docenten handleidinG KNS CP01 Geografie en Geschiedenis kns01-V2.0
Kennis Nederlandse Samenleving Geografie en Geschiedenis
KNS CP01
Waar gaat het over? De onderwerpen die in deze CP aan bod komen zijn gebaseerd op het Thema ‘Geschiedenis en Geografie’ uit de Eindtermen Kennis van de Nederlandse Samenleving. In deze eindtermen wordt het volgende algemene doel geformuleerd: ‘De inburgeraar is in staat om, door de geschiedenis en geografie van Nederland te kennen, betrokken te zijn bij Nederland en de Nederlandse samenleving.’ Dit doel is nader uitgewerkt in vier cruciale handelingen (CH’s). Aan de cruciale handelingen is cruciale kennis (CK’s) verbonden: CH1. Zich verdiepen in de Nederlandse geschiedenis. CK1. Kent de geschiedenis van Nederland met betrekking tot de Gouden Eeuw/ rijkdom, kolonialisme, scheepvaart en waterwerken. CK2. Weet wat bepaalde perioden in de Nederlandse geschiedenis hebben opgeleverd en wat er nu van terug te zien is. CH2. Omgaan met voor Nederland gevoelige relaties en gebeurtenissen. CK1. Kent de geschiedenis van Nederland in WOII en de effecten hiervan op het dagelijkse leven in Nederland. CK2. Kent de rol van het eigen land van herkomst in de geschiedenis van Nederland. CK3. Kent de rol van Verenigde Staten, Canada, UK bij de bevrijding van West-Europa in WOII. CH3. Geografische kennis van Nederland gebruiken in het dagelijkse leven. CK1. Kent de namen en ligging van de provincies en belangrijkste plaatsen. CK2. Kent de globale afstanden tussen verschillende bekende plaatsen en provincies. CK3. Kent economische kenmerken van verschillende regio’s. CH4. Omgaan met ruime denkbeelden die in Nederland geaccepteerd zijn (sinds de jaren 70). CK1. Weet dat man en vrouw voor de wet gelijk zijn. CK2. Weet dat verwacht wordt dat meisjes en vrouwen een zelfstandig bestaan opbouwen. CK3. Weet dat openlijke homoseksualiteit niet verboden is. CK4. Weet dat bepaald kleedgedrag van sommige mannen/vrouwen niet mag worden opgevat als onkuis of uitnodigend. Voor elk kennisaspect (CK) zijn tevens normen voor succesvol handelen beschreven; hiervoor verwijzen wij naar de Eindtermen KNS (www.handreikinginburgeringgemeenten.nl). Aandachtspunten De bedoeling van deze CP is dat de cursist een goed begrip krijgt van zijn nieuwe ‘thuis’, zodat hij er meer bij betrokken kan zijn. Hij kent meer van Nederland dan de buurt waarin hij woont, en hij heeft voldoende kennis van de Nederlandse geschiedenis om het Nederland van nu te kunnen duiden.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved KNS01-V2.0 Created on 11/03/2009 5:00:00 PM
1
Geografie Wat betreft geografische kennis hoeft de cursist niet de topografie van Nederland uit zijn hoofd te kennen. Wel is bijvoorbeeld nuttig dat hij weet hoe hij een reis (met het openbaar vervoer) kan plannen en reisafstanden kan inschatten. Hij kan gebruik maken van routeplanners op het internet en een plaats opzoeken op een kaart. Maar het moet vooral ook leuk zijn om iets meer te leren over het land(-schap) en geïnspireerd te raken eens een ander deel van Nederland te bezoeken. In de e-learning krijgt de cursist deze onderwerpen aangeboden: Topografie: buurlanden, Noordzee, Waddeneilanden, IJsselmeer, provincies, enkele steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Groningen, Maastricht, Den Haag, Enschede). Globale grootte van Nederland (Noord –Zuid 300 km, Oost – West 200km). De Randstad: dichtbevolkt en economisch belangrijk Nederland ligt deels onder de zeespiegel: belang van de dijken, duinen en polders. Geschiedenis Ook wat betreft geschiedenis is het niet zo dat de cursist historische feiten uit zijn hoofd moet leren. Belangrijker is dat hij een globaal idee heeft wat de historische achtergronden zijn van het Nederland dat hij nu leert kennen. In de e-learning komen de volgende onderwerpen aan bod. U kunt in de groepslessen aanhaken op deze inhoud. Kies samen met de cursisten een paar onderwerpen die nader besproken worden.
Willem van Oranje (16e eeuw). Willem van Oranje wordt gezien als de ‘Vader des Vaderlands’. Nederland maakte in de 16e eeuw deel uit van het rijk van de Spaanse koning Filips II (dit rijk heette het Habsburgse Rijk). Willem van Oranje was de leider van de Opstand tegen de Spaanse overheersing. Deze Opstand was het begin van een oorlog die 80 jaar duurde (De Tachtigjarige Oorlog, 15681648) en leidde tot de onafhankelijkheid van Nederland (of eigenlijk de ‘Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden’). De Opstand ging om godsdienst: de katholieke Spaanse koning Filips II streed tegen het protestantisme. De protestantse Willem van Oranje wilde juist godsdienstvrijheid. Een andere reden voor de Nederlandse Opstand waren belastingen. Nederland was erg rijk en de Spaanse koning wilde daarvan profiteren door een extra belasting te heffen. Daar waren de Nederlanders het niet mee eens. Het gevolg van de strijd van Willem van Oranje was dat Nederland voor het eerst een onafhankelijk gebied werd waar veel vrijheid en rijkdom was. Met name de godsdienstvrijheid was bijzonder en veel vervolgde mensen uit Zuid-Europa vluchtten naar Nederland vanwege deze vrijheid.
