/~t~5ooLL~42~J
_/
Ao2~
121S2
gemeente werkendam Raadhuisplein 1 4251 VZ Werkendam Postbus 16 4250 DA Werkendam
Gemeenteraad
Telefoon: (0183) 50 72 00 Fax: (0183)507300 E-mail:
[email protected]
onderwerp
datum verzonden
20 SEP 11111
toezending convenant woonvoorzieningen
uw brief (datum / kenmerk)
Geachte Gemeenteraad, ons kenmerk
De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) is een brede wet waarbij de gemeente samenwerkt met verschillende maatschappelijke partners. Ook met de woningcorporaties wordt er samengewerkt. Algemene afspraken met de corporatie worden vastgelegd in de Prestatieafspraken. Voor Wmo samenwerking hebben we een afzonderlijk convenant opgesteld. Dit convenant treft u als bijlage aan bij deze brief. Hierin worden zaken geregeld ten aanzien van de woningvoorraad, aanpasbaar bouwen en woningtoewijzing. Een resultaat van de werkwijze, die beschreven wordt in het convenant, is dat burgers niet meer bij twee instanties eenzelfde aanvraag heft in te dienen wanneer verhuizen noodzakelijk wordt in het kader van de Wmo.
~‘~j
~
bijlage(n) behandeld door Matthijs Gardeniers unit samenleving
telefoonnummer 0183-507 309
e-maii matthijs.gardeniers@werkend am.nl
Hoogachtend, burgemeester en wethoud rs va erkendam, de secretaris, ur meester,
rs. H.
.
oe
n
mw. .rs.
:reuer
werkenda m ni .
t .
e
t
Conv- a t woon 00 ienï gen a tscha.peIij~ .ndersteu ng( -
Gemeente Werkendam/Woudrichem
W~ONS~RVk~Ë MCAND~ft
CONVENANT TUSSEN DE GEMEENTEN WERKENDAM EN WOUDRICHEM EN DE WONINGCORPORATIES; WOONLINIE, WOONSTICHTING LAND VAN ALTENA EN WOONSERVICE MEANDER MET BETREKKING TOT WOONVOORZIENINGEN IN HET KADER VAN DE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO) De gemeente Werkenciam en Woudrichem, ten deze op grond van artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar wethouders, respectievelijk de heer D. Prosman en de heer B. van Vessem, hierna te noemen “de gemeente” en De besturen van de woningcorporaties “Woonlinie”, “Woonstichting Land van Altena” en “Woonservice Meander”, vertegenwoordigd door hun directeuren/bestuurders, respectievelijk mevrouw M.W.M. van Wijk, de heer C. Biesheuvel en de heerW. Bijl, hierna te noemen “verhuurder” Overwegende 1.
2. 3.
4. 5. 6.
7.
dat de gemeente op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) een compensatieplicht heeft om o.a. in woonvoorzieningen te voorzien, ten behoeve van de in de gemeente woonachtig zijnde woningzoekenden met een lichamelijke beperking. Het gaat hier om ruimten die dienst doen of gaan doen als hoofdverblijf. Onder hoofdverblijf wordt verstaan de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de aanvrager zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven of zal staan ingeschreven; dat beide gemeenten hiertoe een Verordening Wmo, Besluit Wmo en Verstrekkingenboek Wmo hebben vastgesteld (bijlage 1) welke op dit convenant van toepassing zijn; dat tot de werkzaamheden van de verhuurder onder meer het bouwen van woongelegenheden of het treffen van zodanige voorzieningen aan in het bezit zijnde woongelegenheden behoort, dat woningzoekenden met een lichamelijke beperking zonder passende woongelegenheid volgens redelijke wensen kunnen worden gehuisvest; dat de gemeente gegeven haar compensatieplicht belang heeft bij een efficiënte en doelgerichte besteding van de financiële middelen; dat de verhuurder belang heeft bij een verantwoorde kwaliteit van de woningaanpassingen in zijn woongelegenheden en bij een verantwoorden dekking van de daarmee gepaard gaande exploitatie risico’s; dat partijen erkennen dat woningzoekenden met een lichamelijke beperking bij uitvoering van de Wmo geen voordeel hebben bij omslachtige, langdurige procedures en uitvoeringshandelingen. Om dit te voorkomen dienen gemeente en verhuurder een duurzaam en werkbaar kader te ontwikkelen waarbinnen de samenwerking plaatsvindt; dat partijen daarom met elkaar afspraken wensen te maken over het aanbrengen van woonvoorzieningen;
zijn het volgende met elkaar overeengekomen: Artikel 1 1.
