Berenschot-to-Berenschot
Alumni jaargang 3 nummer 5 november 2012
In 2013 is Berenschot 75 jaar oud. Als bedrijf maken we op dit moment ongekende tijden door. De economische crisis duurt nu al vier jaar en op een gegeven moment ben je wel klaar met bezuinigen. Je moet op zoek naar nieuwe diensten en markten en dat resulteert in een bedrijf dat er in de toekomst anders uit ziet. Met de strategie die we nu hebben gekozen leggen we het fundament voor de volgende 75 jaar.
Herbezinning
Theo Camps Directievoorzitter Berenschot
op de toekomst We hebben ons ontwikkeld tot een bedrijf met een breed portfolio. Dit willen we handhaven om opdrachtgevers te kunnen blijven ondersteunen bij het oplossen van complexe problemen. Hiervoor is een breed palet aan expertise onontbeerlijk en is het zaak om goed thuis te zijn in de non-profit én de private sector. Ook gaan we ons specifieker op markten en sectoren richten met toegesneden dienstenpakketten. Toename internationale activiteiten Berenschot komt uit een periode waarin we met name actief waren op de Nederlandse en Beneluxmarkt. Om een interessante speler te blijven voor het bedrijfsleven, is een goede mix van nationale en internationale activiteiten echter steeds belangrijker. Dit vanwege het feit dat vele besliscentra zich al buiten Nederland bevinden, met name als het gaat om het bedrijfsleven zoals de financiële sector, de maakindustrie en de energiesector. Daarnaast moeten de internationale activiteiten ervoor zorgen dat onze positie in Nederland wordt versterkt.
Belangrijk is dat we dit samen met strategische partners doen. Via relaties in de E-I Consulting Group, een Europees netwerk waar Berenschot bij aangesloten is, verkennen we op dit moment hoe en waar samenwerking mogelijk is. Eisen medewerkers Kortom, internationale activiteiten gaan meer accent krijgen als gevolg van de wereldwijde economische ontwikkelingen. Een gevolg daarvan is dat we nu ook andere en hogere eisen aan onze medewerkers stellen. Denk aan het vloeiend beheersen van het Engels en aan een gedegen kennis van strategie, markt, methoden plus adviesvaardigheden en realisatiekracht. Toekomstperspectief In 2015 moet dit nieuwe strategische profiel zijn gerealiseerd. Dat betekent dat we drie jaar de tijd hebben om toe te bewegen naar het gewenste beeld en de marktpositie. Het pad dat we zijn ingeslagen betekent dat we voortbouwen op de basis van het bedrijf én tegelijkertijd dat we onszelf moeten overstijgen. November - 2012 | 1
‘Nieuwsgierigheid is mijn grootste drijfveer’ Op 22 november neemt Joep Bolweg na 27 jaar afscheid van Berenschot. Een prominent man, die actief is geweest als adviseur, adviesgroepmanager en directielid. “Berenschot past erg goed bij me. Het aansprekende merk, de geweldige reputatie en creatieve mensen. En je hebt relatief veel vrijheid: als je omzet hebt, mag je bijna doen wat je wilt.”
hh Uit de B2B 127, 20 augustus 2012 hh Door Wilma Schreiber Aan het begin van zijn carrière, tussen 1975 en 1985, werkte Joep Bolweg parttime bij de Katholieke Leergangen in Tilburg (tegenwoordig: Fontys Hogescholen) en was hij daarnaast actief als adviseur. “Ik was na tien jaar teruggekomen uit het buitenland omdat ik in militaire dienst moest, en had in Nederland geen enkel netwerk. Dus de enige manier om aan dienst te ontkomen, was in het onderwijs te gaan.” Het eerste contact met Berenschot ontstond uiteraard tijdens een adviesproject, met onder andere Danny Kamp. Een uitnodiging om te komen praten volgde en de rest is geschiedenis. De eerste groep waar Joep adviesgroepmanager van werd, was Personeelsmanagement (PM). In 1990 trad hij toe tot de directie. “Ik ben niet zo’n bewuste loopbaanplanner. Er komen dingen voorbij en daar stap je in - of niet. Met elkaar hebben we heel veel op de rit gezet. Van dertig adviseurs van SoMa (Sociaal Management) groeide HRM uit naar 125 in de hoogtijdagen. Dat lag aan de markt, maar ook aan mij. En we hadden een sterk team, met Ton de Korte van Personeelsmanagement (SP), Luc Steenhorst als adviesgroepmanager Beloningsmanagement (Belonen), Ber bij Recrutering & Selectie (A&O), Max Merkx van Scholing, Opleiding en Cultuurverandering (BMD) en Monique Onstenk bij Executive Search”, vertelt hij. “Allemaal mensen met wie je wat kon doen en met wie ik in het MT een vrolijk tijdperk heb gehad. HRM was in die tijd de grootste werkmaatschappij. Dat was November - 2012 | 2
leuk, ook omdat heel veel anderen het niet leuk vonden.” Sociale activiteiten Sinds 1997 combineert Joep het werken bij Berenschot met het hoogleraarschap Mens, Arbeid en Organisatie aan de VU in Amsterdam. “Dat is goed voor de afwisseling, maar op die manier heb ik ook steeds meerdere ijzers in het vuur, wat me veel vrijheid en zelfstandigheid geeft.” Het leuke van directeur zijn, is
Berenschot past erg goed bij me. Het aansprekende merk, de geweldige reputatie en creatieve mensen. En je hebt relatief veel vrijheid. Als je omzet hebt, mag je bijna doen wat je wilt.” Het adviesvak Het adviesvak boeit Joep uit nieuwsgierigheid. “Dat is mijn grootste drijfveer, nog steeds. Nieuwe organisaties, nieuwe klanten uitvogelen, hoe zit het in elkaar? Hoe gaan mensen met elkaar om, waar zit de macht, hoe vindt besluitvorming plaats? En ook dat je voortdurend ergens anders komt, trekt me. De laatste tijd ben ik actief in de zorg, dat is weer spannend. Ook het brede van het adviesvak van Berenschot spreekt me aan.” Die nieuwsgierigheid is tevens de drijfveer in de interactie met studenten. “Ik ben niet zo’n idealist dat ik tot doel heb kennis over te brengen op de nieuwe generatie. Ik doe het om theorie en praktijksituaties aan elkaar te koppelen en te zien wat daar uitkomt.” En nu is Joep dus bezig aan zijn laatste weken bij Berenschot. Dreigt er een zwart
Eigenlijk ben ik lui en dan is de infra structuur bij Berenschot prettig, auto, laptop, secretaresse, declaraties, alles is goed geregeld. volgens Joep dat je het bedrijf in al zijn facetten leert kennen. “Financiële zaken, fiscale zaken. Je leert zien welke impact moeilijke persoonlijke relaties en de politieke situatie op het bedrijf hebben.
gat? “Ik geloof niet in grote breuken in je leven. Ik neem wel afscheid van Berenschot, na 27 mooie jaren. Verder blijf ik gastcolleges geven, onder andere in Boston en Saskatoon (Canada),
City Community Empowerment Introductie van de Brusselse-methode in Nederland De SoMa-beer Tijdens de SoMa-studiedagen gaf Joep altijd kort de laatste (financiële) stand van zaken. Mooie opdrachten, publicaties en nieuwe collega’s kwamen daarbij aan bod.
