Jaargang 8 Nr. 9 - nov 2011
FISC-MAIL Actualiteiten voor nieuwsgierige ondernemers
Kerkplein 5 6039 GH Stramproy Postbus 3116 6039 ZG Stramproy Tel. 0495 56 43 42 Fax. 0495 56 49 56
Inhoudsopgave IS ER LICHT AAN HET EINDE VAN DE TUNNEL?
3
WETTELIJKE GEMEENSCHAP WORDT AANGEPAST
3
3. BELASTINGDIENST TE SNEL MET AFWIJZING UITSTEL VAN BETALING
4
4.
NEDERLANDSE MKB’ER KRIJGT MOEILIJKER BANKLENING DAN GEMIDDELD IN EUROPA
4
5.
NEDERLANDS BEDRIJFSLEVEN WERELDWIJD MEEST INTEGER
5
6.
STRENGERE REGELS WANBETALERS ZORGPREMIE
5
7.
ZZP’ERS KONDIGEN TARIEFSVERHOGING AAN
5
8.
ZWANGERSCHAPSVERKLARING STRAKS NIET MEER VERPLICHT
5
9.
TOCH FISCAAL VOORDEEL VOOR ECHT SCHONE AUTO
6
10.
VEEL ONDERNEMERS OVERWEGEN ANDERE RECHTSVORM
6
11.
RISICO’S AAN FLEX-BV’S
6
1. 2.
12. REGELS SUPPLETIE BTW STRENGER IN NIEUWE BELASTINGPLAN
7
13.
AKKOORD PER E-MAIL TELDE OOK
7
14.
SPAARLOONREGELING BLIJFT OPEN TOT EINDE JAAR
8
1. IS ER LICHT AAN HET EINDE VAN DE TUNNEL? Als het aan de wetgever ligt wel. Dit in tegenstelling tot veel ondernemers die nog dagelijks geconfronteerd worden met de gevolgen van de economische crisis. Blijkbaar is men in den Haag positief gestemd en heeft men besloten de fiscale crisismaatregelen niet langer te verlengen. Hieronder volgt dan ook een opsomming van de maatregelen die per 1 januari 2012 komen te vervallen maar waarvan u dit jaar (2011) nog gebruik kunt maken. De verruimde verliesverrekening In 2011 is het voor het laatst mogelijk om verliezen van uw B.V. te verrekenen met winsten van de drie voorafgaande jaren. Dit is de zogeheten carry back of terugwenteling van verlies. Van 2012 kan een verlies nog maar verrekend worden met de winst van het jaar ervoor. Door gebruik te maken van bijvoorbeeld willekeurige afschrijving, investeringsaftrek of het vormen van een fiscaal toelaatbare voorziening is het misschien mogelijk het verlies in 2011 te optimaliseren. Zo kunt u dit verlies wellicht nog verrekenen met de positieve resultaten over 2008, 2009 en 2010. Op deze manier kunt u een liquiditeitsvoordeel behalen. Vanaf 1 januari 2012 kunt u in een verlies pas volledig verrekenen als u in een volgend jaar voldoende winst behaald. Willekeurige afschrijving Investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen mochten gedurende de jaren 2009, 2010 en 2011 (met uitzondering van onder andere gebouwen en bepaalde categorieën personenauto’s) willekeurig worden afgeschreven en wel tot een maximum van 50 procent per jaar. Zo is het dus mogelijk een bedrijfsmiddel in twee jaar tijd volledig af te schrijven waardoor de winst gedrukt wordt Met ingang van 1 januari 2012 vervalt de mogelijkheid om vervroegd af te schrijven. Hebt u investeringsplannen bekijk dan of het zinvol is de investering naar voren te halen. Let er wel op dat de maximale grens voor de investeringsaftrek niet wordt overschreden.
