Federatie Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam
Functieboek Federatie
mei 2009
Inhoud Inleiding Gefaseerde opbouw en vaststelling
3 3
Deel I Functies in het onderwijsveld 1. Toelichting 2. Omgang met afwijkingen in de benoeming 3. Selectie van functies voor het functieboek 4. Functies: Directeur DA Directeur DB Directeur DC Adjunct directeur AA Adjunct directeur AB Leraar basisonderwijs Leraar speciaal basisonderwijs Vakleraar basisonderwijs Vakleraar speciaal basisonderwijs Leraarondersteuner Onderwijsassistent Orthopedagoog/psycholoog Logopedist Administratief medewerker (3) Administratief medewerker (4) Conciërge Onderhoudsmedewerker/conciërge Deel II Functies bij de bovenschoolse organisatie 1. Inleiding 2. Selectie van functies voor het functieboek bovenschools 3. Functies: Algemeen directeur Adjunct directeur Senior beleidsmedewerker financiën en control Algemeen beleidsmedewerker Beleidsmedewerker Personeel & organisatie Personeelsconsulent Beleidsmedewerker facilitaire zaken en huisvesting Managementassistent/officemanager Medewerker secretariaat
2
5 5 6 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 37 39
42 42 44 47 49 52 54 56 58 60 63
Inleiding De samenwerkende schoolbesturen binnen de Federatie hebben besloten om samen één functieboek te maken. Het opstellen van een functieboek is een CAO-verplichting. Alle schoolbesturen dienen met ingang van 1 augustus 2008 een functieboek vastgesteld te hebben. Het functieboek van de Federatie vormt een basis: het betreft het functiebouwwerk dat in onderlinge overeenstemming is opgesteld voor het openbaar primair onderwijs in Amsterdam, geldend voor de zes besturen die van de Federatie deel uitmaken. Dit betekent niet dat dit de maximale variant is. Elk bestuur dat deel uitmaakt van de Federatie kan besluiten om voor het eigen bestuur niet in het basisboek voorkomende of nieuwe functies vast te stellen, die specifiek of wenselijk zijn voor de eigen situatie. Van deze “bestuurseigen” functies, die bijvoorbeeld in een bijlage van dit functieboek kunnen worden opgenomen, moet echter wel op voorhand worden aangenomen dat de mogelijkheden tot externe mobiliteit (d.w.z. herplaatsing in dezelfde functie bij een ander openbaar schoolbestuur binnen de Federatie) gering zullen zijn. Uiteraard is dit ook afhankelijk van de wijze waarop de federatie nu en in de toekomst om gaat / zal gaan met voorrangsbenoemingen (op basis van het huidige convenant of op basis van eigen risicodragerschap). Omgekeerd is ook niet elk bestuur gehouden om alle in dit functieboek voorkomende functies daadwerkelijk te implementeren. De in dit functieboek voorkomende functie zijn beschreven en gewaardeerd conform het functiewaarderingssysteem primair onderwijs (fuwasys-po). De functiebeschrijvingen in dit functieboek vormen slechts één onderdeel van wat er over de functies in onze basisscholen is vast te leggen en hebben vooral een rechtspositioneel karakter. Naast deze beschrijvingen is met name de wet Beroepen in het onderwijs (BIO) van toepassing, waarin het werken met bekwaamheidseisen en kwaliteitsontwikkeling (bijvoorbeeld middels een competentieprofiel) centraal staat.
Gefaseerde opbouw en vaststelling Het voorliggende deel van het functieboek betreft het zittend personeel van de scholen en de stafbureaus/bovenschoolse organisaties. Dit functieboek moet worden gezien als een eerste fase, waarbij met name de functies van zittend personeel zijn beschreven. Met name de functiemix primair onderwijs zal de komende jaren voor enige wijzigingen zorg gaan dragen. Het functieboek zal de zes verschillende GMR’en worden voorgelegd.
3
Deel I Functies in het onderwijsveld
4
1.
Toelichting
De scholen binnen de Federatie kennen thans 46 1) verschillende functies. Van de 46 functies komen er slechts 14 bij meer dan 3 verschillende schoolbesturen voor. Dit betekent dus ook dat een aantal besturen veel unieke functies kennen, die niet bij de overige partners in de Federatie voorkomen. Voor het opstellen van een gezamenlijk functieboek ligt het in de rede om uit te gaan van de functies die de schoolbesturen met elkaar delen en waarvan de functiebeloning (en daarmee ook het functieniveau) gelijk is. Overigens dekt deze “grootste gemene deler” van die bij meer dan drie besturen voorkomen, meer dan 98% van het totaal aantal formatieplaatsen af. Ten aanzien van specifieke functies wordt nog het volgende opgemerkt: -
Onderwijsassistent (schaal 4); Hoewel deze functie slechts bij de helft van het aantal besturen voorkomt, is hun aantal (120 medewerkers / 87,65 fte) dermate groot, dat opname in het functieboek in de rede ligt. Overigens is de invulling van deze functie in de praktijk uiteenlopend. Er is dan in de beschrijving ook gekozen voor zowel onderwijs- als zorgtaken. In werkelijkheid zal de functie ook zowel worden gebruikt als eindfunctie als tussenfunctie in een opleidingstraject tot leraar. Dit is echter geen belemmering voor een uniforme beschrijving.
-
Klassenassistent (schaal 3 en 4) De klassenassistent in schaal 3 is historisch gezien een functie uit het speciaal onderwijs, waar het van oorsprong vooral een verzorgende functie was, waar later op veel SOscholen onderwijstaken aan toegevoegd werden. Na de komst van de onderwijsassistent in schaal 4 in het regulier basisonderwijs is ook in het speciaal onderwijs de klassenassistent schaal 4 geïntroduceerd, waarvan op grote schaal gebruik gemaakt is. De klassenassistent in schaal 3 is dan ook buiten het bestuur waar ze nu voorkomt niet herplaatsbaar, noch in het primair, noch in het speciaal basisonderwijs. Deze functie is daarom niet in het functieboek opgenomen. Voor de klassenassistent in schaal 4 geldt dat de functiebeschrijving afdoende wordt afgedekt met die van onderwijsassistent. Overigens gaat het in beide gevallen om een zeer gering aantal medewerkers onder het zittend personeel (7 / 4,63 fte).
-
Medewerkers in een Instroom/Doorstroombaan Deze zijn niet opgenomen in het functieboek, omdat inmiddels duidelijk is dat deze gesubsidieerde arbeid in de huidige vorm zal verdwijnen. Daarnaast betreft het geen functies in de strikte zin des woords, maar werkervaringsplaatsen waarbij alleen onder supervisie mag worden gewerkt en de taakinhoud is vaak afgeleid van bestaande onderwijsondersteunende functies (conciërge, onderwijsassistent, administratief medewerker). In ieder geval wordt uitgegaan van opschorting totdat duidelijk is welke vormen van gesubsidieerde arbeid een aanstelling bij het schoolbestuur behouden.
2.
Omgang met afwijkingen in de benoeming
Een aantal besturen heeft een beperkte groep personeel, die niet in het basisfunctieboek wordt opgenomen. Hier kan als volgt mee worden omgegaan: -
De inhoud van de functie komt overeen met een in het functieboek beschreven functie, en komt dus voor onder een andere naam. Het wijzigen van de functienaam op de akte biedt hier voldoende oplossing.
1
De functies die in de administratie staan geregistreerd als “diversen” zijn hierin meegeteld als 1 functie per salarisgroep.
5
-
-
3.
De inhoud van de functie komt overeen of nagenoeg overeen, maar de bezoldiging niet, omdat de in het functieboek opgenomen functie een lagere waardering kent. Als het wenselijk is om de bestaande, individuele rechtspositie te handhaven, kan worden aangesteld met de functie als beschreven, waarbij sprake is van een persoonlijke toelage. Bij het eventueel vacant komen van de functie kan opnieuw naar de bezoldiging in het functieboek worden gekeken. De functie komt in het geheel niet voor in het functieboek. In dit geval zijn er twee opties: Er is voor nu en later sprake van een structureel gewenste functie binnen het bestuur. In dat geval kan overwogen worden om de functie alsnog te beschrijven en op te nemen in de (alleen voor het bestuur van toepassing zijnde) bijlage. Er is geen sprake van een structureel gewenste functie, maar van een aan de persoon gebonden benoeming. In dit geval is er geen reden om iets te veranderen. De functie verdwijnt vanzelf middels natuurlijk verloop. Selectie van functies voor het functieboek
Bijgevoegd bij deze notitie zijn de omschrijvingen van de functies die, op grond van de selectie, in aanmerking komen om te worden opgenomen in het gezamenlijke functieboek. Het gaat om de volgende functies: Schoolmanagement directeur DA directeur DB directeur DC adjunct-directeur AB Onderwijspersoneel leraar basisonderwijs leraar vakonderwijs Onderwijsondersteunend personeel met les- en behandeltaken leraarondersteuner onderwijsassistent) psycholoog / orthopedagoog logopedist Onderwijsondersteunend personeel zonder les- en behandeltaken administratief medewerker (4) conciërge (3) conciërge/onderhoudsmedewerker (4)
Voor de Leraar in opleiding is de functieomschrijving Leraar basisonderwijs van toepassing2. De leraar vakonderwijs is onder één functiebeschrijving opgenomen. In de praktijk zal deze veelal voor één vak zijn aangesteld (en bevoegd zijn). Te denken valt daarbij aan bewegingsonderwijs, beeldende vorming, muziek, dramatische expressie, enzovoorts.
2
Hier wordt uitsluitend de LIO-groepsleerkracht bedoeld. Voor LIO’ers vanuit het vakonderwijs, met name bewegingsonderwijs, kunnen afwijkende beschrijvingen bestaan, waarbij nog geen sprake is van onderwijsbevoegdheid.
6
Directeur DA Werkterrein:
Management -> Schoolmanagement
Activiteiten:
Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden. Coördinatie van activiteiten en processen
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair onderwijs. Het bestuur of de algemeen directeur vervult een beleidsbepalende rol, ontwikkelt de doelstellingen voor de school en vertaalt deze in afspraken en beleidskaders voor de school. De directeur voert het beleid uit en levert een bijdrage aan de meningsvorming. In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de directeur beschreven. De directeur coördineert de onderwijsprocessen in de school, draagt zorg voor de uitvoering van het onderwijsproces, is belast met het personeelsmanagement en geeft onderwijs en begeleidt leerlingen. Op de school zijn een directeur, leraren en ondersteunende personeelsleden werkzaam. Werkzaamheden 1. Coördinatie onderwijsprocessen coördineert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school; bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden (kwaliteitszorg); bewaakt de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van de school; signaleert (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering en adviseert het bestuur over te nemen maatregelen; onderhoudt de contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school; bereidt het overleg met de medezeggenschapsraad voor. 2. 3.
Uitvoering onderwijsproces levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het onderwijsbeleid van de school en adviseert het bestuur hierover; draagt zorg voor de opstelling van de begroting en het jaarverslag van de school; draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van het bestuur; beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van leerlingen; beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar hulpinstanties en specialisten.
Personeelsmanagement geeft leiding aan de medewerkers op de school; stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van medewerkers; voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers en adviseert het bestuur over te nemen rechtspositionele maatregelen; is verantwoordelijk voor de uitvoering van de personele zorg en het personeelsbeheer op de school; is verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel voor de school; adviseert het bestuur over personele vraagstukken op de school.
4.
Onderwijs en leerlingbegeleiding
7
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het coördineren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school, het opstellen van de begroting en het jaarverslag van de school, het leiding geven aan de medewerkers op de school, het geven van les en leerlingbegeleiding. Kader: de onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de specifieke beleidskaders van het bestuur. Verantwoording: aan het bestuur of de algemeen directeur over de coördinatie van de onderwijsprocessen in de school, de uitvoering van het onderwijsproces, het personeelsmanagement en de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding. Kennis -
en vaardigheden theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs; inzicht in het functioneren van de organisatie; inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de jeugdzorg afspelen; adviesvaardigheden; vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen; vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties; vaardig in het aansturen van professionals.
Contacten met ouders en medezeggenschap over te nemen of genomen beslissingen om relevante aangelegenheden met hen af te stemmen; met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld (o.a. scholen/(scholings)instellingen) over politiek - onderwijskundige ontwikkelingen om overleg te voeren en af te stemmen; met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken; met hulpverleners/specialisten (bijv. SBO/SO) over de problematiek van leerlingen om af te stemmen en tot oplossingen c.q. verbeterde didactische aanpak te komen; met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken; met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten.
8
Directeur DB Werkterrein:
Management -> Schoolmanagement
Activiteiten:
Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren Coördinatie van activiteiten en processen
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De functie kan ook voorkomen op afdelingsniveau bij een grote organisatie voor (voortgezet) speciaal onderwijs onder de benaming van bijvoorbeeld afdelingsdirecteur. Het bestuur of de algemeen directeur vervult een beleidsbepalende rol, ontwikkelt de doelstellingen voor de school en stelt de kaders voor het onderwijs- en organisatiebeleid vast. De directeur voert het beleid uit en levert een bijdrage aan de meningsvorming. In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de directeur beschreven. De directeur geeft leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, ontwikkelt het beleid van de school, verzorgt de uitvoering van het onderwijsproces en is belast met het personeelsmanagement. Op de school zijn een directeur, meerdere typen leraren en ondersteunende personeelsleden werkzaam. Werkzaamheden 1. Leiding en sturing onderwijs en organisatie van de school. organiseert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school; bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden (kwaliteitszorg); bewaakt de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van de school; organiseert passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering; neemt deel aan schooloverstijgende overlegsituaties, gericht op afstemming van onderwijs- en werkprocessen; onderhoudt de contacten met relevante scholen/instellingen gericht op afstemming van onderwijs en leerlingenzorg, o.a. in het samenwerkingsverband; onderhoudt de contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school; voert het overleg met de medezeggenschapsraad. 2.
Beleidsontwikkeling (school). vertaalt ontwikkelingen binnen de schoolorganisatie en de omgeving van de school (onderwijs, welzijn, jeugdzorg) naar beleidsvorming en uitvoeringsprogramma's voor de school; is verantwoordelijk voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van het onderwijsbeleid binnen de school; realiseert multidisciplinaire beleidsprojecten; adviseert en informeert het bestuur of de algemeen directeur over de jaarlijkse en meerjarenplannen en programma's en legt beleidsvoorstellen voor aan de algemeen directeur of het bestuur.
9
3. 4.