Hoe kun je als stadsbestuur in tijd van extreme bezuiniging en roep om vernieuwing, meer en innovatiever beleid realiseren met minder ambtelijke capaciteit? Nederland staat voor grote uitdagingen die hun weerslag hebben op zowel private als publieke organisaties. We zien niet alleen de ongekende bezuinigingen, maar ook de steeds hardere roep om vernieuwing, duurzaamheid en innovatie op terreinen als water, voeding, energie, zorg, onderwijs en cultuur.
De SoMa-beer prijkte steevast op al zijn sheets.
en projecten doen als adviseur.” Hoewel niet veel mensen de 65 halen als adviseur, heeft Joep niet het idee dat hij het bij Berenschot ‘volgehouden’ heeft. “Ik vind het vak leuk. Er is zo veel te doen, en ik heb mijn eigen collega’s kunnen
Ik geloof niet in grote breuken in je leven kiezen de laatste tijd. Je moet een beetje lol hebben, soms kritisch zijn”, zegt hij. “Eigenlijk ben ik lui en dan is de infrastructuur bij Berenschot prettig: auto, laptop, secretaresse, declaraties, alles is goed geregeld. En ook de mensen van de interne diensten hebben mijn leven hier zeer veraangenaamd.”
22 november afscheidsseminar Joep Bolweg Op 22 november vond het middagseminar ‘HRM en advisering’ plaats dat Berenschot samen met de Postgraduate Opleiding Management Consultant van de Vrije Universiteit organiseerde. Het programma werd door Joep ingeleid. Daarna volgden reacties van Steven ten Have, Ton de Korte en Ludwig Hoeksema. Ber Damen was de dagvoorzitter.
hh Uit de B2B 124, 13 april 2012 hh Door Pim Engels Bedrijven en burgers nemen steeds vaker het initiatief, omdat gemeentelijke budgetten krimpen en de behoefte om het zoveel mogelijk zelf te regelen toeneemt. Op gemeentelijk niveau worden forse bezuinigingen doorgevoerd en er moet efficiënter gewerkt worden: met minder capaciteit méér resultaat in beleidsontwikkeling en -realisatie. De Brusselse Methode voorziet hierin. Kantoorkrimp, uitval vmbo, ontwikkelen burgeronderneming, ontwikkeling en herinrichting van bedrijfsterreinen zijn voorbeelden van cases die in de praktijk op een vernieuwende wijze worden gerealiseerd met behulp van de Brusselse methode. Brussel (EU) heeft relatief weinig beleidsambtenaren, die noodgedwongen zeer efficiënt moeten werken. Dit is de basis geweest voor de ontwikkeling van de Brusselse methode. Kenmerkend is de open call for interest; dat betekent dat alle relevant geïnteresseerde stakeholders worden uitgenodigd om mee te doen om vervolgens ook invloed te krijgen op het te ontwikkelen beleid. Stakeholders variëren van georganiseerde burgers tot bedrijfsleven en semi-overheidspartijen. De Brusselse methode omvat stakeholder management en co-creatie op een tijd gestuurde wijze en met een open aanpak. Centraal in de aanpak staat de dossiermanager. De Brusselse Methode sluit aan op crowdsourcing en community ontwikkeling in stad en regio. Het zal niet verbazen dat ook het bedrijfsleven interesse heeft getoond, niet alleen in samenwerking met het “stadhuis”, maar ook voor de eigen community ontwikkeling. Het eerder al loslaten van sectorenmodellen binnen
veel overheidsorganisaties maakt het nu mogelijk dossiers en projecten integraal te laten managen door ‘publieke ondernemers’. De eigen, unieke beleidskennis is nu geen voorwaarde meer. Nieuwe, stateof-the art kennis wordt van buiten ingebracht en innovatie daardoor bevorderd. Private partijen worden gestimuleerd en verleid om te participeren. Ook het draagvlak voor de uitvoering is van meet af aan hierdoor geborgd, ervan uitgaande dat de overheid erin slaagt de juiste partijen bij elkaar te krijgen, hier ligt in toenemende mate de uitdaging. Het werken met de Brusselse methode vraagt om een fundamenteel andere werkwijze van bestuurders en ambtenaren binnen bestuur van ministeries en gemeenten. We hebben onze Berenschotpropositie daar inmiddels op afgestemd. Pim Engels en Jan Hendrik Leopold richten zich op: 1. Een masterclass voor bestuurders en voor dossiermanagers (beleidsprofessionals) 2. Management training voor programma-en dossiermanagers in de Brusselse Methode, 3. Casebegeleiding real life cases voor dossiermanagers en hun buddy 4. Werkprocesverandering bij de implementatie van de Brusselse methode,. 5. De begeleiding bij de opzet van crowdsourcing en webmanagement als instrument bij stakeholdermanagement en co-creatie. De eerste gemeenten (Alkmaar, Rotterdam, Zaanstad) doen hier inmiddels ervaring mee op. Voor meer informatie Berenschot: Pim Engels 06-55 364 835 November - 2012 | 3
Additive wat? Wat is het, wat kun je ermee en waarom is het juist voor Berenschot zo interessant? Additive manufacturing technologies (AM) maken het mogelijk om producten laag voor laag op te bouwen, rechtstreeks vanaf een digitale file. Hierdoor kunnen nieuwe en betere producten worden ontworpen en gefabriceerd, die via traditionele methoden onbereikbaar zijn. Tegenwoordig wordt ook de term 3D-printing gebruikt.
hh Uit de B2B 124, 13 april 2012 hh Door Onno Ponfoort Met AM kun je producten of onderdelen ‘on demand’ produceren, zodat de voorraad minimaal kan zijn. Tevens kan dit ‘on location’ plaatsvinden, wat het aantal transportkilometers vermindert en daarmee de CO2-uitstoot en het brandstofverbruik. Verder is elk ontwerp eenvoudig aan te passen aan de wensen van de individuele klant, wat leidt tot gepersonaliseerde producten tegen redelijke prijzen.
De FlyingCam Berenschot heeft de afgelopen jaren deelgenomen aan het project Direct Spare. In dit project werkten vijftien Europese ondernemingen samen om te onderzoeken of je reserveonderdelen zou kunnen maken met AM. Het idee was dat je dan geen onderdelen hoeft te fabriceren, te vervoeren en op voorraad hoeft te houden, die uiteindelijk nooit worden gebruikt. In sommige delen van de industrie wordt namelijk 30 tot 60% van de reserveonderdelen uiteindelijk vernietigd. ‘On demand, on
De rol van Berenschot Berenschot kan met behulp van AM klanten ondersteunen die de volgende vragen hebben: “Wij moeten onderdelen snel kunnen leveren, maar hebben daardoor een voorraad nauwelijks gevraagde producten op de plank liggen die alleen maar steeds verder groeit” of “Klanten vragen om aangepaste producten, maar series zijn te klein om daarop in te gaan”.
