21 02–07–2010
INHOUD
Weekbulletin Weekbulletin is een uitgave van VNO-NCW. Sinds 1 september 2009 werken VNO-NCW en MKB-Nederland intensief samen. De secretarissen van beide organisaties vormen sindsdien één gemeenschappelijk beleidsbureau dat in opdracht werkt voor beide verenigingen. Het kan dus voorkomen dat er ook contactpersonen van MKB-Nederland in Weekbulletin worden vermeld.
Economische Zaken Conjunctuurinformatie
1
Ministerraad keurt nieuwe aanbestedingswet goed
1
Pilot met het nieuwe pinnen
2
Derde benchmark ‘Gemeentelijk ondernemingsklimaat’
2
Brochure ‘Slimmer toezicht gemeenten’
2
Garantieregeling overschrijdt 1 miljard euro
3
31,6 miljoen voor onderzoek polymeren en materialen
3
Waarderingskamer onderzoekt taxaties niet-woningen
3
Coulancetermijn nieuwe btw-regeling beroepsonderwijs
4
VAR-verklaringen telefonisch controleren
4
Belastingdienst waarschuwt goede doelen voor neprekening
4
Uniformering brandveiligheidsregels niet-bouwwerken
5
Drie voorkeurslocaties voor CO2-opslag
5
Wabo treedt op 1 oktober in werking
5
Inspraak modernisering milieueffectrapportage
5
Verzending en adreswijzigingen
Regeling scheiden gevaarlijke afvalstoffen gewijzigd
5
Voor vragen over de verzending van Weekbulletin of voor adreswijzigingen: Sander Kok,
[email protected] of telefoon: 070 - 3490 336
Stimulans voor slimme mobiliteit in mkb
6
Schonere brandstof voor zeeschepen Noordzee
6
Digitale versie Weekbulletin Weekbulletin is ook digitaal te raadplegen en te downloaden als Word- en pdf-bestand via het ledennet (inloggen via www.vno-ncw.nl).Indien u nog niet over de benodigde toegangscode beschikt kunt u zich aanmelden via het 'aanvraagformulier toegang ledennet'. Dit is te vinden op de website onder het kopje: Over VNO-NCW > Ledennet.
E-mail Vragen en/of opmerkingen over berichten in VNO-NCW Weekbulletin kunnen ook per elektronische post worden ingezonden. Het juiste e-mailadres is na elk bericht opgenomen. De redactie is bereikbaar via
[email protected]
Antwoordnummer Antwoordnummer VNO-NCW, het algemene informatienummer voor de leden, is op werkdagen bereikbaar van 8.30 - 17.30 uur onder telefoonnummer 070 - 3490 366. Buiten deze uren is het te bereiken per elektronische post:
[email protected]
Sociale Zaken ‘Regierol centrumgemeenten op arbeidsmarkt’
7
Tempo-Team ondersteunt Rijk bij aanpak jeugdwerkloosheid
7
Vakantiewetgeving aangepast
7
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 21 / 2 JULI 2010
Aantal leerbedrijven blijft groeien
7
Nota over samenwerking onderwijs en bedrijfsleven
8
Bijstandsuitkeringen, WIJ, IAOW, IOAZ en WWIK per 1 juli
8
Sociale verzekeringen per 1 juli
9
Algemeen Qredits ontvangt Europese prijs
11
Koning Willem I Prijs 2010 uitgereikt
11
Nederlandse bedrijven op de Canton Fair
11
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 21 / 2 JULI 2010
ECONOMISCHE ZAKEN Conjunctuurinformatie
vertrouwen een dieptepunt. Daarna is de stemming van ondernemers in de industrie vrijwel onafgebroken verbeterd.
Economie groeit 0,6 procent De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2010 met 0,6 procent gegroeid ten opzichte van een jaar eerder. Deze tweede raming van de economische groei komt 0,5 procentpunt hoger uit dan de eerste raming in de maand mei. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Aan de productiekant valt vooral de groei van de delfstoffenwinning, financiële instellingen en de overheid hoger uit. Verder is de productie van de bouw opwaarts aangepast, waardoor de forse krimp van deze bedrijfstak iets minder groot is dan eerder geraamd. Aan de bestedingenkant is de krimp van de investeringen iets kleiner. Het handelssaldo goederen is opwaarts aangepast. De Nederlandse economie groeide in het eerste kwartaal met 0,3 procent ten opzichte van een kwartaal eerder. Hierbij is rekening gehouden met werkdag- en seizoenseffecten. Deze kwartaal-opkwartaalgroei is 0,1 procentpunt groter dan bij de eerste raming.
Aanhoudende banenkrimp In het eerste kwartaal van 2010 waren er 156.000 banen minder dan in het eerste kwartaal van 2009. Dit is een daling van 2 procent. Veruit de grootste daling trad op in de zakelijke dienstverlening, waar het aantal banen met 106.000 afnam. Vooral het aantal banen bij de uitzendbureaus daalde. Ook in de industrie, bouw, handel, horeca, transport en financiële instellingen gingen banen verloren. In de zorg en het openbaar bestuur groeide het aantal banen met respectievelijk 45.000 en 18.000. Vergeleken met het vierde kwartaal waren er, rekening houdend met seizoensinvloeden, 56.000 banen minder. Deze daling van 0,7 procent is fors groter dan in het voorgaande kwartaal en ook groter dan in de voorgaande vier kwartalen. Dit is het vijfde kwartaal op rij met banenverlies. Vooral bij financiële instellingen en in de zakelijke dienstverlening nam het banenverlies toe in vergelijking met het vierde kwartaal van 2009.
Zakelijke dienstverleners verwachten afname omzet In juni verwachtten meer ondernemers een afname dan een stijging van de omzet. Het saldo kwam in juni uit op -7, tegen +12 in mei. In juni en juli zijn er doorgaans meer ondernemers die een afname verwachten dan in andere maanden. Seizoenseffecten spelen hierbij mogelijk een rol. Het oordeel van zakelijke dienstverleners over het economisch klimaat verslechterde iets. Het aantal zakelijke dienstverleners dat verwachtte de komende drie maanden de personeelssterkte uit te breiden, was in juni even groot als het aantal dat een krimp van de personeelssterkte voorzag. De stemming in de uitzendbranche was net als in mei zeer positief. De ondernemers waren zeer optimistisch over de verwachte ontwikkeling van hun omzet, de toekomstige personeelssterkte en het economisch klimaat.
