Jaargang 9 Nr. 6 - 2012
Actualiteiten voor nieuwsgierige ondernemers
Kerkplein 5 6039 GH Stramproy Postbus 3116 6039 ZG Stramproy Tel. 0495 56 43 42 Fax. 0495 56 49 56
Inhoudsopgave 1.
UITSTELREGELING LOONBELASTING EN BTW IN DE MAAK
3
2. STARTENDE BEDRIJVEN CREEREN NAUWELIJKS EXTRA WERKGELEGENHEID
3
3.
3
VAR VOOR ZELFSTANDIGEN ZONDER PERSONEEL WORDT VERVANGEN DOOR WEBMODULE
4. WOON-WERKVERKEER 5.
( niet meer actueel)
NIEUWE BV-RECHT
4 5
6. BEDRIJVEN MOETEN VOORZICHTIGER ZIJN VOOR ZE ZAKENDOEN
5
7. ONDERNEMER NEEMT HOGERE BTW EERST VOOR EIGEN REKENING
6
8.
FALLISSEMENTSGOLF TREFT BOUW BRANCHEBREED
6
9.
WIJZIGINGEN IN DE WBSO VOOR 2013
6
10.
BTW-ADMINISTRATIE OP KOMST VOOR MEDICI MET GEMENGDE PRAKTIJK
6
11. BELASTINGPLAN 2013: WONINGMARKT EN HYPOTHEEKRENTEAFTREK
7
12.
WEEKERS WIL NAVORDERINGSTERMIJN FORS VERLENGEN
7
13.
BIJTELLLING PRIVEBGEBRUIK VOOR MERCEDES VITO 109D
8
14.
BIJTELLING WEGENS PRIVEGEBRUIK BESTELBUS ONTERECHT
8
15.
EEN ADRES VOOR CONTROLE BTW-INDENTIFICATIENUMMERS
8
[email protected] www.vandongenaccountancy.nl
1. UITSTELREGELING LOONBELASTING EN BTW IN DE MAAK. Er is voor kleine ondernemers een uitstelregeling in de maak voor hun afdracht loonbelasting en btw. Hierdoor krijgen kleine ondernemers wat meer lucht om liquiditeitsproblemen het hoofd te bieden. Voor een bedrag van 10.000 à 15.000 euro zal de Belastingdienst zich wat soepeler gaan opstellen, zo maakte staatssecretaris Weekers bekend in een radio-interview bij BNR. De regeling zal worden opgenomen in de belastingplannen die met Prinsjesdag bekend worden gemaakt. Dit heeft eenmalig budgettaire consequenties, aangezien de fiscus belastinggeld later binnenkrijgt. De dekking is gevonden in het bestrijden van constructies bij faillissementen, zo merkte de bewindsman op zonder hier verder in detail op in te gaan.
2. STARTENDE BEDRIJVEN CREËREN NAUWELIJKS EXTRA WERKGELEGENHEID Startende bedrijven zijn klein bij de start en dat blijft daarna meestal ook zo. De meeste startende ondernemers hebben geen personeel, ook na vijf jaar ondernemen. De werkgelegenheid die startende ondernemers voor zichzelf creëren, is in veel gevallen ook
beperkt. Bij de start werkt bijna de helft van de ondernemers (45%) parttime in het bedrijf. In de eerste jaren na de start neemt het aandeel parttime ondernemers heel langzaam af. Dit blijkt uit onderzoek van Panteia/EIM onder ondernemers die in de eerste helft van 2008 met een bedrijf zijn gestart. Bij de start had slechts 4% van deze ondernemers werknemers in dienst. In de jaren na de start stijgt het aandeel werkgevers geleidelijk naar 13% in 2012. Het aandeel ondernemers met personeel zal naar verwachting niet verder toenemen, want de meeste ondernemers die geen personeel hebben, streven daar ook voor de toekomst niet naar. Als ondernemers wel personeel hebben, is de personeelsomvang in 60% van de gevallen beperkt tot één of twee werknemers. 30% heeft inmiddels meer dan vijf werknemers in dienst. Het personeelsbestand van ondernemers met personeel kan nog groeien, want veel ondernemers die al werknemers in dienst hebben, streven er zeker naar om in de toekomst meer werknemers in dienst te nemen.De werkgelegenheid die starters creëren betreft niet zelden ‘arbeidsplaatsen naast arbeidsplaatsen’, en dan voornamelijk een baan in loondienst. Daarnaast zijn er ondernemers die naast het bedrijf overige betaalde of freelance werkzaamheden verrichten, of ook een andere onderneming leiden. Enkele maanden na de start in 2008 had een kwart van de ondernemers naast het bedrijf ook nog een baan in loondienst. Het aandeel ondernemers met ook een baan daalt kort na de start iets, maar stabiliseert daarna snel op een aandeel van een op de vijf. De werkgelegenheid die startende ondernemers voor zichzelf creëren, betreft in veel gevallen dan ook geen volledige arbeidsplaatsen. Bij de start werkt bijna de helft van de ondernemers (45%) parttime in het bedrijf. In de eerste jaren na de start neemt het aandeel
parttime ondernemers heel langzaam af. Het aandeel parttime ondernemers zou nog iets verder kunnen afnemen, want de helft van de parttime ondernemers geeft in 2012 te kennen er naar te streven om in de toekomst meer uren met het bedrijf bezig te zijn.