location’ produceren met AM zou dan veel kostenbesparingen kunnen opleveren. De ‘gimbal’ van FlyingCam is daarvoor een goed voorbeeld gebleken. FlyingCam produceert kleine, op afstand bestuurbare helikopters met filmcamera’s erin. Hun vliegende camera’s worden bijvoorbeeld gebruikt in films, bij sportwedstrijden en door verkeersleiders. De beugel waarmee de camera aan de helikopter vastzit, heet de ‘gimbal’ (de rode beugel op de foto). Deze
Berenschot kan helpen bij: •• het bepalen van het deel van het assortiment dat je niet op voorraad fabriceert, maar als digitale file beschikbaar hebt •• het berekenen van de businesscase of bij het maken van keuzes voor new business development •• het samenbrengen van bedrijven om een proefproject te starten of een masterclass AM te organiseren om de mogelijkheden van AM verder te onderzoeken. Door ons uitgebreide netwerk in deze nieuwe tak van sport krijgen we snel de juiste partners bij elkaar.
beugel was gevoelig voor breuk. In het Direct Spare-traject is een nieuwe gimbal, inclusief een nieuwe behuizing voor de camera ontwikkeld. Hierdoor functioneert de camera beter, is de beugel minder breukgevoelig, en is het design eenvoudig aan te passen aan de wensen van de afnemers. Als klap op de vuurpijl is het geheel ook nog eens goedkoper te fabriceren. In plaats van een storingsgevoelig onderdeel van € 800, heeft FlyingCam nu een meer functioneel ontwerp en een robuuster onderdeel voor € 500. (Op de foto zie je ook de grille van BMW en de bracket van Siemens, twee andere partners in het Direct Spare-project)
Op de kaart komen Betere producten, waar en wanneer ik het wil, tegen lagere prijzen. Het klinkt te goed om waar te zijn. Toch is het in een aantal gevallen nu al mogelijk. Maar zoals bij elke nieuwe technologie moet er ook onzekerheid worden weggenomen voordat het massaal wordt omarmd. Nieuwe businessmodellen zijn mogelijk, maar daarvoor heb je vaak ook nieuwe partners nodig waarmee je nieuwe afspraken moet maken. Ook in het geval van AM leveren we geen machines of materialen, maar adviseren we over de mogelijkheden om kosten te verlagen, nieuwe business te creëren, de concurrent een stapje voor te zijn en uiteindelijk betere bedrijfsresultaten te boeken. In 2012 gaan we ons in dat kader goed op de kaart zetten. Benieuwd of additive manufacturing kansen biedt voor u? Kijk op www.berenschot.nl/3D, of neem contact op met Onno Ponfoort, Hans Fles, Wouter de Wolf, Gerben van den Berg of Joost Krebbekx via 030 - 2 916 916. November - 2012 | 4
Meer weten? www.berenschot.nl/3D
Terugblik Roparun Het team Wilbert Blok Douwe Suesan Hedde Rijkes Nicolette Delmee Dorrit de Jong Henno van Horssen Isidoor van den Berk Klaas de Gier Noortje Tienhooven Koen Klootwijk Paul Pietersma Hans Vink Heidrunn Zitzmann Hein Vloet Iris van Vulpen Sarah Ponten Simone Buijs Hendrieneke Bolhaar Anke Migchels Lindy van der Veen Ton van Lanen Rob Huffenreuter.
Op Tweede Pinksterdag bereikte het Roparun-team van Berenschot om 12.46 uur de Coolsingel in Rotterdam. De Roparun is een estafetteloop van Parijs/Hamburg, waarmee geld opgehaald wordt voor mensen met kanker. Met de activiteiten die het team heeft georganiseerd is ruim 20.000 euro ingezameld. Onder andere is een benefietgala georganieerd op kasteel de Haar. Lees alles over de Roparun op www.berenschot.nl/roparun
November - 2012 | 5
Tijdens de vergadering van 16 april 2012 heeft Dick Houthoff afscheid genomen van het bestuur van de Stichting Voetsporen van Berenschot. Hij wordt opgevolgd door Andrea van Schie-Teekamp.
Bestuurswisseling Stichting Voetsporen van Berenschot hh Uit de B2B 125, 29 mei 2012 Dick Houthoff is 35 jaar als adviseur bij Berenschot werkzaam geweest. Na zijn pensionering in 2005 heeft hij de banden met Berenschot nog niet helemaal losgelaten. Sinds de oprichting van de Stichting Voetsporen in 2006 is hij als bestuurslid actief geweest. Hij is een van de hoofauteurs van het Berenschot Jubileumboek. Het maken van dit boek en het nadenken over de organisatie van het 70-jarig jubileum vindt hij een van de hoogtepunten van zijn bestuurslidmaatschap.
Het bestuur Het bestuur van de Stichting Voetsporen van Berenschot bestaat uit:
Activiteiten Jong Berenschot:
Terug- en vooruitblik hh Uit de B2B 125, 29 mei 2012 hh Door Linda van den Hurk Werkbezoek gemeente Amsterdam Op 27 april gingen vijftien Jong Berenschotters in gesprek met Henk de Jong, gemeentesecretaris van Amsterdam en oud-Berenschotter. Interessant was zijn visie op het adviesvak en op zijn tijd als Berenschotter en wat dat met hem heeft gedaan. Zijn boodschap was “Wacht niet af, maar grijp je kansen en ga zelf de markt op”.
• Diederick van den Wall Bake Voorzitter • Hanneke van Nispen - secretaris • Dimphy van der Zanden communicatiemanager • Monique Geerdink • Hans Schotel • Marc Dechesne • Andrea van Schie • Eline Oud-van Vuurde
Andrea van Schie is van 1985 tot 2000 als adviseur werkzaam geweest bij Berenschot in de publieke sector. Tegenwoordig heeft zij haar eigen bureau ‘Op Weg procesmanagement’. Andrea vindt het erg leuk om weer bij Berenschot betrokken te zijn en heeft al verschillende ideeën die ze met de Stichting Voetsporen verder op wil pakken. Het bestuur van de Stichting Voetsporen is blij met de komst van Andrea en dankbaar voor alles wat Dick voor de stichting heeft gedaan. November - 2012 | 6
Bezoek aan het Europees Parlement en Berenschot Belgium Op 11 mei praatte Dirk Gotink, werkzaam voor de CDA-delegatie in het Europees Parlement (EP) de Jong Berenschotters bij over actualiteiten in het EP. Een mooie start van de dag en een perfecte opwarmer voor
de presentatie die onze Brusselse collega’s voor ons hadden voorbereid: “De Nederlander praat, een Belg luistert.” Onze Brusselse collega’s verrasten we met een taart: zij bestaan dit jaar vijftig jaar! Ze gaven ons een kleine blik in hun keuken, maar wilden graag met ons de discussie aan over de verschillen en overeenkomsten tussen Belgen en Nederlanders.