Definities
Woonruimte: de zelfstandige woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen en waar de woningzoekende met een lichamelijke beperking zijn hoofdverblijf zal hebben. 2. Woningverbetering: onderhoud aan en verbetering van de woonruimte. 3. Woningaanpassing: ingreep van bouwkundige of woontechnische aard in of aan de woonruimte met het daarbij behorende bijgebouw en/of erf die eigendom zijn van de verhuurder / eigenaar die: a. gericht is op het opheffen of verminderen van ergonomische belemmeringen die een woningzoekende met een lichamelijke beperking bij het normale gebruik van zijn woonruimte ondervindt, of b. betrekking heeft op een uitraasruimte. of c. betrekking heeft op het bezoekbaar maken van een woning. 4. Onder woningaanpassing wordt tevens verstaan het treffen van voorzieningen aan een woongebouw met het doel de woningen in dit woongebouw voor woningzoekenden met een lichamelijke beperking toegankelijk te maken. 5. Jaar van verstrekking: het kalenderjaar waarin het toekenningsbesluit heeft plaatsgevonden. 6. Werkelijke kosten van huurderving: de totale huurprijs gedurende de periode van leegstand. De huurprijs is maandelijks gelijk aan de huurprijs die aan de laatste bewoner in rekening is gebracht, vermeerderd met de jaarlijkse huuraanpassing indien 1 juli valt in de periode van leegstand, plus de servicekosten en stookkosten voor zover deze laatste in de huurprijs zijn opgenomen. 7. Woningzoekende met een lichamelijke beperking: een persoon ten gevolge van ziekte en/of chronische psychische en psychosociale problemen moeilijkheden heeft met het uitvoeren van activiteiten bij normale deelname aan het maatschappelijke verkeer 8. Algemeen gebruikelijk: naar geldende maatschappelijke normen tot het gangbare gebruiks- dan wel bestedingspatroon van een persoon als een aanvrager behorend. De in bijlage 2 van dit convenant opgenomen voorzieningen worden in ieder geval als algemeen gebruikelijk aangemerkt. 9. Compensatiebeginsel: de algemene verplichting van het gemeentebestuur om de aantoonbare beperkingen in de zelfredzaamheid op het gebied van het voeren van een huishouden, het zich verplaatsen in en om de woning en om zich lokaal per vervoermiddel te verplaatsen en bij de maatschappelijke participatie, weg te nemen (toelichting: beperkingen hoeven niet alleen door ziekte en gebrek. Het begrip is in de WMO ruimer) 10. Zorgplicht woningwet: woningcorporaties dragen volgens redelijke wensen bij aan het tot stand brengen van huisvesting voor ouderen, woningzoekenden met een lichamelijke beperking en mensen die zorg of begeleiding nodig hebben. Naast het bouwen gaat het daarbij ook om het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming van arrangementen met betrekking tot wonen, zorg- en dienstverlening, die het zelfstandig wonen bevorderen (zie artikel 12b BBSH). 11. Aanpasbaar bouwen: bij nieuwbouw en verbouw realiseren van woonruimte die niet op voorhand speciaal is aangepast en bestemd voor woningzoekenden met een lichamelijke beperking, maar die zodanig is ontworpen dat latere aanpassingen op eenvoudige en daardoor relatief goedkope wijze kunnen plaatsvinden wanneer de bewoner beperkt raakt. 12. Woonkeur: WooriKeur is het certificaat voor nieuwbouwwoningen. Het certificaat wordt afgegeven aan nieuwbouwwoningen met voldoende woontechnische kwaliteit: een woning met WoonKeur kent een hoog niveau aan gebruikskwaliteit, inbraakwerenclheid, sociale veiligheid, toegankelijkheid, flexibiliteit en aanpasbaarheid. Een woning met VVoonKeur is een levensloopbestendige woning 13. Handboek voor toegankelijkheid: Dit handboek is een uitgebreid naslagwerk met ontwerprichtlijnen en suggesties die betrekking hebben op bereikbaarheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid van cle stedelijke inrichting, gebouwen en woningen. 14. Voor zover niet vermeldt gelden de definities zoals genoemd in de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.