Producentenvertrouwen iets omlaag Het producentenvertrouwen is in juni licht gedaald. De indicator kwam uit op -0,7, tegen +0,4 in mei. Begin 2009 bereikte het
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de voorraden gereed product, de orderpositie en de verwachte productie in de komende drie maanden. Over de voorraden dachten de industriële ondernemers in juni minder positief dan in mei. Hun kijk op de orderpositie veranderde weinig. Zij hadden vaker een negatief dan een positief oordeel over de orderpositie. De stemming over de toekomstige productie was even optimistisch als in mei. De producenten worden geleidelijk minder pessimistisch over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun branche. Ook in juni was de stemming minder negatief dan een maand eerder. Overigens verwachten nog altijd meer ondernemers dat de personeelssterkte in de komende drie maanden afneemt dan dat die toeneemt. ■■Peter Bongaerts, 070 – 3490 443,
[email protected]
Ministerraad keurt nieuwe aanbestedingswet goed De ministerraad heeft het voorstel voor een nieuwe aanbestedingswet goedgekeurd. Het wetsvoorstel vervangt de huidige aanbestedingsbesluiten BAO (besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten) en BASS (besluit aanbestedingen voor speciale sectoren). Het beoogt de aanbestedingswetgeving te vereenvoudigen en de lastendruk te verminderen. Het wetsvoorstel richt zich voornamelijk op Europese aanbestedingen: overheidsopdrachten die vallen boven de in de Europese richtlijn vastgelegde drempelwaarden. Voor een bouwwerk betreft dit 4,8 miljoen euro; voor leveringen en diensten voor het Rijk 125.000 euro en voor de decentrale overheid 193.000 euro. De wet voorziet in de volgende wijzigingen: ●● Belangrijke wijziging is de opname van de kernbeginselen van de aanbestedingsprocedures: transparantie, proportionaliteit – eisen en voorwaarden moeten zich verhouden tot de opdracht – en non-discriminatie. Dit geldt ook voor de aanbestedingsprocedures die onder de drempels plaatsvinden. ●● Het invoeren van een verplicht en uniform standaardformulier: de eigenverklaring. Daarin verklaart de ondernemer dat hij voldoet aan (een aantal van) de selectiecriteria. Voordeel is dat niet alle deelnemers aan de aanbesteding bewijsmiddelen in veelvoud hoeven over te leggen. ●● Opdrachten die starten met een aankondiging, moeten worden gepubliceerd op TenderNed: een digitaal aanbestedingssysteem dat nu wordt ontwikkeld. ●● De overheid is verplicht de aanbestedingsstukken kosteloos aan te bieden. Om ook onder de drempels meer uniformiteit te bereiken, gaat de minister werken aan flankerend beleid, namelijk richtsnoeren voor leveringen en diensten en een gids proportionaliteit. De wet biedt ruimte voor een nog nader op te zetten klachtenregeling.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 21 / 2 JULI 2010
1
ECONOMISCHE ZAKEN Het wetsvoorstel gaat nu naar de Tweede Kamer voor de parlementaire behandeling. Tegelijk begint het ministerie van Economische Zaken (EZ) met het schrijven van flankerend beleid. Het bedrijfsleven werkt samen met de aanbestedende diensten aan de richtsnoeren voor leveringen en diensten, de gids proportionaliteit en een klachtenregeling. Daarnaast wordt TenderNed opgezet, zodat alle aanbestedingen digitaal te vinden zullen zijn.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland vinden dit wetsvoorstel een stap in de goede richting om knelpunten in het aanbestedingsbeleid op te lossen, maar de minister van EZ pakt niet genoeg door. Zij komt het bedrijfsleven tegemoet door voor grote opdrachten – boven de Europese drempels – meer uniforme regels in te voeren met aandacht voor de redelijkheid en proportionaliteit van regels. Wij zijn ook blij met het voornemen een klachtenregeling in te voeren, waardoor aanbestedingsfouten tussentijds kunnen worden bijgesteld. Echter, onder de Europeesrechtelijke drempel, waar het gros van de opdrachten zich afspeelt, ontbreekt deze uniformiteit nog en kiest de minister voornamelijk voor softe ingrepen, zoals handreikingen. VNONCW en MKB-Nederland betreuren het vrijblijvende karakter. Het risico bestaat nu dat het woud aan verschillende lokale regels niet verdwijnt, aanbestedende diensten te risicomijdend blijven en de toegang voor het midden- en kleinbedrijf beperkt blijft. De wet had het beginsel van proportionaliteit nader moeten uitwerken en het clusteren van opdrachten dwingend moeten beperken. ■■Linda van Beek, 070 – 3490 330,
[email protected]
Pilot met het nieuwe pinnen Winkeliers, medewerkers en consumenten in winkelcentrum het Gelderlandplein in Amsterdam maken kennis met het nieuwe pinnen. Deze pilot dient als voorbereiding op de grootschalige uitrol hiervan. Omdat Nederland meegaat naar de overgang naar één Europese betaalmarkt, gaat het oude vertrouwde pinnen verdwijnen. Vanaf 1 januari 2012 kunnen mensen niet langer met de magneetstrip op hun pinpas betalen. Dat betekent dat zij een pinpas nodig hebben met een nieuwe chip. In winkelcentrum Gelderlandplein wijzen kassamedewerkers, promotiemateriaal en een mobiel promoteam klanten erop dat zij hun betaalpas in de chiplezer van de betaalautomaat moeten steken. Er is een tijdelijke shop waar ondernemers, winkelmedewerkers en consumenten terechtkunnen met hun vragen over het nieuwe pinnen. Bezoekers krijgen een vouwfoldertje mee waarin de betaalinstructie stap voor stap wordt uitgelegd. Ook voor de medewerkers is er voorlichtingsmateriaal. Voor brancheorganisaties is het mogelijk de pilotlocatie Gelderlandplein georganiseerd te bezoeken op maandag 5 juli. Dan kunnen zij zelf komen kijken naar het nieuwe pinnen en hun achterban informeren over de testervaringen. Aanmelden kan via de website. Meer informatie en ook voorlichtingsmateriaal: www.hetnieuwepinnen.nl.
2 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 21 / 2 JULI 2010
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland zijn blij dat er ervaring opgedaan gaat worden met het nieuwe pinnen, omdat de uitrol zo soepel kan verlopen en fraude met de magneetstrip snel tot het verleden zal behoren. ■■Els Prins, 015 – 2191 299,
[email protected]
Derde benchmark ‘Gemeentelijk ondernemingsklimaat’ De waardering van ondernemers voor het ondernemingsklimaat van de 31 grote gemeenten is toegenomen van een 6,5 in 2005 naar een 6,8 in 2009. Dat blijkt uit de derde benchmark ‘Gemeentelijk ondernemingsklimaat’, die demissionair minister Van der Hoeven van Economische Zaken naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In 2005 gaven ondernemers gemeenten nog een 5,8 voor de dienstverlening; in 2009 is dat een 6,3. De iets hogere score komt met name door de invoering van het (digitale) bedrijvenloket. In het bestuursakkoord van Rijk en gemeenten uit 2007 is afgesproken dat gemeenten in 2011 een zeven zouden scoren voor dienstverlening. De benchmark maakt duidelijk dat de 31 grootste gemeenten deze doelstelling niet gaan halen. Ook de snelheid van vergunningverlening laat nog steeds te wensen over. Met een 6,0 voor de tijdsduur en een 5,8 voor de tijdsinzet wordt dit nauwelijks als voldoende beschouwd. De G4-gemeenten scoren lager. In een convenant tussen het Rijk en MKB-Nederland beloven de 36 grootste gemeenten vier veelvoorkomende ondernemersvergunningen te schrappen (terras, reclame, object en horeca-exploitatie), maar deze afspraak hebben de steden tot nu toe op grote schaal in de wind geslagen. Ondernemers zijn over het algemeen tevreden over de kwaliteit van de fysiek-ruimtelijke omgeving in hun gemeente. Zij oordelen positief over de ontsluiting van hun bedrijfslocatie, de staat van de openbare ruimte, de bewegwijzering, de bereikbaarheid van hun bedrijfspand per auto en met het openbaar vervoer. Zij zijn ook tevreden over het gemeentelijk beleid voor veilig ondernemen: zowel de G31 als de G4 en G27 scoren een ruime voldoende. Zeer kritisch zijn ze over initiatieven van hun gemeente om de economische crisis tegen te gaan en de toegankelijkheid van gemeentelijke aanbestedingen voor het midden- en kleinbedrijf te bevorderen. ■■Ramona van den Bosch, 015 – 2191 272,
[email protected]
Brochure ‘Slimmer toezicht gemeenten’ Gemeenten willen de toezichtlasten voor burgers en bedrijven verminderen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) beschrijft in de brochure ‘Slimmer toezicht: meer resultaat met minder inspanning’ vijf voorbeelden van slimmer toezicht. De brochure is het resultaat van een overleg tussen MKB-Nederland, VNO-NCW, de Regiegroep Regeldruk en VNG. Op verzoek van het bedrijfsleven maakten zij een ‘toolkit minder
ECONOMISCHE ZAKEN toezichtlasten’, die VNG en de Regiegroep eind juni zullen presenteren. Toezicht op een effectieve en efficiënte manier inzetten, oftewel slimmer toezicht, betekent een lastenvermindering voor bedrijven, instellingen en burgers en een effectievere inzet van inspectiecapaciteit. De vijf verschillende voorbeelden van slimmer toezicht uit de brochure zijn: ●● risicogestuurd toezicht: toezicht op bedrijven die relatief grote risico’s vormen en op ondernemers die regelgeving relatief slecht naleven; ●● signaaltoezicht: inspecteurs van de Algemene Inspectiedienst voeren tijdens hun inspecties ook namens de gemeenten controles uit volgens de Wet Milieubeheer en vice versa; ●● hercontrolekaarten: ondernemers noteren zelf geconstateerde (opgeloste) tekortkomingen en sturen de hercontrolekaart naar de gemeente, waardoor hercontrole niet meer nodig is; ●● zelfcontrole: ondernemers voeren een deel van de inspectiewerkzaamheden zelf uit; ●● taakoverdracht: twee type inspecties – die vaak afzonderlijk van elkaar door verschillende inspecteurs worden uitgevoerd – worden samengevoegd tot één inspectie. De brochure is te downloaden op www.minderregelsmeerservice.nl
grote rol speelt in de kredietverlening aan bedrijven, hebben wij samen met de Nederlandse Vereniging van Banken gepleit voor continuering in 2011. Juist ook bij een aantrekkende economie zal de regeling voor veel kredietvragende bedrijven van belang blijven. ■■Rob Wolthuis, 015 – 2191 239,
[email protected]
31,6 miljoen voor onderzoek polymeren en materialen Demissionair minister Van der Hoeven van Economische Zaken (EZ) heeft het Polymeren Innovatie Programma (PiP) en het Materialen Innovatieprogramma (M2i) met twee jaar verlengd. Hiervoor stelt zij voor de jaren 2012 en 2013 respectievelijk 18 miljoen euro en 13,6 miljoen euro beschikbaar. Beide innovatieprogramma’s worden uitgevoerd door NL Innovatie. Het PiP doet onderzoek naar polymeren (molecuulreeksen) en toepassing daarvan. Deze wetenschappelijke kennis wordt gekoppeld aan de innovatiebehoefte van bedrijven. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Dutch Polymer Institute (DPI). Het DPI onderzoekt onder andere natuurlijke polymeren en prestatiepolymeren. Prestatiepolymeren geven nieuwe mogelijkheden om de duurzaamheid te verhogen in de bouw, transport en de elektronica-industrie. De verwachting is dat deze polymeren een grote bijdrage kunnen leveren aan energiereductie.
