voorwoord
3
‘Voorbereiden op de toekomst.’
door Linda Boot, bestuurder Pameijer
Qua snelheid en impact heeft het nieuwe regeerakkoord ons verrast, maar de grote lijn is natuurlijk al veel langer bekend. Het Nederlandse zorgstelsel gaat op de schop. In het hoofdstuk ‘Zorg Dichtbij’ beschrijft het akkoord de nieuwe uitgangspunten nog eens. Eigen verantwoordelijkheid; zelf werken aan je gezondheid; en als je toch zorg nodig hebt, kijken hoe die zo dichtbij mogelijk georganiseerd kan worden. De landelijke AWBZ maakt plaats voor een stelsel waarin een grote groep mensen met een beperking een beroep moet doen op de gemeente. Cliënten uit de ggz gaan over naar de Zorgverzekeringswet. Daarbij wordt over de hele linie fors bezuinigd, voor alle groepen is veel minder geld beschikbaar. De gevolgen hiervan zijn ingrijpend, in de eerste plaats voor de mensen die het direct raakt, maar ook voor zorginstellingen en hun medewerkers. Voor Pameijer betekent het dat de vraag naar professionele ondersteuning waarschijnlijk flink zal krimpen maar vooral ook dat de vraag inhoudelijk verandert. Hoewel de grote omslag pas in 2015 lijkt te komen, is het zaak om ons goed voor te bereiden en de organisatie en de dienstverlening in te stellen op die nieuwe realiteit. Daarbij hoeven we bepaald niet vanaf nul te beginnen. De richting die de regering kiest is een richting die we als Pameijer al jaren enthousiast omarmen. Eigen regie van mensen, werken aan ontwikkeling, inschakelen van eigen omgeving en netwerk… we kunnen bogen op een schat aan ervaring, betrokkenheid en creativiteit. Juist nu kunnen we dus allerlei goede oplossingen aandragen. Oplossingen die zowel passen bij de vragen van cliënten als bij wat gemeenten, zorgverzekeraars en andere opdrachtgevers willen en kunnen betalen. In deze Partners staan diverse voorbeelden van hoe we ons voorbereiden op de toekomst. Wat doen we aan de inrichting van de organisatie? Hoe kunnen we ons productenpakket nog verder verbeteren? Waar liggen nieuwe kansen en perspectieven op het gebied van samenwerking met andere partijen? Vragen waar we, geheel in de spirit van Pameijer, energiek mee aan de slag gaan. «
‘Hoewel de grote omslag pas in 2015 lijkt te komen, is het zaak om ons goed voor te bereiden en de organisatie en de dienstverlening in te stellen op die nieuwe realiteit.’
4
inhoud
inhoud PAMEIJER IN DE STEIGERS Nieuwe tijden, nieuwe zorg
6
14 HET PORTRET VAN CARLA Eén van de studenten van de eerste lichting van Howie de Harp is Carla Vermeulen. Zij doet haar praktijkervaring op bij Activeringscentrum Spijkenisse: ‘Howie is meer dan een opleiding.’
20 ‘MIJN KIJK OP HET LEVEN IS VERANDERD.’ Door zijn werk bij de rechtbank is Sander veel zelfverzekerder geworden.
inhoud
5
HET DILEMMA VAN MONICA HULSKER Wat vindt OR-voorzitter Monica Hulsker van de gekozen koers en de mogelijke gevolgen daarvan voor medewerkers?
28
32 IN GESPREK MET ZAAT & ROODE Eileen Zaat en Wil Roode over samenwerking met de zorg.
EN VERDER: 3 18 19 30 38 39 48 50
voorwoord uit de uitagenda column actueel lifestyle actueel recensies colofon
40 BOUWSTENEN VOOR EEN NIEUWE DIENSTVERLENING Enkele initiatieven en perspectieven uitgelicht.
6
Pameijer in de steigers
PAMEIJER IN DE STEIGERS De zorg zal er binnen enkele jaren heel anders uit zien dan nu. Forse bezuinigingen en veranderde inzichten liggen ten grondslag aan de invoering van een nieuw stelsel dat een veel groter beroep doet op de zelfredzaamheid van mensen. Die zelfredzaamheid brengt met zich mee dat de ondersteuning door professionals voor een deel moet worden overgenomen door betrokken medeburgers. Op zich is dit een vernieuwing die Pameijer toejuicht, wij zijn altijd voorstander geweest van het ontwikkelen en betrekken van sociale netwerken van cliënten. Tegelijk zet het wel een hoop oude zekerheden en gewoonten op de tocht. De organisatie moet zich als het ware ‘herontwerpen’ om ook in de toekomst een inspirerende speler in het veld te kunnen blijven. De belangrijkste uitdaging is het ontwikkelen van een dienstverlening en een organisatiestructuur die Pameijer goed op de rails zetten. Hier wordt hard aan gewerkt. »
‘De belangrijkste uitdaging is het ontwikkelen van een dienstverlening en een organisatiestructuur die Pameijer goed op de rails zetten.’
8
Pameijer in de steigers
hoofdlijnen vast, maar nog veel vragen Over de hoofdlijnen van de stelselwijziging bestaat al jaren overeenstemming. Maar over de precieze uitwerking en de fasering zijn we al lang in het ongewisse. De nieuwe regering had in het regeerakkoord op een aantal terreinen meer duidelijkheid geschapen, maar ondertussen wordt toch weer over een aantal zaken nagedacht, en dan met name over de toekomst van de AWBZ en de Zorgverzekeringswet. Daardoor is opnieuw onzeker met welke verschillende financiers en cliënten Pameijer de komende jaren precies te maken krijgt:
– Blijft de zorg voor mensen met een zwaardere verstandelijke beperking gefinancierd vanuit de AWBZ, zoals in het regeerakkoord staat?; – Gaat de (langdurige) psychiatrie inderdaad over naar de Zorgverzekeringswet? We moeten ook op dit punt een slag om de arm houden. Over de maatschappelijke omvang en mogelijke eigen bijdragen moeten in ieder geval ook nog knopen worden doorgehakt; – Vast staat wel dat gemeenten heel belangrijke opdrachtgevers worden. In de Wmo en ook in de nieuwe Participatiewet – die in de plaats komt van de Wet werken naar vermogen – hebben zij een centrale rol. Om gemeentelijke opdrachten voor maatschappelijke ondersteuning en werkbegeleiding te verwerven zal Pameijer stevig met andere partijen moeten concurreren; – Het bedrijfsleven blijft een belangrijke private opdrachtgever, naast subsidies en fondsen. Er moeten meer arbeidsplekken voor mensen met een beperking komen staat in het regeerakkoord.
‘marktwerking’ Een belangrijk discussiepunt, met name waar het gaat om de gemeentelijke opdrachten, is voor Pameijer en veel collega-instellingen nog wel de wenselijkheid van de zogenaamde ‘marktwerking’. Bij een aanbestedingswedloop is in onze ogen niemand gebaat. Om te beginnen brengt het voor gemeenten en zorgaanbieders veel nieuwe, en dure, bureaucratie met zich mee. Dit kan ook alleen maar ten koste gaan van de middelen die voor echte zorg overblijven. Wanneer gemeenten maar één of heel weinig partners contracteren, verliest de cliënt bovendien een belangrijk recht, namelijk de vrijheid om te kiezen door wie hij graag ondersteund wil worden. Die keuze wordt dan door de gemeente vóór hem gemaakt. Hoezo eigen regie? Uiteraard leeft ook de vrees dat de prijs zwaarder zal wegen dan de kwaliteit. Een goed alternatief zou bijvoorbeeld kunnen zijn een meerjarige subsidieafspraak tussen allerlei betrokken partijen - waarbij de gemeente de regierol houdt en waakt over kosten en kwaliteit en de cliënt echt iets te kiezen heeft. Maar ondertussen kunnen we natuurlijk niet wachten op de uitkomst, het is duidelijk dat de tijd dringt. Zoals het er nu uitziet, is 2013 nog een overgangsjaar maar moet het nieuwe stelsel vanaf 2014, en vooral in 2015, gestalte krijgen. Ook is duidelijk dat er over de gehele linie fors zal worden bezuinigd. Pameijer zal het dus het met aanzienlijk minder geld moeten doen. organisatorische aanpassingen Om goed te kunnen inspelen op de nieuwe omstandigheden zijn al enkele belangrijke organisatorische vernieuwingen ingevoerd. Een kijkje achter de schermen leert bijvoorbeeld dat de portefeuilles van bestuur en directie zijn herschikt. Onder de verantwoordelijke directeur, Jan Alblas, is er een nieuwe strategische afdeling gevormd met de naam Marketing, Innovatie & Verkoop (afgekort: MIV).