Dialoog over de Overheveling AWBZ-begeleiding naar de Wmo
De strategie van gemeenten en zorgaanbieders hh Uit de B2B 125, 29 mei 2012 hh Door Kim van Wilgenburg Na een korte presentatie over de visie van Berenschot op de decentralisaties door Arno van Kempen, leidde Jan de Vries, directeur van MEE Nederland, de dag in met een presentatie vanuit cliëntenperspectief. Hij benadrukte de kansen en bedreigingen van de decentralisaties voor zelfredzaamheid en eigen regie. Enerzijds is het een kans om cliënten niet (meer) als kwetsbaar te bestempelen, maar anderzijds dreigt de opvatting dat de burger het zelf maar moet uitzoeken. Het is, volgens hem, van belang om burgers te ondersteunen in het aanboren van hun eigen kracht en sociale netwerk. Na het plenaire gedeelte, waarin de dialoog al goed op gang kwam, gingen de deelnemers uiteen voor verschillende deelsessies. Prestatie-inkoop De eerste ronde ging over de mogelijke inkoopstrategie. Focus daarbij lag op prestatie-inkoop. Centraal stond het belang om vóór de keuze van de inkoopstrategie te bepalen welk resultaat je wilt bereiken met de extramurale begeleiding. Het formuleren van strategie en visie is daarbij van essentieel belang. Aanwezige gemeenten, maar ook veel aanbieders benadrukten dat de afstemming tussen financiering en beleid van groot belang is, aangezien zij met name een grote druk ervaren in het transitieproces als het gaat om de financiering. Ook gaven de deelnemers aan dat de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer van essentieel belang is. Vragen die daarbij naar boven kwamen, waren: Wie heeft welke rol? Hoe zorg je ervoor dat je elkaar kan vertrouwen? Hoe com-
Op 20 april organiseerde Berenschot een dialoog met het veld over de overheveling van de AWBZ-begeleiding naar de Wmo. Ruim veertig managers, bestuurders en projectleiders van gemeenten en zorgaanbieders kwamen naar ons kantoor in Utrecht en gingen met elkaar in gesprek over de toekomst van de AWBZ-begeleiding.
municeer je met de gemeenteraad en hoe betrek je die bij het proces? Deze vragen kwamen ook deels ook naar voren in de dialoog genaamd ‘Nieuwe Zakenrelaties’, waarin de deelnemers vooral verdeeld waren over de stelling dat zorgaanbieders opzien tegen het bedienen van honderden gemeenten. ‘Ontschotting’ In de tweede ronde werd in een deelsessie de dialoog gevoerd over de samenhang tussen de drie decentralisatieprocessen (‘3D’). Interessant was de discussie over ‘ontschotting’. De vraag die daarbij aan de orde kwam, was of de kans voor gemeenten om flexibeler om te gaan met de gelden die verbonden zijn aan de drie transities (de schotten ertussenuit), niet juist een bedreiging is? Op die manier konden de gelden wel eens door gemeenten op een inefficiënte manier worden ingezet, met onder- dan wel overuitputting tot gevolg. Die gedachte werd overigens in de workshop niet breed gedeeld.
elkaars belang en de risico’s die er zijn bij deze cliëntgroep, zo luidde het advies van de deelnemers. Ook kwam in deze context nogmaals naar voren dat het van grote betekenis is om oog te hebben voor wat de cliënt belangrijk vindt.
In de andere deelsessie werd naar aanleiding van de discussie over de borging van de kwaliteit van de zorg gezamenlijk een aantal conclusies getrokken. Zo kwam duidelijk naar voren dat een transparante samenwerking tussen gemeenten en zorgaanbieders van groot belang is. Deel wat je (met elkaar) wilt bereiken en wees bewust van
De deelnemers waren erg enthousiast over het niveau van de dialoog. Daarnaast was het voor Berenschot een goede manier om de vragen die bij gemeenten en zorgaanbieders spelen scherp te krijgen. Al met al een geslaagde ochtend. Voor vragen of meer informatie over dit thema, neem contact op met Kim van Wilgenburg.
Deel wat je (met elkaar) wilt bereiken en wees bewust van elkaars belang en de risico’s die er zijn bij deze cliëntgroep
November - 2012 | 7
Een greep uit het nieuws: 15 oktober 2012 Focus verschuift van werkgever naar werknemer
met KWF Kankerbestrijding Op vrijdag 20 juli 2012 organiseerde Berenschot een brainstormannex adviesmiddag voor en met KWF Kankerbestrijding. De sessie was erop gericht om zo veel mogelijk creatieve en bruikbare ideeën te verzamelen om de nieuwe HR-cyclus van KWF beter te laten landen in de organisatie. Ook wilde KWF meer draagvlak creëren onder haar medewerkers en management voor het nieuwe ‘Leerhuis’. hh Uit de B2B 127, 20 augustus 2012 hh Door Sophie van Poele, stagiaire II&C De middag begon met een presentatie van hoofd P&O Ward Loggen over de geschiedenis, visie en activiteiten van KWF. Daarna werd de vernieuwde HR-cyclus van KWF toegelicht, die in samenwerking met Berenschot is ontwikkeld. De brainstormsessie die volgde, bestond uit twee delen.
Als eerste was er een oefening waarbij moest worden nagedacht over hoe de situatie erger kon worden gemaakt dan die nu is. Deze omkeeroefening werd gedaan in twee groepen. Uit elke groep kwamen interessante gedachten, zoals een situatieschets van een soort strafkamp waar mensen werden verplicht om November - 2012 | 8
Iedereen ziet de noodzaak van duurzame inzetbaarheid, maar niet iedereen voelt de urgentie om daar nu mee aan de slag te gaan. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) begint daarom met de campagne Duurzame Inzetbaarheid. 4 oktober 2012 Uitreiking tweede handboek weesfietsenaanpak Waar komen weesfietsen vandaan? Hoe pak je als gemeente het terugdringen van weesfietsen aan? Wat komt er kijken bij het opzetten van een regionale AFAC? Deze vragen staan centraal op 4 oktober 2012 wanneer het tweede handboek Weesfietsenaanpak wordt uitgereikt. In dit handboek staan concrete stappenplannen en een groot aantal praktische tips om gemeenten te helpen bij een structurele weesfietsenaanpak. 26 augustus 2012 Presentatie Berenschot tijdens Paradisodebat
irrelevante opleidingen te doen, die ook nog eens geen duidelijk doel dienden en geen salarisstijging of ander voordeel tot gevolg hadden. De andere groep bedacht managers zonder voorbeeldfunctie, het bevorderen van een knuffelcultuur, een ivoren toren van waaruit de beslissingen werden genomen, en nog veel meer. Na de presentatie van de resultaten van deze sessie stipte KWF een aantal genoemde problemen aan die ze graag opgelost zou willen zien. De nadruk vanuit KWF werd telkens gelegd op “Wat kunnen we maandag al gaan doen?” Aan het eind van de sessie waren zowel veel tips als een stok achter de deur ter tafel gebracht, waar KWF naar eigen zeggen veel aan had. De inspirerende middag, georganiseerd door Rutger Verbeet, Marthe Paauwe en Maartje Elderhuis van het KWFprojectteam met medewerking van Joanne Kok namens de traineepool, werd afgesloten met een borrel.
