provinsje fryslân provincie fryslân postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25 www.fryslan.nl
[email protected] www.twitter.com/provfryslan
Provinciale Staten ost US 20120 8900 HM LEEUWARDEN
Leeuwarden, 16juni 2015 Verzonden, 2 i Ons kenmerk : 01219798 Afdeling : Stêd en Plattelân Behandeld door : K. van Stralen / (058) 292 58 97 of
[email protected] Onderwerp
: Subsidieregeling monumenten 2015 en quick scan inventarisatie karak teristieke bouwwerken
Geachte statenleden, Bijgevoegd treft u de op dinsdag 16 juni 2015 door ons vastgestelde Subsidieregeling mo numenten Fryslân 2015 met bijbehorende toelichting aan. Deze regeling is een uitvoerings regeling op grond van de Algemene Subsidieverordening provincie Fryslân 2013. Inclusief de middelen vanuit Wurkje foar Fryslân (WFF) en de decentralisatie-uitkering van het Rijk, is er voor dit jaar een bedrag van bijna € 2,0 mln beschikbaar voor met name restauratie en herbestemming. De subsidieregeling wordt vanaf 14 september 2015 opengesteld. Samenhangend met de opstelling van de subsidieregeling is er een quick scan inventarisatie karakteristieke bouwwerken uitgevoerd. Dit betreft de uitvoering van maatregel 35 uit het Uitvoeringsprogramma voor Wurkje Foar Fryslân. Deze maatregel richt zich op karakteristie ke bouwwerken, kleinschalige bouwwerken in het landschap en het restauratieambacht. De maatregel bestaat uit financiële ondersteuning en uit de genoemde inventarisatie. De inventarisatie heeft zich gericht op niet-rijksmonumenten en niet-woningen en is uitgevoerd op basis van bestaande inventarisatiegegevens van gemeenten, monumenteninstellingen en onderzoekers. De resultaten zijn te zien op de provinciale cultuurhistorische Kaart op www.fryslan.nl/chk onder de laag “karakteristieke bouwwerken (geen woningen)”. Financiële ondersteuning uit deze maatregel kan uit een subsidie of een laagrentende lening bestaan. De subsidiemogelijkheden zijn in de bovengenoemde subsidieregeling opgenomen. De mogelijkheden voor laagrentende leningen zijn in het Cultuur[onds voor Monumenten Fryslân opgenomen. Ook karakteristieke woningen kunnen een lening aanvragen.
-
1/2
-
Ons kenmerk: 01219798
dienste stonden van dagelijkse arbeid in de nijverheid en productie uit grondstoffen en halifabricaten, het leveren van dienstei, handel, opslag en transport mét de (laarbij bijbehorende machines, alsmede techiiische installaties die noodzakelijk zijn voor het bedrijisproces in of het lunctioneren vaii liet betreliCn(lc bouwwerk; k. instandhoudingsplan: plan met ccii overzicht van de aar(l en de omvang van de jaarlijks voorgenomen werkzaamheden bestaande uit restauratie en on(Ierhoud, alsmede een omschrijving van de daarmee beoogde resultaten, voor ccii perio(le van ten hoogste zes kaleii(lerjaren. Het instandhoudingsplan omvat tevens ccii meerjarige wcrkomsclirijving en een rneeijarciibegroting; 1. karakteristiek bouwwerk: bouwwerk van vôér 1965 dat als zodanig is genoemd op de kaartiaag “karakteristieke bouwwerken” van cle Cultuurhistorische Kaart van cle provincie Fryslân, waarvan (le cultuurhistorische waarde p grond waarvan het bouwwerk is geïnventariseerd iiog stee(ls aanwezig is, iiiet zijnde een rijksnionument of gemeentelijk monument; m. kerk: gebouw of zelfstandige onderdeel daarvan, dat oorsproiikehijk uitsluitend of voor het overwegend deel is vervaardigd voor liet gezamenlijk belijden van de gO(lSdienSt of levensovertuiging; ii. leerbedrijf: bedrijf dat met een specilieke kwalilicatie voor restauratie is erkend door het Fundeon om scholings- en werkgclegenheidstrajecten uit te voeren in cle reslauratiebouw; o. molen: bouwiverk dat wind, water of spierkracht omzet in bewegende machines of PomPen; p. monument: bouwwerk, zelfstaiiclige onderdeel daarvaii of a;uigclegcle onroerende zaak welke een tastbaar product van menselijk handelen is, en welke op zich of in verband met zijn omgeving van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, zijn betekenis voor (le wetenschap of zijn cultuurhistorisclie waarde; q. museum: pand dat is opgenomen in het Museumregister Nederland; r. nevengebruik: vestiging van een andere clan cle bestaande functie of verbreding van cle bestaande ftiiictie maar waarbij door (leze vestiging of verbrechng, cle bestaande fuiictie in overwegende mate l)hljI[ bestaan; s. onderhoud: reguliere werkzaamheden die iioodzakelijk zijn voor cle instandhouding van het beschermde monument of onderdelen ervan; t. onrendabele toj): deel van de subsidiabele kosten dat niet gedekt kan worden uit cle toekomstige opbrengsten; u. ontwerpopgave: planvorming waarbij sprake is van het wijzigen van het casco, buitengevels, binnenwanden, vloeren of plalonds van liet bouwwerk of een zelfstandig onderdeel daarvan; v. penodiek instandhoudingsplan: een instandhoudingsplan als bedoeld in artikel 10 van cle Subsidieregeling instandhouding monumenten, zoals dit artikel luidde Op 16 juni 2015; w. reconstructie: werkzaamheden die nodig zijn voor het opnieuw maken en terugl)rengcn van verloren gegane onderdelen van monumenten in een vroegere gedaante; x. restauratie: liet verrichten van die werkzaamheden, die het normale onderhoud te boven gaan en clie voor het herstel van een monument noodzakelijk zijn en waarbij cle subsicliabele kosten meer bedragen dan 3% van de herbouwivaarde, als bedoeld in artikel 5 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten 2013, zoals dit artikel luidde OJ) 16 juni 2015; y. restauratieplan: instandhoudingsplan dat is opgesteld door een architect bestaande uit een rapportage van de technische staat, tekeningen van de bestaande toestand, herstelhingen en toevoegingen, alsmede een bestek ter ophelling van gebreken en ten behoeve van de wijzigingen; z. rijksmonument: monument dat is opgenomen in het monumenteiiregister als bedoeld in artikel 6 van cle Monumentenwet 1988; aa. transformatie: bouwkundige werkzaamheden die nodig zijn om het monument een nieuwe bestemming te geven;
‘
Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Frysln
/
provinsje fryslân provincie fryslân b Het doel van deze maatregel is om particuliere investeringen voor deze groep monumenten te stimuleren door zoveel mogelijk eigenaren van karakteristieke bouwwerken over de streep trekken. Ook wordt op deze wijze het gemeentelijk monumentenbeleid gestimuleerd. Voor vragen kunt u terecht bij de heren K. van Stralen (tel. 058-2925897 /
[email protected]) of D. van Weezel Errens (058-2925440 / d.vanweezelerrens @fryslan.nl
e Staten van Fryslân,
J.
secretaris
-2/2
Ons kenmerk: 01219798
•
1
rj)
bb. woonhuis: bouwwerk of zelfstandig onderdeel dat in oorsprong voor wonen is bestemd of dat thans voor meer dan de helft van de oppervlakte voor wonen is bestemd of in overwegende mate voor bewoning wordt gebruikt, met dien verstande dat niet als woonhuizen worden aangemerkt:
gebouwen die deel uitmaken van een museum, kerkgebouvcn, het lioofdhuis van buitenplaatsen, lan(lhuizen, gebouwen van liefdadigheid, molens, agrarische gebouwen of industrieel erlgoeci; cc. zellstaiidig onderdeel: onderdeel dat te onderscheideii is van andere zelistandige on(ler(leleIl van het (lesl)etrelicnde monument of een zelfstandig bouwkundige eenheid vormt van het desbetrellende monument.
Hoofdstuk 2 Monumenten
Paragraaf 2.1 Restauratie in combinatie met herbestemming Artikel 2.1.1 Doel De sul)sidie heeft tot (bel liet behoud vui monumenten in de provincie Fiysln. Artikel 2.1.2 Subsidiabele activiteiten Subsidie kaii worden verstrekt voor de restauratie van een monument onrendabele tol) van herbesternming.
iii
combinatie met (le
Artikel 2.1.3 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan natuurlijke personen en I)rivaatrecliteljke rechtspersonen die eigenaar of zakelijk gcl)ruiksgerechtlgdc zijn van ecn rijksmonument. Artikel 2.1.4 Aanvraagpetiode 1. Een aanvraag voor subsidie kan worden inge(liend van 14 september 2015 tot en met 28 september 2015. 2. Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijii inge(lielid, indien (leze is ontvangen binnen (le iii liet eerste lid genoemde indieningsternujn.
Artikel 2.1.5 Aanvraag Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door nuddel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van de in liet aanvraagformulier verplichte bijlagen. Artikel 2.1.6 Weigeringsgronden 1. Een aanvraag voor subsidie wordt geiveigerd indien: a. voor het monument reeds subsidie is verleend OJ) grond van (le: 1° Bijdrageregeling Monumentenfonds 1995; 2 Stimuleringsregeling restauratie rijksmonumenten prouiicie Fiyslii 2010-2011; 3 Subsidieverordening monumenten en cultuurhistorie provincie Fiysktn 2005-20 10; 4° Tijdelijke Restauratie-impuls Frvsk Erfskip; 5° Tijdelijke subsidieverordening monumenten en cultuurhistorie Fiysln 2009; 6° Titel 3 (Stimuleringsregeling restauratie, onderhoud en bouwhistorisch onderzoek aan monumenten 2011), Titel 5 (Stimuleringsregeling monumenten 2012), Titel 7 (Stirnuleringsregeling monumenten 2013) van de Uitvoeringsregeling projectsubsidies ruimte of b.
Subsidieregeling monumenten Fryslân. de werkzaamheden in overwegende mate gericht zijn op reconstructie;
Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Frvslân
c.
d.
e. f.
g.
Ii. i.
j. 2.
het monument een terrein is dat daar boven- of ondergronds aanwezige zaken bevat clie OJ) zichzelf of in verband met zijn omgeving vai algemeen l)clang zijn wegens schoonheid, (le betekenis voor de wetenschap of cle cultuurhistorische waarde (archeologisch monument); het monument bestaat uit een park— of tuinaanleg, clan wel een andere (lOOr mensen gemaakt aardwerk of ingeplante aanleg (groen moiiumcnt) dat geen onderdeel uitmaakt van een buitenplaats; cle restauratiekosten bi 1 een rijksmonument minder bedragen dan 3% van cle lierl)ouw’,vaardle zoals bedoeld iii cle Subsidieregeling instandhouding monumenten; cle restauratiekosten bij een rijksmoHument minder bedragen dan f’ 10.000,-—; cle aanvraag betrekking heeft 01) activiteiten die vergunmngpbchtig zijn op grond van cle \Vet algemene bepalingen omgevingsrecht of een gemeentelijke verordening waarvoor: 1 geen vergunning verleend is op het moment van indiening, voor zover het cle reguliere voorbereidingsprocedure voor omgevingsvergunningen betreft; 20 geen aanvraag voor vergunning ingediend is op het momeiit vui iiiclieniiig voor zover liet (le uitgebreide voorbereiclingsprocedure voor omgevingsvergunningen betreft; het restauratieplan, waarbij sprake is van een ontwerpopgave, niet is opgesteld door een ucliiÉect; cle herbestemming niet onrendabel blijkt te zijn; cle onrendabele tol) van cle herbestemming voortvloeit uit cle aankoopsom van liet monument.
Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing 01) subsiclieverstrelddngen die betrelddng hadden op een onderdeel van liet monument, (lat geen (leel uitmaakt van cle aanvraag in het kader van deze regeling, en: a. is aan te merken als ccii zelfstandige bouwkundige eenheid; b. is aan te merken als toren, uurwerk, orgel, luiclklok, klokkeiistoel, ringmuur, of hekwerk rond ccii kerk; of c. expliciet in cle registeromschrijving van liet monument is opgenomen.
Arke1 2.1.7 Toetsingsciiteiia Om voor subsidie voor restauratie in combinatie met herbestemming in aanmerking te komen wordt voldaui aui cle volgende criteria: a. cle aaiwraag heeft betrelddng p restauratie in combinatie met herbestemming van een: 10 rijksrnonument;
20 gemeentelijk. monument; karakteristiek bouwwerk; 4° bouwverk waarvan voorafganuicle aan cle planvomung door ccii bouwhistorische opiiame is aangetoond dat het een object betreft van hoge monumentwaarcle en waarbij dit onderzoek is verricht overeenkomstig cle Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek, lezen en analyseren van cultuurhistorisch erfgoed, L. Hendriks cuj. van der Hoeve (2009); b. de cultuurhistorische waarde wordt (loor cle herbestemming niet in overwegende mate geschaad; c. voorafgaande aan cle planvorming tot herbestemming is een bouwhistorische opname verricht dat in overeenstemming is met cle Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek, lezen en analyseren van cultuurhistorisch erfgoed, L. Henclriks enJ. van der Hoeve (2009) en het resultaat hiervan heeft aantoonbaar onderdeel uitgemaakt van cle planvorming tot herbestemming; cl. indien de aanvraag betrelddng heeft op een herbestemming naar wonen worden ten minste drie woningen gerealiseerd; e. dc exploitatie van dc herbestemming kent een onrendabele top. 30
Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Fryslân
2.
3.
4.
Dc onrendabele tol) als bedoeld in het eerste lid, onder e, wordt berekend volgens de Discounted Cash Flow methode waarbij de exploitatie over de periode van 30 jaar berekend wordt 01) basis van cle door de aanvrager middels het aanvraagformulier geleverde gegevens. Van (le niethocle als bedoeld in het tweede lid kan uitsluiten(l door Gedeputeerde Staten WOr(len afgeweken indien (le rekenrneliiocle onvoldoende aanknopingspuiiten biedt voor cle berekening van (le onrendabele top van de herbestemming. Vaii de door de aanvrager geleverde gegevens als bedoeld in liet eerste lid, kan (loor Gedeputeerde Staten wordeii afgeweken indien de aangeleverde gegevens niet als marktconlorm vorclen beoordeeld.
