een uitgave van de
Nederlandse Orgel Federatie voor het behoud van theaterorgels
Sprankelende en sfeervolle concerten met Gerwin van der Plaats
39e jaargang
nummer 1
maart 2009
AGENDA
NEDERLANDSE ORGEL FEDERATIE opgericht 6 oktober 1970 Len Rawle Govert Slagboom
President Erevoorzitter
Bestuur Reginald van Zaanen Fred Bratvogel Jaap Jonker Henk Wagenaar Bert-Jan de Waard Pieter Kroon
voorzitter secretaris penningmeester PR / alg. bestuurslid concertorganisatie alg. bestuurslid
Algemene Ledenvergadering Haarlem april zaterdag 4/4 11.00 uur Concerten:
Secretariaat Fr. Bratvogel Prins Willem Alexanderstraat 18 4441 AS Ovezande E-mail:
[email protected] Financiële- en ledenadministratie J. Hulsing Rosa Spierlaan 442 1187 PJ Amstelveen E-mail:
[email protected] Postbanknummer NOF : 225 2432 t.n.v. NOF- financiële administratie, Amstelveen De NOF is door de belastingdienst aangemerkt als ‘Algemeen Nut Beogende Instelling’ per beschikking van 01-01-2008. International Bank Account NOF (is gewijzigd!) IBAN: NL93 INGB 00022524 32 BIC: INGBNL2A
maart Pernis Haarlem Steenwijk
Wim Wegman zaterdag 7/3 Matthew Bason zaterdag 14/3 zondag 15/3
15.00 uur 20.00 uur
april Haarlem Steenwijk
Jean Martyn zaterdag 18/4 zondag 19/4
15.00 uur 20.00 uur
mei Haarlem Steenwijk
Eddy Ruhier zaterdag 16/5 zondag 17/5
15.00 uur 20.00 uur
15.00 uur
Toegangsprijzen bij NOF-concerten Leden (en in Haarlem donateurs v/h museum) € 8.65plus/pashouders € 10.Overige bezoekers € 12.tot 16 jaar GRATIS Groepskorting(en) in overleg met het bestuur. Op 7 maart a.s. in Pernis € 8.- (zie blz. 4) Toegangskaarten voor alle concerten koopt u bij de entree.
Schiedam Voor concerten in Schiedam, zie bladz. 7 en 8 Gratis toegangskaarten a.d. balie v/h theater
Post / kopij-adres NOF t.a.v. de redactie Postbus 313 4000 AH Tiel E-mail:
[email protected]
Oosterwolde Op zaterdag 25 april a.s. wordt in hotel-restaurant ‘De Zon’ een zwijgende film aan het orgel begeleid zie bladzijde 11 In Oosterwolde gelden andere toegangsprijzen
Website: www.nederlandseorgelfederatie.nl E-mail:
[email protected] ISSN 0927 - 9873 In dit nummer: Organisten in maart, april en mei President in concert(en) Organist in maart Terugblik Gerwin van der Plaats’ concerten E-mail over concerten, Echo Nieuw teamlid, Orgelconcerten elders Wat gebeurt er in Schiedam? Cd van Dudley Savage, Dordrecht In Memoriam Het AVRO-concertorgel Zwijgende film Oosterwolde, Weergever Toen en nu Jack Moelmann in de Radio City Music Hall Quartertone orgel Klank en de NOF Team Boskoop, Mystery Man
3 4 5 5 6 7 8 9 10 10 11 12/13 14/15 16/17 18/19 20
CONCERTADRESSEN: Amsterdam Theater Tuschinski, Reguliersbreestraat * Dordrecht Electroplast, Egstraat 1 * * Haarlem Kunkels Draaiorgelmuseum, Kuppersweg 3 Oosterwolde ‘De Zon’, Stationsstraat 1 * * * Pernis Geref. Jeugdgebouw, Burg. van Esstraat 34 Schiedam Theater A.d Schie, Stadserf 1* * * Steenwijk De Meenthe, Stationsplein 1 * * * * * *
nog niet gereed in opbouw geen NOF concert
TELEFOONNUMMERS: Amsterdam 020 - 69 51 439 J. Jonker Dordrecht 048- 75 14 134 P. Koppe Haarlem 020 - 61 02 348 J. de Boer Oosterwolde 051 - 14 72 360 J. Kooij Pernis 018 - 16 23 195 R. & J. de Vries Schiedam 010 - 24 62 555 Theater (algemeen) Steenwijk 052 - 15 15 537 B. van Rossum Team Boskoop 010 - 42 90 685 H. Spaan
Gastorganisten in maart, april en mei Matthew Bason
De eerstkomende maanden drie toppers aan onze orgels: alle drie goede bekenden met een geweldige reputatie! Omdat het nogal lang geleden is dat Matthew onze gast was nog even een paar feiten uit zijn carriére, beide andere organisten zijn nu zo vaak geweest, dat zij geen uitgebreide introductie behoeven. Matthew Bason, de jongste in dit gezelschap (1980), trad eerder op in ons land, de eerste keer in 2001. Hij begon op zijn zevende met de piano en vervolgde zijn muzikale opleiding aan de ‘Royal Schools of Music and Trinity College of Music’, London. Matthew heeft inmiddels een veelzijdige muzikale carrière want hij speelde onder andere piano en keyboard in jazzgroepen en in de cabaretwereld maar hij wordt ook vaak gevraagd als begeleider van koren en voor het afnemen van examens. Naast de piano bespeelt deze jonge musicus ook de cello, het orgelspelen heeft hij zichzelf aangeleerd.
Jean Martyn
Jean Martyn, een van de weinige vrouwelijke theaterorganisten, is de vrolijkste van het trio op deze pagina. Een concert met Jean is niet alleen genieten van muziek, Jean weet haar publiek ook met haar charmante optreden te boeien, het is serieuze beoefening van muziek met een ‘big smile’. Eddy Ruhier, de derde artiest in deze rij, schrijft veel muziek zelf, zijn manier van spelen is vlot en afwisselend. Eddy sluit, net als vorig jaar mei, het NOF-concertseizoen af. Uitvoerige beschrijvingen van deze en andere musici kunt u ook vinden op hun respectievelijke websites. U kunt ook eerst even een kijkje nemen op die van onze grote zus in Engeland de C.O.S. want daar staan er nogal wat: www.cinema-organs.org.uk/
Eddy Ruhier
Een opmerking / tip van onze president Len Rawle: Wij genieten met volle teugen van ‘onze’ muziek en we zijn zo bevoorrecht met onze prachtig klinkende orgels, dat het heel fijn zou zijn als méér mensen van dit moois komen genieten: het is immers veel leuker om uw plezier en zoveel enthousiasme met anderen te delen. Ook voor de organist is het plezieriger als er meer mensen in de zaal zitten. Wilt u in uw omgeving, familie- of vriendenkring óók anderen uitnodigen of op de concerten attenderen? Onze teams zetten graag meer stoelen klaar! 3
Twee geweldige concerten In januari hadden we Len Rawle op bezoek, onze president, goede vriend en adviseur. Wist u dat Len al vóór het begin van de NOF in 1970 om adviezen werd gevraagd, toen omtrent het oprichten van een orgelvereniging? Terecht dus dat Len tot president van onze vereniging is benoemd. Len was op verzoek de donderdag vóór het concert al aangekomen. Vrijdag was er overleg over Boskoop en ook is hij nog bij Jaap Keizerswaard en het ‘Magic Organ’ geweest. Natuurlijk was hij ook benieuwd naar de vorderingen in Haarlem en hij toonde zich zeer tevreden met het orgel. Len heeft het meteen ook maar gestemd en hier en daar nog wat bijgeregeld. En natuurlijk had hij ook voor het team nog wat goede raadgevingen. Altijd handig, zo’n man in huis met zoveel praktijkervaring. Het orgel klonk die zaterdag dan ook geweldig. Len opende met een eigen compositie, speciaal om (rechtenvrij) op onze site te mogen gebruiken. En ja, wat er vervolgens allemaal volgde was echt geweldig, overrompelend, boeiend, gedreven, afwisselend, spannend, en met klanken die u nog nooit uit dit orgel heeft horen komen. Want Len doet alles met dit orgel. Hij kan het laten fluisteren, hij kan het laten grommen, hij kan het laten zingen, hij kan het laten bulderen. Deze Compton is dan ook speciaal, al vanaf de installatie in Engeland. Het kreeg speciale aandacht en werd geïntoneerd door één van de beste mensen van Compton. En dat is, ondanks de drie verhuizingen en aanpassingen die dat met zich meebracht, nog steeds goed te horen. Deze Compton is anders dan andere Comptons. Het is niet hard of zacht maar ook niets daar tussen in. Het is een uitgebalanceerde eenheid, met een goede tremulant.