Pameijer in de steigers
9
‘Wij zetten in op de eigen kracht van clienten.’ Jan Alblas
Deze afdeling heeft tot taak om de dienstverlening van Pameijer verder te ontwikkelen in een richting die voor de verschillende opdrachtgevers interessant is – en die natuurlijk ook in lijn is met onze visie – en ‘producten’ goed in de markt te zetten. Ook wordt er gewerkt aan een Kenniscentrum nieuwe stijl. Onder directeur Joke Ellenkamp gaat het Kenniscentrum alle expertise die binnen – en ook buiten – Pameijer voorhanden is bundelen en beschikbaar maken voor iedereen in de organisatie. De eerste belangrijkste aanpassing op uitvoerend niveau is dat er nog meer decentraal zal worden gewerkt. Onze dienstverlening moet zo dicht mogelijk bij de cliënt staan en medewerkers moeten alle benodigde faciliteiten ook zoveel mogelijk in hun directe werkomgeving kunnen vinden. Dit betekent dat onder andere kwartiermakers en teamcoaches in de regio’s gaan werken. En het betekent ook dat meer samenwerking met eerstelijnsorganisaties in de omgeving wordt gezocht. Bijvoorbeeld samenwerking met Vraagwijzer-loketten in Rotterdamse deelgemeenten. aangescherpte missie Het is duidelijk dat de nieuwe afdeling MIV een commerciële insteek heeft en Pameijer een goede positie op de verschillende markten moet geven. ‘Maar naast de veranderde
omgeving is en blijft de missie van Pameijer een belangrijke drijfveer voor de afdeling’, zegt directeur Jan Alblas. ‘Wij staan al 87 jaar ergens voor en dat blijft ons vertrekpunt. Het ontwikkelen van de eigen mogelijkheden van mensen en het meedoen aan de samenleving hebben voor Pameijer altijd voorop gestaan. In de aangescherpte missie vindt je dat helemaal terug. Wij zetten in op de eigen kracht van cliënten, op het ontwikkelen van je talenten, en ook op de betekenis die je voor andere mensen kunt hebben. ‘Wederkerigheid’ noemen we dat. Dit is de basis voor het professionaliseren van de verkoop en het verder ontwikkelen van onze dienstverlening. En we denken dat hier ook zeker grote maatschappelijke vraag naar is.’ »
Uit de strategische notitie Pameijer verbindt 2013: ‘Onze inzet gaat (…) uit van wederkerigheid. Pameijer ondersteunt jou, als mens. En tegelijk kun jij je inzetten voor anderen. Dat kunnen andere cliënten zijn, je naasten, Pameijer-medewerkers of de buurt waarin je woont. Ook voor medewerkers is wederkerigheid een basis in hun attitude. Zo dragen de cliënten en medewerkers van Pameijer samen bij aan een samenleving waar iedereen ertoe doet.’
10
Pameijer in de steigers
nieuwe vragen Om te kunnen inspelen op oude en nieuwe vragen van de verschillende opdrachtgevers is het zaak om goed te analyseren wie ze zijn, wat ze stuk voor stuk van ons willen en welke keuzen Pameijer eventueel moet maken. Een gemeente koopt ander diensten in dan een bedrijf, iemand met een zware beperking heeft niet dezelfde ondersteuning nodig als een persoon die veel zelfredzamer is. ‘Voor de zomer willen we alle producten, diensten evalueren in het licht van de veranderende omgeving’, zegt marketing-adviseur Freek Heerema. ‘Met dit soort vragen kunnen we in de nieuwe afdeling structureel aan de slag, waarbij de verschillende onderdelen elkaar ook belangrijke input leveren.’
‘We willen alle producten, diensten evalueren in het licht van de veranderende omgeving.’ Freek Heerema
Waar marketing vooral de vraagkant onderzoekt – de behoeften die leven bij opdrachtgevers – buigt het nieuwe onderdeel ‘productontwikkeling’ zich bijvoorbeeld over de verbetering en vernieuwing van het bestaande productenaanbod van Pameijer. Hoe zien onze diensten er nu uit? Zijn die aantrekkelijk voor de verschillende partijen? Wat kunnen we hun nog meer bieden? Uiteraard is het voortdurend werken aan betere dienstverlening op zich niets nieuws, dat gebeurde altijd al, maar in de huidige situatie is een structurele aanpak zeer gewenst. De drie ‘productontwikkelaars’ – Natalie Bunschoten, Ingeborg Wegter en Steven Mersch – hebben alle drie hun eigen aandachtsterrein, respectievelijk de ingang/ toeleiding, het wonen, en werk en dagbesteding. In de kadertjes vertellen ze er kort iets meer over en verderop in het magazine besteden we nog aandacht aan enkele interessante opties. »
Pameijer in de steigers
11
vernieuwde instroom Natalie Bunschoten: ‘Omdat we te maken krijgen met vier financiële stromen – AWBZ, WMO/ gemeenten, Zorgverzekeringswet en Privaat & Fondsen/subsidies – moet ik voor 1 juni een portfolio klaar hebben waarin beschreven staat hoe Pameijer vorm geeft aan de vernieuwde instroom van cliënten. Het doel is een soort van ‘ladenkast’ te maken met producten die aansluiten bij interne en externe vragen om ondersteuning en bemiddeling en ook bij alle ontwikkelingen in de
zorg. Hierbij past bijvoorbeeld ook de aansluiting bij eerstelijnsvoorzieningen. Tegelijk ben ik manager van het trainingscentrum Howie the Harp geworden. Door het trainingscentrum te koppelen aan MIV kan haar expertise ook worden verkocht aan anderen. Het is de wens van Pameijer dat er zowel intern als extern nog vele nieuwe ervaringsdeskundigen worden opgeleid, maar daar is wel geld voor nodig.’
12
Pameijer in de steigers
onderscheidende ingrediënten Door dit alles heen speelt zoals gezegd de wens om ons vooral met onze eigen, onderscheidende ingrediënten te profileren. Pameijer kan bogen op een rijke traditie die in veel opzichten prima aansluit op vragen die in de samenleving en bij opdrachtgevers leven. Aandacht voor netwerken en omgeving, werken aan empowerment en ervaringsdeskundigheid, gebruik van nieuwe technologieën… dat zijn allemaal ingrediënten die echt bij ons horen en waar we anderen zeker mee van dienst kunnen zijn. Bij alle vernieuwing zou je haast vergeten dat er ook heel veel goeds is om te behouden en op voort te borduren. «
voorbeelden uitwerken Ingeborg Wegter is productontwikkelaar voor ‘wonen’. ‘Uitgangspunt is en blijft dat mensen zo normaal mogelijk wonen. De overgang van budgetten naar de Wmo betekent wel een grote verandering in het denken over hoeveel ondersteuning mensen van professionals moeten krijgen en wat iedereen zelf kan en moet organiseren. Binnen Pameijer zijn we natuurlijk al heel lang bezig om ‘te zorgen dat in plaats van zorgen voor’, wij zijn al goed toegerust zijn op de nieuwe werkwijze. Tegelijk gaat alles gepaard met grote bezuinigingen en moeten we echt op een andere manier gaan werken. Resultaatgerichter, empowerend, nog meer uitgaand van wat iemand kan. Zowel binnen als buiten Pameijer zijn er mooie voorbeelden hoe we dat kunnen aanpakken. De komende maanden ga ik die voorbeelden uitwerken. Het beoogde eindresultaat is een productenportfolio waar de accountmanagers de nieuwe markten mee op kunnen en waar we als Pameijer helemaal achter staan.’
‘Wij staan al 87 jaar ergens voor en dat blijft ons vertrekpunt.’ Jan Alblas
brainstormen met MIV, v.l.n.r. Steven Mersch, Natalie Bunschoten, Claudia van Paridon en Ingeborg Wegter
innoveren en vertalen Waarom willen en moeten we innoveren op werk en dagbesteding? In de afgelopen jaren is manager Steven Mersch ervan overtuigd geraakt dat het oude zorgsysteem met alle zorg en aandacht de cliënt ook afhankelijk maakt. ‘De professional was met name gericht op goede zorg voor de cliënt en zijn of haar netwerk en de kwaliteit van de locaties. Maar is dat nu echt talent ontwikkelen en mensen in hun kracht zetten? Ik geloof, mede gesteund door de veranderende wetgeving en de bezuinigingen, dat het tijd is dat de zorg zich door ontwikkelt. We zijn te ingewikkeld geworden en moeten terug naar de basiswaarden.