Ailikel 2.1.8 Subsidiabele kosten 1. De subsidiabele kosten voor de activiteiten zijn: a. cle kosten genoemd in artikel 4 van (le Subsidieregeling instandhouding monumenten clie zijn gespeciliceerd in (Ie bijbehoreiide Leidraad subsidiabele instandhouclingskosten 2013; b. cle kosten voor de activiteiten genoemd in bijlage 1. 2. Indien er sprake is van een rijksmonurnent worden de subsidiabele restauratiekosten verminderd met 3% van cle lierbouwwaarcie. 3. In aftvijking van liet tweede lid wordt deze vermindering niet toegepast indien: a. voor hetzelfde monument in liet kader van een rijkssubsiclieregeling voor de instandhouding van monumenten voor ten minste 3% van de herbouwwaarde een subsidieaanvraag is ingediend of een subsidie is verleend; b. cle in liet kader van een rijkssubsiclieregeling voor cle instandhouding van monumenten ingediende activiteiten geen deel uitmaken van (le aanvraag in liet kader van deze regeling; en c. de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd in het kader van deze regeling zullen worden uitgevoerd binneii cle instanclhioudingstermijn zoals (leze voortvloeit uit cle hiervoor in onderdeel a en b bedoelde aangevraagde of verleende rijkssubsidie. 4. Kosten voor werkzaamheden waarmee al ecn aanvang is gemaakt vôôrdat een beslissing op cle aanvraag is genomen, komen niet voor subsidie in aanmerking. .5. In aftvijking van liet vierde lid komen cle kosten voor werkzaamheden waarmee al een aanvang is geniaakt véérclat een beslissing 01) de aanvraag is genomen ivel voor subsidie in aanmerking indien Gedeputeerde Staten positief hebben beslist 01) ccii uitdrukkelijk schriftelijk verzoek daartoe. 6. lJitsluitencl liet deel van de onder liet eerste lid onder b genoemde kosten dat tot cle onrendabele tol) behoort, komt voor subsidie in aanmerking. Arke1 2.1.9 Opschortende voorwaarde Indien cle activiteiten waarvoor subsidie vorclt gevraagd vergunningplichtig zijn p grond van de \Vet algemene bepalingen omgevingsreclit cii cle uitgebreide voorbereidingsprocedure vorclt gevolgd, worch subsidie slechts verleend onder cle opschiortende voorwaarde dat cle omgevingsvergumiing is verleend. Arke1 2.1.10 Subsidiehoogte 1. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten niet een maximum van € 200.000. 2. Onverminderd liet bepaalde in het eerste lid wordt een subsidie van minder dan £ 10.000 niet verstrekt. Artikel 2.1.11 Verdeelsystematiek
Subsidieregeling monumenten 201.5
1
Provincie Frysln
2.
Subsidie worch verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van dc subsidicaanvragen, Waarl)ij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst. Voor zover door verstrekking van subsidie voor volledige aanvragen, die 01) clezelide (lag Zijil ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt (le onderlinge rangschilddng van clie aanvragen as Iges leId door middel van loting.
Artikel 2.1.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger Bij cle subsidievcrleiiing worden cle volgende verplichtingen opgelegd: a. (le sUbsidlieOlitVaI)ger doet oiiverwijlcl schriftelijk mcldiiig aan Gedeputeerde Staten, zodra
b.
c.
aannemelijk is (lat de werkelijke kosten die met cle activiteiten zijn gemoeid in totaal 20% lager zijn dan cle begrote kosten, zoals deze in cle aanvraag waren opgenomen; (le activiteiten worden uitgevoerd onder leiding van ccii architect (lie is ingeschreven iii liet architectenregister als bedoeld in de \Vct op de architectentitel; de subsidieontvangcr laat coiitrole toe op de uitvoering van een proJect door rijk, pro\i1cic en gemeente;
cle activiteiten vangen aan binnen een jaar na cle datum van cle subsidlieverleHing; de activiteiten worden voltooid binnen twee jaar na cle datum van cle subsiclieverlcning; (le subsidieontvanger bewaart en onderhoudt liet monument na het verrichten van cle activiteiten waarvoor subsidie is verleeiid, in cle staat waarin liet door (lie activiteiten is gebracht; g. cle wcrkzaamhcdcii worden uitgevoerd volgens in cle l)eroepsgroep van restauraliebeclrijven geldende normen; li. (le werkzaamheden worden uitgevoerd als scholiiigstraject voor leerlingen of vcrkgelegenlieiclstraject door een erkend leerbedrijf in cle restauratiebouw. Gedeputeerde Staten kunnen toestemming verlenen af te wijken van het in liet eerste lid, oiiclercleel b, bepaalde, indien naar hun oordeel blijkt dat (le restauratie onder begeleiding van ccii organisatie plaatsvindt, waarvui cle deskundigheid op (lit terrein genoegzaam is gebleken. Toestemming behoeft niet te worden aangevraagd indien deze toestemming al eerder is verleend, maar iiiet ouder is clan 1 januari 2005. Verlenging van de termijnen zoals genoemd in liet eerste lid, onderdeel cl cii e is alleen mogelijk als vooraf een schriftelijk verzoek wordt iiigecliend met ccii toelichting over cle voortgiuig van de activiteit en de reden van cle opgelopen vertraging en de venvachte duur van cle vertraging. De verlenging bedraagt maximaal ééH jaar. Gedeputeerde Staten kunnen toestemming verlenen af te wijken van het in liet eerste lid, onderdeel Ii, bepaalde, iiiclien naar hun oordeel blijkt dat cle activiteiteii niet geschikt zijn voor deze verplichting of waiineer uit een verklaring van het opleiclingsinstituut l)llJkt dat er geen leerlingen kunnen worden geleverd voor cle activiteiten. Gedepuieercle Staten kunnen cle subsidicontvanger de verplichting opleggen om: a. mee te werken aan een onderzoek naar de ontstaans-, bouw- en bewoningsgeschiedenis van het monument; b. tussentijds te berichten over dc voortgang van cle werkzaamheden; c. voorafgaande aan de uitvoering een afstemniingsoverleg met de provinciale dienst te voeren. d. e. f.
2.
3.
4.
5.
Artikel 2.1.13 Prestatieverantwoording De ontvanger van een subsidie tot £ 25.000 toont desgevraagd met behulp vaii een activiteitenverslag, 1icturen van de werkzaamheden cii beeldmateriaal aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt zijn verricht en dat aan dc opgelegde verplichtingen is voldaan. 2. Dc ontvanger van een subsidie van £ 25.000 tot £ 125.000 toont bij liet verzoek om vaststelling met behulp van een activitcitenverslag, facturen van cle werkzaamheden en beeldmateriaal aan dat dc Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Fryslân
activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt zijn verncht CH (lat aan de opgelegde verplichtingen is voklaan. Artikel 2.1.14 Staatssteun
1.
De aanvrager die een onderneming (Irijit vult een de—nuiiimis verklaring in om te l)cpalcn of cle subsidie met toepassing de-minirnisstcun kan worden verstrekt.
2.
3.
S 200.000 over een periode van drie bclastingjaren per zelfstandige onderneming cii dieiit ook anderszins te voldoen aan de voorwaarden voor dc—minimissteun. Voor dc sector transport geldt een (irempelbedrag van S 100.000. Een subsi(lie met toepassing van dc dc—mimnussteun in de landbouwproductiesector mag nooit hoger zijn dan S 15.000 over een periode van drie bclastinglarcn per zelfstandige onderneming en Een subsidie met toepassing van (le de-mimmissteun mag nooit hoger zijn dan
dient ook andcrsziiis te voldoen aan de voorwaarden voor de—nunimissteun.
4.
Een sul)sidie met toepassing van de de-minimisstcun in dc visserijsector mag nooit hoger zijn 30.00() over een periode van drie belastingjarcn pc zeilstandige onderneming en (hent ook anderszins te voldoen aan de voorivaarden voor de—minimissteun.
Artikel 2.1.15 Bevoorschotting en betaling Het voorschot voor subsidies van S 2.5.000 en
hoger bedraagt maximaal 80%
dan S
van verleende bedrag.
Paragraaf 2.2 Restauratie iijksmonumenten Artikel 2.2.1 Doel Dc subsidie heeft tot doel liet behoud van monumenten in cle provincie Fryslii.
Artikel 2.2.2 Subsidiabele activiteiten Subsidie kan worden verstrekt voor de restauratie van een rijksmonumcnt. Artikel 2.2.3 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan natuurlijke personen en privaatreclitclijkc rcchtspcrsonen clie eigenaar of zakelijk gebruiksgerechtigcle zijn van een rijksmonument. Artikel 2.2.4 Aanvraagperiode 1. Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend van 14 september 2015 tot en met 28 september 2015. 2. Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend, indien (leze 5 ontvangen binnen de in het eerste lid genoemde indieningstcrmijn.
Artikel 2.2.5 Aanvraag Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door nuddel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van de in het aanvraagformulier verplichte bijlagen. Artikel 2.2.6 Weigeringsgronden 1. Een aanvraag voor subsidie wordt geweigerd indien: a. voor het monument reeds subsidie is verleend op grond van de:
E Bijdragcregeling Monumentenfonds 1995; 2 Stimuleringsregeling restauratie rijksmonumenten provincie Fiysl.n 2010-2011; 3 Subsidieverordening monumenten en cultuurhistorie provincie Fiyslân 2005-2010; Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Fiysln
1). c.
(1.
4. Tijdelijke Restauratie-impuls Frysk Erfskip; 5 Tijdelijke subsidieverordening monumenten en cultuurhistorie Fryslân 2009; 60 Titel 3 (Stimuleringsrcgeling restauratie, onderhoud en l)OUwhistoriSch onderzoek aan monumenten 2011), Titel 5 (Stimuleringsregeling monumenten 2012), Titel 7 (Stirnuleringsrcgeling monumenten 2013) vau de Uitvoeringsregeling pro.jeCtSubSi(1iCS ruimte of Subsidieregeling monumenten Fryslân; de werkzaamheden in overwegende mate gericht zijn 01) reconstructie; het monument een terrein is dat, vanwege de daar boven— of ondergronds aanwezige zaken, 01) zichzelf, of in verband met zijn omgeving van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, (le betekenis voor de wetenschap of cle cultuurhistorische waarde (archeologisch monumeilt); liet monument bestaat uit een park- of tuinaanleg, dan wel een andere (loor mensen gemaakt aardwerk of ingeplante aanleg (groen monument) dat geen onderdeel uitmaakt van een
buitenplaats; 1 een rijksmonument minder bedragen clan 3% van de lierbouwwaarde e. de restauratiekosten bi zoals bedoeld in (le Subsidieregeling instandhouding nioiiunieiiten; l. (le aanvraag betrekking heeft op actiiteiten die vergiuiiungplichtig zijn op grond van de \Vet algemene bepalingen omgeiiigsrecht of een gemeentelijke verordening waarvoor: 10 geeii vergunning verleend is 0 liet momeiit van indiening, voor zover liet (le reguliere voorbereihngsprocedurc voor omgevingsvergunningen betreft; 20 geen aanvraag voor vergunning ingediend is op het moment vui indieiung voor zover het de uitgebreide voorbereidingsprocedure voor omgevingsvergunningen betreft; g. de aanvraag l)etrekkiiig heeft op een woonhuis; Ii. liet restauratieplan, waarbij sprake is van een ontwerpwerpopgave, niet is opgesteld door een architect. 2. Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing 01) subsidieverstrelddngen die l)etrekking hadden 0 een onderdeel van het karakteristieke bouwwerk, dat geen deel uitmaakt van de aanvraag in het kader van deze regeling, en: a. is aan te merken als een zeilstandige bouwkundige eenheid; 1). is aan te merken als toren, uurwerk, orgel, luididok, Idokkenstoel, ringmuur, of hekwerk rond een kerk; of c. expliciet in de registeromschrijving vui liet monument is opgenomen.
Artikel 2.2.7 Toetsingsciiteria Om voor subsidie voor restauratie in aanmerking te komen, dient (le aanvraag betrelddng te hebben op de restauratie van een rijksmonument.
Artikel 2.2.8 Subsidiabele kosten De subsidiabeic kosten voor de activiteiten zijn de kosten genoemd in artikel zl, van de Subsidieregeling instandhouding monumenten, clie zijn gespeciliceerd in de bijbehorende Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013. 2. De subsidiabele kosten worden verminderd met 3% van de herbouwwaarde. 3. In afwijking van het tweede lid wordt (leze vermincleiing niet toegepast indien: a. voor hetzelfde monument in het kader van een rijkssubsidieregeling voor cle instandhouding van monumenten voor [en minste 3% van de herbouwwaarde een subsi(lieaanxTaag is ingediend of een subsidie is verleend; b. de in liet kader van een rijkssubsidieregehing voor de instandhouding van monumenten ingediende activiteiten geen deel uitmaken van de aanvraag in liet kader van deze regeling; en
Subsidieregeling monumeiiten 2015
1
Provincie Fryslfn
(le activiteiten waarvoor subsidic wordt gevraagd iii liet kader van deze regeling zulleii worden uitgevoerd binnen de instandhoudingstermijn zoals deze voortvlocit uit de hiervoor iii onderdeel a en 1) bedoelde aangevraagde of verleende rijkssubsidie. Kosten voor werkzaamheden waarmee al een aanvang is gemaakt vôérdat een beslissiHg OJ) (le aanvraag is genomen, komeii iiiet voor subsidie in aanmerking. In afivijkitig van liet vierde lid komen dc kosten voor werkzaamheden waarmee al ecn aanvang is gemaakt ïôrdat een beslissing O dc aanvraag is genomen wel voor subsidie in aanmerking in(lieH Gedeputeerde Staten positief hebben beslist op een uitdrukkelijk schriftelijk verzoek daartoe.
c.
-1.. .5.
