inhoud Economische Zaken

05 12–02–2010

inhoud

Economische Zaken Weekbulletin Weekbulletin is een uitgave van VNO-NCW. Sinds 1 september 2009 werken VNO-NCW en MKB-Nederland intensief samen. De secretarissen van beide organisaties vormen sindsdien één gemeenschappelijk beleidsbureau dat in opdracht werkt voor beide verenigingen. Het kan dus voorkomen dat er ook contactpersonen van MKB-Nederland in Weekbulletin worden vermeld.

Digitale versie Weekbulletin Weekbulletin is ook digitaal te raadplegen en te downloaden als Word- en pdf-bestand via het ledennet (inloggen via www.vno-ncw.nl).Indien u nog niet over de benodigde toegangscode beschikt kunt u zich aanmelden via het 'aanvraagformulier toegang ledennet'. Dit is te vinden op de website onder het kopje: Over VNO-NCW > Ledennet.

E-mail Vragen en/of opmerkingen over berichten in VNO-NCW Weekbulletin kunnen ook per elektronische post worden ingezonden. Het juiste e-mailadres is na elk bericht opgenomen. De redactie is bereikbaar via [email protected]

Conjunctuurinformatie

1

Nederland verruimt TASK-faciliteit

1

Noord-Hollandse missie naar China

1

Voorraad IPv4-adressen onder 10 procent

2

Subsidieprogramma Milieu & Technologie geopend

2

Herziening milieueffectbeoordeling op 1 juli

2

Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar gewijzigd

2

Sociale Zaken Tweede Kamer stemt in met Tijdelijke wet loondispensatie

3

Nieuw nationaal pensioenregister

3

Werkgevers graag aan de slag met ‘werkschool’

3

MKB blij met Associate-degreeprogramma

3

Europa Informele top 11 februari

5

Commissie evalueert Lissabon-strategie

5

Verzending en adreswijzigingen

Europese inzet klimaat

5

Voor vragen over de verzending van Weekbulletin of voor adreswijzigingen: Sander Kok, [email protected] of telefoon: 070 - 3490 336

Implementatie Dienstenrichtlijn

5

Agenda BUSINESSEUROPE 2010-2014

6

Europa in 2025

6

Antwoordnummer Antwoordnummer VNO-NCW, het algemene informatienummer voor de leden, is op werkdagen bereikbaar van 8.30 - 17.30 uur onder telefoonnummer 070 - 3490 366. Buiten deze uren is het te bereiken per elektronische post: [email protected]

Algemeen Nieuwe criteria Transparantiebenchmark

7

Conferentie over kinderarbeid in Den Haag

7

weekbulletin vno-ncw / editie 5 / 12 februari 2010

economische zaken Conjunctuurinformatie Rente nauwelijks veranderd De langetermijnrente in Nederland – afgemeten aan het rendement van de jongste tienjarige staatslening – bedroeg in januari 3,5 procent. Vergeleken met december is de rente nauwelijks veranderd. De Europese Centrale Bank (ECB) besloot in mei 2009 de rentetarieven aan te passen. Het belangrijkste rentetarief van de ECB, de reporente, werd toen met een kwart procentpunt verlaagd en ligt vanaf 13 mei op 1,0 procent. De depositorente bleef ongewijzigd op 0,25 procent. De depositorente wordt vaak beschouwd als de bodem op de rentemarkt. Een belangrijk richtsnoer voor de ECB bij het bepalen van het rentepeil is de hoogte van de inflatie in het eurogebied. Volgens de ECB heerst er prijsstabiliteit als de inflatie in de eurozone in de buurt van de 2 procent ligt. Volgens berekeningen van Eurostat – het Europees statistisch bureau – was er in januari in de eurozone een inflatie van 1,0 procent.