Werken naar vermogen is het uitgangspunt voor nieuwe vormen van ondersteuning. Ontwikkeling van talent en wederkerigheid staan centraal en onze dienstverlening zal zich daar naar op moeten concentreren. Ik mag hier als productontwikkelaar Pameijer Werkt & Talent Ontplooit een bijdrage aan leveren en met de creativiteit en inzet van Pameijer moet dat lukken.’ Claudia van Paridon en Freek Heerema gaan samen met Esmeralda van Rooij de marketingactiviteiten van de nieuwe afdeling MIV verder vormgeven. Claudia: ‘Wij houden de trends en externe ontwikkelingen in de
gaten en vertalen deze naar de dienstverlening van Pameijer. De komende jaren gaat er veel veranderen voor de organisatie. Nieuwe wetgeving zorgt ervoor dat de huidige financieringsstructuur op zijn kop wordt gezet. Opdrachtgevers gaan concrete resultaten vragen. Concurrenten staan niet stil en nieuwe partijen zullen onze markt betreden. Dit vraagt om een continue blik naar buiten. Wij zullen als marketingteam alles goed in de gaten houden en vertalen wat de ontwikkelingen voor Pameijer betekenen en van Pameijer vragen.’
HET PORTRET
het portret
15
De eerste lichting studenten van Howie the Harp heeft de schoolbanken ondertussen verlaten en loopt nu een half jaar stage op locaties van Pameijer. Eén van die studenten is Carla Vermeulen. Zij doet haar praktijkervaring op bij Activeringscentrum Spijkenisse. Het verhaal van Carla maakt wel duidelijk dat ervaringswerker worden meer is dan een opleiding.
Een traumatische jeugd, verziekt door een alcoholistische stiefvader, zette al vroeg een stempel op Carla’s leven. ‘Ik heb veel basisveiligheid gemist’, vat ze haar kindertijd in een kort zinnetje samen. En ook als volwassene kreeg ze nogal wat voor haar kiezen. Toen ze 26 was, verloor ze haar eerste man volkomen onverwachts. Tijd om het te verwerken was er nauwelijks. ‘Ik had twee zoontjes, je moet wel door. ’s Ochtends was mijn man overleden, ’s avonds zat ik met de kinderen op schoot slaapliedjes te zingen weet ik nog goed.’ Toen ze een nieuwe partner vond ging het een paar jaar prima. Maar daarna ging het toch bergafwaarts, zowel met haar huwelijk als met Carla zelf. ‘Ik heb vanaf mijn 19e altijd wel bij een psychiater of psycholoog gelopen en de nodige antidepressiva geslikt. Maar echt helpen deed het allemaal niet. Gaandeweg raakte ik behoorlijk depressief en ik werd steeds afhankelijker van drank en kalmeringstabletten.’ Een opname bij ggz Delfland, om te detoxen en op te knappen, zette haar tenslotte op een nieuw spoor. Ze besloot te scheiden en aan een nieuwe
toekomst te gaan werken. ‘Toen ik me ging oriënteren op werk dat mij voldoening kon schenken, stuitte ik al snel op de opleiding tot ervaringsdeskundige bij Zadkine en even later op Howie the Harp. Ik dacht meteen: dit is het! Naast een creatieve kant heb ik altijd een sociale, zorgzame kant gehad. Na de middelbare school heb ik ook opleidingen in die richting gevolgd. Eerst de INAS en daarna ben ik aan een opleiding voor de zwakzinnigenzorg begonnen. Howie the Harp leek mij een perfecte keuze; zinvol werk doen waarbij ik tegelijk mijn eigen ervaring kan inzetten.’
‘Ik dacht meteen: dit is het!’ Hoewel ze de opleiding niet had onderschat, werd ze het eerste halfjaar toch hard met zichzelf geconfronteerd. Carla: ‘Drie jaar geleden werd ik door iemand beschreven als een ‘ontwijkende persoonlijkheid’. Dat was een openbaring voor me. Zaken uit de weg gaan, vluchten in iets anders, is een »
16
het portret
‘Het allerbelangrijkste is dat je bij Howie niet blijft hangen in het verleden.’
overlevingsstrategie die ik heel goed bij mezelf herkende. Toen ik aan Howie the Harp begon dacht ik alles aardig op een rijtje te hebben, mijn levensverhaal was wel in kaart gebracht. Maar de praktijk drukte mij met de neus op de feiten. In het begin vond ik het moeilijk om mezelf te geven, me in de groep te mengen. Gaandeweg veranderde dat totaal. Ik voelde me steeds veiliger in de groep, er was veel respect en je kon alles met elkaar delen. Daardoor heb ik zelf veel nieuwe inzichten opgedaan. Bijvoorbeeld dat ik nog lang niet klaar was met de rouwverwerking rond het overlijden van mijn eerste man. Ja ik heb ook heel wat gehuild, uiteindelijk ga je helemaal de diepte in bij de opleiding.’ ‘Maar het allerbelangrijkste is dat je bij Howie niet blijft hangen in het verleden. Een herstelverhaal gaat veel verder dan een levensverhaal, hoofddoel is dat je je eigen mogelijkheden en kwaliteiten weer leert zien en gebruiken. Die insteek heb ik in therapieën bijna altijd gemist. Het accent ligt hier vooral op ontwikkeling, op je persoonlijke kwaliteiten en groei. Dat heeft mij heel veel opgeleverd, ik verbaas me erover hoe ik me heb ontwikkeld het afgelopen jaar. Howie heeft mij echt in een grote stroomversnelling gebracht.’
Tijdens haar stage bij Activeringscentrum Spijkenisse werkt Carla zowel aan algemene opdrachten als aan individuele doelen. ‘Belangrijke aandachtspunten voor mij zijn bijvoorbeeld het werken aan mijn onzekerheid en het leren opkomen voor mezelf. En ook het leren loslaten van zaken. Ik ben behoorlijk perfectionistisch en bijt me in dingen vast. Het activeringscentrum is wat dat betreft een prima leerschool. Je voert veel persoonlijke gesprekken met mensen en neemt wel wat mee naar huis. Het is soms ook lastig om uit elkaar te houden wat van de ander is en wat van jezelf. Het combineren van twee rollen, die van ‘lotgenoot’ en van professional, is niet eenvoudig. In de opleiding wordt daar ook uitvoerig aandacht aanbesteed. De kunst is om, zoals iemand het omschreef, een ‘warme zakelijke houding’ te ontwikkelen. Worstelen met afstand en professionaliteit hoort er duidelijk bij.’ Leuk om te vermelden is dat Carla ook al een wandelgroepje heeft opgezet in Spijkenisse. Ze doet zelf aan hardlopen en heeft daar zeer positieve ervaringen mee. ‘Naar buiten, het daglicht in, lekker bewegen en actief zijn… dat is zo goed voor je. Ik weet zelf hoe moeilijk het misschien is om de deur uit te gaan, maar ik kan het niet genoeg aanbevelen.’ «
18
agenda
uit de uitagenda Vanuit Pameijer worden regelmatig activiteiten en evenementen georganiseerd die toegankelijk zijn voor het grote publiek. Dat kan iets cultureels zijn, of bijvoorbeeld een open dag of een gezamenlijke activiteit. Het ontmoeten en slechten van grenzen staat daarbij voorop en tegelijk kunnen bezoekers met eigen ogen zien waartoe mensen met een beperking allemaal in staat zijn. We hebben besloten om voortaan een kleine greep uit geplande activiteiten in Partners op te nemen. Uiteraard ontvangen wij van medewerkers en cliënten graag aankondigingen van zulke gebeurtenissen. Voorwaarde is wel dat ze voor publiek toegankelijk zijn. Partners richt zich ook voor een belangrijk deel op de omgeving, puur ‘interne’ aangelegenheden willen we voortaan zoveel mogelijk via interne (online) kanalen communiceren.
19 april t/m 7 juli
25-26 mei, 29-30 juni
A room of our own in Atelier Herenplaats
De Nutteloze en Sjaak in de mand van Theater Maatwerk
De komende maanden is in Galerie Atelier Herenplaats een expositie te zien van werken van negen Zweedse kunstenaars. Zij maken deel uit van ‘Ateljé Inuti 2’, dat is gevestigd in Stockholm en dat zich toelegt op de persoonlijke en creatieve ontwikkeling van mensen met autisme. Uitgangspunt voor de expositie A room of our own was de wens om een groot werk te vervaardigen, met het accent op textiel. Sleutelwoorden zijn ‘voelen’, ‘contemplatie’, ‘onderkomen’ en ‘rust’. De kunstenaars willen bezoekers met hun werk een ontmoetingsplaats bieden waar ze dit zintuiglijk en gevoelsmatig kunnen ervaren. Voor meer informatie: 010 214 11 08
[email protected] www.herenplaats.nl
Theater Maatwerk maakt al meer dan twintig jaar theatervoorstellingen met acteurs met een verstandelijke beperking. Naast binnenvoorstellingen worden ook uitbundige straatvoorstellingen gemaakt. Daarmee reist het theater door heel Europa. Op 25 en 26 mei wordt in het eigen theater de productie De Nutteloze gespeeld, over het hachelijke bestaan van een jongen met een beperking in nazitijd. Een maand later, op 29 en 30 juni, wordt de voorstelling Sjaak in de mand opgevoerd. Het stuk gaat over ontdekkingsreiziger Sjaak en de plaatsen en mensen waar zijn luchtballon hem naartoe brengt.