2.WETTELIJKE GEMEENSCHAP WORDT AANGEPAST Nadat op 7 mei 2003 het wetsvoorstel 28 867 (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) bij de Tweede Kamer werd ingediend, heeft dit wetsvoorstel een grillig vervolg gehad. Pas op 18 september 2008 werd het wetsvoorstel in de Tweede Kamer aangenomen. Daarna volgende de behandeling in de Eerste Kamer, waar het wetsvoorstel op 12 april 2011 werd aangenomen. Inmiddels heeft de minister van Justitie laten weten dat dit wetsvoorstel op 1 januari 2012 in werking treedt. Aanvankelijk was het de bedoeling de in Nederland bestaande (bijna) algehele gemeenschap van goederen te beperken. Als partijen zonder huwelijkse voorwaarden zouden gaan trouwen, zou alleen gemeenschappelijk zijn hetgeen tijdens het huwelijk werd verworven. Het vermogen van de echtelieden, dat zij zouden hebben op het moment van huwelijk en hetgeen zij tijdens het huwelijk zouden krijgen uit erfenissen, legaten, schenkingen en dergelijke zou niet in de gemeenschap van goederen vallen. Dat voornemen sneuvelde op 24 oktober 2005. Het wetsvoorstel dat tot dat moment heette: “beperking wettelijke gemeenschap van goederen” moest een andere naam krijgen want die gemeenschap zou volgens de in 2005 aangenomen wijziging niet meer beperkt worden. Sindsdien wordt wetsvoorstel 28 867, dat op 1 januari 2012 in werking treedt, aangeduid met de term “aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen”. Want de sedert 1830 bestaande (bijna) algehele gemeenschap van goederen wordt niet langer beperkt. Verandert er dan wel iets? Ja zeker. Een belangrijke wijziging is dat het tijdstop van ontbinden van de gemeenschap wijzigt. Nu is dat bij echtscheiding het geval als de echtscheidingsbeschikking in de
[email protected] www.vandongenaccountancy.nl
registers van de burgerlijke stand wordt ingeschreven. Vanaf 1 januari 2012 wordt de huwelijkse gemeenschap ontbonden op het moment waarop het echtscheidingsverzoek (en het verzoek tot scheiding van tafel en bed alsmede tot ontbinding van een geregistreerd partnerschap) wordt ingediend. Over het algemeen vinden schrijvers deze wijziging goed. Bovendien bestaat er dan niet langer een verschil tussen een afwikkeling van een verrekenbeding en die van de gemeenschap van goederen. Ook is de wijziging die in ons recht zal optreden met betrekking tot vergoedingsvorderingen belangwekkend. Als op dit moment de ene echtgenoot uit privévermogen betalingen doet aan de andere echtgenoot (bijvoorbeeld voor de aankoop van de echtelijke woning) dan ontstaat een nominaal vergoedingsrecht. Wanneer dat geld echter vanaf 1 januari 2012 wordt betaald, geldt bij het einde van het huwelijk niet langer de nominaliteitsleer, maar de beleggingsleer. Het betaalde bedrag zal dan in waarde vermeerderen (of verminderen!), als het goed waarin het is belegd in waarde vermeerdert of vermindert. Let wel: betalingen die tot 1 januari 2012 zijn gedaan, blijven onderworpen aan het nominaliteitsbeginsel. De beleggingsleer geldt alleen voor vergoedingsrechten, die vanaf die datum zijn ontstaan. Verder wijzigt de bestuursregeling over gemeenschapsgoederen. Op dit moment staat een gemeenschapsgoed onder het bestuur van de echtgenoot, van wiens zijde het in de gemeenschap is gevallen. Vanaf 1 januari 2012 is elke echtgenoot bestuursbevoegd over de niet op naam staande goederen van de gemeenschap. Goederen op naam worden, net als onder de huidige regeling, bestuurd door degene op wiens naam deze staan. En let wel: een auto is geen goed op naam. Een huis wel. Ook wijzigt de aansprakelijkheid voor gemeenschapsschulden na ontbinding van de huwelijksgemeenschap. Nu is een echtgenoot na de ontbinding voor de helft aansprakelijk voor de gemeenschapsschulden, die de andere echtgenoot is aangegaan. Die schulden kunnen ook op het privévermogen van die echtgenoot worden verhaald. Onder het nieuwe recht kan het privévermogen van een echtgenoot dat tijdens het huwelijk niet bloot
3
