01 15–01–2010
INHOUD
Economische Zaken Kredietverzekeringsfaciliteit verlengd
1
Ondernemers en dienstverlening overheid
1
Dienstenrichtlijn van kracht
1
Drie agentschappen EZ gaan samen
1
45 miljoen voor kenniswerkers
2
Opta presteert goed
2
Erfbelasting sinds 1 januari omlaag
2
Aangifte loonheffingen DGA vanaf 2010
3
Aanpassing milieu-investeringsaftrek in 2010
3
Energie-investeringsaftrek 2001 gewijzigd
3
Fiscale prikkel ledverlichting
3
Natura 2000-beheerplan Voordelta onherroepelijk
3
Definitieve aanwijzing Natura 2000-gebieden
4
AMvB Ruimte naar Raad van State
4
BEMS: nieuwe emissie-eisen
4
Wijziging Tracéwet naar Raad van State
4
Weekbulletin Weekbulletin is een uitgave van VNO-NCW. Sinds 1 september 2009 werken VNO-NCW en MKB-Nederland intensief samen. De secretarissen van beide organisaties vormen sindsdien één gemeenschappelijk beleidsbureau dat in opdracht werkt voor beide verenigingen. Het kan dus voorkomen dat er ook contactpersonen van MKB-Nederland in Weekbulletin worden vermeld.
Digitale versie Weekbulletin Weekbulletin is ook digitaal te raadplegen en te downloaden als Word- en pdf-bestand via het ledennet (inloggen via www.vno-ncw.nl).Indien u nog niet over de benodigde toegangscode beschikt kunt u zich aanmelden via het 'aanvraagformulier toegang ledennet'. Dit is te vinden op de website onder het kopje: Over VNO-NCW > Ledennet.
E-mail Vragen en/of opmerkingen over berichten in VNO-NCW Weekbulletin kunnen ook per elektronische post worden ingezonden. Het juiste e-mailadres is na elk bericht opgenomen. De redactie is bereikbaar via
[email protected]
Verzending en adreswijzigingen Voor vragen over de verzending van Weekbulletin of voor adreswijzigingen: Sander Kok,
[email protected] of telefoon: 070 - 3490 336
Sociale Zaken Belangrijkste maatregelen per 1 januari 2010
5
Aanvullende maatregelen AOW
5
Toolkit voor reïntegratie via detachering
6
Unaniem advies SER jongeren met stoornissen
6
ESF-geld voor werkloosheidsbestrijding
6
Extra geld voor pilots ‘Werken naar vermogen’
7
Antwoordnummer Antwoordnummer VNO-NCW, het algemene informatienummer voor de leden, is op werkdagen bereikbaar van 8.30 - 17.30 uur onder telefoonnummer 070 - 3490 366. Buiten deze uren is het te bereiken per elektronische post:
[email protected]
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
Rouvoet: bestrijding jeugdwerkloosheid topprioriteit
7
Duurzame inzetbaarheid in cao’s
7
Arbeidsongevallen: Nederland in middenmoot
8
Donner ontraadt amendement extra Arbeidsinspecteurs
8
Uitspraak over dodelijk ongeval met heftruck
8
Ascorbinezuur, waterstoffluoride en natriumfluoride
9
Lijst van mutagene stoffen
9
Niet-limitatieve lijst voor de voortplanting giftige stoffen
9
Lijst van kankerverwekkende stoffen en processen
10
Nieuwe arbocatalogi goedgekeurd
10
Aanwijzing TüV Nederland als keuringsinstelling machines
10
Aanwijzing SGS Nederland als keuringsinstelling machines
11
Aanwijzing KEMA Quality als keuringsinstelling machines
11
Aanwijzing Liftinstituut als keuringsinstelling machines
11
Verlenging aanwijzing Certificerende Instelling voor professionele duikers
11
Europa Eén kantoor in Brussel
12
Spaans voorzitterschap
12
Belangrijke data Spaans voorzitterschap
12
Prioriteiten nieuwe eurocommissarissen
12
Extra EU-top over economie
13
Algemeen Gedragscode tegen misbruik inkoopmacht
14
Publicatie Bilderbergconferentie
14
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
ECONOMISCHE ZAKEN Kredietverzekeringsfaciliteit verlengd De tijdelijke aanvullende kredietverzekeringsfaciliteit TASK – die verlaagde verzekeringslimieten onder bepaalde voorwaarden weer kan verhogen – wordt in 2010 verlengd. Dat hebben minister Bos van Financiën en staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken bekendgemaakt. Zij maken de faciliteit bovendien aantrekkelijker door de premie te verlagen van 1,5 naar 1 procent en een verbreding van de risicocategorieën, zodat meer limieten onder de TASK verzekerd kunnen worden. De Europese Commissie moet nog toestemming geven voor deze aanpassingen. Ondernemers willen zich verzekeren tegen leveringen op krediet om betalingsrisico’s te reduceren. Maar door de kredietcrisis hebben veel verzekeraars de verzekerde limieten voor bedrijven verlaagd. Om te voorkomen dat er daardoor minder wordt geleverd en de groei van de economie belemmerd wordt, dient de TASK.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB Nederland zijn positief over de verlenging en de verbetering van de TASK. Om de bekendheid van de faciliteit te vergroten, komen er begin dit jaar een aantal voorlichtingsbijeenkomsten over kredietverzekeringen in het algemeen en de TASK-faciliteit in het bijzonder. ■ Peter Bongaerts, 070 – 3490 443,
[email protected]
Ondernemers en dienstverlening overheid Tien overheidsorganisaties gaan de normen voor hun dienstverlening baseren op de wensen van het bedrijfsleven. Dit jaar kunnen ondernemers hun behoeften kenbaar maken. Ondernemers hebben regelmatig te maken met de Belastingdienst, de Kamer van Koophandel en uitkeringsinstituut UWV. Deze organisaties voeren klanttevredenheidsonderzoeken uit en monitoren de prestaties van hun dienstverlening. Daarbij hanteren zij vaak normen zonder goed te weten wat ondernemers precies van hen verwachten. Momenteel voeren de tien overheidsorganisaties gesprekken over de ontwikkeling van het ‘bewijs van goede dienst’. Dit is een normenkader waarmee overheidsorganisaties de kwaliteit van hun dienstverlening aan ondernemers kunnen meten. Uiteindelijk ontvangt de overheidsorganisatie een certificaat waarop de resultaten van de meting en verbeteracties staan. Dit jaar bepaalt een representatieve groep bedrijven in een aantal werksessies de belangrijkste aandachtsgebieden. Denk aan ondernemersgericht werken, deskundig en tijdig reageren en transparantie. In overleg met VNO-NCW en MKB-Nederland beslissen de tien overheidsorganisaties welke bedrijven zij benaderen voor het project. Het bewijs van goede dienst is een initiatief van de ministeries van Economische Zaken en Financiën. De tien overheidsorganisaties die deelnemen aan het pro-
ject zijn: Arbeidsinspectie, Belastingdienst, Dienst Regelingen, Douane, Kamers van Koophandel, Rijksdienst voor het Wegverkeer, SenterNovem, UWV, Voedsel en Warenautoriteit en Waterschappen. ■ Sigrid Verweij, 070 – 3490 439,
[email protected]
Dienstenrichtlijn van kracht De regelgeving voor ondernemende dienstverleners in Europa en Nederland vereenvoudigen. Dat is het doel van de Europese Dienstenrichtlijn, die sinds 28 december van kracht is. Nu zijn de procedures nog zo ingewikkeld, dat de dienstenexport beduidend achterblijft bij de goederenexport, terwijl de dienstenmarkt een stuk groter is. De Dienstenrichtlijn heeft gevolgen voor alle ondernemers in de Nederlandse dienstensector. Voor bedrijven met exportplannen wordt de Europese markt toegankelijker, omdat er minder regels en de procedures eenvoudiger zijn. Maar ook dienstverleners zonder buitenlandambitie profiteren van de vereenvoudigde regelgeving en de verbeterde elektronische dienstverlening van de overheid. De Dienstenrichtlijn verbetert de interne markt voor diensten op een aantal manieren: ● Eén loket via antwoordvoorbedrijven.nl. Op deze website staat de relevante overheidsinformatie en ondernemers kunnen er elektronisch zaken regelen met de overheid. Alle lidstaten krijgen zo’n loket. ● Minder belemmeringen, meer gemak. Ongeoorloofde regels en eisen zijn afgeschaft en aanvraagprocedures voor bijvoorbeeld vergunningen zijn verbeterd. Zo wordt een vergunning automatisch verleend als de overheidsinstantie de officiële beslistermijn overschrijdt. ● Plicht om klanten goed te informeren. Naast meer gemak en kansen, levert de Dienstenrichtlijn ook een specifieke informatieplicht op voor dienstverleners. De meeste informatie moeten zij op grond van Nederlandse regels al verstrekken. De komende tijd beoordelen de lidstaten en de Europese Commissie de maatregelen om belemmeringen voor dienstverleners weg te nemen. Hieraan kunnen ondernemers een bijdrage leveren: het ministerie van Economische Zaken hoort graag welke branche met welke barrières te maken heeft. Dit om te toetsen of onrechtmatige belemmeringen in andere lidstaten daadwerkelijk zijn weggenomen zoals de Dienstenrichtlijn voorschrijft. Voor meer informatie: www.dienstenrichtlijn.ez.nl/ondernemers. ■ Mechteld Oomen, 070 – 3490 429,
[email protected]
Drie agentschappen EZ gaan samen Drie agentschappen van het ministerie van Economische Zaken (EZ) gaan samen verder onder de naam Agentschap NL. Sinds
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
1
ECONOMISCHE ZAKEN 1 januari bundelen de EVD, Octrooicentrum Nederland en SenterNovem hun krachten. Dat heeft minister Van der Hoeven van EZ bekendgemaakt. Op het gebied van duurzaamheid, innovatie, samenwerking en internationaal ondernemen is er voortaan één organisatie voor ondernemers, kennisinstellingen en overheden. De verschillende expertises worden ondergebracht in vijf divisies: NL Energie en Klimaat, NL EVD Internationaal, NL Innovatie, NL Milieu en Leefomgeving en NL Octrooicentrum. De EVD ondersteunt internationaal ondernemen. Octrooicentrum Nederland is de octrooiverlenend instantie voor Nederland en stimuleert het gebruik van het octrooisysteem. SenterNovem voert een groot aantal regelingen en programma’s uit op het gebied van duurzaamheid en innovatie.