De glinsterende strijkers, gecombineerd met het geluid van de Vox, als een goudgekleurde zonsopkomst op de vroege morgen. De tibia zingt maar kan met tertsen en quinten ook ‘scheuren’ als een Hammond. En samen met de gestopte fluit is het het effect van een dubbele tibia. De tuba heeft power, maar blaast toch niet alles weg. De clarinet met veel hout in de klank. De gedekte trompet is beschaafd, meer voor kleur en de diapason is mild genoeg om niet te overheersen. Kortom, allemaal stemmen met veel karakter die uitstekend met elkaar harmoniëren. En dat is de kunst van het intoneren. Len weet dat als geen ander uit te buiten. Het publiek voelde de vonk overslaan en genoot met volle teugen. Hij kwam al lekker op dreef in de Gerswhin medley. In de dierenmedley kwamen de Pink Panther voorbij, een miauwende kat in de Alley Cat Song en de kwispelende hond was te horen in The Whistler and his Dog. Het op verzoek gespeelde Music is my First Love bracht Len op indrukwekkende wijze ten gehore. Nog vele andere melodieën volgden en natuurlijk moest er nog een toegift volgen. De trein kwam op stoom. De buren moeten verbaasd hebben opgekeken. Op volle kracht werd halverwege nog een tunnel gepasseerd en zo ging Len alvast op weg naar zijn volgende concert, op naar Steenwijk. Hier stond een nieuwe uitdaging te wachten, het Strunk orgel. Totaal anders dan een Compton, meer de grandeur van een groot concertinstrument. Het toont vooral zijn schoonheid in fijne klankkleuren, bij mooie melodieën. Daarom speelde Len een grotendeels heel ander programma dan in Haarlem. Len zoekt de sterke punten van het orgel op en gaat daarmee aan de slag. De geweldig mooie strijkers kwamen daarbij uitgebreid aan bod, al dan niet samen met de vox humana’s en de tibia’s. Mooie dingen deed Len met de chrysoglott, glockenspiel en chimes. Beide trompetten werden afwisselend ingezet voor het stevige werk. Dat gebeurde voor de pauze in een lange medley waarbij van alles voorbij kwam, van evergreens tot ZuidAmerikaans. En allemaal met veel gevoel gebracht, met mooie registraties, om kippenvel van te krijgen. Ook na de pauze lange medleys met Ierse melodieën, ballads en ook vlotte ritmes. Voor de laatste selectie bewaarde Len het accordeonregister. Het register is niet al te luid dus werd het mooi intiem gebracht als een Frans musette-ensemble. En dan is het ook leuk als Olé Guapa wordt gespeeld, de Nederlandse compositie van Malando. Zo werd een mooi weekend afgerond, twee geweldige concerten, twee geweldige orgels, met één fantastische organist! Peter Koppe
4
Wim, Rene en Paul nodigen u uit in Pernis Waarde orgelvrienden, Op initiatief van vooral Rene van Donk en Paul Foncke zullen er, na lange orgelstilte in het westen, met name rond Den Haag/ Rotterdam, weer theaterorgelklanken klinken in het Rotterdamse! Wim Wegman zal zaterdag 7 maart as, 15.00 uur een concert spelen in Pernis Entreekosten 8 euro p.p. voor zowel leden als niet-leden, incl. één kopje koffie. We rekenen op een grote opkomst, vooral nu het NOF/ VARA-orgel een tijdje opgeslagen ligt en de evenementen in Schiedam helaas nog niet de vorm hebben gekregen die de gemeente voor ogen heeft gehad. Graag tot ziens in Pernis. Zegt het voort!
Sprankelend concert in ‘De Meenthe’ Gerwin van der Plaats bespeelde het grote NOF/ Asta Theaterorgel in De Meenthe. In de serie orgelconcerten verzorgt de NOF ( Nederlandse Orgel Federatie) in samenwerking met De Meenthe een zestal concerten, steeds op de 2e zondag van de maanden oktober t/m maart. Het derde concert op 14 december jl. werd verzorgd door een jeugdig Nederlands talent: Gerwin van der Plaats. Het was niet de eerste keer, in november 2007 schreven wij al: ”Verbluffend enthousiasme”. Dit bleek nog steeds onverminderd aanwezig en dit gecombineerd met een groot vakmanschap zorgde voor een sprankelend concert. Winter of geen winter, de bezoekers uit de wijde regio blijven komen. Gerwin van der Plaats werd op 20 mei 1977 in Utrecht geboren. Reeds op jeugdige leeftijd werd zijn aandacht getrokken door het koninklijk instrument: het orgel. Al spoedig kreeg hij daarom zijn eerste orgellessen van zijn vader die hem de basisbeginselen van het notenschrift bijbracht. Op negenjarige leeftijd begeleidde hij voor het eerst kerkdiensten, werd al spoedig aangesteld als vaste organist in Nieuwegein. Na zijn schooltijd kreeg hij lessen van Jaap Zwart Sr. en later achtereenvolgens bij Herman van Vliet, Harry Hamer en Geert Bierling, welke laatstgenoemde zijn docent werd aan het Fontys Conservatorium in Tilburg voor het hoofdvak orgel. Gerwin volgde behalve theorie muziek ook koordirectie bij Jaap Neuteboom, alsook nog directie en piano. In 2007 gaf hij zijn eerste concert in Steenwijk op dit bijzondere theater- en concertorgel en oogstte lovende kritieken.
Het concert had uiteraard een kerstkarakter, waartoe zeker ook Nigel Ogden’s “Scherzo for a white rabbit” behoorde. Een leuke, frisse en sprankelende melodie, gespeeld met benutting van tal van mogelijkheden van dit instrument. Natuurlijk ontbraken ook de bekende kerstliederen niet (O Sanctissima, Jingle Bells, Dreaming of a white Christmas, Stille Nacht, Midden in de Winternacht) en werd het concert afgesloten met een improviserende compilatie van O holy Night, Ere zij God, Gloria en Beethoven’s Ode an die Freude. Kerstklanken werden afgewisseld met een gedurfde improvisatie van Finlandia van Jean Sibelius, Raiders of the Lost Ark van de Amerikaanse filmcomponist John Williams en bijna als contrast de ontroerende Pilgrimssong of Hope van Eduardo Batiste werden moeiteloos aan het veelzijdige instrument ontlokt, ook dit net als het hele programma: volledig uit het hoofd. Op drie door een bezoeker aangegeven noten werd verrassend geïmproviseerd. Ongelofelijk, wat een muzikaal talent! Als toegift volgde nog de Ouverture “Leichte Kavallerie” van Franz von Suppé. Het Steenwijker theaterorgel was opnieuw door een veelzijdig meester bespeeld. Jan Toor (Foto op de cover: Gerwin van der Plaats aan het NOF-Asta theater- en concertorgel te Steenwijk) 5
E-mailtje gehad? Wilt u snel op de hoogte worden gehouden van nieuws rondom de orgels, aanbiedingen en dergelijke, en u heeft een e-mail adres? Stuur dan uw e-mail adres met uw naam en lidnummer naar
[email protected] of voer het zelf in via ‘mijn NOF’. Dan hoeft u niet te wachten tot de eerstvolgende editie van ons blad om op de hoogte te blijven van actuele zaken rondom de NOF en de orgels. Uw administrateur heeft de NOF- administratie voorzien van een mogelijkheid om naar iedereen waarvan het email adres bekend is nieuws te versturen. En des te meer e-mail adressen van leden er in de database zitten, des te meer leden er kunnen worden bereikt. Heeft u sinds december 2008 nog niet één mailtje van de NOF ontvangen? Dan is uw huidige emailadres (nog) niet bekend of onjuist, want sinds die tijd worden er berichten verstuurd. Om u gerust te stellen: uw gegevens zullen zonder uw toestemming nooit aan derden beschikbaar worden gesteld. (Wet op Privacy).
De informatie over hoe u kunt inloggen in ‘mijn NOF’ staat in de septemberuitgave van NOFiteiten 2008. Heeft u die niet meer? Eén mailtje aan administrateur@nederlandseorgelfederatie en u ontvangt alsnog aan de handleiding! Concertinformatie Onze administrateur stuurt kort voor de concerten een extra geheugensteuntje door middel van een computerbericht aan alle leden, die over een emailadres beschikken. Een geweldige unieke service die de NOF nagenoeg geen geld kost. Wel de inzet en tijd van webmaster Jan Hulsing, die daarvoor een dikke pluim verdient. Bij navraag (in Steenwijk) bleek dat de meeste leden die bewuste emailberichten per computer ontvangen maar niet iedereen. Niet alle (juiste) emailadressen zijn bij de ledenadministratie bekend, dus niet iedereen krijgt deze informatie. Nu weet u het: één berichtje volstaat!
Echo Al luisterend naar een langspeelplaat met George Wright aan het Wurlitzer orgel in het Paramount Theatre, Oakland California werd het idee geboren om één song daarvan bij wijze van afwisseling als een verzoeknummer op een van de concerten te zetten. Len Rawle is voor het uitvoeren van dit verzoeknummer de meest aangewezen artiest, dus werd over het idee halverwege 2008 met hem kontakt opgenomen: hij wilde er graag aan meewerken en hij zou ook voor de bladmuziek zorgen. Len had de muziek bij zich! Het ging om “Little Sir Echo” waarbij een sopraanstem van achter uit de zaal als een ‘soort echo’ het orgelspel beantwoordt. De geweldige akoestiek in de zaal van de Meenthe in Steenwijk leent zich er uitstekend voor. Len opperde echter meteen om het ook in Haarlem te doen: de sopraan zou dan achter een van de draaiorgels kunnen staan. Het vinden van iemand die de solo zou willen zingen bleek echter wat minder gemakkelijk, maar inventief als geen ander loste Len het in Haarlem op een heel andere manier op: met behulp van het MIDI-systeem speelde Jan Roffel de echo op de piano . . Hetty Scheffer wilde het wel proberen in Steenwijk! Tijdens een van haar eigen concerten had ze al eerder letterlijk van zich laten horen. 6
Tijd voor een uitgebreide repetitie was er nu eigenlijk niet en in de pauze werden een paar opstellingen geprobeerd. Dat bleek het beste te werken met een microfoon en een van het publiek weggedraaide luidspreker. Het werkte perfect, het was een extra lichtpuntje in het toch al geweldige optreden van onze ere-president. Het nieuwe jaar is meer dan uitstekend begonnen, nu alleen nog méér concertbezoekers!! Hetty Scheffer zong de echo in de Meenthe
Een nieuw teamlid in Haarlem Beste orgelvrienden, Ik wil mij even voorstellen: ik ben John Boer, ben 44 jaar en woon in Den Haag. Van beroep ben ik huismeester bij een kantorencomplex in Voorschoten. Ik ben getrouwd en heb 2 kinderen een jongen van bijna 15 jaar en een dochter van 17 jaar. Mijn grootste hobby`s zijn Jeu de Boule bij Grand Cru 82 in Leidschendam. Mijn andere hobby is lange afstandwandelen, zoals de vierdaagse van Nijmegen, die loop ik dit jaar voor de zesde keer. Door mee te gaan naar de open dag in december vorig jaar ben ik via Rene van Donk in contact gekomen met de Comptonmensen in Haarlem. En ook een concert bijgewoond van Len Rawle, dat was een geweldige ervaring. Na dat concert heb ik besloten om lid te worden van deze vereniging en hoop er een gezellige tijd te hebben. Hartelijke groeten van John Boer.
