Datasheets Fytobewaking
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken
Overzicht van de laatste wijziging(en) versie datum 3 10-9-2014 2 08-9-2014
toelichting Update, landen, fotomateriaal symptomen en ziektebeelden Update datasheet Dickey sp. en Pectobacterium spp.
Dickeya sp. en Pectobacterium spp. Engelse naam: blackleg (aardappel), bacterial wilt, bacterial soft rot, bacterial rot Nederlandse naam: Op bloembolgewassen: bacterierot (zachtrot, witsnot, agressief rot), op aardappel de “zwartbeen” bacterie, de “stengelnatrot” bacterie en de “bacterienatrot” bacterie. EU-status: GEEN m.u.v. vormalige Erwinia chrysanthemi pv. dianthicola (nu Dickeya dianthicola) op anjer (Dianthus sp.) waar een IIA2 status geldig is IIA2 Schadelijk organisme dat op bepaalde planten of plantaardige producten niet mag worden binnengebracht of verspreid in de Gemeenschap. Het organisme komt in de Gemeenschap voor. Systematiek Het betreft hier Gram-negatieve, niet sporevormende bacteriën behorende tot de pectinolytische Erwinia’s. In de Nederlandse aardappel- en bloembollen-teelt worden vijf ziekteverwekkende types Erwinia onderscheiden: Erwinia carotovora subsp. atroseptica, nu Pectobacterium atrosepticum, Erwinia carotovora subsp. carotovora, nu P. carotovorum subsp. carotovorum, E. carotovora subsp. brasiliensis, nu P. carotovorum subsp. brasiliensis, Pectobacterium wasabiae en Erwinia chrysanthemi. Erwinia chrysanthemi is taxonomisch heringedeeld en vormt nu de groep Dickeya, met daaronder de volgende 7 soorten: Dickeya paradisiaca, D. dianthicola, D. chrysanthemi, D. zeae, D. dieffenbachia, D. dadantii en D. solani. Biologie Vegetatief vermeerderd plantenmateriaal (bollen, knollen, rhizomen enz) kan besmet zijn met deze Erwinia’s. De bacteriën kunnen zich ook via oppervlaktewater verspreiden en zelfs in de grond achterblijven. De eerste aantasting van zwartbenigheid vindt meestal plaats vanuit besmette knollen en bollen. Later in het groeiseizoen kan een gezonde plant geïnfecteerd worden door opspattend water, besmette buurplanten, door besmette insecten etc. Ook tijdens rooien, inschuren en bewaren kunnen bacterieziektes zich uitbreiden door contact van gezonde knollen/bollen met besmette knollen/bollen of door contact met besmette loopbanden en rooimatten. Hoewel introductie van Erwinia via natuurlijke openingen (stomata) in blad en stengel niet uitgesloten kan worden, is voor een effectieve besmetting van het loof beschadiging nodig. Besmetting van verwond loof kan plaatsvinden tijdens teeltwerkzaamheden, zoals het spuiten met gewasbeschermingsmiddelen. Machines kunnen in aanraking komen met systemisch geïnfecteerde planten waarna het inoculum verder wordt verspreid via verwonde stengels of bladeren. Loof kan ook besmet raken door dieren en mensen die door het gewas lopen en de bacterie verspreiden via vacht, kleding of schoeisel. In principe zijn er twee routes voorstelbaar. De eerste route is via de grond als de bacterien uit loofresten lekken. Dit kan tijdens de gewasgroei, of ook na loofvernietiging als besmette loofresten boven de dochterknollen blijven liggen. De tweede route is via systemische verspreiding vanuit het loof via stengels, wortels en stolonen naar de dochterknollen/bollen. Erwinia’s worden in planten en plantenresten gevonden en komen verder in oppervlaktewater voor. Wat betreft de overleving en verspreiding van deze pectinolytische Erwinia’s: vooral P. carotovorum subsp. carotovorum kan lang in water en op plantenresten overleven. Sommige tussengewassen of groenbemesters kunnen waardplant voor deze Erwinia’s zijn, zoals bepaalde koolsoorten. Tijdens de oogst kunnen bacteriën via aerosolen in de hogere luchtlagen terecht komen en via regenwater weer in het gewas. In de grond en op materialen van gereedschappen en © 2005 Het auteursrecht van deze publicatie berust bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te Wageningen. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van genoemde dienst op enigerlei wijze worden vermeerderd, openbaar gemaakt of voor commerciële doeleinden worden gebruikt.
