Geloven maakt verschil
Geen woorden maar daden
Thema’s voor jeugdgroepen Deel 6 hoofdstuk 5
Over christelijke levensstijl
Geen woorden maar daden Over christelijke levensstijl
5
Achtergrondinformatie De jongeren en christelijke levensstijl Jongeren over Geen woorden, maar daden Vroeger woonden we ergens anders. Maar we gingen verhuizen. Mijn vader vertelde allerlei moois over onze nieuwe woonplaats. Dat we daar konden zwemmen en dat de mensen daar heel aardig waren. Dat waren alleen maar mooie woorden. Ik heb al m*n vrienden achtergelaten en heb er hier maar een paar gevonden, Ik luister nooit meer naar zulke praatjes. Ik heb mn les geleerd. Linda. 14 jaar Ja, mooie woorden zijn het. De woorden die mensen zeggen om anderen van iets te overtuigen. Zoals de mensen van de politiek en de verkopers op de markt. Ja, mooie woorden zijn het, maar meer ook niet. Roos. 13 jaar Mooie woorden zijn: ‘liefde, trouw en eerlijkheid; geloof, hoop, gerechtigheid. Deze woorden vragen wel om onderhoud. Sylva, 20 jaar Maria
n Buijs Anja de Kroo Marten Knevel 2002
1
Laatst zag ik de kleindochter van de vermoorde president Rabin op televisie. Ze sprak erover dat haar opa een held was die stierf voor de vrede. Hij ver-kondigde niet alleen maar mooie woorden, maar deed daadwerkelijk wat aan de vrede. Hij zette moedige stappen en onderhandelde met Arafat. Zon man kreeg terecht de Nobelprijs voor de vrede. En onterecht de prijs van de dood... Esther, 16 jaar
2
Discussies van jongeren op het internet Ardo: Alles mag 12 Alles is mij geoorloofd, maar niet alles is nuttig; alles is mij geoorloofd, maar ik zal mij niet door enige zaak laten overheersen. 13 De spijzen zijn voor den buik, en de buik is voor de spijzen, en God zal beide tenietdoen. Doch het lichaam is niet voor de ontucht, maar behoort den Heer toe, en de Heer behoort aan het lichaam toe, 14 en God heeft den Heer opgewekt en zal ook ons opwekken door zijn kracht, 15 Weet gij niet dat uw lichamen ledematen van Christus zijn? Ok... Je moet je lichaam niet tekort doen ... Er staat: alles is mij geoorloofd...dus het mag wel? timelepiempie Ik ga nu mijn mening hierover geven maar ik zeg niet dat die klopt. In de bijbel staat alles is mij geoorloofd, dus ja alles mag, maar niet alles is nuttig, dus heeft het nut om het te doen. Dus eigenlijk is de keuze aan jou. je moet het (volgens mij) zo proberen te zien: de mensen zijn er niet voor de regeltjes, maar de regeltjes zijn er voor de mensen. (dankjewel Joost van der Oever) Ardo dank je voor het advies Nee, NIKS is verboden, maar niet alles is nuttig (nog een tekst uit Romeinen)...Dezelfde, maar op een andere manier vertaald... Dan ga je dus uit van het nut van dingen: moeten alle dingen nut hebben?
Inge Na je bekering besef je dat je een leven hebt, wat soms ver van Bijbels is, streef je ernaar om alles af te leggen wat niet van God is, of ben je meer relativerend en beoordeel je zelf hoe je vorm geeft aan je geloof.
hoe wil je anders je geloof vormgeven? christus is toch de basis? En die leer je kennen in de bijbel. Maartje hoezo besef je na je bekering wat leven is? Je zegt dat het ver van bijbels is, maar is een leven dat ver van bijbels is wel echt leven? Inge Misschien een klein misverstand: ik besefte na mijn bekering dat ik een leven leidde wat ver van bijbels was, en heb soms best wel strijd om dingen op te geven die ik vroeger zo belangerijk vond. Maar ondanks dat blijf ik streven naar een levenstijl die overeenkomstig Gods wil is.
Cuca Ja, en nu gaan we eens even vragen aan de mensen in Belfast wat het nou precies betekent om een (goed?)christen te zijn. Protestanten gooien met stenen naar 5jarige meisjes omdat ze katholiek zijn; katholieken schieten mensen overhoop louter omdat ze protestant zijn. Toegegeven, een simplistische voorstelling van zaken maar wel al te waar! Is de definitie van christen zijn niet in de allereerste plaats een goed mens zijn? En dus liefde, tolerantie en respect betonen aan alle anderen, ongeacht afkomst, ras, geloof etcetera? Wie dat niet kan opbrengen heeft toch ergens iets gemist en kan zich toch moeilijk een ware christen noemen! Mijn eigen streven is om een goed mens te zijn; een goed christen zijn vind ik iets minder noodzakelijk ..... Blessed be, Cuca.