staat aan verhaal voor schulden, die door de andere echtgenoot zijn aangegaan, ook na de echtscheiding niet voor die schulden worden uitgewonnen. Een belangrijke beschermingsmaatregel voor echtelieden is het feit dat vanaf 1 januari 2012 een echtgenoot voor gemeenschapsschulden, die de andere echtgenoot is aangegaan, weliswaar hoofdelijk met de andere echtgenoot is verbonden, maar dat daarvoor slechts kan worden uitgewonnen, wat die echtgenoot uit hoofde van de verdeling van de gemeenschap heeft verkregen. Artikel 1:119 BW wordt afgeschaft. Daarin staat dat voor het maken of wijzigen van huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk rechterlijke goedkeuring nodig is. Vanaf 1 januari 2012 is het niet langer nodig de rechtbank om goedkeuring te vragen. Minder belangrijk is dat vanaf 1 januari 2012 de beperkte gemeenschappen van vruchten en inkomsten en van winst en verlies uit de wet verdwijnen. Op 1 september 2002 moesten de regels van het wettelijk deelgenootschap al plaats maken voor de regels verrekenbedingen. Nu verdwijnen dus ook de beperkte gemeenschappen. Daar zal niemand rouwig om zijn, want de genoemde beperkte gemeenschappen worden nauwelijks in de huwelijkse voorwaarden opgenomen. Ten slotte moeten echtgenoten vanaf 1 januari 2012 elkaar desgevraagd inlichtingen verstrekken over het door hen gevoerde bestuur en over de stand van hun goederen en schulden. Dat is op dit moment niet het geval. Deze wijziging kan in de echtscheidingpraktijk haar vruchten afwerpen. 3. BELASTINGDIENST TE SNEL MET AFWIJZING UITSTEL VAN BETALING Een belastingplichtige die bij de Nationale ombudsman een klacht heeft neergelegd over de Belastingdienst, is door de ombudsman in het gelijk gesteld. De fiscus heeft te snel beslist dat er geen sprake kon zijn van uitstel van betaling, terwijl het overleg om tot een compromis te komen nog gaande was. De belastingplichtige klaagde er over dat de Directeur Wettelijke Taken van de Belastingdienst had beslist op zijn beroepschrift tegen de afwijzende beslissing om uitstel van betaling, terwijl hij nog in overleg met de
Belastingdienst was om tot een compromis te komen. De Nationale ombudsman oordeelde dat door op het beroepschrift te beslissen alvorens het compromissoir overleg was beëindigd, de directeur niet overeenkomstig de door hem met de gemachtigde van verzoeker gemaakte afspraak handelde, namelijk het resultaat van het gesprek tussen de Belastingdienst en de gemachtigde af te wachten. Hierdoor handelde de directeur in strijd met het vereiste van rechtszekerheid. De onderzochte gedraging is op dit punt derhalve niet behoorlijk. Verder oordeelde de Nationale ombudsman dat de motivering van de uitspraak van de directeur op verzoekers beroep niet voldoet aan het motiveringsvereiste. In de uitspraak is niet gemotiveerd waarom de directeur het standpunt innam dat de geboden zekerheid – een vordering op een entiteit - niet volledig was en waarom. Verder is de directeur niet specifiek ingegaan op de in de beroepschriften opgevoerde gronden zoals onder meer het argument dat er door verzoeker inzicht is verstrekt in zijn vermogenspositie, die volgens de gemachtigde voldoende waarborgen biedt voor de betaling van de belastingschulden. Van de directeur mag worden verwacht dat hij een concrete reactie geeft op argumenten in een beroepschrift, die rechtstreeks betrekking hebben op zijn beslissing. Door dit na te laten handelde de directeur in strijd met het motiveringsvereiste. De onderzochte gedraging is op dit onderdeel evenmin behoorlijk.
4. NEDERLANDSE MKB’ER KRIJGT MOEILIJKER BANKLENING DAN GEMIDDELD IN EUROPA Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB) in Nederland krijgen moeilijker een banklening dan gemiddeld in Europa. Bijna een kwart van de Nederlandse aanvragen werd afgewezen. In 2010 werd bijna een kwart van de aanvragen voor een banklening door MKB-ondernemers in Nederland niet gehonoreerd. Dit aandeel ligt hoger dan gemiddeld in Europa. Alleen in Bulgarije, Ierland en Letland had een groter deel van de ondernemers te maken met het niet toekennen van een aanvraag voor een banklening. In Finland, Malta, Cyprus en Polen werden daarentegen slechts weinig aanvragen van bankleningen niet toegewezen. Nederlandse MKB-bedrijven zoeken in tegenstelling tot de meeste andere landen in Europa relatief vaak een financiering bij een bank. In andere Europese landen worden naast de bank, ook andere personen of instellingen gevraagd om financiering te verschaffen. Het aandeel niet-toegekende aanvragen voor een banklening is in Nederland toegenomen van 7 procent in 2007 tot 23 procent in 2010. In 18 van de 20 Europese landen is het percentage niet-toegekende aanvragen voor een banklening gestegen tussen 2007 en 2010. Bulgarije, Ierland, Letland en Litouwen noteerden de grootste stijging. Nederland volgt op plaats vijf. Finland tekende voor de kleinste mutatie gevolgd door Duitsland en België. De belangrijkste reden voor banken in Europa om een lening te weigeren waren ‘slechte kredietwaardigheid’, ‘gebrek aan eigen kapitaal’ en ‘onvoldoende onderpand’. Ook in Nederland waren dit de belangrijkste factoren. De Europese ondernemers zelf gaven aan dat de belangrijkste reden voor het niet afsluiten van een lening de hoge rentepercentages waren.