Uitvoering onderwijsproces. draagt zorg voor de opstelling van de begroting en het jaarverslag van de school; draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van het bestuur; beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van leerlingen; beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar hulpinstanties en specialisten. Personeelsmanagement. geeft leiding aan de medewerkers op de school; stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van medewerkers; voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers; is verantwoordelijk voor de personele zorg en het personeelsbeheer op de school; is verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel voor de school; adviseert het bestuur of de algemeen directeur over personele vraagstukken op de school; levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het personeelsbeleid van de organisatie.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het organiseren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school, het vertalen van ontwikkelingen binnen de schoolorganisatie en de omgeving van de school (onderwijs, welzijn, jeugdzorg) naar beleidsvorming en uitvoeringsprogramma's voor de school, het opstellen van de begroting en het jaarverslag van de school, het leiding geven aan de medewerkers op de school. Kader: de onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de beleidskaders van het bestuur. Verantwoording: aan het bestuur of de algemeen directeur over de leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, het ontwikkeld beleid van de school, de uitvoering van het onderwijsproces en het personeelsmanagement. Kennis -
en vaardigheden brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs; kennis van de organisatie van onderwijskundige en bedrijfsvoeringsprocessen; inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende besluitvormingscircuits; inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de jeugdzorg afspelen; inzicht in samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde werkprocessen; adviesvaardigheden; vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen; vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties; vaardig in het aansturen van professionals.
Contacten met ouders en medezeggenschap over te nemen of genomen beslissingen om relevante aangelegenheden met hen af te stemmen en/of hierover te onderhandelen; met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld (o.a. scholen/(scholings)instellingen) over politiek - onderwijskundige ontwikkelingen om af te stemmen en tot positiebepaling te komen; met vertegenwoordigers bij gemeenten over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken te komen; met hulpinstanties/specialisten over problemen om tot oplossingen of oplossingsrichtingen voor leerlingen te komen.
10
Directeur DC Werkterrein:
Management -> Schoolmanagement
Activiteiten:
Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren Coördinatie van activiteiten en processen
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een zeer grote school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs, soms met meerdere, grote locaties. Het bestuur vervult een beleidsbepalende rol, ontwikkelt de doelstellingen voor de school en stelt de kaders voor het onderwijs- en organisatiebeleid vast. De directeur vertaalt deze naar beleidskaders en inzet van middelen voor de school/c.q. de locaties. In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de directeur beschreven. De directeur geeft leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, ontwikkelt het beleid van de school en adviseert het bestuur beleidsmatig, verzorgt de uitvoering van het onderwijsproces en is belast met het personeelsmanagement. Op de school zijn een directeur, meerdere typen leraren en ondersteunende personeelsleden werkzaam. Werkzaamheden 1. Leiding en sturing onderwijs en organisatie van de school. organiseert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school; bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden (kwaliteitszorg); bewaakt de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van de school; organiseert passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering; neemt deel aan schooloverstijgende overlegsituaties, gericht op afstemming van onderwijs- en werkprocessen; onderhoudt de contacten met relevante scholen/instellingen gericht op afstemming van onderwijs en leerlingenzorg, o.a. in het samenwerkingsverband; onderhoudt de contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school; voert het overleg met de medezeggenschapsraad. 2.
Beleidsontwikkeling voor de school en beleidsadvisering bestuur. volgt en analyseert interne en externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het functioneren van de organisatie; vertaalt de door het bestuur vastgestelde strategische beleidslijnen in meerjaren onderwijsprogrammering en jaarplannen voor de school; is verantwoordelijk voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van het onderwijsbeleid binnen de school /c.q. de locaties; adviseert het bestuur over te ontwikkelen beleidsdoelen, vernieuwing van het onderwijsbeleid en de onderwijsprogrammering; adviseert het bestuur in het overleg met de gemeente over de totstandkoming van de educatieve agenda van de lokale overheid; adviseert en informeert het bestuur over de jaarlijkse en meerjarenplannen en programma’s van de school en legt beleidsvoorstellen voor aan het bestuur; realiseert schooloverstijgende multidisciplinaire meerjaren beleidsprojecten; participeert in de meningsvorming in de vergaderingen van het bestuur; neemt deel aan schooloverstijgende beleidscommissies en vertegenwoordigt het bestuur naar externe overlegpartners.
11
3. 4.
Uitvoering onderwijsproces. draagt zorg voor de opstelling van de begroting en het jaarverslag van de school; draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van het bestuur; beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van leerlingen; beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar hulpinstanties en specialisten. Personeelsmanagement. geeft leiding aan de medewerkers op de school; stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van medewerkers; voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers; is verantwoordelijk voor de personele zorg en het personeelsbeheer op de school; is verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel voor de school; adviseert het bestuur over personele vraagstukken op de school; levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het personeelsbeleid van de organisatie.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het organiseren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school, het vertalen van de door het bestuur vastgestelde strategische beleidslijnen in meerjaren onderwijsprogrammering en jaarplannen voor de school, het opstellen van de begroting en het jaarverslag van de school, het leiding geven aan de medewerkers op de school. Kader: de onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de beleidskaders van het bestuur. Verantwoording: aan het bestuur over de leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, het ontwikkeld beleid van de school en de beleidsadvisering aan het bestuur, de uitvoering van het onderwijsproces en het personeelsmanagement. Kennis -
en vaardigheden brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs; kennis van de organisatie van onderwijskundige en bedrijfsvoeringsprocessen; inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende besluitvormingscircuits; inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de jeugdzorg afspelen; inzicht in samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde werkprocessen; adviesvaardigheden; vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen; vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties; vaardig in het aansturen van professionals.
Contacten met ouders en medezeggenschap over te nemen of genomen beslissingen om relevante aangelegenheden met hen af te stemmen en/of hierover te onderhandelen; met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld (o.a. scholen/(scholings)instellingen) over politiek - onderwijskundige ontwikkelingen om af te stemmen en tot positiebepaling te komen; met vertegenwoordigers bij gemeenten over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken te komen; met hulpinstanties/specialisten over problemen om tot oplossingen of oplossingsrichtingen voor leerlingen te komen.
12
Adjunct-directeur AA Werkterrein:
Onderwijsproces -> leraren en management - > schoolmanagement
Activiteiten:
Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden Overdragen van informatie en vaardigheden
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht op een middelgrote school voor basisonderwijs. Een directeur geeft leiding aan de school. De adjunct directeur AA is in eerste instantie belast met de werkzaamheden die voortvloeien uit zijn leraarsfunctie. De adjunct directeur AA verricht daarnaast directietaken onder eindverantwoordelijkheid van de directeur en vervangt de directeur bij diens afwezigheid. De adjunct directeur geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, voert directietaken uit, levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs, levert bijdragen aan de schoolorganisatie en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1. Onderwijs en leerlingbegeleiding. bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor; geeft les aan en begeleidt leerlingen; hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de leeren opvoedingsdoelen van de school; creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen; stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaalculturele achtergronden; structureert en coördineert activiteiten van de leerlingen, organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen; kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert; speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing; registreert en evalueert ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen en stelt op basis daarvan handelingsplannen op; signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt een diagnose; begeleidt individuele leerlingen aan de hand van handelingsplannen; coördineert de leerlingenzorg voor de eigen groep; begeleidt leerlingen op basis van het zorgplan; bespreekt probleemleerlingen met de seniorleraar of intern begeleider en/of de directeur; begeleidt de lerarenondersteuner, onderwijsassistent en/of stagiaires in de eigen les/groep; bespreekt de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met ouders/verzorgers; houdt het leerlingendossier bij; geeft voorlichting aan ouders/groepen ouders en verzorgers over de situatie van het kind in het kader van het bevorderen van hun deskundigheid; neemt deel aan teamvergaderingen; organiseert overige schoolactiviteiten en voert deze uit; onderhoudt contacten met de ouderraad.
13
2.
Uitvoering van directietaken. voert in opdracht van de directeur directiewerkzaamheden uit; vervangt de directeur bij diens afwezigheid.
3.
Bijdrage onderwijsvoorbereiding en -ontwikkeling. draagt bij aan de formulering van leer- en opvoedingsdoelen van de school, in onderlinge samenhang en voor één of meerdere leerjaren; vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek; gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen en leeractiviteiten; doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma's; zet mede, in teamverband, de pedagogische koers uit, voert hierover overleg met betrokkenen en verwerkt de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten.
4.
Professionalisering. houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie; houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het geven van les en leerlingbegeleiding, het uitvoeren van de directietaken, het mede, in teamverband, uitzetten van de pedagogische koers, het voeren van overleg hierover met betrokkenen en het verwerken van de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding, de uitvoering van de directiewerkzaamheden, de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs en van de professionalisering. Kennis en vaardigheden theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en vaardigheden; kennis van de leerstof; inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school; inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(sinstanties); invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden; communicatieve vaardigheden. Contacten met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken; met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken; met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten; met collega (senior) leraren over de eigen werkzaamheden in de vorm van collegiale besprekingen/consultatie; met de directie over de begeleiding van de lerarenondersteuner en/of onderwijsassistent om tot nadere afspraken te komen.
14
Adjunct-directeur AB Werkterrein:
Management -> Schoolmanagement
Activiteiten:
Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden Overdragen van informatie en vaardigheden
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht op een grote school voor basisonderwijs of een school met meerdere locaties. Een directeur geeft leiding aan de school. De adjunct-directeur geeft mede vorm aan de inrichting, de uitvoering en de evaluatie van het primair onderwijs, geeft invulling en uitvoering aan één of meerdere toegewezen beleidsterreinen, levert een bijdrage aan de schoolorganisatie en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1. Mede vormgeving aan de inrichting, de uitvoering en de evaluatie van het primair onderwijs. treedt op als projectleider bij vernieuwingsactiviteiten; stelt een schoolplan, leerlingprognoses en een schoolgids op; stelt mede de jaarlijkse begroting, het jaarverslag en sociaal jaarverslag op; voert voortgangsgesprekken met medewerkers en adviseert de directeur over rechtspositionele maatregelen; geeft vorm aan het werkoverleg en de onderwijskundige overlegstructuur; voert de ARBO-wetgeving uit; onderhoudt contacten met ouders/verzorgers over de gang van zaken op de school. 2.
Invulling en uitvoering aan één of meerdere toegewezen beleidsterreinen (zoals onderwijs, personeel, financiën, huisvesting en/of ICT) - Onderwijs: levert een bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsbeleid van de school, draagt bij aan de formulering van leer- en opvoedingsdoelen en adviseert de directeur hierover; optimaliseert leerprocessen en werkmethoden, doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma's door bijvoorbeeld in de randvoorwaardelijke sfeer oplossingen te bieden; zet mede de pedagogische koers uit, voert hierover overleg met betrokkenen en verwerkt de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten; bewaakt examenprogramma's, programma's voor toetsing en afsluiting; faciliteert en neemt deel aan de professionaliseringactiviteiten van het onderwijsteam; verzorgt informatie en/of faciliteert de informatievoorziening binnen en buiten het afgebakende onderwijsaanbod. - Personeel: voert taaktoedeling, functieverdeling en functiedifferentiatie uit, bewaakt de taakomvang en -belasting; begeleidt sollicitatieprocedures en procedures met betrekking tot personeelszorg; begeleidt personeel en voert functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken; bewaakt de personeelszorg, werkomstandigheden, veiligheid, contact met BGZ, e.d.; doet voorstellen voor na- en omscholing. - Financiën: geeft beleidsuitgangspunten voor het formatieplan aan; beheert mede het toegekende budget, verantwoordt de personeelsadministratie; adviseert over beloningsbeleid.
15
3.
- Huisvesting: bewaakt het gebruik van het gebouw( en) en de middelen; stelt periodieke rapportages op voor een hoger echelon; verantwoordt de kwaliteit van de lokalen/huisvesting/inventaris. - ICT: faciliteert de ontwikkeling/scholing op het gebied van ICT.
Bijdrage schoolorganisatie door: neemt deel aan netwerken ten behoeve van (landelijk) aangegeven (financiële) beleids- en uitvoeringskwesties; verzorgt communicatieve zaken (intern en extern); organiseert huishoudelijke zaken; stelt kaders, richtlijnen en procedures op op het gebied van de schoolorganisatie.
4.
Professionalisering: houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie; bestudeert relevante vakliteratuur.
5.
Onderwijs en leerlingbegeleiding.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het mede opstellen van de jaarlijkse begroting, het jaarverslag en sociaal jaarverslag, het invulling en uitvoering geven aan één of meerdere toegewezen beleidsterreinen, het verzorgen van communicatieve zaken en het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van het mede vormgeven aan de inrichting, de uitvoering en de evaluatie van het primair onderwijs, van invulling en uitvoering aan één of meerdere toegewezen beleidsterreinen, van de bijdrage aan de schoolorganisatie en de professionalisering. Kennis en vaardigheden theoretische en praktische, didactische en pedagogische kennis en vaardigheden; kennis van een van de diverse deelgebieden van de beleidsterreinen binnen het primair onderwijs (o.a. onderwijs, personeel, financiën, huisvesting en/of ICT) en van relevante aanverwante beleidsterreinen; inzicht in de organisatie en werkwijze van de eigen school; inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening (instanties); invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; vaardigheid in het leiding geven aan professionals; vaardigheid in het organiseren en begeleiden van werkprocessen; vaardigheid in het onderhouden van contacten. Contacten met leraren over de uitvoering van het onderwijs om tot nadere afspraken te komen; met vertegenwoordigers van andere scholen om beleidskwesties te bespreken en (financiële) uitvoeringswensen met elkaar af te stemmen; met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken; met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten; met derden over facilitaire aangelegenheden om af te stemmen.
16
Leraar basisonderwijs Salarisschaal: LA Werkterrein:
Onderwijsproces -> Leraren
Activiteiten:
Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden Overdragen van informatie en vaardigheden
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht op een school voor basisonderwijs. De leraar geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs, levert bijdragen aan de schoolorganisatie en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1. Onderwijs en leerlingbegeleiding. bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor; geeft les aan en begeleidt leerlingen; hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de leeren opvoedingsdoelen van de school; creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen; stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaalculturele achtergronden; structureert en coördineert activiteiten van de leerlingen, organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen; kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert; speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing; registreert en evalueert ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen en stelt op basis daarvan handelingsplannen op; signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt een diagnose; begeleidt individuele leerlingen aan de hand van handelingsplannen; coördineert de leerlingenzorg voor de eigen groep; begeleidt leerlingen op basis van het zorgplan; bespreekt probleemleerlingen met de seniorleraar of intern begeleider en/of de directeur; begeleidt de lerarenondersteuner, onderwijsassistent en/of stagiaires in de eigen les/groep; bespreekt de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met ouders/verzorgers; houdt het leerlingdossier bij; geeft voorlichting aan ouders/groepen ouders en verzorgers over de situatie van het kind in het kader van het bevorderen van hun deskundigheid; neemt deel aan teamvergaderingen; organiseert overige schoolactiviteiten en voert deze uit; onderhoudt contacten met de ouderraad. 2.