Industrie produceert iets meer De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in december 1 procent hoger dan in december 2008. In november was de productie nog 2 procent lager dan een jaar eerder. De grote terugval in de productie begon in november 2008. De industriële productie lag in december 2008 en vervolgens in het eerste half jaar van 2009 circa 13 procent lager dan een jaar eerder. Sindsdien is de afname steeds kleiner geworden. In december was er voor het eerst weer een hogere productie. In de aardolie-, chemische en rubber- en kunststofproductenindustrie was de productie 19 procent hoger dan een jaar eerder. Ook de elektrotechnische en machine-industrie produceerde meer. In de overige branches was de productie lager dan in december 2008. Voor het bepalen van de kortetermijnontwikkeling van de productie kan het beste gekeken worden naar de seizoengecorrigeerde cijfers. Omdat de seizoenvrije maandcijfers soms een wat grillig verloop vertonen, wordt hiervoor het tweemaandsgemiddelde ten opzichte van twee maanden eerder gebruikt. Na correctie voor werkdageffecten en seizoeninvloeden was de industriële productie in november en december 1 procent kleiner dan die in september en oktober.

ling wordt geraamd op ongeveer 2 procent. De door de industrie verkochte producten waren 1 procent duurder dan in december 2008. Binnen de industrie was het beeld wisselend. De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie realiseerde 26 procent meer omzet. De voedings- en genotmiddelenindustrie zette nagenoeg evenveel om als een jaar eerder. De overige branches hadden minder omzet. Over heel 2009 zagen de ondernemers hun omzet met 20 procent afnemen. Op de exportmarkt was de omzet 23 procent lager, op de binnenlandse markt 17 procent. ■■Peter Bongaerts, 070 – 3490 443, [email protected]

Nederland verruimt TASK-faciliteit De TASK-faciliteit – die kortlopende handelskredieten verzekerd – wordt goedkoper en toegankelijker. Hierdoor kunnen meer bedrijven ervan gebruik maken.De faciliteit wordt goedkoper omdat de door bedrijven tebetalen premie omlaag gaat van 1,5 procent naar 1 procent per 3 maanden. Daarnaast zijn de voorwaarden aangepast, waardoor er binnen de aangepaste TASKfaciliteit meer bedrijven in aanmerking komen voor verzekering. De regeling loopt tot en met 31 december 2010. De TASK-faciliteit is ingesteld omdat ondernemingen door de financiële crisis in sommige gevallen onvoldoende verzekering kunnen krijgen op handelskredieten. Dat kan een belemmering zijn voor de handel. De TASK-faciliteit is een tijdelijke aanvullende staatsverzekering die bedrijven de mogelijkheid biedt om met dekking van de Staat de verzekerde limieten bij de verzekeraar te verdubbelen. Deze overheidsregeling wordt uitgevoerd door de private kredietverzekeraars, zodat bedrijven bij hun eigen verzekeraar terecht kunnen om er gebruik van te maken. ■■Peter Bongaerts, 070 – 3490 443, [email protected]

Noord-Hollandse missie naar China

Omzet industrie iets toegenomen

Gedeputeerde Jaap Bond van de provincie Noord-Holland nodigt het Nederlandse bedrijfsleven uit om deel te nemen aan een economische missie naar China van 9 tot 16 mei. De missie – die vooral in het teken van duurzaamheid staat – biedt ondernemers de kans op een entree op de Chinese markt of op het intensiveren van bestaande handelsrelaties. De provincie koppelt Nederlandse ondernemers aan interessante, potentiële relaties in China.

Ondernemers in de industrie behaalden in december 3 procent meer omzet dan een jaar eerder. In november was de omzet nog 4 procent lager dan in november 2008. De grote terugval in de omzet begon in november 2008. De industriële omzet was vervolgens in de eerste negen maanden van 2009 zo’n 20 à 30 procent lager dan een jaar eerder. Sindsdien is de afname steeds kleiner geworden. In december was er voor het eerst weer een hogere omzet.

Noord-Holland is ervan overtuigd dat de Chinese markt op het gebied van duurzaamheid kansen biedt voor Nederlandse bedrijven en (kennis-) instellingen. “Steeds meer Chinese overheden en bedrijven doen een beroep op bewezen buitenlandse expertise op het gebied van bijvoorbeeld milieutechnologie, duurzame energie, stadsplanning en (landschaps)architectuur”, aldus Bond.