Versie 3 Ingangsdatum: 13-10-2014 Pagina 1 van 9
Datasheets Fytobewaking
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken
materialen sterven Erwinia’s vrij snel. Hoewel verspreiding van deze Erwinia’s via aerosolen, regen, irrigatie, gewasresten en zelfs insecten kan plaatsvinden, moet vooral rekening gehouden worden met mechanische verspreiding als belangrijkste bron van besmetting. Machines, sorteerders, ontsmettingsbaden en opslagruimtes zijn de belangrijke bronnen van overdracht, vooral als er tijdens teelt- en oogstmaatregelen knolbeschadigingen ontstaan. Bekend is dat een waterfilm rond de knollen en de bollen, die zorgt voor zuurstofarme omstandigheden, een bepalende factor is voor ziekteontwikkeling; goed en snel drogen is dus belangrijk voor inperking van deze bacterie. In de bewaring moet de temperatuur niet hoger zijn o
dan 20 C om geen kans te geven aan deze groep pectinolytische Erwinia’s. Erwinia kan als primair pathogeen optreden (vooral Dickeya sp.), maar wordt ook vaak met andere organismen aangetroffen, waarvan sommigen ook rotsymptomen kunnen veroorzaken (Pseudomonas e.a.). Het is onduidelijk wat dan de eerste veroorzaker is. Dickeya sp. infecteert bloembollen (b.v. hyacinten) via de bolbodem tijdens het doorbreken van de wortels. Toevoeging van Dickeya bacteriën nadat de wortels zijn doorgebroken, geeft nauwelijks infectie. Belangrijkste besmettingsroutes zijn beschadiging als gevolg van de verwerking en het vermeerderen van besmet uitgangsmateriaal Geografische verspreiding EPPO gebied: Algerije, Oostenrijk, Belarus, België, Bosnië en Herzegovina,Denemarken, Egypte, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Israël, Italië, Kosovo, Kroatië, Macedonië, Montenegro, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Rusland, Servië, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk. Verder verspreid in Afrika, Australië, Azië, Cook eilanden, Nieuw-Zeeland, Noord-Amerika, Centraal-Amerika, Zuid-Amerika. Symptomen/ schade Op aardappel: Zwartbenigheid en stengelnatrot veroorzaken symptomen, die op elkaar lijken. Vaak worden gewassen aangetast door mengvormen van verschillende Erwinia soorten, waardoor het in het veld vaak moeilijk te bepalen is met welke soort men van doen heeft. Zwartbenigheid is in het veld te herkennen aan het zwart worden van de stengels, geel verkleuring van de kop van de plant gevolgd door verwelking van scheuten. De verwelking gaat samen met het rollen van de blaadjes vanaf de bladrand naar boven. Aangetaste stengels hebben een iets meer stekende bladstand en blijven achter in groei bij gezonde stengels. Zwartbenigheid komt vooral voor bij wat lagere buitentemperatuur (18-20 graden) terwijl stengelnatrot een hoger temperatuursoptimum heeft en vooral voor in warmere jaren voorkomt. Aangetaste knollen zijn bruinzwart gekleurd vanaf het naveleind van de knol. Een aantasting van zwartbenigheid kan gevolgd worden door een natrotbacterieaantasting waardoor de gehele knol weg rot. In natte periodes kunnen stengels, die verschijnselen vertonen van verwelkende blaadjes, zich weer tijdelijk herstellen. Hierdoor kan het selecteren van een vroege aantasting moeilijk zijn. Moederknollen, die door stengelnatrot zijn aangetast, kunnen een waterige en reukloze vorm van rot ontwikkelen. Op bloembollen: De symptomen die hierbij in de plant