Evenementen in Schiedam Vrijdag 27 maart 2009 12.00 – 12.45 uur Aart Bergwerff ‘Let’s Tango’ Met arrangementen van Piazzolla, de beroemde meester van de tango laat Bergwerff het Schiedamse orgel letterlijk dansen. Vrijdag 24 april 2009 12.00 – 12.45 uur Gerard de Waardt ‘Jazz Standards’ m.m.v. Peter Godman saxofoon Twee musici die de luisteraars meevoeren naar de tijd waar in New York Jazz standards klonken als ‘Over the rainbow’ en ‘Blue Moon.’ Vrijdag 22 mei 2009 12.00 – 12.45 uur Gerwin van der Plaats ‘The Entertainer’ De jonge organist Van der Plaats laat het Standaartorgel klinken als een feestelijke Amerikaanse Big Band.
After-lunchconcert op zondagmiddag: 7 juni 2009 zondagmiddagconcert 13.00 – 15.00 uur Orkestvereniging Wilton & Koper Kwintet o.l.v. Jean Gruter, Geert Bierling aan het orgel. Een spannend programma waarin organist Bierling de confrontatie aangaat met de musici uit orkestvereniging Wilton. Met nieuwe arrangementen van beroemde filmtracks voor orgel en het Koper Kwintet Wilton. Toegang tot de orgelconcerten is gratis, inclusief een kopje koffie of thee. Reserveren is aanbevolen, telefonisch via 010 2467 467 of aan de theaterkassa van dinsdag t/m zaterdag van 12.00 – 16.00 uur.
Tevoren informeren OF de concerten zullen plaatsvinden is wenselijk. (zie bladzijde 8)
Tip voor een concert in Hamburg Op zaterdag 4 april wordt na lange tijd het Welte Studioorgel van de Nord Deutsche Rundfunk in Hamburg weer in gebruik genomen. Doordat de studio ingrijpend verbouwd werd was het organiseren van concerten helaas niet mogelijk, nu wordt echter de draad weer opgepakt en wel met een organist die een wereldreputatie geniet: Jelani Eddington. Iets voor u? Een weekeindje er tussenuit en genieten van een geweldige organist en een heel bijzonder orgel! Meteen na de algemene ledenvergadering naar Hamburg! 7
Eev’n Roodeschool bel’n . . . Zoals u misschien al wel weet heeft het team Schiedam zich meer dan 30 jaar met het Passagetheater orgel bemoeid, het gratis in het Theater aan de Schie geplaatst en er zijn rond de 10 jaar concerten op gegeven, zonder dat er ooit een concert is afgelast wegens mankementen aan het orgel. Dat is een grote verdienste! Uiteindelijk heeft het team de activiteiten op moeten geven omdat subsidies vervielen en we zelfs € 1200,00 per uitvoering moesten gaan betalen aan zaalhuur. Het gemeentebestuur wilde het orgel professioneel laten verzorgen en ging een contract aan met een (kerk)orgelmaker in Roodeschool. Het team kreeg de zak. Als ik een piano had zou ik natuurlijk een stemmer uit Maastricht nemen. Lekker handig voor de service . . . Na twee jaar rust/roest voor het orgel kondigde het theater met veel bombarie een gratis orgelconcertserie aan, beginnende op 23 januari 2009. Dat eerste concertje in Schiedam wilde ik niet missen. Aan de balie moest je een kaart voor toegang en koffie halen. Flinke rij mensen. Goede morgen mevrouw, geweldig dat het orgel weer speelt! Sorry mijnheer, er is een vervangend programma, technische storing. Vier mensen achter me: Doet het orgel het niet? Nee, helaas niet. Dan gaan we weg! Af . . ! Die baliedame (Balinese) Gaat u ook weg, mijnheer? Nee, ik wil na zo’n reis wel even uitrusten en gratis koffie drinken, maar dit is me in de afgelopen tien jaar nog nòòit overkomen. Maar de zorg voor het orgel is de NOF toch ontnomen, is ’t niet? Ja, maar daar ga ik niet over. Nee mevrouw, dat begrijp ik. Maar brengt u de spijt en teleurstelling van mij en die andere mensen wel even over aan de directie als u wilt. Alvast bedankt. Bij de controle aan de ingang van de zaal een soortgelijk gesprek, aan de bar weer. Toen de zaal in.
Bierling werd niet aangekondigd. Vertelde zelf iets over het ontstaan van het theaterorgel en dat daarvóór de geluidloze film ook op piano werd begeleid. Hierop liep ook nog iemand de zaal uit. Twee filmpjes. Het eerste begeleidde hij op een druklucht harmonium. Heel verdienstelijk, acceptabel. Het tweede begeleidde hij op de vleugel. Halverwege brak de film af. Spelen . . spelen . . Dhr. Bierling stopte, sprak een verontschuldigend woord en zei dat zoiets in het Passagetheater ook wel eens voor kwam, dat er dan meegezongen werd. Hij speelde verder: een Engelse melodie. Tien mensen neurieden mee. De film draaide verder, hij speelde verder. Naar mijn idee is mijnheer Bierling een goed musicus, maar geen entertainer. Na het concert stond Paul Foncke met nog een paar mensen met de theaterdirecteur te praten. Ik heb gespeeld als ‘onwetend niet-lid’ van de NOF ook nog wat kritische opmerkingen tegen de directeur gemaakt. Die wilde samenwerking met de NOF. De orgelbouwer en die 1200,00 Euro zaalhuur was verleden tijd, wat hem betrof. Paul zei dat hij dat nooit zou doen, hij wilde terug naar de oude toestand. *) Dat heb ik vet onderstreept. Dan kom ik tenminste niet weer voor aap! Als het team Schiedam gaat meewerken met die “beroeps” dan hebben zij na twee jaar de kneepjes van het vak geleerd en krijgt het team voor de tweede keer de zak. Nooit doen! Dit was een grandioze afgang! Jan Verkiel *) de oude toestand: sinds de jaren ‘70 NOF-orgelonderhoud en als ‘tegenprestatie’ van de gemeente concerten in het theater, zonder kosten).
Jan Verkiel’s relaas is een van de vele reacties die op en na 23 januari jl. de ronde deden. En niet alleen in het Schiedamse team en bij het bestuur. Daarom staat er bij de aankondigingen van de komende concerten een voetnoot “onder voorbehoud”, er kan immers nog van alles gebeuren.
Te koop aangeboden Dit prachtige Baldwin elektronische orgel met twee manualen gaat plaats maken voor een Viscount Empire. De huidige eigenaar zoekt een goede bestemming voor het Baldwin orgel. Serieuze belangstellenden die een aannemelijk bod willen uitbrengen wordt gevraagd contact op te nemen met Henk v.d. Luyt.
[email protected]
8
Op doktersvoorschrift? Heeft u dr. Van Oijen nog gekend? Hij was een van de oprichters van de NOF. Hij was huisarts in Amsterdam, daarnaast een echte orgelliefhebber en zelf ook een verdienstelijk speler. Na zijn pensionering verhuisde hij naar Lunteren waar hij een echt theaterorgel liet plaatsen, een 2 manuaals, 7 ranks Standaart orgel, afkomstig uit het Passage Theater in Den Haag. Dr. Van Oijen kon altijd mooi schrijven over orgels en organisten. In één van de oude Nofiteiten vond ik van zijn hand het volgende: “U heeft de afgelopen maanden elke zondagochtend van 8 tot 9 uur kunnen luisteren naar Dudley Savage op het Compton-orgel in de ABC Cinema te Plymouth. Dit 3 manuaals 8 ranks orgel in de vroegere Royal Cinema, thans ABC Cinema, met machtig resultaat. Er zijn 730 pijpen, opgebouwd in 2 orgelkamers: links en rechts. De orgelconsole staat op een lift. Het orgel is voorzien van een melotone, specifiek alleen door Compton in gebruik. Het is electronische apparatuur, waarbij generatoren, een versterker en luidsprekers worden gebruikt. Van Dudley Savage zijn op dit orgel 2 LP’s verschenen bij de B.B.C., die nu voor een zeer matige prijs te koop zijn. Wij hopen dat hij in de toekomst weer te horen zal zijn op “zijn” orgel, op zondagochtenden te 7 of 8 uur, afhankelijk van de zomertijdregelingen.” Tot zover het citaat uit maart 1977. Het orgel staat daar inmiddels niet meer. In 2006 is het verwijderd en er zijn vergevorderde plannen het op te bouwen in Blackheath Halls in Zuid Londen. Hopelijk. Ook met de melotone, want juist die melotone gaf dit orgel een extra toegevoegde waarde.
Toen na 20 jaar de BBC in 1968 besloot om er mee te stoppen werd er een petitie gestart die 40.000 handtekeningen opleverde (meer dan de BBC ooit voor een ander programma had ontvangen) en werd het programma, na een paar maanden onderbreking weer voortgezet tot aan 1979. Onlangs is er een dubbel-cd uitgekomen met opnamen van Dudley Savage op de ABC Compton. O.a. de meeste tracks van beide BBC lp’s zijn er op terug te vinden en veel andere opnamen van het radio programma “As Prescribed”. Helaas heeft Dudley het zelf niet meer mogen meemaken, hij overleed 25 november 2008. Maar hij wist van de voorbereidingen en heeft veel van de opnamen nog eens kunnen beluisteren wat bij hem vele herinneringen bovenbracht. Als dr. Van Oijen nog had geleefd had hij ongetwijfeld deze dubbel-cd van harte aanbevolen, op dokters voorschrift… De dubbel-cd met een 24 pagina tellend boekje is te bestellen via internet op: www.perfectpartners.me.uk/userimages/procart5.htm Peter Koppe
Dudley Savage heeft vele duizenden opnamen verzorgd voor de BBC. Het programma “As Prescribed” (op doktersvoorschrift) was ooit ontstaan als een verzoekprogramma voor mensen die in het ziekenhuis lagen.
