19 18–06–2010
INHOUD
Economische Zaken
Weekbulletin Weekbulletin is een uitgave van VNO-NCW. Sinds 1 september 2009 werken VNO-NCW en MKB-Nederland intensief samen. De secretarissen van beide organisaties vormen sindsdien één gemeenschappelijk beleidsbureau dat in opdracht werkt voor beide verenigingen. Het kan dus voorkomen dat er ook contactpersonen van MKB-Nederland in Weekbulletin worden vermeld.
Digitale versie Weekbulletin Weekbulletin is ook digitaal te raadplegen en te downloaden als Word- en pdf-bestand via het ledennet (inloggen via www.vno-ncw.nl).Indien u nog niet over de benodigde toegangscode beschikt kunt u zich aanmelden via het 'aanvraagformulier toegang ledennet'. Dit is te vinden op de website onder het kopje: Over VNO-NCW > Ledennet.
E-mail Vragen en/of opmerkingen over berichten in VNO-NCW Weekbulletin kunnen ook per elektronische post worden ingezonden. Het juiste e-mailadres is na elk bericht opgenomen. De redactie is bereikbaar via
[email protected]
Conjunctuurinformatie
1
Aanpassen of terugvorderen van bonussen
1
Maximumtarieven voor mobiele providers
1
Evaluatie Privacyrichtlijn
2
Consultatie Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
2
Tweede ict-haalbaarheidstoets
2
Smogregeling 2010
2
Regeling bodemkwaliteit aangepast
3
Inspraak over verlenging NOx-opt-out
3
Implementatiewet EG-kaderrichtlijn afvalstoffen
3
Rapporten milieuaansprakelijkheid
3
Deadline indelen en etiketteren stoffen 1 december
3
Meer treinen op drukste spoortrajecten
4
Eurlings opent Randweg Eindhoven
4
Sociale Zaken Mobiliteitscentra helpen 44.000 mensen naar ander werk
5
Gezondheidsraad wil aanscherping asbestnormen
5
Voor vragen over de verzending van Weekbulletin of voor adreswijzigingen: Sander Kok,
[email protected] of telefoon: 070 - 3490 336
Goede praktijken voor een gezonde werkvloer
5
Antwoordnummer
Eindverslag Bilderbergconferentie ‘Duurzaam herstel’
6
Invitation Executive Management Program China
6
Eerste lectoraat Familiebedrijven
6
Verkiezing familiebedrijf van het jaar
6
Verzending en adreswijzigingen
Antwoordnummer VNO-NCW, het algemene informatienummer voor de leden, is op werkdagen bereikbaar van 8.30 - 17.30 uur onder telefoonnummer 070 - 3490 366. Buiten deze uren is het te bereiken per elektronische post:
[email protected]
Algemeen
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 19 / 18 JUNI 2010
ECONOMISCHE ZAKEN Conjunctuurinformatie Verkoop bedrijfsvoertuigen daalt nog steeds, maar minder hard Het aantal verkochte bedrijfswagens in Nederland is in april met 9 procent gedaald tot bijna 50.000. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De daling is veel minder groot dan in de eerste twee maanden van dit jaar en is vooral toe te schrijven aan een afname van de verkopen van zware vrachtauto’s en trekkers voor opleggers. Van deze wagens werden er 27 procent minder verkocht dan in april 2009. In januari en februari was sprake van dalingen van ongeveer 50 procent. Over heel 2009 wisselden 37 procent minder nieuwe zware vrachtauto’s van eigenaar. De verkoop van bestelauto’s kwam in april, evenals in maart, ongeveer 3 procent lager uit en lijkt zich weer iets te herstellen. Vorig jaar werden bijna 40 procent minder bestelauto’s verkocht dan in 2008. Door teruglopende investeringen neemt de verkoop van bedrijfswagens al sinds medio 2008 af. Door de economische crisis investeerden bedrijven veel minder in wegvervoermiddelen zoals vrachtauto’s, trekkers en bestelauto’s.