3. VAR VOOR ZELFSTANDIGEN ZONDER PERSONEEL WORDT VERVANGEN DOOR WEBMODULE Staatssecretaris Weekers van Financiën gaat in een brief in op de mogelijkheden voor een eenduidige definitie van zelfstandigen zonder personeel (zzp’ ers) in alle wetgeving. Het kabinet geeft hieraan invulling door de ontwikkeling van een webmodule waarbij partijen zelf de beoordeling van de arbeidsrelatie kunnen toetsen. De webmodule, die het bestaande proces van de VAR zal vervangen, biedt daarmee transparantie en zekerheid over de uitleg van de Belastingdienst van de jurisprudentie over de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Verder vindt het kabinet gewenst dat de balans tussen de verantwoordelijkheden van opdrachtgever en opdrachtnemer wordt hersteld. De opdrachtgever moet weer verantwoordelijk worden voor een juiste weergave van de feiten en omstandigheden waarop hijzelf doorslaggevende invloed heeft. Het is noodzakelijk om te waarborgen dat het onderscheid tussen ondernemer en werknemer in de praktijk op een correcte wijze tot uitdrukking komt. Daarom is er een plan van aanpak gemaakt om de
3
handhaving van de huidige VAR te versterken om zo het misbruik en onjuist gebruik daarvan terug te dringen. Het kabinet wil de webmodule plaatsen bij de Kamer van Koophandel. Hierdoor kan inschrijving in het handelsregister en invulling van de webmodule plaatsvinden bij één loket. Het streven is om de webmodule in de loop van 2013 gereed te hebben. De webmodule zal allereerst worden gebruikt als vervanging van de VAR. Deze ziet dan op fiscale- en socialezekerheidswetgeving. In de toekomst is het streven om de webmodule verder te ontwikkelen en te beoordelen of deze inzetbaar kan worden voor alle wetgeving waar de vraag speelt wie zelfstandige is. Op deze wijze wordt dan maximaal invulling gegeven aan de wens te komen tot een eenduidige en transparante uitleg van het begrip zzp’er in alle wetgeving.
Niet meer actueel. Tijdens de kabinetsformatie is besloten af te zien van het afschaffen van de onbelaste reiskostenvergoeding
4. WOON-WERKVERKEER Het ministerie van Financiën heeft 18 september j.l. drie informatiebladen gepubliceerd. Deze informatiebladen behandelen het woon-werkverkeer, de verhuurderheffing en de woningmarkt. De inhoud van de eerste (behandeling wwon-werkverkeer) willen wij u niet onthouden. Met ingang van 1 januari 2013 is de vergoeding voor woon_werkverkeer niet langer onbelast. De manier van reizen maakt daarbij niet uit. Zowel de vergoeding van bijvoorbeeld de autokilometers , de fietskilometers als de vergoeding voor het openbaar vervoer, ook van OV_abonnementen, zijn vanaf dat moment belast. Er is sprake van woon_werkverkeer wanneer: • Wordt gereisd tussen de woning en een vastgelegde werkplek; • Op regelmatige basis gereisd wordt tussen woning en werk en op die werkplek in belang rijke mate werkzaamheden worden verricht;
•
en er binnen 24 uur heen en terug wordt gereisd.
