STICHTING SIRIUS Openbaar Primair Onderwijs in Amsterdam Zuidoost
MEERJARENBEGROTING 2011 - 2015
Versie 20 december 2010
INHOUD
1. Algemeen
3
2. Opbouw begroting
4
3. Uitgangspunten bestuursbeleid
5
4. Leerlingen
6
5. Onderwijs
7
6. Personeel
9
7. Huisvesting
11
8. ICT
12
9. Financiën - Administratieve organisatie en interne beheersing - Risicoanalyse en kengetallen
13
10. Meerjarenbegroting 2011 – 2015 - 10.1 Toelichting baten - 10.2 Toelichting lasten - 10.3 Bestuursbureau - 10.4 Meerjarenbalans 2011 – 2015 - 10.5 Liquiditeitsprognose 2011 – 2015
16 17 19 21 22 24
Bijlage 1 : projecten
25
2
1. Algemeen Dit document bevat de meerjarenbegroting voor de jaren 2011 -2015 van Stichting Sirius openbaar primair onderwijs Amsterdam Zuidoost. De meerjarenbegroting sluit aan op het meerjarenbeleidsplan 2011 – 2015. Bij het opstellen van de begroting zijn de richtlijnen van het stadsdeel Amsterdam Zuidoost gevolgd. In deze meerjarenbegroting geeft het bestuur inzicht in de beleidskeuzes die er gemaakt zijn voor de komende jaren met inachtneming van de vastgestelde uitgangspunten en de geïdentificeerde risico’s. Eens in de vier jaar worden de uitgangspunten vastgesteld. Daarnaast worden jaarlijks de risico’s geanalyseerd en de bekostigingsgegevens, zoals leerling-prognoses, bijgesteld. Hierdoor kan jaarlijks een aangepaste meerjarenbegroting door het bestuur worden verstrekt. Deze meerjarenbegroting maakt onderdeel uit van de planning- en controlcyclus van Stichting Sirius en heeft in principe een levensduur van 5 jaar De meerjarenbegroting 2011 – 2015 is opgesteld in overeenstemming met de lumpsum financiering, zoals die met ingang van 1 augustus 2006 van toepassing is. De inkomsten voor een kalenderjaar bestaan uit de toegerekende financiering van de schooljaren die in dat kalenderjaar vallen. (Kalender jaar 2011 bestaat aldus uit 7 maanden van het schooljaar 2010/2011 en 5 maanden van het schooljaar 2011/2012). Stichting Sirius is op 1 januari 2008 een zelfstandige stichting geworden. Sirius heeft zich ten doel gesteld het geven van openbaar onderwijs, met inachtneming van artikel 46 van de Wet op het primair onderwijs. Zij draagt uit, bevordert en ontwikkelt het openbaar onderwijs, houdt de scholen voor openbaar onderwijs die onder haar bestuur staan, in stand en ziet er op toe dat het onderwijs op de scholen onder haar bestuur gegeven wordt overeenkomstig de wettelijke verplichtingen en in overeenstemming met de doelstellingen van het openbaar onderwijs. Onder het bestuur Sirius ressorteren 13 scholen voor basisonderwijs en 1 school voor speciaal basisonderwijs. Het betreft de volgende scholen: Brinnr
School
Adres
Postcode
Stadsdeel
18TV 18VV 18XC 18YT 19BH 20SC 18ZL 20VE 20VI 20XR 20XS 20TP 20XZ 21DE
Blauwe Lijn Brink Bijmerdrie Bijlmerhorst Cornelis Jetses Holendrecht Wereldwijs 16e Montessori Nellestein Rozemarn Schakel Ster Tamboerijn Van Houteschool
Kortvoort 61 Meijehof 302 Kantershof 641-642 Egoli 12 Jaargetijden 6 Holendrechtpl. 39-40 Geerdinkhof 695 Vreeswijkpad 6 Leksmondplein 31 Huntum 16 Alex.Dumaslaan Woudrichemstr. 8 Reigerbos 301 Leksmondplein 27
1104 NA 1106 HW 1104 HJ 1103 AB 1109 AR 1106 LP 1103 RP 1106 DV 1108 EL 1102 JA 1102 WD 1107 NG 1107 EZ 1108 EL
Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost
3
2. Opbouw begroting In deze meerjarenbegroting wordt gefocust op de beleidskeuzes en de verdeling van de beschikbare middelen. In overleg met de directeuren van de scholen worden de begrotingen van de scholen opgesteld, rekening houdend met de beschikbare middelen. De schoolbegrotingen worden door het bovenschools management gecontroleerd en na bespreking als taakstellend budget met de schooldirectie overeengekomen. De beleidsvoornemens van het bestuur worden op onderstaande beleidsterreinen verder uitgewerkt in de volgende hoofdstukken - Onderwijs - Personeel - Huisvesting - ICT - Financiën Ten grondslag aan deze meerjarenbegroting liggen een aantal documenten. Deze documenten zijn leidend geweest voor het opstellen van deze meerjarenbegroting De gebruikte documenten zijn: • Concept meerjarenbeleidsplan 2011- 2015; • Uitvoeringsplan 2010 - 2011 • Bestuursformatieformatieplan 2010 - 2011; • Meerjareninvesteringsplannen (ICT, Leer- en hulpmiddelen, meubilair); • Meerjarenonderhoudsplan 2008 - 2017 • De jaarrekeningen Stichting Sirius 2008 en 2009; • Begroting Stichting Sirius 2010; • VOS/ABB rapportage analyse vermogenspositie Sirius • Meerjarenbegroting 2007 - 2011
4
3. Uitgangspunten bestuursbeleid Hoewel de feitelijke totstandkoming van het meerjarenbeleidsplan nog niet gerealiseerd is, is inmiddels de koers van het bestuursbeleid wel grotendeels duidelijk. Het bestuur wil met deze meerjarenbegroting duidelijk maken dat het verantwoord omgaat met de middelen die door de overheid (rijk en lokaal) beschikbaar worden gesteld. Verantwoord betekent dat wij adequate reserveringen treffen voor een goede toekomst en anderzijds de beschikbare middelen niet (onnodig) oppotten. In 2010 is in samenwerking met de VosAbb een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse is naar voren gekomen dat de volgende onderwerpen de grootste aandacht vragen van het bestuur: • Kwaliteit van het onderwijs’ • Kwaliteit en deskundigheid van het personeel • De instroom van gekwalificeerd personeel. Op basis hiervan heeft het bestuur in 2009 besloten om de kwaliteitsimpuls, die is ingezet door deelname van alle scholen aan het KBA project van de gemeente Amsterdam ook de komende jaren voluit door te zetten, zodat de kwaliteitsverandering op goede wijze in de organisatie wordt geborgd. Verder is besloten om het meerjarenonderhoudsplan in 2012 te actualiseren. Gezien het verloop van de kwaliteitstraject is het de verwachting dat de voorziening kwaliteitstraject de komende jaren wordt afgebouwd. Voor de overige bestemmingsreserves zal in 2011 worden nagegaan in hoeverre deze nog noodzakelijk zijn of dat toevoeging aan de algemene reserve kan plaats vinden. De uitgevoerde risicoanalyse zal jaarlijks op hoofdlijnen worden geactualiseerd. Voor de begroting 2011-2015 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd. • • •
•
•
•
•
• •
Het meerjarenbeleidsplan Sirius 2011-2015 is leidend voor de keuzes en de uitgangspunten in deze meerjarenbegroting. De komende 4 jaar staat het verbeteren en borgen van de kwaliteit van het onderwijs centraal. De voor het onderwijs beschikbare middelen worden geheel aangewend waarbij gestreefd wordt naar een kostendekkend exploitatieresultaat. In de jaren 2011 tot en met 2014 is bewust gekozen voor een verlies door extra investeringen te plegen in kwaliteitsverbetering van het onderwijs en om dichter bij de streefnorm te komen van Commissie Don. De leerlingaantallen vormen de basis van de bekostiging. Voor 2011 is uitgegaan van teldatum per 1-10-2010. De leerlingaantallen voor de jaren 2012 tot en met 2015 zijn door het bovenschools management geprognosticeerd mede op basis van de verwachtingen van de schooldirecteuren en op basis van de korte termijn prognose van het Stadsdeel Zuidoost. Hierbij is rekening gehouden met de o.a: demografische trends, huisvestingszaken, ontwikkelingen op personeelsgebied en stadsvernieuwingsprojecten. Het budget Bestuur en Management (B&M) wordt geschrapt vanaf 1 augustus 2010. Dit budget is een vast onderdeel binnen de totale lumpsumbekostiging van het primair onderwijs. Het vervallen van het budget B&M heeft mogelijk tot gevolg dat de verdere professionalisering van het bestuursbureau onder druk komt te staan. Ter dekking van deze middelen wordt de afdracht die de scholen bijdragen voor het bestuursbureau in opeenvolgende jaren verhoogd naar 6,6% (zie ook hoofdstuk 10.3). Het stadsdeel heeft vanaf 2007 een verzelfstandigingsbijdrage (bruidsschatvergoeding) toegekend om de overgang van bestuurscommissie naar zelfstandige stichting te bekostigen. Deze vergoeding wordt geheel inzet voor het faciliteren van het bestuursbureau en vervalt in 2012. Vanaf 2013 zal dit bedrag intern gefinancierd worden uit de verhoogde afdracht voor het bestuursbureau. Een ander bezuinigingsmaatregel betreft de groeiregeling die voortaan op bestuursniveau wordt berekend in plaats van op schoolniveau. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de groei van een school wordt verrekend met een krimp/daling op een andere school wat in de praktijk niet eenvoudig uitvoerbaar is. Tot en met 2010 kreeg Sirius aanvullende bekostiging voor groei van de scholen, Vanaf 2011 is hiermee geen rekening gehouden. Indien noodzakelijk, zullen de benodigde middelen uit de aanwezige reserves worden gefinancierd. Doelsubsidies lopen af en het is niet zeker of nieuwe subsidies beschikbaar komen. In de meerjarenbegroting wordt geen rekening gehouden met inflatie. Zowel de baten als de lasten zijn niet geïndexeerd voor toekomstige prijspeilaanpassingen. Dit omdat de
5
prijspeilaanpassingen van personele en materiële lasten door het rijk worden vertaald in overeenkomstige aanpassingen van de Rijkssubsidie.
4. Leerlingen Leerling-prognoses Aangezien de grondslag voor de bekostiging wordt gevormd door het aantal leerlingen per 1 oktober (t-1) zijn voor deze meerjarenbegroting prognoses van het aantal leerlingen opgenomen. Een prognose voor de komende jaren blijft vrij lastig omdat er naast beïnvloedbare factoren, ook rekening gehouden moet worden met niet-beïnvloedbare factoren zoals demografische gegevens, stedelijke vernieuwingen, hoogte immigratiegraad en concurrentiepositie., In onderstaande tabel is een prognose opgenomen van het aantal leerlingen per school in de komende 5 jaren. De aantallen tot en met 1-10-2010 zijn de werkelijk getelde leerlingaantallen De jaren daarna is gebaseerd op een prognose voor de ontwikkeling van het leerlingaantal door de schoolleiders en bovenschools management. Wij baseren onze prognose op basis van de verwachtingen van de schoolleiders, ervaringen van afgelopen jaren aanpassingen op gebied van huisvesting en formatie en in relatie tot de prognoses van het Stadsdeel Amsterdam Zuidoost. Deze laatste prognoses weergeven een somberder beeld.
Hoewel er op teldatum 1-10-2010 sprake was van een daling (- 60), is voor de komende jaren tot en met teldatum 1-10-2014 een geringe toename geprognosticeerd van totaal + 38 (+1%). Op basis van prognose vertonen sommige scholen een zorgelijk beeld, met name de Bijlmerdrie en Wereldwijs en de Brink, gezien de procentuele daling. De Ster, Bijlmerdrie, Holendrecht en Bijlmerhorst zijn door de rijksinspectie als (zeer) zwakke scholen beoordeeld. De Blauwe Lijn en Nellestein zijn vorig jaar als zwakke school beoordeeld. Naar verwachting zal het aantal leerlingen voor de Bijlmerhorst toenemen door positieve teamgeest en uitstraling vanwege de aanstelling van een nieuwe directeur en door instroom nieuwkomersgroepen. Ook vertonen een aantal scholen een groei waarvan de hoogste groei geprognosticeerd is bij de Cornelis Jetses, de Blauwe Lijn, de Tamboerijn en de 16e Montessori. Wij verwachten dat de zwakke scholen in komende jaren beter zullen presteren door het verbetertraject. Bedoeling is de kwaliteitsverbeteringen te continueren en deze te borgen.
6
In het meerjarenbeleid van Sirius is extra aandacht voor het verbeteren van de kwaliteit die uiteindelijk een stijging of minstens een stabilisatie van leerlingaantal tot gevolg moet hebben. Vooral scholen die een dalende trend vertonen, worden intensief begeleid.
5. Onderwijs Met onderstaande missie wordt invulling gegeven aan het bestaansrecht van Sirius: “LEREN IS REIZEN NAAR JE TOEKOMST”. Vertaald luidt onze missie als volgt: “Wij bieden kinderen op professionele wijze kwalitatief goed en eigentijds onderwijs, onderwijs dat onze kinderen in al hun verscheidenheid voorbereidt om zelfstandig en verdraagzaam te functioneren in de samenleving” In het meerjarenbeleidsplan is de missie verder uitgewerkt in drie strategische beleidsdoelen: 1. Het verhogen van de leerprestaties 2. Voor elke leerling passend onderwijs 3. Alle leerlingen ontwikkelen hun talenten Om bovenstaande beleidsdoelstellingen te realiseren staan de volgende subdoelstellingen en activiteiten in de planperiode 2011-2015 centraal. De kosten van deze activiteiten nemen wij op de in deze meerjarenbegroting. - Alle scholen werken doelgericht aan het bieden van sterk reken- en taalonderwijs - De kwaliteit van het onderwijs is op alle scholen structureel geborgd en verbeterd - Alle leerlingen doorlopen een succesvolle schoolcarrière - Leerkrachten ontwikkelen vaardigheden om passend onderwijs te bieden - Iedere school heeft een eigen Zorg Breedte Overleg - Vergroten van ouderbetrokkenheid - Organiseren van brede schoolactiviteiten en er is een informatieve en interactieve website gericht op deelnemers en partners - In samenwerking met partners creëren van dagarrangementen en VVE - Het ontwikkelen van een kwaliteitsmonitor Kwaliteit Het verbeteren van de kwaliteit in de komende jaren staat op de eerste plaats en zal hier in bijzonder aandacht voor zijn. Sirius is gestart met twee projecten die in de komende jaren een vervolg zullen krijgen. Het eerste project is OEKT “Omdat Elk Kind Telt” en loopt door tot 2012. Met dit project wordt beoogd dat het rekenonderwijs in alle scholen meetbaar en merkbaar verbetert. Voor de duur van dit project wordt rekening gehouden met een investering van € 84.000,-. (14 scholen x € 6.000,-) per jaar. Het tweede project is de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam (KBA) waarin alle Siriusscholen participeren. Door de intensieve samenwerking met de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO), wordt twee jaar lang systematisch gewerkt aan een duurzame kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Voor het jaar 2010 heeft De gemeente Amsterdam 80% vergoedt van de ingediende begrotingsuitgaven. Sirius draagt zelf 20% bij. Voor het jaar 2011 is de begroting is rekening gehouden met een eigen bijdrage van 50%, dit bedraagt gemiddeld € 50.000,- per school ofwel € 700.000,- voor 14 scholen. Hierbij is uitgegaan van gemiddeld € 100.000,- aan totale lasten per school. Daar kwaliteitsverbetering in de komende jaren centraal staat, wil Sirius blijvend investeren in verbetering en borging van de kwaliteit. Voor de jaren 2012 tot en met 2014 wordt totaal € 1.7 miljoen geïnvesteerd die over de drie opeenvolgende jaren als volgt is verdeeld: 2012: € 700.000,-, 2013: € 500.000,- en 2014: € 500.000,-. Vanaf 2015 verwachten we dat er incidenteel extra investeringen nodig blijven. VVE Door participatie in de VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) beoogt Sirius om de leerlingresultaten in de onderbouw te verbeteren. Stadsdeel Zuidoost heeft VVE tot beleidsprioriteit verheven. De kwaliteitsimpuls van stadsdeel zuidoost maakt het voor de scholen mogelijk om kwalitatieve verbeteringen aan te brengen in de vroegschool activiteiten.