Vorderingen in Dordrecht In de vorige uitgave over dit onderwerp was melding gemaakt van een kennelijke kortsluiting in de voedingskast. Gelukkig bleek dat geen kortsluiting te zijn, de zekeringen ‘vlogen eruit’ door een nogal forse inschakelstroom en daar kon de huiszekering niet tegenop. Toen dat uitgedokterd was is de zekering vervangen door een zwaarder exemplaar, de perfecte remedie! De huiszekering bleef nu heel. Tijdens de zoektocht naar andere optredende foutjes was er o.a. een echte ‘hanger’, een toon die alsmaar bleef klinken. Daarvoor kreeg het team assistentie van enkele andere medewerkers uit het Rotterdamse, die met Henk Spaan de register-en toetsschakelaars in de speeltafel onder handen namen. Het team in Dordrecht komt steeds (kleine) stapjes verder.
V.l.n.r. Jan Schippers, Henk Spaan en Eef Schotman, het licht aan de hengel was in handen van Jack Raves.
9
Zwijgende film in Oosterwolde? In hotel-restaurant ‘De Zon’ wordt gewerkt aan een evenement op zaterdag 25 april a.s. Op het verlanglijstje staat o.a. het vertonen van één of twee zwijgende films, begeleid aan het Standaart theaterorgel. Het is hoe dan ook de intentie om een uitvoering te organiseren met de combinatie film en het orgel. De insteek is om de reeds aanwezige ouderwetse projector in ‘Hotel de Zon’ hiervoor te benutten. De vraag is echter nog of het gaat lukken om hiervoor de geschikte filmrollen te bemachtigen.
Er worden ook mogelijkheden onderzocht om diezelfde zaterdag nòg een evenement rond de combinatie orgel en film te laten plaatsvinden. De aanvangstijden worden nader bekend gemaakt, u wordt geadviseerd om vantevoren even op de website te kijken: www.fletcherhoteldezon.nl (onder het kopje evenementen) Indien u geen internetfaciliteiten heeft, kunt u tegen die tijd even contact opnemen met het hotel (0516 512 430)
Het team van ‘Hotel de Zon’ en de film/orgel-werkgroep heten u van harte welkom
De Weergever ... even voorstellen ‘De Weergever, vereniging van verzamelaars van 78-toerenplaten en oude weergave- en opname apparatuur’, zo luidt al meer dan dertig jaar de kop van ons verenigingsblad. Aan de wieg van onze thans ca. 600 leden tellende vereniging stond Gerry Bezuijen, die op de Van Lennepkade in Amsterdam een winkel had geopend, waar je 78-toerenplaten en akoestische afspeel- apparatuur kon kopen. Een klein groepje enthousiaste verzamelaars besloot op initiatief van Gerry tot oprichting van een vereniging en begin 1979 werd de vereniging opgericht. Eveneens begin 1979 verscheen ons toen nog tweemaandelijks verenigingsblad. Gerry redde het niet en in juni 1980 nam de vereniging de huur van het pand gedeeltelijk over, evenals de platenvoorraad van ruim 20.000 78-toeren platen. Dit was het begin van onze ledenwinkel-sociëteit. Als vereniging van verzamelaars van 78-toerenplaten, oude weergave- en opname-apparatuur zijn wij uniek, omdat wij beschikken over een eigen sociëteitsruimte. Onze zusterorganisaties in het buitenland zijn zo rijk niet. Intussen zijn we na twee verhuizingen nu gehuisvest op een industrieterrein aan de Zamenhofstraat (116 C) in Amsterdam-Noord -goed bereikbaar en gratis parkerenwaar leden elke donderdagavond en elke zondag terecht kunnen om uit ons plm. 50.000 platen tellende 78-toerenbestand platen te kopen, of om gezellig met de daar aanwezige medeverzamelaars onder het genot van een kopje koffie, een glaasje frisdrank, of een heerlijke kop soep van gedachten te wisselen over alles wat met onze hobby te maken heeft. Alle platen staan gesorteerd op artiest of genre.
Om u een idee te geven: wij hebben veel in huis op het gebied van jazz, blues, dancebands, rock-and-roll, vooren naoorlogs Nederlands, Duits, Frans, opera, klassiek. Daarnaast – en dat is wellicht interessant voor de lezers van NOFiteiten – hebben wij veel 78-toerenplaten op het gebied van theaterorgelmuziek. De laatste jaren kunt u bij ons ook terecht voor nostalgia op single, lp en cd. Aan naalden geen gebrek. Voor vele soorten elementen hebben wij nog de originele saffiernaalden en diamanten. Daarnaast hebben wij voor de oude akoestische en elektrische weergevers met stalen naalden in alle vormen en dikten in de originele verpakkingen, maar ook in door de vereniging zèlf uitgebrachte naaldendoosjes, voorzien van het logo van ‘De Weergever’. Van onze leden zijn ook nogal wat mensen lid van de NOF. en omgekeerd. U kunt geheel vrijblijvend een bezoek brengen aan onze sociëteit, teneinde een indruk te krijgen van hetgeen wij te bieden hebben. U kunt daar rustig rondkijken en u op de hoogte stellen van wat er allemaal voor moois in de dozen staat. Pas wanneer u besluit iets te kopen zal men u vragen om lid te worden. Voor Nederlandse leden bedraagt het lidmaatschap € 22,50. Voor dit bedrag hebt u onbeperkt toegang tot de sociëteit en ontvangt u viermaal per jaar ons magazine ‘De Weergever’. In ons driemaandelijks clubblad treft u artikelen aan over artiesten die 78-toerenplaten of wasrollen hebben opgenomen, over platenmaatschappijen, maar ook over afspeelapparaten, zowel mechanische als elektrische. Voor deze laatste categorie kunnen wij sinds twee jaar een beroep doen op de leden van het Nederlands Grammofoon Genootschap, die ons regelmatig van kopij voorzien. Wanneer u meer wilt weten over Vereniging De Weergever, bezoekt u dan onze website www.de-weergever.nl Openingstijden: zondag van 10.00 u. - 17.00 u., donderdag van 19.30 u. - 22.30 u. Ben Poelman 11
Toen en nu Toen en nu, een sound in herinnering en die uiteindelijk weer hervonden is. Sinds 1 januari 2009 ben ik lid geworden van de NOF. Dat had ik ook 38 jaar geleden kunnen doen, als ik van het bestaan had afgeweten. Uit die periode herinner ik me de eerste verkenningen op computergebied en dat was toen een ‘hot item’, waar op dat moment alle aandacht op gefocussed was. Maar er was meer, véél meer, waar mijn belangstelling naar uitging. Ik ben midden in de tweede wereldoorlog in Muiden geboren, maar heb dat godzijdank niet bewust mee hoeven te maken. Mijn herinneringen gaan dan ook niet verder dan vlak na de oorlog. We kregen het tientje van Lieftink en Nederland begon aan de wederopbouw. We hadden ‘geen nagels om onze kont te krabben’ zogezegd. Mijn vader overleed toen ik een jaar of zes was en mijn moeder moest twee blagen (ik had nog een oudere broer) zien groot te brengen van de steun. Desondanks kon ze, door spaarzaam te zijn, een radiootje aanschaffen. Een klein wit kastje van bakeliet met een rond afstemschaaltje, 2 knopjes aan de voorkant en er kwam geluid uit. Een tweepitter zogezegd. (radiobuizen) Een overbuurman bouwde ook radio’s als hobby en spoedig zat ik ook met een soldeerbout in de hand een kristalontvanger en later een éénpitter van Maxwell in elkaar te fröbelen. Het zal zo rond 1950 zijn geweest, dat op de zondagmiddagen concerten werden uitgezonden met bespelingen van het VARA en AVRO orgel door Pierre Palla - Bernard Drukker – Cor Steyn – Jan van Weelden – Piet van Egmond enz. Die SOUND, de melodieën, de virtuositeit, die klankkleurcombinaties en effecten, ik kroop zowat in de luidspreker. Prachtig vond ik het. Het stond voorgoed in mijn muzikale ziel gegrift. (heb nu ondertussen een originele Decca 78 toeren plaat van Pierre Palla op de kop kunnen tikken). Mijn muzikaliteit uitte zich al eerder in mijn prille jeugd door het spelen op een mondorgel, wat me steeds beter afging. En achter de draaiorgels aan te lopen die af en toe in het straatbeeld verschenen, als ze me kwijt waren was ik achter de muziek aan! Soms ging ik ook met een vriendje op zondag mee naar de kerk en vond de klanken uit het kerkorgel ook machtig goed klinken. Later gevolgd door blokfluitles en zo rond mijn dertiende, accordeon. Door een ongeluk aan mijn linkerhandvingers op vijftienjarige leeftijd was dat helaas voorgoed over. Ondertussen waren de orgelconcertuitzendingen allang gestaakt, gebrek aan belangstelling heette dat, en verdwenen zo geruisloos in de vergetelheid. Zo ook in mijn dagelijkse beleving, maar kennelijk niet in het onderbewuste. Immers de wereld was aan het veranderen. De transistor was aan zijn opmars begonnen en de daaraan gepaarde elektronische en later de digitale revolutie teweeg brengend. Er kwam stereo, de eerste TV uitzendingen vanuit het Witte kerkje te Bussum was het begin van een ruimere kijk op het leven en de wereld. 12
De lucht- en ruimtevaart en het atoomtijdperk werden een feit. Al die ontwikkelingen konden op mijn (brede) belangstelling rekenen, zo ook de belangstelling voor het heelal. We hadden toen nog een prachtig gezicht op een schitterende sterrenhemel, omdat we toentertijd geen lichtvervuiling hadden. Lantaarnpalen met een gloeiende spijker als lampje waren de enige buitenverlichting: donker was toen nog donker. Omdat ik op een gegeven moment in staat was een eigen telescoop(je) te bouwen was dat een eerste bescheiden beginstap van een hobby. Maar ja, er waren legio leuke dingen om me heen, dansen en de meisjes wel te verstaan, waar ik ook belangstelling voor kreeg. We hadden toen ook nog te maken met de militaire dienstplicht en moest ik onder ’s Konings wapenrok gaan dienen. (twee keer naar La Courtine geweest en groot rijbewijs aan overgehouden) Ondanks dat het een leuke periode in mijn leven was, moest je daarna je leven weer oppakken en een paar centen zien te verdienen. Gelukkig was er in die jaren werk zat, zoveel dat ik wel voor een tientje in de week meer, van baas ben veranderd. In totaal heb ik dertien bazen versleten en daarmee van alles gedaan en overal wat van opgestoken. Van manusje van alles -metaalbewerker – elektricien chauffeur – scheepsbouwer – verzekeringsagent – automonteur - wegenbouw en de laatste 33 jaar als elektricien en later als storingsmonteur materieel bij NS, waarvan de laatste tien jaar tot mijn (vroeg)pensioen in april 2003, vol continu in de Ondernemings- en Groepsondernemingsraad heb gezeten. In al de jaren bij NS moest ik een studie-inhaalslag maken. (in feite had ik nooit enige studie voltooid). Er kwamen omstreeks 1976/77 radiografisch bestuurde locomotieven. Dat was voor mij de eerste kennismaking met de moderne elektronica en digitale techniek. Daarvoor moest ik wel weer een poosje in de schoolbanken. Mijn sterrenkunde-hobby leed daar zwaar onder, pas in juli 1994 met de inslag van de komeet SL nr. 9 op de planeet Jupiter, werd mijn hobby weer getriggerd. U zal zich misschien afvragen wat heeft dit allemaal van doen met theaterorgels, ik zal trachten het verband duidelijk te maken. In 1980 leerde ik mijn vrouw kennen die in het bezit was van een ‘elektrisch’ Solina orgeltje en u voelt het al aankomen, het bloed kruipt waar het niet gaan kan en binnen de kortste keren improviseerde ik er aardig op los. Na wat akkoorden met de linkerhand geoefend te hebben, klonk het steeds beter. Maar ja, er waren slechts vier stemmen en daar ben je dan gauw op uitgekeken. Nu had ik voor die tijd wel eens aan een zelfbouworgel lopen denken, die in het elektronicablad “ELEKTUUR” stond beschreven, maar daar is door mij nooit een serieuze start van gemaakt. Er kwam ook een beschrijving van een zogeheten ‘Moog Synthesizer’. Op een of andere manier zag ik dat ook niet zitten.