De Gouden Eeuw (17e eeuw). Nederland was in deze eeuw erg rijk, met name door internationale handel. Handelaren gingen in grote schepen over de wereld. De V.O.C. (Verenigde Oost-Indische Compagnie) schepen gingen naar Azië, kochten daar thee en specerijen (peper, nootmuskaat, kruidnagel, kaneel, gember) en verkochten die weer in Nederland. Er gingen ook schepen naar het Westen (schepen van de W.I.C., de West-Indische Compagnie.) De W.I.C. hield zich vooral bezig met slavenhandel. Schepen voeren eerst naar West-Afrika; daar kochten handelaren Afrikaanse slaven op grote slavenmarkten, bijvoorbeeld in Accra (de hoofdstad van het huidige Ghana). De gekochte slaven werden van Afrika naar Zuid-Amerika verscheept, met name naar Suriname, Guyana en de Antilliaanse eilanden en daar weer verkocht aan plantages, waar ze hard moesten werken en vaak slecht werden behandeld. In Zuid-Amerika werd suiker, koffie en tabak gekocht dat weer in de schepen terug naar Nederland werd vervoerd. Pas in 1863 werd de slavernij verboden in Nederland (tegen die tijd hadden Nederlanders ruim 550.000 Afrikaanse slaven naar Zuid-Amerikaanse plantages vervoerd). De derde handelsbestemming was de Oostzee (bij Scandinavië). Neder-
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved KNS01-V2.0 Created on 11/03/2009 5:00:00 PM
2
landse schepen haalden daar hout en graan. Een interessant detail is dat de rijkdom in de Gouden Eeuw voor het grootste gedeelte is verdiend met de handel op de Oostzee, en niet met de veel bekendere handel met Azië, Afrika en Amerika. De rijken uit de Gouden Eeuw hadden veel geld over voor kunst, met name schilderkunst. De grootste schilder uit die tijd was Rembrandt, wiens belangrijkste werk ‘De Nachtwacht’ te zien is in het Rijksmuseum in Amsterdam.
Kolonialisme (18e-20e eeuw). In de loop van de zeventiende en achttiende eeuw kregen de Nederlanders steeds meer macht in delen van Azië en Zuid-Amerika. Aanvankelijk was het alleen de bedoeling om handel te drijven met de lokale bevolking vanuit handelsnederzettingen aan de kust. Maar geleidelijk ging men het gebied ‘besturen’ vanuit die nederzettingen. Zo kon men het gebied uitbuiten. Nederland verdiende aan de natuurlijke rijkdommen van haar koloniën. Op die manier werden Indonesië, Suriname en de Antillen Nederlandse koloniën. In 1945 (aan het einde van de Tweede Wereldoorlog) verklaarde Indonesië zich onafhankelijk. Nederland wilde Indonesië behouden en voerde militaire acties uit (‘politionele acties’). Pas in 1949 erkende Nederland de onafhankelijkheid van Indonesië. In 1954 kregen Suriname en de Nederlandse Antillen autonomie binnen het Nederlandse koninkrijk. Suriname verklaarde in 1975 haar onafhankelijkheid. De Antillen zijn binnen het koninkrijk gebleven. Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat nu uit drie landen: Nederland, Aruba en de Nederlandse Antillen.
De Grondwet van Thorbecke (1848). Dit was een belangrijke gebeurtenis in de politieke geschiedenis, omdat door de invoering van deze grondwet de macht van de koning aanzienlijk werd beperkt. Sinds 1815 was Nederland een koninkrijk. De koning had veel macht en bepaalde het politieke beleid. Zo was het in die tijd de meeste Europese landen geregeld, maar in 1848 braken er in omringende landen revoluties uit: de burgers wilden meer te zeggen hebben. De Nederlandse koning (Willem II) nam het zekere voor het onzekere en liet een nieuwe grondwet opstellen door de rechtsgeleerde J.R. Thorbecke. In de nieuwe grondwet stond dat niet de koning maar ministers voortaan het beleid bepaalden. Bovendien kreeg het parlement (de Staten-Generaal) meer macht. Het was het begin van de parlementaire democratie. Het parlement werd voortaan rechtstreeks gekozen door de bevolking, althans, door het mannelijke deel van de bevolking dat rijk genoeg was om te mogen stemmen (het censuskiesrecht hield in dat alleen mensen die voldoende vermogend waren om een bepaald bedrag aan belasting te betalen, mochten stemmen).
