Wereld Express Handleiding voor begeleiders en docenten
Handleiding voor begeleiders en docenten
Deze handleiding voor docenten en begeleiders biedt mogelijkheden om het bezoek aan de Wereld Express voor te bereiden en te verwerken.
1. Wat is de Wereld Express? 1.1. Mobiele, interactieve tentoonstelling 1.2. Strip De Terugkeer
2. Doelen 2.1. Algemeen doel 2.2. Educatieve doelen 2.3. Thema’s 2.4. Interactieve methodiek 2.5. Doelgroep
3. Voorbereiding op het bezoek 3.1. Indelen in tweetallen 3.2. Introductiefilm 3.3. Quiz
4. Het bezoek 4.1. Groepsbezoek 4.2. Rol van de begeleider
5. Verwerking
4 5 5 6 7 7 7 8 9 10 11 11 11 14 15 15
5.1. Certificaat 5.2. Verslagje maken 5.3. Gewoon of vreemd? 5.4. Wat is een vooroordeel? 5.5 Discriminatie 5.6 Activiteit 5.7. Nederlands-Indië: Tijdlijn
16 17 17 17 18 23 23 27
6. Colofon
28
1.Wat is de Wereld Express?
1.1. Mobiele, interactieve tentoonstelling De Wereld Express is een mobiele, interactieve tentoonstelling. Het is een doe-tentoonstelling over anders-zijn en jezelf zijn anno nu, tegen de achtergrond van de Indische geschiedenis. Meer dan 2 miljoen Nederlanders hebben iets met Nederlands-Indië. Twee miljoen mensen hebben banden met het land dat in de jaren veertig van de vorige eeuw Indonesië werd. Voor alle andere miljoenen Nederlanders is de Wereld Express interessant omdat het vooral ook over henzelf gaat. De Wereld Express is gemaakt voor kinderen en jongeren van 10 tot 14 jaar. In de Wereld Express leren kinderen en jongeren wat vooroordelen zijn en hoe ze werken. Ze kunnen letterlijk naar zichzelf kijken via de ogen van de ander. Ze verwerken vragen als: Waar ben ik thuis? Hebben mensen een vaderland nodig? Welke gewoonten vind ik gewoon? Of vreemd? En: hoe kan ik het goed maken met een vijand? Hoe kan ik in mijn eigen leefwereld conflicten op een vreedzame manier oplossen?
1.2. Stripverhaal De Terugkeer In het stripverhaal De Terugkeer wordt de geschiedenis van Nederland met Nederlands Indië op een unieke manier verteld. De spannende en mooie verhalen, maar ook de verdrietige en gewelddadige kanten. Het verhaal is veelzijdig en biedt allerlei aanknopingspunten om voor en/of na het bezoek aan de Wereld Express met leerlingen de geschiedenis om te zetten in handelingsperspectief. Het stripboek is verkrijgbaar in de boekhandel. Normaal kost het boek € 17,95 maar voor scholen is er een uniek aanbod: 30 stripboeken voor € 90,- + een docentenboek. Bestel het via: www.deterugkeer.nl Tip: bij de strip zijn ook lessuggesties verkrijgbaar. Kijk op www.deterugkeer.nl en kies bij lesmateriaal voor VMBO of HAVO/VWO.
4
5
2. Doelen
2.1. Algemeen doel De Wereld Express ontmaskert vooroordelen en bestrijdt discriminatie. De Wereld Express wekt belangstelling voor de geschiedenis van Nederlands-Indië. Het informeert kinderen over de vele Nederlanders die zich ermee verbonden voelen, zoals de Indische Nederlanders, de Nederlandse militairen en Molukkers die in de jaren vijftig naar ons land kwamen.
2.2. Educatieve doelen In de Wereld Express worden 8 thema’s uitgewerkt. De thema’s sluiten aan bij de onderwijsdoelen van levensbeschouwing, maatschappijleer, burgerschap en geschiedenis.