Voor meer informatie: 010 276 30 39
[email protected] www.theatermaatwerk.nl
column
HET NIEUWE ZORGEN
19
door Arjan van der Weijde
en impact op cultuur, gedrag en technologie Instellingen maken zich op voor grote wijzigingen in het zorgstelsel. Alleen de zwaarste, langdurige zorg wordt straks nog vergoed uit de AWBZ. Op de eigen, vooruitstrevende wijze die Pameijer succesvol heeft gemaakt, wordt gewerkt aan nieuwe dienstverleningsconcepten om begeleiding van cliënten in de Wmo vorm te geven. De cliënt en zijn natuurlijk netwerk worden sterk geactiveerd, eigen regie en wederkerigheid zijn sleutelbegrippen, de begeleidingstijd wordt veel minder. Het nieuwe zorgen vergt veel vernuft om de gemeenten als uitvoerder van de Wmo te enthousiasmeren, maar er ligt ook een grote uitdaging om de interne organisatie voor te bereiden. De winkel blijft open, de kwaliteit van de dienstverlening mag niet achteruitgaan, maar er moet ook drastisch worden verbouwd. De schouders moeten eronder, bestaande processen en technologische infrastructuur gaan op de schop en cultuur, waarden en gedrag worden op de proef gesteld. Dit vergt veel flexibiliteit. Waarom juist nú starten met Het Nieuwe Werken (HNW)? Dat gaat toch alleen om flexplekken, thuis werken en bezuinigen op m2 kantoorruimte? HNW sluit aan op het zorg-op-afstand project MijnPameijerconnect waarin onderkend werd dat de ambulante begeleider die flexibeler gaat begeleiden (zowel bij cliënt thuis als via de computer) tegen diverse belemmeringen aanloopt. Technologie, managementstijl, HRM-voorwaarden; veel elementen veranderen. MijnPameijerconnect maakt inzichtelijk dat vernieuwingen moeten worden doorgevoerd. Het Nieuwe Werken-project moet de organisatie voorbereiden op de nieuwe dienstverleningsconcepten. Geen dikke, strategische rapporten, maar aanhaken bij de huidige processen. Wat kunnen we nu al doen om flexibeler te werken, kunnen we technologische voorbereidingen treffen en hoe informeren én betrekken we medewerkers? De winkel blijft open, maar we bereiden ons stap voor stap voor op de heropening!
Arjan van der Weijde is binnen Pameijer projectleider Het Nieuwe Werken en actief betrokken bij de implementatie van zorg op afstand MijnPameijerconnect binnen de ambulante dienstverlening. Arjan is als senior consultant verbonden aan diverse zorg gerelateerde instellingen.
20
beeldverhaal
‘MIJN KIJK OP HET LEVEN IS VERANDERD.’ Sander werkt sinds juni 2012 bij de rechtbank. Onder de mensen zijn geeft hem een goed, zelfverzekerd gevoel.
beeldverhaal
Hallo, ik ben Sander, 31 jaar. Ik werk sinds juni 2012 bij de rechtbank aan het Wilhelminaplein in Rotterdam, bij Sector civiel, Familyteam 1.
Het is werk met MBO-HBO niveau. Ik werk op maandag en donderdag van 12:00 uur tot 16:00 uur op de 9e etage, met acht vrouwen en één man. Ik moest een V.O.G. verklaring hebben om te mogen werken bij de rechtbank. Een (crimineel)
verleden heb ik niet, ook geen gedwongen opname. Dat zat allemaal goed. Ik werd op alles gescreend en ben vervolgens officieel benoemd tot griffier met een persoonlijke rechtbankpas, die je altijd nodig hebt bij elke deur en kopieerapparaat.
23
24
beeldverhaal
Bij de rechtbank heb ik verschillende taken: huwelijksregisters en partnerschapregisters digitaal registreren, coderen. Vervolgens retourneer ik één gedeelte naar de notaris. Het dossier gaat naar het archief. Er mag geen letter of cijfer verkeerd staan, precies werk dus! Vanaf 2009 ben ik samen met mijn jobcoach Petra op zoek gegaan naar werk. De lat lag hoog, we wisten wel wat we zochten: een reguliere werkplek met verantwoordelijkheid, mijn eigen ding doen. Uiteindelijk leek dit ons de ideale werkplek voor mij. Ik ben er met een dikke knipoog erin gestapt, zo van: het zal wel... Ik moest wennen. Maar ja, wat wil je?
Het werk spreekt me aan omdat ik mijn hersenen moet gebruiken Ik ben onder de mensen en ik heb leuke collega’s. Het geeft een goed, zelfverzekerd gevoel. Na ruim 10 jaar sta ik ineens op een totaal andere plek die mijn kijk op het leven heeft veranderd. Het geeft een goed gevoel om middenin de maatschappij te staan, en dit is nog maar de eerste stap vooruit. Ik ben met Pameijer in contact gekomen toen ik gebroken heb met mijn familie. Daarom heb ik soms ‘down gevoelens’ en dan is het fijn dat ik bij iemand mijn verhaal kan doen. Mijn moeder heeft me nooit echt gestimuleerd, maar ik ben een vasthoudend type, en moet je nu kijken: ik werk bij de rechtbank!
25
‘Ik ben onder de mensen en ik heb leuke collega’s.’
26
beeldverhaal
Nu sta ik weer in de maatschappij zoals ik dat altijd heb gewild. Het is pittig, maar ik praat weer over ‘een toekomst’ en zie morgen tegemoet. Hoe ik die toekomst zie? Mijn werktijden uitbreiden, maar wel rustig aan, beter tien kleine stapjes, dan twee grote stappen. Wat zou het fijn zijn als de mogelijkheid komt om hier een betaalde baan uit te halen. Nu eerst investeren in alles, laten zien wat ik kan. Dan komt de rest vanzelf goed.
beeldverhaal
27
HET DILEMMA VAN
‘Wij blijven de ontwikkelingen nauwgezet volgen en de bestuurder adviseren, waarvoor input van de achterban belangrijk blijft.’
MONICA
het dilemma van
29
Met alle voorgenomen en nog te verwachten reorganisatieplannen zijn het drukke tijden voor de Ondernemingsraad van Pameijer. Wat vindt OR-voorzitter Monica Hulsker van de gekozen koers en de mogelijke gevolgen daarvan voor medewerkers?
‘Tot nu toe hebben we ons hoofdzakelijk geconcentreerd op fase 1 van de reorganisatie. Die betreft vooral medewerkers van het Brouwershuys. Belangrijke onderdelen zijn de samenvoeging van alle afdelingen administratie en de vorming van een verkooporganisatie. Omdat we de plannen niet voldoende vonden uitgewerkt, hadden we in eerste instantie wel vraagtekens over de zorgvuldigheid van een en ander. Via twee brieven hebben we adviezen uitgebracht en veel aanvullende vragen gesteld over onder andere hoe de afdeling er precies uit gaat zien, het tijdschema en het plan van aanpak, de betrokkenheid van medewerkers en het financiële plaatje. Wij blijven de ontwikkelingen nauwgezet volgen en de bestuurder adviseren, waarvoor input van de achterban belangrijk blijft.’ ‘Maar er staat natuurlijk nog veel meer op stapel, met alle bijbehorende onzekerheid. De extramurale dienstverlening krijgt straks de hardste klappen te verduren en daar ligt juist het zwaartepunt van Pameijer. We staan achter de visie en de strategische keuzen die de organisatie nu maakt, maar die maken ons wel kwetsbaar. Hoewel de scenario’s bijna per maand veranderen, is het zaak om heel goed over alle mogelijke gevolgen na te denken. Wat verandert er inhoudelijk aan het werk van mensen? De OR maakt zich in ieder geval sterk voor goed personeelsbeleid en een adequaat scholingsplan. Dat er banen zullen verdwijnen lijkt ook onontkoombaar, al is onzeker hoeveel precies. We hebben nu een goed sociaal plan, maar dat loopt tot 2014. Wat heeft Pameijer haar medewerkers daarna te bieden? Er is een grote behoefte aan communicatie daarover, mensen willen duidelijkheid en openheid. Wij roepen medewerkers ook op om de ambassadeursbijeenkomsten te bezoeken.’ «
30
actueel
actueel Pameijer scoort hoogst met ervaringsdeskundigheid Een paar maanden geleden zijn de uitkomsten gepresenteerd van een tweejarig onderzoek naar de inzet van ervaringsdeskundigheid in de ggz. Dit zogeheten LIVE-project is uitgevoerd door het Trimbos-instituut en Kenniscentrum Phrenos in nauwe samenwerking met het HEE-team. Voor het onderzoek zijn bij 18 instellingen pilots uitgevoerd en geëvalueerd. Aan de hand van tien punten werd gemeten hoever de ontwikkeling van ervaringsdeskundigheid binnen de instellingen gevorderd is en wat de belangrijkste succes– en faalfactoren zijn. Zeer verheugend is dat Pameijer in de eindbeoordeling met afstand de hoogste score van alle deelnemers heeft gekregen. De organisatie kreeg uitstekende cijfers op belangrijke punten als het aantal leer/ werkplekken, het scholingsaanbod – met Howie the Harp als hoofdtroef – en het creëren van draagvlak voor ervaringsdeskundigheid. Een resultaat om trots op te zijn.
