangegeven hoe de besluitvorming verloopt over de rol van de provincie als ‘ontwikkelaar’. Voor projecten van provinciale infrastructuur valt dit onder het uitvoeren van werken voor derden. Voor projecten waarbij de provincie de weg aanlegt voor derden zijn dit scopewijzigingen. De belangrijkste risico’s die voor besluitvorming inzichtelijk moeten zijn: • Financieel: is er voldoende concrete meerwaarde zodat alle partijen een positief belang hebben? • De invloed op de ruimtelijke procedures. Slechte ruimtelijke inpassing is grootste risico voor vertraging. Eventuele problemen van de partner kunnen consequenties hebben voor de provincie. Rapportages Omdat gebiedsontwikkeling een belangrijke doelstelling is binnen het programma complexe projecten, zal hier in de jaarrapportage apart aandacht aan besteed worden. Per project wordt daarin beschreven: • Initiatieven en lopende projecten. • Voortgang ten opzichte van de vorige rapportage. • Kwantitatief: omzet van gezamenlijke werken die door de provincie worden ontwikkeld.
62 Inkoop Een van de redenen om de projecten in een programmaorganisatie onder te brengen is om efficiencyvoordeel te kunnen behalen. Dit kan behaald worden door slim gezamenlijk in te kopen. Bij inkoop zijn twee aspecten van belang:
26
Rechtmatigheid (aanbesteden): Dit is geen kader dat specifiek geldt voor projecten uit het programma. Voor controle op rechtmatigheid is binnen de provincie al een raamwerk opge zet, middels projectcontrollers en concerncontrol. De verantwoordelijkheid voor de rechtma tigheid ligt dan ook volledig bij de projectleiders. Zij rapporteren daarover conform de regulie re lijnen. De programmamanager richt geen specifieke controles in om de rechtmatigheid van aanbestedingen in de projecten te auditen. Doelmatigheid is een relevant aspect op programmaniveau omdat dit direct van invloed is op de financiële succes van het programma. De programmamanager zal zich dus actief bezig houden met de inkoopstrategie van de projecten. Middelen: • Mandaatregeling: Mandatering voor starten aanbesteding en voor besluitvorming over gunning: Grote aanbestedingen kunnen pas starten met toestemming van programmamanager. De provinciale mandaatregeling is van toepassing • Inkoopplanning: per project een planning maken van inkoop in het komende halfjaar. Lijsten samenvoegen en beschikbaar stellen via intranet of sharepoint o.i.d. Maandelijks actualiseren. Hiermee kennen de projecten elkaars inkoopbehoefte en kunnen zij even tueel samen inkopen. • Ontwikkelen van uniforme contractteksten en productspecificaties: een goede offerte uitvraag maken is best lastig. Door gedane offerte-uitvragen en contractteksten te delen kunnen de projecten elkaars kennis benutten. • Beschikbare raamcontracten van de provincie o Juridische ondersteuning o Communicatie • Naar behoefte kunnen ook voor andere werkzaamheden raamcontracten worden afge sloten. Denk aan za ken als: o Milieuonderzoek o Landmeten o Bodemonderzoek (sonderingen etc.) .
27
BIJLAGEN 1. Statenvoorstel Investeringsagenda Drachten Heerenveen 2. Format programmarapportage
28
Bijlage 1 Statenvoorstel investeringsagenda 3 juli 2013
provinsje fryslân provincie fryslân
Oan Provinsjale Steaten
Gearkomste Wurklistnûmer Beliedsprogramma Ôfd iel ing Behanneljend amtner Tastel Registraasjenûmer Primêr nûmer
Ûnderwerp
v
Programma 2 Complexe lnfra Projecten Robert Huigen 5942 :1052749
Aangepaste l nvesteringsagenda Drachten Heerenveen
(Gewijzigd naar aanleiding van toezegging tijdens commissievergadering van 19juni2013. Wijziging bestaat uit verhoging van bijdrage aan RSP Heerenveen uit middelen Wurkje foar F,yslân met €5 mln van € 10 mln naar € 15 mln.)
Taheakke
1 Gezamenlijke visie op lnvesteringsagenda Drachten Heerenveen van gemeente Smallingerland, gemeente Heerenveen, Ondernemersvereniging Drachten, Ondernemerskring Heerenveen. 2. Visie op lnvesteringsagenda van VNO-NCW Friesland 3. Convenant RSP-ZZL 4. Projectenlijst (inclusief omschrijvingen) 5. Beoordelingskader
Oanlieding 1 Beliedsramt
Op 28 november 2012 hebben Provinciale Staten de ‘(start)notitie alternatief investeringsplan niet doorgaan spoorlijn Heerenveen-Drachten-G roningen’ vastgesteld. Die startnotitie is opgesteld naar aanleiding van een motie die is ingediend bij de behandeling van het voorstel om te stoppen met de spoorlijn Heerenveen Drachten Groningen op 18juli 2012. —
—
Bij de behandeling van de startnotitie is een aantal moties en amendementen ingediend. Het verzoek dat wij van PS hebben gekregen, is om een investeringsplan op te stellen dat de oorspronkelijke doelen van het RSP behaalt. U verwacht dat er minimaal € 24 miljoen aan provinciale middelen beschikbaar is, met name in te zetten voor openbaar vervoer en economische structuurversterking in Fryslân. Het investeringsplan diende te worden opgesteld in overleg met de gemeenten Heerenveen en Smallingerland en het relevante bedrijfsleven. De opdracht was tevens om aan te geven welke wijze andere middelen kunnen worden gevonden voor het investeringsplan. Tenslotte gaf u aan dat er sprake van 1
keuzemogelijkheden moet zijn bij de Investeringsagenda. Op 24 april 2013 is bij de behandeling van het voorstel Wurkje foar Fryslân een motie ingediend over het opnemen van Quick Wins’ in de kadernota om op korte termijn de economie te stimuleren. Deze motie voeren wij uit door u in dit voorstel het besluit voor te leggen om € 15 mln uit Wurkje foar Fryslân aan het project RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen beschikbaar te stellen, zodat het budget voor dit project uitkomt op € 30,5 mln. Motivatie om u dit besluit voor te leggen, is het spoedeisende belang van het project. Op zeer korte termijn zullen zich in het gebied in ieder geval drie grote fabrieken vestigen. Dit levert niet alleen honderden arbeidsplaatsen op, maar brengt ook een grotere druk op het wegennet met zich mee. Door het nu mogelijk te maken om RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen uit te voeren, blijft de bereikbaarheid en doorstroming op peil en kan het volle potentieel van de economische ontwikkeling die er nu aankomt ook daadwerkelijk benut worden. Daarnaast stelt het college voor om het project Oostelijke Poort Merengebied ook te financieren uit de middelen voor Wurkje foar Fryslân. Het project voldoet niet aan de criteria voor de Quick Wins, zoals die zijn opgesteld in het kader van Wurkje foar Fryslân. Smallingerland is bereid om de helft van de benodigde € 21,5 mln bij te dragen. Daarnaast geeft dit project een impuls aan de toeristische infrastructuur in de omgeving Drachten en daarmee aan de economie. Om die reden zijn de deelprojecten van Oostelijke Poort Merengebied beneoemd in de Kadernota (hoofdstuk 5.5). Voor de projecten uit de Investeringsagenda en RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen wordt geen co-financiering gevraagd. Deze projecten worden gezien als compensatie voor het niet-doorgaan van de spoorlijn Heerenveen Drachten Groningen. Voor het project Oostelijke Poort Merengebied wordt wel co financiering gevraagd. —
Koarte gearfetting
—
: In overleg met de betrokken gemeenten en het relevante bedrijfsleven is deze Investeringsagenda Drachten Heerenveen opgesteld. De agenda bestaat uit een aantal projecten die uitvoerbaar zijn binnen vier jaar en een aantal beoordelingscriteria om een keuze te kunnen maken tussen de projecten. Wij leggen u twee scenario’s voor en stellen voor om te kiezen voor het scenario met zowel 0V-projecten als economische, structuurversterkende projecten. En leggen daarnaast een aantal andere projecten voor. Het totaalbedrag van het voorliggende voorstel is € 75,25 mln, verdeeld over vier bronnen. • Investeringsagenda: € 24 mln • RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling 2
•
•
Heerenveen (BGOH): € 25,5 mln Wurkje foar Fryslân, Uitvoering Samenwerkingsagenda Heerenveen : € 15 mln (RSP BGOH) Wurkje foar Fryslân, uitvoering Samenwerkingsagenda Smallingerland: € 10,75 mln (Oostelijke Poort Merengebied)
Taljochting Hieronder vindt u de inhoudelijke onderbouwing van het collegevoorstel. De notitie is opgebouwd uit een aantal hoofdstukken en sluit af met een voorstel.
Inhoud 1. 2.
Inleiding
4
Leeswijzer
4
Relatie met Samenwerkingsagenda’s
5
3.
Betrokken partners en proces
6
4.
