Gemeente Aalburg, gemeente Werkendam en gemeente Woudrichem
Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 5 augustus 2014
DATUM
5 augustus 2014
TITEL
Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
ONDERTITEL
Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem
[email protected] www.companen.nl
OPDRACHTGEVER
Gemeente Aalburg, gemeente Werkendam en gemeente Woudrichem
(026) 351 25 32 @Companen BTW NL001826517B01 IBAN NL95RABO0146973909 KVK 09035291
AUTEUR(S)
Wietske Tideman Jeroen Lijzenga
PROJECTNUMMER
870.102/G
Inhoud Samenvatting en conclusies Conclusies per gemeente
1 2
1
Inleiding 1.1 Bereiken van mantelzorgers en vrijwilligers 1.2 Onderzoeksaanpak 1.3 Responsverantwoording 1.4 Leeswijzer
4 4 5 5 6
2
Mantelzorgers 2.1 Wie wordt er verzorgd 2.2 Wat beweegt mantelzorgers 2.3 Delen van de zorg 2.4 Belasting door de mantelzorg 2.5 Ondersteuningsbehoefte en ondersteuning
7 7 7 8 8 9
3
Vrijwilligers 3.1 Aard van het vrijwilligerswerk 3.2 Wat beweegt vrijwilligers? 3.3 Belasting 3.4 Ondersteuningsbehoefte 3.5 Vrijwilligerswerk stimuleren
Bijlage 1. Figuren Algemeen Mantelzorgers Vrijwilligers Bijlage 2. Vragenlijst mantelzorg & vrijwilligerswerk
11 11 11 12 13 13 1 1 2 8 15
Samenvatting en conclusies Er gaat de komende tijd veel veranderen in de manier waarop zorg en ondersteuning worden georganiseerd. De overheid zal in de toekomst een groter beroep doen op burgers om elkaar te ondersteunen als dat nodig is. Gemeenten hebben de taak om vrijwilligers en mantelzorgers te ondersteunen, mochten zij daaraan behoefte hebben. De gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem willen graag meer inzicht in de mate waarin mantelzorg en vrijwilligerswerk wordt verricht en de ondersteuningsvraag van mantelzorgers en vrijwilligers. Daarom hebben zij gezamenlijk een onderzoek uit laten voeren naar dit onderwerp. Voor het onderzoek zijn gericht mantelzorgers benaderd die bij instellingen bekend zijn. Er is een enquête uitgezet onder een steekproef van inwoners van 45 jaar en ouder. Daarnaast konden inwoners uit eigen initiatief de enquête invullen. Hiervoor is via verschillende kanalen een oproep uitgegaan. Er werden 614 enquêtes ingevuld.
Mantelzorgers Ongeveer de helft van de respondenten geeft aan mantelzorger te zijn. Veelal gaat het om (op regelmatige basis) verzorging en / of ondersteuning van (schoon)ouder(s) of partner. De aard van de mantelzorg is divers en veelzijdig. Het gaat met name om praktische ondersteuning; hulp bij vervoer of hulp bij huishoudelijke zaken. Eén op de drie geeft aan dat hij persoonlijke verzorging verleent. De mantelzorg is intensief, in de meeste gevallen dagelijks (40%) of meerdere malen per week (30%). De belangrijkste motivatie om mantelzorg te verlenen, heeft te maken met een gevoel van morele verplichting; men vindt dat je dat voor elkaar doet, dat het normaal is en men doet het uit liefde en genegenheid van degene die het betreft. De meeste mantelzorgers kunnen de zorg delen met een ander en de samenwerking rondom de hulpvrager verloopt vaak goed. Ook de samenwerking met professionele zorgverleners verloopt goed. Eén op de drie mantelzorgers voelt zich niet tot nauwelijks belast door de mantelzorg die zij verlenen. Eén op de vijf mantelzorgers voelt zich echter zwaar belast of zelfs overbelast. Als men niet op iemand in de omgeving kan terugvallen om (incidenteel of regelmatig) een deel van de mantelzorg over te nemen, voelt men zich zwaarder belast. Aan (aanvullende) ondersteuning van organisaties heeft bijna niemand behoefte. Men redt zich zoals het nu gaat of met de ondersteuning die men reeds van organisaties ontvangt.
Vrijwilligers 60% tot 70% van de respondenten is naar eigen zeggen vrijwilliger. In de meeste gevallen zet men zich vrijwillig in voor een vereniging of bij het ondersteunen van ouderen, zieken of mensen met een beperking. Voor de meesten geldt dat zij al langere tijd dit vrijwilligerswerk doen en er niet over denken om er in de nabije toekomst mee te stoppen. Redenen om vrijwilligerswerk te doen hebben te maken met een gevoel wat nuttigs te doen voor de samenleving en voor anderen. Ook intrinsieke redenen spelen mee; men vindt het leuk, voelt zich gewaardeerd. Als men nu geen vrijwilligerswerk doet, is men er meestal ook niet toe bereid als iemand het zou vragen. Redenen dat mensen géén vrijwilligerswerk doen zijn tijdgebrek, dat men er lichamelijk niet (meer) toe in staat is of er liever niet aan vast zit. Voor veruit de meesten is het vrijwilligerswerk goed te combineren met andere bezigheden. De helft van de vrijwilligers voelt zich dan ook niet zwaar belast.
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
1
Niet iedereen is op de hoogte van ondersteuningsmogelijkheden. Weinig respondenten maken er gebruik van en aan (aanvullende) ondersteuning heeft nagenoeg niemand behoefte. Op de vraag wat mensen zou aanzetten om wel vrijwilligerswerk te gaan doen, komt vooral naar voren dat informatie over wat er te doen is, van belang is.
Concluderend
Mantelzorg wordt vooral verleend binnen de familiekring. De zorg is redelijk intensief, veelal dagelijks of meerdere malen per week. Men verwacht vaak dat de zorg in de toekomst in intensiteit zal toenemen, maar men ziet veelal geen mogelijkheden om zelf meer mantelzorg te gaan verlenen. Men vindt het normaal en vanzelfsprekend om mantelzorg te verlenen aan iemand uit de omgeving die dit nodig heeft. De meeste mantelzorgers lijken zich goed te redden; zij kunnen de zorg delen met familieleden (wat goed verloopt), kunnen aanspraak doen op iemand om af en toe taken over te nemen en veruit de meeste mantelzorgers hebben dan ook geen behoefte aan ondersteuning. Dat neemt niet weg dat mantelzorg verlenen wel veel vergt van mensen. Dat uit zich op alle aspecten van het leven; zowel lichamelijk, persoonlijk (psychisch en emotioneel, tijdgebrek) als op het gezin (relatieproblemen, te weinig tijd voor elkaar). En ongeveer één op de vijf mantelzorgers voelt zich zwaar belast of overbelast. Vrijwilligerswerk is divers; in zowel het type vrijwilligerswerk als de intensiteit waarin men het doet. Meer dan mantelzorg is vrijwilligerswerk een keuze, men doet het dan ook omdat men het leuk vindt, omdat het voldoening geeft en als vorm van ‘zingeving’. Het lijkt dan veelal iets te zijn dat men graag doet en zodoende is het ook niet vaak ‘te veel’ voor mensen. Aan ondersteuning hebben niet veel mensen behoefte.
Conclusies per gemeente Over het algemeen komen de uitkomsten voor de drie gemeenten in grote mate overeen. Toch zijn er ook enkele verschillen. Hieronder een aantal noties per gemeente:
Aalburg
De mantelzorgers in Aalburg verlenen gemiddeld intensief mantelzorg; ruim 80% verleent één of meermalen per week mantelzorg. Ondanks het relatief zware tijdsbeslag dat de mantelzorg vergt, zien mantelzorgers in Aalburg vaker mogelijkheden om meer mantelzorg te verlenen aan degene die zij verzorgen dan in de andere twee gemeenten. Wat vaker dan in de andere gemeenten is men op de hoogte van het bestaan van ondersteuningsorganisaties. Vrijwilligers zijn echter gemiddeld juist wat minder vaak op de hoogte van de mogelijkheid om ondersteund te worden.
Werkendam
De mantelzorgers in Werkendam verlenen iets minder intensief mantelzorg dan in de andere gemeenten. Ook ziet men geen mogelijkheden om de mantelzorg te intensiveren; slechts 15% van de mantelzorgers ziet mogelijkheden om meer zorg te verlenen aan de hulpbehoevende, van wie men wel verwacht dat deze in de toekomst meer zorg nodig zal hebben. Daarnaast geven in Werkendam relatief meer mensen aan dat zij er alleen voor staan in hun zorg voor de mantelzorger, dat er geen andere mantelzorgers zijn die zorg verlenen. Men voelt zich dan ook zwaarder belast dan in de andere gemeenten en ondervindt vaker problemen door het feit dat men mantelzorg
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
2
verleent. Dat lijkt een kwetsbare situatie, wie kan er zorg verlenen als het de mantelzorger écht te veel wordt?
Woudrichem
De intensiteit van mantelzorg in Woudrichem is vergelijkbaar met Aalburg, bijna 90% verleent ten minste één maal per week mantelzorg. Toch voelen mantelzorgers zich wat minder zwaar belast dan in andere gemeenten. Dat kan ook te maken hebben met het feit dat iets meer mantelzorgers aangeven dat zij kunnen terugvallen op anderen om een deel van de zorg over te nemen. Minder mantelzorgers in Woudrichem zijn bekend met organisaties die ondersteuning kunnen bieden. Het aandeel mensen dat geen behoefte heeft aan (aanvullende) ondersteuning is ook groter. Het lijkt erop, dat het netwerk van de mantelzorgers in Woudrichem voldoende is om de mantelzorgers te ontlasten en van ondersteuning te voorzien.
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
3
1 Inleiding De Wmo verplicht elke gemeente jaarlijks de kwaliteit van de maatschappelijke voorzieningen te meten middels een onderzoek onder bewoners. De vorm van dit onderzoek is vrij, wat betekent dat gemeenten een onderwerp kunnen onderzoeken dat op dat moment voor hen relevant is. Voor de gemeente Aalburg, Werkendam en Woudrichem spelen op dit moment vragen rondom de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Het onderzoek dit jaar heeft dan ook dit onderwerp.