Over heel 2009 is de industriële productie met 9 procent afgenomen. In 2008 werd er bijna 1 procent minder geproduceerd dan een jaar eerder.

December had in 2009 een ander werkdagen vakantiepatroon dan in 2008. Het positieve effect hiervan op de omzetontwikke-

De missie wil deelnemers toegang bieden op de Chinese ‘duur-


1

economische zaken zaamheidsmarkt’ en ondersteunen bij internationale ambities. Het tweede doel is om Chinese investeerders te bewegen om zich te vestigen in Noord-Holland. Voor meer informatie over het programma van de missie en aanmelding, kijk op www.noord-holland.nl, onder het thema ‘economie en landbouw’.

(inzamel- en perscontainer voor kunststofafval). Meer informatie: www.agentschapnl.nl. ■■Kees Schouten, 015 – 219 1324, [email protected]

Herziening milieueffectbeoordeling op 1 juli

■■Peter Bongaerts, 070 – 3490 443, [email protected]

Voorraad IPv4-adressen onder 10 procent Van alle Internetadressen is nog maar 10 procent niet in gebruik. De verwachting is dat eind 2011 alle IPv4-adressen vergeven zullen zijn. Vanaf dat moment zal het voor bedrijven zonder extra maatregelen niet mogelijk zijn nieuwe computers, netwerken en websites aan internet te koppelen. De adoptie van IPv6 – de oplossing voor het adrestekort – verloopt volgens de Nederlandse Taskforce IPv6 niet in het benodigde tempo. Het aantal nieuwe aansluitingen groeit wereldwijd zo snel dat de telefoonnummers van het internet – de zogeheten IP-adressen – opraken. De oplossing schuilt in een nieuwe versie van het Internet Protocol: IPv6. De taskforce – een initiatief van het ministerie van Economische Zaken – wil instellingen stimuleren om hierop over te stappen. De invoering van IPv6 loopt echter niet naar wens. Daarvoor zijn verschillende oorzaken: onbekendheid met het probleem, gebrek aan overtuiging van de noodzaak van IPv6 en onbekendheid met de stappen om IPv6 in te voeren. Voor 2010 is het streven dat minimaal 25 procent van alle netwerken in Europa IPv6 gebruikt. Nu dat percentage volgens verschillende metingen nog slechts in de buurt van 1 procent ligt, verwachten deskundigen problemen. Zo zal het moeilijk worden om nieuwe gebruikers en netwerken aan te sluiten. Ook zal het invoeren van IPv6 in het netwerk gepaard gaan met werkdruk en extra kosten.

Het nieuwe wettelijke stelsel voor milieueffectbeoordeling (m.e.r.) treedt op 1 juli in werking. Dit moet leiden tot verlaging van de regel- en lastendruk en een samenhangend systeem van milieubeoordelingen voor plannen en projecten. De huidige m.e.r.-wetgeving kent een procedure voor een planm.e.r. en voor een project-m.e.r. Straks spreekt de wetgeving van een ‘eenvoudige’ en ‘uitgebreide’ procedure. Voor projecten die een milieuvergunning nodig hebben en waarvoor géén passende beoordeling op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 hoeft te worden gemaakt, geldt de eenvoudige procedure. Voor alle andere projecten geldt per 1 juli de uitgebreide procedure, evenals voor plannen. Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) komt met een ‘handleiding m.e.r.’. Deze beschrijft de twee nieuwe procedures stap voor stap, laat zien wat er verandert ten opzichte van de huidige regels en welke procedure gevolgd moet worden voor een specifiek project of plan. Tegelijk publiceert VROM een ‘handreiking m.e.r.’ met handvatten voor het werken met de nieuwe procedures. De informatie zal vanaf juni beschikbaar zijn op de site van Infomil, het informatiecentrum voor bedrijven en gemeenten over milieuwetgeving en -vergunningen (www.infomil.nl). ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322, [email protected]

Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar gewijzigd

Meer informatie: http://www.ipv6-taskforce.nl/. ■■Martijn Hos, 070 – 3490 354, [email protected]

Subsidieprogramma Milieu & Technologie geopend

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) is gewijzigd in verband met aanvullende bekwaamheidseisen en toezicht. Milieuboa’s werken bij verschillende landelijke inspecties, Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen, gemeenten, regionale milieudiensten en enkele particuliere werkgevers.

