Duurzame Ontwikkeling Geen Woorden Maar Daden
Auteur: Datum:
Fabian Lionaar april 2013
1
Samenvatting De mens wil leuke dingen doen in zijn leven. Vaak hebben we voor het maken van producten olie of gas nodig. Echter, deze fossiele grondstoffen raken op. Tevens, bij het winnen van deze fossiele grondstoffen komen schadelijke stoffen vrij, onder andere komen roet, fijn stof en zwavel- en stikstofverbindingen in de lucht terecht. Deze stoffen kunnen tot luchtvervuiling en zure regen leiden. Veel van die vervuilingen stapelen zich op, komen terecht in de voedselketen en uiteindelijk ook in de mens. Het is dus belangrijk dat de mensheid naar alternatieve (energie) voorzieningen op zoek gaat om de uitputting van het natuurlijk kapitaal tegen te gaan en om schade aan zichzelf te voorkomen. De technologie is op dit moment zo ver dat we voor sommige producten of diensten vergankelijke voorzieningen (zoals fossiele grondstoffen) kunnen vervangen door duurzame voorzieningen, zoals voor elektriciteit. De belangrijkste vormen van duurzame energie in Nederland zijn: windenergie, zonne-energie, bio-energie en aardwarmte. Echter, duurzame voorzieningen zullen fossiele grondstoffen in de nabije toekomst niet 100% kunnen vervangen (van zonne- of windenergie kun je geen plastics of kunstmest maken). We zullen in de nabije toekomst dus een mix van vergankelijke en duurzame voorzieningen moeten gebruiken, indien we ons welvaartniveau op pijl willen houden en toch rekening willen houden met de uitputting van de aarde en onze gezondheid. De overheid en het bedrijfsleven stimuleren duurzame voorzieningen. De overheid heeft zelfs een verklaring ondertekend om vanaf 2015 100% duurzaam in te kopen. Tevens, worden organisaties gesubsidieerd om technologieën te ontwikkelen om meer producten en diensten duurzaam te voorzien. De Randstedelijke Rekenkamer heeft voor Zuid-Holland, na onderzoek, een aantal conclusies geformuleerd over duurzaamheid: 1. De provincie Zuid-Holland heeft zich ten doel gesteld om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Het voeren van een duurzaam inkoop- en aanbestedingsbeleid is verankerd in het huidige coalitieakkoord. 2. De inkooporganisatie is redelijk goed op orde, maar in het inkoopproces is onvoldoende geborgd dat de minimumeisen daadwerkelijk worden opgenomen. 3. Hoewel de provincie Zuid-Holland in de Monitor Duurzaam Inkopen 100% scoort, blijkt in de praktijk dat de criteria van Agentschap NL niet altijd, of niet volledig, in de aanbestedingsdocumenten worden opgenomen.
2
4. De doelstelling van 100% duurzaam inkopen wordt niet eenduidig geïnterpreteerd. De afspraak in de deelnameverklaringen tussen het Rijk en de provincies wekt de suggestie dat in 2015 alle inkoop en aanbestedingen duurzaam zijn. Dit is echter niet het geval: (1) de eis van 'duurzaam inkopen' geldt alleen voor de 52 productcategorieën waarvoor criteria zijn geformuleerd; (2) in de externe tweejaarlijkse duurzaamheidmonitor wordt een drempelbedrag (€ 50.000,-) gehanteerd, waarboven gerapporteerd wordt over duurzaam inkopen. Hierdoor ontbreekt het inzicht in de mate van duurzaam inkopen over een belangrijk deel van het totale inkoopvolume en kan de landelijke monitor een te positief beeld geven.
Het is duidelijk dat de Provincie Zuid-Holland de aanbevelingen, na aanleiding van het onderzoek van de Randstedelijke Rekenkamer, moet uitvoeren.