Voor meer informatie: Marian Bestelink, woordvoerder van minister Van der Hoeven (06 – 51285619) of Rogier Esselbrugge, media-adviseur senterNovem (06 – 50748089 of
[email protected]).
45 miljoen voor kenniswerkers
toezichthouder stappen gezet op het gebied van consumentenbescherming, zoals een stevige aanpak van spam en bestrijding van bijvoorbeeld misbruik van 0900-nummers. Dit concluderen onderzoekers van Berenschot, TNO en Kwink Groep in de vierjaarlijkse evaluatie die staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken (EZ) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Marktpartijen vinden dat Opta hen nog beter kan betrekken bij de besluitvorming, door meer gebruik te maken van hun kennis en in te gaan op hun argumenten. De toezichthouder gaat hierover met hen in gesprek en zal de mogelijkheden verkennen om de administratieve lasten voor marktpartijen verder te verlichten. De evaluatie heeft betrekking op de periode van oktober 2004 tot april 2009 en is te downloaden van de website van het ministerie van EZ. Opta is in 1997 opgericht en eerder geëvalueerd in 2001 en 2005. De evaluaties laten een stijgende lijn zien in het functioneren. ■ Martijn Hos, 070 – 3490 354,
[email protected]
Erfbelasting sinds 1 januari omlaag
Ondanks de crisis krijgen bedrijven en kennisinstellingen 45 miljoen euro om te investeren in onderzoek. Het geld wordt verdeeld over 51 aanvragers, die er 539 kenniswerkers en 55 jonge onderzoekers en ontwerpers mee kunnen aanstellen. Opvallend is de hoge deelname van het midden- en kleinbedrijf, dat goed is voor 80 procent van de gehonoreerde projecten. De ministers Van der Hoeven van Economische Zaken en Plasterk van Onderwijs hebben deze maatregel getroffen om kenniswerkers te behouden voor het Nederlandse bedrijfsleven en wetenschappelijke kennis in te zetten voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.
De Eerste Kamer heeft ingestemd met de nieuwe Successiewet van staatssecretaris De Jager van Financiën. Dankzij deze snelle behandeling werden op 1 januari de tarieven lager, de vrijstellingen voor partners en kinderen groter en het erven van een onderneming fiscaal gunstiger.
Als gevolg van de economische situatie moeten bedrijven bezuinigen op onderzoek. Dit leidt tot een verlies aan onderzoekscapaciteit, dat na de crisis niet makkelijk weer op te bouwen is. Om dit te voorkomen, laten Plasterk en Van der Hoeven onderzoekers tijdelijk detacheren bij bijvoorbeeld universiteiten, TNO en grote technologische instituten, terwijl zij in dienst blijven van het bedrijfsleven.
Het gaat om de volgende hogere vrijstellingen en lagere tarieven: ● De vrijstelling van erfbelasting voor partners gaat omhoog naar 600.000 euro. ● De vrijstelling van erfbelasting voor kinderen gaat omhoog naar 19.000 euro. ● De tarieven voor partners en kinderen gaan omlaag naar 10 procent over de eerste 118.000 euro en 20 procent over het restant. ● De tarieven voor ‘derden’ zoals neven en nichten gaan omlaag naar 30 procent over de eerste 118.000 euro en 40 procent over het restant. ● Het erven van een onderneming met een waarde tot 1 miljoen euro is voor 100 procent vrijgesteld. Voor ondernemingen die meer waard zijn, geldt voor het meerdere een vrijstelling van 83 procent.
Ze werken in deze periode aan thema’s van maatschappelijk belang, zoals de gezondheidszorg en het energieverbruik van voertuigen. De overheid vergoedt het grootste deel van de loonkosten. Kennisinstellingen kunnen ook jonge onderzoekers aanstellen die nu niet aan de slag kunnen bij bedrijven. De 45 miljoen komt bovenop 135 miljoen die eerder dit jaar al werd verdeeld. Met dat bedrag gingen 1336 kenniswerkers en 136 jonge onderzoekers en ontwerpers aan het werk. ■ Jan Klaver, 070 – 3490 430,
[email protected]
Opta presteert goed Opta heeft de afgelopen vier jaar een belangrijke bijdrage geleverd aan de werking van de telecommarkt. Ook heeft de
2 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
Door de aanpassingen komen er minder kinderen en partners in aanraking met deze belasting. In totaal betalen straks nog zo’n 500 partners per jaar successiebelasting. De wet wordt tegelijkertijd eenvoudiger en inzichtelijker door vermindering van het aantal tarieven.
De lagere tarieven worden grotendeels gefinancierd met het belasten van afgezonderd particulier vermogen. Dit zijn bijvoorbeeld trustvermogens die zijn gestald in het buitenland en doorgaans niet worden aangegeven bij de Belastingdienst. Voortaan kijkt de Belastingdienst door deze ‘trust’ heen en rekent het vermogen toe aan de inbrenger. ■ Jeroen Lammers, 070 – 3490 423,
[email protected]
ECONOMISCHE ZAKEN Aangifte loonheffingen DGA vanaf 2010 Directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s) die niet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen, kunnen dit jaar vooraf aangifte loonheffingen doen. De Belastingdienst accepteert vanaf medio januari alle aangiften loonheffingen voor het jaar 2010. Het is daarbij wel van belang rekening te houden met bijvoorbeeld vakantiegeld of een dertiende maand. Correcties op de ingediende aangiften kunnen later nog wel aangebracht worden. Overigens is het niet mogelijk om ingediende aangiften op het beveiligde gedeelte van de Belastingdienst te corrigeren voordat het betreffende tijdvak is verstreken. De correctie moet dan gedaan worden in de aangifte over het volgende tijdvak. De Belastingdienst heeft verder de aangifte loonheffingen voor DGA’s vereenvoudigd door het aantal verplicht in te vullen rubrieken te verminderen en de betalingen op de aangiften eenvoudiger te maken. ■ Jeroen Lammers, 070 – 3490 423,
[email protected]
Aanpassing milieu-investeringsaftrek in 2010 Ondernemers kunnen in 2010 weer fiscaal voordelig investeren in milieuvriendelijke technieken als zij gebruikmaken van de milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Het kabinet stelde hiervoor eerder 30 miljoen euro beschikbaar. Dit geld is voor een groot deel gegaan naar aanpassing van de percentages voor de MIA, het schrappen van Vamil-aftoppingen en uitbreiding van de bedrijfsmiddelen die zowel voor de MIA als de Vamil in aanmerking komen. Nu verruimt het kabinet de Milieulijst 2010 – met alle milieuvriendelijke investeringen die in aanmerking komen voor MIA en Vamil –, maar dit is nog niet voldoende om de beschikbare middelen uit te putten. Daarom gingen per 1 januari de verschillende percentages voor de milieu-investeringsaftrek omhoog met 20 procentpunt. Voorwaarde is wel dat bedrijven vóór de economische crisis financieel gezond waren en er geldt een maximum van 500.000 euro extra steun per onderneming. MIA en Vamil zijn fiscale stimuleringsregelingen van de ministeries van Financiën en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Via de MIA kunnen ondernemers tot 40 procent van de investeringskosten voor een milieuvriendelijk bedrijfsmiddel aftrekken van de fiscale winst. Met de Vamil kunnen bedrijven zelf bepalen wanneer ze de investeringskosten van een bedrijfsmiddel afschrijven. ■ Jeroen Lammers, 070 – 3490 423,
[email protected]
Energie-investeringsaftrek 2001 gewijzigd Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft de Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001 met ingang van
1 januari 2010 gewijzigd. Het gaat om de jaarlijkse aanpassing van de regeling aan de stand van de techniek. De gewijzigde regeling is van toepassing op verplichtingen die zijn aangegaan of voortbrengingskosten die zijn gemaakt op of na 1 januari 2010. Meer informatie is te vinden op http://www.minfin.nl/Actueel/ Besluiten_beleidsregels/2009/12/Wijziging_van_de_ Uitvoeringsregeling_energie_investeringsaftrek_2001. ■ Jeroen Lammers, 070 – 3490 423,
[email protected]
Fiscale prikkel ledverlichting Bedrijven die in 2010 investeren in energiebesparing, kunnen via de Energie-investeringsaftrek (EIA) in totaal 150 miljoen euro fiscaal terug krijgen. Dat is 5 miljoen meer dan het budget voor 2009. Hiermee kunnen zij voor 1,4 miljard investeren. Dit jaar komen 13 nieuwe technieken in aanmerking voor de fiscale prikkel. Dat blijkt uit de nieuwe EIA-lijst die agentschap SenterNovem heeft gepubliceerd. De EIA is een fiscale regeling voor ondernemers. Zij kunnen onder deze regeling 44 procent van de investeringen aftrekken van de fiscale winst. Alleen investeringen die veel energie besparen, komen hiervoor in aanmerking. Een nieuwe techniek die in 2010 aanspraak kan maken op EIAgeld, is ledverlichting in bedrijfsgebouwen. Dan gaat het bijvoorbeeld om bedrijven die bij hun noodverlichting of reclameverlichting gebruikmaken van de ledtechniek. Daarnaast zijn de zogeheten uninterruptable power supply-systemen (UPS) nieuw op de lijst. Deze zorgen ervoor dat er bij stroomuitval geen computergegevens verloren gaan. Enkele UPS-systemen zijn inmiddels dermate energiezuinig, dat ze op de energielijst staan. Veel besparingstechnieken die in 2009 op de lijst stonden, blijven in 2010 gehandhaafd. Zo blijft het mogelijk om EIA aan te vragen voor bedrijfsgebouwen waarvan het energielabel met minimaal twee stappen is verbeterd. Vorig jaar besloot het kabinet om als crisismaatregel de EIA ook tijdelijk toegankelijk te maken voor huurwoningen. Oorspronkelijk kwamen alleen bedrijfsgebouwen hiervoor in aanmerking. Eigenaren van huurwoningen, zoals woningcorporaties, kunnen sinds 1 juni gebruikmaken van de regeling om woningen zo op een voordelige manier energiezuinig te maken. De regeling voor huurwoningen loopt nog tot 1 december 2010. ■ Frits de Groot, 070 – 3490 326,
[email protected]
Eerste Natura 2000-beheerplan Voordelta onherroepelijk De Raad van State heeft alle beroepen in de zaken tegen het Natura 2000-beheerplan Voordelta ongegrond verklaard. Dat betekent dat het beheerplan Voordelta het eerste Natura 2000beheerplan in Nederland is dat onherroepelijk van kracht is.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
3
ECONOMISCHE ZAKEN De Voordelta omvat de ondiepe zee en de omringende stranden voor de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden en maakt deel uit van Natura 2000: een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. In de Voordelta komen vijf rustgebieden voor zeehonden en vogels en een bodembeschermingsgebied voor. Het doel van het beheerplan is het in stand houden en ontwikkelen van beschermde natuur en het compenseren van verlies aan beschermde natuur bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte.