Belang van vrijwilligers en mantelzorgers steeds groter Er wordt de komende jaren steeds meer verwacht van vrijwilligers en mantelzorgers. De drempel voor toegang tot zorg en voorzieningen wordt hoger. Voor de ondersteuning die mensen nodig hebben, wordt meer en meer een beroep gedaan op het eigen netwerk en de buurt. De vraag is in hoeverre dit verwacht kan worden van de samenleving. Mantelzorg versus Vrijwilligerswerk Mantelzorg is langdurende zorg die wordt geboden aan een hulpbehoevende, door personen uit diens sociale omgeving, waarbij de zorgverlening de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Mantelzorg is geen beroepsmatig geboden zorg. Mantelzorg is vaak van langere duur en kent een zekere mate van regelmaat. Door mantelzorg wordt vaak voorkomen c.q. uitgesteld dat hulpbehoevenden aanspraak maken op formele zorg. Mantelzorg is daardoor belangrijk om de formele zorg betaalbaar te houden. Naast direct betrokkenen uit de eigen sociale omgeving, zetten ook anderen zich vrijwillig en onbetaald in voor de ondersteuning en het leveren van zorg aan hulpbehoevenden. Hier is sprake van vrijwilligerszorg. Deze informele zorg wordt vaak georganiseerd door maatschappelijke organisaties, die met dit doel zijn opgericht. We denken daarbij aan cliëntenorganisaties als patiënten-belangen-vereniging, maar ook de Zonnebloem en het Rode Kruis. Ook de kerken verrichten veel informele zorg.
1.1 Bereiken van mantelzorgers en vrijwilligers Het onderzoek richt zich op mantelzorgers en vrijwilligers. Het vinden van mantelzorgers en vrijwilligers voor deelname aan het onderzoek is lastig. Er is daarom gekozen voor een meervoudige veldwerkstrategie om hen te kunnen bereiken. Op drie manieren zijn mantelzorgers en vrijwilligers benaderd om deel te nemen aan het onderzoek: 1. Via bij steunpunten bekende mantelzorgers en vrijwilligers. Een deel van de mantelzorgers heeft de weg naar ondersteuning al gevonden en is bekend bij steunpunten mantelzorg of vrijwilligersondersteuning. Via deze organisaties is dit deel van de onderzoeksgroep benaderd. De groep mantelzorgers die bekend is bij de steunpunten, is echter niet representatief voor de gehele groep. Veel mensen leveren mantelzorg en helpen familie, vrienden en bekenden zonder daarbij ondersteuning te krijgen of zich er zelfs maar van bewust te zijn dat wat zij doen ‘mantelzorg’ heet. 2. Breed onderzoek onder bevolking via steekproef. Om deze groep te enquêteren is gekozen voor een bredere benadering van de inwoners van de drie gemeenten. Om de kans zo groot mogelijk te maken om mensen te treffen die mantelzorg of
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
4
3.
vrijwilligerswerk leveren, is een steekproef getrokken onder de inwoners vanaf 45 jaar. Vanaf de leeftijd van 45 jaar neemt namelijk het aandeel mantelzorgers en vrijwilligers aanmerkelijk toe. Brede uitnodiging via diverse kanalen om deel te nemen. Naast het actief benaderen van bewoners, kregen bewoners de mogelijkheid om ‘spontaan’ deel te nemen aan de enquête. Deze mogelijkheid werd bekend gemaakt door een oproep te verspreiden via verschillende kanalen, zoals flyers en persberichten via plaatselijke media.
1.2 Onderzoeksaanpak Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een enquête die men via internet kon invullen. Bewoners die deze wijze van deelnemen niet prettig vonden, of om een andere reden niet via een computer konden of wilden deelnemen, konden ook telefonisch meedoen. De enquête werd in dat geval afgenomen door ervaren enquêteurs van Companen. Ten slotte wilde een aantal bewoners graag een schriftelijke vragenlijst invullen. Ook deze mogelijkheid is geboden. Deze aanpak maakte de drempel voor mantelzorgers en vrijwilligers om aan het onderzoek deel te nemen, zo laag mogelijk.
Aankondiging van het onderzoek Om een zo hoog mogelijke respons te behalen, is het onderzoek zorgvuldig aangekondigd. Op verschillende wijzen is men op het onderzoek geattendeerd en zijn oproepen tot deelname aan het onderzoek verspreid: De mensen die via de steunpunten mantelzorg of vrijwilligersondersteuning zijn benaderd én de mensen die in de steekproef vanuit het GBA waren opgenomen, ontvingen een persoonlijke brief met daarin een toelichting op het onderzoek, een oproep tot het invullen van de online enquête en een gebruikersnaam en wachtwoord om deel te nemen aan de enquête. Om mensen die ‘spontaan’ meedoen aan het onderzoek te attenderen, werden op verschillende plekken posters en flyertjes verspreid. Ook zijn er persberichten in de plaatselijke media en op websites van organisaties geplaatst.
Aanvullende acties ter verhoging van de respons Na enkele weken bleek de eerste oproep niet tot voldoende respons te leiden. Er is daarom een aantal acties ondernomen om de respons te verhogen: Opnieuw aandacht via plaatselijke media voor het onderzoek. Het sturen van een herinneringsbrief aan de mensen die eerder een uitnodigingsbrief hebben ontvangen, maar de vragenlijst nog niet hadden ingevuld. Het benaderen van een ‘reserve steekproef’ van 300 personen per gemeente. Deze steekproef hielden we achter de hand om op dit moment te gebruiken. Deze mensen waren nog niet eerder per brief benaderd. Deze aanvullende acties hadden het gewenste resultaat op de respons.
1.3 Responsverantwoording In totaal hebben 614 bewoners deelgenomen aan het onderzoek, via de verschillende hierboven benaderwijzen. Tabel 1.1 laat zien hoe de respons verdeeld is over de drie gemeenten en via welk kanaal mensen hebben deelgenomen.
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
5
Tabel 1.1 Gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem. Respons onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers Via steunpunt Via steekproef Via open link Gemeente Aalburg Gemeente Werkendam Gemeente Woudrichem Andere gemeente Totaal
Totaal
51 43 22 1
122 124 134 2
39 35 41 0
212 202 197 3
117
382
115
614
Bron: Companen. Onderzoek Mantelzorgers en vrijwilligers Gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem 2014.
Enkele kenmerken van de respondenten
de leeftijd van de meeste respondenten is boven de 45 jaar, wat uiteraard ook te maken heeft met het feit dat de steekproef uit deze leeftijdsgroep is getrokken. Meer dan de helft van de respondenten is tussen de 55 en 75 jaar oud; het grootste aandeel respondenten (ruim 60%) is vrouw; ongeveer de helft van de respondenten heeft een gezin met thuiswonende kinderen, ongeveer een derde woont samen met de partner (zonder kinderen); de meeste respondenten hebben geen betaald werk (meer), maar zijn gepensioneerd / met de VUT of zijn huisman / huisvrouw. De meeste anderen werken, fulltime of parttime. Deze gegevens zijn in grafiekvorm terug te vinden in bijlage 1, onder het kopje ‘algemeen’.
1.4 Leeswijzer In de volgende hoofdstukken beschrijven we de uitkomsten van het onderzoek onder mantelzorgers en vrijwilligers. We maken daarbij steeds een uitsplitsing naar de drie gemeenten, waardoor een onderlinge vergelijking duidelijk is te maken. In hoofdstuk twee kijken we naar mantelzorgers in de drie gemeenten. Wie zijn zij, welke zorg verlenen zij, hoe ervaren zij de belasting van de zorg die zij verlenen en aan welke ondersteuning hebben zij eventueel behoefte? In hoofdstuk drie komen vrijwilligers aan bod. Wie zijn zij, wat voor soort vrijwilligerswerk doen zij, wat is de beweegreden voor het doen van vrijwilligerswerk, hoe ervaren zij het vrijwilligerswerk en welke ondersteuningsbehoefte leeft er? Als bijlage zijn de grafieken opgenomen met daarin de enquêteresultaten weergegeven. Ook de vragenlijst is als bijlage opgenomen.
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
6
2 Mantelzorgers Mantelzorg is langdurende zorg die wordt geboden aan een hulpbehoevende, door personen uit de sociale omgeving, waarbij de zorgverlening de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Mantelzorg is vaak van langere duur en kent een zekere mate van regelmaat. Ook wordt vaak gezegd dat mantelzorg geen keuze is; ‘het overkomt je’. In dit hoofdstuk kijken we naar hoe mantelzorgers in Aalburg, Werkendam en Woudrichem mantelzorg ervaren. We kijken daarbij naar verschillende aspecten: Kenmerken van de mantelzorger en de kenmerken van de mantelzorg (aan wie, welke ondersteuning, intensiteit). Wat beweegt mantelzorgers, wat speelt mee bij het verlenen van mantelzorg? Kan men de (mantel)zorg delen met andere mantelzorgers en professionele zorgverleners, hoe verloopt de samenwerking met hen? In welke mate voelen mantelzorgers zich belast, ondervindt men problemen door het verlenen van mantelzorg en kan men (incidenteel) een deel van de zorg overdragen aan een ander? Wordt men ondersteund door een organisatie, welke (aanvullende) ondersteuningsbehoefte bestaat er? Hieronder worden de onderzoeksresultaten beschreven. De grafische weergave van de resultaten in is bijlage 1 opgenomen, onder het kopje ‘mantelzorgers’.
2.1 Wie wordt er verzorgd Van de respondenten die aan het totale onderzoek hebben meegewerkt, is ongeveer de helft mantelzorger. Dat betekent, dat zij aangeven dat zij langdurig en op regelmatige basis (minimaal een paar uur per week) iemand uit hun omgeving verzorgen of ondersteunen die dit nodig heeft. In de meeste gevallen (één op de drie) verzorgt men (schoon)ouder(s), maar ook de partner wordt door veel mantelzorgers genoemd. De aard van de mantelzorg is zeer divers. Men geeft vaak aan dat men meerdere soorten hulp en ondersteuning verleent. De mantelzorg is dus ook veelzijdig. Het gaat met name om praktische ondersteuning, hulp bij vervoer of hulp bij huishoudelijke zaken (huishouden, boodschappen, klussen). Minder vaak speelt de mantelzorger een rol bij persoonlijke verzorging, maar toch één op de drie geeft aan deze verzorging op zich te nemen. De mantelzorg is behoorlijk intensief, 40% verleent dagelijks mantelzorg en ongeveer 30% is er een paar keer in de week mee bezig.