nieuwe website Pameijer Het internetadres is hetzelfde gebleven – www.pameijer.nl – maar verder heeft Pameijer sinds januari een compleet vernieuwde website. Een belangrijke vernieuwing is dat de site nu uiteenlopende bezoekersgroepen bedient. Niet alleen zorgvragers en verwanten, maar bijvoorbeeld ook gemeenten en bedrijven kunnen er terecht voor een berg relevante informatie en inspirerende wetenswaardigheden. Uiteraard is daarbij wel goed op de overzichtelijkheid gelet. Handige vitrines en rubrieken leiden de bezoeker al snel naar de gewenste informatie. Met het oog op toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid zijn hulpmiddelen als variabele lettergrootten en een taalkeuzemenu toegevoegd. Vermeldenswaard is zeker ook dat bezoekers op vaste tijden kunnen chatten met een medewerker van Pameijer. Met name voor nieuw zorgvragers een waardevolle optie. Aan de site wordt overigens nog steeds gewerkt, niet alle punten en komma’s zijn al ingevuld en op termijn zullen er ook nog andere toepassingen aan worden gekoppeld.
advertentie
de nieuwe website is online! www.pameijer.nl x
31
32
in gesprek met
IN GESPREK MET
‘Het is zo belangrijk dat mensen zich snel op hun gemak voelen en vertrouwen in ons krijgen.’
ZAAT &
in gesprek met
33
‘Meer samenwerking is een logisch antwoord op de nieuwe vragen.’
& ROODE
34 ‘Zorg dichterbij de burger brengen’ is een hoofddoel van het nieuwe stelsel dat stap voor stap gestalte krijgt. Dit doel wordt volmondig door Pameijer gedeeld. Wij willen mensen met een beperking zoveel mogelijk in hun directe omgeving ondersteunen. Wijkgericht werken; kwartier maken; betrekken van eigen netwerk en leefomgeving… het zijn allemaal toepassingen die voortvloeien uit onze strategische keuze voor inclusie. Omdat de behoefte aan krachtenbundeling in de wijk alom toeneemt, praten we in deze editie met twee lokale samenwerkingspartners, Vraagwijzer IJsselWijs en Wilskracht Werkt. De samenwerking met beide partijen is nog vrij pril en kleinschalig. Maar de initiatieven passen helemaal bij de nieuwe tijd vinden ook de directeuren Eileen Zaat en Wil Roode.
vertrouwen winnen Zo’n 13.000 mensen hebben vorig jaar een beroep gedaan op Vraagwijzer IJsselWijs (IJsselmonde). Heb je behoefte aan informatie of advies over belangrijke zaken als huisvesting, gezondheid, zorg en financiën? Wil je misschien worden doorverwezen naar een instelling die je verder kan helpen met een probleem? Net als de vraagwijzers in andere deelgemeenten is IJsselWijs het aangewezen loket voor iedereen met dit soort vragen. ‘Maar we willen beslist niet vanachter een loket werken’, zegt directeur Eileen Zaat er meteen bij. ‘Wij proberen zo toegankelijk mogelijk te zijn en werken daarom ook met een huiskamermodel. Een uitnodigende omgeving, kopje koffie erbij; bij ons praat je aan de huistafel met een medewerker. Het is zo belangrijk dat mensen zich snel op hun gemak voelen en vertrouwen in ons krijgen. Temeer daar we maar drie, vier gesprekken hebben om vast te stellen wat iemand werkelijk nodig heeft.’ Van alle vragen die aan IJsselWijs worden voorgelegd, staan financiële vragen met stip bovenaan. ‘Van oudsher wonen er veel ouderen in de wijk’, vertelt Zaat, ‘een grote groep van hen heeft het niet breed. Maar ook onder volwassenen en jongeren zie je zeker financiële problemen. Verder scoren huisvesting en relatieproblemen vrij hoog. En gezondheidsproblemen niet te vergeten. Aandacht voor gezondheid en leefstijl is voor ons bijna
in gesprek met
een tweede poot geworden. Wij hebben een unieke Vitaliteitswijzer ontwikkeld waar je terecht kunt voor toetsing, adviezen en coaching. Het belangrijkste is in alle gevallen dat de consulent het verhaal goed duidt en samen met de klant oplossingen bedenkt. Daarbij zoeken we wel zoveel mogelijk naar de eigen kracht van mensen en hun netwerk. Wat kun je er zelf aan doen? Zijn er misschien mensen in je omgeving die je kunnen helpen? Of moet er toch een andere organisatie worden ingeschakeld? Wij bieden zelf geen begeleiding maar kennen de sociale kaart op ons duimpje en hebben uitstekende contacten met veertig organisaties in de wijk.’
iedereen mag meedoen Vertrouwen is ook een sleutelwoord voor Wilskracht Werkt. De vrijwilligersorganisatie heeft vestigingen in vijf deelgemeenten en wil iedereen de mogelijkheid bieden om mee te doen in de samenleving. Incidenteel hand- en spandiensten verrichten bij een leuke wijkactiviteit? Op gezette tijden vrijwilligerswerk doen bij een project van een samenwerkende organisatie? Het kan allemaal. ‘Wilskracht Werkt is er voor alle mensen’, zegt oprichter Wil Roode. ‘Met name voor ‘nuggers’, niet uitkeringsgerechtigden, waren er voorheen weinig activeringsmogelijkheden. Maar iedereen moet de kans hebben om mee te doen, in contact met anderen te komen, zich nuttig en gewaardeerd te voelen. Wij bieden een heel scala aan activiteiten, je kunt altijd iets kiezen dat aansluit bij je eigen interesse en agenda, je bepaalt zelf waar je aan meedoet. Een belangrijke succesfactor is denk ik ook dat we doen wat we zeggen, mensen weten wat ze van ons kunnen verwachten. Mensen worden goed gecoacht op de werkplek en we betrekken ze bij het runnen van onze locaties. Toen we begonnen in 2007 hadden we tien vrijwilligers, nu zijn het er al 450.’ Zoals gezegd maken de vrijwilligers zich verdienstelijk op allerlei terreinen. Ze worden bijvoorbeeld ingezet bij kinderactiviteiten, bij wijk- en straatfeesten of bij grote evenementen als de Rotterdamse marathon. En er is een groeiend bestand van organisaties waarmee wordt samengewerkt. Of ze nou behoefte hebben aan een paar vaste baliemedewerkers of aan helpende handen bij een uitmarkt, organisaties kunnen alle losse en vaste activiteiten aanmelden. Sommige initiatieven van Wilskracht Werkt hebben een duidelijk raakvlak met de zorg. Voor ouderen is er bijvoorbeeld een project ‘buurtbuddie’ opgezet. De buurtbuddie is een vrijwilliger die met of voor een oudere boodschappen doet, een luisterend oor biedt of meegaat naar een afspraak of een activiteit. Het raakvlak met de zorg zal volgens Roode alleen »
35
Eileen Zaat
‘De komende jaren zal samenwerking steeds belangrijker worden.’
Wil Roode
‘Met de vergrijzing en alle bezuinigingen zullen er steeds meer bewoners komen die het in hun eentje niet goed redden.’
36
in gesprek met
maar groter worden. ‘Met de vergrijzing en alle bezuinigingen zullen er steeds meer bewoners komen die het in hun eentje niet goed redden.’ In dit licht past ook het initiatief van de burgerkrachtteams, waarover dadelijk meer.
samenwerking harde noodzaak
Eileen Zaat
‘Goede samenwerking is gewoon een harde noodzaak.’
Wil Roode
‘In juni 2012 zijn we gestart met burgerkrachtteams in de deelgemeenten Centrum, Noord en Feijenoord.’
