gemeente werkendam Raadhuisplein 1
gemeenteraad van Werkendam
4251 VZ Werkendam Postbus 16 4250 DA Werkendam Telefoon: (0183)50 7200 Fax: (0183)507300 E-mail:
[email protected]
onderwerp
harmonisatie
PSZ en
KO
datum verzonden 20 november 2013 uw brief (datum kenmerk)
Geacht raadslid, ons kenmerk
Bijgevoegd treft u het rapport aan “It takes a village to raise a child”. Op grond hiervan heeft ons college besloten om het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang te harmoniseren en te fiscaliseren. Concreet komt het erop neer dat het peuterspeelzaalwerk als afzonderlijke voorziening ophoudt te bestaan. In plaats daarvan komt er een peuterprogramma binnen de kinderopvang. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de bedrijfsvoering en voor het personeel van Trema, maar inhoudelijk verandert er niet zoveel. Het grote verschil is dat de gemeente peuterspeelzaalwerk subsidieert en dat de rijksoverheid voor kinderopvang een kinderopvangtoeslag verstrekt aan tweeverdieners. De harmonisatie heeft tot gevolg dat voor tweeverdieners het subsidie voor de peuterspeelzaal wordt vervangen door een kinderopvangtoeslag van de rijksoverheid. Voor de ouders betekent dit het volgende: • Voor peuterspeelzaalwerk betalen ouders € 2,65 per uur. De gemeente subsidieert 300 peuters met € 267.270,00, wat neerkomt op € 4,45 per uur. Totale kosten per uur dus € 7,10. • Afhankelijk van het arrangement, liggen de tarieven voor kinderopvang bij Trema tussen 0 6,50 (het basistarief) en € 7,30 per uur. Voor de peuteropvang heeft Trema aansluiting gezocht bij het basistarief kinderopvang van € 6,50 per uur, waarvoor de ouders dus van de rijksoverheid een kinderopvangtoeslag ontvangen, die afhangt van hun inkomen.
18484 ~takesavilIageto raise a child behandeld door Peter Hoenselaar
unit samenleving
e-mail peter.hoenselaar@werkendam
De harmonisatie van peuterspeelzalen en kinderopvang heeft voor ouders met één inkomen geen gevolgen. Voor hen blijft de peutersubsidieregeling gewoon in stand. Voor peuterspeelzaalouders met twee inkomens verandert er wel iets. Bij een gezamenlijk inkomen lager dan 0 60.000 betalen de ouders minder eigen bijdrage dan voorheen bij de peuterspeelzaal. Bij een gezamenlijk inkomen van meer dan € 60.000 betalen de ouders op basis van de inkomensafhankelijke kinderopvang toeslag een hogere eigen bijdrage dan in de oude situatie. Het netto resultaat van de harmonisatie is dat subsidie van de gemeente vervangen wordt door een inkomensafhankelijke toelage van het rijk, In
werkendam.nI
Pagina 2 van 2
het subsidieprogramma 2014 is hier een voorschot op genomen en is het subsidie voor de peuterspeelzalen al verlaagd met € 25.000,00. Het subsidie per peuter bedraagt € 891,00. Stel dat 100 van de 300 peuters onder de kinderopvang regeling vallen (dus ouders hebben met twee inkomens), dan daalt het subsidie met€ 89.100. Dat is €64.000 méér dan deal ingeboekte bezuiniging. Tegen de zomer weten we meer. Dat komt omdat Trema de harmonisatie per dorp gefaseerd invoert. Het is de bedoeling dat de gehele operatie in mei 2014 is afgerond. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
()
i91)
Hoogachtend, burgemeester en wethouders van de secretaris, de burg
s
.
o
en
rs. C.G.J. Breuer
IT TAKE S A VILLAGE TO RAISE A CHILD HA RMON1SA TIE VAN KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZAAL WERK
1
. .
Okt. 2013
RAI’ .iIe
en interim management
Inhoud Aanleiding
2
1 Harmonisering en fiscalisering van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk
3
2
Gevolgen van harmonisatie en fiscalisering
4
3
Gevolgen voor Werkendam
5
4
Aandachtspunten bij de invoering
5
5
Conclusie
7
Bijlage A Amsterdam wil kinderen vanaf 2,5 jaar naar basisschool sturen Bijlage B
Fiscalisering van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang
Bijlage C
Waar is de peuterspeelzaal”
Bijlage D
Onderscheid kinderopvang en peuterspeelzaal op de schop
Bijlage E
4-Ogen principe
~ Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Werkendam
Aanleiding In het accommodatieprogramma van de gemeente Werkendam staat het beleid beschreven voor het realiseren van brede scholen. Het uitgangspunt van de brede scholen is het samenbrengen in één gebouw, van partijen met een gezamenlijke visie die zich bezig houden met opgroeiende kinderen. Door deze aanpak zal een brede school uiteindelijk kunnen doorgroeien naar een zogenaamd Integraal KindCentrum (IKC). De verschillende partijen kunnen hier samenwerken rond het kind om zo de ontwikkelingskansen van het kind te vergroten. Naast het realiseren van het optimale leerklimaat wordt er ook bijgedragen aan het behoud van voorzieningen in de kleine kern. Een Integraal KindCentrum is dus meer dan alleen maar een bed njfsverzamelgebouw. Op deze wijze wordt er lokaal ingestoken en wordt er zoveel mogelijk maatwerk per kern geleverd; het IKC wordt een onderdeel van de samenleving. De kleine kernen hebben te maken met ontgroening, vergrijzing en krimp. Door deze demografische veranderingen moet er actief beleid worden ontwikkeld samen met de betreffende partijen, gemeenschap en de gemeente in de kernen om de leefbaarheid van de kern te behouden en bevorderen. Wanneer het IKC een onderdeel van de samenleving is zal de betreffende kern het aanbod blijven houden voor het “jonge kind” waardoor het ook voor jonge mensen aantrekkelijk blijft om zich in deze kern te vestigen. De vergrijzing zal in deze kernen minder impact hebben, hetgeen de leefbaarheid alleen maar ten goede zal komen. De eerste stap in dit proces is het harmoniseren van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. Er zitten verschillende inhoudelijke en financiële voordelen aan het geharmoniseerde aanbod; deze worden in dit stuk besproken. Daarbij is het voordeel dat er niet apart gebouwd hoeft te worden voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de brede scholen; deze worden dan immers geïntegreerd aangeboden.
~ Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Werkendam
1
Harmonisering en fiscalisering van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk
“Amsterdam wil kinderen vanaf 2,5 jaar naar basisschool sturen”is de krantenko p van de Volkskrant van 20 augustus 2013. In het najaar lanceert de gemeente Amsterdam een plan om peuterspeelzalen, voorscholen en reguliere kinderopvang samen te voegen in een basisvoorziening voor peuters van 2,5 tot 4 jaar oud. (Bijlage A) Kinderen tussen de twee en de vier jaar worden o.a. bereikt via twee verschillende typen voorzieningen: de kinderdagopvang en de peuterspeelzalen. Deze voorzieningen kennen een geheel eigen ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling. De belangrijkste overeenkomst is dat beide voorzieningen gericht zijn op jonge kinderen. Van oudsher richt het peuterspeelzaalwerk zich voornamelijk op het ontmoeten van andere kinderen, het stimuleren van ontwikkeling en het inspelen op achterstanden. Kort gezegd was peuterspeelzaalwerk een voorbereiding op school. De kinderopvang richtte zich voornamelijk op het bieden van opvang aan kinderen van werkende ouders. Echter heeft de branche kinderopvang zich de laatste jaren dermate professioneel ontwikkelt (o.a. door de invoering van de wet Kinderopvang in 2004) dat er steeds meer overeenkomsten komen tussen de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Met de Wet OKE (2010) zijn de kwaliteitseisen aan peuterspeelzalen en kinderopvang al zoveel mogelijk gelijk getrokken. Er is echter nog steeds sprake van een aantal belangrijke verschillen, zoals de groepsgrootte, het aantal gediplomeerde leid(st)ers op de groep, de gehanteerde CAO en de financiering. In het verleden bereikte de peuterspeelzaal vaak andere kinderen (van zogenaamde eenverdienende ouders) dan de kinderdagopvang. Doordat er onder ouders steeds meer tweeverdieners zijn gekomen is de branche kinderopvang gegroeid terwijl het peuterspeelzaalwerk de afgelopen jaren is gekrompen. Ouders zijn beide gaan werken en de kinderopvang werd financieel zeer aantrekkelijk gemaakt. Uiteindelijk kozen deze ouders minder voor het traditionele peuterspeelzaal omdat dit niet meer te combineren was met hun huidige leefwijze en werksituatie. Alleen ouders die arbeid en zorg combineren komen volgens de Wet Kinderopvang in aanmerking voor een kinderopvangtoeslag. Peuterspeelzalen worden gesubsidieerd door de gemeente. Verder kennen beide voorzieningen grote verschillen op het gebied van regelgeving, de invulling van de kwaliteitseisen en de vormgeving van het toezicht. Hierbij geldt dat bij kinderopvang sprake is van één landelijk wettelijk kader (Wet Kinderopvang). Bij peuterspeelzalen is sprake van decentraal beleid: iedere gemeente in Nederland gaat naar eigen inzicht om met peuterspeelzaalwerk. Met harmonisatie bedoelen we het aanbieden van een peuterprogramma binnen de kinderopvang, waarna de afzonderlijke organisaties voor peuterspeelzaalwerk kunnen worden opgeheven.
~ Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Werkendam
Door te harmoniseren kan het beste van beide werelden gecombineerd worden en ontstaat er een peuterprogramma voor alle kinderen ongeacht of iemand werkzaam is of niet. Door deze verandering zal het inhoudelijke aspect van het peuterspeelzaalprogramma behouden blijven en zal de kinderopvang zich meer en meer kunnen ontwikkelen tot een maatschappelijke voorziening waarbij het kind centraal staat. Bij harmonisatie wordt het financieringsstelsel, de kwaliteitseisen en het toezicht van het peuterspeelzaalwerk gelijkgetrokken met de kwaliteitseisen van de kinderopvang. Het peuterspeelzaalwerk wordt omgevormd tot peuteropvang en ondergebracht bij de Wet Kinderopvang. Net zoals bij de kinderopvang wordt bij peuteropvang vraagfinanciering ingevoerd. Een schematische weergave van de financieringsstromen is opgenomen in Bijlage B. Bij het aanmelden van het kind wordt aangegeven of het gezin twee werkende ouders heeft. De werkende ouders kunnen dan via de belastingdienst kinderopvangtoeslag aanvragen en de gemeentelijke subsidie wordt uitsluitend nog verstrekt aan ouders van kinderen waarvan een of beide ouders niet werken of studeren. De ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag betalen een gereduceerd tarief per uur en het kindcentrum ontvangt het resterende bedrag door een gemeentelijke subsidie. Door het harmonisatieproces ontvangen de kinderopvangorganisaties een hogere ouderbijdrage die ze kunnen inzetten om de voorziening in stand te houden zonder dat het de gemeente extra geld hoeft te kosten. Daarnaast bezuinigt de gemeente op subsidies, omdat alle peuterspeelzaalouders met 2 inkomens, gebruik maken van de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst. Het peuterspeelzaalwerk “oude stijl” is financieel bijna niet meer overeind te houden voor zowel organisaties zonder winstoogmerk als gemeentes, zonder de subsidie te verhogen. Hoe minder kinderen er naar de peuterspeelzaal gaan (de inkomsten zullen dalen voor de organisaties) des te meer subsidie heeft de Organisatie nodig om de betreffende voorziening overeind te houden en dit terwijl de gemeentes noodgedwongen moeten bezuinigen. Andere belangrijke oorzaken voor de tekorten die ontstaan binnen de peuterspeelzaal zijn: sterk gestegen personeelslasten, hogere kwaliteitseisen en veranderde wetgeving (Wet OKE).
2
Gevolgen van harmonisatie en fiscalisering
Door het harmoniseren kan er kwalitatief hoogwaardige kinderopvang, inclusief peuterspeelzaalprogramma, in de brede school worden aangeboden. Deze kinderopvanglocaties draaien op vaste tijden een “peuterprogramma”. Op deze manier kunnen gelijke ontwikkelingskansen voor de kinderen geboden worden. Op alle locaties kan dan WE (voor- en vroegschoolse educatie) geboden worden. Hierdoor ontwikkelen de kinderen zich in een taalrijke omgeving met VVE gecertificeerde pedagogische medewerkers. Door deze constructie is het peuterprogramma voor alle kinderen toegankelijk. Er wordt in het aanbod geen onderscheid meer gemaakt tussen kinderen van 4 Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Werkendam
“eenverdieners” en kinderen met werkende ouders, waardoor er meer gemixte groepen van kinderen ontstaan. Dit is een verrijking en voorkomt tweedeling in een gemeenschap. Het harmoniseren van de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk heeft meerdere gevolgen voor het WE beleid, bijvoorbeeld het verdwijnen van de BAS-groepen. Deze gevolgen staan opgenomen in het VVE jaarplan 201 3-2014 van de gemeente Werkendam. Wanneer het peuterspeelzaalwerk wordt omgevormd tot peuteropvang en voldoet aan de kwaliteitseisen die aan de kinderdagverblijven worden gesteld, komen ouders die werken (tweeverdieners) in aanmerking voor kinderopvangtoeslag van de belastingdienst. Door het voldoen aan de kwaliteitseisen van de kinderopvang zal de begeleiding van de kinderen verder worden geprofessionaliseerd. Er zal ten alle tijden gewerkt moeten worden met gekwalificeerde professionals wat zal leiden tot een hoger niveau binnen het personeelsbestand. Een ander groot voordeel van het harmoniseren van kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk is dat er continuïteit voor het kind kan worden geboden. Ook wanneer een van de ouders zijn baan verliest blijft het kind zijn plek behouden omdat de ouders nu eenverdiener zijn geworden en dus subsidie ontvangen vanuit de gemeente. Wanneer de ouder weer een baan heeft, komt deze weer onder de Wet Kinderopvang te vallen en kunnen de financiën weer via de belastingdienst worden teruggevraagd.
3
Gevolgen voor Werkendam
Volgens de cijfers van het CBS1is in Nederland 69% van de huishoudens met minderjarige kinderen tweeverdiener. Deze cijfers kunnen in de gemeente Werkendam lager liggen, vanwege de grote reformatorische gemeenschap. Op dit moment is er €242.270,00 geraamd aan subsidie vanuit de gemeente voor peuterspeelzaalwerk in 2014. Deze subsidie is voor alle kinderen die deelnemen aan peuterspeelzaalwerk (het maakt niet uit of de ouders tweeverdieners, eenverdiener of werkloos zijn). Door de tweeverdieners gebruik te laten maken van de kinderopvangtoeslag zal dit tot een besparing op de gemeentelijk subsidie kunnen leiden. Welk bedrag dit exact is is dus afhankelijk van het aantal tweeverdieners. Door het momenteel stijgende werkeloosheidperuentage zullen deze besparingen minder zijn als enkele jaren geleden. Dit percentage is dus sterk afhankelijk van de economische situatie. Bij een aantrekkende economie zal dit percentage dus verder oplopen en zal de gemeente uiteindelijk meer kosten kunnen besparen.