Tevens, heeft de provincie Zuid-Holland een belangrijke rol in het aanjagen van duurzame ontwikkelingen. De provincie Zuid-Holland moet daarom duurzaamheid verankeren binnen de eigen organisatie; niet alleen moet men bezig zijn om steeds duurzamer in te kopen, duurzaamheid moet geïnstitutionaliseerd worden binnen het beleid. De provincie Zuid-Holland moet een betrouwbare partner zijn op het gebied van duurzaamheid. Het bedrijfsleven en de samenleving willen echt investeren in een duurzame samenleving, maar dan is het belangrijk dat er een stabiele toekomst visie vanuit de overheid wordt vormgegeven. De provincie Zuid-Holland doet al veel om de provincie duurzaam vorm te geven. Het is echter belangrijk dat het voor Provinciale Staten zichtbaar wordt en dat Provinciale Staten over het duurzaamheidselement een mening vormt. Op deze wijze zal het duurzaamheidselement draagvlak krijgen in de Staten en bij de burgers van Zuid-Holland. Dit zal een bijdrage leveren aan de stabiele toekomst visie. Daarom wil de Partij van de Arbeid voorstellen dat elk Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten beleidsstuk een duurzaamheidsparagraaf bevat.
3
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
……………………………………..
5
2.
Huidig Beleid
……………………………………..
7
2.1
Instrumenten Overheid
……………………………..
7
2.1.1 Bevorderen duurzaamheid ……………………………..
7
2.1.2 Mitigeren Schadelijke stoffen…………........................
9
2.2
Duurzaamheid binnen de Provincie Zuid Holland……
9
3.
Gewenste Beleid ……………………………………..
10
4.
Aanbeveling
……………………………………..
11
4
1.
Inleiding
Duurzaamheid1 is hét kernbegrip van de toekomst. Het is duidelijk dat we onze huidige levensstijl voornamelijk vormgeven door vergankelijke voorzieningen. Echter, uit onderzoek wordt duidelijk dat vele vergankelijke voorzieningen, zoals fossiele grondstoffen waarschijnlijk zijn uitgeput in2: - Olie 2047 - Aardgas 2068 - Kolen 2140 - Uranium 2144 Naast het gevaar van uitputting, komt door het gebruik van deze voorzieningen ook schadelijke stoffen in de lucht3. Het is dus belangrijk dat de vergankelijke voorzieningen zo min mogelijk worden gebruikt, zodat de uitputting van ons natuurlijk kapitaal wordt uitgesteld en hopelijk stopt. De producten en diensten waar wij vandaag de dag gebruik van maken, zijn voornamelijk vergankelijke voorzieningen. De verhouding vergankelijk – duurzaam is op dit moment 96% - 4%4. Ons hoge welvaartsniveau is mogelijk door gebruik te maken van vergankelijke voorzieningen. Als we er vanuit gaan dat we ons welvaartsniveau minimaal willen handhaven, is het dan mogelijk ons welvaartsniveau vast te houden als er straks minder olie is? Willen wij deze vraag beantwoorden, is het belangrijk inzicht te hebben in de hoeveelheid energie per bron5. Met andere woorden; “Is het mogelijk onze vergankelijke (energie) voorzieningen te vervangen door alternatieve (energie) bronnen6?”
1
Het begrip ‘duurzaamheid’ wordt gebruikt ter aanduiding van activiteiten, processen en structuren die voor onbepaalde tijd moeten kunnen doorgaan of voortbestaan (Achterberg, 1994). 2
Dit betekent dat deze grondstoffen dan niet meer op aarde voorkomen. http://www.energy.eu/#depletion, 2011 3
Bij de aanwending van fossiele brandstoffen komen onder andere roet, fijn stof en zwavelen stikstofverbindingen in de lucht. Deze stoffen kunnen tot luchtvervuiling en zure regen leiden. 4
Centraal Bureau voor de Statistiek, 2010. Het verbruik van duurzame energie in Nederland kwam in 2009 uit op ongeveer 4 procent van het binnenlands energieverbruik. Een jaar eerder was dat nog 3,4 procent. De toename komt vooral doordat biomassa en windenergie meer bijdragen. De Nederlandse overheid streeft naar 20 procent duurzame energie in 2020. 5
http://www.gooodstuff.nl/milieu-effect-analyses/fossiele-brandstoffen-vs-alternatieveenergiebronnen,2012 6
Hier wordt duurzame energie voorziening bedoeld.