Visies op lnvesteringsagenda
6
Visie gemeente Smallingerland Visie gemeente Heerenveen
+
+
Ondernemersvereniging Drachten
Ondernemerskring Heerenveen
Visie VNO-NCW Wat betekent dit voor de Investeringsagenda
7 7 7
‘?
8
5.
Financiën
9
6.
Beoordelingskader
9
Doelstellingen RSP
7.
8.
9
MotiesPS
10
Overige in put
11
Beoordelingscriteria
12
Projectenlijst en beoordeling
13
Systematiek : van groslijst naar projectenlijst naar Investeringsagenda
13
Projecten lijst
13
Voorstel
14
Twee scenario’s
14
Relatie met Samenwerkingsagenda Smallingerland & Heerenveen
16
Voorstel
18
En verder’?
18
BIJLAGEN
18
3
1.
Inleiding
Op 28 november 2012 hebben Provinciale Staten de ‘(start)notitie alternatief investeringsplan niet doorgaan spoorlijn Heerenveen-Drachten-Groningen’ vastgesteld. Die startnotitie is opgesteld naar aanleiding van een motie die is ingediend bij de behandeling van het voorstel om te stoppen met de spoorlijn Heerenveen Drachten Groningen op 18juli 2012. —
—
Bij de behandeling van de startnotitie is een aantal moties en amendementen ingediend. Het verzoek dat wij van PS hebben gekregen, is om een investeringsplan op te stellen dat de oorspronkelijke doelen van het RSP behaalt. U verwacht dat er minimaal € 24 miljoen aan provinciale middelen beschikbaar zou zijn, met name in te zetten voor openbaar vervoer en economische structuurversterking in Fryslân. Het investeringsplan diende te worden opgesteld in overleg met de gemeenten Heerenveen en Smallingerland en het relevante bedrijfsleven. De opdracht was tevens om aan te geven welke wijze andere middelen kunnen worden gevonden voor het investeringsplan. Tenslotte gaf u aan dat er sprake van keuzemogelijkheden moest zijn bij de Investeringsagenda. Bovenstaande heeft geleid tot het stuk dat nu ter besluitvorming voor u ligt, de Investeringsagenda Drachten Heerenveen. De agenda heeft een nauwe relatie met de Samenwerkingsagenda’s (SA) met Heerenveen en Smallingerland in die zin dat dit plan kan worden opgevat als een eerste uitvoeringsprogramma van beide samenwerkingsagenda’s. De reden dat wij u dit voorstel nu aanbieden en niet later is drieledig. Wij spraken met u af om ‘in samenhang met de Kadernota 2014’ (zie startnotitie 28 november 2012) dit plan aan uw Staten voor te leggen. Daarnaast bieden we u met deze timing de gelegenheid om de Investeringsagenda te bespreken, in samenhang met de discussie over de NUON-middelen (Wurkje foar Fryslân). Tenslotte, er zijn nu middelen beschikbaar en wij zouden u daarom ook willen voorstellen: aan de slag’
Leeswijzer Wij hebben de investeringsagenda overeenkomstig uw wens opgesteld in samenwerking met de gemeenten Heerenveen en Smallingerland en het relevante bedrijfsleven. In dit voorstel beginnen wij met een toelichitng op de relatie met de Samenwerkingsagenda’s Smallingerland en Heerenveen. Vervolgens in hoofdstuk 3 een overzicht van betrokken partijen en geven we aan hoe het proces met betrokken partijen is geweest. Tijdens dat proces is gebleken dat niet alle partijen dezelfde beelden hadden en accenten leggen bij de Investeringsagenda. Om die reden geven wij in hoofdstuk 4 aan wat de visie van deze partijen is op wat de Investeringsagenda zou moeten inhouden, opdat u een goed beeld krijgt van wat zij voorstaan met de investeringsagenda. In hoofdstuk 5 lichten we de financiën van het plan kort toe (in de startnotitie is het financiële kader reeds uitgebreider geschetst) en daarna geven we in hoofdstuk 6 aan hoe de projecten die in aanmerking zouden kunnen komen, inhoudelijk hebben beoordeeld; daarbij beschrijven we wat we met de inbreng van verschillende partijen hebben gedaan, inclusief uw moties en tot welke criteria dit heeft geleid. Een tabel met projecten en hoe ze op de verschillende criteria scoren, vindt u in de bijlagen. In hoofdstuk 7 wordt beschreven hoe de projectenlijst tot stand is gekomen. De lijst, inclusief beschrijvingen vindt u in de bijlagen. In het laatste hoofdstuk komen projecten en beoordeling samen. We leggen u twee scenario’s en de keuze van GS voor, alsook het besluit.
4
2.
Relatie met Samenwerkingsagenda’s
Net zo als met de gemeenten Leeuwarden en Sûdwest Fryslân heeft ons college met Heerenveen en Smallingerland een Samenwerkingsagenda afgesloten. In overeenstemming met de uitspraak van Provinciale Staten naar aanleiding van het afsluiten van de eerste Samenwerkingsagenda met de gemeente Smallingerland in februari 2012 wordt dit gezien als een bevoegdheid van ons college. Wel worden de afspraken ter kennisname aan u voorgelegd. In de Samenwerkingsagenda’s worden afspraken gemaakt over de wijze waarop Provincie en Gemeente met elkaar willen samenwerken en worden op factsheets concrete doelen, in de vorm van programma’s of projecten, beschreven. Anders dan bij het vroegere Stadsconvenant met de gemeente Leeuwarden worden er geen directe bedragen aan de Samenwerkingsagenda gekoppeld. Wij willen vanuit de inhoud en doelen naar middelen zoeken en niet omgekeerd zoals toen wel gebeurde doelen bij beschikbare middelen. —
—
Dit houdt in dat we per programma of project bezien op welke wijze de financiering kan worden geregeld. Uitgangspunt daarbij is dat zoveel mogelijk externe middelen worden gezocht en dat daarna op basis van evenredigheid wordt bezien op welke wijze gemeente en provincie daaraan bijdragen. Dit hoeft niet per se in gelijke mate te zijn, er kunnen argumenten zijn waarom de ene partij meer bijdraagt dan de andere, afhankelijk van doel en inhoud van het betreffende project. Toen duidelijk werd dat de spoorlijn Heerenveen-Drachten-Groningen niet door zou gaan hebben wij met beide gemeenten gesproken over de daarmee ontstane situatie en de wijze waarop er compensatie zou kunnen of moeten plaatsvinden. Dit heeft geleid tot het besluit om met beide gemeenten een Investeringsagenda op te maken. Wij leggen in dit Statenvoorstel deze Investeringagenda aan u ter besluitvorming voor. De gemeente Heerenveen heeft er voor gekozen deze nieuwe afspraken in te passen binnen de bestaande Samenwerkingsagenda en zag mede gelet op haar eigen financiële positie geen aanleiding te streven naar een geheel nieuwe set van afspraken. De gemeente Smallingerland heeft aangegeven dit juist wel te willen en heeft ons in de vorm van het plan Bestemming Drachten voorgesteld te komen tot een 2.0 versie van de bestaande afspraken. In goed overleg hebben wij de Strategische Samenwerkingsagenda 2013-2022 tot stand gebracht en met de gemeente vastgesteld. Deze hebben wij u per brief van 26april2013 (nr. 1055079) ter kennisneming toegezonden. —
—
Zoals gezegd, een Samenwerkingsagenda heeft geen zelfstandige financiering. Deze dient te worden gezocht binnen bestaande fondsen of waar nodig afzonderlijk door Raad en Staten ter beschikking te worden gesteld. Voor Smallingerland hebben wij u daarom reeds voorstellen gedaan voor financiering van de Cultuurketen Drachten en de Technocampus Drachten. In april 2013 heeft u ingestemd met ons voorstel voor de Cultuurketen, de Technocampus ligt nu bij u ter besluitvorming voor. —
—
Met de Investeringsagenda kan een groot deel van de nieuwe afspraken uit de Strategische Samenwerkingsagenda met Smallingerland worden gerealiseerd. Wij beschouwen de Investeringsagenda daarom ook als de eerste uitvoeringstranche van de Samenwerkingsagenda’s met een looptijd van vier jaar. Na het afronden van deze agenda zijn wij op grond van de aangenomen motie over het “concreet invulling geven aan de samenwerkingsagenda’s” bij de Nota Wurkje foar Fryslân met de gemeente nagegaan welke projecten uit de Samenwerkingsagenda nog meer op korte termijn zouden kunnen worden opgepakt. Deze hebben wij conform de afspraak in de Kadernota opgenomen en de gemeente Smallingerland heeft de daarbij benodigde co financiering klaarliggen. Het gaat dan om de projecten Oostelijke poort Friese Meren en de Quick Win Verbetering ontsluiting binnenhaven Drachten (zie paragraaf 5.5 van de Kadernota). 5
In het schema in de alinea Relatie met Samenwerkingsagenda Smallingerland & Heerenveen (hoofdstuk 8. Voorstel) hebben vindt u een overzicht van de projecten en op welke wijze de financiering daarvoor is of kan worden geregeld.