2.2 Wat beweegt mantelzorgers In het onderzoek werd mantelzorgers een aantal aspecten van mantelzorg voorgelegd, met daarbij de vraag om aan te geven in hoeverre dit aspect meespeelt bij het verlenen van mantelzorg. Hiermee is te achterhalen wat de mantelzorger beweegt om mantelzorg te verlenen. Wat daarbij direct opvalt, is dat men het vanzelfsprekend vindt om te doen, dat men mantelzorg verleent uit liefde en genegenheid en dat men het als zijn of haar plicht voelt om de hulpvrager te
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
7
verzorgen en dat er niemand anders beschikbaar is om de ondersteuning te verlenen. Daaruit spreekt een zekere morele verplichting, zo blijkt ook uit de toelichtingen die men geeft: ‘het hoort zo’, ‘het zijn toch je ouders’ ‘het is normaal’ of ‘ik hoop ook dat iemand dat voor mij gaat doen als ik dat nodig heb’. In veel mindere mate speelt de woonsituatie van de zorgvrager mee. Dat er geen plek is in een woonvoorziening wordt nauwelijks aangegeven als reden voor de mantelzorg, dat de hulpvrager zelf liever niet wil verhuizen of dat de mantelzorger de hulpvrager liever niet ziet verhuizen, speelt bij minder dan de helft van de mantelzorgers een rol in hun overweging. Overigens speelt weerstand tegen verhuizen meer in Aalburg dan in de andere gemeenten. De meeste mantelzorgers denken dat degene die zij verzorgen, de komende jaren steeds meer zorg nodig zal hebben. Daar staat tegenover dat veel mantelzorgers geen mogelijkheden zien om meer zorg te gaan verlenen. In Aalburg lijkt daarvoor iets meer ruimte te zijn; meer mensen geven aan extra ondersteuning te kunnen bieden. In Werkendam is het aandeel dat meer ruimte kan vrijmaken juist minder groot.
2.3 Delen van de zorg Ongeveer de helft van de mantelzorgers geeft aan dat er meer mensen zijn die mantelzorg verlenen aan degene die zij ondersteunen en / of verzorgen. Vaak gaat het om een familielid. Opvallend is dat mantelzorgers uit Werkendam wat vaker dan in de andere gemeenten aangeven dat er niemand anders is die degene verzorgt die zij verzorgen; één op de drie mantelzorgers zegt er alleen voor te staan. In bijna alle gevallen verloopt de samenwerking tussen de verschillende mantelzorgers goed. Men geeft aan dat de onderlinge afstemming goed is, dat men na een lange periode van zorg goed op elkaar is ingespeeld en elkaar aanvult. De toelichtingen ademen een gelijkwaardige positie van alle mantelzorgers uit, waarin men respect heeft voor elkaar, eenieder doet waar hij of zij goed in is en op een praktische manier worden afspraken gemaakt over de zorg. Slechts enkele mantelzorgers geven aan dat de samenwerking tussen de verschillende mantelzorgers slecht verloopt. Dit heeft veelal te maken met minder goede familierelaties, waardoor de belasting ongelijk verdeeld is over familieleden of het contact met elkaar over de zorg moeilijk loopt. Twee op de drie mantelzorgers heeft met professionele zorg- en hulpverleners te maken. Vaak gaat het om thuiszorg, de hulp bij het huishouden en (huis)artsen. Ook de samenwerking met de zorgverleners rondom de zorg voor de hulpbehoevende, verloopt goed. Men werkt allen voor hetzelfde doel en eenieder heeft daarin zijn eigen rol. Daardoor verloopt het overleg soepel, zo licht men toe. Ook het feit dat de mantelzorger het gevoel heeft regie te hebben over de professionele zorg komt een aantal keer in de toelichtingen naar voren als een positief aspect van de samenwerking. Uiteraard komt het ook wel voor dat de samenwerking minder goed verloopt. Veelal heeft dat te maken met ontevredenheid over de zorg die verleend wordt of een slechte communicatie met de hulpverlener.
2.4 Belasting door de mantelzorg Eén op de drie mantelzorgers voelt zich niet of nauwelijks belast door de mantelzorg die zij verlenen. In Werkendam ligt dit aandeel wat lager, meer mantelzorgers in Werkendam voelen zich zwaar belast dan
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
8
in de andere gemeenten. In Woudrichem voelt het kleinste aandeel mantelzorgers zich zwaar belast; één op de tien. Als we verder kijken naar de belasting die men ervaart door het verlenen van mantelzorg, valt een aantal zaken op: Wellicht logisch: als de mantelzorg intensiever is, geven meer mantelzorgers aan dat zij zich zwaar belast voelen. Opvallend genoeg is het aandeel mantelzorgers dat zich niet of nauwelijks belast voelt net zo groot bij mantelzorgers die intensieve mantelzorg verlenen als bij hen bij wie de mantelzorg minder intensief is. Mantelzorg aan personen die dichtbij staan (kinderen, (schoon)ouders en partner) wordt iets vaker als belastend ervaren dan zorg aan mensen die iets verderaf staan. 40% van de mantelzorgers in Aalburg en Werkendam en bijna 50% van de mantelzorgers in Woudrichem zegt dat een ander de zorg voor de mantelzorger (deels) kan overnemen als dat nodig is of als de mantelzorger daar behoefte aan heeft. Dat kan incidenteel voorkomen of voor langere tijd zijn. We zien duidelijk dat de mantelzorgers die aanspraak kunnen maken op anderen om een deel van de zorg over te nemen, zich minder belast voelen dan de mantelzorgers die deze mogelijkheid niet hebben. Meer dan de helft van de mantelzorgers ervaart problemen door de mantelzorg die zij verlenen. Men geeft aan weinig tijd voor zichzelf te hebben, maar ook andere problematiek wordt genoemd, in gelijke mate: lichamelijke en psychische en emotionele problemen, problemen met de relatie, praktische moeilijkheden en financiële problemen. Het verlenen van mantelzorg kan op alle aspecten van het leven een effect hebben, zo blijkt.
2.5 Ondersteuningsbehoefte en ondersteuning In elke gemeente zijn organisaties actief die mantelzorgers kunnen ondersteunen. Door informatie en advies te verlenen, door de mogelijkheid te bieden om lotgenoten te ontmoeten, door praktische ondersteuning (respijtzorg bijvoorbeeld) of door belangen te behartigen. Sommige organisaties zijn lokaal georganiseerd (of vanuit de gemeente), andere organisaties zijn landelijk georganiseerd. De mate waarin organisaties in de verschillende gemeenten bekend zijn, verschilt sterk. Dat heeft te maken met dat sommige organisaties lokaal georganiseerd zijn, of door de levensbeschouwelijke signatuur van sommige organisaties, die meer vertegenwoordigd is in de ene gemeente dan in de andere. Over het algemeen kunnen we zeggen dat meer mensen in Aalburg aangeven bekend te zijn met de ondersteuningsorganisaties. In Woudrichem is een opvallend hoog aandeel respondenten (45%) niet bekend met één van de organisaties. Dat heeft ook met de samenstelling van de respons te maken; er zijn minder mensen die aan de enquête deelnamen die geworven zijn via één van deze organisaties. De meeste mensen maken geen gebruik van de ondersteuning van de verschillende organisaties. Als men er wel gebruik van maakt, dan is men daarover tevreden. Veruit de meeste mantelzorgers hebben geen behoefte aan (aanvullende) ondersteuning. Enkele mantelzorgers hebben wel behoefte aan ondersteuning. Het type ondersteuning waaraan zij behoefte hebben, is zeer divers. Van praatgroepen en lotgenoten ontmoeten tot respijtzorg en concrete hulp bij zorgverlening.
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
9
De behoefte bij mensen die nu geen ondersteuning ontvangen is overigens niet groter dan de behoefte van de mantelzorgers die nu bekend zijn bij de ondersteunende organisaties en ondersteuning ontvangen.
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
10
3 Vrijwilligers Vrijwilligerswerk is werk dat men doet zonder daarvoor betaald te worden. Het zijn activiteiten die veelal een maatschappelijk doel dienen, zoals bij een vereniging, zorgen voor mensen die het wat moeilijker hebben. Het onderscheid met mantelzorg is dat het niet gaat om zorg voor iemand uit de directe familie- en / of vriendenkring, maar zich breder richt op de samenleving of een bepaalde groep daarbinnen. In dit hoofdstuk kijken we naar hoe vrijwilligers in Aalburg, Werkendam en Woudrichem hun vrijwilligerswerk ervaren. We kijken daarbij naar verschillende aspecten: Kenmerken van de vrijwilliger en de kenmerken van het werk dat zij verrichten (welk soort vrijwilligerswerk, intensiteit). Wat beweegt vrijwilligers ertoe vrijwilligerswerk te doen? Voelt men zich belast, wordt het vrijwilligerswerk wel eens teveel? Zou men graag nog meer vrijwilligerswerk doen? Hoe verhoudt het vrijwilligerswerk zich tot een betaalde baan en heeft het mensen in een uitkeringssituatie geholpen naar een betaalde baan? Wordt men ondersteund door een organisatie, welke (aanvullende) ondersteuningsbehoefte bestaat er? In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten beschreven. De grafische weergave van de resultaten in is bijlage 1 opgenomen, onder het kopje ‘vrijwilligers’.
3.1 Aard van het vrijwilligerswerk Tussen de 60% en bijna 70% van de respondenten geeft aan vrijwilligerswerk te verrichten. Veelal gaat het om vrijwilligerswerk voor een vereniging. Ook zijn er veel vrijwilligers die ouderen of mensen met een beperking ondersteunen. Het gaat dan om bijvoorbeeld vrijwilligerswerk in een verzorgingshuis, activiteiten ondernemen met ouderen of mensen met een beperking. Men doet dit vrijwilligerswerk al lang, al een groot deel van het leven of al een aantal jaar. Veruit de meeste vrijwilligers willen het ook nog zo lang mogelijk blijven doen en zijn niet van plan om in de nabije toekomst het vrijwilligerswerk neer te leggen.