7
De experimentele voorschool plus die aan de Van Houte is verbonden wordt vanuit het stadsdeel gesubsidieerd. Doelstelling is om peuters, die op reguliere peuterspeelzalen voorschool tot handelingsverlegenheid aanleiding geven, na een tijdelijke opvang in de voorschool plus naar de reguliere basisschool te laten doorstromen.
Schakelklassen Sedert 2006 stelt de Gemeente Amsterdam in het kader van achterstandenbeleid, middelen beschikbaar voor schakelklassen. In een schakelklas krijgen leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal, een jaar lang intensief taalonderwijs in een aparte klas. Voor schooljaar 2010/2011 telt Sirius 5 schakelklassen waarvoor € 130.000,- wordt verstrekt door de gemeente Amsterdam. Naar verwachting maken we aanspraak op hetzelfde subsidiebedrag voor de komende jaren. Brede school Middels de brede school wordt door deelname van leerlingen aan naschoolse activiteiten nagestreefd dat hiermee de ontwikkelingskansen vergroten en de talentontwikkeling vorm krijgt. Deelname aan de brede school, die door het stadsdeel wordt gesubsidieerd en door het projectenbureau gecoördineerd, betekent voor een school dat de interne coördinatie op jaarbasis voor € 5.200,- wordt vergoed. De school wordt geacht om zelf een even grote investering te doen in de interne coördinatie. Daarnaast is er per school voor clusteractiviteiten in het kader van de Brede School op jaarbasis € 20.000,- beschikbaar. Zorg Hieronder verstaan we dat alle scholen alle kinderen in staat stellen hun kwaliteiten optimaal tot ontwikkeling te brengen. De kwaliteitszorg moet op alle scholen conform richtlijnen van de onderwijsinspectie voldoende zijn. Hiervoor is een speciaal zorgbudget beschikbaar dat door het samenwerkingsverband over de diverse besturen wordt verdeeld. Voor het zorgbudget wordt afgerond € 70.000,- uitgetrokken conform voorgaand schooljaar. Afhankelijk van het beleid van de gezamenlijke schoolbesturen zal de komende jaren blijken of deze gehandhaafd blijven. Passend onderwijs Passend onderwijs is voor Sirius een aanbod aan onderwijs en begeleiding, voorzieningen en structuren, dat erop is gericht optimale ontwikkeling van alle leerlingen onder gunstige condities en ingebed in een sluitende, functionele en effectieve samenwerking te realiseren. Passend onderwijs is voor Sirius vooral goed onderwijs. Onderwijs dat tegemoet komt aan de verschillen tussen leerlingen. CITO scores Uitgaande van twee opeenvolgende 3 jarenanalyses (2006-2007-2008 en 2008-2009-2010) en vergelijking van de scholen met vergelijkbare scholen in het land (zelfde schoolgroep) is de standaardscore verslechterd met 0,4 punt. De achterstand ten opzichte van vergelijkbare scholen bedraagt nu 1,7 punt. Uit de 3 jarenanalyses volgt dat 6 scholen in 2008-2009-2010 een betere standaardscore realiseerden. Daarentegen realiseerden 7 scholen een slechtere standaardscore. Kijkend naar de 3 jarenanalyse 2008-2009-2010 blijkt dat 4 scholen beter scoren dan het gemiddelde van vergelijkbare scholen en 9 scholen slechter. Bij een vergelijking met het landelijk gemiddelde in plaats van met vergelijkbare scholen is de achterstand van de scholen van Sirius op de leerprestaties nog groter. Vergelijking drie-jarenanalyses (in procenten): CITO-eindtoetsonderdeel Verbetering verslechtering Taal Rekenen/wiskunde Studievaardigheden Wereldoriëntatie
- 0,3% - 0,6% + 0,1% + 0,9%
resultaat Sirius 2008-2009-2010 en vergelijkbare scholen Nederland - 0,9% - 4,0% - 2,8% - 2,8%
Het is de verwachting dat het KBA project en Omdat Elk Kind Telt, die beiden past recent zijn gestart, in de periode 2011-2015 hun vruchten afwerpen, resulterend in verbetering van de resultaten op de CITO eindtoets.
8
Kwaliteitsmonitor Doelstelling van de monitor is om bij te dragen aan de verbetering van de taal- en rekenprestaties van de leerlingen, doordat de monitor zicht geeft op rendement en leerwinst. De monitor wordt gebaseerd op de toetsresultaten die reeds beschikbaar zijn; in incidentele gevallen zal er een toets worden toegevoegd. De toetsresultaten worden afgezet tegen de prestatiedoelstellingen die Sirius zich stelt. Voor een belangrijk deel worden deze doelstellingen van buiten de organisatie aangedragen; denk aan de inspectie en de lokale overheid. De uitvoering van de monitor is specialistenwerk en zal extern worden uitbesteed.
6. Personeel Aantal personeel De inzet van formatie is geheel afhankelijk van de beschikbaar gestelde middelen. De toegezegde structurele middelen van OCW en lokale overheden bieden geen ruimte om hier substantieel in uit te breiden. Gezien de geprognosticeerde lichte daling in leerlingaantallen en daarmee gepaard gaande bekostiging voor personeel, wordt voor de komende jaren uitgegaan van een formatie van gemiddeld 310 Fte. In onderstaande tabel wordt de formatie van de stichting weergegeven zoals voor de komende jaren is begroot.
Veel inspanningen en middelen zijn bij stichting Sirius gericht op de kwaliteitsverbetering van het onderwijs door medewerkers extra te scholen en te begeleiden. Daarnaast streeft Sirius naar een continue instroom van jonge ambitieuze leerkrachten waarmee de uitstroom van leerkrachten die met FPU gaan, wordt opgevangen Om deze doelstellingen te realiseren, zijn de volgende projecten gestart. OPLIS De scholen van Sirius zijn een samenwerkingsverband aangegaan met de Hogeschool van Amsterdam, educatieve faculteit waarbij toekomstige leerkrachten worden opgeleid binnen de scholen van Sirius. Het doel van dit project is om de kwaliteit van de instroom van nieuwe leerkrachten te verbeteren. Vanuit HvA krijgen wij € 25.000,- voor training en begeleiding. Daarnaast krijgen de scholen € 100,- per leerling uit het P&A budget om te besteden aan onderwijsondersteunend personeel. Daarnaast is uit hetzelfde budget € 112.000,- bestemd voor nascholing ten behoeve van alle scholen gezamenlijk. Kweekvijver In samenwerking met de andere schoolbesturen voor openbaar onderwiijs Amsterdam is een kweekvijver gestart voor personeel met ambitie en capaciteiten voor een toekomstige directiefunctie Sirius participeert in deze kweekvijver. De kosten van een kandidaat in de kweekvijver zijn ongeveer €10.000 per persoon. Dit wordt vooralsnog bekostigd uit subsidie van het Amsterdam Platform Onderwijsarbeidsmarkt (APO). Na 2010 wordt het APO opgeheven en zullen we de kosten zelf moeten dragen. Kwaliteit en deskundigheid personeel (kwaliteitstrajec)t De competentie ontwikkeling van leerkrachten wordt deels bekostigd uit KBA middelen tot 2011. Na deze periode wordt deze bekostigd worden uit de voorziening kwaliteitstraject voor personeel. Sirius heeft een voorziening voor personeel gevormd waaruit middelen kunnen worden onttrokken om de kwaliteit van het personeelsbestand te verbeteren en te continueren. De middelen worden o.a.
