een uitgave van de
Nederlandse Orgel Federatie voor het behoud van theaterorgels
Len Rawle (piano) speelt met Eddie Ruhier een duet tijdens een try-out in Dordrecht
40e jaargang
nummer 4
december 2010
NEDERLANDSE ORGEL FEDERATIE opgericht 6 oktober 1970 Len Rawle Govert Slagboom Bestuur Jan Verkiel Hans van Hest Jan Hulsing Henk Wagenaar Jan de Boer René van Donk Pieter Kroon
President Erevoorzitter
voorzitter secretaris penningmeester PR / vicevoorzitter concertorganisatie concertorganisatie/alg. best.lid algemeen bestuurslid
Secretariaat Hans van Hest Rodelaan 181 2272SC Voorburg
[email protected] Financiële- en ledenadministratie J. Hulsing Rosa Spierlaan 442 1187 PJ Amstelveen Bankrekening: 225 2432 t.n.v. NOF- financiële administratie, Amstelveen
[email protected]
In dit nummer: Agenda /Concertlocaties en de Acceptgiro.
3
Terugblik Keith Beckingham 4
Vakantie in de USA
5/6/7
Lew Williams in Duitsland 8/11 In Memoriam Cor Rademaker 11
Opening Boskoop door H.M. de Koningin
12
International Bank Account NOF IBAN: NL93 INGB 00022524 32 BIC: INGBNL2A
Voorstellen Nieuwe leden en Adverteren 13
Redactie NOF Postbus 313 4000 AH Tiel
[email protected] [email protected]
40 jarig jubileum
Verzending NOFiteiten
[email protected]
14
Henk Spaan in het zonnetje 15
Website: www.nederlandseorgelfederatie.nl ISSN 0927 - 9873
Misthoorn? 16/17
Standaart Orgelbouw
18
Tracturen 19/23
2
Concertlocaties Agenda 2010/2011 Van de concertorganisatie
NOF 3/11 Standaart (in opbouw) Parklaan 4 2771GB 2/7 Standaart/Wurlitzer Gebouw Electroplast Egstraat 1 3319 LA 3/11 Compton Kunkels Draaiorgelmuseum, Kuppersweg 3 2031 EA (www.comptonhaarlem.nl) 4/29 Strunk Evenementenhal ‘De Meenthe’ Stationsplein 1 8331 GM
Boskoop
Dordrecht
Haarlem
Steenwijk
Overige 4/11 Wurlitzer/ Strunk Theater Tuschinski Reguliersbreestraat 1017 CN
Amsterdam
2/7 Standaart Hotel Restaurant ‘De Zon’ Stationstraat 1 8431 ET
Oosterwolde
U treft hier een hele kale agenda aan, daar zijn we ons zeker van bewust! Dit heeft uiteraard zijn redenen. Er zijn enkele orgels in opbouw, maar wanneer spelen die echt? In Dordt zijn al enkele try-outs gegeven, zéér positief, maar er zullen nog meer van deze proefconcerten moeten volgen voor alles echt 100% goed is! Boskoop gaat snel, heel snel, maar zal zeker nog een aantal maanden nodig hebben. In Tuschinski hadden we de hoop op een (her) opening in oktober, dat bleek helaas niet haalbaar. In Haarlem kunnen we in januari en februari geen concerten geven vanwege de lage temperatuur, dat is voor het publiek zeer onaangenaam: Of het wordt veel te koud, òf de kachels blijven aan maar maken veel te veel kabaal! Voor het orgel is het ook niet bevorderlijk als het zo koud is in de nacht. En ook niet onbelangrijk, om de belasting op de teams een beetje te verlichten houden we per locatie in principe om de maand een concert, want een aantal van de teamleden heeft nog een drukke baan naast hun vele vrijwillige opgeofferde uren voor de NOF en de orgels! Maar straks als alles speelt, worden de concerten weer verdeeld..... dus wij vragen nog even uw geduld, dan is de agenda straks weer goed gevuld! advertentie
3/6 Compton Gereformeerd Jeugdgebouw Burg. van Esstraat 34 3195 AG
Pernis
3/11 Standaart Theater A/d Schie Stadserf 1
Schiedam
3112 DZ
Op 12 en 13 maart 2011 komt Penny Weedon. Wilt u die data reeds in uw agenda noteren?
Acceptgiro Bij deze editie is een acceptgiro gevoegd voor uw bijdrage/contributie in 2011. Het minimum bedrag is € 25.(méér doneren mag altijd!) Vermeld svp. duidelijk uw NOF-lidnummer èn de postcode! Sinds kort bestaan er ook uitgebreidere vormen van lidmaatschap: bijv. inclusief concerten. Op www.nederlandseorgelfederatie.nl bij lidmaatschap leest u er meer over. 3
Waardige start van het NOF-concertseizoen “Ik ben weer verliefd” zegt de 50-plusser en organist/ entertainer Keith Beckingham uit Engeland. “Nee, niet wat u denkt, ik ben ruim 25 jaar gelukkig getrouwd, maar ik speel voor het eerst op dit prachtige orgel, vandaar….”. En daarmee bedoelde hij het grootste theater-concertorgel van het vasteland van Europa, jawel, dat staat in de Meenthe in Steenwijk. Wanneer iemand zijn 50-jarig jubileum viert als organist heeft hij zeker recht van spreken. Ik vroeg hem in de pauze niet naar zijn leeftijd, maar wel wanneer hij met orgelspelen was begonnen. Dat was op zijn vijfde. Intussen verschenen ettelijke cd’s van zijn hand, zowel op het Wurlitzerorgel als op het Hammondorgel en trad hij op binnen en buiten Europa. “Een organist van de rustige en traditionele stijl” stond er in de aankondiging. Terecht, heerlijk ontspannende muziek, geen groot spektakel met alle toeters en bellen (letterlijk!) die in dit instrument zijn opgeslagen. Het beeld van zijn bewegende handen, zoals gebruikelijk bij deze concerten zichtbaar op het scherm naast de speeltafel, onderstreepte dit nog eens. Opvallend was bij de gespeelde medleys hoe met een kort tussenspel prachtig werd overgegaan van de ene toonsoort naar de andere aldus een ononderbroken stroom van oorstrelende klanken. Het was dus weer genieten voor het publiek in de grote hal van de Meenthe, dat kon luisteren naar een uitgebreid programma dat begon met composities van Jerome Kern o.a. uit zijn musical Showboat en het geliefde ‘Moon River’ van Henry Mancini. Met de klokken van de Big Ben waren wij minutenlang gedurende een mistige dag in Londen: ‘A foggy Day in London Town’ en dat wel tot ‘Three o’clock in the Morning’. Behalve heldere orgelklanken kan dit instrument ook de accordeon laten horen in de musette-stijl en zo, al spelend en verkennend, ontdekte de organist steeds nieuwe mogelijkheden. Met Nat King Cole’s ‘Unforgettable’, ‘Mona Lisa’ en ‘When I fall in Love’ gingen we de pauze in. Na de koffie werden enkele verzoeknummers gespeeld gevolgd door een aantal bekende songs van de nog altijd immens populaire, inmiddels 93 jaar oude Vera Lynn alsmede tot ieders grote genoegen een medley van de mooiste en bekendste songs uit de musical My Fair Lady. Afgesloten werd met ‘We’ll meet again’ – een wens die het zeker verdient om uit te komen. Het volgende orgelconcert in deze serie wordt verzorgd door de eveneens Engelse Chris Powell op zondag 21 november. Jan Toor www.theaterorgel.nl al bezocht?? Regelmatig bezoek méér dan waard ! 4
In het magazine van de Cinema Organ Society schreef Keith Beckingham bij zijn thuiskomst: “Het was alweer even geleden sinds ik voor het laatst bij de NOF verscheen. Een ontmoeting vorig jaar, tijdens het 75-jarig bestaan van Hammond, leidde tot een uitnodiging om in Haarlem en Steenwijk te komen spelen. Het Compton-orgel (ex Majestic, Rochester) dat destijds in Middelburg stond is nu geïnstalleerd in een draaiorgelmuseum in Haarlem. Het gebouw is een grote moderne fabriekshal waar het orgel goed klinkt! De ‘Steck’ piano is kortgeleden gereviseerd en het publiek was er telkens van onder de indruk als de piano werd gebruikt. Ik had nogal veel tegenstijdige berichten gehoord over de Strunk in Steenwijk, doordat het orgel in drie aparte orgels over vier klavieren is verdeeld in drie orgelkamers. Len Rawle, die veel aan het orgel heeft meegewerkt, heeft me met geweldige tips op weg geholpen. Toen ik nog maar net achter de speeltafel zat had ik eerst iets van “Don’t panic Captain Mainwaring”! (uit de Britse comedyserie ‘Dad’s Army’ red.). Al snel werd ik door de fantastische klanken en de grootse akoestiek aangemoedigd, in enkele minuten ontdekte ik drie tibia’s, heel plezierig klinkende strijkers en een reeks van solostemmen waaronder een accordeon! Die kon ik later in het avondmenu mooi gebruiken met ‘Sous le Ciel de Paris’. Het team hielp bij het zetten van de presets en dat was geen overbodige luxe, met die haast ontelbaar lijkende combinatiemogelijkheden! Na afloop van het concert werden de bezoekers door Jack Raves rond de console uitgenodigd voor een uitgebreide toelichting, gevolgd door een bezoek aan de grote, overzichtelijke en brandschone orgelkamers. Al met al was het een memorabele trip. Tot slot wil ik Jack van der Linden en diens echtgenote bijzonder danken voor hun gastvrijheid en het rondrijden!”
