Haags Milieucentrum Meerjarenplan 2007-2010
INHOUD Voorwoord
blz 1
1 Inleiding
blz 3
2 Terugblik
blz 4
3 Speerpunten en Kansen
blz 5
4 Achterban
blz 21
5 Financiering
blz 24
Bijlagen Doelstelling, Organisatie en Werkwijze
blz 25
Aangesloten Organisaties
blz 29
Haags Milieucentrum Groot Hertoginnelaan 203 2517 ES Den Haag Tel: 070 3050286 email:
[email protected] www.haagsmilieucentrum.nl
VOORWOORD In een dichtbevolkt land als Nederland valt nog een wereld te winnen als het om duurzaamheid gaat. Ook in een stad als Den Haag, mooi gelegen aan zee, met een groen imago, maar tegelijkertijd geplaagd door files, vuile lucht en oprukkend asfalt en beton. Het Haags Milieucentrum wil meehelpen die wereld te winnen. Heel concreet. Door de Hagenaar enthousiaster te krijgen voor de fiets, tram en bus, zodat de lucht in de stad schoner en hijzelf gezonder wordt en zodat zijn omgeving aan leefkwaliteit wint. Door onze stadgenoten uit te dagen zuiniger om te gaan met energie, zodat zowel hun energierekening als het milieu daar beter van worden. Door mee te denken over de vraag of bouwen wel nodig is op plekken die nu nog groen zijn, zeker nu ook de Haagse bevolking gaat krimpen. En door ons sterker te richten op jongeren en allochtonen. Die duurzamere wereld kunnen we niet alleen winnen. Daarvoor willen we alle creativiteit, kennis en betrokkenheid aanboren die in de stad aanwezig is. Voor de komende vier jaar heeft het HMC drie wensen. Allereerst deze: omdat het bij duurzaamheid om de meest basale zaken van het bestaan gaat, zou dat een topprioriteit moeten worden. Dat vergt net zo’n grote inzet en betrokkenheid van het stadsbestuur als voldoende werk, wonen, onderwijs, veiligheid en integratie. Die inzet en betrokkenheid moeten bovendien komen van alle bestuurders, niet alleen van de wethouder die formeel is belast met duurzaamheid. De tweede wens heeft te maken met samenwerking. Mobiliteit, stedelijke ontwikkeling, de groene infrastructuur, op al die terreinen hebben buurgemeenten in een zo dicht tegen elkaar aan gebouwde regio als de Haagse veel met elkaar te maken. Daarom pleit ik ervoor deze onderwerpen onderdeel te maken van een regionale aanpak in het kader van Stadsgewest Haaglanden om zo wensen, behoeften en mogelijkheden van alle daarin vertegenwoordigde gemeenten goed op elkaar af te stemmen. Onze laatste wens gaan over financiële ondersteuning. In Den Haag zijn tal van organisaties actief op het terrein van duurzaamheid. Dat is iets om te koesteren. Jammer is wel dat voor hun activiteiten relatief weinig financiële middelen zijn, temeer omdat op het terrein van duurzaamheid veel minder particuliere fondsen actief zijn dan bijvoorbeeld op het gebied van welzijn, onderwijs of gezondheidszorg. Daarom zouden voor hen extra middelen beschikbaar moeten komen in de vorm van een duurzaamheidsfonds waar een beroep op gedaan kan worden om activiteiten uit te voeren die bijdragen aan een duurzaam Den Haag. 1
Voor het Haags Milieucentrum is het van wezenlijk belang onafhankelijk te kunnen opereren. Pas dan bieden wij werkelijk meerwaarde, bijvoorbeeld als het gaat om het verzamelen van kennis en het kunnen aandragen van beleidsalternatieven. Die onafhankelijkheid is onder druk komen te staan door het afwijzen van een aantal projecten die tegen plannen van het college van B&W ingingen. Een manier om die onafhankelijkheid te waarborgen is het omzetten van projectsubsidie in basissubsidie met het achteraf beoordelen van resultaten. Hierbij leg ik tevens de wens op tafel de subsidie voor het centrum te verhogen met name om het draagvlak voor duurzaamheid onder jongeren en allochtone Hagenaars te vergroten. Het Haags Milieucentrum heeft de afgelopen ruim drie jaar een professionele organisatie opgebouwd, met veel expertise en contacten. Het centrum heeft met allerlei activiteiten en projecten concreet bijgedragen aan een breder maatschappelijk en politiek draagvlak voor een duurzame stad. Het Haags Milieucentrum ziet volop kansen daar de komende vier jaar verder aan te werken en ervoor te zorgen dat er op het gebied van een vitale natuur en een gezond milieu ook wat te kiezen valt. Want bij duurzaamheid gaat het niet zelden om fundamentele keuzes en om het publieke en politieke draagvlak daarvoor. Duurzame keuzes die ook goed zijn voor een vitale lokale economie. Keuzes bovendien waar onze stad op het gebied van leefkwaliteit en gezondheid veel voor terug zal krijgen.
Stef de Niet Voorzitter
2
1 INLEIDING Sinds twintig jaar gaat het op tal van terreinen beter met de natuur en het milieu. Wereldwijd zijn de emissies van stoffen die de ozonlaag afbreken teruggedrongen. In Nederland is het oppervlaktewater in kwaliteit sterk verbeterd. In Den Haag is het stadsdeelkantoor Leidschenveen-Ypenburg een mooi voorbeeld van duurzaam bouwen. Tegelijkertijd zijn er razendsnelle ontwikkelingen met desastreuze gevolgen voor natuur en milieu die daar diametraal tegenin gaan. Wereldwijd is sprake van een alarmerende klimaatverandering. Bovendien is Nederland na België en Oost-Europa het ‘vieste’ land van Europa geworden. Den Haag, ten slotte, heeft een van de meest ongezonde straten van het land als het om luchtkwaliteit gaat. Die bedreigende ontwikkelingen zijn direct van invloed op de kwaliteit van het leven van elke stadsgenoot en van elke toekomstige Hagenaar. In een dichtbevolkt land als Nederland en de regio Den Haag blijven continue aandacht en stevige inspanningen voor natuur en milieu dan ook van groot belang. Gelukkig bespeurt het Haags Milieucentrum weer een grotere bereidheid bij zowel de burgers als de politiek om problemen op het terrein van natuur en milieu te onderkennen en aan te pakken. Dat is merkbaar door de ambities zoals neergelegd in de contourennota Tien voor Milieu. Echter, ambities zijn één ding, ze waarmaken is wat anders. Milieuproblemen laten zich helaas niet snel oplossen, omdat ze direct samenhangen met onze manier van leven en met de wijze waarop wij produceren. Beide, zowel leefstijl als productiewijze, zijn niet in een handomdraai te veranderen. Daarvoor is een lange adem nodig. Milieubeleid werpt pas vruchten af als er draagvlak voor bestaat bij het grote publiek én in de politiek. Het gaat om de goede mix van aansprekende voorlichtingscampagnes en het bieden van betaalbare alternatieven. Deze moeten het de Haagse burger gemakkelijk maken en hem verleiden zijn gedrag te verduurzamen. Alleen dan worden noodzakelijke, soms ingrijpende, maatregelen geaccepteerd. Voor die maatregelen is een integrale aanpak een voorwaarde. Een integraal beleid dat leidt tot een vitale natuur, een gezond milieu en verbetering van de leefkwaliteit als geheel, zonder daarbij afbreuk te doen aan de vitaliteit van de economie van Den Haag. Ook het Haags Milieucentrum wil daaraan bijdragen. Het ziet tal van kansen om het draagvlak voor milieumaatregelen onder