2.3. Thema’s Feit of Mening
“Je kunt Nederlanders herkennen aan hun blanke huidskleur.” Sommige mensen zeggen: dat is een feit, maar zij vergissen zich. Er zijn veel verschillende Nederlandersmet een donkere huidskleur. Zo ontdekken bezoekers het verschil tussen feiten en meningen.
Herdenken
Wat mensen elkaar aandoen in een oorlog mogen we niet vergeten. Dat is de reden om te herdenken. Om samen af te spreken: we vergeten het verdriet van mensen niet. En: we gaan het in de toekomst anders doen. Zou jij mee doen aan een herdenking?
Anders zijn is heel gewoon
Wie eet er nu rijst met een vork? Vijf keer per dag bidden? Kinderen ontdekken dat wat zij gewoon vinden, heel vreemd kan zijn in de ogen van de ander. O ja, wist je dat tientallen Nederlandse woorden uit Nederlands-Indië komen?
Verhalen over oorlog
Hoe is het om in een oorlog terecht te komen? Bezoekers onderzoeken echte verhalen van ooggetuigen. Wat zou jij in je koffer meenemen als je uit je eigen land moest vluchten?
Spijt
Bijna alle mensen kennen het wel: ergens spijt van hebben. Veel mensen hebben spijt wanneer ze terugkijken op hun leven. Waar heb jij spijt van?
Ruzie en goedmaken
Soms maken mensen ruzie met elkaar. Wie is jouw vriend? Wie is jouw vijand? Mensen kunnen het ook weer goedmaken na een ruzie. Het komt vaker voor dan je denkt en het kan enorm opluchten. Kun jij vrede sluiten met je vijand?
6
7
Kijken door de ogen van de ander
Twee kinderen maken samen een nieuw gezicht. Ze vragen zich af: wie ben ik? Ben ik tevreden met mijzelf? In welk land voel ik me thuis?
Vooroordelen
Wat is het verschil tussen een feit en een vooroordeel? Een vooroordeel is een oordeel over iemand, voordat je die persoon hebt ontmoet. Vooroordelen heb je aangeleerd. En het plezierige is dat je ze ook weer kunt afleren.
2.5. Doelgroep De Wereld Express is gemaakt voor kinderen van 10 tot 14 jaar maar ook voor jongeren en volwassenen valt er een hoop te beleven. Omdat kinderen en jongeren de tentoonstelling bezoeken vanuit de school, de club, kerk of jongerencentrum, gebruiken we in deze handleiding de woorden leerlingen, kinderen, deelnemers, jongeren, onderwijsgevenden, leraren en begeleiders door elkaar. Ook leerlingen uit het (voortgezet) speciaal onderwijs zijn welkom in de Wereld Express. We vertrouwen op de begeleiders bij het inschatten daarvan. Docenten die twijfelen of het niveau van de tentoonstelling bij hun leerlingen past, worden aangeraden vooraf de routekaart aan te vragen en/of een kijkje te nemen.
2.4. Interactieve methodiek In de mobiele tentoonstelling de Wereld Express wordt met het hoofd, het hart en de handen gewerkt. De Wereld Express heeft een interactieve methodiek. De werkvormen zijn zelfsturend, wanneer nodig zelfcorrigerend en gericht op discussie en dialoog. Informeel en formeel leren De Wereld Express daagt bezoekers uit tot formeel en informeel leren. Bij formeel leren gaat het om onderwijs of educatie, waaraan concrete leerdoelen gericht op kennis, vaardigheden en houdingen, zijn verbonden. Informeel leren is het individueel of samen met anderen ongepland reflecteren op ontdekkingen en ervaringen vanuit een zekere nieuwsgierigheid. Het ‘plezier hebben in onderzoeken en leren’ staat voorop. Het gaat om een mix van de volgende activiteiten: • Oefenen in waarnemen • Situaties analyseren • Standpunten onderzoeken • Grenzen van meningen verkennen en consequenties benoemen • Samenwerken met leeftijdgenoten • Ontmaskeren van vooroordelen • Vragen stellen aan zichzelf, aan elkaar, aan de geschiedenis en aan de maatschappij • Inleven in (situaties van) andere mensen • Geven en ontvangen van feedback • Oplossingsgericht onderzoeken • Meningen uiten • Keuzen maken op basis van waarden • Scheppen van handelingsperspectieven en het verhelderen van waarden • Waarderen van eigen inbreng en de inbreng van anderen
8
9
3.Voorbereiding op het bezoek
3.1. Indelen in tweetallen Van te voren wordt de groep ingedeeld in tweetallen. Bij een oneven aantal is er één groepje van drie. De kinderen nemen niets mee naar de Wereld Express. Er is geen ruimte voor tassen. Ze krijgen in de Wereld Express een potlood. De kinderen houden binnen hun jas aan.