Pizza’s en een zelfbouwer in de USA Afgelopen zomer zijn we drie weken op vakantie naar de USA geweest en ik had me voorgenomen dat het theaterorgel ook een onderdeel van onze vakantie moest worden. Als onderdeel van de voorbereidingen werd er natuurlijk op het internet gezocht wat of er te vinden was in de omgeving van onze vakantieadressen. En als je weet dat er een prachtig orgel staat in Mesa Arizona dan zorg je er natuurlijk voor dat één van je adresjes daar in de buurt is. Mesa is een stad die aansluit op Phoenix, samen zijn zij een erg grote stad. We arriveerden al bijtijds in Mesa en zijn meteen op zoek gegaan naar “Organ Stop Pizza”. Het theaterorgel staat namelijk in een groot pizza-restaurant. Op internet was al uitgezocht waar het was en er waren de nodige prints gemaakt van adres en omgeving. Gelukkig maken de Amerikanen meestal een eenvoudig rechthoekig stratenpatroon wat het zoeken erg eenvoudig maakt. Al rond een uur of drie in de middag hadden we het gevonden. Een groot gebouw met een enorme parkeerplaats en voor de rest helemaal uitgestorven. Het gaat namelijk pas om vijf uur in de middag open. Alle tijd dus om rustig een motel in de omgeving op te gaan zoeken. In “de omgeving” viel tegen maar dat was niet erg want we waren al gewend dat je in de USA flinke afstanden moet rijden. Na wassen en feestelijk aankleden naar “Organ Stop Pizza”. We kwamen tegen zessen binnen en hoorden gelijk bij binnenkomst het orgel al spelen. De organist van die avond was Charlie Balogh. Als je binnenkomt is er een ruimte met verkoopcounters waar je je hapje en drankje kan bestellen en halen. De pizza’s moet je bestellen want ze worden vers voor je gebakken. Je begrijpt dat het helemaal niet erg is om te moeten wachten op je pizza want het concert op het orgel gaat gewoon door. Op de begane grond staan lange tafels met stoelen waar vaak hele gezinnen aan zitten. Opvallend was dat er veel jonge gezinnen met kleine kinderen aanwezig waren. Dat er gepraat en gelachen werd was helemaal geen probleem want het orgel overstemde dit ruimschoots. Als er vrolijke vlotte nummers gespeeld werden dan dansten de lachende kinderen in de gangpaden mee. Eén verdieping hoger op de balkons van de concert/diner zaal zaten wat oudere mensen lekker van de muziek te genieten. Je neemt lekker een drankje en gaat fijn zitten, als je drankje op is komt niemand je wegjagen of storen. Kennelijk zijn ze gewend dat er gasten zijn die alleen maar voor het orgel komen. Het orgel komt al spelend uit het toneel omhoog terwijl het om zijn as heen en weer draait. De shutters voor de orgelkamers zijn van doorzichtig materiaal zodat je volledig de orgelkamers in kunt kijken en de ruimten onder de orgelkamers zijn voorzien van glasramen zodat de regulateurs etc. allemaal goed te zien zijn. Alles is netjes aangelicht met wisselende kleuren. Regelmatig lopen ouders met kinderen op de arm langs deze ramen om aan de kinderen uit te leggen wat er allemaal te zien is.
Als de organist zijn eerste medley gespeeld heeft en het orgel in zijn hoogste stand tot stilstand is gekomen worden we door Charlie allemaal hartelijk welkom geheten en wordt verteld wat er gespeeld werd. Vooraan op de rand van het toneel staan twee bakken. In de ene bak kan je verzoeknummers deponeren en in de andere bak, u raadt het al, daarin kan de fooi. Formuliertjes voor verzoeknummers zijn in bakjes aan de zijkant van het toneel aanwezig er deze worden veel gebruikt. Hierop kan ook aangegeven worden of er jarigen of andere jubilarissen in de zaal aanwezig zijn. Regelmatig graait Charlie in de bak om de formuliertjes eruit te vissen. De feestvierders worden hartelijk gefeliciteerd en natuurlijk wordt er “happy birthday” gespeeld wat door de feestvierder luidkeels meegezongen wordt. Vervolgens speelt hij daarna veelal een mooie medley van drie nummers waarna hij een gezellig praatje houdt. Tijdens het spelen gaan er op meerdere plaatsen spots aan en uit. Als in een nummer de trommels veel gebruikt worden dan worden die speciaal in het spotlicht gezet. Dit gebeurt ook met andere orgelonderdelen wanneer ze gebruikt worden. Ook rond de orgelkamers worden veel lichteffecten gebruikt en de organist wordt wisselend door gekleurde spots beschenen. Dat alles in samenhang met wat op dàt moment gespeeld wordt. Voor de kinderen is er in de achterwand achter het orgel een soort van poppenkast. Opeens gaat hiervoor het gordijn open en de poppen dansen op de maat van de muziek mee. De kinderen vinden het prachtig. Wij hebben natuurlijk ook een verzoek in de bak gedaan en enige tijd later werden de Hollanders in de zaal hartelijk welkom geheten en werd er op ons verzoek ‘Tulpen uit Amsterdam’ gespeeld. Charlie had dit van Nederlandse vrienden geleerd toen hij bij ze op bezoek was in Michigan. Wij hebben daarna natuurlijk heel hard geklapt. Ik heb het opgenomen en je kunt het op Youtube zien door de volgende link in te toetsen: http://www.youtube.com/watch?v=_-rJkhxtdMQ Charlie speelt ongeveer 45 minuten waarna het orgel weer in het toneel wegzakt. In de pauze gaat het licht aan en komt de opruimploeg schoonmaken. Na 15 minuten pauze gaat Charlie aan zijn volgende optreden van 45 minuten beginnen. Dat gaat zo de hele avond door. Een beschrijving van het orgel is op de volgende link te vinden: http://www.organstoppizza.com/staff.htm. Het concert is leuk, afwisselend en heel gezellig, en de pizza’s waren erg lekker. Een ander vakantieadres was in Simla, Colorado. In dit dorpje van ongeveer 600 inwoners woont familie die we graag weer eens wilden zien. In de staat Colorado is een onderafdeling van “The American Theatre Organ Society” (ATOS) actief. Deze groep noemt zich “The Rocky Mountain Chapter American Theatre Organ Society, Inc.” ( http://www.rmcatos.org/ ) Zij hebben een clubblad met de naam “Pipes Along the Rockies” (http://www.rmcatos.org/News060601.pdf ) vervolg op blz.6 en 7 5
In dit blad las ik een oude aankondiging voor een orgelconcert in het plaatsje Kiowa, een plaatsje vlak bij ons vakantieadres. Een aantal jaren geleden waren wij al eens door dit plaatsje heen gereden en daarom wisten wij ook dat dit een gehucht is van ongeveer 600 zielen. Je verwacht in zo’n plaatsje geen theaterorgel met ook nog de mogelijkheid om er een concert op te organiseren. Mijn belangstelling was gewekt, vooral toen ik de routebeschrijving las welke in het clubblad opgenomen was, die wil ik u niet onthouden: Directions to Joel’s Organ Barn in Kiowa, Co. To get to the organ barn, drive to beautiful downtown Kiowa, Colorado. Proceed to the east edge of town and turn south on County Road 45. The pavement will end after a mile or so and then the road will turn to the east, keep going. Look for the tall radio antenna. Keep going east until you come to County Road 49. Turn right and proceed to the top of the hill. When you are even with the radio antenna, there is a driveway to the right with a mailbox 28451 or 28453. Enter this driveway and go past the first house, bear to the right and go up over the hill, come down the back side and you will see the barn on your left.