Berenschot presenteerde op 26 augustus bij de 10e editie van het Paradisodebat het onderzoek naar de gevolgen van de kunstbezuinigingen op het culturele landschap vanaf 2013. 16 augustus 2012 Berenschot begeleidt bezuiniging orkesten De geplande bezuinigingen en reorganisaties van klassieke orkesten in Nederland heeft ingrijpende gevolgen voor de musici die in die orkesten spelen. Na 1 augustus 2013 krijgt het Muziekcentrum van de Omroep nog maar 14 van de huidige 31 miljoen Rijkssubsidie. Dit betekent dat er orkesten samengevoegd gaan worden, en dat hierdoor soms bijna de helft van de musici op zoek moet naar een andere baan. 18 juli 2012 Nieuw ziekenhuis op Curaçao weer een stap dichterbij! USONA, een dochter van Berenschot in het Caribisch gebied, realiseert in opdracht van het land Curaçao een nieuw duurzaam en operationeel ziekenhuis. 11 juli 2012 Theo Camps biedt rapport aan minister Van Bijsterveldt aan Bestuursvoorzitter van Berenschot Theo Camps heeft op 10 juli 2012 namens de expertcommissie ‘Toptechniek in bedrijf’ een rapport aangeboden aan minister Van Bijsterveldt. Zie www.berenschot.nl/nieuws voor het volledige nieuwsoverzicht
Crisiscommunicatie bij Stedin
Netbeheerder Stedin, een dochteronderneming van Eneco, is in 2008 ontstaan uit Eneco Netbeheer. De organisatie verzorgt het transport van gas en elektriciteit in de provincies ZuidHolland en Utrecht bij 20.000 bedrijven en ruim 2 miljoen huishoudens met daaronder grote klanten, zoals de Rotterdamse haven. Crisismanagement was bij deze jonge organisatie al goed georganiseerd; op het terrein van crisiscommunicatie moest nog een slag worden gemaakt. Lucas Stassen vertelt waar hij als crisiscommunicatiemanager mee te maken krijgt. hh Uit de B2B 127, 20 augustus 2012 hh Door Jacqueline Hautus, II&C Stedin zocht voor de professionalisering van crisiscommunicatie een adviseur die tevens als woordvoerder kon optreden. Al voor hij bij Berenschot kwam, is Lucas Stassen in dit project gestapt. “Gewone stroomstoringen zijn dagelijkse kost. Door grotere aan dacht in de media en een toename van incidenten waarbij de veiligheid in het geding is, werd van Stedin een ander soort communicatie verwacht”, merkte Lucas. “Een voorbeeld daarvan is de stroomstoring in 2011 bij Meander Medisch Centrum in Amersfoort, waarbij patiënten moesten worden geëvacueerd. Toen realiseerde men zich bij Stedin dat alleen crisismanagement niet voldoende is, maar dat goede, proactieve crisiscommunicatie essentieel is om een dergelijke situatie niet uit de hand te laten lopen.
Proactieve communicatie De opdracht bij Stedin was eigenlijk tweeledig. Enerzijds moest de reactieve kant worden ontwikkeld: als er een incident is, moet daar goed op worden gereageerd. “Stedin was een typisch bedrijf van techneuten waar men vooral bezig ging met het oplossen van de storing, aldus Lucas. Anderzijds was het doel om meer proactief te communiceren en zo naar buiten te treden. Een van de manieren waarop Lucas dat aanpakte, was door social media te introduceren. “In eerste instantie zijn we actief gaan twitteren over storingen. Toen de directie en medewerkers eraan gewend waren, zijn we ook over andere nieuwsonderwerpen gaan twitteren en zijn we actief geworden op andere social media, zoals Linkedin, Youtube, Facebook en allerlei discussiefora. Ook is een social media-instructie opgesteld om bewustwording bij medewerkers te vergroten. Natuurlijk over het effect ervan op de buitenwereld, maar ook hoe je deze media juist kunt inzetten om een positief of in elk geval realistisch beeld te creëren. Tot slot heeft Stedin begin dit jaar serieus werk gemaakt van webcare als aanvulling op de traditionele telefonische en schriftelijke klantenservice.”
Crisiscommunicatie is een ‘must do’ Stedin kwam voort uit een ambtelijke organisatie, er moest een cultuuromslag worden gemaakt. Lucas: “Dat was best een uitdaging, je moet medewerkers in de organisatie ervan overtuigen dat ze naar buiten treden met storingen en incidenten in plaats van af te wachten tot de pers belt. Proactieve crisiscommunicatie is niet langer ‘nice to do’, maar een ‘must do’. Het meekrijgen van medewerkers lukt het best door te doen en te laten zien. Door goede (KLM/aswolk IJsland) en slechte (T-Mobile/Youp van ‘t Hek) voorbeelden bij andere organisaties te tonen, maar ook door de eigen successen te benoemen. Ook hebben we laten zien dat je (social) mediadruk juist kunt inzetten om veranderingen in de organisatie door te voeren. Een voorbeeld: wanneer mensen de elektriciteitsrekening niet betalen, worden ze afgesloten, ook wanneer het vriest. Juist op dit soort incidenten komt de media maar al te graag af. Als bedrijf wil je zo niet in het nieuws komen. Bij Stedin heeft dit ertoe geleid dat klanten niet meer in de kou worden gezet, maar op het spoor van schuldhulpverlening.
Dankzij de inzet van (social) media is een cultuuromslag in het bedrijf gerealiseerd. Zendingswerk Het traject heeft ertoe geleid dat de communicatiefunctie nu volledig is geïntegreerd in de crisisorganisatie en dat mentaliteitsverandering en cultuuromslag hebben plaatsgevonden. “Dit is zeker niet pijnloos gegaan voor de organisatie” zegt Lucas. “Achteraf gezien had ik misschien nog wat meer tijd kunnen steken in ‘zendingswerk’ door bepaalde mensen in de organisatie nog meer aan de hand mee te nemen. Maar dat blijf je toch houden bij dit soort trajecten. Naderhand zie je pas goed hoe groot de stap is geweest die de organisatie heeft moeten zetten om aan te kunnen sluiten bij de sterk veranderde omgeving. Zo bekeken, verdient Stedin eigenlijk een groot compliment!” November - 2012 | 9
Vier trainees onderzoeken de mogelijkheden
Samenwerking Nederland-Ghana Zondag 19 augustus, 7:00 uur: vier Berenschottrainees komen aan op Schiphol. Moe, maar zeer voldaan na een enerverende week in Ghana vol interviews, gehobbel in taxi’s en de scherpe lokale gerechten! hh Uit de B2B 128, 24 september 2012 hh Door Lindy van der Veen (MSAS) Het begon allemaal veel eerder. Tijdens mijn stage in 2011 bij BINT maakte ik kennis met de Netherlands African Business Council (NABC). Deze netwerkorganisatie van bedrijven heeft handelsbevordering tussen Nederland en Afrikaanse landen ten doel. NABC bleek geïnteresseerd te zijn in het opzetten van samenwerkingsprojecten voor Nederlandse bedrijven in Ghana op het gebied van tuinbouwketens en havenlogistiek. Twee onderwerpen waar Sander Wiersema, Laurens Barten en Maarten Mackaay zich ook graag verder in wilden verdiepen. Met Fons de Zeeuw als begeleider vanuit Berenschot was het team compleet en konden we van start.