de Haagse bevolking te vergroten, met als speciale doelgroepen jongeren en allochtonen. Het centrum heeft allerlei ideeën om milieuproblemen niet ad hoc op te lossen, maar juist in samenhang met elkaar. Het wil die ideeën graag delen met beleidsmakers en politici. Het centrum volgt allerlei technische oplossingen voor milieuproblemen op de voet, maar weet tegelijkertijd dat we er met techniek alleen zeker niet komen. Het centrum wil meedenken en meewerken aan de vormgeving van de stad, in al zijn facetten, zodat de Hagenaar graag de fiets pakt of op de tram stapt, zijn afval zorgvuldig scheidt, vanzelfsprekend zuinig is met energie en trots is op zijn groene leefomgeving, waarvan hij intensief gebruikmaakt. Een belangrijke ontwikkeling waar ook het Haags Milieucentrum mee te maken heeft, is de decentralisatie van bestuur en beleidsontwikkeling. Veel bevoegdheden zijn van het rijk overgegaan naar de provincie, regionale organen en gemeenten. De trend is weliswaar dat meer wet - en regelgeving op Europees niveau wordt vastgelegd, maar 3
de invoering ervan vindt toch vooral plaats op gemeentelijk niveau. Voorbeelden zijn het Besluit Luchtkwaliteit, de Kaderrichtlijn Water, de Richtlijn Omgevingslawaai en de Flora- en Faunawet. Hoewel dus steeds meer op het bordje van de gemeente komt, wordt het steeds duidelijker dat veel lokale problemen alleen in regionaal verband duurzaam zijn op te lossen. Ontwikkelingen en de gevolgen daarvan trekken zich immers niets van gemeentegrenzen aan. Dan gaat het bijvoorbeeld over de gevolgen van de groeiende automobiliteit en om het behoud van open groene ruimte. Door de decentralisatie nemen de rol en de verantwoordelijkheid van de gemeente Den Haag toe. Daarmee groeit ook het werk van het HMC in omvang, omdat het centrum het als zijn taak ziet al in een vroeg stadium mee te denken over toekomstig gemeentelijk beleid. De rol van het Stadsgewest Haaglanden neemt eveneens toe, en ook met het Stadsgewest wil het centrum meedenken in de fase dat beleid ontwikkeld wordt. Door een bredere inzet en samenwerking met en ondersteuning van natuur- en milieu-organisaties in de regio wil het HMC positief invulling geven aan deze verandering Verderop in dit Meerjarenplan wordt dieper ingegaan op de kansen die het centrum ziet en de ideeën die het heeft. Maar eerst volgt een terugblik op de afgelopen vier jaar, met daarin speciale aandacht voor de relatie van het centrum met de gemeente.
2 TERUGBLIK Op basis van het Meerjarenplan 2003-2007 heeft de gemeenteraad het Haags Milieucentrum bijna vier jaar geleden jaarlijks ongeveer 250 duizend euro subsidie toegekend. Daarmee kreeg het centrum de gelegenheid een professionele organisatie op te bouwen en op belangrijke beleidsterreinen, ook samen met anderen, serieus te werken aan een Duurzame Stad aan Zee. Tal van activiteiten zijn ontplooid op het terrein van Natuur en Water, Stedelijke Ontwikkeling, Duurzaam (Ver)Bouwen en Energie, Mobiliteit en Algemeen Milieubeleid. Projecten en activiteiten die, naar wij menen, concreet hebben bijgedragen aan een duurzamere stad en aan het maatschappelijke en politieke draagvlak daarvoor. Het centrum heeft op belangrijke dossiers veel kennis opgebouwd en duurzame(re) beleidsalternatieven onderzocht en bij beleidsmakers onder de aandacht gebracht. De steun van de gemeente heeft ons verder in staat gesteld een breed netwerk van contacten op te bouwen en samen te werken met lokale organisaties en individuen en hen te ondersteunen. Zij werden op de hoogte gehouden van de activiteiten van het centrum door middel van het kwartaalblad Branding, de HMC-website en nieuwsbrieven. Ook organiseerde het centrum maandelijks het milieucafé De Derde Dinsdag in het Atrium van het stadhuis. Tot slot hebben wij aan de bel kunnen trekken als plannen of activiteiten duidelijk afbreuk deden aan duurzaamheid. De organisaties die bij het centrum zijn aangesloten werden in de afgelopen jaren op verschillende manieren ondersteund. Bij het zoeken van de publiciteit, bij het maken van een presentatie of voor andere doeleinden konden zij gebruikmaken van de deskundigheid en de faciliteiten van het centrum. Ook organiseerde het centrum jaarlijks een Groependag. Als dat mogelijk was, werden initiatieven of activiteiten van het centrum afgestemd met andere natuur- en milieuorganisaties. Bij tal van projecten 4
en activiteiten is concreet met hen samengewerkt. Elke begroting of jaarrekening, elk werkplan of jaarverslag van het centrum is in de afgelopen jaren goedgekeurd met de instemming van alle organisaties die lid zijn van de Raad van Toezicht van het HMC. In 2005 heeft het centrum door een extra inspanning een inhaalslag kunnen maken. Daardoor is de interne organisatie verbeterd en verlopen de aanvragen voor projectsubsidie sneller. Het instellen van contactambtenaren vindt het centrum een duidelijke verbetering. Er zijn echter twee belangrijke punten die blijven knellen. Het belangrijkste knelpunt in de relatie tussen het centrum en de gemeente betreft onze onafhankelijkheid en continuïteit. Dat heeft alles te maken met de besluitvorming over onze projectaanvragen in het college van Burgemeester en Wethouders. Deze verloopt vaak moeizaam en dat komt weer doordat een relatief klein deel van onze activiteiten en projecten niet of niet geheel strookt met sommige plannen van het college. Maar dat is inherent aan het opereren van een Milieucentrum dat met name meerwaarde heeft door zijn onafhankelijke rol en positie. Bij de gemeenteraad is er méér oog voor die noodzakelijke onafhankelijkheid. Het probleem kan worden opgelost door de projectsubsidie om te zetten in een basissubsidie waarbij de activiteiten van het centrum achteraf beoordeeld worden. Het tweede knelpunt betreft de regeling dertigduizend euro van de projectsubsidie in portefeuille te houden. Het centrum kan hierop pas aanspraak maken als de projectaanvragen voldoen aan gestelde kwaliteitscriteria. Dat vinden wij overbodig, omdat het vanzelfsprekend is dat al onze aanvragen aan gestelde criteria moeten voldoen. Bovendien staat deze regeling haaks op een zorgvuldig en goed personeelsbeleid omdat zonder minimale waarborgen wat betreft contracten en rechtpositie het niet mogelijk is gekwalificeerde werknemers aan te trekken of te behouden.
3 SPEERPUNTEN EN KANSEN De komende vier jaar wil het Haags Milieucentrum zich extra inzetten op zeven belangrijke speerpunten. Het laatste speerpunt is geen inhoudelijk thema maar is gericht op het vergroten van de betrokkenheid bij duurzaamheid onder jongeren en allochtone Hagenaars. Bij elk van die speerpunten ziet het centrum kansen die bij de het opstellen van de jaarlijkse werkplannen uitgewerkt worden in de vorm van projecten. Al deze speerpunten versterken elkaar ook onderling en dragen in belangrijke mate bij aan een leefbare stad en een gezonde lokale economie.