■■Ramona van den Bosch, 015 – 2191 272,
[email protected]
Garantieregeling overschrijdt 1 miljard euro Sinds de introductie een jaar geleden van de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO-regeling) hebben banken en financiële instellingen al voor meer dan 1 miljard euro aan kredieten verstrekt. De overheid staat voor de helft daarvan borg. Een kleine honderd bedrijven hebben inmiddels de GO-regeling benut voor de financiering van hun bedrijfsactiviteiten. Op 29 juni overhandigde demissionair minister van Economische Zaken Van der Hoeven de GO-beschikking waarmee het miljard wordt overschreden. Ontvanger was SIM Industries, een hightech-bedrijf uit Sassenheim dat geavanceerde vliegtuigsimulatoren ontwikkelt en levert. Het krediet aan SIM Industries wordt verleend door NIBC. Ook heeft Van der Hoeven het eerste exemplaar van het boekje ‘GO, resultaten na één jaar’ uitgereikt aan Paul Dirken, directeur bedrijven van de Rabobank. Hij is tevens lid van de taskforce Kredietverlening onder leiding van MKB-voorzitter Loek Hermans. In het boekje komen twaalf ondernemers aan het woord die van de GO-regeling gebruik hebben gemaakt. Aansluitend op de uitreiking van het boekje vertelt een aantal van deze ondernemers over hun bedrijf en hun praktijkervaring met de regeling.
Het M2i genereert fundamentele kennis van materialen over bijvoorbeeld functies en sterkte. Deze kennis is essentieel voor innovaties in industriële sectoren, zoals de auto-industrie en de bouw. M2i richt zich op drie groeigebieden: composieten, duurzame energie en de medische wereld. Beide innovatieprogramma’s zijn in 2007 van start gegaan. Een deel van middelen was bestemd voor het onderzoeksdeel; een ander deel voor valorisatieactiviteiten, waarbij kennis wordt omgezet in commercieel haalbare producten. Het bedrijfsleven kan daardoor de onderzoeksresultaten maximaal benutten. ■■Thomas Grosfeld, 070 – 3490 415,
[email protected]
Waarderingskamer onderzoekt taxaties niet-woningen
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland
De Waarderingskamer, die toezicht houdt op de gemeentelijke taxaties volgens de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ), besteedt sinds 2009 meer aandacht aan de taxaties van niet-woningen, zoals bedrijfspanden. De WOZ-waarde van niet-woningen is de laatste jaren namelijk steeds belangrijker geworden. Een steeds groter deel van de gemeentelijke belastinginkomsten komt daaruit voort: de tarieven voor onroerendezaakbelasting (ozb) zijn voor niet-woningen vaak hoger en gemeenten leggen zowel de eigenaar als de gebruiker een ozb-aanslag op. Daarnaast is de juiste waarde belangrijker geworden omdat de WOZ-waarde ook relevant is voor de afschrijving op onroerend goed.
De GO-regeling bestaat een jaar en wordt in toenemende mate door banken ingezet. Het gebruik hangt voor een belangrijk deel samen met de bekendheid ervan binnen het bankbedrijf. Omdat de regeling een
In 2009 heeft de Waarderingskamer onderzoek gedaan naar de taxatie van energiecentrales. Daaruit kwamen significante ver-
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 21 / 2 JULI 2010
3
ECONOMISCHE ZAKEN schillen in de WOZ-waarden van energiecentrales, ook wanneer centrales (redelijk) vergelijkbaar zijn. De Waarderingskamer werkt nu mee aan een onderzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, die de mogelijkheden inventariseert om de taxaties van energiecentrales te uniformeren. Dit jaar is de Waarderingskamer een tweede thematisch onderzoek begonnen, gericht op de waardebepaling van grote kantoorobjecten in 21 gemeenten. Het onderzoek spitst zich toe op kantoorobjecten vanaf circa 4000 vierkante meter op 27 belangrijke kantoorlocaties. Bij de waardebepaling van kantoren gaat het om huurwaardekapitalisatie: het vaststellen van de economische waarde op basis van de markthuurwaarde. De Waarderingskamer kijkt naar de opzet van de marktanalyse van vooral huurtransacties, de beschikbaarheid van marktgegevens, hoe gemeenten omgaan met de waarderingsvoorschriften (WOZ-ficties) bij bijvoorbeeld beleggingstransacties en naar objectafbakening bij kantoorverzamelgebouwen. ■■Janny Kamp, 070 – 3490419,
[email protected]
Coulancetermijn nieuwe btw-regeling beroepsonderwijs De vrijstelling van btw voor beroepsonderwijs wijzigt op 1 juli. Vanaf dan is het niet meer toegestaan dat particuliere onderwijsinstellingen bepaalde beroepsopleidingen vrijgesteld van btw aanbieden. Om hun meer tijd te geven om te voldoen aan de nieuwe btw-regeling, heeft het ministerie van Financiën een coulancetermijn vastgesteld. Kern van de nieuwe regeling is dat alleen erkende onderwijsinstellingen beroepsonderwijs nog vrij van btw kunnen aanbieden. Een samenwerkingverband van brancheverenigingen van onderwijsinstellingen, VNO-NCW en het ministerie van Financiën heeft de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstituten voor Kort Beroepsonderwijs opgesteld, die is goedgekeurd door de Europese Commissie. Onderwijsinstellingen die aan de kwaliteitscode voldoen, kunnen zich aanmelden voor registratie in het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Opname in dit register gaat vooraf door een audit door een onafhankelijke certificeringsinstelling. Alleen bij inschrijving in het register kan kort beroepsonderwijs zonder btw gefactureerd worden. Met het uitvoeren van de audit is nogal wat tijd gemoeid: niet alle instellingen die dat willen, zullen op 1 juli al in het register zijn opgenomen. Daarom heeft het ministerie een coulancetermijn vastgesteld. Om te voorkomen dat de instelling gedurende een relatief korte periode btw in rekening moet brengen, kan zij de vrijstelling blijven toepassen in de periode tussen 30 juni en de datum waarop die instelling in het register is opgenomen. Hierbij geldt als voorwaarde dat de instelling zich vóór 1 oktober aanmeldt voor opname in het register en uiterlijk op 31 december daarin is opgenomen.