4
Aandachtspunten bij de invoering
Van oudsher zijn er verschillen in cultuur en visie tussen het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang. Waar kinderopvang ontstaan is vanuit een behoefte aan een vervangend 1
Sociaaleconomische trends, kwartaal 1 2011 CBS Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Werkendam
“thuis” voor kinderen vanaf 0 jaar op momenten dat ouders werken, is de peuterspeelzaal de plek waar peuters van 2 en 3 jaar kunnen leren om samen te spelen als voorbereiding op het naar school gaan. In de afgelopen jaren zijn de twee werksoorten meer en meer naar elkaar toegegroeid maar zijn de verschillende uitgangspunten nog steeds merkbaar. Zoals eerder aangegeven hebben peuterspeelzaalwerk en kinderopvang een andere ontstaansgeschiedenis en daardoor vaak ook een ander imago. Niet alle ouders willen hun kinderen naar de kinderopvang brengen, hetgeen gebaseerd kan zijn op het imago van kinderopvang of op levensbeschouwelijke overtuigingen. Het gevolg is dat er duidelijk en goed gecommuniceerd moet worden dat “het peuterprogramma” inhoudelijk hetzelfde is als het peuterspeelzaalwerk. ,
Ook zijn er verschillen in de personeelssamenstelling van de teams; waar in de kinderopvang voor een groot deel jongere medewerkers instromen, is de beroepspopula~e bij de peuterspeelzalen al jaren weinig aan verandering onderhevig. Er werken nog veel mensen van “het eerste uur”. Dit verklaart ook het verschil in binding dat door medewerkers met een locatie wordt ervaren. Deze verschillen zullen dus uitgebreid aan de orde moeten komen bij het harmonisatieproces. Bijzondere aandacht zal er daarnaast moeten zijn voor de registratie van ouders via de Wet Kinderopvang. Een risico is dat ouders hun kinderen geen gebruik laten maken van de voorziening, omdat zij zich moeten registeren. Registratie kan door ouders namelijk als een drempel ervaren worden. Ervaring elders leert dat goede communicatie en uitleg cruciaal is binnen dit proces om dit probleem te voorkomen. (zie voorbeeld bijlage C) Het advies voor de gemeente Werkendam en Trema is om de fiscalisering gefaseerd in te voeren. De kernen Nieuwendijk en Hank zijn goede keuzes om te starten met een gefiscaliseerd aanbod vanaf 1januari 2014. Het voordeel van gefaseerd invoeren is dat Trema de mogelijkheid heeft om per kern ondersteuning te bieden aan de ouders. Er zijn ouders die wellicht hulp nodig hebben bij het invullen van de registratie of extra vragen hebben over de inhoudelijke verschillen van het peuterprogramma. Het advies is wel om elke maand een kern te laten fiscaliseren en zo snel als dat het organisatorisch mogelijk is de fiscalisering door te voeren in alle kernen. Het voordeel hiervan is dat er niet onnodig lang onrust is onder de ouders in de gehele gemeente. Daarbij hoeft Trema niet lang met verschillende systemen naast elkaar te werken. Echter, het is de verantwoordelijkheid van Trema om dit proces te sturen. Enkele tips voor het doorlopen van het harmonisatieproces zijn: -
-
goed en duidelijk communiceren naar personeel en ouders; snel en duidelijk invoeren; zodra je het proces met ouders communiceert, zorg dan dat alles achter de schermen is geregeld;
-
gefaseerd invoeren per kern;
-
in de communicatie bewust blijven spreken over peuterspeelzaalwerk;
-
begeleiding voor ouders bij het invullen van de registratie van Wet Kinderopvang. 6 ~ Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Werkendam
Daarbij zijn er niet alleen verschillen voor de ouders tussen peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang, maar ook voor de pedagogisch medewerkers. De CAO’s zijn anders voor de verschillende voorzieningen. Een ander belangrijk verschil is dat medewerkers binnen de kinderopvang meer gewend zijn om flexibel inzetbaar te zijn. Flexibel inzetbaar betekent niet alleen werken op verschillende tijden, maar ook op verschillende locaties en in vakantietijd. Daarbij moeten alle pedagogische medewerkers mee in de cultuurverandering zodat er een nieuwe voorziening ontstaat en er van elkaar geleerd kan worden. Tips om dit proces goed te doorlopen: -
vooraf goed en duidelijk communiceren met het eigen personeel;
-
betrek de OR in deze transitie;
-
geef duidelijk de noodzaak aan waarom er wordt gekozen voor fiscalisatie en maak duidelijk aan personeel en ouders dat er geen alternatief is;
-
na harmonisatie werken aan teambuilding;
-
investeer in de overgangsperiode en geef medewerkers en ouders hun aandacht;
-
-
de pedagogisch medewerkers van Werkendam in contact brengen met medewerkers van een andere gemeente die de harmonisatie al hebben doorlopen; kijk bij elkaar in de keuken! ondemeem actie als medewerkers echt niet mee willen.
Een ander aandachtspunt vormen de landelijke ontwikkelingen op het gebied van harmonisatie. Bijlage D is een krantenbericht uit de Volkskrant van 26juni 2013. Minister Asscher van Sociale zaken heeft aangekondigd dat hij een plan voor het samenvoegen van de kinderopvang en peuterspeelzaalbeleid gaat aanleveren. Deze harmonisatie levert waarschijnlijk een betere kindervoorziening op, omdat de sterke punten van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang worden gecombineerd. Het risico met het verplicht stellen van harmoniseren en fiscaliseren is dat de het financiële voordeel voor de gemeente verdwijnt doordat het rijk gaat korten op de rijksbijdrage.
5
Conclusie
Het advies is om zo snel mogelijk in Werkendam te starten met de harmonisatie en fiscalisering van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. Door harmoniseren ontstaat er een duurzame voorziening die het beste van de peuterspeelzaalwerk en kinderopvang combineert. Het fiscaliseren draagt bij aan eenduidigheid voor de ouders en een waarschijnlijke lagere subsidiebijdrage vanuit de gemeente. Voor de invoering moet een natuurlijk moment gekozen worden: bijvoorbeeld een nieuw kalender- of schooljaar. Maar houdt er rekening mee dat het opstarten van een harmonisatieproces veel aandacht vergt. Trema zal het personeel moeten inlichten, 7 ~ Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Werkendam
ouderraden en de OR moeten erin betrokken worden. Eventueel zal er een sociaalplan (er is een landelijke regeling) of overgangsregeling getroffen moeten worden om alles zo goed mogelijk te laten verlopen. Wel is het advies om dit per kern op te pakken. Zorg ervoor dat het proces zo spoedig mogelijk verloopt maar pak het wel op per kern. Door kerngericht te werken is er volledige aandacht voor de ouders in de betreffende kern en krijgen de ouders meer het gevoel dat het proces er niet wordt “doorgedrukt”. De kans op het ontstaan van weerstand is reëel aanwezig, gezien het feit dat de ouderbijdrage voor werkende ouders (tweeverdieners) met hoge inkomens zal gaan stijgen. Daar staat tegenover dat er ook ouders zijn, in de lagere inkomensklassen, die minder gaan betalen per maand. Tenslotte zal de gemeente in het college een besluit moeten nemen waarna Trema kan starten met het fiscalisatieproces zodat nog vôôr de zomervakantie van 2014 alle peuterspeelzalen van de gemeente Werkendam gefiscaliseerd zijn.
Rudie Peeters, september 2013
~ Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Werkendam
Bijlage A
Amsterdam wil kinderen vanaf 2,5 jaar naar basisschool sturen Door: Rosa Veenstra
—
20/08/1 3, 05:58
© MARCEL VAN DEN BERGH/ DE VOLKSKRANT. Kinderen op kinderdagverblijf ‘t Hummeltje spelen met scheerschuim.
~
‘.
De gemeente Amsterdam wil kinderen vanaf 2,5 jaar naar de basisschool sturen. In het najaar lanceert de gemeente een plan om peuterspeelzalen, voorscholen en reguliere kinderopvang samen te voegen in een basisvoorziening voor peuters van 2,5 tot 4 jaar oud. In de loop van dit schooljaar begint een proefproject op tien scholen. Volgens het plan krijgen kinderen met een taalachterstand wekelijks recht op vier gratis dagdelen opvang van drie uur. Voor andere kinderen is dat twee gratis dagdelen per week. De opzet lijkt daarmee sterk op het plan van minister Lodewijk Asscher voor een landelijke peutervoorziening voor alle kinderen vanaf 2,5 jaar, ongeacht of de ouders werken of niet.
Amsterdam kent een relatief hoog aantal kinderen met een taalachterstand. Met ruim 6.300 peuters valt bijna de helft van alle 2,5 tot 4-jarigen in de stad onder die categorie, terwijl het er landelijk 45 duizend zijn. Volgens de bestaande regelingen hebben zij recht op minstens tien uur voorschoolse educatie per week, betaald door de gemeente. Oplus Amsterdam wil daar nu onder de naam Groep Oplus een pedagogische voorziening van maken voor alle kinderen. De opvang valt dan onder de verantwoordelijkheid van de basisschool en vindt plaats in hetzelfde gebouw of in de buurt daarvan. Als kinderen 4 jaar oud zijn, stromen ze door naar groep 1 van dezelfde school. Voor de financiering wil de stad het geld voor de kinderopvangtoeslag samenvoegen met de gemeentelijke middelen voor peuterspeelzaalwerk en voor- en vroegschoolse educatie. Als het initiatief doorgaat, heeft de Amsterdamse kinderopvang er een potentiële concurrent bij. Volgens het plan mogen basisscholen samenwerken met een bestaande aanbieder van kinderopvang, maar ze mogen de peutervoorziening ook zelf aanbieden. In dat geval ziet de opvang zijn meest winstgevende cliënten wegstromen, omdat er bij kinderen tot 2 jaar oud meer beroepskrachten op de groep moeten staan dan bij oudere kinderen. Kinderdagverblijven verdienen daarom meestal pas aan de opvang wanneer kinderen de peuterleeftijd bereiken.
~ Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Werkendam
Grote aanbieders Het plan valt daarom niet in goede aarde bij kinderopvangorganisaties in de stad. ‘Uit ervaring weet ik dat scholen alleen in zee gaan met de grote aanbieders’, zegt pedagoge Jessica Haije, eigenaar van Kids& Zo in Amsterdam. ‘Dat zijn niet altijd de beste aanbieders op het gebied van de pedagogische kwaliteit voor peuters, dat blijkt ook uit rapportages van de GGD. Ik begrijp ook niet waarom er straks geld naar voorschoolse educatie bij basisscholen gaat, terwijl er al een hele infrastructuur ligt.’ Het initiatief past in de oproep van de vier grote steden om een einde te maken aan het verschil tussen de commerciële kinderopvang en de gesubsidieerde opvang. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht willen zelf de regie krijgen over de voorschoolse educatie voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar. Gemeenten hebben al enige vrijheid om onderwijs, peuterspeelzalen, kinderopvang op elkaar af te stemmen. Rotterdam, Utrecht en Den Haag geven vrijwel alleen subsidie voor voorschoolse educatie als er een link is met de basisschool.
10 Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Werkendam
Bijlage B
Fiscalisering van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang
Aanmelding kind bi] KDV
Ouders voldoen aan regels voor belastingaftrek kinderopvang
Ouders voldoen NIET aan regels voor belastingaftrek kinderopvang
/
subsidie regeling PSZ
Kinderopvang met geïntegreerde PSZ
Bijlage C
Waar is de peuterspeelzaal? Weekblad voor Nederweert~ 4juli 2013
Bestaat de peuterspeelzaal nog? • « 1 4’.
t /
~d
‘4, -?
Pl •~i
‘~
.k
•-*,._
~eraat da peuterspeelzaal nog in Nederweertfl? Jazeker, het heeft alleen een andefe raam ~ekreqeri. namelijk peuterprogramma. Bij ee. Heera K~nderc.ntra kunt u hier veor tereçht. Hier kunnen kinderen van 2 tol 4 jan qlkaar cntmoalen Qh iarnen ipalarid laFen. Eer~ prima man~er om nIeuwe ur~arIn~pn op te doen, los van papa ~n mama of d~ varirouwde cppai, en ipelencarwijs voorbereid «‘ wordert OØ da basis schooL Uw peuter iewt es luisteren naar de en went aan een groep. Er ~s v2el aandacht voor zijn of haar csntwikkehng en voor het aan eren ~an vaard.igheden die de ~‘ergang naar de basissihoel soepeler maken. Het peutorprogranima is nini,naai 2 dagdelen In de week (een morgen en een riidda~3S.S uur per week ‘10 we ken lang Csdioolvakanties vrij). 15 het petrterpr up~mm a dtiuw??7 Valt reuze ma& l edera ouder kril gt of ~i ~ d~ be Iaitngdieng e~n deel terug of via de gemeente Naderweert. Dc keuze van deze dagdelen mogen ouden zett irntull en. 4~jjf’
Het WE (voor en vroegscheolse edu catiel peuterprogramina heeft een belan~rJjt. rol in dqontwiflqling i’an kinderen. Alle pedagogische mcde~
werkers zijn WE geschoold. Zij zor gen ervooi dat kinderen, indlali no dig. b.v. ezva taabanbed krijprr In de vorm van aducatlavc proçremmfl. Op die manle wvrdtak~roeçtiJdl~ ~e werkt aan het terugdr InQqn ~an erna mogelijke (taa’) achterstand. ~n nauw contact ~iat kat basisonderwils wordt alles In het weck gesteLd om kinderen zo optimaal mogelIjk aan hun schoolloopbaan te laten beginnen. Bij Moer. Klndercentr.a hebben we 2 peLitergroepen. De 2 jarigen ritten bij Eigerwêijsje. Hier staat vooral het sa men spelen. samen delen en o 1fl9 aan met elkaar centraaL Het programma dat in de~e groep wordt aangeboden hoort bij deze leeftijdscategorie. Als een peuter 3 jaar wcwct ~tr&se~t hij af rij door naar iJpka Cvpko’~ Wat pro gramma dat hier wordt aanoebodan sluit meer ~n hij do basisschool Ook ~ uw pauter hIj aan gasto4idor zit of tij een ander kInderdag~erb~ijf. kan het toch een aarwulling zijn om uw kind te laten deelnemen aarn het peuterprograrnrnal Door uw peuter kennis te Faten maka,i mat het no gramma4 leert het de baçIsnardl~ hodon dia nodig zijn voor aan goede ~tartop de basisschool.
Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Werkendam
Bijlage D
Onderscheid kinderopvang en peuterspeelzaal op de schop
Onderscheid kinderopvang en peuterspeelzaal op de schop Van onze verslaggee sier Rosa Veenstra AMSTERDAM MlntsterLodewljk Asscher(Sodale Zaken) komt na de zomer meteen plan voor de sa
menvoeglngvandeklnderopvang en de peuterspeelzalen. Ongeacht of ouders werken ofniet, zouden zij vooralie peuters van 2,5 tot 4 jaar recht krijgen op kinderop. vangtoeslag voor twee da den opvang per week In een klnderdag. verblijf of een peuterspeelzaal. Alleen werkende ouders kunnen tot nog toe aanspraak maken op kinder opvangtoeslagvooropvang in een kin derdagverblijf. l)oelgroepkinderen (kinderen met een taalachterstand) hebben rechtopopvangin cenpcuter speelzaal, voor minimaal tien uur of vier dagdelen per week.
Boven op her aanbod van twee dag delen behouden werkendeoudersvol
gens het plan het recht op kinderop vangtoeslagop basis van het aantal gewerkte uren. Doelgroepkinderen blij ven recht houden op minstens tien uur opvang perweek.Degetijkstellingvan de financieringvan peuterspeelzalen en kinderdagverblijven moet ertoe lei den dat kinderen met verschillende achtergronden meer in dezelfde voor zieningen terechtkomen.
Recht op toeslag, ngeacht ofouders werken ofmet Hoe het plan gefinancierd moet wor den,is nog onduldelljk.De Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) stuurde vorige week een brandbrief naar ministerAsscher. De VNG zegt dat de uitbreiding van de toeslagregeling uit het budget van gemeenten voor peuterspeelzalen moet komen. Zij vreestdatdeaansluitingvan kinderop vangen basisonderwijs in het gedrang komt, omdatgemeenren hun regisse rende rol zouden verliezen. Een woord voerdervan het ministerie van Sociale 7aken noemt de brief prematuur, om dat er nog gesproken wordt over de plannen. De branche reageert positief. ‘Dit is het begin van de erkenning dat kinder opvang een pedagogische voorziening is en niet slechts een arbeidsinstru ment’, zegt Kin deropvangfonds-voor zitter Gijs van Rozendaal. Ouderbelangenvereniging Boink zegt blij te zijn met het voornemen voor een peutervoorziening. ‘Goede
kinderopvang is een recht’, zegt voor zitter Gjalt Jellesma. ‘Ongeacht of kin deren tot een bepaalde doelgroep be horen en of him ouders werken of niet.’ Jellesmawlldereglevandeplan nen wel bij degemeenten, maar niet de uitvoering. ‘Wat als een gemeente er niets van bakt? Er zijn vierhonderd ge meenten en je wil niet evenveel ver schillende kwaliteiten opvang als erge n~eenten zijn.’ Ook brancheorganisarie MOgroep verwelkomt de plannen.VoorzlrterMa rijke Vos pleit wel voor een simpel sys teem voor ouders. ‘Het systeem voor kinderopvang moet laagdrempelig zijn. Ouders moeten niet afgeschrikt worden door ingewikkelde procedu resvoortoeslagen.’ Als het plan doorgaat, moeten peu tcrspcelzalen en kinderdagverblijven aan dezelfde kwaliteitseisen voldoen. Ze moeten vergelijkbaarzijn met het huidige niveau van deVoorschootse en Vroegschoolse Educatie (WE) in de 37 grootste gemeenten. Nu is het zo dat WEvoornamelijkbedoeldisvoorpeu ters met een taalachterstand. Om het niveau van de opvang om hoogte krijgen, moet volgens het plan ookhetraalniveauvan de pedagogisch medewerkers omhoog. Daarnaast moeten er meer pedagogisch mede werkers met een hbo-opleiding ko men.
Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Werkendam
Bijlage E
4-Ogen principe
[SEPARATE BIJLAGE]
Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Werkendam
•
speciale uitgave
Brancheorganisatie Kinderopvang
-
H vie enprincipe md ag J se praktjj Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking met
1
Voorwoord vierogenprincipe Geachte leden, geachte oudercommissies, Voor u ligt een coproductie van Brancheorganisatie Kinderopvang en BOinK, Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang. De aanleiding voor dit boekje hadden we liever verre van ons gehouden: de Amsterdamse zedenzaak leidde tot een commissie onder leiding van Louise Gunning, die een groot aantal aanbevelingen deed om misbruik in de kinderop vang zoveel mogelijk te voorkomen. Een belangrijke en misschien wel de lastigste van die adviezen is het vierogen principe. Brancheorganisatie Kinderopvang en BOinK zijn allebei voorstander van het vierogenprincipe. Daarbij merken we allebei op dat het principe wel pedagogisch verantwoord, praktisch uitvoerbaar en financieel haalbaar moet zijn. Dat neemt niet weg dat al veel ondernemers in goed overleg met hun oudercom missies het vierogenprincipe in de dagelijkse praktijk toepassen. Om te laten zien hoe dat dan werkt laten we in deze special 5 ondernemers en 5 leden van de bijbehorende oudercommissies aan het woord. Zij vertellen allemaal vanuit hun eigen perspectief hoe ze het vierogenprincipe toepassen en ervaren en wat voor effect het heeft op hun dagelijks werk en de gang van zaken. We hopen u hiermee een andere blik op het vierogenprincipe én inspiratie te bieden om het ook in uw organisatie toe te passen. -
-
Wij wensen u veel succes en wijsheld toe. Brancheorganisatie Kinderopvang Lex Staal Directeur
BOinK Gjalt Jellesma Voorzitter
F
~
~ let de regels tellen, maar het gedrag telt’ Tineke Plessen Stichting Kinderopvang De BIJt, De BiltlBilthoven • 4 locaties kinderdagverblijf • 8 locaties bultenschoolse opvang • 958 kinderen
‘Het vierogenprincipe heeft volgens mij meer dere positieve kanten. Het is een manier om - naast de kinderen -je eigen personeel te be schermen. Maar het is ook gewoon goed dat die extra medewerker kan bijspringen in moei lijke situaties. Bij alle nieuwbouw zorgen we ervoor dat er telkens twee groepen met elkaar
zijn verbonden door een tussenliggende ver schoonruimte. Door die open verbinding kun je elkaar zien en horen. Bij een vestiging in een voormalig kantoorpand, waar dat bouwkun dig niet kan, gaat de babyfoon op de andere groep aan als een pedagogisch medewerker pauzeert. Een soort vierorenprincipe. We heb ben veel glas in onze vestigingen, en spiegels in L-vormige ruimtes. Daarnaast hebben we groepshulpen en stagiaires. Groepshulpen zijn een echte investering, maar dat hebben we er voor over. Tenslotte maken we op één locatie gebruik van overtollige mankracht van de bso. Aan het eind van de dag heb je daar niet alle mensen meer nodig, terwijl op het kinderdag verblijf de kinderen extra aandacht nodig heb ben. Daarom gaat een medewerker naar het kinderdagverblijf in hetzelfde pand, om daar de vier ogen te garanderen. Alle pedagogisch medewerkers zijn bekenden van de kinderen, dus dat werkt uitstekend.’ ‘We hebben onderling veel discussies gehad over hoe zoiets als op het Hofnarretje heeft kunnen gebeuren. Met de kwaliteitscommis sie, die bestaat uit ouders, medewerkers, managers en ikzelf, hebben we de agenda omgegooid om te kijken wat we konden doen. Op eigen initiatief hebben we een ‘protocol ongewenste intimiteiten’ opgesteld, als hulp middel op de werkvloer. Daarin hebben we allerlei situaties en handelingen omschreven. De kern is elke keer dat je je gezonde ver stand gebruikt en kinderen zelf hun grens laat aangeven. Als ouders hun kind aanmoedigen om een pedagogisch medewerker als afscheid een kusje te geven, leggen wij uit dat dit echt 4
niet hoeft, zeker als een kind dat zelf niet wil. En verder geldt: als je onderbuikgevoel zegt dat iets niet klopt, zeg er dan wat van. Je res pecteert de intimiteit van de ander; omgekeerd tolereerje het ook niet als een kind een klap opje billen geeft.’
Zwaar onderwerp ‘Bij het opste en van het protocol ongewenste intimiteiten hebben we verschillende bram stormsessies gehad. Volgens ons is het juist de kracht van een Organisatie om regels grondig door te spreken. Alleen zo blaas je er leven in. Die brainstormsessies waren heel bijzonder. We hebben heel veel gelachen, juist omdat het zon zwaar onderwerp is. Het is goed om het eens te hebben over taboeonderwerpen waar je het liefst aan voorbij gaat. Medewer kers denken altijd dat ze te allen tijde zullen opkomen voor de belangen van het kind, maar in de praktijk durven ze elkaar en ouders er toch niet goed op aan te spreken. We werken al langer met een beoordelingssystematiek waarin aanspreekbaar handelen een wezenlijk onderdeel is. Hoe zegje iets tegen je collega, als je vindt dat die iets doet dat niet goed is voor het kind? Dat is het allermoeiljkste. Ook in jaarlijkse communicatietrainingen en in werkoverleggen brengen we het regelmatig ter sprake. Ik hoop dat het denken over kinder misbruik in de toekomst normaliseert. Nu is alle aandacht gericht op één aspect, en het voor komen van kindermishandeling is minstens zo zinnig. Anderzijds, als je nagaat hoe weinig er in de praktijk gesignaleerd wordt, is er nog een wereld te winnen.’
kLc -1~’
4’,
‘We zouden graag meer mannen op de opvang zien Monique Wolbrink-Roelofs Sinds anderhalfjaar voorzitter oudercommissie kinderdagverblijf de Steenuiltjes, Stichting Kinderopvang De Bilt
‘Je merkt de gevolgen van het vierogenprin cipe in ons kinderdagverblijf aan kleine dingen. Op onze vestiging maakte een medewerker vaak een uitje naar de markt met een paar kinderen, om de zinnen te verzetten. De uitjes zijn geschrapt. Nu gaan ze met twee medewerkers op stap en een grotere groep. met de bolderkar. Onze locatie is toeva lig net verhuisd naar een nieuwe locatie met veel glas. De groepen hebben zicht op elkaar met speelse, bolronde kijkkoepels. Ook vanaf de verschoonruimtes kun je de twee met elkaar verbonden groepen goed zien. En er wordt ge bruik gemaakt van babyfoons in de pauze. Als de kinderen in de centrale hal spelen, staan er ook babyfoons om contact te houden met de kinderen die slapen’
Eerlijkheid ‘Ik vind het vierogenprincipe goed. Het is belangrijk dat er altijd voldoende pedagogisch medewerkers aanwezig zijn; je draait je om enje weet niet wat er achter je rug gebeurt. Medewerkers die met z’n tweeën zijn kunnen met elkaar overleggen, elkaar coachen en feedback geven. Zo verval je minder snel in je
eigen patroon. Regels kunnen helpen, maar het gedrag eromheen telt minstens zo zwaar. Ik hecht erg aan eerlijkheid tussen medewerkers en ouders. Als je bijvoorbeeld iets hoort over een rare interactie tussen of met kinderen, is het fijn om te Weten of dat vaker gebeurt. Als oudercommissie hebben we veel vertrouwen
‘i~ç~s-
dagverblijf met een mannelijke pedagogisch medewerker. Dat was ontzettend leuk. Man nen ondernemen heel andere activiteiten. En de kinderen krijgen een ander rolmodel voor hun neus: ze zien dat mannen ook kunnen verzorgen.’
Yv’P’4W~’
ve~tL~J~4~
~
or~U~S~L~.
Babyfoon aan (vierorenprincipe) in onze Organisatie. We twijfelen er niet aan dat signalen goed opgepakt zouden worden, mochten ze zich voordoen. Niet dat dat zo eenvoudig is, maarje kunt er wel zo goed mo gelijk op anticiperen. Het is wat mij betreft niet nodig om rigide met het vierogenprincipe om te gaan. Als je constant op elkaars lip zit, komt dat het werk niet ten goede.’ ‘De oudercommissie zou overigens heel graag meer mannen op de opvang zien. Toevallig zat mijn oudste zoon, die nu 7 is, op een kinder 5
Groepshulpen en stagiaires Overtollige mankracht van bso Eigen protocol Open aanspreekcultuur
Dr Dv\P\or~•
‘Rust je mensen toe om signalen te herkennen’ Signalen Mark Siep Plukkebol, Delft • 2 locaties kinderdagverblijf • 2 locaties buitenschoolse opvang • 480 kinderen per week
Toen de Amsterdamse zedenzaak in het nieuws kwam besefte eigenaar Mark Siep dat het fenomeen mannen in de kinderopvang een gevoelige zaak zou worden. Samen met zijn levenspartner Rob Vullings runt hij Pluk kebol. We vroegen ons af wat er allemaal op ons af zou komen, vertelt Siep. Ze zetten die maandag extra personeel in en waren er ook zelf, om over het nieuws te vertellen en vragen te beantwoorden. De eerste reacties lagen vooral in de ontkennende sfeer. Daarna volg den de steunbetuigingen en vragen. Siep is ervan overtuigd dat hij en zijn partner met hun actieve opstelling veel onrust hebben voorko men. Maar het beeld dat in media en de pu blieke opinie bestaat van mannen die werken in de kinderopvang is nog altijd ambivalent, vindt hij. Regelmatig klinken er geluiden dat mannen weliswaar hartelijk welkom zijn, maar liever geen twee mannelijke pedagogisch medewerkers op een groep. Volgens Siep ligt de nadruk teveel op misbruik door mannelijke pedagogisch medewerkers, terwijl vrouwen zich eerder schuldig maken aan andere vor men van kindermishandeling, zoals psychische mishandeling of verwaarlozing.