De Tweede Wereldoorlog (in Nederland 1940-1945). De Tweede Wereldoorlog woedde van 1939 tot 1945, maar Nederlanders hanteren meestal de jaren 19401945 omdat dit de periode is dat Nederland bij de oorlog betrokken was (namelijk: door Duitsland werd bezet). Buurland Duitsland was bezig een groot Europees rijk te veroveren, vanuit de gedachte dat het superieure Duitse (Arische) ras meer ‘levensruimte’ nodig had. Ook Nederland werd veroverd en bezet van 1940 tot 1945. Duitsland was in de ban van een nationaal-socialistische ideologie: een racistische ideologie die uitging van de superioriteit van het ‘Arische’ ras (blonde haren en blauwe ogen), en liet Joden, zigeuners, homoseksuelen, en gehandicapte mensen uitroeien. Er zijn in Europa ongeveer 6 miljoen Joden, zigeuners, homoseksuelen, en gehandicapte mensen vermoord, waarvan meer dan 100,000 uit Nederland. Joden werden opgepakt en naar concentratiekampen en vernietigingskampen gestuurd. Daar werden ze massaal vermoord in gaskamers. Het Amsterdamse meisje Anne Frank is het bekendste slachtoffer van de Holocaust. Ze schreef een dagboek terwijl ze ondergedoken zat. Maar ze werd ontdekt en naar een concentratiekamp gestuurd. Daar stierf ze op 15-jarige leeftijd. Haar dagboek bleef bewaard: het wordt over de hele wereld veel gelezen en is in meer dan 60 talen vertaald. Tijdens de winter van 1944/45, de laatste winter van
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved KNS01-V2.0 Created on 11/03/2009 5:00:00 PM
3
de oorlog was er grote honger, vooral in de steden. Tijdens de Hongerwinter stierven 20,000 Nederlanders. Op 5 mei 1945 was de oorlog voorbij. Nederland werd bevrijd door Amerikaanse, Canadese en Britse troepen. Die dag viert Nederland nog steeds Bevrijdingsdag. Op 4 mei, om 20.00 is men 2 minuten stil om de slachtoffers van alle oorlogen te herdenken: dat is de Dodenherdenking.
Wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Na de Tweede Wereldoorlog lag Nederland in puin: huizen, fabrieken, bruggen en wegen waren vernield en de economie was er slecht aan toe. Er moest veel werk verricht worden om Nederland (en de rest van Europa) weer op te bouwen. Hulp kwam toen van Amerika. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken George Marshall bedacht een plan voor de wederopbouw van (West-)Europa. De Amerikaanse hulp werd bekend als het Marshallplan (of Marshallhulp). Dankzij het Marshallplan kon Nederland snel herstellen van de oorlog.
Internationale samenwerking na 1945: Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn een aantal belangrijke internationale samenwerkingsverbanden opgericht: de Verenigde Naties (1945), de NAVO (1949) en de Europese Unie (1957). Nederland is lid van deze organisaties. De Verenigde Naties is een vergadering van (vrijwel) alle landen van de wereld. Door structureel met elkaar te overleggen hopen de landen van de VN de vrede en veiligheid in de wereld te bevorderen. De NAVO is een militair bondgenootschap, ontstaan uit angst voor de uitbreidende invloed van de communistische Sovjet Unie in Europa. West-Europese landen waren verzekerd van militaire steun van de VS en Canada in het geval zij zouden worden aangevallen. Hoewel de Koude Oorlog nu voorbij is, bestaat de NAVO nog wel. Er zijn nu 26 leden van de NAVO. De Europese Unie is ontstaan als economische samenwerking tussen Europese landen. Binnen de Europese Unie is er vrij verkeer van personen en goederen: er zijn geen grenzen meer. Sinds 2002 is er in een aantal EU-landen een gemeenschappelijke munt: de Euro. Veel wetgeving in Nederland wordt op Europees niveau gemaakt (bijvoorbeeld op het gebied van economie, landbouw, visserij). Elke 5 jaar zijn er Europese verkiezingen. Men kiest dan het Europese Parlement. Er zijn nu 27 landen lid van de EU.
1960-1970: de komst van de ‘gastarbeider’. De wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog leidde tot groeiende welvaart in de jaren zestig. Er ontstond een tekort aan ongeschoolde arbeidskrachten, met name in de industrie. De Nederlandse overheid ging daarom in het buitenland arbeidskrachten werven. In eerste instantie werden arbeiders vooral geworven in Italië, Spanje, Portugal; later ook uit Turkije en Marokko. Deze ‘gastarbeiders’ waren mannen die zonder gezin naar Nederland kwamen en veelal in pensions woonden. De overheid dacht dat de gastarbeiders tijdelijk in Nederland zouden verblijven om geld te verdienen en na een tijdje weer naar het land van herkomst zouden terugkeren. Maar de meeste gastarbeiders bleven en lieten hun gezin overkomen. Begin jaren zeventig ging het iets slechter met de economie en is de werving van gastarbeiders gestopt. De term ‘gastarbeiders’ wordt niet meer gebruikt, omdat het niet gaat om tijdelijk verblijf maar om permanente migratie.
Hieronder twee historische thema’s die apart belicht zijn in de e-learning.