5
6
1 Goed milieu èn goede gezondheid: werken aan de “modal shift” Hagenaars beginnen zich meer en meer zorgen te maken over de invloed van milieuverontreiniging op hun gezondheid. Het besef groeit dat klimaatveranderingen alles te maken hebben met de uitstoot van broeikasgassen. Bovendien zien steeds meer mensen in dat het toenemende autogebruik de stad verstopt en een zwaar stempel op de leefbaarheid drukt. De lokale overheid kan met tal van maatregelen bijdragen aan een betere gezondheid van de bewoners van haar stad en tegelijkertijd een stevige impuls geven aan het milieu en de leefkwaliteit. Het gaat daarbij met name om maatregelen die het aantrekkelijk maken op de fiets te stappen of de tram of bus te nemen. Dat dringt het gebruik van de auto voor korte afstanden terug en daarmee de uitlaatgassen die vooral in de grote steden veel slachtoffers maken, veel meer dan bijvoorbeeld verkeersongelukken. Bovendien dragen die emissies in belangrijke mate bij aan het broeikaseffect. Vooral fietsen vergroot de leefkwaliteit èn is gezond: geen schadelijke emissies, ontstopping van verkeersaders, er komt meer ruimte en het is goed voor lijf en leden van de individuele fietser. Dat laatste is in een tijd dat het aantal mensen met overgewicht sterk groeit een niet te onderschatten bijdrage aan de gezondheid. Mensen uit de auto en op de fiets en in het openbaar vervoer krijgen lukt alleen als maatregelen gepaard gaan met brede, goed opgezette bewustwordingscampagnes die de bewoners stimuleren hun leefpatroon te veranderen en verantwoordelijkheid te voelen en te nemen voor hun leefomgeving.
Kansen
Het Haags Milieucentrum ziet mogelijkheden om bij te dragen aan die mooie combinatie van een beter milieu, goede gezondheid en betere bereikbaarheid. Het centrum richt zich daarom de komende vier jaar op het in duurzame banen leiden van de mobiliteit door het omdraaien van de verhouding tussen het aantal afgelegde kilometers per auto en dat per fiets, openbaar vervoer of te voet. Nu komt 65 procent van het aantal afgelegde kilometers op het conto van de auto en 35 procent op dat van het overige verkeer. Het zou prachtig zijn als dat in Den Haag over 10 jaar precies andersom is. Het centrum wil dit bereiken door het promoten van de fiets en het openbaar vervoer. Daarnaast wil het meewerken aan het verbeteren van fietspaden, het maken van aantrekkelijke fietsroutes en betere fietsvoorzieningen, aan een stringent parkeerbeleid, aan voorzieningen voor Park & Ride aan de randen van de stad, aan een goed openbaar vervoer en aan een beter vervoersmanagement van bedrijven die zich binnen de stadsgrenzen bevinden. In dit verband is het ook van belang mensen “ernstig te verleiden” in de stad waar zij werken ook te gaan wonen. Op kortere termijn wil het centrum stimuleren het openbaar vervoer per bus en het vrachtvervoer schoner en stiller te maken. Met name het overschakelen op door aardgas aangedreven motoren en het installeren van goed werkende filters is direct toepasbaar, reduceert schadelijke emissie in hoge mate en is op den duur veel goedkoper.
7
8
2 Zuinig met Energie en meer Groene Energie Energie is de slagader van bijna elke economie. Tot nu toe stromen door die slagader voornamelijk fossiele brandstoffen. Lang kan dat niet meer doorgaan. Olie, gas en steenkool raken in een steeds sneller tempo op en verbranding daarvan veroorzaakt enorme (milieu)problemen. Bovendien maakt de huidige verslaving aan olie onze economie, nationaal en lokaal, bijzonder kwetsbaar doordat de noodzakelijke constante toevoer van olie niet langer gegarandeerd is en leveranties als politiek wapen worden ingezet. Voor uranium ligt dit niet anders. Het is een uitputbare bron, voor een belangrijk deel afkomstig uit instabiele regio’s. Kernenergiecentrales zijn kwetsbaar. Als het fout gaat heeft dat grote (milieu)problemen tot gevolg. Voor het radioactieve afval is bovendien nog steeds geen oplossing gevonden. We staan dus voor een grote opgave: hoe komen we op een duurzame manier af van onze verslaving aan fossiele brandstoffen? En dan gaat het niet alleen om de politiek, maar ook om de burger, want deze ontwikkelingen raken de (Haagse) burger ook. Soms zijn ze direct voelbaar, bijvoorbeeld als het gaat om de energierekening. Maar behalve om zijn portemonnee maakt de burger zich ook zorgen over de klimaatverandering en vraagt zich af of hij ook in de toekomst verzekerd kan zijn van de levering van gas en elektriciteit.
Kansen
Het Haags Milieucentrum ziet dan ook kansen om juist nu ‘door te pakken’ zodat Den Haag in 2050 daadwerkelijk de CO2-neutrale stad is waarnaar het stadsbestuur streeft. Stroomproducenten zullen als gevolg van de geschetste ontwikkelingen meer openstaan voor het gebruik van alternatieve energiebronnen. De kans richting de Haagse burger is dat deze gevoeliger is voor de oproep zuinig te zijn met energie. Zo kan hij én het milieu sparen én zijn portemonnee een dienst bewijzen. Op korte en middellange termijn is een forse inzet op energiebesparing het belangrijkste deel van het antwoord. Zuinig energieverbruik kan lokaal bevorderd worden. Tal van nog veel te weinig gebruikte middelen staan ons daarbij ten dienste. Vooral op het gebied van goede isolatie, zowel in nieuwbouw als bestaande bouw, zijn nog niet alle mogelijkheden benut. Dat geldt ook voor technieken zoals warmtekrachtkoppeling en het gebruik van warmtepompen. Ook dat kan lokaal worden gestimuleerd. Op langere termijn is het opwekken van duurzame energie de enige manier om in de energiebehoeften te voorzien. Daar moeten we dus nu al stevig op inzetten. Het centrum denkt daarbij niet alleen aan energie opgewekt door zon, wind of water of door de verbranding van biomassa, maar zeker voor Den Haag ook aan een andere duurzame energiebron die tot nu toe, onterecht, te zeer buiten beeld is gebleven: aardwarmte oftewel geothermie. Den Haag is wat betreft geothermie het nieuwe Slochteren van Nederland: we zitten er boven op.
9
10
3 Beter, meer en met elkaar verbonden groen Den Haag koestert een groen imago, maar uit onderzoek (van Alterra) blijkt dat ons gemeentelijk groen kwantitatief niet bepaald hoog scoort. In Den Haag wordt het richtgetal van 75 m2 groen per woning (Nota Ruimte) bij lange na niet gehaald. Het Alterra-onderzoek komt uit op een getal van slechts 47 m2 per woning. Daarbij is het groen ook nog onevenwichtig over de stad verdeeld. Hoewel groen recreëren en behoud van het groen en stedelijke natuur op de hoogste plaats staan op het prioriteitenlijstje van de Hagenaars, is het groen niet zelden de natuurlijke verliezer als de gemeente plannen maakt. Asfalt en beton rukken op. Behalve voor bewoners zijn de kwaliteit en kwantiteit van het groen in de stad een belangrijke factor als het gaat om de vestiging van hoogwaardige bedrijven. De parels in de groene kroon van Den Haag moeten worden gekoesterd, opgepoetst en uitgebreid, bijvoorbeeld met de Vlietzone. De biodiversiteit is de drager van een vitale stedelijke natuur. Een belangrijke prioriteit is dan ook het behoud of het versterken van die biodiversiteit. Dit kan onder meer door het tot stand brengen of herstellen van ecologische verbindingen tussen versnipperde groengebieden in de stad en het verbinden hiervan met groengebieden buiten de stad.