coulanceregeling geldt ook voor zelfstandigen zonder personeel die als docent onderwijsdiensten aan instellingen aanbieden. Voor hen gaat daarnaast een erkenningsregeling gelden, die op zeer korte termijn bekend wordt gemaakt. De Belastingdienst heeft over de nieuwe btw-regeling een aantal veel gestelde vragen geformuleerd. Vragen en antwoorden staan op www.vno-ncw.nl, dossier ‘belastingzaken’ onder ‘meer informatie’. ■■Janny Kamp, 070 – 3490 419,
[email protected]
VAR-verklaringen telefonisch controleren De Belastingdienst maakt het controleren van een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) eenvoudiger. Ondernemers kunnen de echtheid van deze verklaringen voortaan telefonisch nagaan. Zij kunnen op basis van gegevens die bij de Belastingdienst bekend zijn, controleren of het burgerservicenummer klopt in combinatie met de VAR. Als de combinatie niet klopt, vindt nader onderzoek plaats. Demissionair minister De Jager van Financiën: “Deze nieuwe service van de Belastingdienst biedt ondernemers gemak en zekerheid. Opdrachtgevers die twijfelen aan de authenticiteit van VAR-verklaringen, hebben zo snel uitsluitsel.” Opdrachtgevers van zelfstandigen zonder personeel met een VAR-verklaring kunnen voor de controle terecht bij het Landelijk Coördinatiepunt VAR van de Belastingdienst. Het Landelijk Coördinatiepunt VAR is tijdens kantooruren te bereiken via 088 – 1511 000. Meer informatie over de VAR is te vinden op http://www.belastingdienst.nl. ■■Jeroen Lammers, 070 – 3490 423,
[email protected]
Belastingdienst waarschuwt goede doelen voor neprekening De Belastingdienst waarschuwt goede doelen (instellingen die algemeen nut beogen) voor een neprekening die lijkt op een brief van de Belastingdienst. Een aantal goede doelen heeft zo’n brief ontvangen uit naam van het bedrijf ANBINET. In de brief wordt de goede doelen gevraagd om 28,50 euro te betalen voor het gebruik van de naam of het logo ‘ANBI’, terwijl registratie van een goed doel bij de Belastingdienst kosteloos is. De Belastingdienst onderneemt juridische stappen tegen de afzender van de brief en heeft de koepels van goede doelenorganisaties gewaarschuwd. Goede doelen die zo’n brief hebben ontvangen, krijgen het advies om bij de politie aangifte van oplichting te doen. ■■Jeroen Lammers, 070 – 3490 423,
[email protected]
Een andere overgangsregeling houdt in dat voor contracten die vóór 1 juli 2010 zijn afgesloten, de oude regelgeving – dus de keuzemogelijkheid – blijft gelden tot uiterlijk 1 januari 2011. De
4 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 21 / 2 JULI 2010
ECONOMISCHE ZAKEN Uniformering brandveiligheidsregels niet-bouwwerken Het ministerie van Binnenlandse Zaken gaat de brandveiligheidsregels voor niet-bouwwerken zoals tenten, chalets en steigers, landelijke uniformeren. Nu nog maken gemeenten hun eigen regels, die nogal van elkaar kunnen verschillen. De uniforming maakt onderdeel uit van het project ‘Regeldruk Recreatie’ van Gastvrij Nederland en het Rijk. De bedoeling van het project is een aantal hardnekkige (regel)knelpunten voor de vrijetijdssector op te lossen. Begin september zal een eerste concept met betrokken branches besproken worden. ■■Ramona van den Bosch, 015 – 2191 272,
[email protected]
Drie voorkeurslocaties voor CO2-opslag Drie bijna lege gasvelden in het noorden van het land komen als eerste in aanmerking voor grootschalige opslag van CO2 vanaf 2015. Dat vinden de demissionaire ministers Van der Hoeven (Economische zaken) en Huizinga (Ruimte en Milieu). Het gaat om Boerakker (Groningen), Eleveld (Drenthe) en Sebaldeburen (Groningen). De ministers hebben hun voorkeur bekendgemaakt aan de Tweede Kamer. Ze zien de keuze voor de drie plekken als de eerste stap op weg naar CO2-opslag in het noorden van het land. Het afvangen en opslaan van het broeikasgas CO2 wordt beschouwd als een noodzakelijke tussenstap op weg naar een duurzame energievoorziening. Volgens de bewindslieden is het zinvol om gedetailleerd onderzoek te laten verrichten naar geschiktheid en veiligheid van CO2-opslag op de drie voorkeurslocaties. Maar uiteindelijk hakt een nieuw kabinet de knoop definitief door, benadrukken ze. Volgens onderzoek zouden in principe negen noordelijke gasvelden geschikt zijn voor CO2-opslag. Het gaat om: Annerveen en Roden in Drenthe, Bedum en Grootegast (Groningen) en Ureterp en Zuidwal in Friesland. Omdat Zuidwal in de Waddenzee ligt, valt deze plek af. Als om wat voor reden dan ook een van de drie voorkeurslocaties afvalt, komt een van de andere plekken in aanmerking voor verdere verkenning van de mogelijkheden. Vorig jaar koos het kabinet voor een proef met CO2-opslag in een bijna leeg gasveld bij Barendrecht (Zuid-Holland). Dat project zou de opmaat moeten zijn naar grootschalige opslag in het noorden van Nederland. Omwonenden verzetten zich tegen het plan, want ze vinden de risico’s te groot in een zo dichtbevolkt gebied. Voor bewoners in het noorden van het land komt er per gemeente ‘informatie op maat’, beloven de ministers.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland Het is goed dat het Rijk voorkeurslocaties bekendmaakt. Dit verschaft duidelijkheid aan initiatiefnemers en investeerders, die nu de nodige volgende stappen kunnen zetten in het realiseren van CO2opslagprojecten.
Wabo treedt op 1 oktober in werking Het inwerkingtredingsbesluit Wabo (Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht) is in het Staatsblad verschenen. Daarin staan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wabo, het Besluit omgevingsrecht (Bor), de Invoeringswet Wabo en het Invoeringsbesluit. De Wabo treedt op 1 oktober in werking. Het Bor bepaalt dat bedrijven verplicht zijn om hun omgevingsvergunning elektronisch aan te vragen. Deze bepaling zal echter op 1 oktober nog niet in werking treden. De reden hiervoor is dat een aantal vooral kleinere bedrijven nog niet over de benodigde voorzieningen beschikt. Verwacht wordt dat de verplichting pas op 1 oktober 2012 ingaat. Tot die tijd mogen bedrijven hun aanvraag dus ook op papier doen. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
Inspraak modernisering milieueffectrapportage Het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit milieueffectrapportage (mer, reparatie en modernisering) is op 14 juni gepubliceerd in de Staatscourant. Met deze wijziging wordt in de eerste plaats uitvoering gegeven aan het arrest van het Hof van Justitie van de EU van 15 oktober 2009. Bovendien was het besluit ook aan modernisering toe. Er zijn vier wijzigingen: ●● het indicatief maken van de drempelwaarden in onderdeel D van de bijlage bij het besluit, omdat het Hof heeft bepaald dat het huidige systeem van absolute drempelwaarden aangepast moet worden; ●● het aanpassen van de omschrijvingen aan de richtlijn. Ook deze wijziging is een onderdeel van de reparatie als gevolg van het arrest; ●● het laten vervallen van koppen in onderdeel C en D van de bijlage. Dit is een modernisering van het besluit; ●● aanpassingen die als gevolg van praktijkproblemen wenselijk zijn. Gedurende zes weken na dagtekening van deze Staatscourant kan iedereen schriftelijk zijn zienswijze naar voren brengen bij het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, PorR/LOK/IPC 360, Postbus 20951, 2500 EZ in Den Haag. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
Regeling scheiden gevaarlijke afvalstoffen gewijzigd Op 1 oktober treedt de wijziging in werking van de Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen. Het gaat om uitbreiding van het toepassingsgebied en om een nieuwe bijlage. De aanleiding voor de wijzing is allereerst de noodzaak om de regeling in overeenstemming te brengen met de Europese regelgeving. Daarnaast was er behoefte om de indeling te actualiseren van de verschillende categorieën gevaarlijke
■■Frits de Groot, 070 – 3490 326,
[email protected]
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 21 / 2 JULI 2010
5
ECONOMISCHE ZAKEN afvalstoffen die gescheiden moeten worden gehouden. Deze indeling staat in de bijlage bij de regeling.