3.2 Wat beweegt vrijwilligers? Aan vrijwilligers is een aantal motivaties / beweegredenen voorgelegd, met daarbij de vraag om aan te geven in hoeverre dit aspect meespeelt bij het verrichten van vrijwilligerswerk. Hiermee is te achterhalen wat vrijwilligers beweegt, waarom zij vrijwilligerswerk doen. Vrijwilligerswerk is meer een vrije keuze dan mantelzorg. Dat blijkt ook uit de beweegredenen die meespelen bij het (gaan) doen van vrijwilligerswerk; het gaat meer om zingeving, een bijdrage leveren aan de samenleving, je nuttig maken voor een ander. En ook is het belangrijk dat vrijwilligerswerk leuk
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
11
is. Opvallend is dat de beweegredenen die te maken hebben met een moreel plichtsbesef (het voelt als een plicht om een bijdrage leveren aan de samenleving, ‘het is nodig’ en naastenliefde) wat sterker een rol spelen in Aalburg en Woudrichem dan in Werkendam. In Werkendam geven vrijwilligers wat vaker aan dat het plezier hebben in het doen van vrijwilligerswerk een belangrijke rol speelt. Een gevoel van wederkerigheid (men wordt of werd zelf door een vrijwilliger ondersteund) speelt minder een rol, dat kan ook te maken hebben met dat de meeste vrijwilligers daarmee niet te maken hebben. Veruit de meeste mensen zijn (zeer) tevreden met het vrijwilligerswerk dat zij doen. Bij de toelichting daarop geven veel mensen aan dat het zo veel voldoening geeft, dat men dankbaar is, dat men ervan leert en de horizon verbreedt en dat het voor sociale contacten zorgt. Ook een motivering vanuit geloofsovertuiging komt een aantal keer naar voren; het is fijn wat voor de kerkgemeenschap te doen of vrijwilligerswerk is een manier om uiting te geven van de naastenliefde die uit geloofsovertuiging voortkomt.
Vrijwilligerswerk versus een betaalde baan De relatie tussen betaald werk en vrijwilligerswerk speelt voor de meeste vrijwilligers geen rol, waarschijnlijk omdat het niet aan de orde is en de meeste mensen een betaalde baan hebben of met pensioen / de VUT zijn. Veruit de meeste vrijwilligers zaten niet in een uitkeringssituatie toen zij met vrijwilligerswerk begonnen. Bij de vrijwilligers bij wie dit wel het geval was, hielp het vrijwilligerswerk bij één op de vijf als opstap naar een betaalde baan.
Beweegredenen van niet-vrijwilligers Aan respondenten die geen vrijwilligerswerk doen, is gevraagd of zij wel vrijwilligerswerk zouden willen doen als zij daarvoor gevraagd zouden worden. In de meeste gevallen is men daartoe niet bereid. De redenen daarvoor zijn uiteenlopend. Veelal is tijdgebrek de reden om geen vrijwilligerswerk te doen, maar ook is men er lichamelijk niet (meer) toe in staat of ziet men op tegen de verplichting die vrijwilligerswerk met zich mee zou (kunnen) brengen.
3.3 Belasting De tijd die men besteedt aan het vrijwilligerswerk wisselt sterk. De meeste vrijwilligers zijn een paar uur per week of per maand bezig met vrijwilligerswerk, voor anderen is het vrijwilligerswerk erg intensief, tot 20 en zelfs 25 uur per week. Ook geven veel mensen aan dat het erg wisselend is; de ene week kost het veel tijd, de andere week wat minder. Ongeveer de helft van de vrijwilligers heeft niet het gevoel dat het vrijwilligerswerk hen wel eens te veel wordt. Iets minder dan de helft van de vrijwilligers voelt zich wel eens belast door het vrijwilligerswerk, 3% tot 5% heeft regelmatig het gevoel dat het te veel is. Toch is voor veruit de meeste vrijwilligers het vrijwilligerswerk dat zij doen, goed te combineren met de andere bezigheden die zij hebben, zoals werk, huishouden, hobby’s, etc. Een kwart van de vrijwilligers zou meer vrijwilligerswerk willen en kunnen doen. In Woudrichem geldt dit voor wat meer mensen dan in de andere gemeenten.
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
12
Al met al raadt ruim tweederde van de respondenten het anderen aan om vrijwilligerswerk te doen. Omdat het leuk is, omdat het voldoening geeft en omdat het goed is om je nuttig in te zetten voor de samenleving, zo leren we uit de toelichtingen.
3.4 Ondersteuningsbehoefte Niet iedereen is ervan op de hoogte dat er vrijwilligersondersteuning bestaat. In Aalburg zijn wat minder mensen hiervan op de hoogte dan in de andere twee gemeenten. Weinig respondenten maken gebruik van deze ondersteuning, maar als zij daarvan gebruik maken, zijn zij over het algemeen wel tevreden hierover (let wel: het absolute aantal respondenten dat op deze vraag heeft geantwoord is laag). Behoefte aan ondersteuning is er nauwelijks, slechts enkele respondenten geven aan hier wel behoefte aan te hebben. Het gaat dan om informatievoorziening vanuit de gemeente of bijscholing om het vrijwilligerswerk te doen.
3.5 Vrijwilligerswerk stimuleren Gemeenten zien graag dat meer mensen vrijwilligerswerk gaan doen. Wat zou mensen stimuleren tot het gaan verrichten van vrijwilligerswerk? De respondenten denken dat vooral informatie over vrijwilligerswerk, over wat het inhoudt en welke ‘vacatures’ er zijn, mensen zal aanzetten om zich ook vrijwillig in te zetten. Ook de mogelijkheid om het verplichtende karakter van vrijwilligerswerk te verminderen, door meer taken incidenteel ‘aan te bieden’, zou mensen kunnen stimuleren. In iets mindere mate, maar toch ook nog wel volgens de meerderheid van de respondenten, zou een lokaal vrijwilligersnetwerk, een kleine financiële vergoeding voor het vrijwilligerswerk of de mogelijkheden voor het volgen van cursussen of workshops stimulerend kunnen werken.
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
13
Bijlage 1. Figuren Algemeen Wat is uw leeftijd
Bent u man of vrouw?
< 35 jaar
Aalburg
32%
68%
35 - 44 jaar 45 - 54
Werkendam
40%
60%
Woudrichem
39%
61%
55 - 74 jaar 75+ 0%
20%
Aalburg
40%
Werkendam
60%
80%
0%
Woudrichem
20%
40%
Man
Hoe is uw huishouden samengesteld?
60%
80%
100%
Vrouw
Welke beschrijving past het best bij u? Fulltime werk
Alleenstaand
Parttime werk Gezin
Huisvrouw/huisman
(Echt)paar
Ik ben werkloos Arbeidsongeschikt
Eenoudergezin
Gepensioneerd/VUT
Anders
Mantelzorger/vrijwilliger Anders
Weet niet
Weet niet 0%
Aalburg
20%
40%
Werkendam
60%
80%
Woudrichem
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
0% 10% 20% 30% 40% 50% Aalburg
Werkendam
Woudrichem
1
Mantelzorgers Verleent u mantelzorg aan iemand? Aalburg
Wat is uw leeftijd?
56%
< 35 jaar
44%
35 - 44 jaar Werkendam
53%
45 - 54
47%
55 - 74 jaar Woudrichem
48% 0%
20%
Mantelzorger
52% 40%
60%
75+
80%
100%
0%
Geen mantelzorger
20%
Aalburg
40%
60%
Werkendam
80%
Woudrichem
Meeste mantelzorg afgelopen jaar verleend aan…. (Schoon)ouder Partner Ander familielid Vriend, vriendin, kennis Uitwonend kind Broer of zus Inwonend kind Buur Anders 0%
5%
10% Aalburg
15%
20%
Werkendam
25%
30%
35%
40%
Woudrichem
Aard van de mantelzorg Mee/brengen naar arts of ziekenhuis Gezelschap houden Boodschappen doen Helpen in het huishouden Administratieve hulp Klussen in/om huis Persoonlijke verzorging Brengen naar clubs, vrienden of activiteiten Anders Weet niet 0%
10%
Aalburg
20%
30%
Werkendam
40%
50%
60%
70%
Woudrichem
Hoe vaak verleent u mantelzorg? Aalburg
41%
Werkendam
39%
Woudrichem
32% 28%
41% 0%
Dagelijks
10%
20%
Paar keer in de week
10% 9%
35% 30%
40%
Eens per week
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
50%
60%
Paar keer per maand
4%
6%
11% 16%
13% 70%
80%
Onregelmatig
10% 90%
100%
Weet niet
2
Welke overwegingen spelen mee bij het verlenen van mantelzorg Er is geen plaats in een woonvoorziening of tehuis Aalburg
6%
Werkendam
6%
Woudrichem
83% 8%
5% 0%
7%
72%
14%
81%
10%
20%
Speelt sterk mee
30%
40%
50%
Speelt een beetje mee
9% 60%
70%
80%
Speelt niet mee
90%
100%
Weet niet
Er is niemand anders beschikbaar Aalburg
29%
Werkendam
31%
Woudrichem
24% 0%
10%
31%
32%
25%
39%
5%
40%
4%
32% 20%
30%
Speelt sterk mee
40%
50%
Speelt een beetje mee
60%
70%
8%
80%
Speelt niet mee
90%
100%
Weet niet
Ik vind het (niet meer dan) mijn plicht Aalburg
64%
Werkendam
65%
Woudrichem
19%
67% 0%
10%
20%
30%
Speelt sterk mee
40%
50%
Speelt een beetje mee
60%
14%
16%
16%
11%
21%
70%
Speelt niet mee
80%
4%
90%
100%
Weet niet
Ik doe het uit liefde en genegenheid Aalburg
76%
Werkendam
17%
72%
Woudrichem
17% 80%
0%
10%
20%
30%
Speelt sterk mee
5%
40%
6% 13%
50%
Speelt een beetje mee
60%
70%
Speelt niet mee
80%
5% 6%
90%
100%
Weet niet
Ik wil niet dat de hulpbehoevende in een woonvoorziening of tehuis wordt opgenomen Aalburg
30%
Werkendam
15%
19%
Woudrichem
22% 0%
51%
13%
10%
15%
14% 20%
Speelt sterk mee
4%
53% 59%
30%
40%
50%
Speelt een beetje mee
60%
5% 70%
Speelt niet mee
80%
90%
100%
Weet niet
De hulpbehoevende wil niet in een woonvoorziening of tehuis worden opgenomen Aalburg
30%
Werkendam
29%
Woudrichem
18% 0%
10%
7%
56%
6%
53%
12% 20%
Speelt sterk mee
8% 12%
63% 30%
40%
50%
Speelt een beetje mee
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
60%
7% 70%
Speelt niet mee
80%
90%
100%
Weet niet
3
Ik vind het vanzelfsprekend om te doen Aalburg
81%
Werkendam
13%
67%
21%
Woudrichem
7%
80% 0%
10%
20%
30%
Speelt sterk mee
40%
3% 3% 5%
15% 50%
60%
Speelt een beetje mee
70%
80%
Speelt niet mee
4%
90%
100%
Weet niet
Stelling: Degene die ik verzorg zal in de komende jaren steeds meer zorg nodig hebben Aalburg
39%
Werkendam
34% 48%
Woudrichem 10%
16%
8%
14%
7%
39%
20%
Zeer mee eens
9%
24%
34% 0%
12%
30%
Mee eens
40% Neutraal
50%
60%
Mee oneens
70%
80%
Zeer mee oneens
90%
100%
Weet niet
Stelling: Ik zie mogelijkheden om meer tijd vrij te maken voor de persoon die ik momenteel ondersteun / verzorg Aalburg Werkendam
22% 6%
35%
9%
Woudrichem
28%
19% 0%
10%
Zeer mee eens
20%
30%
Mee eens
40% Neutraal
50%
60%
Mee oneens
70%
Ja, omwonenden / buren
Zeer mee oneens
Nee, niemand
60%
Woudrichem
0%
20%
11%5%
13% 6% 60%
Slecht
63%
Werkendam
80%
100%
Weet niet
60%
Woudrichem
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
22%
68%
Woudrichem
Werkendam
40%
Redelijk
Aalburg
40%
15% 10%
Hoe verloopt de samenwerking met zorgverleners?