Omzet industrie 19 procent hoger Ondernemers in de industrie behaalden in april 19 procent meer omzet dan een jaar eerder. In maart was de omzet 16 procent hoger dan in dezelfde maand van 2009. De grote terugval in de omzet begon in november 2008. Vervolgens was de industriële omzet in de eerste negen maanden van 2009 zo’n 20 tot 30 procent lager dan een jaar eerder. Sindsdien is de afname steeds kleiner geworden. In december was er voor het eerst weer een hogere omzet. De omzet lag in april nog wel ruim onder het niveau van april 2008. April had in dit jaar een ander werk- en feestdagpatroon dan in 2009. Het negatieve effect hiervan op de omzetontwikkeling wordt geraamd op bijna 1,5 procent. De door de industrie verkochte producten waren bijna 11 procent duurder dan in april 2009. Binnen de industrie was het beeld gevarieerd. De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie realiseerde 48 procent meer omzet. De basismetaal- en metaalproductenindustrie en de transportmiddelenindustrie zetten 11 procent meer om dan een jaar eerder. De elektrotechnische- en machineindustrie zette 9 procent meer om; de voedings- en genotmiddelenindustrie een magere 2 procent. Op de exportmarkt was de omzet 25 procent hoger en op de binnenlandse markt 12 procent.
Industrie produceert 10 procent meer De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in april 10 procent hoger dan in april 2009. In maart was de productie 7 procent hoger dan een jaar eerder. De grote terugval in de industriële productie begon in november 2008. Deze lag in december 2008 en vervolgens in het eerste half jaar van 2009 circa 13 procent lager dan een jaar eerder. Sindsdien is de afname steeds kleiner geworden. In december was er voor het eerst weer een hogere productie. De productie ligt in april nog wel ruim onder het niveau van april 2008.
In de elektrotechnische en machine-industrie en de basismetaalen metaalproductenindustrie was de productietoename met 17 respectievelijk 16 procent het grootst. Ook de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie deed het met een plus 12 procent erg goed. In de transportmiddelenindustrie was de productie 9 procent hoger dan een jaar eerder, in de voedingsen genotmiddelenindustrie 2 procent. Voor het bepalen van de kortetermijnontwikkeling van de productie kan het beste gekeken worden naar de seizoengecorrigeerde cijfers. Omdat de seizoenvrije maandcijfers soms een wat grillig verloop vertonen, wordt hiervoor het tweemaandsgemiddelde ten opzichte van twee maanden eerder gebruikt. Na correctie voor werkdageffecten en seizoeninvloeden was in maart en april de industriële productie bijna 2 procent hoger dan die in januari en februari. ■■Peter Bongaerts, 070 – 3490 443,
[email protected]
Aanpassen of terugvorderen van bonussen Bonussen in het bedrijfsleven kunnen in de toekomst worden teruggevorderd. Bonussen die al zijn afgesproken, kunnen worden aangepast. Dat heeft het kabinet eind mei besloten (zie Weekbulletin 17). De raad van commissarissen krijgt de macht om bonussen terug te eisen als de prestaties waarop ze zijn gebaseerd, in werkelijkheid niet zijn geleverd. Bonussen kunnen naar beneden worden bijgesteld als ze niet ‘redelijk of billijk’ zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval als het veel slechter gaat met een bedrijf dan op het moment waarop de bonus werd afgesproken. Deze algemene basisregeling geldt voor alle banken en verzekeraars en voor alle naamloze vennootschappen. Hiervoor is een aanpassing van het Burgerlijk Wetboek noodzakelijk. Daarnaast komt er een aparte regeling voor alle ondernemingen in de financiële sector. Deze geldt voor alle variabele beloningen, dus ook bijvoorbeeld winstdelingen, terwijl de basisregeling alleen op bonussen ziet. Bovendien is deze regeling van toepassing op alle dagelijkse beleidsbepalers en de basisregeling alleen op bestuurders. De ministerraad heeft ingestemd met aanpassing van de Wet op het Financieel Toezicht op deze punten. De ministerraad heeft ermee ingestemd beide wetsvoorstellen voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en het advies worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. Inwerkingtreding vóór 1 januari 2011 is mogelijk, wanneer de parlementaire behandeling voorspoedig verloopt. ■■Suzanne Drion, 070 – 3490 409,
[email protected]
Maximumtarieven voor mobiele providers De EU mag grenzen stellen aan de tarieven die mobieletelefoonexploitanten in rekening brengen voor grensoverschrijdend
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EEDITIE 19 / 18 JUNI 2010
1
ECONOMISCHE ZAKEN bellen, sms’en en internetten in de EU. Dat heeft het Europese Hof van Justitie in Luxemburg bepaald.
administratieve lasten lager worden en er meer individuele vrijheid komt voor werkgevers.