3.
Betrokken partners en proces
In de motie die op 18juli 2012 is aangenomen, wordt verzocht om een investeringsplan op te stellen in overleg met de gemeenten Heerenveen en Smallingerland en het relevante bedrijfsleven. Hieronder een weergave van de manier waarop wij het proces hebben ingericht. Wij hebben u hierover ook per brief reeds geïnformeerd (briefnummer 1045077). De Investeringsagenda Drachten Heerenveen is voorbereid in samenwerking met vertegenwoordigers van de gemeenten Smallingerland en Heerenveen, de ondernemersvereniging Drachten en de ondernemerskring Heerenveen. VNO-NCW was oorspronkelijk aangesloten bij de werkgroep, maar heeft zich op eigen initiatief tijdelijk teruggetrokken. Aanleiding was een verschil van mening met ons college over het volume van het investeringsplan (oktober 2012). In februari is het geschil bijgelegd en sindsdien heeft VNO-NCW weer een actieve rol gehad in het opstellen van de investeringsagenda. De SP-fractie droeg dhr. Zwart van Ecostyle aan als goede vertegenwoordiger van het bedrijfsleven en gesprekspartner. We onderschreven dat en hebben hem benaderd. Hij gaf aan weinig tijd hebben, in verband met activiteiten in het buitenland voor zijn bedrijf. Om die reden kon hij slechts beperkt deelnemen aan de werkgroepbijeenkomsten. Om tot een maatschappelijk optimaal gedragen agenda te komen, is door een ambtelijke werkgroep met vertegenwoordigers van alle betrokken partijen, nagedacht over projecten en een beoordelingsmethodiek. Gezien de wens van uw staten om niet voor een voldongen feit te worden geplaatst, maar ook gezien de verschillende opvattingen van betrokkenen (zie hoofdstuk 4) zijn er twee alternatieve voorstellen (scenario’s) opgesteld. Deze scenario’s zijn vervolgens eind maart 2013 besproken in een bestuurlijk overleg (klankbordgroep), met als deelnemers de gemeente Smallingerland en Heerenveen, ondernemersvereniging Drachten, ondernemerskring Heerenveen, VNO NOW Noord en ons college. Tijdens dit overleg is overeenstemming bereikt over het voorleggen van twee scenario’s. We willen u er, wellicht ten overvloede, op wijzen dat het u vrij staat om zelf een scenario samen te stellen. Provincies Groningen en Flevoland Behalve hierboven genoemde overlegmomenten is er contact geweest met de provincie Flevoland naar aanleiding van de ingediende motie over de ‘alternatieve HOV verbinding’ (zie ook hoofdstuk Beoordelingskader, moties PS). Daarnaast is een brainstorm georganiseerd met de provincie Groningen om te inventariseren of er aanvullend op de projecten uit de samenwerkingsagenda’s openbaar vervoermaatregelen zijn die in het kader van de Investeringsagenda uitgevoerd kunnen worden. Dit is uitgebreider beschreven in de projectenlijst in de bijlagen (onder nummer 21 ‘Brainstorm Busvervoer Groningen Heerenveen’). —
4.
Visies op Investeringsagenda
De investeringsagenda is opgesteld in overleg met de gemeenten Smallingerland en Heerenveen, de ondernemersverenigingen van Drachten en Heerenveen en VNO-NCW Friesland. Het is gebleken dat deze partijen geen eensluidende visie hebben op wat de Investeringsagenda zou moeten beogen. Omwille van maximale transparantie, geven wij hierna aan wat de individuele visies zijn van de betrokken partners. De gemeente Smallingerland en de ondernemersvereniging Drachten en gemeente en ondernemerskring Heerenveen hebben beiden gezamenlijk een visiedocument 6
opgesteld. De hoofdlijn daaruit is hieronder weergegeven, het document zelf vindt u in bij’age 1). Ook de hoofdlijn van de visie van VNO-NCW is hieronder weergegeven en ook hun integrale visie vindt u in de bijlagen.
Visie gemeente Smallingerland
+
Ondernemersvereniging Drachten
De gemeente Smallingerland heeft in 2011 een integrale toekomstvisie opgesteld. Deze investeringsagenda zien gemeente en ondernemersvereniging als een uitwerking van de onderdelen economie’ en werkgelegenheid’, waarbij economie opgevat dient te worden als duurzame economie. Voor de komende jaren (niet nader gespecificeerd) concentreert Smallingerland zich op 5 majeure projecten: 1. Innovatiecluster 2. Centrum Drachten 3. Leerpark Drachten 4. Aansluiting Friese merengebied 5. Bereikbaarheid (CV + auto) Smallingerland en ondernemersvereniging Drachten zien de investeringsagenda Drachten Heerenveen als eerste tranche van financiering voor deze opgaven en wil zich concentreren op Innovatiecluster en Bereikbaarheid (zowel DV als auto).
Visie gemeente Heerenveen
+
Ondernemerskring Heerenveen
Gemeente en ondernemerskring zien de investeringsagenda als kans om projecten te realiseren die kunnen bijdragen aan compensatie voor het niet-doorgaan van de spoorlijn. Heerenveen zet in op het voortzetten van sterke (bovengemiddelde) economische groei van de afgelopen tijd door in te zetten op de thema’s ‘bereikbaarheid’ en ‘sport’. Bereikbaarheid is ondersteunend aan de ruimtelijk-economische ontwikkeling. Ondernemerskring en gemeente vinden het van essentieel belang voor Heerenveen als economische motor van Fryslân om te blijven investeren in goede bereikbaarheid. Gedacht wordt aan 0V-bereikbaarheid (A32-K. R. Poststraat-Station, shuttleverbinding Station-Sportstad-Thialf, opknappen busstation) en autobereikbaarheid (aansluiting 1 BFIA7 en brug Kanaal-Haskerveen).
Visie VNO-NCW VNO-NCW Noord pleit er voor dat bij de alternatieve maatregelen vooral ook wordt gekeken naar de doelen die oorspronkelijk zouden worden gerealiseerd, middels de aanleg van de spoorlijn Heerenveen Drachten Groningen. VNO-NCW wijst er op dat de door de Staten beschikbaar gestelde middelen slechts een fractie zijn (minder dan 10%) van het oorspronkelijke budget voor de spoorlijn Heerenveen Drachten Groningen. De investeringsagenda zal dus in de verste verte niet een effect ressorteren dat de spoorlijn zou hebben bewerkstelligd, aldus VNO-NCW. —
—
—
—
De autobereikbaarheid van zowel Drachten als Heerenveen was en is goed tot zeer goed te noemen. Ook na het wegvallen van de spoorlijn legt dit geen zodanige druk op het hoofdwegennet dat extra investering noodzakelijk zijn. Bij het formuleren van de investeringsagenda ziet VNO-NCW dan ook in het verlengde van de doelen van de spoorlijn Heerenveen Drachten Groningen de volgende doelen als meest structuurversterkend en noodzakelijk: —
—
—
—
Bovenregionaal: Optima liseren spoorverbinding Leeuwarden Amsterdam: • verbeteren spoortracé bij Herfte • snelheidsverhoging Hanzelijn • frequentieverbetering en snelheidsverhoging Leeuwarden —
—
Zwolle
Binnen de regio: Verbeteren busverbinding Drachten—Heerenveen en Drachten—Groningen: 7
• •
reistijdverkorting (minder tussen liggende haltes) optimale aansluiting op treinen van en naar de Randstad in Groningen en Heerenveen
Pas nadat deze doelen zijn behaald komen voor VNO-NCW Noord andersoortige projecten in beeld. Echter, volgens berekening van VNO-NCW Noord, zullen de door Staten beschikbaar gestelde middelen verre van voldoende zijn om deze bovenstaande agenda te verwezenlijken. In de visie van VNO-NCW Noord zijn vier criteria relevant, gesorteerd naar afnemend belang zijn dit: 1. Verbetert Iandsdelige bereikbaarheid 2. Verbetert regionale bereikbaarheid 3. Vergroot innovatiekracht van de regio 4. Verbetert vestigings- en ondernemersklimaat (anders dan bereikbaarheid)