optreden kunnen per type verschillend zijn. Zo worden soms korte, gedrongen, planten gevonden met of zonder verwelkingsverschijnselen. Ook worden aangetaste stengelvoeten of deels dan wel geheel rottende stengeldelen gevonden. Bij opkomst van geïnfecteerde planten wordt vaak een opeenvolging van symptomen waargenomen, die begint met chlorose, gevolgd door verwelking van topbladeren, verwelking van stengels, en het afsterven van gedeeltes of van de hele plant. Onder warme, natte condities, kan er stengelverwelking optreden en andere stengelsymptomen zichtbaar worden. De stengels lijken eerste aan de buitenkant gezond, maar zijn van binnen hol en rot en soms breekt bij de bladoksels het rot naar buiten. Tenslotte knikken stengels op deze plaatsen om en rotten verder. Ook kan vergeling van de onderste bladeren optreden. Een hoog percentage van de geïnfecteerde planten laat geen uitwendige symptomen zien, maar wel inwendig symptomen. Bij het aansnijden van de stengelbasis worden holle stengels en een bruinverkleuring van de vatten waargenomen. Bollen zijn soms rot. Kenmerkend voor de rotproblemen in het bloembollenvak is dat de bacterie in toenemende mate schade kan veroorzaken in de hele keten (in het veld, kas, bewaring en export). In hyacint en andere bloembollen vindt grote uitval plaats van bollen in de bewaring; Erwinia lijkt agressiever en sneller toe te slaan. Bij dit gewas is het een groot probleem; © 2005 Het auteursrecht van deze publicatie berust bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te Wageningen. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van genoemde dienst op enigerlei wijze worden vermeerderd, openbaar gemaakt of voor commerciële doeleinden worden gebruikt.
Versie 3 Ingangsdatum: 13-10-2014 Pagina 2 van 9
Datasheets Fytobewaking
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken
in sommige partijen is uitval tot 100% gevonden. Verschillende vormen van rot in bloembollen die mogelijk door Erwinia zijn veroorzaakt zijn: “leeglopen van bollen” en zgn. “kroepoek”. In het gewas dahlia zijn er sterke aanwijzingen dat deze pectinolytische Erwinia’s betrokken zijn bij het verschijnsel “ploffers” (natrot). Ook zijn Er aanwijzingen dat een Erwinia-soort betrokken is, of zelfs hoofdveroorzaker, bij dit “stinkend zachtrot”. Waardplanten Deze pectinolytische Erwinia’s hebben een brede waardplantenreeks, en komen ze voor zowel in aardappel als ook in bloembollen, groenten en andere siergewassen onder glas. B.v.: Aardappel, Anjer, chrysant, Dahlia, Tulipa sp., Zandedescha sp., lelie, Dieffenbachia spp., Euphorbia pulcherrima, Kalanchoe blossfeldiana, mais, Philodendron spp., Saintpaulia ionantha, Syngonium podophyllum, Allium fistulosum, Brassica chinensis, Capsicum, wortel, Colocasia esculenta, Brachiaria mutica, B. ruziziensis, Panicum maximum, Pennisetum purpureum, Hyacinthus sp., Leucanthemum maximum, ui, ananas, radijs, rijst, Sedum spectabile, suikerbeet, tabak, tomaat, Aechmea fasciata, Aglaonema pictum, Anemone spp., Begonia intermedia cv. Bertinii, Cyclamen sp., Dracaena marginata, Opuntia sp., Parthenium argentatum, Pelargonium capitatum, Phalaenopsis sp., Polyscias filicifolia, Rhynchostylis gigantea. Referentie CAB Crop Protection Compendium, EPPO, PRI-WUR, PPO-WUR, NVWA Divisie Plant Organisme
Bayer-
Waardplant
Herkenning/ symptomen
code Dickeya sp.