9
aangewend voor het verhogen van competenties bij medewerkers, bevorderen van deskundigheid en bij het ontstaan van frictie in het functioneren zoals loon- of uitkeringskosten, begeleidingskosten, juridische ondersteuning bij gerechtelijke procedures en assessments. Daar Sirius een schoolbestuur is met een hoog risicoprofiel ten aanzien van personeel, is besloten om de voorziening in 2009 naar een aanvaardbaar niveau te brengen. Per 30-6-2010 bedroeg de stand van deze voorziening € 1,7 mln. In de komende jaren loopt deze voorziening af. Flexpool De afgelopen jaren blijkt er behoefte te zijn aan flexibele formatie (flexpool) Tegenvallers zoals onverwachte boventalligheid, niet ingevulde vacatureruimte of kort-tijdelijke ziekteverzuim kan ermee worden opgevangen. Om de flexpool te realiseren is samenwerking met Vervangingsfonds en gezamenlijk invalpool Bureau Inzet noodzakelijk. Het streven van Sirius is om de komende jaren een flexpool van ongeveer 8 tot 9 Fte kunnen realiseren. De loonkosten van deze mensen kunnen niet volledig worden gedekt door declaraties bij het vervangingsfonds. De inschatting is dat het om ongeveer de helft van de loonkosten gaat ten bedrage van € 240.000 voor 8 tot 9 Fte per jaar. Instroom gekwalificeerd personeel/Starters Sirius kent een opvallend hoog aantal medewerkers in leeftijdscategorie 50-59. Om een meer evenwichtige samenstelling van het medewerkersbestand te krijgen qua leeftijd is het project “Starters” gestart in schooljaar 2088/2009. Dat dit project succesvol is geweest blijkt uit de daling van de GGL van 48,7 per 1-8-2007 naar 43,97 per 1-8-2009. Sirius wil dit project dan ook continueren voor de komende 4 jaren. Voor de komende twee jaar zijn middelen beschikbaar vanuit de saldi compensatieregelingen, afhankelijk van de omvang van het project. Naar verwachting zullen de overige jaren bekostigd worden uit de te verwachten onderbesteding van de formatie. Convenant actieplan leerkracht De sociale partners in het onderwijs en de minister van OCW hebben afspraken over het aantrekkelijker maken van het beroep van leraar. Deze afspraken zijn vastgelegd in het convenant leerkracht van Nederland. De inzet van middelen die hiermee gemoeid zijn, vertaalt zich in een snellere salarisgroei voor leraren (inkorting salarisschalen) en in meer leraarsfuncties op een hoger functieniveau (functiemix). De kosten voor inkorting salarisschalen worden normatief vergoed door het Ministerie van OC&W en hebben voor Sirius geen financiële consequenties. De kosten voor functiemix worden voor 75% vergoed door het Ministerie van OC&W. De overige 25% zal Sirius uit eigen middelen bekostigen; dit bedraagt circa 1% van de personele lumpsum. Als Sirius te weinig leerkrachten heeft die op korte termijn kunnen doorgroeien naar een LB functie, dan zal hiermee rekening gehouden worden bij de werving en selectie van nieuwe leerkrachten. Arbeidsvoorwaarden In het kader van aantrekkelijk werkgeverschap is op stedelijk niveau onderzocht of het mogelijk is de werknemers extra arbeidsvoorwaarden aan te bieden. Rekening houdend met de beschikbare middelen, heeft Sirius de volgende secundaire arbeidsvoorwaarden aangeboden voor tenminste 4 jaar - Collectieve verzekering IPAP (Loyalis). Dit is een verzekering tegen inkomensverlies bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Op jaarbasis bedragen de kosten € 35.000 - Reiskosten. Een aanvulling op de reiskosten die medewerkers maken die verder weg wonen De kosten bedragen circa €7.000 per jaar en voor Sirius als werkgever kent deze regeling geen extra lasten.. - Sportschool om medewerkers te stimuleren meer te bewegen een bijdrage geven bij een abonnement op de sportschool. € 12.000 per jaar.
10
7. Huisvesting Sirius streeft naar goed geoutilleerde schoolgebouwen waarbij begrippen als duurzaamheid, aantrekkelijkheid, kostenbeheersing, doelmatig medeverbruik op gebied van energie en schoonmaak terug te vinden zijn in een schoolgebouw. Om deze doelen te realiseren worden de volgende activiteiten in deze planperiode uitgevoerd. Huisvestingsplannen In de komende jaren staat een aantal nieuw- en verbouwplannen op de agenda. De argumentatie van deze plannen hebben betrekking op de functionaliteit en technische veroudering zoals het ontbreken van dubbelglas en geïsoleerde daken, oude energieverslindende verwarmingsinstallaties en TL verlichting, achterstallig onderhoud en dergelijke. Na realisatie van alle eerder genoemde zaken voldoen de gebouwen aan de eisen die thans aan onderwijsgebouwen worden gesteld in het kader van wet- en regelgeving. In de plannen wordt er vanuit gegaan, dat ze gerealiseerd worden in de aankomende jaren 2011-2015. Vanuit het stadsdeel is er in 2007 een optimaal scenario IHP (Integraal Huisvestingsplan Onderwijs) geschreven, Hierin staan acties in opgenomen die het stadsdeel wil realiseren tussen 2007-2017 incl. bijbehorende budgetten. Het IHP voorziet in voorzieningen die buiten de reguliere jaarlijkse huisvestingsvoorzieningen vallen, deze zijn o.a. : vervangende nieuwbouw voor de Cornelis Jetses (budget: € 1,385.750,-), de Holendrecht (budget: € 1.724.130,-) en het realiseren van nieuwe gymzalen (4x budget € 747.536,- per zaal). Maar ook ten behoeve van uitbreiding van scholen incl. eerste aanschaf van meubilair. Daarnaast staan er ook vaste budgetten opgenomen voor de bouwkundige voorzieningen voor de Bede School activiteiten, deze budgetten zijn minimaal € 125.000,- per school c.q. per cluster van minimaal twee scholen, totaal budget voor de Brede School is rond de € 1.950.000,-. In 2012 zullen alle scholen/clusters uitgerust zijn met een eigen Brede School ruimte. Het Stadsdeel werkt op dit moment aan een nieuwe IHP. Naar verwachting is dit gereed in februari 2011. Huisvestingsprogramma (HVP) Voor dit programma geeft huisvesting gebreken aan die voor kosten komen van het stadsdeel, dit betreft alleen bouwkundige zaken die aan de buitenzijde van het schoolgebouw dienen te worden hersteld. Zoals aan gevels, daken, (nieuwe) buitenbergingen, herstellen openbare terreinen etc. Het budget varieert per jaar maar ligt tussen de € 500.000,- en € 2.200.000,-. Meerjarenonderhoudplan (MOP) Voor het uitvoeren van groot onderhoud heeft Sirius een meerjarenonderhoudplan 2008 - 2017 laten opstellen door adviesbureau Boelsma, Ontwerp en Advies (BOA). De meerjarenonderhoudsplannen voor de scholen zijn op basis van de criteria “sober en doelmatig” vastgesteld in 2008. Voor de periode 2008- 2017 (10 jaar) dient € 3.535.669,- gereserveerd te worden conform MOP. Jaarlijks wordt € 200.000,- toegevoegd aan de voorziening groot onderhoud. In de MOP is 10% opgenomen voor onvoorziene uitgaven/ calamiteiten. Klein onderhoud Het budget voor klein onderhoud voor de schoolgebouwen wordt bekostigd uit de materiële instandhouding van de Overheid en wordt volgens normbegroting toegevoegd aan de schoolbegrotingen. Eventuele tekorten zullen worden gedekt uit overige lumpsumbudgetten of schoolreserves. Brede Scholen Om de brede talentontwikkeling de komende jaren structureel vorm te geven streeft Sirius ernaar dat alle Sirius scholen deel uit maken van de Brede schoolclusters. Sirius is in augustus 2010 gestart op drie locaties met verbouwingen ten behoeve van de Brede School. De kosten voor bouwkundig deel worden vergoed door het stadsdeel (zie tekst boven). Kosten voor inrichtingen (gebruiksvoorwerpen ten behoeve van de Brede School voor de leerlingen) worden door Sirius gedragen. Deze kosten variëren sterke en zijn per Brede School activiteit verschillend. In de komende jaren is rekening
11
gehouden met een eigen investering van € 5.000,- per Brede School. Er zullen rond de tien Brede School ruimtes worden gecreëerd.