De geschiedenis van godsdienst in Nederland: Vóór het jaar 700 geloofde men in dit gebied in Germaanse goden. Bekende Germaanse goden zijn: Wodan (de oppergod, ‘woensdag’ herinnert nog aan hem), Thor (god van de donder, ‘donderdag’ is naar hem vernoemd) Freya (godin van de liefde, naamgever van de dag ‘vrijdag’). Rond 700 werd Nederland gekerstend: bisschoppen (Willibrord en Bonifatius) werden door de Paus naar het Noorden gestuurd om de mensen te bekeren tot het christelijke geloof. En dat lukte: de bevolking werd christelijk.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved KNS01-V2.0 Created on 11/03/2009 5:00:00 PM
4
Toch bleven sommige Germaanse tradities: bijvoorbeeld de boom met brandende kaarsjes tijdens de kerst komt oorspronkelijk van het Germaanse lichtfeest. Rond het jaar 1500 splitste de christelijke kerk in katholiek en protestants. Nederland werd voor een groot deel protestants. De protestanten splitsten zich af van de kerk omdat ze deze corrupt vonden en terug wilden naar het ‘ware’ geloof. Protestantse kerken zijn daarom meestal vrij kaal van binnen, terwijl katholieke kerken vaak rijkelijk versierd zijn. Het protestantse Nederland van de 16 eeuw vocht zich (onder leiding van Willem van Oranje) los van de katholieke Spaanse overheersing. Nederland kende meer godsdienstvrijheid dan andere gebieden. Daardoor vluchtten vervolgde Joden uit katholiek Portugal en Spanje naar Nederland. Afgezien van deze Joodse gemeenschap was vrijwel iedereen in Nederland christelijk. De kerk had veel macht, tot ongeveer 1800: men kreeg kritiek op de politieke macht van de kerk. De geestelijkheid (de geestelijke leiders) had, net als de adel, een bijzondere positie in de politiek. Rond 1800 kwam daar een einde aan en ontstond de ‘scheiding tussen kerk en staat’; sindsdien heeft de kerk geen machtspositie meer binnen de politiek. In de jaren 60 van de 20ste eeuw vindt een volgende grote verandering plaats: veel mensen hebben genoeg van de bemoeienis van de kerk in hun leven en wenden zich af van de kerk. Vanaf ongeveer 1970 leert Nederland door migratie ook andere godsdiensten kennen: Islam, Hindoeïsme, Boeddhisme. De Nederlandse bevolking van nu ziet er wat betreft godsdienst als volgt uit: 40% is niet gelovig, 51 % is christelijk, 6% is Moslim, 1% is Hindoe, 2% is iets anders.
De geschiedenis van de vrouwenemancipatie: Emancipatie betekent strijden voor gelijkheid. Eeuwenlang hadden vrouwen in Nederland minder rechten dan mannen. In de 19e eeuw begon de emancipatiestrijd van de vrouw met de eis om stemrecht voor vrouwen. Aletta Jacobs was een belangrijke voorvechtster van het vrouwenkiesrecht en werd bekend als de eerste vrouw op een universiteit (1871) en de eerste vrouwelijke dokter. Vrouwen kregen (actief) kiesrecht in 1919 (passief kiesrecht, het recht om gekozen te worden, kregen ze een jaar eerder, 1918). Maar de vrouw was tot de jaren 1960 nog erg beperkt in haar levenskeuzes: vrouwen hadden minder opleidingskansen; ze kregen een lager salaris dan mannelijke collega’s met dezelfde baan. Als een vrouw in overheidsdienst, ging trouwen, werd ze automatisch ontslagen. De belangrijkste taak van getrouwde vrouwen was om veel kinderen te krijgen en te verzorgen. In de jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw kwam er een tweede emancipatiegolf: vrouwen eisten meer opleidingskansen, gelijk loon voor gelijke arbeid, geen ontslag als een vrouw ging trouwen. Ook eisten vrouwen het recht op abortus: de vrouw wilde ‘baas in eigen buik’ zijn. De vrouw werd zo zelfstandiger en minder afhankelijk van een man. Door betere opleidingskansen konden vrouwen betere banen krijgen en economisch zelfstandig zijn.