5
De hoeveelheid energie in 1 liter aardolie is gelijk aan die in: 1.12
liter Benzine
0.96
liter Diesel
1.06
liter Kerosine
1.32
M3
1.25
liter LPG
Aardgas
De hoeveelheid energie in 1 liter aardolie is gelijk aan die in: 7.12 Kg
Hout
1.42 Kg
Houtskool
4.38 Kg
Huisafval
3.39 Kg
GFT
2.85 Kg
Koemest
0.92 Liter plantaardige olie 1.05 Liter Biodiesel, bijvoorbeeld van oud frituurvet en koolzaad 1.59 Liter Bio-ethanol
De hoeveelheid energie in 1 liter aardolie is gelijk aan die opgewekt door: 58
Uur
1 m2 zonnecel (in NL, 10 uur bij loodrechte inval in de zomer)
425 Uur
1 m2 windmolen (uitgaande van 21% up-time)
0.94 Uur
1m2 waterkrachtturbine (1m verval – stroomsnelheid 10km/u)
85
Mg
Natuurlijk uranium*
85
Uur
Fietsen (~120W netto output)
6
Bovenstaand inzicht maakt duidelijk dat het zonder innovaties onmogelijk wordt zonder vergankelijke (energie) voorzieningen het huidige welvaartsniveau te handhaven. Concreet houdt dit in7: wanneer we alle daken in Nederland uitrusten met zonnepanelen en 10% van Nederland met windmolens, kunnen we, van de automobiliteit 82,5% vervangen door elektrisch vervoer, echter transport is nog geen 20% van ons totale energieverbruik. Verwarming, koeling en productie zijn nog niet meegeteld; om het complete Nederlandse energieverbruik middels windmolens te dekken, moet op elke vierkante meter van Nederland – ook in zee – een windmolen verrijzen.
Het is belangrijk dat we op korte termijn een mix van vergankelijke en duurzame voorzieningen bevorderen en dat innovaties gericht op duurzame voorzieningen zoveel mogelijk worden gestimuleerd, want het uitgangspunt is natuurlijk om op de lange termijn alleen duurzame producten en diensten te gebruiken.
2.
Huidig Beleid
2.1
Instrumenten Overheid
2.1.1 Bevorderen Duurzaamheid Op wereldniveau lijkt het niet te lukken om tot duurzaamheidsafspraken te komen. De vele klimaattoppen zijn mislukt, de partijen kwamen niet tot gezamenlijke doelstellingen. Echter, duurzaamheid is in Nederland een belangrijke doelstelling in het beleid van de overheid, zowel op nationaal als regionaal niveau. Het Nederlandse bedrijfsleven en de overheid hebben daarom in 2007 het duurzaamheidsakkoord8 ondertekend. In het akkoord staat dat het bedrijfsleven en de Nederlandse overheid zich vergaand zullen inspannen om de Nederlandse economie te verduurzamen.
7
Bron o.a. Prof. D. MacKay, Professor of Natural Philosophy & Physics, University of Cambridge 8
Maximale inspanning door bedrijfsleven en overheid om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Dat is de kern van het Duurzaamheidsakkoord dat donderdag 1 november 2007 is ondertekend. Minister Van der Hoeven zette samen met de ministers Cramer (Milieu), Verburg (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) en de staatssecretarissen De Jager (Financiën) en Timmermans (Europese Zaken) haar handtekening. De ministers Eurlings (Verkeer en Waterstaat) en Vogelaar (Wonen, Wijken en Integratie) hebben hun handtekening later gezet. Het bedrijfsleven werd vertegenwooordigd door ondernemersorganisatie VNO-NCW, MKBNederland en LTO Nederland.
7
De overheid heeft een jaarlijks inkoopvolume van bijna € 60 miljard9. Het is de intentie van de overheid om duurzaam in te kopen. Deze intentie heeft geleid tot Deelnameverklaringen10 van het Rijk, provincies, waterschappen, gemeenten en andere overheidsorganisaties. Beoogd doel is 100% duurzaam inkopen in 2015. De markt voor duurzame producten en diensten krijgt zo een impuls en de overheid geeft daarbij met duurzaam inkopen het goede voorbeeld. Voor de uitvoering van deze afspraken is door Agentschap NL voor 52 zeer uiteenlopende productcategorieën uitgewerkt wat de milieucriteria voor ‘duurzaam’ concreet inhouden. Daarnaast worden inmiddels ook noties in de sfeer van sociale voorwaarden en ‘social return’ meegenomen in de context van duurzaam inkopen en aanbesteden. Het kabinet wil het gebruik van wind, biomassa en andere vormen van duurzame energie stimuleren. Dat is goed voor het milieu en maakt Nederland minder afhankelijk van fossiele grondstoffen. Om op lange termijn te komen tot een CO2-arme economie, bevordert het kabinet de innovatie van duurzame energietechnieken. De voordelen van duurzame (energie) voorzieningen ten opzichte van vergankelijke (energie) voorzieningen zijn: geen uitstoot van broeikasgassen (CO2) of andere stoffen die schadelijk zijn voor het milieu (of de gezondheid); minder afhankelijkheid van een klein aantal olie- en gasproducerende landen en de hoge prijzen van fossiele grondstoffen. Die afhankelijkheid maakt Nederland kwetsbaar; in tegenstelling tot olie- en gasvoorraden raakt duurzame energie niet op.
Om duurzame (energie) voorzieningen op lange termijn concurrerend te maken met vergankelijke (energie) voorzieningen is innovatie noodzakelijk. De overheid stimuleert daarom onderzoek naar nieuwe energiebronnen, onder meer via de stimuleringsregeling duurzame energie (SDE+) en via de topsectorenaanpak11.
9
Dit bedrag is afkomstig van de site van de rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl)
10
Duurzaam inkopen is een beleidskeuze en niet een verplichting die volgt uit wet- en regelgeving. 11
Deze informatie is te vinden op de site van de rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl)
8
2.1.2 Mitigeren Schadelijke Stoffen Het Rijk, de provincies en alle overige locale overheden hebben een aantal instrumenten om uitvoering te geven aan doelstellingen op het gebied van duurzaamheid: 1) activiteitenbesluit. Ondernemingen die onder de algemene regels vallen van het activiteiten besluit vallen onder de zorgplicht om energie doelmatig in te zetten; 2) activiteitenbesluit. Ondernemingen met een verbruik van minimaal 200.000 kWh en/of 75.000 kuub gas kunnen op grond van het activiteitenbesluit door het bevoegd gezag gedwongen worden energiebesparende maatregelen te nemen; 3) wet milieubeheer. Bij het verstrekken van vergunningen op grond van de wet milieubeheer kunnen voorschriften worden opgenomen om bepaalde technieken toe te passen op het gebied van energiebesparingen; 4) bestemmingsplan. In de bestemmingsplannen kunnen door bevoegd gezag bepaalde bedrijven worden geweerd en dat kan ook op het gebied van duurzaamheid. Tevens, kent het rijk de emissiehandel12 als instrument tegen vergankelijke (energie) voorzieningen. De regering stelt een fiscaal vergroeningspakket voor om het gebruik van fossiele grondstoffen te beperken door het zwaarder belasten van energieproducten. Maatregelen zijn: verhogen van de energiebelasting op aardgas; afschaffen van de vrijstelling kolenbelasting voor elektriciteitsopwekking; afschaffen tariefverschil rode diesel en gewone diesel; niet afschaffen van de leidingwaterbelasting; niet afschaffen van het Eurovignet.
2.2 Duurzaamheid binnen de Provincie Zuid-Holland In het rapport ‘Duurzaam inkopen en aanbesteden Provincie Zuid-Holland’ van de Randstedelijke Rekenkamer komen de volgende conclusies naar voren: 1.
De provincie Zuid-Holland heeft zich ten doel gesteld om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Het voeren van een duurzaam inkoopen aanbestedingsbeleid is verankerd in het huidige coalitieakkoord.
12
Emissiehandel is de handel in emissierechten. Emissierechten geven landen of bedrijven het recht om bepaalde broeikasgassen of andere schadelijke gassen uit te stoten. Het gaat daarbij om de uitstoot van bijvoorbeeld kooldioxide (CO2), methaan (CH4), lachgas (N2O), chloorfluorkoolstofverbindingen (hfk's) en bijvoorbeeld stikstofoxiden (NOx). Indien het aantal rechten beperkt is, wordt het voor bedrijven duur om emissies uit te stoten, hetgeen zou moeten leiden tot vergroening van het productieproces en investeringen in hernieuwbare energie.
9
2.
3.
4.
De inkooporganisatie is redelijk goed op orde, maar in het inkoopproces is onvoldoende geborgd dat de minimumeisen daadwerkelijk worden opgenomen. Hoewel de provincie Zuid-Holland in de Monitor Duurzaam Inkopen 100% scoort, blijkt in de praktijk dat de criteria van Agentschap NL niet altijd, of niet volledig, in de aanbestedingsdocumenten worden opgenomen. De doelstelling van 100% duurzaam inkopen wordt niet eenduidig geïnterpreteerd. De afspraak in de deelnameverklaringen tussen het Rijk en de provincies wekt de suggestie dat in 2015 alle inkoop en aanbestedingen duurzaam zijn. Dit is echter niet het geval: (1) de eis van 'duurzaam inkopen' geldt alleen voor de 52 productcategorieën waarvoor criteria zijn geformuleerd; (2) in de externe tweejaarlijkse duurzaamheidmonitor wordt een drempelbedrag (€ 50.000,-)gehanteerd, waarboven gerapporteerd wordt over duurzaam inkopen. Hierdoor ontbreekt het inzicht in de mate van duurzaam inkopen over een belangrijk deel van het totale inkoopvolume en kan de landelijke monitor een te positief beeld geven.
Tevens, uit eerdere statenvragen (nr. 2589. 13 december 2011) zoekt de provincie Zuid-Holland naar voor haar meest geschikte instrumenten, die door o.a. Agentschap NL/PIANOo, ministerie I&M, gemeente Amsterdam zijn ontwikkeld, om te sturen op meer dan de wettelijke verplichte minimumeisen van Agentschap NL/PIANOo. Binnen de provincie Zuid-Holland wordt ook ruimte gelaten voor nieuwe (markt) initiatieven en innovaties die een meer duurzame realisatie en beheer van infrastructuur mogelijk maken. Voor een deel hiervan is de provincie zelf actief en verkrijgt hiervoor Europese subsidies. Echter, meer algemeen kan worden gesteld dat de maatschappelijke ambitie voor duurzaamheid per definitie voor loopt op de realisatie ervan binnen de overheden. Realisatie ervan is o.a. afhankelijk van de balans tussen de verschillende beleidsmatige ambities waarop men wil sturen (bv. kleinere organisatie, gebruiker centraal, duurzamer, etc.). De provincie Zuid-Holland zoekt hierin haar weg door ruimte te geven voor bewezen concepten en bewezen instrumentarium te implementeren.13
3.
Gewenste Beleid
In Zuid-Holland wonen 3,5 miljoen mensen, die allemaal prettig willen wonen, werken en leven. Willen wij er de komende jaren op toezien dat onze huidige consumptie en de manier waarop we met onze leefomgeving omgaan, er niet toe leidt dat onze kinderen en kleinkinderen hiervoor de rekening gepresenteerd krijgen, zullen wij duurzamer met onze leefomgeving om moeten gaan.