8. ICT Digitale uitwisseling met overheden en het glasvezelnetwerk Het onderwijs wordt vanuit verschillende invalshoeken geconfronteerd met digitalisering. Ook in ondersteunende sfeer wordt in hoog tempo meer en sneller informatie gevraagd. Het Ministerie van OCW laat bijvoorbeeld de leerling-telling, de maandelijkse groeitelling en de bekostiging van zgn. rugzak-leerlingen vanaf 1-10-2010 uitvoeren door BRON. Hiertoe leveren de scholen vanuit hun eigen registratiesysteem (in de meeste gevallen ESIS) de leerlinggegevens met een tweewekelijkse frequentie digitaal aan bij BRON. Niet goed aanleveren c.q. niet op orde hebben van het eigen registratiesysteem heeft vanaf oktober 2010 consequenties voor de bekostiging. De gemeente Amsterdam heeft een glasvezelnetwerk laten aanleggen waar de schoolbesturen, die zich verenigden in de stichting BOA, gebruik van maken. Hiermee zijn de voorwaarden gecreëerd voor optimalisering van het dataverkeer (noodzakelijk voor digitale uitwisseling), voor een inhoudelijke kwaliteitsslag en voor het realiseren van besparingen (VOIP en digitale TV). Hiertoe heeft Sirius een contract voor drie jaar (vanaf 1-11-2010) afgesloten met Unilogic, een ICT dienstverlener voor internetdiensten, programmering, werkplekautomatisering en onderhoud. Het afsluiten van dit contract betekent tevens dat alle scholen vanaf november 2011 dezelfde ICT-dienstverlener hebben. De kosten bedragen gemiddeld € 56.000 per jaar die binnen het budget van de scholen zijn begroot. Digitale uitrusting van de school Sirius streeft naar onderwijs op maat dat gebruik maakt van didactische en technische mogelijkheden van ICT. De scholen zetten in steeds meer groepen en frequenter de computer in als ondersteuning voor het onderwijsleerproces. Het digitale schoolbord heeft zijn plaats veroverd in de klas. Methoden bieden standaard software aan die gebruik maken van het digibord. Externe didactische expertise vult de kwaliteiten van de leerkrachten steeds vaker aan. Voor de uitstraling naar ouders en omgeving is de uitrusting van klaslokalen met digiborden een must. Optimale inzet van het digibord vereist een investering van € 40.000,- op jaarbasis. Monitor Teneinde de ontwikkeling van de verbetering van de prestaties van de scholen te kunnen volgen, zal een kwaliteitsmonitor worden ontwikkeld. Hierbij gaat het er enerzijds om toegang te krijgen tot de data die in diverse systemen beschikbaar zijn en anderzijds om de presentatie van deze data afgezet tegen de normen die Sirius hanteert. De kwaliteitsmonitor dient als een verantwoordingsinstrument van de scholen naar het bestuur, inspectie en overheden. De monitor wordt ook gebruikt om managementinformatie te verschaffen aan belanghebbenden. De ontwikkeling van de kwaliteitsmonitor zal uitbesteed worden. De kosten hiervan worden geraamd op € 30.000,-
12
9 Financiën Administratieve organisatie en interne beheersing Een deugdelijke administratieve organisatie is van belang om op de juiste wijze financiële verantwoording te kunnen afleggen en daardoor een goedkeurende accountantsverklaring te verkrijgen. De financiële processen en procedures van Sirius zijn vastgelegd in het handboek van de stichting. Dit handboek is in 2010 geactualiseerd en waar nodig bijgesteld. In dit handboek zijn o.a. de taken, bevoegdheden en de verantwoordelijkheden met betrekking tot het te voeren financieel beleid verder uitgewerkt. Bevoegdheden van het bestuur en management zijn expliciet vastgelegd in het managementstatuut en dienen als basis voor een weloverwogen inbedding van het financieel beleid. Begrotingen worden ingezet als sturingsinstrument voor de beheersing van activiteiten Reserves en voorzieningen worden bewust gevormd en onderbouwd met meerjarenplannen. Afwijkingen worden geanalyseerd en er wordt bepaald of er aanvullende actie noodzakelijk is om op koers te blijven. Naast de sturing op geld wordt ook gerapporteerd over de resultaten op gebied van beleid en strategie, personeel, huisvesting en overige processen. Planning en control Voor het voeren van een goed financieel beleid werkt Sirius met een planning- en controlcyclus. De (meerjaren)begrotingen, kwartaalrapportages en jaarverslagen maken hier onderdeel van uit. Onze doelstellingen zijn verder geformuleerd in het meerjarenbeleidsplan, de uitvoeringsplannen en de schoolplannen. Middels (financiële) kwartaalrapportages wordt beoordeeld of de realisatie van baten en lasten synchroon loopt met de door het bestuur geaccordeerde begroting. Hierover wordt op kwartaalbasis gerapporteerd aan het bovenschools management en bestuur. In de inhoudelijke toelichting wordt verantwoording afgelegd over de rechtmatigheid van bestedingen. Risicoanalyse en kengetallen Risicoanalyse Het voeren van een verantwoord beleid en daarmee het tijdig signaleren van de bedrijfsrisico’s is een essentiële voorwaarde voor de sturing, verantwoording en continuïteit van de organisatie. De controllerfederatie, (controllers van 5 schoolbesturen) heeft besloten om in samenwerking met VosAbb een objectieve risicoanalyse en risicoprofiel te ontwikkelen voor het eigen bestuur. Deze analyse moet een inzicht geven in het benodigd eigen vermogen van de stichting in relatie tot de geïdentificeerde risico’s over meerdere jaren. De risico’s zijn op te splitsen in kwantificeerbare en niet-kwanitificeerbare risico’s. Bij een kwantificeerbaar risico is de impact goed te bepalen en kan een onderbouwde voorziening worden getroffen. Sirius heeft voor de kwantificeerbare risico;s de volgende voorzieningen getroffen: • voorziening groot onderhoud huisvesting • voorziening jubilea • voorziening ouderschapsverlof • voorziening kwaliteitstraject personeel • voorziening malus trede-indeling Vervangingfonds De niet-kwantificeerbare risico;s worden geanalyseerd door middel van een kans- en impactbepaling. Deze risicoanalyse is in juni 2010 uitgevoerd op basis van een impactbepaling door het bovenschools management van Sirius en de kansbepaling is door VosAbb met alle schooldirecteuren uitgevoerd. In de analyse zijn de hoofdgroepen: leerlingen, kwaliteit van het onderwijs, organisatie en financiën en gebouwen en activa betrokken Uit de risicoanalyse kwam het volgende naar voren dat het gebied personeel het hoogste scoort onder de risicofactoren. De volgende onderwerpen scoorden hoog en vragen de meeste aandacht: • Kwaliteit van het onderwijs • Kwaliteit en deskundigheid van het personeel • De instroom van gekwalificeerd personeel
13