Kansen
Het centrum zal zich de komende jaren inzetten voor het zo groen en open mogelijk houden van de directe omgeving van de stad en de ecologische verbinding daarvan met het stedelijk groen. Om dit alles te bereiken wil het centrum meer inspelen op de manier waarop de Hagenaar natuur en milieu beleeft. Door hem te betrekken bij het overleg met de gemeente over toekomstig beleid denkt het centrum een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan het vergroten van het draagvlak voor dat beleid. Om diezelfde reden wil het centrum meer gaan samenwerken met actieve bewoners, bewonersorganisaties en platforms en hen met kennis en advies ondersteunen bij hun plannen. Bewoners die weinig groen in hun omgeving hebben, moeten ook een parkje of een veldje in de buurt krijgen waar ze kunnen wandelen, zitten of spelen. In je eigen buurt kunnen ontspannen in het groen heeft bovendien een helende werking op een gestrest lichaam of geest, en dus op de gezondheid en het welbevinden in brede zin. Den Haag heeft de unieke kans om door het onderling verbinden van 12 parken en groengebieden het grootste stadpark van Europa op haar grondgebied te kunnen realiseren: het Cityduinpark. Daardoor kunnen Hagenaars van alle rangen en standen dagelijks genieten van rust, groen en ruimte dicht bij huis en goed bereikbaar. Slimme stedelijke verdichting is een andere kans om ruimte te creëren voor uitbreiding van groen in vooral die delen van de stad die wat dit betreft onderbedeeld zijn. Zo kan bijvoorbeeld door het aanleggen van ondergrondse parkeervoorzieningen ruimte voor groen geschapen worden. Bij de verbetering van het groen kan aan zowel openbaar als particulier groen gedacht worden. Met name grote groene binnenterreinen vormen een belangrijk groenpotentieel. Zo worden groene “stepping stones” geschapen tussen nu versnipperde en geïsoleerde groengebieden.
11
12
4 Beter, meer en met elkaar verbonden water De kwaliteit van het water vraagt om verbetering. Een van de grootste milieuproblemen is de riooloverstort na hevige regenval. De oplossing daarvoor is om door middel van ‘afkoppeling’ te voorkomen dat al dat regenwater op het riool wordt geloosd. Een ander probleem is de thermische verontreiniging van het water in de Haagse grachten door lozingen van de centrale aan de De Constant Rebecquestraat. Vooral de Europese Kaderrichtlijn Water verplicht het stadsbestuur aan die kwaliteitsverbetering te werken.. Onder meer de klimaatverandering met perioden van hevige regenval en de verminderde sponswerking van de bodem maken het gebrek aan waterberging tot een steeds breder erkend probleem. Die waterberging heeft vooral zo’n groot knelpunt kunnen worden door het volbouwen van polders rond onze stad. Er zijn tal van mogelijkheden om bij plannen in het kader van stedelijke ontwikkeling en herstructurering ruimte voor water te scheppen of te behouden. Mogelijkheden die ook op regionaal niveau lang niet altijd benut worden. Ook op de gebieden van de onderlinge verbinding van water en het combineren van meer water en waterberging met stedelijk groen en recreatie liggen nog veel mogelijkheden braak.
Kansen
Het Haags Milieucentrum ziet mogelijkheden om met het oog op de Kaderrichtlijn Water mee te werken aan schoner water voor alle Hagenaars. Het centrum wil blijven stimuleren overstorten te voorkomen en wil er, onder meer door het afkoppelen van de hemelwaterafvoer van huizen en gebouwen, aan bijdragen het overgrote deel van de bestaande 125 overstorten in 10 jaar op te heffen. Een goede samenwerking met het Hoogheemraadschap Delfland en de gemeentelijke afdeling Riolering en Waterbeheersing is daarbij van belang. De financiering kan onder meer gevonden worden in verhoging van het rioolrecht tot het landelijk gemiddelde of in de toekomstige verbrede rioolheffing. De thermische verontreiniging kan tegengegaan worden door de warmte in het koelwater af te tappen en te benutten voordat dit geloosd wordt. Zo kan er bij een goede winter tenminste weer geschaatst worden op de Haagse grachten. Het centrum ziet kansen om ruimte voor water te scheppen door dat voortdurend in te brengen bij gemeentelijke plannen. Het centrum wil zich hierbij ook richten en oriënteren op de regio. Een kans is onder meer dat bouwgrond in natte weilanden vaak ongeschikt is om te bouwen. Dit wel doen brengt behoorlijke risico’s met zich mee en vergt bovendien veel hogere investeringen om de grond bouwrijp te maken. Het met elkaar verbinden van binnen- en buitenstedelijk water is kansrijk omdat dit duidelijk een kwaliteit aan de stad toevoegt en recreatieve mogelijkheden bevordert.
13
14
5 Verdichting: maak gebruik van Kroonplaatsen! Elke grote stad wordt gekenmerkt door dynamiek. Daarbij horen ook het slopen en bouwen van huizen en bedrijfspanden. Projectontwikkelaars willen ontwikkelen, bouwers willen bouwen, politici en ambtenaren willen vaak scoren, en mensen willen nu eenmaal in die kantoren werken en in die huizen wonen. Daar is allemaal niets op tegen en zelfs alles op voor, als dit niet al te zeer ten koste gaat van duurzaamheid en leefkwaliteit. Regelmatig worden echter schaars en waardevol groen of karakteristiek Hollands cultuurlandschap opgeofferd aan te gemakzuchtige bouwdrift. Landschap en waardevol stedelijk groen dat zo verdwijnt, komt nooit meer terug. Door het opofferen van al dat waardevolle groen slacht Den Haag bovendien de kip met de gouden eieren. Bewoners en gebruikers van Den Haag, waaronder ook veel bedrijven en hun werknemers, hechten immers sterk aan het groene karakter van de stad. Belangrijk is daarnaast het vaststellen van het aantal te bouwen woningen, want hoe hoger die woningbehoefte wordt ingeschat, hoe meer ruimte er nodig is. De nieuwste bevolkingsprognoses gaan er van uit dat de Haagse bevolking na 2035 gaat krimpen. Een ontwikkeling die als onvermijdelijk wordt geschetst. Met deze gegevens is bij de inschatting van de toekomstige woningbehoefte echter nog geen rekening gehouden.