De komende jaren zal samenwerking steeds belangrijker worden, zegt Zaat. ‘De beleidsmakers geven wel hoog op van de ‘civil society’ en van ‘eigen kracht’, maar de praktijk is dat er steeds minder flankerende voorzieningen overblijven. Het vangnet wordt alsmaar kleiner. Mensen raken meer op zichzelf aangewezen, denk ook aan de grote groep die vanuit de AWBZ de Wmo instroomt. De vraag is daarom hoe we iedereen in beeld houden. En welke ondersteuning kunnen we hun bieden? Wie moeten we daar voor mobiliseren? Goede samenwerking is gewoon een harde noodzaak.’ De afspraak die Vraagwijzer IJsselWijs in 2010 met Pameijer heeft gemaakt, is een aardig voorbeeld van zo’n krachtenbundeling. Zaat: ‘We hebben Pameijer beter leren kennen via de Wmo-pilot in IJsselmonde. We zaten beiden in de regiegroep en trokken veel samen op. Al pratend kwamen we tot de conclusie dat onderlinge samenwerking heel waardevol kan zijn. Aan de ene kant is het wenselijk dat de doelgroep van Pameijer ook goed gebruik gaat maken van de Vraagwijzer. Op dit moment doen ggz-klanten weliswaar nog niet zo’n groot beroep op ons, maar de verwachting is dat ze dat zeker meer gaan doen in de toekomst. Aan de andere kant heeft Pameijer expertise waar wij ook van kunnen profiteren. Uiteindelijk zijn we overeengekomen om twee medewerkers van Pameijer bij de vraagwijzer te plaatsen. Die werken nu één of twee dagen per week met onze consulenten samen. Het lijkt ook wel of ze al jarenlang een team vormen, er is geen sprake van cultuurverschillen. De houding naar de klant toe is identiek: jij mag er zijn en wij gaan gewoon voor jou aan de slag.’
burgerkrachtteams Voor Wilskracht Werkt is meer samenwerking tussen welzijn en zorg een logisch antwoord op de nieuwe vragen die op de samenleving afkomen. Concreet heeft dit geleid tot het opzetten van ‘burgerkrachtteams’ in drie deelgemeenten. Roode: ‘In het verlengde van het buurtbuddie-project hadden we een projectplan opgesteld voor ondersteuning van kwetsbare groepen door vrijwilligers. Toen we daarmee bij SoZaWe aan-
37 klopten, hoorden we dat SONOR vergelijkbare plannen had. Zij hadden vanuit het opbouwwerk ook al contacten met Humanitas en Pameijer. Na overleg tussen alle vier partijen hebben we besloten om de handen ineen te slaan. Met subsidie van SoZaWe zijn we in juni 2012 gestart met zogeheten burgerkrachtteams in de deelgemeenten Centrum, Noord en Feijenoord.’ Het doel van de teams, waarin medewerkers van alle vier de organisaties samenwerken, is tweeledig. Enerzijds is het doel om de zelfredzaamheid en participatie van ouderen en mensen met een beperking te bevorderen. Anderzijds richten de teams zich op het ‘vinden, binden en ondersteunen’ van vrijwilligers, van mensen die hun steentje willen bijdragen aan de maatschappij. ‘De sociale structuur van de wijk wordt hiermee dubbel versterkt’, zegt Roode. ‘Je biedt iemand anders een helpende hand en bent zelf actief en nuttig bezig. Het is ook heel goed mogelijk dat iemand zowel vrager als aanbieder is. Iedereen heeft ervaringen waar een ander wat mee kan. De één kan jou met iets helpen, jij kunt misschien weer iets voor een ander betekenen. Die wederkerigheid is een belangrijk aandachtspunt voor ons.’ De teams trekken, al dan niet op grond van aanwijzingen of signalen, actief de wijk in om mensen te benaderen voor het project. Mede door gebruik te maken van een leuke insteek – het uitgeven van zogenaamde kluskaarten aan buurtbewoners – hebben zich ondertussen al iets meer dan 250 mensen aangemeld met een vraag of als vrijwilliger.
meerwaarde Hoewel de samenwerking nog wat in de kinderschoenen staat, zijn de eerste bevindingen zeker positief. ‘Je merkt al dat we elkaar goed aanvullen en van elkaar kunnen leren’, is de conclusie van Zaat. ‘Mensen met psychosociale problemen vormen een vrij grote en complexe groep en onze consulenten steken er elke keer iets van op als ze bijvoorbeeld met een medewerker van Pameijer op huisbezoek gaan. Andersom krijg je via ons gemakkelijk toegang tot een heel netwerk van organisaties in de wijk. De meerwaarde is er nu al en wordt in de toekomst ongetwijfeld nog veel groter.’ Ook Roode ziet belangrijke winstpunten. ‘Natuurlijk heb je samen gewoon meer deskundigheid. Je blik wordt soms ook weer verfrist door inzichten van anderen. Pameijer en Humanitas hebben veel expertise in huis betreffende hun doelgroepen, SONOR en wij zijn weer ervaren in outreachend werken. We zien ook nog allerlei interessante mogelijkheden in het verschiet. Kunnen onze vrijwilligers bijvoorbeeld niet iets betekenen voor jullie activeringscentra?’ Met vereende krachten vooruit, dat is onmiskenbaar het devies van alle partijen. «
38
lifestyle
weet wat je eet Gezond leven is sinds 2011 een belangrijk agendapunt voor beschermende woonvorm OnderDak. Elke woensdagochtend staat er mindfulness op het programma – activeringscentrum Buuf en Co heeft zich hier onlangs ook bij aangesloten – en daarnaast wordt veel aandacht besteed aan verantwoorde voeding.
Een paar keer per week wordt er vegetarisch, vis of biologische groenten en vlees gegeten. En soms wordt er een speciale ‘weet-wat-je-eet dag’ gehouden waarop de deelnemers samen bepaalde gerechten bereiden en onder de loep nemen. Vandaag is er een ‘weet-wat-je-eet lunch’ georganiseerd. Zoals de menukaart vermeldt, gaan de aanwezigen aan de slag met een uitgekiende forelsalade. Op tafel staan onder andere rucola, avocado, geroosterde noten en pompoenpitdressing. Erbij wordt nog een lekkere smoothie gemaakt, van bananen, mango’s en amandelmelk. ‘Veel bewoners hebben het maken van
smoothies zelf overgenomen’, zegt Wilma. Tijdens het bereiden van de lunch vertellen ook anderen nog van alles over hun persoonlijke aandacht voor bewuste voeding. Ina neemt bijvoorbeeld vaker een salade bij de stamppot, haar favoriete maaltijd. Sakoen, die suikerziekte heeft, is er duidelijk zeer bij gebaat. Ze is al twaalf kilo afgevallen, snoept niet meer en zit sinds een tijdje ook op dansen. Mandy wijst erop dat een gezonde leefstijl voor veel bewoners extra goed is. ‘Gebruik van medicijnen – en soms ook van middelen – gebrek aan beweging, overgewicht… dat alles bevordert
de gezondheid niet. Goed voor jezelf zorgen hoort er in onze ogen bij, we willen het ook in de ondersteuningsplannen gaan opnemen.’ Terwijl de laatste hand aan de gerechten wordt gelegd, haalt Carmen voorzichtig een papier tevoorschijn om van voor te lezen. Iedereen heeft wat voorbereid over een ingrediënt van de lunch en zij vertelt als eerste iets, over forel. ‘Weet wat je eet’ betekent bij OnderDak ook dat je je eens verdiept in je voeding. En dan, na alle voorbereiding en voorlichting, is het tijd om de proef op de som te nemen. Goede maaltijd!
actueel
actueel Workshop Juffrouw Janssen voor leerlingen basisschool Eind vorig jaar heeft Juffrouw Het aanbieden van workshops is Janssen een leuke workshop een nieuwe wijkgerichte activiverzorgd voor leerlingen van teit die past in het streven naar basisschool het Landje, die meer contact en samenwerking zich op loopafstand van het met de omgeving. Integratie en atelier bevindt. Met leerlinontmoeting zijn natuurlijk begen uit de groepen 5, 6, 7 en 8 langrijke doelen en op termijn werden kleurrijke vlaggen met kan de activiteit ook zakelijk inHollandse motieven gemaakt. teressant worden. Voorafgaand Vlaggen maken een vast onderaan de workshopmiddagen kredeel uit van het assortiment van gen de leerlingen nog een rondJuffrouw Janssen – ze worden leiding bij Juffrouw Janssen (en gemaakt voor de winkel en voor ook bij het iets verderop geleRotterdams handwerk – en de gen galerie atelier Herenplaats). activiteit kon mooi worden afZe toonden zich al snel open en gestemd op het thema van de geïnteresseerd en vroegen honkinderboekenweek ‘In de wederduit. Over de workshop was reld’. De workshop werd op twee iedereen ook erg enthousiast, vrijdagmiddagen gegeven, door voor herhaling vatbaar dus! cliënten en medewerkers van Juffrouw Janssen, bovenin het atelier aan de Blekerstraat.