Wat betekent dit voor de Investeringsagenda? Ons college geeft met dit statenvoorstel invulling aan de moties en amendementen van 18juli12 en 28 november 2012. In de volgende hoofdstukken zetten we uiteen hoe we de input uit uw staten, de visies van de betrokken partners en de projecten uit de samenwerkingsagenda’s hebben verwerkt tot een voorstel. In hoofdstuk 8 vindt u het voorstel. Graag delen we in deze paragraaf het dilemma waarin we bij de uitvoering van de moties terechtgekomen zijn, namelijk enerzijds de nadrukkelijke wens van uw Staten om vooral openbaar vervoersprojecten te honoreren en anderzijds uw wens de Investeringsagenda op te stellen in samenwerking met de gemeenten en het relevante bedrijfsleven (in de aangenomen motie van 18juli van FNP, CDA, PvdA en D66 wordt het college onder punt 2 verzocht om het plan op te stellen in overleg Heerenveen en Smallingerland. Onder punt 3 wordt het college verzocht om de € 24 mln in te zetten voor openbaar vervoer in Fryslân). Zoals in hun visie op de Investeringsagenda valt te lezen hebben gemeenten en het bedrijfsleven (uitgezonderd VNO-NCW) aangegeven dat ze de Investeringsagenda zien als mogelijkheid om in te zetten op de thema’s ‘(duurzame) economie’ en ‘werkgelegenheid’ (in Drachten) en ‘bereikbaarheid’ en ‘sport’ (in Heerenveen). Dit levert een pakket op dat aanzienlijk breder is dan alleen 0V. Wij stellen voor om het Friese aandeel in de extra regionale bijdrage aan het project Zwolle Herfte te financieren uit RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen. Wij zien, net als gemeenten en bedrijfsleven het grote belang van het oplossen van dit knelpunt op het spoornet voor Noord-Nederland. Wij zien Zwolle Herfte als een bereikbaarheidsproject en vinden het gerechtvaardigd om het project, ook gezien de verwachting dat de gemeentelijke co-financiering niet binnen de termijn van het RSP beschikbaar komt, te financieren uit RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen. Op deze manier kunnen we de middelen, die anders ongebruikt blijven, nuttig inzetten voor bereikbaarheid en tegelijkertijd extra ruimte creëren in de Investeringsagenda. Overigens gaan we er van uit dat Zwolle Herfte voor het grootste gedeelte wordt betaald door het Rijk. Het oplossen van het knelpunt is tenslotte een rijksbelang. —
—
—
Voor Zwolle Herfte houden we rekening met een bijdrage van maximaal € 10 mln. Dat betekent dat er € 15,5 mln zou kunnen overblijven voor het pakket aan maatregelen binnen RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen. Dit is onvoldoende om de doelstellingen van de maatregelen nog te kunnen realiseren, terwijl er zich wel op zeer korte termijn in het gebied in ieder geval drie grote fabrieken vestigen. Dit levert niet alleen honderden arbeidsplaatsen op , maar brengt ook een grotere druk op het 1 —
1
Tenminste 425 fte direct en circa 350-500 fte indirecte werkgelegenheid. 8
wegennet met zich mee. Door het nu mogelijk te maken om RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen voor een belangrijk deel uit te voeren, blijft de bereikbaarheid en doorstroming op peil en kan het volle potentieel van de economische ontwikkeling die er nu aankomt ook daadwerkelijk benut worden. Om die reden stellen we voor om € 15 mln vanuit het budget Wurkje foar Fryslân beschikbaar te stellen om het onderhandelingsresultaat Zwolle HerIte te compenseren (zie hiervoor ook paragraaf 5.5 “Projecten die vooruit lopen op de investeringsagde ‘Wurkje foar Fryslân” van de Kadernota). Deze € 15 mln past binnen de uitvoering van de motie van 24 april 2013. —
5.
Financiën
Voor de Investeringsagenda is € 24 mln beschikbaar vanuit de middelen voor de Spoorlijn Heerenveen Groningen. Dit bedrag is exclusief eventuele gemeentelijke co financiering die voor bepaalde projecten uit de lijst beschikbaar is en de middelen die beschikbaar komen wanneer u besluit projecten te honoreren die (deels) uit andere middelen gedekt kunnen worden, zoals REP of NUON. —
Bij de behandeling van de startnotitie Investeringsagenda in november 2012 heeft u middels een amendement aangegeven dat er ten behoeve van het investeringsplan een bedrag van € 24 mln wordt vrijgemaakt. In de startnotitie is aangegeven dat voor de inzet van het RSP-geld moet worden voldaan aan de voorwaarden van het RSP-convenant. Dat betekent in deze dat deze middelen moeten worden ingezet voor infrastructuur. Wanneer u besluit om niet-infrastructuurprojecten te honoreren dan dient er een re allocatie van middelen binnen het RSP programma plaats te vinden, opdat ook nietinfrastructurele projecten kunnen worden gehonoreerd. Bij de projecten is niet expliciet gevraagd om co-financiering van gemeenten. Dit wil niet zeggen dat er geen co-financiering van gemeenten beschikbaar is. Gemeente Smallingerland heeft de ambitie om een pakket maatregelen te realiseren van € 75 mln, waarvoor het € 20 mln co-financiering beschikbaar heeft. Een overzicht van de maatregelen is te vinden in het document ‘Bestemming Drachten’, te vinden de bijlagen van de startnotitie. Voor de gemeente Heerenveen ligt co-financiering moeilijker, vanwege de financiële situatie waarin de gemeente verkeert. Om die reden is co-financiering beperkt. In de projectomschrijvingen is aangegeven of en hoeveel co-financiering beschikbaar is.
6.
Beoordelingskader
In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten van het beoordelingskader uiteengezet. Allereerst beschouwen we de doelstellingen van het RSP, vervolgens de moties die u heeft ingediend en tenslotte de overige input, zoals vanuit de betrokken partners. Wij hebben getracht de relevante doelstellingen en moties direct of indirect te laten terugkomen bij de beoordelingscriteria, opdat een brede, integrale inhoudelijke beoordeling van alle projecten kan plaatsvinden.
Doelstellingen RSP De opdracht van PS is om met de investeringsagenda de oorspronkelijke doelen van het RSP te behalen. Dit is de doelstelling zoals die in hoofdstuk 2 ‘Hoofduitgangspunten Beleid’ is verwoord: Centrale beleidsopgave van het RSP betreft de versterking van de ruimtelijke en economische structuur en verbetering van de bereikbaarheid van Noord-Nederland. Het gaat hierbij om: 1. het versterken van de meest kansrijke economische clusters; 2. het concentreren van economische ontwikkeling en verstedelijking; 3. het stimuleren van innovatie, kennis en ondernemerschap; 9
4. het verbeteren van de bereikbaarheid, zowel binnen de regio als van NoordNederland met de rest van Nederland. (Het Convenant RSP-ZZL is als bijlage (zie pagina 18) toegevoegd aan dit document). Aansluitend richt de aandacht zich op kansrijke clusters en versterking van de economische structuur. Hierbij wordt aangesloten op de bestaande economische clusters, die onderscheidend zijn op (inter)nationale schaal. Speerpunt van beleid wordt de transitie naar een meerop kennis gerichte economie. Ontwikkeling van innovatie, kennis en ondernemerschap worden gestimuleerd. Voorgestaan wordt een duurzame ontwikkeling van de specifieke ruimtelijke en economische kwaliteiten van NoordNederland als regio met een hoge leefkwaliteit. Over ‘gebieden’ wordt gesteld dat de aansluiting van de regio via de ontwikkelingsassen A6-A7 en A28(-A37) op de (inter)nationale kerngebieden en de onderlinge bereikbaarheid van de noordelijke kernzones / stedelijke netwerken worden verbeterd. Een belangrijke gebiedsgerichte opgave is de afstemming binnen de stedelijke netwerken van de ruimtelijke en de economische ontwikkelingen en de voorwaardenscheppende bereikbaarheid. Doelstelling 1 en 2 liggen sterk in elkaars verlengde. Door de Investeringsagenda te richten op de A7-zone tussen Drachten en Heerenveen wordt sterk gefocust op zowel concentratie van economische ontwikkeling (namelijk de zone Drachten Heerenveen) als op de economisch kansrijke clusters. In zekere zin ligt ook doelstelling 4 in het verlengde van 1 en 2. Want het verbeteren van de bereikbaarheid is immers geen doel op zich. Bovenliggende wens bij het verbeteren van de bereikbaarheid is het veiligstellen, danwel verbeteren van de economische kracht van een gebied en/of het verbeteren van de economische en maatschappelijke aantrekkingskracht van dat gebied. Daarmee wordt bij een beoordeling van het aspect ‘bereikbaarheid’ indirect dus ook economische ontwikkeling beoordeeld. Wij stellen voor om bij de beoordeling van de bereikbaarheid ook het schaalniveau te betrekken. Een bereikbaarheidsverhogende maatregel kan betrekking hebben op de lokale, regionale of bovenregionale (Iandsdelige) bereikbaarheid. Vooral landsdelige bereikbaarheid en in mindere mate regionale bereikbaarheid passen bij de oorspronkelijk doelstellingen van het RSP, maar door ook lokale bereikbaarheidsmaatregelen mee te nemen, kunnen uw Staten daarin keuzes maken. —
—
—
Doelstelling 3 (stimuleren van innovatie, kennis en ondernemerschap) staat volledig los van de overige doelstellingen en zou daarmee als expliciet criterium meegenomen moeten worden. Wij laten deze doelstelling terugkomen in twee beoordelingscriteria, te weten het vergroten van de innovatiekracht en het stimuleren van het vestigings- en ondernemersklimaat.