Aandachtspunten Bepaalde onderwerpen kunnen emotionele reacties losmaken bij cursisten (denk aan de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust; het koloniale verleden en de slavernij; of de vrouwenemancipatie). Het is niet de bedoeling discussie te provoceren, maar als deze ontstaan is het is juist belangrijk om daar de tijd voor te nemen. Een open sfeer waarin ruimte is voor discussie en uitwisseling van gedachten is erg belangrijk. Tip Maak zo veel mogelijk gebruik van visuele ondersteuning in de vorm van wandkaarten, bosatlassen, platen, en foto’s. Meer weten? De volgende digitale bronnen kunt u raadplegen over geografie: ©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved KNS01-V2.0 Created on 11/03/2009 5:00:00 PM
5
maps.google.nl digischool.kennisnet.nl/community_ak www.deltawerken.com nl.wikipedia.org/wiki/IJsselmeer Voor meer informatie over Nederlandse geschiedenis kunt u terecht bij: www.entoen.nu www.anno.nl www.nationaalarchief.nl
Lessuggesties De film U kunt de aflevering zowel aan het begin als later in de CP laten zien. Korte samenvatting Essam en Kamar, zoon en dochter van Aziz en Mirjam, logeren bij hun grootouders. Daar bereidt Essam een spreekbeurt voor over de Tweede Wereldoorlog. Zijn zus Kamar pest hem een beetje. Zij weet er al veel van af: de Duitse bezetting, de jodenvervolging, de hongerwinter, enzovoort. Essam vindt het wel moeilijk. Hij oefent zijn spreekbeurt voor zijn zus Kamar en opa Ilias. Aziz en Mirjam zijn op het strand van IJmuiden. Mirjam vertelt over de watersnoodramp van 1953 en het belang van de waterwerken. Aziz bewijst aan Mirjam dat hij ook wel iets van Nederland weet, bijvoorbeeld dat de provincie Flevoland een polder is. 1e ronde film kijken Om het luisteren te vergemakkelijken kunt u de cursisten voor het kijken vertellen waar het filmpje globaal over gaat. Schrijf de volgende vragen op het bord en laat een cursist de vragen voorlezen. Wat vindt opa Ilias van geschiedenis? (belangrijk, saai, leuk, stom, interessant) Hoe loopt het af met de spreekbeurt van Essam? Controleer of iedereen de vragen heeft begrepen. Toon de film en bespreek de antwoorden. 2e ronde film kijken Vraag aan de cursisten te letten op welke van de onderstaande woorden ze horen in de film. Schrijf de woorden op het bord en laat een cursist de woorden voorlezen. Laat de cursisten de woorden voor zichzelf opschrijven zodat ze makkelijk kunnen afvinken tijdens de film. de zee de dijken de watersnoodramp Deltawerken
de dammen de polder Flevoland
Het is niet erg als de cursisten de woorden niet kennen, u hoeft de woorden nog niet uit te leggen. Uiteraard kan dit eventueel wel als cursisten daar behoefte aan hebben. 3e ronde film kijken Schrijf de volgende zinnen op het bord met erachter: waar/ niet waar ©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved KNS01-V2.0 Created on 11/03/2009 5:00:00 PM
6
De Tweede Wereldoorlog was van 1940-1945. (waar) In de Hongerwinter zijn 60 miljoen mensen doodgegaan. (niet waar) In de Tweede Wereldoorlog zijn 100.000 Nederlandse Joden omgekomen.(waar)
Laat de cursisten de zinnen rustig lezen. Controleer of de cursisten de zinnen begrijpen (‘omgekomen’ is mogelijk onbekend). Toon de film en bespreek de antwoorden. Vraag tot slot of de cursisten nog vragen hebben over de film.
1. Introductie CP Geografie en Geschiedenis
Activiteit
Introduceer het thema en activeer de voorkennis van cursisten door middel van een groepsgesprek. Een wandkaart van Nederland (en eventueel Europa en de wereld) biedt visuele ondersteuning. Wat weet u van Nederland? Hoe ziet Nederland er nu uit? En hoe was het hier vroeger? Wat zou u willen weten over Nederland? Inventariseer op het bord. Geef aan welke onderwerpen (wel en niet) aan bod zullen komen.
Materiaal
Wandkaarten van Nederland, Europa en de wereld.
Doel
Activering van voorkennis, cursisten hebben een beeld van het thema en de te behandelen onderwerpen.
2. Groepsgesprek: thema Geografie Activiteit
Voer een groepsgesprek over Nederland. Begin bij de eigen woonplaats van de cursisten. Waar ligt uw woonplaats in Nederland? Hoe ziet Nederland er verder uit? Is Nederland groter of kleiner dan China/Marokko/Turkije/.. ? Hoeveel mensen wonen in Nederland, denkt u? Waar wonen de meeste mensen, denkt u? Hoe ziet het land eruit? Maak gebruik van een wandkaart en inventariseer wat men al weet (bijvoorbeeld over de deltawerken in Zeeland, Flevoland (een polder), de duinen, de Waddenzee.)
Materiaal
Wandkaarten van Nederland, Europa en de wereld; demografische kaart van Nederland (eventueel in een atlas).
Doel
Cursisten wisselen informatie uit en activeren hun voorkennis over het onderwerp. Er wordt besproken hoe groot Nederland ongeveer is, hoeveel inwoners Nederland heeft, dat het land vlak en in sommige gebieden onder zeeniveau is, dat er in de Randstad veel mensen wonen.
3. Hoe ziet Nederland eruit? Samen een landschap beschrijven.
Activiteit
Deel ansichtkaarten van Nederlandse landschappen uit. De cursisten gaan de ansichtkaarten in tweetallen bespreken om ze daarna voor de rest van de klas te beschrijven. Geef de tweetallen ruim de tijd om de beschrijving voor te bereiden (minimaal 8 minuten). Moedig aan bij de voorbereiding ook pen en papier te gebruiken. Mogelijke vragen die de docent kan stellen naar aanleiding van de beschrijving: Waar is het, denk je?(Wijs aan op de kaart van Nederland?) Is het door mensen gemaakt of is het natuur? Wat vind je van het plaatje? Vind je het mooi of saai of rustig of vol? Lijkt het op … [het land van herkomst van de cursist]? Noteer belangrijke woor-
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved KNS01-V2.0 Created on 11/03/2009 5:00:00 PM
7
den van de cursisten op het bord. Laat de cursisten tot slot stemmen over ‘het mooiste landschap.’ Materiaal
Ansichtkaarten van Nederlandse landschappen (bijvoorbeeld: polderlandschap (Kinderdijk); boslandschap; duinen en zee; heidelandschap; drukke stad; vredig dorp, koeien in de weide, boten op het IJsselmeer). Bijlage KNS01a.