39
40
reportage
BOUWSTENEN VOOR EEN NIEUWE DIEN VERLENING Het nieuwe zorgstelsel vraagt om nieuwe oplossingen voor de ondersteuning van mensen met een beperking. Pameijer onderzoekt al verschillende mogelijkheden en opties die goed aansluiten bij de koers van de organisatie en bij ontwikkelingen in de samenleving. De drie ‘productontwikkelaars’ vervullen hierin een centrale rol. Eerder in het nummer besteedden we al aandacht aan een nieuwe vorm van samenwerking voor de ingang/toeleiding; de krachtenbundeling met het Vraagwijzer-loket in IJsselmonde. Hier bespreken we enkele initiatieven op de terreinen van werk en dagbesteding en van wonen.
nieuwe initiatieven
41
N
NST-
Crawford & Company
42
reportage
Pameijer Werkt ‘Pameijer Werkt’ is de naam van een ambitieus plan om tot een nieuwe invulling van werk en dagbesteding te komen. Het plan is deels een antwoord op de veranderende omgeving – met name de invoering van de Wmo en van de Participatiewet maken een nieuwe strategie noodzakelijk. Maar het borduurt ook helemaal voort op het beleid van Pameijer. In feite is het één van de producten van het project Dagbesteding dat de afgelopen twee jaar heeft gelopen. Mensen toeleiden naar/ ondersteunen bij werk is al jarenlang een strategisch hoofddoel dat logisch voortvloeit uit onze visie en missie. In Pameijer Werkt wordt dit doel extra aangescherpt en wordt een plan van aanpak gepresenteerd om het stapsgewijs te realiseren. De organisatie kan daarbij prima gebruik maken van instrumenten die al eerder zijn ontwikkeld. Het sleutelwoord van Pameijer Werkt is ‘arbeidsparticipatie’. Cliënten dat die dat willen en kunnen – en dat zijn er heel veel– worden zoveel mogelijk toegeleid naar werk. Een groot aantal zal dat straks ook moeten van de overheid. Afhankelijk van de
zelfredzaamheid van mensen kan dat werk variëren van deelname aan een meer of minder beschut werkproject tot een gewone betaalde baan bij een bedrijf. Doorstroom krijgt wel nadrukkelijke aandacht. Ondanks alle bezuinigingen bestaan hiervoor zeker kansen. Veel bedrijven zijn geïnteresseerd in ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ en in het regeerakkoord worden bedrijven van enige omvang ook verplicht om de komende jaren een bepaald quotum (5%) aan werknemers met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Daarnaast zullen gemeenten in de toekomst een vorm van sociale werkvoorziening blijven bieden, al zal het aantal plaatsen flink krimpen. Om de kansen te verzilveren, is een samenhangend plan van aanpak ontwikkeld. Hierin komen alle belangrijke elementen aan bod. Cruciaal is bijvoorbeeld een gerichte bedrijvenstrategie. Per subregio worden er vijf bedrijfstakken geselecteerd die het meeste perspectief bieden voor onze doelgroep. Waar liggen in het gebied de beste kansen voor onze cliënten? Met welke bedrijven hebben we al contacten, wie moeten we nieuw benaderen?
Het sleutelwoord van Pameijer Werkt is ‘arbeidsparticipatie’. Cliënten dat die dat willen en kunnen – en dat zijn er heel veel – worden zoveel mogelijk toegeleid naar werk.
nieuwe initiatieven
Even belangrijk is uiteraard goed overleg mét en scholing ván cliënten. Met iedereen die voor dagbesteding in aanmerking komt, moet al vroeg worden besproken welke vaardigheden en arbeidswensen hij of zij heeft. En in de directe omgeving van de cliënt moeten ook opleidingsmogelijkheden worden aangeboden die de doorstroom naar werk bevorderen. Een belangrijke rol in de benadering en ondersteuning van bedrijven en cliënten is weggelegd voor kwartiermakers en job coaches. In samenwerking met hen en met anderen – de productontwikkelaars, accountmanagers etcetera – zullen vooral de begeleiders handen en voeten gaan geven aan Pameijer Werkt. Op dit moment lopen er al vier pilots, verspreid over de regio’s, om ervaring op te doen. We zullen ongetwijfeld spoedig terugkomen op de ontwikkelingen. »
43
Crawford & Company Steeds meer bedrijven kiezen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, MVO. Crawford & Company is een groot internationaal schade-expertisebureau. De vestiging in Capelle a/d IJssel deelt sinds 2006 een bedrijfsruimte met Werkcentrum Schollevaar van Pameijer. Samen besloten de partijen te onderzoeken op welke manier de cliënten van het werkcentrum de dagelijkse organisatie van Crawford& Company kunnen versterken. Er werd begonnen met kleine taken, maar na vijf jaar werd er een overeenkomst getekend voor een full-service pakket van gemaksdiensten, uitgevoerd door de cliënten, die daarbij worden ondersteund door medewerkers van Pameijer.
nieuwe initiatieven
KeyRing Ook op het gebied van wonen worden waardevolle nieuwe initiatieven voorbereid en ingezet. Erg interessant is bijvoorbeeld het KeyRingconcept, dat is ontwikkeld in Engeland. Weliswaar moet hier nog veel onderzoek naar worden gedaan en kan het in de Nederlandse situatie zeker niet zo worden ‘overgenomen’, maar het biedt veel perspectief. Het basisidee van KeyRing is dat een aantal mensen met een beperking zelfstandig in de wijk woont, samen een netwerkje vormt, en ondersteund worden door vrijwilligers uit de buurt. Die dan op hun beurt uiteraard weer een beroep kunnen doen op professionals. Een groepsgrootte van ongeveer tien mensen is ideaal. Overzee, in Engeland, Schotland en Wales, is hier sinds de jaren ’90 al veel succes mee geboekt. Eind vorig jaar werden er rond de 900 mensen op deze manier ondersteund. In oktober 2012 is een delegatie van Pameijer op bezoek geweest bij een KeyRing-organisatie in Londen en heeft daar uitvoerig gesproken over de theorie en de praktijk van de netwerken. De bezoekers waren zeer onder de indruk van wat ze hoorden en zagen. Veel elementen van KeyRing passen uitstekend in het gedachtegoed van Pameijer. Het aanspreken van de eigen kracht van mensen; de wederkerigheid; het inschakelen van vrijwilligers uit de samenleving… voor de toekomst is dit een concept waar we misschien veel mee kunnen. Maar zoals gezegd is er nog veel voorbereidend onderzoek nodig. »
‘Veel elementen van KeyRing passen uitstekend in het gedachtegoed van Pameijer.’ Keyring
45
46
reportage
‘Dertig mensen worden ondersteund in en gevolgd bij de overgang van het wonen in een beschermende woonvorm naar zelfstandig wonen.’ ‘Ambulantisering’ sociale psychiatrie Een project dat al wel heel concrete vormen aanneemt is de pilot ‘Ambulantisering mensen met een psychiatrische beperking’. Deze pilot, die mede wordt gefinancierd door de gemeente Rotterdam, houdt in dat dertig mensen worden ondersteund in en gevolgd bij de overgang van het wonen in een beschermende woonvorm naar zelfstandig wonen. De pilot van Pameijer is samen met acht andere door de gemeente geselecteerd uit tientallen voorstellen in het kader van de ‘Stimuleringsregeling innovatie begeleiding Rotterdam 2013’. Met deze regeling
wil de stad in samenwerking met instellingen nieuwe oplossingen ontwikkelen voor de ondersteuning van ouderen en mensen met een beperking. Dit natuurlijk tegen de achtergrond van de invoering van de Wmo. Overigens neemt Pameijer ook nog deel aan andere pilots die zijn uitgekozen door de gemeente, rond vervoer en sport. De pilot ‘Ambulantisering’ wordt wetenschappelijk gevolgd. Het doel is om in kaart te brengen wat de haalbaarheid en de effecten zijn van
nieuwe initiatieven
de overgang van beschermd naar zelfstandig wonen. Dit is een zeer relevant onderzoek dat vooruitloopt op het nieuwe zorgstelsel. De vorige regering heeft al besloten dat (nieuwe) cliënten met een indicatie Zorgzwaartepakket (ZZP) 1 t/m 3 niet langer in aanmerking komen voor een Beschermende Woonvoorziening. Mogelijk gaat dit zelfs ook gelden voor mensen met ZZP 4. ‘Actiegericht’ onderzoek naar de (grote) overstap van BW naar eigen woning kan dan ook niet snel genoeg plaatsvinden. Wat betekent die overstap voor de mensen zelf, voor naasten, voor begeleiders? Er zal nadrukkelijk worden onderzocht wat het bijvoorbeeld betekent voor de empowerment van cliënten, voor hun maatschappelijke participatie en de kwaliteit van hun bestaan. En natuurlijk worden ook de financiële gevolgen bekeken. Wat kost het/ levert het op aan zorg en allerlei maatschappelijke kosten? Al dit soort vragen komen aan de orde in het onderzoek. Het is goed om ook nog te vermelden dat de lokale pilot deel uitmaakt van een groter, landelijk onderzoek, waaraan in totaal meer dan honderd cliënten deelnemen. Samenwerking en overleg met collega-instellingen is dus ook een heel belangrijk thema, daar is al een aanvang mee gemaakt.