3.2. Introductiefilm Bij de Wereld Express is een korte film gemaakt. Het is zeer aan te raden deze film met de kinderen van te voren te bekijken. De film is samengesteld met beelden uit de strip De Terugkeer. In 6 minuten wordt de geschiedenis uitgelegd die Nederland en Nederlands-Indië gemeen hebben. Het tonen van de film is van belang omdat in de Wereld Express de geschiedenis beperkt aan bod komt. Het gaat in de Wereld Express vooral over de belevingswereld van de kinderen. Om de film te vertonen: www.youtube.com/watch?v=UVWS89Tw7AE Gesprek na de film Vraag de kinderen van wie hun voorouders uit Indonesië komen of wiens opa in Indonesië soldaat is geweest. Laat hen zich verplaatsen in het verhaal van de film. Vanaf 1945 komen er grofweg drie groepen naar Nederland. 1. Indische Nederlanders, die er soms al generaties wonen en zich vermengd hebben. 2. Soldaten, die terugkeren naar Nederland. 3. Indonesiërs die niet meer veilig zijn, zoals Molukkers, waaronder Ambonezen.
3.3. Quiz Na het zien van de film kan deze quiz dienen als verwerking. De quiz is bedoeld om kinderen te informeren over Indonesië (voormalig Nederlands-Indië) en vooral in relatie tot Nederland. Het gaat zowel over de geschiedenis als over het heden. Het gaat er om hun kennis en inzicht te onderzoeken als voorbereiding op het bezoek aan de tentoonstelling. Door middel van de quiz worden mogelijke misverstanden opgehelderd. Er zijn verschillende manieren om de quiz te doen. Het meeste eenvoudige is klassikaal en de kinderen te vragen wat zij denken dat het juiste antwoord is. Interessanter is het om de kinderen in tweetallen de quiz te laten maken: • Kopieer de quizvragen en geef de opdracht om in tweetallen de quiz te maken. • Neem dezelfde tweetallen als die voor het bezoek aan de tentoonstelling gekozen zijn. • Nadat de quiz is gemaakt, kunnen de antwoorden met andere tweetallen vergeleken worden. De kinderen tellen hun goede antwoorden op en het tweetal dat de meeste punten heeft behaald, krijgt de eer van de winnaar. • Loop vervolgens de vragen met de deelnemers door. Geef de leerlingen de mogelijkheid vragen te stellen of toelichtingen te geven. Licht de antwoorden toe.
10
11
12
1. A. B. C.
Wat is de hoofdstad van Indonesië? Jakarta New Delhi India
2. A. B. C.
Hoe komt het dat er in Nederland veel meer Indonesische restaurants zijn dan in België? Belgen houden meer van friet. De Nederlandse soldaten die terug kwamen wilden voortaan Indonesisch eten. Indonesiërs die na de oorlog naar Nederland kwamen begonnen hier een restaurant.
3. A. B. C.
Hoeveel keer groter is Indonesië dan Nederland? 5 keer 10 keer 50 keer
4. A. B. C.
Wat betekent: dekolonisatie van Indonesië? Nederland is de baas in Indonesië. Indonesië is niet langer een kolonie van Nederland. Indonesië krijgt geen ontwikkelingshulp meer uit Nederland.
5. A. B. C.
Hoeveel jaar was Indonesië een kolonie van Nederland? Ongeveer 50 jaar. Ongeveer 200 jaar. Ongeveer 350 jaar.