Variatie
U kunt de cursisten de opdracht geven zelf een afbeelding van Nederland te zoeken die zij mooi vinden. De volgende les laten de cursisten de afbeelding zien en motiveren ze hun keuze.
Doel
Cursisten oefenen het geven van mondelinge beschrijvingen. Cursisten leren over Nederlandse landschappen en waar deze te vinden zijn.
4. Wat heeft u van Nederland gezien? Elkaar interviewen. Activiteit
De cursisten interviewen elkaar in tweetallen over een (bijzondere) plek in Nederland waar zij zijn geweest. Vervolgens vertelt elke cursist voor de groep wat hij van zijn medecursist te weten is gekomen over deze plaats. U kunt de volgende vragen op het bord schrijven ter ondersteuning: Ik ben in … /op…. /bij…. geweest. Wat heb je daar gezien/ gedaan? Hoe zag het eruit? Waar ligt het? Het ligt vlakbij … Het ligt in … Hoe ben je daar naartoe gegaan? Ik ben daar met de fiets/auto/trein/… naartoe gegaan. Wat vond van die plek? Ik vond het mooi/leuk/vervelend/rustig/druk/saai/…
Materiaal
Wandkaart van Nederland voor het aanwijzen van de bezochte plaatsen.
Doel
De cursisten oefenen met vragen stellen, luisteren, beschrijvingen en meningen geven, en navertellen. Cursisten leren over bijzondere plekken in Nederland en hoe ze daar kunnen komen.
5. Hoe kom ik daar? Uitzoekopdracht Openbaar Vervoer (->PraktijkopdrachtGeo 1) Activiteit
De cursisten prikken blind (à la Ezeltje Prik) een plek op de kaart van Nederland en gaan uitzoeken hoe ze daar kunnen komen met het Openbaar Vervoer vanuit de locatie waar ze op dat moment zijn (de cursuslocatie). Houd op een lijstje bij welke bestemmingen de cursisten gaan onderzoeken. Geef aanwijzingen hoe de cursisten kunnen zoeken: via internet op www.9292ov.nl, www.ns.nl, op het treinstation aan het loket, met behulp van een atlas. In de volgende les doen de cursisten verslag van hun zoekopdracht.
Materiaal
Gedetailleerde wandkaart van Nederland, blinddoek. Of A4-formaat kopieën van een gedetailleerde kaart van Nederland.
Doel
Cursisten leren hoe zij een willekeurige plek in Nederland kunnen
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved KNS01-V2.0 Created on 11/03/2009 5:00:00 PM
8
bereiken met het Openbaar Vervoer. Cursisten leren hoe ze routes kunnen opzoeken op het internet. 6. Groepsgesprek: thema Geschiedenis (-> Praktijkopdracht Geschiedenis 2) Activiteit
Introduceer het thema door middel van een groepsgesprek. Maak eerst een horizontale tijdbalk op het bord, met een punt ‘nu’ rechts op de tijdbalk. Vraag de cursisten naar hun geboortejaar en zet deze als punten op de tijdbalk met een ballonnetje (‘1960: George geboren’). Doe hetzelfde voor het jaar dat de cursisten naar Nederland kwamen (met een andere kleur stift). Demonstreer zo dat geschiedenis gaat over wat er vroeger gebeurd is en wat we ons nog goed herinneren. Leg uit dat de lijn een tijdbalk voorstelt en dat alles links van het punt ‘nu’ de geschiedenis is. Ga door met de volgende stap. U kunt ook nog andere vragen stellen en die in de tijdbalk opnemen. Wat is een belangrijke gebeurtenis in uw leven? Waarom is het belangrijk voor u? (Verwijs naar Praktijkopdracht Geschiedenis 2.) Wat weet u van de Nederlandse geschiedenis? Waarom denkt u dat dat belangrijk is om te weten? Inventariseer op het bord. Geef aan welke geschiedenisonderwerpen (wel en niet) aan bod zullen komen.
7. Een verhaal vertellen over… Activiteit
Laat de cursisten vrij associëren over de volgende onderwerpen: Willem van Oranje de Gouden Eeuw de koloniën de Grondwet Tweede Wereldoorlog de Verenigde Naties, NAVO en EU Schrijf de onderwerpen op het bord en verdeel de onderwerpen over de cursisten (laat de cursisten zelf kiezen). Elk groepje krijgt 10 minuten de tijd om na te denken over het woord. Wie of wat is het? Wanneer was het? Waar denk je aan bij het woord? Moedig de cursisten aan om hun fantasie de vrije loop te laten. Na vijf minuten vertelt elk groepje kort wat zij denken bij dit onderwerp. Noteer dit op het bord. Daarna krijgen de cursisten een werkkaart met informatie over hun onderwerp. De groepjes krijgen nu 10 minuten om de hulpkaart te lezen. Daarna vertellen de groepjes een tweede keer aan de klas wat zij weten over hun onderwerp. Maak een tijdbalk op het bord. Vraag de groepjes de onderwerpen te plaatsen op een tijdbalk.