ERWICH
Aardappel,
Aardappel: zwart worden van de stengels, geel
Rectobacterium
(ook
Bloembollen,
verkleuring van de kop van de plant gevolgd door
spp.
ERWIZE)
Groenten,
verwelking van scheuten. De verwelking gaat samen
siergewassen
met het rollen van de blaadjes vanaf de bladrand naar
(EPPO
boven.
PQR
Bloembollen: Bij opkomst van geïnfecteerde planten
code :
wordt vaak een opeenvolging van symptomen
DICKSP
waargenomen, die begint met chlorose, gevolgd door
PECGSP)
verwelking van topbladeren, verwelking van stengels, en het afsterven van gedeeltes of van de hele plant. Ook korte, gedrongen, planten gevonden met of zonder verwelkingsverschijnselen. De stengels lijken eerste aan de buitenkant gezond, maar zijn van binnen hol en rot en soms breekt bij de bladoksels het rot naar buiten. Vaak geen uitwendige symptomen zien, maar wel inwendig symptomen. Bollen in de bewaring: leeglopen van bollen” en zgn. “kroepoek”, verschijnsel “ploffers” (natrot), “stinkend zachtrot”.
© 2005 Het auteursrecht van deze publicatie berust bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te Wageningen. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van genoemde dienst op enigerlei wijze worden vermeerderd, openbaar gemaakt of voor commerciële doeleinden worden gebruikt.
Versie 3 Ingangsdatum: 13-10-2014 Pagina 3 van 9
Datasheets Fytobewaking
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken
Beeldmateriaal Dickeya sp. en Pectobacterium spp. op bloembollen Bron beeldmateriaal: PPO-Lisse (Joop van Doorn), NVWA (Maria Bergsma-Vlami), tenzij anders vermeld. 1. Hyacint
Foto 1 (links). Dickeya sp. (ware aantasting) op hyacint bol (onder kant bol zacht en rot). Wanneer bollen voor de vroege bloei in natte grond met een te hoge temperatuur worden opgekuild, kunnen deze ziek worden; de aantasting begint dan in de bolbodem. Bolbodem wordt glazig. Foto 2 (rechts): Pectobacterium spp. (wware aantasting zachtrot) op Zantedeschia bol. Vaak erg stinkend materiaal. Bolweefsel wordt glazig en krijgt een licht bruin tot bruin kleur. (Bron: PPO-WUR)
Foto 3 (links): Zware aantasting op hyacint bol (bovenkant nat en rot). Bollen worden helemaal zacht en aan de top ontstaan een schuimende vuilwitte massa. Deze bollen hebben een sterke onaangenaamde geur. Na enkele weken verdroogt het aangetaste weefsel. Foto 4 (rechts): Aantasting bij hyacint bol. Bolweefsel wordt glazig en krijgt een vuilwitte of geelachtige kleur. © 2005 Het auteursrecht van deze publicatie berust bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te Wageningen. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van genoemde dienst op enigerlei wijze worden vermeerderd, openbaar gemaakt of voor commerciële doeleinden worden gebruikt.
Versie 3 Ingangsdatum: 13-10-2014 Pagina 4 van 9
Datasheets Fytobewaking
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken
Foto 5 (links): Zware aantasting op hyacint plant. De symptomen zijn duidelijker te zien (glazig en vuilwit kleur) bij planten die zijn bloemtros uitstoot of planten waarvan de bollen door vorst beschadigd zijn of waarvan de bloemtros is uitgetrokken of uitgesneden. Ook planten die door de schimmel Rhizoctonia solani zijn beschadigd worden gemakkelijk door deze bacterie aangetast. Foto 6 (rechts):. Aantasting van Dickeya sp op hyacinth (Bron: PPO-WUR)
Zware aantasting op hyacint (stengel, blad). In de loofbladeren van zieke planten kunnen donkergroene, natte, langgerekte vlekken voorkomen, die vanaf de bladbasis omhooglopen. Bij een zeer ernstige aantasting valt de plant tenslotte om.