Roos Voor je leven hier op aarde is je houding, de manier waarop je leeft, inderdaad het belangrijkste. Met het oog op de toekomst zou ik alleen nog iets verder kijken. Maar ja, dat ben ik. Groetjes, Roos. Cucaracha
Maartje Ik bepaal niet zelf wat goed is, de grondslag is de bijbel, want wat houdt geloven anders in? Dat je je leventje inricht zoals je zelf wilt? Dat is volgens mij geen goede manier van geloven. ik denk dat je bepaalde dingen wel moet veranderen,
3
En, mag ik het mijne nu ook nog even bijdragen? Volgens mij kan je jezelf nooit en te nimmer een "goed christen" noemen zonder eerst en vooral een "goed mens" te zijn. Andersom is het een stuk makkelijker; als je als "goed mens" wilt leven hoef je niet per definitie een "goed christen" te zijn, nog ooit te worden. Sterker
4
nog, de geschiedenis leert ons (voor hen die iets meer hebben gelezen dan de bijbel) zelfs het tegendeel; velen die als "goed christen" omschreven werden kunnen onmogelijk worden gezien als "goed mens"; anderen daarentegen die wel degelijk goede werken hebben verricht zouden erg grote bezwaren hebben gehad tegen de betiteling "goed christen". Daarnaast is het ook nog eens een keer zo dat je als "goed mens" je "beloning" (voor zover noodzakelijk) hier en nu op aarde krijgt, bijvoorbeeld in de vorm van liefde, respect en genegenheid. Welke beloning die je als "goed christen" krijgt moet je nog maar afwachten; dat weet geen hond (en ook geen mens). En om terug te komen om mijn vorige berichtje; die mensen in Belfast, zijn dat nou goede gristenen? Verdien je een plek in de hemel omdat je een katholiek kind een baksteen tegen haar/zijn koppie gooit? Of is het omdat je iemand -uit naam van het geloof!- door zijn knieschijven schiet? Ik blijf dus bij mijn stelling dat ik toch maar liever (louter) als goed mens leef, en dat lijkt me voor mijn toekomst -op aarde- ook wel zo aangenaam! Tot besluit, jullie wonen lekker met elkaar in tolerant Nederland (ofwel in Belgiëë, maar dat willen we terug hebben net zoals die vermadelijde katholieken hun kerken terug willen); ik woon daarentegen in een zeer "kerks" land en weet dus uit eerste hand waar (waarmee geen "goede werken" worden bedoeld; integendeel!) die "goede christenen" toe in staat zijn. Ach, we weten toch allemaal dat de bijbel onder andere de onderdrukking van vrouwen, slavernij en homohaat legaliseert, nietwaar? Desgewenst wil ik ook nog wel wat voorbeelden geven hoor, maar wellicht valt dat bij sommigen die zich "goed christen" noemen niet echt in goede aarde ..... Voor mij maakt het overigens niet uit wie of wat je bent; ik wens u allen een rustige sabbat en zalige zondag! Antwoord Nee het bewijst enkel dat je NIETS van het christeljike geloof en alles wat Jezus ooit heeft gezegd snapt, laat staan het doet. En op grond daarvan dat je een beloning in het hiernamaals wel kan schudden. "niet ieder die mij noemt Here, Here, maar wei doet de wil van Mijn vader in de hemel." Dat probeerde ik voor m;'n bekering ook, gewoon als goed mens te leven, maar het lukte me niet. Ik wilde helemaal niet het goede voor een ander, ik wilde alleen me alleen een lekker gevoel geven door dat te denken. Een volgeling is iemand die Jezus wil volgen en op Jezus wil gaan lijken, en dat kan alleen als je Jezus zelf gelegenheid geeft om dat in je te doen. Wellicht zijn deze volgelingen juist degenen die voorop lopen, en als je het verhaal van
5
Bartimeüüs kunt vinden, zie je dat die mensen de blinde juist af willen houden van Jezus. Het zijn dus mensen die Jezus voor de voeten lopen. Geen volgelingen. Een volgeling komt ááchter Jezus aan, neemt zijn kruis op, en doet wat hij Jezus ziet doen. Nog even extremer: Supporters kijken wat Jezus doet, maar zijn passief, toeschouwers, KIJKERS DUS. Ze denken bij de club te horen, ze dragen de kleuren, maar ze voetballen niet. De goede juichen, de slechte gooien flessen. Maar ze zijn geen voetballers, ze zijn geen leerlingen van de trainer. Volgelingen van Jezus zijn DOENERS, ze doen (of proberen te doen) wat Jezus hen heeft voorgedaan. Hij is hun trainer en coach, hun voorbeeld en inspiratie. En ze luisteren naar hem!
De Bijbel en Christelijke levensstijl Heel de Bijbel door wordt duidelijk dat het God er niet om te doen is de mensen een bepaalde overtuiging of filosofie of levensbeschouwing aan te praten of zo. Het is God er om te doen, dat mensen anders gaan leven en anders gaan samen leven. Het gaat erom hoe mensen met elkaar omgaan en hoe zij met God omgaan. Geen woorden, maar daden. Dat blijkt al in Genesis 3 en 4 en 6. Als mensen geen respect tonen voor God, voor het leven van elkaar en slecht met elkaar omgaan, dan maakt God zich daar boos over. Toch laat God de mens niet los. Via Abraham gaat hij in zee met een eigen volk Israel. Dat volk wordt door Mozes uit Egypte geleid en in Exodus 20 zien we dat God via Mozes aan zijn volk de 10 richtlijnen geeft voor de nieuwe samenleving die zij straks zullen vormen in het land Kanaan. Een groot gedeelte van het boek exodus en van Deuteronomium werkt die tien richtlijnen verder uit. De verhalen over Israel in de boeken Samuel, Koningen, Kronieken gaan vooral over de vraag of de leiders van het volk zich in Kanaan ook aan die richtlijnen houden. Dat blijkt vaak niet het geval te zijn. Daarom zie je dat God profeten roept die het volk moeten oproepen om toch weer te gaan leven zoals God het bedoeld heeft. In de bijbelboeken van de profeten staan verschillende gedeelten waarin de profeet zich namens God druk maakt over al die mensen, vooral leiders, die wel vroom zijn, die wel mooie woorden spreken, maar die in hun daden precies het tegenovergestelde zijn van wat God bedoeld heeft. Amos 5:21-24 De Heer zegt: `Jullie feesten haat ik, ik heb er een diepe afkeer van, ik kan jullie samenkomsten niet verdragen. Zeker, jullie brengen mij brand- en meeloffers, maar ik stel geen prijs op zulke gaven; jullie brengen mij mestkalveren voor het offermaal, maar dat kan ik niet aanzien. Houd op met dat gebral van je liederen, dat getokkel op je harpen wil ik niet
6