Artikel 2 Afstemmen woningvoorraad op specifieke behoefte woningzoekende met een lichamelijke beperking 1.
Partijen zullen in goed overleg de woningvoorraad zo doelmatig inrichten op de specifieke woonbehoefte van woningzoekende met een lichamelijke beperking. 2. De gemeente verstrekt een financiële tegemoetkoming in de kosten van een woningaanpassing als bedoeld in artikel 1 lid 3 en 4 van dit convenant en met inachtneming van de bepalingen uit de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, het Besluit Wmo en het Wmo verstrekkingenboek. 3. De verhuurder zal daarbij aangeven waar en op welke wijze op een zo doelmatig mogelijke manier in de specifieke woonbehoeften van woningzoekende met een lichamelijke beperking kan worden voorzien. Artikel 3
Aanpasbaar bouwen (nieuwbouw)
1.
De verhuurder verklaart zich bereid bij nieuwe woningbouwprojecten in samenwerking met de gemeente vooraf te onderzoeken of en in hoeverre het mogelijk is woonvoorzieningen te treffen welke de geschiktheid van deze woningen of woningcomplexen voor woningzoekenden met een lichamelijke beperking, als toekomstige huurders vergroot. Daarbij is de verhuurder mede gebonden aan hetgeen bepaald is in artikel 12 b van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH). 2. De verhuurder spant zich in om bij nieuwbouwprojecten in beginsel aanpasbaar te bouwen. Dit houdt in dat woonvoorzieningen die voor (bijna) alle bewoners noodzakelijk zijn, voor die doelgroep algemeen gebruikelijk zijn, standaard in het nieuwbouwproject thuis horen en niet middels de Wmo door de gemeente kunnen worden vergoed. 3. De gemeente en de verhuurder hebben een gezamenlijke inspanningsplicht om nieuwe woningen te bouwen zoveel mogelijk conform het WoonKeur certificaat voor nieuwbouwwoningen. Het gaat hierbij om de basiseisen WoonKeur (checklist A de directe woonomgeving, checklist B het woongebouw en checklist C de woning- zie bijlage 5). 4. De gemeente en de verhuurder hebben een gezamenlijke inspanningsplicht om nieuwe seniorenwoningen en wooncomplexen minimaal te laten voldoen aan het Handboek voor toegankelijkheid. Indien in de wooncomplexen zorg zal worden geboden dienen de richtlijnen ruimer te worden toegepast ivm extra ruimte die nodig is voor het verlenen van zorg en het gebruik van hulpmiddelen. Artikel 4 1.
Aan pasbaar verbouwen (verbeteringen/renovatie)
Indien de verhuurder voornemens is één of meer woningen (al dan niet ingrijpend) te verbeteren, verklaart deze in samenwerking met de gemeente vooraf te onderzoeken of en in hoeverre het mogelijk is woonvoorzieningen te treffen welke de geschiktheid van (een gedeelte van) deze woningen voor woningzoekenden met een lichamelijke beperking als toekomstige bewoners te vergroten. 2. De verhuurder zal de gemeente meedelen wat de extra kosten zijn van het aanbrengen van deze voorziening(en). 3. De gemeente toetst of de kosten in het tweede lid voldoen aan de uitgangspunten van de Wmo en stelt de financiële tegemoetkoming vast. 4. Verhuurder verklaart om voorzienbare woningverbeteringen en/of sioop van woningen zo spoedig mogelijk te melden aan de gemeente, Loket Altena. Dit om kapitaalvernietiging als gevolg van dure Wmo aanpassingen te voorkomen. 5. Kosten van een verhuizing in verband met sloop van de woning van een woningzoekende met een lichamelijke beperking van een adequate woning naar een niet adequate woning, komen niet voor rekening van de gemeente. Deze vallen onder het sociaal protocol van de (slopende) corporatie.
