Hervormde Gemeente Werkendam
Liturgie voor de belijdenisdienst
Zondag 17 mei 2015
Voorganger: ds. L.W. den Boer Organist: dhr. A.S. van Hoornaar
Inleidend orgelspel Binnenkomst kerkenraad en belijdeniscatechisanten Afkondigingen Zingen: Psalm 89: 1 'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên; Uw waarheid t' allen tijd, vermelden door mijn reên. Ik weet, hoe 't vast gebouw van Uwe gunstbewijzen Naar Uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen; Zo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken, Zo min zal Uwe trouw ooit wank’len of bezwijken. Stil gebed Votum en Groet Zingen: Psalm 89: 7 en 8 Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort! Zij wand’len, HEER', in 't licht van ’t Godd’lijk Aanschijn voort; Zij zullen in Uw Naam zich al den dag verblijden; Uw goedheid straalt hun toe; Uw macht schraagt hen in 't lijden, Uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen, Maar Uw gerechtigheid hen naar Uw woord verhogen.
Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht; Uw vrije gunst alleen wordt d' ere toegebracht; Wij steken 't hoofd omhoog en zullen d' eerkroon dragen Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen, Want God is ons ten schild in 't strijdperk van dit leven, En onze Koning is van Isrels God gegeven.
Gebed Schriftlezing:
– Deuteronomium 30: 15-20 – Mattheus 7: 13-27
Deuteronomium 30 15 Zie, ik heb u heden het leven en het goede voorgehouden, maar ook de dood en het kwade.
16 Want ik gebied u heden de HEERE, uw God, lief te hebben, in Zijn wegen te gaan en Zijn geboden, Zijn verordeningen en Zijn bepalingen in acht te nemen. Dan zult u leven en talrijk worden, en zal de HEERE, uw God, u zegenen in het land waar u naartoe gaat om het in bezit te nemen. 17 Maar als uw hart zich afkeert en u niet luistert, en u zich laat verleiden om u voor andere goden neer te buigen en die te dienen, 18 dan verkondig ik u heden dat u zeker zult omkomen; u zult uw dagen niet verlengen in het land waarvoor u de Jordaan oversteekt om er te komen en het in bezit te nemen. 19 Ik roep heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u: het leven en de dood heb ik u voorgehouden, de zegen en de vloek! Kies dan het leven, opdat u leeft, u en uw nageslacht, 20 door de HEERE, uw God, lief te hebben, Zijn stem te gehoorzamen en u aan Hem vast te houden – want Hij is uw leven en de verlenging van uw dagen – om te blijven in het land dat de HEERE uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob, gezworen heeft hun te geven. Mattheus 7 13 Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; 14 maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden. 15 Maar wees op uw hoede voor de valse profeten, die in schapenvacht naar u toe komen maar van binnen roofzuchtige wolven zijn. 16 Aan hun vruchten zult u hen herkennen. Men plukt toch geen druif van doornstruiken of vijgen van distels? 17 Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort en een slechte boom brengt slechte vruchten voort. 18 Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen en een slechte boom kan geen goede vruchten voortbrengen. 19 Iedere boom die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. 20 Zo zult u hen dus aan hun vruchten herkennen. 21 Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. 22 Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? 23 Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt! 24 Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft; 25 en de slagregen viel neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, maar het stortte niet in, want het was op de rots gefundeerd.
26 En ieder die deze woorden van Mij hoort en ze niet doet, zal met een dwaze man vergeleken worden, die zijn huis op zand gebouwd heeft; 27 en de slagregen viel neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het stortte in en zijn val was groot. Collecten Zingen: Psalm 1: 1 en 3 Welzalig hij, die in der bozen raad, Niet wandelt, noch op 't pad der zondaars staat, Noch nederzit, daar zulken samenrotten, Die roekeloos met God en godsdienst spotten; Maar 's HEEREN wet blijmoedig dag en nacht Herdenkt, bepeinst en ijverig betracht. Gans anders is 't met hem, die 't kwaad bemint: Hij is als kaf, dat wegstuift voor den wind. Geen zondaar zal 't gewis verderf ontkomen, Als in 't gericht door God wordt wraak genomen. Hij, die van deugd en godsvrucht is ontaard, Zal niet bestaan, waar 't vrome volk vergaart. Prediking n.a.v. Mattheus 7: 13-14 Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden. Zingen: Psalm 17: 3 en 8 Ik zet mijn treden in Uw spoor, Opdat mijn voet niet uit zou glijden. Wil mij voor struikelen bevrijden, En ga mij met Uw heillicht voor. Ik roep U aan, 'k blijf op U wachten, Omdat G', o God, mij altoos redt. Ai, luister dan naar mijn gebed, En neig Uw oren tot mijn klachten. Maar, blij vooruitzicht, dat mij streelt, Ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen; U in gerechtigheid aanschouwen; Verzadigd met Uw Godd'lijk beeld.