meer horen. Zorg liever dat het recht zijn loop heeft en dat gerechtigheid een bedding vindt als een nooit opdrogende beek. Amos 5:14,15 Zoek het goede en niet het kwade, dan zullen jullie in leven blijven; dan pas zal de Heer, de almachtige God, jullie die hulp verlenen waarvan jullie de mond vol hebben. Haat het kwade en kies voor het goede, herstel het recht. De Heer, de almachtige God, zal dan misschien medelijden hebben met wie er nog overblijven van de nakomelingen van Jozef. Spreuken 21:3 Eerlijk en rechtvaardig zijn, dat is de Heer aangenamer dan een offer. Hosea 6:6 Want liefde wil ik van jullie en geen offers, godsvertrouwen wil ik en geen brandoffers. Micha 6:8 Het is u heel duidelijk gezegd wat goed is en wat de Heer van een mens verlangt. Dit alleen vraagt hij: houd u aan het recht, blijf altijd trouw en ga in alles bij uw God te rade. Vergelijk ook Psalm 50, Micha 6:6-8 In het nieuwe testament zien we dat Jezus hierbij volledig aansluit. Markus 12:28-34 Een schriftgeleerde had naar dat gesprek geluisterd. Hij vond dat Jezus hun goed had geantwoord en wendde zich tot hem met de vraag: `Wat is het belangrijkste gebod?' Jezus antwoordde: `Dit is het belangrijkste: Luister Israël! De Heer is onze God, alleen de Heer. Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en heel uw ziel, met heel uw verstand en met inzet van al uw krachten. En het tweede gebod is: Heb uw naaste lief als uzelf. Een belangrijker gebod dan deze twee is er niet.' De kern van de boodschap die Jezus voor ons heeft is het Koninkrijk van God. Dat is een beeld voor een nieuwe samenleven van god en mensen met elkaar. Hij roept mensen op daarin te geloven en om alvast te beginnen te leven alsof het Koninkrijk van God er al is. In de Bergrede in Mattheus 5 t/m 7 legt hij uit hoe dat leven eruit ziet. Kernwoorden zijn liefde, trouw, gerechtigheid, vergeving, vrede stichten, niet oordelen, zorg voor elkaar luisteren naar en gehoorzamen van God. En ook hier blijkt weer dat het Jezus niet alleen om woorden, maar vooral ook om daden gaat. Hij zegt zelfs:
7
Mattheus 7:21Niet iedereen die tegen mij zegt: Heer! Heer! komt het hemelse koninkrijk binnen, maar alleen wie de wil doet van mijn Vader in de hemel. In de gelijkenissen van Mattheus 25 benadrukt Jezus het nogmaals. Het komt er op aan dat je je licht brandende houdt, dat je je talenten gebruikt, dat de hongerigen te eten geeft, armen helpt, dorstigen te drinken geeft, stervenden bijstaat, gevangenen bezoekt, vreemdelingen onderdak geeft etc. En Jezus zelf deed heel zijn leven niet anders, dan het goede voorbeeld geven. Als de volgelingen van Jezus een gemeente vormen, dan weten ze heel goed dat het ook in die gemeente niet alleen om woorden gaat maar ook om daden. In Hand. 4 wordt vermeld, dat de eerste christenen ,,één van hart en één van ziel” waren, ,,en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde; integendeel, zij bezaten alles gemeenschappelijk”. Maar in zijn brief aan de Korintiërs horen we Paulus protesteren tegen het gedrag van sommigen tijdens de samenkomsten van de gemeente: ,,want ieder eet haastig zijn eigen maal op, zodat sommigen honger lijden en anderen dronken zijn.” vgL 1 Kor. 11 Petrus geeft als richtlijn: ,,Door de waarheid van God gehoorzaam te aanvaarden zijt ge rein, zodat ge zonder huichelen uw broeders kunt liefhebben. ... Ge zijt opnieuw geboren door het woord van God dat leven schept en eeuwig zal blijven ... Wijst daarom af alle boosheid, alle bedrog en huichelarj, alle afgunst en lasterpraat. Zoals pasgeboren kinderen naar melk verlangen, zo hebt ook gij behoefte aan onvervalst geestelijk voedsel. Alleen zo kunt ge opgroeien, uw eeuwige redding tegemoet, indien ge althans hebt geproefd hoe goed de Heer is. Gaat naar Hem toe!.” 1 Petr. 1, 22 - 2,3
Paulus heeft nogal veel gesproken over geloof en daad, en afhankelijk van de groep waartoe hij zich richtte en het onderwerp waarover hij schreef, legde hij op een van beide de nadruk. Hoezeer hij beide nodig achtte, bleek uit zijn overtuiging, dat Christus te maken heeft met geheel ons leven: ,,Niemand leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf. Zolang wij leven, leven wij voor de Heer, en sterven wij, dan sterven wij voor de Heer. Of wij leven of sterven, de Heer behoren wij toe”. Rom. 14 ,,Draagt elkanders lasten; daardoor zult ge doen wat Christus wil.” Gal. 6, 1
8
Romeinen 2:13 Want niet wie de wet alleen maar hoort, is rechtvaardig voor God, maar wie de wet ook in praktijk brengt. Titus 1:16 Zij beweren God te kennen, maar hun daden spreken dat tegen. Het zijn afschuwelijke mensen, die niet willen luisteren en die voor niets deugen.
Zodoende kan Jakobus schijnbaar het omgekeerde zeggen als Paulus: Jakobus 1:22-26 Houd uzelf niet voor de gek door alleen naar de boodschap te luisteren; breng haar ook in praktijk. Waar zit uw verstand? Wilt u het bewijs dat geloven zonder daden waardeloos is? Waarom werd onze vader Abraham door God rechtvaardig verklaard? Was dat niet vanwege de daad die hij stelde, toen hij zijn zoon Isaak op het altaar offerde? U ziet dus dat zijn geloof samenging met de daad; zijn geloof werd volmaakt door zijn daden. Zo ging het woord uit de Schrift in vervulling: Abraham geloofde God en God verklaarde hem daarom rechtvaardig. En hij werd Vriend van God genoemd. Het is duidelijk dat een mens op grond van daden rechtvaardig wordt verklaard en niet op grond van het geloof alleen. Met de hoer Rachab was het niet anders. Ook zij werd gerechtvaardigd om wat ze deed: ze liet de verkenners binnen en hielp hen om langs een andere weg te ontkomen. Als het lichaam niet meer ademt, is het dood; zo is het ook met het geloof: als het niet in praktijk wordt gebracht, is het een dood geloof. En de schrijver van de brief aan de Hebreen somt een hele lijst van mensen uit de geschiedenis op waaraan je kunt zien dat zij geloven. Je kunt het zien aan hun daden. Hebreeen 11 [Marten Knevel]
Het nieuwe leven Precies: nieuwe mensen. Daar draait het in de bijbel om: hoe je een nieuw mens kunt worden. Maar als je een nieuw mens wilt worden moet je je oude leven vaarwel zeggen. De vraag is of we dat kunnen en of we daar de moed voor hebben. Het antwoord dat de bijbel daarop geeft is de doop. De doop? Is de doop niet een fraaie formaliteit, waarbij je tot de kerk gaat behoren en wellicht een aantal extra kansen krijgt in het leven? Ja, dat is een opvatting, die veel voorkomt, maar in de bijbel heeft de doop alles te maken met het worden van een nieuw mens en het vaarwel zeggen van het oude.