Kwaliteit van het onderwijs Sirius is zich al jaren goed van bewust dat de kwaliteit van het onderwijskundig beleid een risico vormt. Al in 2008 is Sirius met een drietal scholen gestart met het kwaliteitsverbetertraject waarbij het pedagogisch-didactisch handelen als indicator is opgenomen. In 2009 namen alle school deel. Daarnaast nemen alle scholen (behalve 2) deel aan het rekenproject “Omdat Elk Kind Telt” (OEKT). De CITO scores laten een lichte verbetering zien ten opzicht van voorgaande jaren. Kwaliteit en deskundigheid van het personeel Een zeer belangrijk element om kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en te waarborgen is deskundig personeel. Kwaliteitsverbetering van het professioneel handelen van het personeel is het belangrijkste aandachtspunt binnen het personeelsbeleid, waarbij de schooldirecteur een cruciale rol speelt. Ook in nu en in de komende jaren wordt hier veel aandacht aan besteed met intensieve coaching en training. Daarnaast ondersteunen de directeuren elkaar via intervisiegroepen. Voor leerkrachten die niet kunnnen of willen voldoen wordt een traject ingezet. Er is speciaal geïnvesteerd in de kwaliteitsverbetering van het personeel door een voorziening kwaliteitstraject te treffen. De instroom van gekwalificeerd personeel De gewogen gemiddelde leeftijd (GGL) van het personeel van Sirius is aanmerkelijk hoger dan het landelijk gemiddelde maar is wel dalend. Op 1 oktober 2007 was de GGL 48,7, op1 oktober 2008: 44,8, een jaar later 43,97. Het landelijk gemiddelde ligt al jaren op 40,2. Per teldatum 1-10-2009 was 34% van het personeel 55 jaar en ouder. Om verzekerd te zijn van gestage instroom van gekwalificeerde nieuwe medewerkers is in het schooljaar 2008-2009 gestart met het project Starters. Dit traject zal in de komende jaren worden gecontinueerd. Kengetallen In opdracht van de Ministerie van OCW is de commissie Don ingesteld. Deze commissie heeft de taak gekregen een onderzoek uit voeren naar de financieringsstructuur en financiële risico’s van alle onderwijsinstellingen. In januari 2010 heeft OCW de aanbevelingen uit het rapport van Commissie Don overgenomen. De commissie Don heeft vastgesteld dat een doelmatiger financieel beleid ruimte schept voor versterking in het onderwijs. In haar rapport heeft de commissie Don een beoordelingskader aangereikt met kengetallen en nieuwe signaleringsgrenzen. Behalve voor het bestuur is het beoordelingskader ook ontwikkeld als instrument voor zowel het decentrale toezicht als dat van de inspectie. De toezichthouders hebben handvatten om een doelmatige inzet van het onderwijsgeld bespreekbaar te maken met het bestuur, en eventueel om excessief spaarbedrag of overmatige voorzichtigheid ter discussie te stellen. Centrale begrippen in het rapport van de commissie Don zijn vermogensbeheer en budgetbeheer. Dit kader is voor het bestuur van Sirius vertrekpunt voor de monitoring ten aanzien van het financieel beleid. Sirius sluit daarmee aan bij de landelijke aanbevelingen van de Commissie Don. In onderstaand schema is het vermogensbeheer en budgetbeheer in kaart gebracht Norm Sirius 1-1-2011 Vermogensbeheer 1. Solvabiliteit 2. Kapitalisatiefactor
Budgetbeheer 1. Current ratio 2. Rentabiliteit
Gewenst resultaat in 2015
EV + voorzieningen/Totaal balans Totaal vermogen – G&T¹/ Totaal baten
≥ 20% ≤ 35%
52% 48%
45% 30% - 35%
Vlottend activa/vlottend passiva Exploitatieresultaat / Totale baten
0,5 – 1,5 0% - 5%
3,7 0,4%
2 2,5%
¹G&T = boekwaarde gebouwen en terreinen
14
Vermogensbeheer Voor de solvabiliteit is geen bovengrens vastgesteld, derhalve wordt uitgegaan van het huidig resultaat, namelijk dat bezittingen voor gemiddeld 50% worden gefinancierd met eigen vermogen. Voor het bepalen van de investeringscapaciteit, adviseert commissie Don om eerst de behoefte aan kapitaal (activa-zijde) te bepalen om vervolgens te kijken hoe je dit gaat financieren (passiva-zijde). Voor de financiering van het benodigde kapitaal moet daarbij niet het eigen vermogen (weerstandsvermogen) als uitgangspunt worden genomen. Voor het beheren van het vermogen is op advies van Commissie Don het kengetal weerstandsvermogen vervangen door kapitalisatiefactor. De kapitalisatiefactor wordt gehanteerd als kengetal om te signaleren of een onderwijsinstelling zijn kapitaal al dan niet efficiënt benut. De kapitalisatiefactor van Sirius bedraagt per 1-1-2010 48% en ligt boven de norm van 35%, dit impliceert dat Sirius het beschikbare kapitaal niet efficiënt benut voor de vervulling van zijn taken. Streven is het beschikbare kapitaal optimaal in te zetten wat leidt tot een gewenst resultaat van 35%. Sirius is gestart met de ontwikkeling van een allocatiemodel dat moet leiden tot een doelmatiger inzet en herverdeling van middelen bij formatie en overige aanverwante activiteiten. Daarnaast worden extra middelen uitgetrokken om uitvoering te geven het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs die in de komende jaren centraal staat. Budgetbeheer De current ratio van 3,7 ligt beduidend hoger dan de voorgestelde norm van 1,5. Dit impliceert dat Sirius ruimschoots aan direct opeisbare verplichtingen kan voldoen en dat de stichting de geplande investeringen uit eigen middelen kan financieren. Naar verwachting zal de norm in de komende jaren dalen tot gemiddeld 2 mede door uitvoering te geven aan de geplande meerjareninvesteringen en inzet van eigen middelen bij projecten. De huidige rentabiliteit van Sirius ligt binnen de signaleringsgrenzen (0-5%) die de commissie Don hanteert. De rentabiliteit, gezien in samenhang met de solvabiliteit, biedt ruimte om extra middelen in te zetten.
15
10. MEERJARENBEGROTING 2011 - 2015
16
17
Het resultaat uit bedrijfsvoering vertoont een daling vanaf 2011. Dit wordt vooral veroorzaakt door de aangekondigde bezuinigingsmaatregelen waaronder afschaffing Bestuur & management vergoeding (B&M) en een daling in leerlingaantallen. Ook de afname in bruidschatvergoeding en de afloop van bijdrage in KBA project door DMO (2010 en 2011) hebben hierop invloed. Door de investeringen in het blijvend verbeteren en het borgen van de kwaliteit komt het totaal financieel resultaat in 2011 en de volgende jaren negatief uit. Dit resultaat wordt onttrokken aan de algemene reserve. Onduidelijk is nog in hoeverre Sirius kan rekenen op toekomstige incidentele subsidies waaruit de weggevallen middelen gefinancierd kunnen worden. In 2012 zullen maatregelen worden geformuleerd om de tekorten voor de jaren 2013 en 2014 zoveel mogelijk terug te brengen, zodat het resultaat uit bedrijfsvoering nul is.