Thuiszorg Hulp bij het huishouden Huisarts Artsen in het ziekenhuis Maatschappelijk werk Fysiotherapeut Vrijwilligers Anders Nee Weet niet 20%
Weet niet
79%
Goed
Heeft u te maken met professionele zorgverleners?
0%
100%
85%
Woudrichem
Weet niet
Werkendam
90%
74%
Werkendam
Anders
40%
9%
80%
Aalburg
20%
8%
18%
Hoe verloopt de samenwerking met andere mantelzorgers?
Ja, vrienden
0%
7%
15%
22%
Ja, familie
Aalburg
13%
34% 29%
Zijn er nog meer mensen die mantelzorg verlenen?
Aalburg
19%
22%
73%
0% Goed
20% Redelijk
15%
6%
14% 12%
40%
60%
Slecht
80%
100%
Weet niet
4
In hoeverre voelt u zich belast door het verlenen van mantelzorg? Aalburg
33%
Werkendam
45%
23%
Woudrichem
48%
24%
33% 0%
18%
10%
54%
20%
30%
Niet of nauwelijks belast
40%
50%
Enigszins belast
11%
60%
70%
Zwaar belast
80%
Overbelast
90%
100%
Weet niet
Mate van belasting naar intensiteit van de mantelzorg Dagelijks
28%
Een paar keer in de week
29%
Een keer per week
44%
24% 50%
17%
36%
Een paar keer in de maand
64%
33%
Onregelmatig, het wisselt sterk
50%
8%
35%
Anders
11%
57%
11%
0%
8% 5%
67%
20%
40%
Niet of nauwelijks belast
60%
Enigszins belast
80%
Zwaar belast
100%
Overbelast
Mate van belasting naar verlener van de mantelzorg Partner
36%
Inwonend kind
41%
29%
Uitwonend kind 28% 26%
Vriend, vriendin, kennis
13%
49%
22% 61%
35%
10%
36%
20%
30%
Niet of nauwelijks belast
40%
Werkendam
40%
20% Ja
17%
41%
Nee
70%
Zwaar belast
Aalburg
23%
42%
40%
60%
14% 80%
90%
100%
Overbelast
Bent u minder betaald werk gaan doen?
37%
48%
50%
Enigszins belast
Kunnen anderen de zorg deels overnemen? 40%
13%
78% 36%
Aalburg
9%
48%
22%
Anders 0%
11%
67%
(schoon)ouder
Buren
10%
22%
20%
Ander familielid
0%
24%
67%
Broer/zus
Woudrichem
18%
38%
60%
31% 32%
Woudrichem
11% 80%
8%
Werkendam 7%
100%
8% 0%
Weet niet
Ja
Nee
46%
40% 20%
10%
50%
6%
41% 40%
60%
Ik heb geen werk
Anders
7% 80%
100%
Weet niet
Mate van belasting naar mogelijkheid om (deel van) de zorg over te dragen Respijt mogelijk
47%
Geen respijt mogelijk
42%
12% 0%
56% 20%
Niet of nauwelijks belast
26%
40%
60%
Enigszins belast
Zwaar belast
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
9%
80%
100%
Overbelast
5
Ervaart u problemen door mantelzorg? Lichamelijke problemen Praktische problemen Psychische problemen Financiële problemen Emotionele problemen Relationele problemen Weinig tijd voor mezelf Anders Geen problemen Weet niet 0%
20% Aalburg
40%
Werkendam
60%
Woudrichem
Bent u bekend met organisaties die mantelzorgers ondersteunen? Zonnebloem Trema Consulent gemeente Rode Kruis Steunpunt/consulent Mantelzorg NPV HOOM Mezzo Anders Niet met organisaties bekend 0%
10% Aalburg
20% Werkendam
30%
40%
50%
Woudrichem
Maakt u gebruik van de ondersteuning van de organisaties? Ja, van Steunpunt/Consulent Mantelzorg Ja, van Consulent gemeente Ja, van HOOM Ja, van NPV Ja, van Rode Kruis Ja, van Trema Ja, van Zonnebloem Ja van een andere organisatie 0% Aalburg
1%
2% Werkendam
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
3%
4%
5%
6%
7%
8%
9%
Woudrichem
6
Waaruit bestaat de ondersteuning? Bijeenkomsten Informatie via nieuwsbrief Gespreksgroepen Cursussen / workshops Respijtzorg Anders Weet niet 0%
5%
10% Aalburg
15%
20%
Werkendam
25%
30%
35%
40%
45%
Woudrichem
Bent u tevreden met deze ondersteuning? Aalburg Werkendam
11%
48%
6%
19%
33%
Woudrichem
44%
33% 0%
10%
Zeer tevreden
19% 6%
6%
58%
20%
30%
Tevreden
40% Neutraal
50%
60%
Ontevreden
6% 8%
70%
80%
Zeer ontevreden
90%
100%
Weet niet
Aan welke ondersteuning hebt u aanvullend behoefte? Huidige ondersteuning voldoende Ik hoef geen ondersteuning Contact met andere mantelzorgers Mogelijkheid voor bijscholing Actief aanbod in de vorm van activiteiten Concrete hulp bij het huishouden Concrete hulp bij verzorging / verpleging Respijtzorg Hulp bij administratie Betere afstemming met professionele zorg Betere afstemming met informele zorg Andere activiteiten Anders Weet niet 0%
10%
Aalburg
Werkendam
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
20%
30%
40%
50%
60%
Woudrichem
7
Vrijwilligers Bent u vrijwilliger?
Wat is uw leeftijd?
Aalburg
69%
31%
< 35 jaar 35 - 54 jaar
Werkendam
60%
40% 55 - 74 jaar
Woudrichem
62% 0%
20%
Vrijwilliger
75+
38%
40%
60%
80%
0%
100%
20%
Aalburg
Geen vrijwilliger
40%
Werkendam
60%
80%
Woudrichem
Aard van het vrijwilligerswerk Bij een vereniging Voor een goed doel Ondersteun ouderen of gehandicapten Actief op de school van mijn kinderen Actief in buurt of wijk Actief voor belangenorganisatie Actief voor de kerk Maaltijdbezorgen Anders 0%
5% Aalburg
10%
15%
Werkendam
20%
25%
30%
35%
90%
100%
Woudrichem
Zou u vrijwilligerswerk willen doen als u daarvoor werd gevraagd? Aalburg
11%
Werkendam
55%
35%
20%
Woudrichem
48%
15% 0%
10%
32%
49% 20%
30%
40% Ja
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
Nee
36% 50%
60%
70%
80%
Weet niet
8
Waarom zou u geen vrijwilligerswerk doen als u daarvoor gevraagd zou worden? Ik kan er onvoldoende tijd voor vrij maken Ik ben er lichamelijk niet (meer) goed toe in staat Ik vind het een te grote verplichting Ik weet niet wat ik zou kunnen doen Ik weet niet zeker of ik het kan Ik wil er geen tijd voor vrij maken Ik heb er geen affiniteit mee Ik weet niet wie ik zou kunnen helpen Ik vind dat anderen dat moeten doen Anders Weet niet 0% Aalburg
5%
10%
15%
Werkendam
Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk
20%
30%
35%
40%
45%
Woudrichem
Hoe lang wilt u nog vrijwilligerswerk blijven doen?
Groot deel van mijn leven
Minder dan een jaar
Sinds aantal jaren
Een jaar tot enkele jaren
Sinds aantal maanden
Zolang als ik kan
Ik doe het pas
N.v.t.