4
6. ZWANGERSCHAPSVERKLARING STRAKS NIET MEER VERPLICHT
5. NEDERLANDS BEDRIJFSLEVENWERELDWIJD MEEST INTEGER Transparency International heeft de Bribe Payers Index 2011 gepubliceerd. Uit het onderzoek onder 3.000 zakenlieden uit 28 landen komt het Nederlandse bedrijfsleven als meest integer uit de bus. ‘Een goede indicatie van de vooruitstrevende rol die het Nederlandse bedrijfsleven speelt als het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen’, aldus VNONCW. Aan de topmanagers werd de vraag gesteld hoe vaak bedrijven uit een bepaald land zich in het buitenland schuldig maken aan omkopingspraktijken. Met een score van 8.8 staat Nederland op nummer 1 (minst vaak omkopingspraktijken). De nummer 2 en 3 zijn Zwitserland en België. Het slechtst scoort het bedrijfsleven in Rusland, China en Mexico. Volgens Transparency International, de internationale organisatie die strijdt tegen corruptie, hangt de neiging tot buitenlandse omkopingspraktijken door een bedrijf sterk samen met het niveau van integriteit in het zakenleven in het land zelf. Transparency International doet een oproep aan China en Rusland om omkopings- en corruptiepraktijken met urgentie aan te pakken. Vooral ook gezien hun groeiende aandeel in internationale handel en investeringen. Omkoping komt volgens Transparency International wereldwijd het meest voor bij publieke werken en in de bouwsector.
Vanaf 1 januari 2012 hoeven werkgevers geen zwangerschapsverklaring meer op te sturen bij de aanvraag voor een WAZO–uitkering. In de Wet arbeid en zorg (WAZO) is geregeld dat vrouwen een uitkering van minimaal 16 weken krijgen tijdens en na hun zwangerschap. Is uw werknemer zwanger? Dan kan de werkgever deze WAZO-uitkering voor haar aanvragen. Op dit moment is het verplicht om met die WAZO-aanvraag een zwangerschapsverklaring mee te sturen, maar deze verplichting vervalt per 1 januari 2012. De werkgever moet vanaf 2012 bij de WAZO-aanvraag aangeven wat de vermoedelijke beval-
lingsdatum van de werknemer is.Voor de eigen administratie moet de werkgever de zwangere werknemer wel om een zwangerschapsverklaring vragen, omdat UWV die verklaring eventueel kan opvragen. De WAZO-uitkering is digitaal aan te vragen.
7. STRENGERE REGELS WANBETALERS ZORGPREMIE
8. ZZP’ERS KONDIGEN TARIEFSVERHOGING AAN
Wanbetalers van de zorgverzekeringspremie moeten er rekening mee houden dat zij hun zorgtoeslag niet meer zelf ontvangen, maar dat deze rechtstreeks wordt overgemaakt aan het College voor Zorgverzekeringen. Dat is een van de maatregelen die het kabinet aankondigt om het aantal wanbetalers terug te dringen. Dit staat in de kabinetsreactie op de evaluatie van de wanbetalerregeling. De ministerraad is daarmee op voorstel van minister Schippers (VWS) akkoord gegaan. Het kabinet wil op 3 fronten de bestaande wanbetalerregeling aanscherpen. Minder wanbetalers door meer preventie. Het kabinet onderzoekt de mogelijkheden om zorgverzekeraars te stimuleren, samen met gemeenten en schuldhulpverlening, het ontstaan van problematische schulden bij verzekerden te voorkomen en een sluitend systeem om premiebetaling af te dwingen. Het plan om de zorgtoeslag niet meer over te maken aan de wanbetaler maar direct aan het College voor Zorgverzekeringen, is daarvan een onderdeel. De uitstroom uit de regeling wordt verbeterd, door meer maatwerk door zorgverzekeraars. Het gaat dan vooral om dat deel van de wanbetalers dat minstens 6 maanden betalingsachterstand had toen de regeling werd ingevoerd in 2009.