9
Laten we dit eens verder bekljken. We kunnen beginnen met een vers te bestuderen uit de brief van Paulus aan de Colossenzen: daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt' (Kolosse 2: 1 2). Vreemd! Paulus beweert hier kennelijk dat de doop een soort begrafenis is. Precies, daar ging het immers om. Wanneer je een nieuw mens wilt worden, moet je je eerst ontdoen van al die dingen uit het verleden die je blijven achtervolgen en een verlammende werking uitoefenen. De doop is het grote teken van God dat dat naargeestige verleden, waarin je als mens niet in staat was goed te funktioneren, begraven is. In het water weggespoeld. Zonde, ergernis, verslaving, falen en misstappen, schuld, het is er niet meer. In de doop wordt datgene wat Paulus 'onze oude mens' noemt begraven. Dat is ons goeie oude ik, dat baas in eigen huis wil zijn en God niet als Heer boven zich wenst. Dat is de mens die niet op zijn plaats is in Gods nabijheid, omdat hij zelf het centrum van zijn bestaan wil zijn. Die mens, ons oude ik, wordt 'begraven', zegt de apostel. In deze zin zijn de aanhalingstekens het moeilijkst te verklaren. We zijn natuurlijk niet letterlijk gestorven, dat weet Paulus ook wel. Hij weet heel goed, dat ons oude ik zich ook na de doop 'roert'. Het roert zich zelfs bijzonder krachtig. En toch is het 'dood'. Zo nu en dan hebben we het over een 'ten dode opgeschreven' mens. Wanneer de persoon in kwestie genoemd wordt lijkt het alsof hij al als dood wordt beschouwd. Ons oude ik werd in de doop ten dode opgeschreven, het kreeg zijn doodsvonnis en dient beschouwd te worden alsof het al gestorven is. Maar er is meer. Er is niet alleen dood, er is ook leven. Dankzij het feit dat Christus is opgewekt uit de dood, kan er kennelijk ook bij ons nieuw leven ontluiken. Er ontstaat een nieuw 'ik', een nieuwe persoon. Die nieuwe persoon, die in kontakt staat met de levende Christus, begint in je leven de toon aan te geven. Dat wil niet zeggen dat de oude persoon nooit meer iets van zich zal laten horen. Net als in een oorlog, waar de zwaarste slag gestreden is, maar de vijand nog verschrikkelijke schade aanricht alvorens voorgoed bedwongen te zijn, zo is het ook in het christelijke leven. De oude persoon is verslagen, maar toch is er een levenslang gevecht tussen je oude en je nieuwe ik. De opstanding van Christus betekent dat de overwinning in principe is behaald en dat het oude ik zeker het loodje zal moeten leggen. Maar nu zul je wel vinden dat het allemaal heel vreemd en mystiek wordt. Kan er nog iets konkreters gezegd worden over dat 'nieuwe ik'? Ja, dat kan. We kunnen het samenvatten in twee hoofdpunten. 1. Je nieuwe ik is degene die gelooft. Ja, alleen de nieuwe mens in je heeft het geloof. Je oude ik is ongelovig geboren en zal dat blijven zolang je leeft. We hebben al gezien hoe het geloof ontstaat. Je kunt het niet zelf tot stand brengen; het moet geschapen worden door Hem in wie je gaat geloven. En dat is een
10
basiswet voor alles wat met de nieuwe mens te maken heeft: het is iets wat God in ons schept. Christelijk leven heeft weinig te maken met het verbeteren van jezelf (en al helemaal niets met jezelf beter voordoen). Christelijk leven is: iets met je laten gebeuren, God vrij spel met je geven. 2. De nieuwe mens koestert een nieuwe liefde voor God en zijn naaste. Hij heeft God boven alles lief. Hij verlangt ernaar Hem als Heer over zijn leven te hebben en kan zich niets geweldigers voorstellen dan in Zijn nabijheid te verkeren. Bovendien heeft hij zijn naaste lief. Die zin krijgt in onze oren gemakkelijk een wat sentimentele klank. Dat komt omdat wij er aan gewend zijn om liefde te associëëren met gevoelens - sterke en warme gevoelens, dat wel, maar toch: gevoelens. In de Bijbel wordt liefde in de allereerste plaats geassocieerd met daden. Er staat weinig in over gevoelens, maar veel over daden, heel concrete, doodgewone daden. We kunnen het 'daden van liefde' noemen. 'Ik heb honger geleden- gij hebt Mij te eten gegeven Ik heb dorst geleden - gij hebt Mij te drinken gegeven Ik ben een vreemdeling geweest (tegenwoordig heet dat 'gastarbeider') - gij heb Mij gehuisvest naakt - gij hebt Mij gekleed, ziek - gij hebt Mij bezocht Ik ben in de gevangenis geweest - gij zijt tot Mij gekomen' (Mattheüüs 25: 35,36). De Bijbel kent ook een ander soort daden. Die worden de daden van onze kwade natuur genoemd. Bijvoorbeeld: terugschelden wanneer je uitgescholden wordt, je wreken, op eigen voordeel en eer uit zijn, op je recht staan, enz. Dan is ons oude ik in actie. Neem bijvoorbeeld je relatie tot N.N. Zoals gezegd, je kunt de persoon in kwestie niet uitstaan. Helaas is hij of zij steeds bij je in de buurt - N.N. is je buurman of vrouw, je collega, misschien je leraar - kortom, N.N. kun je niet uit de weg gaan. Hij of zij is, met andere woorden, wat de Bijbel 'je naaste' noemt. Je moet N.N. dus liefhebben. Ja, maar dat kan ik toch niet! Vriendelijk zijn tegen die gezellige P. en die vlotte S. - dat is geen probleem. Maar je bijzonder onsympathieke naaste liefhebben, dat kan alleen iemand die opnieuw geschapen is. De liefde die geen wederliefde verlangt en geen dankbaarheid, de liefde die de niet-beminnelijke liefheeft, die komt alleen tot stand wanneer God in het spel is. Uit onszelf kunnen we die liefde niet tot stand brengen, en voor ons oude ik is het hele proces bijzonder pijnlijk. Want het houdt in, dat ons oude ik aan de kant moet. Het ik dat zich wil doen gelden, op zijn recht wil staan en zijn antipathieëën wil goedpraten - dat moet opzij. Je naasten, dat zijn al die konkrete mensen die je iedere dag tegenkomt. Ook die op het televisiescherm. Daar kom je hen tegen die letterlijk uitgehongerd en naakt zijn. In het dagelijks leven kun je hen ontmoeten die hongeren naar hartelijkheid en
kontakt, naakt zijn in hun gebrek aan sympathieke eigenschappen en dorsten naar een vriendelijk woord. Het is niet moeilijk om je naaste te vinden -niet voor de liefde, niet voor de nieuwe mens. Deze konkrete daden van Liefde worden gedragen door wat we zouden kunnen noemen de houdingen van liefde: 'blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing' (Galaten 5:22, 23). Vriendelijkheid en zelfbeheersing - nou ja, tot op zekere hoogte kunnen we dat wel opbrengen. Tot op het moment dat het ons te veel wordt. Maar 'liefde, blijdschap, vrede': we zien ogenblikkelijk dat dat dingen zijn die ons gegeven moeten worden, in ons geschapen moeten worden. Daar hebben we de basiswet weer, de basiswet voor de nieuwe mens. En daarom kan geen enkele menselijke poging tot zelfverbetering en geen moraal, hoe perfect ook, zo'n mens scheppen. Een goede moraal kan een goed staatsburger scheppen, een 'bruikbaar mens', maar geen nieuwe mens. Dat kan alleen God. 'De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen, zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe.. Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij - . . De liefde vergaat nimmermeer' (I Korinthe 13:2-8). Als we nu terugkijken op dit portret van het nieuwe ik zouden we kunnen vragen: op wie lijkt het? Het lijkt op Christus, antwoordt het nieuwe testament. Ja, de nieuwe mens is geschapen naar Zijn beeld. En achter dit feit gaat een diep geheim schuil. Ons oude ik draait in een kringetje om zichzelf heen, het heeft zijn centrum in zichzelf. Maar het nieuwe ik heeft zijn centrum in Christus. Het draait om Hem en laat zich door Hem leiden en aansporen. Ja, het is zo een met Hem, dat het eigenlijk Christus is die erdoor handelt. Ons oude ik, dat alles zelf wilde regelen, werd aan de dood overgeleverd. Daarom kan Paulus zeggen: 'Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is: niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij' (Galaten 2:20). Christus leeft in mij, handelt in mij, spoort mij aan om me in dienst te stellen van mijn naaste -dat is de belijdenis van de nieuwe mens. De nieuwe mens is een Christus-mens. En hoe wordt die in ons geschapen?