De wijzigingen hebben betrekking op: Het subsidieprogramma Milieu & Technologie is weer geopend voor nieuwe aanvragen. Doelgroep is het midden- en kleinbedrijf uit de industrie met ideeën voor innovaties die milieuwinst opleveren. Dan gaat het zowel om de technische ontwikkeling als de voorbereiding van de marktintroductie. Het budget is dit jaar 5 miljoen euro. Subsidieaanvragen moeten uiterlijk op 8 september binnen zijn. Agentschap NL behandelt deze in volgorde van binnenkomst. Milieu & Technologie wil een ‘kraamkamer voor duurzame innovaties’ zijn. De eerste en tweede prijs van de Herman Wijffels Innovatieprijs van de Rabobank gingen vorig jaar naar bedrijven die hun innovaties konden ontwikkelen met behulp van deze subsidie: Dyeco (CO2-textielverfmachine) en Sidcon

2 weekbulletin vno-ncw / editie 5 / 12 februari 2010

●●

●●

●●

de introductie van een speciaal opleidingsprogramma voor nieuwe en zittende milieuboa’s; de rol die voortaan voor het functioneel parket is weggelegd in het toezicht op milieuboa’s; het beleggen van direct toezicht op milieuboa’s in dienst van een landelijk werkzame werkgever bij het hoofd van een landelijke dienst. De wijzigingen hebben geen gevolgen voor boa’s die zich vooral bezighouden met eenvoudige overtredingen (gericht op leefbaarheid).

De wijziging is ingegaan 30 januari. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322, [email protected]

sociale zaken Tweede Kamer stemt in met Tijdelijke wet loondispensatie De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel Tijdelijke wet loondispensatie van staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken. Een motie van de SP over het aanvullen van het loon tot het niveau van het wettelijk minimumloon, is verworpen. Daarmee is de Tijdelijke wet loondispensatie ongewijzigd aangenomen. Loondispensatie betekent dat de werkgever minder dan het wettelijk minimumloon mag betalen als de werknemer door een arbeidsbeperking verminderd productief is. Naast het loon ontvangt de werknemer dan een aanvullende uitkering van de gemeente. Uitgangspunt daarbij is dat werken moet lonen: het inkomen is altijd hoger dan het uitkeringsniveau. Nu moet de Eerste Kamer het wetsvoorstel nog behandelen. Wanneer ook die akkoord gaat, gaan de pilots van start die het werken met loondispensatie mogelijk moeten maken. Voor deze pilots, waarin het systeem van loondispensatie getoetst wordt, kunnen gemeenten zich aanmelden. De selectie van 32 gemeenten vindt plaats na publicatie van de wet. Tijdens het debat benadrukten diverse politieke partijen dat de tijd beperkt moet zijn dat iemand onder het wettelijk minimumloon werkt. Ook vroeg de Tweede Kamer aandacht voor de cliëntenparticipatie tijdens de pilots en de mogelijkheid van loonkostensubsidies. ■■Mariet Feenstra, 015 – 219 1426, [email protected]