Voorbeeld 1 Yvonne reist elke werkdag met de trein van Rotterdam naar Den Haag. Zij ontvangt daarvoor een NS_trajectkaart 2e klasse met een waarde van € 1286,-. Tot 2013 kon haar werkgever deze NS kaart onbelast verstrekken. Met ingang van 2013 is Yvonne belasting verschuldigd over de NS kaart. Bij een tarief van 42% betaalt zij € 540,- belasting. Voorbeeld 2 Mesut reist elke werkdag met zijn eigen auto van Amsterdam naar Zoetermeer, enkele reisafstand 60 km. Hij ontvangt hiervoor een vergoeding van zijn werkgever van € 0,16 per km. De vergoeding bedraagt (uitgaande van 240 werkbare dagen) ongeveer € 4600,- per jaar. Tot 2013 is deze reiskostenvergoeding onbelast. Met ingang van 2013 is Mesut belasting verschuldigd over de reiskostenvergoeding van zijn woon-werkverkeer. Bij een tarief van 52% betaalt hij € 2400,belasting. De vergoeding voor zakelijke reizen blijft in 2013 onbelast. Voor deze reizen blijft het in 2013 mogelijk om 19 cent per kilometer te vergoeden of de werkelijke kosten, indien per OV wordt gereisd. Ambulante sector Mensen met een ambulante functie, bijvoorbeeld werknemers in de thuiszorg en in de bouw, werken niet op een vaste werkplek. Om werknemers met een ambulante functie tegemoet te komen is er pas sprake van woonwerkverkeer als langer dan één jaar naar dezelfde werkplek wordt gereisd. Als bijvoorbeeld een loodgieter langer dan een jaar werkzaam is op dezelfde bouwplaats, gelden alle reizen van de woning naar die bouwplaats als woonwerkverkeer. Ingeval zelfstandigen (ondernemers) een overeenkomst aangaan voor minder dan een jaar gelden de reizen, die in dat jaar van de woning naar de in de overeenkomst vastgelegde werkplek worden gemaakt, als zakelijke reis. Bij detachering van een werknemer geldt de reis naar de werkplek als zakelijke reis (en kan dus onbelast worden
vergoed) voor zover de duur van de detachering aanzienlijk korter is dan de duur van de dienstbetrekking en de duur van de detachering niet langer is dan een jaar. Als een ambulante werknemer, bijvoorbeeld een loodgieter, regelmatig naar het magazijn van zijn werkgever gaat om daar de voorraad in zijn bestelauto aan te vullen, is geen sprake van woon-werkverkeer. Indien de loodgieter daar echter verdergaande werkzaamheden verricht, bijvoorbeeld het voorbereiden van een klus, is er sprake van het in belangrijke mate verrichten van werkzaamheden, en dus van woon-werkverkeer. Auto van de zaak Met ingang van 1 januari 2013 worden de woon-werkkilometers die met een auto van de zaak worden gemaakt, aangemerkt als privékilometers en tellen dus mee voor de vraag of er aanleiding is tot bijtelling. Bij privégebruik van een auto van de zaak, vindt er een bijtelling plaats als het privégebruik meer dan 500 km per jaar is. De woon-werkverkeerkilometers die nu als zakelijke kilometers gelden, worden met ingang van 1 januari 2013 aangemerkt als privékilometers. In veel gevallen zullen auto’s die nu minder dan 500 km per jaar privé rijden en dus geen bijtelling hebben, na 1 januari 2013 wel onder de bijtelling vallen. De huidige vrijstelling van bijtelling voor auto’s die minder dan 500 km privé rijden zal daarmee in belang afnemen. De hiervoor beschreven regels rond het woonwerkverkeer voor met name de ambulante werknemers en ondernemers zijn ook van belang voor de bijtelling. Pas als er sprake is van woon-werkverkeer is sprake van privékilometers en dus mogelijk bijtelling. Er is overgangsrecht vastgesteld voor gevallen waarin vóór 25 mei 2012 een contract is aangegaan of voor auto’s die vóór die datum op de balans van de ondernemer stonden en waarvoor geen bijtelling gold omdat minder dan 500 km privé werd gereden. Hiervoor geldt voor de looptijd van het contract, maar uiterlijk tot en met 31 december 2016, een verlaagd bijtellingtarief van een kwart van de normale bijtelling. Voorwaarde is dan wel dat naast de zakelijke kilometers en de woonwerkkilometers per jaar niet meer dan
4
500 km anderszins privé wordt gereden. Wordt die grens van 500 km overschreden, dan is alsnog de volledige bijtelling van toepassing. Voor de bestelauto van de zaak waarvoor vóór 25 mei 2012 een contract is aangegaan of die vóór die datum op de balans van de ondernemer stond en waarvoor geen bijtelling gold omdat een zogenoemde “verklaring uitsluitend zakelijk gebruik” is afgegeven, is ook overgangsrecht vastgesteld. Hiervoor geldt voor de looptijd van het contract, maar uiterlijk tot en met 31 december 2016, een verlaagd bijtellingtarief van een kwart van de normale bijtelling. Voorwaarde is dan wel dat naast de zakelijke kilometers en de woon-werkkilometers per jaar niet anderszins