6. A. B. C.
Soekarno was één van de leiders van de vrijheidsstrijders. Hij wilde dat: Indonesië een kolonie van Nederland bleef. Indonesië een kolonie van Japan zou worden. Indonesië onafhankelijk van Nederland zou worden.
7. A. B. C.
Hoeveel uur tijdverschil is er in de zomer tussen Jakarta en Amsterdam. 6 uur 8 uur 10 uur
8. A. B. C.
Wat zijn de Molukken? Oerwouden Eilanden Kampongs
9. A. B. C.
Wanneer kwam er een eind aan de Tweede Wereldoorlog? 4 mei 1945 5 mei 1945 15 augustus 1945
10. A. B. C.
Wat gebeurde er tijdens de Japanse bezetting met de Nederlandse vrouwen en kinderen? Ze werden op de boot gezet naar Nederland. Ze werden opgesloten in kampen. Ze vochten tegen de Japanners.
Antwoorden Quiz 1. A 2. C 3. C 4. B 5. C 6. C 7. A 8. B 9. C 10. B Toelichting 1. Antwoord A. is juist. Kinderen verwarren India nog wel eens met Indië. Dit was de naam (Nederlands Indië) tot het in 1949 Indonesië ging heten. Laat op een wereldkaart zien waar de landen liggen. De hoofdstad van Indonesië is Jakarta. De hoofdstad van India is New Delhi. 2. Antwoord C. is juist. Indonesië was lange tijd een kolonie van Nederland. Tal van Indonesiërs begonnen in de jaren 50 een restaurant om in hun onderhoud te voorzien. 3. Antwoord C. is juist. Toon het land op de wereldkaart. Laat de kinderen raden uit hoeveel eilanden het land bestaat. Het zijn er meer 16.000! 4. Antwoord B. is juist. Kolonisatie betekent dat je een ander land onderwerpt (inpikt). Dat deed Nederland rond 1600. Dekolonisatie betekent dat het land niet langer een kolonie is. 5. Antwoord C. is juist. Vanaf 1600 voeren schepen uit Nederland naar de Oost: de Oost-Indische Compagnie. Hierdoor was Nederland in de Gouden Eeuw één van de rijkste landen ter wereld. 6. Antwoord C. is juist. Al in 1945 (op 17 augustus) riep Soekarno de onafhankelijkheid uit. Op 27 december 1949 wordt het land onafhankelijk. In Amsterdam wordt de overdracht getekend. 7. Antwoord A. is juist. Indonesië is zo groot dat het land 3 tijdzones heeft. 8. Antwoord B. is juist. De Molukken is een eilandengroep. Op 25 april 1950 werd de Republiek der Zuid-Molukken uitgeroepen. Dit gebeurde op het eiland Ambon. Men wilde onafhankelijk worden van Indonesië. Hierdoor ontstond strijd. Veel Molukkers, die in de koloniale strijd aan Nederlandse zijde meevochten, weken uit naar Nederland. 9. Antwoord C. is juist. Voor Nederland kwam op 5 mei 1945 een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Na de twee Amerikaanse atoombommen op Japan eindigde de oorlog pas echt op 15 augustus 1945. Dit wordt ieder jaar in Den Haag herdacht. 10. Antwoord B. is juist. Japanners sloten vrouwen en kinderen op in kampen. Mannen moesten werken aan b.v. spoorlij nen. Ook het leven buiten de kampen was zeer slecht. Toen de mensen uit de kampen werden bevrijd waren ze nog niet vrij. Er ontstond een nieuwe onderdrukking door jonge Indonesische vrijheidsstrijders (Bersiap). Veel slachtoffers kwamen naar Nederland. Ook hier werden ze niet met open armen ontvangen.