Lezing van het formulier voor de openbare belijdenis van het geloof Gebed Almachtige God, Vader van alle barmhartigheid, wij danken U ootmoedig en van ganser harte voor uw goedheid aan ons en alle mensen bewezen. Wij loven U om onze schepping en bewaring en om alle zegeningen van dit leven, maar bovenal om uw onschatbare liefde, waardoor U de wereld hebt verlost in onze Heere Jezus Christus, om de wegen en middelen van Uw genade en de hoop op Uw heerlijkheid. Wek in ons hart waarachtige dankbaarheid, dat wij Uw lof mogen verkondigen, niet alleen met onze lippen, maar door ons gehele leven, door ons toe te wijden aan Uw dienst en voor U te wandelen in gerechtigheid – door onze Heere Jezus Christus, Uw Zoon, aan wie met U en de Heilige Geest alle eer en heerlijkheid zij in eeuwigheid. Amen. Gemeente des Heeren, enige broeders en zusters verlangen nu in uw midden persoonlijk en openlijk belijdenis van het geloof af te leggen, opdat zij mogen delen in de volle gemeenschap van de kerk. Zij worden hierdoor tot het Heilig Avondmaal toegelaten en dragen medeverantwoordelijkheid voor de opbouw van de gemeente van Christus. Wij geloven en belijden dat God in Christus Zijn kinderen vergadert uit alle rassen en volken en hen verenigt tot één lichaam, waarvan Jezus Christus het hoofd is en wij de leden zijn. In de Heilige Doop wordt ons betuigd en verzegeld, dat wij in Gods genadeverbond opgenomen zijn. Daarom behoren wij als leden van Christus' gemeente gedoopt te zijn. Daarmee dragen wij zijn merk- en veldteken. In het Heilig Avondmaal, waar Christus ons brood en wijn geeft als tekenen en zegelen van Zijn gekruisigd lichaam en Zijn vergoten bloed, verbindt Hij ons telkens opnieuw tot de waarachtige gemeenschap met Zichzelf en met elkaar. Zo verenigd met Christus, zijn wij geroepen met woord en daad Hem te belijden als Heere en Heiland, en Gods Koninkrijk te verkondigen en te verwachten. De kerkenraad heeft, na gevraagd te hebben naar uw geloof en kennis van de waarheid, met vertrouwen en blijdschap in uw voornemen toegestemd. Daarom verzoek ik u, broeders en zusters, die nu belijdenis van het geloof wilt afleggen, op te staan en in dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis van de vaderen te antwoorden op de volgende vragen: Ten eerste: Belijdt u te geloven in God, de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde, en in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere en in de Heilige Geest? Ten tweede: Aanvaardt u de roeping om, als lid van de gemeente, die God Zich in Christus tot het eeuwige leven verkoren heeft, door Zijn genade tegen de zonde en de duivel te strijden, uw Heiland te volgen in leven en sterven, Hem te belijden voor de mensen en met blijdschap te arbeiden in Zijn Koninkrijk?
Ten derde: Wilt u, in de gemeenschap van de Protestantse Kerk in Nederland en onder haar opzicht, getrouw zijn onder de bediening van het Woord en de sacramenten, volharden in het gebed en het lezen van de Heilige Schrift, en wilt u met de u geschonken gaven meewerken aan de opbouw van de gemeente van Christus? Wat is daarop het antwoord van: Lucas Corstiaan Baggerman Gerdina Jannetje Bastiana van den Heuvel - Pruissen Theodorus van Rosmalen Gerritje Gerda van Rosmalen - Willemsen Jacobus van der Schoot Arie Hendrik Versluis Anna Pieternella van der Wiel Antwoord: Ja Opneming onder de belijdende leden Uit kracht van uw doop en als gevolg van uw persoonlijke belijdenis van het geloof, verklaren wij u, in de gemeenschap van de Kerk van Christus, tot belijdende leden van de Protestantse Kerk in Nederland en nodigen u tot de tafel des Heeren. Bevestiging De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijd zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke en fondere ulieden. Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.