privé wordt gereden. Indien wel anderszins privé wordt gereden, is alsnog de volledige bijtelling van toepassing. Voorbeeld Ivar rijdt een zuinige auto van de zaak (catalogusprijs € 35.000) en gebruikt deze auto voor woon-werkverkeer en zakelijk verkeer. Zijn overige privékilometers blijven onder de 500 km. Ivar voldoet aan de voorwaarden voor het overgangsrecht voor de auto van de zaak. Omdat woon-werkkilometers als privé aangemerkt worden overschrijdt Ivar hierdoor de 500km grens en is hij een bijtelling verschuldigd. Normaal gesproken bedraagt de bijtelling voor deze auto 20% van € 35.000. Tijdens de overgangsperiode bedraagt de bijtelling 25% van 20% van € 35.000 is € 1750. Bij een tarief van 42% bedraagt de te betalen belasting € 735. OV abonnement: Voor OV-abonnementen is, net als voor de auto van de zaak, overgangsrecht vastgesteld. Een OV-abonnement dat vóór 25 mei 2012 is aangeschaft en dat ook na 1 januari 2013 geldig is, en dat wordt gebruikt voor woonwerkverkeer blijft onbelast zolang het abonnement nog geldig is. PERSOONLIJKE NOOT: Naar onze mening is er weer een regeling in het leven geroepen die door uitzonderingen op de hoofdregel weer erg complex in de uitvoering gaat worden.
5. NIEUWE BV-RECHT Per 1 oktober 2012 geldt het nieuwe bv-recht. Deze wetswijziging moet ervoor zorgen dat ondernemen vanuit een bv aantrekkelijker wordt. Ook het oprichten van een bv wordt eenvoudiger. Veel ondernemers zijn nog niet bekend met de veranderingen. Dit blijkt uit onderzoek onder het ondernemerspanel van de Kamer van Koophandel. Het nieuwe bv-recht maakt het gemakkelijker om een bv op te richten. Zo is een startkapitaal van 18.000 euro niet meer nodig en vervalt de verplichte bankverklaring en accountantsverklaring. Voor (startende) ondernemers die deze 18.000 euro niet hebben, wordt de keuze voor de rechtsvorm bv nu een reële optie. De meeste ondernemers ondernemen nu vanuit de rechtsvormen eenmanszaak, vennootschap onder firma of maatschap. Ruim 30 procent van deze ondernemers zonder bv vraagt zich naar aanleiding van het nieuwe bv-recht af of men nog wel de juiste rechtsvorm heeft. Ook voor bestaande bv´s gaan er zaken veranderen. Het nieuwe bv-recht kent bijvoorbeeld een uitkeringstoets, waarbij het bestuur moet toetsen of de bv na een uitkering in staat is om opeisbare schulden te betalen. Slechts 42 procent van de ondernemers met een bv weet dat er per 1 oktober 2012 een uitkeringstoets moet worden uitgevoerd. Deze onbekendheid met de uitkeringstoets kan een verhoogd risico op aansprakelijkheid met zich meebrengen. Het nieuwe bv-recht biedt bestaande bv’s veel mogelijkheden om minder dwingende regels af te spreken. Zij moeten hiervoor echter wel hun statuten laten aanpassen. Slechts één op de vijf ondernemers met een bv, denkt gebruik te gaan maken van de mogelijkheid om de statuten aan te passen aan specifieke behoeftes of situaties. Een derde weet het nog niet.
6. BEDRIJVEN MOETEN VOORZICHTIGER ZIJN VOOR ZE ZAKENDOEN De kans op wanbetaling is sinds het begin van de crisis niet eerder zo hoog geweest. Dit maakt het voor bedrijven belangrijker om kredietinformatie aan te vragen vóórdat ze op rekening gaan leveren. De gemiddelde kredietwaardigheid van het Nederlandse bedrijfsleven daalde het eerste kwartaal van 2012 al van A naar BBB en blijft op hetzelfde niveau in het tweede kwartaal van 2012. De Nederlandse economie kan in 2012 verder groeien wanneer bedrijven de kredietwaardigheid van bedrijven beter controleren. Dat stelt Graydon. “Een deel van de verantwoordelijkheid ligt bij bedrijven zelf; zij moeten de financiële status van hun klanten en relaties tegen het licht houden nog voordat transacties worden gesloten, zodat zij de betaaltermijn en de kans op wanbetaling kennen,” verduidelijkt woordvoerder Saskia van den Boom. Omzet van bedrijven resulteert pas in winst wanneer een klant de afgenomen dienst of het product volledig heeft betaald. Als een klant zijn betalingsverplichting niet nakomt dan verdampt de omzet letterlijk. “En wanneer daarnaast overheidsinstanties en bedrijven hun rekeningen op tijd gaan betalen kan dit het bedrijfsleven miljarden opleveren. Dat geeft de Nederlandse economie een belangrijke positieve impuls.” Uit de Graydon kredietmonitor blijkt dat de volgende sectoren in het tweede kwartaal van 2012 relatief gezien de meeste bedrijven met een grote kans op wanbetaling kennen: de voedings- en genotmiddelen (negentien procent kent een hoog tot zeer hoog risico), chemie en farmacie (zestien procent kent een hoog tot zeer hoog risico) en de elektrotechniek (veertien procent kent een hoog tot zeer hoog risico).
5
7. ONDERNEMER NEEMT HOGERE BTW EERST VOOR EIGEN REKENING Ondernemers in de meeste sectoren zullen de hogere btw dit jaar nog niet volledig doorberekenen aan hun klanten. Dat blijkt uit onderzoek van ING Economisch Bureau, zo schrijft de Telegraaf. De btw voor de meeste goederen gaat per 1 oktober van 19 naar 21 procent, maar volgens ING zal de opbrengt in 2012 voor een deel uit de zak van de ondernemer komen. Vooral in de detailhandel non-food en in de bouw lijkt een volledige doorberekening uitgesloten, aldus ING. Beide sectoren hebben al last van een lage koopbereidheid en een hevige prijsconcurrentie. Als ondernemers het tarief van 21 procent directe doorberekenen, prijzen ze zich voor de korte termijn uit de markt.
8. FAILISSEMENTSGOLF TREFT BOUW BRANCHEBREED Niet alleen aannemers, maar de gehele bouwbranche, van groothandels tot stukadoors, kampt met een forse toename van het aantal faillissementen. Dit blijkt uit cijfers over de eerste acht maanden van 2012 die Faillissementsdossier.nl bekend maakte. In totaal gingen in de bouwsector in periode januari tot en met augustus 1.330 bedrijven bankroet. Dat is een stijging met maar liefst 45 procent ten opzichte van de overeenkomstige periode in 2011. Zelfstandige specialisten zoals stukadoors, loodgieters, schilders en glaszetters deelden in de malaise. Het aantal failliete bedrijven binnen deze groep steeg de eerste acht maanden met gemiddeld een kleine 50 procent. Stukadoors spanden de kroon met 129 faillissementen, ruim 55 procent meer dan vorig jaar. In de zogeheten afbouwbranche, waar stukadoors onder vallen, kijkt men daar niet van op. “Het is kommer en kwel in de afbouw. We krij-
gen dagelijks meerdere telefoontjes van leden bij wie het water tot aan de lippen staat,” zegt Frank Rohof, directeur van de Federatie van Ondernemers in het Schilders, Afwerkings- en Glaszetbedrijf (FOSAG) en de Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA). De werkgelegenheid bij afbouwbedrijven is sinds 2009 met 30 procent gekrompen. Ook groothandels en doehet-zelfzaken hebben veel last van de aanhoudende stagnatie op de woningmarkt. Het aantal failliete groothandels in bouwmaterialen steeg de eerste acht maanden met 55 procent tot 153, het aantal doe-het-zelfwinkels dat het loodje legde met ruim 50 procent tot 97. Bouwgroothandels kampen met een sterke omzetdaling. Volgens Koninklijke Hibin, de branchevereniging voor de bouwmaterialenhandel, maakt een kwart van de groothandels zich zorgen over zijn voortbestaan. Sinds juni 2009 is de werkgelegenheid bij deze bedrijven met vijftien procent gedaald. Zowel specialisten als de bouwmaterialenhandel hebben veel last van de daling van het aantal nieuwbouwwoningen. Het aantal verstrekte bouwvergunningen voor nieuwe woningen daalde volgens het CBS in de eerste helft van 2012 naar een nieuw dieptepunt van 16.906. Op het toppunt van de markt in de eerste helft van 2006 werden nog drie keer zoveel bouwvergunningen afgegeven. Het totale aantal faillissementen steeg in de periode tot en met augustus met 25 procent tot 8.205. Faillissementsdossier. nl gaat ervan uit dat Nederland dit jaar afstevent op een nieuw record.
verricht. Ondernemers verminderen eenvoudig de afdracht van loonheffing over de loonkosten. Deze wijzigingen gelden voor de WBSO-aanvragen voor het jaar 2013: De bovengrens van de 1e schijf wordt verhoogd van 110.000 naar 200.000 euro. Om dat te financieren gaat het percentage van de 1e schijf van 42% naar 38% en het percentage van de 1e schijf voor starters van 60% naar 50%. Verder blijft het percentage van de 2e schijf 14% en het plafond 14 miljoen euro. De bedragen voor de S&O-aftrek voor zelfstandigen, inclusief de extra aftrek voor zelfstandige starters, zullen worden geïndexeerd. Daarnaast wijzigt voor de WBSO het volgende: • Het S&O uurloon wordt afgerond naar boven op 1 euro. Nu is dat nog 5 euro. Achter- grond hiervan is de financiering van de verlenging van de eer- ste schijf en het in evenwicht brengen van het gebruik van de WBSO met het beschikbare budget. • Om dezelfde redenen wordt de grens voor het doen van een mededeling over de gerealiseerde uren opgetrokken van 90% naar 100%. Er moet dus altijd een mededeling worden gedaan. Door deze laatste wijziging komt de WBSO in lijn met de RDA, waar een verplichte mededeling geldt. De wijzigingen komen voort uit de dit voorjaar afgeronde evaluatie van de WBSO. Uit deze evaluatie blijkt dat het MKB door het verhogen van de bovengrens van de eerste schijf meer gestimuleerd wordt om te innoveren en door te groeien. Hogere percentages hadden een beperkter effect. Meer informatie op de website van WBSO. 10. BTW-ADMINISTRATIE OP KOMST VOOR MEDICI MET GEMENGDE PPAKTIJK
9. WIJZIGINGEN IN DE WBSO VOOR 2013 Op Prinsjesdag is het Belastingplan 2013 gepresenteerd. Hierin zijn voor de WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) een aantal wijzigingen aangekondigd. De WBSO is bedoeld voor iedere ondernemer in Nederland die R&D (onderzoek & ontwikkeling)
In de zorg wordt per 1 januari 2013 de btw-vrijstelling beperkt. Verschillende alternatieve behandelaars zullen 21% btw moeten gaan afdragen. Bovendien zullen medici met een reguliere en alternatieve praktijk een btw-administratie moeten gaan voeren. Op 1 januari 2013 wordt de btw-vrijstelling in
6
de gezondheidszorg beperkt tot (para) medici die een op dit beroep gerichte opleiding hebben voltooid. Deze opleidingen moeten voldoen aan de regels van de wet BIG. Zo wordt ook een fiscaal onderscheid gecreëerd tussen de reguliere en alternatieve gezondheidszorg.De vrijstelling eindigt voor pedagogen, osteopaten, acupuncturisten en chiropractors. Artsen en fysiotherapeuten die zowel reguliere als alternatieve behandelingen uitvoeren, dienen een btw-administratie te gaan voeren.
•
Gekoppelde spaar- en verzekeringsprodukten zijn niet langer vrijgesteld.
Huiseigenaren • De renteaftrek blijft voor bestaande leningen onveranderd. Ook verandert er niets aan spaar/ en verzekeringsproducten die gekoppeld zijn aan de lening. • Bij het oversluiten van een bestaande lening (bijv. naar een andere leningverstrekker) verandert er, als er geen extra bedrag wordt bijgeleend, niets. • Bij het ophogen van de lening, bijvoorbeeld voor een verbouwing, geldt voor het extra bedrag dat de rente alleen aftrekbaar is als de lening in maximaal 30 jaar, ten minste volgens een annuïtair schema en volledig wordt afgelost.
Huiseigenaren die verhuizen: • Bij het oversluiten van een bestaande lening verandert er in beginsel niets als de hoogte van Vanaf 1 januari 2013 moeten nieuwe de lening gelijk blijft (ook bij een leningen in maximaal 30 jaar volledig en overstap naar andere lening-ver ten minste annuïtair worden afgelost om strekkers). in aanmerking te komen voor hypotheek- • Bij het ophogen van de lening renteaftrek. De renteaftrek blijft voor geldt voor het extra bedrag, dat bestaande leningen onveranderd. de rente alleen aftrekbaar is als de lening in maximaal 30 Voor starters: jaar en ten minste volgens een • De rente is en blijft annuïtair schema en volledig aftrekbaar. Wel moet de lening wordt afgelost. in maximaal 30 jaar en ten • Dubbele hypotheekrenteaftrek minste volgens een annuïtair voor de huidige woning die te schema volledig worden afgelost. koop staat en de nieuwe woning Hieraan voldoen in het bijzonder blijft mogelijk in 2013, maar de annuïtaire en lineaire leningen. termijn van 3 jaar wordt verlaagd • Bij een aflossingsvrije lening naar 2 jaar. vervalt het recht op aftrek. Ook • Voor het nieuwe deel van de als gelijktijdig wordt gespaard lening geldt dat in 2018 de voor de (gedeeltelijke) aflossing maximale omvang van de na maximaal 30 jaar. hypotheek niet meer hoger mag • In 2018 mag de maximale zijn dan de marktwaarde van de omvang van de hypotheek woning (100%). ten opzicht van de marktwaarde van de woning (de zogenoemde Verhuurdersheffing Loan to Value (LTV)/ratio) niet Verhuurders van meer dan 10 huur hoger zijn dan de marktwaarde woningen worden belast met een verhuur van de woning. De LTV is in dat dersheffing. Het is de bedoeling dat de geval 100%. Die LTV/ratio is nu Wet verhuurderheffing in werking treedt nog 104% plus de overdrachts met ingang van 1 januari 2013. Voor het belasting. Dit percentage wordt jaar 2013 wordt een tarief voorgesteld van vanaf 2013 in zes gelijke stappen 0,0014%en met ingang van het jaar 2014 afgebouwd. een tarief van 0,231%. 11. BELASTINGPLAN 2013: WONINGMARKT EN HYPOTHEEKRENTEAFTREK.
12. WEEKERS WIL NAVORDERINGSTERMIJN FORS VERLENGEN Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft plannen om de Algemene wet inzake rijksbelastingen te wijzigen. Dat blijkt uit een nieuwsbericht van het ministerie van Financiën. Zo wil hij de navorderingstermijn fors verlengen van 5 naar 12 jaar. Ook wil hij het wijzigen van een reeds ingediende belastingaangifte vereenvoudigen en komt er sneller duidelijkheid over een belastingaanslag. 1. Wijzigen jaarlijkse belastingaangifte Het wijzigen van de jaarlijkse belastingaangifte na indiening wordt een stuk eenvoudiger. In plaats van een briefwisseling met de Belastingdienst, kan een wijziging in de toekomst met één druk op de knop via een elektronische brievenbus worden doorgegeven. Dat scheelt op jaarbasis al gauw 10 miljoen blauwe enveloppen. 2. Sneller duidelijkheid Goedwillende belastingplichtigen krijgen bovendien binnen drie maanden duidelijkheid over hun aanslag – dat is aanzienlijk sneller dan nu. 3.Verlenging navorderingstermijn Voor belastingplichtigen die de fiscus oplichten, wordt de navorderingstermijn echter fors verlengd, van 5 naar 12 jaar. Dat zijn drie van de voorstellen die onderdeel uitmaken van de Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen die staatssecretaris Wee-
7
kers van Financiën heeft aangeboden voor internetconsultatie. De komende 6 weken kunnen alle belanghebbenden de plannen van commentaar voorzien. Een aanslag na aangifte In de plannen is verder opgenomen dat de voorlopige aanslag na de aangifte verdwijnt en wordt vervangen door één aanslag, en dat doorgeven van wijzigingen op die aanslag eenvoudiger wordt. Belastingplichtigen kunnen voortaan tot anderhalf jaar na de aangifte via hun eigen belastingdomein de aanslag aanvullen, ofwel soepel herzien. Aanvullingen of kleine wijzigingen hoeven dan niet meer als bezwaar behandeld te worden, wat een hoop bureaucratische rompslomp scheelt. Iedere belastingbetaler een eigen berichtenbox De voorgestelde aanpassingen in de wet ondersteunen het streven om alle belastingbetalers een eigen berichtenbox te geven waarmee met de Belastingdienst gecommuniceerd kan worden. Daarmee verdwijnen miljoenen blauwe enveloppen, en wordt het verkeer tussen burger en Belastingdienst digitaal en een stuk informeler. Voor de toeslagen bestaat deze mogelijkheid al.
13. BIJTELLING PRIVÉGEBRUIK VOOR MERCEDES VITO 109D Tot het ondernemingsvermogen van een bloemist hoort een Mercedes Vito 190D. Deze bestelauto staat de bloemist ook voor privé-doeleinden ter beschikking. Hof Amsterdam beslist dat het autokostenforfait hier van toepassing is, omdat de Mercedes door aard en inrichting niet uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen. De bloemist heeft een eigen bloemen- en plantenzaak. Tot zijn ondernemingsvermogen behoort een Mercedes Vito 109D, een bestelauto. De auto heeft naast de bestuurdersstoel ook een passagiersstoel.
Bij zijn bezoeken aan de veiling wordt de bloemist vergezeld door zijn (levens) partner, vanwege haar kennis op het gebied van bloemen en planten. In geschil is of de Mercedes door zijn aard en inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is voor vervoer van goederen. Hof Amsterdam oordeelt dat het autokostenforfait van toepassing is op de Mercedes Vito 109D. Volgens het hof is de Mercedes namelijk niet door zijn aard en inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt voor het vervoer van goederen. Het hof overweegt daarbij dat de passagiersstoel – en daarmee het vervoer van de partner van de bloemist – niet kan worden toegerekend aan het vervoer van de bloemen en planten. Verder acht het hof van belang dat de passagiersstoel niet door vervuiling of om andere redenen niet of niet meer geschikt is voor het vervoer van personen. 14. BIJTELLING WEGENS PRIVÉGEBRUIK BESTELBUS ONTERECHT Een monteur is in dienstbetrekking werkzaam bij een installatiebedrijf. De werkgever heeft hem een bestelbus ter beschikking gesteld. Deze auto beschikt over twee stoelen in de cabine en een afgesloten laadruimte achter de stoelen. Aan de monteur is op zijn verzoek met ingang van 2006 een verklaring geen privégebruik auto afgegeven. Volgens de inspecteur heeft de monteur niet bewezen dat hij in de jaren 2007 en 2008 niet meer dan 500 privékilometers per jaar heeft gereden met de bestelauto. Hij heeft daarom een bijtelling wegens privégebruik in aanmerking genomen. Gezien de feitelijke werkzaamheden van de monteur als meewerkend voorman, de inrichting en het feitelijk gebruik van de laadruimte, cabine en imperiaal komt de Rechtbank echter tot het oordeel dat sprake is van een auto die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt blijkt te zijn voor vervoer van goederen. Zij baseert dit oordeel op een waarneming ter plaatse (wtp), ingebrachte foto’s en verklaringen van de monteur en zijn gemachtigde. De stelling van de inspecteur dat de wtp niets zegt over de situatie in 2007 en 2008, maakt het oordeel van de Rechtbank niet anders. Er is geen reden om aan te nemen dat de situatie in 2007 en/of 2008 anders was dan tijdens de wtp, mede omdat het, gezien het kenteken, dezelfde bus betreft. Ook de omstandigheid dat er een tweede stoel in de bestuurderscabine aanwezig
is, bestemd voor de bijrijder of hulp bij het laden en lossen, maakt niet dat reeds daarom geen sprake meer is van een auto die (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen, aldus de Rechtbank. Zij verwijst hierbij naar jurisprudentie en met name het arrest van de Hoge Raad van 29 mei 2009, nr. 43.602. De inspecteur heeft ten onrechte een bijtelling wegens privégebruik auto in aanmerking genomen. De naheffingsaanslagen en de beschikkingen heffingsrente alsmede de boetebeschikkingen worden vernietigd.
15. EÉN ADRES VOOR CONTROLE BTW-INDENTIFICATIENUMMER Vanaf 1 oktober is er één adres voor de controle van de geldigheid van een btw-identificatienummer, of naam adres en woonplaats: http://ec.europa.eu/taxation_ customs/vies/ De controle wordt bevestigd. Als bij een controle het eigen btw-identificatienummer wordt ingevuld, dan wordt dit nummer ook getoond op die bevestiging. Van de meeste lidstaten kunnen op deze site ook de naam- en adresgegevens van klanten worden gecontroleerd. Als dit bij een van de lidstaten niet mogelijk is, dan volstaat de bevestiging van de geldigheid van het btw-identificatienummer om aan te tonen dat de controle is uitgevoerd. Daarnaast dient vanzelfsprekend nog met andere bescheiden in de administratie de juistheid van het toepassen van het 0% tarief of de juistheid van het verleggen aan te worden getoond.
Jaargang 9 Nr. 6 - 2012
[email protected] www.vandongenaccountany.nl
Kerkplein 5 6039 GH Stramproy Postbus 3116 6039 ZG Stramproy Tel. 0495 56 43 42 Fax. 0495 56 49 56
Disclaimer: Bij samenstellen van deze nieuwsbrief is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. De juiste en volledigheid van de nieuwsbrief kan echter niet worden gegarandeerd. Wij accepteren dan ook geen aansprakelijkheid van schade, van welke aard ook die het directe of indirecte gevolg is van handelingen en beslissingen die gebaseerd zijn op deze nieuwsbrief.