Aanvragen kunnen worden ingediend via de website van Agentschap NL.
Door de wijziging is de groep ondernemingen waarvoor de regeling geldt, uitgebreid. In de oorspronkelijke regeling waren er geen verplichtingen voor inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen. Zij zijn nu aan artikel 2 van de regeling toegevoegd om zo voor de gehele keten te waarborgen dat aan richtlijn 2008/98/EG wordt voldaan. Inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen moeten nu de hele tijd dat zij de afvalstoffen onder zich hebben, de verschillende categorieën gevaarlijke afvalstoffen gescheiden houden van elkaar en van andere afvalstoffen, stoffen, preparaten en producten. Zij hoeven echter niet te voldoen aan de plicht de verschillende categorieën gevaarlijke afvalstoffen te scheiden die verkeerd zijn afgegeven.
■■August Mesker, 070 – 3490 333,
[email protected]
In artikel 2.12 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer staat nu een verwijzing naar de bijlage. Deze wijziging is relevant voor ondernemingen die te maken hebben met de algemene regels voor afval van dit besluit. Zij moeten hun gevaarlijke afvalstoffen gescheiden houden volgens de geactualiseerde indeling in categorieën.
De nieuwe regelgeving is opgesteld door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en maakt deel uit van een omvangrijk pakket van maatregelen, waarover in 2008 overeenstemming is bereikt. In 2015 zal de milieunorm voor brandstoffen voor schepen op de Noordzee verder worden aangescherpt. De EU zal in de gaten houden wat deze overgang op schonere (en duurdere) brandstof betekent voor de concurrentiepositie van shortsea-vervoer (kustvaart) in relatie tot het wegvervoer.
De geactualiseerde bijlage met categorieën van gevaarlijke afvalstoffen heeft een andere indeling en andere omschrijvingen. De bestaande verwerkingsroutes voor de categorieën vormen het uitgangspunt voor de nieuwe indeling. Er is gekeken naar de milieuhygiënische redenen voor het gescheiden houden van de verschillende categorieën afvalstoffen. De omschrijvingen van de categorieën gevaarlijke afvalstoffen in de bijlage sluiten aan bij die in de sectorplannen uit het Landelijk afvalbeheerplan. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
Stimulans voor slimme mobiliteit in mkb Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf kunnen vanaf 1 juli gratis advies aanvragen voor mobiliteitsmanagement. Slimmer omgaan met mobiliteit kan veel positieve effecten hebben, zoals vermindering van de reiskosten en stijging van de productiviteit. Ook kan de parkeerproblematiek rond het bedrijf afnemen. Voor werknemers kan de balans tussen privé en werk verbeteren.
Schonere brandstof voor zeeschepen Noordzee Zeeschepen op de Noordzee zijn met ingang van 1 juli verplicht te varen op schonere brandstof. Volgens nieuwe internationale regels moet scheepsbrandstof 33 procent minder zwavel bevatten. Minder zwavel in de brandstof betekent minder uitstoot van vervuilende stoffen. Als gevolg van deze maatregel moet de luchtkwaliteit met name in het westen van Nederland verbeteren.
De maatregel geldt behalve voor de Noordzee ook voor het Kanaal en de Oostzee en past in een wereldwijde trend om in kustgebieden strenge emissienormen voor zeeschepen in te stellen. Zo zal schonere brandstof vanaf augustus 2011 ook in een zone van 200 zeemijlen voor de kust van de VS en Canada verplicht worden. De EU stelde op 1 januari van dit jaar schone brandstof verplicht voor schepen die in Europese havens aan de kade liggen. Dit had als doel de luchtkwaliteit in de – vaak dichtbevolkte – havengebieden te verbeteren. Naast deze maatregelen voor scheepsbrandstoffen wordt in de toekomst ook de uitstoot door scheepsdieselmotoren door de IMO aan banden gelegd. Vanaf 2011 wordt de emissienorm voor stikstofoxide voor nieuwe motoren 20 procent strenger dan de huidige. Vanaf 2016 moeten motoren in enkele door IMO aan te wijzen regionale gebieden voldoen aan normen die 80 procent strenger zijn. Deze regionale norm moet ook voor de Noordzee gaan gelden. ■■August Mesker, 070 – 3490 333,
[email protected]
De regeling voor het gratis advies is ontwikkeld door het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de taskforce Mobiliteitsmanagement. Ondernemers met 25 tot 250 werknemers kunnen een voucher met een waarde van 1500 euro aanvragen bij het Agentschap NL. Als de voucher wordt toegekend, kunnen zij een afspraak maken met een adviseur die is geselecteerd om mobiliteitsscans te maken. De ondernemer betaalt deze adviseur met de voucher. Als de scan aanleiding geeft voor verbeteringen, is er een subsidie van maximaal 4500 euro voor de kosten van een adviseur die helpt bij het uitwerken en invoeren. De ondernemer betaalt zelf altijd een derde van de kosten. Elke ondernemer kan één voucher aanvragen voor een scan en één voucher voor advies en implementatie. Voor de regeling is in totaal 3 miljoen euro beschikbaar. De subsidieregeling loopt tot 30 juni 2011.
6 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 21 / 2 JULI 2010
SOCIALE ZAKEN ‘Regierol centrumgemeenten op arbeidsmarkt’ De grootste gemeenten in de dertig arbeidsmarktregio’s moeten meer verantwoordelijkheid nemen in het bestrijden van de knelpunten op de arbeidsmarkt binnen hun regio. Dit beveelt het Ondersteuningsteam Arbeidsmarkt aan in zijn eindverslag, dat het heeft aangeboden aan demissionair minister Donner van Sociale Zaken. Het team ziet een toenemend belang van de centrumgemeenten op de arbeidsmarkt en vindt dat zij de regierol in de aanpak van jeugdwerkloosheid ook moeten oppakken om sectoren met personeelstekorten te helpen. Het Ondersteuningsteam stelt voor om de zogenoemde Werkpleinen – een samenwerking tussen gemeenten en het UWV – verder te ontwikkelen. Zij zijn een belangrijke schakel tussen publieke partijen (onderwijs, gemeenten en het UWV) en het regionale bedrijfsleven. Het team roept beide partijen op om werkgevers nog meer dan nu gezamenlijk te benaderen. Zo kunnen zij een brug slaan naar meer publiek-private samenwerking en de regionale arbeidsmarkt een stimulans geven. De dertig mobiliteitscentra die het kabinet het UWV begin 2009 heeft laten instellen, hebben volgens het team hun waarde bewezen. Zij kunnen ook in de toekomst een rol vervullen bij goede regionale informatie over de arbeidsmarkt. Wel moet er meer duidelijkheid zijn over cijfers en resultaten op de regionale arbeidsmarkt. Het Ondersteuningsteam werd door het kabinet in juni 2009 ingesteld als onderdeel van de crisisaanpak voor de arbeidsmarkt. Demissionair minister Donner vindt dat het werk van het team vruchten heeft afgeworpen: “Praktische zaken zijn in beeld gebracht, het team heeft veel partijen gesproken en bezocht. Hun aanbevelingen zijn een stimulans om de reeds ingezette regionale samenwerking tussen het bedrijfsleven, onderwijs en overheid te verstevigen.” ■■Sip Nieuwsma, 070 – 3490 216,
[email protected]
Tempo-Team ondersteunt Rijk bij aanpak jeugdwerkloosheid Uitzender Tempo-Team gaat het Rijk en gemeenten ondersteunen bij de aanpak van de hoge jeugdwerkloosheid in de veertig aandachtswijken. De uitzendorganisatie start daarvoor extra leerwerktrajecten en gaat schooluitvallers en jeugdige werklozen een opleiding of werktraject aanbieden. Dat staat in een overeenkomst die demissionair minister Van Middelkoop (Wonen, Wijken en Integratie) en Kees Stroomer, directievoorzitter van Tempo-Team hebben ondertekend. Het ministerie verzorgt de contacten met de gemeenten, terwijl de uitzendorganisatie met haar klanten structurele afspraken maakt over arbeidsplaatsen en leerwerktrajecten. Tempo-Team maakt met de gemeenten en het UWV Werkbedrijf een plan over de gewenste aanpak en het aantal jongeren dat naar werk wordt bemiddeld. Per aandachtswijk wordt zo nodig een extra intercedent opgeleid die de jongeren begeleidt.
