Ministerie van Economische Zaken
Reg.nr.
Aan
Provincie Overijssel Tav de leden van Provinciate Staten Postbus 10078 8000 GB ZWOLLE
Datum
Uw kenmerk
21 juni2005
Dat. ontv.:
»-
'\;
? >>? f / 3
2 9 JUN 2005
Routing
• 5 a.d.
Bijl.:
Ons kenmerk
Bijlage(n)
DC / 5037304
1
Onderwerp
Maatschappelijk jaarverslag 2004 ministerie van Economische Zaken Hierbij ontvangt u het maatschappelijk jaarverslag van het ministerie van Economische Zaken over het jaar 2004. Het is voor het eerst dat het ministerie een dergelijk verslag uitbrengt. Met dit jaarverslag heeft het ministerie ervoor gekozen om niet alleen te laten zien wat we gepresteerd hebben in het afgelopen jaar, maar vooral ook hoe wij de buitenwereld hebben betrokken bij onze beleidsvormingsprocessen. We willen transparant zijn in ons doen en laten en denken daar met dit maatschappelijk jaarverslag goed in geslaagd te zijn. Het maken van dit eerste maatschappelijk jaarverslag van EZ is voor het ministerie -net als voor veel organisaties die ons voor zijn gegaan- een leerproces geweest. We zijn ons ervan bewust dat het verslag nog voor verbetering vatbaar is en wij roepen u dan ook op om feedback te geven via het speciale e-mailadres
[email protected]. Wij wensen u veel leesplezier.
Mr. L.J. Br ikhorst Minister van Economische Zaken
Mevr. Ir. C.E.G. vantjfennip MBA Staatssecretaris van Economische Zaken
Bezoekadres
Doorkiesnummer
Telefax
Bezuidenhoutseweg 30 S089
6426
6169
Hoofdkantoor
Telefoon (070) 379 89 11
Behandeld door
Bezuidenhoutseweg 30
Telefax (070) 347 40 81
R.Q de
Postbus 20101
Email
[email protected]!
2500 EC 's-Gravenhage
Website www.minez.nl
Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermeSden
EZ van binnen en buiten Maatschappelijk jaarverslag ministerie van Economische Zaken 2004
1
2
EZ doet een boekje open Een maatschappelijk jaarverslag van EZ. Moet dat nou? Ons antwoord is duidelijk. Ja, natúúrlijk. En nee, dat móet niet, maar we wíllen het graag. Wij zijn in ieder geval heel blij dat het er ligt, het eerste maatschappelijk jaarverslag van EZ. Er was een duidelijke aanleiding om hiermee te beginnen: EZ stimuleert maatschappelijk verantwoord ondernemen en de verslaglegging daarover. Onze boodschap aan bedrijven is dat maatschappelijk verantwoord ondernemen, MVO, loont. Wie met MVO voorop durft te lopen, maakt meer kans om nieuwe markten aan te boren. Eén ding is MVO in de praktijk brengen. Een ander ding is inzicht geven naar buiten in die pogingen. Transparant zijn. Maar weet EZ zelf wel wat die openheid met zich meebrengt? Dat weten we inmiddels. Het is geen geringe opgave, en dat heeft niets te maken met de omvang van het verslag, maar alles met de andere manier van kijken naar jezelf en met het openen van de dialoog met je omgeving. En dat is waar dit eerste maatschappelijk jaarverslag u deelgenoot van wil maken. Als onderdeel van de overheid verantwoordt EZ zich dagelijks voor zijn doen en laten. We zijn regelmatig in de Tweede Kamer te vinden. De media volgen ons nauwgezet en op de voet. Nog afgezien van onze beleidsverantwoording en het verslag daarvan aan de Tweede Kamer, dat laat zien wat we aan beleid hebben gepresteerd dit jaar. Doen we dan niet twee keer hetzelfde? Nee, want dit maatschappelijk jaarverslag is een wezenlijk ander verslag. De nadruk ligt in het maatschappelijk jaarverslag meer op het hoe dan op het wat. We willen EZ laten zien als een ministerie dat beleid op een bijzondere manier maakt. Bijzonder omdat we beter willen leren luisteren naar wat de samenleving vraagt. Bijzonder ook omdat we duurzaamheid als leidraad proberen in te weven bij alles wat we doen. Duurzame economische groei betekent dat we nu beslissingen nemen die toekomstige generaties in staat stellen ook op een verantwoorde en welvarende manier te leven. Dat vraagt om een continue proces van proberen, aanpassen en verbeteren in een voortdurend debat met de samenleving.
3
>
Licht herstel maar uitdagingen zijn nog steeds groot Nadat de economie in 2003 voor het eerst sinds lang kromp, toonde 2004 betere cijfers. Er werden meer goederen geëxporteerd; bedrijfsinvesteringen stegen enigszins en de economie groeide met 1,4 procent. Toch bleef de groei van de Nederlandse economie voor het vijfde jaar achter bij het Europese gemiddelde. Op de lange termijn zijn de resultaten te mager om de economie en dus de welvaart op peil te houden. EZ deelt met veel consumenten en bedrijven bezorgdheid om de toekomst. Meer groei nodig De rode draad van alle EZ-activiteiten is het bevorderen van duurzame economische groei. Consumenten moeten weer vertrouwen krijgen om aankopen te doen. Bedrijven moeten ruimte hebben om te kunnen investeren en internationaal zaken te doen. Matiging van de loonontwikkeling en versterking van kennis en innovatie zijn nodig om het bedrijfsleven concurrentiekracht te geven. Daardoor kan de economie er bovenop komen en de drager blijven van een maatschappij waar het voor ieder goed leven is.
In dit maatschappelijk jaarverslag willen we dat laten zien. En vooral ook hoe we ernaar streven om onszelf daarbij te verbeteren. Dit is de eerste keer dat we daarvan verslag doen en ongetwijfeld zal er het nodige aan dit proces en het verslag te verbeteren zijn. Dat horen we graag; we staan open voor alle, en dus ook kritische opmerkingen. Uw reactie is dan ook zeer welkom. We nodigen u bij deze uit om uw mening te geven over dit verslag en ons die per e-mail toe te sturen:
[email protected]. Een maatschappelijk jaarverslag is geen PR-instrument. Het is bedoeld om elkaar verder te helpen, door te vergelijken waar je ten opzichte van anderen staat en duidelijk te krijgen wat je van anderen kunt leren. Elkaar stimuleren om verder te gaan in je verbeterstreven naar meer openheid en betere aanspreekbaarheid. Wij hebben een eerste stap gezet met dit jaarverslag en zijn vastbesloten om onze prestaties bij het werken aan duurzame economische groei verder te verbeteren. Den Haag, juni 2005 Mr. L.J. Brinkhorst, Minister van Economische Zaken Mw. Ir. C.E.G. van Gennip MBA, Staatssecretaris van Economische Zaken
5
>
Wat zette de toon in 2004? Om economische groei te stimuleren, biedt EZ krachtige ondersteuning. In het bijzonder op het terrein van het (internationale) ondernemingsklimaat, gebiedsgerichte ontwikkeling, de industrie, innovatie, export, breedband en ICT. In 2004, het tweede jaar van het kabinet Balkenende II, leverde EZ hiervoor acht omvangrijke programma’s met veel actiepunten af. De uitwerking van enkele van deze acties is in dit jaarverslag terug te vinden. Successen EU-voorzitterschap Versterking van de Europese economie was een belangrijk onderwerp tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap in de tweede helft van 2004. Een van de doelen was het beter laten functioneren van de Raad voor Concurrentievermogen. De Raad werd onder Nederlands voorzitterschap daadwerkelijk eensgezinder. Er werd overeenstemming bereikt over de vereenvoudiging van vijftien Europese regels, waardoor administratieve lasten voor bedrijven afnemen. Ook werd een akkoord gesloten dat fusies tussen bedrijven uit verschillende lidstaten gemakkelijker en eenvoudiger maakt en werd een richtlijn vastgesteld die ervoor zorgt dat er minder kans is op stroomstoring en stroomuitval.
Leeswijzer In het maatschappelijk jaarverslag 2004 wil EZ laten zien hoe het ministerie in het verslagjaar zijn eigen invulling heeft gegeven aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid, die het deelt met bedrijven en andere organisaties.
•
Hoofdstuk 1 schetst de achtergrond voor het jaarverslag: wat is en doet het ministerie van Economische Zaken en waarom? Wat waren de belangrijkste beleidsprestaties in het verslagjaar? Met wie had het ministerie daarbij te maken?
•
Hoofdstuk 2 laat zien hoe EZ in 2004 aandacht heeft geschonken aan zijn omgeving, door zich meer open te stellen voor signalen van externe organisaties en door uiteenlopende belangen te wegen in het kader van duurzame groei. Hoe werken principes van duurzaamheid door in het beleid van EZ?
•
In hoofdstuk 3 staan de mensen centraal, die dit ministerie maken tot wat het is en hoe EZ zich inspant
•
Hoofdstuk 4 doet verslag van de manier waarop EZ probeert om de milieueffecten van zijn bedrijfsvoe-
•
Hoofdstuk 5 zet tenslotte de belangrijkste financiële gegevens van EZ op een rij.
om zijn mensen gezond, enthousiast en gemotiveerd te houden.
ring te verduurzamen.
De inhoud van hoofdstuk 3 en 4 vormde in voorgaande jaren twee aparte verslagen: het sociaal jaarverslag en het milieujaarverslag. Deze zijn nu in het maatschappelijk jaarverslag geïntegreerd. Voorheen verscheen ook nog een publieksjaarverslag. In plaats daarvan brengt EZ over 2004 een jaarbericht uit, waarin de belangrijkste wapenfeiten van dat jaar worden vermeld. Deze en enkele andere voorbeelden van geslaagd beleid zijn in de rode boxen als aparte onderdelen in dit maatschappelijk jaarverslag opgenomen.
7
1 De wereld van EZ
EZ staat voor duurzame economische groei. In Nederland en in Europa. Duurzame economische groei vereist dynamiek, concurrerend ondernemingsklimaat en vernieuwing. Duurzame economische groei vraagt om evenwichtig optreden van de overheid: een overheid die faciliteert, stimuleert, regels stelt, toezicht houdt en naleving afdwingt. Een sterke markt, maar ook een sterke overheid. Het bijdragen aan de condities waaronder de economie duurzaam kan groeien, ziet EZ als zijn missie in de wereld van vandaag. Deze boodschap draagt EZ uit op alle terreinen waarop het actief is. Dat zijn er veel, want economie raakt aan alles om ons heen. Van het licht dat we ’s morgens aandoen tot aan de beelden die we ’s avonds via onze breedbandverbinding op computer of tv ontvangen. Van onze bereidheid om langer of harder te werken tot aan het aantrekken van kenniswerkers voor specifiek werk in Nederland. Op al die terreinen zijn mensen dagelijks in de weer om dingen voor elkaar te krijgen, nieuwe producten in de markt te zetten, afspraken te maken, contracten te sluiten, kansen te benoemen en te benutten. Daarvoor hebben ze EZ niet nodig. Maar soms ontstaan in die wisselwerking conflicten, of leiden die afspraken tot ongewenste effecten voor de samenleving. En dan helpt het als EZ richting geeft, knopen doorhakt, regels formuleert of juist afschaft.
Hoe EZ in elkaar zit EZ bestaat uit een zogeheten kerndepartement met daarnaast een aantal meer of minder zelfstandige organisaties, zoals weergegeven in het organogram achterin dit verslag. Politiek zijn de minister en de staatssecretaris verantwoordelijk. Voor het beleid dat het kerndepartement maakt en voor de inhoud van het werk dat de uitvoerende diensten leveren. Dit verslag heeft in de eerste plaats betrekking op het kerndepartement, bestaande uit inhoudelijke directoraten-generaal en ondersteunende stafdiensten. Zij vormen het apparaat dat de minister en de staatssecretaris ondersteunt en zijn, samen met de agentschappen en zelfstandige bestuursorganen, tegelijk oog en oor richting de samenleving. De minister en de staatssecretaris hebben ieder hun eigen aandachtsgebied. De minister doet bijvoorbeeld energie, technologie, innovatie, telecommunicatie en marktwerking. De staatssecretaris gaat onder meer over handel en export, ondernemers en regels, economie en ruimte, consumenten en toerisme.