11
12
Een belangrijke opmerking Degene die een nieuw mens wordt voelt zich geen goed mens. Integendeel: nu merkt hij pas goed hoe zondig zijn leven is. Het oude ik verdwijnt niet vrijwillig, het verzet zich. En dat verzet duurt voort zolang een christen hier op aarde leeft. Het oude ik bemoeit zich met alles wat hij doet. Daarom zijn zijn daden van liefde
nooit volmaakt, maar altijd besmet door egoïïsme, en behept met allerlei gebreken. Al zie je het zelf niet altijd, je omgeving ziet het wel. Ja, vaak lijkt het oude ik volledig de overhand te krijgen. Daarom moet een christen altijd leven uit Gods vergeving en de plaatsvervangende offerdood van Christus. De gerechtigheid voor God zal nooit een ander fundament krijgen. De ervaren christen merkt vaak beter wanneer het oude ik de kop opsteekt dan een beginner. Daarom gaat geestelijke groei altijd gepaard met pijn: je ziet steeds duidelijker hoe halfslachtig en onvolkomen je leven als christen is. Des te groter wordt Christus voor je. Op een goede dag zal je oude ik voorgoed ten grave worden gedragen. Dat gebeurt wanneer je sterft. En.. - je zult ook niet alleen maar sterven als je doodgaat. Maar dan zijn we bij de laatste akte aangeland. [Overgenomen van het internet.]
Ideeën voor de inleiding 1.
Wat met christelijke levensstijl geassocieerd wordt Maak kaartjes met allemaal soorten gedrag die volgens sommigen bij een christelijke levensstijl horen. Hieronder vind je er een paar, maar er zijn nog veel meer te bedenken. Laat de jongeren bij elkaar zoeken welke echt bij christen zijn horen en welke niet. Bespreek waarom iets wel of niet echt bij christen zijn hoort. a. Ascetisme i. Naar de kerk gaan b. Niet roken j. Vertellen van je geloof. c. Vegetariër zijn k. Geen sex voor het huwelijk d. Pacifist zijn l. Zorg voor zwakken en armen e. Niet scheiden m. Tegen abortus en euthanasie f. Je houden aan de tien n. Geen homosexuele relatie geboden o. Niet kopen op zondag g. Bidden p. lang haar voor meisjes h. Bijbel lezen q.
2.
Videoband: Werken van barmhartigheid, deel 1. De hongerigen eten geven. Deel 1 van een serie programma’s naar aanleiding van Mattheus 25: 31-46. De band laat zien hoe nederlanders iets doen voor een ander. Je zou een fragment van de band kunnen laten zien als illustratie bij dit bijbelgedeelte of als afsluiting. Band beschikbaar bij Marten.
3.
Gespreksvragen bij Mattheus 25:31-46 a. Hoe is Jezus in deze tijd hongerig, dorstig, een vreemdeling, naakt, gevangen etc. Probeer concrete voorbeelden te bedenken zowel in nederland als in de rest van de wereld. b. Wat vind je ervan dat Jezus hier het oordeel over mensen baseert op hun houding tegenover andere mensen? c. Op wat voor manier kan dit consequenties hebben voor je eigen manier van geloven en voor je handelen?
4.
Bij Youth for Christ is een videoband verkrijgbaar over Moeder Theresa.
5.
Bedenk een project wat je samen kunt doen in de buurt. a. Spreek bijvoorbeeld af om met elkaar naar de eerstvolgende
Suggesties voor doelstellingen • • • • • • • • • • •
Jongeren praten/denken na over christelijke levensstijl. Jongeren ontdekken dat christelijk geloof zonder çhristelijke daden’geen echt geloof is. Jongeren leren onderscheiden tussen daden die echt bij christen zijn horen en daden die niet wezenlijk zijn voor het christen zijn. Jongeren verwerven inzicht in normen en waarden die mensen hanteren. Jongeren ontdekken welke normen en waarden de Bijbel bovenal aanreikt. [10 geboden; gebod om lief te hebben etc. Bergrede] Jongeren bezinnen zich op de waarde en betekenis van bijbelse normen en waarden. Jongeren ontdekken enkele belangrijke normen en waarden die Jezus hanteerde. Jongeren ontdekken hoe christelijk leven verschilt van gewoon een beetje goed leven. Jongeren spiegelen zichzelf aan ‘Gods’ normen en waarden [zoals herkenbaar in Jezus] Jongeren ontdekken dat een christen niet allerleid dingen moet doen, maar ervoor kiest uit liefde voor Jezus. Jongeren ontdekken hoe iemands normen en waarden kunnen veranderen door een groeiende relatie met Jezus Christus. [Voorbeeldverhalengetuigenissen- video?]
Suggesties voor de opzet van de avond 13
14
schrijfavond van Amnesty International te gaan, of maak kaarten voor de vele zieken die er op dit moment zijn en schrijf daar iets bemoedigends op Of ..
1. 2. 3.
6.
Lees of zing met de groep een lied en spreek over de tekst. Of geef zo,n tekst mee. De liederen komen uit de Evangelische Liedbuindel: a. ELB 402 Toen ik naar mijn naaste zocht b. ELB 483 Don’t build your house ... c. ELB 387 Laat mij zijn een instrument d. ELB 399 Ik was hongerig en jij gaf mij te eten
4. 5. 6. 7. 8. 9.
7.
Verdeel een aantal [korte] bijbelteksten over christelijk leven onder de groep. Laat ze ze opzoeken en op gekleurde blaadjes schrijven. Plak deze blaadjes bij elkaar op een groot vel. Iedereen geeft met een groene stift aan welke drie teksten het meeste aanspreken en met een rode welke het minste. daarna licht je de keuze naar elkaar toe.
8.
Stelling: Christenen zijn hypocriet omdat ze niet doen wat ze zeggen. a. Schrijf deze stelling op een groot vel. b. Verdeel de groep in tweeen. De ene helft verdedigt de christenen. De andere beschuldigt de christenen. c. Geef elke groep vijf minuten om argumenten te bedenken d. Laat de groepen als in een soort lagerhuis met elkaar discussieren onder leiding van de kringleider. Die zorgt dat de standpunten met elkaar in gesprek komen.
9.