Moties PS Motie 18juli 2012 Op 18juli 2012 hebben uw Staten een motie aangenomen waarin ons college wordt verzocht om in 2013 met een investeringsplan te komen, waarin wordt aangegeven op welke wijze de oorspronkelijke doelen van het RSP gehaald kunnen worden en daarvoor in overleg te treden met de betrokken gemeenten en het relevante bedrijfsleven. Daarnaast is verzocht deze middelen in te zetten voor openbaar vervoer. Bovendien was er nog een motie van CU en VVD die is overgenomen door ons college en daarna ingetrokken, waarin wordt verzocht om de betere bereikbaarheid en economische ontwikkeling van (de regio) Drachten nadrukkelijk onderdeel te laten zijn van de startnotitie voor het investeringsprogramma. Door middel van voorliggend voorstel, is aan de eerste motie invulling gegeven. De tweede motie (om de regio Drachten nadrukkelijk onderdeel te laten zijn van de IDH) wordt ingevuld door expliciet de bereikbaarheid van Drachten (maar ook Heerenveen) mee te nemen bij de beoordelingscriteria. Moties 28 november 2012 10
Behandeling van de startnotitie vond plaats tijdens de PS-vergadering van 28 november 2012. Tijdens deze vergadering is een aantal moties en amendementen ingediend, die hebben geleid tot aanvullingen op het voorstel. • Motie 2, CU, aangenomen: PS verzoeken GS in het investeringsplan HDG hogere prioriteit toe te kennen aan de snelheidsverhoging Hanzelijn en de reistijdverkorting op het traject Leeuwarden Zwolle. • Motie 4, CU & GL, overgenomen en ingetrokken: PS verzoeken duurzaam innovatief openbaar vervoer mee te nemen als randvoorwaarde bij het opstellen van het investeringsplan. • Motie 5, PvdA, CDA, FNP, aangenomen: PS verzoeken in de kadernota 2014 voorstellen te doen over de bekostiging van de samenwerkingsagenda’s —in ieder geval Heerenveen en Smallingerland- zodanig dat in 2013 met financieel perspectief verder gewerkt kan worden aan (in ieder geval een deel van) de economische stimuleringsprojecten, zoals die in de startnotitie aangegeven zijn. • Motie 6, GL & CU, aangenomen: PS verzoeken om de optie van een alternatieve hoogwaardige 0V-verbinding uitdrukkelijk te onderzoeken bij het opstellen van het alternatief investeringsplan en hiervoor in overleg te treden met de provincies Flevoland en Groningen. —
Voor Motie 2 (hogere prioriteit toekennen aan de snelheidsverhoging Hanzelijn en de reistijdverkorting op het traject Leeuwarden Zwolle) geldt dat het een politieke wens is om aan deze maatregel bij voorbaat prioriteit toe te kennen. Dit is in het beoordelingkader verwerkt door een onderscheid te maken tussen lokale, regionale en landsdelige bereikbaarheid. Door veel gewicht toe te kennen aan het criterium ‘landsdelige bereikbaarheid’ zullen projecten als hier bedoeld, hoog scoren. —
Aan motie 4 (duurzaam innovatief openbaar vervoer meenemen als randvoorwaarde) wordt bij het opstellen van het investeringsplan invulling gegeven door zowel ‘innovatiekracht’ en ‘duurzaamheid’, als ‘openbaar vervoer’ als criterium te beschouwen, waarmee projecten die innovatief en duurzaam zijn en betrekking hebben op ‘openbaar vervoer’ hoog zullen scoren in de beoordeling. Motie 5 valt buiten het kader van het beoordelingsschema. Er wordt invulling gegeven aan deze motie door thans te werken aan de IDH. Motie 6 (de optie van een alternatieve hoogwaardige 0V-verbinding uitdrukkelijk te onderzoeken bij het opstellen van het alternatief investeringsplan en hiervoor in overleg te treden met de provincies Flevoland en Groningen) wordt meegenomen op de projectenlijst waarmee invulling wordt gegeven aan deze motie.
Overige input Vanuit het provinciaal beleid is het bevorderen van openbaar vervoer een kernthema. Hiermee wordt rekening gehouden door dit als apart criterium mee te nemen. Dat geldt eveneens voor het versterken van de economische clusters. De vertaling hiervan vond reeds plaats in de oorspronkelijke RSP doelen. Vanuit de betrokken partners, zijn drie aanvullingen voorgesteld, waarop projecten beoordeeld zouden moeten worden. Dit zijn • bestendigheid, langdurig karakter van het effect van de investeringen; • zorgen dat werkgelegenheid in de regio verankerd wordt, zodat bedrijven niet makkelijk zullen wegtrekken naar elders en • bijdragen aan de (economische) voorzieningenstructuur, waarbij expliciet ook Sportstad Heerenveen werd benoemd. Voor het eerste punt geldt, dat waar het gaat om investeringen, dit welhaast vanzelf het geval is, zeker bij investeringen in infrastructuur. Bij andersoortige investeringen kan de werkingsduur wel van belang zijn, maar gezien het karakter van de IDH, lijkt dit vooralsnog minder relevant. Het verankeren van bedrijven in de regio is zeker een punt 11
dat van belang is. Bij verdere doordenking van wat dan het feitelijke beoordelingscriterium zou moeten zijn, is geconstateerd dat ook hier twee elementen van belang zijn: de kwaliteit van de fysieke infrastructuur (ofwel een goede bereikbaarheid) en een goede kennis- en arbeidsinfrastructuur. Beide elementen sluiten aan op de doelen van het RSP, namelijk een goede bereikbaarheid en het stimuleren van innovatie, kennis en ondernemerschap en worden daarmee meegenomen bij de beoordelingscriteria. Ditzelfde geldt ook voor het derde punt (bijdragen aan de economische voorzieningenstructuur). Vertaald naar de 1 nvesteringsagenda, zouden vooral projecten die bijdragen aan een goede lokale, regionale of landsdelige bereikbaarheid moeten scoren, evenals projecten die scoren op het criterium ‘Verbetert vestigings- en ondernemersklimaat’.
Beoordeli ngscriteria Bovenstaande uitgangspunten, moties en overige input hebben geleid tot de volgende zeven criteria waarop projecten beoordeeld zijn. 1. Verbetert lokale bereikbaarheid Projecten die bijdragen aan het verbeteren van alleen de lokale bereikbaarheid in Drachten en/of Heerenveen, scoren op dit criterium. 2. Verbetert regionale bereikbaarheid Projecten die bijdragen aan het verbeteren van de bereikbaarheid tussen Heerenveen en/of Drachten en andere gebieden in Noord-Nederland scoren op dit criterium. 3. Verbetert landsdelige bereikbaarheid (met rest van Nederland) Projecten die het regionale karakter ontstijgen en van (inter)nationaal belang zijn, scoren op dit criterium. Het gaat om projecten die de bereikbaarheid van Drachten/Heerenveen en Noord-Nederland met de rest van het land of met andere regio’s in Europa verbeteren. 4. Openbaar vervoer Projecten die de bereikbaarheid van Drachten en Heerenveen voor het openbaar vervoer verbeteren, scoren op dit criterium. 5. Vergroot innovatiekracht van de regio Projecten die het innovatieve vermogen van de regio Drachten Heerenveen of Noord-Nederland vergroten, scoren op dit criterium. NB. het gaat er bij dit criterium niet om of de projecten zelf innovatief zijn, maar of het doel van het project bijdraagt aan het vergroten van de innovatiekracht. -
6. Draagt bij aan een duurzame ontwikkeling 2 van economie en maatschappij Projecten die er voor zorgen dat de economie of maatschappij duurzamer wordt. Dit kunnen projecten betreffen op de schaal van Drachten, Heerenveen of groter. NB. het gaat er bij dit criterium niet om of de projecten zelf duurzaam zijn, maar of het project bijdraagt aan het verduurzamen van de economie of maatschappij. 7. Verbetert vestigings- en ondernemersklimaat Projecten die op dit criterium scoren zorgen ervoor dat de randvoorwaarden voor bedrijven om zich ergens te vestigen of te blijven, verbeteren. Het gaat dan niet om bereikbaarheid.
2
Onder duurzame ontwikkeling verstaan we ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. 12
7.
Projectenhijst en beoordeling
Systematiek : van groslijst naar projectenhijst naar Investeringsagenda De projectenhijst is opgeknipt in twee delen. Als eerste is een groslijst van projecten samengesteld, met projecten voortkomend uit de samenwerkingsagenda’s en opgevoerd door de betrokken partners. Deze groslijst beslaat daarmee een veelheid aan projecten: project die snel uitvoerbaar zijn maar ook projecten die nog in het stadium van ambitie of idee verkeren. Ook projecten waar (een deel van) de financiering ontbreekt en projecten die al gefinancierd zijn staan op de groslijst. In bijlage ‘Projectenlijst (inclusief omschrijvingen)’ vindt u in het tweede deel deze groslijst van projecten, inclusief een omschrijving van het project en de achtergronden. Doel van de groslijst is om uw Staten inzicht geven in de projecten die tijdens het proces om te komen tot een Investeringsagenda de revue hebben gepasseerd, maar uiteindelijk niet zijn opgenomen.