Nieuw nationaal pensioenregister

Vanaf 2011 biedt een nieuw nationaal pensioenregister een overzicht van de opbouw van AOW en aanvullend pensioen. Zo krijgen mensen – ook als ze bij verschillende werkgevers hebben gewerkt – een compleet beeld van hun oudedagsvoorziening. De ministerraad heeft op voorstel van minister Donner van Sociale Zaken ingestemd met een wetswijziging in de pensioenwet om het pensioenregister mogelijk te maken. Het wetsvoorstel is in lijn met de adviezen van de commissie-Goudswaard en de commissie-Frijns over de communicatie over de pensioenen. Het wetsvoorstel regelt dat pensioenfondsen en de Sociale Verzekeringsbank de benodigde gegevens aan het register leveren. Iedereen kan zijn eigen gegevens vervolgens elektronisch opvragen in het register met behulp van het burgerservicenummer en het digID. Om de privacy te waarborgen, zijn de gegevens alleen beschikbaar voor mensen zelf. Een publiekscampagne gaat het register straks breed onder de aandacht te brengen. De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State wordt gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en het advies worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. ■■Ap Fraterman, 070 – 3490 224, [email protected]

Werkgevers graag aan de slag met ‘werkschool’ Staatssecretaris Dijksma van Onderwijs wil nog dit jaar met een wetsvoorstel komen dat ervoor zorgt dat het voortgezet speciaal onderwijs jongeren direct aan een baan helpt. VNO-NCW en MKB-Nederland juichen de plannen toe. Te veel leerlingen met een beperking belanden nu na hun schooltijd in een uitkeringssituatie en komen niet meer aan de slag. In een zogenaamde werkschool maken leerlingen dan al tijdens hun opleiding een soepele overstap naar de arbeidsmarkt. In deze ‘werkschool’ vindt leren plaats in de praktijk, dat wil zeggen: in stages en (leer)bedrijven. Jongeren leren dan vooral op de werkplek in plaats van op school. Zij werken in de werkschool bij een bedrijf en krijgen op die manier een ‘baangarantie’, zo wil Dijksma. Een goede samenwerking tussen bedrijven en werkscholen is hiervoor van groot belang. Daarnaast moeten het speciaal onderwijs en het reguliere onderwijs beter gaan samenwerken. Deze twee onderwijsvormen zijn nog te veel aparte circuits waardoor jongeren lastig terug kunnen stromen in het reguliere onderwijs. Werkscholen moeten echte ‘scholen’ blijven en niet een verkapt werkbedrijf worden dat met eigen producten komt.

Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland Ondernemingsorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland vinden het een goed idee om jongeren in het kader van ‘werk boven uitkering’ al tijdens hun opleiding kennis te laten maken met het bedrijfsleven. Bedrijven zijn ook bereid om een deel van de opleiding van jongeren op zich te nemen. Wél is van belang dat zij hiervoor dan ook de middelen krijgen en dat jongeren ook vanuit school de nodige begeleiding krijgen. Van een garantie op een baan bij een individueel bedrijf kan tegelijkertijd geen sprake zijn. Simpelweg omdat ook voor bedrijven de toekomst altijd onzeker is. ■■Rob Slagmolen, 015 – 219 1238, [email protected]

MKB blij met Associate-degreeprogramma Het Associate-degreeprogramma (Ad-programma) is voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) de mooiste uitvinding van deze tijd. Dat zei Gertrud Visser-van Erp, beleidsmedewerker van VNO-NCW/MKB-Nederland, tijdens een werkbezoek aan de Tilburgse hogeschool Avans Fontys, waar ook minister Plasterk en staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs aanwezig waren. Het Ad-programma is een tweejarige opleiding op hbo-niveau met een eigen graad. “Zeker 50 procent van de MKB-bedrijven zegt behoefte te hebben aan hoger opgeleiden. Maar dat hoeven geen bachelors te zijn. Wat ons betreft heeft de associate degree een ‘eigenstandig’ eindniveau, waarmee studenten prima terecht kunnen op de arbeidsmarkt. Het onderwijsprogramma zou moeten worden ingericht in nauw overleg met het bedrijfsleven en in goede samenwerking met regionale opleidingencentra (roc’s)”, aldus Visser. Tijdens het werkbezoek vertelden Metaalunie en NOVAA over