Het is in de Organisatie niet ongewoon om wie dan ook O~ Opvallend gedrag aan te spre ken. Bij Plukkebol besteden ze al jaren extra aandacht aan het signaleren van kindermishan deling en kindermisbruik. ‘Ik heb als trainen coach bij de Kindertelefoon gewerkt, waardoor ik veel ervaring heb met dit onderwerp’, zegt Siep. Ook de pedagogisch medewerkers heb ben een training gehad in het herkennen van signalen. Voor de landelijke invoering van de nieuwe meldcode voor kindermishandeling en huiselijk geweld wordt vrijwel het gehele personeelsbestand getraind. Het management is getraind als aandachtsfunctionaris kinder mishandeling. ‘Door al die inspanningen is het onderwerp minder beladen’, zegt Siep. ‘Pedagogisch medewerkers weten hoe ze het onderwerp op professionele wijze ter sprake kunnen brengen.’ De meldcode komt ook op de website te staan: alles voor openheid en eerlijkheid. Daarnaast komt het mooi uit dat er glazen wan den zitten in het oude schoolgebouw waar ze ooit begonnen. Dat is later ook op de andere locaties toegepast. Op de nieuwste locatie zorgen ze ervoor dat er steeds twee gelijke groepen naast elkaar zitten, aan weerszijden van een keuken. ‘Als je wilt samenvoegen is het heel handig om twee gelijke groepen naast elkaar te hebben’, zegt Siep.
Risico’s vermijden Altijd vier ogen is praktisch onmogelijk, vindt hij. ‘Ik vind dat er te weinig is nagedacht over de effecten van de maatregel. Je kunt het niet 6
strikt uitvoeren. Stel dat een kind wat eerder naar bed moet. Dan gaat er een pedagogisch medewerker mee om het even in te stoppen en zijn ze alleen in de slaapkamer. Je moet wélje mensen goed opleiden en toerusten om signalen te herkennen, problemen bespreek baar maken en open communiceren over wat je doet.’ Maar, vindt de directeur, als de maatschappij de vierogenregel ook echt wil, moet die ook consequent worden toegepast. Dus ook in de gastouderopvang en overal waar beroepshal ve met kinderen tot vier jaar wordt gewerkt. Maar er is ook een keerzijde. ‘Medewerkers zijn terughoudender geworden om te knuf felen, bang dat lichamelijk contact verkeerd uitgelegd kan worden. Kinderen onder de vier hebben dat juist heel hard nodig.’ Toch heeft het vierogenprincipe uiteraard ook goede kanten, vindt Siep. Er is een discussie ontstaan over het lang alleen staan op een groep. ‘De ruimte die de regels bieden om af te wijken van de beroepskracht-kindratio wordt door veel ondernemers maximaal benut. Maar dat het mag, wil niet altijd zeggen dat het ook goed is.’
4
‘Onze kinderopvang is een schoolvoorbeeld Bart den Duik Sinds een halfjaar in oudercommissie Plukkebol
~L
Ik dacht meteen: dat zal bij ons niet gebeuren. Een gevaarlijke gedachte, natuurlijk. Maar de wijze waarop bij ons de zaken geregeld zijn en de manier waarop de twee directeuren ermee omgaan, geeft rust. De Organisatie ~S erg gefo cust op pedagogisch beleid. Alles wordt met zorg gedaan. We zitten nu vijf jaar met onze kinderen bij Plukkebol. Het minste signaal zou meteen worden opgepakt. Laatst had ik het met de oudercommissie nog over mannelijke pedagogisch medewerkers in de opvang. De meeste ouders zien het als een gemis dat er niet méér mannen in kinderdagverblijven wer ken. Voor de kinderen zelf is het beter als ze verschillende voorbeelden om zich heen heb-
1 —
‘~‘I LJ
~J\tk~tee4~:
~t
re-~ft.
* ben, niet alleen vrouwen. Momenteel werken er in onze kinderdagverblijven geen mannen, alleen in de buitenschoolse opvang. Ik vind dat vierogenprincipe heel goed. Pluk kebol is eigenlijk een schoolvoorbeeld van hoe je ermee om kunt gaan. Zeker in onze nieuwbouwlocatie, waar steeds twee groepen aan elkaar zijn gekoppeld door een verschoon ruimte en een keuken. Er zijn geen deuren maar hekjes. En er is altijd iemand wel iemand aanwezig, zodat er extra zicht op de groepen is. Op de andere locatie waar geen centrale verschoonruimte is, zijn de groepen voorzien van extra veel glazen ramen. Als de peuter plussen buitenspelen, gaat mijn zoon bij het raam van de ukken staan om naar zijn zusje te zwaaien.’
\‘
Open aanspreekcultuur Extra inzet op signa lering Glazen wanden en open ruimtes
~~
4
‘Vier ogen in een kleine organisatie is niet moeilijk’ Pascale Plevier Poespas, Nijmegen • 1 locatie kinderdagverblijf • 3 groepen • 40 kindpiaatsen
voor v~ex
Anders dan vaak wordt geroepen, kan het vierogenprincipe best worden nageleefd in een kleine organisatie. Als je het maar goed organiseert, vindt Pascale Plevier. Zij is direc teur van het kleinschalige Kinderdagverblijf Poespas. De belangrijkste maatregel die dit mogelijk maakt is dat nieuwe medewerkers voortaan negen uur op een dag werken. ‘Zo
kunnen we die vier ogen veel beter garan deren. En de meeste medewerkers vinden negen-urige werkdagen wel prettig.’ Al snel na de oprichting van de Organisatie werd gekozen voor veel toezicht en de inzet van stagiaires. Dat was vooral bedoeld om onverwachte uitval tijdens piekmomenten op te vangen. Per groep zijn er twee stagiaires, die elkaar wat opleiding betreft aanvullen (HBO pedagogiek, pedagogisch management, PW 3 of 4). Dat kost wel extra begeleidingstijd, maar elke pedagogisch medewerker is gekop peld aan een stagiaire, zodat ze de helft van de tijd met elkaar optrekken. Op de rustige momenten vindt de stagebegeleiding plaats. Daarnaast is er een helpende welzijn in oplei ding, die onder andere maaltijden klaarmaakt en uitdeelt en soms pauzes en stagebespre kingen overbrugt, Poespas heeft jarenlang ID-krachten als groepshulpen kunnen inzetten; een luxe die misschien binnenkort verdwijnt. 8
Plevier: ‘Zo zorgen we dat er ook tijdens de rustige momenten, zoals tijdens de pauzes van medewerkers, vier ogen zijn. Meestal zijn er in totaal zelfs drie of vier medewerkers.’ Extra toezicht is bovendien fijn om de extra activi teiten mogelijk te maken. ‘We gaan soms met een klein groepje van twee of drie kinderen naar de dierentuin.’
Altijd alert De protocollen zijn er op nageslagen: wat zijn de risico’s op misbruik en hoe ondervangje ze? ‘Veel stond er al in’, zegt Plevier. ‘Zoals: de kinderen laten de deur open als ze naar het toilet gaan. We hebben heel veel ramen, zodat je overal waar je langsloopt constant naar binnen kunt kijken. Met dat bovengemid delde toezicht erbij is de kans heel klein dat er iets geks gebeurt.’ Er zijn trainingen in het geven van feedback. ‘Als je een pedagogisch medewerker te ruw met een kind ziet omgaan, dan moet je hem of haar daarop meteen aanspreken’, zegt de directeur. Alle medewer kers hebben een VOG, die op eigen initiatief elke vijf jaar moet worden vervangen. Alert zijn op alles, daar gaat het Plevier om. Er zit een biometrisch slot op de deur en er is een uitge breid toegangsprotocol. Als ouders niet zelf hun kind kunnen ophalen, moet de vervanger een identiteitsbewijs kunnen tonen. Ouders die daar niet aan meewerken, worden erop aangesproken. ‘Voor ons maakt het allemaal deel uit van de kwaliteit’, zegt Plevier. Ze vindt het invoeren van het vierogenprincipe dan ook geen enkel probleem. ‘Als dat de opvang veiliger maakt, dan doe je dat gewoon.’