10.1. Toelichting baten Rijksvergoeding OCW De belangrijkste structurele inkomstenbron komt van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW). Deze financiert volgens de Wet op het Primair Onderwijs (de WPO) het onderwijs. Uit deze inkomstenbronnen kunnen weinig bestuurlijke keuzes gedaan worden omdat het een reguliere bekostiging betreft. De personele lasten bedragen circa 85% van de totale inkomsten. Hierdoor rest 15% voor invulling van overige beleidskeuzes. De Rijksvergoeding OC&W bestaat uit de volgende inkomsten: • Normatieve rijksbijdragen OCW • Personeel- en Arbeidsmarkt • Materiële Instandhouding Voorheen kende de rijksvergoeding OCW ook de vergoeding voor Bestuur en Management. Met ingang van 1 augustus 2010 is deze vergoeding komen te vervallen. Normatieve rijksbijdragen OCW Onder de normatieve rijksbijdragen zijn de personele lumpsum, de leerling-gebonden financiering LGF) en de compensatie en impulsregeling opgenomen. De personele inkomsten zijn gebaseerd op de leerling-telling 1 oktober 2010, een prognose voor de ontwikkeling van het leerlingaantal in de jaren daarna en de thans bekende inkomstenstromen. Sinds 2006 is er een gewijzigde regeling van kracht om gewicht aan leerlingen toe te kennen. Werd voorheen vooral gekeken naar afkomst van de ouders / verzorgers van de kinderen, bij de nieuwe regeling is alleen nog het opleidingsniveau van de ouders bepalend. Ook de gewichtscategorieën zijn teruggebracht van 5 naar 3. Om de mogelijke negatieve effecten die het wijzigen van deze regelgeving op de lumpsum bekostiging van de scholen heeft ten opzichte van 2006 te compenseren, is er tevens in 2006 afgesproken om een compensatieregeling afbouwend in te stellen gedurende 4 jaar. Per 2010 is deze regeling vervangen door de impulsregeling, waarbij gekeken wordt of een school geografisch gezien in een impulsgebied ligt. Is dit het geval dan ontvangt de school per gewichtleerling een vast (landelijk) bedrag. Voor Sirius zijn deze wijzigingen in regelgeving, gezien de samenstelling van de leerlingenpopulatie (verhoudingsgewijs veel allochtone kinderen), ongunstiger voor de bekostiging. Dit blijkt ook uit de daling in de compensatie (zowel compensatie als impuls) die in 2010 - 2011 € 1.860.000 bedraagt tegenover € 1.935.000 in 2009 - 2010. De LGF financiering betreft een vergoeding voor geïndiceerde leerlingen, dit zijn leerlingen die als gevolg van een handicap, extra zorg nodig hebben. Door een bezuiniging op de LGF financiering is dit budget ook bijgesteld. De bezuiniging betreft een verlaging van het bedrag voor ambulante begeleiding van 13,6% binnen de LGF. Het schooldeel van het rugzakje in het SBO wordt verlaagd met ruim € 4.200,-. Volgens de laatste plannen wil het Ministerie van OC&W de middelen voor LGF rechtstreeks toekennen aan de samenwerkingsverbanden, hetgeen een herverdeling van middelen inhoudt. Sirius houdt rekening hiermee bij de omvang van tijdelijke aanstellingen. Personeel - en Arbeidsmarkt De Personeels- en Arbeidsmarktbeleid (P&A) vergoeding bestaat uit een vast basisbedrag per school en een vergoeding per leerling. Deze vergoeding wordt conform het beleid van Stichting Sirius in de bovenschoolse exploitatie geadministreerd en dient ter afdekking van personele risico’s, formatie en overige personeelsgerelateerde zaken, waaronder nascholing. Van dit budget krijgen de scholen € 100,- per leerling voor managementondersteunende functies en deskundigheidsbevordering
18
Materiële Instandhouding De vergoeding Materiële Instandhouding (MI) is bedoeld ter dekking van de materiële exploitatiekosten op schoolniveau en wordt gesplitst in een groepsafhankelijk en een leerlingafhankelijke vergoeding. De bedragen voor deze vergoedingen zijn afhankelijk van het aantal leerlingen, het aantal groepen, het schoolgewicht en het aantal NOAT (Nederlands Onderwijs aan Anderstaligen) leerlingen. Voor jaren 2011 t/m 2015 is gemiddeld 2,1 mln aan budget MI opgenomen. Bestuur en Management De vergoeding Bestuur en management bestaat uit een vast bedrag en een bedrag per leerling. Het budget wordt geheel ingezet voor het faciliteren van het bestuursbureau. In het kader van bezuinigingen bij het Ministerie van OC&W is met ingang van 1 augustus 2010 de vergoeding voor B&M stopgezet. Dit houdt in dat de bovenschoolse afdracht van de scholen verhoogd wordt om het tekort in bekostiging van het bestuursbureau op te vangen. Overige overheidsbijdragen Onder de overige overheidsbijdragen is de bruidsschatvergoeding opgenomen, die in 2012 afloopt zoals onderstaand overzicht laat zien.
De vergoeding “inkomsten loonkosten OOP” betreft een regeling van het CFI waarbij op aanvraag subsidie wordt verstrekt voor het op reguliere basis aanstellen van een conciërge of administratieve ondersteuning. Deze regeling wordt vervalt met ingang van 1 augustus 2012.
Overige baten Deze baten betreffen diverse inkomsten die in onderstaand overzicht zijn opgenomen.
De personele inkomsten betreffen voornamelijk de inkomsten voor gedetacheerd personeel.
Gesubsidieerde projectbaten De gesubsidieerde projectbaten bestaan uit diverse projecten. Voor een toelichting wordt verwezen naar bijlage 1, bldz 25.