Arke1 2.2.9 Opschortende voorwaarde Iiiclicn cle activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd vergun1ung)licliÉig zijn op grond van (Ie \Vet algemene bepalingen omgevingsrecht en dc uitgebreide voorbereidingsprocedure wordt gevolgd, wordt subsidie slechts verleend onder de opscliortende voorwaarde (lat (le omgcvingsvergunning is verleend. Arkel 2.2.10 Subsidiehoogte 1. De subsidie bedraagt 60% van de subsidiabele kosten, met ccii maximum van £ 200.000. 2. Onverminderd liet eerst lid wordt ccii subsidie van min(ler (lui £ 10.000 niet verstrekt. Arke1 2.2.11 Verdeelsystemaüek 1. Subsidie wordt verdeeld p volgorde vui (latlirn van biiinenkomst van de sul)sidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag is ontvangen, geldt als (latlifli van binnenkomst. 2. Voor zover door verstrekking van subsidie voor volledige aanvragen, (lie 01) (lezelide (lag Zijli ontvangeii, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt cle onderlinge rangschikking van clie aanvragen vastgesteld door middel van loting. Artikel 2.2.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger 1. Bij de subsidicvcrlening woi-deii dc volgende verl)liclltingeii opgelegd: a. de subsidicontvanger doet onvcrwijld schriftelijk melding aan Gedeputeerde Staten, zodra aannemelijk is dat de werkelijke kosten (lie niet (le activiteiten Zijn gemoeid in totaal 20% lager zijn clan cle begrote kosten, zoals (leze in de aanvraag waren opgenomen; b. de activiteiten woi-clcii uitgevoerd onder leiding van ccii architect clie is ingeschreven in liet architccteiircgistcr als bedoeld in cle \Vct 01) cle arcliitecteiititel; c. cle subsiclicoiitvaiigcr laat controle toe op de uitvoering van een project door rijk, provincie cii gemeente; (1. dc activiteiten viuigeii aan l)inneli ccii jaar na de datum van de subsidieverlening; e. de activiteiten worden voltooid binnen twee jaar na cle (latuni van (le subsiclieverlening; f. de subsidicontvaiigcr l)cwaui en onderhoudt liet monument iia het verrichten van dc activiteiten waiu-voor subsidie is verleend voor de duur van vijf in de staat waarin het door clie activiteiten is gebracht; g. cle werkzaamheden worden uitgevoerd volgens in (le beroepsgroc) van rcstauraticbcdrijven geldende normen; Ii. de werkzaamheden worden uitgevoerd als schohingsiraject voor leerlingen- of werkgclegenheidstrajcet door ccii erkend leerbedrijf in de rcstauraticbouw. 2. Gedeputeerde Staten kunnen toestemming verlenen af te wijken van liet in het eerste lid, onderdeel b, bepaalde, indien flaar huH oordeel blijkt dat cle restauratie onder begeleiding van ccii organisatie plaatsvindt, waarvan dc deskuiidigheid op dit terrein gciioegzaani is gebleken. Toestemming behoeft niet te worden aangevraagd indien deze toestemming al eerder is verleend, maar iiiet ouder is daii 1 januari 2005. Subsidieregeling nionumenten 2015
1
Provincie Fryslân
3.
zi,.
.5.
Verlenging van de termijnen zoals genoemd in het eerste lid, onderdeel (1 en c is alleeii mogelijk als
vooraf ecn schriftelijk verzoek wordt ingediend met ccii toelichting over dc voortguig van (le activiteit en de redcii van cle opgelopen vertraging en de verwachte duur van de vertraging. De verlenging bedraagt maximaal ééii jaar. Gedeputeerde Staten kuimcH toestemming verlenen af te wijken van het in liet eerste lid, oiiderdeel Ii, bepaalde, indien naar hun oordeel 1)lljkt (lat de activiteiten niet gcsclukt zijn voor deze verplichting of wanneer uit ecn verldaring van het oJ)leidingsinstituut blijkt dat er geen leerlingen kuiiiien worden geleverd voor de activiteiten. Gedeputeerde Stateii kuniien cle subsidieontvangcr (le verplichting opleggen om: a. mce te werken aan ccii oiidcrzoek iiaar cle ontstaiuis-, bouw- en bewoiiingsgeschicdcnis van het monument; b. tussentijds te l)erichten over (le voortgang van (le werkzaamheden; c. voora1’aaiiclc aan cle uitvoering een afstemmingsovcrlcg niet (le provinciale (lienSt te voeren.
Artikel 2.2.13 Prestatieverantwoording 1. 1)e ontvanger van een subsidie tot £ 2.5.000 toont desgevraagd met behulp van ccii actiitcitenverslag, hicturen van de werkzaamheden cii beeldmateriaal aan dat cle activitei(eii waarvoor subsidie is verstrekt zijn verricht en (lat aan dle opgelegde verplichtingen is voldaan. 2. Dc ontvanger van ecn subsidie van f 2.5.000 tot € 12,5.000 tooiit bij liet verzoek om vaststelling met behulp van ecn activiteitenverslag, facturen van cle werkzaamheden cii beeldmateriaal aan (lat (le activiteitcii waarvoor subsidie is verstrekt zijn verricht cii dat aan cle opgelegde vcrplichtingeii is
voldaan. Artikel 2.2.14 Bevoorschotting en betaling Het voorschot voor subsidies van £ 2,5.000 cii hoger bedraagt maximaal 80% vui verleende bedrag.
Paragraaf 2.3 Restauratie karakteristieke bouwwerken Artikel 2.3.1 Doel De subsidie heeft tot doel het behoud van nioiiumciitcii in de provincie Fryslân. Artikel 2.3.2 Subsidiabele activiteiten Subsidie kaii worden verstrekt voor cle restauratie van één of meerdere karakteristieke bouwwcrkeii. Artikel 2.3.3 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan natuurlijke persoiicn en privaatrechtclijke rechtspersonen clie eigenaar of zakelijk gebruiksgcreclitigclc zijii van ccii karakteristiek bouwwerk. Artikel 2.3.4 Aanvraagperiode 1. Een aanvraag voor subsidie kan worden iiigcclicnd van 14 september 2015 tot en niet 28 september 2015. 2. Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn iiigecliend, indien deze is ontvangen binnen cle in liet eerste lid genoemde indicniHgstcrmijn. Artikel 2.3.5 Aanvraag Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aan\Taagformuher en gaat vergezeld van cle in liet aanTaagformulier verplichte bijlagen.
ii Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Fryslân
Artikel 2.3.6 Weigeringsgronden Een aanvraag voor subsidie wordt geweigerd indien: a. voor het monument reeds subsidie is verleend 0 grond van (le: 1 l3ijdragcrcgeling Monumcntciilon(ls 1995; 2° Stimuleringsregeling restauratie iijksmoiiumenteii provincie Fiyskiii 2010-2011; 3° Subsidieverordening monumenten en cultuurlusiorie provincie Frvskui 200.5—2010; -V f1j(lelijke Resiauralic-imj)UIS Frvsk Lrlskip; 5 11J(lelljke subsidieverordening monumenteii en cultuurlijstorie FrvsIn 2009; 60 Titel 3 (Siimuleringsregeling restauratie, onderhoud en bouwhistorisch onderzoek aan monumenten 2011), Titel 5 (Stimuleringsregeling monumeliten 2012). Titel 7 (Stimuleringsregeling monumenten 2013) van de Uitvoeiingsregcling projectsubsidies ruimte of b. c.
Subsidieregeling monumenten Frvskiii; (le werkzaamheden in overwegende mate gericht zijn 01) reconstructie; liet monument een terrein is (lat, vanwege (le daar boven— of ondergronds aanwezige zaken, op zichzelf, of in verband met zijn omgeving vui algemeen belang is wegens zijn schoonheid, de betekenis voor cle wetenschap of de cultuurhistorische waarde (archeologisch monument);
d.
e.
het monument bestaat uit een l)ark— of tuinaanleg, dui wel ccii andere door mensen gemaakt aardwerk of ingeplaitte aanleg (groen monumeiit) dat geeii onderdeel uitmaakt van een buitenplaats; de aanvraag betrekking lieeli 01) actiiteiten (lie vergunningplichtig zijn 01) groiid van de \Vet algemene bepalingen omgcingsrec1it of een gemeentelijke verordening waarvoor: 10 geen
vergunning verleend is
0
hei moment van indiening, voor zover liet (le reguliere
voorbereidingsprocedure voor omgevingsvcrgunmngen l)etrelt; 20
f. g.
geen aanvraag voor vergunning ingediend is 01) het moment van m(liening voor zover liet de uitgebreide voorbereidingsprocedure voor omgevingsvergunningen betrelt; cle aanvraag betrekking heeli op ecn woonhuis; het restauratieplan, waarbij ook sprake is van een ontwcrpwerpopgave, iiict is opgcStcl(l (loOr een architect.
2.
i, is niet van toepassing 01) subsidieverstrelddngen (lie betrekking hadden karakteristieke bouwwerk, dat geen (lech uitmaakt van (le aanvraag in het een onderdeel van liet 01) kader van deze regeling, en:
Het eerste lid, onderdeel
a. b. c.
is aan te merkeii als ccii zelfstandige bouwkundige eenheid; is aan te merken als toren, uurwerk, orgel, luidldok, ldokkenstocl, ringmuur, of hekwerk rond een kerk; of expliciet in de registeromschirijving van liet monument is opgenomen.
Artikel 2.3.7 Toetsingsciitezia 1. Om voor subsidie voor restauratie in aanmerking te komen is er sprake van de restauratie van een: gemeentelijk monument; a. b. c.
2.
karakteristiek bouwwerk; l)oUVWcrk waarvan vooridiande aaii de pl;uivorming door ccii bouwhistorisclie opiianie is aangetoond (lat het een object betreft van hoge monumentwaarde en waarbij clii onderzoek is veniclit overeenkomstig de Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek, lezen en analyseren van cuhijurhisiorisch erfgoed, L. Hendriks enJ. van der Hoeve (2009).
Om voor subsidie voor meerdere restauraties in aanmerking te komeii is er sprake van: a. ten minste twee restauraties van de in het eerste lid genoemde bouwwerken; b.
de
II
restauraties
dienen van gelijke aard en omvang
Subsidieregeling
monumenten
2015
1
te zijn.
Provincie
Frvsln
Artikel 2.3.8 Subsidiabele kosten 1. De subsidiabele kosten voor cle activiteiten zijn (le kosten genoemd in artikel zi van de Subsidieregeling instandhouding monumenten, clie zijn gcspecihceerd in (le bijbehorende Leidraad subsidiabele instan(Ihouchngskosten 2013. 2. Kosten voor werkzaamheden waal-mee al ccii aanvang is gemaakt vôdrdat een beslissing 01) cle aanvraag is genomen, komen niet voor subsidie in aanmerking. 3. In aftvijking van het tweede lid komen (le kosten voor werkzaamliedeii waarmee al een aanvang is gemaakt véérdat ccii beslissing 0 de aanvraag is genomen wel voor subsidie in aanmerking indien Gedeputeerde Statcii positief hebben beslist op een uitdrukkelijk schriftelijk verzoek daartoe. Artikel 2.3.9 Opschortende voorwaarde Indien de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd vcrguiiiiingplichtig zijn
0
grond van dc \Vct
algemene bepalingen omgevingsrcclit en (le uitgebreide voorl)crcidingsprocedure wordt gevolgd, wor(lt sul)si(lic slechts verleend onder cle oI)schortendle voorwaarde dat cle omgevingsvergunning is verleend. Artikel 2.3.10 Subsidiehoogte 1. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van f 100.000. 2. Onverminderd het eerst lid wordt een subsidie van minder dan € 10.000 niet verstrekt. Artikel 2.3.11 Verdeelsystemaek 1. Subsidie wordt verdeeld 0 volgorde van clatuni van binnenkomst van cle subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop cle auwraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst. 2. Voor zover (loor verstrekkiiig van subsidie voor volledige aanvragen, die 0 dezelfde dag zijn ontvangen, liet sul)siclieplalond wordt overschreden, Wor(lt dc onderlinge rangschiilddng van die aanvragen vastgesteld door middel van loting. Artikel 2.3.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger 1. Bij cle subsiclieverlening ivorclen (le volgende verplichtingen opgelegd: a. cle subsiclicontvanger doet onverwijkl schriftelijk n)eldling aan Gedeputeerde Staten, zodra aannemelijk is dat cle werkelijke kosten clie met cle activiteiten zijn gemoeid in totaal 20% lager zijn dan cle begrote kosten, zoals deze in de aanvraag waren opgenomen; 1). (le activiteiten worden uitgevoerd onder leiding van een architect clie is ingeschreven in liet architectenregister als bedoeld in cle \Vet O cle architectentitel; c. de subsiclicontvanger laat conti-ole toe op cle uitvoering van ccii project door rijk, provincie cii gemeente; cl. cle activiteiten vangen aan binnen een jaar na dc datum van de subsidieverlening; e. cle activiteiten worden voltooid binnen twee jaar na cle datum van cle subsiclieverlennig; f. cle subsiclieontvanger bewaart en onderhoudt het monument na het verrichten van dc activiteiten waarvoor subsidie is verleend voor de duur van vijf in de staat waarin het door die activiteiten is gebracht; g. cle werkzaamheden vorcleii uitgevoerd volgens in de beroepsgroep van restauratiebedrijven geldende normeii; h. de werkzaamheden worden uitgevoerd als schohingstraject voor leerlingen- of werkgelegenheidstraject door een erkend leerbedrijf in de restauratiebouw. 2. Gedeputeerde Staten kunnen toestemming verlenen af te wijken van het in het eerste lid, onderdeel b, bepaalde, indien naar hun oordeel blijkt dat de restauratie onder begeleiding van een organisatie plaatsvindt, waarvan de deskundigheid op dit terrein genoegzaam is gebleken. Toestemmiiig behoeft
Subsidieregeling monumenten 201.5
1
Provincie Fryskin
3.
4
niet te worden aangevraagd indien (leze toestemming al eerder is verleend, maar niet ou(ler is clan 1 januari 2005. Verlenging van de termijHeH zoals genoemd in liet eerste lid, onderdeel d en e is alleen mogelijk als vooraf een schriftelijk verzoek wordt ingediend met een toelichting over cle voortgang van cle activiteit en cle reden van de opgelopeH vertraging en de verwachte (1Uur van (le vertraging. De
verlenging bedraagt maximaal één jaar. Gedeputeerde Staten kunnen toestemming verlenen af te wijkeii van het in het eerste lid, onderdeel Ii, bepaalde, indien naar hun oordeel blijkt dat cle activiteiten niet geschikt zijn voor (leze verj)lichtlng of wanneer uit een verklaring van liet opleiclingsinstituut blijkt (lat er geeii leerlingen kunnen worden geleverd voor cle activiteiten.
Artikel 2.3.13 Prestatieverantwoording 1. De ontvanger van een subsi(lie tot E’ 25.000 toont desgevraagd met behulp van een activiteitenverslag, lactureii van cle werkzaamheden en beeldmateriaal aan dat (le activiteiten waarvoor subsi(lie is verstrekt zijn verricht en dat aan cle opgelegde verplichtingen is voldaan. 2. De ontvanger van een subsidie van £ 2.5.000 tot £ 125.000 toont bij liet verzoek om vaststelling met behulp van een activiteitenverslag, hictureii van cle werkzaamheden en beeldmateriaal aiui dat (le activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt zijn verricht en dat aan de opgelegde verplichtingen is voldaan. Artikel 2.3.14 Staatssteun 1. De aanvrager clie een onderneming (lri]lt vult een de—minimis verklaring iii om te bepalen of de subsidie met toepassing cle-minimissteun kan worden verstrekt. 2. Een subsidie met toepassing van de cle—minimissteun mag nooit hoger zijn dan £ 200.000 over een Periode van (lrie belaslingjaren per zelfstandige onderneming en clieifl ook anderszins te voldoen aan de voorwaarden voor de—rninimissteun. Voor de sector transport geldt een cirenipelbedrag van £ 100.000. Een subsidie met toepassing van de cle-minimissteun in cle landbouwproductiesector mag nooit 3. hoger zijli clan £ 15.000 over een periode van cliie belastingjaren per zelfstandige onderneming en (lient ook anderszins te voldoen aan de voorwaarden voor cle—minirnissteun. 4. Een subsidie met toepassing van cle cle—mnumissteun in de visserijsector mag nooit hoger zijn dan £ 30.000 over een periode van drie belastingjaren per zelfstandige onderneming en dient ook an(lerszins te voldoen aan de voorwaarden voor de-minimissteun.