De AMvB Ruimte blijft niet beperkt tot de bestaande ruimtelijke kaders. Ook het meer recente rijksbeleid, dat moet doorwerken tot in de ruimtelijke plannen van andere overheden, moet erin worden opgenomen. Dit gebeurt via een aanvulling die in het derde kwartaal van 2010 in ontwerp naar de Eerste en Tweede Kamer wordt gezonden. Hierin zullen de kaders voor het IJsselmeergebied, de Structuurvisie Randstad 2040 en het Nationaal Waterplan mogelijk een plaats krijgen.
■ Jos Rijkhoff, 070 – 3490 331,
[email protected]
■ Jos Rijkhoff, 070 – 3490 331,
[email protected]
Definitieve aanwijzing Natura 2000-gebieden Minister Verburg van Landbouw heeft over achttien Natura 2000-gebieden de definitieve aanwijzingsbesluiten genomen. Het gaat om Deelen, Wijnjeterper Schar, Elperstroomgebied, IJsselmeer, Markermeer & IJmeer, Zwarte Meer, Ketelmeer & Vossemeer, Veluwerandmeren, Eemmeer & Gooimeer Zuidoever, Oostvaardersplassen, Lepelaarplassen, Schoorlse Duinen, Coepelduynen, Donkse Laagten, Oudeland van Strijen, Oosterschelde, Westerschelde & Saeftinghe en Ulvenhoutse Bos. De aanwijzing maakt duidelijk welke kwetsbare natuurwaarden bescherming krijgen. Bovendien wordt de begrenzing van de gebieden bepaald. Verburg heeft de aanwijzing van deze Natura 2000-gebieden via een vooraankondiging bekendgemaakt in de Staatscourant. De besluiten liggen vanaf begin 2010 zes weken ter inzage. Zij zijn ter informatie sinds 23 december beschikbaar op www.minlnv.nl/natura2000. Belanghebbenden kunnen tegen de besluiten in beroep gaan bij de Raad van State. De beroepstermijn begint op de dag na de dag waarop de besluiten ter inzage worden gelegd. ■ Jos Rijkhoff, 070 – 3490 331,
[email protected]
AMvB Ruimte naar Raad van State Minister Cramer van Ruimte en Milieu heeft het ontwerp van de AMvB Ruimte voor advies naar de Raad van State gezonden. Deze AMvB – met algemene regels voor ruimtelijke ordening – bevat alle ruimtelijke rijksbelangen uit de eerder uitgebrachte planologische kernbeslissingen, zoals de Nota Ruimte. Dit vormt het sluitstuk van het nieuwe stelsel van ruimtelijke ordening, dat van kracht is sinds de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro). Inwerkingtreding is voorzien voor medio 2010. Kern van de nieuwe Wro is dat alle overheden hun ruimtelijke belangen vóóraf kenbaar maken en aangeven langs welke weg zij deze denken te realiseren. Rijk en provincies bemoeien zich voortaan uitsluitend met wat daadwerkelijk van nationaal respectievelijk van provinciaal belang is. Het ontwerp van de AMvB Ruimte bevat de juridische kaders voor het bundelen van verstedelijking, de rijksbufferzones, nationale landschappen, de ecologische hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, de mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee.
BEMS: nieuwe emissie-eisen Het nieuwe Besluit Emissie-eisen Middelgrote Stookinstallaties (BEMS) treedt op 1 april in werking. In het BEMS zijn eisen opgenomen voor de NOx-, SO2- en stofemissies van middelgrote stookinstallaties. Voor gasmotorinstallaties worden ook eisen aan de emissie van onverbrande koolwaterstoffen gesteld. Daarnaast reguleert het BEMS de keuring en het onderhoud van stookinstallaties. Voor nieuwe installaties – installaties die na 1 april in bedrijf worden genomen – gelden de emissie-eisen direct. Op een aantal uitzonderingen na worden de emissie-eisen voor bestaande installaties op 1 januari 2017 van kracht. Tot die datum blijven de huidige eisen in stand. Het regime voor keuring en onderhoud treedt direct op 1 april voor alle stookinstallaties in werking. ■ Willem-Henk Streekstra, 070 – 3490 359,
[email protected]
Wijziging Tracéwet naar Raad van State De ministerraad heeft ingestemd met het wetsvoorstel van minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat en minister Cramer van Ruimte en Milieu dat de Tracéwet wijzigt en de besluitvorming over infrastructuur versnelt. Dit is een uitwerking van het advies ‘Sneller en beter’ van de commissieElverding uit april 2008. Het wetsvoorstel introduceert heldere beslismomenten. Zowel bij de start als bij de keuze voor het uiteindelijke alternatief (voorkeursbeslissing) worden politieke besluiten genomen waarop niet (steeds) teruggekomen kan worden. Het wetsvoorstel maakt duidelijk welke informatie in het besluitvormingsproces nodig is om keuzes te maken. Op die manier moet de onderzoekslast kleiner worden. De hoofdlijnen van het wetsvoorstel zijn al aan de orde geweest in de Tweede Kamer. Eurlings en Cramer komen met een verplichte verkenningsfase waarin betrokkenen een rol spelen. Zo willen zij de kans op nieuwe zienswijzen in een later stadium – en dus vertraging – verkleinen. Ook beperken zij de mogelijkheden voor andere overheden om in beroep te gaan tegen een Tracébesluit van de rijksoverheid. Het wetsvoorstel voorziet in een opleveringstoets na afloop van het project, die de normen voor luchtkwaliteit en geluidhinder controleert. ■ August Mesker, 070 – 3490 333,
[email protected]
4 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
SOCIALE ZAKEN Belangrijkste maatregelen per 1 januari 2010
uitkering vult tot 75 procent van het wettelijk minimumloon aan op wat zij zelf kunnen verdienen.
Koopkracht In 2010 neemt de koopkracht van mensen gemiddeld licht af, maar is in 2009 en 2010 bij elkaar genomen positief, ondanks de economische crisis. Het ministerie van Sociale Zaken moet in 2010 tegenvallers op de begroting wel opvangen met bezuinigingen op andere uitgaven van 430 miljoen euro. De duur en hoogte van uitkeringen blijven onaangetast.
Ook starten in 2010 vier proefprojecten om de kansen van mensen met een arbeidshandicap op een baan bij een normale werkgever te vergroten. Werkgevers bieden werkplekken aan. Zij kunnen een beroep doen op loondispensatie. Dan betalen zij alleen voor de geleverde diensten en wordt het salaris aangevuld uit een uitkering.
Loonstrookjes
Startende ondernemers met een beperking krijgen per 1 januari meer mogelijkheden hun bedrijf uit te oefenen. Zij kunnen nu structureel een aantal voorzieningen krijgen die zij nodig hebben in verband met hun handicap, bijvoorbeeld een voorleeshulp, doventolk of aanpassing van de werkplek. Vanaf het vierde jaar na de start is er een inkomensgrens van toepassing.