cessen en lead time. Het onderzoek maakt duidelijk dat op alle indicatoren (behalve haventarieven) onder de maat wordt gescoord. Met name de infrastructuur en de overslagcapaciteit van de haven scoren zeer matig. Met een snelgroeiende economie en de extra handelsstromen vanuit de instabiele Ivoorkust, worden deze problemen steeds ernstiger. Er moet dus stevig geïnvesteerd worden in wegen, vrachtProducentenorganisaties geven bijvoorbeeld aan graag te willen investeren in betaalbare irrigatiesystemen waarmee het productievolume kan worden verviervoudigd. Daarnaast groeit de Ghanese middenklasse snel, en daarmee ook de lokale vraag naar hogere kwaliteitsgroenten en -fruit. Dit biedt kansen voor producenten en verwerkingsbedrijven. Havenlogistiek Laurens en Sander onderzochten de logistieke problemen in de haven van Tema, de grootste en snelstgroeiende haven van Ghana. Ze hebben in kaart gebracht wat de ervaringen van gebruikers van de haven zijn op indicatoren zoals infrastructuur, capaciteit, administratieve pro-
Kwaliteitsgroenten en -fruit Maarten en ik hebben de productie en het technologieniveau van de productie van groenten, fruit en sierteelt in Ghana in kaart gebracht, met het doel om kansen voor de Nederlandse tuinbouwsector te identificeren. Makkelijker gezegd dan gedaan, omdat er nauwelijks statistieken van de tuinbouwproductie in Ghana bestaan. In interviews met onder andere ministeries, universiteiten en producentenorganisaties hebben we echter een goed beeld gekregen van interessante kansen voor de Nederlandse sector (met name toeleveranciers). November - 2012 | 10
V.l.n.r.: Maarten, Lindy, Sander en Laurens
V.l.n.r. Emmanuel Amoah (zakenman), Lindy van der Veen, Maarten Mackaay, Laurens Barten en Sander Wiersema
wagens, ligplaatsen en overslagcapaciteit. Uiteraard biedt dit kansen voor onder andere Nederlandse maritieme bouw- en transportbedrijven.
Perspectief op herstructurering Michiel Kort
Het groot strategieboek Wieke Ambrosius, Gerben van den Berg, Sascha Bruggink, Simone Buijs, Klaas de Gier, Hendrik Jan Kaal, Martijn Laar, Roel van Lanen, Paul Pietersma, Titia Tamminga, Vera van Vilsteren
Politie in de netwerksamenleving I. Helsloot, J. Groenendaal, E.C. Warners
Nieuwe publicaties van Berenschot www.berenschot.nl/publicaties Tijd voor strategie Edwin Lambregs, Hadewey van de Kamp en Lindy van der Veen
Het Berenschot Leiderschapsboek Ber Damen
Duurzame inzetbaarheid in de HR praktijk Onderzoeksrapport 2012 Fleur Sikkema en Lotte ten Hove
Duurzame inzetbaarheid in de HR praktijk, Onderzoeksrapport 2012, Fleur Sikkema en Lotte ten Hove
Aan de slag met het nieuwe werken Filip van den Berg en Steven Marshal
HR Trends 2012 - 2013 Hans van der Spek en Johan van Dam
November - 2012 | 11
50 jaar Berenschot Belgium
‘Een volwassen bureau dat meetelt’ Hij is Berenschotter sinds 1975, behaalde zijn MBA in Diepenbeek (België) en is volgend jaar tien jaar voorzitter van de Raad van Bestuur oftewel gedelegeerd bestuurder van Berenschot Belgium: Frits Klützow. Een gesprek over de ontwikkeling van dit jubilerend bureau, de cultuurverschillen en internationalisatie als noodzaak. hh Uit de B2B 129, 23 oktober 2012 hh Door Wilma Schreiber Stelling één: de verschillen tussen de Belgische en de Nederlandse markt zijn zo groot dat een andere marktbenadering nodig is. “Je moet vrij eenvoudig kunnen uitleggen welke bijdrage je levert en wat de klant er op de korte termijn beter van wordt. Neem werving, waar Berenschot Belgium groot mee is geworden. Dat is een hele duidelijke dienst: de klant zoekt iemand, wij leveren die.” Het bureau maakte vervolgens een belangrijke groeispurt door het aanbieden van paritaire functiewaardering. “Een technisch product dat ook aan die eisen voldoet. De sleutel tot succes daarbij was de samenwerking met de bonden, die in België een factor van betekenis zijn. Maar liefst 70% van de werknemers is erbij aangesloten.” Een logisch vervolg betreft dienstverlening rond compensations & benefits. “Dat is onze derde pijler. En - heel Berenschots we leveren niet alleen de methode maar helpen klanten ook bij de implementatie. Daarnaast doen we algemeen organisatie-
Ook België zucht onder de crisis. “Werving is momenteel natuurlijk minder. We overwinteren door heel sober en flexibel te zijn. Ik heb hiervoor het principe van polyvalentie ingevoerd: elke medewerker moet naast zijn kerncompetenties iets anders goed kunnen. In deze tijden heb je medewerkers nodig die van rol kunnen wisselen. Als de vraag naar strategische ondersteuning wegvalt, kan zo iemand inspringen in een logistiek team.” De bedrijfsvoering in België is complex, aldus Frits. “Naast ervaring en specialisme die ook in Nederland een rol spelen, heb je hier een derde factor te managen: de taal. Een team formeren is dan ook een ingewikkeld proces en een bepalende factor in de bedrijfsvoering. Je kunt geen Vlaming naar Luik sturen, hoe goed hij zich ook kan redden in het Frans.” Identiteit Voor een adviseur is het heerlijk om in verschillende culturen te werken. “Ik heb altijd graag internationaal gewerkt, maar als adviseur ga je weg als het project klaar is. Dat trekt me in Berenschot Belgium:
Je hebt hier een derde factor te managen: de taal advieswerk zoals doorlichtingen, second opinions, doorgaans in een quickscanbenadering.” Door de jaren heen is het dienstenaanbod niet alleen uitgebreid maar ook gemoderniseerd. “We kennen nu assessment en development centers. En de kwaliteit van het werk is in samenwerking met onze Nederlandse collega’s eveneens op een hoger niveau gebracht.” November - 2012 | 12
je werkt in verschillende culturen en je bouwt wat op. In het begin dacht ik: ik doe gewoon Belgisch, maar daar ben ik van terug gekomen. Het is namelijk onduidelijk wat dat precies is. België is heel regionaal bepaald. Ik heb in Diepenbeek gestudeerd, in het bestuur van het ziekenhuis in Antwerpen gezeten - dat zijn totaal andere culturen.” Ook in de verhouding tussen Nederlanders en Belgen zit verschil. “Nederlanders vinden de Belgen wel leuk maar hebben niet veel respect voor hen. Bij de Belgen is dat andersom: zij hebben wel respect maar vinden ons niet leuk. En wij zijn ook niet leuk: te direct, te druk met geld verdienen.” Toen Frits in 2003 aantrad als gedelegeerd bestuurder, trof hij een Vlaams bureau aan. “Ik heb er een Belgisch bureau van gemaakt, want de samenwerking liep niet goed genoeg. Als je de verschillen niet kunt camoufleren, moet je ze bevestigen. Dus kwam er een afdeling Vlaanderen en een afdeling Wallonië. De protesten die volgden, zijn uitgemond in een compromis van een regio Noord en een regio Zuid, plus Brussel waar mensen elkaar vinden. Zo blijft iedereen in zijn identiteit. Ik ben duidelijk Nederlander, te direct. Ik zeg wel eens: ‘even een Nederlandse vraag’, dan zet iedereen zich schrap. En vervolgens gaan ze me uitleggen hoe het zit. Dan sta ik mooi in het midden van beide partijen.” Werken in België heeft hem veranderd. “Het is voor een Nederlander een oefening in geduld. Als je die tijd en aandacht niet wilt geven, kun je beter in Breda blijven. Dat heb ik moeten leren. Belgen kijken ook anders naar een baas, je moet