Artikel 2.3.15 Bevoorschotting en betaling Het voorschot voor subsidies van £ 25.000 en hoger bedraagt maximaal 80% van verleende bedrag. Paragraaf 2.4 Onderhoud molens
Artikel 2.4.1 Doel De subsidie heeft tot doel het behoud
van
monumentale molens
iii
(le provincie Fiyslân.
Artikel 2.4.2 Subsidiabele activiteiten Subsidie kan worden verstrekt voor liet onderhoud van molens. Artikel 2.4.3 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan natuurlijke personen en privaatrechtelijke rechtspersonen clie
eigenaar of zakelijk gebruiksgerechtigde zijn van een molen. Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Fryslân
Artikel 2.4.4 Aanvraagperiode 1. Een aanvraag voor subsidie kan worden ingeclien(l van 14 septeml)cr 2015 tot en met 28 SCpteml)er 2015. 2. Een aanvraag wor(lt geacht tijdig te zijn ingediend, indien (leze iS ontvangen binneii (le in het eerste lid genoem(le in(heningstermijn.
Artikel 2.4.5 Aanvraag Een aiuwraag voor subsidie wordt ingediend door nu(ldel van een door Gedeputeerde Staten VaStgeStel(l aanvraaglormulier en gaat vergezeld van cle in het aanvraagformulier verplichte bijlagen. Artikel 2.4.6 Weigeringsgronden Een aanvraag voor subsidie wordt geweigerd indien: a. cle werkzaamheden in overwegende mate gericht zijn 01) reconstructie; 1). cle werkzaamheden gericht zijn 01) de verplaatsing van molens; c. cle werkzaamheden gericht zijii 01) restauratie van molens.
Artikel 2.4.7 Toetsingsciiteiia Om voor subsidie in auimerldng te komen wordt voldaan aan de volgende criteria: a. de molen is aangewezen als rijksmonument; b. voor cle molen is subsidie verleend 01) grond van een rijkssubsidieregeling voor cle instandhouding van monumenten voor het jaar 2013 en cle daaropvolgende jaren. Artikel 2.4.8 Subsidiabele kosten De subsidiabele kosten zijn cle kosten clie door het rijk subsidiabel worden geacht in de subsiclieverleningsbesclukking in het kader van een rijkssubsidieregeling voor (le instandhouding van monumenten, die betrekking heeft op het jaar 2013 of de daaropvolgende jaren.
Artikel 2.4.9 Subsidiehoogte 1. De sul)siche bedraagt 15% van de subsidiabele kosten, met een maximum vu £ 9.000. 2. Oiiverminderd het bepaalde in het eerste lid worden subsidies van minder dan C 1.000
niet
verstrekt.
Artikel 2.4.10 Verdeelsystematiek 1. Subsidie wordt verdeeld Oj) volgorde van datum van binnenkomst van cle subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop cle aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst. 2. Voor zover door verstrekking van subsidie voor volledige aanvragen, clie 01) dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt cle onderlinge rangschikking van (lie aanTage11 vastgesteld door middel van loting.
Artikel 2.4.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger 1. Bij cle subsidieverstrekkingworclen de volgende verplichtingen opgelegd: a. de subsidieontvanger laat controle toe op de uitvoering van een project door rijk, provincie en b.
gemeente; de activiteiten worden voltooid binnen cle termijn genoemd in de subsidiebeschikking op grond van de rijkssubsidieregeling voor cle instandhouding van monumenten voor het jaar 2013 en de daaropvolgende jaren;
Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Fryslân
de subsidicontvanger verplicht zich na allooi) van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, het monument te bewaren en te onderhouden in de staat waarin het door (lie activiteiten is gebracht. Verlenging van (Ie termijnen zoals genoemd in het eerste lid, ondcr(ieel 1) is alleen mogelijk als vooraf ccii schriftelijk verzoek wordt ingediend met een toelichting over dc voortgang van de activiteit en de reden van de opgelopen vertraging en dc verwachte (1uur van de vertraging. De verlenging l)e(iraagt maximaal éii jaar. c.
2.
Artikel 2.4.12 Prestatieverantwoording De ontvanger van ccii subsidie tot f 2.5.00() toont desgevraagd met behulp van een activitcitcnvcrslag, lacturen van de werkzaamheden en beeldmateriaal aan (lat de activiteiten waarvoor subsi(lie is verstrekt zijn verricht en (lat aan de opgelegde vcrj)lichtingcn is voldaan. Paragraaf 2.5 Herbestemmingsverkenningen, realisatie nevengebruik kerken en bouwhistorische onderzoeken Artikel 2.5.1 Doel De subsidie heeft tot doel het behoud
van monumenten in de
provincie Fryslâii.
Artikel 2.5.2 Subsidiabele activiteiten Subsidie k;ui uitsluitend worden verstrekt voor: a. de realisatie van liet nevengebruik van een bestaande kerk dic in hoofdzaak vor(lt gebruikt voor de eredienst; b. een bouwhistorisch omlerzoek van een monument of van een beschermd stadsgezicht; c. een hcrbestemmingsverkcnning van een monument; of d. I)lankostcn die samenhangen met het opstellen van een restauratie— of herbestemmingsplan.
Artikel 2.5.3 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan natuurlijke personen en privaatrcchtelijkc rechtspersonen.
Artikel 2.5.4 Aanvraagperiode 1. Een aanvraag voor subsidie kan worden iiigc(liend van 14 september 2015 tot en met 28 september 2015. 2. Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend, indien (leze is ontvangen binnen de in het eerste lid genoemde indiciungstermijn. Artikel 2.5.5 Aanvraag Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van ccii door Gedeputeerde Staten vastgesteld auivraagforrnulicr en de clauin verplichte bijlagcn. Artikel 2.5.6 Weigeringsgronden Ecn aanvraag voor subsidie wordt geweigerd indien: (leze betrekking heeft op een woonhuis; a. b. de aanvraag betrekking heeft op activiteiten die vergunningplichtig zijn op grond van de WTet algemene bepalingen omgcvingsrecht of een gemeentelijke verordening waarvoor: 10 gccii vergunning verleend is op het moment van indiening, voor zover liet dc reguliere voorbereidingsproccdurc voor orngevingsvcrgnnningcn betreft;
Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Fiyslân
c.
(1.
2° geen aaiivraag voor vergunning ingediend is 01) het moment van indiening voor zover het de uitgebreide voorbereidingsprocedure voor omgevingsvergunningen betreft; het plan voor nevenbestemming niet is opgesteld door een architect indien er sprake is van een ontwerpopgave; liet 01) te stellen restauratie- of Iicrbcstcmmingsplan niet is opgesteld door een architect iii(licn er S1)rake is van ecn ontwcrpopgavc.
Arke1 2.5.7 Toetsingscriteiia Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan (le volgen(le criteria: a. dc aanvraag heeft betrekking op een: 1° rijksnionurnent; 20
gcmeeiitelijk monumciit;
3° karakteristiek bouwwerk; 1° pand waarvan voora1aaiide aan de planvorming (loor waarderend bouwhistorisch oli(ierZoek is aangetooiicl dat liet een object betrelt van hoge monumentwaarde en waarbij dit onderzoek is verricht overeenkomstig de Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek, Iezeii en analyseren van cuhuurhistorisch erfgoed, L. Hendriks enj. van (ier Hoeve (2009), of 5° ccii beschermd stadsgeziclit op grond van de Moiiumeiitenwet; 6° een groen monument of ccii samenhangende groep groene monumenten voor zover (leze oiiderdecl uitmaken van ccii buitenplaats die is aangewczcii als rijks— of gemeentelijk monument. voor zover (le activiteit bestaat uit de realisatie van liet nevengebruik van ccii kerk is een ij. bouwhistorisclie opname verricht (lat in overeenstemming is met de Richtlijiieii bouwhistorisch oiiderzoek, lezeii cii analyseren van cultuurhistorisch erfgoed, L Hendriks enj. van (ier Hoeve (2009) cii liet resultaat liicrvui heeft aantoonbaar onderdeel uitgemaakt vaii (ie plaiivorming tot nevengebruik; c. voor zover de activiteit bestaat uit de realisatie van liet nevengebruik Wor(it ccii gemeentelijke verklaring omtrent de vergunningplicht overlegd; b. voor zover de activiteit bestaat uit een herbcstcmmingsvcrkcnning wordt ccii bouwhistoriscli onderzoek gedaan (lat in overeenstemming is met de Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek, lezen cii analyseren van cultuurhistorisch erfgoed, L. Hendriks cnj. van der Hoeve (2009) cii liet resultaat liiervaii aantoonbaar is mgcl)e(i in (ie ontwerp—herbesternmingsverkenniiig; c. voor zover de activiteit bestaat uit een bouwliistorisch onderzoek wordt dit door een onalhankclijkc bouwlustorisch oiiderzoeker uitgevoerd met iiiachtnerniiig van de Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek, lezen en analyseren van cultuurhistorisch erfgoed, L. Hendriks en j. van der Hoeve (2009); d. voor zover de activiteit bestaat uit een bouwliistorisch onderzoek gericht op een beschermd stacisgezicht wordt (lit uitsluitend uitgevoerd als een bouwhistorisclie inventarisatie met inachtncniing van de Richtlijncii bouwliistorisch oiidcrzoek, lezen cii aiialyseren van cultuurliistorisch erfgoed, L. Hendriks cnJ. van (ier Hoeve (2009). Arke1 2.5.8 Subsidiabele kosten 1. Dc subsidiabclc kosten voor dc activiteiten zijn: a. voor het nevengebruik van een kerk: de kosten gciioemd b. voor een bouwhistorisch oiiderzoek: 1° voorbereidingkosten; 2° kosten voor docurncntatiewcrkzaamheden; 3° kosten voor literatuur- en archiefonderzoek; 4° kosten derden; fl
Subsidieregeling monumenten 2015
1
iii
Provincie Frysln
i)ijlage 1;
2. 3.
5 reiskosten; 6 rapportagekostcn; 7 algemene bedrijfskosten; c. voor een herbestemmingsverkenning: de kosten genoemd in artikel 5 en artikel 20 van dc Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten 2011, zoals (leze artikelen luiddeii 01) 16juni 2015. Kosten voor werkzaamheden waarmee al een aanvang is gemaakt voordat ccii beslissing p de aanvraag is genomen, komen niet voor subsi(lie in aanmerking. In aftvijking van liet tweede lid komen de kosten voor werkzaamheden waarmee al een aiuivang is gemaakt voordat een beslissing op cle aanvraag is genomen wel voor SUbSi(lie in aanmerking indien Gedeputeerde Staten positief hebben beslist OJ) ccii uitdrukkelijk schriftelijk verzoek daartoe.
Artikel 2.5.9 Opschortende voorwaarde Indien de ac(ivitciteii waarvoor sul)sidie wor(lt gevraagd vergunningphchtig zijn op grond van (le Wet algemene bepalingen orngeingsrccht en de uitgebreide voorbereidingsprocedure wordt gevolgd, wordt sul)sidie slechts verleend onder (le opschortende voorwaar(le dat cle omgevingsvergunning is verleend. Artikel 2.5.10 Subsicliehoogte 1. De sul)siche bedraagt 50% van de subsidiabele kosten niet een maximum van C 25.000. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt een sul)si(he van minder dan £ 10.000 niet verstrekt. Artikel 2.5.11 Verdeelsystematiek 1. Subsidie wor(lt verdeeld 01) volgorde van datum van binnenkomst van de subsidicaanvragen, waarbij (le datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst. 2. Voor zover door verstrekking van sul)si(lie voor volledige aaiwragen, die 01) dezelfde dag zijn ontvangen, liet subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschilddng van (lie aanvragen vasgestcld door middel van loting. Artikel 2.5.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger 1. Bij de subsidieverlening worden dc volgende verplichtingen opgelegd: a. cle subsiclicontvaiiger doet onverwijid schriftelijk melding aan Gedeputeerde Staten, zodra aaimemelijk i5 (lat de werkelijk kosten (lie niet (le activiteiten zijn gemoeid in totaal 20% lager zijn dan cle begrote kosten, zoals deze in dc auivraag waren opgenomen; b. dc activiteiten worden uitgevoerd onder leiding van een architect die is ingeschreven in het architectenregister als bedoeld in cle \Vet op cle arcliitectcntitel; c. dc subsidicontvangcr laat controle toe 0 de uitvoering van een project door rijk, provincie en gemeente; d. de activiteiten vangen aan binnen ecn jaar na de datum van (le subsidieverlening; c. de activiteiten worden voltooid binnen twee jaar na cle datum van dc subsidieverlening; f. dc subsidicontvangcr bewaart en onderhoudt het monument na het verrichten van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, in dc staat waarin liet (loor clie activiteiten is gebracht; g. een bouwhistorisch onderzoek wordt alleen uitgevoerd door een onafhankelijk(e) ter zake deskundig oiidcrzoeker of oiiderzoeksburcau; Ii. een bouwliistorisch onderzoek voldoet aan de Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek, lezen cii analyseren van cultuurhistorisch erfgoed, L. Hendriks enj. van (1cr Hoeve (2009); i. de werkzaamheden worden uitgevoerd volgens in dc berocpsgrocp van restauratiebedrijven geldende normen. Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Fryslân
2.
3.
Verlenging van cle termijnen zoals genoemd in liet eerste lid, onderdeel d en c is alleen mogelijk als vooraf een schriftelijk verzoek wordt ingediend met een toelichting over de voortgang van cle activiteit en (le reden aii dc opgelopen vertraging en cle verwachte duur van dc vertraging. De verlenging bedraagt maximaal één jaar. Gedeputeerde Staten kunncn de subsidieontvaiigcr de verplichting opleggen: a. (lat werkzaamheden worden uitgevoerd als scholingstraject voor leerlingen— of werkgelegenheidstraject (loor een erkend lecrbedrijf in de restauratiebouw; 1). om mee te werken aiui ecn onderzoek naar cle ontstaans-, bouw— en bewoningsgeschieclenis van liet monument; c. om tussenllj(ls te berichten over de voortgang van de werkzaamheden; d. vooralgaaiicle aan (le uitvoering ccii afstemmingsoverleg met de provinciale dienst te voeren.