47
‘Samenwerking en overleg met collega-instellingen is ook een belangrijk thema, daar is al een aanvang mee gemaakt.’ De dertig deelnemende bewoners worden begeleid door hun persoonlijk begeleider van de BW en kunnen ook op elk moment hun deelname stoppen. In de eerste fase, die al is gestart, wordt geïnventariseerd wie in aanmerking zou kunnen en willen komen voor de pilot, en worden vervolgens mensen benaderd en geselecteerd. In interviews met deelnemers zal goed worden besproken welke plannen en verwachtingen ze hebben en wat ze mogelijk kunnen verwachten. Vanaf maart zal dan feitelijk worden begonnen met de ‘ambulantisering’. Uiteindelijk zal de pilot drie jaar duren. Er zal op een aantal momenten over worden gerapporteerd en we zijn uiteraard zeer benieuwd naar de uitkomsten. Niet alleen voor de deelnemers, maar zeker ook voor Pameijer en gemeente – en voor zorgverzekeraars – zijn deze van het grootste belang. Ze zullen ongetwijfeld van grote invloed zijn op de toekomst van de ambulante begeleiding. «
48
recensies
recensies
Om adem te kunnen halen door Christine Otten Uitgeverij Atlas Contact, 2013 ISBN: 9789025435820 192 pagina’s Al haar hele leven leeft Christine Otten (1961) met een vader die lijdt aan somberheid en extreme angsten. Met regelmaat is hij zo ziek dat hij moet worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. In haar nieuwe roman Om adem te kunnen halen beschrijft Otten hoe ze als 13-jarige getuige is van het feit dat haar vader voor een gedwongen opname uit huis wordt gehaald. Als hij twee jaar later onverwacht in de keuken staat, terwijl zij alleen thuis is, slaat de paniek toe. Wat moet die man hier, op deze plek, in haar leven? Ze vraagt hem met klem om weg te gaan, weg, weg... Om adem te kunnen halen is een persoonlijke, indringende zoektocht naar de betekenis en de gevolgen van psychisch lijden voor een vader, zijn kinderen, zijn naaste omgeving. Een eerlijk boek over de angst van een dochter om dat lijden dichtbij te laten komen, ermee besmet te raken of om dat genetisch zelfs al te zijn. Het boek laat óók zien dat je met deze realiteit kunt leven en dat zelfs verzoening mogelijk is. Christine Otten slaagt er op een bijzonder openhartige manier in
weer te geven hoe psychiatrische beperkingen een allesdoordringende invloed kunnen hebben op mensenlevens. Alleen al om die reden is dit boek echt een aanrader voor iedereen die zelf, als familielid of als werker te maken heeft met (mensen met) psychiatrische beperkingen. Bijzonder aan de roman is dat Otten de teksten vanuit haar eigen perspectief, belevenissen en gedachten schrijft, maar soms ook in de huid van haar vader kruipt. Dat maakt de passages waarin hij vertelt hoe hij het leven in de instelling ervaart intiem en levensecht. Ook biedt Om adem te kunnen halen een mooi tijdsbeeld van Nederland in de twintigste eeuw. Met alles wat Otten ontdekt over de figuren uit haar jeugd, zoals een grootvader die worstelaar, acrobaat en communist was, onderhoudt ze de lezer. Christine Otten debuteerde in 1995 met Blauw metaal, dat werd genomineerd voor de Debutantenprijs. In 2004 brak ze door met de roman De laatste dichters, die genomineerd werd voor de Libris Literatuurprijs. Daarna volgden Als Casablanca en In wonderland.
De regels van Matthijs Nederlandse documentaire van Marc Schmidt, 2012 Distributie Paramount Pictures, 72 minuten
Regisseur Marc Schmidt heeft nationaal en internationaal veel lof geoogst – en prijzen gewonnen – voor de aangrijpende documentaire over zijn jeugdvriend Matthijs. De documentaire is in oktober 2012 uitgezonden door de NCRV. Belangstellenden kunnen hem op www.documentairenet.nl in zijn geheel bekijken. In De regels van Matthijs volgen we de volwassen Matthijs gedurende enkele maanden in 2011. Matthijs heeft autisme, is intellectueel begaafd en woont op zichzelf. In zijn volgepakt huurhuis zien we hem al gauw aan de slag met waterleidingen van en naar de verwarmingsketel. Hij wil daar flink wat aan veranderen, de verspilling van energie en de manier waarop de buizen zijn aangelegd zijn hem een doorn in het oog. Naarmate de documentaire vordert, toont hij zich ook van een filosofische kant. Hij is erg beschouwelijk ingesteld en wil alles graag onderbrengen in een mooi systeem. Voor de indeling van dagen hanteert hij een ingewikkelde rekenmethode waarbij elke dag in slechts drie letters kan worden uitgedrukt – waarmee het volgens hem veel eenvoudiger is dan het vastleggen van data in legio cijfers (dag, maand en jaar) en tussenstreepjes. Zijn huis noemt hij zijn klein universum, in dat universum heeft hij zelf ‘alles uitgedacht’. Zo ook de watercirculatie. Al snel wordt duidelijk dat de woningbouwvereniging dit en ander geklus van Matthijs beslist niet goedkeurt en gevaarlijk vindt. De verhouding is zelfs al erg slecht geworden, er zijn na jaren nu juridische stappen gezet. Matthijs voelt zich gefrustreerd en geïntimi-
recensies
deerd, in een aantal gefilmde contacten barst hij in woede uit. Tegen de regisseur zinspeelt hij herhaaldelijk op zelfdoding mocht hij zijn huis worden uitgezet. Dat is de logische consequentie van zijn systeem, zegt hij met zoveel woorden. Uiteindelijk gaat het van kwaad tot erger en dan heel erg. Als kijker zit je al gauw met belangrijke vragen. Hoe heeft het zover kunnen komen? Zijn er geen hulpverleners of naasten die kunnen helpen? Wordt er iets ondernomen om uit deze vreselijke situatie te komen? De documentaire geeft daar geen antwoord op, al kun je opmaken dat Matthijs erg weinig wil weten van bemoeienis van anderen. In aanvullende interviews heeft de regisseur er iets meer over verteld, onder andere bij Pauw & Witteman. Maar de documentaire laat deze vragen rusten en zoomt helemaal in op Matthijs. Dat voelt aan de ene kant als een gemis, maar aan de andere kant is het juist daardoor zo’n vlijmscherpe registratie van botsende werelden geworden. ‘Een zekere tolerantie ten aanzien van psychiatrische patiënten moet natuurlijk aan de orde zijn’, horen we de rechter zeggen tijdens een zitting over het geschil, ‘maar die grens wordt hier duidelijk overschreden.’ De systemen zijn uitgepraat.
www.pameijer.nl Ieder mens is uniek. Diversiteit is dus vanzelfsprekend. Ook als er ogenschijnlijk overeenkomsten zijn, zit achter elke huidskleur, elke man of vrouw, elke jongere of oudere, elke hoofddoek of hanenkam een uniek ander mens. Dat onderscheid, die diversiteit, ziet Pameijer als een verrijking. Religie, leeftijd, huidskleur, geaardheid, etnische achtergrond of welke groepseigenschap dan ook spelen geen rol bij de beoordeling van ieders individuele kwaliteiten. Wie de barrière van vooroordelen weet te doorbreken, zet de deuren van Pameijer open voor al het talent dat op de arbeidsmarkt beschikbaar is.
KIJK OP ONZE WEBSITE VOOR INFORMATIE OVER ONZE VACATURES
49
50
colofon colofon
colofon Partners is een uitgave van Pameijer www.pameijer.nl
adres Pameijer Crooswijksesingel 66 3034 CJ Rotterdam T (010) 271 00 00 F (010) 271 03 00 redactie Frank Kremer Hans Karstel Cecilia den Otter Lonne Wennekendonk Sanne Donders correspondentie Pameijer Postbus 22406 3003 DK Rotterdam met bijdrage van Audry van Vulpen (recensie) Arjan van der Weijde (column) art direction en grafisch ontwerp Studio Lonne Wennekendonk www.lonnewennekendonk.nl fotografie Sanne Donders, Arnold van Doorn (pag. 45), Frank Kremer (pag. 39) drukwerk IVA Groep www.ivagroep.nl mailing Het Werkt Schollevaar oplage 8000 Wilt u reageren op de inhoud van Partners of heeft u een suggestie voor het magazine:
[email protected]