Mobiele aanbieders Vodafone, Telefonica O2, Orange en T-Mobile stapten in Groot-Brittannië naar de rechter nadat de EU prijsmaxima vaststelde die de bedrijven hun klanten in rekening mogen brengen voor roamingkosten: de kosten voor het gebruik van een ander netwerk in het buitenland. Volgens de bedrijven was de EU daartoe niet bevoegd. De Britse rechter vroeg daarop het hof om advies.
Op dit moment zijn er tientallen categorieën vergoedingen en verstrekkingen, waarvoor verschillende regels gelden. Er zijn bijvoorbeeld regels voor werkkleding, kerstpakketten en laptops, maar ook voor fietsen en bedrijfsfitness. Deze verstrekkingen of vergoedingen moeten in het huidige systeem allemaal per werknemer geadministreerd worden.
Volgens het hof mogen de maximumtarieven vastgesteld worden om een goede werking van de interne markt te beschermen. Het gaat hier om ‘een geschikte en noodzakelijke maatregel om consumenten tegen hoge prijzen te beschermen’, aldus het vonnis.
De nieuwe werkkostenregeling heeft een forfaitair karakter. Er komt een vrijstelling van 1,4 procent van de fiscale loonsom. Dat betekent dat werkgevers vrij zijn om tot een maximum van 1,4 procent van het loon onbelast vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers te realiseren. Straks kunnen werkgevers dus bedrijfsbreed administreren, in plaats van per werknemer.
De EU-roaming-verordening uit 2007 moet zorgen voor betere werking van de telefoniemarkt, met transparante en concurrerende prijzen. De regeling is onlangs uitgebreid met maximumtarieven voor sms en datacommunicatie.
De ingangsdatum van de regeling is 1 januari 2011. Voor de jaren 2011, 2012 en 2013 kunnen werkgevers jaarlijks kiezen of ze overstappen op het nieuwe regime van vergoedingen en verstrekkingen.
■■Martijn Hos, 070 – 3490 354,
[email protected]
Meer informatie: www.belastingdienst.nl/zakelijk/ loonheffingen/werkkostenregeling.
Evaluatie Privacyrichtlijn De wens van VNO-NCW en MKB-Nederland om de Europese algemene Privacyrichtlijn (95/46/EG) nader te evalueren, krijgt een breder vervolg. De Europese Commissie zet namelijk in op een algehele herziening van de regels ter bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer. Dit vloeit onder meer voort uit de nieuwe digitale agenda voor Europa. De Europese Privacyrichtlijn beschermt de privacy van Europese burgers en bevat vrij strenge regels over de verwerking van persoonsgegevens. Ten behoeve van de evaluatie organiseert de Commissie op 1 juli in Brussel een openbare bijeenkomst voor private stakeholders. VNO-NCW en MKB-Nederland zullen daarbij aanwezig zijn met een afvaardiging van de eigen Commissie Privacy. ■■Martijn Hos, 070 – 3490 354,
[email protected]
Consultatie Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 In 2011 gaat de nieuwe werkkostenregeling in. Om deze zo effectief mogelijk te maken, wil het ministerie van Financiën de doelgroep betrekken bij de invulling van de bijbehorende Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011. Daartoe houdt het ministerie een internetconsultatie. Reageren kan tot uiterlijk 12 juli via http://www.internetconsultatie.nl/urlb2011. De belangrijkste uitkomsten van de consultatie worden, indien mogelijk, meegenomen in de nieuwe regeling. De werkkostenregeling heeft gevolgen voor werkgevers. Het systeem van vrije vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers wordt sterk vereenvoudigd. Het is de bedoeling dat de
2 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 19 / 18 JUNI 2010
■■Jeroen Lammers, 070 – 3490 423,
[email protected]
Tweede ict-haalbaarheidstoets Het ministerie van Binnenlandse Zaken gaat samen met branchevereniging ICT-Office een tweede ict-haalbaarheidstoets uitvoeren, als onderdeel van het rijksbrede programma van Elektronisch Bestellen en Factureren (EBF). De vorige toets vond jaar oktober plaats en leverde informatie op aan de hand waarvan de strategie voor het programma is geformuleerd. De tweede toets moet de gekozen strategie verifiëren. Daarnaast moet duidelijk worden of het programma van eisen haalbaar is. Op www.ebf2.nl is meer informatie te vinden over het programma EBF en de haalbaarheidstoets. De haalbaarheidstoets wordt ook aangekondigd op www.ictoffice.nl en op www.aanbestedingskalender.nl. ■■Janny Kamp, 070 – 3490 419,