3

sociale zaken het aan hun branche gelieerd Ad-programma, dat wordt uitgevoerd door Avans of Fontys. Uit een evaluatie blijkt dat alle partijen – waaronder werkgevers – tevreden zijn over de experimenten met het onderwijsprogramma. Inmiddels is bekend dat er nieuwe pilots mogen komen voor de associate degree. Visser benadrukte dat het uitgangspunt een opleiding op hbo-niveau moet blijven. “De opleiding kan bijvoorbeeld het eerste jaar wel op een roc worden gegeven onder licentie van een hogeschool. Maar als het even kan, zou het tweede jaar toch op de hogeschool moeten plaatsvinden.” De associate degree moet verbonden blijven met de bachelor, vindt ze. “Doorstroming moet mogelijk blijven. Uit de pilots blijkt dat dit ook kan.” De minister en staatssecretaris waren het daarmee eens. ■■Gertrud Visser, 015 – 219 1249, [email protected]


europa Informele top 11 februari Haïti, het klimaatdebat en de toekomstige economische strategie van de EU (Europa 2020). Dat waren de onderwerpen die ter sprake kwamen tijdens de informele Europese Raad van 11 februari, die voorgezeten werd door EU-president Van Rompuy. Opmerkelijk was dat de bijeenkomst een beperkte samenstelling had, namelijk met de 27 regeringsleiders en Commissievoorzitter Barroso. De evaluatie van de Lissabon-strategie heeft de Europese Commissie inmiddels afgerond (zie hieronder). Het Brusselse kantoor van VNO-NCW en MKB-Nederland zal hierover praten met enkele Nederlandse Europarlementariërs in Straatsburg. Het Europees Parlement stemde op 9 februari over de nieuwe samenstelling van de Europese Commissie.

Europese inzet klimaat De EU en de lidstaten zegden eind januari officieel hun toetreding toe tot het akkoord van Kopenhagen. Daarmee zijn ook de reductiedoelstellingen voor 2020 definitief geworden. Europa committeert zich voor het akkoord aan 20 procent CO2-reductie ten opzichte van 1990. In de EU was dit al een bindende afspraak volgens het eerder afgesloten energie- en klimaatpakket. Een reductiedoelstelling van 30 procent komt in beeld als andere economisch ontwikkelde landen zich tot vergelijkbare inspanningen verplichten en ontwikkelingslanden overeenkomstig hun capaciteiten adequaat bijdragen aan wereldwijde reductie. Dit wordt de Europese inzet voor verdere klimaatonderhandelingen.

Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland

Commissie evalueert Lissabon-strategie De belangrijkste doelstellingen van de Lissabon-strategie zijn niet gehaald. Zo is er geen werkgelegenheidspercentage van 70 procent en gaat van het bruto binnenlands product geen 3 procent naar onderzoek en ontwikkeling (r&d). De EU is er niet in geslaagd de achterstand in productiviteitsgroei ten opzichte van leidende industrieën in te halen. De totale besteding aan r&d steeg slechts marginaal: van 1,8 procent in 2000 tot 1,9 procent in 2008. Dit blijkt uit de evaluatie van de dit jaar aflopende Lissabon-strategie, die de Europese Commissie op 2 februari publiceerde. De Lissabon-strategie is niet toereikend om de oorzaken van de crisis aan te pakken, stelt de Commissie. De implementatie heeft geleden onder een gebrek aan ownership en zwak bestuur. Gebleken is dat de wederzijdse afhankelijkheid in een sterk geïntegreerde economie zoals de EU – met name tussen de eurolanden – onvoldoende wordt onderkend. Een duidelijkere link tussen de Lissabon-strategie, andere EU-instrumenten en sectorspecifieke beleidsmaatregelen zijn nodig om de strategie effectief te maken. Wel heeft de strategie bijgedragen aan een brede consensus over de noodzakelijke hervormingen in de EU. Bovendien waren er concrete voordelen voor bedrijfsleven en burger – 18 miljoen banen vóór de crisis –, al erkent de Commissie dat een causaal verband niet valt aan te tonen. Een politiek besluit over Europa 2020 volgt na het debat tussen de Europese regeringsleiders in de informele Raad op 11 februari. Naar verwachting zal dit gebeuren tijdens de Voorjaarsraad van 25 en 26 maart 2010. De publieke consultatieronde werd op 15 januari afgerond. De evaluatie van de Lissabonstrategie en een samenvatting van de consultatieronde zijn hier te vinden: http://ec.europa. eu/commission_barroso/president/pdf/Lisbon_strategy_ bilan_evaluation_document.pdf http://ec.europa.eu/commission_barroso/president/pdf/ Overview_of_responses_to_the_public_consultation. pdf.

Helaas evenaren andere landen en economieën de Europese doelstelling niet van 20 procent CO2-reductie ten opzichte van 1990. VNO-NCW en MKB-Nederland vinden het daarom terecht dat de EU zich in het akkoord niet onvoorwaardelijk heeft gecommitteerd aan nieuwe doelstellingen. Europa zal er nu alles aan moeten doen om de Europese industrie wat betreft klimaatkosten op een gelijk speelveld te brengen. Dit om te voorkomen dat door mondiale concurrentieachterstand – denk hierbij vooraal aan China en India – de industriële productie uit Europa wegtrekt.

Implementatie Dienstenrichtlijn De Tsjechische Permanente Vertegenwoordiging in Brussel organiseerde op 4 februari samen met de Tsjechische werkgeversorganisatie (CEBRE) een debat over points of single contact – een begrip uit de Dienstenrichtlijn – voor ondernemers. Deze richtlijn verplicht lidstaten om te zorgen voor een website (a point of single contact) waarop buitenlandse bedrijven en binnenlandse ondernemers alle informatie kunnen vinden om diensten aan te bieden of een bedrijf op te richten in die lidstaat. Slechts elf lidstaten hebben de deadline voor implementatie van de Europese Dienstenrichtlijn – 28 december 2009 – gehaald. Nederland behoort tot deze groep. Echter, in vijf van deze lidstaten is de implementatie niet volledig: Griekenland, Ierland, Slovenië en Italië hebben de screening van nationale regelgeving nog niet afgerond en in Oostenrijk wordt de nieuwe wetgeving door het nationaal parlement geblokkeerd vanwege een meningsverschil tussen regering en oppositie. Zestien lidstaten – waaronder België, Cyprus, Letland, Luxemburg, Polen en Roemenië – hebben de richtlijn niet op tijd geïmplementeerd. De verwachting is dat driekwart hiervan voor de zomer zover zou moeten zijn. Van sommige andere landen, zoals Letland, is uitgesloten dat implementatie nog in 2010 zal plaatsvinden. Waarschijnlijk zal de Europese Commissie binnenkort een inbreukprocedure starten tegen de lidstaten die de richtlijn niet tijdig of niet volledig hebben geïmplementeerd.


5

europa Agenda BUSINESSEUROPE 2010-2014 ‘Go for Growth’, is de titel van het rapport dat BUSINESSEUROPE op 4 februari heeft aangeboden aan EU-president Van Rompuy, Commissievoorzitter Barroso en Europees Parlementvoorzitter Buzek. In het stuk presenteert de Europese werkgeversorganisatie haar beleidsprioriteiten voor de periode van 2010 tot en met 2014. BUSINESSEUROPE pleit voor een verdubbeling van het groeipotentieel van de EU. In het rapport staat hoe het bedrijfsleven, klein en groot, kan bijdragen om de economische, sociale en milieudoelen van de EU te realiseren. Een volledig interne markt, ambitieus internationaal handelsbeleid en meer geld voor innovatie en onderzoek zijn nodig om de Europese concurrentiekracht te verbeteren. Verbetering van onderwijs en flexicurity – een mix van een flexibele arbeidsmarkt met goede voorzieningen en verzekeringen op het terrein van de sociale zekerheid – kunnen de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt vergroten. Het rapport is hier beschikbaar: http://www.businesseurope.eu/ Content/Default.asp?PageID=423