19
10.2. Toelichting lasten Personele lasten Met ingang van de lumpsum systematiek worden de salarislasten van het Onderwijzend Personeel (OP), de directie en het Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP) bovenschools beheerd. De personele risico’s worden afgedekt op bestuursniveau. De scholen krijgen op basis van het formatieplan een budget en werken door het jaar heen met Fte’s en niet met geld. Het prijsrisico wordt zodoende dus bovenschools afgerekend. Voor een verdere uitleg over deze rekensystematiek wordt verwezen naar het bestuursformatieplan 2010/2011. Bij de berekening van de salarislasten is rekening gehouden met de relevante salaristechnische wijzigingen uit het Convenant Aktieplan Leerkracht. Met als uitgangspunt de leerling-tellingen van 1 oktober 2009 en de leerling-prognose kan geconcludeerd worden dat het leerlingaantal op totaalniveau vanaf teldatum 1-10-2010 tot en met 110-2015 een daling vertoond van 22 leerlingen. Af- en/of toename van leerlingaantallen leidt ook tot wijziging van de Rijksvergoeding en bijstelling in formatieplaatsen. De overige personele lasten betreffen verder opbouw voorziening voor de verplichtingen: BAPO, jubilea, ouderschapsverlof en personeel kwaliteitstraject (fricties/knelpunten). Het ministerie van OC&W heeft dan ook bij de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) haar voornemen kenbaar gemaakt om de verwerking van de BAPO-regeling als periodekosten te regelen door een aanpassing van Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO). Deze aanpassing betekent in de praktijk dat de kosten van de BAPO-regeling in principe via de jaarlijkse exploitatie worden geraamd en niet meer als voorziening worden opgebouwd. Sirius heeft voor de komende jaren hierin voorzien door de lasten voor BAPO rechtstreeks via de personele lasten op te nemen en niet meer als opbouw voorziening. In tegenstelling tot voorgaande jaren, is geen opbouw voor kwaliteitstraject personeel (fricties-/knelpunten) opgenomen daar de huidige stand van de voorziening ( € 1,7 mln.) voorziet in de geraamde kosten voor de komende jaren.. Afschrijvingen Er wordt binnen Sirius gewerkt met een meerjareninvesteringsplan voor OLP, ICT en inventaris. De aanschaf van meubilair, ICT, OLP en overig inventaris wordt gedurende de vooraf vastgestelde gebruiksduur afgeschreven. De afschrijvingen vormen dan de lasten die jaarlijks in de schoolbegroting worden opgenomen. De begrote afschrijvingslasten zijn bepaald op basis van de huidige activa en de meerjaren investeringplanning per school die jaarlijks worden bijgesteld en deze worden lineair afgeschreven. De afschrijvingsduur voor OLP bedraagt 8 jaar, voor ICT gemiddeld 5 jaar en voor inventaris tussen de 20 en 10 jaar. Huisvestingslasten Tot de huisvestingslasten worden huur, energie, onderhoud, schoonmaak gerekend. Een belangrijks aandachtsgebied binnen het huisvestingsbeleid is het onderhoud aan de schoolgebouwen.In hoofdstuk 7 is het huisvestingsbeleid van Sirius uitgebreid toegelicht. Uit het meerjaren Onderhouds plan 2008 -2017 is afgeleid dat van de totale onderhoudskosten over een 10-jaarse periode afgerond 65% ten behoeve van groot onderhoud en 35% ten behoeve van preventief (klein) onderhoud zal worden besteed. De kosten voor groot onderhoud worden bovenschools afgedekt en daartoe wordt jaarlijks een dotatie aan de voorziening groot onderhoud gepleegd van € 250.000,-. In de MOP is 10% opgenomen voor onvoorziene uitgaven ter dekking van eventuele tegenvallers. In het meerjaren beleidsplan is extra aandacht geschonken aan het terugdringen van het energieverbruik. In dit kader zijn er een aantal maatregelen getroffen waaronder onderzoek door Enerdeco en onderhandelingen met het Stadsdeel Amsterdam Zuidoost, die nog niet voldoende geleid hebben tot een terugdringing van het energieverbruik. De gemeente Amsterdam is een pilotproject gestart voor de aanpak van de energie en het binnenklimaat van de basisscholen. Doel is het verbeteren van de binnenklimaat en terugdringen van energieverbruik. Sirius is in 2010 gestart met deelname aan het pilotproject met drie scholen, te weten; Tamboerijn, de Schakel en Nellestein. De bedoeling is de overige scholen in de komende jaren aan bod komen. Voor 2011 is rekening gehouden met de deelname van drie scholen met een eigen bijdrage van €120.000,-.
20
Overige instellingslasten Onder de post administratie en beheer vallen o.a. uitgaven voor administratie ( administratiekantoor, accountant), contributies en overige beheerskosten zoals telefoon, kopieerkosten, drukwerk, kantoorbenodigdheden, etc. De post overige bevat een raming t.b.v. inhuur van deskundigen op diverse beleidsterreinen ten bedrage van € 100.000,- per jaar. In deze post is ook is de eigen bijdrage van OEKT voor het bedrag van € 75.000,- en de eigen bijdrage voor Schakelklassen € 46.000,- verwerkt. Daarnaast zijn de begrote kosten voor medezeggenschap, buitenschoolse activiteiten zoals cultuureducatie, sportdagen opgenomen ten bedrage van € 81.250,-.. Leermiddelen De uitgaven voor onderwijsleerpakketten (OLP) betreffen normale dagelijkse exploitatiezaken in het kader van OLP zoals repro, bibliotheek, onderhoud en overige. Onder ICT zijn de begrote lasten voor dagelijkse automatiseringlasten en ICT lasten duurzaam opgenomen. Gesubsidieerde projectlasten Net als bij de gesubsidieerde projectbaten, wordt ook hier verwezen naar bijlage 1, bldz 25 voor een toelichting op de diverse projecten.
21
10.3 Bestuursbureau Het bestuur en management moeten in staat zijn de organisatie zodanig aan te sturen dat de in het meerjaren beleidsplan geformuleerde doelstellingen efficiënt worden gerealiseerd. De activiteiten voor bestuur, beheer en administratie worden opgevat als overheadtaken, die gericht zijn op het aansturen van interne- en externe schoolactiviteiten. Het bestuur heeft ervoor gekozen om de bepaalde risico’s waaronder jubilea, ouderschapsverlof, groot onderhoud huisvesting bovenschools af te dekken. De lasten van het bestuursbureau worden uit verschillende geldstromen bekostigd. In onderstaand overzicht zijn de baten en lasten voor het bestuursbureau separaat weergeven. Deze baten en lasten vormen een onderdeel van de totale meerjarenbegroting 2011-2015. van Stichting Sirius.
Voor de coördinatie met betrekking tot bepaalde huisvestingsvoorzieningen heeft een schoolbestuur de mogelijkheid een opslag van 8% voor kosten van coördinatie mee te nemen. Sirius heeft hiervoor als bate € 125.000 opgenomen. De personele lasten omvatten de loonkosten van de medewerkers op het bestuursbureau. De kosten voor BAPO, ouderschapsverlof en jubilea zijn ondergebracht onder overige personele lasten. De kosten voor voorziening groot onderhoud is verwerkt onder huisvestingslasten. Naarmate de middelen (B&M vergoeding, bruidschat) afnemen in de komende jaren zal de druk op de bovenschoolse afdracht hoger worden. In percentage uitgedrukt leidt deze verhoging tot gemiddeld 7%.in 2015 terwijl deze thans 4% gemiddeld bedraagt.
22
10.4 Meerjarenbalans 2011 - 2015
De solvabiliteit neemt toe als gevolg van het toevoegen van de bestemmingsreserve BAPO aan het eigen vermogen per 31-12-2010. De voorziening BAPO is ultimo 2010 voor hetzelfde bedrag afgenomen. De liquiditeitspositie neemt af door de forse investeringen in de verbetering van de kwaliteit alsmede door een afloop van de voorzieningen groot onderhoud en kwaliteitstraject. Door een afname in het resultaat en in de totale baten, valt de rentabiliteit lager uit dan de voorgestelde norm van commissie Don.
23
De kapitalisatiefactor is een voor het onderwijs nieuw begrip. Het geeft weer hoeveel kapitaal nodig is voor de bedrijfsvoering. Door een afname van de totaal vermogen en van de totale baten, nadert de kapitalisatiefactor de norm van commissie Don. Dit impliceert dat Sirius het beschikbare kapitaal efficiënt inzet. Sirius is voornemens om vanaf 2011 zoveel mogelijk bestemmingsreserves over te hevelen naar de algemene reserve en de voorzieningen die geen verloop in saldo’s vertonen, te laten vrijvallen ten gunste van de exploitatie. Uiteraard zal dit voornemen uitgevoerd worden conform de wettelijke voorschriften en geldende regels. Uit de meerjarenbalans blijkt dat de voorziening voor groot onderhoud afloopt conform MOP 2008 – 2017. Gezien de wijzigingen in regelgeving en prijsbijstellingen is Sirius voornemens om de huidige MOP 2008 – 2017 te actualiseren in 2012. Hieruit zal blijken of de hoogte van de voorziening aangepast moet worden. De voorziening BAPO ten bedrage van € 1.459.273,- is omgezet in bestemmingsreserve BAPO per 31-12-2010. Voor een uitgebreide toelichting hierover wordt verwezen naar hoofdstuk 10.2 “Toelichting lasten”.
24
10.5 Liquiditeitsprognose 2011 - 2015
25
26