De komst van het volledige managementteam is een groot compliment bestand zijn tegen afstand want die is daar veel groter. Dat is overigens niets persoonlijks. En het uitspreken van kritiek gebeurt alleen onderling, niet in het openbaar. Wat dat betreft, kijken ze hier wel eens op wat er vanuit Utrecht ‘to all’ over de mail binnenkomt.” Frits is trots op Berenschot Belgium. “Bij ons 50-jarig jubileum mag ik constateren dat we een volwassen bureau zijn dat meetelt binnen Berenschot. Kijk naar onze klanten: bijna alle OV-bedrijven, BASF, Bayer en het Vlaamse en wellicht binnenkort ook het Waalse parlement maken gebruik van de diensten van Berenschot Belgium. Onze medewerkers zijn dedicated. Ik weet hoe een Berenschotter eruitziet en ik heb er hier al velen leren kennen.” Plechtig tintje Het jubileum is vanwege de economische omstandigheden ingetogen gevierd. Eerder dit jaar was er intern al een studiemiddag met aansluitend diner. En vorige week toog een bus vol directie en managers richting Brussel voor een
bedrijfsvoeringsoverleg met een bijzonder programma ter gelegenheid van dit jubileum. Op uitnodiging van Frits, gaf Dick Dresselhuis (directeur Nederlandse Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg) een presentatie. Ook hebben Jacques Hodeige en Luc Vanophalvens als leden van het directiecomité gesproken over de strategie en de commerciële aanpak. Sophie Hayen, met wie Brussel steeds meer samenwerkt, presenteerde Berenschot in Diepenbeek. “En ik heb het bezoek verteld over de geschiedenis van Berenschot Belgium, waar we nu mee bezig zijn en wat onze toekomstplannen zijn. Dus echt Nederlands: niet alleen feestelijk, ook een inhoudelijk onderdeel”, grijnst hij. Een mooi plechtig tintje was de aanwezigheid van de Nederlandse ambassadeur. “In België lezen mensen daar hun eigen positie aan af. Als de ambassadeur van Hare Majesteit langskomt, vindt hij Berenschot belangrijk. En ook de komst van het managementteam van Berenschot is hier zeer gewaardeerd en ervaren als een groot compliment.” De komst van het management had nog een reden: de noodzaak tot internationalisatie. “Sommige klanten kun je niet meer alleen in Nederland bedienen. De energiemarkt bijvoorbeeld is inmiddels net zo internationaal als de VN. Vandaar ook de huidige sectorendiscussie, om meer focus in marktaandacht aan te bren-
gen.” In dat kader wil het management de komende vijf jaar gaan werken voor EU-instellingen. Frits betoogt dat internationalisatie niet alleen voor het bedrijfsleven een must is. “Wij hebben geringe kennis van ontwikkelingen bij de overheid in andere Europese landen. Neem de
Sommige klanten kun je niet meer alleen in Nederland bedienen discussie over het bestaansrecht van de provincies. In sommige landen zijn die al lang opgeheven. Dat moeten wij weten. Want alleen dan kunnen wij klanten bedienen die in die landen zakendoen.” Ook het feit dat Den Haag steeds kleiner wordt, laat zich voelen. “Het Ministerie van Landbouw zit tegenwoordig aan de Wetstraat in Brussel. En als de macht naar Brussel verhuist, verschuift ook het werk. Daarom moet je niet alleen internationaal nadenken over strategie en logistiek maar ook over de publieke sector. En de EU gaan bedienen. Want er verschuiven meer machtscentra, zoals de Centrale Bank in Frankfurt. Het is dan ook fantastisch dat we in Brussel zitten, dat maakt me optimistisch over de toekomst.”
De Engelse website van Berenschot is vernieuwd! Berenschot heeft veel expertise in huis en is werkzaam op een breed werkterrein. De nieuwe navigatie en vormgeving moet bijdragen aan de overzichtelijkheid van onze diensten en toegankelijkheid van de informatie. We hopen dat bezoekers snel de weg vinden op onze nieuwe Engelse website die sinds augustus ‘in de lucht’ is. Een website is altijd in ontwikkeling. Heeft u vragen of suggesties, laat het ons weten via
[email protected]. Bezoek onze Engelse website via www.berenschot.com November - 2012 | 13
DE
AN
TW
OO
RD
EN
hh Door Eline Oud-van Vuurde Wij danken jullie voor de reacties op de voorwerpen uit B2B Alumni nr. 4 van april 2012. Hierbij de ontvangen antwoorden. Reactie Wim Gunnink Een instructiedoos om de «werkmethode verbetering» te instrueren aan arbeidsanalisten. (dit in samenhang met tijdstudies) (ja, waar hebben we het over...) Kees van Groesen, “eerder genoemd CG”, meent te weten dat de spullen in het koffertje gebruikt werden om bij het onderwijzen in het tijdwaarderingssysteem MTM de handeling: GREEP (G) en de handeling: PLAATSEN (P) te demonstreren. MTM werd gebruikt in de Arbeidskunde.
Kees van Groesen (CG) denkt in de figuur een draadboom te herkennen maar weet het niet zeker. De redactie blijft op zoek naar andere antwoorden.
Koos Goddijn (JbG), Albert Kamping (AK), Wim Gunnink en wederom Kees van Groesen (CG) gaven gelijkwaardige antwoorden. In de metaalindustrie wordt gebruik gemaakt van een schuifmaat voor het opmeten van doorsneden van pijpen of
November - 2012 | 14
buizen, staven van rond materiaal en van gat diepten. Om de werking daarvan uit te leggen gebruikt men zo’n model. Bij een origineel is de schaalverdeling namelijk zo klein dat deze voor instructie niet te gebruiken is. Op een originele schuifmaat is een tiende mm af te lezen. Vandaar een model met een grotere verdeling.
Dit alles in het kader van functie gerichte opleidingen (een verbeterde vorm van ‘versnelde scholing’, ontwikkeld en op grote schaal toegepast door het RBB. O.a. in de VS voor opleiding van bijvoorbeeld lassers/lasseressen voor de bouw van Liberty-schepen voor troepen- en materiaal-transporten in WOII. Red: Die laatste toevoeging lijkt ons sterk: het RBB ging pas in medio vijftiger jaren aan de slag in de VS en kan dus moeilijk aan Liberty-schepen hebben gewerkt.