Artikel 2.5.13 Activiteiten reeds in uitvoering 1. In afwijking van artikel 2.7, eerste lid onder e, Algemene subsidieverordening provincie Flyslfn 2013, kunnen Gedeputeerde Staten subsidie verstrekken voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.5.2, onderdeel c cii d, die reeds in uitvoering zijn, indien deze naar het oordeel van Gedeputeerde Staten van l)ljzoncler belang zijn voor liet bereiken van liet doel van deze paragraaf. 2. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten clie tot een halfjaar voor de schriftelijke aanvraag zijn uitgevoerd. Artikel 2.5.14 Prestatieverantwoording De ontvanger van een subsidie tot £ 25.000 toont desgevraagd met behulp van een activiteitenverslag, lcc1uren van de werkzaamheden en l)eeldmateriaal aan dat cle activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt zijn verricht en dat aan de opgelegde verplichtingen is voldaan. Arukel 2.5.15 Staatssteun
1. 2.
3.
4.
De aanvrager die een onderneming drijft vult een cle—niinimis verldaring in om te bepalen of (le subsidie met toepassing de-ininimissteun kan worden verstrekt. Een subsidie niet toepassing van cle (le—mininussteun mag nooit hoger zijn clan £ 200.000 over een periode van drie belastingjaren per zelfstandige onderneming cii dient ook anderszins te voldoen aan de voorwaarden voor de—minirnissteun. Voor de sector transport geldt een drempelbecirag van £ 100.000. Een subsidie met toepassing van cle cle—mininiissteun in cle landbouwl)roducticscctor mag nooit hoger zijn dan £ 15.000 over een penode van drie bclastingjaren per zelfstandige onderneming en dient ook anderszins te volcloeii aan cle voorwaarcleii voor de—minirnissteun. Een subsidie niet toepassing van de cle-mininiissteun in (le visserijsector mag nooit hoger zijn clan £ 30.000 over een pcrio(lc van (luie bclastingjaren per zelfstandige onderneming en dient ook an(lerszins te voldoen aaii de voorwaarden voor de-minimissteun.
Artikel 2.5.16 Bevoorschotting en betaling Het voorschot voor subsidies van £ 25.000 en hoger bedraagt maximaal 80% van het verleende bedrag. Hoofdstuk 3 Slotbepalingen Artikel 3.1 Intrekiting en overgangsrecht 1. Dc Subsidieregeling monumenten wordt ingetrokken. 2. De Subsidieregeling monumenten blijft van kracht ten aanzien van: a. aanvragen die voor inwerkingtreding van onderhavige regeling zijn ontvangen; b. eerdere subsidieverstrekkingen van voor inwerkingtreding van onderhavige regeling. i Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Frvsl.n
Artikel 3.2 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met
ingang
van de dag na de datum van uitgifte van het Prrninciaal Blad
waarin zij wor(lt geplaatst. Artikel 3.3 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling monumenten Fryslân 2015.
Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Frslân
Bijlage 1 Subsidiabele kosten nevengebruik kerken en transformatie Algemeen De limitatieve lijst van subsidiabele kosten voor nevengebruik van kerken en de transformatie bj restauratie in combinatie met herbestemming beperkt zich tot zaken (lie betrekldng hebben 01) (le transformatie of nevengebruik van het monument en niet 0 zaken daarbuiten (bijvoorbeeld een nieuw te maken aanbouw of bijgebouw). Ook roerende zaken zijn niet subsidiabel (bijvoorbeeld lampen of gordijnen). Subsidiabel zijn de kosten voor de volgende werkzaamheden:
Bouwkundig —
-
—
—
—
—
-
—
-
Sloopwerk, frees- en zaagwerk; Isolatie (lak, gevels en vloer; Vloeren toegevoeg(le verdiepingen; Kozijnen, ramen, (leuren (inclusief hang— en sluitwerk), dakramen, daklicliten; Isolerende beglazing (waimeer er geen sprake van verwijderen van historische beglazing en raamhout); Nieuwe binnenwanden, binnenmuren, openingen etc.; Tegelwerk keuken, douche/badkamer, toilet; Invalide voorzieningen; Verticale stijgpunten.
Instaflatiewerk: Binnen— en buitenriolering; Elektra (in. groepenkast); \Vaterleiding; Gasleiding; —
-
-
-
-
—
Venvarming; Ventilatie.
lirichting: \Vastafel en we; -
—
Keukenmeubilair (inclusief aanrechtblad en/of bovenkasten).
Overige kosten: Diversen / onvoorzien (maximaal .5%); Architecten honorariurn (conform Beleidsregels onderhoud en restauratie monumenten); Adviseurskosten voor consiructeur en/of bouwfysicus en bouwhistoricus. Niet subsidiabel zijn: Funderingsaanleg; Erfscheidingen; Tuininrichting; Tuinverhardingen; Beplanting; Drainage; -
-
-
—
-
-
-
-
Grondsanering; Inrichting / plaatsen / aanbrengen / inbouwen en aansluiten van apparatuur voor keuken, toilet en
badkamers; Interieurahverking, zoals vloerbedekking, stoffering en binnenschildenverk. -
Subsidieregeling monumenten 2015
Provincie Frysln
Toelichting Subsidieregeling monumenten Frys1n 2015 Inleiding Op basis van de verlengde Nota Erfgoed 20 10-2013 wordt de SUl)Si(lieiegCliflg voor fl)OflUHieHtefl jaarlijks geactualiseerd. Inclusief de extra middelen vanuit W’urlje foar Frvsln (WTF) en de decentralisatie—uitkering van het Rijk, is er voor dit jaar een totaalbedrag van bijna €‘ 2.000.000,— beschikbaar. Naast een impuls voor liet karakteristieke crlgoed cii cle mooie omgeving levert (le regeling ook werkgelegenheid en leeiplekken voor het restauratieambacht op. 1—let. Coalitieakkoord heeft als amliitie om Fryslân de mooiste pi-ovilicie van liet laiid te laten blijven. Daarom wil cle l)roiicie llelJ)ell met liet restaureren cii lierbestemmen van cultureel erfgoed. Op (leze WijZe wordt zorg gedragen voor liet functioiieel gel)ruikt en cle toegankelijkheid van cultureel erfgoed voor een breed publiek. De regeling sluit grotendeels aan p de regeling van 201/1. en de uitgangspunten vui (le verlengde Nota Erfgoed, waaronder (le speciale aandacht voor herbcstemming. Gedeputeerde Staten hebben (Ie bevoegdheid deze uitvoeringsregeling vast te stellen.
Be1anijke wijgingen Op een aantal punten is de regeling ten opzichte van eerdere jaren gewijzigd. Een eerste belangrijke wijziging is het schrappen van cle voorrangscategorie. 1)e vooirangscategorie voor aanvragen (lie bij proxïncie vorig jaar zijn afgewezen vamvege het overschrijden van subsidieplalonds is geschrapt. Dit betekent (lat plannen niet meer met voorrang ingediend kunnen worden. Gezien cle verlaging van het subsidieplafond van cle regeling is ervoor gekozen voorrangsplannen niet te subsidi5ren.
Een t’Vee(le wijziging is cle bepaling omtrent cle vergunningplicbL Met ingang van 2015 dient cle omgevingsvergunning of mclien van toepassing eveneens een gemeentelijke monumentvergunning, reeds verleend te zijn 01) het moment van indiening van de subsidieaanvraag. Deze regel geldt alleen indien er sprake is van activiteiten waarbij de eenvoudige voorbereidingsprocedure omgevingsvergunningen wordt gevolgd. Plannen clie gereed zijn voor uitvoering kunnen in (lie gevallen alleen in aanmerking komen voor subsidie. Dit betekent (lat ten behoeve van het project een omgevings- of gemeentelijke vergunning (bent te zijn verleend 01) het moment van indiening van cle aanvraag. De vergunningphiclit uit de vorige alinea geldt niet in alle gevallen. Ten behoeve van projecten waarbij cle uitgebreide voorbereiclingsprocedure voor vergunningen dient te worcleii gevolgd ingevolge de \Vet algemene bepalingen omgevingsrecht kan nog wel subsidie worden verleend zonder vergunning. De aanvrager dient in dat geval een afschrift van de aanvraag voor de omgevingsvergunning als bijlage bij de subsidieaanvraag in te dienen. Indien de omgevingsvergunning verleend is, volgt cle subsicliebijclrage. Een derde wijziging heeft betrekking O cle categorie restauratie in coml)inatie met hierbestemming. Bij herbestemming zal alleen dat deel van de subsicliabele kosten worden gesubsidlieerd dat tot de zogenaamde onrendabele top behoort. De onrendabele top is dat deel van cle subsicliabele kosten dat niet door de toekomstige opbrengsten wordt gedekt. Via de zogenaamde Discountecl Cash Flow (DCF) berekeningswijze wordt de onrendabele top berekend aan cle hand van exploitatiegegevens van de aanvrager. Deze woi-clcn via liet aanvraagformulier door dc aanvrager aangeleverd. Vervolgens wordt door de provincie dc onrendabele top berekend en vastgesteld. Alleen dat deel van de lierbestemmingskosteti dat behoort tot de onrendabele top kan daarbij worden gesubsidieerd.
Subsidieregeling monumenten 2015
Provincie Fryslân
Van cle door de aanvrager geleverde gegevens kan door Gedeputeerde Staten worden afgeweken indicii de aangeleverde gegevens niet als marktconform wor(len beoordeeld, bijvoorbeeld een te lage huur. De subsidie voor de lierbestcmming wordt gewciger(l iiiclien cle onrendabele tol) voortvloeit uit de aankoopsom van het monument. In dat geval is liet monument niet marktcoiil’orm aangekocht. Ook 01) liet puiit van planvorming is de regeling gewijzigd. Indien er sprake is van phuivomung met een ontwerpopgave, (lient ccii architect betrokken te zijii. Dit betekent dat plaiuien, gezien (le complexiteit vui liet project, altijd worden gemaakt in sameHspraak met ccii architect. Voor een toelichting op het l)egrip ccii ontwerpopgave, zie de toelichting 0 cle begvipsbepalingcn. Tot slot zijn tuinhistorischc onclerzoekeii niet meer ccii subsidiabele activiteit. Aanvragen voor tuinhistorischc oiiclerzoeken zullen dan ook geweigerd worden. 01) grond vaii ecn op te stellen subsidieregeling Natuur cii Landschap, paragraaf «5.1 Landschap en cultuurhistorie generiek, kuniien tuinliistorische onderzoeken alsnog voor subsidie in aanmerking komen. Budgetten Voor de verschillende categorieën zijii dc volgende subsidicplafonds vastgesteld: restauratie in combiiiatic met hcrbestcmmiiig £ 510.000,——; restauratie rijksmonumenten € 900.000,-—; restauratie karakteristieke bouwwerken f’ 500.000,--; onderhou(l molens £ 10.000,--; herbcstemniingsverkenningen, realisatie nevengebruik kerken en bouwhistorischc onderzoeken € .50.000,--. —
—
-
—
—
Uitvoeringsaspecten a. De regeling wordt per 14 september 2015 opengesteld en sluit p 28 september 2015. Dit is (le termijn waar binnen cle subsidicaanvragcn bij cle provincie ontvangen cliciien te zijn. Na sluiting van (le opciistcllingstcrmijn wor(h zo spoedig mogcljjk besloten 01) cle aanvragen. Uiterlijk in december 2015 wordt het besluit 01) de aaiwraag genomen. b. Toewijzing van subsidies vindt plaats op volgorde van binneiikomst van volledige aanvraag. Dit betekent: wie het eerst komt met ecn volledige aanvraag, wie liet eerst maalt. c. Indien mccr(lcre aanvragen die 0 dezelfde dag zijn biniiengekomen leiden tot overschrijding van liet budget, wordt er geloot tussen dc op clie dag biiiiicngckomcn aanvragen. cl. Dc financiële alliancieling van de verleende subsidies wordt verricht (loor liet Nationaal Restauratiefonds voor bc(Iragen boven cle £ 25.000,——. Hierna wordt per paragraaf uit dc regeling ingegaan op een aantal onderwerpen die specifieke toelichting behoeven.
Algemene toelichting geldend voor alle categorieën Woonhuizen niet subsidiabel 01) grond van (leze regeling is het doen van een aanvraag voor subsidies voor een woonhuis niet mogelijk. Rijksmonunientalc woonhuizen kunnen voor restauraties een laagrentende lening afsluiten bij het Nationaal Restauratiefonds. Daaniaast kunnen zij de kosten van onderhoud fiscaal aftrekken. Gemeentelijke monumenten en karakteristieke panden binnen beschermde gezichten of op dc provinciale cultuurhistorischc kaart kunnen een laagrentende lening afsluiten via het Cultuurfonds voor Monumenten Frysmn. Onder het begrip woonhuis vallen panden clie van oorsprong gebouwd zijn als woning. Woonboerderijen, woonkerken e.d. vallen hier niet onder en zijn wel subsidiabel, omdat deze Subsidieregeling monumenten 2015
1
Proincie Fryslân
panden niet primair voor bewoning bedoeld zijn destijds. Ook woningen die geregistreerd staaii als museum vallen onder de uitzondering en zijn sul)sidial)el. Zie cle begnpsbcpahng in de regeling en cle toelichting (laarbij. Eigendommen van overheden IJitgesloten voor subsidieaanvraag zijn overheden. Geen subsi(lie wordt verleend voor monumenten in cigencioni van overheidsorganen als proincie, gemeente, waterschap. Van overheden mag worden verwacht dat zij hun monumentale gebouwen en bouwwerken als bruggen en molens binnen cle reguliere exploitatie en onderlioudsplannen opnemen met voldociide waarborgen ten a;uizien van liet l)ehoud van cle monumentale kwaliteiten en linanciële middelen.