We hebben het uiteindelijk gevonden. Je moet over allerlei zandwegen rijden met in de hele omgeving alleen maar prairie. Niets geen huizen, alleen maar vlakte met hier en daar wat bomen en een boerderij. Niemand om iets aan te kunnen vragen, echt ‘in the middle of nowhere’. We vonden een woning met een concertzaal ernaast, en verder niets. Toen we stopten kwam er een vriendelijke bejaarde dame op ons af. Ik vertelde haar dat wij op zoek waren naar Joel’s orgelschuur. De glimlach op haar gezicht verdween en zij vertelde dat Joel haar overleden man was, maar dat het orgel er nog wel was. Haar aardige dochter was erbij gekomen en zij nam ons mee naar de schuur die een echte concertzaal bleek te zijn met een groot theaterorgel erin. Haar vader, Joel Kremer, had een klein aantal onderdelen van een orgel gekocht en was er vervolgens aan gaan bouwen. Dat was ongeveer in 1948. Zijn vader was een techneut en zijn moeder een concertpianiste, en hij had van allebei iets. Toen de familie uit Zweden naar de USA was gekomen had Joel een baantje gekregen bij een orgelbouwer waar hij het vak geleerd had. Na een tijdje was hij voor zichzelf begonnen met meerdere bedrijfjes die allemaal goed liepen en er dus geld op tafel kwam. Dit stopte hij in zijn orgel en hij bleef maar doorbouwen. Diverse malen is hij met zijn gezin en orgel verhuisd i.v.m. hinder van de buren en te weinig ruimte. In Kiowa had hij veel ruimte en geen last van klagende buren. Door een bevriende architect heeft hij de concertzaal om zijn orgel laten bouwen. Helaas is Joel in oktober 2000 overleden. Sinds die tijd zijn er door orgelclub nog wel een aantal concerten georganiseerd, meestal met na afloop een BBQ. 6
Bekende organisten uit de USA hebben het orgel bespeeld zoals Patti Simon, Dave Wickerham, Jonas Nordwall, Ron Rhode, Brett Valliant en Jelani Eddington, Jelani heeft ook voor ons in Nederland gespeeld. En natuurlijk speelde Joel Kremer er zelf op. Het orgel is nu het grootste theaterpijporgel in Colorado met 36 ranks, 2520 pijpen, Uniflex computer-relay, 10 hp Spencer blower en 13 tremulants. Dit alles is gebouwd in 3 orgelkamers (Main, Solo, Percussion). Omdat de bejaarde mevrouw Kremer niet langer zo afgelegen op het platteland wil wonen staat alles nu te koop. Zij heeft architect Dave Weesner, die bevriend was met Joel en tevens voorzitter is van de orgelclub uit Colorado-Springs gevraagd om het orgel te verkopen. Omdat het verkopen niet lukte heeft Dave het orgel zelf maar gekocht en is hij nu naarstig op zoek naar ruimte waar het orgel naartoe kan. Hij gaat nu bijna elke zaterdagmiddag een tijdje op zijn orgel spelen. Indien er iemand is die het orgel wil kopen dan kan dat ook, ze vragen er $ 80.000 voor. U ziet de problemen die we hier in Nederland hebben, kennen ze daar ook. Met behulp van het ingebouwde Uniflex computer relay-systeem (MIDI) zijn de verschillende concerten allemaal vastgelegd. Toen we later het orgel samen met Dave Weesner bezochten heeft hij het orgel laten spelen. Zelf mocht ik ook proberen er wat op te spelen maar dat viel in het niet bij wat de grote USA organisten presteren. Ook het concert wat bij leven door Joel gegeven is staat op de computer geregistreerd. Zijn uitvaartplechtigheid is gehouden in zijn eigen concertzaal waarbij hij middels de midi-registratie op zijn eigen uitvaart speelde. In de USA kan van alles, of zou het hier ook mogelijk zijn? Oktober 2010, Leo van Zoeren. Leo van Zoeren stuurde ook de foto’s Onder: Organ Barn in Kiowa pagina rechts 1) De muziekruimte 2) Een kijkje in de orgelkamer 3) Huidige eigenaar en architect Dave Weesner zoekt ruimte voor het instrument 4) Leo van Zoeren aan de speeltafel
4
advertentie
7
Lew Williams, maar deze keer zonder pizza. Leo van Zoeren noemde in zijn reisverslag (op de vorige pagina’s) onder andere de naam van Lew Williams, een van de drie staforganisten in het ‘Organ Stop’-pizza-restaurant. Heel wat jaartjes geleden had ik Lew in Londen gehoord bij de ATOS, aan het Wurlitzer-orgel dat destijds in de South Bank University stond, nu ontmoette ik hem opnieuw: in Duitsland. Want een van onze Duitse orgelvrienden, Helmut Sobotta, had voor Lew Williams een concertreis in Duitsland georganiseerd en ik had afgesproken dat ik Lew voor een deel van diens trip in onze auto zou begeleiden. In de tweede week van zijn rondreis speelde Lew ook bij Helmut een concert, maar voor het zo ver was waren er nog wel enige kilometers af te leggen. De eigenlijke concertreeks begon op zaterdag de 16e, in de NDR-studio te Hamburg, waar Lew het Welte-orgel bespeelde. (foto rechts) Zoals ook wel vaker bij andere concerten had Dieter Bartels (de belangrijkste man in de “Freunde der Welte”) gezorgd voor -wat hij noemt- een ‘bon-bon’: iets extra’s. Harpiste Maria Tsaytler (foto onder) speelde ‘de Zwaan’ uit het Carnaval der dieren van Camille Saint-Saëns, het ‘Our Father’ en ‘Clair de Lune’ van Claude Debussy, aan het orgel begeleid door Lew. Om heel stil van te worden. Onderweg vertelde Lew later dat er veel te weinig tijd voor inspelen was geweest. Als je een goed concert verwacht moet een artiest eerst zo goed mogelijk met het orgel vertrouwd zijn, om een goede prestatie te kunnen neerzetten, maar dat geldt eigenlijk overal en altijd, net als bij onze concerten.
Dat in Hamburg Amerikaanse organisten optreden is wel uitzonderlijk, ik meen dat Jelani Eddington de enige USA-collega was die er een paar jaar geleden ook heeft gespeeld. Duitse organisten zijn er helaas niet zoveel, doorgaans spelen er Engelse en enkele maanden geleden ook zes Hollandse organisten, maar dat mag als bekend verondersteld worden, vanwege de uitvoerige reportage in het vorige nummer! Oorspronkelijk zouden we na het concert in Hamburg doorrijden naar Celle, ruim tweehonderd kilometer van Hamburg. Op onze weg zuidwaarts naar Hamm in het Ruhr-gebied. Want daar zou zondags het tweede concert volgen. Die extra trip naar Celle hield wel in dat het zeer laat zou worden alvorens we in het hotel arriveerden, het betekende ook een héél kort nachtje slapen. Lew zag dat helemaal niet zitten, hij wilde natuurlijk ‘fresh and fit’ aan de speeltafel van het analoge 6500 Allen-orgel van Hans Volmerg in Hamm verschijnen. Nou, Lew wàs fit and fresh tijdens dat concert in Hamm, (foto onder) ik had dat orgel tijdens eerdere bezoeken wel vaker gehoord maar nog nooit zó mooi!
8
De volgende morgen was een bezoek gepland aan de Dom-kathedraal in Münster, ongeveer drie kwartier van Hamm. (foto onder) Want iemand had me ingefluisterd dat Lew het ook wel fijn zou vinden om op een van de kerkorgels in Duitsland te spelen en daar had ik iets op gevonden. Van staforganist Thomas Schmitt had ik toestemming gekregen om de sleutel van het orgel in de sacristie op te halen. Terwijl de kerk werd schoongemaakt en na het ontdekken van wat klanken en uitzoeken van registers heeft Lew zich in het beroemde ‘Toccata’ van Widor en het ‘Hallelujah’ van Händel helemaal uitgeleefd. De juiste muziek op de juiste plaats...de aanwezige bezoekers hebben bijna ademloos genoten van zo’n geweldige organist, zo maar op een rustige maandagmorgen in de herfst. Daarna reden we alsnog naar Celle. Willie Wiesinger is daar, in zijn woning, al zo’n twintig jaar bezig met de opbouw van een heus Wurlitzer drieklaviers pijporgel met elf ranks. Hij was ooit begonnen met een 2/6 Wurlitzer maar toen hij dat grotere orgel kon aanschaffen is het eerste instrument verkocht aan Fleiter’s Orgelbau in Münster. Daar zijn we overigens dinsdagmorgen, na ons vertrek uit het hotel, nog even geweest en hebben ernaar kunnen luisteren, want een van de vriendelijke medewerkers had het MIDI-systeem ingeschakeld: ”plonk” en het klonk (als een klok!). Maar eerst even terug naar Celle..een heel andere story! We arriveerden om half vier en werden hartelijk verwelkomd door de heer des huizes, diens echtgenote en dochter.
Ook maakten we kennis met Piotr (aangesproken als Peter) Gudel, orgelbouwer én organist, (op de foto rechts) die vooral de jongste tijd veel met Willie optrekt en met allerlei zaken is komen assisteren. Lew heeft er heerlijk zitten spelen en kwam, toen daar om werd gevraagd met een berg aan adviezen en ideeën hoe het orgel zou moeten worden afgeregeld en geïntoneerd. Voor Peter was het ook een feest, zoals hij me later in een e-mailbericht liet weten. Hij zag een unieke kans om zo’n grote meester op de vingers te kijken en allerlei vragen te kunnen en mogen stellen. Het werd die avond nogal laat, in Celle.
9
De volgende morgen ging het van Münster naar Koblenz, waar we een afspraak voor een ontmoeting hadden met Ralf Krampen, voor Lew èn voor mij een goede bekende. Maar eerst zijn we even voor een klein kerkorgel naar Engers-Neuwied gereden, een dorp dichtbij Koblenz. De tip om daar te gaan kijken had ik van Jan van der Veer, ons teamlid in Dordrecht. Lew zal wel hebben gedacht: alwéer orgel? Aanvankelijk had ik helemaal niet door wat Lew aan het proberen was: er klonken allerlei toccata- en fuga-achtige klanken op dat heldere instrument. Opeens had ik hem door: door elkaar heen speelde Lew een van mijn favoriete songs ‘Where the Blue of the Night’ en het ‘Wilhelmus’! Zijn handen vlogen over de klavieren, zijn voeten flitsten op en langs de pedalen: dat was groots, wat een geweldige artiest! Ralf Krampen (in Brey am Rhein, zuidelijk van Koblenz) heeft zijn eigen Compton theaterorgel, dat momenteel wel bespeeld kan worden maar het instrument is niet helemaal concertwaardig. Ralfs orgel hebben we niet gezien, later die avond aten we gezamelijk (en heerlijk) in het restaurant van ons hotel in Spay, eveneens aan de Rijn. Onze sightseeing-trip naar Heidelberg, inclusief een bezoek aan de prachtige slotruïne op woensdag en naar Speyer gedurende donderdag was nagenoeg zonder orgel verlopen. Nou, niet helemaal, want er is in het Speyer Technik Museum een heel bijzonder Welte orgel opgesteld (foto onder). Het is opgebouwd in een heel grote doorzichtige orgelkamer en Lew en ik hadden beiden het idee dat de klank alleen daarom weleens tegen zou kunnen vallen. De hal heeft wel een geweldige akoestiek....
Tijdens onze rondwandeling speelde een Decap dansorgel en het draaiende caroussel produceerde een kermisorgelachtig geluid dat luid en duidelijk uit een geluidsinstallatie kwam. Donderdagmiddag arriveerden we in Hirrlingen bij huize Sobotta. Voor mij was die donderdag het einddoel, vrijdagmorgen reed ik weer naar huis. Lew heeft die donderdagavond tijdens het instellen van de presets wel een mini-concertje voor de aanwezigen gespeeld. Lew presenteerde die vrijdagavond een concert aan Helmut’s digitale G.W.-Allen orgel. Zaterdag trad Lew nog op in Rüdesheim aan een ander Welte-orgel in een museum. Daar zag Lew enorm tegenop want toen hij er, kort na aankomst in Duitsland vorige week, al mee had kennisgemaakt bleek een heleboel niet te werken: dat instrument was naar zijn mening absoluut niet concertwaardig. Maar kennelijk hebben onze Duitse orgelkameraden heel hard gewerkt om het zo goed mogelijk te laten functioneren en klinken: Lew rapporteerde later dat het wel was meegevallen, ofschoon hij de minuten heeft zitten tellen. Lew’s laatste concert dat weekeinde was in de fabriekshal van Laukhuff Orgelbau aan het daar opgebouwde Möller theaterorgel. Ik weet inmiddels dat dáár alles goed heeft gewerkt, Lew ontving er een staande ovatie! Tijdens onze gesprekken onderweg is de autoradio bijna niet aan geweest, we hebben’ alleen maar’ geluisterd naar Piet van Egmond aan het orgel in de Amsterdamse Prinsessekerk en naar een parodie op ‘Peter en de Wolf’ door het Boston Pops Orchestra met Arthur Fiedler. Lew kan zich in de Duitse taal uitstekend redden: alle concertaankondigingen en diverse gesprekken met onze Duitse vrienden ‘liefen ausgezeignet’. In zijn USA-omgeving woont een dame die afkomstig is uit Hamburg, zij heeft hem de laatste zes maanden wat lessen gegegen. Lew kende nog heel wat Duits van zijn studietijd in Geneve en Freiburg. Inmiddels is hij weer veilig thuis en aan het werk in de Organ Stop Pizza, Mesa, Arizona. Onze ‘kilometerfressertrip’ was maar voor een deel ‘een reisje langs de Rijn’ en het is goed om na vijf verschillende hotels onderweg en pakweg 2500 kilomeer weer veilig thuis te zijn. Dat is overigens inclusief bijna duizend kilometer van huis naar Hamburg en aan het einde van deze vakantieweek weer van Hirrlingen naar huis, maar dan zonder Lew Williams. Inderdaad een geweldige artiest!