Maak van krantenkoppen met elkaar een collage van problemen waar je wat aan zou willen doen. Bespreek vervolgens met elkaar wat je eraan zou kunnen doen. Als dat mogelijk is, maak dat concreet en doe er met elkaar wat aan.
10.
Probeer de groep samen de tien geboden te laten verzinnen. Schrijf elke goede op. Kijk hoe ver je komt. Zoek vervolgens de tien geboden op in de bijbel en kijk welke ze vergeten zijn. Laat ze kiezen welke zo positief vinden en welke niet. Spreek daarover.
b. c.
Waaraan herken je een christen? Wat zijn de belangrijkste leefregels voor een christen? Zou een christen anders behoren te leven dan andere mensen? Hoe zou een christen anders moeten leven? Waarom zou een christen anders moeten leven volgens jou? Als je goed wilt leven, wat zou je dan moeten doen? Wanneer leef je volgens jou niet goed? Wanneer leeft iemand volgens jou onchristelijk. Hoeveel mag een christen verdienen? Hoe kun je ontdekken wat God van ons vraagt?
Gespreksideeën (vragen) 15
16
Te gebruiken bijbelgedeelten In de inleidende tekst en in de bijlage zijn verschillende teksten te vinden die gebruikt kunnen worden afhankelijk van de doelstelling die je kiest. Aanvullend noem ik nog enkele Lukas 10:25-37 Het grote gebod en daaraan verbonden het verhaal van de barmhartige samaritaan. Christen zijn betekent een naaste worden voor mensen die dat nodig hebben Kolossenzen 3:5-17; Je vind hier een opsomming van allemaal richtlijnen voor christelijk leven. Maak dus voorgoed een einde aan aardse praktijken als ontucht, onzedelijkheid, hartstocht, slechte verlangens en hebzucht. Hebzucht is afgodendienst. ... maar nu moet ook u al het kwaad afleggen: weg met woede, drift en boosaardigheid, gevloek en schandelijke taal. Lieg ook niet tegen elkaar. U hebt immers de oude mens met zijn praktijken uitgetrokken en de nieuwe mens aangetrokken, die voortdurend vernieuwd wordt, naar het beeld van zijn Schepper, tot hij de ware kennis bereikt. ... Kleed u dus met medeleven, goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraag elkaar en vergeef elkaar, als iemand over een ander te klagen heeft. Vergeef zoals de Heer ook u vergeven heeft. 14 Kleed u bij dit alles vooral met liefde, die de volmaakte band vormt. Laat de vrede van Christus heersen in uw hart. Daartoe bent u geroepen als leden van één lichaam. Wees dankbaar. Laat de boodschap van Christus in volle rijkdom in u wonen. Leer en vermaan elkaar met alle wijsheid. Zing ter ere van God met een dankbaar hart psalmen, hymnen en geestelijke liederen. Laat alles wat u zegt of doet, gebeuren in de naam van de Heer Jezus, en dank God, de Vader, door hem. Romeinen 12:1-12; Efeziëërs 4 en 5 Ook hier opsommingen. Waarvan sommigen wel gekleurd zijn door de tijd waarin Paulus leefde. Maar opnieuw wordt duidelijk, bij Christen zijn hoort christelijk leven. Efeze 4:17-20 In naam van de Heer zeg ik u met nadruk: leef niet langer als de heidenen met hun dwaze ideeën. Hun verstand is in duisternis gehuld; ze hebben geen deel aan het leven dat God geeft, omdat ze God niet kennen en niet willen kennen. En in hun onverschilligheid hebben ze zich overgegeven aan losbandigheid, om winst te slaan uit allerlei zedeloze praktijken. Maar u weet beter, u hebt Christus leren kennen!
17
Bijlage Bijbel Een druppel op een gloeiende plaat? Toen er weer eens een team van Artsen zonder grenzen vertrok naar een Derde Wereldland en er geld werd ingezameld, zei iemand: ‘Al die akties voor de Derde Wereld, zouden die nou echt wat uitmaken? Ik geef mijn geld er niet meer aan. Die paar gulden is toch ook maar een druppel op een gloeiende plaat*. En een ander zei: ‘Ze moeten eerst maar eens ophouden met elkaar daar af te slachten en hun geld aan wapens te besteden. Dan blijft er tenminste geld over voor de bestrijding van de honger en de armoede’ Zulke reacties zijn begrijpelijk. De bestrijding van honger en ziektes in arme landen is vaak dweilen met de kraan open. Maar moet je er daarom niets aan doen? In de tijd van Jezus waren er ook mensen, die zeiden: ‘Al die zieken, al die gevangenenen, al die armen, wat kun je daaraan doen? Niets. Ze zullen er altijd zijn. Dat moet je gewoon accepteren*. Er waren ook mensen, die zeiden: ‘Dat is een smoes om je niet in de ander te verdiepen. Dan maak je jezelf wijs, dat je niet hoeft te kiezen*. Tegen die groep mensen zei Jezus: ‘Ik had honger en u gaf mij te eten, ik had dorst en u gaf mij te drinken, ik was een vreemdeling en u verleende mij onderdak, ik ging schamel gekleed en u gaf mij kleren, ik was ziek en u verzorgde mij, ik zat gevangen en ii kwam mij bezoeken... Al wat u gedaan hebt voor een van mijn broeders hier, al was het de onbelangrijkste, hebt u voor mij gedaan!*Je bent er nooit mee klaar om te zeggen: ‘Het maakt toch niet uit*. Elk beetje invloed, dat je kunt uitoefenen op het geheel is belangrijk. Elk mens is er toch één? (JM) (Mat. 25: 35, 36, 40b, Groot Nieuws Bijbel) Otfers brengen Er zijn grote tegenstellingen in de wereld. De één bedelt, terwijl de ander er langs rijdt in een grote wagen. De één woont in een huisje van riet en karton, de ander in een bungalow met tuin en zwembad. De één gaat het voor de wind en de ander treft teleurstelling op teleurstelling. Hoe dat komt? Daar zijn veel antwoorden op te geven. Maar het feit blijft dat er kansrijken en kansarmen zijn, zelfs kanslozen. In Nederland, in Europa, in alle delen van de wereld zijn er grote verschillen te konstateren. Je kunt erin berusten. Zoiets van: het is nu eenmaal zo en er valt weinig aan te doen. Die houding wijst Jezus van Nazareth af. Zijn hele leven laat hij zien dat het
18