Groene en archeo1osche monumenten Groene en archeologische monumenten wor(lcn niet gesubsidieerd. Monumentaal groen als onderdeel van een ensemble met een gebouwde buitenplaats is wel subsicliabel. Een l)uitenplaats is een complex (lat één historisch en architectonisch geheel vormt in nuttig gebruik dat dateert van voor 1850, bestaande uit een versterkt huis, buitenhof of landhuis met bijgebouwen, bouwwerken en tuinornamenten niet omliggende terreinen die bestaan uit gracliteii, waterpartijen, lanen, boomgroepen, l)arkl)osseii, wei(len, siertuinen of nioestuineii. Deze omschrijving is te’ens opgenomen in (le begripsbepaling. Subsidieverzoeken voor herstel van monumentaal groen kan in een aantal gevallen wel worden aangevraagd in de voor 2015 nog O te stellen subsidieregeling Natuur en Lanclschap, )aragraaf5.l Landschap en cultuurhistorie generiek Niet eerder subsidie Voor subsidievcrzocken clie eerder zijn gehonoreerd in het kader van één van cle genoemde subsidieregelingen gaan wij er van uit dat liet object of liet onderdeel waarvoor eerder subsidie is verleend iii zodanige staat is gebracht dat deze met onderhoud kan volstaan. Subsidie op clie rijksmonumenten of zelfstandige onderdelen wordt geweigerd, omdat deze regeling niet is bedoeld voor onderhoud aan rijksmonumenten, niet uitzondering van de categorie molens. Omdat in cle genoemde subsidieregelingen ook clcelrcstauratics kunnen zijn gesubsidieerd aan ccii zelfstandig oiiclerclccl, of andere specilicke genoenicle onderdelen van liet monument, waardoor dc restauratie van dc rest van liet monument of andlere zelfstandig onderdeleii niet meer in aanmerking zou komen, is voor (leze specilieke gevallen ccii uitzondering gemaakt. Er wordt verder geen subsidie verstrekt voor zover in dezelfde subsidiabele kosten een subsidie is verstrekt op grond van ccii andere provinciale sul)sidiercgeling. Deze bepaling is opgenomen oni stapeling van subsidies te voorkomen. Leerlingwerkplaats Mccle naar aanleiding van cle doelstellingen van \Vurkje Foar Fryslân cii cle door Provinciale Staten aangcnomcii motie over karakteristieke gebouwen wordt een leerlingwerkplaats als verplichting in cle subsidicbcschikkingcn voor restauraties opgenomen. Dit stimuleert voldoende kwaliteit in de rcstauratiebouw voor de toekonist. Dit betekciit dat in liet bestek of de wcrkomsclirijving hierover voorwaardcii moeten zijn opgenomen over cle uitvoering als scholiiig- of wcrkgclegenhcidstraject. Dat kan cle inzet betekeiicn van: leerlingen in opleiding voor de bouw (bv. met specialisatie restauratie) of aanpalende vakgilden, 6f hcrintreclcrs in dc bouw (soci,zlreturzz). Dit betekent dat de uitvoering vaii liet werk alleeii worden gegund aaii ccii door Funcleon (liet kennis- en adviescentrum voor liet opleiden cii ontwikkelen van persoiieel in de bouw- cii infrasector) erkend leerbcclrijf iii o.a. cle kwalificatie restauratie. Dc erkenning van lccrbedrijven in de bouw cii gespecialiseerde aannemerij gebeurt op basis van ccii erkenningsregeling. Funclcon beoordeelt aan de hand vaii de erkenningsregeling of bedrijven cii organisaties erkeiid leerbedrijf kunnen worden en blijveii. Voor elk beroep waarvoor liet leerbedrijf wil
• Subsidieregeliiig nioiiunienten 2015 1 Provincie Fryslân
opleiden, is een aparte erkenning nodig. Iedere leerling wordt begeleid door een leermeester clie het beroep uitvoert, waarvoor de leerling wordt opgeleid. Raa(lpleeg: ww’v.fundeon.n1 > werkgever. Gedeputeerde Staten kuimen besluiten van deze verplichting af te wijken indien naar hun oordeel l)lljkt dat (le activiteiten niet geschikt zijn voor deze vei)licl1ting of wuineer uit een verklaring van liet ol)Ieidingsmstituut blijkt dat er geen leerlingen kunnen worden geleverd voor cle activiteiten. Melding van het scholingsproject aan liet Restauratie Opleidingsprojecten (ROP) Regio Noord is verplicht. Het ROP is een landelijk project (lat 0 regionaal Hiveau wordt uitgevoerd. Het ROP biedt leerling— tlmmcrlic(len en —metselaars cle mogelijldicid om onder leiding van ervaren leermeesters bij cle uitvoerende leerbcclrijven in l)raktijkol)leidiligsl)laatsen 01) restauratieprojecten zich te ontwikkelen in liet ambacht, zodat liet vakmanschap voor de toekomst behouden blijft. De coördinator ROP brengt leerlingen en restauratieprojecten bij elkaar. Raadpleeg: http://www.rop-nederland.nl/ De lecrwerkplek kui ook 01) andere wijze, buiten het ROP om, geregeld wor(len.
Satssteun Risico 01) ongeoorloofde staatsteun wordt afgewend omdat voor restauratiesubsiclic vaii lbrmeel aangewezen monumenten Europese toestemming verkregen is. Voor de overige activiteiten geldt een maximum van £ 200.000,—— per subsidicontvanger. Bovendien dient in risicogevallen een (le—minimis verldaring te worden ingevuld om te voorkomen (lat er meer dan £ 200.000 in drie jaar voor andere clan restauratiewerkzaamheclen aan fonneel aangewezen monumenten wordt verleend.
Indieningstermijn \Vanneer ccii aanvraag te vroeg of te laat is gedaan, zal deze wor(len geweigerd. Voor cle volgorde vui registratie en behandeling van cle aanvragen wor(lt uitgegaan van cle ontvangsttheorie. Dat wil zeggen dat cle (latum van de ontvangst van cle volledige aanvragen bepalend is voor (le volgorde waarin (le sul)sidlies worden verdeeld. Aanvragen worden per datum en niet per tijdstip geregiStrcer(l omdat het niet mogelijk is om gelijke behandeling te garanderen voor alle mogelijkheden waarop de aanvragen kuniien binnenkomen (fax, post, l)ersooillijk afgeven). Elke aanvraag clie 01) eenzelfde dag binnenkomt, wordt daarom zonder tijdstip geregistreerd.
Long Uitgegaan wordt van een stelsel waarin dc beschikbare bedragen worden verdeeld naar volgorde van ontvangst. Niet uitgesloten is (lat 0 clezclftle dag meerdere subsidicaanvragen binnenkomen en (lat honorering van al deze aanvragen tot een overschrijding van het voor die categorie betrdllencie subsicheplaloncl zou leiden. Daarom is een voorziening opgenomen om voor die situatie ccii nadere rangorde aan te kunnen brengen in cle aanvragen van dc desbetreffende dag. Deze rangorde wordt bepaald door middel van loting van volledige aanvragen. Dc loting bepaalt de volgorde waarin de subsidieaanvragen worden behandeld; niet liet tijdstip van indiening. Alle aanvragen clie p dezelfde dag zijn ingediend, maken gelijke kans om voor subsidie in aanmerking te komen. Het maakt niet uit hoe snel de aanvraag is ingediend. Ook liet indienen van nieerdlcre aanTage1i beïnvloedt (le loting niet: per aanvrager wordlt slechts één subsidieaanvraag in behandeling genomen. Iiidicii een aanvraag wordt aangevuld, geldt voor de vcrdeclsystcmatiek cle datum van ontvangst van de aanvulling, als datum van ontvangst van cle aanvraag. Dit betekent dat alleen volledige aanvragen meegenomen worden in de loting.
Niet vooraf beginnen Er wordt geen subsidie verstrekt voor zover met de werkzaamheden is begonnen véérclat cle subsidie is verleend. Uiteraard is liet niet zo dat dc subsidie voor de hele planperiode wordt geweigerd, indien al met de werkzaamheden is begonnen. Subsidie wordt niet meer verleend voor de kosten van de ‘i• Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Fryslân
werkzaamheden waarmee is begonnen voordat de subsidie is verleend. Het is niet toegestaan met (le uitvoering van de werkzaamheden te beginnen, tenzij Gedeputeerde Staten positief hebben besloten op een uitdrukkelijk schriftelijk verzoek daartoe. Uitvoeringstermijn Voor het restauratiegedeelte binnen de instan(lhoudingsopgave over een periode van zes (6) jaar gel(lt dat —kort en zakelijk samengevat- de restauratieactixiteit nooit langer dan een periode van (luie jaar mag beslaan, te rekenen vanaf de datum van de beschikking. Verder uitstel wordt niet verleend, omdat het oiiwenselijk wordt geacht dat subsidiegeld jarenlang wordt ‘opgespaard’. De verlenging van de genoemde termijnen met maximaal één jaar is alleen mogelijk 01) uitclrukkehjk en schriftelijk verzoek daartoe. Hiermee wordt l)eoogd (nagenoeg) uitvoeringsgerede restauratieplannen te stimuleren. Dit wordt mede ingegeven door de wens van het stimuleren van cle economie, met name (le noo(lhjdende l)oUw— en restauratiesector. Het karakter van een relatief kortdurende restauratie (ingrijpend herstel) verschilt ook van reguliere instandhouding over een penode van zes jaar. De termijnen van liet beginnen l)innen één jaar en voltooien van binnen twee Jaar mogen elk met een jaar worden verlengd, wanneer Gedeputeerde Staten hier toestemming voor verlenen. Bijvoorbeeld in het geval er uiterlijk binnen een jaar na cle
provinciale subsidiebeschildung, een Brim/Sirn—beschikking voor hetzelfde monument wor(lt verkregen. Gewijgde omstandieden: meldingsplicht Er kunnen zich omstandigheden na subsidieverlening voor(lodn, die indien van tevoren bekend (le beslissing omtrent cle subsidie anders hadden doen uitvallen. Te denken valt bijvoorbeeld aan (le tegenvallende staat van cle fundering, (lie vooraf niet bekend had kuiiiieii zijn. Zodra zo’n omstandigheid zich na liet indienen van de aanvraag of na (le subsidieverlening voordoet, dient dit onverwijld aan Gedeputeerde Staten te worden bericht. Zo’ii omstaiidigheid kan zich bijvoorbeeld ook voordoen, indien de eigenaar bij iiader inzien besluit de werkzaamheden waarvoor subsidie wor(lt verleen(l, 01) ccii later tijdstip uit te voeren, andere werkzaamheden dan waarvoor de subsidie is verleend worden uitgevoerd, liet monument is venvoest of wanneer sloop wordt overwogen, dal) ive! wanneer de eigenaar in surseance van betaling geraakt of diens htillissement wordt uitgesproken. Wanneer alkvijking vaii liet plan niet is gemeld, maar (lit toch van (hen aard is dat het gevolgen moet hebben voor cle subsiclieverstrekking, kan dit tij(lens de uitvoering van cle werkzaamheden leiden tot intrekking van de verleende subsidie, dan wel bij de eindalrekeiung leiden tot een lagere vaststelling of tot intrekking van cle verleende subsidie. —
—
Naar aanleiding van een melding kan de subsidie lager worden vastgesteld of zullen nadere afspraken worden gemaakt over liet aanpassen van de verplichtingen. Het is belangrijk om altijd te voldoen aan de meldingsplicht. Bij het niet voldoen aan deze plicht kan, indien (lat achteraf mocht blijken, met toepassing van artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursreclit alsnog cle subsidie worden ingetrokken omdat de ontvanger wist en behoorde te weten dat (le vaststelling onjuist was. De aar(l van cle meldplicht is dat de subsidieontvanger zelf verantwoordelijk is voor de voor ons relevante gegevens. Volgens liet voorschrift dient de ontvanger zo gruiv concreet in zicht komt dat een belangrijke projectwijziging noodzakelijk is, dit gemeld wordt. De ontvanger heeft bijvoorbeeld een melclplicht indien blijkt dat de werkelijke kosten fors lager uitvallen.