Kansen
Slimme, kwaliteit toevoegende verdichting in de bestaande stad is DE manier om bouwopgaves te realiseren zonder wezenlijke stedelijke kwaliteiten aan te tasten maar deze juist te bevorderen. In de Structuurvisie wordt daarvoor dan ook gekozen. Het HMC ondersteunt deze keuze ten volle. Verdichting biedt namelijk de mogelijkheid middeninkomens aan de stad te binden en een impuls te geven aan de architectonische kwaliteit. Het vergroot het draagvlak voor OV en het spaart kwetsbaar groen rondom de stad. Het werkt mee aan het terugdringen van het autogebruik en het bevordert het instandhouden van stedelijke voorzieningen zoals winkels, scholen en uitgaansgelegenheden. Maar ondanks die keuze voor verdichting wordt er toch bebouwing in het groen in de randen van de stad gepland. Tegelijkertijd worden kansen voor verdichting onbenut gelaten, want er zijn voldoende aantrekkelijke bouwlocaties binnen de stad die kansrijk zijn om nieuwe woningen en gebouwen te realiseren. Het HMC wil eraan bijdragen die kansen wèl te benutten. Dat kan door bij nieuwbouw compact en dus gestapeld te bouwen en door meer samen te voegen, in combinatie met optoppen en uitplinten. Ook valt er nog veel ruimte te winnen door functiemenging en dubbel ruimtegebruik. De huidige bouwopgave is binnen de bestaande stad te realiseren, als de politieke bereidheid er is daarvoor te kiezen. De politieke keuze voor vergroting van het herbergend vermogen van de stad is wel lastiger dan het volbouwen van weilanden. Dit vergt een andere werkwijze en goede communicatie. Er moet bijvoorbeeld adequaat gereageerd worden op vragen en opmerkingen van ongeruste bewoners die vrezen dat meer bouwen in hun buurt ten koste gaat van de leefkwaliteit. Maar dit biedt tevens de kans de betrokkenheid van bewoners te vergroten en de sociale cohesie te versterken. Aan de politiek de taak om projectontwikkelaars en woningcorporaties te binden aan slimme verdichting binnen de stad en met moderne stedelijke woningen de woonconsument te verleiden. 15
16
6 Duurzaam Bouwen als uitgangspunt bij alle bouwactiviteiten Als er één terrein is waarop relatief eenvoudig veel milieuwinst te behalen valt, dan is het wel alles wat met de bouw of verbouw van huizen en bedrijfspanden te maken heeft. Het gaat bij de bouw namelijk om het gebruik van enorme hoeveelheden grondstoffen, energie en water. De toepassing en winning daarvan is nu over het algemeen allesbehalve duurzaam. Dit staat in schril contrast met de (technische) mogelijkheden om de milieubelasting van die toepassing en winning zeer sterk te reduceren. De oorzaken van de milieubelasting zijn stuk voor stuk te overwinnen als de politieke wil maar aanwezig is en de bouwwereld anders gaat denken over zaken als terugverdientijd. Ook zouden de financiële instrumenten op duurzaamheid moeten worden ingericht. Een woning die na oplevering CO2-neutraal is behoort zeker tot de mogelijkheden. Duurzaam Bouwen is echter meer dan het duurzame en zuinige gebruik van materialen en energie tijdens de bouw en het gebruik van het gebouw. Het gaat ook om de duurzame inrichting van een hele wijk door in het begin van het planproces rekening te houden met zaken als tijdige aanleg van openbaar vervoer, ruimte voor de fiets, voldoende groen en goede verbindingen daartussen, de waterhuishouding, afkoppeling en waterberging, auto’s waar mogelijk van de straat etc.
Kansen
Niet alleen de prijs van fossiele brandstoffen stijgt pijlsnel, dit geldt evenzeer voor tal van grondstoffen als cement, hout en metalen. Dit biedt kansen om het gebruik daarvan terug te dringen en hergebruik van grondstoffen te bevorderen. Ook staat buiten kijf dat over het algemeen het verbouwen van huizen beter is voor het milieu dan sloop en nieuwbouw. Het is meestal niet duurder, vaak zelfs goedkoper. Bovendien is verbouw in plaats van sloop en nieuwbouw een belangrijk voor het behoud van de sociale cohesie en het betaalbaar houden van huurwoningen. Een andere belangrijke kans: als vanaf het begin van het planproces rekening gehouden wordt met duurzaamheid, hoeft het bouwproject bij de uiteindelijke uitvoering niet duurder te zijn. Dit is onder meer gebleken bij het stadsdeelkantoor LeidschenveenYpenburg. Omdat bouwers afhankelijk zijn van bouwvergunningen en bijvoorbeeld gronduitgifte door de gemeente, is het zeer wel mogelijk op het gebied van duurzaamheid hogere eisen te stellen dan het Bouwbesluit voorschrijft.
17
18
7 Meer draagvlak onder jongeren en allochtone Hagenaars Het Haags Milieucentrum hecht veel belang aan een goede communicatie met álle Hagenaars, maar ziet twee specifieke groepen op wie het zich de komende tijd extra wil richten. Over een aantal jaren zal meer dan vijftig procent van de Haagse bevolking zijn wortels in een ander land hebben liggen. Het milieubewustzijn onder de allochtone Hagenaar is over het algemeen geringer dan bij de autochtone Hagenaar, hoewel ook bij die laatste nog wel wat zendingswerk te verrichten valt. Ook jongeren zijn minder milieubewust. Ze groeien op in een tijd dat het belangrijk is de nieuwste mobiele telefoon te hebben of de juiste schoenen te dragen. Dat een consumptieve leefstijl een aanslag betekent op het milieu en de natuur is bij hen vaak te weinig bekend.
Kansen
Bij zowel de allochtone Hagenaars als de jongeren ziet het centrum kansen om de bewustwording over duurzaamheid te stimuleren. Onder veruit de meeste allochtone Hagenaars bestaat immers de wil en de wens tot wederzijds respect en begrip en tot ‘integratie’. Het mede zorgdragen voor de leefkwaliteit bevordert die integratie. Het centrum denkt draagvlak te kunnen creëren door in te zetten op het belang voor de eigen gezondheid van bijvoorbeeld schone lucht, door ondersteuning bij de zorg voor de eigen groene leefomgeving, door een wijkenband tussen een “witte” en een “gekleurde” wijk of door te laten zien dat zuinig energiegebruik een financieel voordeel oplevert. Het centrum wil daarvoor contact zoeken met organisaties die binnen de verschillende allochtone gemeenschappen actief zijn en hen met kennis en advies terzijde staan. Daarbij wordt gedacht aan samenwerking met onder meer buurthuizen, bewonersorganisaties, moskeeën en culturele centra. Bij een onlangs gehouden onderzoek onder scholieren stond milieu boven aan de lijst met bedreigingen voor de toekomst. De indruk is dat onder jongeren de interesse voor maatschappelijke problemen groeit. Ook neemt het inzicht toe dat ze zelf kunnen meewerken aan de oplossing van die problemen, bijvoorbeeld door hun leefstijl aan te passen. De huidige jongeren worden meer dan eerdere generaties getroffen door de afbraak van het milieu en de uitputting van grondstoffen. Dat vergroot de kansen op betrokkenheid, omdat zij het nodige te winnen hebben bij een leefstijl die natuur en milieu minder belast. Het centrum wil jongeren enthousiast krijgen door kennis op een aantrekkelijke manier over te dragen of hen op aansprekende activiteiten met andere jongeren in contact te brengen. Dat kan onder meer door initiatieven van organisaties als Jongeren MilieuAktief, de Jeugdraad of NJN te ondersteunen. Ook valt te denken aan het uitbrengen van een JongerenMilieukrant. Het HMC wil contact leggen met de Haagse Hogeschool. Dat is dé plek om jongeren te bereiken, temeer omdat in tal van studierichtingen duurzaamheid een ‘natuurlijk’ onderdeel kan gaan vormen. Door middel van stages en contacten met studieleiders wil het HMC komen tot een vruchtbare samenwerking. Voor het bereiken van jongeren in het voortgezet onderwijs denkt het centrum aan een goed aanbod van lespakketten en het ondersteunen van docenten.
19
20
4 ACHTERBAN Het Haags Milieucentrum kent momenteel zestien aangesloten organisaties die in bijlage 2 met naam en adres vermeld staan. Die organisaties vergroten de legitimiteit van het werk van het HMC. Daarnaast heeft het Milieucentrum een uitgebreid netwerk van individuen en groepen. Hiermee werkt het HMC structureel of incidenteel samen, afhankelijk van activiteit en onderwerp.