9
>
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen krijgt body Eind 2004 organiseerde EZ namens Nederland in Maastricht een internationale conferentie over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Al in 2000 onderkende de EU-Raad het belang van MVO voor een onderscheidende, Europese kenniseconomie. De deelnemers aan de conferentie waren afkomstig uit EU-landen, Afrika en Latijns Amerika. Hun enthousiaste bijdragen toonden de grote kracht van MVO voor people, planet en profit. Duurzaam kapitaal, duurzame innovaties Duurzame bedrijvigheid blijkt een troef te zijn voor het aantrekken van kapitaal. Investeerders hanteren meer en meer duurzaamheid als criterium voor hun beslissingen. Dat duurzaamheid bijna automatisch leidt tot vernieuwing en ontwikkeling, wordt duidelijk als bedrijven kritisch naar bijvoorbeeld - hun productieprocessen kijken. Een en ander kwam duidelijk naar voren in Maastricht. Het was bovendien voor het eerst dat zo’n uiteenlopende vertegenwoordiging van organisaties en bedrijven bijeenkwam voor het onderwerp MVO. Mede daardoor betekende de conferentie een flinke stap vooruit.
De andere onderdelen van EZ: Nederlandse Mededingingsautoriteit, SenterNovem, EVD, Dienst uitvoering en toezicht Energie, Centraal Planbureau, Octrooicentrum Nederland (in 2004 nog Bureau Industriële Eigendom), Staatstoezicht op de Mijnen, Agentschap Telecom, Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit en Centraal Bureau voor de Statistiek, staan op enige afstand. Het gaat hier om acht agentschappen en twee Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s). Hun taken lopen uiteen van beleidsuitvoering, toezicht en stimulering tot kennisontwikkeling en -overdracht. Zij verzorgen hun eigen verslaglegging over hun activiteiten en zijn daarom niet meegenomen in het maatschappelijke deel van dit verslag. De verslaglegging over personeelszaken en de bedrijfsvoering gebeurt wel voor het hele ministerie. Daarom zijn de gegevens van de diensten wel verwerkt in de hoofdstukken 3 en 5 van dit verslag. Het organogram bevat tevens de internetadressen van deze organisaties. Senter en Novem waren twee aparte diensten, die in 2004 zijn samengegaan tot SenterNovem. De focus van SenterNovem ligt op duurzame innovatie. SenterNovem bundelt kennis van innovatie, energie, klimaat en milieu en leefomgeving. Bedrijven, kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke organisaties kunnen bij dit agentschap terecht voor subsidie, kennisuitwisseling, voorlichting, procesbegeleiding of hulp bij het vinden van projectpartners. Het CBS kreeg in 2004 de status van Zelfstandig Bestuursorgaan. Taak van deze instelling is het verzamelen, bewerken en publiceren van statistieken ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap. Het CBS zorgt ook voor de juiste statische gegevens over Nederland in Europa.
Wat EZ in 2004 presteerde In 2004 groeide de wereldeconomie ondanks sterke schommelingen van de prijzen voor olie en gas. Die groei werd vooral veroorzaakt door betere economische prestaties van de Verenigde Staten en in iets mindere mate van de Aziatische economieën, met name China en India. De groei in Europa en in Nederland bleef daar bij achter. In vergelijking met 2003 was er in Nederland wel sprake van voorzichtig herstel, vooral door een aantrekkende export en toenemende bedrijfsinvesteringen. Maar we consumeerden toch maar een fractie meer dan in 2003. Het vertrouwen ontbrak nog om grotere uitgaven te doen. In 2004 nam de werkloosheid ook aanzienlijk toe.
11
>
Meer en productiever werken om collectieve lasten te dragen Door de vergrijzing verandert de verhouding tussen werkenden en niet-werkenden. De kosten voor collectieve voorzieningen nemen toe en een steeds kleinere beroepsbevolking moet die opbrengen. Op termijn zullen Nederlanders langer en meer moeten gaan werken om de stijgende lasten te dragen. Ook moet de productiviteit omhoog, bijvoorbeeld door slimmer te werken. Deze omslag is nodig om de internationale concurrentie het hoofd te bieden en de vergrijzing op te vangen. Roer moet om Deze boodschap van EZ is geen welkome voor wie sociale zekerheid als een recht zonder veel plichten beschouwt. Plannen zoals voor de inperking van vut en pre-pensioen zorgen voor onrust. Een kritische blik op maatschappelijke trends (vergrijzing, globalisering) zal echter velen overtuigen. Het roer moet om: welvaart is geen rustig bezit. EZ doet een beroep op burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties om hervormingen mogelijk te maken.
EZ constateerde al eerder dat de achterblijvende groei in Nederland wijst op enkele structurele tekortkomingen in ons land. EZ heeft een hervormingsagenda voor structureel herstel opgesteld ‘Kiezen voor groei’, bekend als de Groeibrief. Die agenda bevat drie speerpunten:
- Herstel van onze concurrentiepositie. Dat betekent: een beter vestigingsklimaat met lagere arbeidskosten en meer ruimte voor ondernemers.
- Beter benutten van onze kennis en kunde. Dus: investeren in kennis van de aankomende generaties, innovatie kansen geven, hoogwaardig onderzoek stimuleren en toepassen.
- Meer werken. Er moeten meer mensen aan de slag, we moeten meer uren gaan maken en een langere periode van ons leven deelnemen aan het werkproces.
De Groeibrief zal het komend jaar richting geven aan de inspanningen van het kabinet Balkenende II voor duurzaam economisch herstel in Nederland. Tussen eind 2003 en eind 2004 bracht EZ een aantal actieplannen uit om de condities te creëren voor een beter presterende Nederlandse economie. Deze plannen – waaronder de al genoemde Groeibrief – bevatten tal van acties en projecten, die de komende tijd aandacht zullen vragen en waar een belangrijk deel van het geld en de menskracht van EZ aan zal worden besteed.
13
>
Marktwerking scheidt masten en diensten bij Nozema Uitzending van radio, tv en andere signalen gebeurt in veel gevallen met de zendmasten van Nozema. Nozema zendt zelf ook uit via deze infrastructuur. Sinds Nozema tevens concurrerende leveranciers moet bedienen, liggen belangenconflicten op de loer. Daarom ontwikkelde EZ het plan om Nozema te splitsen in een dienstenbedrijf en een mastenbedrijf. In 2004 voerde EZ overleg met Nozema. Op de eerste dag van het nieuwe jaar waren het dienstenbedrijf Nozema Services en het mastenbedrijf Nederlandse Opstelpunten voor Ethercommunicatie (NOVEC) een feit. Infra publiek, diensten privaat In de nieuwe situatie valt het mastenbedrijf NOVEC volledig onder de overheidszorg; de infrastructuur blijft dus publiek. Op transparante wijze en zonder onderscheid te maken, stelt NOVEC mastruimte beschikbaar aan (omroep)organisaties die uiteenlopende signalen willen uitzenden. Het dienstenbedrijf Nozema Services daarentegen wordt verzelfstandigd. De overheid verkoopt haar aandeel van 59%. Twee nieuwe levensvatbare bedrijven voor de ethercommunicatie zijn het resultaat van deze EZ-operatie.
datum
titel
onderwerp
Oktober 2003
In actie voor innovatie
Uitwerking beleidsstrategie voor innovatie, op basis van Lissabon-ambitie
December 2003
In actie voor ondernemers
Drie-in-één actieplan om ondernemers te steunen bij start, groei en beëindiging of overdracht van hun bedrijf
Februari 2004
Beter presteren met ICT
Rijksbrede ICT-agenda (in samenwerking met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap)
April 2004
De Breedbandnota
Ambitie en beleidslijnen op gebied van breedband
Juni 2004
Kiezen voor groei
Ook bekend als de Groeibrief. Hervormingsagenda als uitwerking van het Hoofdlijnenakkoord (in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)
Juli 2004
Pieken in de Delta
Economische agenda voor zes kansrijke gebieden in Nederland
Oktober 2004
Industriebrief - Hart voor de industrie
Visie van kabinet op belang van de industrie voor Nederland
November 2004
Actieplan Internationaal Ondernemen
Voorstellen voor ondersteuning bij internationaal ondernemen
Dit overzicht geeft niet het hele werkveld van EZ weer. Los van deze nota’s heeft EZ ook een aantal aansprekende prestaties geboekt in 2004. Een selectie van deze ‘wapenfeiten’ vindt u in de rode boxen, verspreid door dit verslag. Als u wilt weten waar EZ zich in 2004 nog meer mee bezig heeft gehouden, zoals de plannen voor splitsing van de regionale energiebedrijven, de Regieraad Bouw en andere, reguliere activiteiten, neemt u dan een kijkje op www.ez.nl. In de 2e helft van 2004 was Nederland voorzitter van de Europese Unie. EZ gebruikte die gelegenheid om de werkwijze van Europese instituties op enkele voor Nederland belangrijke punten aan te pakken. Minister Brinkhorst heeft zich ingezet om de functie van de Raad voor Concurrentievermogen te verbeteren. Als voorzitter stelde hij een daadkrachtige agenda op. En dankzij een gedegen voorbereiding kreeg deze Raad een beter positie in de voorbereiding van de Europese besluitvorming. Iets vergelijkbaars gebeurde bij de Telecom- en Energieraad.
15
EZ in het maatschappelijk krachtenveld EZ ontwikkelt zijn beleid – zoals iedere overheidsorganisatie –in een complex en druk bezet krachtenveld. Bij elk onderwerp krijgt EZ te maken met organisaties die hun belangen en wensen inbrengen. Deze stakeholders beïnvloeden het beleid van EZ in hun rol als beslisser, als medebestuurder, als klant, als consument of producent, als belangenbehartiger, als ondernemer of als kritische waarnemer. Of ze proberen te voorkomen dat iets gebeurt dat hen niet bevalt. Steeds vaker heeft EZ te maken met organisaties buiten Nederland. Dat ligt voor de hand als het gaat om Europese samenwerking. De toenemende globalisering brengt EZ echter ook wereldwijd in contact met meer en meer gouvernementele en non-gouvernementele organisaties (NGO’s), zoals in het kader van de Word Trade Organization (WTO). De WTO ziet toe op eerlijke handel tussen verschillende landen. De spelregels van de WTO helpen Nederlandse bedrijven bij hun activiteiten met of in andere landen. EZ stemt met het bedrijfsleven en met non-gouvernementele organisaties de Nederlandse inbreng af, op tal van onderwerpen, zoals handel met ontwikkelingslanden, subsidies en dumping, toetreding en mededinging. In 2004 werd EZ steeds meer uitgedaagd door de ambities van het programma Andere Overheid, om op een vernieuwende manier om te gaan met de belangen en wensen van zijn omgeving. Maar daarover meer in het volgende hoofdstuk.
16
17
2 EZ kijkt om zich heen
EZ ziet maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) als pijler onder zijn streven naar duurzame economische groei. De essentie van MVO is de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor onze planeet: opgaven als klimaatverandering of armoedebestrijding kunnen we alleen met elkaar aanpakken. Bij MVO raken private en publieke sector elkaar op een nieuwe manier. Bij het bedrijfsleven resulteert MVO in meer aandacht voor ‘people’ en ‘planet’, naast de meer gebruikelijke voor ‘profit’. Voor EZ ligt de uitdaging vooral in het concreet maken van duurzaamheid en meer openheid en aanspreekbaarheid voor zijn stakeholders. Daarom stimuleert EZ MVO en heeft EZ in 2004 duurzaamheid en de zorgvuldige omgang met zijn omgeving een nieuwe en verder reikende betekenis voor zijn dagelijks werk gegeven.