Wisselend
Weet niet
Weet niet 0% Aalburg
25%
20%
Werkendam
40%
60%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Woudrichem
Aalburg
Werkendam
Woudrichem
Ik vind het (niet meer dan) mijn plicht om een bijdrage te leveren aan de samenleving Aalburg
49%
Werkendam
36%
45%
Woudrichem
31%
50% 0%
10%
20%
Speelt sterk mee
14% 20%
32% 30%
40%
50%
Speelt een beetje mee
60%
4%
15% 70%
Speelt niet mee
80%
3%
90%
100%
Weet niet
Ik doe het uit liefde en genegenheid voor de mensen / dieren die het betreft Aalburg
56%
Werkendam
33%
44%
Woudrichem
31%
17%
55% 0%
10%
20%
Speelt sterk mee
30%
10%
33% 40%
50%
Speelt een beetje mee
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
60%
70%
Speelt niet mee
8% 7%
80%
90%
4% 100%
Weet niet
9
Ik ken(de) iemand die in een dergelijke situatie zit en heb dus van dichtbij gezien hoe hard hulp op dit thema nodig is Aalburg
24%
Werkendam
25%
18%
Woudrichem
23%
20% 0%
10%
41% 47%
12%
34% 20%
30%
Speelt sterk mee
10%
40%
38% 50%
Speelt een beetje mee
60%
8%
70%
Speelt niet mee
80%
90%
100%
Weet niet
Het geeft mij een goed gevoel dat ik mij nuttig kan maken, en dat anderen blij zijn met wat ik doe Aalburg
55%
Werkendam
36%
49%
Woudrichem
38%
50% 0%
10%
20%
Speelt sterk mee
8% 10%
33% 30%
40%
50%
Speelt een beetje mee
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
60%
70%
Speelt niet mee
14% 80%
90%
100%
Weet niet
10
Ik word ook door vrijwilliger(s) geholpen, en zet mij daarom ook in als vrijwilliger Aalburg
5%
8%
81%
6%
Werkendam
5%
7%
83%
5%
Woudrichem
5% 0%
11%
75%
10%
20%
30%
Speelt sterk mee
40%
50%
Speelt een beetje mee
9% 60%
70%
Speelt niet mee
80%
90%
100%
Weet niet
Ik vind het gewoon leuk Aalburg
53%
Werkendam
32% 63%
Woudrichem
60% 0%
10%
20%
Speelt sterk mee
30%
40%
50%
Speelt een beetje mee
60%
70%
Speelt niet mee
13% 24%
11%
29%
7% 80%
90%
100%
Weet niet
Ik vind dat het bijdraagt aan het vergroten van mijn sociaal netwerk Aalburg
31%
Werkendam
34%
27%
Woudrichem
35%
33%
30% 0%
10%
34%
42% 20%
Speelt sterk mee
30%
40%
50%
Speelt een beetje mee
5% 21%
60%
70%
Speelt niet mee
80%
7% 90%
100%
Weet niet
Ik ben / werd vanuit een instantie gestimuleerd dit te doen (bijv. UWV, Arbo-arts, reïntegratiebureau, etc.) Aalburg
92%
4%
Werkendam
88%
9%
Woudrichem
88%
9%
0%
10%
20%
Speelt sterk mee
30%
40%
50%
Speelt een beetje mee
60%
70%
Speelt niet mee
80%
90%
100%
Weet niet
Er zit een financiële vergoeding aan het vrijwilligerswerk verbonden Aalburg
5%
88%
5%
Werkendam
88%
10%
Woudrichem
92%
7%
0%
10%
20%
Speelt sterk mee
30%
40%
50%
Speelt een beetje mee
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
60%
70%
Speelt niet mee
80%
90%
100%
Weet niet
11
Ik zie het als een opstap naar betaald werk Aalburg
92%
Werkendam
5%
89%
Woudrichem
6% 0%
9% 89%
10%
20%
30%
Speelt sterk mee
40%
5%
50%
60%
Speelt een beetje mee
70%
Speelt niet mee
80%
90%
100%
Weet niet
Had u op het moment dat u aan het vrijwilligerswerk begon Draagt het vrijwilligerswerk eraan bijdraagt, dat u uit uw een (aanvullende) uitkering? uitkeringssituatie komt of zelfs al bent gekomen? Aalburg
Aalburg
97%
100%
Werkendam
9%
91%
Werkendam
9% 9%
Woudrichem
9%
91%
Woudrichem
9% 9%
0%
20%
40% Ja
60%
80%
100%
0%
Nee
20%
Ja, zeker
73%
9%
82% 40%
Enigszins
60% Nee
80%
100%
Weet niet
Bent u tevreden met het vrijwilligerswerk dat u doet / deed? Aalburg
27%
51%
Werkendam
32%
Woudrichem
33% 0%
10%
52%
30%
Tevreden
40% Neutraal
50%
7% 11%
47%
20%
Zeer tevreden
14%
4%
9%
60%
Ontevreden
70%
Zeer ontevreden
80%
8% 90%
100%
Weet niet
Is / was het vrijwilligerswerk goed te combineren met uw andere activiteiten zoals werk, eigen huishouden, hobby's etc.? Aalburg
22%
Werkendam
61%
27%
Woudrichem
61%
21% 0%
10% Ja, altijd
12% 6%
69% 20%
30%
Ja, meestal wel
40% Soms
50%
7% 60%
70%
Nee, meestal niet
Nee, nooit
80%
90%
100%
Weet niet
Wordt / werd het vrijwilligerswerk u wel eens teveel? Aalburg
45%
41%
Werkendam
50%
Woudrichem
50% 0%
10%
20% Nooit
7% 40%
5% 4%
40% 30%
40%
Een enkele keer
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
50% Regelmatig
60% Vaak
70%
8%
3% 80%
90%
5% 100%
Weet niet
12
Zou u meer vrijwilligerswerk willen doen? Aalburg
25%
Werkendam
27%
Woudrichem
64% 61%
35% 0%
Ja
Zou u het verrichten van vrijwilligerswerk aanraden?
51%
20%
40%
Misschien
60%
Nee
80%
7%
Aalburg
11%
Werkendam
12%
Woudrichem
100%
66% 74%
20%
65% 0%
Weet niet
14% 7% 12%
Ja
20%
12%
40%
Misschien
60%
Nee
19%
80%
100%
Weet niet
Bent u op de hoogte dat vrijwilligers ondersteund kunnen worden? Aalburg
4%
37%
Werkendam
11%
Woudrichem
10% 0%
48% 41%
36%
38% 10%
20%
Ja, en ik maak daar gebruik van
11% 12%
40%
30%
40%
50%
60%
Ja, maar ik maar daar geen gebruik van
12%
70%
80%
90%
Nee, ik wist dat niet
100%
Weet niet
Hoe tevreden bent u over de vrijwilligersondersteuning? Aalburg
33%
Werkendam
17%
8%
Woudrichem
62% 17%
0%
50%
10%
Zeer tevreden
15%
42% 20%
30%
Tevreden
15%
25%
40%
50%
Neutraal
60%
Ontevreden
8%
70%
80%
Zeer ontevreden
8%
90%
100%
Weet niet
Heeft u behoeften m.b.t. vrijwilligersondersteuning? Aalburg
76%
Werkendam
22%
83%
Woudrichem
15%
89% 0%
10%
20%
30%
40% Ja
Nee
10% 50%
60%
70%
80%
90%
100%
Weet niet
Stimuleren vrijwilligerwerk: Meer informatie over vrijwilligerswerk Aalburg
37%
Werkendam
34%
Woudrichem
36% 0%
10%
20%
Stimuleert erg
41%
13%
47%
7%
37% 30%
40%
50%
Stimuleert een beetje
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
10% 60%
Stimuleert niet
70%
80%
9% 12% 17% 90%
100%
Weet niet
13
Stimuleren vrijwilligerwerk: 'Vacatures’ voor vrijwilligers meer bekendheid geven Aalburg
46%
Werkendam
38%
42%
Woudrichem
38%
45% 0%
10%
20%
Stimuleert erg
8% 6%
31% 30%
40%
50%
60%
Stimuleert een beetje
8%
8% 70%
80%
Stimuleert niet
14% 16% 90%
100%
Weet niet
Stimuleren vrijwilligerwerk: Vrijwilligersnetwerk in de wijk / buurt opzetten Aalburg
31%
Werkendam
37%
33%
Woudrichem
38%
30% 0%
10%
15% 8%
35% 20%
Stimuleert erg
30%
40%
17% 21%
13%
50%
60%
Stimuleert een beetje
23%
70%
Stimuleert niet
80%
90%
100%
Weet niet
Stimuleren vrijwilligerwerk: Mogelijkheden om workshops en / of cursussen te volgen Aalburg
23%
41%
Werkendam
28%
Woudrichem
28% 0%
20%
34%
18%
39%
10%
20%
Stimuleert erg
30%
40%
17% 19%
14%
50%
60%
Stimuleert een beetje
20%
70%
Stimuleert niet
80%
90%
100%
Weet niet
Stimuleren vrijwilligerwerk: Een kleine financiële vergoeding voor het vrijwilligerswerk Aalburg
29%
Werkendam
37%
32%
Woudrichem
35%
24% 0%
10%
39% 20%
Stimuleert erg
30%
40%
17%
17%
16%
18%
17% 50%
60%
Stimuleert een beetje
19%
70%
Stimuleert niet
80%
90%
100%
Weet niet
Stimuleren vrijwilligerwerk: Vrijwilligerswerk dat meer incidenteel van aard is, dat minder verplichtend is Aalburg
34%
Werkendam
39%
36%
Woudrichem
37%
33% 0%
10%
20%
Stimuleert erg
9% 8%
37% 30%
40%
50%
Stimuleert een beetje
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
9% 60% Stimuleert niet
70%
17% 19% 21%
80%
90%
100%
Weet niet
14
Bijlage 2. Vragenlijst mantelzorg & vrijwilligerswerk Onderzoek naar mantelzorg en vrijwilligerswerk - Werkendam, Woudrichem en Aalburg Er gaat de komende tijd veel veranderen in de manier waarop zorg en ondersteuning worden georganiseerd. Voor de ondersteuning die mensen nodig hebben, wordt meer en meer gekeken naar wat de mensen uit het eigen netwerk en uit de buurt kunnen betekenen. Er wordt dus steeds meer verwacht van vrijwilligers en mantelzorgers. De gemeente wil mantelzorgers en vrijwilligers daarbij graag ondersteunen en wil daarom graag weten waar behoefte aan is, zodat zij haar beleid daarop kan aanpassen. Dit onderzoek wordt tegelijkertijd uitgevoerd in de gemeenten Woudrichem, Werkendam en Aalburg. De enquête is opgedeeld in twee delen. Het eerste gedeelte zal ingaan op mantelzorg en het tweede gedeelte zal ingaan op vrijwilligerswerk. Het invullen van de enquete kost ongeveer 15 minuten. Nu volgt het eerste gedeelte van de enquête, over mantelzorg. Mantelzorg Iemand is mantelzorger als hij langdurig minimaal een paar uur per week iemand uit zijn omgeving (familie, vriend, buurman) verzorgt en/of helpt. Dat kan iemand zijn die ziek is, beperkingen heeft of om wat voor reden dan ook minder goed voor zichzelf kan zorgen. Bekende voorbeelden van mantelzorgers zijn mensen die voor hun partner zorgen, kinderen die hun ouders verzorgen, ouders die voor gehandicapte kind(eren) zorgen, of mensen die op wat voor manier dan ook zorg dragen voor familieleden, vrienden, buren of kennissen. De volgende vragen gaan over mantelzorg. 1.