Bijdrage onderwijsvoorbereiding en -ontwikkeling. draagt bij aan de formulering van leer- en opvoedingsdoelen van de school, in onderlinge samenhang en voor één of meerdere leerjaren; vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek,gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen enleeractiviteiten; doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma's; zet mede, in teamverband, de pedagogische koers uit, voert hierover overleg met betrokkenen en verwerkt de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten.
17
3.
Professionalisering. houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie; houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het geven van les en leerlingbegeleiding, het mede, in teamverband, uitzetten van de pedagogische koers, het voeren van overleg hierover met betrokkenen en het verwerken van de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding, van de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs en van de professionalisering. Kennis en vaardigheden theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en vaardigheden; kennis van de leerstof; inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school; inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(sinstanties); invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden; communicatieve vaardigheden. Contacten met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken; met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken; met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten; met collega (senior) leraren over de eigen werkzaamheden in de vorm van collegiale besprekingen/consultatie; met de directie over de begeleiding van de lerarenondersteuner en/of onderwijsassistent om tot nadere afspraken te komen.
18
Leraar SBO Salarisschaal: LB Werkterrein:
Onderwijsproces -> Leraren
Activiteiten:
Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden Overdragen van informatie en vaardigheden
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht op een school voor speciaal basisonderwijs of een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs. De school biedt opleiding en vorming aan leerlingen van 3 tot en met 12 of tot 20 jaar. Het betreft leerlingen met lichamelijke en/of verstandelijke handicaps en/of leerlingen die (zeer) moeilijk opvoedbaar zijn en/of (zeer) moeilijk kunnen leren. De school bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs of is eindonderwijs. Functies: directeur, leraren, (para)medici en overig ondersteunend personeel. De leraar SBO-SO geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1.
Onderwijs en leerlingbegeleiding. bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor; geeft les en begeleidt leerlingen in speciaal gevormde groepen op basis van groepsplannen; hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de leeren opvoedingsdoelen; creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen; ontwikkelt bij leerlingen competentie (ervaren en geloven in eigen kunnen), autonomie (ervaren en weten dat jezelf een probleem aan kunt) en relatie (weten en voelen dat je gewaardeerd wordt); stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaalculturele achtergronden; structureert en coördineert activiteiten van leerlingen en organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen; kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert; speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing; diagnosticeert en evalueert ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen, stelt complexe handelingsplannen op en bespreekt de voortgang in het begeleidingsteam; consulteert deskundigen zoals de jeugdarts, orthopedagoog, intern begeleider, logopedist, schoolmaatschappelijk werker en verwerkt hun adviezen in het handelingsplan; begeleidt de lerarenondersteuner, onderwijs- en/of klassenassistent; bespreekt de voortgang, de ontwikkeling en de gedragsproblemen van leerlingen met ouders/verzorgers en bezoekt ouders/verzorgers; houdt het leerlingdossier bij; onderhoudt contacten met de ouderraad.
19
2.
Bijdrage onderwijsvoorbereiding en -ontwikkeling. ontwikkelt een leerlijn waarin aandacht is voor de specifieke problematiek van de leerling; ontwikkelt eigen lesmateriaal; formuleert les- en opvoedingsdoelen voor de dagelijkse onderwijsuitvoering; draagt bij aan de pedagogische koers, resulterend in onderwijsprogramma's; draagt bij aan het formuleren van les- en opvoedingsdoelen; vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek,gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen en leeractiviteiten; draagt bij aan de ontwikkeling van het (meerjaren) schoolplan; houdt een werkdossier per groep bij; houdt het leerlingdossier bij; neemt deel aan teamvergaderingen; organiseert buiten- en naschoolse activiteiten; onderhoudt contacten met begeleidingsdiensten en andere betrokkenen.
3.
Professionalisering: houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie; bestudeert relevante vakliteratuur.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het geven van les en begeleiden van leerlingen in speciaal gevormde groepen op basis van groepsplannen, het bijdragen aan de pedagogische koers, resulterend in onderwijsprogramma's, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding, van de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs en van de professionalisering. Kennis en vaardigheden theoretische en praktische didactische en pedagogische kennis en vaardigheden; kennis van de leerstof en van het ontwikkelen van specifieke leerstof; inzicht in de organisatie en werkwijze van de eigen school en de basisscholen in de regio; inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(sinstanties); kennis van verschillende culturele achtergronden en vaardigheid in het omgaan met leerlingen en ouders van verschillende culturele achtergronden; invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; vaardigheid in het omgaan met gedragsproblemen; vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden; vaardig in het samenwerken met andere disciplines. Contacten met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken; met hulpverleners/specialisten over de problematiek van leerlingen om af te stemmen en tot oplossingen c.q. verbeterde didactische aanpak te komen; met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken en moeilijk bespreekbare onderwerpen ter sprake te brengen en medewerking te verwerven voor een actieve ondersteuning voor het gedrag van de leerling; met collega's, ouders/verzorgers, hulpinstanties en/of specialisten om diagnoses te bespreken en door te verwijzen; met de directie over de begeleiding van de lerarenondersteuner(s), onderwijs- en klassenassistent(en) en over de voortgang in de contacten met hulpinstanties/ hulpverleners om tot nadere afspraken te komen.
20
Vakleraar basisonderwijs Salarisschaal
: LA
Werkterrein
: Onderwijsproces >Leraren
Activiteiten
: Overdragen van informatie en vaardigheden
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen één of meer scholen voor basisonderwijs. De vakleraar begeleidt leerlingen en geeft onderwijs binnen het eigen vakgebied, levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs in het eigen vakgebied en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1.
Leerlingbegeleiding en onderwijs Bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor; Geeft les aan leerlingen binnen het eigen vakgebied; Hanteert binnen het eigen vakgebied verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten; Stimuleert en begeleidt binnen het eigen vakgebied sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaal-culturele achtergronden; Structureert en coördineert activiteiten van de leerlingen, organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen; Speelt in de les in op actuele maatschappelijke ontwikkelingen, daar waar deze het vakgebied raken; Begeleidt (individuele) leerlingen aan de hand van (vaststaande) programma’s; Stelt rapportages op over de vorderingen van de leerlingen; Woont leerlingbesprekingen bij vanuit de eigen vakinhoudelijke expertise; Neemt deel aan teamvergaderingen; Organiseert schoolactiviteiten binnen het eigen vakgebied en voert deze uit.
2.
Bijdrage aan de onderwijsvoorbereiding en –ontwikkeling Doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma’s binnen het eigen vakgebied; Voert overleg met betrokkenen over de binnen het eigen vakgebied te volgen pedagogische en didactische koers en verwerkt deze koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten.
3.
Professionalisering Houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; Neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten; Houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur.
21
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het geven van les en het verzorgen van leerlingbegeleiding binnen het eigen vakgebied, het (mede) uitzetten van de pedagogische koers binnen het eigen vakgebied, het voeren van overleg hierover en het verwerken van deze koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: met elkaar samenhangende onderwijs wet- en regelgeving, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. Verantwoording: aan de directeur van de school over de kwaliteit van de leerlingbegeleiding en het onderwijs, van de bijdrage aan de voorbereiding en de ontwikkeling van het onderwijs en van de professionalisering. Kennis en vaardigheden theoretische en praktische vakinhoudelijke didactische en pedagogische kennis en vaardigheden; kennis van de leerstof; inzicht in en kennis van de organisatie en werkwijze van de school; invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden; communicatieve vaardigheden. Contacten met leerlingen om de lesstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken; met de directie van de school over de kaders waarbinnen het vakonderwijs plaats moet vinden om tot afstemming te komen; met leerkrachten en/of ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken; met collega vakleraren over de eigen werkzaamheden in de vorm van collegiale besprekingen/consultatie.
22
Vakleraar SBO Salarisschaal
: LB
Werkterrein
: Onderwijsproces >Leraren
Activiteiten
: Overdragen van informatie en vaardigheden
Functieomschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen één of meer speciale scholen voor basisonderwijs en/of voor (voortgezet) speciaal onderwijs. De school biedt opleiding en vorming aan leerlingen van 3 tot en met 12 of tot 20 jaar. Het betreft leerlingen met lichamelijke en/of verstandelijke handicaps en/of leerlingen die (zeer) moeilijk opvoedbaar zijn en/of (zeer) moeilijk kunnen leren. De school bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs of is eindonderwijs. De vakleraar begeleidt leerlingen en geeft onderwijs binnen het eigen vakgebied, levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs in het eigen vakgebied en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1.
2.
Leerlingbegeleiding en onderwijs Bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor; Geeft les en begeleidt leerlingen binnen het eigen vakgebied, zo nodig binnen speciaal gevormde groepen en op basis van groepsplannen; Hanteert binnen het eigen vakgebied verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten; Ontwikkelt binnen het eigen vakgebied bij leerlingen competentie (ervaren en geloven in eigen kunnen), autonomie (ervaren en weten dat jezelf een probleem aankunt) en relatie (weten en voelen dat je gewaardeerd wordt); Stimuleert en begeleidt binnen het eigen vakgebied sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaal-culturele achtergronden; Structureert en coördineert activiteiten van de leerlingen, organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen; Speelt in de les in op actuele maatschappelijke ontwikkelingen en trends, daar waar deze het vakgebied raken; Diagnosticeert en evalueert binnen het eigen vakgebied ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen; Is mede verantwoordelijk voor het opstellen van (complexe) handelingsplannen en bespreekt de voortgang, de ontwikkeling en de gedragsproblemen in het begeleidingsteam; Woont leerlingbesprekingen bij vanuit de eigen vakinhoudelijke expertise; Levert een bijdrage aan het samenstellen van het leerlingdossier; Neemt deel aan teamvergaderingen; Organiseert schoolactiviteiten binnen het eigen vakgebied en voert deze uit. Bijdrage aan de onderwijsvoorbereiding en –ontwikkeling Ontwikkelt lesprogramma’s waarin aandacht is voor de specifieke problematiek van (individuele) leerlingen, ontwikkelt hiervoor eigen lesmateriaal of past bestaand lesmateriaal aan; Doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma’s binnen het eigen vakgebied; Voert overleg met betrokkenen over de binnen het eigen vakgebied te volgen pedagogische en didactische koers en verwerkt deze koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten.
23
3.
Professionalisering Houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; Neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten; Houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het geven van les en begeleiden van leerlingen binnen het eigen vakgebied, zo nodig in speciaal gevormde groepen op basis van groepsplannen, het bijdragen aan de pedagogische en didactische koers binnen het eigen vakgebied, het voeren van overleg hierover en het verwerken van deze koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: met elkaar samenhangende onderwijs wet- en regelgeving, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. Verantwoording: aan de directeur van de school over de kwaliteit van de leerlingbegeleiding en het onderwijs, van de bijdrage aan de voorbereiding en de ontwikkeling van het onderwijs en van de professionalisering. Kennis en vaardigheden theoretische en praktische vakinhoudelijke didactische en pedagogische kennis en vaardigheden; kennis van de leerstof en van het ontwikkelen van specifieke leerstof; kennis van verschillende culturele achtergronden en vaardigheid in het omgaan met leerlingen en ouders van verschillende culturele achtergronden; inzicht in en kennis van de organisatie en werkwijze van de eigen school en van de basisscholen in de regio; invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; vaardigheid in het omgaan met gedragsproblemen; vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden; vaardig in het samenwerken met andere disciplines. Contacten met leerlingen om de lesstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken; met de directie van de school over de kaders waarbinnen het vakonderwijs plaats moet vinden om tot afstemming te komen; met leerkrachten en/of ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken; met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen binnen het eigen vakgebied te bespreken en moeilijk bespreekbare onderwerpen ter sprake te brengen en medewerking te verwerven voor een actieve ondersteuning voor het gedrag van de leerling; met collega vakleraren over de eigen werkzaamheden in de vorm van collegiale besprekingen/consultatie.
24
Leraarondersteuner Salarisschaal: 7 Werkterrein:
Onderwijsproces -> Instructie en assistentie
Activiteiten:
Overdragen van informatie en vaardigheden
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De lerarenondersteuner voert ondersteunende taken in onderwijs en leerlingbegeleiding uit onder de verantwoordelijkheid van een leraar, ondersteunt de onderwijsvoorbereiding en neemt deel aan professionalisering. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning onderwijs en leerlingbegeleiding . voert mede repeterende en routinematige lestaken uit en begeleidt (groepen) leerlingen; draagt bij aan een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen; stimuleert en begeleidt mede de sociale vaardigheden van leerlingen; structureert, organiseert en plant de activiteiten van leerlingen in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen; kijkt mede na en corrigeert onderwijsactiviteiten van leerlingen; houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing en speelt er in de les op in; signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt deze aan de orde bij de leraar; begeleidt leerlingen op basis van instructie, aan de hand van handelingsplannen en zoals voorzien in het zorgplan; houdt de voortgang en ontwikkeling van leerlingen bij en bespreekt deze met de leraar; assisteert en participeert bij gesprekken van de leraar met de ouders tijdens de ouderavonden. 2.
Ondersteuning van de onderwijsvoorbereiding. bereidt mede de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor; kiest en hanteert, op aangeven van de leraar, verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten aansluitend op de leerdoelen; denkt mee over les- en opvoedingsdoelen; houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing en denkt mee over de vertaling hiervan in werkvormen en leeractiviteiten; doet voorstellen voor de aanschaf van (leer)materiaal.
3.
Professionalisering. houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zonodig uit.
25
Bevoegdheden, kader & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het bijdragen aan een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen, bij het kiezen en hanteren van verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten aansluitend op de leerdoelen, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: werkafspraken, vastgestelde opdrachten binnen het lesplan, behandel- en zorgplannen. Verantwoording: functioneel aan de leraar en hiërarchisch aan de leidinggevende over de kwaliteit van de ondersteuning van onderwijs en leerlingbegeleiding, van ondersteuning van de onderwijsvoorbereiding en van deelname aan professionalisering. Kennis -
en vaardigheden theoretische en praktische didactische en pedagogische kennis en vaardigheden; kennis van de leerstof; inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school; invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden.