Een greep uit de persberichten: 9 oktober 2012: Grote inkomensverschillen mannelijke en vrouwelijke HR-professional Er bestaan grote beloningsverschillen tussen mannelijke en vrouwelijke HR-professionals. Zo verdient een vrouwelijke HR Directeur gemiddeld 25.800 euro minder op jaarbasis dan haar mannelijke evenknie. Een vrouwelijke medewerker personeelszaken moet het met 23% minder salaris doen. Dit blijkt uit het jaarlijkse onderzoek ‘HR Trends 2012-2013’, een onafhankelijk, representatief onderzoek van salaris- en HR-dienstverlener ADP Nederland, organisatieadviesbureau Berenschot en Performa Uitgeverij. 17 september 2012: Rapport ‘Politie in de netwerksamenleving’ Als een wijkagent een volwaardige rol wil spelen in zijn netwerk moet hij tegen het politiebeleid in gaan, dat concluderen onderzoekers van Crisislab op basis van een onderzoek naar de participatie van politie in veiligheidsnetwerken. Het onderzoek biedt handvatten bij de ontwikkeling van een meer realistisch netwerkbeleid binnen de Nederlandse politie. 6 juli 2012: KSG gaat joint venture aan met AT Osborne KSG B.V., advies- en trainingsbureau voor gedrags- en organisatie verandering, is per 5 juli 2012 overgenomen door KSG Osborne. KSG Osborne, thans 100% eigendom van adviesbureau AT Osborne, is opgezet als joint venture tussen AT Osborne en management en medewerkers van KSG. KSG is gevestigd in Nieuwegein en heeft 20 medewerkers in dienst. Sinds 1997 was KSG een deelneming van de Berenschot Groep B.V. De nieuwe naam van Berenschot KSG is KSG In Company geworden. 26 juni 2012: Verlies lijkt geen drempel voor bonus aan Raad van Bestuur De bonussen voor bestuursleden zijn het afgelopen jaar met 9 procent gedaald. De relatie tussen bonussen en de prestaties van het bedrijf lijkt echter niet altijd consistent. Van de verliesgevende bedrijven keerde 80 procent een bonus van gemiddeld
147.000 euro uit. Dit blijkt uit het jaarlijkse beloningsonderzoek van Berenschot naar de AEX en AMX bedrijven. Daarnaast lijkt er ook een beperkte relatie met groei of afname van de netto winst 20 juni 2012: Nederlandse vrouw blijft achter in Raad van Bestuur Nederlandse vrouwen zijn sterk ondervertegenwoordigd in Raden van Bestuur. Dit blijkt uit onderzoek van Berenschot naar diversiteit binnen AEX- en AMX-fondsen. Momenteel is slechts 5% van de bestuurders vrouw. Van deze vrouwen is een derde Nederlands, terwijl van de mannelijke bestuurders twee derde uit Nederland komt. 7 juni 2012: Berenschot tevreden over 2011 Adviesbureau Berenschot heeft over het boekjaar 2011 een operationeel resultaat (Ebitda) van 1.800.000 euro geboekt. Ten opzichte van 2010 (1.500.000 euro) was er sprake van een verbetering. De omzet kwam in 2011 uit op 51.300.000 euro (55.800.000 euro in 2010). Ondanks de moeilijke marktomstandigheden in 2011 eindigden alle bedrijfsonderdelen in de plus. Ook in 2012 verwacht Berenschot, bij aanhoudend moeilijke marktomstandigheden, een consolidatie van de omzet. 15 mei 2012: Leidinggeven op basis van hiërarchie heeft langste tijd gehad Het leidinggeven op basis van hiërarchie en een strikte scheiding van rollen en functies heeft zijn langste tijd gehad. In een snel en op vele fronten veranderende wereld schiet het mechanisme van ‘command & control’ steeds vaker tekort. Dat zegt bedrijfskundige en psycholoog Ber Damen in het pas verschenen boek ‘Het Berenschot Leiderschapsboek’.
Zie www.berenschot.nl/persberichten voor het volledige overzicht
De heer drs. A. (Chris) van den Berg is op 1 november jl. overleden.
De heer Ir. Eleonoor (Noor) Eduard van Andel is op 26 oktober jl. overleden
De heer van den Berg is op 1 november jl. na een lang ziekbed overleden. Hij is 63 jaar geworden. Chris van den Berg was directeur van Berenschot Business Management van 1 juli 1997 tot 31 oktober 2000.
De heer Van Andel werkte van 1964 tot zijn pensionering in 1976 bij Berenschot. Zijn veelzijdige loopbaan binnen Berenschot betrof de actieve sturing van de voortgaande ontwikkeling van het advieswerk en de adviesmarkt in de sectoren Textiel en Confectie, de vernieuwing en de uitwerking van het sociaal beleid en daarnaast zijn inspirerende participatie in het Algemeen bestuur van het bureau.
•
•
November - 2012 | 15
Nieuw
blauw bloed
Frederik
Paul
van Dalfsen
Schenderling
Trainee Veiligheid en Openbaar Bestuur
Trainee Maatschappelijke Ontwikkeling & Zorg
Emma
Nora
Emma
Willekes
el Maanni
Brandsen
Trainee Maakindustrie, technische groothandel en energie
Trainee Internationale projecten
Trainee Veiligheid en Openbaar Bestuur
Martijn
Fleur
Daan
van Royen
Sikkema
Trainee Assessment & Ontwikkeling
Trainee HRM
van den Nieuwenhuizen
Dicky
Mirjam
Floor
Sijpens
van der Bent
Vreeswijk
Trainee Mobiliteit, ruimte, water en economie
Trainee BestuurlijkJuridisch Organiseren
Trainee Bedrijfsvoering, benchmarking, operational excellence
de trainees van 2012-2013 BENOEMINGEN In mei is de heer drs. L.B. (Lucas) Stassen (1965) als senior managing consultant in dienst getreden bij Berenschot. Naast strategische advisering van klanten op het gebied van in- en externe communicatie, gaat hij zich bezighouden met de verdere uitbouw van de communicatieadviespraktijk van Berenschot. In april is de heer C.J.W.A. van (Cees-Jan) Overveld (46) is in dienst getreden als managing consultant bij Berenschot. Bij Berenschot gaat hij zich bezighouden met opdrachten op het terrein van onderwijs en jeugdzorg. Mr. M.H.M. (Maarten) Adelmeijer (48) is per 1 april in dienst getreden als senior managing consultant bij Berenschot. Hij richt zich bij Berenschot op opdrachten op het terrein van Werk & Inkomen bij gemeenten, sociale diensten en bedrijven voor sociale werkvoorziening. Ook gaat hij zich bezighouden met het programmamanagement met betrekking tot de drie komende decentralisaties: WWnV, AWBZ/WMO en Jeugdzorg. Per 1 februari 2012 is dhr. P.A. van Dijk (53) in dienst getreden als managing consultant bij Berenschot. Hij gaat zich bij Berenschot onder meer bezighouden met opdrachten op het terrein van Intergemeentelijke (ICT)-samenwerking en IT-governance. Peter is gecertificeerd E-adviseur en zal vanaf dit najaar als I-coach namens KING gemeenten ondersteunen bij ‘operatie NUP’.
Trainee Informatie en facilitymanagement
Per 1 februari is Hedde Rijkes in dienst getreden bij adviesbureau Berenschot als consultant Brancheorganisaties en Verenigingen. Hedde Rijkes is Cum Laude afgestudeerd in de Organisatiepsychologie en in de Filosofie, aan de Universiteit van Amsterdam. Arno van Kempen is in januari in dienst getreden als senior managing consultant bij adviesbureau Berenschot. Hij gaat zich richten op opdrachten met een bestuurlijk-juridisch karakter, zoals samenwerkingsverbanden tussen decentrale overheden.
Colofon
Samenstelling en eindredactie Hanneke van Nispen, Rike Weeda, Dimphy van der Zanden Volgende uitgave Voorjaar 2013 Vormgeving Gilmar Pattipeilohy en Harrie Wilkens De B2B Alumni bevat een selectie van artikelen die het afgelopen halfjaar zijn verschenen in de ‘interne’ B2B, het interne Berenschotmagazine. Dit blad voor medewerkers van Berenschot verschijnt circa eenmaal per maand en bestaat sinds juni 2006. We wensen u veel plezier met dit magazine en zijn benieuwd naar uw reactie:
[email protected]
November - 2012 | 16