Artikel 5
Registratiesysteem
1.
Beide partijen houden een registratiesysteem bij van / streven naar de opzet van een registratiesysteem van (reeds) in de gemeente aanwezige, met financiële steun van de gemeente aangepaste woningen. 2. De verhuurder zal de te verwachten leegstand met betrekking tot de in lid 1 vermelde woningen aan de gemeente melden, zodra dit bekend is. 3. De gemeente zal binnen 4 weken na de in lid 2 bedoelde melding, aan de verhuurder kenbaar maken dat zij de woning wil reserveren voor een woningzoekende met een lichamelijke beperking. 4. De gemeente en de corporaties hebben een inspanningsverplichting om de burger van informatie te voorzien. Hiertoe stelt de gemeente een folder op. Informatie zal ook geplaatst worden op de websites van de gemeente / Loket Altena, de woningcorporaties/WoneninAltena. Artikel 6 1.
2. 3.
4. 5.
6. 7.
Woningtoewijzing
De verhuurder mag een in artikel 5 bedoelde woning niet eerder opnieuw verhuren dan nadat de verhuurder het vrijkomen van de woning aan de gemeente heeft gemeld. De gemeente bevestigt schriftelijk dat er geen bezwaar is tegen het opnieuw verhuren van de woning door Wonen in Altena. De in lid 1 bedoelde verklaring van geen bezwaar wordt geacht te zijn verleend indien de gemeente geen gebruik heeft gemaakt van de in artikel 5 lid 3 vermelde reserveringsmogelijkheid. Zodra de gemeente een woning heeft gereserveerd, blijft deze gedurende een periode van maximaal 6 maanden buiten de reguliere woningtoewijzing. Deze termijn kan op verzoek van de gemeente met maximaal 3 maanden worden verlengd, indien vaststaat dat binnen deze periode een woningzoekende met een lichamelijke beperking voor de woning in aanmerking komt. Indien de gemeente binnen de in lid 3 genoemde periode(n) geen geschikte kandidaat voor de woning heeft geselecteerd, wordt de in lid 1 bedoelde verklaring van geen bezwaar geacht te zijn verleend. De gemeente geeft aan de corporatie door voor welke woningen (verhuurd met een WMO verhuisnoodzaak) een verhuisintentie door partner na verlating van woning geldt. De verhuisintentie (WMO-verhuisnoodzaak) wordt als onderdeel van het huurcontract door de eigenaar van de woning aan de huurder opgelegd. De gemeente ontvangt hiervan een kopie. De toewijzing van huurwoningen vindt plaats middels “Wonen in Altena”, het gezamenlijke huurwoningverdeelsysteem van de 3 corporaties; Woningtoewijzing geschiedt conform de inkomensregels van “Wonen in Altena”.
Artikel 7
Woonvoorzieningen
De door de gemeente aan de verhuurder te verstrekken financiële tegemoetkoming kan bestaan uit een tegemoetkoming in de kosten van: 1.
Aanpassen individuele woningen a. aanpassing van de woning; b. onderhoud, periodieke keuring en reparatie van stoelliften, rolstoel- of staplateauliften, woonhuisliften hefplateauliften, balansl iften plafondtilliften, mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel, elektromechanische openings- en sluitingsmechanismen van deuren, toilet met douche/föhn inrichting; c. huurderving indien de aangepaste woning is opgenomen in het registratiesysteem (zie artikel 5)
2. Aanpassen gemeenschappelijke woongebouwen Gelet op het individuele karakter van voorzieningen zijn gemeenschappelijke voorzieningen uitgesloten van de gemeentelijke zorgplicht. Op grond van de Verordening voorzieningen
maatschappelijke ondersteuning kunnen burgemeester en wethouders uitsluitend voorzieningen treffen aan gemeenschappelijke ruimten zoals genoemd in artikel 26 van de verordening.