Projectenlijst Het doel van de Investeringsagenda is om snel aan de slag te gaan. Daarom was het noodzakelijk om uit de groslijst die projecten te benoemen, die binnen een periode van 4 jaar ook in uitvoering kunnen worden gebracht. Deze projecten vindt u hieronder. Uiteindelijk blijken er vanuit de groslijst 13 projecten te zijn die een beroep doen op de investeringsagenda en uitvoerbaar zijn binnen vier jaar. In onderstaande lijst zijnde projecten gesorteerd, eerst de projecten in Drachten, dan die in Heerenveen. De omschrijving van de projecten vindt u in de bijlage ‘Projectenlijst (inclusief omschrijvingen)’. 1
Bereikbaarheid Drachten: openbaar vervoer
2
Bereikbaarheid Drachten-Oost: autoverkeer
3
lnnovatieomgeving Drachten
4
Gebiedsontwikkeling Drachten-West
5
Vaarweg Drachten
6
Oostelijke Poort merengebied
7
Duurzaamheid Drachten (Leerpark)
8
RSP Gebiedsontwikkeling Heerenveen: OV-component A32-zone
9
Bereikbaarheidspakket Heerenveen (RSP): verbeteren busstation
10 Stad van Sport: doorontwikkeling Sportstad en CTO 11
Versnelling/frequentieverhoging Leeuwarden Heerenveen
—
Zwolle: Overweg Rotstergaasterweg,
12 Economie & Bereikbaarheid Heerenveen: brug Kanaal
—
Haskerveen
13 Economie & Bereikbaarheid Heerenveen: verbeteren bereikbaarheid IBF De bovenstaande 13 projecten hebben wij beoordeeld op de zeven criteria die in hoofdstuk 5 genoemd zijn. Het resultaat van deze beoordeling vindt u terug in de tabel in bijlage 5 ‘Beoordelingskader’. Deze tabel maakt inzichtelijk welke projecten op de groslijst stonden, welke uitvoerbaar zijn binnen 4 jaar en financiering uit de Investeringsagenda vragen, wat de gevraagde bijdrage is en of het in het beleid van provincie en gemeente past. Tenslotte wordt nog aangegeven hoeveel co-financiering er in het project zit van de gemeenten en welke financiering uit andere bronnen er mogelijk is voor het project (bijv. REP of derden). 13
8.
Voorstel
Hieronder vindt u de uitwerking van projecten lijst en beoordelingskader tot twee scenario’s. Gezien het grote draagvlak onder de partners, stellen wij voor om te kiezen voor scenario 2. Tot slot doen we een voorstel voor de uitvoering van de projecten.
Twee scenario’s Uw staten hebben aangegeven vooral openbaar vervoersprojecten te willen honoreren. Dit blijkt onder andere uit de moties die zijn ingediend. VNO-NCW Noord is vanuit het pleidooi voor economische structuurversterking de mening toegedaan dat met de beschikbare middelen eerst naar verbetering van de 0V-bereikbaarheid gekeken moet worden. Kijkend naar de doelstellingen van het RSP, constateren wij echter dat een ander belangrijk doel is om kansrijke economische clusters te stimuleren. Overleg met Smallingerland en Heerenveen leert ons bovendien dat ook zij gedeeltelijk willen inzetten op economische structuurversterking. Ook de ondernemers(verenigingen) hebben aangegeven dat zij belang hechten aan economische stimuleringsmaatregelen. Vanuit deze achtergrond leggen wij u twee scenario’s voor. Dit neemt uiteraard niet weg dat u de vrijheid heeft zelf een scenario samen te stellen. Scenario 1: Openbaar Vervoer In het scenario ‘Openbaar Vervoer’ wordt gekeken naar het criterium 0V (nummer 4). Hierop scoren vier projecten voor een totaal van € 24,3 mln. In het beoordelingskader kunt u zien dat dit leidt tot de keuze voor de volgende projecten: Scenario 1: Openbaar Vervoer Project
criterium
I3ereikbaarheid Drachten: openbaar vervoer Bereikbaarheidspakket Heerenveen (RSP): verbeteren busstation RSP Gebiedsontwikkeling Heerenveen: 0V (K.R. Poststraat) Versnelling/frequentieverhoging Leeuwarden Zwolle: Overweg Rotstergaasterweg, Heerenveen Totaal -
bedrag € mln
2 &4 4
13,0 1 ,2
1, 2 & 4
10,0
2 &4
0,1 24,3
Aandachtspunten bij dit scenario: • Verdeling Drachten: Heerenveen = 13,0: 13,3 • Voldoet aan wens van de staten om 0V-projecten te honoreren • Kleine overschrijding van € 0,3 mln Scenario 2: Versterken kansrijke economische clusters + 0V In dit scenario is meer gewicht toegekend aan de criteria 5, 6 & 7: • 5. vergroot innovatiekracht van de regio • 6. draagt bij aan een duurzame ontwikkeling van economie en maatschappij • 7. verbetert vestigings- en ondernemersklimaat. Naar onze mening doet extra gewicht op deze criteria recht aan een belangrijke doelstelling van het RSP en aan het belang dat gemeenten en ondernemers hechten aan het stimuleren van economisch kansrijke clusters. Op deze criteria scoren 8 projecten voor een totaal van € 19,8 mln. Vervolgens is gekeken naar de 0V-projecten, deze scoren op criterium 4. Op dit criterium scoren 4 projecten voor een totaal van € 24,3 mln. Totaal voor criteria 4, 5, 6 & 7 is € 44,1 mln, wat een overschrijding van het budget betekent van € 20,1 mln. Dit betekent dat een keuze gemaakt moet worden.
14
Voorafgaand aan de keuze een correctie op het scenario. Smallingerland heeft aangegeven binnen de Investeringsagenda de voorkeur te geven aan het project Drachten-Oost boven Oostelijke poort merengebied. We ruilen daarom Oostelijke poort merengebied om en voeren Bereikbaarheid Drachten-Oost op, namelijk voor hetzelfde bedrag als Oostelijke poort merengebied (€ 15,0 mln, alle maatregelen van Drachten Oost vragen € 25,5 mln uit de Investeringsagenda). Voor het oplossen van de overschrijding van € 20,1 mln op het scenario dragen we twee mogelijkheden aan. Optie 1 is het financieren van het project K.R. Poststraat uit de middelen voor RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen (- € 10 mln) en minder bijdragen aan Drachten-Oost (- € 10,1 mln). Motivatie om K.R. Poststraat uit RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen (BGOH) te financieren, is dat het oorspronkelijk al een deelproject was van RSP BGOH. De keuze is hier om de K.R. Poststraat zonder co-financiering uit te voeren (normaal zou voor het totale pakket van € 36 mln een bijdrage van € 10,5 mln van Heerenveeen gevraagd worden). Hiermee wordt een deel van het pakket uitgevoerd dat anders zeer onzeker zou zijn, vanwege gebrek aan co-financiering. Optie 2 is dat de K.R. Poststraat wel uit de Investeringsagenda wordt betaald, dat de bijdrage aan Drachten-Oost wordt verminderd met€ 15,0 mln en Bereikbaarheid Drachten 0V met € 5,1 mln. Dit leidt tot een verdeling tussen Drachten (€ 10,2 mln) en Heerenveen (€ 13,8 mln) die bestuurlijk zeer onwenselijk wordt gevonden, aangezien Smallingerland Bestemming Drachten heeft opgevoerd, inclusief € 20 mln co financiering, terwijl Heerenveen juist aangeeft de komende jaren zeer beperkt co financiering te kunnen genereren. Onze conclusie is dat optie 1 de voorkeur geniet. In het beoordelingskader kunt u zien dat dit leidt tot de keuze voor de volgende projecten: Scenario 2: Versterken kansrijke economische clusters
Project qvpDraeeçijcampus) Gebiedsontwikkeling Drachten West Vghten Oo8teHjkepoortmerenged Bereikbaarheid Drachten-Oost
+
0V
criteria
—
—
€ mln
5&
1,0
7 2&7
0,1 0,2 49 4,9
1 &2 -
TÇ
1gp
•p& Bereikbaarheid Heerenveerr. brug Kan aal-Haskerveen Economie & Bereikbaarheid Heerenveen: verbeteren bereikbaarheid IBF Bereikbaa &idDrachterïopenPaarvervoer RSP Gebiedsontwikkeling Heerenveen: 0V oomponent A32 zone (route KFPotstraat) Bereikbaarheidspakket Heerenveen (RSP): verbeteren busstation Versnelling/frequentieverhoging Lwd ZwI: Rotstergaasterweg Heerenveen Totaal -
—
-
1&7 1, 2 & 7 24 1 ,2&’l
1,5 0,5 13 40O
4 2&4
1 ,2 0,1 24,0
Aandachtspunten: • Verhouding Drachten: Heerenveen = 20,2: 3,8. Echter, het investeringsvolume is voor Heerenveen 13,8 mln als ook het project RSP Gebiedsontwikkeling (K.R. Poststraat) wordt meegerekend. • Voldoet aan de wens van PS om 0V-projecten te honoreren en doet recht aan voorkeur van gemeenten en bedrijfsleven om ook te scoren op economische criteria (5, 6 & 7).