EZ omhelst MVO EZ ontwikkelt beleid om MVO tussen de oren en in het hart van ondernemend Nederland te krijgen. Ondernemerschap is gebaseerd op daadkracht, durf, creativiteit. Eigenschappen die broodnodig zijn om onze grote maatschappelijke problemen aan te pakken. Die krachten daarvoor helpen vrijmaken, is wat EZ motiveert om MVO te omhelzen. Een eerste stap daarbij is bedrijven minder vermoeien met onnodige regels en administratieve lasten. Wat ook helpt is om kennis over goed maatschappelijk ondernemerschap te verzamelen en te verspreiden, zoals via het in 2004 opgerichte Kenniscentrum: ‘MVO Nederland’. Verder is er een universitair onderzoeksprogramma MVO in het leven geroepen en een Transparantiebenchmark opgericht waar bedrijven en andere organisaties hun eigen prestaties op gebied van verslaglegging over MVO met die van anderen kunnen vergelijken. Ook zorgt EZ er voor dat er op internationaal niveau afspraken over MVO worden gemaakt, bijvoorbeeld in de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). En dat er een dialoog gevoerd wordt over gevoelige onderwerpen bij het internationaal zaken doen, zoals ondernemen in conflictgebieden en het tegengaan van kinderarbeid. Daarnaast koppelt EZ MVO-principes aan de ondersteuning van bedrijven bij internationaal ondernemen, zoals tijdens handelsmissies en bij het beoordelen van aanvragen voor exportkredieten. In 2004 organiseerde EZ een internationale conferentie over MVO, als onderdeel van het voorzitterschap van de Europese Unie in de 2e helft van dat jaar. Daar concludeerde men dat MVO ook een rol kan spelen
19
als het gaat om het verbeteren van de concurrentiepositie en -kracht van Europa. Men was het erover eens dat de overheid grote maatschappelijke uitdagingen van nu - zoals veiligheid, duurzame energievoorziening, of integratie van minderheden - succesvoller kan aanpakken door initiatieven vanuit het bedrijfsleven op te pakken en door te ontwikkelen. Daarvoor moet de overheid en dus ook EZ meer open staan voor de signalen uit haar omgeving.
Maatschappelijke signalen tellen In 2004 heeft EZ de nieuwe benadering van de omgeving op tal van manieren bij medewerkers onder de aandacht gebracht, hen uitgenodigd om zich hierin te verdiepen en hen gevraagd om het anders omgaan met de omgeving in hun dagelijks werk op te nemen. Om die inspanningen op waarde te kunnen schatten, wordt aan de hand van enkele voorbeelden de vernieuwende inzet vanuit de organisatie in 2004 geschetst.
Bedrijfsstages
EZ biedt zijn medewerkers de mogelijkheid van een bedrijfsstage. Die bevorderen het inzicht in de dagelijkse praktijk van het bedrijfsleven. Zo’n stage kan verschillende vormen aannemen en korter of langer duren – van enkele eendaagse bezoeken tot verscheidene weken. Wisselwerking staat voorop; dus niet alleen leert de medewerker van EZ iets over het bedrijf, maar ook krijgt het bedrijf beter zicht op hoe EZ werkt.
Externe oriëntatie
20
In 2004 startte EZ met de uitrol van het programma ‘externe oriëntatie’. Dit programma helpt individuele medewerkers van EZ om hun blik op de omgeving te verruimen. Bij ieder dossier is het nu een vereiste om bewust af te wegen hoe er met de omgeving wordt omgegaan. EZ’ers leren in een workshop de tools hiervoor te hanteren: netwerken in kaart te brengen en hun belang voor beleid en uitvoering vast te stellen; kansen en valkuilen te onderscheiden, en te gebruiken dan wel te vermijden. Verder is een methode voor netwerkanalyse ontwikkeld en via intranet ter beschikking gesteld.
Europa = Binnenland
Onder de noemer Europa = Binnenland investeerde EZ in 2004 in kennis en houding van zijn medewerkers ten opzichte van ‘Europa’. De ambitie is om
van EZ het meest Europa minded ministerie te maken. Voor de Nederlandse samenleving wordt Europa van buitenland immers steeds meer binnenland. Beleid komt steeds vaker in samenwerking met de Europese partners tot stand.. Met workshops, lezingen en handleidingen is de afstand Brussel – Nederland teruggebracht tot directe contacten met de juiste mensen in Brussel en de hoofdsteden in Europa. Dat zijn dan vooral de contactpersonen van EZ, mensen bij de Europese Commissie, Europarlementariërs en belangenbehartigers.
Industriebrief
De Industriebrief ‘Hart voor de industrie’- een van de acht grote actieplannen van EZ - is tot stand gekomen op basis van een uitgebreide consultatie en gedachtewisseling met circa 300 bedrijven en 40 koepel- en brancheorganisaties. De zeven knelpunten die in de Industriebrief worden genoemd, zijn daarvan het resultaat. Die worden daarom ook door de industrie herkend. Aanpak van die knelpunten is wat hen betreft prioriteit nummer één, zodat de bedrijven beter kunnen inspelen op veranderende omstandigheden en nieuwe kansen benutten. EZ heeft het eerste knelpunt, de toenemende druk van wet- en regelgeving, onder andere opgepakt in het project Strijdige Regels. Na opening van een Meldpunt Strijdige Regels werden 800 knelpunten gemeld. Deze werden in 2004 geanalyseerd en bijna allemaal opgelost.
Innovatieplatform
EZ treedt in het Innovatieplatform op als partner van andere overheden en brengt zijn kennis van de economie en zijn netwerk in. Dit platform onder leiding van minister-president Balkenende wil innovatie steviger verankeren in de Nederlandse samenleving. Het bestaat uit 18 personen die in de eerste plaats vanwege hun betrokkenheid en hun creativiteit zijn uitgenodigd. EZ doet suggesties voor de agenda van het platform, en bracht in 2004 bijvoorbeeld het onderwerp duurzame energie in. EZ hielp om innovatievouchers – financiële steun bij de overdracht van kennis naar het bedrijfsleven – snel op de juiste plaats in het midden- en kleinbedrijf (MKB) te krijgen en spande zich in om de toelating van kenniswerkers te versnellen.
21
>
Steun bij buitenlandse investeringen met hoog risico werkt Nederlandse ondernemers begeven zich van oudsher op buitenlandse markten. Ook nieuwe markten in ontwikkelingslanden trekken investeerders. Bij geslaagde investeringen snijdt het mes aan twee kanten. De ondernemer ontdekt handelsmogelijkheden; het ontwikkelingsland krijgt meer werkgelegenheid en haalt kennis en technologie binnen. Maar de risico’s zijn vaak hoog. EZ-agentschap EVD voert daarom in opdracht van Ontwikkelingssamenwerking het Programma Samenwerking Opkomende Markten (PSOM) uit. Groei projecten en landen Het PSOM is in 2004 flink uitgebreid: van twaalf naar vierentwintig landen in Afrika, Azië en Latijns Amerika. De EVD sloot 68 contracten af voor zeer risicovolle proefinvesteringen, die zonder het programma niet tot stand waren gekomen. Van de tot nu toe afgesloten projecten was 60% succesvol, met positieve resultaten voor de lokale economie. Mislukkende projecten zijn in veel gevallen tussentijds stopgezet waardoor het verlies beperkt bleef. Mede daardoor is 90% van de PSOM-subsidiëring goed besteed.
Veilig ondernemen
Criminaliteit raakt ondernemers in het hart. Tussen onveiligheid voor het bedrijfsleven en voor de maatschappij bestaat een duidelijke wisselwerking: waar bedrijven zich terugtrekken vanwege de criminaliteit, haken uiteindelijk burgers ook af. En omgekeerd, waar klanten zich onveilig voelen, kunnen ondernemers hun zaken sluiten. EZ onderkende dit probleem en zette het op de agenda. In gesprekken met de ondernemers zelf en met hun vertegenwoordigers is een aanpak afgesproken, inclusief de verdeling van de verantwoordelijkheden over de betrokken partijen. In 2004 kwam zo het Actieplan Veilig Ondernemen tot stand.
Veilig internet
Internet is anno 2004 een vertrouwd verschijnsel, maar helaas niet altijd betrouwbaar en veilig. Met steeds meer gebruikers worden we steeds afhankelijker van Internet en dus kwetsbaarder bij bedreigingen. In Nederland, en in Europa neemt de bezorgdheid over deze kwetsbaarheid toe. EZ wil de weerbaarheid van zowel de zakelijke als de particuliere internetgebruiker vergroten, bijdragen aan een betere privacy en misbruik van Internet en ICT voorkomen. In 2004 lanceerde EZ onder meer het programma Kwetsbaarheid op Internet (KWINT). Ook liet EZ de campagne Surf op Safe ontwikkelen. Als tijdelijk voorzitter van de EU steunde EZ van harte de strijd tegen spam, ongewenste e-mails. En EZ overlegt regelmatig met de Internet Service Providers over maatregelen voor een veiliger Internet.
Duurzame ontwikkeling als leidraad EZ wil het streven naar duurzaamheid uit zijn missie handen en voeten geven. Duurzame ontwikkeling staat voor het wegen van de gevolgen van ons handelen voor toekomstige generaties. Maar hoe kan een EZ-medewerker zo’n abstract uitgangspunt vertalen naar zijn dagelijkse werk? Ook hier geven enkele instrumenten en voorbeelden een indruk van hoe EZ aan duurzame ontwikkeling werkt. Duurzaamheidsladder
EZ ontwikkelde de duurzaamheidsladder, een stappenplan waarmee de afweging tussen de belangen van verschillende partijen zichtbaar wordt. Het stappenplan dient tegelijk als dossier voor de verzamelde kennis. En het stelt de EZ-medewerker in staat om verantwoording af te leggen over zijn keuzes.
23
In 2004 deed EZ ervaring op met het werken volgens de duurzaamheidsladder. In september 2004 concludeerde EZ dat het met deze wijze van werken op het goede spoor zit. De opdracht is nu om een dubbelslag te maken: intern om te zorgen dat alle medewerkers van EZ de methodiek kennen en beheersen en extern om te laten zien dat de toepassing ervan tot duurzame resultaten leidt. Hiervoor heeft EZ een actieprogramma opgezet.
Akkoord Waddenzee
Al jaren stonden partijen lijnrecht tegenover elkaar als het ging om de toekomst van de Waddenzee. Onder meer het winnen van de aardgasvoorraden onder de Waddenzee, hield voor- en tegenstanders in een houdgreep. EZ zocht naar een manier om uit de impasse te komen. In april 2004 kwam op initiatief van het ministerie het advies ‘Ruimte voor de Wadden’ tot stand. Dit voorstel was gebaseerd op een zorgvuldige analyse en afweging van de opvattingen van de meest betrokken stakeholders over natuur, kokkelvisserij en gasboringen. In essentie kwam dit voorstel neer op het toelaten van gaswinning, maar onder zeer goed bewaakte omstandigheden: ‘gaswinning met de hand aan de kraan’. Dit in combinatie met een investeringspakket van 500 miljoen euro voor het gebied en het afbouwen van de kokkelvisserij op termijn.
Prijswaardige aanpak
24
Deze manier van werken kreeg veel bijval vanuit de eigen organisatie en werd gekozen tot de ‘meest duurzame beleidsontwikkeling van 2004’. Doorslaggevend voor het uitreiken van deze prijs was de zorgvuldige en vooral ook voor anderen inzichtelijke afweging tussen verschillende belangen: economie, ecologie en sociaal. Daarvoor moeten de belangen uitputtend en vroegtijdig in beeld worden gebracht. Dat gebeurde in het geval van de Waddenzee door een externe adviesgroep. Juist omdat hun advies kon verwijzen naar de manier waarop met de verschillende belangen was omgegaan, slaagde het erin het vertrouwen te winnen van de vele betrokken partijen. Men kon precies nagaan hoe gaswinning, verbetering van natuurwaarden en van de biodiversiteit hand in hand kunnen gaan.
Innovatiesubsidies
Het toekennen van subsidies voor innovatie in samenwerkingsprojecten vindt plaats op basis van een beoordeling van de effecten op economie, ecologie en samenleving. Deze subsidies zijn bedoeld om de samenwerking te bevorderen tussen bedrijven en kennisinstellingen rond innovatie. De ingediende projecten worden door een onafhankelijke adviescommissie beoordeeld op hun bijdrage aan duurzaamheid. Naarmate projecten hoger scoren op evenwichtigheid, is de kans ook groter dat ze worden beloond.