Contacten met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen; met leraren over de vorm en werkwijze van de lesondersteuning en leerlingbegeleiding om deze te bespreken en de leraren te informeren over de leerresultaten en leer- en gedragsproblemen; met ouders over de ontwikkeling van de leerling tijdens ouderavonden ter assistentie van de leraar om informatie uit te wisselen; met collega lerarenondersteuners over de eigen werkzaamheden in de vorm van collegiale besprekingen/consultatie.
26
Onderwijsassistent Salarisschaal: 4 Werkterrein:
Onderwijsproces -> Instructie en assistentie
Activiteiten:
Verlenen van hand- en spandiensten Bedienen van c.q. werken met apparaten, systemen, gereedschap, instrumenten
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De onderwijsassistent ondersteunt de leraar/senior leraar bij het verrichten van eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken, levert een praktische/organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement, verzorgt op een aantal scholen individuele leerlingen en neemt deel aan professionalisering Werkzaamheden 1. Ondersteuning van de leraar/senior leraar bij het verrichten van eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken. begeleidt individuele leerlingen of kleine (sub)groepen van leerlingen die van de leraar/senior leraar instructie hebben ontvangen; begeleidt leerlingen bij de verwerving van vaardigheden, ziet toe op het handen wassen, tanden poetsen e.d.; inspireert leerlingen tot luisteren, op te ruimen, zich te concentreren, vragen te stellen, e.d.. houdt leerlingen in de gaten tijdens les, pauzes, spel en vervoer en corrigeert gedrag; helpt leerlingen bij expressie -activiteiten; assisteert bij het samenwerken van leerlingen, het groepswerk en het werken in hoeken; ziet toe op het zelfstandig werken van leerlingen; begeleidt individuele leerlingen bij niveaulezen; helpt leerlingen bij het uitdiepen van een onderwerp in het documentatiecentrum; begeleidt leerlingen met een aparte leertaak en het registreren van het ontwikkelings- en leerproces; surveilleert tijdens binnen- en buitenschoolse activiteiten en corrigeert gedrag van leerlingen; signaleert problemen en bespreekt deze met de leraar/senior leraar; helpt bij de uitvoering van handelingsplannen voor leerlingen; rapporteert (periodiek) over het waargenomen gedrag bij de leerlingen aan de leraar/senior. 2.
Praktische/organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement. richt het leslokaal in en ruimt na afloop van de lessen op; vervaardigt illustraties, e.d. voor projecten; maakt het lesmateriaal gereed; controleert de staat van les- en ontwikkelingsmateriaal en bespreekt het met de leraar; levert een bijdrage aan de administratie van leerlingprestaties en andere leerlinggegevens; vult voorraden aan; assisteert bij de organisatie van uitstapjes, vieringen, festiviteiten, e.d..
27
3.
Verzorging van individuele leerlingen Verricht verzorgende taken zoals het verschonen van onzedelijke leerlingen, het vastmaken van de veters het omkleden van de kinderen bij gymnastiek; Is behulpzaam bij hygiënische verzorging e.d.; Begeleidt leerlingen bij door de therapeut opgegeven therapeutische oefeningen.
4.
Professionalisering. houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zonodig uit.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het begeleiden van individuele leerlingen of kleine (sub)groepen van leerlingen die van de leraar/senior leraar een aparte leertaak hebben gekregen, het vervaardigen van illustraties e.d. voor projecten, het verzorgen van individuele leerlingen en het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: werkafspraken over de ondersteunende taken. Verantwoording: functioneel aan de leraar/senior leraar en hiërarchisch aan de leidinggevende over juistheid en tijdigheid van ondersteuning van de leraar/senior leraar bij het verrichten van eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken, van praktische/organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement, van de verzorging van individuele leerlingen en van deelname aan professionalisering. Kennis en vaardigheden vaktechnische kennis van eenvoudige didactische en pedagogische toepassingen (bijvoorbeeld tellen bij rekenen); bekendheid met groepsprocessen; bekendheid met hygiëne, voeding en gezondheid van kinderen; vaardigheid in het omgaan met en corrigeren van gedrag van leerlingen; vaardigheid in het organiseren van groepjes in de klassensituatie en kinderopvang; vaardigheid in het uitvoeren van praktische/organisatorische werkzaamheden. Contacten met leerlingen over hun gedrag om ze op de regels te wijzen en vragen te beantwoorden; met de leraar/senior leraar om indrukken over de ontwikkeling van de leerling tijdens de lessituatie door te geven; met andere onderwijsassistenten binnen de school om informatie uit te wisselen over het maken van afspraken voor uit te voeren gemeenschappelijke taken; met ouders over halen en brengen van leerlingen en over het gedrag van de leerling om informatie te geven.
28
Orthopedagoog/Psycholoog Salarisschaal: 11 Werkterrein:
Onderwijsproces -> Onderwijsbegeleiding
Activiteiten:
Begeleiden, verzorgen en (therapeutisch) behandelen
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen één of meer speciale scholen voor basisonderwijs of één of meer scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. De orthopedagoog neemt deel aan multidisciplinaire (bestaande uit een orthopedagoog/psycholoog en andere specialisten/deskundigen) teamvergaderingen waarin handelingsplannen, methoden en voortgang van de leerling worden besproken. Indien het een (V)SO school betreft neemt de orthopedagoog/psycholoog deel aan de wettelijk verplichte commissie van begeleiding. De orthopedagoog/psycholoog ontwikkelt het beleid met betrekking tot plaatsing van leerlingen, verricht psychodiagnostisch en orthodidactisch onderzoek gericht op een verantwoorde plaatsing van de leerlingen in de school en neemt deel aan professionalisering. Werkzaamheden 1. Beleidsontwikkeling met betrekking tot plaatsing van leerlingen. adviseert het (bovenschools) management inzake de ontwikkeling van het beleid op het vakgebied en op het gebied van leerlingenzorg; verricht onderzoeken en ontwikkelt het beleid op schoolniveau; levert bijdragen aan het ontwikkelen en actualiseren van een visie omtrent de doelstellingen en functie van dit beleid binnen de school, rekening houdend met positie, functie en doelstelling van de diverse andere disciplines binnen de school; neemt deel aan teamvergaderingen en draagt vanuit de eigen invalshoek bij aan het totstandkomen van het schoolwerkplan en de pedagogische en/of didactische aanpak van de leerlingen; brengt het eigen specialisme in in multidisciplinair verband. 2.
Psychodiagnostisch en orthodidactisch onderzoek gericht op plaatsing van leerlingen in de school. analyseert gegevens van arts en/of gegevens van toeleveringsscholen, na toestemming ouders; onderhoudt contacten met de ouders/opvoeders ter verkrijging van een persoonbeeld van de leerling, de vorderingen en gedragingen van de leerling in de thuissituatie en adviseert over de behandeling van de leerling; observeert de leerlingen individueel en in groepsverband; verricht diagnostisch onderzoek, neemt tests af en analyseert de testresultaten ten behoeve van advisering, behandeling, begeleiding; maakt verslagen van het psychologisch onderzoek ten behoeve van de bespreking met de leden van de commissie van begeleiding alsmede voor de dossiervorming van de leerling; stelt een therapeutisch plan of handelingsplan voor begeleiding van probleemleerlingen op, bespreekt dit met de leraren en overige medewerkers en ziet toe op de uitvoering ervan; voert herhalingsonderzoeken uit bij problemen of ten behoeve van plaatsing in het reguliere onderwijs, een andere niveaugroep of overgang naar het (voortgezet) speciaal onderwijs; woont leerlingbesprekingen bij, verwijst en begeleidt probleemleerlingen naar externe instellingen voor hulpverlening;
29
adviseert het onderwijsteam over individueel of groepsgerichte aanpak van de leerlingen; geeft thematische voorlichting aan leerlingen en medewerkers over bepaalde probleemsituaties.
3.
Professionalisering. houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie; houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het ontwikkelen van beleid op schoolniveau, het verrichten van diagnostisch onderzoek, afnemen van tests en het analyseren van de testresultaten ten behoeve van advisering, behandeling, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. Verantwoording: aan het management van de school over het ontwikkeld beleid met betrekking tot plaatsing van leerlingen, het psychodiagnostisch en orthodidactisch onderzoek gericht op plaatsing van leerlingen in de school en van deelname aan professionalisering. Kennis en vaardigheden brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen op) het vakgebied van orthopedagogiek/orthodidactiek en het algemene terrein van de leerlingbegeleiding; kennis van de gedragspatronen (o.a. diverse culturele achtergronden) van de leerling(en); kennis van het samenwerkingsverband, de zorgstructuur van het SBO/(V)SO en de sociale kaart in de regio; inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school; vaardigheid in het analyseren van problemen en het zoeken naar passende oplossingen; vaardigheid in het begeleiden van leerlingen; vaardigheid in het adviseren van ouders/opvoeders, het onderwijsteam en het management. Contacten met leerlingen om diagnoses te stellen; met ouders/verzorgers over de resultaten van onderzoeken, de daaruit voortvloeiende adviezen en de uitwerking ervan naar handelingsplannen, waarbij van emotionele weerstand sprake kan zijn; met het onderwijsteam over de individueel of groepsgerichte aanpak van de leerlingen om af te stemmen en hen te adviseren; met de leden van de commissie van indicatiestelling over de diagnose over de leerling om tot afspraken te komen; met vertegenwoordigers van verwijzende scholen en scholen waarnaar verwezen wordt over gegevens, na toestemming ouders, met betrekking tot de leerling om af te stemmen en te adviseren; met collegae, vakgenoten, specialisten en andere deskundigen over gedragsvraagstukken en/of de behaalde resultaten om tot evaluatie te komen.
30
Logopedist Salarisschaal: 9 Werkterrein:
Onderwijsproces -> Onderwijsbegeleiding
Activiteiten:
Overdragen van informatie en vaardigheden Begeleiden, verzorgen en (therapeutisch) behandelen
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor basisonderwijs, één of meer speciale scholen voor basisonderwijs of één of meer scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. De logopedist neemt deel aan multidisciplinaire (bestaande uit arts en andere specialisten/deskundigen) teamvergaderingen waarin handelingsplannen, methoden en voortgang van de leerling worden besproken. De logopedist draagt zorg voor het tot stand komen van de inbreng van het vak logopedie in het school-, zorg- en voorlichtingsplan van de onderwijsinstelling, verleent curatieve logopedie en neemt deel aan professionalisering. Werkzaamheden 1. Inbreng van het vak logopedie in het school-, zorg- en voorlichtingsplan van de onderwijsinstelling. voert overleg met het management van de school over het beleid ten aanzien van het eigen vakgebied; toetst school-, zorg- en voorlichtingsplannen op logopedische aspecten; draagt zorg voor preventiemaatregelen, zoals het verzorgen van voorlichting aan ouders, leerlingen en leraren en het uitvoeren van logopedische screening en onderzoek; adviseert management en leraren inzake te nemen maatregelen, te gebruiken methoden en technieken, e.d. en het begeleiden van docenten bij de toepassing; verricht mede toelatingsonderzoeken of onderzoeken op verzoek van ouders, leraren, deskundigen, e.d.; ontwerpt testen en oefenmaterialen die gericht zijn op de spraak- en taalontwikkeling van leerlingen. 2.
Curatieve logopedie. voert logopedisch onderzoek uit en stelt de diagnose; stelt het handelingsplan op en stelt dat tijdens de behandeling bij; behandelt de leerling op basis van het opgestelde handelingsplan en met behulp van de oefeningen en trainingen, zowel individueel als in groepsverband en legt de resultaten vast; instrueert de betrokken leerling over de uit te voeren oefeningen, methoden en/of het gebruik van hulpmiddelen; voert overleg met betrokkenen zoals ouders, leerlingen, andere deskundigen en leraren over de behandeling, de voortgang en de resultaten; consulteert en/of overlegt met andere deskundigen, behandelaars en begeleiders en verwijst (eventueel) door naar andere deskundigen; stelt de voorgeschreven rapportages op, de rapportages voor leerlingbesprekingen en rapporteert aan andere deskundigen; woont leerlingbesprekingen bij vanuit de eigen vakinhoudelijke expertise; neemt deel aan teamvergaderingen en woont ouderavonden bij; voert de administratie verbonden aan de eigen werkzaamheden.
31
3.
Professionalisering. houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie; participeert in kwaliteitskringen om te komen tot intercollegiale toetsing; houdt zich op de hoogte van ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het toetsen van school-, zorg- en voorlichtingsplannen op logopedische aspecten, het uitvoeren van logopedisch onderzoek en het stellen van de diagnose, het participeren in kwaliteitskringen om te komen tot intercollegiale toetsing. Kader: beleidslijnen van de directie, regels van de beroepscode voor logopedisten (BIG); Verantwoording: functioneel in het multidisciplinaire team en hiërarchisch aan de leidinggevende over de kwaliteit van de inbreng van het vak logopedie in het school-, zorg- en voorlichtingsplan van de onderwijsinstelling, van de verleende curatieve logopedie en van deelname aan professionalisering. Kennis -
en vaardigheden theoretische kennis en praktijkkennis op het vakgebied van logopedie; kennis van didactische methoden en technieken en vaardigheid in de toepassing ervan; inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school; vaardigheid in het opzetten en aanpassen van handelingsplannen; vaardigheid in het ontwikkelen en samenstellen van oefenmateriaal; vaardigheid in het hanteren van de betreffende instrumenten.
Contacten met leidinggevenden, de orthopedagoog/psycholoog en andere specialisten/deskundigen en leraren over behandelmethodes, behandeling, e.d. om informatie uit te wisselen en tot afstemming te komen; met leerlingen in het kader van de begeleiding om te instrueren, te motiveren en te stimuleren; met ouders om hen te informeren en de voortgang te bespreken; met andere deskundigen om hen te consulteren, kennis uit te wisselen, door te verwijzen en af te stemmen.