Zingen door de belijdeniscatechisanten: Psalm 119: 53 Uw woord is mij een lamp voor mijnen voet, Mijn pad ten licht, om 't donker op te klaren. Ik zwoer, en zal dit met een blij gemoed Bevestigen, in al mijn levensjaren, Dat ik Uw wet, die heilig is en goed, Door Uw gena bestendig zal bewaren.
Toezingen: Psalm 25: 4, (staande) 's HEEREN goedheid kent geen palen. God is recht, dus zal Hij door Onderwijzing hen, die dwalen, Brengen in het rechte spoor. Hij zal leiden 't zacht gemoed In het effen recht des HEEREN. Wie Hem need'rig valt te voet, Zal van Hem zijn wegen leren. Korte toespraak Geliefde broeders en zusters in de Heere, nu u door uw belijdenis in alle voorrechten van het lidmaatschap van de Kerk van Christus delen mag, bedenkt te allen tijde dat u medeburgers van de heiligen bent en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Jezus Christus Zelfde hoeksteen is; in Hem wordt ook u mede gebouwd tot een woonstede van God in de Geest. Gemeente van Jezus Christus, nu u de belijdenis van deze broeders en zusters hebt gehoord en getuige geweest bent van de doop en hun toelating tot het Heilig Avondmaal hebt vernomen, bevelen wij hen aan in uw liefde en zorg, als leden, die met ons een zijn in de Heere. Gedenk de woorden van onze Heere Jezus Christus: Een nieuw gebod geef ik u dat u elkander liefhebt, gelijk Ik u liefgehad heb, dat u ook elkander lief hebt. Hieraan zullen allen weten, dat u discipelen van Mij zijt, indien u liefde hebt onder elkander. Geloofsbelijdenis Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere; die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle; ten derden dage wederom opgestaan van de doden; opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des almachtigen Vaders; van waar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest Ik geloof een heilige, algemene christelijke Kerk, de gemeenschap der heiligen; vergeving der zonden; wederopstanding van het vlees; en een eeuwig leven. Amen. Zingen: Psalm 48: 6 Want deze God is onze God; Hij is ons deel, ons zalig lot, Door tijd noch eeuwigheid te scheiden; Ter dood toe zal Hij ons geleiden.
Gebed Almachtige en getrouwe God, die beloofd hebt Uw kerk op aarde in stand te zullen houden en die in Uw liefde ook deze broeders en zusters hebt geroepen U te belijden en te dienen, wij bidden U: vermeerder in hen de genade van de Heilige Geest, opdat zij mogen toenemen in het geloof en trouw mogen blijven in de liefde tot U. Heere Jezus, grote Herder, wil ook deze schapen van Uw kudde veilig leiden en, als zij ooit verschrikt mochten worden door verzoeking en vervolging, hun zwakke krachten sterken en hen bewaren, dat zij niet afdwalen. Behoed hen en ons allen, opdat wij eenmaal na volbrachte strijd mogen ingaan in de vreugde van Uw Koninkrijk, om met allen die Uw Naam belijden, U te loven en te dienen in heerlijkheid. Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen. Zingen: Psalm 118: 10 en 14 Dit is, dit is de poort des HEEREN: Daar zal 't rechtvaardig volk door treên, Om hunnen God ootmoedig t' eren, Voor 't smaken Zijner zaligheên. Ik zal Uw Naam en goedheid prijzen: Gij hebt gehoord ; Gij zijt mijn geest, Door Uw ontelb're gunstbewijzen, Tot hulp en heil en vreugd geweest. Gij zijt mijn God, U zal ik loven, Verhogen Uwe majesteit. Mijn God, niets gaat Uw roem te boven; U prijz' ik tot in eeuwigheid. Laat ieder 's HEEREN goedheid loven, Want goed is d' Oppermajesteit: Zijn goedheid gaat het al te boven; Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!
Zegen Uitleidend orgelspel Na de dienst is er gelegenheid om de nieuwe belijdende leden in de hal van de kerk Gods zegen toe te wensen.
www.hervormdegemeentewerkendam.nl