Het initiatief is bedoeld voor groepen voor wie de reguliere publieke of commerciële arbeidsbemiddeling geen soelaas biedt. In twee aandachtswijken lopen op dit moment al succesvolle projecten van Tempo-Team. Zo is er in Amsterdam Slotervaart het initiatief MoMoney (‘More Money’), dat jongeren tot 27 jaar zonder startkwalificatie aan de slag helpt. In Utrecht Kanaleneiland is er het sollicitatie- en opleidingsprogramma KrachtCatering: cursisten die een certificaat behalen, gaan aan de slag bij een cateraar. In de landelijke raamovereenkomst is afgesproken dat in de andere aandachtswijken vergelijkbare projecten van start gaan. De inzet van Tempo-Team komt bovenop de inspanningen van Rijk, gemeenten en UWV om de werkloosheid in aandachtswijken aan te pakken. In de veertig wijken is de werkeloosheid vaak dubbel zo hoog. Een hoog aandeel jongeren gaat zonder een zogeheten startkwalificatie van school. ■■Sip Nieuwsma, 070 – 3490 216,
[email protected]
Vakantiewetgeving aangepast De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel om de regeling voor vakantie en verlof aan te passen. Werknemers die langdurig ziek zijn, krijgen voortaan recht op hetzelfde aantal vakantiedagen als niet-zieke werknemers. In Nederland is dat nu niet zo: langdurig zieke werknemers bouwen minder vakantiedagen op. De wijziging is noodzakelijk door uitspraken van het Europees Hof van Justitie. Het voorstel komt uit de koker van de demissionaire ministers Donner van Sociale Zaken en Hirsch Ballin van Justitie. Het wetsvoorstel regelt ook dat werknemers in de toekomst hun wettelijke vakantiedagen binnen anderhalf jaar moeten opnemen. Te lang uitstellen van vakantie kan de veiligheid en gezondheid in gevaar brengen. Extra vakantiedagen vallen buiten de nieuwe regeling. De termijn van anderhalf jaar geldt niet voor werknemers die redelijkerwijs niet in staat zijn geweest vakantie op te nemen. Werkgever en werknemer kunnen in onderling overleg besluiten de termijn te verlengen. De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te sturen. De tekst van het wetsvoorstel en het advies worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. ■■Alfred van Delft, 070 – 3490 218,
[email protected]
Aantal leerbedrijven blijft groeien Sinds de start van het actieplan jeugdwerkloosheid in mei 2009 kregen 37.000 nieuwe leerbedrijven een erkenning. Dat leverde 55.000 leerplaatsen op voor leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo’ers). In diezelfde periode zijn 14.000 bedrijven met 25.000 leerplaatsen als leerbedrijf verloren gegaan. Het totaal aantal leerbedrijven is daarmee gegroeid tot 213.000. Dit blijkt uit de Colo Barometer van de stageplaatsen en leerbanen van juni 2010. Colo is de vereniging van samenwerkende kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 21 / 2 JULI 2010
7
SOCIALE ZAKEN De afgelopen drie maanden is het tekort aan leerbanen licht verder gekrompen naar 11.000 plaatsen. De grootste terugval lijkt nu achter de rug. Bij het meldpunt stagetekorten van Colo kwamen de laatste drie maanden geen meldingen binnen van structurele tekorten. De kenniscentra losten alle meldingen binnen twee weken op. De ongelijke spreiding van stages over het jaar veroorzaakt knelpunten. In de maanden februari en september is het dringen op de stagemarkt, terwijl in de zomermaanden de vraag naar stageplaatsen mager is. De scholen zoeken zelf ook oplossingen door de stages te verschuiven naar periodes waar meer mogelijkheden zijn bij bedrijven. De zomervakantie kan als stageperiode beter benut worden. Dan is de kans het grootst dat een mbo’er aan de slag kan op een leerplaats. Motieven voor bedrijven om leerbedrijf te worden, zijn bijna altijd de toekomstige zorg voor de personeelsvoorziening. Met de groeiende vergrijzing en de afnemende beschikbaarheid van nieuwe instroom willen veel bedrijven hun nieuwe personeel zelf opleiden en zo aan zich binden. Ondanks de crisis en het weinige werk in een aantal sectoren hebben ook de bestaande leerbedrijven hun leerplaatsen redelijk in stand kunnen houden. Faillissement of het stopzetten van hun erkenning veroorzaakten het verlies van de 14.000 bedrijven als leerbedrijf. Sinds de start vier jaar geleden van de gezamenlijke website van de kenniscentra www.stagemarkt.nl is een constante groei van het aantal leerbedrijven te zien. In 2006 stond de teller op 170.000. Alleen de automobielsector en de bouw kregen te kampen met een forse krimp aan leerplaatsen. ■■Gertrud Visser, 015 – 2191 249,
[email protected] ■■Rob Slagmolen, 015 – 219 1238,
[email protected]
Nota over samenwerking onderwijs en bedrijfsleven
MKB-Nederland en VNO-NCW. Om die omslag te bewerkstelligen, werken zij in de nota een aantal aanbevelingen uit. Ook roepen zij het (georganiseerde) bedrijfsleven en de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven op om actief met het onderwijs samen te werken. Een voorbeeld van een stap in de richting van medezeggenschap van het bedrijfsleven in het onderwijs, is de intentieverklaring die ondernemingskoepels, vakbonden en onderwijsorganisaties in april hebben ondertekend. ■■Gertrud Visser, 015 – 2191 249,
[email protected]
Bijstandsuitkeringen, WIJ, IAOW, IOAZ en WWIK per 1 juli De bijstandsuitkeringen gaan per 1 juli met 0,4 procent per maand omhoog als gevolg van de stijging van het minimumloon. Hierdoor gaan ook de uitkeringen voor jongeren (WIJ), oudere werkloze werknemers (IOAW), oudere voormalige zelfstandigen (IOAZ) en kunstenaars (WWIK) omhoog; deze zijn gekoppeld aan ontwikkelingen van het minimumloon. Het kabinet heeft het minimumloon per 1 juli verhoogd van 1407,60 euro naar 1416 euro per maand. De Wet Werk en Bijstand (WWB) regelt de bijstandsuitkeringen. Jongeren tot 27 jaar kunnen sinds 1 oktober 2009 geen gebruik meer maken van de WWB. Zij vallen sindsdien onder de Wet Investeren in Jongeren (WIJ), waarbij werken en/of leren voorop staat. De jongere moet een werkleeraanbod krijgen van de gemeente. Als dit onvoldoende inkomen oplevert, kan de jongere gebruik maken van een inkomensregeling in de WIJ. Deze ligt op het niveau van de bijstand. Jongeren van 18 tot 21 jaar krijgen minder. De netto normbedragen voor mensen van 27 tot 65 jaar die een uitkering krijgen op grond van de WWB:
Gehuwden of ongehuwd samenwonenden De samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven bevorderen. Dat is het doel van de nota ‘Prikkelen tot meer en beter’, die MKB-voorzitter Loek Hermans namens VNO-NCW en MKBNederland heeft uitgereikt aan demissionair staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs. Centrale vragen zijn is of het huidige systeem voor het beroepsonderwijs voldoende prikkels in zich heeft voor scholen om de samenwerking met het bedrijfsleven te zoeken en op welke onderwerpen die samenwerking dan betrekking zou moeten hebben. De nota schetst hoe in de historie de zeggenschap van het bedrijfsleven over het beroepsonderwijs steeds marginaler is geworden en de onderwijsinstellingen steeds autonomer. Van Bijsterveldt heeft hierin een zekere kentering teweeggebracht, aldus de ondernemingsorganisaties. Zij concluderen dat de huidige wet- en regelgeving niet helemaal voldoet en op onderdelen beter kan worden gebruikt. Alleen het aanscherpen van wet- en regelgeving is niet voldoende. Ook de ‘mindset’ in het onderwijs moet veel meer gericht zijn op samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, stellen
8 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 21 / 2 JULI 2010
per maand vakantie-uitkering totaal
€ 1239,15 € 65,22 € 1304,37
Alleenstaande ouders per maand vakantie-uitkering totaal
€ 867,41 € 45,65 € 913,06
€ 619,58 € 32,61 € 652,19
Alleenstaanden per maand vakantie-uitkering totaal
Maximale toeslag voor mensen van 27 jaar tot 65 jaar:
Alleenstaande ouders en alleenstaanden per maand vakantie-uitkering totaal
€ 247,83 € 13,04 € 260,87
SOCIALE ZAKEN De netto normbedragen voor mensen van 65 jaar of ouder die een uitkering krijgen op grond van de WWB:
Gehuwden en ongehuwd samenwonenden Beide partners 65 jaar of ouder of een partner jonger dan 65 jaar per maand € 1310,68 vakantie-uitkering € 68,98 totaal € 1379,66
Alleenstaanden per maand vakantie-uitkering totaal
€ 953,48 € 50,18 € 1003,66
In tegenstelling tot de bijstand wordt bij de IOAW geen rekening gehouden met vermogen. Bij de IOAZ wordt wel rekening gehouden met andere inkomsten en ook met vermogen. Vermogen boven het bedrag van maximaal 120.408 euro wordt geacht jaarlijks 4 procent inkomsten op te leveren. Deze inkomsten worden in mindering gebracht op de uitkering.