Totdat er een advertentie verscheen van de Duitse firma Böhm met zelfbouw- orgels. Wij naar de Amsterdamsestraatweg in Utrecht. Het spul zag er allemaal degelijk en betrouwbaar uit, was modulair van opbouw en ze gaven goede ondersteuning. Het was niet goedkoop, maar vooruit met de geit. Het toen erg gangbare type “Starsound” werd aangeschaft en we liepen met het eerste bouwpakket de deur uit. Eenmaal thuis aangekomen de Duitse handleiding bestudeerd en al spoedig zat ik met vrouw en zoon printplaten te ‘bestukken’ en te solderen. Enige weken later klonken de eerste tonen uit de onderkast. Wat een verschil met die Solina. En dat, terwijl er nog vele bouwpakketten moesten volgen! Die heb ik uiteindelijk ook allemaal toegevoegd. Nu was het zo dat tijdens die bouwperiode door Böhm steeds meer werd omgeschakeld van analoge naar digitale techniek. Maar de nagalm bleef bestaan uit het Hammond systeem, een paar stalen veren, wat een in mijn oren zeer onbevredigende metaalachtige klank gaf. De digitale revolutie ging plotseling bij Böhm ook razend snel en werd ik gebeld dat er nu een volledig digitaal orgel was uitgebracht. Ik toog onmiddellijk naar Utrecht om e.e.a. te aanschouwen en uit te proberen. Na een half uur stoeien met ongeveer 100 knoppen en 120 toetsen, liep het water me ‘uit de bek’ en wilde daar beslist op overstappen. Maar ja, het probleem was dat daarvoor de benodigde pecunia ontbraken. Met de afspraak dat de firma mijn Starsound zou trachten te verkopen, had ik de optie om dan te beginnen met het basispakket van de Böhm Musica Digital 1030. Na veel geduld, werd vlak voor de kerst gemeld dat de Starsound verkocht was en ik daardoor twee weken later weer aan het bouwen was. Een jaar later was het hele concept uitgebouwd inclusief de nieuwste XL uitbreiding. Fantastisch, wat een mogelijkheden. Einde verhaal? Niets van dat: drie jaar later kreeg ik een uitnodiging van de firma in de bus voor een demo van hun nieuwste bouwpakket, inclusief de beroemde Hammondsound.
Aanzienlijke demo- en vaste klantkorting deden mij besluiten om de soldeerbout weer warm te maken. De orgelkast werd inwendig totaal gesloopt en met het nieuwe concept opnieuw opgebouwd. Ik denk dat ik daarmee meer dan tienduizend soldeerlassen te hebben gemaakt. Het orgel heette voortaan ‘Böhm Diamant 450 CT’ en heeft meer dan drie miljoen mogelijkheden in huis. Maar er is één ding waar ik huiverig voor ben, er zit nog steeds een Böhm gerelateerde Hard-disk in, als die het loodje legt is het over en uit met de pret. Te meer daar ik vernam dat de fa. Böhm ondertussen niet meer bestaat. Goede raad is dan welkom. Die kwam in de vorm van het woord Böhm in de zoekmachine van Google in te voeren. Deze kwam met de site Keyworks in Duitsland op de proppen en nog mooier: er is een oplossing voor het harddisk probleem, dus dat komt wel goed. En dan nu de link met de Nederlandse Orgel Federatie. Google kwam met een hele waslijst aan orgelsites, zowel kerkorgels, nieuwbouw en onderhoud en tot mijn grote verrassing THEATERORGELS. Daarin was ook een aantal Nederlandse adressen vermeld, waaronder die van de NOF. Toen ik die opende, klonk mij een tune tegemoet, die mij zowat een slag in de rondte deed draaien van vreugde, DIE SOUND, GODZIJDANK, het bestond nog! Ik kwam er achter dat er nog vele liefhebbers en vrijwilligers dit in stand houden (hulde aan allen) en dat was nog niet alles. Ik las: op 6 december 2008 een opendag in het Draaiorgelmuseum te Haarlem met het daar weer opgebouwde Compton orgel. Daar ga ik naartoe dacht ik, zo gezegd, zo gedaan. Ik kom daar binnen en er treedt mij een meneer tegemoet waar ik me aan voorstel en die blijkt mij te kennen van de NS waar hij ook werkt, een leuke bijkomstigheid. Jan Roffel is zijn naam, hij maakt deel uit van het technisch team. Het was een waarlijk genoegen om weer de klanken van toen hervonden te hebben, wat mij direct deed besluiten om lid van de NOF te worden en op 10 januari jl. een concert van Len Rawle bij te kunnen wonen. Wat een virtuoos en meester van de registers is deze organist, in een woord ‘PRACHTIG’. En-passant ook nog kennis gemaakt met twee alleraardigste dames uit Rotterdam (als ik me niet vergis), die mij op hun beurt kennis lieten maken met de heer Adriaan van der Linden, die het artikel over de luchtvoorziening in NOFiteiten nr. 4 dec. 2008 heeft geschreven. U begrijpt, een bijzondere onvergetelijke dag voor mij, die niet meer stuk kon. Maar er wachtte mij nog een ontdekking, ik schreef al dat ik een fan ben van draaiorgels. Dus ook maar even ‘gegoogled’ op Draaiorgels. En wat denk je? Op de Noorderweg in Bussum is de firma Pluer gevestigd, die sinds mensenheugenis draaiorgels restaureert – onderhoudt - zelfs bouwt en daarbij ook de MIDI-techniek niet schuwt. Dat is één straat verder als die waar ik al 29 jaar woon en nooit heb geweten. Waartoe jeugdherinneringen kunnen leiden . . . Ruud Zappeij. Len Rawle en Jan Roffel: foto Peter Koppe.
13
Help, m’n spaargeld is op... De naam van Jack Moelmann is in de U.S.A. orgelwereld bepaald niet onbekend. Zijn grote (grootste) passie is het theaterorgel, al zijn hele leven. Jack is vrijgezel, heeft een mooi instrument in zijn woonhuis en zowat alle belangrijke orgels in de States bespeeld. Hij liep alleen nog steeds met een grote en vurige wens: het grootste Amerikaanse Wurlitzer orgel in de Radio City Music Hall te mogen bespelen. Maar ja, dat kost veel, heel veel geld, want om de hal voor één avond te huren moet je ruim $ 100.000 neertellen. Voor grote shows met dure entreekaartjes niet echt een probleem maar als je --zo maar voor jezelf-op dat orgel wilt spelen een vermogen! Welnu, hij heeft al zijn spaarcentjes bij elkaar geraapt en zijn droom waargemaakt. Op You-tube is een deel van zijn optreden en dat van Walt Strony te bekijken. De beelden zijn helaas niet van overweldigende kwaliteit maar geven een goede indruk van die zeer bijzondere avond in het leven van de niet meer zo piepjonge gepensioneerde U.S.Army-kolonel, met een grote schare vrienden die het graag wilden meebeleven. De meesten hadden voor $ 50.- een kaartje gekocht. Het was groot nieuws op de radio en een mooi onderwerp voor de New York Times en Daily News. (http://www.youtube.com/watch?v=CiMIJ5JWzqA&feature)
Allen Miller: ”Ik weet niet of het verhaal inmiddels tot stof voor de chatlist is doorgedrongen, maar hier zijn dan mijn gedachten over Jack’s avond met zijn vrienden, zaterdagavond in de Radio City Music Hall. Het was in ieder geval een historische en grootse gelegenheid. Jack’s vrienden waren van heinde en verre komen opdagen en niet allemaal om te spelen! Het was een muzikale en onderhoudende avond. ‘Oudgedienden’ Walt Strony, Lew Williams en Russel Holmes behandelden de nukken en vele ‘dode’ toetsen met een hoge graad van professionaliteit, ze zagen best kans om een goede indruk van het instrument weer te geven, in ieder geval van datgene wat nog wel werkte.
Alle af beeldingen, ook de logo’s van de kranten zijn af komstig: u raadt het al . . van het Internet.