Verleent u op dit moment zorg, hulp en / of ondersteuning aan iemand, bent u momenteel mantelzorger? U kunt meerdere antwoorden geven. Ja, voor mijn partner Ja, voor mijn uitwonend(e) kind(eren) Ja, voor mijn inwonend(e) kind(eren) Ja, voor mijn broer(s) en/of zus(sen) Ja, voor mijn ouder(s) en/of schoonouder(s) Ja, voor een ander familielid Ja, voor een vriend, vriendin, kennis Ja, voor een buur Ja, voor iemand anders, namelijk: ……… Nee, maar dat heb ik wel gedaan (wellicht zou u de vragenlijst willen invullen met uw ervaringen) Nee → ga naar vraag 23
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
15
2.
Aan wie heeft u in de afgelopen maanden de meeste mantelzorg verleend? Aan mijn partner Aan mijn inwonende kind Aan mijn uitwonende kind Aan mijn broer of zus Aan mijn (schoon)ouder Aan een ander familielid Aan een vriend, vriendin, kennis Aan een buurman of buurvrouw Aan iemand anders, namelijk ………
De volgende vragen gaan specifiek over de persoon aan wie u in de afgelopen maanden de meeste zorg, hulp en / of ondersteuning hebt geboden. 3.
Wat voor zorg en / of hulp geeft u aan uw zorgvrager? U kunt meerdere antwoorden geven. Helpen in het huishouden Boodschappen doen Klussen doen in huis of in de tuin Helpen bij de administratie Persoonlijke verzorging (aankleden, wassen, hulp toedienen medicijnen, verbinden, etc.) Gezelschap houden Meegaan / Met de auto halen en brengen naar arts of ziekenhuis Met de auto halen en brengen naar clubs, vrienden of activiteiten Anders, namelijk …… Weet niet
4.
Hoe vaak verleent u mantelzorg? Dagelijks Een paar keer in de week Een keer per week Een paar keer in de maand Onregelmatig, het wisselt sterk Anders, namelijk Weet niet
5.
→ ga naar vraag 0 → ga naar vraag 0 → ga naar vraag 0 → ga naar vraag 0
Kunt u aangeven hoe veel uur u gemiddeld per week ongeveer besteedt aan de mantelzorg? Gemiddeld …… uur per week Weet niet
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
16
6.
Kunt u aangeven welke zaken meespelen bij het verlenen van mantelzorg? Indien ja, speelt dit dan sterk mee of een beetje? Speelt sterk
Speelt een
mee
beetje mee
Speelt niet mee
Weet niet
a. Er is geen plaats in een woonvoorziening of tehuis b. Er is niemand anders beschikbaar c. Ik vind het (niet meer dan) mijn plicht d. Ik doe het uit liefde en genegenheid e. Ik wil niet dat de hulpbehoevende in een woonvoorziening of tehuis wordt opgenomen f. De hulpbehoevende wil niet in een woonvoorziening of tehuis worden opgenomen g. Ik vind het vanzelfsprekend om te doen h. Anders, namelijk: ...
De volgende stellingen gaan over mantelzorg. Kunt u bij elke stelling aangeven in hoeverre u het daarmee eens of oneens bent? 7.
Stelling 1: ‘Degene die ik verzorg zal in de komende jaren steeds meer zorg nodig hebben’. Zeer mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Zeer mee oneens Weet niet
8.
Stelling 2: ‘Ik zie mogelijkheden om meer tijd vrij te maken voor de persoon die ik momenteel ondersteun/ verzorg.’ Zeer mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Zeer mee oneens Weet niet
Samenwerking rondom mantelzorg De volgende vragen gaan over de samenwerking met anderen bij het verlenen van mantelzorg. 9.
Zijn er naast uzelf, meer mensen die mantelzorg verlenen aan degene die u verzorgt? (Het gaat hier niet om professionele zorgverleners, zoals dokters of betaalde hulpen) U kunt meerdere antwoorden geven. Ja, familie, namelijk: ……… Ja, vrienden Ja, omwonenden / buren Anders, namelijk: ……. Nee, niemand anders geeft mantelzorg → ga naar vraag 11 Weet niet → ga naar vraag 11
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
17
10.
Hoe is de samenwerking tussen u en de andere familieleden en / of vrienden? U kunt meerdere antwoorden geven. Goed, omdat ……………… Redelijk, omdat ……………… Slecht, omdat ……………… Weet niet
11.
Heeft u te maken met huishoudelijke hulp en / of de professionele zorgverleners? U kunt meerdere antwoorden geven. Ja, thuiszorg, verzorging en verpleging Ja, hulp bij het huishouden / schoonmaakhulp Ja, de huisarts Ja, artsen in het ziekenhuis Ja, maatschappelijk werk Ja, de fysiotherapeut Ja, vrijwilligers Ja, anders, namelijk: ……. Nee → ga naar vraag 13 Weet niet → ga naar vraag 13
12.
Hoe is de samenwerking met de huishoudelijke hulp en / of professionele zorgverlener? U kunt meerdere antwoorden geven. Goed, omdat ……………… Redelijk, omdat ……………… Slecht, omdat ……………… Weet niet
Ervaring mantelzorg De volgende vragen gaan over hoe u de mantelzorg ervaart en de belasting ervan op andere activiteiten. 13.
In hoeverre voelt u zich belast door het geven van mantelzorg? Niet of nauwelijks belast Enigszins belast Zwaar belast, omdat ……… Overbelast, omdat ……… Weet niet
14.
Zijn er anderen die (een deel van) de mantelzorg over kunnen nemen als dat nodig is / als u daar behoefte aan heeft? Ja Nee Weet niet
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
18
15.
Welke problemen ervaart u door het feit dat u mantelzorg verleent? U kunt meerdere antwoorden geven. Lichamelijke problemen (zoals pijn, weinig energie, functiebeperking) Praktische problemen (vervoer regelen voor zorgvrager, organiseren van zorg en / of hulp) Psychische problemen (zoals vermoeidheid, depressiviteit, angst) Financiële problemen (zoals kosten die u moet maken om mantelzorg te kunnen geven, inleveren van inkomen omdat u minder tijd heeft om betaald werk te kunnen doen) Emotionele problemen (zoals schaamte, verdriet, teleurstelling) Relationele problemen (bijvoorbeeld omdat het verlenen van mantelzorg spanningen met zich mee brengt met uw partner of kinderen) Weinig tijd voor sociale contacten, hobby’s, vrijetijdbesteding Anders, namelijk: ……… Ik ervaar geen problemen door het verlenen van mantelzorg → ga naar vraag 17
16.
Kunt u dit toelichten?
Weet niet 17.
Bent u minder betaald werk gaan doen om meer mantelzorg te kunnen verlenen of omdat de mantelzorg zwaarder is geworden? Ja, ik ben minder betaald werk gaan doen Nee, ik ben niet minder betaald werk gaan doen Ik heb geen betaald werk Weet niet Anders, namelijk: …….
Ondersteuning mantelzorg De volgende vragen gaan over organisaties die ondersteuning kunnen bieden aan mantelzorgers. 18.
Met welke van onderstaande organisaties die ondersteuning bieden aan mantelzorgers bent u bekend? U kunt meerdere antwoorden geven. Steunpunt Mantelzorg / Consulent Mantelzorg Consulent gemeente HOOM Mezzo NPV Rode Kruis Trema Zonnebloem Anders, namelijk: ……… Met geen van bovenstaande organisaties bekend
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
19
19.
Ontvangt u ondersteuning, voor de mantelzorg die u verleent, van een of meerdere organisaties? U kunt meerdere antwoorden geven. Ja, van Steunpunt Mantelzorg / Consulent Mantelzorg Ja, van Consulent gemeente Ja, van HOOM Ja, van Mezzo Ja, van NPV Ja, van Rode Kruis Ja, van Trema Ja, van Zonnebloem Ja van een andere organisatie, namelijk: ………… Nee → ga naar vraag 0 Weet niet → ga naar vraag 0
20.
Wat voor ondersteuning krijgt u? U kunt meerdere antwoorden geven. Gespreksgroepen Bijeenkomsten Cursussen / workshops Respijtzorg (iemand die een dag / week uw taken overneemt) Informatie via een nieuwsbrief Anders, namelijk: ……… Weet niet
21.
Hoe tevreden bent u over de ondersteuning die u krijgt? Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden, omdat…. Zeer ontevreden, omdat…. Weet niet
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
20
22.
Aan welke vorm(en) van ondersteuning heeft u (verder nog) behoefte? U kunt meerdere antwoorden geven. De ondersteuning die ik krijg is genoeg Ik hoef geen ondersteuning, ik red mezelf prima Contact met andere mantelzorgers De mogelijkheid om mezelf te scholen, bijvoorbeeld via een cursus Actief aanbod in de vorm van activiteiten, een cursus en / of een workshop Concrete hulp bij het huishouden Concrete hulp bij verzorging en / of verpleging Respijtzorg, iemand die de taken eens een dag / week van mij overneemt Hulp bij administratie, financiën en regelingen Betere afstemming met professionele zorg over zaken zoals ‘wie doet wat’, tijdstip van aanwezigheid, betere onderlinge informatie-uitwisseling Betere afstemming met informele zorg (bijvoorbeeld hulp in het huishouden) over zaken zoals ‘wie doet wat’, tijdstip van aanwezigheid, betere onderlinge informatie-uitwisseling Andere activiteiten, zoals een cursus of een andere activiteit om eens wat anders te doen Anders, namelijk: ……… Weet niet
Vrijwilligerswerk Nu volgt het tweede deel van de enquête waar in zal worden gegaan op vrijwilligerswerk. 23.
24.
Heeft u in het afgelopen jaar vrijwilligerswerk gedaan? U kunt meerdere antwoorden geven. Ja, ik ben actief bij een vereniging → ga naar vraag Ja, ik ben actief voor een goed doel → ga naar vraag Ja, ik ondersteun ouderen, mensen die ziek zijn of mensen met een beperking → ga naar vraag 29 Ja, ik ben actief op de school van mijn kinderen → ga naar vraag Ja, ik ben actief in mijn buurt of wijk → ga naar vraag Ja, ik ben actief in een belangenorganisatie → ga naar vraag Ja, anders namelijk: ………… → ga naar vraag Nee, ik heb geen vrijwilligerswerk gedaan Zou u vrijwilligerswerk willen doen als u daarvoor werd gevraagd? Ja Nee Weet niet
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
30 30
30 30 30 30
→ ga naar vraag 27
21
25.