Voorbeeld Mastervolt
Eén van de projecten die met innovatiesubsidie tot stand kwamen, betrof onderzoek naar decentrale energieopwekking, Mastervolt. Idee daarbij is dat in de toekomst energie ook in omgekeerde richting moet kunnen stromen: van huishoudens naar een netwerk. Huishoudens die zelf energie opwekken met alternatieve energiebronnen, leveren de overtollige elektriciteit aan andere huishoudens. Hiervoor zijn zogeheten converters nodig. De bestaande zijn zwaar en onhandig en de uitdaging is om hiervoor slimme oplossingen te vinden. Als dat lukt, kan in de toekomst opwekking en consumptie van milieuvriendelijke energie veel beter in balans worden gebracht.
Transitieaanpak
In 2004 kwamen de eerste resultaten beschikbaar van de samenwerking in door EZ begeleidde transitieteams. Met deze ‘publiek-private’ teams werd in de afgelopen jaren geëxperimenteerd, op verschillende duurzaamheidthema’s en in verschillende regio’s, zoals de Rijnmond en in Energyvalley (publiek-privaat initiatief in de Provincie Groningen op het gebied van energie-innovatie). De transitieteams hebben als taak om vernieuwende ideeën te bedenken voor de overgang naar duurzamere vormen van energieopwekking, zoals uit biomassa. Dat gebeurt in een open proces, zonder dat de overheid voorschrijft wat er uit moet komen. Deze manier van werken leverde veel enthousiasme op en maakte creativiteit los om eigen belangen en ambities te combineren met het maatschappelijk doel van meer duurzame energie. Ook levert het concrete innovatieve investeringsprojecten op.
25
>
Nederland draagt bij aan vlottrekken WTO-onderhandelingen Na de mislukte WTO-conferentie (Cancún, 2003), waren de verwachtingen gespannen. Alle deelnemers, van rijk en geïndustrialiseerd tot arm en ontwikkelingsland, hadden baat bij overeenstemming over een (tussen)resultaat. Het was een mijlpaal toen in de zomer van 2004 in Genève consensus ontstond over een raamwerk van vier thema’s, met ruime aandacht voor ontwikkelingslanden. De volgende WTO-conferentie (Hong Kong, 2005) heeft nu een stevig fundament. Eensgezind Europa Bijzonder aan Genève was de actieve en welwillende houding van alle partijen. In de aanloop tot de conferentie, belegde de Nederlandse minister van EZ – als EU-voorzitter – een aantal bijeenkomsten met collega-ministers om Europa op één lijn te krijgen. Mede dankzij de goede samenwerking met EU-commissarissen Lamy en Fischler, slaagde hij daarin. Het eensgezinde optreden van de EU heeft sterk bijgedragen aan het WTO-akkoord. Het vertrouwen is hersteld en de ambities geven mogelijkheden voor economische groei in Nederland, de EU en de rest van de wereld.
Sensoren voor beleid Ter ondersteuning van zijn streven naar duurzame ontwikkeling en betere omgang met de beleidsomgeving, probeert EZ voortdurend voeling te houden met de vragen die in de samenleving spelen. Onderzoeksgegevens spelen daar een belangrijke rol bij. EZ beschikt via het CPB over onderzoek van hoog niveau, zo is onlangs nog gebleken bij een evaluatie. Er valt echter nog veel meer rendement te halen uit de resultaten van onderzoeken en uit de kennis waarover EZ via zijn netwerken kan beschikken.
Etnisch ondernemen
Bij de ‘nieuwe’ Nederlanders – mensen die oorspronkelijk afkomstig zijn uit landen buiten Europa – ligt het percentage mensen dat kiest voor een bestaan als ondernemer op 2%. Waarbij ook nog eens vrouwelijke ondernemers van Marokkaanse of Turkse achtergrond met een lampje te zoeken zijn. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van EZ, de monitor Etnisch Ondernemerschap 2004. In het stimuleren van ondernemerschap onder de ‘nieuwe’ Nederlanders ligt een dubbele uitdaging. De economie – en vooral de lokale economie in grote steden – wordt erdoor versterkt. En voor hen zelf kan ondernemerschap bijdragen aan hun integratie en emancipatie. Daarom wil EZ zich sterk maken voor etnisch ondernemerschap, met name onder vrouwen. In 2004 stelde staatssecretaris van Gennip een adviesraad samen voor Nieuw Ondernemerschap. Deze kwam in december 2004 voor de eerste keer bijeen. Deelnemers aan de raad – die per zitting wordt samengesteld – praten over belemmeringen voor het ondernemerschap die ‘nieuwe Nederlanders’ ondervinden. En over de mogelijke oplossingen. Het instellen van deze raad is een van de acties uit het Actieplan Nieuw Ondernemerschap, dat is opgesteld samen met andere overheden en het bedrijfsleven om het ondernemerschap onder deze groepen te bevorderen.
Het Buitenhuis
Het Buitenhuis is een plek waar naar innovatieve en creatieve oplossingen wordt gezocht voor alles wat met werk te maken heeft. Zo’n Future Center is door EZ samen met de ministeries van BZK, Financiën en VROM opgezet. In deze werkplaats zoeken beleidsmedewerkers naar kwaliteitsverbeteringen voor de
27
>
Aanpak tegenstrijdige regels haalt ondernemer uit spagaat Een werkvloer kan niet tegelijkertijd optimaal hygiënisch (glad) en veilig (voorzien van ribbels) zijn. Doordat verschillende instanties dit wel van bepaalde groepen ondernemers verlangen, zitten die ondernemers in een spagaat. Onwenselijk, vonden ook EZ en MKB-Nederland. Bij het Meldpunt Tegenstrijdige Regelgeving van EZ kwamen in 2003 ruim achthonderd van dit soort problemen binnen. Bijna alle strijdigheden werden succesvol aangepakt. Eenduidiger en eenvoudiger De meeste problemen hadden te maken met tegenstrijdige toepassing en interpretatie van regels door verschillende instanties. EZ stelde in 2004 negen werkgroepen samen uit direct betrokkenen – gemeente, ondernemers, rijksinspecties – om oplossingen te onderzoeken. Bijvoorbeeld de Arnhemse werkgroep horeca. Die kwam met oplossingen voor problemen als wel of geen blusdeken in de keuken. Een aanbeveling om nieuwe problemen te voorkomen luidde: meer afstemming tussen overheden onderling en tussen overheid en ondernemers. Horeca-vergunningen in Arnhem zijn in de toekomst eenduidiger en aanzienlijk eenvoudiger na te leven. De gevonden oplossingen worden landelijk uitgerold.
wijze waarop overheidsbeleid tot stand komt. Zij krijgen hierbij professionele ondersteuning en begeleiding.
Attachés
EZ heeft in de Verenigde Staten, Japan, Singapore, België (EU), het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en Italië zogeheten Technisch Wetenschappelijk Attachés (TWA’s) gestationeerd. Deze medewerkers verzamelen informatie over technologie en technologiebeleid voor Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen, universiteiten en de overheid. Daarmee kunnen ze Nederlandse bedrijven en instellingen informeren over voor hen relevante technologische ontwikkelingen in de betreffende landen. Op verzoek kunnen ze ook helpen bij het leggen van internationale contacten. Ook heeft EZ economische steunpunten in het buitenland.
Overleg milieu-economie
EZ vindt het onderhouden van de contacten met organisaties die kritisch staan tegenover ongebreidelde economische groei belangrijk. Duurzame economische groei is een belangrijk streven van EZ, maar niet ongebreideld, ten koste van alles. Bijvoorbeeld in het Regulier Overleg Milieu en Economie (het zogeheten ROME-overleg) komen tal van onderwerpen aan bod, wordt van gedachten gewisseld en contact met elkaar gehouden. Momenteel evalueren EZ en de natuur- en milieuorganisaties dit overleg, vooral vanuit de behoefte om het meer strategisch in te kunnen zetten, en om eerder in het beleidsproces met elkaar in gesprek te raken.
29
3 De mensen van EZ
EZ wil een goede werkgever zijn. Gezonde, enthousiaste en goed gemotiveerde werknemers zijn nodig om zijn missie waar te kunnen maken. Daarom investeert EZ in zijn mensen, ondersteunt EZ hen bij het ontwikkelen van hun talenten, zorgt het voor goede arbeidsomstandigheden, met professie en privé in balans. Dat geldt voor het kerndepartement en voor de diensten - op alle 3.697 mensen die hier eind 2004 werkten, heeft dit hoofdstuk betrekking.
Onderdeel Kerndepartement
Aantal werknemers
Gemiddelde leeftijd
Gemiddelde loonkosten
1.592
41,8
61.703
SenterNovem
925
40,9
61.992
Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)
354
36,6
57.166
Agentschap Telecom
318
44,5
52.458
Centraal Planbureau (CPB)
176
43,4
66.337
Economische Voorlichtingsdienst (EVD)
154
44,4
58.401
Bureau voor de Industriële Eigendom (Bureau I.E.)
134
43,5
55.177
44
46,3
65.697
3.697
41,7
59.914
Staatstoezicht op de Mijnen
31 2004 was een jaar van ingrijpende veranderingen voor de mensen van EZ. Veel onderdelen van het ministerie hebben ondervonden wat het betekent wanneer de overheid kleiner en tegelijk slagvaardiger wil worden. Wanneer van hen meer kwaliteit wordt gevraagd, met minder mensen. Die omslag heeft de medewerkers en hun vertegenwoordigers in de ondernemingsraad de nodige inspanningen gekost en veel van hun incasseringsvermogen gevraagd. Mede dankzij een adequaat sociaal plan heeft EZ de fase van reorganiseren tot nu toe goed doorstaan. Onderdeel van het sociaal plan was de instelling van Emporion, een intern mobiliteitsadviesbureau dat bemiddelde bij herplaatsing. Ook maakte een aantal oudere EZ’ers gebruik van een regeling voor vervroegd uittreden voor rijksambtenaren. Mede daardoor nam het aantal oudere werknemers af.
Enthousiaste medewerkers EZ wil enthousiaste medewerkers, dat wil zeggen: medewerkers die hun bekwaamheden in hun werk kwijt kunnen en die hun talenten verder willen ontwikkelen. EZ biedt hen de mogelijkheden om zowel persoonlijk als professioneel te leren en te groeien. Van die mogelijkheden wordt volop gebruik gemaakt.
- 245 medewerkers wonnen op eigen initiatief een individueel loopbaanadvies in bij Emplaza – het loop-
baanadviescentrum van EZ dat de EZ-medewerkers helpt om zelf keuzes te maken voor het vergroten van hun inzetbaarheid binnen en buiten EZ: hun employability.
- 178 mensen kozen voor de training externe oriëntatie, om daarmee de effectiviteit van het beleidswerk te vergroten - 77 volgden een basistraining projectmatig werken en 81 bekwaamden zich (verder) als projectleider.
- 67 mensen werkten in 2004 gericht aan hun loopbaan als lijnmanager, expert of projectleider, of verbeterden hun leiderschapskwaliteiten in een managementleergang. Ook dit werd ondersteund door Emplaza.
- 60 nieuwe medewerkers volgden in 2004 de EZ-intro, een opleidingsprogramma gericht op een ‘duur-
zame verbintenis’, dat uit een aantal over het jaar verspreide modules bestaat. En waarin op een speelse en interactieve wijze kennis wordt gemaakt met EZ en zijn wereld en gewerkt wordt aan persoonlijke
32
effectiviteit tot en met een bezoek aan de Tweede Kamer of aan Brussel.
- 37 stagiairs kregen in 2004 gelegenheid om een deel van hun studie bij EZ uit te voeren en zo kennis te maken met EZ.