Het loonstrookje vertoont in 2010 een lichte daling. Dit komt door een combinatie van factoren: een lagere algemene heffingskorting (20 euro), een lagere arbeidskorting (maximaal 45 euro), een korting van de derde belastingschijf met 1450 euro en een hogere inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringswet (0,15 procent). Het nettoloon daalt hierdoor bij lagere inkomens uiteindelijk met een paar euro en bij hoge inkomens met ongeveer 20 euro per maand. Het loonstrookje zegt echter niet alles over de koopkracht: ook de ontwikkeling van de prijzen van producten (inflatie) is daarvoor van belang, net als allerlei (gemeentelijke) regelingen die gevolgen kunnen hebben voor het inkomen.
Uitzendkrachten Uitzendkrachten krijgen meer mogelijkheden onderbetaling ongedaan te maken. Zij kunnen – als zij zijn ingehuurd door niet-gecertificeerde uitzendbureaus – ook de bedrijven voor wie zij werken, aansprakelijk stellen voor het betalen van het wettelijk minimumloon en vakantiegeld. Bij gecertificeerde uitzendbureaus is dit niet mogelijk.
Deeltijd-WW De deeltijd-WW wordt verlengd tot 1 april 2010. Het kabinet treft verschillende maatregelen om de inzetbaarheid van werknemers te vergroten, zoals de omscholingsbonus. Scholing en een goed loopbaanbeleid maken dat werknemers gemakkelijker kunnen overstappen naar ander werk in een sector waar vacatures zijn.
Lastenvermindering Werkgevers betalen minder premies als zij een oudere werknemer in dienst nemen die eerder een uitkering kreeg op grond van de Algemene Nabestaandenwet. De premiekorting bedraagt 6500 euro per jaar. ■ Mariet Feenstra, 015 – 219 1426,
[email protected]
Bedrijven die voor 1 april 2010 gebruikmaken van de deeltijdWW, kunnen dit verlengen met maximaal 15 maanden. De deeltijd-WW is voor een minimale periode van 26 weken en heeft een minimale omvang van 20 procent per werknemer. In totaal is hiervoor 950 miljoen euro beschikbaar.
Lastenvermindering Werkgevers betalen minder premies als zij een oudere werknemer in dienst nemen die eerder een uitkering kreeg op grond van de Algemene Nabestaandenwet. De premiekorting bedraagt 6500 per jaar. Ook dalen de werkgeverslasten voor banen van jongeren tot 23 jaar met een loon onder 50 procent van het wettelijk minimumloon (kleine banen). Werkgevers betalen voor deze banen in 2010 geen premies voor de WW en de WIA/WAO. Daarnaast zijn kleine banen vrijgesteld van de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW. De werkgever betaalt daarom in 2010 geen vergoeding voor deze bijdrage aan de werknemer. Bij elkaar scheelt dit circa 15 procent van de loonkosten.
Mensen met een beperking Sinds 1 januari gelden nieuwe wettelijke regels voor jonggehandicapten die een uitkering aanvragen. Het recht op arbeidsondersteuning staat in de nieuwe Wajong centraal en niet meer het recht op een uitkering. Uitgangspunt daarbij is wat jongeren wél kunnen, in plaats van wat zij niet kunnen. De
Aanvullende maatregelen AOW Bij de verhoging van de AOW-leeftijd komen er extra maatregelen zodat mensen langer door kunnen werken. Ook kunnen werknemers en zelfstandigen na een lang arbeidsverleden op hun 65ste stoppen. Zij krijgen wel een lagere AOW. Dat staat in de voorontwerpen die minister Donner en staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Werkgevers en werknemers krijgen de wettelijke plicht om ervoor te zorgen dat werknemers duurzaam inzetbaar zijn. Dat kan door de gezondheid van werknemers goed te volgen, te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden en tijdige om- en bijscholing. Mensen die dertig jaar een zwaar beroep uitoefenen, moeten van hun werkgever een aanbod krijgen voor minder belastend werk of begeleiding naar werk bij een ander bedrijf. Als de werkgever dat niet doet, moet hij de werknemer financieel compenseren met 140 procent van het jaarsalaris. Dit moet het mogelijk maken dat de werknemer toch op zijn 65ste kan stoppen. Werkgevers- en werknemersorganisaties in een sector kunnen beroepen voordragen als een zwaar beroep. De regering neemt het uiteindelijke besluit.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
5
SOCIALE ZAKEN Werknemers én zelfstandigen die 42 jaar substantieel (1225 uur per jaar) hebben gewerkt kunnen op hun 65ste stoppen. Aanvankelijk gold dit alleen voor werknemers. Mensen die hiervan gebruikmaken, krijgen wel een lagere uitkering. Voorwaarde is wel dat zij niet in de situatie komen dat ze een beroep moeten doen op de bijstand. Er komt een nieuwe inkomensafhankelijke arbeidskorting om te zorgen dat ook mensen die lang hebben gewerkt en een laag inkomen hebben, op hun 65ste kunnen stoppen. Verder komt het kabinet met een overbrugging voor mensen die op latere leeftijd onverhoopt werkloos of gedeeltelijk arbeidsongeschikt raken en in de bijstand dreigen te komen. Deze komt ongeveer op AOW-niveau te liggen. Mensen hoeven hun opgebouwde vermogen dan niet aan te spreken. De uitkering staat ook los van inkomen of vermogen van hun partner.
De handleiding gaat in op de duur en omvang van de detachering en de voorwaarden waaronder dit passend is. Ook is een voorbeeld van een detacheringsovereenkomst opgenomen. De toolkit bevat een uitleg voor werkgevers en werknemers. Meer informatie: dossier ‘arbeidsmarkt’ op www.vno-ncw.nl. ■ Mariet Feenstra, 015 – 219 1426,
[email protected]
Unaniem advies SER jongeren met stoornissen Jongeren met stoornissen of gedragsproblemen moeten een vaste begeleider krijgen die hen op weg helpt in de samenleving. Alle regelingen voor deze jongeren zijn voor henzelf te ingewikkeld. Dat stelt de Sociaal-Economische Raad (SER) in een unaniem advies aan het kabinet: ‘De winst van maatwerk’.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland zien niets in de door het kabinet voorgestelde regeling voor zware beroepen. Een definitie van een zwaar beroep is niet te geven. De arbeidsomstandigheden zijn de afgelopen jaren verbeterd; dit zal ook in de toekomst het geval zijn als gevolg van innovaties in producten en werkwijzen. Bovendien zijn de mogelijkheden voor ander, lichter werk uiterst beperkt. Het is onredelijk de laatste werkgever te belasten met het aanbod hiervoor. Tussen werkgever en werknemer moet er een balans zijn in rechten en verplichtingen. Van de werknemer mag worden verlangd dat hij niet steeds hetzelfde zware beroep blijft uitoefenen en tijdig omziet naar ander werk, dat voor hem minder belastend is. Verder zullen ook de arbeidsmarktkansen voor werknemers verslechteren als hun beroep wordt aangemerkt als ‘zwaar’. Immers: het risico bestaat dat bij een volgende werkgever geen interesse is in personen met een lang arbeidsverleden in dat beroep. Branches die zware beroepen aanwijzen, worden onaantrekkelijk voor potentiële werknemers. Dit is een ongewenste situatie – mede in het perspectief van de voorziene krapte op de arbeidsmarkt.
Volgens de SER kunnen veel jongeren ondanks een stoornis of gedragsproblemen best een baan vinden, mits zij daarbij hulp op maat krijgen. Het geheel van regelingen en voorzieningen is voor deze jongeren te ingewikkeld, vindt de raad. Daarom is één coördinerend professional nodig die de jongere begeleidt bij diens ‘tocht door de instituties’. Voor de langere termijn moet het kabinet kijken hoe het woud van verschillende instellingen en regelingen voor jongeren met problemen eenvoudiger en overzichtelijker kan. SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan onderstreept het belang van het advies. Veel jongeren met stoornissen of gedragsproblemen dreigen de arbeidsmarkt niet of nooit te bereiken. Daardoor kunnen zij levenslang afhankelijk worden van collectieve voorzieningen. Bovendien blijven daardoor de talenten van deze jongeren onbenut, terwijl ook zij arbeid kunnen verrichten of kunnen meedoen in de samenleving. Rinnooy Kan is blij dat de raad het advies unaniem ondersteunt. ■ Rob Slagmolen, 015 – 219 1238,
[email protected]
VNO-NCW en MKB-Nederland willen op sectorniveau op vrijwillige basis doorgaan met het succesvolle duurzame inzetbaarheidbeleid. Een aantal branches werkt al met van-werk-naar-werk-trajecten. Dit maakt maatwerk op individueel niveau en langere inzetbaarheid mogelijk. Daarnaast is het denkbaar om werknemers met een lang arbeidsverleden en lagere inkomens die voor 67 jaar uittreden, meer te compenseren in hun inkomen. ■ Mario van Mierlo, 015 – 219 1424,
[email protected]
Toolkit voor reïntegratie via detachering De Stichting van de Arbeid heeft samen met het ministerie van Sociale Zaken een toolkit ontwikkeld voor de detachering van zieke werknemers bij andere werkgevers. Deze reïntegratiemogelijkheid komt in beeld als het niet lukt om de werknemer weer aan de slag te krijgen in zijn oude of een andere functie binnen het bedrijf. Veel werkgevers en werknemers deinzen er voor terug om meteen voor een vast dienstverband bij een ander bedrijf te kiezen. Voor hen is detachering een oplossing.