3. Trapliften a. Trapliften worden uitsluitend in bruikleen door de gemeente verstrekt. Kosten voor plaatsing, onderhoud en reparatie worden door de gemeente rechtstreeks aan de leverancier voldaan. b. Voor verwijdering van een in bruikleen geplaatste traplift, neemt de verhuurder contact op met de gemeente. c. De kosten voor het verwijderen van de traplift komt op rekening van de gemeente en de daarmee verbandhoudende herstelwerkzaamheden zijn voor rekening van de corporatie. d. Wanneer bekend is dat een woning Vrij zal komen dient de woningcorporatie direct een match te zoeken met bewoners die een noodzaak tot verhuizen hebben. Wanneer dit niet mogelijk blijk te zijn dient dit aan de gemeente doorgegeven te worden. e. Voor vrijkomende woningen met een traplift is de afspraak dat deze maximaal 4 weken worden vrijgehouden. In deze periode wordt door de gemeente gezocht naar een mogelijke nieuwe bewoner. Bijzondere omstandigheden blijven bespreekbaar. f. Indien artikel 3 lid e aan de orde is komen de woningcorporaties in aanmerking voor de huurderving conform artikel 11. 4.
Onderhoud- en reparaties units en aanbouwen a. b.
Artikel 8
Units zijn tijdelijk en blijven eigendom van de gemeente: reparaties en onderhoud voor rekening van de gemeente; Gebouwde aanbouwen worden eigendom van de woningcorporaties. Latere reparaties en onderhoud zijn dan voor rekening van de wooncorporaties. Kwaliteit van de aanpassingen
1.
De op grond van de Wmo gesubsidieerde woningaanpassingen dienen van een kwaliteit conform de toepasselijke normering te zijn. 2. Iedere aanpassing moet (medisch) adequaat zijn. Een aanpassing is adequaat wanneer die aanpassing de beperkingen van een persoon wegneemt, dan wel vermindert. 3. Bij de realisatie van een woningaanpassing is het uitgangspunt van de Wmo dat wordt gekozen voor de goedkoopst adequate oplossing met een goede kwaliteit. Dit wordt gerelateerd aan hetgeen gangbaar is in de sociale woningbouw. 4. Er wordt geen voorziening verstrekt wanneer deze als algemeen gebruikelijk wordt aangemerkt (zie artikel 1 lid 8). Artikel 9 Kosten van de woningaanpassing 1.
Indien de totale kosten van een woningaanpassing ten hoogste € 1 .000,00 exclusief BTW per kalenderjaar bedragen, worden deze kosten gedragen door de verhuurder. 2. Indien cle totale kosten van een woningaanpassing hoger zijn dan € 1.000,00 exclusief BTW, worden de kosten volledig door de gemeente vergoed. 3. Kosten van toezicht worden tot 10% van cle geaccepteerde offerte door de gemeente vergoed, indien er sprake is van een woningaanpassing waarvan de kosten meer dan € 8.000,00 exclusief BTW bedragen. 4. Kosten van administratie worden niet door de gemeente vergoed.