In 2004 kregen 281 mensen een andere baan binnen EZ, namen 163 mensen afscheid van het ministerie en stroomden 152 nieuwe mensen in. Aan het einde van het hoofdstuk is een tabel opgenomen met de ontwikkeling van de in-, door-, en uitstroom tussen 2001 en 2004. Daaruit blijkt dat sinds 2001 de instroom afnam van 11,7% tot 4% in 2004. Die vermindering hangt samen met een terughoudend vacaturebeleid waarbij vacatures zoveel mogelijk intern worden opgevuld. Daarentegen is de uitstroom tussen 2001 en
2004 nauwelijks veranderd en ligt rond de 6%. De doorstroom varieerde in deze periode tussen 6% en 9%. Overigens wordt het steeds minder belangrijk geacht bij welk onderdeel een werknemer officieel werkt. EZ wil medewerkers juist meer flexibiliteit en variatie bieden bij hun werk. In plaats van strakke functieomschrijvingen per individuele medewerker, werkt EZ met functiestramienen, die voor groepen functies de bijpassende activiteiten aangeven. Binnen zo’n stramien heeft een medewerker meer mogelijkheden en kan EZ gemakkelijker mensen inzetten daar waar op dat moment de behoefte het grootst is. Verder kunnen EZ-medewerkers stages lopen of op interim-basis een tijdje elders binnen de organisatie aan het werk. Nieuw in 2004 was de introductie van een klussenmarkt: een aanbod van ruim 30 klussen waarvoor EZmedewerkers zich konden inschrijven. Een klus is een concrete projectopdracht over EZ-beleid of de EZorganisatie. Ook hier is het doel om EZ-medewerkers hun blik te laten verbreden en kennis te laten maken met andere onderdelen van het werkterrein van EZ. Hoewel de wettelijke verplichting daartoe niet meer bestaat, houdt EZ nog steeds het aandeel van allochtone werknemers bij en geeft het door aan BZK. Het aandeel lag in 2004 op 7% en dat is hoger dan de 5% in 2003. Dat wijst op een toename, maar hierbij moet worden aangetekend dat in 2003 de gegevens van het CBS wel meetelden en in 2004 niet meer, aangezien het CBS in 2004 een Zelfstandig Bestuursorgaan werd. .
Gezonde medewerkers EZ besteedt veel aandacht aan het gezond houden van zijn medewerkers. Dat kan beter wanneer organisatie en medewerker zich beide naar vermogen inzetten. De werkomgeving moet in ieder geval voldoen aan Arbo-eisen en de medewerker moet letten op zijn gebruik ervan en ook zelf regelmatig in beweging komen. EZ wil het ziekteverzuimpercentage verder naar beneden brengen. Gemiddeld ligt het nu op 4,7% maar bij enkele onderdelen is sprake van een stijging of van een veel hoger percentage (zie de tabel achterin dit hoofdstuk). Het beleid is verder aangescherpt waarbij het accent meer ligt op preventie:
- Per 1 januari 2004 heeft EZ een nieuwe Arbodienst in de arm genomen, namelijk Arbo Unie, om met hen te werken aan een Arbo-zorgsysteem dat de medewerkers en de organisatie in beweging brengt voor een gezonde werkplek.
33
>
Telecommunicatiewet verbetert bescherming consument
Zie ook: > De nieuwe Telecommunicatiewet, uw rechten als consument > De nieuwe Telecommunicatiewet, beknopte uitleg voor bedrijven > www.opta.nl > www.overheid.nl
De gebruiker van elektronische communicatie was onvoldoende beschermd. Tegen ongewenste reclame in de mailbox of kosten door illegaal geïnstalleerde autodialers viel weinig uit te richten. De nieuwe Telecommunicatiewet die EZ opstelde, regelt sinds 19 mei 2004 de rechten en plichten van consumenten en aanbieders. Vooral de consumentenbescherming is verbeterd. No more spamming & slamming Ongewenste reclame versturen (spamming) is nu verboden; de eerste boetes zijn al uitgedeeld. Aanbieders mogen ook niet stiekem software installeren. Omzetting naar een andere telefoonaanbieder zonder expliciete toestemming van de consument (slamming), is eveneens verboden. Als consumenten klachten hebben waar ze met de aanbieder niet uitkomen, kunnen ze in veel gevallen een beroep doen op onafhankelijke geschillencommissies. Aanbieders die onderling geschillen hebben, kunnen bij de OPTA terecht - de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Deze EZ-toezichthouder treedt ook op tegen dominante marktpartijen.
- Arbo Unie heeft in de loop van 2004 Risico-inventarisaties en Evaluaties uitgevoerd, eerst binnen het kerndepartement en later bij de diensten. Dat is het begin van een proces waarin de veiligheid en ge-
zondheid op de werkplek centraal staan. Dat proces wordt in 2005 voortgezet. Werkdrukmeting maakt deel uit van de evaluatie.
- EZ werkt aan preventie door middel van fitnessprogramma’s, gericht op mensen met lichte RSI-klachten
of door trainingen en workshops. Hoe richt ik mijn werkplek in? Wat kan ik doen aan pesten op het werk? Hoe kom ik beter in balans? Hoe word ik slimmer fit? Verder steunt EZ de activiteiten van de stichting SERVEZ op sportief gebied, zoals de bedrijfsfitness, waar 350 – 400 mensen maandelijks werken aan hun gezondheid.
Gemotiveerde medewerkers Met goede arbeidsvoorwaarden wil EZ zijn medewerkers gemotiveerd houden. Extra mogelijkheden daartoe zijn er wanneer de medewerker ervaart dat werk en privé goed in balans zijn. Vanuit dat perspectief werkt EZ aan verbeteringen:
- Per jaar heeft de EZ-medewerker driemaal een gesprek met zijn leidinggevende over zijn functioneren:
aan het begin van het jaar over het eigen werk en de persoonlijke ontwikkeling; halverwege het jaar over hoe het gaat en aan het eind van het jaar de beoordeling of de afgesproken resultaten zijn bereikt.
- EZ wil bijzondere prestaties bewust belonen. De uitdaging daarbij is om binnen het beschikbare budget een gelijke toepassing binnen de hele organisatie te realiseren. In 2004 zijn nieuwe richtlijnen ontwik-
keld voor ‘bewust belonen’. Die richtlijnen gaan ervan uit dat een uitzonderlijke prestatie in een bepaald jaar leidt tot een incidentele beloning voor datzelfde jaar. Er moet kritisch worden gekeken naar wat als uitzonderlijke prestatie geldt en welke beloning daarbij past, zeker als die – in tegenstelling tot het uitgangspunt – doorwerkt in latere jaren.
- Werken in deeltijd is bij EZ ingeburgerd. In 2004 deed 34% van de werknemers dat al. Ruim twee maal zoveel vrouwen als mannen maakt er gebruik van. EZ heeft daarnaast verschillende verlofregelingen,
35
wanneer mensen voor zorg of calamiteiten tijdelijk meer aandacht aan hun privé-omstandigheden willen besteden.
- In 2004 maakten 817 kinderen gebruik van de kinderopvang. Dat kostte EZ € 2.217.535,-. In 2005 is de
Wet Kinderopvang in werking getreden. Onder de nieuwe wet betalen de ouders zelf voor de kinderopvang en kan de werkgever bijdragen. EZ zorgt ervoor dat ouders in 2005 net als eerst maximaal eenderde deel van de kosten door de werkgever vergoed krijgen.
- 1231 keer deden medewerkers in 2004 een beroep op de mogelijkheid om een individuele keuze te
maken in het arbeidsvoorwaardenpakket van EZ. Dat stelt hen in staat om binnen de voor hen geldende arbeidsvoorwaarden een pakket samen te stellen dat aansluit bij hun behoeften op dat moment. Het grootste aantal aanvragen – 569 – betrof de aanschaf van een PC. Populair waren verder ook het laten uitbetalen van meer gewerkte uren of van vakantie-uren, een fiets met bijbehorende verzekering en een extra bijdrage voor kinderopvang.
- EZ kent 107 telewerkers die structureel één of twee dagen per week thuiswerken. Circa 1700 medewerkers maken gebruik van de mogelijkheid om thuis op het EZ-netwerk in te loggen.
Afgelopen jaar ontstond enig rumoer over beloningen van hoger personeel bij de rijksoverheid, mede naar aanleiding van berichten in de media. Vervolgens zijn bij alle ministeries de toekenning van extra belonin-
36
gen en de vergoeding van onkosten aan de top (schaal 16 en hoger) onderzocht op hun rechtmatigheid. Bij EZ is in vier gevallen een fout geconstateerd. EZ heeft daarom de procedures aangescherpt en het toezicht verbeterd. Het rapport van de Commissie Dijkstal “Over dienen en verdienen” geeft meer inzicht in de beloningen bij de overheid. Het rapport vindt u op de website van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (www.minbzk.nl). EZ kent een bezwarencommissie die openstaat voor mensen die het niet eens zijn met een beslissing die over hen is genomen. In 2004 werden 64 bezwaren ingediend over bijvoorbeeld de beloning, ontslag, gevolgen door reorganisatie, reiskostenvergoeding of terugvorderingen. Van de ingediende bezwaren zijn 36 inmiddels behandeld, waarvan 4 (deels) gegrond zijn verklaard en 21
ongegrond. Voor de overige 11 is een advies in voorbereiding. Een flink deel van de 64 bezwaren is inmiddels ingetrokken en voor een kleiner aantal is een hoorzitting in voorbereiding. De arbeidsvoorwaarden bij EZ komen tot stand op basis van afspraken die de minister van BZK maakt met de vakbonden in het Sectoroverleg Rijk. Verder functioneren bij EZ op verschillende niveaus ondernemingsraden:
- er is een departementale ondernemingsraad waarin de secretaris-generaal of zijn plaatsvervanger namens EZ als werkgever overlegt over de personele en organisatorische zaken die heel EZ aangaan;
- per dienstonderdeel is er een ondernemingsraad, waaronder de ondernemingsraad voor het kerndepartement;
- bij tien van de dertien dienstonderdelen van het kerndepartement zijn onderdeelcommissies actief, die waken over de uitvoering van de gemaakte afspraken op hogere niveaus.
En natuurlijk is er altijd nog het werkoverleg, waarin iedere EZ-medewerker zijn zegje kan doen over hoe hij of zij EZ als werkgever ervaart.
Integere werknemers Voorkomen is beter dan genezen. Een integere overheid is een voorwaarde voor vertrouwen van burgers in ons openbaar bestuur. Hoe kun je de onkreukbaarheid, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid van de EZmedewerkers garanderen? Ambtenaren verkeren in een kwetsbare positie – vandaar dat EZ in 1998 integriteitsbeleid ontwikkelde. Net als de andere ministeries en op verzoek van de Tweede Kamer. In 2004 onderzocht de Algemene Rekenkamer hoe het was gesteld met het integriteitsbeleid bij de verschillende ministeries. Daaruit bleek dat EZ als tweede achter Verkeer en Waterstaat goed op koers ligt. Al valt er op onderdelen nog wel iets te verbeteren. Met name de beleidsevaluatie en het hanteren van onderzoeksprotocollen is nog onvoldoende ingevuld. Het inschatten van de risico’s, het invoeren van gedragscodes en de registratie van meldingen kunnen beter. Maar de meeste onderdelen: het beleid zelf, de interne controle daarop en het auditeren ervan, de registratie van inbreuken en van bestraffingen, en het doen van aangifte zijn in orde.
37
>
Actie koppelt kennis aan innovatievraag MKB Wat te doen als innovatieve kennis ongebruikt op de plank ligt bij kennisinstellingen? Om kennis sneller productief te maken en de innovatieve kracht van het MKB te vergroten, kwam het Innovatieplatform samen met EZ in 2004 met innovatievouchers. Bonnen ter waarde van € 7.500,- bedoeld voor het MKB om er kennis mee in te kopen. In september werden de eerste honderd vouchers uitgedeeld. Kort daarna werd besloten tot een uitbreiding van de actie met vierhonderd vouchers in 2005. Sneller toepassen van kennis Universiteiten, hogescholen en andere publieke kennisaanbieders stelden zich beschikbaar voor de actie. Enkele instellingen verdubbelden het bedrag van de voucher. De afnemers van de innovatievouchers zetten hun vragen enthousiast bij de instellingen uit. Zoals een leverancier van carrosseriën-op-maat en betimmeringen van bestelbusjes. Die vroeg aan TNO Industrie om oplossingen voor een kortere productietijd, hogere productiviteit en een kleiner kapitaalbeslag.