6 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
ESF-geld voor werkloosheidsbestrijding Om de werkloosheid in Nederland het hoofd te bieden, stelt staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken 30 miljoen euro eerder beschikbaar uit de ESF-meerjarenbegroting. Dit bedrag komt bovenop de 50 miljoen euro die hiervoor al is gereserveerd vanuit het Europees Sociaal Fonds (ESF). ESF-geld is bedoeld als steun bij het scheppen van meer banen in de EU. Met het extra geld kunnen gemeenten, UWV Werkbedrijf en opleidings- en ontwikkelingsfondsen mensen aan de slag helpen die niet zo makkelijk aan een baan komen. Dan gaat het bijvoorbeeld om gedeeltelijk arbeidsgeschikten met een aanvullende UWV- of bijstandsuitkering, mensen zonder uitkering die willen werken, Wajongers (jonggehandicapten) of 55-plussers met een uitkering van het UWV of de gemeente. ■ Rob Slagmolen, 015 – 219 1238,
[email protected]
SOCIALE ZAKEN Extra geld voor pilots ‘Werken naar vermogen’ Het kabinet maakt extra geld vrij om mensen met een arbeidsbeperking zoveel mogelijk bij gewone werkgevers te laten werken. Door de grote belangstelling van bedrijven in de sociale werkvoorziening (SW) en Werkpleinen om meer mensen naar vermogen te laten werken, komt er 1,2 miljoen bovenop de al uitgetrokken 2,5 miljoen euro. Dit heeft staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken bekendgemaakt. Om meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen, heeft Klijnsma het startsein gegeven voor vier pilots. Met het extra geld gaan 41 projecten van SW-bedrijven en Werkpleinen van start. Meer dan voorheen moet de focus van de SW-bedrijven liggen op de ontwikkeling van de arbeidsvaardigheden van mensen en de doorstroom naar een gewone baan. Ook de dienstverlening op de Werkpleinen aan mensen met een arbeidsbeperking moet worden verbeterd.
de bestrijding van de jeugdwerkloosheid uit te trekken. Op basis van het Actieplan Jeugdwerkloosheid voert het kabinet sindsdien in samenwerking met regionale partijen verschillende activiteiten uit om werkloosheid onder jongeren tegen te gaan.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW is het eens met de minister dat bestrijding van de jeugdwerkloosheid topprioriteit moet hebben. Wij zijn nauw betrokken bij de daartoe op centraal niveau gemaakte afspraken . Noodzakelijk is dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten namens de gemeenten bij de afspraken met sectoren over het inzetten van de ‘Klijnsma-gelden’ een vraaggerichte aanpak hanteert. Met enkele sectoren zijn al afspraken gemaakt. Het gaat erom dat het voor sectoren financieel mogelijk wordt in deze crisistijd jongeren (vakkrachten )te behouden, dan wel nieuwe leerlingen aan te trekken. Dit laatste met het oog op de straks weer aantrekkende economie, waarin al gauw sprake zal zijn van krapte wegens demografische redenen en het uittreden van de babyboomers. ■ Sip Nieuwsma, 070 – 3490 216,
[email protected]
De pilot om meer werkplekken te creëren bij werkgevers, loopt al. Steeds meer bedrijven openen hun deuren om mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te helpen. Het voorstel voor de pilot waar het instrument loondispensatie – de werkgever betaalt alleen voor geleverde diensten en het salaris wordt aangevuld uit een uitkering – centraal staat, ligt nu in de Tweede Kamer. ■ Mariet Feenstra, 015 – 219 1426,
[email protected]
Rouvoet: bestrijding jeugdwerkloosheid topprioriteit “Bestrijding van de jeugdwerkloosheid is één van de topprioriteiten van de crisisaanpak. We moeten alles op alles zetten om te voorkomen dat aan het einde van de rit blijkt dat vooral jongeren de rekening van ónze economische crisis betaald hebben.” Dit zegt vicepremier en minister voor Jeugd en Gezin Rouvoet in reactie op de nieuwste cijfers over de jeugdwerkloosheid van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Volgens het CBS is in 2009 vooral onder jongeren zonder startkwalificatie de werkloosheid snel toegenomen. Op dit moment is al meer dan 20 procent van hen werkloos. Rouvoet: “Dit onderstreept hoe belangrijk het is dat jongeren hun opleiding afmaken en zo hoog mogelijk onderwijs proberen te halen.” Ook blijken jongeren nadeel te ondervinden van het feit dat zij vaker dan oudere werknemers een tijdelijk contract hebben. Rouvoet maakt zich in het bijzonder zorgen over kwetsbare jongeren. Twee maanden geleden voorspelde Jeugd en Gezin dat de werkloosheid onder deze groep weleens zou kunnen oplopen tot 25 procent. Zij hebben een nog zwakkere positie op de arbeidsmarkt: ze hebben immers niet alleen geen startkwalificatie, maar kampen ook met meervoudige persoonlijke problemen. Rouvoet wil dat er in de regionale aanpakken voldoende aandacht voor deze categorie jongeren is. Deze maand worden de uitkomsten bekend van een door Jeugd en Gezin ingesteld onderzoek naar de voortgang hiervan. De nieuwste cijfers bewijzen volgens Rouvoet dat het kabinet afgelopen voorjaar alle reden had om specifiek 250 miljoen voor
Duurzame inzetbaarheid in cao’s Ruim twee op de drie collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) kennen afspraken over duurzame inzetbaarheid (employability) van werknemers. Vrijwel alle onderzochte cao’s bevatten traditioneel al afspraken over scholing en duurzame inzetbaarheid. De meeste afspraken gaan over scholingsfondsen en trajecten om mensen indien nodig elders aan een baan te helpen. Dit staat in de Najaarsrapportage over de cao-afspraken voor 2009 die minister Donner van Sociale Zaken naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Voor de rapportage zijn 115 cao’s – goed voor circa 5,2 miljoen werknemers – onderzocht; 79 daarvan bevatten afspraken over die duurzame inzetbaarheid. Investeringen in duurzame inzetbaarheid zijn bedoeld om werknemers aantrekkelijk te houden voor de arbeidsmarkt als bijvoorbeeld hun baan bij het eigen bedrijf op de tocht staat. De helft van de nieuwe cao-akkoorden in 2009 bevat een of meer nieuwe of gewijzigde afspraken over employability. De afspraken gaan over manieren om mensen elders aan werk te helpen (van-werk-naar-werk), loopbaanbevordering, ontwikkelingsplannen en arbeidsmarktbeleid en trajecten om ervaring en kennis vast te leggen in certificaten (EVC). De Najaarsrapportage bekijkt ook de loonontwikkeling na het Sociaal Akkoord tussen kabinet en sociale partners in maart 2009. De akkoorden die sindsdien tot stand zijn gekomen, kennen een gemiddelde loonstijging van 1,1 procent, ongeveer op het niveau van de inflatie. Wanneer ook rekening wordt gehouden met loonafspraken in eerder afgesloten cao’s komt de totale loonstijging voor 2009 uit op 2,7 procent: lager dan in 2008, toen sprake was van 3,5 procent. De rapportage laat verder zien dat bijna de helft van de cao’s afspraken bevatten over werkgelegenheid, met name over werkervaringsplaatsen en werkgelegenheidsplannen. In een aantal (principe)akkoorden staan nieuwe afspraken over stageplaatsen voor jongeren. ■ Alfred van Delft, 070 – 3490 218,
[email protected]
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
7
SOCIALE ZAKEN Arbeidsongevallen: Nederland in middenmoot Nederland scoort iets onder het gemiddelde als het gaat om het risico op arbeidsongevallen. Dat blijkt uit de Labour Force Survey. Van alle Nederlandse werkenden die in 2007 meededen aan dit Europese onderzoek, rapporteerde 2,5 procent (ongeveer 200.000 mensen) een of meer arbeidsongevallen. Het Europees gemiddelde ligt op 3,2 procent.
De Europese kerncijfers zien er als volgt uit:
Nederland scoort iets boven het gemiddelde waar het werkgerelateerde aandoeningen betreft (11 procent versus 8,6 procent EU-27). Deze resultaten zijn echter lastiger te vergelijken omdat de vragenlijsten in de Europese landen niet helemaal hetzelfde waren.
Donner ontraadt amendement extra Arbeidsinspecteurs
Ongevallen: ●
●
In de EU-27 heeft in 2007 3,2 procent (in Nederland 2,5 procent) van de werkenden een arbeidsongeval meegemaakt. Dit zijn ongeveer 7 miljoen mensen. 10 procent van deze arbeidsongevallen was een verkeersongeval.
In een brief aan de Tweede kamer ontraadt minister Donner van Sociale Zaken het amendement van Kamerlid Spekman (PvdA) met het voorstel om 100 extra inspecteurs bij de Arbeidsinspectie aan te stellen. De kosten daarvan (12 miljoen euro) vallen substantieel hoger uit dan de 5 miljoen waarmee Spekman rekening had gehouden, aldus Donner.
Werkgerelateerde aandoeningen: ●
●
8,6 procent van de beroepsbevolking in de EU-27 heeft in 2007 last van aandoeningen die door het werk zijn veroorzaakt of erger worden door het werk (Nederland 11 procent). Deze cijfers zijn door een verschil in vragenlijst echter niet helemaal vergelijkbaar. Klachten aan het bewegingsapparaat en stress, angst of depressie worden het meest genoemd.
Onderzoeksinstituut TNO analyseerde in opdracht van Eurostat de gegevens van een Europese enquête over veiligheid en gezondheid op het werk. De Labour Force Survey over 2007 werd gehouden onder de beroepsbevolking in alle 27 EU-landen, Kroatië en Noorwegen.
Meer informatie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_OFFPUB/KS-SF09-063/EN/KS-SF-09-063-EN.PDF of www.tno.nl/ongevallen. ■ Bob Koning, 070 – 3490 229,
[email protected]
8 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
Bovendien is de minister het niet eens met de dekkingsvoorstellen bij het amendement. Spekman had voorgesteld de helft van de dekking te halen uit de invoering van een loondoorbetalingsverplichting voor zieke uitzendkrachten en de andere helft uit hogere boeteopbrengsten. Het eerste is volgens Donner niet alleen juridisch lastig te realiseren, maar leidt ook tot een lastenverzwaring voor de uitzendsector. Tot slot vindt hij het ‘principieel onjuist en financieel ondeugdelijk’ om de opbrengst van boetes als financiële basis te hanteren voor de inspectiediensten die deze boetes moeten genereren. ■ Bob Koning, 070 – 3490 229,
[email protected]
Uitspraak over dodelijk ongeval met heftruck Op het terrein van een scheepswerf rijdt een door een onderaannemer ingeleende werknemer mee op een heftruck. Hij springt of valt van de rijdende heftruck, waarna zijn jas bekneld raakt
SOCIALE ZAKEN tussen de linkerachterband van het voertuig en het wegdek. Daardoor scheuren enkele belangrijke bloedvaten in de borstkas af en het slachtoffer overlijdt aan een inwendige bloeding. De vorkheftruck werd bestuurd door een 17-jarige werknemer van de scheepswerf die niet in het bezit was van een certificaat of rijbewijs. Bij de rechter voerde de werkgever aan dat de scheepswerf sinds 2003 VCA-gecertificeerd is en dat uit uitvoerige instructies en controles nooit iets is gebleken van gevaar bij het gebruik van heftrucks. Bovendien maakte hij gebruik van professionele uitzendbureaus en wist de betrokken werknemer dat hij niemand op de heftruck mee mocht nemen. Ook zat er een sticker op de heftruck waaruit blijkt dat meerijden verboden is. Kortom: volgens de werkgever waren er voldoende doeltreffende maatregelen genomen om gevaar te voorkomen. De rechtbank oordeelt dat op het terrein van een scheepswerf altijd gevaar te duchten is voor de veiligheid en/of de gezondheid van personen, in verband met verkeersbewegingen van heftrucks, kranen en ander groot materieel in combinatie met los liggende voorwerpen en rondlopend personeel. Handhaving van de Arboregels is dus van groot belang. Dat geldt zeker als binnen het bedrijf veelvuldig wordt gewerkt met door onderaannemers ingeleend personeel. Tijdens de zitting blijkt dat de werkgever niet met de onderaannemers overlegde over de naleving van de veiligheidsvoorschriften. Ook was het toezicht op jeugdig personeel niet georganiseerd. In de arbeidscontracten met de werknemers was niets opgenomen over de naleving van veiligheidsvoorschriften en eventuele sancties (dan wel een beloningssysteem) bij (niet) overtreden van die voorschriften. Volgens de rechtbank heeft de scheepswerf daarom een situatie gecreëerd waarin bij haar werkzame niet gecertificeerde (jeugdige) personen de op haar terrein gebruikte vorkheftrucks konden besturen en dat (door anderen ingeleende) werknemers op die heftrucks meereden, met alle mogelijke gevaarlijke situaties van dien. Dit is een tekortkoming op het gebied van voorzorgsmaatregelen en veiligheidseisen, die aan de werkgever kan worden toegerekend. Uiteindelijk moest de scheepswerf een geldboete van 20.000 euro betalen.
bereiden van deze producten. Over de gevolgen van blootstelling aan ascorbinezuur voor de vruchtbaarheid is nog onvoldoende bekend: de Gezondheidsraad adviseert daarom ascorbinezuur niet te classificeren voor het criterium ‘effect op de vruchtbaarheid’. Op basis van voldoende, betrouwbare gegevens uit dierproeven adviseert de Gezondheidsraad ascorbinezuur ook niet te classificeren voor het criterium ‘effect op het nageslacht’. Waterstoffluoride wordt gebruikt voor het maken van organische en anorganische fluorverbindingen. Daarnaast heeft het een functie als katalysator in alkyleringsreacties in de petrochemische industrie (de productie van ‘groene’ benzine), bij het etsen van glas en het beitsen van roestvrij staal. Natriumfluoride wordt voornamelijk gebruikt voor het voorkomen van cariës. Op basis van voldoende, betrouwbare gegevens uit dierproeven adviseert de Gezondheidsraad zowel waterstoffluoride als natriumfluoride niet te classificeren voor het criterium ‘effect op de vruchtbaarheid’ en het criterium ‘effect op het nageslacht’. De adviezen zijn uitgebracht in het Engels en voorzien van een Nederlandse samenvatting. Zij zijn te downloaden van de website (www.gr.nl) of verkrijgbaar bij het secretariaat van de Gezondheidsraad: fax 070 – 340 75 23, e-mail:
[email protected], www.gr.nl. Nadere inhoudelijke inlichtingen verstrekken dr. A.S.A.M. van der Burght (070 – 3407017,
[email protected]) of drs. J.T.J. Stouten (070 – 3407004,
[email protected]). ■ Bob Koning, 070 – 3490 229,
[email protected]
Lijst van mutagene stoffen Minister Donner van Sociale Zaken heeft de lijst met mutagene stoffen gepubliceerd zoals bedoeld in het Arbeidsomstandighedenbesluit. Ter verduidelijking van de vraag om welke stoffen en processen het hier in ieder geval gaat, houdt het ministerie van Sociale Zaken een lijst bij van mutagene stoffen die moeten worden geclassificeerd als ‘categorie 1 en 2 mutageen’ volgens de Europese richtlijn over de indeling, verpakking en kenmerken van gevaarlijke stoffen. Deze lijst bestaat uit stoffen die door de EU ingedeeld zijn als mutageen en zijn opgenomen in bijlage VI bij de Verordening EC 1272/2008.
■ Bob Koning, 070 – 3490 229,
[email protected]
Ascorbinezuur, waterstoffluoride en natriumfluoride In twee adviezen aan minister Donner van Sociale Zaken beoordeelt de Gezondheidsraad de gevolgen van blootstelling aan ascorbinezuur (vitamine C) en waterstof- en natriumfluoride voor de vruchtbaarheid en de ontwikkeling van het nageslacht. De bevindingen dienen als uitgangspunt voor de wettelijke classificatie als reproductietoxische stof. Ascorbinezuur wordt voornamelijk gebruikt als antioxidant in voedingsmiddelen, voedingssupplementen en geneesmiddelen. Beroepsmatige blootstelling kan plaatsvinden bij het
Deze versie van de lijst is ook te vinden op www.szw.nl (onder ‘veilig werken’ en ‘kankerverwekkende stoffen’). Twee keer per jaar wordt de meest recente versie gepubliceerd in de Staatscourant. ■ Bob Koning, 070 – 3490 229,
[email protected]
Niet-limitatieve lijst voor de voortplanting giftige stoffen Minister Donner van Sociale zaken heeft de niet-limitatieve lijst van voor de voortplanting giftige stoffen gepubliceerd, waarop de aanvullende registratieplicht van toepassing is zoals bedoeld in het Arbeidsomstandighedenbesluit.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
9
SOCIALE ZAKEN Ter verduidelijking van de vraag om welke stoffen het hier in ieder geval gaat, houdt het ministerie van Sociale Zaken een lijst bij van voor de voortplanting giftige stoffen die moeten worden geclassificeerd als ‘voor de voortplanting giftig’ en/of ‘kan schadelijk zijn via borstvoeding’ volgens de Europese richtlijn over de indeling, verpakking en kenmerken van gevaarlijke stoffen.
● ●
●
●
De lijst bestaat uit stoffen die: ● in bijlage VI van Verordening EC 1272/2008 zijn opgenomen als ‘voor de voortplanting giftig’ en/of ‘kan schadelijk zijn via de borstvoeding’ en/of ● door de Gezondheidsraad als zodanig zijn geclassificeerd.
●
●
Twee keer per jaar wordt de meest recente versie van de lijst gepubliceerd in de Staatscourant. Deze is ook te vinden op www.szw.nl (onder ‘veilig werken’ en ‘giftige stoffen voor de voortplanting’).
●
●
■ Bob Koning, 070 – 3490 229,
[email protected] ●
Lijst van kankerverwekkende stoffen en processen Minister Donner van Sociale Zaken heeft de lijst met kankerverwekkende stoffen en processen gepubliceerd zoals bedoeld in het Arbeidsomstandighedenbesluit. Ter verduidelijking van de vraag om welke stoffen en processen het hier in ieder geval gaat, houdt het ministerie van Sociale Zaken een lijst bij van kankerverwekkende stoffen die moeten worden geclassificeerd als ‘categorie 1 en 2 kankerverwekkend’ volgens de Europese richtlijn over de indeling, verpakking en kenmerken van gevaarlijke stoffen.
●
●
● ●
●
●
De lijst bestaat uit stoffen en processen die: ● door de Gezondheidsraad zijn geclassificeerd als kankerverwekkend, en/of ● door de EU ingedeeld zijn als zodanig en opgenomen in bijlage IV van de Verordening EC 1272/2008 en bijlage 1 bij Richtlijn 2004/37/EG.
●
●
voor diervoeders over fysieke belasting en gevaarlijke stoffen; voor de vleesindustrie over fysieke belasting (waaronder beeldschermwerk), inrichting werkplek en arbeidsmiddelen (mesveiligheid en machineveiligheid); voor de suikerverwerkende industrie over fysieke belasting en fysische factoren (temperatuur); voor de industriële bakkerijen over fysische factoren (geluid en temperatuur); voor orthopedische schoentechnici over inrichting arbeidsplaatsen, arbeidsmiddelen, persoonlijke beschermingsmiddelen, bedrijfshulpverlening, voorlichting, instructie en toezicht; voor podiumkunsten over fysieke belasting en arbeidsmiddelen (hijsen en heffen); voor universitaire medische centra over fysieke belasting (waaronder beeldschermwerk) en gevaarlijke stoffen (anesthetica); voor landelijke huisartsen over psychosociale arbeidsbelasting (ongewenst gedrag), fysische factoren (klimaat en verlichting) en fysieke belasting (beeldschermwerk); voor ambachtelijke bakkerijen over fysieke belasting en arbeidsmiddelen (machineveiligheid); voor suikerwerk en chocoladeverwerkende industrie over fysieke belasting, arbeidsmiddelen (machineveiligheid) en fysische factoren (geluid); voor handel in wijn en dranken over fysieke belasting (ergonomie), inrichting arbeidsplaatsen (elektrische installaties, inrichtingseisen) en arbeidsmiddelen (heftrucks); voor recreatie over fysieke belasting (ergonomie); voor dierenartspraktijken over fysieke belasting (ergonomie en beeldschermwerk) en psychosociale arbeidsbelasting (werkdruk, seksuele intimidatie); voor sociale werkvoorziening over psychosociale arbeidsbelasting (agressie en geweld) en fysische factoren (geluid); voor vleeswaren over fysieke belasting (ergonomie), arbeidsmiddelen en inrichting arbeidsplaatsen; voor groothandel in levensmiddelen over fysieke belasting (tillen, duwen, trekken), fysische factoren (trillingen), inrichting arbeidsplaatsen en arbeidsmiddelen; voor mode en interieurindustrie over fysieke belasting (waaronder beeldschermwerk) en machineveiligheid.
Deze versie van de lijst is ook te vinden op www.szw.nl (onder ‘veilig werken’ en ‘kankerverwekkende stoffen’). Twee keer per jaar wordt de meest recente versie gepubliceerd in de Staatscourant.
De goedgekeurde arbocatalogi zijn opgenomen in de Beleidsregel Arbocatalogi. In een arbocatalogus beschrijven werkgevers en werknemers op eigen initiatief hoe zij voldoen aan voorschriften van de overheid voor veilig en gezond werken.
■ Bob Koning, 070 – 3490 229,
[email protected]
■ Bob Koning, 070 – 3490 229,
[email protected]
Nieuwe arbocatalogi goedgekeurd De Arbeidsinspectie heeft de volgende nieuwe arbocatalogi goedgekeurd: ● voor de ambulancezorg over psychosociale arbeidsbelasting (werkdruk, agressie en geweld en traumatische ervaringen) en fysieke belasting; ● voor vaste medewerkers in de uitzendbranche over psychosociale arbeidsbelasting (werkdruk en agressie en geweld); ● voor de afvalverwerking over psychosociale arbeidsbelasting (agressie en geweld; werkdruk) en fysieke belasting;
10 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
Aanwijzing TüV Nederland als keuringsinstelling machines Minister Donner van Sociale Zaken heeft TÜV Nederland QA B.V., De Waal 21c te Best, aangewezen als aangewezen aangemelde instelling Warenwetbesluit machines voor de keuring van machines, richtlijn 2006/42/EG, die bevoegd is tot het verrichten van EG-typeonderzoek overeenkomstig bijlage IX van de richtlijn en artikel 5, onderdeel b, onder 2° en artikel 5, onderdeel c, onder 1° van het besluit en het afgeven van verklaringen van EG-typeonderzoek met betrekking tot:
SOCIALE ZAKEN ●
hijs- en hefwerktuigen voor het heffen van personen waarbij een gevaar voor een vrije val van meer dan 3 meter bestaat (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 17).
Deze beschikking geldt sinds 29 december 2009 en vervalt met ingang van 29 december 2013. ■ Bob Koning, 070 – 3490 229,
[email protected]
Deze beschikking geldt sinds 29 december 2009 en vervalt met ingang van 1 januari 2013. ■ Bob Koning, 070 – 3490 229,
[email protected]
Aanwijzing SGS Nederland als keuringsinstelling machines Minister Donner van Sociale Zaken heeft SGS Nederland B.V., Malledijk 18 te Spijkenisse aangewezen als aangewezen aangemelde instelling, die bevoegd is tot het verrichten van EG-typeonderzoek overeenkomstig bijlage IX van de richtlijn en artikel 5, onderdeel b, onder 2° en artikel 5, onderdeel c, onder 1° van het besluit en het afgeven van verklaringen van EG-typeonderzoek met betrekking tot: ● hijs- en hefwerktuigen voor het heffen van personen waarbij een gevaar voor een vrije val van meer dan 3 meter bestaat (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 17).
Aanwijzing Liftinstituut als keuringsinstelling machines Minister Donner van Sociale Zaken heeft Liftinstituut B.V. Buikslotermeerplein 381 te Amsterdam aangewezen als aangewezen aangemelde instelling, die bevoegd is tot het verrichten van EG-typeonderzoek overeenkomstig bijlage IX van de richtlijn en artikel 5, onder c, van het besluit en het afgeven van verklaringen van EG-typeonderzoek en het beoordelen van kwaliteitsborgingssystemen overeenkomstig bijlage X van de richtlijn en artikel 5, onder c, van het besluit met betrekking tot: ● met de hand geladen vuilnisauto’s met perssysteem (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 13); ● hefbruggen voor voertuigen (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 16); ● hijs- en hefwerktuigen voor het heffen van personen waarbij een gevaar voor een vrije val van meer dan 3 meter bestaat (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 17).
■ Bob Koning, 070 – 3490 229,
[email protected] Deze beschikking geldt sinds 29 december 2009 en vervalt met ingang van 1 maart 2013.
Aanwijzing KEMA Quality als keuringsinstelling machines Minister Donner van Sociale Zaken heeft KEMA Quality B.V., Utrechtseweg te Arnhem aangewezen als aangewezen aangemelde instelling, die bevoegd is tot het verrichten van EG-typeonderzoek overeenkomstig bijlage IX van de richtlijn en artikel 5, onderdeel b, onder 2° en artikel 5, onderdeel c, onder 1° van het besluit en het afgeven van verklaringen van EG-typeonderzoek met betrekking tot: ● cirkelzagen (eenbladig en meerbladig) voor de bewerking van hout en daarmee te stellen materialen (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 1 en 1.1 t/m 1.4); ● vlakschaafmachines met handvoeding voor houtbewerking (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 2),–eenzijdige schaafmachines met manuele toevoer en/of afvoer voor houtbewerking (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 3); ● lintzagen met vast of beweegbaar tafelblad en lintzagen met beweegbare slede met manuele toevoer en/of afvoer voor houtbewerking daarmee gelijk te stellen materialen (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 4); ● gecombineerde machines van de in Bijlage IV van de richtlijn, categorie 1 tot en met 4 en categorie 7 bedoelde types machines voor de bewerking van hout en daarmee gelijk te stellen materialen (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 5); ● pennenbanken met verschillende spillen met handvoeding voor houtbewerking (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 6); ● freesmachines met verticale as, met handvoeding voor de bewerking van hout en daarmee gelijk te stellen materialen (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 7); ● draagbare kettingzaag machines voor houtbewerking (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 8).
■ Bob Koning, 070 – 3490 229,
[email protected]
Verlenging aanwijzing Certificerende Instelling voor professionele duikers Minister Donner van Sociale Zaken heeft de aanwijzing van de stichting Nationaal Duikcentrum, Buitenhofdreef 280 te 2625 RE Delft, als certificerende instelling voor professionele duikers verlengd voor de duur van vier jaar tot 1 januari 2014.
■ Bob Koning, 070 – 3490 229,
[email protected]
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
11
EUROPA Eén kantoor in Brussel Zoals bekend hebben VNO-NCW en MKB-Nederland sinds 31 augustus een gezamenlijk beleidsbureau in de Malietoren in Den Haag. In Brussel werkten de twee organisaties al samen, direct of via hun Europese koepels. Vanaf 1 januari zijn zij gevestigd in één kantoor aan de Archimedesstraat.
Spaans voorzitterschap Spanje heeft op 1 januari het voorzitterschap van de EU overgenomen van Zweden. Het vierde voorzitterschap van Spanje zal in het teken zal staan van de implementatie van het Verdrag van Lissabon, economisch herstel en sociaal beleid. Dit gebeurt onder leiding van de socialistische premier Zapatero.
Institutioneel Vóór april wil Spanje de ‘European External Action Service’ gerealiseerd hebben. Daarmee krijgt de EU een van de grootste diplomatieke diensten van de wereld. Tijdens het Spaans voorzitterschap vinden er veertien bilaterale toppen plaats, onder andere met Rusland, de Verenigde Staten, Canada, Mexico, Latijns-Amerika en Egypte.
Economisch herstel en toezicht Coördinatie van economisch beleid moet zorgen voor duurzame economische groei en verbeterd toezicht. Begin dit jaar presenteert Commissievoorzitter Barroso concrete voorstellen voor de Europese groeistrategie. De resultaten van de publieke consultatie zijn bekend tijdens de voorjaarstop in maart. In samenwerking met de sociale partners komt er vervolgens een nieuwe strategie voor groei en werkgelegenheid tot stand.