[email protected]
Smogregeling 2010 Sinds 10 juni geldt de Smogregeling 2010, die de oude versie van 2001 vervangt. De regeling en het bijbehorende draaiboek geven de regels om smog te bestrijden. Zij beschrijven de hoeveelheid smog (van geen of geringe smog tot ernstige smog), welke instanties de smogconcentraties moeten vaststellen en welke instanties er wanneer actie moeten ondernemen. Ook staat erin wanneer en hoe burgers en maatschappelijke organisaties op de hoogte moeten worden gesteld. Met smog wordt een periode van tijdelijk zeer verontreinigde lucht aangeduid. Hierbij spelen weersomstandigheden een
ECONOMISCHE ZAKEN grote rol. Vooral de verontreinigende stoffen ozon en zwevende deeltjes en – in mindere mate – stikstofdioxide en zwaveldioxide hebben invloed op het ontstaan van smog. Zomersmog ontstaat bij zonnig en warm weer, wanneer er vrij weinig wind staat. Onder invloed van zonlicht kan binnen enkele uren ozon gevormd worden uit stikstofoxiden en vluchtige koolwaterstoffen. Wintersmog komt voor in perioden met hoge luchtdruk, als het helder is en er een zwakke tot matige oostelijke wind staat. Bij wintersmog vermengen vooral de stoffen zwaveldioxide en zwevende deeltjes zich met elkaar. In Nederland komt smog niet veel meer voor. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
Regeling bodemkwaliteit aangepast
Implementatiewet EG-kaderrichtlijn afvalstoffen Bij de Tweede Kamer ligt het wetsvoorstel Implementatiewet EG-kaderrichtlijn afvalstoffen. Dit wetsvoorstel strekt tot implementatie in de Nederlandse regelgeving van de Europese richtlijn (2008/98/EG) over afvalstoffen. Dit moet uiterlijk op 12 december gebeurd zijn. Het wetsvoorstel behelst wijziging van de Wet Milieubeheer, de Wet Belastingen op Milieugrondslag en de Wet op de Economische Delicten. Het bevat, op een enkele ondergeschikte technische wijziging na, geen andere regels dan die voor de implementatie van de richtlijn noodzakelijk zijn. De richtlijn wordt voornamelijk geïmplementeerd in artikel 1.1 en in hoofdstuk 10 van de Wet Milieubeheer. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
Bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit is aangepast en opnieuw integraal gepubliceerd. Nieuw zijn de onderdelen SG6, SG7 en SB5 bij categorie 3 in bijlage C, die eerder per abuis niet vermeld waren in de tabel. Verder is een aantal overgangsbepalingen vervallen, omdat de data waarvoor deze golden, inmiddels zijn verstreken. Tot slot zijn de overgangsbepalingen aangepast bij categorie 8, in de kolom ‘onderdelen’. Abusievelijk stond daar telkens 1 juli vermeld, terwijl dat 1 juni moet zijn. Het Besluit bodemkwaliteit bevat de regels voor het toepassen van bouwstoffen, grond en bagger in het oppervlaktewater en op of in de bodem. Het besluit geeft de hoofdlijnen, de onderliggende Regeling bodemkwaliteit werkt deze nader uit. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
Inspraak over verlenging NOx-opt-out In de Staatscourant van 4 juni is de ontwerpwijziging van het Besluit handel in emissierechten (verlenging NOx-opt-out) gepubliceerd. Gedurende vier weken na 4 juni kan iedereen schriftelijk zijn zienswijze naar voren brengen over het ontwerp. Adres: ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, PorM/K&L-IPC 650, Postbus 30945, 2500 GX in Den Haag. De wijziging moet in werking treden op 1 januari 2011. Het gaat om verlenging van de termijn dat een inrichting buiten het systeem van handel in NOx-emissierechten kan blijven op grond van artikel 13a van het Besluit handel in emissierechten. Ook worden de voorwaarden voor toepassing van deze verlengde opt-out aangescherpt. Eerder al werd de termijn verlengd tot en met 31 december 2010; nu is het de bedoeling om deze onder bepaalde voorwaarden nog eenmaal te verlengen tot en met 31 december 2013. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