Tabellen Onderstaande tabellen geven nader inzicht in de ontwikkeling van de laatste jaren of bij verschillende onderdelen. Aangetekend moet worden dat per 2004 de gegevens van het CBS niet meer meetellen.
Gemiddelde leeftijd werknemers 2002-2004 per onderdeel 2004
2003
Agentschap Telecom
44,5
43,5
Bureau Industriële Eigendom
43,5
Centraal Bureau voor de Statistiek
2002
44,7
45,0
46,6
46,0
Centraal Planbureau
43,4
42,2
43,3
EVD
44,4
41,4
44,0
Kerndepartement
41,8
41,2
40,9
Nederlandse Mededingingsautoriteit
36,6
35,6
35,9
Novem
41,2
40,7
Senter
37,5
39,9
SenterNovem
40,9
Staatstoezicht op de Mijnen
46,3
46,7
47,9
Totaal
41,7
43,2
43,3
Doorstroom per onderdeel, exclusief reorganisatie Binnen onderdeel Agentschap Telecom
Buiten onderdeel
12
Bureau Industriële Eigendom
Totale doorstroom
% van de bezetting
12
4
2
2
2
Centraal Planbureau
21
1
22
13
EVD
14
4
18
12
Kerndepartement
111
8
119
13
Nederlandse Mededingingsautoriteit
49
1
50
14
SenterNovem
52
5
57
6
1
-
281
8
Staatstoezicht op de Mijnen Totaal
1 260
21
39
>
Slimme buitenlandse werknemers sneller in Nederland Een kenniseconomie stelt hoge eisen. Bijvoorbeeld goed onderwijs, goed wetenschapsbeleid en een goed innovatiebeleid. Hoger opgeleiden zijn voorwaarde en resultaat tegelijk. In Nederland vlakt de groei van het aantal hoger opgeleiden echter af, terwijl de vraag stijgt. Alle reden om de landsgrenzen open te stellen voor slimme buitenlanders van buiten de EU. De eerste kennismigranten arriveerden in 2005 dankzij een nieuwe regeling. Kortere procedure De wens van het Innovatieplatform was duidelijk: maak het bedrijven en universiteiten gemakkelijker om hoger opgeleide buitenlanders aan te stellen. Na aandringen van de ministers van EZ en OCW, gaf het kabinet hieraan in 2004 gehoor en verviel voor kennismigranten de tewerkstellingsvergunning. De kennismigranten kwamen daardoor buiten de Wet Arbeid Vreemdelingen te staan. Wat overbleef was een verblijfsvergunning via de IND, die beloofde de aanvragen snel af te handelen. Eind 2004 stond de IND een kleine tweehonderd organisaties toe gebruik te maken van de kennismigrantenregeling.
Ontwikkeling in-, door- en uitstroom 2001 - 2004 % 2001 Instroom
% 2002
11,7
9
Doorstroom
6,3
Uitstroom
6,8
% 2003
% 2004
6
4
6,0
9
8
6,0
5,5
6
Instroom en uitstroom per onderdeel
Agentschap Telecom Bureau Industriële Eigendom Centraal Planbureau EVD
aantal
% van
aantal
% van
instromers
bezetting
uitstromers
bezetting
8
2
23
7
3
2
16
12
11
6
20
11
1
1
3
2
Kerndepartement
79
5
64
7
Nederlandse Mededingingsautoriteit
41
12
26
7
5
1
9
2
4
9
2
5
152
4
163
6
SenterNovem Staatstoezicht op de Mijnen Totaal
41
>
Bedrijfstelefoonnummer ‘088’ zorgt voor eenvoud en uitstraling Een bedrijf dat vestigingen heeft in Groningen, Zutphen en Apeldoorn, is telefonisch bereikbaar via een woud aan mobiele en vaste nummers. Behalve als datzelfde bedrijf gebruik maakt van de nieuwe bedrijfsnummers beginnend met 088. Eind 2004 stelde EZ deze beschikbaar voor organisaties van groot tot klein. Al na enkele weken had de OPTA vierhonderdduizend nummers aan bedrijven toegekend. Tien miljoen De tiencijferige nummers – tien miljoen in totaal – zijn geschikt voor vaste en mobiele aansluitingen. Het beheer van de nummers kan bij één serviceprovider worden ondergebracht, wat tot een overzichtelijke en eenvoudige administratie leidt. Naast deze praktische voordelen, kan het bedrijfstelefoonnummer bijdragen aan een professioneel imago van het bedrijf. De rechtstreekse toekenning door de EZ-toezichthouder OPTA geeft bovendien meer mogelijkheden voor passende of bijzondere cijferreeksen.
Ontwikkeling ziekteverzuimpercentage per onderdeel, 2002 - 2004 (Het kerndepartement is uitgesplitst per onderdeel, NB, reorganisatie leidt tot dubbele gegevens)
% 2002 Algemene Economische Politiek
3,9
Agentschap Telecom
% 2003
% 2004
% kort 2004
% lang 2004
6,0 5,6
5,4
2,2
3,2
1,7
0,7
0,7
0,0
6,2
4,1
5,1
2,6
2,5
7,7
5,7
7,1
2,7
4,4
Centraal Planbureau
4,7
3,6
3,8
1,7
2,0
DG Buitenlandse Economische Betrekkingen
2,7
2,7
2,6
1,5
1,1
DG Economische Politiek
3,4
1,5
1,9
DG Energie
4,0
1,7
2,3
4,1
2.0
2,1
3,9
1,9
2,0
Informatiemanagement & Automatisering
6,4
3,9
2,6
Personeel & Organisatie
7,9
2,7
5,2
Bureau SG
3,7
Auditdienst Bureau Industriële Eigendom
DG Innovatie
4,7
3,6
DG Marktwerking & Energie
3,2
3,6
DG Ondernemen
3,7
3,7
DG Ondernemen & Innovatie DG Telecom & Post Personeel, Organisatie & Informatiemanagement
5,2 7,7
7,4
Directie Communicatie
5,8
5,9
6,1
2,3
3,7
Financieel Economische Zaken
3,0
2,7
3,9
1,6
2,3
Interne Zaken
5,8
6,1
6,9
2,8
4,1
Wetgeving & Juridische Zaken
5,4
3,9
3,5
1,9
1,6
EVD
3,7
4,5
5,2
2,2
3,0
Nederlandse Mededingingsautoriteit
3,9
3,9
4,3
2,2
2,1
4,3
2,1
2,1
Novem
5,7
SenterNovem Senter
4,4
4,7
Staatstoezicht op de Mijnen
6,2
5,2
5,1
1,9
3,2
EZ totaal
6,3
5,8
4,7
2,1
2,6
43
>
Nieuws over handelspolitiek snel bij ondernemers Handelspolitiek heeft rechtstreeks invloed op het bedrijfsleven. Bijvoorbeeld als Europa maatregelen neemt tegen de VS, waardoor importeurs hogere invoerrechten moeten betalen. Of als quota afgeschaft worden. Dat geeft importeurs nieuwe kansen, maar zorgt ook voor meer concurrentie. EZ is betrokken bij onderhandelingen over handelspolitiek en handelsmaatregelen op nationaal en bilateraal niveau, evenals binnen de EU en de WTO. Uitgangspunt is het slechten van handelsbarrières en het zoveel mogelijk open houden van markten. Brengen en halen EZ informeert samen met VNO-NCW ondernemers ruim zestig keer per jaar door de digitale nieuwsbrief Echo. Onder meer over antidumpingmaatregelen van de EU of landen daarbuiten. Daarnaast is het voor onderhandelaars van belang om op de hoogte te zijn van de wensen van bedrijven. Via Echo verzamelt EZ reacties en wensen van ondernemers naar aanleiding van onderhandelingsagenda’s in Nederland, Europa en daarbuiten.
Man/vrouw verhouding per onderdeel Agentschap Telecom Bureau Industriële Eigendom Centraal Planbureau EVD Kerndepartement
Man
Vrouw
Totaal
232
86
318
86
48
134
137
39
176
78
76
154
930
662
1592
Nederlandse Mededingingsautoriteit
191
163
354
SenterNovem
579
346
925
Staatstoezicht op de Mijnen Totaal EZ
34
10
44
2.267
1.430
3.697
Aantal en aandeel deeltijdwerkers in 2004, kerndepartement vs diensten Voltijd
Deeltijd
Totaal
Man kerndepartement
749
181
930
19
Vrouw kerndepartement
348
314
662
47
1097
495
1592
31
Totaal
in %
Man diensten
993
315
1308
24
Vrouw diensten
359
438
797
55
1.352
753
2.105
35
Totaal
45
4 EZ duurzaam thuis
Duurzame economische groei is mogelijk, mede dankzij de toepassing van milieuvriendelijke technieken ‘uit en thuis’. De keuze voor een duurzaam ‘thuis’ heeft EZ in de jaren negentig gemaakt: om stap voor stap een duurzaam intern milieuzorgsysteem in te voeren. Die keuze ligt in het verlengde van de boodschap van EZ aan het bedrijfsleven dat duurzaamheid en economische groei ook in een concurrerende omgeving hand in hand kunnen gaan. EZ wil deze kans in eigen huis benutten en de impact op zijn directe omgeving verminderen. Dit staat los van de veel grotere invloed op het milieu via zijn economisch beleid. Sinds 2002 is het milieuzorgsysteem van het kerndepartement gecertificeerd. Dat is geen eenmalige prestatie, maar een inspanning die jaar op jaar moet worden herhaald en zo mogelijk overtroffen. De resultaten van die inspanning laten zien dat dit de ene keer beter lukt dan de andere. Milieuzorg is iets dat onze voortdurende aandacht vraagt. De cijfers in dit hoofdstuk hebben betrekking op het kerndepartement – de diensten doen mee met het milieubeleid van EZ maar leggen hierover zelf verantwoording af.
Wat EZ thuis doet EZ spant zich in voor een maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering. Dat wil zeggen: een bedrijfsvoering waarbij onnodige milieubelasting wordt voorkomen, concrete doelen voorop staan, en het geld en de mensen beschikbaar zijn voor doeltreffende maatregelen. De milieuzorg heeft betrekking op huisvesting en werkplekinrichting, informatie- en communicatiefaciliteiten, logistiek en services, zoals catering, schoonmaak en beveiliging. In dit verslag gaat de aandacht vooral uit naar aspecten als inkoop, energiegebruik, papierverbruik, afval, water en vervoer.
Duurzaam inkopen Een verantwoorde bedrijfsvoering begint bij het duurzaam inkopen van artikelen en diensten, zoals computers, kantoorartikelen, inrichting, papier, catering- en schoonmaakdiensten. EZ volgt bij zijn inkoopethiek de gedragscode voor inkopers van de Nederlandse Vereniging voor Inkoopmanagement. EZ werkt sinds 2001 aan Professioneel Inkopen en Aanbesteden (PIA). De projectdirectie PIA helpt hierbij door innovatief, Europees en elektronisch aanbesteden in de organisatie te introduceren en te stimuleren. Vanaf 2004 is een expert op gebied van duurzaam inkopen vanuit SenterNovem bij PIA gedetacheerd.
47
>
ICT-experiment Kenniswijk brengt toekomst dichterbij Vrijwel het gehele Brabantse Nuenen (7.500 huishoudens) doet sinds 2004 mee aan Kenniswijk, een grootschalig ICT-experiment. 97% van de woningen werd aangesloten op een glasvezelnetwerk, dat telefoneren, televisie kijken en snel internetten mogelijk maakt. Netwerk Ons Net is coöperatief eigendom van de bewoners en is zeer populair. Dat kwam ook tot uiting tijdens het carnaval van 2005. Ruim honderd innovatieve diensten Kenniswijk sluit huishoudens aan op ICT-voorzieningen die ongeveer twee jaar vóórlopen op de gemiddelde situatie in Nederland. Ruim honderd innovatieve diensten (commercieel en niet-commercieel) worden binnen Kenniswijk ontwikkeld en beschikbaar gesteld, ook voor wie niet aan het experiment deelneemt. Er zijn bijvoorbeeld creatieve ICT-toepassingen voor scholieren. Andere diensten zorgen ervoor dat ouderen langer in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. Of dat zij via computer of tv de activiteiten van de kleinkinderen op sportvelden kunnen volgen. Het experiment in Nuenen krijgt in 2005 een vervolg in Eindhoven.
Momenteel onderzoekt SenterNovem de beïnvloeding van sociale aspecten via duurzaam inkoopbeleid. De nadruk ligt daarbij op het verbeteren van arbeidsomstandigheden tijdens de productie en het terugdringen van kinderarbeid. Verder hanteert EZ als uitgangspunt dat bij alle inkoopopdrachten van meer dan € 15.000,- het milieueffect als gunningscriterium wordt opgenomen. Bij Europese aanbestedingen moet de milieucoördinator worden geraadpleegd; en de afdeling inkoop levert de medewerkers milieutips wanneer die rechtstreekse bestellingen uitvoeren bij leveranciers. De Europese Commissie wil dat in 2006 alle lidstaten een actieplan duurzaam inkopen op gebied van energie, vervoer, dienstauto’s, huisvesting, ICT, kantoor, post, communicatie en drukwerk kunnen overleggen. EZ heeft in 2004 een eerste aanzet gegeven voor het actieplan, die in 2005 zal worden vervolgd met het afsluiten van duurzame mantelcontracten voor de negen productgroepen. Momenteel komt 19% van de EZ-aankopen duurzaam tot stand; dat is minder dan het gemiddelde in Nederland van 23%, maar hoger dan het Europese gemiddelde.
De milieuprestaties van EZ gespiegeld In het onderstaande overzicht laat EZ zien waartoe de aandacht voor het milieu EZ in de afgelopen jaren heeft gebracht. Bij het verbruik van elektriciteit en gas is er geen eensluidende norm, maar kijkt EZ naar een bandbreedte.
49
>
Concurrerende energiemarkt biedt vrije leverancierskeuze Op 1 juli 2004 konden 7 miljoen kleinverbruikers voor het eerst een leverancier kiezen voor al hun energiebehoeften. Eén op de tien huishoudens koos een andere leverancier. Hiermee was de liberalisering van de energiesector een feit. Keuzevrijheid voor groene energie bestond al langer; grootverbruikers konden al eerder kiezen. EZ versterkt met de vrije werking van de markt de positie van zowel de consumenten, de markt en de overheid. EZ waakt over belangen Dankzij een vrije markt kunnen consumenten prijzen en dienstverlening van leveranciers vergelijken. EZ en de EZ-Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) bieden hiervoor informatie, onder meer op uitgebreide websites (o.a. www.kiesenergie.nl en www.dte.nl). Een gevolg van de vrije markt is ook dat leveranciers met elkaar gaan concurreren om de klant en hun dienstverlening verbeteren. DTe ziet toe op de leveringszekerheid en stelt tarieven vast voor aansluiting op de netwerken en voor transport van energie. Omdat elektriciteit en gas van levensbelang zijn, blijft de overheid ook bij een vrije energiemarkt toezicht houden.
Resultaat EZ
Eenheid
‘norm’
2001
2002
2003
2004
Elektriciteit
kWh/m²
Gas
m³/m²
35 – 85 (1)
74
77
68
88
8 – 17 (1)
11
10
12
10
Water
m³/mdw
10 (2)
10
9
x
12
Papier
kg/mdw
60 (3)
59
59
55
50
Prints/Kopieën
tellertik/mdw
12.000 (2)
10.510
10.945
11.290
13.993
Swill
kg/mdw
60 (4)
221
209
217
193
Glas
kg/mdw
10 (4)
7
6
6
8
Bedrijfsafval
kg/mdw
90 (2)
199
188
200
304
KGA
kg/mdw
1 (2)
0,1
0,1
0,1
0,1
Oud papier
kg/mdw
80 (3)
113
110
124
87
Totaal afval
kg/mdw
539
515
68
88
Normen ontleend aan: (1) – NOVEM, opleidingsmap energiecoördinatoren, april 1999 (2) – PMA adviesbureau, Monitoring van milieuzorg in kantoren, 1995 (3) – Stichting Stimular, Gemeentelijke interne milieuzorg NETwerk, 2002 (4) – provincie Utrecht, normgetallen uit afvalbeheer op kantoor, mei 1996
Energiegebruik EZ voorziet in zijn behoefte aan elektriciteit voor 100% door middel van groene stroom. Groene stroom wordt opgewekt met behulp van duurzame bronnen, zoals wind- en zonne-energie. De productie van groene stroom is minder milieubelastend dan de productie uit eindige voorraden fossiele brandstoffen zoals kolen en olie. Verder wilde EZ in 2004 5% besparen in elektriciteitsverbruik ten opzichte van 2001. EZ gebruikt stadsverwarming voor een belangrijk deel van zijn kantoren. Bij stadsverwarming krijgt de warmte die vrijkomt bij elektriciteitsproductie een nuttige toepassing. Daardoor wordt aardgas bespaard. Voor 2004 lag de doelstelling op een besparing van 10% ten opzichte van 2001. EZ hanteert als norm voor het elektraverbruik in kantoorgebouwen een waarde tussen 35 en 85 kWh per m2 (zie de tabellen achterin dit hoofdstuk). Voor gasgebruik moet dat liggen tussen 8 en 17 m3 per m2. Het ver-
51
>
Goed geïnformeerd graven moet incidenten voorkomen De Nederlandse bodem herbergt een wirwar van kabels en leidingen. Wie graaft, zoals een grondroerder, kan er onvrijwillig op stoten. Met schade en gevaarlijke situaties tot gevolg. Denk aan gaslekken en onderbroken energievoorziening. Informatie en marktverhoudingen spelen een cruciale rol. Dat blijkt uit onderzoek naar graafincidenten dat het Nederlands Normalisatie-instituut uitvoerde in opdracht van EZ. Scherpere verantwoordelijkheden Beheerders van kabels en leidingen weten niet altijd waar de ondergrondse infrastructuur precies ligt. Ook is hun informatie soms slecht bruikbaar. Grondroerders vragen niet altijd informatie op of graven onzorgvuldig. EZ stelde de Tweede Kamer in 2004 voor om een aantal verantwoordelijkheden duidelijker in een wet vast te leggen. Informatie-uitwisseling tussen grondroerders en netbeheerders wordt verplicht. De informatie wordt – digitaal – via één loket uitgewisseld. Daarnaast is EZ voornemens het huidige Kabel en Leiding Informatie Centrum onder te brengen bij het Kadaster. Het wetsvoorstel ligt waarschijnlijk eind 2005 bij het parlement.
bruik van het kerndepartement lag wat elektriciteit betreft in 2004 boven de norm. Ook is er in plaats van een daling een stijging te zien in het verbruik tussen 2001 en 2004. Deze hangt samen met de gedeeltelijke tijdelijke huisvesting in minder energie-efficiënte panden in verband met de renovatie. De doelstelling voor gasverbruik is wel gehaald. Bij de renovatie van zijn kantoorpanden ziet EZ erop toe dat het energiegebruik in de gerenoveerde panden zo gunstig mogelijk wordt, door het toepassen van nieuwe technische maatregelen, bijvoorbeeld koelplafonds, vrije koeling, enzovoort.
Papier EZ wil het papiergebruik blijven verminderen. De doelstelling voor 2004 lag op 5% minder papierverbruik ten opzichte van 2002. Die doelstelling is gehaald. Het kerndepartement heeft in 2004 zo’n 78.903 kg papier ingekocht en 22.278.064 prints en kopieën gemaakt. EZ scoorde verder positief ten opzichte van de norm van 60 kg per medewerker papiergebruik in kantoren. De vervanging van lokale printers door multifunctionele copiers (MFC’s) die tweezijdig kunnen printen, droeg hieraan bij. Maar ook door toepassing van ‘Printing on demand’, waarmee brochures in beperkte oplage worden gedrukt en op bestelling bijgedrukt, verminderde de hoeveelheid ingekocht papier. Wel is het aantal prints en kopieën door de extra inspanningen van EZ tijdens het EU-voorzitterschap, gestegen.
Afval Het afval van EZ bestaat uit verschillende componenten: nat keukenafval (swill), glas, oud papier, plastic bekers, klein gevaarlijk afval (kga), wit- en bruingoed en overig bedrijfsafval. EZ houdt de productie van afval nauwlettend in de gaten, en volgt wat dat betreft de regelgeving. Verder selecteert en controleert EZ de bedrijven die het afval inzamelen op hun milieuvriendelijke wijze van werken.
Waterverbruik De winning en de afvoer van water brengen milieubelasting met zich mee. Gemiddeld verbruiken Nederlanders 134 liter water per dag; voor kantoren ligt dat aanzienlijk lager. EZ streeft daarom naar vermindering van het gebruik van water. Maatregelen daartoe zijn onder meer waterbesparende knoppen op toiletten. Verder wil EZ de registratie van het verbruik verbeteren.
53
Het kerndepartement heeft over 2004 zo’n 19.583 m³ water verbruikt. Ten opzichte van de jaren hiervoor is dat een stijging. De tijdelijke extra huisvesting met cateringvoorziening en extra onderhoud aan de cvinstallatie van een aantal panden zorgde voor dit hoger verbruik.
Vervoer EZ wil het gebruik van de auto in het woon-werkverkeer verminderen. Auto’s leggen bij hun productie, gebruik en afschaffing een flink beslag op grondstoffen en op het milieu. Het Vervoersmanagementplan (VMP) bevat een regeling die het voor EZ-medewerkers aantrekkelijker maakt om met het openbaar vervoer of met de fiets naar het werk te reizen. De regeling wordt jaarlijks aangepast. Het aantal deelnemers lag in 2001 op 73% en steeg in 2003 tot 78%. In 2004 is dit weer 73% geworden. EZ streeft ernaar om dit percentage te verhogen door de regeling voor medewerkers zo aantrekkelijk mogelijk te maken. De ambitie voor 2005 is om op vervoersgebied (dienstreizen bijv.) in termen van CO 2 -uitstoot te gaan meten en sturen.
Hoe EZ de milieuzorg organiseert Binnen EZ valt de interne milieuzorg onder de verantwoordelijkheid van de directie Interne Zaken (IZ). Sinds 2002 is het milieuzorgsysteem van het kerndepartement gecertificeerd volgens ISO 14001 en is er een algemeen EZ milieubeleid bepaald. In het milieubeleid is een minimaal ambitieniveau afgesproken, waar alle diensten aan voldoen. Dit zijn de belangrijkste eisen van een milieuzorgsysteem. Een aantal diensten gaat verder. Eind 2003 is ook het milieuzorgsysteem van SenterNovem gecertificeerd volgens
54
ISO 14001. Bij milieuzorg gaat het erom hoe mensen zich gedragen. EZ besteedt daarom veel aandacht aan de communicatie rond het milieuzorgsysteem. Communicatie zorgt voor bewustwording, voor de verspreiding van kennis en voor motivatie op alle niveaus binnen de organisatie. Een belangrijke rol vervult de milieucoördinator, bij wie mensen terecht kunnen met klachten over het milieu en die ook aanspreekpunt is voor de toezichthouders op milieugebied, zoals de gemeente Den Haag. EZ vindt de organisatorische inbedding van milieuzorg van groot belang. Het interne milieubeleid van EZ wordt vastgesteld binnen het MT-overleg van de directeur IZ met verschillende hoofden en met de milieucoördinator. De milieucoördinator ziet vervolgens toe op de uitvoering in een team waarin verschillende
functies (klimaatbeheersing, catering, schoonmaak, inkoop, beveiliging etc.) vertegenwoordigd zijn. Om blijvend te kunnen voldoen aan de eisen vanuit wet- en regelgeving volgt EZ de evolutie van die eisen nauwlettend. Binnen het kerndepartement is er een Register van Eisen, dat de processen binnen EZ koppelt aan de geldende milieuwetten en –regels. Ook is er een checklist ontwikkeld om het toezicht op de naleving van de eisen te vergemakkelijken. Zo kan het milieuzorgsysteem blijven wat het moet zijn: een hulpmiddel voor de medewerkers van EZ om de milieuzorg in hun doen en laten een vaste plaats te geven.