WWIK De WWIK is bedoeld voor kunstenaars die tijdelijk nog niet (geheel) in een eigen inkomen kunnen voorzien. De WWIK kent geen apart uit te betalen vakantie-uitkering. Deze is in de maandelijkse uitkering inbegrepen.
Gemeenten mogen bijstandsgerechtigden een premie voor reïntegratie geven die ertoe bijdraagt dat ze makkelijker aan het werk komen. Die premie is maximaal 2239 euro per jaar.
De bruto-uitkering per maand bedraagt voor: Alleenstaanden € 736,97 Alleenstaande ouders € 1019,92 Gehuwden en ongehuwd samenwonenden € 1087,61
IOAW en IOAZ
■■Sip Nieuwsma, 070 – 3490 216,
[email protected]
De IOAW is bestemd voor oudere langdurig werklozen die 50 jaar of ouder waren op het moment dat zij werkloos werden. Ook is de wet bedoeld voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen, ongeacht hun leeftijd. Voor de IOAZ komen mensen in aanmerking van 55 jaar of ouder die zelfstandigen waren. Ook gedeeltelijk arbeidsongeschikte ex-zelfstandigen (ongeacht hun leeftijd) die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen, kunnen hierop een beroep doen. De IOAW en de IOAZ vullen het totale inkomen van de rechthebbende en zijn partner aan tot bijstandsniveau. Op de hierna volgende grondslagen worden dus de bruto-inkomsten van de rechthebbende en zijn of haar partner in mindering gebracht. De bruto grondslagen:
Gehuwde en ongehuwde partners die beide 21 jaar of ouder Per maand vakantie-uitkering totaal
€ 1400,92 € 112,08 € 1513,00
Alleenstaanden van 21 jaar of ouder met een of meer kinderen per maand vakantie-uitkering totaal
€ 1354,55 € 108,36 € 1462,91
Sociale verzekeringen per 1 juli Uitkeringen voor ouderen (AOW), nabestaanden (ANW), werklozen (WW), langdurig zieken (WIA), arbeidsongeschikten (WAO) en jonggehandicapten (Wajong) gaan vanaf 1 juli omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. Het minimumloon stijgt van 1407,60 euro naar 1416 euro bruto per maand. De aanpassingen zijn nodig omdat ook de lonen en de prijzen de afgelopen tijd zijn gestegen. AOW’ers zien hun netto-uitkering afhankelijk van hun situatie bijvoorbeeld met tussen de 2 en de 6 euro per maand stijgen. Uitkeringen op basis van de WW, WIA en WAO gaan omhoog met 0,6 procent. De absolute stijging hangt erg af van persoonlijke omstandigheden. Zo is bijvoorbeeld van belang hoe hoog het inkomen was voor de uitkering. Voor de berekening geldt een maximuminkomen; verdiende men meer, dan telt het deel boven dat maximum niet mee bij het bepalen van de uitkering. Dit zogeheten maximumdagloon wordt per 1 juli vastgesteld op 187,77 euro bruto per dag. Het maximum premieloon werknemersverzekeringen wordt gedurende het jaar niet aangepast en blijft daarom 186,65 euro per dag.
AOW Alleenstaanden vanaf 23 jaar per maand vakantie-uitkering totaal
€ 842,44 € 67,39 € 909,83
AOW’ers die getrouwd zijn of samenwonen, hebben elk een eigen recht op een AOW-pensioen. Dit is gelijk aan de helft van het netto-minimumloon. De AOW voor een alleenstaande bedraagt 70 procent van het netto-minimumloon en dat voor een eenoudergezin 90 procent. Bij eenoudergezinnen gaat het om pensioengerechtigden die een kind verzorgen dat jonger is dan achttien jaar en voor wie zij kinderbijslag ontvangen. Voor gehuwde AOW’ers van wie de partner jonger is dan 65 gelden afwijkende regels.
€ 711,08 € 56,89 € 767,97
De uitkeringsbedragen AOW per 1 juli: In deze bedragen is nog geen rekening gehouden met de tegemoetkoming AOW van 34,26 euro bruto per maand. De vakantie-uitkering wordt in de maand mei beschikbaar gesteld.
€ 1077,47 € 86,20 € 1163,67
Alleenstaanden van 22 jaar per maand vakantie-uitkering totaal
Alleenstaanden van 21 jaar per maand vakantie-uitkering totaal
Voor mensen onder de 21 jaar gelden lagere bedragen. WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 21 / 2 JULI 2010
9
SOCIALE ZAKEN bruto p/m Gehuwden € 701,49 Gehuwden met maximale toeslag € 1402,98 (partner jonger dan 65 jaar) Maximale toeslag € 701,49 Ongehuwden € 1022,85 Ongehuwd met kind tot 18 jaar € 1295,62
bruto vak. uitk.p/m € 40,66 € 81,32
€ 56,93 € 73,18
De toeslag bedraagt maximaal 701,49 euro bruto per maand. Hoe hoog de toeslag precies is, hangt af van het inkomen van de werkende jongere partner. Een deel van het inkomen wordt namelijk van de toeslag afgetrokken. Als het bruto-inkomen van de jongere partner uit arbeid hoger is dan 1259,40 euro, heeft de AOW’er helemaal geen recht op toeslag.