Europa in 2025 Maak de financiën gezond en zet in op budgettaire hervormingen, duurzaam ondernemen, klimaat, innovatie en een open Europese markt. En: zorg dat Europa voortaan met één stem spreekt. Dat is de boodschap van de European Round Table of Industrialists (ERT) aan de Europese Commissie en de lidstaten. De ERT – waarin 50 grote multinationale bedrijven verenigd zijn – heeft zijn visie voor een concurrerend Europa in 2025 aangeboden aan de voorzitter van de Europese Commissie, Barroso. Het rapport met vele concrete aanbevelingen is te downloaden op www.ERT.be. ■■Kirsten Guyaux, +32 2 510 08 72, [email protected] ■■Ullrich Schröder, +32 2 510 08 77, [email protected] ■■Esmeralde van Vliet, +32 2 510 08 74, [email protected]


algemeen Nieuwe criteria Transparantiebenchmark De Rabobank won in januari de Transparantiebenchmark 2009. Deze benchmark van het ministerie van Economische Zaken (EZ) is een instrument dat criteria geeft voor de beoordeling van maatschappelijke jaarverslagen op transparantie. Het afgelopen jaar is een nieuwe methodiek ontwikkeld voor de Transparantiebenchmark 2010, voor de beoordeling van maatschappelijke jaarverslagen over 2009. Daarin wordt onder meer rekening gehouden met de nieuwe RJ 400 en de RJ Handreiking. De nieuwe methodiek is te vinden op de website van het ministerie: www.mvo.ez.nl. De Transparantiebenchmark heeft inmiddels een bredere betekenis gekregen dan alleen het nut voor het bedrijf zelf, dat een eigen beoordeling krijgt. De Sociaal-Economische Raad heeft in december 2008 een Verklaring Internationaal MVO opgesteld en kijkt hoe bedrijven rapporteren over de voortgang hiervan, met name op het onderdeel ketenbeheer. Daardoor wordt het aantal bedrijven dat beoordeeld wordt met de nieuwe methodiek, uitgebreid tot de 500 grootste bedrijven. Ook politiek bestaat grote belangstelling voor de Transparantiebenchmark. Staatssecretaris Heemskerk van EZ gebruikte de cijfers om zich kritisch uit te laten over de voortgang van bedrijven bij het ketenbeheer. Een deel van de Tweede Kamer meent ook dat bedrijven hierin te weinig transparant zijn en discussieert over nieuwe rapportageverplichtingen.

Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW beveelt bedrijven aan om bij het opstellen van hun maatschappelijk jaarverslag over 2009 goed te kijken naar de nieuwe criteria. De handreiking voor maatschappelijke verslaggeving van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) kan daarbij goede hulp bieden. Bedrijven die menen dat het onderdeel ketenbeheer voor hen niet relevant is, moeten dit uitleggen. Immers: als een bedrijf goed motiveert waarom het geen ketenbeleid voert, kan het toch punten scoren. ■■Huib Klamer, 070 – 3490 468, [email protected]

Conferentie over kinderarbeid in Den Haag Samen met de International Labour Organisation (ILO) organiseert het ministerie van Sociale Zaken op 11 en 12 mei een wereldconferentie over kinderarbeid in Den Haag. Doelen van de conferentie zijn: effectieve maatregelen om de ergste vormen van kinderarbeid uit te bannen, bereiken dat zoveel mogelijk landen de ILO-verdragen hierover (nummers 138 en 182) ratificeren en meer inspanningen om in 2016 de doelen van het Global Action Plan – een strijdplan van de ILO tegen kinderarbeid – te bereiken. Tijdens de conferentie zal ook het ILO-rapport over kinderarbeid gepresenteerd worden. Meer over het evenement is te lezen op www.szw.nl. ■■Chiel Renique, 070 – 3490 221, [email protected]


7

inhoud Economische Zaken

Recommend Documents