15
Relatie met Samenwerkingsagenda Smallingerland & Heerenveen Smallingerland Zoals in hoofdstuk 2. Relatie met Samenwerkingsagenda’s al aangegeven heeft de Investeringsagenda een nauwe relatie met de Samenwerkingsagenda’s, in die zin dat we de Investeringsagenda zien als eerste tranche van de uitvoering van de Samenwerkingsagenda. Recentelijk is de Samenwerkingsagenda met Smallingerland herzien, hierbij is ook het plan van Smallingerland Bestemming Drachten’ betrokken. Het is dan ook goed om hier het verband tussen de Samenwerkingsagenda Smallingerland en de Investeringsagenda te laten zien. Dit inzicht kan ook helpen in de discussie over het betrekken van andere middelen bij de Investeringsagenda Vooraf een aantal opmerkingen over het schema. De Investeringsagenda is een nadere uitwerking van de Samenwerkingsagenda. Er worden projecten voorgelegd die uitvoerbaar zijn binnen 4 jaar. Dat betekent dat projecten in de Samenwerkingsagenda soms minder precies omschreven zijn dan in de Investeringsagenda. Per project is aangegeven wat de totaal geraamde kosten in de Samenwerkingsagenda zijn, of er financiering vanuit de Investeringsagenda wordt gevraagd, of er alternatieve dekkingsbronnen zijn, wat de ontbrekende financiering is en is er nog ruimte opengehouden voor opmerkingen, bijvoorbeeld om aan te geven waarom slechts een deel van het project gefinancierd wordt uit de Investeringsagenda. Wellicht ten overvloede, maar voor uw begrip nog het volgende. Een project uit de Samenwerkingsagenda komt in aanmerking voor de Investeringsagenda als het uitvoerbaar is vôér 2017 en de dekking nog niet rond is. Een project uit de Samenwerkingsagenda is vervolgens opgenomen in een ‘scenario’, wanneer het voldoet aan de beoordelingscriteria die gelden voor dat scenario (zie hoofdstuk 7). Conclusie Smallingerland Conclusie uit de tabel is dat 6 projecten (factsheets 4, 6 en 10 tlm 13) uit de Samenwerkingsagenda Smallingerland geheel of gedeeltelijk gefinancierd kunnen worden uit de Investeringsagenda (€ 20,1 mln van de beschikbare € 24 mln). Voor 6 projecten (nummers 1,2, 4, 5, 8 en 9) liggen voorstellen klaar of zijn in de maak om ze geheel of gedeeltelijk te dekken uit andere middelen (REP, Wurkje foar Fryslën, Europees of anders). Projecten 3 en 7 lijken nog niet binnen 4 jaar uitgevoerd te kunnen worden. En voor project 5 (Oostelijke Poort merengebied) tenslotte wordt voorgesteld die te financieren vanuit de middelen voor Wurkje foar Fryslân. Het project voldoet niet aan de criteria voor de Quick Wins. Echter, Smallingerland is bereid om de helft van de benodigde € 22,8 mln bij te dragen. Daarnaast geeft dit project een impuls aan de toeristische infrastructuur in de omgeving Drachten en daarmee aan de economie. Dit sluit naar onze mening aan bij de motie van 24 april 2013 (zie ook paragraaf 5.5 “Projecten die vooruit lopen op de investeringsagenda ‘Wurkje foar Fryslân” van de Kadernota). Kortom, via de Investeringsagenda Drachten Heerenveen wordt begonnen met de uitvoering van een aanzienlijk deel van de Samenwerkingsagenda Smallingerland. Bovendien wordt aanvullend nog een project voorgesteld, te weten Duurzaamheid Drachten (Leerpark). Heerenveen Voor Heerenveen geldt, zoals aangegeven in hoofdstuk 2, dat het niet de behoefte heeft om de afspraken die al stonden te herzien. Dit mede gezien de financiële situatie van de gemeente. Uit de Investeringsagenda worden een project (nummer 2b) van de Samenwerkingsagenda voor een deel gefinancierd. Van de overige vijf projecten loopt voor de projecten 1, 2a en 5 een traject buiten dit voorstel om. Project 4 wordt door de gemeente zelf opgepakt. Voor project 3a (RSP Gebiedsontwikkeling) wordt buiten de € 24 mln, maar binnen het kader van dit statenvoorstel een besluit voorgelegd. Conclusie is dat er voor een groot deel van de projecten van de Samenwerkingsagenda Heerenveen wel voorstellen (in de maak) zijn, maar dat de voorgestelde bijdrage vanuit de Investeringsagenda (scenario 2) relatief klein is (€ 3,8 mln van de beschikbare € 24 mln). 16
technologische innovatie-ecologie en 1 ontwikkelcampus
34,1
1,0
110,1
x
12,1
x
38,6 81,
0,2
21,l
x
6,0 10,’ 10,0 35,
0,1
17,1
x
2,0
2,1
x
1,0
30,
5,8
Breedbend in F4 Integrale gebiedsontwikkeling 3 Drachten Centrum-Zui
4 Vaarweg Drachten Oostelijke Poort merengebied (GO 5 Oudega a/h water) Drachten West, 6 Tussendiepen eo. 7 Zwembad De Welle
-
8 Huisvesting Cultuur Bereikbaarheid 9 Orachten Noord Bereikbaarheid l@ ‘)rachten Oost Bereikbaarheid Drachten, Noorder 11 /Zuiderhogeweg Bereikbaarheid 12 Orachten, De Splitting Bereikbaarheid
..idschap 1 Heerenveen Heerenveen Stad van 2a Sport? nieuw Thialf
-
-
zia 10
zie 10
8,0
9,0
REP
16,1 <
0,0 financiering: zie stetenvoorstel juni 2013 zie statenvoorstel ‘Startnotitie next generetion 73,1 accessnetwork’ (maart 2013)
Quick Wi 0,65 Wurkje t Fryelâ
0,6.
gebiedaontwikkeling niet op korte termijn aen e ntb orde 0,2 IDH = geld voor onderzoek. 0,65 voor Qu k Win: ‘verbetering ontsluiting binnenhaven ntb Drachten’ (zie ook 5.5 Kademota)
Wurkje foa Fryslâ
10,7
financiering uit Wurkje foar Fryslân (géên Qui k 0,0 Win), zie ook 5.5 Kadernota
10,75
1,6
ntb 0,1 10H voor opstellen haalbaarheidsonderzo k. nth keuze uit varianten voorzien in 2016 oplevering 2014. 2,0 beschikbaar gesteld 0,0 (Cultuurketen, PS april 2013)
0,4
0,0
—
x
—
13 MP
6,0
ntb
—
—
—
—
—
...
Heerenveen Stad van Sport? doorontwikkelin Sportstad en CTO 2b Heerenveen
Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen (RSP3a project) Spoortijn Heerenveeri Groningen (RSP 3b project) Structuurvtaie A32-zon 4 Heerenveen Heerenveen en FrysIS Kulturele Haadatéd
(Leerpark) Economie & Bereikbaarheid: brug Kanaal Haskerveen (Heerenveen) Economie & Bereikbaarheid: verbeteren bereikbaarheid IBF (Heerenveen) Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen (RSPproject): verbeteren busstation Versnelling?frequentiev r hoging Lwd ZwI: Rotstergaasterweg Heerenveen (motie Koopmansproject)
ntb
x
—
—
nt planvorming niet rond
—
ntb
36,
0,5
x
0,25
25,5
—
x
100°,
-
—
—
Plattelân
3,0
1,0
0,0
betreft hier een deelproject uit SA: proeftuin v or 0,0 Friese en nieuwe sporten. Gemeente heeft co-financiering in moeten trekken. Voorstel ihkv 10H: met 25,5 ‘provinci l& middelen proberen doelen te halen van RSP BGOH + Friese aandeel Zwolle Herfte betal n. Daarna: 1 0,0 vanuit Wurkje toer Fryslân. Zie 0,0 elders dit statenvoorstel Investeringsagenda.
co-fii PSP + Wurkj ontbr’ foar FrysIti ekt
—
rn
—
1,0
gestopt in PS juli 2012 betreft opstellen structuurvisie als onderdeel an as olanologie van A32-zone Betreft uitbreiding museum Belvedère. Geld besteed aan onderzoeken. Geen dekking voc Project ligt stil.