ANW De ANW is een volksverzekering die recht geeft op een uitkering aan volwassenen van wie de partner is overleden. De uitkering bedraagt maximaal 70 procent van het netto minimumloon. Nabestaanden die een kind verzorgen van 18 jaar of jonger waarvan een ouder is overleden, krijgen daarnaast een inkomensafhankelijke uitkering van 20 procent van het netto minimumloon. Ook weeskinderen komen in aanmerking voor een uitkering. De hoogte van de ANW-uitkering is afhankelijk van het inkomen van de nabestaande. Uitkeringen worden er geheel van afgetrokken. Van inkomen uit arbeid blijft een deel buiten beschouwing, namelijk 50 procent van het minimumloon plus een derde deel van het meerdere. De bruto ANW-bedragen per 1 juli: De bedragen zijn weergegeven exclusief de tegemoetkoming ANW. Deze bedraagt bruto € 16,78 per maand. bruto p/m bruto vak. uitk.p/m Maximale nabestaandenuitkering € 1094,74 € 68,64 Halfwezenuitkering € 248,28 € 19,60 Wezenuitkering tot 10 jaar € 350,32 € 21,96 Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar € 525,48 € 32,95 Wezenuitkering van 16 tot 21/27 jaar € 700,63 € 43,93
Wajong De Wajong biedt jonggehandicapten een uitkering op minimumniveau. De grondslag voor de uitkering gaat per 1 juli omhoog. Ook de grondslagen voor Wajong-gerechtigden beneden de 23 jaar, die worden afgeleid van de minimumjeugdlonen, gaan dan omhoog. Grondslagen Wajong per 1 juli: De bedragen zijn exclusief vakantietoeslag. bruto per dag: vanaf 23 jaar ten hoogste € 65,10 22 jaar ten hoogste € 55,34 21 jaar ten hoogste € 47,20 20 jaar ten hoogste € 40,04 19 jaar ten hoogste € 34,18 18 jaar ten hoogste € 29,62
10 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 21 / 2 JULI 2010
Naast de Wajong-uitkering heeft elke Wajong-gerechtigde onder de 23 jaar recht op een tegemoetkoming. Deze compenseert (deels) de inkomensachteruitgang die de invoering van de Zorgverzekeringswet heeft veroorzaakt. 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar
bruto per maand: € 1,75 € 4,25 € 8,62 € 14,39 € 15,01
Maximumdagloon (WW, WIA en WAO) Per 1 juli worden bestaande uitkeringen verhoogd met 0,60 procent. De hoogte van de WW-, WIA- en WAO-uitkering hangt onder andere af van de hoogte van het laatst verdiende loon en het zogenoemde maximumdagloon. Per 1 juli wordt het maximumdagloon verhoogd van 186,65 naar 187,77 euro bruto.
Premiepercentages 2010 (ongewijzigd per 1 juli) premiepercentages AOW ANW AWBZ WAO/WIA-basispremie (Aof) Uniforme WAO-premie (Aok) WGA-rekenpremie (Werkhervattingskas) Awf-premie ZVW-inkomensafhankelijke bijdrage werkgevers UFO-premie UFO-premie ERD ZW Sectorpremie gemiddeld
2009
2010 verschil
7,90 1,10 12,15 5,70 0,15 0,47
7,90 1,10 12,15 5,70 0,07 0,59
0,00 0,00 0,00 0,00 -0,08 0,12
4,15 6,90
4,20 7,05
0,05 0,15
0,78 0,72 1,07
0,78 0,72 1,48
0,00 0,00 0,41
Verplichte werkgeversbijdrage 0,34 0,34 0,00 kinderopvang Max. premieloon werknemers- 183,15 186,65 3,50 verzekeringen Max. bijdrageloon ZVW per jaar 32.369,00 33.189,00 820,00 Franchise Awf-premie per dag 63,00 64,00 1,00 ■■Mariet Feenstra, 015 – 2191 426,
[email protected]
ALGEMEEN Qredits ontvangt Europese prijs De Nederlandse microkredietverstrekker Qredits heeft in Londen een Europese prijs in de wacht gesleept: de ‘Microfinance Good Practices Europe Award 2010’. Met deze prijs sprak de internationale jury haar waardering uit voor de innovatieve en professionele organisatie van Qredits. “Qredits combineert ervaringen uit de bankwereld met een persoonlijke benadering van kleine ondernemers en een uitstekend en innovatief it-systeem”, aldus het juryrapport. De prijs werd dit jaar voor de tweede maal uitgereikt door het European Microfinance Network en de Fondatione Giordano Dell’Amore uit Italië. Voor de award waren vijf kandidaten genomineerd uit verschillende Europese landen. Qredits verstrekt zakelijke kredieten tot 35.000 euro, in combinatie met coaching voor startende en bestaande ondernemers met een goed ondernemingsplan, die bij reguliere banken niet terechtkunnen. Sinds de start begin 2009 heeft Qredits ruim achthonderd kredieten verstrekt. Momenteel zijn bij Qredits 26 medewerkers in dienst, verdeeld over negen locaties in Nederland.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland dragen microfinanciering in Nederland een warm hart toe. Qredits verleent kredieten tot 35.000 euro. Na de kredietverlening krijgt de ondernemer een coach. Daarmee wordt de kans op een faillissement kleiner. Microfinanciering voorziet hiermee in een grote behoefte, met name bij startende ondernemingen. ■■Rob Wolthuis, 015 – 2191 239,
[email protected]
Koning Willem I Prijs 2010 uitgereikt Het in Amsterdam gevestigde Stage Entertainment heeft de Koning Willem I Prijs 2010 gewonnen in de categorie grootbedrijf. In de categorie midden- en kleinbedrijf won Adams Musical Instruments uit het Limburgse Ittervoort. Dé nationale ondernemingsprijs werd uitgereikt door zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje, onder grote belangstelling van tal van hoogwaardigheidsbekleders en de top van ondernemend Nederland.
Nederlandse bedrijven op de Canton Fair De Canton Fair (China Import and Export Fair) vindt elk lente en herfst plaats in Guangzhou. Het doel van de Canton Fair is het stimuleren van de handel met China. De Canton Fair bestaat uit drie sessies, elk met andere categorieën producten. Er is een internationaal gedeelte gericht op importproducten en een binnenlands gedeelte gericht op exportproducten. De doelgroep is iedereen die voor zowel import- als exportproducten zaken wil doen in China. Dit jaar staat er van 15 tot 19 oktober een Holland Paviljoen op de Canton Fair, in het internationale gedeelte dat gericht is op de Chinese markt. Het Holland Paviljoen wil met zijn aanwezigheid een flinke ‘boost’ geven aan Nederlandse bedrijven in China. Deelname aan het Holland Paviljoen in plaats van individuele deelname geeft Nederlandse bedrijven veel voordelen, bijvoorbeeld bij de: ●● ondersteuning door het consulaat-generaal bij de aanmeldingsprocedure; ●● logistiek; ●● promotie en pr; ●● matchmaking met Chinese kopers; ●● contacten met de organisatie en lokale overheden. Vooral Nederlandse bedrijven die voor het eerst willen deelnemen, hebben hierdoor minder voorwerk. Zij kunnen zo ook meeliften met de campagne die het consulaat heeft opgezet. Deelname kan een grote ‘brand exposure’ opleveren bij de meer dan 200.000 bezoekers. Het consulaat in Guangzhou heeft contact met lokale Nederlandse mkb’ers, die dit jaar voor de zevende keer op de beurs staan. Contactgegevens: Mr. Yuk Cheng Lam (speaks Dutch, English, Cantonese), projectmanager Consulate General of the Netherlands Teem Tower, 34/F, 208 Tianhe Road, Guangzhou Office: +86 (0) 20 3813 2200 Mobile: +86 159 89 289 033 Fax: +86 (0) 20 38132299 Email:
[email protected] ■■Sam Stevens, 070-3490438,
[email protected]
De Koning Willem I Prijs wordt tweejaarlijks toegekend door de Koning Willem I Stichting, ondersteund door het Ministerie van Economische Zaken. De Stichting is in 1958 in het leven geroepen door een aantal aan het bedrijfsleven gelieerde organisaties en De Nederlandsche Bank. Zij heeft als doelstelling de nationale economie van nieuwe impulsen te voorzien en daarmee het aanzien van het Nederlandse bedrijfsleven te vergroten. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn vertegenwoordigd in het bestuur. Voor meer informatie zie: www.kw1prijs.nl. ■■Jan Klaver, 070 – 3490 430,
[email protected]
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 21 / 2 JULI 2010
11