Wat weerhoudt u ervan om nu vrijwilligerswerk te doen? U kunt meerdere antwoorden geven. Ik ben er lichamelijk niet (meer) goed toe in staat Ik wil er geen tijd voor vrij maken Ik kan er onvoldoende tijd voor vrij maken Ik vind het een te grote verplichting (het gevoel ‘er aan vast te zitten’) Ik vind dat anderen dat moeten doen Ik heb geen interesse/affiniteit met het type werk of met de mensen Ik weet niet zeker of u de gevraagde hulp op een juiste manier kan bieden ( of u voldoende capaciteiten in huis hebt) Ik weet niet wat ik zou kunnen doen Ik weet niet wie ik zou kunnen helpen Anders, namelijk................. Weet niet
Ruimte voor toelichting:
26.
Wellicht ziet u er tegenop om vrijwilligerswerk te doen omdat het te veel tijd kost, of omdat u niet áltijd voor een ander wil klaarstaan. Wellicht zijn er voorwaarden te bedenken waaronder u wel vrijwilligerswerk zou willen doen. Wanneer zou u wel vrijwilligerswerk willen doen? U kunt meerdere antwoorden geven. Als het niet veel tijd zou kosten → ga naar vraag 44 Als ik iemand kon helpen in de buurt → ga naar vraag 44 Als ik af en toe een klusje zou kunnen doen → ga naar vraag 44 Als ik niet zelf op zoek zou moeten naar vrijwilligerswerk → ga naar vraag 44 Als er een onkostenvergoeding tegenover zou staan → ga naar vraag 44 Anders, namelijk… → ga naar vraag 44 Nee, ik wil geen vrijwilligerswerk doen → ga naar vraag 44 Weet niet → ga naar vraag 44
27.
Welk soort vrijwilligerswerk /zou u dan willen doen? U kunt meerdere antwoorden geven. Bij een vereniging Bij een goed doel Ondersteunen of verzorgen van ouderen, mensen die ziek zijn of mensen met een beperking Helpen op school Actief zijn in / voor mijn buurt of wijk Bij een belangenorganisatie (vertegenwoordigen van een doelgroep) Anders, namelijk: ………
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
22
28.
Hoeveel uur zou vrijwilligerswerk u per week maximaal mogen kosten? Gemiddeld ……… uur per week → ga naar vraag Gemiddeld ……… uur per maand → ga naar vraag Verschillend, soms veel uren, soms weinig uren per week → ga naar vraag Het betreft eenmalige activiteit(en) → ga naar vraag Weet niet → ga naar vraag
44 44 44 44 44
De volgende vragen gaan in op het vrijwilligerswerk dat u doet. 29.
U heeft aangegeven dat u ouderen en / of mensen met een beperking ondersteunt. Om wat voor taken gaat de ondersteuning? U kunt meerdere antwoorden geven. Helpen in het huishouden Boodschappen doen Klussen doen in huis of in de tuin Helpen bij de administratie Persoonlijke verzorging (aankleden, wassen, hulp toedienen medicijnen, verbinden, etc.) Gezelschap houden Meegaan / Met de auto halen en brengen naar arts of ziekenhuis Met de auto halen en brengen naar clubs, vrienden of activiteiten Anders, namelijk …… Weet niet
30.
Hoeveel uur bent / was u gemiddeld kwijt aan het vrijwilligerswerk? Gemiddeld ……… uur per week Gemiddeld ……… uur per maand Verschillend, soms veel uren per week, soms weinig uren per week Het betreft eenmalige activiteit(en) Weet niet
31.
Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk? Ik doe een groot deel van mijn leven al vrijwilligerswerk Sinds een aantal jaren Sinds een aantal maanden tot een jaar Ik doe het pas Vroeger heb ik ook vrijwilligerswerk gedaan, maar dat was wel wat anders Wisselend, soms intensief, dan weer maandenlang niet of nauwelijks Weet niet
32.
Hoe lang wilt u nog vrijwilligerswerk blijven doen? Nog enkele maanden, minder dan een jaar Een jaar tot enkele jaren Zolang als ik kan Weet niet Niet van toepassing, ik doe geen vrijwilligerswerk meer
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
23
33.
Kunt u aangeven welke zaken meespelen bij het verlenen van vrijwilligerswerk? Indien ja, speelt dit dan sterk mee of een beetje? Speelt sterk
Speelt een
Speelt niet
mee
beetje mee
mee
Weet niet
a. Ik vind het (niet meer dan) mijn plicht om een bijdrage te leveren aan de samenleving b. Ik doe het uit liefde en genegenheid voor de mensen / dieren die het betreft
c. Ik ken(de) iemand die in een dergelijke situatie zit en heb dus van dichtbij gezien hoe hard hulp op dit thema nodig is d. Het geeft mij een goed gevoel dat ik mij nuttig kan maken, en dat anderen blij zijn met wat ik doe e. Ik wordt ook door vrijwilliger(s) geholpen, en zet mij daarom ook in als vrijwilliger f. Ik vind het gewoon leuk
g. Ik vind dat het bijdraagt aan het vergroten van mijn sociaal netwerk
h. Ik ben / werd vanuit een instantie gestimuleerd dit te doen (bijv. UWV, Arboarts, reïntegratiebureau, etc.) i. Er zit een financiële vergoeding aan het vrijwilligerswerk verbonden
j. Ik wil ontdekken of deze doelgroep/dit type werk daadwerkelijk iets voor mij is, en of ik daarvan straks mijn beroep zou willen / kunnen maken k. Ik zie het als een opstap naar betaald werk
l. Anders, namelijk: ………
Vrijwilligerswerk dat leidt tot een betaalde baan De volgende vragen gaan in op vrijwilligerswerk als u eventueel een (aanvullende) uitkering ontvangt. 34.
Had u op het moment dat u aan het vrijwilligerswerk begon een (aanvullende) uitkering? Ja Nee → ga naar vraag 36
35.
Heeft u het gevoel dat het vrijwilligerswerk eraan bijdraagt, dat u uit uw uitkeringssituatie komt of zelfs al bent gekomen? Bijvoorbeeld omdat u door het vrijwilligerswerk werkervaring opdoet, in bepaalde netwerken terecht komt en/of mensen leert kennen, die u kunnen helpen bij het vinden van betaald werk? Ja, zeker Enigszins Nee Weet niet
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
24
Ervaring vrijwilligerswerk De volgende vragen gaan in op uw ervaring met vrijwilligerswerk en belasting ervan op andere activiteiten. 36.
Bent u tevreden met het vrijwilligerswerk dat u doet / deed? Oftewel: vindt u het leuk? Zeer tevreden, omdat: ……… Tevreden, omdat: ……… Neutraal, omdat: ……… Ontevreden, omdat: ……… Zeer ontevreden, omdat: ……… Weet niet
37.
Is het vrijwilligerswerk goed te combineren met uw andere activiteiten zoals werk, eigen huishouden, hobby’s etc.? Ja, altijd Ja, meestal wel Soms Nee, meestal niet Nee, nooit Weet niet
38.
Wordt / werd het vrijwilligerswerk u wel eens teveel? Nooit Een enkele keer, omdat… Regelmatig, omdat… Vaak, omdat… Weet niet
39.
Zou u meer vrijwilligerswerk willen doen? Ja, namelijk… Misschien Nee, omdat… Weet niet
40.
Zou u het verrichten van vrijwilligerswerk aanraden aan mensen die dat nog niet doen? Ja, omdat: ……… Misschien, omdat: ……… Nee, omdat: ……… Weet niet
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
25
Ondersteuning vrijwilligerswerk De volgende vragen gaan in op vrijwilligersondersteuning die u kunt ontvangen van welzijnsorganisaties. 41.
Bent u op de hoogte dat vrijwilligers ondersteund kunnen worden? Ja en ik maak daar ook gebruik van Ja, maar ik maak daar geen gebruik van → ga naar vraag 43 Nee , dat wist ik niet → ga naar vraag 43 Weet niet → ga naar vraag 43
42.
Hoe tevreden bent u over de vrijwilligersondersteuning? Zeer tevreden, omdat: ……… Tevreden, omdat: ……… Neutraal, omdat: ……… Ontevreden, omdat: ……… Zeer ontevreden, omdat: ………
43.
Heeft u nog eventuele behoeften met betrekking tot vrijwilligersondersteuning? Ja, namelijk: ……… Nee Weet niet
Stimuleren vrijwilligerswerk Deze laatste vragen gaan over het stimuleren van vrijwilligerswerk. 44.
De gemeente wil vrijwilligerswerk stimuleren. Kunt u aangeven in hoeverre u denkt dat de onderstaande ideeën mensen stimuleren om vrijwilligerswerk te gaan doen? Stimuleert
Stimuleert een
erg
beetje
Stimuleert niet
Weet niet
a. Meer informatie over vrijwilligerswerk
b. ‘Vacatures’ voor vrijwilligers meer bekendheid geven
c. Vrijwilligersnetwerk in de wijk / buurt opzetten
d. Mogelijkheden om workshops en / of cursussen te volgen
e. Een kleine financiële vergoeding voor het vrijwilligerswerk
f. Vrijwilligerswerk dat meer incidenteel van aard is, dat minder verplichtend is
45.
Heeft u nog andere ideeën die mensen kunnen stimuleren om (ook) vrijwilligerswerk te gaan doen? Ja, namelijk: ……… Nee Weet niet
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
26
Achtergrond Tot slot nog een paar algemene vragen. 46.
Wat is uw geboortejaar? ……
47.
Bent u een man of een vrouw? Man Vrouw
48.
In welke gemeente woont u? Gemeente Aalburg Gemeente Werkendam Gemeente Woudrichem Anders, namelijk: …..
49.
Hoe is uw huishouden samengesteld? Alleenstaand Gehuwd / samenwonend zonder (thuiswonende) kind(eren) Gehuwd / samenwonend met thuiswonende kind(eren) Eenoudergezin met thuiswonende kind(eren) Anders, namelijk: Weet niet
50.
Welke omschrijving past het beste bij u? U kunt meerdere antwoorden geven. Ik doe (bijna) fulltime betaald werk Ik doe parttime betaald werk Ik verzorg thuis mijn gezin en / of huishouden (huisvrouw, c.q. huisman) Ik ben werkloos Ik ben arbeidsongeschikt en krijg een uitkering Ik ben gepensioneerd of met de VUT Anders, namelijk: ……… Weet niet
51.
Heeft u aanvullend nog op- of aanmerkingen over mantelzorg en / of vrijwilligerswerk? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………...... …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Hartelijk bedankt voor uw tijd en medewerking!
870.102/G | Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers
27