4.1 De aangesloten organisaties Inleiding
Het HMC heeft grote waardering voor de Haagse natuur- en milieuorganisaties en de inzet van talloze deskundige vrijwilligers. Voor het verbreden van het draagvlak voor duurzaamheid onder de Haagse bevolking is het van groot belang dat de organisaties zelf vitaal blijven en met hun activiteiten een zo groot mogelijk publiek bereiken. Het Haags Milieucentrum wil hen daarom dan ook volop ondersteunen. Een goede ‘worteling’ van het Haags Milieucentrum binnen de bij het centrum aangesloten natuur- en milieuorganisaties is vanzelfsprekend van groot belang. Deze organisaties onderschrijven de doelstelling van het HMC en werken op hun gebied aan dezelfde doelstelling. Zij dragen ideeën voor nieuwe projecten aan en werken regelmatig met het centrum samen. Daarvan zijn verschillende geslaagde voorbeelden te noemen. In samenspraak en met instemming van de aangesloten organisaties zijn in 2005 de doelstelling van het HMC en de manier waarop het centrum die wil verwezenlijken in nieuwe statuten vastgelegd. De natuur- en milieuorganisaties in de stad kennen een grote verscheidenheid. Het is onmogelijk voor het HMC om het al deze organisaties altijd even goed naar de zin te maken. Daarvoor zijn de culturen, opvattingen en inzet van de verschillende besturen en actieve leden te verschillend. Bovendien is de ondersteuning en inzet van het centrum beperkt in menskracht en middelen. De ondersteuning is de afgelopen jaren wel uitgebreid. Wensen en tevredenheid worden regelmatig geïnventariseerd. Dit zal de komende jaren zo blijven. Uit schriftelijke en mondelinge enquêtes blijkt een behoorlijk grote tot grote tevredenheid als het gaat om de facilitaire ondersteuning die het HMC biedt. Het HMC heeft er alle begrip voor dat natuur- en milieuorganisaties hun immer beperkte middelen en menskracht voor hun kerntaak willen inzetten. Aan die taak hebben zij hun handen meestal meer dan vol. Dat betekent dat een aantal aangesloten organisaties weinig tijd en energie over heeft om zich te verdiepen in alle beleidsterrein en alle activiteiten en projecten van het HMC. In de nieuwe statuten is daarom de mogelijkheid opgenomen om als organisatie wel bij het HMC aangesloten te zijn, maar zonder de verplichting deel te nemen aan de Raad van Toezicht. Een aantal aangesloten organisaties heeft van die mogelijkheid gebruikgemaakt. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht vereist een behoorlijke verdieping in het reilen en zeilen van het centrum, en dus een tijdsinvestering. De leden van de Raad van Toezicht hebben een grote invloed op de richting van het beleid van het centrum en op de inhoud van de activiteiten. 21
Een wens van een aantal aangesloten natuurorganisaties waaraan wij niet konden voldoen is het bieden van een goed bereikbaar ‘eigen’ onderdak - liefst in een groene omgeving – voor activiteiten, cursussen en bijeenkomsten. Een faciliteit vergelijkbaar met “De Papaver” in Delft heeft het HMC niet te bieden. Het centrum wil echter wel zoveel mogelijk aan die wens tegemoetkomen en is daar ook mee bezig.
Samenwerking en ondersteuning
Het Milieucentrum biedt de aangesloten organisaties ook de komende vier jaar diverse mogelijkheden voor samenwerking en ondersteuning: Uitgebreide facilitaire ondersteuning, zoals bij alle mogelijke vormen van publiciteit en de verspreiding daarvan, bij het verzorgen van Powerpointpresentaties, het gratis beschikbaar stellen van vergaderruimte, het verzorgen van ledenadministratie, het innen van contributie, versturen van brieven en de uitlee van apparatuur. Ondersteuning met kennis, informatie, contacten en verwijzingen Het organiseren van op maat gesneden cursussen, bijvoorbeeld over hoe mensen te werven of te behouden voor organisatorisch werk en hoe deze functies aantrekkelijk te maken Het bieden van een podium om zich in de stad te manifesteren Het in contact brengen met andere organisaties en personen en het uitwisselen van kennis en ervaring Het bundelen van krachten Het adviseren over en ondersteunen bij procedures
4.2 Verbreding De komende vier jaar wil het HMC meer lidorganisaties werven. Ook wil het HMC werken aan een bredere samenstelling van de achterban en het netwerk. Een groei van het aantal aangesloten organisaties versterkt naast de duurzaamheid eveneens de positie van het HMC in de stad. Wil overheidsbeleid succesvol zijn, dan moet de burger de zin ervan inzien én ermee bekend zijn. Regels die de burger niet snapt of kent, worden niet nageleefd. Succes staat of valt daarom bij voldoende draagvlak en een goede voorlichting. Uit tal van beleidsnota’s blijkt dat de gemeente het belang inziet van samenwerking met burgers en maatschappelijke organisaties en een goede communicatie. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid deelt dat inzicht, zo blijkt uit het rapport Vertrouwen in de buurt. Aan de algemene behoefte van de gemeente om te communiceren met de bewoners van de stad meent het centrum een vruchtbare bijdrage te kunnen leveren. Het denkt daarbij onder meer aan een brede voorlichtingscampagne over de gevolgen van fijn stof en de bijdrage die burgers zelf kunnen leveren om de hoeveelheid daarvan te verminderen. Ook heeft het centrum een campagne voor ogen om het belang van gescheiden afvalverzameling te benadrukken, zowel voor het milieu als voor de kosten, en wil het inzetten op 22
een Autovrije Dag, een jaarlijkse Groendag, een Open Energiedag en de Dag van het Haagse Water. Door mensen die zich met hetzelfde onderwerp bezighouden met elkaar in contact te brengen, kunnen nieuwe organisaties ontstaan die zich vervolgens kunnen aansluiten bij het HMC. Deze verbreding kan leiden tot nieuwe vormen van onder de aandacht brengen van ‘duurzame’ onderwerpen. Deze inzet van het centrum kan overigens ook de huidige aangesloten organisaties ten goede komen door de aanwas van nieuwe leden. Individuen kunnen geen lid worden van het Haags Milieucentrum. Het centrum wil individuen die belang hechten aan en zich betrokken voelen bij een duurzame en leefbare wel structureel aan zich binden. Het centrum wil zo het netwerk uitbreiden van bij de stad betrokken deskundigen. Het HMC wil jaarlijks met de slogan Word Vriend van het HMC 25-euro-donateurs werven die het centrum individueel willen steunen. Door vormen te ontwikkelen voor individuele binding aan het centrum, versterkt het HMC de achterban op een nieuwe manier. Het HMC wil de betrokkenheid en deskundigheid binnen het eigen netwerk meer dan voorheen benutten voor het aandragen van nieuwe (ideeën voor) projecten. Organisaties en mensen die ideeën leveren zullen zoveel mogelijk bij de uitwerking en uitvoering daarvan betrokken worden. Het blad Branding is kwalitatief sterk verbeterd. Het centrum wil het blad voor de uitbreiding van het netwerk dan ook meer inzetten. Dit betekent dat Branding meer een platform van betrokken organisaties en individuen kan worden. Het centrum wil de huidige oplage van 1000 exemplaren verdubbelen door onder meer het aantal proefabonnementen te vergroten.