32
Administratief medewerker Salarisschaal: 3 Werkterrein:
Bedrijfsvoering - Managementondersteuning
Activiteiten:
Bewerken van gegevens
Functiebeschrijvingen Context De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een onderwijsinstelling voor primair (en speciaal) basisonderwijs. De administratief medewerker verricht typewerkzaamheden en overige administratief ondersteunende werkzaamheden, financieel administratieve werkzaamheden en werkzaamheden ten behoeve van de leerlingenadministratie Resultaatgebieden 1. Typewerkzaamheden en overige administratieve ondersteuning typt aangeleverde (handgeschreven) conceptteksten en notulen uit; vergelijkt het geproduceerde tekstmateriaal met de inhoud en indeling van de originele conceptteksten; legt de verwerkte teksten en notulen ter controle voor en brengt waar nodig wijzigingen en verbeteringen aan; behandelt ingekomen en uitgaande post volgens voorgeschreven, strikte richtlijnen; verzamelt en verzendt vergaderstukken en regelt vergaderruimte; legt volgens aanwijzing naar onderwerp of project werkdossiers aan en houdt werkdossiers (verslagen, brieven, e.d.) bij; verwerkt op aanwijzing administratieve gegevens op formulieren en in diverse overzichten; verwerkt/muteert diverse soorten van gegevens in de leerlingenadministratie. 2. 3.
Financieel administratieve werkzaamheden voert volgens aanwijzing administratieve gegevens in in diverse (cijfermatige) overzichten, tabellen, schema’s en grafieken; boekt volgens aanwijzing facturen in en zorgt voor verzending naar het administratiekantoor. Werkzaamheden ten behoeve van de leerlingenadministratie Voert volgens aanwijzing leerlingengegevens in in de leerlingenadministratie en verwerkt de mutaties.
Bevoegdheden, kader & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het uittypen van conceptteksten en notulen, het invoeren van administratieve gegevens in diverse overzichten, tabellen, schema’s en grafieken, het invoeren van de leerlingengegevens in de leerlingenadministratie en het verwerken van de mutaties. Kader: werkafspraken en administratieve voorschriften. Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid, juistheid en zorgvuldigheid van de typewerkzaamheden en overige administratieve ondersteuning, de financieel administratieve werkzaamheden en de werkzaamheden ten behoeve van de leerlingenadministratie.
33
Kennis -
en vaardigheden vaktechnische kennis van administratieve voorschriften en procedures; kennis van de Nederlandse spelling en grammatica; kennis van de interne administratieve en procedurele uitvoeringsvoorschriften; inzicht in de mogelijkheden van tekstverwerkingsprogramma’s; inzicht in de organisatie en werkwijze van de school; vaardigheid in het uitwerken en opmaken van tekstmateriaal, overzichten, tabellen, schema's, grafieken, e.d. vaardigheid in het gebruik van computers, fax- en kopieerapparatuur.
Contacten met medewerkers binnen de school om gegevens te vragen en om gestelde vragen te kunnen beantwoorden; met medewerkers over het aangeleverde/geproduceerde materiaal om informatie uit te wisselen.
34
Administratief medewerker Salarisschaal: 4 Werkterrein:
Bedrijfsvoering - Managementondersteuning
Activiteiten:
Bewerken van gegevens
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een onderwijsinstelling voor primair onderwijs of binnen een school voor primair onderwijs. De administratief medewerker verricht administratief ondersteunende werkzaamheden, financieel/cijfermatige werkzaamheden en balie- en loketactiviteiten. Resultaatgebieden 1. Administratieve ondersteuning behandelt ingekomen en uitgaande post; bereidt vergaderingen en besprekingen administratief voor (verzamelt en verzendt vergaderstukken en regelt vergaderruimte); doet op basis van inhoudelijke aanwijzingen schriftelijke mededelingen en/of vraagt informatie op; typt en werkt aangeleverde (handgeschreven en/of onvolledige) conceptteksten uit en controleert daarbij de lay-out en het taalgebruik; notuleert vergaderingen en werkt de notulen uit; legt naar onderwerp of project werkdossiers aan en houdt werkdossiers (verslagen, brieven, e.d.) bij; verwerkt op aanwijzing administratieve gegevens op formulieren en in diverse overzichten. verwerkt/muteert diverse soorten van gegevens in de leerlingenadministratie. 2.
Financieel/cijfermatige werkzaamheden stelt cijferoverzichten ten behoeve van statistische bewerkingen op; beheer het NAW-bestand van debiteuren en crediteuren; bereidt documenten die door het administratiekantoor moeten worden verwerkt voor.
3.
Balie- en loketactiviteiten verstrekt mondeling (telefonisch) inlichtingen aan ouders/verzorgers en leraren over algemene administratieve aangelegenheden; verstrekt informatie aan ouders/verzorgers en leerlingen over administratieve regelingen.
Bevoegdheden, kader & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het behandelen van ingekomen en uitgaande post, het opstellen van cijferoverzichten ten behoeve van statistische bewerkingen, het verstrekken van mondelinge (telefonisch) inlichtingen aan ouders/verzorgers en leraren over algemene administratieve aangelegenheden; Kader: werkafspraken en administratieve voorschriften; Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid, juistheid en zorgvuldigheid van de administratief ondersteunende werkzaamheden, van financieel/cijfermatige werkzaamheden en van balie- en loketactiviteiten.
35
Kennis -
en vaardigheden vaktechnische kennis van administratieve voorschriften en procedures; kennis van de Nederlandse spelling en grammatica; kennis van de interne administratieve en procedurele uitvoeringsvoorschriften; inzicht in de mogelijkheden van tekstverwerkingsprogramma’s; inzicht in de organisatie en werkwijze van de school; vaardigheid in het uitwerken en opmaken van tekstmateriaal, overzichten, tabellen, schema's, grafieken, e.d.; vaardigheid in het (telefonisch) te woord staan van derden.
Contacten met medewerkers van de school om gegevens te vragen en om gestelde vragen te kunnen beantwoorden; met medewerkers over het aangeleverde/geproduceerde materiaal om informatie uit te wisselen. met ouders/verzorgers en leerlingen om informatie te verstrekken
36
Conciërge Salarisschaal: 3 Werkterrein:
Bedrijfsvoering -> Facilitaire Zaken
Activiteiten:
Verlenen van hand- en spandiensten Beheren/beveiligen van goederen, gebouwen en personen
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair onderwijs. De conciërge verricht onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouwen, terreinen en inventaris, verricht ondersteunende werkzaamheden en verricht werkzaamheden op het gebied van leerlingzaken. Werkzaamheden 1. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouwen, terreinen en inventaris, rekening houdend met (technische) onderhoudsvoorschriften en -afspraken. signaleert (ver)storingen; verhelpt eenvoudige gebreken; neemt, hoort klachten van technische aard aan; geeft klachten van technische aard door of meldt (ad hoc) situaties (bijv. tijdens controle rondes); legt administratieve gegevens samenhangend met de te verrichten technische taken vast; verstrekt informatie aan personeelsleden over doel, doorlooptijden e.d. van werkzaamheden. 2.
Ondersteunende werkzaamheden. beheert audiovisueel materia al en zet dit klaar; beheert het magazijn en bestelt food, schoonmaakartikelen en kantoorartikelen; maakt kopieën; zet koffie en thee; verricht eenvoudige schoonmaakwerkzaamheden.
3.
Werkzaamheden op het gebied van leerlingzaken. roept leerlingen tot de orde tijdens pauzes e.d.of attendeert de leraar op ordeproblemen conform interne gedragsregels; neemt meldingen van ziekte, te laat komen e.d. aan; ziet toe op strafmaatregelen waarvoor de conciërge wordt ingeschakeld.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het verhelpen van eenvoudige gebreken, het magazijnbeheer en het attenderen van de leraar op ordeproblemen. Kader: regels en werkafspraken, veiligheids- en inspectievoorschriften en technische voorschriften. Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid, juistheid en volledigheid van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouwen, terreinen en inventaris, van ondersteunende werkzaamheden en van werkzaamheden op het gebied van leerlingzaken.
37
Kennis en vaardigheden praktisch gerichte kennis in het omgaan met apparaten en de toepassingsmogelijkheden ervan; inzicht in de organisatie en werkwijze van de school; vaardigheid in het oplossen van problemen bij klachten, storingen en onderhoud; vaardigheid in de omgang met leerlingen bij ordeverstoringen passend binnen de daartoe gemaakte afspraken en schoolregels. Contacten met melders van klachten en/of gebruikers van het gebouw(en) om informatie in te winnen bij het traceren en dienstverlenend te zijn bij het verhelpen van storingen en gebreken aan gebouwen en inventaris; met personeelsleden over de uitvoering van werkzaamheden om feitelijke informatie te verstrekken; met leerlingen over hun gedrag om hen tot de orde te roepen
38
Onderhoudsmedewerker/Conciërge Salarisschaal: 4 Werkterrein:
Bedrijfsvoering - Facilitaire Zaken
Activiteiten:
Verlenen van hand- en spandiensten Bedienen van c.q. werken met apparaten, systemen, gereedschap, instrumenten
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De onderhoudsmedewerker/conciërge verricht onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouw(en), terreinen, installaties, apparatuur en inventaris van de onderwijsinstelling, verricht conciërgetaken op school en treedt op bij conflicterend gedrag van leerlingen. De onderhoudsmedewerker/conciërge verricht werkzaamheden op verschillende locaties. Resultaatgebieden 1. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouw(en), terreinen, installaties, apparatuur en inventaris. controleert periodiek gebouw(en) en inventaris; spoort storingen in installaties en apparatuur op en heft deze op; schakelt zo nodig derden in voor het opheffen van storingen, houdt toezicht op de door hen verrichte reparaties c.q. gepleegd onderhoud; doet voorstellen met betrekking tot de vervanging van apparatuur en installaties; repareert vernielingen of draagt oplossingen aan voor aangebrachte vernielingen; verricht eenvoudige timmer- en schilderwerkzaamheden; plaatst c.q. verplaatst tussenwanden en dergelijke; legt elektrische leidingen om, legt extra stopcontacten aan e.d.; legt administratieve gegevens, samenhangend met de te verrichten technische taken, vast; verstrekt informatie aan personeelsleden over doel, doorlooptijden e.d. van werkzaamheden. 2.
Conciërgetaken op school. verricht receptietaken als telefoonbediening, waaronder het verstrekken van eenvoudige informatie, ontvangen en doorverwijzen van bezoekers en het vastleggen van afspraken; neemt meldingen van ziekte van leerlingen aan, noteert absenten, te laat komen e.d.; voert inkoopopdrachten uit; haalt post op en brengt deze weg; kopieert lesmateriaal; signaleert schoon te maken onderdelen; stuurt schoonmaakmedewerkers aan; begeleidt facilitair medewerkers; houdt toezicht op de toegankelijkheid van vluchtwegen en kluisjes en op het vrijhouden van vluchtwegen; houdt toezicht op de beveiliging binnen en buiten het gebouw (of de gebouwen). verleent hulp bij calamiteiten, EHBO, BHV; ondersteunt ouderavonden, e.d.
39
3.
Optreden bij conflicterend gedrag van leerlingen. grijpt in bij conflictsituaties tussen leerlingen conform vooraf gemaakte afspraken; bespreekt ongewenst gedrag van leerlingen met de leidinggevende; begeleidt geschorste leerlingen; ziet toe op de uitvoering van strafmaatregelen waarvoor de conciërge wordt ingeschakeld.
Bevoegdheden, kader & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het opsporen van storingen in installaties en apparatuur en het opheffen ervan, het verrichten van receptietaken als telefoonbediening, het ingrijpen bij conflictsituaties tussen leerlingen conform vooraf gemaakte afspraken. Kader: regels en werkafsprake n, veiligheids- en inspectievoorschriften en technische voorschriften. Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid en zorgvuldigheid van de uitvoering van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouw(en), terreinen, installaties, apparatuur en inventaris, van conciërgetaken en van optreden bij conflictsituaties tussen leerlingen. Kennis en vaardigheden vaktechnische kennis en kennis van technische/veiligheidsvoorschriften en specificaties van algemene apparatuur en installaties en gebouwen; inzicht in de werking van algemene apparatuur en installaties; inzicht in de organisatie van een onderwijsinstelling; vaardigheid in het uitvoeren van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden en in het verrichten van kleine verbouwingen; vaardigheid in het optreden bij ordeverstoringen; vaardigheid in het aansturen van ondersteunend personeel. Contacten met melders van klachten en/of gebruikers van het gebouw(en) om informatie in te winnen bij het traceren van storingen en gebreken aan gebouwen en inventaris; met personeelsleden over de uitvoering van werkzaamheden om informatie uit te wisselen; met leraren en schoolmanagement over gedrag van leerlingen om informatie uit te wisselen; met leerlingen over hun gedrag om hen te corrigeren; met derden over onderhoud en reparatie om de opdracht toe te lichten en om hen te begeleiden bij het uitvoeren van werkzaamheden; met derden om hen (telefonisch) te woord te staan en hun vragen te beantwoorden of door te verwijzen.
40
Deel II Functies bij de bovenschoolse organisatie
41
1.
Inleiding
Een gezamenlijk functieboek ligt in het verlengde van de gezamenlijke arbeidsmarkt die de zes besturen hebben. Nu ook veel stafmedewerkers geen ambtelijke functie meer hebben, maar zijn aangesteld volgens de CAO PO, geldt voor hen hetzelfde als voor het onderwijzend personeel in de scholen, d.w.z. zolang de Federatie nog het Convenant Voorrangsbenoemingen hanteert, valt ook deze categorie onder de voorrangsbenoemingen bij boventalligheid (en de RDDFsystematiek). Deze verantwoordelijkheid tot herplaatsing strekt zich eerst en vooral uit naar de medewerkers die zijn benoemd in functies die in het functieboek zijn opgenomen, maar geldt ook voor boventallige medewerkers die zijn benoemd in unieke functies die niet zijn opgenomen in het gezamenlijke functieboek. Het zal duidelijk zijn dat deze laatste categorie medewerkers niet kunnen worden benoemd in een gelijke bovenschoolse functie bij een ander schoolbestuur, maar wel kan aanspraak gemaakt worden op passende arbeid waarvoor de medewerker voldoet aan de formele benoemingsvereisten. Een dergelijke herplaatsing kan echter ongewenste rechtspositionele en/of arbeidsvoorwaardelijke complicaties met zich meebrengen, voor de medewerker, maar ook voor het herplaatsende schoolbestuur. Hierover moeten zeker nog goede afspraken gemaakt worden. In het volgende overzicht worden de verschillende functies genoemd die thans behoren tot de bovenschoolse functies van de (5) afzonderlijke stichtingen voor openbaar primair onderwijs in Amsterdam. De bovenschoolse functies van de Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Noord zijn niet opgenomen in dit overzicht omdat dit gemeentepersoneel betreft.
2.
