Fiscale actualiteiten zorg
augustus 2015
Fiscale actualiteiten zorg
Augustus 2015 Pagina 1
Fiscale actualiteiten zorg
augustus 2015
Voorwoord In deze nieuwsbrief informeren wij u allereerst over ontwikkelingen in de Wet Normering topinkomens. Recent is namelijk het voorstel voor de normering van de bezoldiging van ingehuurde topfunctionarissen bekend gemaakt. Het voorstel is opengesteld voor consultatie. Het is derhalve voor iedereen mogelijk om tot uiterlijk 31 augustus 2015 het ontwerpbesluit in te zien en hierop te reageren. Wij herinneren u er ook graag aan dat voormalige ANBI’s vóór 1 september a.s. informatie moeten verstrekken aan de Belastingdienst. Het niet voldoen aan de informatieverplichting door voormalige ANBI’s kan leiden tot (hoge) boetes. Deze kunnen eenvoudig voorkomen worden door informatie te verstrekken aan de Belastingdienst middels een van de website te downloaden formulier. Verder zetten wij de belangrijkste zaken rondom de verhuurderheffing nogmaals op een rij, zodat u de ins- en outs weer op het netvlies hebt voor het indienen van de aangifte verhuurderheffing 2015. Ten slotte wijzen we u graag op de vóór 15 september a.s. 17:00 uur in te dienen subsidieaanvraag praktijkleren.
In dit nummer: Voorwoord Wet Normering Topinkomens Consultatie beleidsregels inzake normering ingehuurde topfunctionarissen Aanpak van ‘schijnconstructies’ door de minister van Binnenlandse Zaken?
ANBI-status Informatieverplichting voormalige ANBI’s
Verhuurderheffing Aangifte verhuurderheffing 2015 indienen vóór 1 oktober 2015
Subsidies Dien vóór 15 september a.s. om 17.00 uur uw subsidieaanvraag praktijkleren in!
2 3 3 5 5 5 6 6 7 7
“Fiscale actualiteiten zorg” is een uitgave van Verstegen accountants en belastingadviseurs, bestemd voor relaties in de gezondheidszorg. Voor logistieke vragen:
[email protected]
Voor inhoudelijke vragen:
mr. G.E. (Gosse) Hoekstra RB,
[email protected]
Redactie:
L.G.J. (Bert) Mostert RA,
[email protected]
Bij het samenstellen van deze uitgave is uiterste zorgvuldigheid in acht genomen. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor mogelijk onjuiste of onvolledige informatie of voor schade die als gevolg hiervan ontstaat. Gezien het algemene karakter van de uitgave kunnen wij niet instaan voor toepassingsmogelijkheden in specifieke situaties. Alle rechten voorbehouden
Pagina 2
Fiscale actualiteiten zorg
augustus 2015
Wet Normering Topinkomens Consultatie beleidsregels inzake normering ingehuurde topfunctionarissen Op basis van de huidige regels is de WNT (met terugwerkende kracht) van toepassing bij een ingehuurde topfunctionaris indien binnen een periode van 18 maanden de functie langer dan 6 maanden wordt vervuld. Zoals wij hebben beschreven in onze nieuwsbrief van februari 2015 is bij de inwerkingtreding van de WNT-2 aangekondigd dat de regels rondom interim-topfunctionarissen gaan wijzigen. Deze regels waren tot op heden nog niet bekend gemaakt. Inmiddels is er een voorstel voor de regels omtrent de bezoldiging van de ingehuurde topfunctionarissen gepubliceerd. Het voorstel is opengesteld voor consultatie. U kunt tot uiterlijk 31 augustus 2015 het voorstel inzien en uw reactie hierop geven. Wij verwijzen u hiervoor naar de website: https://www.internetconsultatie.nl/topfunctionarissen_zonder_dienstbetrekking Het is de bedoeling dat deze regeling per 1 januari 2016 in werking treedt. Het voorstel heeft tot gevolg dat de WNT (in tegenstelling tot de huidige regels) van toepassing is bij de ingehuurde topfunctionarissen vanaf de eerste dag dat zij de functie vervullen. In de eerste 12 maanden van de functievervulling dient te zijn voldaan aan een speciaal voor de ingehuurde topfunctionaris vastgesteld bezoldigingsmaximum. Daarna is de reguliere WNT van toepassing. Onderstaand treft u een uiteenzetting van de voorgestelde regeling aan. Inhoud regeling ingehuurde topfunctionaris In de eerste twaalf maanden van de functievervulling zijn de volgende regels gesteld met betrekking tot het