Materiaal
Werkkaart 1, gekopieerd (bijlage KNS01b).
8. Geschiedenis van Godsdienst in Nederland. Zet in de goede volgorde. Activiteit
De cursisten krijgen een stapeltje kaartjes waarop kort iets wordt verteld over godsdienst in Nederland. Ze krijgen ook een stapeltje jaartallen. In groepjes proberen de cursisten de kaartjes in de goede volgorde te leggen door ze te combineren met de jaartallen.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved KNS01-V2.0 Created on 11/03/2009 5:00:00 PM
9
Geef de cursisten ruim de tijd voor deze opdracht. Laat één groepje hun oplossing presenteren. Laat vervolgens de andere groepjes commentaar geven. Gebruik een tijdbalk op het bord om de juiste oplossing weer te geven. Bespreek tot slot na: Wat valt jullie op als je kijkt naar godsdienst in Nederland door de geschiedenis? Hebben jullie iets nieuws geleerd? Materiaal
Werkkaart 2, gekopieerd (bijlage KNS01c).
9. Geschiedenis van Emancipatie in Nederland. Zet in de goede volgorde. Activiteit
De cursisten krijgen een stapeltje kaartjes waarop kort iets wordt verteld over vrouwenemancipatie in Nederland. Ze krijgen ook een stapeltje jaartallen. In groepjes proberen de cursisten de kaartjes in de goede volgorde te leggen door ze te combineren met de jaartallen. Geef de cursisten ruim de tijd voor deze opdracht. Laat één groepje hun oplossing presenteren. Laat vervolgens de andere groepjes commentaar geven. Gebruik een tijdbalk op het bord om de juiste oplossing weer te geven. Bespreek tot slot na: Wat valt jullie op? Hebben jullie iets nieuws geleerd?
Materiaal
Werkkaart 3, gekopieerd (bijlage KNS01d).
10. Stilstaan bij een monument of standbeeld (-> Praktijkopdracht Geschiedenis 1) Activiteit
Neem een aantal afbeeldingen mee van monumenten en standbeelden (in Nederland of daarbuiten). Vraag de cursisten wat het volgens hen zijn, en waarvoor ze dienen. Kennen de cursisten ook monumenten in hun buurt? Bekijk samen Praktijkopdracht Geschiedenis 1.
Materiaal
Ansichtkaarten/foto’s van (Nederlandse) standbeelden of monumenten.
11. Interview migratiegeschiedenis (-> Praktijkopdracht Geschiedenis 3) Activiteit
Laat de cursisten elkaar interviewen over waar zij (en hun voorouders) vandaan komen, wanneer zij zijn verhuisd (en eventueel waarom). Gebruik hiervoor werkkaart 4. Laat de cursisten aan de klas rapporteren wat zij nu weten van de medecursist die ze hebben geïnterviewd. Inventariseer op het bord. Verwijs naar Praktijkopdracht Geschiedenis 3: de cursist onderzoekt waar zijn buren vandaan komen.
Materiaal
Werkkaart 4, gekopieerd (bijlage KNS01e).
Ter inspiratie Laat de cursisten een korte spreekbeurt houden over het monument dat ze in Praktijkopdracht Geschiedenis 1 hebben gezocht. ©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved KNS01-V2.0 Created on 11/03/2009 5:00:00 PM
10
Voer een groepsgesprek over of het beeld van Nederland is veranderd (en op welke manier?) Wat vinden ze interessant of goed om te weten? Breng een bezoek aan een (historisch) museum, de Deltawerken, of een rondleiding door een natuurgebied.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved KNS01-V2.0 Created on 11/03/2009 5:00:00 PM
11
handleidinG bijlage KNS CP01 Geografie en Geschiedenis kns01-V2.0
Kennis Nederlandse Samenleving Geografie en Geschiedenis
KNS CP01
Inhoudsopgave bijlagen
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
KNS01a: Ansichtkaarten KNS01b: Werkkaart 1 KNS01c: Werkkaart 2 KNS01d: Werkkaart 3 KNS01e: Werkkaart 4
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH35-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
2 5 7 9 10
Bijlage KNS01a. Ansichtkaarten
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH35-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH35-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH35-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
Bijlage KNS01b: Werkkaart 1
Willem van Oranje Willem van Oranje leefde in de 16e eeuw. In die tijd was Nederland nog niet een land. Er was een groot rijk met een Spaanse koning. Willem van Oranje wilde dat het gebied (dat nu Nederland is) onafhankelijk werd. Daarom voerde hij oorlog tegen de Spaanse koning. Na 80 jaar oorlog werd het gebied een onafhankelijke republiek. Dat was het begin van ‘Nederland’. Willem van Oranje is héél verre familie van Koningin Beatrix.
De Gouden Eeuw e De Gouden Eeuw is de 17 eeuw (1600-1700). In die tijd was Nederland heel rijk. Nederlandse schepen gingen over de hele wereld: Scandinavië, Azië, Afrika en Amerika. Nederlanders kochten en verkochten veel dingen. Zo werden ze rijk. De schepen naar Azië waren van de V.O.C. (de Vereenigde Oost-Indische Compagnie). In de Gouden Eeuw waren er veel goede schilders. De bekendste schilder uit de Gouden Eeuw is Rembrandt.