Selectie van functies voor het functieboek bovenschools
De selectie van functies voor het functieboek bovenschools, is gemaakt op grond van de volgende criteria: De functie komt ten minste bij 3 van de besturen voor; Daar waar de functie op verschillende functieniveaus voorkomt, wordt het functieniveau dat het meest wordt gehanteerd als uitgangspunt genomen. Aan de hand van deze selectiecriteria is er een keuze gemaakt voor de volgende functies:
Management • •
Algemeen directeur (toezichthoudend bestuur) Adjunct directeur (toezichthoudend bestuur)
14 12
Ten aanzien van de algemeen directeur is nu gekozen voor de opgenomen functiebeschrijving met een waardering in schaal 14, hoewel ook schaal 15 voorkomt. Vooruitlopend op realisatie van een governance opvatting waarbij ook het openbaar schoolbestuur steeds meer zal opschuiven in de richting van een model met een Raad van Toezicht en een College van bestuur, is aannemelijk dat op termijn de functiebeschrijving van de algemeen directeur/ College van Bestuur moet worden aangepast. Waardering in schaal 15 is strikt genomen nu niet mogelijk binnen de CAO PO en het FUWASYS PO. De bezoldiging van bestuurders is ook momenteel landelijk onderwerp van gesprek.
42
Algemeen / onderwijskundig •
Beleidsmedewerker algemene zaken
11
Personeel en organisatie • •
Beleidsmedewerker P&O Personeelsconsulent
11 9
Financiën en control •
Senior beleidsmedewerker financiën en control
12
Huisvesting en beheer •
Beleidsmedewerker huisvesting en beheer
10
Ondersteuning • •
Management assistent / officemanager Medewerker secretariaat
6 4
Bijgevoegd zijn de functieomschrijvingen die als passend voor de functie kunnen worden beschouwd. Zo mogelijk hebben we voor de beschrijving een bestaande functieomschrijving genomen, zoals die binnen (een van) de schoolbesturen voor de functie wordt gehanteerd. Daar waar geen passende functieomschrijvingen voorhanden waren, hebben we eigen functieomschrijvingen gehanteerd. Alle functieomschrijvingen zijn opgemaakt volgens FUWASYS PO.
43
(toezichthoudend bestuur)
Algemeen directeur
Salarisschaal:
14
Werkterrein:
Onderwijsproces -> Onderwijsorganisatie
Activiteiten:
Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren Coördineren van activiteiten en processen
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een stichting of een regionaal orgaan voor primair onderwijs. De stichting of het regionaal orgaan omvat een groot regionaal gebied met een groot aantal scholen en/of met een diversiteit in onderwijssoorten óf een groot stedelijk gebied (met een grootstedelijke problematiek) met een groot (eventueel minder groot) aantal scholen en/of met diversiteit in onderwijssoorten, of een groot regionaal expertise centrum. De stichting of een regionaal orgaan heeft, teneinde de positie van de schoolorganisatie te waarborgen, te maken met bestuurlijk overleg over diverse beleidsterreinen met o.a. gemeenten, provincie(s) en andere vertegenwoordigers uit de maatschappelijk relevante omgeving. Vanwege deze omvang van het regionaal gebied of de grootte van het stedelijk gebied heeft het overleg een aanzienlijke mate van complexiteit en van strategische en maatschappelijke aspecten waar het bestuur op moet inspelen. Het bestuur vervult in beleidsmatige en beheersmatige zin een toezichthoudende rol, waardoor de algemeen directeur beleidsmatig verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de strategische beleidsdoelstellingen voor het bestuur van de stichting of het regionaal orgaan voor primair onderwijs. In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de algemeen directeur / de algemene directie vastgelegd: er is dus sprake van een vergaande mandatering van bestuurstaken. De algemeen directeur draagt zorg voor de strategische beleidsvorming en -advisering namens het bestuur, de beleidsvoorbereiding en -uitvoering op de diverse beleidsterreinen ten behoeve van de scholen, geeft leiding en sturing aan onderwijs- en bedrijfsvoeringprocessen en geeft leiding aan het schoolmanagement en de stafmedewerkers en draagt zorg voor de eigen professionalisering. Resultaatgebieden Strategische beleidsvorming en -advisering namens bestuur. Ontwikkelt organisatiebrede strategische doelen en adviseert het bestuur hierover. Stelt de algemene beleidskaders vast; Draagt ideeën, concepten en beleidsvoorstellen aan over de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs en de onderwijsorganisatie; Draagt zorg voor de voorbereiding, ontwikkeling, implementatie en evaluatie van het organisatiebrede onderwijsbeleid en de bedrijfsvoering; Leidt multidisciplinaire projecten en/of is voorzitter van commissies en neemt deel aan strategische beleidsontwikkeling van het bestuur; Adviseert het bestuur over het scheppen van de benodigde randvoorwaarden; Levert managementinformatie aan het bestuur; Vertegenwoordigt het bestuur naar externe overlegpartners.
44
2.
3.
4.
Beleidsvoorbereiding en -uitvoering voor scholen Vertaalt het strategisch bestuursbeleid naar algemene beleidsuitgangspunten en kaders voor de scholen; Vertaalt het strategisch bestuursbeleid naar meerjarenbeleid voor onderwijsprogrammering en organisatieontwerp op de scholen; Vertaalt het strategische bestuursbeleid naar een inbreng in de totstandkoming van de educatieve agenda van de lokale overheid; Initieert en stimuleert vernieuwing van het onderwijsbeleid; Zorgt voor de totstandkoming van operationele werkplannen op de scholen en de afstemming tussen die plannen. Leiding en sturing schoolorganisatie Geeft leiding aan de directeuren van de scholen en het personeel van het bestuursbureau/de staf; Is verantwoordelijk voor de opstelling van een organisatiebrede meerjaren beleidsplan, de meerjarenbegroting en de jaarlijkse begroting; Is verantwoordelijk voor de opstelling van het (sociaal) jaarverslag en de jaarrekening; Vertegenwoordigt de organisatie in interne en externe overlegsituaties o.a. de GMR, de vakcentrales en het overleg met de lokale overheid; Legt en onderhoudt politiek/bestuurlijke contacten, contacten met de lerarenopleidingen en met relevante instellingen voor onderwijs(begeleiding), welzijn en jeugdzorg; Zorgt voor coördinatie en afstemming van de contacten en het opbouwen van netwerken. Draagt zorg voor de eigen professionalisering
Bevoegdheden, kader & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het ontwikkelen van organisatiebrede strategische doelen en het adviseren van het bestuur hierover, het vertalen van het strategisch bestuursbeleid naar algemene beleidsuitgangspunten en kaders voor de scholen, het leiding geven aan de directeuren van de scholen en het personeel van het bestuursbureau/de staf. Kader: algemeen geformuleerde strategische beleidskaders. Verantwoording: aan het bestuur over de strategische beleidsvorming en -advisering namens het bestuur, de beleidsvoorbereiding- en uitvoering op de diverse beleidsterreinen van de scholen, het leiding en sturing geven aan de organisatie en de eigen professionalisering. Kennis en vaardigheden brede kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs; brede kennis en inzicht inde maatschappelijke ontwikkelingen in relatie tot het primair onderwijs; inzicht in de organisatie en bedrijfsvoering van het primair onderwijs; vaardigheid in het leidinggeven aan professionals; vaardigheid in het omgaan met tegengestelde belangen en in het ontwikkelen van draagvlak voor nieuwe ideeën en concepten; vaardigheid in het ontwikkelen, uitdragen en verdedigingen van standpunten, nieuw ideeën, onderwijsprogrammering et cetera.
45
Contacten met directeuren van scholen over beleidsaangelegenheden om adviezen te formuleren en om afstemming en draagvlak te creëren voor het relevante beleid van de organisatie; met de lokale overheid om deel te nemen aan het overleg en daarbij de standpunten van de organisatie in te brengen en te verdedigen; met andere onderwijsorganisaties, onderwijsgerichte instellingen en andere relevante organisaties om het beleid en de belangen van de organisatie uit te dragen, te verdedigen en te behartigen; met vertegenwoordigers bij gemeenten over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken te komen.
46
Adjunct directeur (toezichthoudend bestuur) Salarisschaal:
12
Werkterrein:
Management -> Directie/bestuur
Activiteiten:
Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren Coördinatie van activiteiten en processen
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een stichting of een regionaal orgaan voor primair onderwijs. De stichting of het regionaal orgaan omvat een groot regionaal gebied met een groot aantal scholen en/of met een diversiteit in onderwijssoorten óf een groot stedelijk gebied (met een grootstedelijke problematiek) met een groot (eventueel minder groot) aantal scholen en/of met diversiteit in onderwijssoorten, of een groot regionaal expertise centrum. De stichting of een regionaal orgaan heeft, teneinde de positie van de schoolorganisatie te waarborgen, te maken met bestuurlijk overleg over diverse beleidsterreinen met o.a. gemeenten, provincie(s) en andere vertegenwoordigers uit de maatschappelijk relevante omgeving. Vanwege deze omvang van het regionaal gebied of de grootte van het stedelijk gebied heeft het overleg een aanzienlijke mate van complexiteit en van strategische en maatschappelijke aspecten waar het bestuur op moet inspelen. Het bestuur vervult in beleidsmatige en beheersmatige zin een toezichthoudende rol, waardoor de algemeen directeur beleidsmatig verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de strategische beleidsdoelstellingen voor het bestuur van de stichting of het regionaal orgaan voor primair onderwijs. In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de algemeen directeur / de algemene directie vastgelegd: er is dus sprake van een vergaande mandatering van bestuurstaken. De adjunct-directeur draagt zorg voor beleidsvoorbereiding- en uitvoering op diverse integrale beleidsterreinen, geeft leiding en sturing aan bedrijfsvoeringprocessen, verzorgt de dagelijkse leiding van het stafbureau aan en is verantwoordelijk voor de administratieve organisatie, vervangt in voorkomende gevallen de algemeen directeur en draagt zorg voor de eigen professionalisering. Resultaatgebieden 1. Beleidsvoorbereiding en –uitvoering op diverse integrale beleidsterreinen. is mede verantwoordelijk voor de ontwikkeling van meerjarenbeleid op de terreinen personeel, financiën, huisvesting en ICT voor de stichting als geheel en voor de aangesloten scholen; adviseert de algemeen directeur ten aanzien van de mogelijke effecten en gevolgen van (strategische) beleidsplannen en –prioriteiten en schetst mogelijke scenario’s; levert managementinformatie aan de algemeen directeur; overlegt met de lokale overheid; participeert in (multidisciplinaire) projecten en/of is voorzitter van commissies, werk- en projectgroepen; zorgt voor coördinatie en afstemming van de contacten en het opbouwen van netwerken; draagt ideeën, concepten en beleidsvoorstellen aan over de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs en de organisatie; levert bijdragen voor het opstellen van de (meerjaren)beleidsplanning, -begroting en jaarverslagen; adviseert beleidsmedewerkers door het leveren van inhoudelijke bijdragen aan te formuleren beleid; vertegenwoordigt de algemeen directeur naar externe overlegpartners.
47
2.
Geeft leiding en sturing aan bedrijfsvoeringprocessen, verzorgt de dagelijkse leiding van het bestuursbureau en is verantwoordelijk voor de administratieve organisatie. draagt zorg voor de voorbereiding, ontwikkeling, implementatie en evaluatie van de bedrijfsvoering; draagt zorg voor de dagelijkse leiding aan het personeel van het bestuursbureau van de stichting; adviseert de algemeen directeur over het scheppen van de benodigde randvoorwaarden; is mede verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de organisatie.
3.
Vervangt de algemeen directeur in voorkomende gevallen
4.
Draagt zorg voor de eigen professionalisering
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: de ontwikkeling van meerjarenbeleid op de terreinen personeel, financiën, huisvesting en ICT naar beleid voor de stichting als geheel en voor de aangesloten scholen; het zorgdragen voor de voorbereiding, ontwikkeling, implementatie en evaluatie van de bedrijfsvoering; het leidinggeven aan het bestuursbureau en in voorkomende gevallen de vervanging van de algemeen directeur. Kader: algemeen geformuleerde strategische beleidskaders van het bestuur. Verantwoording: aan de algemeen directeur over de bruikbaarheid van de beleidsvoorbereiding en – uitvoering op een aantal beleidsterreinen, de kwaliteit van de bedrijfsvoering, de vervanging van de algemeen directeur en de eigen professionalisering. Kennis en vaardigheden brede kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs; brede kennis en inzicht in de maatschappelijke ontwikkelingen die relevant zijn voor het primair onderwijs; inzicht in de organisatie en bedrijfsvoering van het primair onderwijs; vaardigheid in het leidinggeven aan professionals; vaardigheid in het improviseren, communiceren, organiseren en adviseren; vaardigheid in het ontwikkelen van beleid; vaardigheid in het uitbrengen van adviezen. Contacten -
met directeuren van scholen over beleidsaangelegenheden om adviezen te formuleren en om afstemming en draagvlak te creëren voor het relevante beleid van de organisatie; met de lokale overheid om deel te nemen aan het overleg en daarbij de standpunten van de organisatie in te brengen en te verdedigen; met andere onderwijsorganisaties, onderwijsgerichte instellingen en andere relevante organisaties om het beleid en de belangen van de organisatie uit te dragen, te verdedigen en te behartigen; met vertegenwoordigers bij gemeenten over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken te komen; met de medewerkers van het stafbureau over de organisatie en de lopende zaken om de werkzaamheden te coördineren en afspraken te maken.
48
Senior beleidsmedewerker financiën en control Salarisschaal:
12
Werkterrein:
Algemene bedrijfsvoering, financiën en planning- en controlecyclus
Activiteiten:
Beleid voorbereiden, ontwikkelen, inspecteren en controleren op de naleving van wettelijke voorschriften en regelingen, coördinatie van activiteiten en processen.
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen het bestuursbureau van een stichting of een regionaal orgaan voor primair onderwijs. De senior beleidsmedewerker financiën en control is betrokken bij de integrale algemene beleidsontwikkeling, is verantwoordelijk voor het opstellen van de (meerjaren)begroting en jaarrekening en het opstellen, onderhouden en uitvoeren van de planning- en controlecyclus voor de gehele organisatie en is verantwoordelijk voor de eigen professionalisering. Werkzaamheden 1.
2.
Algemene beleidsontwikkeling volgt en analyseert maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en trends op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn en adviseert de algemeen directeur over de gevolgen voor het (financieel) beleid van de organisatie; draagt zorg voor het opzetten, begeleiden en aansturen van onderzoek naar deze ontwikkelingen en het doen van voorstellen voor de beleidsvorming; draagt zorg voor het wijzigen van bestaand beleid en het opstellen van beleidsnota’s en – adviezen; ondersteunt de algemeen directeur bij overleg met externe instanties; participeert in de Auditcommissie; draagt zorg voor het voorbereiden van de beantwoording van vragen van Medezeggenschapsorganen. Voorbereiding, uitvoering en beheer van de (meerjaren)begroting en jaarrekening draagt zorg voor het opstellen van (meerjaren) investeringsplannen en de (meerjaren)begroting alsmede de jaarrekening van de organisatie; verzamelt prognosegegevens en toetst deze aan de (meerjaren)begroting en -ramingen en stelt concepten op voor de begroting van de organisatie; bereidt het overleg voor met (beleids)medewerkers en leidinggevenden over financiële en beleidsmatige consequenties van door hen ingediende beleidsplannen en bespreekt en adviseert ten aanzien van gewenste en noodzakelijke wijzigingen; controleert periodiek overzichten en de begrotingsuitvoering, beoordeelt of budgetoverschrijdingen op termijn te verwachten zijn en rapporteert en adviseert hierover aan de algemeen directeur; geeft opdracht om de vastgestelde begroting te wijzigen naar aanleiding van voorgeschreven ombuigingen en beleidsontwikkelingen; draagt bij aan de integrale beleidsontwikkeling, oa. via werk- en projectgroepen; draagt zorg voor relevante periodieke (financiële) rapportages aan de Raad van Toezicht en aan de Gemeenteraad.
49
3.
Ontwikkeling, uitvoering en onderhoud van de planning- en controlecyclus draagt zorg voor het ontwikkelen, uitvoeren en onderhouden van de planning- en controlecyclus binnen de organisatie; verzamelt, analyseert en bewerkt hiertoe (financiële) informatie en rapporteert hierover aan de algemeen directeur; stelt (onderdelen van) verantwoordingsverslagen, rapporten en prognoses op over de begrotingscyclus; levert managementinformatie in de vorm van verantwoordingsverslagen, rapporten en prognoses over de begrotingscyclus binnen de organisatie; draagt zorg voor relevante managementrapportages aan de algemeen directeur.
4.
Draagt zorg voor de eigen professionalisering.
Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Beslist bij/over: de inhoud van beleidsadviezen en –voorstellen, het opstellen van (meerjaren) investeringsplannen en de (meerjaren)begroting van de organisatie en het ontwikkelen, uitvoeren en onderhouden van de planning- en controlecyclus binnen de organisatie. Kader: met elkaar samenhangende richtlijnen, procedures, relevante wet- en regelgeving en/of specifiek geformuleerde beleidslijnen. Verantwoording: aan de algemeen directeur over de bruikbaarheid van beleidsadviezen en –voorstellen, de voorbereiding, uitvoering en het beheer van de (meerjaren)begroting en de ontwikkeling, uitvoering en het onderhoud van de planning- en controlecyclus en de eigen professionalisering. Kennis en vaardigheden Brede kennis van (de ontwikkeling van) relevante wet- en regelgeving en gespecialiseerde kennis van wet-en regelgeving op het terrein van onderwijsfinanciën. Kennis van overheidsfinanciën; Kennis van (financieel) beheer, (financiële) plannings- en begrotingstechnieken en van richtlijnen die van toepassing zijn op het begrotings- en verantwoordingsproces in het onderwijs; Inzicht in de organisatie en bedrijfsvoering van het primair onderwijs; Vaardigheid in het volgen en analyseren van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en trends; Vaardigheid in het opstellen van (meerjaren) investeringsplannen en de (meerjaren)begroting; Vaardigheid in het ontwikkelen, uitvoeren en onderhouden van de planning- en controlecyclus. Contacten met de algemeen directeur over veranderingen op het gebied van het beleid om tot afstemming voor implementatie te komen; met de lokale overheid en andere instanties om af te stemmen over onder meer de financiële gevolgen van het gevoerde (financiële) beleid; met schooldirecties over onderdelen van de financiële administratie, om inzicht in de begrotingsgegevens te krijgen en om mogelijke knelpunten te signaleren; met stafmedewerkers over door hen ingediende beleidsplannen, de financiële consequenties daarvan en om afstemming te verkrijgen over gewenste c.q. noodzakelijke wijzigingen; met het administratiekantoor over de uitvoering van de overeengekomen werkzaamheden en om prognosegegevens te verzamelen;
50
-
met leveranciers over de kwaliteit, prijs en leveringscondities van te leveren diensten en/of producten; met de accountant om af te stemmen over de jaarrekening en over de financiële gevolgen van beleidsontwikkelingen; met leden van werk-/projectgroepen over de voortgang van de activiteiten om tot afstemming te komen over de gewenste kwaliteit.
51
Algemeen beleidsmedewerker Salarisschaal:
11
Werkterrein:
Algemeen ondersteunend -> Beleid
Activiteiten:
Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen het bestuursbureau van een stichting of een regionaal orgaan voor primair onderwijs. De beleidsmedewerker ontwikkelt beleid op een aantal beleidsterreinen, verricht procesondersteuning, adviseert het management en draagt zorg voor de eigen professionalisering. Werkzaamheden 1. Beleidsontwikkeling op een aantal beleidsterreinen verricht onderzoek naar onderwijskundige, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en signaleert relevante ontwikkelingen en tendensen; formuleert alternatieven voor noodzakelijke maatregelen ter bijstelling van het beleid (onder andere onderwijs, personeel, financiën en huisvesting) en stelt deeladviezen/deelrapportages op; beoordeelt beleidsvoornemens en stelt preadviezen op het ten behoeve van overlegsituaties van de algemeen directeur; voert vooroverleg voor het verkrijgen van nadere informatie dan wel het inventariseren en afstemmen van standpunten; adviseert de algemeen directeur bij het overleg met externe instanties; bereidt de beantwoording van vragen van medezeggenschapsorganen voor. 2.
Procesondersteuning stelt beleidsstukken en -rapportages op; adviseert de scholen ten aanzien van specifieke (beleids)ontwikkelingen en -uitvoering; draagt zorg voor het opzetten en uitvoeren van projecten; begeleidt uitbestede onderzoeken en bewaakt de voortgang en kwaliteit, verzorgt de eindredactie van de projectrapportages; coördineert beleidsontwikkelings- en uitvoeringsactiviteiten; draagt zorg voor kennisoverdracht op de toegewezen beleidsvelden; Tteedt op als inhoudelijk klankbord; is verantwoordelijk voor het begeleiden en bewaken van procedures.
3.
Advisering Adviseert het management van de aangesloten scholen bij de verdere vormgeving en uitvoering van beleid.
4.
Draagt zorg voor de eigen professionalisering
52
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het formuleren van alternatieven voor noodzakelijke maatregelen ter bijstelling van het beleid (onder andere onderwijs, personeel, financiën en huisvesting), het adviseren van de scholen ten aanzien van specifieke (beleids)ontwikkelingen en -uitvoering. Kader: wet- en regelgeving en specifieke beleidslijnen van de organisatie. Verantwoording: aan de algemeen directeur over de beleidsontwikkeling op een aantal beleidsterreinen, de procesondersteuning en de advisering van het management en de eigen professionalisering. Kennis en vaardigheden brede kennis van het onderwijsveld en -beleid en van onderwijskundige ontwikkelingen; kennis van de diverse deelgebieden van de beleidsterreinen binnen het primair onderwijs (onder andere onderwijs, personeel, financiën, huisvesting en ICT); inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende besluitvormingscircuits; inzicht in relevante wet- en regelgeving binnen het betreffende onderwijsgebied; vaardigheid in het vertalen van inzichten en informatie naar adviezen, onderwijsplannen en rapportages en in het beoordelen van de daaruit voortvloeiende financiële en beleidsmatige consequenties. Contacten met het management van scholen over beleidsmatige, organisatorische en procedurele aspecten om tot afstemming te komen, te adviseren en afspraken te maken; met de opdrachtgever(s) over de inhoud van de opdracht om de benodigde informatie te bepalen; met leden van projectgroepen over de voortgang van het project om tot afstemming te komen over de gewenste kwaliteit; met vertegenwoordigers van het ministerie, andere relevante (overheids) organisaties en vakorganisaties over de nadere uitwerking van aspecten van het beleid en over de beleidsontwikkeling om overleg te voeren en tot afstemming te komen.
53
Beleidsmedewerker Personeel & Organisatie Salarisschaal:
11
Werkterrein:
Algemene bedrijfsvoering, personeel en organisatie
Activiteiten:
Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren.
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen het bestuursbureau van een stichting of een regionaal orgaan voor primair onderwijs. De beleidsmedewerker personeel en organisatie is betrokken bij de algemene beleidsontwikkeling, is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, uitvoering, implementatie en evaluatie van het P&Obeleid binnen de organisatie en is verantwoordelijk voor de eigen professionalisering. Werkzaamheden 1.
2.
3.
Algemene beleidsontwikkeling het volgen en analyseren van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en trends op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn en het bezien van de gevolgen voor het (personeels) beleid van de organisatie; het opzetten, begeleiden en aansturen van onderzoek naar deze ontwikkelingen en het doen van voorstellen voor de beleidsvorming; het wijzigen van bestaand beleid en het opstellen van beleidsnota’s en –adviezen; het ondersteunen van de algemeen directeur bij overleg met externe instanties; het voorbereiden van de beantwoording van vragen van Medezeggenschapsorganen. Ontwikkeling, uitvoering, implementatie en evaluatie van het P&O-beleid vertaalt de strategie van de organisatie naar het te voeren strategische P&O-beleid van de organisatie, formuleert uitgangspunten voor (meerjaren)plannen en ontwikkelrichtingen ter afstemming; signaleert strategische ontwikkelingen op het gebied van personeel- en organisatie en voert daartoe toekomstverkenningen uit; signaleert en analyseert knelpunten in het bestaande P&O-beleid en onderzoekt de behoefte aan nieuw of aangepast P&O-beleid; adviseert en rapporteert aan de algemeen directeur over P&O-scenario’s en over oplossingrichtingen bij zich wijzigende ontwikkelingen; draagt zorg voor een gestructureerde evaluatie van het (integrale) P&O-beleid en adviseert over noodzakelijke aanpassingen; draagt zorg voor relevante managementrapportages aan de algemeen directeur; ontwikkelt organisatiebrede P&O-kaders en instrumenten t.b.v. de implementatie, kwaliteitsborging en evaluatie van het P&O-beleid; adviseert de algemeen directeur bij strategische ontwikkelingen van de organisatie en geeft daarbij consequenties voor organisatie en medewerkers aan; vertaalt beleidsvoorstellen ten aanzien van P&O naar werkwijzen, procedures en uitvoeringsplannen; draagt zorg voor de integrale samenhang tussen de andere beleidsterreinen en de ontwikkeling en implementatie van het P&O-beleid; voert overleg met relevante instanties en organisaties binnen en buiten de organisatie over P&O- beleidsvraagstukken; draagt bij aan de beleidsontwikkeling op het terrein van P&O via werk- en projectgroepen. Draagt zorg voor de eigen professionalisering
54
Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Beslist bij/over: de inhoud van beleidsadviezen en –voorstellen en het vertalen van de strategie van de organisatie naar het te voeren strategische P&O-beleid van de organisatie Kader: met elkaar samenhangende richtlijnen, procedures, relevante wet- en regelgeving en/of specifiek geformuleerde beleidslijnen. Verantwoording: aan de algemeen directeur over de bruikbaarheid van beleidsadviezen en –voorstellen, de ontwikkeling, uitvoering, implementatie en evaluatie van P&O-beleid en de eigen professionalisering. Kennis en vaardigheden brede theoretische kennis van beleidsontwikkelingen op het terrein van personeel en organisatie en gespecialiseerde kennis van relevante wet- en regelgeving; kennis van de eigen organisatie en van (relevante) maatschappelijke ontwikkelingen; kennis van bedrijfsvoeringsvraagstukken in het algemeen en op het gebied van P&Ovormgeving in het bijzonder; Inzicht in de organisatie en bedrijfsvoering van het primair onderwijs; Vaardigheid in het volgen en analyseren van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en trends op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn en het bezien van de gevolgen voor het (P&O)-beleid van de organisatie; Vaardigheid in het vertalen van de strategie van de organisatie naar het te voeren strategische P&O-beleid van de organisatie, het formuleren van uitgangspunten voor (meerjaren)plannen en ontwikkelrichtingen ter afstemming. Contacten met de algemeen directeur over veranderingen op het gebied van het beleid en om tot afstemming voor implementatie te komen; met de algemeen directeur / het managementteam over het vertalen van de strategie van de organisatie naar het te voeren strategische P&O- beleid van de organisatie, het formuleren van uitgangspunten voor (meerjaren)plannen en ontwikkelrichtingen ter afstemming; met schooldirecties over de implementatie en evaluatie van het P&O- beleid om tot afstemming te komen, te adviseren en afspraken te maken; met leden van werk-/projectgroepen over de voortgang van de activiteiten om tot afstemming te komen over de gewenste kwaliteit
55
Personeelsconsulent Salarisschaal:
9
Werkterrein:
Bedrijfsvoering -> P&O
Activiteiten:
Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen het bestuursbureau van een stichting of een regionaal orgaan voor primair onderwijs. De personeelsconsulent ondersteunt de algemene directie en het schoolmanagement bij de uitvoering van het personeelsbeleid, adviseert het management over rechtspositionele regelingen en beleidsrichtlijnen en draagt zorg voor de eigen professionalisering. Werkzaamheden 1.
2.
3.