bezoldigingsmaximum voor de ingehuurde topfunctionaris: In de eerste tot en met de zesde maand mag de bezoldiging in totaal niet meer bedragen dan € 144.000. In de zevende tot en met de twaalfde maand mag de bezoldiging in totaal niet meer bedragen dan € 108.000. De overeengekomen bezoldiging mag niet meer dan € 175 per uur bedragen. De voornoemde bedragen zijn exclusief btw, maar inclusief administratiekosten, bureaukosten en kosten van bemiddeling. Uitgaande van het maximale uurtarief van € 175 kan de ingehuurde topfunctionaris in de eerste zes maanden gemiddeld 4 dagen per week bij de instelling werkzaamheden verrichten. In de zevende tot en met de twaalfde maand gemiddeld 3 dagen per week bij de instelling werkzaamheden verrichten. Indien meer dagen per week werkzaamheden worden verricht tegen een uurtarief van € 175 wordt het bezoldigingsmaximum overschreden, waardoor een onverschuldigde betaling ontstaat. Vanaf de dertiende maand dat een topfunctionaris de functie uitvoert, is het ‘reguliere’ WNT bezoldigingsmaximum van toepassing zijnde het wettelijke bezoldigingsmaximum van € 178.000 dan wel de toepasselijke sectorale norm (conform de klassenindeling).
Pagina 3
Fiscale actualiteiten zorg
augustus 2015
Overgangsrecht Indien partijen vóór 1 januari 2016 bezoldigingsafspraken zijn overeengekomen die de bezoldigingsmaxima voor de ingehuurde topfunctionarissen gedurende de eerste 12 maanden van de functievervulling overschrijden, dan is overgangsrecht van toepassing. Het overgangsrecht houdt in dat de afgesproken bezoldiging wordt gerespecteerd tot 1 juli 2016. Voorbeeld: Partijen hebben afgesproken dat de functie van interim-bestuurder vanaf 1 november 2015 tot en met 16 juli 2016 wordt vervuld voor een bezoldiging van € 200 per uur (excl. btw) en maximaal € 30.000 per maand. Op 1 januari 2016 wordt vastgesteld dat de interim-bestuurder reeds 2 maanden de functie heeft vervuld. De interim-bestuurder ontvangt meer dan de van toepassing zijnde bezoldigingsmaxima: De bezoldiging mag in de maanden januari t/m april (maand 3 t/m maand 6 van de functievervulling) maximaal € 96.000 (€ 144.000*4/6 maanden) bedragen. De bezoldiging mag in de maanden mei en juni (maand 7 en 8 van de functievervulling) maximaal € 36.000 (€ 108.000*2/6 maanden) bedragen. De bezoldiging die de interim-bestuurder ontvangt, overschrijdt de voornoemde bezoldigingsmaxima. Omdat de bezoldigingsafspraken overeen is gekomen vóór 1 januari 2016 worden de bezoldigingsafspraken tot 1 juli 2016 gerespecteerd. Het overgangsrecht is vanaf 1 juli 2016 niet meer van toepassing. De maand juli is de 9e maand dat de topfunctionaris de functie van interim-bestuurder vervuld. Ook al verricht de topfunctionaris de functie tot en met 16 juli 2015, het bezoldigingsmaximum hoeft echter niet te worden herrekend naar rato van het aantal dagen dat werkzaamheden zijn uitgevoerd. Het bezoldigingsmaximum voor de maand juli bedraagt derhalve maximaal € 18.000 (€ 108.000*1/6 maanden). Overeenkomst van opdracht of arbeidsovereenkomst? De bezoldigingsmaxima in 2016 voor de zorg- en welzijnssector zullen opnieuw dalen. Het is op dit moment nog niet duidelijk welke invloed dit heeft op de klassenindeling. Indien de bezoldigingsafspraken vóór 1 januari 2016 overeen zijn gekomen, worden deze gedurende vier jaar gerespecteerd. Vervolgens dient de bezoldiging in drie jaar te worden afgebouwd naar het van toepassing zijnde maximum. Afhankelijk van de hoogte van het bezoldigingsmaximum voor ingehuurde topfunctionarissen, het aantal te werken uren en het bezoldigingsmaximum conform de klassenindeling kan worden overwogen om de in te huren topfunctionaris in dienst te nemen. Het overgangsrecht kan voor een topfunctionaris in dienstbetrekking immers aanzienlijk langer worden toegepast hetgeen in het voordeel kan zijn voor de topfunctionaris (en daarmee wellicht voor de continuïteit binnen uw instelling). Uiteraard brengt het aangaan van een dienstbetrekking wezenlijke aandachtspunten met zich mee.
Pagina 4
Fiscale actualiteiten zorg
augustus 2015
Aanpak van ‘schijnconstructies’ door de minister van Binnenlandse Zaken? De minister van Binnenlandse Zaken heeft laten weten dat niet alleen de wettekst van de WNT van belang is, maar dat tevens moet worden gekeken naar de geest van deze wet. De minister heeft deze uitspraak gedaan naar aanleiding van de commotie omtrent de bezoldiging van de topfunctionarissen van netbeheerder Alliander. De topfunctionarissen van Alliander staan sinds 2014 op de loonlijst bij een holdingvennootschap van Alliander in plaats van bij de netbeheerder zelf. Bij de holdingvennootschap is de WNT in principe niet van toepassing. Hierdoor kunnen de topfunctionarissen (volgens Alliander) een hogere bezoldiging ontvangen dan het geldende bezoldigingsmaximum. Volgens de minister van Binnenlandse Zaken is het juridisch bezien correct dat de topfunctionarissen van Alliander niet onder de reikwijdte van de WNT vallen. Het is echter niet in de geest van de wetgeving om op deze wijze het bezoldigingsmaximum te omzeilen. Indien een instelling probeert de werking van de WNT te beperken, dan zal de minister onderzoeken of het mogelijk is deze zogenoemde ‘schijnconstructie’ aan te pakken. Het is de vraag in hoeverre de minister succesvol zal zijn in zijn aanpak van de ‘schijnconstructies’ op het moment dat de wettekst duidelijk is en de wettekst de mogelijkheid tot een dergelijke ‘schijnconstructie’ biedt. Wij sluiten niet uit dat één en ander tot gevolg heeft dat antimisbruikbepalingen worden opgenomen in de WNT.
ANBI-status Informatieverplichting voormalige ANBI’s In onze nieuwsbrief van december 2014 hebben wij u geïnformeerd over het in werking treden van de informatieplicht van voormalige ANBI’s aan de Belastingdienst. Instellingen zijn verplicht om jaarlijks informatie te verstrekken aan de Belastingdienst indien: de ANBI-status na 31 december 2012 is ingetrokken; en het zogenoemde ANBI-vermogen aan het begin van het kalenderjaar meer dan € 25.000 bedraagt. Onder het begrip ANBI-vermogen wordt verstaan: het eigen vermogen van de instelling op het tijdstip waarop de instelling niet meer wordt aangemerkt als ANBI verminderd met de bedragen die vanaf dat tijdstip zijn besteed ter verwezenlijking van de doelstelling en de daarmee verband houdende beheerkosten. Het ANBI-vermogen en eigen vermogen zijn derhalve niet per definitie aan elkaar gelijk. De gegevens en inlichtingen over het kalenderjaar 2014 dienen vóór 1 september 2015 te worden verstrekt middels een formulier dat op de website van de Belastingdienst kan worden gedownload.
Pagina 5
Fiscale actualiteiten zorg
augustus 2015
Het niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van de informatie aan de Belastingdienst wordt aangemerkt als een overtreding. Het gevolg is dat een geldboete van maximaal € 20.250 kan worden opgelegd door de inspecteur. Voor een toelichting op de informatie die moet worden verstrekt aan de Belastingdienst verwijzen wij naar de fiscale bijlage bij onze nieuwsbrief van december 2014. U treft deze nieuwsbrief aan op onze website.
Verhuurderheffing Aangifte verhuurderheffing 2015 indienen vóór 1 oktober 2015 De verhuurderheffing wordt geheven als de instelling op 1 januari 2015 eigenaar was van meer dan tien huurwoningen in de gereguleerde sector. Onder huurwoning in de gereguleerde sector wordt verstaan: een in Nederland gelegen voor de verhuur bestemde woning; welke ingevolge artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken als één onroerende zaak wordt aangemerkt; en de huurprijs van die woningen niet hoger is dan € 710,68 (2015) per maand. De woningen dienen op 1 januari 2015 geschikt te zijn voor de verhuur. Dit betekent dat als de woning bijvoorbeeld dusdanig wordt gerenoveerd dat de woning niet geschikt was voor de verhuur op 1 januari 2015, deze woning niet meetelt voor de verhuurderheffing in 2015. Er is geen uitzondering gemaakt voor zorg gerelateerde woningen. Daarmee is de verhuurderheffing ook van belang voor de zorgsector. Onzelfstandige wooneenheden kwalificeren echter niet als huurwoning. Indien de woning onderdeel uitmaakt van een groter complex moet deze een zelfstandig gedeelte vormen om als woning te worden aangemerkt voor de verhuurderheffing. Hiervoor is bijvoorbeeld vereist dat de woning afsluitbaar is en eigen sanitaire voorzieningen heeft. Het belastbare bedrag voor de verhuurderheffing wordt berekend aan de hand van: de som van de WOZ-waarden van de huurwoningen waarvan de belastingplichtige op 1 januari 2015 het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft; verminderd met 10 keer de gemiddelde WOZ van de huurwoningen. De heffing bedraagt in 2015 0,449% van het belastbare bedrag. De aangifte verhuurderheffing moet uiterlijk 30 september 2015 elektronisch zijn ingediend. De verschuldigde verhuurderheffing moet op deze datum tevens zijn betaald aan de Belastingdienst.
Pagina 6
Fiscale actualiteiten zorg
augustus 2015
Subsidies Dien vóór 15 september a.s. om 17.00 uur uw subsidieaanvraag praktijkleren in! In 2014 is de afdrachtsvermindering onderwijs vervangen door de zogenoemde subsidieregeling praktijkleren. De subsidie wordt, in tegenstelling tot de afdrachtsvermindering, éénmaal per jaar aan het einde van het schooljaar verstrekt. De ontvangen subsidie is afhankelijk van het aantal aanvragers. De subsidie per werknemer bedraagt echter nooit meer dan € 2.700 per jaar per werknemer. Om de subsidie te ontvangen dient u vóór 15 september a.s. om 17.00 uur elektronisch een subsidieaanvraag te hebben ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Aanvragen die na dit tijdstip worden ontvangen, worden niet in behandeling genomen. Volledigheidshalve treft u onderstaand kort de voorwaarden aan voor het verkrijgen van de subsidie. Voorwaarden Uw instelling kan de subsidie aanvragen voor de volgende doelgroep: Leerlingen die een leer-werktraject volgen in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo. Het geldt alleen voor het traject dat specifiek is gericht op het behalen van een startkwalificatie op het niveau van een basisberoepsopleiding. Daarnaast moet het praktijkgedeelte minstens 640 klokuren bevatten, verdeeld over 80 dagen en hoogstens 1.280 klokuren verdeeld over 160 dagen. Deelnemers aan een beroepsbegeleidende leerweg (bbl) in het mbo waarbij de opleiding moet bestaan uit ten minste 200 onderwijsuren en 610 uren beroepspraktijkvorming per studiejaar. Om in aanmerking te komen voor de subsidie moet uw instelling ook aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden zijn: De werkgever moet zijn aangemerkt als een erkend leerbedrijf. De praktijkleerovereenkomst moet zijn opgenomen in de administratie van de salarisadministratie. De student moet een volledig onderwijsprogramma volgen voor een erkend diploma. Onder de praktijkleerovereenkomst kunnen verschillende overeenkomsten worden verstaan. Het gaat hier om overeenkomsten op basis waarvan een student zijn praktijkdeel van een opleiding verricht onder verantwoordelijkheid van een bedrijf of organisatie.
Pagina 7