*~ . ~4!’
i~l ~F?’
~fJI
‘t
a
‘Het is goed dat iedereen op scherp staat’ Daan Bouwman Sinds een halfjaar in oudercommissie Poespas
Poespas maakt veel werk van voldoende toe zicht. Dat merk je ook als ouder, zegt oudercommissielid Daan Bouwman. Bijvoorbeeld bij het halen en brengen. ‘Alle kinderen worden samen in één ruimte opgevangen; een gezel lige drukte. Er staan meteen twee leidsters op, ook tegen het einde van de dag. Gedurende de dag staan er op de groepen vaak meer dan twee pedagogisch medewerkers,’ Na ingelicht te zijn over het vierogenprincipe stelde de ou dercommissie vast dat er weinig was om zich zorgen over te maken. De Nijmeegse Organi satie is kleinschalig en daardoor overzichtelijk. Vanuit de groep kan er zô in de slaapkamers gekeken worden. Een tijdje geleden heeft de oudercommissie extra aandacht gevraagd voor een dubbele be zetting bij het openen en sluiten. ‘In de praktijk liep het wel goed, maar de roosters hadden weinig overlap. Dat is aangepast, en nu zijn er al vanaf half acht twee mensen.’ Bouwman is blij met de zorgvuldige veilig heidsregels, zoals het biometrische veilig heidsslot en het feit dat onbekende ophalers zich moeten legitimeren. ‘Ik vind het sterk dat wij dat al een hele tijd hebben. Een paar jaar geleden was er nog geen ouder die bij dat
soort zaken stilstond.’ Wel jammer dat de VOG niet waterdicht is. Daarom heeft de oudercom missie gevraagd om voortaan betrokken te worden bij het aannemen van nieuw perso neel. Dat betekent dat ze van alle stappen in de procedure op de hoogte wordt gehouden. Het oudercommissielid heeft, bij wijze van
cultuur, een draaiende machine waarde vele stagiaires al snel in meegaan. Daardoor wordt afwijkend gedrag ook onmiddellijk gezien en aangekaart.’
sa~ ~ ~
peiling, aan verschillende pedagogisch mede werkers gevraagd hoe ze in bepaalde situaties met het vierogenprincipe omgaan. Ze gaven allemaal hetzelfde antwoord, en lieten weten eigenlijk altijd al zo gewerkt te hebben. Zon spontane reactie vindt hij vele malen gerust stellender dan alleen mooi beleid op papier. ‘Het sterke aan Poespas is dat er al jarenlang een vaste, solide groep met leidsters staat. Veel pedagogisch medewerkers werken er al tien jaar of langer. Dat schept een sterke eigen 9
9-urige werkdag voor medewerkers * Inzet stagiaires * Training op protocol Biometrisch slot
‘Die extra ramen zijn meer da alleen leuk’ Theo Lauwen Stichting Kinderopvang Oosterhout • 7 locaties kinderdagverblijf • 12 locaties buitenschoolse opvang • 1250 kinderen
t
Stichting Kinderopvang Oosterhout (SKO) is een middelgrote kinderopvangorganistatie die regelmatig uitbreidt. De belangrijkste verbetering die de Organisatie heeft doorge voerd, is dat nieuwe vestigingen binnen zeer transparant zijn. Groepen kunnen bij elkaar naar binnen kijken; in wanden en deuren zijn extra ramen geplaatst. Waar groepen al via de
toiletgroep met elkaar verbonden waren, zijn nu ook nog eens extra doorkijkjes aange bracht. Een slimme oplossing voor de minimale momenten dat een pedagogisch medewerker even de groep verlaat en er maar één over is. Ook vanuit de verschoonruimte is er zicht op beide groepen. Toch zijn de ruimtes door al dat glas geen vissenkommen, benadrukt Lauwen: door de lambrisering kijken de kleintjes er moeilijk overheen. ‘Ook de medewerkers heb ben niet het gevoel dat ze de hele dag naar elkaar aan het koekeloeren zijn.’ De ramen staan vriendelijk, vindt hij. Een simpele oplossing, die alleen maar voordelen heeft, Op de oudere locaties van SKO - school gebouwen, waar de groepen niet naast elkaar liggen of waar het bouwkundig lastig is om ramen aan te brengen - moet er iets anders be dacht worden. ‘Je zou een camera kunnen op hangen en met een beeldscherm in de andere groep opletten,’ zegt de directeur voorzichtig. Nadeel: bij camera’s voel je je bespied. Ramen zijn wat dat betreft veel prettiger. Wel verwacht hij dat komende generaties minder moeite zul len hebben met het idee. Gewend als zij zijn aan youtube en social media, hebben ze een andere opvatting over privacy. ‘Misschien is het gebruik van camera’s in de kinderopvang straks wel gemeengoed.’
Screening Stichting Kinderopvang Oosterhout werkt a langer met het principe dat er nooit minder dan twee medewerkers op een groep staan in een kinderdagverblijf. Dat geldt ook voor kleine locaties met soms maar een handvol 10
kinderen. Daar staat altijd een groepshulp of een stagiair bij, en als zij onverhoopt niet kun nen, een extra pedagogisch medewerker. ‘Er kan altijd iets gebeuren: je moet naar het zie kenhuis of er wordt een medewerker onwel.’ vanuit hetzelfde principe worden er ‘s morgens en ‘s avonds soms groepen samengevoegd, zodat medewerkers altijd minimaal met z’n tweeën afsluiten. Daarnaast is de sociale controle groot. Een paar extra ramen alleen is niet genoeg, zegt Lauwen. ‘Het is pas zinvol als collega’s elkaar vervolgens aanspreken op gedrag. Locatiehoofden zijn hierin getraind en we hebben een cultuur, waarin we elkaar regelmatig feedback geven.’ De directeur vindt het goed dat het vierogenprincipe zoveel aandacht krijgt. ‘Je wilt ouders laten zien dat je betrouwbaar en transparant bent. Het is dan wel een tijd van bezuinigen, maar dit soort investeringen zal zich terugbetalen. Tenslotte vinden ouders de veiligheid van hun kinderen het allerbelang rjkst.’
I0 —
.1 t,
‘Sup-rbIij dat het rapport Gunning er is’ Ludo Stroeken Sinds 3 jaar voorziffer van de centrale en 6 jaar van de lokale oudercommissie, Stichting Kinderopvang Oosterhout
Toen het journaal bol stond van alarmerende berichten over de Amsterdamse zedenzaak, kwamen ook bij de ouders reacties los. Het meest frappant vond Ludo Stroeken de veelge hoorde uitspraak dat ‘zoiets bij hen toch nooit zou gebeuren.’ En zoals dat gaat: inmiddels is de belangstelling voor het onderwerp bij veel ouders alweer flink weggezakt. Destijds nam directeur Theo Lauwen direct contact met hem op met de vraag: luister, wat is jullie standpunt als oudercommissie, wat zul len we doen? Ze waren het er snel over eens dat het vooral belangrijk was om alle vragen over veiligheid en kwaliteit goed geïnformeerd te kunnen beantwoorden. Eén kritisch punt had de oudercommissie ten aanzien van de screening. ‘Een VOG zegt niet zoveel: als je nooit veroordeeld bent, staat er niets in. Daarom moet er bij sollicitaties altijd informatie van vorige werkgevers komen.’ De oudercommissie geeft liever een paar centen meer uit dan dat er wordt toegelegd op de veiligheid. Recent voorbeeld is een opmerking van een ouder over het lage hek bij de speelplaats van een van de locaties. ‘Een passant zou er zé een kind overheen kunnen tillen. Binnen een week was besloten
om het hekwerk te vervangen. Ook in een tijd van bezuinigingen wordt daar bij ons niet moeilijk over gedaan.’