0,0
co-fin
ontbre
-
2,5
1,0
1,5
0,5
1,2
1,2
1,6
0,1
ekt
—
0,5
—
—
—
-
—
1,5
Gemeentelijke co-financiering â 1,0 ontbreekt 0,0 vooralsnog.
Turborotondes bij aansluiting 2BA op A7, Pastoriesingel / Satumus. Relevant voor nwe 0,0 zuivelfabriekenl
Onderdeel van RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen, separaat u 0,0 te voeren. Provincie is eigenaar busstation. Spoorproject motie Koopmans. 0,1 = dekking voor gemeentelijke co-financiering. Zie voor inhoud project PS-brief ‘Overzicht Motie Koopmansprojecten Noord-Nedertand’, 8 apri 0,0 2013, nr. 1049371
17
Voorstel Ons college, gemeenten en bedrijfsleven zijn het erover eens dat scenario 2: Versterken kansrijke economische clusters + 0V het meest recht doet aan de oorspronkelijk RSP doelen en daarmee het meest wenselijke scenario is. Wij zijn het met VNO-NCW eens dat Zwolle Herfte van evident belang is. Wij hebben tegelijkertijd begrip voor de argumenten die door de betrokken partners zijn aangedragen, namelijk dat het belang van dit project veel breder is dan Drachten Heerenveen en de gevraagde bijdrage een grote aanslag op de beschikbare middelen is. Zoals in hoofdstuk 4. Visies op Investeringsagenda aangegeven, zien wij Zwolle Herfte als een bereikbaarheidsproject. Wij stellen dan ook voor om na afronding van de onderhandelingen over een eventuele regionale bijdrage aan Zwolle Herfte dekking van het Friese aandeel in deze bijdrage ten laste te leggen van het project RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen. Met deze oplossing scheppen we ruimte in de Investeringsagenda, terwijl we tegelijkertijd RSP-geld voor bereikbaarheid dat anders ongebruikte dreigt te blijven, aanwenden voor bereikbaarheid. —
—
—
Het totaalbedrag van het voorliggende voorstel is € 75,25 mln, verdeel over vier posten. • lnvesteringsagenda: € 24 mln (voor Drachten en Heerenveen). Dit sluit aan bij de motie die is ingediend en overgenomen op 18juli 2012, waarin wordt gevraagd om minimaal € 24 mln beschikbaar te maken voor dit investeringsplan. In dezelfde motie verzoekt u het college aan te geven ‘op hokker wize oare middels fûn wurde kinne foar it plan’. Hieraan geven we invulling door voor te stellen om ook middelen beschikbaar te stellen uit onderstaande bronnen. • RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen (BGOH): € 25,5 mln • Wurkje foar Fryslân, Uitvoering Samenwerkingsagenda Heerenveen : € 15 mln (RSP BGOH) • Wurkjefoar Fryslân, uitvoering Samenwerkingsagenda Smallingerland: €10,75 mln (Oostelijke Poort Merengebied)
En verder? We stellen voor om u, nadat uw Staten een keuze hebben gemaakt uit de projecten, in het najaar van 2013 een plan van aanpak voor de uitvoering van de gekozen projecten toe te zenden met daarin de organisatie, financiën en tijdsplanning, zodat we snel aan de slag kunnen.
BIJLAGEN 1. Gezamenlijke visie op Investeringsagenda Drachten Heerenveen van gemeente Smallingerland, gemeente Heerenveen, Ondernemersvereniging Drachten, Ondernemerskring Heerenveen. 2. Visie op Investeringsagenda van VNO-NCW Friesland 3. Convenant RSP-ZZL 4. Projecten lijst (inclusief omschrijvingen) 5. Beoordelingskader
Ljouwert, Deputearre Steaten fan Fryslân,
J.A. Jorritsma
,
foarsitter 18
drs. A.J. van den Berg
sekretaris
19
BESLÛT NR.
PROVINSJALE STEATEN fan FRYSLÂN
Nei it lôzen fan It itstel fan Deputearre Steaten fan Fryslân fan nr. ,
Oerwagende dat
:
Provinciale Staten op 28 november 2012 de (start-) notitie alternatief investeringsplan niet doorgaan spoorlijn Heerenveen-Drachten-G roningen’ hebben vastgesteld en daarbij moties en amendementen zijn ingediend. In de moties onder andere gevraagd wordt om hogere prioriteit toe te kennen aan reistijdverkorting op het traject Zwolle Leeuwarden, waaraan het project Zwolle Herfte bijdraagt. Provinciale Staten verwachtten dat de investeringsagenda in overleg met de gemeenten Herenveen en Smallingerland en het relevante bedrijfsleven opgesteld zou worden. De beschikbare € 24 miljoen ingezet zou moeten worden op openbaar vervoer en economische structuurversterking. De betrokken gemeenten en het relevante bedrijfsleven hebben ingestemd met de projecten uit scenario 2. Versterken kansrijke economische clusters +0V. De voorliggende Investeringsagenda Drachten Heerenveen voldoet aan de moties en amendementen van 18juli 2012 en 28november2012. —
—
Bes lute
:
de Investeringsagenda Drachten Heerenveen vast te stellen; te kiezen voor de projecten uit scenario 2. Versterken kansrijke economische clusters ÷ CV; In totaal € 75,25 miljoen te reserveren, als volgt te verdelen: • Investeringsagenda: € 24 mln • RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen: € 25,5 mln • Wurkje foar Fryslân, Uitvoering
-
-
-
20
Samenwerkingsagenda Heerenveen : € 15 mln (voor RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen) Wurkje foar Fryslân, uitvoering Samenwerkingsagenda Smallingerland: € 10,75 mln (voor Oostelijke Poort Merengebied) het college te verzoeken om in het najaar van 2013 een plan van aanpak voor de uitvoering van de onder het vorige punt genoemde projecten ter kennisgeving toe te zenden aan provinciale staten; GS op te dragen om de financiële gevolgen van bovenstaande punten te verwerken in de begroting 2014. -
-
Sa feststeld troch Provinsjale Steaten Fan Fryslan yn harren iepenbiere gearkomstefan,
foarsitter
griffier
21
Bijlage 2 Format programmarapportage Investeringsagenda
Projectnaam 1.1
0,0 aug-13
t
r1
T
Projectnaam 1.2
Toelichting indicatoren overzicht projecten
Projectfase:... Vaststelling scope:
0,0
•
l
‘
“
“
‘
Risico’s
“
“
‘
4
Realisatie
9
4
Realisatie
..
.,
--
Toelichting
-.
1..
--
•-
Toelichting
Ie5
-
Iniet
inhoudelijk: hoeveel van de ‘productie’ is klaar, of hoe ver staat het project: percentage gereed, subjectief
-
0-1-2-3-4-5 0-1-2 0-1-2 0-1-2
)(
Pagina 1 van 1
Beheersbaarheid: rood=onbeheersbaar, oranje =gedeeltelijk beheersbaar, groen=beheersbaar Product afgerond: nee / aandacht/ja Kwaliteit onvoldoende / aandacht / in orde
Indicatieve trend: verslechterd, stabiel, verbeterd of stabiel goed % gereed in stappen van 25% Urgentie: 1= niet urgent, 4= zeer urgent
2- 3 -4-5
0- 1 -
0-1-2
1,0
“
begonnen l30-25% 25%-50% () 50%-7R% J 75%-100% •
0
Realisatie
4
25%-5O% .1 9j50%-75% J75%-100%
-
Realisatie geld: hoeveel van het budget is uitgegeven, dit geeft een beeld van de bestuurbaarheid:
“
Groot risicoprofiel, moeilijk beheersbaar aan de grote kant voor de stand van het project Normaal risicoprofiel, beheersbaar
Risico’s: heeft het project een groot risicoprofiel, aan de grote kant of normaal. Dit is subjectief ter beoordeling aan jullie en kanje toelichten
Geld: naar verwachting binnen budget met voldoende marge / Tijd: op koers
Prognose einde werk: de verwachting of de projectopdracht gehaald wordt, voor geld of het binnen budget blijft, voor tijd of de planning gehaald wordt Geld: financieel probleem / Tijd: vertraging is niet meer in te lopen Geld: marge onderdruk, kleine afwijking/Tijd: vertraging maar is nog in te lopen
X
aug-13
X
Vaststelling scope:
...
t
Prognose einde werk
Refeientie uder
T Sc
•
•
Risico’s op afw.
Prognose einde werk
aug-13
0,0
X
aug-13
Projectnaam 1.1
T Sc
T Sc
Projectfase:
Gemeente Smallingerland
lProjectfase:... Vaststelling scope:
Projectnaam 1.2
Projectfase:,.. Vaststelling scope:
Referentie kad’ win)
[maand] [jaar]
Datum en rapportage periode:
Gemeente Heerenveen
Complexe lnfra Projecten
Programma:
Investeringspakket Heerenveen-Drachten, overzicht projecten
—
-
Programmarapportage Vrijbaan, januari 2012