Hoofdstuk 1 Begiipsbepalingen Bestek: het bestek bevat als eerste een algemeen deel met de algemene omschrijving, algemene projectgegevens, bepalingen over werkzaamheden vaii derden, regelingen over cle aanbesteding en iiisclirijving. Vervolgens wordt aangegeven welke voonvaarden en voorschriften v;ui toepassing zijn, zoals bepalingen omtrent verzekeringen, bepalingen over verrekemngen van wijzigingen en meer- en Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Frysln
minderwerk, bepalingen over tekeningen en berekeningen en regelingen omtrent de arbeidsomstandigheden en bouwpiaatsvoorzieningen. Vervolgens wordt liet werk in oiiderdelcn beschreven: dc toe te passen constructies, materialen met specificaties, alkverkingen en kleuren, alsmede cle gestelde uitvocringseisen. Bij wijzigingen aan het l)ouwwerk zijn aaii liet bestek tekeningen gekoppeld: de bestaande toestand, cle gewijzigde toestand en/of cle zogeiiaamde bestektekeningen, clie samen met (le technische omschrijving de basis vormen van het contract tussen opdrachtgever en aaiiiiemer (opclrachtnemer) cii tevens liet tocisingskader is voor cle uitvoering. Tot liet bestek behoren ook (le tekeningen van de bestaande situatie en gewijzigde situatie cii de tekeningen van details. Boerderij: in deze clelinilic wordt uilgegaan van het ledrijlscomplcx van hoofdgebouw en bijgebouweH O liet bocrencr1 zoals bijschurcn, stookhut, wagenloodsen, Ideinveestallen zoals is bepaald in de registcromschrijving van het gemeentelijke monument of rijksmonumcnt. Ook het woonhuisgedeelte valt onder cle clclmnitie boerderij, waarbij liet niet uitmaakt of liet bedrijfsgebouw is vast gel)ouwdl aan cle woning of liet vrij staat, ténzij dit gedeelte is uitgezonderd van de monumentenomschrijving. Bouwliistorisch on(lerzoek: is maatwerk en specialistenwerk en kan drie graclaties van dic)gang hebben: ccii bouwhistorische inventarisatie voor een steclcnbouwkunclig ensemble, of ccii bouwhistorischc opname (variërend van een verkcniiing op hooftllijiien tot een nauivkcurige analyse van bouwfasen en waardestelling). Een bouwhistorische ontleding is vaak pas mogelijk door destructiefoncierzoek. Voor de opzet van liet l)ouwhistonschi onderzoek dient als leidraad te worden gehanteerd L. Hendiiks enj. van (1cr Hoeve, Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek, lezen en analyseren van cultuurhistorisch erfgoed, opgesteld onder auspiciën vaii cle Rijksdienst voor liet Cultureel Erfgoed, Stichting Bouwhistoric Nederland, Vereniging Nederlandse Gemeenten, Atelier Rijksbouwmcester cii cle Rijksgcbouwenclicnst uit 2009. In vrijwel alle gevallen wordt gevraagd om ccii bouwliistorischc opname. Het rapport van een bouwliistorische opname dient naast cle algemene vereiste van de rapportagcs ook waardestellingspresentatietckeningen te bevatten. Herbestemming: vestiging van een andere daii cle bestaande functie of verbreding van cle bestaande functie waarbij door deze vestiging of verbreding, cle bestaande functie in ovcnvegcndc mate wijzigt. Van ecn andere functie is iii ieder geval sprake in liet geval van ccii planologische functiewijziging. Maar dit is niet maatgcvencl, aard en onwillig van de lierbestemming spelen ook een rol. Zo wordt een wijziging van kerkelijk naar multifunctioneel gebruik (door een clorpssticliting of stichting Alde Fryske Tsjcrkcn) beschouwd als een functiewijziging. Indien hierbij liet kerkelijke gebruik wel voor ecn deel blijft, kui iii dit geval ook sprake zijn van ccii verbreding waarbij (le bestaande functie in overwegende mate wijzigt. Om bij een kerk van een lierbestemming te spreken dienen er clan wel méér niet—kerkelijke clan kerkelijke bijeenkomsten te ivorcien gehouden. Een herbestemming van een monument, niet zijnde een woonhuis, haar wonen dient te bestaan uit functiewijziging clie leidt tot miiiimaal drie voniiigen. Het dient daarbij te gaan om pcrmaiicnte cii zclfstaiiclige woiiingen. Voor ten minste drie is gekozen om liet beperkte budget met name te richten op cle grotere bouwvolumes. Herbestemming naar een woning van 1w kleine kerken en boerderijen is veelal zoiicler subsidie goed te realiseren. Industrieel erfgoed: onder dit ruime begrip wordt verstaan onroerend goed dat oorspronkelijk is gebouwd cii bestemd voor handel, bedrijvigheid en transport, zoals pakhuizen, hibrieken, kantoorgebouwen, warenhuizen, stationsgebouwen, alsook bouwwerken van techniek, zoals sluizen, bruggen, gemalen, transformatorgebouwtjes, watertorcns, vuurtorens ed., maar ook: machines voor zover onroerend door bestemming, bijvoorbeeld machiiics voor liet aandrijvcn van ponen iii ccii gemaal cii voor zover deze onderdeel uitmaken van liet monument. Kerk: bij kerken gaat het om gebouwen die in oorsprong uitsluitend of voor een overwegend dccl zijn vervaardigd voor de gezamenlijke belijdenis van dc godsdienst of levensovertuiging. Het gaat dus uitsluitend om die gebouwen waarin zich dc ruimte bevindt waar deze gezamenlijke behijdenis plaatsvond of plaatsviiidt. Het huidige gebruik vaii kerkcii is niet van belang. Kerktorens, klokkenstoelen, ringmurcn en hekwerk rondom kerkgebouwen worden voor cle toepassing van ,--
Subsidieregeling monumenten 201
1
Provincie Fryslân
stirnulcringsregcling tot dc kerken gerekend. Met een hekwerk wordt bc(locld dc hckwcrkcii welke ecn fysieke erlschcidmg vormen tussen het perceel waarop de kerk is gebouwd en dc aangrenzende percelen. Gral-, en rouwkapelleii, catcchisatielokalcii, baarhokken, vcrwarniingslokaleii cii dergelijke worden niet gerekciid tot de categorie ‘kerk’ maar tot de categorie ‘overige nioHumenten’, édk als ze met ccii kerk ouder ii monunicntnummcr staan gereglstreer(l. Bij kloosters geldt (le kloosterkapel of kloosterkerk als kerkgebouw in (le zin van de siimuleriiigregeling. indien (leze 15 aan te merken als een zelfstandige bouwkundige eenheid. Gebouwen zoals pasloriei.in. kosterswoningen en (lergelijke worden altijd aangemerkt als woonhuis, ook als ze met een kerk onder éii rnonunientnumrner staui geregistreerd. Het betreh dan een zelfstandig oiI(lcrdeel (lat iS uitgesloten voor de subsidiëring. Ontwerpopgave: Van een ontwerpopgave is sprake wanneer er bouwkundige en of ruimtelijke wijzigingen l)laatsvin(len aan liet monument zoals bijvoorbeeld het verplaatsen van binneiiwuiden, herindeling van de inriclitnig (verplaatsen van banken of (leels verwijderen van banken, (leureli,), het wijzigen van vloeren (daaronder ook begrepen hel herschikken van monumentale vlocralkvcrkiiig) of l)lalonds (niet liet tijdelijk vcrwij(Ieren en terugplaatseii; liet maken of sluiten van doorgangen, het verplaatsen van stijgpunteii (trappen e.(l.). Het plaatsen van ccii keuken of een we iii een bestaaiide ruimte, waarbij geen wandeii vordeii verplaatst cii geen monumentale vloer- of wandahverkingcn worden verwijderd of verplaatst wordt niet beschouwd als een ontwerpopgavc. Recoiistructie: liet gaat hierbij om liet, naar ccii vroegere gedauite. vervaardigen vaii oiiderdelcii (lie niet meer in situ zijn aaiigctrolfcii in de bestaande toestand cii (Iie in dc ontwikkeliilgsgcscliicdcHis v;ui het bouwwerk zijn verdwenen. Met reconstructie wordt ook gelijkgcstcld begrippen als voltooicii, terugbrengen, completeren ed., of (lat nu is 01) basis van foto’s, cleductie, historisch onderzoek, oude (bouw—)tekeningen, historische bestekken of vermoeden. Het gaat (laarbij niet om on(lcrdelell in situ die zijn versleten cii opnieuw moeten wor(ldn gemaakt.
Subsidieregeling Instandhouding Monumenten (Sim): de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim) is gebaseerd op hel Besluit rijkssubsidiëriiig iiistandliouding monumenten 2013 (Brim 2013) Het Brim 2013 is een ‘kapstok’-regeling met delinities en uitgangspunten en de Sim bevat liet grootste deel van de bepalingen over de verstrekking van meerjarige on(lerliouclssubsidic. \Voonhuis: onder woonhuizen vallen in de eerste plaats beschermde monumenten (lie in oorsprong geheel of gedeeltelijk zijn vervaardigd voor bewoning. Gebouwen zoals pastoricën, kosterswoningen cii dergelijke worden altijd aangemerkt als woonhuis, ook als ze met een kerk on(ler één monumcntnummer staan gercgistrccr(l. Dienstwoningcn bij enseml)les, zoals koelsierswoningen en tuinmanswoningcn van buitenplaatsen of l)arkdn, of waclitcrswoniiigen bij bruggen of sluizen worden altijd aangemerkt als woonhuis, ook als ze met ccii buitenplaats, park, brug of sluis onder één monurndntnummer staan geregistreerd. Het gaat bij deze categorie gebouwen dus, behalve om monumenten die geheel als wooiiliuis zijn vervaardigd, ook om monumenten met in oorsprong gemeng(le functies, zoals: woiieii/horcca, wonen/kantoor, wonen/pakhuis, wonen/werken en wonen/winkel. Daarnaast valleii er beschermde monumenten on(ler, die oorspronkelijk ccii an(lcre functie dan bewoning hadden, niaar clie nu voor meer dan dc helft (in m ) voor bcwoiiiiig in gebruik 2 zijn. Kelders, zolders, bergingen cii garages worden hierbij aangemerkt als ruimtes met ecn wooiifuiictic. Tot slot worden bepaalde beschermde monumenten nooit als woonhuis aangemerkt, ook niet als ze thans worden bewoond. Dit zijii woonhuizen die als museum zijn geregistreerd, kerkgebouwen, kastelen, palcizen, het hooftihuis van buitenplaatsen, landhuizen, gebouwen van lieldadigheid, molens, gemalen, agrarische gebouwen en walertorens. Voor dergelijke monumenten is meestal sprake van een grotere instandhoudingsopgavc in relatie tot dc exploitatiemogelijkheden dan bij andere monumenten. Dit hangt samen met hun omvang, constructiewijzc of (le aamvczighcid van specifieke monumentale waarden (lie de gebruiksmogelijkheden beperken. Beschermde monumenten clie in oorsprong als woonhuis zijn vervaardigd en die geregistreerd staan in het Nederlands Museumregister, worden niet auigemerkt als
‘
Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Frvslân
woonhuis. 1)e eigenaren van deze monumenten vaak stichtingen— hebben veelal geen recht O liscale aftrek van onderhoudskosten, en bovendien l)eperkte inkomsten. ZelEstaiiclig onderdeel: gebouwde monumenten kuiinen bestaan uit één ondeell)aar geheel of uit meerdere zelfstandige onderdelen. Het komt regelmatig voor dat er ivel zellstanclige onderdelen te onderscheiden zijn. In dergelijke gevallen kan (le eigenaar ook voor één of meer van (leze zelfstandige onderdelen een subsidie aanvragen. Onder het begrip worden de twee mogelijkheden aangeven waarl)1J sprake is van een zelfstandig onderdeel. Het begrip ‘monument’ betreft in (le Stimuleringsregeling 2013 zowel het l)eschermde monument, als ccii of meer zelfstandige onderdelen daarvan. Voor het l)egnl) ‘zelfstandige bouwkundige eenheid’ wordt lietzeilde verstaan als in artikel 1 toelichting van het Besluit van 19 scpteml)er 2012, houdende regels met bctrelddng tot de hinaiiciële ondersteuning van cigenareli vui beschermde monumenten ten behoeve vui cle instandhouding van beschermde monumenten (Besluit iijkssubsicliëring nistanclhouding monumenten 2013 (Staatsblad 2012, 438, p. 9—1 1). Zelfstandige onderdelen zijn bijvoorbeeld exterieur, interieur (waaronder (le niet dragende muren cii meubilair), casco (alle dragende constructies van een monument: kap, gevels, vloeren), orgel. —
Toelichting op de onderdelen 2.1 Herbestemming gecombineerd met restauratie, 2.2 Restauratie van rijksmonumenten en 2.3 Restauratie karakteristieke bouwwerken Restauratie in combinatie met herbestemming (;elet 01) de beleidsmatige aandacht voor herbesternming is een aanzienlijk deel van het beschikbare budget beschikbaar voor restauraties in combinatie met herbestemming. Het provinciebestuur wil de restauratie en het vernieuwend hergebruik van karakteristieke gel)ouwcn stimuleren. Dit sluit ook aan 01) één van de l)jlcrs uit de Mocleriiiscring Monumentenzorg door het Rijk. Gelet op cle beleidsmatige aandacht voor herbestemming wordt ccii fors deel van het beschikbare budget voor restauraties in combinatie met herbestemming bestemd. Dc aandacht voor herbestemming sluit ook aan 01) het Deltaplan Fiyske Tsjerken cii de Programma’s ruimte jke kwaliteit en clemogralische ontwikkelingen (krimp) Vanaf 2012 is liet Deltateam Fryske Tsjerken actief door het helpeii van lokale gemeenschappen bij liet zoeken van herbestemmingen en nevengebruik vaii kerkgebouwen. In 2015 wordt de inzet geïntensiveerd door cle inzet van liet project Kenniscentrurn Herbestemming Noord dat wordt uitgevoerd door DBF cii (le noordelijke steunpunten monumentenzorg. Hierin wordt samengewerkt met dc provincies Groningen en Drenthe en met het Rijk (Visie Erfgoed en Ruimte) om tot een gezamenlijke aanpak te komen. Instrumenten clie worclcii gehanteerd zijn een digitaal meldpunt, herbestemmingsverkenningen, makelen en schakelen. Belangrijk is ook liet stimuleren van strategicén voor herbestemnnng, specifiek in krimpgcbieclen Alleen in combinatie met restauratie Omdat liet vertrekpunt van cle verlengde nota Erfgoed 20 10-2013 en cle geclcceiitraliseerde rijksmiddelen restauratie is, dient liet 1)lan voor de herbestemming van ccii rijksmonument te zijn gecombineerd met een restauratie. De component restauratie dient ten minste 3% van de lierbouwivaarde te overstijgen. Alleen in dat geval kan van ccii restauratie en niet reguhier onderhoud worden gesproken. Voor een toelichting op het onderdeel restauratie, zie paragraal’ 2.2. Subsidiabele herbestemmingen: transfonnatiekosten Herbestemmingen van monumenten gaan gepaard niet hoge investeringskosten. Om toch tot ccii exploitabel beheer te kunnen komen wordt een subsidie verstrekt voor de restauratiekosten cii de transformatiekosten. Deze transformatiekosten hebben uitsluitend betrekking op cle bouwkundige ingrepen die nodig zijii om liet pand te transformeren naar een nieuwe functie. Kosten die betrekking
• Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Fryslân