Uitvoering personeelsbeleid en rechtspositieregelingen adviseert met betrekking tot de vast te stellen personeelsformatie, functievorming en taakstructurering; stelt het personeelsplan op met voorstellen over herplaatsing, omscholing, opleiding; bewaakt de evenwichtigheid van beloningsverhoudingen binnen de stichting, bevorderingsmomenten en doet mede voorstellen voor vaste aanstelling, ontslag, en dergelijke; is mede betrokken bij de werving en selectie van medewerkers en ziet toe op het correct verlopen van de werving- en selectieprocedures; levert een bijdrage aan de introductie van nieuwe medewerkers; treedt op als adviseur bij functionerings- en beoordelingsgesprekken; bemiddelt bij aanstelling, overplaatsing, ontslag, opleiding en/of conflictsituaties; voert de CAO PO en rechtspositionele regelingen uit op het gebied van aanstelling, bezoldiging, ontslag, afvloeiing, studiefaciliteiten en dergelijke; draagt zorg voor de uitvoering van de wet- en regelgeving bij (langdurige) ziekte en reintegratie van personeelsleden. Advisering management adviseert het management over rechtspositionele regelingen en beleidsrichtlijnen; doet voorstellen over de toepassing van de regelingen in concrete gevallen; adviseert over de arbeidsomstandigheden: de veiligheid, de gezondheid en het te voeren arbobeleid; adviseert over interne- en externe scholings- en ontwikkelingsmogelijkheden voor onderwijspersoneel; geeft toelichting op mogelijkheden, regelingen en verwijst naar relevante externe instanties. Draagt zorg voor de eigen professionalisering
56
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: de inhoud van voorstellen en adviezen met betrekking tot de uitvoering van het personeelsbeleid en bij de toepassing van de geldende regelingen waaronder de CAO. Kader: het personeels- en organisatiebeleid en de vastgestelde beleidsrichtlijnen van de Stichting, rechtspositionele regelingen, Arbowetgeving, en dergelijke. Verantwoording: aan de (adjunct) directeur over de kwaliteit van de ondersteuning van het (lijn)management bij de uitvoering van het personeelsbeleid en van de inhoud van voorstellen over de toepassing van de regelingen en de eigen professionalisering. Kennis en vaardigheden theoretische en praktische kennis van ontwikkelingen op het vakgebied en inzicht in rechtspositionele regelingen en procedures; kennis van en inzicht in de werking van de CAO-PO -regelingen, personeelsinstrumenten en bepalingen met betrekking tot het werkveld en daaraan verbonden procedures en relevante wetgeving; vaardigheid om sollicitanten te beoordelen en situaties rond personeelsleden te doorzien; adviesvaardigheden. Contacten met het management over de uitvoering van het personeelsbeleid om knelpunten te bespreken en ondersteuning te verlenen en om hen te adviseren over de toepassing van rechtspositionele regelingen; met sollicitanten om informatie uit te wisselen en hen op de hoogte te brengen van arbeidsvoorwaardelijke en procedurele aangelegenheden; met medewerkers in het kader van introductie-, functionerings- en beoordelingsgesprekken om hen te informeren, om de gang van zaken en procedures toe te lichten en hen daarover te adviseren; met collega -personeelsmedewerkers en -adviseurs met betrekking tot (raakvlakken) op het werkgebied om zaken af te stemmen en kennis uit te wisselen.
57
Beleidsmedewerker facilitaire zaken en huisvesting Salarisschaal:
10
Werkterrein:
Bedrijfsvoering -> facilitaire zaken
Activiteiten:
Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden Coördinatie van activiteiten en processen
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen het bestuursbureau van een stichting of een regionaal orgaan voor primair onderwijs. De beleidsmedewerker facilitaire zaken en huisvesting ondersteunt en adviseert de algemene directie en het schoolmanagement bij de uitvoering van facilitaire zaken en huisvesting, adviseert het management over rechtspositionele regelingen en beleidsrichtlijnen op dit gebied en draagt zorg voor de eigen professionalisering. Werkzaamheden 1.
2
Beleidsmatige advisering ontwikkelt plannen met betrekking tot verbouw van gebouwen en de (technische) inrichting ervan en stelt kostencalculaties op; analyseert door de gebruikers ingediende vernieuwings- of vervangingsaanvragen op technische haalbaarheid, doelmatigheid en wenselijkheid, alsmede op de budgettaire gevolgen ervan; adviseert over de aanpassing van het meerjaren investeringsplan en meerjaren onderhoudsplan (MOP); doet voorstellen voor de inbreng van de stichting in het Integraal Huisvestingsplan van de stadsdelen; voert overleg met vertegenwoordigers van de stadsdelen over de huisvestingsplannen en doet voorstellen aan de algemeen directeur; onderzoekt mogelijkheden en doet voorstellen over het multifunctioneel gebruik van de locaties; voert overleg in het kader van onderhoud met aannemers en onderhoudsbedrijven en doet voorstellen aan de algemeen directeur. Coördinatie van werkzaamheden op het gebied van verbouw, huisvesting, beheer en onderhoud beheert het budget facilitaire zaken; stelt jaarlijks het onderhoudsplan op, afgeleid van het MOP en draagt, na goedkeuring door de algemeen directeur, zorg voor de uitvoering ervan; draagt zorg voor de planning, voortgang en kwaliteit van onderhouds- en huisvestingsprojecten; voert overleg met leveranciers, fabrikanten, bedrijven en gebruikers van de gebouwen en terreinen over te leveren goederen of diensten en maakt afspraken over prijzen en leveringsvoorwaarden; koopt materialen (kantoorbehoeften, werkplekinrichtingen en schoonmaakartikelen) en diensten (servicecontracten, catering, schoonmaakcontracten, en dergelijke) in binnen de door de algemeen directeur gestelde kaders en budgetten;
58
organiseert het verhuur en medegebruik van gebouwen door derden; voert energiebeheer uit op de locaties; draagt zorg voor en ziet toe op de uitvoering van arbo -taken en de beveiliging en bewaking van de scholen.
3.
Draagt zorg voor de eigen professionalisering
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het ontwikkelen van plannen met betrekking tot verbouw van gebouwen en de (technische) inrichting ervan, het jaarlijks opstellen van het onderhoudsplan. Kader: meerjaren onderhoudsplan en meerjaren investeringsplan, relevante wet- en regelgeving en veiligheids- en inspectierichtlijnen. Verantwoording: aan de (adjunct) directeur voor wat betreft de kwaliteit van advisering van de algemene directie op het gebied van verbouw, huisvesting, beheer en onderhoud en van coördinatie van werkzaamheden op het gebied van verbouw, huisvesting, beheer en onderhoud en de eigen professionalisering. Kennis en vaardigheden kennis van (ontwikkelingen op het gebied van) verbouw, huisvesting, inrichting, beheer en onderhoud van schoolgebouwen; kennis van relevante wet- en regelgeving op het gebied van huisvesting en inrichting, beheer en onderhoud van schoolgebouwen; kennis van de arbo-, milieu- en veiligheidswetgeving; kennis van (de werking van) de technische installaties binnen de gebouwen en inzicht in materiaalspecificaties; vaardigheid in het beoordelen van de financiële en technische consequenties van onderhoudsprojecten en van vernieuwings- of vervangingsaanvragen; vaardigheid in het voeren van overleg met aannemers, leveranciers, bedrijven en fabrikanten. Contacten met interne gebruikers over gebruikerswensen om deze af te kunnen zetten tegen de mogelijkheden, randvoorwaarden en het organisatiebelang; met aannemers en onderhoudsbedrijven over huisvestings-, beheers- en onderhoudsaangelegenheden om overleg te voeren over aan te besteden projecten; met leveranciers en fabrikanten over prijzen, leveringsvoorwaarden en kwaliteit en tijdigheid van te leveren goederen en diensten om af te stemmen en knelpunten te bespreken; met verzekeringsmaatschappijen over schadeclaims inzake opstal en inboedel om tot een zo gunstig mogelijke afhandeling te komen; met de arbeidsinspectie, de milieu-inspectie en de arbocoördinator/-dienst over de te verrichten werkzaamheden/te treffen maatregelen in het kader van geldende wet- en regelgeving om tot afstemming te komen; met relevante instanties (brandweer, politie en gemeente) over de beveiliging en bewaking van de gebouwen om afspraken te maken en informatie uit te wisselen.
59
Management assistent / officemanager Salarisschaal:
6
Werkterrein:
Bedrijfsvoering, managementondersteuning
Activiteiten:
Bewerken van gegevens, beleids- en bedrijfsvoeringondersteunende werkzaamheden
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen het bestuursbureau van een stichting of een regionaal orgaan voor primair onderwijs. De management assistent / officemanager verleent secretariële ondersteuning aan het managementteam en aan de overige medewerkers van het Stafbureau, geeft leiding aan het secretariaat, is belast met algemene secretariaats- en receptiewerkzaamheden en draagt zorg voor de eigen professionalisering. Werkzaamheden 1.
Secretariële ondersteuning aan het managementteam en overige medewerkers van het stafbureau het behandelen van de voor het managementteam en de stafmedewerkers bestemde post, het signaleren van urgente (post)stukken en het bijvoegen van voor de afhandeling benodigde documenten; het, in overleg, indelen en bewaken van de agenda van het managementteam en het daarbij onderkennen van het belang van de vertrouwelijkheid van te maken afspraken en het vervullen van een bufferfunctie/vertrouwensfunctie; het administratief, organisatorisch voorbereiden van vergaderingen en andere bijeenkomsten, inclusief het complementeren van de vergaderstukken, het archiveren van de vergaderstukken, het notuleren en uitwerken van de notulen van de vergaderingen en het bewaken van de voortgang en de afhandeling van de daarin gemaakte afspraken en genomen besluiten; het naar onderwerp of project aanleggen en bijhouden van werk- en vergaderdossiers ten behoeve van het managementteam; het opzetten en onderhouden van vergaderplanningen, roosters voor opleidingen en trainingen e.d.; het opzetten en bijhouden van een of meerdere werkarchieven voor het managementteam, het bewaken van de tijdige en volledige aanlevering van de te archiveren stukken en het complementeren van de dossiers; het naar eigen inzicht voorbereiden van (nieuws)brieven, met gebruik van bestaande sjablonen en formats en het daarvoor verzamelen en bewerken van (aanvullende) informatie.
2.
Leiding geven aan het secretariaat draagt zorg voor de dagelijkse leiding en de verdeling van de werkzaamheden van het secretariaat.
3.
Algemene secretariaats- en receptiewerkzaamheden het aannemen van telefoongesprekken en bij afwezigheid noteren of doorgeven van boodschappen, eventueel verstrekken van informatie aan de hand van beschikbare gegevens; het inboeken en distribueren van de inkomende post; het uitboeken en verzenden van de uitgaande post; het in concept voorbereiden van correspondentie van algemene aard; het typen van verlangde bescheiden en deze overleggen ter ondertekening;
60
4.
het zorgdragen voor de verdere afhandeling van correspondentie (kopiëren en distribueren); het verzorgen van de koffie en thee tijdens gesprekken, vergaderingen of andere besprekingen. Draagt zorg voor de eigen professionalisering
Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het voorbereiden en de verslaglegging van vergaderingen, het zelfstandig voorbereiden van brieven, het verzamelen en ordenen van gegevens en het maken en afhouden van afspraken voor het managementteam. Kader: interne administratieve en procedurele werkafspraken. Verantwoording: aan de (adjunct) directeur over de inhoudelijke kwaliteit van de werkzaamheden, de voortgang van de secretariële ondersteuning en de eigen professionalisering. Kennis -
en vaardigheden vaktechnische kennis van de procedurele en administratieve organisatie; kennis van de Nederlandse taal en grammatica; kennis van relevante software (MS-office, Esis e.a.); inzicht in taak, organisatie en werkwijze van het Stafbureau; vaardigheid in computergebruik, het notuleren van vergaderingen, het uitwerken van notulen en het naar eigen inzicht voorbereiden van brieven; vaardigheid in het toegankelijk maken en bijhouden van (digitale) archieven en werkdossiers; vaardigheid in het te woord staan van derden voor het maken en/of afhouden van afspraken.
Contacten met derden om (agenda)afspraken te maken en af te houden (bufferfunctie) voor de algemeen directeur, waarbij tevens zorgvuldig dient te worden omgegaan met naar aard gevoelige onderwerpen; met derden over de secretariële afhandeling van zaken, om informatie uit te wisselen over inhoud en voortgang van in behandeling zijnde onderwerpen.
61
Medewerker secretariaat Salarisschaal:
4
Werkterrein:
bedrijfsvoering
Activiteiten:
receptietaken, (secretariële) ondersteuning, administratie en beheer
Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen het bestuursbureau van een stichting of een regionaal orgaan voor primair onderwijs. De medewerker secretariaat is belast met receptiewerkzaamheden, het beheer van het archief en de voorraden, het verzorgen van de (financiële) administratie en draagt zorg voor de eigen professionalisering.
Werkzaamheden 1. Algemene secretariaats- en receptiewerkzaamheden het aannemen van telefoongesprekken en bij afwezigheid noteren of doorgeven van boodschappen, eventueel verstrekken van informatie aan de hand van beschikbare gegevens; het inboeken en distribueren van de inkomende post; het uitboeken en verzenden van de uitgaande post; het in concept voorbereiden van correspondentie van algemene aard; het typen van verlangde bescheiden en deze overleggen ter ondertekening; het zorgdragen voor de verdere afhandeling van correspondentie (kopiëren en distribueren); het verzorgen van de koffie en thee tijdens gesprekken, vergaderingen of andere besprekingen. 1.
Beheert het archief en de voorraden door: het opbergen respectievelijk op aanvraag verstrekken van bescheiden; het ordelijk en toegankelijk houden van het afdelingsarchief; het regelmatig inventariseren van de aanwezige voorraden van kantoorartikelen en koffieen theebenodigdheden en indien nodig te bestellen.
3.
Verzorgt de administratie door: het beheren van de projectadministratie; het inboeken en uitvoeren van facturen; het voeren van een administratie voor het gebruik van de vergaderruimtes en de beamer; het bijhouden van de verjaardagskalender; het beheer van de kleine kas, ten behoeve van verjaardagen, jubilea en andere uitgaven in het kader van lief en leed.
4.
Draagt zorg voor de (eigen) professionalisering.
62
Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het noteren van boodschappen en het verstrekken van informatie aan derden aan de hand van gegevens, het verzamelen en ordenen en op aanvraag verstrekken van bescheiden en het uitvoeren van een administratie voor projecten en facturen. Kader: interne administratieve en procedurele werkafspraken. Verantwoording: aan de (adjunct) directeur over de inhoudelijke kwaliteit en de voortgang van de werkzaamheden en de eigen professionalisering. Kennis
en vaardigheden algemene vaktechnische kennis van archiverings- en documentatietechnieken; kennis ven de Nederlandse taal en grammatica; kennis van relevante software (MS office); inzicht in taak, organisatie en werkwijze van het Stafbureau; vaardigheid in computergebruik; vaardigheid in het toegankelijk maken en bijhouden van (digitale) archieven en werkdossiers; vaardigheid in het op klantvriendelijke wijze te woord staan van derden.
Contacten met derden binnen en buiten de algemene directie over de secretariële en administratieve afhandeling van zaken, om informatie uit te wisselen over de inhoud en de voortgang in de uitvoering daarvan en om (agenda)afspraken voor de directie te maken.
63