Rapporten milieuaansprakelijkheid Demissionair minister Huizinga van Ruimte en Milieu heeft de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer twee onderzoeksrapporten gestuurd over milieuaansprakelijkheid. Aanleiding voor die rapporten was de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet Milieubeheer ter implementatie van de Europese richtlijn over milieuaansprakelijkheid (2004/35/EG). In het rapport ‘Milieuaansprakelijkheid goed geregeld?’ heeft de Universiteit Maastricht onderzocht welke regels er gelden voor aansprakelijkheid voor schade aan het milieu. De vraag was ook of het stelsel van regels eenduidig, eenvoudig en voldoende sluitend is voor het milieu, bedrijven, overheden en burgers. Omdat dit onderzoek geen grote gebreken boven tafel bracht, ziet Huizinga af van concrete verbetervoorstellen. Daar komt bij dat de uitvoeringspraktijk niet om verbetering vraagt en Huizinga een grootscheepse wetgevingsoperatie waarvan het maatschappelijk nut niet vaststaat, wil voorkomen. Het onderzoeksrapport ‘Extra activiteiten onder milieuaansprakelijkheid’ van SPPS is het gevolg van een amendement van Tweede Kamerlid Samsom (PvdA), dat het mogelijk maakt om extra activiteiten onder het regime van Europese risicoaansprakelijkheid te brengen. SPPS beschrijft vijf benaderingen voor de selectie van extra activiteiten. Huizinga concludeert echter dat het niet voor de hand ligt de reikwijdte uit te breiden: er worden dus geen extra activiteiten onder het regime van risicoaansprakelijkheid gebracht. De roep van het bedrijfsleven om vermindering van lastendruk speelt daarbij een rol, aldus Huizinga. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
Deadline indelen en etiketteren stoffen 1 december De Europese regels voor het indelen, etiketteren en verpakken van chemische stoffen en mengsels (1272/2008) hebben grote
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EEDITIE 19 / 18 JUNI 2010
3
ECONOMISCHE ZAKEN gevolgen voor leveranciers, fabrikanten en importeurs van chemische producten. De verordening geldt sinds 20 januari 2009 en wordt in Nederland aangeduid als EU-GHS. Leveranciers van chemische producten moeten alle stoffen en mengsels opnieuw beoordelen, indelen en etiketteren. Op 1 december moeten alle stoffen zijn ingedeeld. Voor mengsels ligt de deadline op 1 juni 2015. Voor fabrikanten en importeurs geldt een meldingsplicht: vanaf 1 december moeten zij de indeling en etikettering van gevaarlijke stoffen binnen één maand melden bij het European Chemicals Agency (ECHA). Het gaat dan om gevaarlijke stoffen die op of na 1 december in de handel zijn, ongeacht de hoeveelheid. Deze verplichting geldt dus ook voor fabrikanten of importeurs die een gevaarlijke stof in een hoeveelheid van minder dan 1 ton per jaar importeren of produceren. De meldingsplicht geldt niet als de stof al volgens REACH (EG. nr. 1907/2007) is geregistreerd of als geregistreerd wordt beschouwd. In dat geval staat de informatie over indeling en etikettering van de stof namelijk al in het registratiedossier. Volgens REACH moeten registranten registratiedossiers met de oude indeling en etikettering (Stoffenrichtlijn) wel op eigen initiatief actualiseren volgens de systematiek van EU-GHS. Omdat er veel werk te verzetten is, is het belangrijk dat fabrikanten en importeurs nu al bezig zijn met de herbeoordeling van de stoffen die ze produceren of importeren. De kans bestaat dat een stof een andere indeling krijgt dan onder het systeem van de Stoffenrichtlijn. Ook nieuwe informatie, bijvoorbeeld verzameld voor een registratie onder REACH, kan leiden tot een andere indeling en (andere) REACH-verplichtingen. Zo kan het noodzakelijk zijn dat een bedrijf door een gewijzigde indeling een veiligheidsinformatieblad moet opstellen. Ook is het mogelijk dat op basis van de nieuwe indeling, voor de stof een andere (vroegere) registratiedeadline geldt. Voor meldingen en wijzigingen van het registratiedossier bestaat het systeem REACH-IT, dat is te benaderen via de website van ECHA. Op de website van de Nederlandse helpdesk (ghs-helpdesk.nl) kunnen bedrijven informatie (factsheets, standaardpresentaties, een poster en voorlichtingsbrochure) over EU-GHS vinden. Ook is via deze website de ‘Guidance on Classification, Packaging and Labelling’ te downloaden. Vragen over de verordening kunnen bedrijven zowel telefonisch als per e-mail stellen aan de helpdesk. Deze is op werkdagen van 9.00-12.00 uur bereikbaar via het telefoonnummer 088 – 60 25775.
Aanvankelijk was het plan om slechts vier stoptreinen te laten vertrekken. In overleg met diverse betrokkenen slaagde Eurlings erin om binnen hetzelfde budget van 3 miljard euro meer stoptreinen op stoom te krijgen. “De trein kan het winnen van de auto, maar niet door mensen uit de auto te pesten. Wel door dit soort maatregelen”, aldus Eurlings. Naast de inzet van extra reizigerstreinen voorziet het zogenoemde Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) ook in het laten rijden van extra goederentreinen. De extra capaciteit wordt gefaseerd ingevoerd. De agenda met PHS-werkzaamheden reikt tot 2020. Per regio zullen de reizigers er stapje voor stapje iets van gaan merken. Het kabinet heeft de corridors Schiphol - Utrecht - Arnhem/ Nijmegen, Alkmaar - Amsterdam - Utrecht - Den Bosch Eindhoven en Den Haag - Rotterdam - Breda - Eindhoven uitgekozen voor de extra treinfrequenties. Het besluit betekent dat er op verschillende plaatsen extra infrastructuur moet worden aangelegd, zoals inhaalsporen en extra perrons. Er komen maatregelen tegen geluidsoverlast en trillingen; ook de veiligheid rond overwegen krijgt aandacht. Volgens Eurlings is de beslissing tot stand gekomen in nauwe samenwerking met ProRail, NS en KNV Spoorgoederenvervoer en kan deze bogen op een breed draagvlak onder provincies en de stadsregio’s. ■■August Mesker, 070 – 3490 333,
[email protected]
Eurlings opent Randweg Eindhoven Demissionair minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat heeft de vernieuwde Randweg Eindhoven geopend. De nieuwe weg moet meer capaciteit voor het verkeer scheppen, zodat het verkeer richting het zuiden, de Randstad en Duitsland sneller kan doorstromen. Doel is de bereikbaarheid van de regio Eindhoven te verbeteren. De vernieuwing van de Randweg Eindhoven heeft vier jaar geduurd en circa 580 miljoen euro gekost. De Randweg is over 17 kilometer uitgebreid naar vier of vijf rijbanen per richting, met daarbij een scheiding van het regionale en het doorgaande verkeer. Op de hoofdrijbaan kan het verkeer met maximaal 120 km/uur doorrijden. Op de parallelrijbanen bevinden zich de op- en afritten en rijdt het verkeer met maximaal 80 km/uur. De knooppunten Batadorp, De Hogt en Leenderheide hebben een metamorfose ondergaan. Langs grote delen van het tracé zijn nieuwe geluidschermen gebouwd.
■■Willem Henk Streekstra, 070 – 3490 359,
[email protected]
Meer treinen op drukste spoortrajecten In de drukste delen van het land elke vijf minuten een trein. Dat streven komt door een beslissing van de ministerraad een stapje dichterbij. De bewindslieden gingen akkoord met een plan van demissionair minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat om in de toekomst per uur zes intercity’s en zes stoptreinen te laten rijden op de drukste trajecten.
4 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 19 / 18 JUNI 2010
Rijkswaterstaat werkt op veel plaatsen aan de A2 om deze snelweg van Amsterdam tot Maastricht te verbreden en vernieuwen. Het gaat om grootschalige en langdurige projecten, die grote fileknelpunten moeten oplossen. De A2 is 212 km lang en op zo’n 100 km daarvan wordt gewerkt. ■■August Mesker, 070 – 3490 333,
[email protected]
SOCIALE ZAKEN Mobiliteitscentra helpen 44.000 mensen naar ander werk De dertig regionale mobiliteitscentra hebben in de eerste vier maanden van 2010 in totaal ruim 44.000 mensen snel aan ander werk geholpen. Bijna 4.200 mensen die met ontslag werden bedreigd, vonden via deze centra nog vanuit hun bestaande dienstbetrekking een andere baan. Daarnaast hielpen de centra 40.055 mensen binnen drie maanden na hun ontslag aan ander werk. Dit heeft demissionair minister Donner van Sociale Zaken bekendgemaakt. In 2009 zijn ruim 100.000 mensen van werk naar werk begeleid. De mobiliteitscentra van het UWV Werkbedrijf bestaan sinds 1 maart 2009 en werken nauw samen met gemeenten, werkgevers en andere organisaties op het gebied van werk en scholing. In 2009 zijn met 839 bedrijven afspraken gemaakt om werknemers te begeleiden die door de crisis met ontslag werden bedreigd. Het merendeel van de projecten loopt binnen de sectoren industrie, zakelijke dienstverlening en bouw.
voor iedereen beschikbaar. Het initiatief komt van een werkgroep met daarin onder andere VNO-NCW, MKB Nederland, FNV, het Voedingscentrum en NOC*NSF (Sport en Zaken). Overgewicht en obesitas vormen een steeds groter maatschappelijk probleem. Inmiddels heeft 47 procent van de volwassenen overgewicht en 11 procent obesitas. De gevolgen voor het bedrijfsleven zijn groot. Zo is er sprake van productiviteitsverliezen door ziekteverzuim en vervroegde uittreding uit het arbeidsproces. De indirecte kosten bedragen naar schatting zo’n 2 miljard euro per jaar. Het is een gezamenlijk belang van werkgevers en werknemers om overgewicht tegen te gaan. In 2005 sloten partijen uit het bedrijfsleven, grote steden en het maatschappelijk veld het Convenant Overgewicht. In het najaar van 2008 verscheen de brochure ‘Bied tegenwicht aan Overgewicht’ van de Stichting van de Arbeid, een handleiding voor werkgevers en werknemers. Om deze brochure verder te concretiseren, heeft de werkgroep bedrijven en organisaties gevraagd om te vertellen over hun activiteiten op het gebied van vitaliteit en een gezonde leefstijl.
■■Sip Nieuwsma, 070 – 3490 216,
[email protected]
Gezondheidsraad wil aanscherping asbestnormen De normen voor blootstelling aan asbest moeten worden aangescherpt. Dat staat in een advies dat de Gezondheidsraad heeft uitgebracht aan de demissionair minister Donner van Sociale Zaken. De risico’s van blootstelling aan asbest zijn volgens de Gezondheidsraad groter dan werd aangenomen toen twintig jaar geleden de huidige normen werden vastgesteld. Dat blijkt uit nieuwe onderzoeksgegevens die sindsdien beschikbaar zijn gekomen. Asbest kan verschillende soorten kanker veroorzaken. Hoe ver de normen naar beneden moeten worden bijgesteld, hangt af van de situatie en van het soort asbestvezel. Op werkplekken zou de maximaal toegestane blootstelling met een factor vijf tot twintig omlaag moeten; in het leefmilieu van mensen zelfs met een factor dertig tot veertig, aldus de Gezondheidsraad.
Daaruit zijn ‘best practices’ naar voren gekomen, die als stimulans kunnen dienen voor anderen om overgewicht en obesitas op de werkvloer gezamenlijk aan te pakken. Ook onderwerpen als motivatie, draagvlak, ervaringen en opbrengsten komen aan de orde. Meer informatie: www.vno-ncw.nl, dossier ‘arbeidsvoorwaarden’, onder het kopje ‘meer informatie’; Convenant Gezond Gewicht. ■■Alfred van Delft, 070 – 3490 218,
[email protected]
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gaat nu samen met onderzoeksinstituut TNO een rapport uitbrengen over de praktische toepassing van het advies van de Gezondheidsraad. Vervolgens zal de Sociaal-Economische Raad (SER) de risiconiveaus bespreken en een haalbaarheidstoets uitvoeren. Na het advies van de SER besluit de minister van Sociale Zaken over een nieuwe grenswaarde. ■■Mario van Mierlo, 015 – 2191 224,
[email protected]
Goede praktijken voor een gezonde werkvloer Gezond eten in bedrijfsrestaurants, lunchwandelen, digitale gezondheidschecks: een aantal voorbeelden van initiatieven die bedrijven en organisaties hebben ontwikkeld op het gebied van gezondheidsmanagement, vitaliteit en een gezonde leefstijl. Vanaf nu zijn deze goede praktijken voor een gezonde werkvloer
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 19 / 18 JUNI 2010
5
ALGEMEEN Eindverslag Bilderbergconferentie ‘Duurzaam herstel’ Duurzaam herstel was het thema van de 48ste Bilderbergconferentie van VNO-NCW, die plaatsvond op 5 en 6 februari. Het eindverslag bevat de inleidingen en weergave van de discussies op de conferentie. Het gaat om vier inleidingen: ●●
●●
●●
●●
Rick van der Ploeg, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit van Oxford: ‘Duurzaamheid en mondiale economische ontwikkeling’; Henk Rottinghuis, voorzitter directie PON Holdings BV: ‘Heeft de shock gewerkt?’; Rob Riemen, oprichter en directeur van het Nexus Instituut: ‘Verval van waarden. De miskenning van een duurzaam probleem’; Maxime Verhagen, demissionair minister van Buitenlandse Zaken: ‘Duidelijke keuzes voor duurzaam herstel’.
Belangstellenden kunnen een exemplaar opvragen bij Danny van de Ven, liefst per e-mail (
[email protected]). Het eindverslag is ook te vinden op de website van VNO-NCW: www.vno-ncw.nl/ activiteiten/bilderbergconferentie.
Vanuit het Kenniscentrum Ondernemerschap van Windesheim gaat het lectoraat praktijkonderzoek doen naar specifieke vraagstukken rondom het familiebedrijf. Ongeveer 55 procent van alle Nederlandse bedrijven vallen onder deze noemer. De onderzoeksresultaten moeten kennis opleveren over bedrijfsopvolging, innovatie en duurzaam ondernemen, zowel in de grotere als in de wat kleinere regionale familiebedrijven. Deze kennis wordt gedeeld met regionale netwerken en komt ten goede aan het onderwijs. Met name de kennis over bedrijfsopvolging wordt ingebed in de minor Familiebedrijven en bedrijfsopvolging. In samenspraak met een nog te vormen kenniskring van deskundigen moeten de opdrachten van het lectoraat vorm en inhoud krijgen. Ilse Matser was hiervoor werkzaam als onderzoeker bij het Kenniscentrum Innovatie & Business van Hogeschool Utrecht en als universitair docent bedrijfseconomie aan de Universiteit Utrecht. Daarnaast is zij directeur van het Centrum van het Familiebedrijf in Utrecht. ■■Merdan Yağmur, 070 – 3490 485,
[email protected]
Verkiezing familiebedrijf van het jaar
■■Huib Klamer, 070 – 3490 468,
[email protected]
Invitation Executive Management Program China Het Europe China Instituut (ECI) van Nyenrode Business Universiteit organiseert van 19 tot en met 27 september het jaarlijks Executive Management Program China. In samenwerking met vijf topuniversiteiten in China heeft het ECI een intensief programma ontwikkeld, waarbij de politieke, economische en culturele ontwikkeling van China aan bod komt. Een bezoek aan drie belangrijke steden, academische ‘lectures’, werkbezoeken aan Chinese topondernemers en dieptegesprekken met ‘key stakeholders’ zijn onderdeel van het programma. Deze reis is zeer geschikt voor senior managers die nader inzicht willen krijgen in China, bijvoorbeeld vanwege verwachte strategische stappen richting Azië. Het ECI heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van zijn kenniscentrum en verdere samenwerking met topuniversiteiten in China. Naast het academische werk zijn intussen vele studies en projecten gerealiseerd in samenwerking met het bedrijfsleven.
Familiebedrijven kunnen zich inschrijven voor de verkiezing ‘Familiebedrijf van het Jaar’. Deze wedstrijd is een initiatief van het Centrum van het Familiebedrijf, een klankbord voor ondernemers en families die inzicht en praktische kennis zoeken over eigendoms- en managementvraagstukken in dit type bedrijf. De landelijke finale vindt plaats op 16 september. Marlies van Wijhe – algemeen directeur van het familiebedrijf Van Wijhe Verf, Zakenvrouw van het Jaar 2010 en voorzitter van de branchevereniging VVVF – zal de hoofdspreker zijn op deze feestelijke bijeenkomst. Thema’s zijn: de toekomst van het familiebedrijf en innovatie en duurzaamheid. Aansluitend wordt de nationale winnaar bekendgemaakt. Voorafgaand aan de landelijke finale worden de genomineerde bedrijven voorgesteld op de website www.familiebedrijfvanhetjaar2010.nl. Voor meer informatie en aanmelding:
[email protected] of
[email protected]. ■■Merdan Yağmur, 070 – 3490 485,
[email protected]
Voor meer informatie: www.nyenrode.nl/eci-factfinding. ■■Sam Stevens, 070 – 3490 438,
[email protected]
Eerste lectoraat Familiebedrijven Christelijke Hogeschool Windesheim in Zwolle heeft sinds 1 juni een lector Familiebedrijven in de gelederen: mevrouw drs. I.A. Matser. Landelijk is dit het eerste lectoraat dat onderzoek doet naar de problematiek rond de bedrijfsopvolging bij familiebedrijven.
6 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 19 / 18 JUNI 2010