Zelf opletten Stroeken vindt het een prettig idee dat er op de meeste locaties veel ramen zitten of
binnenkort gebouwd worden. ‘Onze nieuw bouwlocatie zit vol met glas. Er zijn ramen op iedere groep, in de centrale hal en naar het speelterrein.’ Stroeken kan het iedereen aan raden. ‘Het is prettig voor de kinderen en de leidsters. Al die ramen zijn open en vriendelijk, en het maakt het gebouw licht.’ Er is goed toezicht, een cruciaal punt voor de oudercom missie; medewerkers lopen bij elkaar binnen en houden elkaars groepen in de gaten. Hoe hij denkt over camera’s in de panden die niet 11
geschikt zijn om te verbouwen? ‘Voor die dis cussie moet je de tijd nemen. Ik kan me er iets bij voorstellen als een soort visuele babyfoon, die je gebruikt als een collega op de andere groep even met pauze gaat. Maar zeker niet als opname-unit. Het maakt veel uit hoe de medewerkers erover denken, want zij moeten ermee werken. En de ouders natuurlijk.’ Hij is ‘superblj’ dat er zon onafhankelijk rapport is gekomen dat richting geeft aan de discussie. Maar de organisaties die hun zaken niet op orde hebben, mogen wat hem betreft beter aangepakt worden. Een schriftelijk GGD-rapport met kritische aantekeningen is niet genoeg. Er zou er een overleg moeten komen tussen GGD, gemeente, oudercommis sie en ondernemer, waarin alle betrokkenen de verbeterpunten doorspreken. ‘Dan heb je eigenlijk ook een vierogenprincipe, maar dan op een ander niveau.’
Open ruimtes Doorkijkjes en glas Groepshulpen en stagiaires
1-e~e4ft:
~.
1-c’L~
t~ge~4t
‘Het past perfect bij onze anderhalve groepen’ Sandra Vlaar Les Petits • 17 locaties kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en en peuterspeelwerk • Regio Haarlem/Bloemendaal! Heemstede • Ruim 1200 kinderen
Les Petits werkt al twaalfjaar met ander halve verticale groepen. Zo staan er bijna altijd drie pedagogisch medewerkers op één groep, en wordt er met gemak voldaan aan het viero genprincipe. Het oorspronkelijk uitgangspunt
daarbij was: royaal toezicht is prettig voor de kinderen. in eerste instantie zeggen ouders vaak: is dat niet te druk, die grote groepen?’, zegt directeur Sandra Vlaar. ‘Wij leggen dan uit dat de kinderen daardoor zoveel mogelijk vaste gezichten om zich heen hebben. De groep is minder kwetsbaar en er is meer continuiteit.’ Ze is eigenlijk wel blij met de aanbevelingen van het vierogen principe. Waar ze bij Les Petits vroeger af en toe twijfelende ouders moesten uitleggen waarom de Organisatie voor verticale groepen heeft gekozen, lijkt nu alles op z’n plaats te vallen. ‘Onze visie blijkt heel veel voordelen te hebben.’ De groepen mogen groot zijn, maar druk of onoverzichtelijk is het volgens Vlaar niet. Op enkele locaties worden groepen niet samen gevoegd wegens ruimtegebrek, maar nieuwe locaties hebben altijd genoeg vierkante meters. Tegelijk is gekozen voor kleine vesti gingen met maximaal vier anderhalve verticale groepen, zodat iedereen elkaar kent. Tijdens drukke dagen of bij onverwachte ziekte werkt de uitgeroosterde leidinggevende mee. Ook de inzet van groepshulpen werkt goed. ‘Zij helpen bij huishoudelijke taken, waardoor pedagogisch medewerkers vaker op de groep kunnen blijven’, zegt Vlaar. ‘We eten warm om kwart over vijf. Als dat nodig mocht zijn, zorgen zij tijdelijk voor dat extra paar ogen.’
Zonder gêne Er zijn ramen in de verschoonruimtes. Die wa ren er altijd al, om bij het verschonen zicht op de groep te houden. Op alle oudere locaties 12
zijn inmiddels ook kijkgaten in de deuren van de slaapkamers aangebracht, op de nieuwe locaties zijn de slaapkamerdeuren voorzien van ramen. Vooral om makkelijk te kijken of de kinderen rustig slapen, maar ze dragen daarnaast bij aan de extra openheid. Ook het opendeurenbeleid heeft een dubbele functie. Omdat kinderen makkelijk bij de naastgelegen groep kunnen spelen, is de sociale controle groot ‘Die blijft niet beperkt tot de eigen an derhalve verticale groep.’ Een open cultuur en transparantie zijn belang rijk, maar eenvoudig is het niet om moeilijke onderwerpen onderling bespreekbaar te maken, Iets zeggen over andermans aanpak is één ding, maar iets zeggen tegen een collega over ongewenste intimiteiten is een heel ander verhaal. Vlaar wil graag een cultuur kweken waarin aandacht is voor alle vormen van mis bruik en mishandeling, thuis en op de opvang. ‘Pedagogisch medewerkers, staf en manage ment moeten elkaar allemaal kunnen aanspre ken. Bijvoorbeeld zeggen: “Jij doet iets wat ik anders aangepakt zou hebben.” Les Petits geeft nieuwe medewerkers een aparte training over dit onderwerp, zodat ze elkaar zonder gêne kunnen aanspreken. Stafmedewerkers zijn geschoold in pedagogiek en deskundig heidsbevordering, en leidinggevenden leren hoe ze het onderwerp bespreekbaar kunnen maken. ‘Daarnaast laten we het onderwerp regelmatig in teamoverleggen aan bod komen.’
‘Protocollen zijn stille letters als je er geen aandacht aan besteedt’ Paul Lauryssen Sinds drie jaar voorzitter oudercommissie Les Petits, locatie kinderdagverblijf Juliana van Stolberglaan. Zit ook in de centrale oudercommissie.
De sfeer op onze vestiging is heel open en transparant; alles is bespreekbaar. Dat is iets wat je als ouder dagelijks ervaart. Natuurlijk hebben we serieus besproken op welke pun ten het beleid aangescherpt moest worden. We hebben alle protocollen over veiligheid en over de indeling van de ruimte, de transpa rantie en de open groepen nagelopen. En we hebben gevraagd om de screening aan te scherpen. Het opvragen van referenties is voortaan standaard. bij voorkeur niet bij de opgegeven contactpersoon.’ ‘Als oudercommissie concludeerden we dat het vierogenprincipe eigenlijk al in de praktijk wordt gebracht. Door het opendeurenbeleid is er veel contact tussen de groepen. Ik denk dat de anderhalve verticale groepen waarmee bij ons wordt gewerkt, een uitkomst is. Er zijn ge garandeerd altijd twee leidsters, meestal drie. Verder is het gebouw zeer transparant, met heel veel glas op de toiletruimte, de aankleed kamers en de groepen. Van de ene groep kun je helemaal naar de vierde groep kijken. Tenslotte worden de groepen aan het begin
en het ende van de dag samengevoegd, als een van de drie eidsters naar huis is. Dat gaat prima, want de kinderen en pedagogisch medewerkers kennen elkaar vanwege het opendeurenbe eid goed.’
~‘.e~\tQ,4~
°r4~
Ouders hechten aan een open cultuur. Bij het Hofnarretje ging het juist mis omdat op meerdere plekken signalen opdoken, waarop niemand reageerde. Protocollen zijn belang rijk, maar het zijn stille letters als je er in de dagelijkse gang van zaken geen aandacht voor hebt Ik denk dat we dat be eid bij Les Petits goed hebben vormgegeven. Met een vaste groep pedagogisch medewerkers en een doorlopend educatieprogramma. Perfectie bestaat niet, maar mochten er ooit serieuze signalen zijn van mishandeling of misbruik, dan wordt daar iets mee gedaan. Dat vertrouwen heb ik.’
Dagelijkse aandacht ‘Toen mijn vrouw en ik voor onze kinderen op zoek waren naar een kinderdagverblijf, bezochten we ook een kinderdagverblijf met horizontale groepen. Ik ben blij dat we dat toen niet gedaan hebben. Die verticale groepen komen het dichtst in de buurt van een gewone gezinssituatie. En zo’n grote groep gaat prima met drie leidsters en die grote ruimtes. Tijdens de spits van het halen en brengen kan het misschien soms wat rommelig zijn, maar later keert de rust terug. En de voordelen zijn vele malen groter. 13
Anderhalve verticale groepen Groepshulpen * Ramen en kijkgaten * Opendeurenbeleid Open aanspreekcultuur
Colofon ~~
Dit is een uitgave van Brancheorganisatle Kinderopvang en BOinK Teksten: Annette Wiesman Redactie: Carola Bodenstaif, Fleur lnimlng, Machteld Koelewijn, Suzanne Plaisier
B ra n c h eo rg a n isatie
Kinderopvang
Fotografie: Robert Jan Stokman Vormgeving en opmaak: Typetank, Utrecht Druk: Stimio, Tiel Maart/april 2012