10
bron: “Wiesbadener Kurier” van maandag 25 oktober
In Memoriam Gekomen tot de leeftijd der sterken is toch nog onverwacht van ons heengegaan mijn lieve man, onze broer, zwager en oom COR RADEMAKER Geboren te Rotterdam 11 juni 1925 Overleden te Dordrecht 21 augustus 2010. (Overgenomen van de rouwkaart) De Nederlandse Orgel Federatie is hem heel dankbaar voor het vele werk dat hij -voornamelijk aan het theaterorgel in Schiedamheeft verricht. Cor blijft in onze herinnering voortleven als een geweldig fijne orgelcollega. Moge hij rusten in vrede. 11
Gesprek met Hare Majesteit de Koningin in Boskoop De opening van het Flora Theater op 31 augustus 2010. Henk Wagenaar en ik wisten al dat H.M. de Koningin de openingshandeling zou gaan verrichten en dat wij tot de genodigden zouden behoren. De laatste weken voor de openingsdatum gonsde het gebouw en de hele omgeving van de bedrijvigheden. Een mierenhoop had geen vlijtigere indruk kunnen geven. Vloeren werden gelegd, trappenhuis werd bekleed. Elektriciens stormden door het gebouw. Gordijnen werden ter plekke op lengte genaaid. Lampen werden opgehangen en getest. Meubilair, keukenmaterialen en gokautomaten werden naar binnen gesjouwd. Alles moest worden uitgepakt en geïnstalleerd. Buiten werd de toekomstige parkeerplaats geëffend, gegrit en ingericht. Wij zeiden: Als ze dat op de 31ste in orde moeten hebben, dan mogen ze wel dag en nacht werken! Het is allemaal gelukt. Alles stond keurig klaar voor de ontvangst van de Koningin en de ongeveer 300 gasten voor de sfeervolle opening. De gasten werden gecheckt en naar hun plaatsen geleid. De direct bij de renovatie en inrichting betrokkenen kregen een witte roos op hun revers, want met een aantal van de aldus gedecoreerde mensen zou de Koningin mogelijk een praatje willen houden. Elisabeth Looren de Jong vertelde in de zaal dat iedereen zou gaan staan als de Koningin binnen zou komen en weer zou gaan zitten als de Koningin plaats nam op haar zetel. En aldus geschiedde. Als openingshandeling zou de Koningin aan een wit koord met een mooie gordijnkwast trekken om de toneelgordijnen te openen. Dat deed zij met verve, maar ze trok de kwast van het koord. “Iets te hard getrokken”, zei ze laconiek onder geamuseerd gelach uit de zaal, maar het doek ging perfect open. Er was door Jochem Bosselaar een film gemaakt met korte taferelen uit de geschiedenis van het gebouw en hij zelf sprak ook de verbindende teksten. Dit werd afgewisseld met korte muzikale optredens door drie leuke meisjes, die zongen, speelden piano, accordeon cello en gitaar. Een leuk programma, dat prima verliep en niet te lang was. Daarna ging H.M. met gevolg even rond door het rosarium, pratend met diverse bij de restauratie en de bouw betrokkenen. Intussen werden de met witte roos gedecoreerden verzameld bij de opgang van het terras.
12
Want H.M. zou daar een aantal mensen van aanspreken. Eén van de meisjes gaf de Koningin een kus. Zij zei tegen het meisje: “En de burgemeester dan?” De burgemeester stond vlak naast haar. Henk en ik begonnen er aan te twijfelen of we nog aan de beurt zouden komen, maar toch, zij sprak ons aan als laatsten van haar bezoek. Zij vroeg, waarom bijna alle bioscooporgels uit ons land zijn verdwenen. Bezuiniging. De orgels werden gemaakt voor begeleiding van de geluidloze films. Er kwamen geluidsfilms met steeds grotere versterkers. Zet daar een paar draaitafels en een stapel grammofoonplaten naast. Dan kun je de organist ontslaan en het onderhoud van een orgel uitsparen. Als je het orgel weg doet, schiet er nog nuttige ruimte over ook. Ze vertelde over een orgeltje uit 1400 in een kerkje bij haar woning in Italië dat nog getrapt werd en zo mooi klonk. We vertelden dat die geluidsimpressie lag aan de natuurlijke stemming. Tegenwoordig hebben wij algemeen de gelijkzwevende stemming. We hebben verteld dat we het orgel op Marktplaats hebben geadverteerd en dat het zo moeilijk is er een goede locatie voor te vinden. Ook hebben we verteld dat we er zelfs Mr. P. van Vollenhoven, die ook zoveel connecties in de muziekwereld heeft, er voor hebben aangeschreven en dat hij, ondanks zijn drukke baan, ons toch een suggestie aan de hand heeft gedaan: Museum Speelwerk Utrecht. Ons orgel paste niet in de collectie, want het werd niet mechanisch gespeeld. We sturen wel een uitnodiging als ons orgel speelt. Al met al hebben wij het langste onderhoud met H.M. gehad. 8½ minuut. Leuke ervaring! Al die tijd werden de ongeveer 300 genodigden rijkelijk voorzien van hapjes en drankjes. Voor een select gezelschap werd daarna een buffet georganiseerd, ook perfect geregeld en verzorgd door de restauranthouders, de firma Dufais. Wij vonden dit een gebeurtenis om nooit te vergeten. Er heerste een gezellige, ongedwongen sfeer. Jan Verkiel. v.l.n.r. Henk Wagenaar en het echtpaar Verkiel
Even voorstellen. Hallo, ik ben Bert Arendse, sinds kort lid van de NOF en als technisch medewerker verbonden aan het team in Boskoop. Ik woon in Zoetermeer, ben 63 jaar, thans met de VUT en heb een relatie met Yvonne. Ik heb 38 jaar voor de overheid gewerkt, waarvan 32 jaar bij de Regiopolitie Haaglanden, de laatste jaren werkte ik er als korpsfotograaf. Hierdoor kwam ik in aanraking met veel hooggeplaatste personen, want met een perspas en een politiejasje aan sta je altijd en overal vóóraan! Een leuk moment waren de opnamen na de geboorte van prinses Amalia. Sinds 1995 ben ik op de hoogte van de NOF-activiteiten, via een vriend die als vrijwilliger werkte aan het VARA-orgel te Voorburg. Mijn interesse gaat vooral uit naar de opbouw en technische kant van kerk- en theaterorgels. Graag tot ziens, wellicht straks in Boskoop!
Nieuwe leden: van harte welkom! Sinds de vorige opgave hebben zich gelukkig nieuwe leden aangemeld. Uit de lijst valt af te leiden dat enkele aanmeldingen genoteerd zijn tijdens de jubileumconcerten. Dat zouden we vaker moeten vieren! Mevr. M. Versteegh - Tool
Den Haag
14-05-2010
Dhr. J.C.M. van Hest
Zoetermeer
01-07-2010
Dhr. M.F. Reuvers
Ottersum
Dhr. B.A.J. Arendse
Zoetermeer 22-07-2010
Dhr. L.J. Meijer
Den Haag
Mevr. L. Wisse - de Waal
Bilthoven
27-08-2010
Dhr. P. Moons
Boskoop
15-09-2010
Dhr. A. Berkhout
Dordrecht
09-10-2010
Dhr. J. IJzerman
Rotterdam
10-10-2010
Dhr. D. van de Velde
Zwijndrecht 10-10-2010
13-07-2010 26-08-2010
Over adverteren gesproken Ook u kunt in dit blad adverteren en uw bedrijf of activiteiten in het zonnetje zetten. De NOF kan uw steun óók op deze manier gebruiken! NOFiteiten wordt door ruim vijfhonderd enthousiaste leden gelezen en verschijnt vier maal per jaar. Alle informatie over tarieven en de grootte van advertenties, etc. verkrijgt u via:
[email protected] Voor giften is de NOF v.w.b. uw belastingaangifte door de belastingdienst aangemerkt als ‘Algemeen Nut Beogende Instelling’. 13
40 jaar NOF-jubileum in stijl Bere-gezellig was het in het Haarlemse Kunkels draaiorgelmuseum bij de viering van het 40-jarige bestaan van onze vereniging. Ofschoon er was gezorgd voor iets lekkers bij de koffie was het geen groots of uitbundig feest, want de weinige centjes die er in kas zijn moeten natuurlijk worden gebruikt voor het werken aan en het onderhoud van onze orgels . . . Voorzitter Jan Verkiel stond in zijn welkomstwoord even stil bij de jongste ontwikkelingen rond onze instrumenten in Haarlem, Steenwijk en Dordrecht en bij de stand van zaken in Amsterdam en Schiedam, dus rond de orgels die niet van de NOF zijn, maar waar wel door NOF-mensen aan wordt gewerkt. Henk Spaan, die het stokje van teamleider inmiddels aan zijn opvolger heeft overgedragen werd in het zonnetje gezet. (zie rechter pagina)
Jan Verkiel tijdens de opening
Len Rawle en Eddie Ruhier zorgden om beurten voor gezellige achtergrondmuziek aan het Compton theaterorgel, in de middag gevolgd door een geweldig fijn concert met deze twee kontrasterende organisten. Vanwege de geweldige opkomst werden er heel wat extra stoelen bijgezet, de viering van het jubileum zorgde voor opvallend veel mensen die niet altijd komen en John Boer, een van de teamleden, kwam tijdens de tweede helft met een grote schaal lekkere kaasblokjes! De volgende dag ging het voor een korte rondleiding in Boskoop naar Dordrecht voor het tweede try-outconcert in de bedrijfskantine van onze erevoorzitter Govert Slagboom.