Beduidend meer zzp’ers zien ruimte in de markt om hun tarief op te schroeven. Eén op de drie zzp’ers is zelfs van plan het komend jaar zijn tarief te verhogen. Met name zzp’ers in de communicatie- en informatiebranche (37%), de groot- en detailhandel (34%) en de zakelijke dienstverlening (32%) verhogen hun tarief. In de bouwsector heeft slechts 16% van de zzp’ers plannen om het tarief bij te stellen. Overigens is slechts 1% van de zzp’ers voornemens zijn tarieven in 2012 te verlagen. Dit blijkt uit onderzoek van het KvK Ondernemerspanel. De voorgenomen verhoging van zzp-tarieven voor 2012 volgt op een langere periode van dalende dan wel gelijkblijvende tarieven. In 2008 en 2009 berichtten de media nog over forse tariefsverlagingen bij zzp’ers. In 2010 en 2011 handhaafde een meerderheid (ruim 70%) het oude prijsniveau. Toch vond één op de tien (ruim 9%) het nog nodig de tarieven omlaag te schroeven. Het Ondernemerspanel van de Kamer van Koophandel telt bijna 10.000 leden. Zij nemen deel aan online onderzoek, onder meer over actuele onderwerpen zoals wetswijzigingen, belastingen, effecten van economische crisis en overige ondernemersvraagstukken. Het panel biedt de Kamer van Koophandel ook de kans haar producten en diensten direct af te stemmen op de behoefte van de ondernemers.
5
9. TOCH FISCAAL VOORDEEL VOOR ECHT SCHONE AUTO Superschone, volledig elektrische auto’s die geen CO2 uitstoten, behouden toch een fiscaal voordeel. Een fiscale bijtelling voor leaserijders van 7 procent op deze voertuigen is van de baan. VVD, CDA en PVV hebben hun plannen herzien om voor deze auto’s een fiscale bijtelling te rekenen, zo maakte VVD-Kamerlid Matthijs Huizing donderdag bekend. , We willen behoorlijk bestuur plegen voor mensen die op basis van verwachtingen over de fiscale bijtelling al een auto gekocht of besteld hebben’’, aldus Huizing. Het wijzigingsvoorstel op het Belastingplan van staatssecretaris Frans Weekers van Financiën betekent dat de zogenoemde plug-in hybrides die weliswaar weinig maar toch wat CO2 uitstoten, in de loop van de komende jaren een bijtelling van 7 procent krijgen. Volledig elektrische auto’s die totaal geen CO2 uitstoten krijgen een nihil bijtelling voor privégebruik door leaserijders. Auto’s die nu minder dan 50 gram CO2 per kilometer uitstoten en al op kenteken gesteld zijn, houden een nihil bijtelling tot eind 2016. VVD, PVV en CDA wilden de nihil bijtelling eerst afschaffen, maar komen daar nu van terug, na oproepen van vicepremier Maxime Verhagen en organisaties als Bovag, ANWB, RAI en milieuorganisaties. Die organisaties stuurden de Tweede Kamer deze week een brief waarin ze betoogden dat de maatregel een negatieve invloed heeft op de introductie van het elektrisch rijden. Ook prins Maurits ondertekende de brief als voorzitter van het Formule E-Team.
10. VEEL ONDERNEMERS OVERWEGEN ANDERE RECHTSVORM Een derde van alle ondernemers vraagt zich wel eens af of hij nog wel de juiste rechtsvorm heeft. Een derde van hen denkt ook daadwerkelijk binnen 3 jaar te veranderen van rechtsvorm.
Belangrijkste reden hiervoor zijn toenemende juridische risico’s en het willen afdekken daarvan, bijvoorbeeld door een eenmanszaak of vof om te zetten in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Dit blijkt uit onderzoek van de Kamer van Koophandel. Zo weinig mogelijk belasting betalen is voor startende ondernemers de belangrijkste drijfveer om te kiezen voor een bepaalde rechtsvorm voor hun bedrijf. Beperking van de aansprakelijkheid wordt als tweede genoemd. Voor bedrijven met 20 – 49 werknemers is dit zelfs de belangrijkste verklaring voor hun rechtsvormkeuze. Veel van deze ondernemers hebben vanwege toegenomen risico’s gekozen voor een bv, in plaats van eenmanszaak of vof. Het wetsvoorstel flexibilisering bv recht en de komst van de flex bv lijken op dit moment geen grote invloed te hebben op de plannen van ondernemers. De meeste ondernemers lijken onvoldoende bekend met de inhoud van de plannen voor de flex bv.