13
Informatie verkregen van de afdeling Facilitaire Zaken (bureau Inkoop en Regie)
10
Voorheen was het vooral de overheid die zich inspande om duurzame plannen van de grond te tillen. Tegenwoordig hebben bedrijven deze rol over genomen. Bedrijven zien duurzame ontwikkeling als hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en nodig voor de continuïteit van hun onderneming. Echter, bedrijven kunnen dit vraagstuk alleen op hun niveau (micro) oppakken of in hun keten (meso). Dit heeft geleid tot 4% duurzame energie voorziening in 2009. Wil de overheid het uitputten van ons natuurlijk kapitaal tegen gaan, moet het nu maatregelen nemen en de regiefunctie op zich nemen. De overheid kan als vliegwiel fungeren, waardoor Nederland op termijn niet alleen een duurzaam land is, maar ook op economisch gebied kan concurreren met andere landen, want dat iedereen moet overstappen op duurzame voorzieningen is zeker. De vraag is, wil je in de kopgroep zitten of in de bezemwagen. Bij beleid in algemene zin en het inkoopbeleid in het bijzonder dient een goed evenwicht te bestaan tussen de genoemde drie factoren: people, planet en profit. Bij de provincie Zuid-Holland is het inkoopbeleid in een ver gevorderd stadium duurzaam ingericht. Echter, de provincie Zuid-Holland moet duurzaamheid omarmen. Zij moet heel bewust kiezen voor een volledig duurzame strategie. Duurzaamheid is niet iets wat je ‘erbij doet’ het moet echt het uitgangspunt van de strategie zijn. De overheid zal duurzaamheid als integraal onderdeel over alle terreinen heen moeten oppakken.
4.
Aanbevelingen
1.
De provincie Zuid Holland moet de aanbevelingen, na aanleiding van het onderzoek van de Randstedelijke Rekenkamer uitvoeren.
2.
Volgens de Partij van de Arbeid heeft de provincie Zuid-Holland een belangrijke rol in het aanjagen van duurzame ontwikkelingen. De Provincie Zuid-Holland moet daarom duurzaamheid verankeren binnen de eigen organisatie; niet alleen moet men bezig zijn om steeds duurzamer in te kopen, duurzaamheid moet geïnstitutionaliseerd worden binnen het beleid. De provincie Zuid-Holland moet een betrouwbare partner zijn op het gebied van duurzaamheid. Het bedrijfsleven en de samenleving willen echt investeren in een duurzame samenleving, maar dan is het belangrijk dat er een stabiele toekomst visie vanuit de overheid wordt vormgegeven. De provincie Zuid-Holland doet al veel om de provincie duurzaam vorm te geven. Het is echter belangrijk dat het voor Provinciale Staten zichtbaar wordt en dat Provinciale Staten over het duurzaamheidsacpect een mening vormt. Op deze wijze zal het duurzaamheidselement draagvlak krijgen in de Staten en bij de burgers van Zuid-Holland. Dit zal een bijdrage leveren aan de stabiele toekomst visie. Daarom wil de Partij van de Arbeid voorstellen dat elk Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten beleidsstuk een duurzaamheidsparagraaf bevat.
11
Literatuurlijst Achterberg, W., Samenleving en Duurzaamheid; Een inleiding in de milieufilosofie, Van Gorcum & Comp B.V., Assen, 1994. Centraal Bureau voor de Statistiek, 2010. http://www.energy.eu/#depletion, 2011 http://www.gooodstuff.nl/milieu-effect-analyses/fossiele-brandstoffen-vsalternatieve-energiebronnen, 2012 http://www.rijksoverheid.nl MacKay, D., Sustainable Energy – without the hot air, University of Cambridge, Cambridge Ltd., 2009
12