23
5 FINANCIERING Het Haags Milieucentrum ontvangt op dit moment 108.000 euro geïndexeerde basissubsidie en 150.000 euro niet-geïndexeerde projectsubsidie van de gemeente Den Haag. Daarnaast krijgt het centrum gemiddeld ongeveer 100.000 euro uit particuliere fondsen. Het is voor het centrum geen gemakkelijke opgave om buiten de subsidiëring door de gemeente bij particuliere fondsen op het gebied van natuur- en milieu gelden te verwerven voor de uitvoering van projecten. De eenvoudige reden daarvoor is dat er bijzonder weinig fondsen actief zijn op het terrein van duurzaamheid. Voor de uitvoering van het Meerjarenplan 2007-2010 van het HMC zijn extra financiële middelen onontbeerlijk. Deze wil het centrum als volgt besteden: 1 Voor de uitbreiding van onze activiteiten om nieuwe doelgroepen als jongeren en allochtone Hagenaars te kunnen bereiken. De kosten van een extra medewerker voor deze taak met activiteitenbudget zijn ongeveer 55.000 euro. 2 De Melkertregelingen zijn per 1 januari 2006 opgeheven. Een deel van de secretariële en organisatorische ondersteuning en de facilitaire ondersteuning van de aangesloten organisaties is momenteel afhankelijk van de inzet van 2 mensen die aangesteld zijn via deze regeling. Een van onze twee I/D-medewerkers zal per 1 januari 2007 vertrekken zonder dat hij vervangen kan worden. De overgebleven I/D-medewerker kan elk moment vertrekken zonder de mogelijkheid voor het centrum om haar te vervangen. De kosten voor het opvangen van hun vertrek bedragen 30.000 euro. 3 Elk jaar stijgen de (loon)kosten terwijl de – niet-geïndexeerde - projectsubsidie van 150.000 euro niet meestijgt. De kosten zijn per jaar gemiddeld ongeveer 8000 euro. 4 Noodzakelijke kennisvergaring kost veel tijd en het centrum beschikt per breed beleidsterrein over één in deeltijd werkende (0,7fte) projectcoördinator. Het goed op de hoogte zijn en blijven legt een relatief groot beslag op hun toch al beperkte tijd. Daarom willen wij de aanstelling van de projectcoördinatoren uitbreiden van 0,7 naar 0,8. Kosten ongeveer 15.000 euro. 5 Doordat het HMC een kleine organisatie is waar duurdere werknemers niet vervangen kunnen worden door goedkopere, heeft geen van de medewerkers de afgelopen jaren de periodieke loonsverhoging gekregen waar hij of zij bij goed functioneren recht op heeft. Daarvoor is geen geld, aangezien de subsidie niet meegroeit de met stijgende loonkosten die het gevolg zijn van het toekennen van periodieken. Kosten voor 7 deeltijdwerknemers bedragen ongeveer 20.000 tot 25.000 euro. 6 We willen vaker dan nu het geval is voor onderzoek specialistische deskundigheid kunnen inhuren. Kosten ongeveer 10.000 euro. Het extra benodigde bedrag dat voor de komende vier jaar jaarlijks nodig is schatten wij op ongeveer 140.000 euro. Van dit bedrag wil het HMC 100.000 euro verwerven via een verhoging van de gemeentesubsidie. 40.000 euro willen wij extra werven uit particuliere fondsen, via subsidieregelingen van andere overheden en via extra inkomsten door het werven van donateurs.
24
BIJLAGE 1
DOELSTELLING, ORGANISATIE EN WERKWIJZE Doelstelling
Het centrum heeft volgens de statuten tot doel: “Het in de regio Den Haag bevorderen van duurzaamheid in brede zin, in het bijzonder door het vergroten van het draagvlak voor duurzaamheid onder de bevolking en het draagvlak daarvoor onder degenen die verantwoordelijk zijn voor de voorbereiding en uitvoering van beleid”.
Organisatie
Het Haags Milieucentrum is een onafhankelijke natuur- en milieuorganisatie. Het centrum is een stichting en bestaat sinds 1991. Het centrum is onderdeel van het plaatselijke, regionale en landelijke netwerk van natuur- en milieuorganisaties. Alle Haagse organisaties (zie bijlage) die de doelstellingen van de stichting onderschrijven kunnen zich met goedkeuring van de Raad van Toezicht bij het centrum aansluiten. Bestuur en team stellen elke vier jaar een meerjarenplan op. De beoogde projecten en activiteiten worden jaarlijks onder verantwoordelijkheid van het bestuur uitgewerkt in een werkplan met bijbehorende begroting. Aan het begin van ieder jaar wordt aan de hand van een verslag de uitvoering van het vorige werkplan geëvalueerd. Elk jaar wordt onder verantwoordelijkheid van het bestuur voor 1 juli de jaarrekening over het jaar daarvoor gepresenteerd met accountantsverklaring.
Raad van Toezicht en aangesloten organisaties
Elke bij het centrum aangesloten organisatie heeft het recht lid te worden van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de gang van zaken binnen het centrum en heeft goedkeuringsrecht m.b.t. het jaarlijkse werkplan, de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening. De bij het centrum aangesloten organisaties worden bij het opstellen van het werkplan betrokken en kunnen hun wensen en ideeën daarvoor in een vroeg stadium aanleveren. In de Raad van Toezicht hebben momenteel de volgende organisaties zitting: Stichting Aardewerk IVN, vereniging voor natuur- en milieueducatie Den Haag De Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging NIVON Den Haag Fietsersbond afd. Den Haag e.o. ROVER, Vereniging Reizigers openbaar vervoer De Windvogel Milieudefensie Den Haag Stichting Stedenband Den Haag-Warschau
25
Bestuur
Het Haags Milieucentrum wordt bestuurd door het stichtingsbestuur. Dit bestuur wordt gekozen door de Raad van Toezicht en bestaat momenteel uit: Stef de Niet, voorzitter Han Veltman, penningmeester
Hans Alewijnse, secretaris Birgitta Maes, personeel
Team
De dagelijkse leiding van het centrum is gedelegeerd aan de directeur. Iedereen werkt in deeltijd. De formatie is in totaal 4,1 fte, buiten de medewerkers voor de ondersteuning vanuit de Melkertregeling en de WWB. Het team bestaat momenteel uit: Frans van der Steen, directeur en verantwoordelijk voor Algemeen Milieubeleid Sandra Pronk, directie-assistente Aletta de Ruiter, projectcoördinator Natuur en Water Tom Pitstra, projectcoördinator Stedelijke Ontwikkeling, Duurzaam (Ver)Bouwen en Energie Frits Raaphorst, projectcoördinator Mobiliteit Bob Molenaar, communicatiemedewerker Peter Blair en Sandra Kamphuis, ondersteuning, diensten en faciliteiten Henk Timmermans, ondersteuning werkveld Natuur en Water
Werkwijze
De activiteiten van het Haags Milieucentrum zijn te onderscheiden in twee met elkaar verweven hoofdtaken:
1 Het vergroten van het draagvlak voor duurzaamheid door:
a het ondersteunen van en samenwerken met aangesloten organisaties b het uitvoeren van activiteiten en projecten gericht op (delen van) de Haagse bevolking c het ontwikkelen en onderhouden van een breed netwerk van en het samenwerken met in en buiten Den Haag actieve organisaties.
2 Het bereiken van concrete resultaten of het werken aan de voorwaarden daarvoor door: a het uitvoeren van activiteiten en projecten b het meedenken over (overheids-) beleid door gevraagd en ongevraagd advies aan beleidsverantwoordelijken te geven. Het centrum is door al deze activiteiten een ondersteunings-, lobby-, advies- en projectbureau ineen. Daarnaast is het HMC ook een kenniscentrum. Immers, een belangrijke voorwaarde om deze taken goed te kunnen uitvoeren is het verzamelen van kennis en ervaringen op de brede beleidsterreinen waarop het centrum actief is. Kennis wordt vergaard via het bijhouden van wetenschappelijke publicaties en vaktijd26
schriften, de berichten in de lokale media, notities en beleidsnota’s van de verschillende overheden en via de informatie aanwezig bij het Europese, landelijke, regionale en lokale netwerk van natuur- en milieuorganisaties. Ook verzamelen wij voor onze stad relevante ervaringen die in andere steden overal ter wereld zijn opgedaan bij het werken aan duurzaamheid. Ten slotte is goede communicatie belangrijk. Het gaat bij activiteiten en projecten niet alleen om de inhoud, maar ook om het overbrengen van de boodschap. Daaraan worden hoge eisen gesteld. De contacten met de lokale media zijn belangrijk om te zorgen dat er gratis publiciteit gegeven wordt aan de activiteiten van het centrum en de bij het centrum aangesloten organisaties. Die contacten spelen ook een belangrijke rol als het centrum aan de alarmbel trekt omdat de duurzaamheid in de stad in de knel dreigt te komen. Communicatie gaat verder ook over goede informatie-uitwisseling met aangesloten en andere organisaties, het organiseren van de jaarlijkse groependag, de uitgave van een eigen blad, de E-nieuwsbrieven en de MilieuMail.