Artikel 10 Procedures Partijen hebben afspraken gemaakt over de te volgen procedures bij woningaanpassingen: 1. Nadat de aanvraag voor een woningaanpassing bij de gemeente is ingediend, wordt een indicatie gesteld, waarbij de Wmo-indicatiesteller een programma van eisen voor de goedkoopst adequate woningaanpassing opstelt of laat opstellen. 2. Bij iedere aanvraag dient een deskundigenadvies te worden uitgebracht. 3. Verhuurder vraagt, bij een woningaanpassing waarvan de kosten meer dan € 1 .000,00 bedragen, op basis van het programma van eisen bij één of meerdere aannemers een vrijblijvende offerte op. Conform het inkoopbeleid van de gemeente dient door de verhuurder: a. bij aanpassingen van ten hoogste € 5.000,00: 1 offerte te worden ingediend; b. bij aanpassingen van €5.000,00 € 10.000,00: 2 offertes te worden ingediend; c. bij aanpassingen van € 10.000 € 25.000,00: 3 offertes te worden ingediend; d. bij aanpassingen van € 25.000,00 € 206.000,00: 4 offertes te worden ingediend. 4. De gemeente bespreekt in overleg met de verhuurder welke offerte in aanmerking komt voor het verlenen van een financiële tegemoetkoming of als basis geldt voor het vaststellen van het persoonsgebonden budget. Uitgangspunt hierbij is de goedkoopst adequate oplossing met goede kwaliteit en prijs. 5. De gemeente geeft vervolgens toestemming voor de woningaanpassing, op voorwaarde dat niet reeds zonder toestemming de werkzaamheden waarop de financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget zijn gebaseerd, zijn aangevangen. 6. De verhuurder is verantwoordelijk voor de uitvoering van de woningaanpassing conform het programma van eisen. 7. De gemeente verleent slechts een financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing, indien de door hen aangewezen persoon toegang is verstrekt tot de woonruimte waar de woningaanpassing wordt verricht. Controle vindt achteraf plaats. De door de gemeente aangewezen persoon dient tevens inzage te krijgen in bescheiden en tekeningen, welke betrekking hebben op de woningaanpassing en in de gelegenheid te worden gesteld de woningaanpassing te kunnen controleren. 8. Na voltooiing van de werkzaamheden, doch uiterlijk binnen zes maanden na aanvang van de werkzaamheden voor het aanpassen van de woning, verklaart de verhuurder aan de gemeente dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. Deze gereedmelding is tevens een verzoek tot vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming. 9. De financiële tegemoetkoming wordt uitbetaald aan de verhuurder indien na controle blijkt dat de woningaanpassing correct is uitgevoerd. 10. De gemeente heeft informatie- en adviesplicht en vanuit die rol informeert de gemeente de bewoner over de regeling woonvoorzieningen middels schriftelijke informatiefolder en mondelinge informatie. -
-
-
Artikel 11 Huurderving 1.
Na een huurbeëindiging van een door de gemeente te reserveren woning, verleent de gemeente aan verhuurder een financiële tegemoetkoming voor de periode dat de woning daadwerkelijk wordt gereserveerd. De financiële tegemoetkoming wordt vastgesteld op de bruto huurprijs van de woonruimte met een maximum van het bedrag genoemd in artikel 13 lid 1 sub a Wet op de huurtoeslag (WHT) gedurende maximaal 6 maanden met de mogelijkheid om de periode met 3 maanden te verlengen.
Artikel 12 Kosten van het verwijderen van voorzieningen Een financiële tegemoetkoming in de kosten van het verwijderen van Wmo-voorzieningen is in het kader van de Wmo niet verplicht en wordt slechts bij uitzondering verstrekt. De gemeente heeft er immers belang bij dat de aangepaste woningen zo veel mogelijk ter beschikking blijven van woningzoekenden met een lichamelijke beperking. Uitgangspunten zijn: 1. Verstrekte woonvoorzieningen kunnen door de verhuurder zonder overleg met de gemeente uit de woning worden verwijderd voor zover de aankoopkosten minder bedragen dan € 1 .000,00 excl. BTW. Indien de aankoopkosten hoger zijn dan voormeld bedrag, dient vooraf overleg plaats te vinden met de gemeente. 2. Alle woonvoorzieningen die in bruikleen zijn verstrekt, worden pas verwijderd nadat overleg met de gemeente heeft plaatsgevonden. 3. De gemeente kan de verhuurder een financiële tegemoetkoming verstrekken in de kosten van het verwijderen van een voorziening, voor zover de gemeente hier vooraf mee heeft ingestemd. De financiële tegemoetkoming wordt vastgesteld op het bedrag dat vooraf door de gemeente is goedgekeurd. 4. De woonvoorziening wordt bij mutatie/ bewonerswisseling verwijderd als de nieuwe bewoner het niet nodig heeft. Artikel 13 Hergebruik Partijen streven zoveel mogelijk naar hergebruik van eerder verwijderde woonvoorzieningen. Artikel 14 Betaling van de financiële tegemoetkoming 1.