Henk Spaan doet een stapje terug
Daar keek iedereen de ogen uit, want de ruime bedrijfskantine is inmiddels voorzien van ruim vijftig prachtige echte bioscoopstoelen, waar je het enorm comfortabel gemakkelijk een paar uur in kan uithouden. Alle faciliteiten voor het begeleiden van zwijgende films zijn aanwezig. Evenals bij de eerste try-out, een paar maanden terug, gedroeg het orgel zich voorbeeldig, ook al zijn er nog wat hobbels te overwinnen. In de nabije toekomst zal nog verder worden gekeken naar een paar vreemde storingen in de elektronische besturing. En er zijn plannen voor een vervanging van de registertabs in originele theaterorgelkleuren zoals die op Wurlitzer orgels gebruikelijk is. Al met al mogen we terugdenken aan een heel geslaagd jubileum, met dank aan het bestuur en de organisatie!
Len Rawle en Eddie Ruhier (foto Jan Roffel)
De volgende uitgave van NOFiteiten zal in het teken staan van de Algemene Ledenvergadering >>> Kopij is van harte welkom <<< via de postbus of het e-mailadres van de redactie (zie colofon), uiterste inleverdatum is 1 februari 2011. 14
Het stokje wordt doorgegeven.... Rotterdam, 15 September 2010. Geacht Bestuur Er is een tijd van komen en van gaan, helaas is het laatste op mij van toepassing. Al enige jaren is mijn gezondheid in sterke mate aan het afnemen: zelfs zo erg dat ik mij nog nauwelijks lopend kan voortbewegen. Gelukkig heeft het ‘Boskoop’-team voor mij vervoer kunnen regelen in de vorm van een nog in goede staat verkerende automobiel zodat ik af en toe toch nog een bezoek kan brengen aan het theater en het orgel! Een groot deel van mijn leven heb ik aan dit orgel gewerkt om het weer speelklaar te krijgen voor het publiek en met volle medewerking van gerenommeerde organisten etc. Het orgel is diverse malen verhuisd, afgebroken en weer opnieuw opgebouwd en iedere keer zijn er enige verbeteringen in aangebracht. Bij de laatste afbraak werd besloten een nieuw besturingssysteem ‘Solid State’ te installeren waardoor elektrische koppels overbodig werden en vele kilometers bekabeling in de koperbak gedeponeerd konden worden. Naar aanleiding van bovenstaande geef ik dan ook de wens te kennen om te stoppen als teamleider, een functie die ik altijd met veel animo heb vervuld en waaraan ik ook veel plezier heb beleefd. Henk Spaan was er al bij toen het orgel in 1977 uit de VARA-radiostudio werd verhuisd naar Rotterdam. Van daaruit in 1987 naar het Circustheater. Daar wordt het vóór de verhuizing naar het CBS het laatst bespeeld in 1992. Het laatste officiële concert in Voorburg was in mei 2007. In 2008 ging het instrument de containers in, momenteel gaat het in Boskoop een nieuwe toekomst tegemoet en zal in 2011 weer in volle glorie klinken. Mede dankzij Henk! Tijdens de viering van het 40-jarige NOF-bestaan werd Henk Spaan in het zonnetje gezet voor zijn jarenlange inzet, met name bij en rond het NOF/VARA orgel, het publiek applaudisseerde.
Als nieuwe teamleider stel ik u dan ook voor Theo Landman te benoemen, die nu al diverse taken op zich heeft genomen. Theo heeft een enorme interesse in orgels en met name het ‘Boskoop’orgel. Ook heeft hij al de nodige werkzaamheden verricht aan het ‘Haarlem’- en ‘Tivoli’- orgel en is inmiddels van alle markten thuis! Uiteraard wil ik wel bij het orgel betrokken blijven als adviseur!
Theo Landman
Rest mij nog iedereen die aan de orgels heeft meegewerkt van harte te bedanken voor hun inzet, alsmede het bestuur dat overal haar fiat aan heeft gegeven voor zover het de aanschaf van materialen etc. betreft. Ik spreek de wens uit, dat de “NOF” tot in lengte van dagen zal blijven voortbestaan! Met vriendelijke groeten, Henk Spaan
Een reactie van René van Donk Beste Henk, Ik vind het heel moedig dat je het op kan brengen deze brief te schrijven, dat zal je heel moeilijk zijn gevallen. Jou ken ik als iemand die leeft voor de orgels en speciaal voor het VARA-orgel, bevlogen, altijd aanwezig, soms een beetje eigenwijs, maar dat mag best. We zullen je inbreng natuurlijk missen, maar nu gaat je gezondheid vóór alles en is deze beslissing (daar hebben we het al uitgebreid over gehad) de beste. Natuurlijk blijf je onze vraagbaak en adviseur, niemand kent het orgel beter dan jij, na die vele jaren en vele keren afbreken en opbouwen. We gaan nu de besturing moderniseren, dat is van deze tijd. De opbouw gaat voorspoedig en ik heb er alle vertrouwen in dat Theo als jouw opvolger deze klus prima gaat klaren, samen met het enthousiaste team. Als goede vriend en ‘collega-orgelgek’ hoop ik je nog vaak te mogen begroeten bij de concerten en de opbouw, maar dan wel in een goede gezondheid, daar is nu eerst alle tijd voor nodig! Groetjes en van harte beterschap! René
15
Wat doet een misthoorn in een theaterorgel? Misschien denkt u, dat is één van de effecten, ooit bedoeld voor de zwijgende film. Want theaterorgels hebben daarvan een aantal aan boord. Bekend zijn de autoclaxon, de stoomfluit, sirene, trambel, vogelgeluid enz. Maar nee, zo’n effect bedoel ik niet. Waar ik het over ga hebben zijn diaphone-pijpen. In veel theaterorgels is het laagste octaaf van de diapason een zogenaamde diaphone. Een gewone diapason is een labiaalpijp. U kent ze uit het front van een kerkorgel. Op de foto ziet u Sef Kok met een diapason-pijp uit het Tuschinski orgel.
De voet van een diaphone pijp maakt meestal onderdeel uit van de windlade. Niet op de tekening afgebeeld, maar vóór de onderste opening in de voet zit nog een ventiel dat aangestuurd wordt bij het indrukken van een (pedaal) toets. Zodra een toets ingedrukt wordt stroomt de lucht de voet in. In rusttoestand (als op de tekening) kan de lucht langs de schijf ook zo de schalbeker instromen. Maar wat gebeurt er nou precies als de lucht langs de schijf de schalbeker instroomt? Door de luchtstroom zal de luchtdruk op die plek zakken (bij het pijltje valve). Dat verschijnsel van lagere druk door langsstromende wind staat bekend als het Bernoulli-effect, misschien nog wel bekend van de natuurkunde-les. Dit is een 8’ pijp uit het C-groot octaaf. Meestal loopt bij een theaterorgel de diapason door tot in het 16’ octaaf. Dit laagste octaaf zijn bij een theaterorgel vrijwel altijd diaphone pijpen. Diaphone-pijpen zijn geen labiaal pijpen. En eigenlijk is het ook niet echt een tongwerk... Hoe ziet zo’n pijp er uit? Kijkt u daarvoor eens naar de vereenvoudigde tekening van een diaphone. U ziet de voet van een diaphone pijp (afbeelding rechtsboven) met daarbovenop het beginstuk van de schalbeker (resonator). In de voet bevindt zich een verende metalen beugel (spring) met daarop bevestigd een ronde schijf. Die schijf is aan de kant van de opening naar de schalbeker bekleed met vilt en leer en kan door de verende bevestiging enigszins naar voren bewegen. Aan de onderkant van de voet ziet u de opening waardoor orgelwind in de voet kan stromen. Meer naar boven, bij de schijf, de opening waar de lucht in de schalbeker ingaat. 16
Met een eenvoudig proefje kunt u zelf constateren dat er echt een lagere druk ontstaat door langsstromende lucht. Neem een vel papier en blaas strak over het vel. Het papier zal door de lagere druk naar boven bewegen… En misschien heeft u deze proef ook wel eens gezien: neem twee blikjes, hang elk aan een touwtje, een klein stukje uit elkaar. Door nu lucht tussen de blikjes door te blazen ontstaat tussen de blikjes een lagere luchtdruk en zullen ze zich naar elkaar toe bewegen. Nu weer terug naar de tekening van de diaphonevoet. Door de langsstromende lucht in de tussenruimte tussen schijf en opening naar schalbeker zal op die plaats een lagere druk ontstaan. Gevolg, de schijf (ofwel afsluitklep) zal in beweging komen en het gat naar de schalbeker afsluiten. Omdat dan de luchtstroom geblokkeerd wordt zal de verende beugel de klep weer opentrekken. Vervolgens zal er dan weer lucht langs de klep stromen, de klep weer sluiten enz.
Dit proces repeteert zich tot een periodieke oscillatie van de klep, met als gevolg dat in de schalbeker drukgolven ontstaan. De frequentie van dat oscilleren zal deels bepaald worden door de massa van veer en klep en de strakheid van de veer. Maar dat is een deel van het verhaal. Binnen zekere grenzen zal de frequentie van deze oscillatie vooral ook worden bepaald door de natuurlijke frequentie van de luchtkolom in de schalbeker! Het klep/ veer mechanisme met bijvoorbeeld een eigen frequentie van 128 Hz zal, wanneer voorzien van een schalbeker van bepaalde lengte, zomaar gereduceerd worden tot bijv. 100 Hz. De lengte van de schalbeker bepaalt uiteindelijk de toonhoogte! De schalbeker heeft dan ook aan de bovenkant een stemschuif waarmee gestemd wordt. In de voet zit geen stemkruk. En dat maakt het verschil met een echt tongwerk. Schalbekers kunnen van metaal zijn en zijn conisch van vorm. Maar ook worden vaak houten schalbekers toegepast met vierkante doorsnede en naar boven toe wijd uitlopend. Zo kunnen de schalbekers van 32’ diaphones imposante afmetingen krijgen! Rechts onder een foto van een Wurlitzer diaphone CCCC 32’. Hoewel het principe van de diaphone al eerder bekend was wordt de toepassing als orgelpijp toch vooral aan Robert Hope Jones toegeschreven. Later heeft o.a. John Compton nog aan verbeteringen gewerkt. Het is namelijk een wat lastige pijp voor een intoneur en stemmer. De afstand van de klep tot het gat, de veerkracht van de beugel en een eventueel verschuifbaar gewicht bepalen of de klep wil afsluiten en weer voldoende vrij komt. Hier is het een en ander aan af te stellen maar dat gaat op een vrij grove manier. Belangrijk is dat het vilt en leer in goede staat zijn en zorgen voor een perfecte afdichting van de klep.
En nou vraagt u zich misschien af, waarom die titel boven het artikel? De Amerikaanse kustwacht zag in het principe van de diaphone ook een goede toepassing als misthoorn. Het geluid is fors en kan ver dragen. Zo werden dus voor langs de kust misthoorns ontwikkeld volgens het principe van de diaphone. Vandaar de titel….. Peter Koppe
Op deze foto van Johnson Organ Co., Inc ziet u het mechanisme van veer en klep
17
Standaart orgelbouw op het internet Laatst was ik op het internet aan het zoeken, toen ik op de één of andere manier bij Standaart-orgelbouw terecht kwam. Ik ben hierdoor onder de indruk geraakt van de hoeveelheid kerkorgels die Standaart heeft gebouwd, het bleek in die tijd toch wel een gerenommeerd bedrijf te zijn. Veel orgels werden in kerken in de randstad en omgeving geplaatst maar ook in Zeeland zijn er diverse terechtgekomen, zelfs één in Vlissingen!
Hetzelfde komt voor als er een stofdeeltje tussen de magneet onder een pijp van een theaterorgel terecht komt en er een ‘hanger’ ontstaat, het zou toch veel beter zijn als de pijp zweeg op dit cruciale moment? Dit nadeel lijkt klein, maar dit heeft mede bijgedragen aan de ondergang van de pneumatische besturing, bovendien vonden orgelbouwers pneumatiek moeilijk (te technisch) en keerde men terug naar de mechanische orgelbouw.
Ongetwijfeld zijn in de loop der jaren veel orgels vervangen door nieuwe omdat het klankideaal in de dertiger jaren van de vorige eeuw behoorlijk afwijkt van de wensen die men later – vanaf de vijftiger jaren – had. Ook zal de storingsgevoeligheid van de veelal pneumatische instrumenten een rol hebben gespeeld. Plus het failliet gaan van de firma, waardoor andere bedrijven de service moesten overnemen . . . die de mogelijkheid tot het afkraken van orgels van de concurrent ongetwijfeld zullen hebben aangegrepen.
Bij het zoeken naar Standaart orgels stuitte ik ook nog op iets wat mij niet bekend was nl. dat het orgel dat in de Oosterkerk in Vlaardingen staat ooit bedoeld was als studio-orgel voor de AVRO, zie hiervoor de beschrijving en foto op www.orgelsite.nl/kerken45/vlaardingen2.htm
De toen gebruikte pneumatiek had ook nadelen! Bij diverse pneumatische systemen is het namelijk zo dat: als er een lekje ontstaat in een stuurleiding, de betreffende pijp gaat spreken en niet meer tot zwijgen is te brengen. Dit is veel erger dan dat de pijp het niet meer doet, dat is hooguit lastig maar niet storend en dit kun je later oplossen.
Omdat de schrijver van het boek ‘Orgels bij de Omroep’ Cor Doesburg alles van de orgels bij de omroep heeft onderzocht en gepubliceerd leek het een goed idee om hem eens te vragen wat hij hiervan wist. Wat Cor Doesburg meldde leest u op deze pagina.
Wat bouwjaar betreft (1934) zou dit kunnen. Het zou aardig zijn als iemand reageerde op dit artikel met opheldering over dit raadsel. (zie vervolg op dit art.,red) Uit het artikel blijkt verder dat het orgel op een enkele wijziging na nog origineel is, waarschijnlijk zijn een aantal registers vergelijkbaar met die van het theaterorgel. Dit zou best wel eens heel aardig kunnen zijn, waard om te onderzoeken. Cees Bimmel.
Voor de sloop van dit Duinoordorgel moeten er dus windladen, conducten, balgen, pijpwerk en zelfs een speeltafel ergens naar toe zijn gegaan. De speeltafel zou dan gemaakt moeten zijn volgens het ontwerp van de architect Merkelbach van de AVRO-studio. De speeltafel van het Vlaardingse orgel lijkt daar niet op en lijkt mij van later datum.
“Ik ken dit verhaal al langer. In de documenten uit het archief van de AVRO ben ik daar niets over tegengekomen. Bij de studie voor mijn boek ben ik er via documenten en gesprekken met André Fontein achtergekomen dat het geabandonneerde AVRO-kerkorgel door Standaart Jr. in de Duinzichtkerk werd geplaatst. Zo kan men dat in mijn boek op blz.93 lezen. De frontpijpen op de foto zijn nog van het “eerste AVRO-kerkorgel”.
Overigens kwam het register “Flute Harmonique” niet in het eerste AVRO-kerkorgel voor (zie de disposities op blz.138), de dispositie in Vlaardingen is beduidend anders.
Volgens mondelinge bronnen is dit orgel in 1968 “naar de sloop” gegaan. De datum 1934 in dit artikel kan kloppen, want het eerste AVRO-kerkorgel dateert van 1933. In 1934 maakte Standaart het contract voor het huidige AVRO-kerkorgel. Het eerste AVRO-kerkorgel werd in 1935 in de Duinoordkerk in gebruik genomen. Ik heb toen nogal wat ‘belwerk’ verricht bij degenen die in de jaren zestig veel oude orgelonderdelen overnamen, ik ben daar toen niet achter gekomen.
Om te staven dat dit een orgel voor de AVRO-studio zou zijn geweest, moet er - behalve mondelinge overlevering vooral bewijs gevoerd kunnen worden op basis van eventueel nog beschikbare documenten. Ik houd niets voor onmogelijk, maar vooralsnog ben ik nog niet overtuigd dat dit het eerste AVRO-kerkorgel zou zijn. Graag (en dat meen ik!) laat ik mij overtuigen, omdat dit voor de vaderlandse orgelhistorie belangrijk is.
18
Wel valt de Basson Hobo op. Het zou best kunnen dat er onderdelen van het eerste AVRO-kerkorgel in dit orgel terecht zouden kunnen zijn gekomen, maar dat moet dan wel in de jaren zestig zijn gebeurd.
Aldus Cor Doesburg.
Tractuur In dit artikel wil ik beknopt uitleggen wat het begrip ‘tractuur’ inhoudt, welke systemen er zijn en wat dit betekent voor de (Nederlandse) orgelbouw in het algemeen en het theaterorgel in het bijzonder. Internet ‘Wikipedia’ is hierin duidelijk: onder tractuur wordt de overbrenging verstaan, die de mechanische acties van de bespeler doorgeeft naar de onderdelen van het orgel die de acties moeten uitvoeren. Deze mechanische acties kunnen zijn: Het indrukken van de toets van een manuaal of een pedaal. Het trekken, schuiven of anderszins bedienen van een register. Het bedienen van speelhulpen zoals koppels, zwelwerken en dergelijke. Bovenstaande acties kunnen op verschillende manieren worden uitgevoerd: 1. Mechanisch 2. Pneumatisch 3. Elektrisch Een combinatie van 1, 2 of 3. Hieronder zullen de verschillende systemen nader worden toegelicht met de nadruk op de toetsen van de manualen en pedalen.
Naarmate meerdere registers worden toegevoegd, worden de kleppen onder de windladen steeds groter om de wind door te laten, tegen de winddruk van het orgel in, moeten deze worden geopend, logisch dat de organist harder op de toetsen moest drukken. Qua betrouwbaarheid scoort dit systeem maximaal, bovendien zijn de bewegingingen in het orgel gemakkelijk te volgen en is de werking onafhankelijk van elektriciteit en wind(druk). Echter vooral in de landen rondom ons zoals Frankrijk, Groot-Britannië en de Verenigde Staten van Amerika was een duidelijke wens aanwezig tot het bouwen van steeds grotere instrumenten. Dit speelt al rond 1830! Er moest ondersteuning worden gezocht en dit werd gevonden in de vorm van hulp van de pneumatiek, met andere woorden: het benutten van de kracht die ontstaat door gebruik te maken van het verschil in druk tussen de winddruk in het orgel en de atmosferische druk buiten. Degene die een oplossing voor dit probleem ontwikkelde, was Charles S. Barker, een orgelbouwer uit Bath, Groot Brittannië. Hij onderbrak de verbinding (de trekstang) tussen het eind van de toets en de klep onder de pijp, door aan de trekkerzijde een pneumatische commandogever aan te brengen en aan de klepzijde een pneumatische balg, die de kracht leverde om de klep onder de windlade open te trekken.
Mechanische tracuur De oudste tractuur de mechanische, is in beginsel eenvoudig. Stel je voor: een klein orgel met één klavier en een windlade met een rij pijpen erboven. Aan het eind van een toets is een trekstang gemonteerd, die de klep onder de pijp opentrekt. Het wordt al ingewikkelder als het orgel wat groter wordt, de ruimte die de pijpen boven het klavier (manuaal) innemen, is veel groter en breder dan het klavier, er moeten overbrengingen worden gemaakt om ervoor te zorgen dat alle bewegingen van de klaviertoetsen overgebracht worden op de kleppen onder de pijpen, die op andere plaatsen staan dan de toetsen. Het onderdeel waarop deze onderdelen gemonteerd worden, noemt men het “wellenbord”. Voor nog grotere orgels wordt het echt ingewikkeld als er meerdere manualen komen met bijbehorende rijen pijpen. In feite ontstaat er een situatie dat een orgel uit meerdere orgels bestaat, die in één kast zijn samengebouwd. De pijpen staan nu vóór, naast, boven en achter de organist. In de orgelbouw spreekt men van hoofdwerk, bovenwerk, borstwerk, rugwerk. Hiermee wordt de plaats aangeduid van de verschillende delen van het orgel. Toch lukt het nog steeds om de bewegingen over te brengen, zij het dat het wel steeds ingewikkelder wordt, vooral als er ook koppelingen moeten kunnen worden gemaakt tussen de verschillende groepen pijpen. Dit systeem hadden de mechanische orgelbouwers goed onder de knie, echter het heeft zijn begrenzing namelijk de toetsdruk kan niet eindeloos toenemen. 19
Hiermee was het einde van de directe verbinding tussen klavieren en windlade een feit, kon de toetsdruk door middel van veren instelbaar gemaakt worden en konden de orgels verder worden uitgebreid. Deze oplossing wordt de Barker hefboom genoemd. Het systeem werkte met “inlatende” wind een systeem wat verderop wordt toegelicht bij de pneumatische tractuur. Ondanks deze pneumatische toevoeging worden instrumenten met de Barker hefboom GEEN pneumatische orgels genoemd. De tractuur blijft mechanisch en er wordt alleen een pneumatische stap tussen klavieren en windladen gevoegd. Nadelen zijn: het directe contact met het orgel is weg, er kan een zekere traagheid onstaan, de materialen in het systeem zijn verouderingsgevoelig en er moest veel meer aandacht aan onderhoud worden besteed. Of er nog orgels met de Barker hefboom in Nederland bestaan, is mij niet bekend. Wel is het zo dat bijna alle moderne, nieuw gebouwde orgels, weer mechanische orgels zijn. Extreem grote instrumenten, al dan niet met losstaande speeltafels worden met een andere (elektrische) tractuur uitgerust. Pneumatische tractuur De hierboven genoemde Barker hefboom opende onbedoeld de weg naar het volledig pneumatische orgel, de eerste stap was gezet. De volgende stap werd het doorzetten van de pneumatiek naar de windladen. Hiermee kwam de gehele mechanische tractuur te vervallen. Simpel gezegd: pneumatische balgen werden gemonteerd aan de kleppen onder de pijpen, die gestuurd werden vanaf de toetsen door middel van loden stuurleidingen. We moeten hierbij niet denken aan verbouwingen van bestaande orgels maar aan kompleet nieuwe instrumenten waarbij deze nieuwe tractuur werd toegepast. Het bijkomend voordeel was, dat er opeens veel meer vrijheid ontstond bij het ontwerpen van orgels, immers tot dan toe was een vaste koppeling met de speeltafel noodzakelijk, gedicteerd door de mechanische tractuur. Vanaf dat moment zien we ook de eerste vrijstaande speeltafels, die via slim weggewerkte pakketten stuurleidingen bijna niet meer aan het orgel leken te zijn verbonden, echter volledige vrijheid bestaat niet, als maximale stuurleidinglengte werd 30 voet aanbevolen, bij een grotere lengte werkte het systeem niet meer betrouwbaar en werd de traagheid onacceptabel. 20
De windladen van een pneumatisch orgel zijn duidelijk anders dan van het mechanische orgel omdat de pneumatiek geïntegreerd werd in de windladen. Ook ontstonden andere typen klepsystemen, het zou te ver voeren dit allemaal te beschrijven. In de vakliteratuur komt dit ruimschoots aan de orde. Wat wel wetenswaardig is dat er twee typen pneumatische systemen werden toegepast nl. pneumatiek met “inlatende” en met “uitlatende” wind. Bij inlatende wind wordt de balg opgeblazen met wind uit het systeem na een commando terwijl bij uitlatende wind, de balg door een commando wordt leeggeperst door de orgelwind, de balgen voor uitlatende wind bevinden zich dan ook altijd binnen in de windladen (waarin de winddruk voor het orgel heerst). De praktijk heeft geleerd dat de reactie bij uitlatende wind-systemen supersnel is ten opzichte van inlatende wind-systemen.
Een groot nadeel van uitlatende wind bleek later te zijn: lekkage van de stuurleiding ziet het systeem als een commando, dit betekent dat de pijp gaat spreken. Combinaties van inlatende/uitlatende wind komen ook voor. Een bijkomend nadeel van pneumatiek in het algemeen is: het wordt ingewikkeld door de grote hoeveelheid stuurleidingen, denk maar aan een speeltafel met drie manualen en pedaal, hier gaat een pakket stuurleidingen van 3 x 61 plus 1 x 32 = 215 stuks naar toe plus de besturing van registers, zwelkasten, koppelingen enz. Diameter van de stuurleidingen is plm. 9 mm. Ook de speeltafel wordt redelijk vol met allerhande pneumatische schakelingen voor koppels tussen de manualen en de pedalen. Voor een techneut fantastisch, echter je kunt je voorstellen dat de traditionele orgelbouwers hier moeite mee hadden, tot nu toe was het vak van de orgelbouwer gebaseerd op de houtbewerking/meubelmakerij/ pijpenmakerij, door introductie van de pneumatiek kwam er een specialisatie bij. Een aantal (Nederlandse) orgelbouwers bouwden orgels met pneumatische tractuur waaronder Standaart. Strikte noodzaak voor toepassing van pneumatiek was vaak niet aanwezig omdat het om betrekkelijk kleine orgels ging met aangebouwde speeltafels, die net zo goed mechanisch hadden kunnen worden bestuurd. Mogelijk sprak de techniek hen aan, het was in ieder geval modern, vooruitstrevend. Door de grote vraag naar orgels aan het begin van de 20e eeuw werden in aantallen behoorlijk wat orgels met pneumatische tractuur gebouwd. Een lang leven waren de meeste pneumatische orgels niet beschoren want al vrij snel kreeg het systeem een slechte naam door allerhande storingen, die duidelijk door de keuze van de tractuur werden veroorzaakt. Om deze reden plus door het gewijzigde klankideaal verdwenen deze orgels uit de kerken en concertzalen en werden vervangen door traditionele mechanische instrumenten.
Elektro-pneumatische tractuur Aan het eind van de 19e eeuw krijgt de techniek steeds meer grip op ons leven en ook op de orgelbouw, er blijkt veel meer mogelijk dan in het verleden en door de drang naar vernieuwing worden nieuwe ontwikkelingen in snel tempo toegepast. Elektro-pneumatische tractuur van orgels is een systeem wat de orgelbouwer nog meer voordelen en vrijheid biedt bij het ontwerpen en bouwen van orgels. De pneumatische tractuur kende nog belemmeringen, de stuurleidingen waren beperkt in hun lengte, de leiding pakketten vormden enorme bossen, de veelal toegepaste loden leidingen waren kwetsbaar en verouderingsgevoelig. Door introductie van de elektrotechniek konden stuurleidingen en -slangen nu, simpelweg gezegd, worden vervangen door dunne elektrische draden. Pneumatische schakelingen werden vervangen door magneetunits met ingebouwd primaire kleppen, rechtstreeks onder de windladen. De toetsen werden voorzien van contacten, die bij indrukken een signaal gaven naar de magneetunits, die daardoor in actie kwamen. Het elektro-pneumatische systeem is gebaseerd op gebruikmaking van de natuurlijke kracht uit luchtdrukverschillen binnen en buiten de windlade. Een kleine magneet zorgt voor een opening naar de buitenlucht van het balgje in de windlade wat de klep onder de pijp bedient, waardoor de balg leeg gedrukt wordt door de hogere druk die binnen de windlade heerst en hiermee de klep naar de pijp opent. (In dit geval kan worden volstaan met een kleine magneet (0,1 Ampere), die een klein klepje bedient, wat vervolgens een groter systeem (balgje onder de klep) in werking stelt (servo).
Andere muzikale toepassingen van pneumatische tractuur (inlatende wind) komen voor in automatisch spelende muziekinstrumenten met name in draaiorgels, dansorgels enz. Door keuze van het systeem van “inlatende wind” spelen deze instrumenten jarenlang probleemloos, de eventuele traagheid die hierbij optreedt, speelt bij deze toepassing geen rol. In de Aeolian Orchestrelle drukwindharmoniums voor gebruik thuis, die op rollen spelen, is ook de combinatie uitlatende/inlatende wind toegepast. De rijen tongen die in windladen zijn ondergebracht worden met uitlatende wind gestuurd, de aansturing vanuit de rol naar de pistonkast geschiedt met inlatende wind. Hoewel ik met de restauratie van pneumatisch gestuurde instrumenten redelijk wat ervaring heb vind ik het nog steeds moeilijk dit op gemakkelijke manier te verwoorden in een tekst als deze, zodat het voor iedereen begrijpbaar is. Het wordt snel erg technisch, ook in de praktijk.
21
Het zou ook direct met elektrische magneetkleppen kunnen, die de volle doorgang naar de pijp vrijgeven, maar daarvan zou het elektrisch vermogen veel groter moeten zijn, bovendien kleven ook andere problemen zoals traagheid en achterblijvend magnetisme in de spoelen van de magneten. Later (te laat voor de theaterorgels) kwamen wel specifieke elektrische magneetkleppen beschikbaar die in orgels met elektrische tractuur een toepassing vonden. Zie de afbeelding als voorbeeld voor de elektro-pneumatische tractuur zoals toegepast in Compton orgels, in de vakliteratuur wordt dit Roosevelt pneumatiek genoemd. Door de elektro-pneumatiek werd het ècht mogelijk de pijpen los te koppelen van de speeltafel, de speeltafel kon dus willekeurig ten opzichte van de pijpen worden geplaatst, er is alleen een koppeling met een elektrische kabel noodzakelijk, waarbij de lengte theoretisch geen rol speelt. Er is wel één belangrijke praktische voorwaarde n.l.: er moet een akoestische koppeling blijven tussen de speeltafel en de pijpen, met andere woorden: het is voor de organist wel prettig als hij zijn eigen spel hoort. De grenzen van deze koppeling zijn vaak opgezocht en overschreden. Architecten maakten gebruik van de mogelijkheid tot loskoppeling maar gingen soms te ver. Zo kon het voorkomen dat de organist zijn eigen spel nauwelijks hoorde of dat er tijdsverschil onstond in het aanraken van de toetsen en de aankomst van het geluid. De vrijheid in plaatsing werkte vaak nadelig voor het orgel, het werd ergens weggestopt in een ruimte waar niemand iets mee kon, dan kon daar mooi het orgel staan. Zo kwam het regelmatig voor dat het orgel ergens hoog in het theater boven het podium werd weggestopt, terwijl de organist beneden moest presteren. Voor hem leek het waarschijnlijk alsof het orgel ergens achter in het schuurtje stond. Jammer, want zo ontneem je de organist het plezier in zijn spel. Dit laatste heeft ook zijn weerslag op het artistieke beleven. Elektro-pneumatiek, unit-orgel De elektro-pneumatiek bood nog veel meer mogelijkheden. Het werd hierdoor eenvoudig mogelijk om een willekeurige pijp aan een willekeurige toets op een willekeurig manuaal aan te sluiten (via een schakelkast of relais), het is maar net waar je de koppeling maakt.. Hiermee was het zogenaamde unit-orgel geboren. Verschillende registers werden nu units genoemd. Een unit bestaat uit een aantal pijpen die één register of stem vormen, zoals een unit Clarinet bestaande uit 61 pijpen te beginnen met 8’, en unit Tibia bestaande uit 85 pijpen te beginnen met 16’ waaraan een 16’, 8’en 4’ register ontleend kon worden. (ter verduidelijking: het klavier heeft 61 toetsen. Als je begint met de bedrading vanaf de onderste pijp aan te sluiten, heb je op deze manier een 16 voets register gecreëerd, begin je bij de 13e pijp aan te sluiten, krijg je een 8 voets register, als je bij de 25e pijp begint met aansluiten, krijg je een 4 voets register.)
22
Theaterorgels worden dan ook aangeduid als bijvoorbeeld een 3-10 dat betekende 3 manualen en 10 units (stemmen). Over pedaal, xylophone, metallofoon en slagwerk werd niet gesproken, dat hoorde er altijd bij. De pijpen van de units kunnen via verschillende voetmaten vanuit de manualen en het pedaal woden aangestuurd. Hierdoor werden veel mogelijkheden gecreëerd In het theaterorgel zijn deze mogelijkheden volledig benut. Elektro-pneumatische kerkorgels werden vaak niet als unit-orgel uitgevoerd in verband met artistieke bezwaren die bij het klassieke orgelspel nadrukkelijker naar voren komen dan bij het populaire theaterorgelspel. Bij het unit-orgel kan het voorkomen dat één pijp uit een unit bij het indrukken van meerdere toetsen op het klavier wordt ‘opgevraagd’, de pijp kan slechts één keer spreken, de andere keren is hij er niet. Dit is een gemis ten opzichte van een orgel met afzonderlijke pijpen-rijen voor elk register. Een nadeel van de elektro-pneumatische tractuur is, net als bij de pneumatische tracuur, dat lekkage in het besturingssysteem - een stofje of houtsplintertje tussen het klepje in de magneet - als een commando wordt gezien en dus een pijp laat spreken. Er is bij de ontwikkeling van het elektro-pneumatische systeem vast wel over nagedacht. Men heeft het risico genomen, men kon hiervan ook de gevolgen niet inschatten, toch is dit achteraf gezien duidelijk onderschat. Het blijkt dat je instrumenten als orgels ‘monkey-proof’ moet maken, want de bespeler is absoluut geen technicus en vindt dat het instrument het altijd moet doen! Ook wordt de organist aangesproken op een ‘hanger’, een hanger maakt het gehele orgelspel waardeloos. Je kunt je voorstellen hoe het publiek reageerde in de bioscoop als er zoiets gebeurde, als organist zou je de dag vervloeken dat je de keuze had gemaakt organist te worden! De geschiedenis leert dat vele instrumenten het veld hebben moeten ruimen vanwege de vele storingen en dit zullen vaak ‘hangers’ zijn geweest. Het zou veel beter en minder irritant zijn als de pijp het niet meer deed dan dat hij bleef hangen, maar goed, dit is nu eenmaal inherent aan het systeem. Voor de technicus een simpel probleem, in de praktijk betekende dit dat er een orgelbouwer bij moest worden geroepen, die het probleem oploste en vervolgens een rekening stuurde. Als dit vaker voorkwam kreeg het orgel het stempel “probleem-orgel”. Netjes gezegd, terwijl dit verder een prima instrument kon zijn. Echter dit kan de aanzet geweest zijn tot uiteindelijke vervanging van het betreffende orgel en uiteindelijk tot ondergang van het gehele systeem. Als je de beschrijvingen op internet naleest van de geschiedenis van diverse (kerk)orgels, komt dit constant naar voren: dat vanwege storingen het orgel wordt vervangen door een nieuw instrument, mede hierdoor hebben de (elektro-) pneumatische orgels en hun bouwers een slechte naam gekregen.
John Compton heeft dit probleem wel onderkend en voorzag de drukregelaars onder de windladen van elektro-pneumatisch bediende kleppen, die de windladen konden afsluiten ingeval van een hanger. Het gehele register of meerdere registers werden dan wel uitgeschakeld maar je kon in ieder geval doorspelen. Op de speeltafel van het Compton orgel in Haarlem vind je deze registerwippers terug op de speeltafel, waarschijnlijk niet meer aangesloten, maar ze zitten er wel! Het geeft aan dat dit wel degelijk een serieus probleem moet zijn geweest anders was deze voorziening er niet geweest. Zoals eerder vermeld, hebben veel elektro-pneumatische orgels het veld moeten ruimen, laten we dus zuinig zijn op onze theaterorgels, met hun specifieke tractuur, unitsysteem en orkestrale stemmen vertegenwoordigen ze een tijdsbeeld uit de orgelbouwkunde en dus waard om te behouden voor de toekomst.. Orgelbeweging Einde van peumatische en elektro-pneumatische tractuur In de twintiger jaren van de vorige eeuw ontstond de zogenaamde orgelbeweging, organisten en orgelbouwers hadden het gehad met romantische en orchestrale orgels en de bijbehorende muziek. Men wilde terug naar de oorspronkelijke barokke orgelmuziek zoals die werd gecomponeerd en uitgevoerd door J.S. Bach en tijdgenoten, inclusief het bijbehorende ontwerp en bouw van de orgels uit die tijd. Deze orgelbeweging waaierde uiteindelijk vanuit Duitsland over het gehele vasteland van Europa. Langzamerhand keerde de klassieke orgelbouw geheel terug naar de ambachtelijke bouw van instrumenten zoals dit in de tijd van J.S. Bach gebeurde. In de praktijk betekende dit dus volledig mechanische orgels inclusief oude windlade-technieken, register-opbouw en mensuren (afmetingen en dikteverloop) van de pijpen zoals in die tijd werden toegepast. Voor de organisten betekende dit dat zelfs de oorspronkelijke vingerzettingen gehanteerd werden met de daaruitvolgende articulaties. Ook was door de mechanische tractuur het contact tussen toets en pijp weer hersteld, zodat de aanslag en het loslaten van de toets weer onder controle was en dit volgens voorgeschreven technieken kon worden uitgevoerd.
De meeste ambachtelijke orgelbouwers voelden zich bij deze bouwwijze meer thuis dan bij de fabrieksmatige orgelbouw zoals die aan het begin van de twintigste eeuw was ontstaan en grepen deze nieuwe trend met beide handen aan. Dit betekende het einde van pneumatische en elektropneumatische tracturen in de klassieke orgelbouw. In de jaren die volgden werden vele (elektro-) pneumatische klassieke orgels afgevoerd en vervangen door mechanische instrumenten. Er is dan ook bijna niets meer van over. Zelfs op dit moment is geen (elektro-) pneumatisch orgel zijn leven nog zeker als er iets gaat mankeren. Ook de drang naar ‘werk in de orgelbouw’ is hier debet aan. Interessante boeken voor degenen die zich in deze materie verder willen verdiepen: *Reginald Whitworth, The Electric Organ, uitgever The Organ Literature Foundation, Braintree, Mass. 02184, ISBN 0913746.07.X *Reginald Whitworth, The Cinema and Theatre Organ, uitgever The Organ Literature Foundation, Braintree, Mass. 02184, ISBN 0913746.14.2 *A.P. Oosterhof en Mr. A. Bouman, Orgelbouwkunde, uitgever Spruyt, Mantgem & de Does, Leiden, ISBN 90 238 0525 9 *William Harrison Barnes, The Contemporary American Organ, uitgever J. Fisher & Bro./ Bellwin Mills. In de boeken van Whitworth kun je alles vinden over elektro-pneumatische kerk- en theaterorgels, het boek van Bouman daarentegen is een handleiding voor de traditionele kerkorgelbouwer, duidelijk geïnspireerd door de “orgelbeweging” en daarom met een duidelijke mening/ oordeel over (elektro-) pneumatische tractuur. Het boek van Barnes bespreekt de diverse tractuursystemen gebaseerd op de Amerikaanse orgelbouw. Cees Bimmel.
Plezierige feestdagen en een heel fijn 2011 namens het bestuur en de redactie. 23
Nederlandse Orgel Federatie
In 2010 speelden deze heren voor de NOF: In februari Piet Kischemöller, in maart Jan Roffel, Wim Wegman, Patrick Hopper en Paul Hartog, in april Gerwin van der Plaats. Eddie Ruhier speelde in mei en oktober, in september Keith Beckingham. Len Rawle was onze eregast in oktober en in november speelde Chis Powell.