hebben 01) (le (nieuwe) iiirichiing of andere roerende zaken zijii niet subsicliabel in het kader vui (leze regeling. De subsidiabele transforrnatiekosten staan limitatief opgcSOm(l in l)ijlage 1. Onrendabele top Bij herbestemnung zal alleen (lat (leel van (le subsidiabele kosten worden gesubsidieerd (lat tot (le zogeiiaamde onrendabele top behoort. Hierop is onder “belangrijke wijzigingen” in liet begm van (le toelichting al ingegaan. Vooraf bouwhistorisch onderzoek Bij een herbestemming is (le kans groot dat er ccii belioOrli]ke bouwkuiiclige ingreep l)laatSviH(lt. Het is belangrijk (lat er clan zorgvuldig met (le monumentale waarden wordt omgegaan. Bij een herbestemming (licHt voorafgaande aan de I)lanvorrning ccii bouwliistorische onderzoek te worden uitgevoerd, met inbegrip van een waardestelling. Met (leze bepaling wordt beoogd liet bouwhistoriscli onderzoek in een zo vroeg mogelijk stadium vui de planvorming te stimuleren. Daarmee kuHiien cle nioiuimeiitale waardeH tijdig worden gesignaleerd en iii cle l)lanvorming wordeii betrokken. Dit is van belang voor liet ontwerpproces alsook voor cle toetsilig van plan in ccii eventuele verguniiingj)rocedurc. Voor cle systernatiek, de vorm, cle omvang en cle wijze van verslaglegging van bouwhistoriscli onderzoek wordt als leidraad gehanteerd L. Hendriks en J. van der Hoeve, Richtlijnen bouwhistorisch oiiderzoek, lezen cii analyseren van cultuurliistorisch erlgoccl, opgesteld onder auspiciën van (le Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Stichting bouwhistorie Nederland, Vereniging Nederlandse Gemeenten, Atelier Rijksbouwmeester en cle Rijksgebouwendienst uit 2009. Bouwhistorisch onderzoek is ccii specialisme dat belangenvrij dient te worden uitgevoerd. Om clie reden dient liet bouwliistorisch onderzoek te worden uitgevoerd door een onalliankelijk(e) ter zake deskundig onderzoeker of onderzoeksbureau. De bouwhistorisch onderzoeker mag dus geen rol hebbeii in cle totstanclkoniing of toetsing van liet ontweri) voor een beoogde verbouwing, wijziging, of bij de uitvocriiig van cle beoogde instanclhoudingswerkzaamlieden. Dat betekent dat bouwliistoriscli onderzoek dat wordt uitgevoerd door cle architect / liet archiitectenkantoor of ccii 01) grond van artikel 2.1.12, tweede lid, tweede lid claaraaii gclijkstelcle organisatie, cle aannemer, of de opdrachtgever niet voor subsidie in aaiimerkiiig komt. Regulier onderhoud en afstemming met BRIM/SIM Regulier onderhoud van rijksmonumenten is niet subsicliabel. Mccle in verband met de afstemming met cle Brim/Sim geldt er daarom een aftrek van 3% van cle lierbouwwaarcle voor rijksmonumenten. Dit wordt als regulier onderhoud beschouwd en een verantwoordelijldieicl voor liet Rijk. Voor restauralicaanvragen van rijksmonumentcii wordt gekozen voor ccii financiële ondergrens voor cle subsicliabele kosten. Complementair aan de Subsidieregeling Instanclhoucling Monumenten 2013 van het Rijk wordt cle reguliere instandhouding (verantwoording Rijk) bepaald op 3% van cle herbouwwaarcle (zes maal jaarlijks 0,5%). Aanvragen met subsidiabele kosteii hieroiicler komen niet voor subsidie in aanmerking. De redeneii om hiervoor te kiezen zijn de volgende: liet oiiclcrscheid tusseii wat in liet spraakgebruik wordt aangeduid als onderhoud en restauratie is lastig te maken en wordt ook niet meer gehanteerd in liet Besluit rijkssubsidiëring instandhouding Monumenten 2013 (Brim) en Subsidieregeling instaiiclhouding monumenten (Sim). In de systeniatiek van het Brim/Sirn hebben aanvragen betrelddng op “instandhouding” cii kuiincii zowel worden ingediend voor ‘reguliere werkzaamheden en/of beperkt herstel’ (lees: ‘onderhoud in combinatie niet een beetje restauratie’), als ‘incidenteel ingrijpend herstel en/of een grote ingreep naast reguliere werkzaamheden’ (lees: ‘restauratie in combinatie met wijziging cii onderhoud’). Een financiële grens geeft juridische duidelijkheid; —
$
Subsidieregeling moiiumcntcii 2015
1
Provincie Fryslân
wainieer in de provinciale regeling gekozen wordt voor de genoemde 1inancile ondergrenzen zullen aanvragen onder dit bedrag een meer onderhoucismatig karakter krijgen. Onderhoud is, behoudens (le genoemde uitzonderingen, niet subsidiabel; Het budget is beperkt en cle aanvragen naar verwachting groot. Het voorkomen van het in grote getale ahijzcn of uitloten van aanvragen moet worcleii voorkomen. De nadruk dient te liggeii O cle plannen met het restauratiekarakter. Gelet OJ) de alsl)raken tussen Rijk en Interproviiiciaal Overleg (IPO) wordt een scheiding tussen restauratie en reguliere instandhouding beoogd. Dc l)edragen onder cle linancile ondergrenzen worden beschouwd als meer onderhoudsmatig en ccii rijksverantivoordelijldieid waar cle provincie niet aan bijdraagt. Alleen voor molens, die zijn aangewezen als rijksmonumenten, is ook subsidie voor onderhoud mogelijk, zie 2.6. —
-
Uiondering op 3% affrek
Het is mogelijk (lat aanvragers hun planneii hebben gesplitst. l3ijvoorbeelcl ‘reguliere werkzaamheden en/of beperkt herstel’ (lees: ‘onderhoud in combinatie met een l)eetje restauratie’) is ingedlien(l voor cle Brim/Sim bij het Rijk, en liet ‘incidenteel ingrijpend herstel en/of een grote ingreep naast reguliere werkzaamheden’ (lees: ‘restauratie in combinatie met wijziging en onderhoud’) wordt inge(liend bij de provincie. Het toepassen van de aftrek zou in dat geval niet terecht zijn. Het onderhoudsdeel wordt immers niet ingediend en 01) een andere wijze gelinancierd. Indien cle aanvrager met een instandhoudingsplan vaii 6 jaar aantoont dat het onclerliouclsdeel niet iii cle aanvraag bij (le provincie zit, maar via de I3rim/Sim wordt ondersteund, dan wordt cle aftrek geschrapt. Uit ccii oogpunt vui vereenvoudiging, het risico van “schijiiplannen” en cle rijksverantwoordelijkheid voor onderhoud, clieiien cle onderhoudskosten dan wel volledig te zijn aangevraagd of beschikt in het kader van de Brim/Sim. Voorwaarde is wel dat de bij cle provincie aangevraagde restauratiewerkzaamheden vallen biimen dezehide peiode als clie van liet instandhoudingsplan waarin cle andere onderhoudswerkzaamheden zijn opgenomen. Subsidiabele kosten 1)e Leidraad subsicliabele kosten van het Rijk wordt gebruikt voor restauraties en onderhoud. Voor transformatickosten bij herbestemming en hij nevengebruikcii van kerken geldt een bijlage met cle kosteii die subsidiabel zijii. Voor het bepalen van cle subsidiabele kosteii zijn ook cle uitgiuigspuntcn van toepassing zoals verwoord in Hoofdstuk 1.1 Algemene bepalingen subsicliabele kosten van cle Leidraad subsicliabele instandhoudingkosten 2013, bijlage bij cle Subsidieregeling instaiiclhoucling monumenten. Hierin is l)cpaaldl dat: a. kosten uitsluitend subsicliabel zijn voor zover cle werkzaamheden: 1. strekken tot instandhouding van liet monument cii zijn monumentale waarden; 22. sober en doelmatig zijn; 32• technisch iioodzakelijk zijn; en 42 zijn gericht 01) maximaal behoud van aanwezige monumentale waarden, in het bijzonder historische materialen en constructies; 1). kosten voor werkzaamheden gericht op liet voorkomen van verval of liet voorkomen van vervolgschade subsidiabel zijn; c. kosten voor werkzaamheden gericht op vervanging van materialen clie hun functie niet meer kunnen vervullen subsidiabel zijn; d. kosten voor werkzaamheden gericht op reconstructie niet subsidiabel zijn, tenzij deze in uitzonderlijke gevallen naar het oordeel van de minister ter versterking van cle monumentale waarden gewenst zijn; e. kosten voor werkzaamheden die voortvloeien uit veranderd gebruik, alsmede kosten voor werkzaamheden die zijii gericht OJ) comlbrtverbetcring of verfraaiing iiiet subsidiabel zijn; cii
Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Frysmn
f. kosten voor werkzaamheden voor zover clie reeds aangcvangen of voltooid zijn voor de
subsidieverlening niet subsidiabel zijn. Architect Indien er sprake is van plaiivormiiig met ccii ontwer)opgave dient ccii architect betrokken te zijn. Dit betekent dat plannen, gezien de comj)lexiteit van het l)rojcct, altijd worden gemaakt in samcliSl)raak met een architect. Restauraties van monumenten en karakteristieke bouwwerken mogen ook alleen worden uitgevoerd onder begeleiding van een architect. De veelal specialistische opgave van (le restauratie al of niet in combinatie met herbestemming vergt cle hcgcleichng van een architect. Daarbij dient cle begeleiding in cle uitvoering als uitgangspuiit en in één-cn—dezellde haiid te blijven als de l)lano)Stellii1g, nl. (le architect. Doel daarvan is de bevordering van de continuïtcit van ontwerp cii uitvoering en (Ie kwaliteit van cle gebouwde omgeving. Ontheffing is mogelijk wanneer cle restauratie wordt begeleid (loor ccii organisatie waarvan, naar het oordeel van GS, ‘cle deskundigheid 01) (lit terrein gcnoegaaarn is gcl)lckCli. In algemene zin wordt geen (structurele) onthelling verleend van cle bepaling (lat restauraties moeten worden begeleid (loor architecten. Dc verzoeken wordlcn van geval tot geval beoordeeld, Ofli(lat liet restauratieplan / ontwerp voor dle uit te voeren werkzaamheden (subsidiabelc instandhoudingswerkzaamhcclcii hoger dan 3% van cle lierbouwwaarde clie wij beschouwen als restauratie, én restauraties in dc zin van een ontwerpopgave) naar ons oor(lecl zoveel als mogelijk in één hand te blijven. Structurele onthcffiuigen zijn door de provilicie verleend aan Stichtiuig Behoud Kerkelijke Gebouwen in Friesland en Stichting Alde Fryske Tsjcrkcii voor haar eigen kerkgebouwen. Het rijksbeleid voor cle Aangewezen Organisaties voor monumentenbehoud is intussen gewijzigd in het beleid voor aaiiwijzing als ccii Professionele organisatie voor Monumentenbehouci. Dc aanwijzing tot POM kan ook aanleiding zijii om een structurele onthelling leiden voor cle architcctcnbegclciding tijdens de uitvoering. Kwaliteitsnomien Met betrekking tot deze verplichting inzake (le kwalitcitsnormen wordt opgemerkt dat het stelsel van dle kwaliteitszorg in de monumentenzorg iiog volop in oiitwikkcling is. De werkzaamlieclcii zullen moeten worden uitgevoerd volgens (le in dc bcrocpsgroep gelclciiclc normen. Karakteriseke bouwwerken Voor subsidie komen panden iii aanmerking die gcmceiitclijk monument zijn of opgenomen in cle lijst van karakteristieke bouw’.vcrkcii. Het geld voor karakteristieke bouwwerken komt uit liet invcstcrmgsprograrnrna \Vurkjc foar Fryslân. Om te kunnen bepalen welke pan(lcii hier onder zouclcii kunnen vallen is voor karakteristieke bouwwerken een quick scan inventarisatie uitgevoerd. Dit is gebeurd 0 basis van bestaande gegevens van gemeenten, rnonumcntcninstcllingcn, onderzoekers en cle provincie. De inventarisatie bestaat uit gemeentelijke monumenten, karakteristieke pandeii uit bestemmingsplannen, jonge monumenten en inventarisaties voor industrieel erfgoed, zuivclftibiickcii, waterschapscrfgoccl en transforrnaticstations. Het doel is om particuliere investeringen voor deze groep niet-rijksmonumenten te stimuleren en om het gemeentelijk monumentenbeleid te stimuleren. Dc resultaten van cle quick scan zijn te vinden op dc provinciale cultuurhistorische kaart hittT)://www.hivslail.frl/c’hilç onder de kaarilaag karakteristieke bouwverkcn. 2.4 Onderhoud rjjksmonumentale molens Als spcciliekc categorie binnen dc rijksmonumenten geldt er voor molens ecn onderhoudssubsidic. Voonvaarde is dat er een instandhoudingssubsidic door liet Rijk is verleend op basis van een zesjarig
1• Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Frys1n
instandhoudingsplan. Op basis vail (leze rijksbescliilddng kan er 15% van de subsidiabele kosten met ( 9000,-- vordeii beschikt.
een rnL’amum van
2.5 herbestemmingsverkenning, nevengebruik van kerken en bouwhistorisch onderzoek Bij (le verlenging van de Nota Er1oed door PS iii december 2013 is er voor gekozen (leze activiteiteil te On(lerSteunen. Het Ofl(lerstCUfleii van nevengebruiken bij kerken vloeit voort uit het Deltaplan Frvske Tsjerken. Het ondersteunen van lierbestemmingsverkenningen vloeit voort uit de bcleidsmatige aaIl(laclll voor herbestemming, zie onder paragraaf 2.1. Bouvliistoiisch onderzoek l)etrelt ccii onderdeel dat in de vorige jaren ook al in de subsidieregeling zat. Lén van (le vormen van l)ouwhis[Onseh onderzoek is de bouwliistorische inventarisatie. Er is voor gekozen (lie alleeii voor l)esc’hermde stadgezichten (speerpunt 11 —stcdeii) suhsidiabel te stellen. Voor eisen bouwhistonsch onderzoek. zie ook paragraaf 2.1.
Subsidieregeling monumenten 2015
1
Provincie Fryslân
Uitvoeringsregeling van 16 juni 2015, hou(lende regels betreliènde de subsidiëring van activiteiten 0 het terrein van monumentenzorg in de I)rovincie Fryslân (Subsidieregeling monumenten Fryslân 2015) Gedeputeerde Staten van Fryslân, gelet 01) liet Nationale monumeiitenkacler SA—10’175; en artikel 1.3, vierde lid, van cle Algemene subsidieverordening provincie Fryslâii 2013,
overwegende (lat liet op groiid van cle verlengde Nota Erlroed 2010-2013 wenselijk is (loor middel van subsidies een stimulans te geven aan liet restaureren, herbestemmen, onderhouden en onderzoeken van Friese monumenten, besluiten: vast te stellen de Subsidieregeling monumenten Fryslân 2015: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze uitvoeringsregeling wordt verstaan ouder: a. aanvang: begin van feitelijke werkzaamheden, zoals omschreven in liet bestek; b. architect: persoon die is ingeschreven in het architectenregister als be(loeld in (le Wet OJ) (le architectentitel; c. bestek: volledige cii nauwkeurige beschrijving van voorwaarden waaronder, en eisen ten aanzien v;ui (Ie wijze waarop werkzaamheden aan een bouwwerk wor(Ien uitgevoerd, bestaande uit algemene voor liet werk geldende juridische en administratieve voorwaarden en bepalingen, met voorschriften betreffende bouwplaatsvoorzieningen, de nauwkeurige beschiijvingen van toe te passen coiistructies cii per on(Ierdleel beiiodigcle kwaliteit cii hoeveelheid van te gebruiken materialen cii eisen die worden gesteld aan de wijze van verwerken, alsmede de alkverking van kleuren; cl. boerderij: ensemble van hoofdgebouw met bijgebouwen dat oorspronkelijk uitsluitend of voor liet overwegende deel, is vervaardigd voor liet uitoefenen van een agrarisch bedrijl e. bouwhistorisch oiiclerzoek: iii een schriftelijke rapportage vastgelegde opname of verkenning naar gegevens betrellnde de bouv-, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis van één of meer gebouwen of zelfstandige onderdelen daarvan, of naar een door menseui gemaakte structuur, aan de liaiid van archief- en literatuuronderzoek en waarnemingen aan de vorm, (le constructie, cle gebruikte materialen en (le afwerking ervan; f. buiteuiplaats: complex van véér 1850 dat één historisch en architectonisch geheel vormt in nuttig gebruik, bestaande uit ecn versterkt huis, buitenhof of landhuis met bijgebouwen, bouwwerken en tuinornamenten met omliggende terreinen die bestaan uit grachten, waterpartijen, lanen, boomgroepen, l)arkbosSen, wei(len, siertuinen of nioestuinen; g. gemeentelijke monument: onroerende zaak die op grond van een gemeentelijke verordening is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst; Ii. lierbestemming: vestiging van een andere dan de bestaande functie of verbreding van de bestaande functie waarbij door deze vestiging of verbreding, cle bestaande fuuictie in ovenvegende mate wijzigt; i. herbouwwaarde: kosten om een beschermd monument of zelfstandig onderdeel in zijn geheel opnieuw te vervaardigen, met dezelfde constructie, materiaalsoorten en detaillering; j. industrieel erfgoed: gebouwen of zelfstandige onderdelen daarvan, gebouwd na 1850 en vdér 1965, clie zijn gebouwd voor een inmiddels voorbije fase in de ontwikkeling van bedrijf en techniek cii ten • Subsidieregeling monunicuiten 2015
1
Provincie Fryslân