De financiële tegemoetkoming in de kosten van een woningaanpassing wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen acht weken nadat de schriftelijke gereedmelding heeft plaatsgevonden, en zonodig getoetst is op adequaatheid, uitbetaald. 2. De overige financiële tegemoetkomingen worden, uiterlijk binnen acht weken nadat de voorzieningen en de als gevolg daarvan gemaakte kosten zijn goedgekeurd door de gemeente, betaald. 3. Afwijking van het bepaalde in lid 1 en 2, is mogelijk bij grotere woonvoorzieningen vanaf €10.000 en indien zowel de verhuurder als de gemeente daarmee kunnen instemmen. Artikel 15.1 Wmo-verhujsnoodzaak 1. Verhuisnoodzaak: van een noodzaak tot verhuizen is sprake in dien: Geconstateerd wordt bij de indicatiestelling dat er op medische gronden een dringende noodzaak is tot verhuizen op basis van de huidige woonproblematiek en verhuizing niet uitgesteld kan worden. En; De woning niet aanpasbaar is of De woning wel aanpasbaar is, maar woningaanpassing (op termijn) geen adequate oplossing biedt op basis van de ontwikkeling van het ziektebeeld of; De woning wel aanpasbaar is, maar het een zeer dure woningaanpassing betreft 15.000), die niet op korte termijn te realiseren is; -
-
-
-
Artikel 15.2 Procedure Wmo-verhuisnoodzaak Partijen hebben afspraken gemaakt over de te volgen procedure bij een Wmo-verhuisnoodzaak 1. De gemeente meldt (mondeling en schriftelijk) aan belanghebbende dat deze zich moet inschrijven als woningzoekende bij Wonen in Altena, het gezamenlijk huurwoningverdeelsysteem van de corporaties. 2. De gemeente brengt de verhuurder(s) schriftelijk op de hoogte van de Wmo-verhuisnoodzaak. 3. De verhuurder informeert de gemeente indien belanghebbende voor een woning in aanmerking wordt gebracht, zodat de gemeente de geschiktheid van de woning kan beoordelen. 4. Wanneer cle gemeente een indicatie voor een Wmo-verhuisnoodzaak afgeeft, wordt meteen bekeken of een woonzorgindicatie afgegeven moet worden. Zo ja, dan wordt deze indicatie verstrekt zonder dat de andere partij een eigen onderzoek tot indicatie instelt of een aparte aanvraag eist.
5. Wanneer Trema een woonzorgindicatie afgeeft, wordt meteen bekeken of een Wmo verhuisnoodzaak nodig is. Zo ja, dan wordt deze indicatie verstrekt zonder dat de andere partij een eigen onderzoek tot indicatie instelt of een aparte aanvraag eist. Artikel 16 Wijziging convenant 1. 2.
Iedere Partij kan, indien hiertoe aanleiding bestaat, om herziening vragen van hetgeen in dit convenant is opgenomen. Met wederzijds goedvinden kan dit convenant worden aangepast Dit convenant wordt ieder kalenderjaar voor 1 juli geëvalueerd.
Artikel 17 Inwerkingtreding en geldigheidsduur 1.
Dit convenant treedt in werking op 1juli 2011 en wordt aangegaan voor een periode van twee jaar tijd. 2. Dit convenant kan door de partijen opgezegd worden. De opzegtermijn bedraagt twee maanden, tenzij opzegging gebeurt met instemming van alle convenantpartijen. Artikel 18 Citeertitel Deze Overeenkomst kan worden aangehaald als Convenant woonvoorzieningen Wmo gemeente Werkendam/Woudrichem 2011. Aldus overeengekomen en getekend te Werkendam op Namens h~ de weth
van burgemeester en wethouders, gemeente Werkendam 1. k~iAltencj
Namens het College van burgemeester en wethouders, Ie wethouder van de gemeente Woudrichem 1~
Stichting Woonlinie de direct
W~DNL~NIE
~uwM.W.M.van Wijk
Woonstichting ~ van Altena de directeur! stuurder
de heer C.
lesheuvel
Stichting Woons~ de directeur!bestui
Ier
..)
)
WOONSERVrCE MEANDER
de heerW. Bijl
Bijlage 1) Stroomschema en procedure verhuisnoo.dzaak/woonzorgindicatie