11. RISICO’S AAN FLEX-BV’S Sinds 1 juli 2011 is het een stuk eenvoudiger geworden een BV op te richten. Er is namelijk geen verklaring van geen bezwaar meer vereist bij de oprichting of statutenwijziging van een B.V. of N.V. Het schrappen van de verklaring van geen bezwaar is een eerste stap op weg naar vereenvoudiging en flexibilisering van het B.V.-recht. Het wetsvoorstel ligt nog steeds bij de Eerste Kamer. In grote lijnen houdt de vereenvoudiging en flexibilisering het volgende in. Het minimumstartkapitaal van 18.000 euro wordt afgeschaft zodat de bankverklaring straks achterwege kan blijven; De verplichte blokkeringsregeling verdwijnt, even als de bank- en accountantsverklaring bij inbreng in natura; Er komen meer mogelijkheden om in de statuten af te wijken van wettelijke bepalingen; Aandelen zonder stemrecht worden ingevoerd; Aan klassen aandelen kunnen verschil-
lende stemrechten verbonden worden; De nominale waarde van de aandelen mag in een andere valuta luiden dan de euro; De regeling voor steunverlening door de B.V. bij het verkrijgen van aandelen in haar kapitaal (2: 207c BW) komt te vervallen; De nieuwe regels bieden meer vrijheid om de prijs van de aandelen vast te stellen; Een B.V. mag een uitkering doen, mits de uitkering er niet toe leidt dat zij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. Als ingangsdatum van de flex-bv wordt genoemd 1 januari 2012 of 1 juli 2012. Of dit wordt gehaald, moet nog blijken. Vanuit de juridische hoek klinken namelijk serieuze bezwaren tegen de zogenoemde flex- bv’s. Te gemakkelijk Binnen korte tijd is de vertrouwde besloten vennootschap van gedaante veranderd, zeggen tegenstanders binnen de advocatuur en het notariaat. Zij hebben bezwaren, het zou te gemakkelijk zijn geworden om een bv op te richten. Verklaring van Geen Bezwaar Zo werd in juli dit jaar al besloten dat de Verklaring van Geen Bezwaar niet langer nodig is. Voorafgaande controle is daarmee verdwenen, in plaats daarvan zegt het ministerie van Justitie ‘doorlopende controle’ te houden. Eerder deze maand kondigden Verhagen en Opstelten bovendien aan dat de notariële oprichtingsakte binnenkort overbodig wordt voor bv’s met maar één aandeelhouder. Kort daarop zei Verhagen ook de minimumkapitaaleis van 18.000 te willen afschaffen. Waarborgen overboord Volgens Roald Subnel, advocaat bij Legal Experience in Den Bosch, zijn de belangrijkste waarborgen overboord gegaan. Subnel: “Natuurlijk, de verhalen over het startkapitaal dat een dag na oprichting alweer uit het bedrijf wordt gehaald, zijn bekend. Maar je kunt als buitenstaander op dit moment nog redelijk goed afgaan op de kapitaalbescherming, de liquiditeit en de solvabiliteit, van een bv waarmee je zaken wilt doen. Het reilt en zeilt op dit moment over het algemeen goed.” Concurrentie Volgens de advocaat zijn de bedoelingen van Verhagen en Opstelten prima, maar
6
werken de huidige plannen averechts. “Het idee was om de Nederlandse concurrentiepositie te verbeteren, te zorgen voor een aantrekkelijker ondernemersklimaat. Maar nu dreigt er inflatie van het vertrouwen in de bv. Waarom komen ze niet met een andere snelle vorm, naast de traditionele bv? In het Verenigd Koninkrijk heb je de ‘limited’ en in Frankrijk de ‘SAS’, allebei rechtsvormen met soepelere eisen. Dat werkt daar prima, en iedereen weet waar hij aan toe is als je met zo’n onderneming in zee gaat. In Nederland zijn we echter niet gewend aan een dergelijke bv.” Imago Ook zo’n afgeleide van de bv, die sneller op te richten is, zal in het begin een minder vertrouwenwekkend imago hebben. Maar dat betekent volgens de Bossche advocaat niet dat er geen vraag naar zal zijn. “Vroeger werd een nv ook minder voor vol aangezien en niet bedoeld voor serieuze ondernemers, maar dat is nu ook rechtgetrokken. Voor sommige situaties kan zo’n lichtere bv juist erg handig zijn, bijvoorbeeld in het geval van overnames. Dan is snelheid geboden, en is er toch wel sprake van extra controle op de kapitaalspositie.” Gevolgen voor mkb Met de huidige plannen vreest Subnel vooral de gevolgen voor het mkb: “Banken en wederpartijen zullen nog meer zekerheden gaan eisen. Ondernemers zullen vaker privé garant moeten staan, denk aan een pandrecht of een extra hypotheek op je huis. De grote bedrijven zullen ervan profiteren. In de bouw bijvoorbeeld zullen kleinere bedrijven zich nog eerder terugtrekken bij grote aanbestedingen door overheden. Omdat ze denken ‘al die zekerheiden wil ik niet geven. Want mocht het misgaan, dan ben ik ook huis en haard kwijt’. Dit zal het economische verkeer echt gaan raken.” Extra zekerheden vragen Omgekeerd geldt hetzelfde, zegt Subnel. “Mocht de kapitaalseis van 18.000 euro daadwerkelijk van tafel gaan, dan zou ik ook aanraden om extra zekerheden van zakenpartners te vragen. Vraag bij kleinere ondernemers een borg of hoofdelijke aansprakelijkheid. Of vraag om een concerngarantie, bijvoorbeeld in een bouwproject waarin je zaken doet met een kleine ondernemer die binnen een groep valt.”
Plannen heroverwegen Netwerk Notarissen, een samenwerkingsverband bestaande uit zo’n 600 zelfstandige notarissen, trekt aan de bel bij justitieminister Opstelten. In een brief, mede ondersteund door diverse hoogleraren en de vooraanstaande professor Martin Jan van Mourik, vragen zij de plannen te heroverwegen.
deze nieuwe boete te voorkomen.
13. AKKOORD PER E-MAIL TELDE OOK
12. REGELS SUPPLETIE BTW STRENGER IN NIEUWE BELASTINGPLAN In het Belastingplan 2012 is voorgesteld dat ondernemers vanaf 1 januari 2012 de wettelijke verplichting hebben de Belastingdienst te informeren wanneer eerder ingediende aangiften btw niet volledig of niet correct zijn. Het kan voorkomen dat een ondernemer achteraf opmerkt dat geen of te weinig btw op de aangifte is aangegeven in een aangiftetijdvak. De ondernemer kan deze fout vrijwillig verbeteren door een suppletie btw op te stellen en in te dienen bij de Belastingdienst. In de praktijk wordt dan in de meeste gevallen slechts een verzuimboete of zelfs geen boete opgelegd. Door de nieuwe wettelijke informatieverplichting in het Belastingplan 2012 zal de ondernemer na ontdekking van de, niet of te weinig aangegeven, btw op eigen initiatief een suppletie btw moeten indienen. Het niet nakomen van deze verplichting kan een boete opleveren die kan oplopen tot 100% van het niet aangegeven bedrag aan btw. Deze boete wordt geïntroduceerd naast de reeds bestaande boetes voor te late betaling of te late indiening van de aangifte btw. In de praktijk blijkt vaak dat bij het samenstellen van de jaarrekening deze onjuistheden naar voren komen. In een ministeriële regeling zal daarom nog worden opgenomen binnen welke termijn na het einde van het kalenderjaar een suppletie moet worden ingediend om
Een concurrentiebeding is pas geldig als deze schriftelijk is aanvaard door de werknemer. Aan dit schriftelijkheidsvereiste is ook voldaan als de werknemer per e-mail antwoordt dat de arbeidsovereenkomst akkoord is. Dit bleek onlangs in een zaak bij Rechtbank Dordrecht. Het ging in deze zaak om een werkgever die in onderhandeling was met een nieuwe werknemer. De conceptarbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ging over en weer per mail. Uiteindelijk schreef de werknemer in zijn e-mail ‘Zo is het akkoord wat mij betreft.’, maar nog voordat de werknemer zijn werkzaamheden begon zei hij telefonisch de arbeidsovereenkomst op. Hij had een baan gevonden bij de concurrent van de werkgever die zich vervolgens beriep op het concurrentiebeding. Bij Rechtbank Dordrecht kwam de vraag aan de orde of het concurrentiebeding wel geldig was, omdat volgens de werknemer niet was voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste. Deze eis is gesteld zodat de werknemer de consequenties van dit voor hem bezwarende beding goed moet overwegen. Volgens rechtspraak uit 2008 is het niet vereist dat de arbeidsvoorwaarden zelf zijn ondertekend en is ook niet vereist dat de akkoordverklaring uitdrukkelijk verwijst naar de aanvaarding van het beding. Het is voldoende dat de werknemer zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de arbeidsvoorwaarden waarin een concurrentiebeding is opgenomen. Als de inhoud van dat document er maar als bijlage bijzit. De rechter vond de akkoordverklaring per e-mail voldoende voor het schriftelijkheidsvereiste. Hij vergeleek dit met de situatie dat de arbeidsovereenkomst per post zou zijn ontvangen en de werknemer per brief akkoord zou hebben gegeven. Het concurrentiebeding was dus geldig.
7
te lijken, gaf Weekers toe. Maar een Kamermeerderheid van PvdA, PVV, SP en D66 ging niet in op zijn aanbod en wil de spaarloonregeling nog tot eind dit jaar openhouden, waarna er op 1 januari definitief een einde aan komt.
14. SPAARLOONREGELING BLIJFT OPEN TOT EINDE JAAR Het blijft gewoon mogelijk om nog tot eind dit jaar een spaarloon te storten en voor het opheffen van de spaarloonregeling nog snel te profiteren van het belastingvoordeel. Een meerderheid van de Kamer wil niet ingaan op de mogelijkheid die staatssecretaris Frans Weekers (Financiën) bood om de regeling per direct te stoppen. Weekers had woensdag 16 november jl. bij de behandeling van zijn Belastingplan aangegeven dat de belangstelling voor de regeling de laatste weken fors is toegenomen. Dat kost de schatkist miljoenen euro’s. Onder andere FNV-voorzitter Agnes Jongerius had begin oktober opgeroepen om nog snel gebruik te maken van de regeling en het maximum van 613 euro te storten. Het belastingvoordeel ligt dan tussen de 200 en 300 euro. In oktober nam het aantal mensen met spaarloon toe met 2 procent, maar in de eerste 11 dagen van november kwam daar nog eens 6 procent bij en dan begint het toch wel op een run
Voorwaarden Werknemers die in 2011 niet hebben meegedaan aan de spaarloon- of levensloopregeling, kunnen nog heel even profiteren van het belastingvoordeel rondom spaarloon. Wie in november of december van dit jaar nog snel even het maximale spaarloonbedrag van €613 bruto spaart, krijgt dit bedrag op 1 januari 2012 netto uitgekeerd, een voordeel van 200 tot 300 euro. Voorwaarde is dat zij heel 2011 geen gebruik hebben gemaakt van levensloopsparen of spaarloon, want er mag maar van één van de twee regelingen gebruik gemaakt worden.
Let op! Banken hebben in verband met de grote belangstelling aangegeven na 1 december geen aanvragen meer in behandeling te zullen nemen. Op grond van artikel 15, lid 1 van de Uitvoeringsregeling Werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen (URWW) mag het spaarloon door de werkgever ook in eigen beheer worden gehouden. Beheer van het spaarloon bij een externe instantie is dus niet noodzakelijk. Er moet er een reglement zijn. Mocht uw bank de aanvraag niet meer in behandeling nemen dan ligt hier wellicht nog een mogelijkheid. Overleg wel even met uw adviseur.
Het fiscale voordeel van het nu nog instappen in de spaarloonregeling is in de tabel hieronder op een rij gezet.
Belastbaar inkomen
tot 65 jaar
Voordeel
tot 18.628 33% €202,29 €18.628 - €33.436
41,95%
€257,15
€33.436 - €55.694
42%
€257,46
€55.694 of hoger 52% €318,76
Jaargang 8 Nr. 9 - 2011
Kerkplein 5 6039 GH Stramproy Postbus 3116 6039 ZG Stramproy Tel. 0495 56 43 42 Fax. 0495 56 49 56
[email protected] www.vandongenaccountany.nl Disclaimer: Bij samenstellen van deze nieuwsbrief is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. De juiste en volledigheid van de nieuwsbrief kan echter niet worden gegarandeerd. Wij accepteren dan ook geen aansprakelijkheid van schade, van welke aard ook die het directe of indirecte gevolg is van handelingen en beslissingen die gebaseerd zijn op deze nieuwsbrief.
7