Toelichting Ad 1 Vergroten draagvlak A. Ondersteuning
Het Haags Milieucentrum ondersteunt de vrijwilligersorganisaties die bij het centrum aangesloten zijn. Het HMC is géén overkoepelende organisatie en treedt niet op namens deze organisaties, tenzij anders afgesproken. De organisaties kunnen bij het HMC terecht voor facilitaire ondersteuning. Dit vaak gratis of tegen beduidend lagere tarieven. Ook particulieren die iets voor natuur of milieu willen betekenen, kunnen een beroep doen op onze diensten. Het centrum ondersteunt de aangesloten organisaties ook inhoudelijk. Het Haags Milieucentrum communiceert met de aangesloten organisaties over ontwikkelingen die consequenties (kunnen) hebben voor natuur en milieu in Den Haag. Vrijwillige natuur- of milieuorganisaties hebben vanzelfsprekend minder mogelijkheden om alle ontwikkelingen die van belang zijn bij te houden. Om op hun terrein een rol van betekenis te kunnen (blijven) spelen is die kennis vaak wel belangrijk.
B. De Haagse bevolking
Het HMC voert ook samen met anderen tal van activiteiten uit die tot doel hebben het draagvlak onder de Haagse bevolking of specifieke doelgroepen daarbinnen te vergroten. Dat zijn er te veel om hier op te sommen. Voorbeelden van brede activiteiten zijn de jaarlijkse Cityduinwandeling voor het promoten en tot stand brengen van het grootste stadspark van Europa, de tweejaarlijkse Haagse Milieuprijs, de aanstaande lancering van de website fietsindeknel.nl en de komende Open Energiedag. Projecten en activiteiten die op een kleinere doelgroep zijn gericht zijn onder meer de uitgave van Branding, het milieucafé De Derde Dinsdag, de Doorenboslezing en als wij daartoe in staat gesteld worden jongeren en ‘allochtone’ Hagenaars.
27
C Breed netwerk
Voor het ontwikkelen van draagvlak en om projecten tot een succes te maken werkt het centrum niet alleen samen met aangesloten natuur- en milieuorganisaties, maar ook met tal van andere organisaties. Denk hierbij onder meer aan de AVN en bewonersorganisaties. Het centrum is onderdeel van het uitgebreide landelijke netwerk van natuur- en milieuorganisaties, waaronder de Stichting Natuur en Milieu en de provinciale Milieufederaties. Regelmatig wordt overlegd en samengewerkt met de andere drie grootstedelijke milieucentra in Amsterdam, Utrecht en Rotterdam. Er zijn contacten met een breed scala van professionele organisaties op verschillende beleidsterreinen, zoals natuur, mobiliteit, ruimtelijke ordening, bouwen en energie. Er is regelmatig contact met ambtenaren van verschillende diensten bij de gemeente, bij Haaglanden, bij de provincie en bij het rijk. Er zijn contacten met ondernemingen en ondernemersorganisaties en met vele commerciële bureaus.
Ad 2 Resultaten A Activiteiten en projecten
Het HMC voert niet alleen activiteiten en projecten uit om het draagvlak voor duurzame maatregelen te vergroten, maar ook om concrete resultaten te bereiken. Een resultaat kan daarbij ook zijn dat plannen of activiteiten die duurzaamheid duidelijk in de weg staan (voorlopig) tegengehouden worden. Die activiteiten en projecten vinden plaats binnen de vier door ons onderscheiden werkvelden: 1 Natuur en Water 2 Stedelijke Ontwikkeling, Duurzaam (Ver)Bouwen en Energie 3 Mobiliteit 4 Algemeen Milieubeleid. De projectmedewerkers op deze verschillende werkvelden worden bij hun activiteiten ondersteund door een communicatiemedewerker.
B Beleidsbeïnvloeding door advies aan beleidsverantwoordelijken
Het HMC geeft om het beleid in duurzame richting te beïnvloeden gevraagd en ongevraagd informatie en advies aan beleidsverantwoordelijken (meestal de gemeenteraad en het college van B&W). We volgen daartoe de politieke en bestuurlijke processen en besluitvormingsprocedures. Het centrum spreekt bijvoorbeeld regelmatig in op commissie- en gemeenteraadsvergaderingen. Ook sturen wij informatie en adviezen aan gemeenteraadsleden en staan we voortdurend in contact met raadsleden, wethouders en (beleids)ambtenaren. We beschikken over een uitgebreid netwerk van contacten met andere belangrijke spelers in Den Haag en omgeving op het gebied van ruimtelijke ordening, natuur- en waterbeheer, mobiliteit etc. In het huidige tijdsgewricht betekent opkomen voor duurzaamheid vaak een kritisch-constructieve opstelling. Van daaruit komt het HMC altijd met uitvoerbare beleidsalternatieven.
28
BIJLAGE 2
AANGESLOTEN ORGANISATIES: Stichting Aarde-Werk Hugo de Grootstraat 10 2518 ED Den Haag 070 345 78 47 (di., wo. en vr. van 09.00-13.00 uur). e-mail:
[email protected] internet: www.aarde-werk.nl Biesieklette Heeswijkplein 86-87 2531 HG Den Haag 070 394 22 11 e-mail:
[email protected] internet: www.biesieklette.nl Stichting Egelopvang Den Haag Postbus 82381 2508 EJ Den Haag 070 325 40 45 De Fietsersbond afdeling Den Haag e.o. Postbus 11638 2502 AP Den Haag 070 345 43 95 e-mail: denhaag@fietsersbond.nl internet: www.fietsersbond.nl/denhaag IVN, Vereniging voor natuur- en milieueducatie Den Haag Pelikaanhof 31 2264 JG Leidschendam 070 327 93 21 e-mail:
[email protected] internet: www.ivndenhaag.nl Stichting Kerk en Milieu Den Haag Rottermontstraat 20 2562 NG Den Haag �070 345 25 41
29
KMTP/’Groei & Bloei’ Den Haag Sijzenlaan 98 2566 WN Den Haag �070 323 35 06 e-mail:
[email protected] internet: www.groei-en-bloei-den-haag.nl KNNV Den Haag Van Halewijnplein 40 2274 VC Leidschendam-Voorburg �070 070 386 76 30 e-mail:
[email protected] internet: www.knnv.nl/den-haag Milieudefensie Den Haag Cannenburglaan 22 2532 AM Den Haag 070 362 15 42 NIVON Den Haag Maarseveensestraat 2 2574 RW Den Haag �070 391 38 21 ROVER De Savornin Lohmanlaan 479 2566 AL Den Haag �070 323 66 23 e-mail:
[email protected] internet: www.rovernet.nl/denhaag Stichting Stedenband Den Haag-Warschau Torenstraat 172 2513 BW Den Haag �070 365 81 83 internet: http://stedenbanddenhaag-warschau.com Haagse Bond van Amateurtuindersverenigingen Postbus 33914 2503BE Den Haag e-mail:
[email protected]
30
Haagse Vogelbescherming Van Trigtstraat 43 2597 VX Den Haag 0174 213 825 e-mail:
[email protected] internet: www.haagsevogels.nl Wereld Natuurfonds Den Haag T. Bos, Karel de Geerstraat 39 2522 PB Den Haag 070 345 13 66 e-mail:
[email protected] De Windvogel dhr. J. Hoogendoorn, Fazantendreef 6 2665 ET Bleiswijk 010 521 59 53 of 06 13 19 26 64. e-mail:
[email protected]. internet: www.windvogel.nl
31