14
Hoe dan ook, de avond was helemaal van Jack Moelmann, die helemaal zichzelf was, eenvoudigweg om een fijne avond te hebben, een droom werkelijkheid te zien worden en dit met zoveel vrienden te delen, met de ene vriend misschien wat liever dan met de andere. Nagenoeg zonder uitzondering vrienden die hij vanaf hun eerste ontmoeting kende. Wanneer ergens niet helemaal verliep zoals dat was of werd verwacht wist Jack er wel een humoristische draai aan te geven en zijn toehoorders vonden het prachtig. Ze waren gekomen om te genieten en ze genoten! Het programma duurde ruim 2 ½ uur, in de pauze was volop gelegenheid voor het kopen van een drankje en een hapje. Er waren cassettes, tapes en T-shirts in ‘Jack’s winkeltje’. Je kon rustig en zo maar met ‘wie is wie ook alweer’ wat bijpraten of de prachtige artdeco omgeving bewonderen. Er waren duetten aangekondigd tussen twee organisten maar in deze geweldige hal is het natuurlijk een hele opgave om het dirigeerstokje te verdelen tussen de 50th Street en 51th Street, je zou haast interlokale mobiele telefoons moeten gebruiken om coördinaten door te geven! (er staan twee speeltafels in de Radio City Music Hall, zie Peter Koppe’s artikel in NOFiteiten, sept 2005 red.). Eigenlijk had ik verwacht dat Russel Holmes met een vleugel midden in de grote zaal zijn entree zou maken maar dat zou waarschijnlijk nog eens $ 90.000.- extra hebben gekost... Velen van ons zaten waar we wilden, de meesten dichtbij de toneelvloer. Ik heb geen idee waarom de mensen die deze gelegenheiden runnen denken dat de beste plaatsen bij een orgelconcert aan het einde van het toneel zijn. Het zou zelfs te dichtbij zijn geweest als de ‘Rockettes’ hadden opgetreden (Volgende keer misschien Jack!) Ik zat tussen de orgelkamers, de percussiekamer boven me en het leek alsof ik met een hoofdtelefoon zat te luisteren. Er is in de afgelopen jaren veel over het orgel gezegd, er waren nogal wat ‘dode’ noten die zo nu en dan voor grote gaten in de muziek zorgden, vooral als de organist een solostem probeerde te spelen. Vaak viel de 4’ Tibia zo maar weg, gelukkig heeft niet iedereen het gehoord. De prachtige Tuba Mirabilis en z’n Profunda partner lieten het vaak apart of samen afweten, de organist in de melodie achterlatend. Russel Holmes ‘sprong’ af en toe vertwijfeld een heel octaaf hoger of lager om een toets te vinden die het nog wel deed, Lew Williams en Walt Strony leken wat trefzekerder in het ontwijken van de gaten. Jack kondigde aan dat het orgel veel rode stops heeft en dat die plezierig werkten. Toen ik dat mocht proberen miste ik toch de vertrouwde en te verwachten ‘reeds’ (strijkers). De subtiele Clarinet, de Saxophones, Hoboes en Kinura’s waren nauwelijks te horen. Jack’s favoriete nummer “Rubber Duckie” kwaakte niet eens.
Windgeluiden van het orgel waren nauwelijks meer te horen, het instrument was behoorlijk gestemd en de tremulanten leken te werken zoals ze dat altijd al hadden gedaan. In het door Lew Williams gespeelde Toccata V van Widor leek het orgel af en toe op z’n Frans gestemd en het leek alsof er minder dode noten in voorkwamen dan vorig jaar, maar voor deze kritische luisteraar was het nog steeds een hobbelige straat met enorme kuilen. Het strijkerskoor klonk wel mooier dan ooit tevoren, er waren momenten in het spel van Walt, Lew en Russel met zachte stemcombinaties die zo ‘lekker’ klonken als een zalig nagerecht. Voor het eerst sinds jaren wordt het orgel weer versterkt, daar heb ik heel gemengde gevoelens over. Misschien dat dat nodig is bij een volle zaal. Sommige stemmen worden dan ineens onevenredig (en onlogisch) hard, af en toe was zelfs haast niet meer te horen uit welke orgelkamers het geluid precies vandaan kwam, misschien klonk het achter in de zaal beter? Ook was het lastig om te kunnen horen hoeveel geluid er door de twee grote projectieschermen werd tegengehouden of weerkaatst. Een paar tv-schermen waren keurig afgedekt met grote gordijnen, uiteindelijk hoor ik het orgel het liefst ‘puur natuur’. Ik kan me nog zondagmorgensessies herinneren vooral met Johnny Seng, Lyn Larsen en Tom Hazleton, maar mijn geheugen is ook weer niet zo goed om die met het heden te kunnen vergelijken. Wel herinner ik me zeldzame zachte klanken met soli op de Basset Horn (Clarinet) en andere prettig in het gehoor liggende standaard Wurlitzer registers met ‘fantasie’ Kimball namen. Het zal wel aan de avond hebben gelegen want ik heb zelden zoveel van het instrument genoten als die avond, ondanks de wegblijvende tonen. Wanneer de technici consequent proberen te herstellen wat niet meer werkt zal het resultaat lonen! Jack Moelmann’s avond was een geweldige en grootse publiciteitsstunt in de theaterorgelwereld. Hij vroeg zich af waar al die publiciteit, die camera’s, zowel binnen als buiten op straat, vandaan kwamen, vooral tijdens de eerste helft van de avond met hem aan de speeltafel! Dank je wel Jack Moelmann, jij liet het gebeuren. Dank aan allen die aan dit succes hebben meegeholpen. Waar halen we nu $ 200.000 vandaan voor een toegift?” Allen Miller Op http://www.youtube.com/watch?v=NAhCprf PTWk zijn diverse f ilmpjes over deze bijzondere avond te zien. Over de artiesten op http://theatreorgansocietyinternational.com/RadioCity/about_the_ artists.pdf
15
Een heel bijzonder orgelproject. Bij het zoeken naar (elektronische) stuurschakelingen en -onderdelen stuitte teammedewerker Rene van Donk min of meer bij toeval op een heel interessant orgel bij onze zuiderburen. Een orgel lijkend op een bouwpakket, of beter gezegd: een bouwproject. Je moet er maar opkomen! Met toestemming van de bouwer is de tekst grotendeels letterlijk overgenomen uit de website die geheel aan het zeer bijzondere orgel is gewijd.
“QT” is de roepnaam van een postdoctoraal experimenteel artistiek onderzoeksproject, officieel gestart op 1 oktober 2005, onder de auspiciën van Hogeschool Gent in samenwerking met Stichting Logos. De wetenschappelijke ondersteuning en praktische leiding was in handen van dr. Godfried-Willlem Raes, docent compositie, akoestiek, klankonderzoek en onderzoeksmethodiek aan het departement muziek en drama. Dit geautomatiseerd orgel kwam praktisch tot stand als een samenwerkingsproject van Ghislain Potvlieghe (specialist historische orgelbouw), Dierik Potvlieghe (orgelbouwer), Johannes Taelman (ontwikkeling en research inzake microcontrollers voor de besturing), Sebastian Bradt (onderzoek naar actueel en historisch repertoire op het gebied van de kwarttoonsmuziek en componist van nieuwe muziek voor deze automaat), Kristof Lauwers (ontwikkeling aansturingssoftware ten behoeve van componisten) en dr. Godfried-Willem Raes. De opzet was een zuiver getemperd kwarttoons-instrument te bouwen met een grote toetsomvang: minstens 6 octaven (midi 36 - 108). Verder gaat het in dit ontwerp om een zuiver akoestisch instrument, met pijpen dus.
“Ik vind het altijd leuk als iemand iets ziet in mijn automaten, waaronder inderdaad vele orgels. Qt is wel een van mijn grootste! Uiteraard zou ik me zeer vereerd voelen indien u een artikel -desgevallend gedistileerd uit mijn teksten en bouwdagboek terzake- wil samenstellen en publiceren. Ik heb geen enkel bezwaar tegen overname van mijn teksten, schema’s, illustraties, tekeningen enzomeer... Ik beschouw al mijn werk als publiek domein. Alleen sta ik op korrekte bronvermelding. Het kwarttoonsorgel is volledig operationeel en kan hier zowat eender wanneer beluisterd worden. Het is een vast lid van het M&M robot-orkest. Een mailtje op voorhand volstaat. Binnenkort verschijnt er trouwens op ons LPD label een CD geheel gewijd aan het Qt orgel.” Beste groeten, Godfried-Willem Raes
De luchtdruk is ten dienste van de expressieve mogelijkheden op dynamisch vlak goed en snel moduleerbaar, terwijl ook accenten en tremulant mogelijk zijn. De tremulant werd in twee onafhankelijke systemen uitgevoerd, waardoor de bas een andere tremulant frequentie kan krijgen als de discant. De akoestisch opgebrachte geluidsdruk diende bij dit ontwerp voldoende groot te zijn om in een orkestrale onversterkte bezetting probleemloos te kunnen worden ingezet. Bovendien diende de stemming zo vast te zijn, dat regelmatig bijstemmen van het instrument niet nodig zou zijn. Daarom gingen we bij het ontwerp uit van aan de bovenkant dichtgesoldeerde pijpen. Transportbestendigheid en verplaatsbaarheid waren een belangrijke eis. Deze eis sluit bij voorbaat het gebruik van klassieke legeringen voor orgelpijpen (60% tin, 40% lood in het beste geval) uit. Deze zakken immers bij blootstelling aan trillingen, onvermijdelijk bij verplaatsingen, door onder de druk van hun eigen gewicht. Ook louter ecologische (en sinds kort ook Europese wettelijke) overwegingen pleiten trouwens tegen het gebruik van lood. Proeven werden gedaan met messing enerzijds en legeringen bestaande uit 95% tin en 5% antimoon anderzijds. De met Sn-Pb gesoldeerde messingpijpen bleken erg gevoelig aan breuk op de soldeernaden. Hardsolderen of brazeren waren ook mogelijk, maar technisch erg lastig uitvoerbaar gezien de vereiste precisie. Lassen van messing, de meest superieure techniek, bleek -althans voor ons- zo goed als ondoenbaar omwille van de instabiliteit van de legering (het zink oxideert namelijk). Uiteindelijk opteerden we dan maar voor de volledig loodvrije pijpen uit tin en antimoon, een legering waarmee ook traditionele orgelbouwers goed overweg kunnen.