om delen gaat. Hij geeft mensen te eten en hij roept op om om te zien naar elkaar. Jezus stelt zichzelf daarbij als voorbeeld. Hij is niet gekomen om zich te laten bedienen, maar om zelf te dienen en zijn leven te geven in ruil voor het leven van veel anderen, zegt hij. Hij stelt zichzelf dus dienstbaar op. De eerste christengemeente begreep dat. Mensen verkochten hun hebben en houden en probeerden het geld met elkaar te delen. Probeerden. Want zo simpel ging dat allemaal niet. Misschien moeten wij ook eens wat meer offers proberen te brengen voor anderen. Het zou velen een kans geven op een menswaardiger leven. (JvQ) (Mafl. 20: 28; Groot Nieuws Bijbel) Woorden en daden In mei zijn in Middelburg de zogenaamde Four Freedoms Awards uitgereikt. Deze onderscheiding wordt elk jaar gegeven aan mensen of instanties, die zich hebben ingezet voor het bevorderen van een of meer van de vier vrijheden: vrijheid van meningsuiting en godsdienst, vrijwaring van gebrek en angst. De Spaanse koning Juan Carlos, de Israëlische premier Shimon Peres en de Organisatie Artsen zonder grenzen behoorden dit jaar o.a. tot de gelukkigen. Bij de plechtige uitreiking werden mooie woorden gesproken waarin steeds de vrede centraal stond. Daarbij werd ook vaak het woord ‘droom* gebruikt. Mooie woorden dus, waarin gedroomd werd van vrede. Wat zijn zulke woorden waard? Niets, als je wegdroomt in een nooit te verwezenlijken toekomstvisioen. Heel veel, als je beseft, dat je de droom van vrede een beetje werkelijkhøid kunt maken met je daden. Dat hebben deze mensen en instanties, die een onderscheiding ontvingen, gedaan. Zij hebben allemaal meegemaakt hoe de vrede wordt bedreigd door veel dingen, zoals racisme, armoede en gebrek aan de vier vrijheden. Zij maakten mee hoe men soms jaren met elkaar aan onderhandelingstafels mooie woorden en beloften uitwisselt, die onmiddellijk daarna weer worden geschonden. Zij hebben ervaren dat macht, in de vorm van dwang en geweld, nooit de vrede bevordert, maar dat er daardoor nog meer geweld komt. Daarom lieten zij het niet bij mooie woorden alleen. Zij deden ieder op hun eigen manier wat Paulus schrijft: Laat niet het kwade ii overwinnen, maar overwin het kwade door het goede. Zij hebben allemaal ondervonden dat dit de beste manier is om de vrede op aarde te bevorderen en om dromen tot werkelijkheid te maken. Dat geldt in het groot, maar ook in het klein. Johan Murre (Romeinen 12:21, Groot Nieuws Bijbel)
Gebed 19
Geef dat het niet bij mooie woorden blijft... Bij mooie verhalen dat het anders moet. Bij grote woorden, zoals stoppen met posten, iedereen accepteren zoals hij of zij is. niemand uitlachen en niemand pijn doen. Geef dat het niet bij mooie woorden blijft... Bij mooie praatjes aan onderhandelingstafels. Bij prachtige uitspraken als ‘vrede brengen’, je veranwoordelijk voelen voor elkaar en samen een nieuwe wereld opbouwen. Geef dat het niet bij mooie woorden blijft... Bij indrukwekkende televisie-toespraken. Bij schitterende plannen en goede ideeën. Help ons ze eindelijk eens uit te voeren, Geef dat die woorden daden worden,
Teksten Ziet hoe zij elkandor liefh,bben Rond het jaar 96 schreef Clemens, bisschop van Rome, aan de christenen van Kotinte een briei, waarin hij het christelijk ideaal van die dagen als volgt omschreef: .5 ,,Wie was niet overtuigd van uw voortreffelijk en vast geloof als hij ~ in uw midden vertoefd had? Wie bewonderde niet uw bezonnen en zachtmoedige vroomheid in Christus? Wie vertelde niet overal van de mimhartige wijze waarop u de gastvrijheid in praktijk bracht? En wie prees niet uw vohnaakt en gedegen kennis? Want u deed alles zonder iemand voor te trekken en u leefde naar de geboden van God terwijl u zich onderwierp aan die boven u gesteld waren en 5 u bewees de verschuldigde eerbied aan de ouderen in uw midden. ~ U wekte de jongeren op tot een matige en edele gezindheid; de vrouwen droeg u op alles te doen met een edel en zuiver geweten _ terwijl ze hun man liefhebben zoals het behoort; in overeenstemming met de regel van de onderdanigheid hebt u haar geleerd het huishouden waardig en met overleg te besturen. Ieder van u was deemoedig en totaal zonder ophef, liever onder- ~ worpen dan anderen onderwerpend. U gaf de voorkeur aan geven boven ontvangen. U was tevreden met wat Christus u op uw levensweg gaf en daarop richtte u zich; u hebt zijn woorden zorgvuldig in uw hart opgenomen en zijn lijden had u steeds VOOT
20
ogen. Zo was een diepe en schone vrede aan allen geschonken en een onverzadigbaar verlangen om goed te doen.” 1 Clem. t, 2- 2, 2, vert. Klijn
Door het geloof... door het geloof wonen de kleine zusters van Charles de Foucauld in woonwagens om zusters van zwervers te zijn. door het geloof is die japanse dominee in Saigon schoenpoetser geworden om de vriend van de schoenpoetsers te zijn; is die priester-arbeider dokwerker geworden of woont die andere priester in een krot met de zwarten, Arabieren en Portugezen, voordat hij ‘s avonds zijn broers clochards en zijn zusters prostituees weer ontmoet in de kroeg op de hoek. door het geloof trotseren Helder Camara en velen met hem katholiek, protestant of geen enkel etiket, de dreiging van de militaire ,,katholieke” overheid en riskeren zij gevangenschap en zelfs dood. door het geloof kwam Martin Luther King op voor de toekomst van zijn volk, tot in de dood toe. uit: Jonge Kerk. Een christelijke levensstijl ‘‘Tieners voor Jezus’’ weigeren alle wereldse manipulaties die de mens verlagen tot voorwerpen, en beslissen meer en meer in waarheid, zuiverheid en eerbied voor zichzelf en voor elkaar te leven. "De woorden ‘‘Onze Vader…… leid ons niet in bekoring’’, betekenen dat we aan God de scherpzinnigheid en de kracht vragen om de valstrikken te ontlopen waarmee onze maatschappij de zwakkeren uitbuit, en waarmee de Boze onze zwakheden bespeelt: beloften van onmiddellijk genot, bandeloze seksualiteit, alle soorten drugs, dure modevormen, geestdodend lawaai, alle moderne idolen die ons egoïïsme in al zijn vormen in stand houden." J.P. II, Namen, 18 mei 1985 Christelijke levensstijl op school Onze school leeft en werkt vanuit een christelijke inspiratie In het Sint-Lievenscollege willen wij het christelijke geloof ter sprake brengen en beleven. Wij geloven immers dat de christelijke boodschap voor mensen van vandaag een grote zin heeft. Uit de christelijke godsdienstigheid vloeit nl. voort dat men een bron van vreugde en hoop voor anderen wordt. Gods wil laten geschieden, zijn Naam in ere houden, voor zijn Rijk openstaan houdt in dat men tracht goed te doen voor elk-ander die op de eigen levensweg verschijnt, onbaatzuchtig en van ganser harte. De christelijke levensstijl vraagt dan ook meer te doen dan het gewone, een grote
21
dienstbaarheid na te streven, en daartoe allerlei kleinmenselijke berekeningen aan de kant te zetten. De evangelische radicaliteit stimuleert ons zo om kritisch en constructief in de maatschappij te staan, vanuit de Droom van Gods Rijk van Gerechtigheid en Liefde. In de Bergrede vinden we enkele attitudes die ook vandaag erg belangrijk zijn. nederigheid: de erkenning niet zijn eigen God te zijn. gerechtigheid: de zin voor al wat rechtmatig toekomt aan mens en schepping. Ze uit zich in verzet tegen onrecht en de bereidheid om op te komen voor wat goed is. zachtmoedigheid: de kunst om het goede doel te bereiken zonder mensen geweld aan te doen. barmhartigheid: een solidaire dienstbaarheid met de zwakken en een vergevingsgezindheid tegenover wie ons iets misdaan heeft. waarachtigheid: de zin voor authenticiteit, de aandacht voor de overeenstemming van woord en daad. vredelievendheid: de bereidheid om vrede te bewerken en bruggen te bouwen waar onenigheid heerst. Wij willen jongeren helpen deze attitudes te verwerven en te cultiveren; op die manier kunnen zij de evangelische boodschap ontdekken. Dit gebeurt niet enkel tijdens de (godsdienst)lessen, maar ook in open gesprekken in de klas en op bezinningsdagen. Wanneer wij een school willen zijn vanuit het geloof in God en zijn liefdevolle nabijheid bij mensen en vanuit verbondenheid met Jezus Christus, heeft dit gevolgen voor de levensstijl van die school. In een katholieke school mag men verwachten dat mensen proberen samen te leven en te werken in liefde en dienstbaarheid. Deze levensstijl kan elk aspect van het schoolleven inkleuren. Op de eerste plaats krijgt deze herderlijke zorg vorm in leerlingenpastoraal. De zorg voor de concrete persoon van de leerling gaat verder dan het verstrekken van onderwijs. Dit betekent niet dat de school moet kunnen instaan voor alles wat leerlingen nodig hebben. Ze kan nooit de taak van het gezin, de jeugdbeweging, en andere instanties overnemen. Toch gebeurt er heel wat. Heel het domein van de 'zorgverbreding' in het basisonderwijs bijvoorbeeld, kan gedragen worden door een pastorale grondhouding vanuit het geloof in een liefdevolle God.
22
We merken dat dezelfde pastorale houding ook leeft ten aanzien van de volwassenen die bij een school betrokken zijn: schoolbestuur, directie, leerkrachten en ander personeel, ouders. Ook hier vertaalt het geloof in Gods liefde zich in het meeleven met de vreugde en zorg van de concrete mens. Deze liefde kan samengevat worden met de eenvoudige, maar zeer appellerende woorden: "bemin maar". Omdat God het eerst heeft liefgehad, kan het antwoord van de christen enkel zijn: liefhebben. Dit heeft zijn draagwijdte en betekenis voor het leven van de school. 'Bemin maar' wil zeggen: - elke leraar en leerling gewoon beminnen, - een voorkeur hebben voor de arme, de vreemde, de vijand, - geborgenheid bieden aan de geschonden en gekwetste mens, - de liefde laten primeren als het gaat om: regelgeving, deliberaties, drugbeleid, omgang met leerlingen, ouders, collega's, enz ... - af en toe broederlijk vermanen: uitnodigen in de waarheid te gaan staan, de waarheid met liefde zeggen - zoniet is het een leugen, - bouwen aan de gemeenschap (in de klas, lerarenkamer, speelplaats, refter, internaat, ...), - niet pesten, - zo nodig iemand met slechte punten opvangen - ervoor zorgen dat een slecht rapport toch een 'goede boodschap' kan zijn, - de grote wereld zien (breedte van de liefde), God liefhebben (diepte) met de arme als toetssteen, - samenwerken, met draaglast naar draagkracht ... De voorkeurliefde voor de armsten is misschien wel de belangrijkste christelijke waarde die een katholieke school wil doorgeven aan kinderen en jongeren. Ook hier kunnen gelovige mensen het initiatief nemen bv. via bewustmaking rond en acties voor de derde en/of de vierde wereld. Volwassenen, kinderen en jongeren die zich niet als gelovige bekennen, worden uitgenodigd hieraan deel te nemen. Ook voor hen is solidariteit met de armsten een belangrijke waarde. Wanneer we over pastoraal spreken, wordt in de basisschool vaak onmiddellijk de link gelegd met de parochie. Vele parochies hebben niet langer een inwonende pastoor. In vele parochies is een parochieploeg werkzaam om de pastoraal uit te bouwen en op te volgen. Daarom is het nodig dat ter plaatse alle betrokkenen (van school en parochie) de relatie tussen basisschool en parochie bekijken en concretiseren
23
Verhaal Hartverwarmend mens De Bredase bisschop Muskens komt af en toe in het nieuws. Hij voelt zich echt betrokken bij de mensen. Vooral bij degenen die arm zijn. Hij brengt begrip op voor degene die uit nood iets doet wat niet helemaal door de beugel kan. Voor wie bij wijze van spreken een brood steelt omdat hij anders niets te eten heeft. Als bisschop heb je een druk leven met veel verplichtingen. Maar Muskens heeft zich afgelopen winter aangemeld als vrijwilliger in een tehuis voor gehandicapte en demente bejaarden. Om één avond in de week af te wassen en de bewoners te helpen met eten en naar bed gaan. Om met ze te wandelen en ze voor te lezen als ze zelf niet meer lezen kunnen. Kortom, al die taken die andere vrijwilligers ook doen. Hij had natuurlijk rustig op zijn stoel kunnen blijven zitten, bisschop Muskens. Hij heeft vast genoeg andere belangrijke taken als bisschop. Maar Muskens heeft bewust voor dit vrijwilligerswerk gekozen. Hij wil zo aandacht vragen voor de ellendige situatie in verzorgings- en verpleeghuizen. Daar is een schreeuwend tekort aan personeel en vrijwilligers en dus is er minder zorg voor de mensen die daar wonen. Mensen die toch al geen kant meer op kunnen. Bisschop Muskens heeft zich tot deze stap laten inspireren door Jezus, die heeft gezegd dat je de minsten van de mensen nabij moet zijn. Een hartverwarmend mens, deze bisschop. Geen kerkvorst in een ivoren toren, op grote afstand van de gewone man, maar iemand met hart voor zijn medemensen. Greet Brokerhof - van der Waa
24