De koloniën Vroeger waren gebieden in Azië en Amerika deel van e ste Nederland. Dat was ongeveer van de 18 eeuw tot de 20 eeuw. De gebieden waren niet onafhankelijk: Nederlanders hadden de macht. Indonesië, Suriname en de Antillen waren Nederlandse koloniën. Indonesië is in 1945 onafhankelijk geworden. Suriname is in 1975 onafhankelijk geworden. De Nederlandse Antillen zijn nog deel van het Nederlandse Koninkrijk.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH35-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
De Grondwet Een grondwet is de belangrijkste wet van een land. In de grondwet staan de rechten en de plichten van de bewoners van het land. En er staat hoeveel macht de koning heeft. In 1848 kreeg Nederland een belangrijke nieuwe grondwet. Het was belangrijk, omdat de koning minder macht kreeg. Nederland werd meer democratisch. Het parlement kreeg meer macht. De Grondwet van 1848 is geschreven door Thorbecke.
Tweede Wereldoorlog De Tweede Wereldoorlog was in Nederland van 1940 tot 1945. Duitsland bezette 5 jaar lang Nederland. Tijdens de oorlog werden veel Joden vermoord: in Nederland 100,000. In de winter van 1944/1945 was er bijna niks meer te eten. Veel mensen gingen dood van de honger. Dat was ‘de ‘Hongerwinter’. Op 5 mei 1945 werd Nederland bevrijd door de legers van Amerika, Canada en Groot-Brittannië. Elk jaar op 5 mei viert Nederland deze dag: Bevrijdingsdag. Elk jaar op 4 mei herdenken Nederlanders alle oorlogsdoden. Om 8 uur ’s avonds is iedereen 2 minuten stil. Dat is de ‘Dodenherdenking’.
Verenigde Naties/NAVO/Europese Unie Nederland is lid van de VN, NAVO en Europese Unie. Zo kan Nederland samenwerken en overleggen met andere landen. In de Verenigde Naties overleggen alle landen van de Wereld. De landen willen liever overleggen dan oorlog voeren. De NAVO is een groep landen die elkaar helpen als er oorlog is. In de NAVO zitten Europese landen, Turkije, Amerika en Canada. In de Europese Unie werken Europese landen samen. Ze maken afspraken en regels voor Europa. Een belangrijke afspraak was één munt: de Euro.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH35-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
Bijlage KNS01c: Werkkaart 2
Vóór 700
700
De mensen in dit gebied geloven in veel goden. Er is een god voor de oorlog, een god voor de liefde, en een god voor het weer.
Het Christendom komt in Nederland. De mensen in dit gebied worden allemaal Christelijk.
In het Christendom komt een splitsing. Er komen twee kerken: Protestant en Katholiek. 1500
In Nederland is er vrijheid van godsdienst. In katholiek Spanje is geen godsdienstvrijheid. Veel Joden vluchten naar Nederland. 1600
1800
De Christelijke Kerk krijgt minder macht. De kerk mag zich niet meer bemoeien met de politiek: er komt een scheiding tussen kerk en staat.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH35-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
Er komen mensen naar Nederland met andere godsdiensten: Islam, Hindoeïsme en Boeddhisme. 1960
2004
51% van de Nederlanders is Christelijk, 6 % van de Nederlanders is Moslim, 1% van de Nederlanders is Hindoe, 2% is iets anders, bijvoorbeeld Joods of Boeddhistisch 40% van de Nederlanders is niet gelovig.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH35-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
Bijlage KNS01d: Werkkaart 3
1871
Aletta Jacobs is de eerste Nederlandse vrouw op de Universiteit. Zij wordt de eerste vrouwelijke dokter van Nederland.
1919
In Nederland krijgen vrouwen stemrecht. Vanaf nu mogen vrouwen meedoen met verkiezingen.
1950
Vrouwen hebben dezelfde rechten. Maar het leven is traditioneel. Als vrouwen gaan trouwen, mogen ze niet meer werken. Vrouwen krijgen veel kinderen en zorgen voor het huishouden
1960
2000
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH35-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
Vrouwen willen gelijke behandeling. Ze vinden het niet meer goed dat vrouwen minder salaris krijgen dan mannen, voor hetzelfde werk. Ze willen ook zelf beslissen of ze kinderen willen.
Vrouwen en mannen zijn gelijk. Veel vrouwen studeren en werken. Ze beslissen zelf of ze kinderen willen krijgen. Maar mannen doen nog niet zoveel in huis: schoonmaken, koken, wassen, voor de kinderen zorgen. De vrouw doet meestal deze dingen.
Bijlage KNS01e: Werkkaart 4
Naam: ___________________________________
Waar bent u geboren? _________________________________________
Hoe lang woont u in Nederland? _________________________________________
Waar woonde u vroeger? _________________________________________
Waar komen uw ouders en grootouders vandaan? _________________________________________ _________________________________________
Naam: ___________________________________
Waar bent u geboren? _________________________________________
Hoe lang woont u in Nederland? _________________________________________
Waar woonde u vroeger? _________________________________________
Waar komen uw ouders en grootouders vandaan?
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH35-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
_________________________________________ _________________________________________
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH35-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM