Gemeente Amsterdam
Economische Zaken
Factsheet dashboard Economische recessie februari 2010
Samenvatting op hoofdlijnen Figuur 1 Conjunctuurbeeld Amsterdam, januari 2010 Selecteer indicatoren Verkochte woningen Passagiers Schiphol Vracht Schiphol Hotelovernachtingen Werkgelegenheid Vacatures Startende bedrijven Opheffingen bedrijven Faillissementen Werkloosheid Bijstandsuitkeringen
Bron: www.os.amsterdam.nl
Amsterdam Sinds oktober 2009 staat de Amsterdamse economie er op enkele vlakken beter voor. Op een aantal punten is er sprake van een stabilisatie maar er zijn ook onderdelen die zich minder gunstig ontwikkeld hebben. Beter Met het vrachtvervoer op Schiphol gaat het beter: in december 2009 is er voor het eerst weer sprake van groei, ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder. Het toerisme in Amsterdam lijkt ook weer aan te trekken. Terwijl het aantal overnachtingen in heel Nederland nog daalt, is er in Amsterdam alweer sprake van groei.
Stabilisatie Het aantal passagiers op Schiphol is bijna op het niveau van een jaar geleden. De woningmarkt zit mogelijk op een keerpunt. Het aantal woningen dat in december verkocht is, ligt hoger dan normaal. Het is nog te vroeg om van een trendbreuk te spreken omdat er in december altijd meer woningen verkocht worden. De verkoop van nieuwbouwwoningen verloopt nog slecht. De werkgelegenheid is in het vierde kwartaal met 3.665 banen toegenomen. Net als in de rest van 2009 is de toename van de werkgelegenheid vooral het gevolg van de nieuwe Wet op het Handelsregister. Twee van de drie nieuwe banen die er in het vierde kwartaal bijkwamen, zijn het gevolg van deze nieuwe wet. De reële toename van de werkgelegenheid in het vierde kwartaal is 0,3%. Opmerkelijk is dat de geregistreerde werkloosheid in Amsterdam zich stabiliseerde, er was zelfs sprake van een lichte daling de afgelopen maanden. In heel Nederland namen de geregistreerde werkloosheid en ook de werkloze beroepsbevolking toe. Slechter De arbeidsmarkt reageert vertraagd op economische ontwikkelingen. Dit verklaart de huidige stijging van het aantal bijstandsuitkeringen. Het aantal vacatures is gedaald en het aantal faillissementen en het aantal opheffingen zijn de afgelopen vier maanden toegenomen. Het aantal uitzenduren blijft afnemen. De haven is voor de tweede keer geconfronteerd met daling van de havenoverslag en op de kantorenmarkt is de leegstand in 2009 verder toegenomen. De huurprijzen namen hierdoor af, vooral op kantoorlocaties aan de randen van de stad.
Nederland In het vierde kwartaal van 2009 was het volume van de uitvoer van goederen en diensten 2,5 procent lager dan in hetzelfde kwartaal van 2008. Deze daling is veel kleiner dan in de voorgaande kwartalen. Het uitvoervolume naar de EU-landen was 9% lager en naar de VS 18% lager dan in het vierde kwartaal van 2008. Het uitvoervolume naar China, Singapore, Maleisië en Thailand nam met bijna 40% toe ten opzichte van het vierde kwartaal in 2008. Huishoudens hebben in het vierde kwartaal 2,6 procent minder besteed dan een jaar eerder. Deze daling is vrijwel gelijk aan die in de eerdere kwartalen van 2009. Vooral de bestedingen aan duurzame consumptiegoederen waren flink lager. Het volume van de overheidsconsumptie was in het vierde kwartaal 3,1 procent hoger dan een jaar eerder. Daarmee zijn de overheidsbestedingen opnieuw de enige bestedingscategorie die een groei laat zien. Vooral de reële uitgaven voor de zorg, maar ook die voor het openbaar bestuur, namen toe. In het vierde kwartaal is 14,3 procent minder geïnvesteerd dan een jaar eerder. Deze daling is vrijwel gelijk aan die in de beide voorgaande kwartalen. Zowel de investeringen in machines en transportmiddelen, als die in woningen en bedrijfsgebouwen daalden sterk. Bij de investeringen in infrastructurele werken was sprake van een geringe daling in het vierde kwartaal, terwijl de eerste drie kwartalen van 2009 nog een duidelijke groei lieten zien. De overheid is vaak opdrachtgever van infrastructurele werken.
2
Figuur 2 Conjunctuurbeeld macro-economie en vertrouwen Nederland, januari 2010 Producentenvertrouwen Orders Consumentenvertrouwen Grote aankopen Rente Consumptie Uitvoer Investeringen Productie BBP Arbeidsvolume Werkloosheid Vacatures Uitzenduren Faillissementen
Bron: www.cbs.nl
Vergelijking van de figuur voor Nederland met die van Amsterdam is niet zuiver, aangezien de figuren grotendeels verschillende indicatoren laten zien. Sinds oktober is het conjunctuurbeeld voor heel Nederland verbeterd. Het lichte herstel zet door maar niet op alle fronten. Zo is de werkloosheid verder toegenomen. Het zwaartepunt van de puntenwolk in de conjunctuurklok ligt in het rode kwadrant. Iets meer dan de helft van de indicatoren zit al in het gele kwadrant. Voor deze indicatoren geldt dat ze weliswaar onder de trendmatige ontwikkeling zitten maar dat er wel weer sprake is van groei, of een daling van de afname. Dit geldt onder andere voor het consumenten- en producentenvertrouwen, de productie en de uitvoer.
3
Toelichting op de figuren De ontwikkeling van de conjunctuur in de tijd (tot januari 2007) kan online bekeken worden op www.os.amsterdam.nl. De ontwikkeling voor heel Nederland is te vinden op www.cbs.nl. Algemeen De figuren, die geïnspireerd zijn door de conjunctuurklok van het CBS, bevatten de meest recente cijfers van een aantal indicatoren die weergeven hoe de Amsterdamse economie ervoor staat. In de figuren zijn de conjunctuurcycli te zien: hoogconjunctuur (groen), afname (oranje), laagconjunctuur (rood) en herstel (geel), zie ook figuur 3. In een periode van hoogconjunctuur zal de meerderheid van de indicatoren zich in het groene kwadrant (boven de trend) bevinden, in een periode van laagconjunctuur in het rode kwadrant (onder de trend). Voor iedere indicator is bepaald wat de positie is ten opzichte van de lange termijn trend (verticale as) en ten opzichte van de korte termijn ontwikkeling (horizontale as). Hoe dichter bij het nulpunt, hoe kleiner de verandering. Lange termijn trend Waar mogelijk vormt de ontwikkeling tussen 2001 en 2007 (een periode van laagconjunctuur, herstel en hoogconjunctuur) de trend. Overigens deed de Amsterdamse economie het heel goed in deze periode, dit maakt het moeilijk om de trend te evenaren. Zie de tabel achterin voor de cijfers per variabele. Boven de trend betekent dat de variabele er relatief goed voor staat, onder de trend het tegenovergestelde.
Figuur 3 Conjunctuurcyclus
afname
laagconjunctuur
hoogconjunctuur
herstel
Korte termijn ontwikkeling Als er sprake is van een positieve ontwikkeling ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder, dan is er sprake van een verbetering, anders van een verslechtering. Vooroplopende indicatoren Bij een aantal indicatoren wordt de economische recessie eerder zichtbaar dan bij andere. Voorbeelden van vooroplopende variabelen zijn de AEX-index, het producenten- en consumentenvertrouwen, passagiers en vracht op Schiphol, bezoek aan attracties en musea, hotelovernachtingen en vacatures. Variabelen met omgekeerde ontwikkeling (in het rood) Bij een aantal variabelen (in de legenda weergegeven in rood) wordt een positieve ontwikkeling als een afname gepresenteerd. Een voorbeeld is het aantal opgeheven bedrijven. Een toename van de opheffingen wordt gepresenteerd als verslechtering en een afname als een verbetering. De omgekeerde ontwikkeling maakt de interpretatie van deze variabelen wat ingewikkelder. In juni zijn er iets meer bedrijven opgeheven dan in dezelfde maand een jaar eerder, maar wel minder bedrijven dan in mei en bovendien tendeert het aantal meer in de richting van de trendmatige ontwikkeling. Hierdoor is de indicator ten opzichte van juni vanuit het rode kwadrant naar rechts verschoven, bijna naar het nulpunt (zie conjunctuurbeeld juli). Andere voorbeelden van variabelen met een omgekeerde ontwikkeling zijn werkloosheid, bijstandsuitkeringen en faillissementen.
4
4
Hierna volgt een toelichting voor de volgende thema’s: macro-economie, vertrouwen, vastgoed, economie, werkloosheid en leefbaarheid en veiligheid.
Macro-economie Positief en negatief nieuws over de mondiale economische ontwikkelingen wisselen elkaar af. Het onderzoek naar de oorzaken van de financiële crisis lopen bijna gelijk op met het zoeken naar oplossingen en het ontdekken van nieuwe gevolgen en het treffen van maatregelen om een volgende financiële crisis te voorkomen. Dit verklaart de precaire situatie waarin Griekenland verkeert, en de bijbehorende druk op de Euro, terwijl gelijktijdig de ruime kredietverstrekking door Chinese banken aan banden wordt gelegd. Wereldhandel Het handelsvolume groeit weer sinds mei 2009, met een tijdelijke dip in augustus. In het derde kwartaal groeide de wereldhandel met 4,3% ten opzichte van het tweede kwartaal. Ook in oktober (1,4%) en november (1,1%) bleef de stijging aanhouden. In november lag het handelsvolume nog wel 12% lager dan in april 2008. De oorzaak voor deze mondiale groei van het handelsvolume ligt vooral in de VS en in Azië, en dan met name in Japan. De handel in het Eurogebied is op maandbasis gedaald. De import en export namen respectievelijk met 1,7% en 1,3% af. Het herstel van de Eurozone verloopt trager dan in Nederland, 0,3% in het derde en 0,1% in het vierde kwartaal van 2009, ten opzichte van van het voorgaande kwartaal.
Figuur 4 Wereldhandel (volume), in indexcijfers (1998=100) 165
volume 2000=100
160 155 150 145 140 135 130 125
2008
Bron: CPB
5
2009
t ok
ju l
ap r
ja n
ok t
ju l
ap r
ja n
120
BBP Ten opzichte van een kwartaal eerder groeide de Nederlandse economie in het vierde kwartaal van 2009 met 0,3 procent. Dit is het tweede kwartaal op rij met een positieve kwartaal-op-kwartaalgroei na vier kwartalen met een negatieve groei. De kwartaal-opkwartaalgroei is wel minder dan in het derde kwartaal, toen Nederland volgens de gangbare definitie uit de recessie raakte. Met het beschikbaar komen van de cijfers over het vierde kwartaal is de krimp van de economie over heel 2009 uitgekomen op 4,0 procent. Dit is de grootste krimp in een jaar die het CBS ooit heeft gemeten. Het vorige record dateert van 1931 toen de economie met 3,6 procent kromp. De grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog was in 1982 met 1,2 procent.
Figuur 5 Groei bruto binnenlands product ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar (procenten) 5
%
4 3 2 1 0 -1 -2 -3 -4 -5 -6 -7
I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009*
*) voorlopige cijfers.
Bron: CBS
Vertrouwen AEX De Amsterdam Exchange Index (AEX) is de belangrijkste Nederlandse beursindex die de koersontwikkeling van de 25 grootste aandelen op de Amsterdamse effectenbeurs weergeeft. De AEX wordt berekend als het gewogen gemiddelde van de koersen van deze aandelen. Sinds het einde van 2007 is de waarde van de AEX-index aan het afnemen, met als voorlopig laagste punt maart 2009. Sinds april is er weer sprake van een opgaande lijn. Dit neemt niet weg dat er ook periodes zijn dat de koersen weer dalen. Dat was eind januari het geval. Begin februari staat de koers op 316,10. Dit is weliswaar 59% hoger dan het dieptepunt van maart 2009, maar de koers is in een maand tijd wel 10% gedaald.
6
Figuur 6 AEX index (dagkoers) 600 550 500 450 400 350 300 250 200
9
10 nja
ok t- 0
9 ju
l- 0
9 ap r-0
09 nja
8
08 ok t-
ju
l- 0
8 ap r-0
8 -0 ja n
ok t-
07
7 l-0 ju
07 ap r-
ja n
-0
7
150
Bron: finance.yahoo.com
Producentenvertrouwen Het CBS houdt het producentenvertrouwen bij van industriële ondernemingen. Dit is samengesteld uit drie indicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van ondernemers over de orderportefeuille en het oordeel over de voorraden gereed product. Maandelijks wordt aan een vast panel van 1.700 ondernemers enkele vragen gesteld verdeeld over diverse branches binnen de industrie, klein en groot. In figuur 7 is het saldo gepresenteerd van positieve en negatieve antwoorden ten opzichte van het totaal. Sinds maart 2009 gaat het producentenvertrouwen langzaam weer omhoog, al blijft het nog wel negatief. In december 2009 en januari 2010 ligt het saldo respectievelijk op -8,1 en -8,3. Dit is een verslechtering ten opzichte van november en oktober 2009. Het verschil is toe te schrijven aan het oordeel over de orderpositie. Hier oordeelden de ondernemers iets negatiever over. Ondernemers zijn wel positiever gestemd over de concurrentiepositie op de buitenlandse markt, ten opzichte van een kwartaal eerder.
7
Figuur 7 Producentenvertrouwen, Nederland 15 10 5 0 -5 -10 -15 -20 -25
20 01 -2 00 ja 7 n0 fe 8 b08 m rt0 ap 8 r-0 m 8 ei -0 ju 8 n0 ju 8 l-0 au 8 g0 se 8 p08 ok t0 no 8 vde 08 c0 ja 8 n09 fe b0 m 9 rt09 ap r-0 m 9 ei -0 ju 9 n09 ju l-0 au 9 g0 se 9 p0 ok 9 t-0 no 9 vde 09 c0 ja 9 n10
-30
Bron: CBS
In aanvulling op het maandelijkse onderzoek onder industriële bedrijven onderzoekt het CBS op kwartaalbasis hoe het totale bedrijfsleven oordeelt over de economische situatie. De uitkomsten zijn ook op regionaal niveau beschikbaar, voor het gebied van de Kamer van Koophandel. De vragen richten zich op de belangrijkste conjunctuurrelevante aspecten voor het bedrijfsleven. Zo worden ondernemers gevraagd of hun omzet in het komende kwartaal zal stijgen, dalen of zal gelijk blijven, ten opzichte van de huidige situatie.
Figuur 8 Verwachting van ondernemers over de omzet in het komende kwartaal
okt-09
Nederland
jul-09 apr-09 jan-09 okt-08
Amsterdam
okt-09 jul-09 apr-09 jan-09 okt-08
% 0
20
toename Bron: CBS
40
gelijk
60
80
100
afname
8
De verwachtingen van Amsterdamse ondernemers zijn in oktober 2009 duidelijk positiever gestemd dan in juli 2009 (zie figuur 8). Dit blijkt uit het kleinere aantal ondernemers dat een afname van de omzet verwacht en een groter deel dat een toename verwacht. In oktober is er op dit punt nauwelijks verschil tussen Amsterdamse ondernemers en andere ondernemers in Nederland. Consumentenvertrouwen Het CBS houdt bij hoe het vertrouwen van consumenten zich ontwikkelt. Elke maand worden bijna 1.000 burgers gebeld om met een vaste set van vragen een indruk te krijgen van de mening over de algehele economische situatie van de afgelopen en komende 12 maanden, de eigen financiële situatie, verwachte ontwikkeling van de werkloosheid en verwachte prijsdalingen. De index van het consumentenvertrouwen wordt berekend als het gemiddelde van de saldi van de positieve en negatieve antwoorden op de vragen en kan een waarde aannemen van -100 tot +100.
Figuur 9 Consumentenvertrouwen, Nederland 10 5 0 -5 -10 -15 -20 -25 -30 -35
ja n08 b08 m rt0 ap 8 r-0 m 8 ei -0 ju 8 n08 ju la u 08 g0 se 8 p08 ok tn o 08 v0 de 8 c0 ja 8 n0 fe 9 b09 m rt0 ap 9 r-0 m 9 ei -0 ju 9 n0 ju 9 l -0 au 9 g0 se 9 p09 ok tno 09 v0 de 9 c09 ja n10 fe
20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07
-40
Bron: CBS
Het vertrouwen van consumenten in de Nederlandse economie is nog steeds per saldo negatief (er worden meer negatieve dan positieve antwoorden worden gegeven), maar de stemming is wel sterk verbeterd sinds het dieptepunt in maart 2009. Oktober was een tijdelijke teruggang. Sinds november is het saldo verder verbeterd. In januari ligt het saldo op -10, vergelijkbaar met januari 2008. Inflatie In januari 2010 is de inflatie 0,8%. Dit is 0,3 procentpunt lager dan in december. In de eerste helft van 2009 lag de inflatie rond de 2%. Daarna daalde de inflatie sterk tot 0,2% in juli. Tussen augustus en september nam het percentage toe tot 1,1%. Nu is dus weer sprake van een daling, voor het eerst sinds maanden.1 Dit komt vooral doordat elektriciteit in januari 5% goedkoper werd.
9
1C BS, 11-2-2010
Vastgoed Woningmarkt Sinds begin 2010 wordt er in de media gesproken over herstel op de woningmarkt. Het is echter nog maar de vraag of er echt sprake is van herstel op de Amsterdamse woningmarkt. Het is nog te vroeg om hierover een uitspraak te kunnen doen. Veel mensen stellen de koop van hun woning uit tot december vanwege belastingen en heffingen. Het gevolg hiervan is dat deze maand, en daarmee ook het hele vierde kwartaal altijd afwijkt van de andere maanden/kwartalen. Dit deed zich ook in 2009 voor. Feit is wel dat het aantal verkochte woningen in 2009 wat meer piekte dan in 2008 en 2007.
Figuur 10 H et aantal per maand verkochte bestaande woningen
1.200
1.000
800
600
400
200
9
9
t-0 ok
l-0 ju
9 r-0 ap
8 t-0
n09 ja
8 ok
ju
l-0
8 r-0 ap
7 t-0
n08 ja
7 ok
l-0 ju
7 r-0 ap
ja
n07
0
Bron: Vastgoedregister Amsterdam/O+S
Als er al sprake is van herstel op de woningmarkt dan is dit nog vrij pril. In november 2009 was er voor het eerst weer sprake van een duidelijke groei van het aantal verkochte woningen, ten opzichte van een jaar eerder. Dit zette zich in december door. Het gevolg hiervan is dat het aanbod van bestaande koopwoningen niet meer oploopt en zich nu stabiliseert rond de 5.600 woningen. Dit is 1,5 keer meer dan in de zomer van 2008.
10
Figuur 11 Het aantal en de groei van de verkochte woningen in Amsterdam verkochte woningen
groei %
1.100
30
1.000
20
900 800
10
700
0
600 500
-10
400
-20
300 200
-30
100
-40 9 ok
ju
t-0
l-0
9
9 ap r-0
nja
ok
ju
t-0
09
8
8 l-0
8 ap r-0
ja
n-
t-0 ok
ju
08
7
7 l-0
7 ap r-0
ja
n-
07
0
verkochte woningen (abs.)
groei verkochte woningen (in % t.o.v. dezelfde maand vorig jaar)
Bron: Vastgoedregister Amsterdam/O+S
Een ander signaal dat er sprake zou kunnen zijn van een verbetering, is dat de daling van de woningprijzen gestopt lijkt te zijn. De gemiddelde verkoopprijs per m² van de verkochte woningen nam in oktober en december toe en lag in december op € 3.931.
Figuur 12 Gemiddelde prijs verkochte woningen (€/m2) per m² 4.400 4.200 4.000 3.800 3.600 3.400 3.200
Bron: Vastgoedregister Amsterdam/O+S
11
9 t -0 ok
ju
l -0
9
9 r -0 ap
09 nja
8
t08 ok
l-0 ju
08 rap
08 nja
ok
t -0
7
7 l-0 ju
7 -0 ap r
ja
n-
07
3.000
Nieuwbouw De verkoop van nieuwbouwwoningen verloopt nog altijd slecht. Het afgelopen jaar zijn elk kwartaal tussen de 110 en 150 woningen verkocht, hierin is in het laatste kwartaal nog geen verbetering te zien. Kantorenmarkt De economische recessie laat sporen na op de kantorenmarkt. Amsterdam kampt al jaren met een forse leegstand (16,5%), die hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland (13,3%). Daarom zijn er eerder als maatregelen getroffen om leegstaande panden een andere bestemming te geven en om de nieuwbouw te beperken. Dit heeft de leegstand tijdelijk doen afnemen. Ten opzichte van 2008 is de leegstand in Amsterdam in 2009 met bijna 8% toegenomen, maar de procentuele toename in heel Nederland was nog hoger (11%).
Figuur 13 Leegstand op de kantorenmarkt 18
%
16 14 12 10 8 6 4 2 0 2007
2008 Nederland
2009
toename 2009/2008 in %
Amsterdam
Bron: Nederland compleet, DTZ Zadelhoff
De leegstand heeft ook consequenties voor de huurprijzen. De maximumprijzen lagen medio 2009 op bepaalde locaties in Amsterdam al iets lager dan eind 2008 en deze ontwikkeling heeft zich in de tweede helft van 2009 voortgezet. Bijna alle locaties hebben de maximumprijzen iets naar beneden bijgesteld, meestal rond de 3%. Aan de randen van de stad, Buitenveldert (-8,3%) en Riekerpolder (-8,5%) zijn de maximumprijzen voor een vierkante meter kantoorruimte per jaar het meest gedaald.
12
Figuur 14 Maximale huurprijzen kantoorruimten (in euro per m2/jaar) 400 350 300 250 200 150 100 50
sP es in Bu s
rd am st e m A
2009
ar
ta W es
er ot Sl t/
po r le Te
2008
k
s
di jk
st id oo Zu
de r
Ri e
ke
rp ol
s ev er
t nv el te
IJ -o
de r
m ru nt
Bu i
Ce
va l D
e
O m
id as Zu
O ud
Zu
id
0
Bron: Nederland compleet, DTZ Zadelhoff
Economie Werkgelegenheid De werkgelegenheid in Amsterdam bleef ook in het vierde kwartaal van 2009 toenemen tot 461.238 (voorlopig cijfer per 1 januari 2010). Ten opzichte van 1 oktober kwamen er 3.665 nieuwe banen bij. Sinds oktober 2008 is de groei weliswaar aan het afvlakken, maar er is nog steeds sprake van groei. De toename bedraagt 2,6% ten opzichte van januari 2009 en 0,8% ten opzichte van het derde kwartaal van 2009. De reële toename is 0,3% (zie figuur 15 en 16).
Figuur 15 Ontwikkeling aantal werkzame personen, Amsterdam groei %
x1.000 personen
6
470
5
460 450
4
440 3 430 2
420
1
410
0
400 jan-07
apr-07
jul-07 okt-07 jan-08 apr-08 jul-08
okt-08
jan-09 apr-09 jul-09
groei werkzame personen (in % t.o.v. dezelfde maand vorig jaar) werkzame personen (abs.)
13
Bron: O+S
okt-09 jan-10
Net als in de rest van 2009 is de toename van de werkgelegenheid vooral het gevolg van de nieuwe Wet op het Handelsregister. Twee van de drie nieuwe banen die er in het vierde kwartaal bijkwamen, zijn het gevolg van deze nieuwe wet.
Figuur 16 Verandering werkgelegenheid naar oorzaak 10.000
8.000
6.000
4.000 wetswijziging groei (reëel) 2.000
groei (saldo)
0
-2.000
kw1 08
kw2 08
kw3 08
kw4 08
kw1 09
kw2 09
kw3 09
kw4 09
Bron: O+S
De wetswijziging wordt ook zichtbaar als ingezoomd wordt op de werkgelegenheid naar sector (zie figuur 17). De werkgelegenheid nam vooral toe in de sector cultuur, sport en recreatie, een sector die veel creatieve bedrijven bevat. De Kamer van Koophandel heeft deze bedrijven in 2009 benaderd en hen gevraagd zich in te laten schrijven. Dit leidde tot 5.000 extra arbeidsplaatsen, een toename van 38%. De financiële sector heeft het in 2009 het slechtst gedaan. Hier nam de werkgelegenheid af met 3.350 banen (een daling van 7%), waarvan een derde deel op de Zuidas. Ook de overige zakelijke dienstverlening verloor 7% van de werkgelegenheid in 2009. In deze sector verdwenen 2.000 arbeidsplaatsen.
14
Figuur 17 V erandering aantal werkzame personen naar een aantal sectoren, Amsterdam, laatste kwartaal van 2009 en heel 2009 (in procenten) %
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
al
di
to
en s
ta
te n
en lli te
el ijk e
ns
ov .z ak
fin
.i
uw
ge
w
zo
at
nd
er
he
w
bo
ni in
ng
he er jv ni
fv /a ng
el /w sid
id
. rw al
sz jn zi
de on
rin se vi
ad
ve
or
oe rz
ni in
g/
ffe to lfs
de
g
k
ng
rij nw
/v uw bo
,r nd la
cu l tu ur
se is
ec re
at ie
-5 -10
2009
4e kwartaal
Uitzenduren Een indicator die al snel aangeeft dat er sprake is van een verandering in het economisch tij is het aantal gewerkte uitzenduren. Uitzendkrachten zijn flexibele werknemers, waar snel en pijnloos afscheid van genomen kan worden als er bezuinigd moet worden op personeel. Er zijn geen gegevens over het aantal uitzenduren dat in Amsterdam gewerkt wordt, wel van het aantal uren in de provincie Noord-Holland. Sinds het begin van 2008 neemt het aantal uitzenduren af. Tussen januari en mei 2009 werd de afname steeds groter, tot 28% in mei. Ook in de tweede helft van 2009 zette de daling van het aantal uitzenduren door. In de vier laatste maanden van 2009 lag de daling van het aantal uitzenduren gemiddeld rond de 17%, steeds ten opzichte van een jaar eerder. Toen was de situatie ook al slecht.
Figuur 18 U itzenduren ten opzichte van zelfde periode vorig jaar met correctie voor werkdagen, Noord-Holland, % % 20 15 10 5 0 -5 -10 -15 -20 -25
15
Bron: AUB
t- 0
9
9 ok
l-0 ju
09 rap
09 nja
ok
t- 0
8
8 l-0 ju
08 rap
08 nja
ok
t- 0
7
7 l-0 ju
07 rap
ja
n-
07
-30
Vacatures Figuur 19 Ontwikkeling aantal vacatures per maand, Amsterdam 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500
jan -1 0
ok t-0 9
ju l-0 9
ap r-0 9
jan -0 9
ok t-0 8
ju l-0 8
jan -0 8
ap r-0 8
0
Bron: UWV
Het aantal vacatures dat bij UWV Werkbedrijf geregistreerd staat loopt sinds het einde van 2008 terug, met als voorlopig laagste punt augustus 2009. Daarna was er even sprake van een toename. In november waren er 3.378 openstaande vacatures, evenveel als in november 2008. In december is de daling weer ingezet en die houdt aan in januari 2010. Vooral de zakelijke dienstverlening en horeca hebben minder vacatures. Een jaar geleden nam het aantal vacatures in dezelfde periode ook af. Starters Terwijl het aantal starters in het tweede kwartaal van 2009 aan het afnemen was, is er de laatste maanden van 2009 weer sprake van een toename. Vermoedelijk heeft deze toename te maken met de wetswijziging, het onderzoek hiernaar loopt nog.
Figuur 20 Ontwikkeling aantal starters per maand, Amsterdam groei %
aantal starters 1.000
30
800
20 10
600
0
400 -10
200
-20 -30
2007
2008
no v
se p
ju l
ei
rt
m
m
ja n
no v
se p
ju l
rt
ei m
m
ja n
no v
se p
ju l
ei m
rt m
ja n
0
2009
groei starters per maand t.o.v. dezelfde maand vorig jaar Bron: O+S
starters per maand (driemaandelijks voortschrijdend gemiddelde)
16
Opheffingen De daling van de werkgelegenheid wordt voor een deel veroorzaakt door het aantal vestigingen dat opgeheven wordt.
Figuur 21 Ontwikkeling opheffingen in Amsterdam groei %
aantal opheffingen 800
80 70 60 50 40 30 20 10 0 -10 -20 -30 -40 -50
700 600 500 400 300 200 100
2008
no v
se p
ju l
ei
rt
m
m
ja n
no v
se p
ju l
ei
rt
2007
m
m
ja n
no v
se p
ju l
rt
ei m
m
ja n
0
2009
groei opheffingen per maand t.o.v. dezelfde maand vorig jaar opheffingen per maand Bron: O+S
Het aantal opheffingen is in de laatste vier maanden van 2009 weer opgelopen, maar minder dan in de eerste helft van 2009. In december ging het om 750 opheffingen. December is sowieso een maand met relatief veel opheffingen. Dat blijkt ook uit eerdere jaren. Faillissementen Bedrijven die failliet gaan, dragen ook bij aan een vermindering van het aantal vestigingen en een afname van de werkgelegenheid. Een faillissement wordt uitgesproken door de rechtbank. Deze juridische afhandeling zorgt ervoor dat de cijfers over faillissementen met enige vertraging beschikbaar komen.
17
Figuur 22 Ontwikkeling aantal faillissementen per maand, Amsterdam groei %
aantal faillissementen 22
110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 -10 -20 -30 -40 -50 -60
20 18 16 14 12 10 8 6 4 2
2007
no v
se p
ju l
ei
rt
2008
m
m
ja n
no v
se p
ei
ju l
m
rt m
ja n
no v
se p
ju l
rt
ei m
m
ja n
0
2009
groei faillissementen per maand t.o.v. dezelfde maand vorig jaar faillissementen per maand (driemaandelijks voortschrijdend gemiddelde) Bron: O+S
In de eerste zes maanden van 2009 zijn er veel meer faillissementen uitgesproken dan in de eerste helft van 2008. De tweede helft van 2009 begon met een afname van het aantal faillissementen, maar de laatste vier maanden groeide het aantal weer. Gemiddeld ging het om 21 faillissementen per maand. Tussen september en december gingen hierdoor 547 arbeidsplaatsen verloren. Over heel 2009 gingen er door faillissementen vooral banen verloren in de bouwnijverheid en overige zakelijke dienstverlening. Schiphol Schiphol Group publiceert maandelijks het aantal passagiers en het volume aan vracht. Wat passagiers betreft is er sprake van een duidelijk seizoenspatroon, dat voor een dip zorgt in de laatste maanden van het jaar. Normaal volgt er daarna een forse opleving, maar niet in 2009. In de eerste helft van 2009 is het aantal passagiers met 11,3% afgenomen ten opzichte van dezelfde periode in 2008.
18
Figuur 23 Aantal passagiers op Schiphol ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar % 10 5 0 -5 -10 -15
2008
ok t
ju l
r ap
ja n
ok t
ju l
ja n
ap r
-20
2009
Europa
Intercontinentaal
Bron: Schiphol Group
In de laatste maanden van 2009 lijkt de daling weer langzaam af te nemen. Het aantal passagiers dat op Schiphol landt is nog steeds lager dan in 2008, toen het al laag was, maar het verschil begint wel steeds kleiner te worden. Dit geldt zowel voor passagiers uit Europa als voor passagiers die van andere continenten komen.
Figuur 24 Groei van de vracht op Schiphol ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar % 15 10 5 0 -5 -10 -15 -20 -25
Bron: Schiphol Group
19
9
09 vno
-0 se p
09 ju l-
e
i-0
9
9 m
m
rt-
0
9 -0 ja n
08 no v-
08 se p-
08 ju l-
8 i -0 e m
08 rtm
ja n-
08
-30
In het vrachtvervoer is het herstel krachtiger dan bij het vervoer van passagiers: in december 2009 was er voor het eerst sinds mei 2008 weer sprake van een groei ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder. In december 2009 werd 118.592 ton vracht omgezet. Dit is nog wel een stuk lager dan in 2008. Het is vergelijkbaar met het niveau van februari 2007. Haven Havenbedrijf Amsterdam rapporteert elk kwartaal over de ontwikkelingen in overslag van goederen, bestaande uit aanvoer en afvoer. In het eerste kwartaal van 2009 was er nog sprake van groei in de Amsterdamse haven, ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. In het tweede kwartaal niet meer. In het derde kwartaal van 2009 is er opnieuw sprake van een daling van de havenoverslag. Toch heeft de Amsterdamse haven zich aardig kunnen handhaven. Het verlies is minder groot dan bijvoorbeeld in IJmuiden. Hier halveerde de overslag ten opzichte van 2009. De Amsterdamse haven bleef vooral overeind door de overslag van olieproductie, met name van benzine. De overslag van agrarische producten nam in 2009 af met 13%. Verder was 2009 een slecht jaar voor de containeroverslag. ACT (voorheen Ceres) raakte twee van de drie grote containerlijnen kwijt. Hierdoor daalde de containeroverslag met ruim 50% naar 200.000 TEU.2
Figuur 25 Havenoverslag per kwartaal, Amsterdam x 1 mln. ton 25
20
15
10
5
0 I
II
III 2007
IV
I
II 2008
III
IV
I
II
III
2009
Bron: Havenbedrijf
Toerisme Toerisme is een van de eerste sectoren in Amsterdam die geconfronteerd werd met de gevolgen van de recessie. Het aantal toeristen liep sterk terug en daarmee ook het aantal bezoekers aan musea en attracties en het aantal overnachtingen (sinds begin 2008).
2p ortofamsterdam.com
20
Attracties en musea Het Amsterdam Toerisme en Congres Bureau (ATCB) houdt maandelijks bij hoeveel bezoekers Amsterdamse musea en attracties aandoen. Niet alle musea en attracties doen mee, het gaat om circa 30 musea (o.a. het Rijksmuseum, het Tropenmuseum, het Van Goghmuseum, de Nieuwe Kerk en de Hermitage) en ongeveer 11 attracties (waaronder Artis, NEMO, Heineken Experience en rondvaarten).
Figuur 26 M utaties bezoekers aan musea en attracties in Amsterdam t.o.v. dezelfde maand vorig jaar 20%
10%
0%
-10%
musea
09 cde
09 se p-
09 ju n-
m
rt-
09
8 -0 de c
08 se p-
08 ju n-
08 rtm
07 de c-
07 se p-
ju n-
07
-20%
attracties
Bron: ATCB
Musea trekken sinds begin 2009 weer meer bezoekers. Hier speelt de opening van de Hermitage een belangrijke rol in. Sinds de opening in juni heeft dit museum al 700.000 bezoekers ontvangen, twee keer zoveel als gedacht werd. Amsterdamse attracties doen het minder goed dan de musea, maar ook hier lijkt het herstel in te treden. Ook het laatste kwartaal van 2009 is het bezoek aan attracties lager dan in dezelfde periode in 2008, maar het verlies is minder groot dan de kwartalen ervoor. Verrassend genoeg was vooral november een goede maand.
21
Figuur 27 O vernachtingen in Amsterdam, vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder % 25 20 15 10 5 0 -5 -10 -15
totaal
Nederland
se
p09
9 ju l-0
-0 9 ei m
rt09 m
ja n09
v08 no
8
p08 se
m
ei
ju l-0
-0 8
8 rt0 m
ja n08
-20
buitenland
Bron: CBS
In de tweede helft van 2009 is er weer sprake van groei van het aantal overnachtingen. Deze groei is vooral te danken aan Nederlandse toeristen, maar in het derde kwartaal komen ook buitenlandse toeristen weer naar Amsterdam, vooral toeristen uit de Verenigde Staten en Azië. Het toerisme uit Duitsland, Frankrijk en België is steeds op peil gebleven en zelfs licht gegroeid, ook tijdens de crisisperiode.
Figuur 28 O vernachtingen in Amsterdam en Nederland, vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder 18
%
12 6 0 -6 -12
Nederland
9 ok t-0
09 ju l-
9 ap r-0
09 ja n-
8 t-0 ok
08 ju l-
08 ap r-
08 ja n-
07 ok t-
7 ju l-0
07 ap r-
ja n-
07
-18
Amsterdam
Bron: CBS
22
Nog belangrijker is echter dat het herstel van het toerisme zich in Amsterdam eerder voordoet dan in heel Nederland. Sterker nog, in Nederland is er van herstel nog geen sprake.
Werkloosheid Voor het bepalen van de omvang van werkloosheid is van belang welke definitie wordt gehanteerd. Er zijn twee gangbare definities, de werkloze beroepsbevolking en de geregistreerde werklozen ofwel het aantal niet-werkende werkzoekenden. De werkloze beroepsbevolking geeft een inschatting van het volume. De geregistreerde werklozen zijn vooral geschikt om te bepalen welke ontwikkelingen zich voordoen. Werkloze beroepsbevolking Begin 2009 waren er 23.900 werklozen in Amsterdam. Een recenter aantal is niet beschikbaar. Wel voor heel Nederland. In heel Nederland is de werkloze beroepsbevolking in 2009 toegenomen van 4,1 naar 5,3%, een toename van 29%. In heel Nederland treft de werkloosheid in absolute zin vooral de 45+-ers. Als de werkloze beroepsbevolking in Amsterdam evenveel is toegenomen, zou de werkloosheid in Amsterdam begin 2010 7,6% zijn. Geregistreerde werkloosheid In Amsterdam is de geregistreerde werkloosheid in 2009 met 3.608 is toegenomen tot 42.360, een stijging van 9%. Tegen alle verwachtingen in nam het aantal geregistreerde werklozen de afgelopen vier maanden iets af.3 Figuur 29 A antal niet-werkende werkzoekenden in Amsterdam
x 1.000 nww 60
50
40
30
20
2008
2009
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
2007 jan
2004
0
2001
10
2010
Bron: UWV
3D it heeft waarschijnlijk een administratieve oorzaak. UWV vermoedt dat er een relatie is met het onverwacht
hoge aantal inschrijvingen eind 2007.
23
Figuur 30 Ontwikkeling aantal niet-werkende werkzoekenden, Amsterdam groei %
aantal nww 50.000
20 15
40.000 10 30.000
5 0
20.000
-5 10.000 -10 0
2008
2009
groei nww per maand t.o.v. dezelfde maand vorig jaar
ja n
ok t
ju l
ap r
ja n
ok t
ju l
ja n
ap r
-15
2010 nww per maand
Bron: UWV
Figuur 31 A andeel niet-werkende werkzoekenden in bevolking 15-64 jaar naar stadsdeel, 2009 % 14 12 10 8 6 4 2
G
eu
ze
nv el
dS
lo
te Bo s e rm ee n r Lo m m A e m r Zu st er i da doo m s -N t W oor d es te rp D ar e Ba k ar sj Ze es O eb os ur t-W O g at sd er o gr a a rp fs m ee Sl ot r er va ar O t ud -W e O ud st -Z ui d C Zu ent r u id m er am s Am te l st er da m
0
op 1 januari
op 1 juli
op 1 oktober
Bron: O+S
Geuzenveld-Slotermeer heeft het hoogste percentage niet-werkende werkzoekenden. Ook in Zuidoost, Bos en Lommer, Noord, de Baarsjes, Westerpark en Osdorp ligt de geregistreerde werkloosheid boven het Amsterdamse gemiddelde. In het derde kwartaal van 2009 nam de geregistreerde werkloosheid in heel Amsterdam heel licht af, en iets toe in het westelijk deel van de stad: Bos en Lommer, Westerpark, Slotervaart en Oud-West.
24
Figuur 32 In- en uitstroom niet-werkende werkzoekenden, Amsterdam 5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500
2008 instroom nww
2009
ja n
t ok
ju l
ap r
ja n
ok t
ju l
pr a
ja n
0
2010
uitstroom nww
Bron: UWV
De instroom en de uitstroom van niet-werkende werkzoekenden groeit steeds meer naar elkaar toe. De instroom is de afgelopen maanden afgenomen van 3.000 per maand naar 2.400. De uitstroom volgt deze ontwikkeling. Langer op school Scholieren en studenten die besluiten langer in de schoolbanken te blijven beperken de instroom op de arbeidsmarkt. Op ROC’s is geprobeerd dit te stimuleren. Studenten hebben exitgesprekken gekregen, waarin hen gevraagd is naar toekomstplannen en gewezen is op de mogelijkheden binnen de ROC's. Daarnaast is er in het najaar van 2009 een campagne gehouden getiteld "5001 redenen om door te leren". Toch heeft dit niet geleid tot een zichtbare toename van het aantal inschrijvingen bij de ROC's. In totaal schreven zich in het schooljaar 2009/2010 slechts 1,4% meer studenten in. Dit is de optelsom van nieuwe instroom en doorstroom. Een specificatie is niet beschikbaar. De populairste studierichtingen zijn zakelijke dienstverlening en ICT en zorg en welzijn. Zij zorgen in 2009/2010 voor 45% van de studenten op de ROC van Amsterdam. Over HBO- en universitaire studenten zijn geen gegevens beschikbaar. 90% ingeschrevenen is 27 jaar of ouder Veruit de meeste niet-werkende werkzoekenden (90%) is ouder dan 26 jaar. In oktober behoort 48% tot de leeftijd 27-45 jaar en 42% tot de 45-65 jarigen. De overige 10% (4.345) is tussen de 15-27 jaar. Jongeren schrijven zich niet vaak in bij UWV Werkbedrijf, als ze op zoek zijn naar een baan. Ze maken vaker gebruik van andere kanalen. Hierdoor lijkt de jeugdwerkloosheid laag te zijn. In de werkloze beroepsbevolking zijn de jongeren juist oververtegenwoordigd. Bovendien loopt de werkloosheid onder deze groep snel op, vooral onder de niet-westerse allochtonen.4
25
4C BS.nl
Figuur 33 G roei nww naar leeftijd per maand ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar, Amsterdam % 40 30 20 10 0 -10
2008
2009
15 - 27 jaar
27 - 45 jaar
ja n
ok t
ju l
ap r
ja n
ok t
l ju
ap r
ja n
-20
2010 45 - 65 jaar
Bron: UWV
Nog meer hoger opgeleide nww-ers Onder de geregistreerde werklozen is de werkloosheid nog steeds het hoogst onder de jongste leeftijdsgroep en onder laagopgeleiden, maar dit is aan het veranderen. In de afgelopen maanden nam het aantal lager opgeleide nww-ers af, terwijl het aantal hoger opgeleide nww-ers en in iets minder mate ook het aantal middelbaar opgeleide nww-ers juist groeide. In oktober heeft 35% een afgeronde basisopleiding (was 41% in mei), 45% heeft een diploma van een middelbare opleiding (was 43%) en 19% (was 16%) is hoger opgeleid. De werkzoekenden met een opleiding op middelbaar niveau vormen met 19.000 de grootste groep.
Figuur 34 G roei nww naar opleidingsniveau per maand ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar, Amsterdam 40
%
30 20 10 0 -10 -20
2008 basis
2009 middelbaar
ja n
ok t
ju l
ap r
ja n
ok t
ju l
ap r
ja n
-30
2010 hbo/wo
Bron: UWV
26
Bijstand De stijging van de geregistreerde werklozen in deze crisisperiode zal op den duur leiden tot meer mensen in de bijstand. Dit betekent een verandering ten opzichte van de afgelopen jaren, toen het aantal bijstandsuitkeringen geleidelijk afnam. Het (voorlopig) laagste punt is bereikt in januari 2009. Sindsdien loopt het aantal uitkeringen langzaam op, maar de afgelopen drie maanden wel in een duidelijk hoger tempo. Een deel van de mensen die in de bijstand komt, kreeg daarvoor een WW-uitkering. De verwachting is dat de mensen die nu in de bijstand komen, er minder snel uitkomen dan in voorgaande jaren.
Figuur 35 Ontwikkeling bijstandsuitkeringen (WWB 65-) in Amsterdam 6
aantal uitkeringen
groei %
35.000
4 30.000
2 0
25.000
-2 20.000
-4 -6
15.000
-8 10.000
2008
ok t no v de c
ju l au g se p
rt ap r m ei ju n
fe b
m
ja n fe b
m rt ap r m ei ju n ju l au g se p ok t no v de c ja n
-10
2009
groei bijstand per maand t.o.v. dezelfde maand vorig jaar (%) bijstand per maand (abs.)
Bron: DWI
Leefbaarheid en veiligheid De verslechterde economische situatie zal op termijn ook zichtbaar worden in het sociale domein. De nu al oplopende werkloosheid zal doorzetten en vermoedelijk leiden tot concentraties van hoge werkloosheid, bijvoorbeeld in Amsterdam West, Zuidoost en Noord. Dit zal naar verwachting leiden tot meer aanmeldingen voor schuldhulpverlening en meer beroep op de bijzondere bijstand. Op den duur kan dit ook leiden tot meer criminaliteit en gevoelens van onveiligheid. Beroep op schuldhulpverlening en bijzondere bijstand Het aantal aanmeldingen voor schulphulpverlening lag in 2009 20% hoger dan in 2008. In 2008 ging het om 10.529 aanmeldingen, in 2009 om 12.681 aanmeldingen.
27
Figuur 36 Aanmeldingen voor schuldhulpverlening in 2008 en 2009 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 2008
2009
Bron: DWI
Er zijn geen nieuwe gegevens over bijzondere bijstand. Politie-aangiften Politie Amsterdam-Amstelland rapporteert elke twee maanden over het aantal aangiften naar soort delict. Geteld worden de aangifteformulieren die bij een hoofdincident in het bedrijfsprocessensysteem X pol zijn ingevoerd. De datum van telling is de aangiftedatum. De cijfers zijn inclusief pogingen tot inbraak of diefstal.
Figuur 37 Opgenomen aangiften in Amsterdam x 1.000 aangiften 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 jan-
mrt- mei-
jul-
feb
apr
aug
jun
sep- novokt
2007
dec
jan-
mrt- mei-
jul-
feb
apr
aug
jun
2008
aangiften inbraak
aangiften diefstal
aangiften vernieling
incidenten overlast
sep- novokt
dec
jan-
mrt- mei-
jul-
sep-
feb
apr
aug
okt
jun 2009
aangiften geweld
Bron: Politie Amsterdam-Amstelland
28
De meeste aangiften betreffen een (poging tot) diefstal. Sinds begin januari 2009 is dit aantal aangiften toegenomen, met een dip in de zomermaanden. Eenzelfde ontwikkeling deed zich in 2007 en 2008 ook voor. Veiligheidsbeleving In het kader van de Leefbaarheid- en veiligheidsmonitor van O+S wordt aan Amsterdammers gevraagd of ze zich wel eens onveilig voelen in de stad. Het percentage dat zich wel eens onveilig voelt, wordt gebruikt als indicator voor onveiligheidbeleving. Hoe lager dit percentage, hoe veiliger Amsterdammers zich voelen. Er zijn geen nieuwe gegevens over de veiligheidsbeleving van Amsterdammers.
Bezoekadres Weesperstraat 89 1018 VN Amsterdam T: 020 552 3205 F: 020 552 2860
[email protected] www.ez.amsterdam.nl
Auteurs: Carine van Oosteren Tanja Fedorova Dienst Onderzoek en Statistiek www.os.amsterdam.nl