© 2005 Het auteursrecht van deze publicatie berust bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te Wageningen. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van genoemde dienst op enigerlei wijze worden vermeerderd, openbaar gemaakt of voor commerciële doeleinden worden gebruikt.
Versie 3 Ingangsdatum: 13-10-2014 Pagina 5 van 9
Datasheets Fytobewaking
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken
2. Zantedeschia
Foto 7 (links): Zware aantasting (zachtrot) op Zantedeschia bol: vaak erg stinkend materiaal. Bolweefsel wordt glazig en krijgt een licht bruin tot bruin kleur. Foto 8 (rechts): Zware aantasting op Zantedeschia bol (glazige weefsel, verkleuring, bruine necrose)
Foto 9 (links): Zware aantasting op Zantedeschia bol. Op de knol ontstaan bruingekleurde, zachte en vochtige of droge en ingezonken plekken, met een scherpe grens tussen gezond en ziek weefsel.
Foto 10 (rechts): Zware aantasting op Zantedeschia bol (glazige weefsel, verkleuring, bruine necrose). Tijdens de bewaring verdrogen de zieke plekken in de knollen. De bacteriën daarin bljven echter lang in leven, zodat na het planten de aantasting door kan gaan en de kans op uitbreiding en verspreiding van de ziekte blijft bestaan.
© 2005 Het auteursrecht van deze publicatie berust bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te Wageningen. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van genoemde dienst op enigerlei wijze worden vermeerderd, openbaar gemaakt of voor commerciële doeleinden worden gebruikt.
Versie 3 Ingangsdatum: 13-10-2014 Pagina 6 van 9
Datasheets Fytobewaking
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken
3. Andere gewassen
Foto 11 (links): Necrose bij stelgel op anjer door Dickeya sp. (bron: EPPO Gallery) Foto 12 (rechts):. “ploffers”op dahlia knollen (Bron: PPO-WUR)
Foto 13 a en b: Aantasting van Dickeya sp. op vaatbundels van anjer (links) en op stengels van anjer (rechts) (bron: EPPO Gallery).
© 2005 Het auteursrecht van deze publicatie berust bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te Wageningen. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van genoemde dienst op enigerlei wijze worden vermeerderd, openbaar gemaakt of voor commerciële doeleinden worden gebruikt.
Versie 3 Ingangsdatum: 13-10-2014 Pagina 7 van 9
Datasheets Fytobewaking
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken
Foto 14 a, b en c: Zwartbenigheid op aardappelstengels door Dickeya sp, (bron: PRI-WUR)
© 2005 Het auteursrecht van deze publicatie berust bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te Wageningen. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van genoemde dienst op enigerlei wijze worden vermeerderd, openbaar gemaakt of voor commerciële doeleinden worden gebruikt.
Versie 3 Ingangsdatum: 13-10-2014 Pagina 8 van 9
Datasheets Fytobewaking
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken
Foto 15: Zware aantasting op Amaryllis stengel/blad. Vergelijkbare symptomen te zien bij lelie. Dicht onder het grondoppervlak begint het weefsel van de bladstelen te rotten. Het wordt glazig en snel slijmerig, zodat de blad- en bloemstelen bij de basis omknikken. In de loofbladeren van zieke planten kunnen donkerbruine, natte, langgerekte vlekken voorkomen, die vanaf de bladbasis omhooglopen. Bij een zeer ernstige aantasting valt de plant tenslotte om.
Foto 16: Zware aantasting op Phalaenopsis stengel © 2005 Het auteursrecht van deze publicatie berust bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te Wageningen. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van genoemde dienst op enigerlei wijze worden vermeerderd, openbaar gemaakt of voor commerciële doeleinden worden gebruikt.
Versie 3 Ingangsdatum: 13-10-2014 Pagina 9 van 9