Tabellen De tabellen geven de ontwikkeling van de milieuprestaties van EZ weer in de afgelopen jaren en ten opzichte van de normen.
Elektra verbruik (kWh) per m3 100 90 80 70 60
55
50 40 30 20 10
kerndepartement
0
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
>
TechnoPartner ondersteunt technisch-innovatieve starters Een technisch-innovatieve starter hoeft geen wereldvreemde Willy Wortel te zijn. Maar voor doorsnee-investeerders is hij vaak te vooruitstrevend, waardoor het lastig kan zijn om startkapitaal te vergaren. Vernieuwers op het technische vlak zijn doorgaans succesvoller, creatiever én risicovoller dan andere starters. Om deze voor de economie belangrijke groep te ondersteunen, startte EZ in samenwerking met het ministerie van OCW in 2004 het programma TechnoPartner en de Subsidieregeling Kennisexploitatie (SKE). Starters, investeerders en kennisinstellingen TechnoPartner moedigt kennisinstellingen en bedrijfsleven aan om begeleiding te bieden aan technostarters; apparatuur beschikbaar te stellen; commerciële mogelijkheden door te rekenen en na te denken over octrooien. Verder is met succes het TechnoPartner Label geïntroduceerd. Onder deze naam biedt EZ een bankgarantie voor 80% van een starterslening. De website van TechnoPartner kent - inmiddels - vijfduizend deelnemers die regelmatig kennis en ervaring uitwisselen in nieuwsgroepen. Een subsidiewijzer helpt starters en investeerders verder. Met TechnoPartner is er nu ook één loket voor technostarters.
Gas verbruik (m aeq) per m3 18 16 14 12 10 8 6 4 2 kerndepartement
0 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Ingekocht papier (kg) per medewerker 80 70
57
60 50 40 30 20 10 0
kerndepartement 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
>
Informatiepakket helpt ondernemers bij bedrijfsoverdracht Minstens één op de tien bedrijfsoverdrachten mislukt. Daardoor gaan kennis, werkgelegenheid, klantenbestanden en andere zakelijke contacten verloren. EZ ontwikkelde op drie fronten ondersteuning voor ondernemers: bewustwording (informatiepakket), belasting (successiewetgeving) en koppeling vraag en aanbod (ondernemingsbeurs). Het informatiepakket was in 2004 een onverwacht groot succes. Voorbereiding vergroot kans van slagen Een goede voorbereiding van de bedrijfsoverdracht betekent tijdig beginnen, eventueel een adviseur in de arm nemen en de overdracht in stappen uitvoeren. EZ verzamelde waardevolle informatie hierover samen met de verenigde Kamers van Koophandel, MKB-Nederland en VNO-NCW. Het resultaat was de handzame Toolkit Bedrijfsoverdracht; in de wandelgangen Overdrachtspakket genoemd. Ondernemers ouder dan 55 jaar met minder dan twintig werknemers ontvingen in 2004 een mailing over het pakket. De respons was veel groter dan verwacht: het pakket werd 31.000 maal bij EZ en de Kamers van Koophandel aangevraagd. In 2005 wordt een nieuwe groep ondernemers aangeschreven.
Prints/kopieën (tellertik x 1.000) per medewerker 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
kerndepartement 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Afvalverbruik 700 600 500
59
400 300 200 100 0
kerndepartement 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
>
Keuze voor regionale kansen vergroot nationaal rendement In 2004 bracht EZ de nota Pieken in de Delta uit. Deze economische uitwerking van de Nota Ruimte volgt een nieuwe koers in het gebiedsgerichte beleid. Het doel is niet langer het wegwerken van achterstanden, maar het benutten van kansen. Dit is nodig om de economische groei op nationaal niveau te herstellen. Concentratie op een beperkt aantal kansen van nationaal belang in zes gebieden is een goed middel tegen de versnippering van overheidsmiddelen. Vanaf 2007 is jaarlijks € 58 miljoen beschikbaar voor zes regio’s. Samenhang De programma’s van Pieken in de Delta zijn bedoeld om kansen (de pieken) van nationaal belang in zes gebieden te stimuleren. Pieken zijn onder meer de mainports Schiphol en de Rotterdamse haven, de A2-kennisas van Amsterdam tot Maastricht en de hoofdverbindingen tussen de stedelijke gebieden. Daarnaast kiest het kabinet voor vijftig topprojecten bij bedrijventerreinen, vier innovatie-hotspots en het versterken van de stedelijke economie in de 30 grote steden.
Water verbruik (m3) per medewerker 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
kerndepartement 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
61
5 EZ in cijfers
In 2004 bedroegen de uitgaven van EZ € 1.794 miljoen. Daar stond € 3.001 miljoen aan ontvangsten tegenover, met name inkomsten uit de verkoop van bodemschatten, zoals aardgas en olie. De tabellen geven een globaal beeld. De volledige en formele verantwoording is opgenomen in het VBTBjaarverslag aan de Tweede Kamer. uitgaven TOTAAL Beleidsartikelen
%
ontvangsten
1.794.641 1.681.759
%
3.001.062 100
2.857.068
100
1
Werking binnenlandse markten
90.210
5
10.778
0
2
Bevorderen van innovatiekracht
536.961
32
166.574
6
3
Bevorderen ondernemingsklimaat
313.436
19
41.016
1
4
Doelmatige en duurzame energiehuishouding
224.051
13
12.110
0
5
Buitenlandse economische betrekkingen
160.127
10
20.786
1
6
Vitale belangen ten tijde van crises
88.262
5
87.874
3
7
Beheer bodemschatten
8
Economische analyses en prognoses
9
Voorzien in maatschappelijke behoefte aan statistieken
10
8.366
0
2.497.586
87
13.944
1
1.726
0
186.233
11
60.169
4
18.618
1
Niet-beleidsartikelen
112.882
100
143.994
100
109.555
97
8.693
6
3.327
3
135.301
94
Excellente informatie- en communicatienetwerken en -technologie
21
Algemeen
22
Nominaal en onvoorzien
23
Afwikkeling oude verplichtingen
Tabel 5.1: Verantwoordingstaat ministerie van Economische Zaken 2004, bedragen in 1.000 euro [kerndepartement]
63
>
Nieuwe visie op verantwoord gas winnen onder Waddenzee Over een aantal Waddenzee-onderwerpen – gaswinning, kokkelvisserij – werd de laatste jaren volop gediscussieerd, maar geen beslissing genomen. EZ wilde deze impasse doorbreken en stelde samen met VROM en LNV een onafhankelijke adviesgroep in. Die kreeg de opdracht te komen tot een integrale visie met als uitgangspunt ‘duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied.’ Ruimte voor de Wadden kwam in april 2004 uit. Twee maanden later nam het kabinet het advies in grote lijnen over. Evenwicht In de nieuwe visie bestaat een evenwicht tussen ecologie en economie. Verbetering van natuurwaarden en biodiversiteit gaat hand in hand met duurzame economische ontwikkeling van Noord-Nederland. Het kabinet acht gaswinning onder de Waddenzee verantwoord, echter: onder strikte voorwaarden en ‘met de hand aan de kraan’. Daarnaast besloot het kabinet de kokkelvisserij uit het gebied te weren. Ook werd een Waddenfonds ingesteld met € 500 miljoen, die beschikbaar komen als de vergunningverlening voor gaswinning is afgerond.
baten
lasten
%
%
173.568
100
167.773
100
SenterNovem
90.701
52
88.338
53
EVD
37.667
22
37.032
22
Bureau Industriële Eigendom
14.191
8
13.735
8
Telecom
31.009
18
28.668
17
Totaal
kapitaaluitgaven
%
kapitaalontvangsten
%
Totaal
8.763
100
5.716
SenterNovem
4.807
55
304
5
783
14
EVD
100
Bureau Industriële Eigendom
1.074
12
131
2
Telecom
2.882
33
4.498
79
Tabel 5.2: Verantwoordingsstaat agentschappen ministerie EZ 2004, bedragen in 1.000 euro (In 2004 fuseerden Senter en Novem tot SenterNovem, en werd Senter Internationaal overgedragen aan de EVD.)
65
Organisatieschema ministerie van Economische Zaken Stafdirectie Auditdienst Wim Schellekens
[email protected]
Directoraat generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen Dick Bruinsma
[email protected]
Directie Handelspolitiek
Internationaal Ondernemen
Richard van Rijssen
[email protected]
Bart van Bolhuis
[email protected]
Dienst Commissariaat voor Buitenlandse Investeringen in Nederland Jochem Hanse
[email protected]
Communicatie Job Frieszo
[email protected]
Economische Politiek
Financieel Economische Zaken
Hans Vijlbrief
[email protected]
Algemene Economische Politiek Bertholt Leeftink
[email protected]
Europese Integratie en Strategie Kajsa Ollongren
[email protected]
Marktwerking Eric Wiebes
[email protected]
Lourens Alting
[email protected] Informatiemanagement en Automatisering
Energie
Energiemarkt
Energieproductie
Joop Groen (directeur a.i.)
[email protected]
Gertjan Lankhorst
[email protected]
Aad van Bohemen (wnd.)
[email protected]
Jos De Groot
[email protected]
Minister
Secretaris-generaal
Laurens Jan Brinkhorst
Jan Willem Oosterwijk
[email protected]
Staatssecretaris
Plaatsvervangend secretaris-generaal
Innovatie
Karien van Gennip
Peter Vermeij
[email protected]
Hans de Groene
[email protected]
Interne Zaken Theo Endenburg (wnd.)
[email protected]
Ondernemen en Innovatie Chris Buijink
[email protected]
Ondernemerschap Roel Nieuwenkamp
[email protected]
Personeel en Organisatie
Strategie, Onderzoek en Internationale Zaken Theo Roelandt
[email protected]
Energiestrategie en Verbruik Pieter Boot
[email protected]
Industrie en Diensten Jaap van Scheijen
[email protected]
Agentschap Telecom Marita Schreur
[email protected] www.agentschap-telecom.nl EVD Ab van Ravestein
[email protected] www.evd.nl Octrooicentrum Nederland Harry Geijzers
[email protected] www.octrooicentrum.nl SenterNovem, Agentschap voor duurzaamheid en innovatie Jef Pleumeekers
[email protected] www.senternovem.nl Staatstoezicht op de Mijnen Jan de Jong
[email protected] www.sodm.nl Centraal Planbureau Henk Don
[email protected] www.cpb.nl Nederlandse Mededingingsautoriteit Pieter Kalbfleisch
[email protected] www.nmanet.nl Dienst uitvoering en toezicht Energie Gert Zijl
[email protected] www.dte.nl
Ruimtelijk Economisch Beleid Bert de Vries
[email protected]
Zelfstandige Bestuursorganen
Renée Heeren (directeur a.i.)
[email protected] Wetgeving en Juridische Zaken
Telecommunicatie en Post
Markt en Ordening
Huub Linthorst
[email protected]
Mark Frequin
[email protected]
Herman Grol
[email protected]
Ontwikkeling en Toepassing Guus Broesterhuizen
[email protected]
Strategie en Internationale Zaken Mark Esseboom
[email protected]
Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Jens Arnbak
[email protected] www.opta.nl Centraal Bureau voor de Statistiek Gosse van der Veen
[email protected] www.cbs.nl
Dit is een publicatie van het Ministerie van Economische Zaken. Extra exemplaren kunt u bestellen via ‘Publicaties’ op www.ez.nl of via 0800 - 6463951 Informatie: Ministerie van Economische Zaken Directie Communicatie Bezuidenhoutseweg 30 Postbus 20101 2500 EC Den Haag www.ez.nl Als u vragen of opmerkingen heeft over dit maatschappelijk jaarverslag, dan kunt u ook een e-mail sturen naar
[email protected]. Tekst Concept en vormgeving Fotografie
Zoete Consult, Den Haag Peter de Zoete Casteren Creatie, Den Haag Eric van Casteren Vincent van Gurp, Amsterdam Den Haag, juni 2005
Publicatienummer
05 DC 03
67
68