16
Omwille van de gewenste hardheid, opteerden we uiteindelijk nog voor de toevoeging van 1% koper in de legering: 95% tin, 4% antimoon, 1% koper werd het dus uiteindelijk. Vanwege de gewenste mobiliteit van het instrument, werd het integraal op goed stuurbare grote wielen met massief rubberen banden gemonteerd en werden de afmetingen toch zo compact mogelijk gehouden. Deze voorwaarde dicteerde welhaast automatisch het gebruik van gedekte pijpen evenals een betrekkelijk hoge winddruk (100 tot 150 mm waterkolom, of 10 tot 15 mBar). Het chassis en alle metalen delen voor de beide windladen en de conducten werd uitgevoerd in minstens 3 mm dik roestvast staal AISI304L en AISI316 onder gebruikmaking van het volledig manuele TIG lasproces. Als toevoegmateriaal bij het lassen werd uitsluitend AISI316 gebruikt. Het snijwerk werd uitgevoerd met een hoogfrequent plasma brander. Voor de afwerking werd volstaan met een grove borsteling met een inox komstaalborstel. Aan de binnenzijde werden alle lasnaden, omwille van het beperken van ongewenste turbulenties in de windstroom, zorgvuldig gladgeslepen. Gezien deze opties in materiaalkeuze, moet het instrument qua duurzaamheid zeker aan alle stelbare eisen kunnen voldoen. De volledige MIDI-implementatie maakt ook een manuele bespeling via twee elektronische midi-keyboards eenvoudig mogelijk. Voor het speelcomfort is het wel aangewezen keyboards te gebruiken met een tessituur van zes octaven en met individuele touch sensitivity. De beide keyboards worden via een midi-merger rechtstreeks op het instrument aangesloten. Een rechtstreekse netwerkbesturing onder gebruikmaking van UDP/IP is eveneens voorzien. Dit is vele malen superieur aan MIDI, maar in gebruik alleen weggelegd voor technologisch onderlegde componisten en musici. Voor wie met hetzij PD hetzij GMT overweg kan, is dit het aanbevolen besturingssysteem.
Men maakte meerdere proeven met diverse metaalsoorten: eerste proef, berekening op grond van proefpijp uit messingbuis. Mensurering rekening houdend met handelsdiameters en corresponderende materiaaldiktes van bestaande messing buis. Een tweede proef, berekening op grond van proefpijpen gesoldeerd uit een legering 95% tin en 5% antimoon. De breedte van het labium werd hier bepaald op grond van 1/4 van de omtrek van de cilindrische pijpen. De derde proef, berekening op grond van 5 proefpijpen (36,48,60,72,84) gesoldeerd uit een legering 95% tin en 5% antimoon. Winddruk 85mm. De breedte van het labium werd hier bepaald op grond van 1/4 van de omtrek van de cilindrische pijpen. Alle pijpen krijgen hier een individueel verschillende mensuur. Berekend door dr. Godfried-Willem Raes op 13.03.2006 naar prototypes gebouwd begin maart 2006. Het volledige register werd in diens atelier in elkaar gezet en gesoldeerd door Ghislain Potvlieghe. De eerste verzameling pijpen (120) was klaar op 22 mei 2006. Het completerende octaaf 96-108 op 29.06.2006. De stemming en intonering vonden plaats in verschillende werkfasen na de montage van de pijpen op de afgewerkte windladen. (oktober 2006- maart 2007) De gebouwde pijpen werden, na het stemmen (met dichtsolderen aan de bovenzijde) en intoneren opnieuw exact opgemeten en vergeleken met de berekeningen. Mensen met internetfaciliteiten kunnen het hele verhaal nog eens nalezen op de website http://www.logosfoundation.org/instrum_ gwr/qt.html voor een nauwkeurig verslag en het dagboek van alle voorkomende berekeningen, bestelling van materialen en onderdelen, de productie, de gevolgen van aanpassingen, een financieel verslag, kortom de gehele bouw van het zeer bijzondere Quartertone Orgel.
17
KLANK en NOF 20 Voor het tijdschrift KLANK, een accordeontijdschrift schrijft Jan Verkiel regelmatig artikelen over theterorgels. In het bijgaande artikel beschrijft Jan niet alleen het begin en het vervolg in de ontwikkeling, ook de gevolgen van moderne(re) muziekbeleving en de invloed van hedendaagse techniek komen aan bod. Soms denk ik wel eens dat mensen als subsidieverleners, stadsbestuurders, museumdirecteuren en zo meer en óók wel NOF-leden zich te weinig realiseren wat eigenlijk de plaats van het theaterorgel in de muziekgeschiedenis is. Om dat eens wat nader te bekijken zou ik willen terug gaan naar Engeland in de tijd dat de industriële revolutie daar net goed en wel op gang was gekomen. In die tijd woonde Robert Hope Jones (1859–1914) in Cheshire in Engeland. Hij was kerkorganist en werkte bij de National Telephone Company. Hij experimenteerde met elektriciteit in de orgelbouw en begon in 1889 een eigen orgelbedrijf in elektrisch gestuurde orgels, waar hij aanvankelijk kerkorgels bouwde. Van Robert Hope Jones mag je wel zeggen dat hij de vader van de theaterorgels is. Hij introduceerde de elektrische windvoorziening in plaats van de calcantenbalgen, die getrapt moesten worden, en kon daarmee een veel hogere winddruk genereren, met de daaruit voortvloeiende gevolgen voor de klankvorming (krachtiger met meer boventonen) en een snellere aanspraak van de pijpen. Hij gebruikte elektrische overbrenging voor de beweging van toets naar pijp, waardoor een speeltafel verplaatsbaar werd. Hij maakte gebruik van zwelkasten met ook weer elektrisch aangestuurde shutters. Hij is de grondlegger van het unit-systeem, waardoor hij uit verlengde rijen pijpen veel meer stemmen in verschillende voetmaten en kwinten, tertsen en septimes kon afleiden. Bovendien kon hij die middels elektrische schakelingen aan verschillende klavieren toewijzen. Stel je voor, dit alles in een tijd dat alleen de rijksten net een elektrisch lampje hier en daar in huis hadden of misschien zelfs een stofzuiger, terwijl de gewone man nog altijd bij een kaarsje of een olielamp zat en met stoffer-enblik en mattenklopper werkte! In het museum in Eccles (westelijk stadsdeel van Manchester) staan in ‘The Theatre Organ Heritage Centre’ nog speeltafels van zijn hand en allerlei markante pijpwerken. Zeer de moeite waard om daar eens te gaan kijken. (www.voxlancastria.org.uk/heritage/) In 1895 vonden de gebroeders Lumière de film uit, weliswaar met schokkerige te snelle beelden en zonder geluid, maar die vondst maakte een schier even snelle ontwikkeling door als het huidige computergebeuren. De eerste films werden vertoond in kleine kamertjes, soms begeleid door een violist. De kamertjes werden zaaltjes. Er moest meer geluid komen. De piano kwam daarvoor in aanmerking. De zalen werden veel groter. De piano moest het veld ruimen voor nog meer geluid, een orkest. Dat bleek te duur, economisch niet haalbaar. 18
Er werd al spoedig uitgezien naar iets als een orgel, maar dan aangepast en vooral niet zo duur. Robert schakelde met zijn bedrijf over op de bouw en ontwikkeling van theaterorgels. Denk nou niet dat er in twee jaar een compleet, uitontwikkeld theaterorgel ontstond. Hij groeide er naartoe en kreeg al gauw rond en na 1900 vele navolgers van zijn principes. Hij heeft na zijn emigratie naar Amerika in 1903 grote invloed op de Amerikaanse bouw van cinema / theater orgels, vooral nadat hij in 1910 een relatie aanging met Rudolf Wurlitzer. Na Robert’s overlijden in 1914 vond de grote explosie in de theaterorgelbouw plaats. Grote namen op dat gebied werden Barton, Baldwin, Kimball, Möller (USA), Compton, Christie (GB), Welte (Du) en Standaart en Strunk. (NL) en nog een flink aantal kleinere. Wurlitzer, waar Robert het laatst werkte, heeft wel het grootste aantal orgels vervaardigd. Van 1919 tot 1939, het laatste jaar, produceerde de fabriek 2200 theaterorgels. In de hoogtijperiode zelfs éeen orgel per dag. Die staan echt over de hele wereld. Iedere fabrikant gaf zijn producten een eigen karakter door de keuze van verschillende winddrukken, windladen, pijpsoorten en vormgeving van speeltafel of console, enz. Iedere bouwer had ook weer zo zijn eigen achterban of liefhebbers. De meeste orgels stonden in houten orgelkasten. Compton eiste gemetselde kasten. Veel kenners zijn van mening dat Compton wel de degelijkste van al die merken zou zijn. Een mooie reputatie met grote gevolgen. Meestal moest er bij de bouw van een theater, vanwege die gemetselde kast, al rekening worden gehouden met de constructie van het gebouw. Houten kasten waren ook later nog wel in te bouwen. In ons land begon Cor Standaart in Amsterdam met theaterorgelbouw in 1920. Hij bouwde ook het VARA-orgel, dat door de Nederlandse Orgel Federatie, die zich sinds het begin van de 70er jaren over een klein aantal van de destijds 85 Nederlandse orgels ontfermt, is overgenomen en later naar verschillende locaties werd overgebracht; Den Haag, Rotterdam, Voorburg (1996), en dat nu bestemd is voor Boskoop. Dit Standaart orgel in het CBS stond in een houten kast. Het weegt ± 12 ton. Het Compton orgel, dat de NOF overgeplaatst heeft van de Stadsgehoorzaal in Middelburg naar het Kunkels Draaiorgel Museum in Haarlem, stond in Middelburg in twee betonnen ruimten onder het toneel. Toen er sprake was van een overdracht van het Zeeuwse orgel aan de NOF bleek dat het bestuur van het Draaiorgel museum in Haarlem wel wat in plaatsing in hun museum zag. Er werd een kast boven de toiletten gemetseld met heel andere afmetingen dan in Middelburg. Het orgel kwam dus, net als in het CBS-gebouw en in de Meenthe in Steenwijk, hoog te staan. De speeltafels staan op al deze locaties op de begane grond. Het front werd veel breder en hoger, maar de diepte beperkter, waardoor het orgel een heel andere uitstraling kreeg.
Het interieur van dit gebouw is van harde materialen, te vergelijken met in een kerk. Dat geeft meer nagalm dan gebruikelijk is voor een theaterorgel, want eigenlijk hoort dat bij pluche stoelen, wandbekleding en coulissen. Het orgel werd aangepast; opnieuw geïntoneerd. Intussen zijn de bruikbare principes van Robert ook in allerlei kerkorgels overgenomen. Het unitsysteem is in klassieke orgelkringen niet geliefd, wel begrijpelijk. Daar is het ook niet voor ontworpen. Meer en meer wordt in de orgelbouw en ook bij restauratie van theaterorgels gebruik gemaakt van het MIDIsysteem, waardoor die loodzware relaiskasten kunnen worden weggelaten en de besturing vanaf de speeltafel plaats vindt via een dunne draad. Die 200 kg. wegende relaiskasten van eertijds worden dan vervangen door een zeer compact computerachtig systeem. Wij willen dat ook gaan toepassen bij de herbouw van het VARA-orgel in Boskoop. Alleen de prijs houdt ons nog tegen. Het vervangen van het bestaande systeem door MIDI heeft natuurlijk ook weer voor- en tegenstanders. Met MIDI is het orgel niet origineel meer en dat mag niet in een monument, volgens sommigen. Nou is er in de loop der jaren toch al van alles gewijzigd en aangepast, zowel in pijpwerk (aanvullingen / wisselingen) als in de besturing, dus zo origineel als bij hun nieuwbouw is er geen een meer. De jeugd weet van al dat verouderde relaisgebeuren helemaal niets af, maar wel van MIDI, dus als je de belangstelling voor dit type orgel gaande wilt houden, dan . . . . Bovendien zijn die oude energieslurpende relaiskasten niet bepaald milieuvriendelijk. Er zitten zekeringen van 85 Ampère in, dat is wel een aanduiding dat er nogal wat stroom gebruikt wordt. In een woonhuis zitten normaal hooguit 16 A. zekeringen Wij zoeken subsidie en verlangen naar veel nieuwe NOFleden. Wie wat dat betreft goede ideeën heeft, of vrienden of familie kan overhalen om lid te worden kan dit bij het bestuur melden. De hele ontwikkeling van de analoge elektronische orgels, ook de klassieke, die in de 60er en 70er jaren massaal het harmonium hebben verdrongen, is niet voortgekomen uit de klassieke orgelbouw, maar is verlopen via het theaterorgel, waar men voor het eerst gebruik maakte van elektriciteit. MIDI èn computertechniek hebben het spelen op die hedendaagse keyboards en elektronische orgels met sample-technieken en zo meer wel heel gemakkelijk gemaakt: je kiest een paar geschikte stemmen bij elkaar, een ritme met een bepaalde snelheid, drukt op ‘intro’, geeft het startsein en na een bepaald aantal maten ‘val je in’ met spelen. Tegen het eind tip je op het juiste moment op de knop ‘ending’ en je doet je armen over elkaar om naar een perfect slot te luisteren. Onderweg kun je de ‘drummer’ nog met een tiptoets manen om een variatie te maken soms naar keuze uit 4 of meer verschillende mogelijkheden. Je speelt een melodie met één vinger en het apparaat maakt de muziek 3-stemmig, ervan uitgaande dat je enig idee hebt van de opbouw van basakkoorden, of als je goed bent met de rechterhand, dan speel je de baspartij met één vinger en de computer zorgt voor mooi bijpassend akkoordenspel.
De linkerhand pakt een bepaald begeleidingsakkoord en het machien zet het akkoord een aantal maten voort, totdat er een nieuw akkoord wordt ingegeven. Sommige mensen zeggen wel eens gekscherend: eigenlijk ben je op een keyboard meer een machinist dan een musicus. Zet zo’n speler achter een theaterorgel en je krijgt een perfecte ‘stomme’ film. Toegegeven: er zijn natuurlijk ook massa’s mensen die echt serieus op moderne keyboards studeren en het voortreffelijk en verantwoord doen. Blijft natuurlijk dat het spelen op een theaterorgel een apart vak is en dat mensen die dat vak beheersen schaars zijn. Voor ons theaterorgel is het grootste nut de besturing en de mogelijkheid middels dat MIDI-systeem een eenmaal gespeeld concert opnieuw te kunnen laten horen. Dat is ook de reden dat Haarlem het zou willen invoeren. Er is niet altijd een organist aanwezig en het publiek ziet de speeltafel en vraagt: Hoe klinkt dat nou? Wereldwijd zijn dit soort orgels ingezet bij community singing, als dansorgel. Orgelbespelingen op de radio waren regelmatig te beluisteren en er zijn bergen grammofoonplaten, bandjes en zelf cd’s gemaakt. Een paar namen van oude bekende theaterorganisten: Joop Walvis, Louis Zagwijn, Cor Steyn, Bernard Drukker. In het populairklassieke vlak herinneren we ons nog wel namen als Johan Jong, Pierre Palla en Piet van Egmond. Maar zij bespeelden meer kerk- en concertorgels. Als begeleidingsinstrument van geluidloze films raakte het theaterorgel allengs in onbruik met de opkomst en perfectionering van de apparatuur voor geluidsfilms. Het onderhoud van een orgel en het salaris van een organist werden te duur. Reden waarom er van de 85 instrumenten in Nederland nog maar 15 over zijn, waarvan er maar enkele in handen van de NOF zijn.. Toch verwonderlijk dat Robert Hope Jones de aanzet heeft gegeven tot heel dat moderne gebeuren en dat hij in 1891 al in een lezing voorspelde dat er een tijd zou komen dat er orgels zouden worden gebouwd, waaraan geen pijp meer te pas zou komen. Of hij ooit zelf heeft vermoed, dat het theaterorgel de schakel zou worden tussen de oude, klassieke orgelmuziek en de perfectie van het tegenwoordige orgel- en keyboardgebeuren in allerhande popmuziek en amusement, weet ik niet. Ook zal hij waarschijnlijk niet vermoed hebben dat hij met zijn instrumenten de muziekbeoefening en -historie een heel andere loop zou gaan geven. Het theaterorgel verdient als monument toch wel een plaats op de ranglijst van Wereld Erfgoed. Het is echt een monument en dat realiseren zich maar al te weinig mensen. Robert Hope Jones was de Jules Verne in de (theater)orgelbouw. Jan Verkiel.
19
Naam Team Voorburg verandert Het team Voorburg heeft een nieuwe naam gekregen. In de helft van 2006 werd ons door het CBS in Voorburg verteld dat zij naar een nieuwe locatie gaan verhuizen en dat er voor ons geen plaats meer was. Dat zou medio 2007 gaan gebeuren. Daar wij een goede verstandhouding hadden met het CBS werd ons verteld dat het uit zou lopen naar 2008. Wij hebben de nieuwbouw goed kunnen volgen en hielden het op het midden van 2008.
De bouwplannen in Boskoop zijn in een vergevorderd stadium en wij willen u hier later iets meer over vertellen. Er moet eerst het een en ander gesloopt worden voordat de verbouwing een aanvang kan nemen. Als het theater klaar is, vermoedelijk eind 2009, worden de concerten één keer per maand op de zondagmiddag gegeven. Het theater is goed te bereiken met de lightrail vanuit Gouda of Alphen a/d Rijn en Leiden.
Na ongeveer 15 jaar gast te zijn geweest bij het CBS in Voorburg kwam dit voor ons eigenlijk als een donderslag bij heldere hemel want waar haal je een nieuwe en geschikte locatie vandaan. Wij hebben overal geïnformeerd naar ruimte en het lukte maar niet. Kerken, ministeries, bedrijven enz.enz. maar steeds zonder resultaat.
Het team gaat binnenkort aan het werk om de voorbereidingen te doen zodat, als de orgelkamers klaar zijn, het orgel zijn plaats in kan nemen. Er wacht ons een grote klus maar met advies van Len Rawle zullen wij die wel klaren.
We hebben het orgel met ons team, aangevuld met het Schiedamse team en nog wat extra mensen, gedemonteerd en in drie containers opgeslagen in afwachting van een nieuwe locatie.
Namens het team Boskoop, Henk Wagenaar. Op de (nu nog bestaande) website: www.nofvoorburg.nl staat deze maquette die van alle kanten te zien is!
De tijd ging dringen en als de nood het hoogst is, is de redding nabij zoals het gezegde is. Bij een bezoek aan orgelbouwer Sloof kregen wij een tip, in Boskoop komt een theater, maar meer weet ik er ook niet van je moet maar eens informeren. Dat hebben wij gedaan met als resultaat: “een nieuwe locatie !”. Het betreft het oude Flora theater tegenover het station van de lightrail te Boskoop. Het is een oud theater waar weer nieuw leven ingeblazen wordt en voor ons orgel is er plaats ! Een theater is altijd prettiger dan een kantine of kerk. Dus het “Team Voorburg” gaat nu het “Team Boskoop” heten.
Wie, welk, waar? Wie is deze organist en welk orgel wordt er bespeeld? Stuur uw antwoord met de vermelding “Mystery Guest” naar de NOF, t.a.v. Redactie NOFiteiten Postbus 313, 4000 AH, TIELof per e-mail aan
[email protected] Het is belangijk om uw naam en adresgegevens duidelijk te vermelden want onder de goede inzendingen wordt een theaterorgel-cd verloot. Met hartelijk dank aan onze Engelse vriend Don Wharram, die deze foto stuurde, hij zal het antwoord wel weten!