Sociaal beleid Het Spaanse voorzitterschap heeft zich tot doel gesteld de EU socialer te maken. Zo komen er voorstellen op het gebied van gendergelijkheid – de gelijkstelling en gelijke behandeling van mensen met een verschillend geslacht, gender of geaardheid in het maatschappelijk verkeer en voor de wet – en een gezonde levensstijl. Ook wil Spanje de implementatie verbeteren van de werktijdenrichtlijn en de richtlijn voor werknemers in de postsector. Voor de langere termijn is een ‘groep van wijze mannen’ samengesteld om een visie voor Europa tussen 2020 en 2030 te ontwikkelen. De uitkomsten worden nog onder het Spaans voorzitterschap verwacht. Ook voormalig Eurocommissaris Mario Monti presenteert komend half jaar zijn aanbevelingen voor de interne markt (medio april). Tijdens het Spaans voorzitterschap zal waarschijnlijk een beslissing vallen over de toetreding van Estland tot de eurozone.
Belangrijke data Spaans voorzitterschap 8 januari
Spaans voorzitterschap presenteert zijn prioriteiten in het Europees Parlement 11 februari Extra top van EU-leiders over de economische situatie van Europa
12 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
25 maart Lente 18 mei Juni 1 juli
Voorjaarstop met mogelijke aanname van de post2020 Lissabon-strategie EU-VS-top EU-Latijns-Amerika-top G-20 in Huntsville, Canada België wordt voorzitter van de EU
Prioriteiten nieuwe eurocommissarissen Het Europees Parlement hoort in de week van 11 tot en met 19 februari de kandidaat-eurocommissarissen over hun kennis, ervaring en ideeën voor hun portefeuilles. Al eerder gaven de commissarissen schriftelijk inzicht in hun prioriteiten. Hieronder een selectie van mogelijke Europees beleidsinitiatieven: Digitale agenda (Kroes): toegang tot breedbandinternet voor alle Europeanen in 2013, steun voor ict en onderzoek, koop buitenlandse websites gemakkelijker maken. In juni komt er een tussenrapport over de tarieven voor grensoverschrijdende telefoongesprekken, sms-verkeer en mobiel internet. Klimaat (Hedegaard): regels voor de veiling van jaarlijkse CO2quota’s in het Europese Systeem van Emissiehandel (ETS). Herziening ETS (NOx-emissie van de luchtvaartsector) en herziening richtlijn koolstofafvang en -opslag in 2015, inclusief normen voor nieuwe verbrandingsinstallaties. Uitgangspunt is een beleid dat niet alleen klimaatverandering tegengaat, maar ook zorgt voor nieuwe banen en minder afhankelijkheid van traditionele brandstoffen. Milieu (Potocnik): effectieve implementatie van de Reachrichtlijn – die ondernemingen verplicht de chemische stoffen die zij in hun producten verwerken, te testen op hun gezondheids- en milieu-effecten –, heroverweging van het herzieningsvoorstel nationale emissieplafonds, onafhankelijke evaluatie van het zesde milieuactieplan, afronden Natura 2000-netwerk, verlies aan biodiversiteit voorkomen. Transport (Kallas): ‘decarbonising’ van de transportsector, trapsgewijs invoeren van tarieven voor alle transportmodaliteiten voor externe kosten – alle kosten die veroorzaakt worden door een transportvorm en niet doorgerekend worden in de marktprijs, zoals van veiligheid, congestie en geluidshinder – , herziening richtsnoeren transEuropese vervoersnetwerken, witboek ‘Europees transportbeleid’. Belastingen (Semeta): onderzoek naar de haalbaarheid van een gemeenschappelijke belastinggrondslag vennootschapsbelasting, herziening richtlijn ‘Energy Taxation’ om aan te sluiten bij ETS met een ‘element van belasting op koolstofdioxide binnen het brede kader van belasting voor vergroening’. Financieel-economisch (Rehn): gecoördineerde exit-strategie uit de steunmaatregelen, grotere rol van de EU in G-20, mededelingen over een sterkere Europese deelname in internationale financiële instituties en toezicht in de eurozone, groenboek ‘Duurzaamheid van pensioenen in de EU’, wetgevend voorstel over het mandaat van de Europese Investeringsbank.
EUROPA Sociaal (Andor): evaluatie van de arbeidstijdenrichtlijn (eventueel met een verzoek aan de sociale partners om in de Europese sociale dialoog overeenstemming te vinden), initiatieven om de uitzendrichtlijn te implementeren. Richtlijn ter bescherming van werknemers tegen de risico’s van spier- en gewrichtsaandoeningen en de blootstelling aan elektromagnetische velden, groenboek ‘Europees raamwerk voor duurzame pensioenstelsels en publieke sociale diensten’. Budget (Lewandowski): vanaf 2013 meer budgettaire flexibiliteit om op toekomstige uitdagingen te kunnen reageren. Consolideren van de uitgaven voor traditioneel EU-beleid. Kernprioriteiten zijn: het Europees concurrentievermogen, klimaatverandering en energieleveringszekerheid. De mededeling over ‘budget review’ moet ook de prioriteiten uit de EU 2020-strategie bevatten, waarover de Europese Raad in maart zal besluiten. JBZ (Malmström): voorstel voor de richtlijn over voorwaarden voor het toelaten van seizoensarbeiders en de toelating en het tijdelijk verblijf van werknemers uit derde landen die binnen een concern worden overgeplaatst (voorjaar 2010), groenboek over familieher-eniging. Het Europees Parlement stemt op 26 januari over het gehele voorstel. Zie voor een overzicht van de hoorzittingen van het parlement en de schriftelijke antwoorden van de commissarissen: http://www.europarl.europa.eu/hearings/default.htm? language=NL.
Extra EU-top over economie De Europese president Herman van Rompuy organiseert een extra EU-top om over de huidige economische situatie te spreken. Dan zal ook Commissievoorzitter Barroso zijn eerste voorstellen voor de EU 2020-strategie presenteren. De top vindt plaats op 11 februari. Op 8 januari kwamen Barroso, Zapatero (Spaans voorzitterschap) en Van Rompuy bij elkaar om de activiteiten voor komende zes maanden te coördineren. ■ Linda van Beek, + 32-2-5100872,
[email protected] ■ Esmeralde van Vliet, + 32-2-5100874,
[email protected]
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
13
ALGEMEEN Gedragscode tegen misbruik inkoopmacht Minister Van der Hoeven van Economische Zaken wil dat grote afnemers en leveranciers een gedragscode afspreken om misbruik van de inkoopmacht te voorkomen. De helft van de ondervraagde leveranciers uit het midden- en kleinbedrijf is de dupe van achteraf eenzijdig veranderde afspraken, blijkt uit onderzoek van EIM. Van der Hoeven schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer. EIM heeft onderzoek gedaan naar misbruik van inkoopmacht bij voedingsmiddelen en dranken, kleding en schoenen, tapijten, vloerbedekkingen, woningtextiel en bouwmaterialen. Dit zijn namelijk sectoren die zich kenmerken door (veel) kleine leveranciers en (weinig) grote afnemers. De mate waarin bedrijven te maken krijgen met eenzijdig gewijzigde voorwaarden van al gesloten contracten, verschilt per branche. Zo heeft 42 procent van de importeurs/producenten van kleding en schoenen te maken met misbruik. In de sector voedingsmiddelen en dranken is dat 28 procent en bij de handelaren in bouwmaterialen 14 procent. Het gaat dan bijvoorbeeld om het veranderen van de leveringsvoorwaarden of het verlengen van de betalingstermijnen van 30 naar 45, 60 of 90 dagen. De kenmerken van een branche verklaren het verschijnsel inkoopmacht. In de voedingssector hebben producenten van huismerken en merkloze producten een beperkt aantal afnemers. Hierdoor is er meer kans op misbruik van inkoopmacht dan bij de producenten van A-merken. Bij importeurs/producenten van kleding en schoenen is er sprake van versnippering en overcapaciteit, waardoor de kans op misbruik toeneemt. Handelaren in bouwmaterialen hebben het minst last, omdat er meer afnemers zijn. ■ Huib Klamer, 070 – 3490 468,
[email protected]
Publicatie Bilderbergconferentie Hoe kunnen we het vertrouwen in ons financiële systeem herstellen? Hoe kunnen we de economie verduurzamen? Welke vernieuwingen vraagt dit van politiek en bedrijfsleven? Dat zijn de vragen die centraal staan op de 48ste Bilderbergconferentie van VNO-NCW, met als thema ‘duurzaam herstel’. De conferentie vindt plaats op 5 en 6 februari. Als opmaat is de publicatie ‘Duurzaam herstel’ verschenen, met interviews met: Jan Hommen, CEO ING Groep (‘Back to basics’), Donald Kalff, adviseur en publicist (‘Ik vecht niet tegen windmolens’), Meiny Prins, DGA Priva Holding (‘Het kan morgen al een stuk duurzamer’), Peter de Wit, directeur Shell Nederland (‘Tijd creeren voor duurzame oplossingen’), Anne-Jan Zwart, DGA Ecostyle (‘Een nieuwe economische orde’), Sylvia Borren, Worldconnector (‘Een andere wereld is mogelijk’) en Wim van de Donk, voormalig voorzitter WRR (‘Een tijd van grote verwarring’). Verder staat het essay van Lans Bovenberg ‘Herstel van vertrouwen in samenleving en bedrijfsleven’ in het boekje.
14 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 1 / 15 JANUARI 2010
Geïnteresseerden kunnen een gratis exemplaar opvragen bij Danny van der Ven:
[email protected]. ■ Huib Klamer, 070 – 3490 468,
[email protected]