13
4. Het bezoek
4.1. Groepsbezoek In de Wereld Express wordt weliswaar in tweetallen gewerkt. Toch heeft ieder een eigen routekaart en een eigen potlood. Men kan immers van mening verschillen en bovendien is een eigen routekaart van belang om na afloop een persoonlijk certificaat te kunnen printen. Bij aankomst bij de Wereld Express wordt de groep welkom geheten door een gastheer of gastvrouw. De kinderen krijgen uitleg over de Wereld Express. Ieder kind krijgt een eigen routekaart: een klein boekje. Ze krijgen ook een potlood. Er worden geen pennen en stiften gebruikt in de tentoonstelling! In de tentoonstelling zijn alle opdrachten genummerd. Elk tweetal krijgt een eigen startnummer. Dit is bedoeld voor de spreiding. Ieder komt dus overal. De leerlingen noteren hun naam op de routekaart en het startnummer. In de Wereld Express krijgen kinderen te horen of ze nummers mogen overslaan. Dit hangt af van het niveau.
4.2. De rol van de begeleider Het leerproces in de interactieve tentoonstelling heeft gevolgen voor de relatie tussen de onderwijsgevende of de begeleider en de jongeren. De begeleider heeft het leerproces niet onder controle zoals hij-zij in de klas gewend is. Het zelfstandig werken is het uitgangspunt. We weten uit ervaring dat de meeste begeleiders en leraren er ook van genieten: er is geen groter genoegen dan kinderen en jongeren die met plezier leren. De rol van de begeleider is vooral een enthousiasmerende ipv. een leidende.. Stimuleren en ondersteunen is van belang, maar de leerlingen moeten zelf antwoorden zoeken en meningen vormen.Wanneer de leerlingen te gehaast zijn of vanwege leesmoeilijkheden bepaalde opdrachten niet begrijpen, kunnen de begeleiders met hen de opdracht nog eens opnieuw lezen. Na afloop worden de routekaarten ingenomen door de begeleider. Naderhand kan op school, thuis of elders een certificaat geprint worden, door een twintigtal antwoorden van de routekaart in te vullen in een internetapplicatie.
14
15
5. Verwerking
5.1. Certificaat In de Wereld Express worden antwoorden en meningen op de routekaart genoteerd. Thuis of op school kunnen de jongeren een twintigtal scores verwerken in een internetprogramma. Er kan een persoonlijk certificaat geprint worden met een reactie op de keuzes die in de Wereld Express zijn gemaakt. Het kan ook per e-mail worden verzonden naar: huis, school, opa en oma, enz. De ervaring leert dat deze feedback zeer gewaardeer. De jongeren kunnen het certificaat maken, door in te loggen op www.wereldexpress.nl. Het is als verwerking zinvol om de leerlingen individueel een reactie op de inhoud van het certificaat te vragen in een kort verslag. Met welke punten van het certificaat ben je het eens? Met welke punten niet? Wat vond je van het bezoek aan De Wereld Express? Geef een top (iets wat je goed vond) en een tip (iets wat beter zou kunnen).
5.2. Verslagje maken Opdracht Schrijf met de kinderen een reportage met foto’s in de school- of buurtkrant om ouders en anderen te informeren. Veel lokale kranten hebben de mogelijkheid om artikelen en foto’s te uploaden. Stuur een kopie van het verslag of artikel naar de gemeente of de instantie die de Wereld Express mogelijk heeft gemaakt. Het wordt zeer gewaardeerd!
5.3. Gewoon of Vreemd? Alle mensen zijn anders. Soms is dat vreemd omdat je de gewoonten van de ander niet kent. Andersom is dat ook zo. Mensen behoren tot allerlei groepen die allemaal eigen groepskenmerken hebben. Wat we gewoon of vreemd vinden, hangt heel sterk van onze opvoeding af. Wanneer ouders en andere opvoeders kinderen voortdurend vertellen wat gewoon en wat vreemd is, gaan we dat als normaal beschouwen. Oordelen worden gauw vooroordelen. Alle mensen uit die groep krijgen dan een stempel en daar kunnen ze heel veel last van hebben. Opdracht Geef de leerlingen twee stemkaartjes, een groen en een geel kaartje. Laat hen op het ene kaartje “Gewoon” schrijven en op het andere kaartje “Vreemd”. Lees vervolgens de onderstaande situaties of ‘gewoonten’ voor en vraag de leerlingen te kiezen door het kaartje op te steken. Na elke situatie krijgen twee deelnemers de kans om hun mening toe te lichten. • Met je handen eten. • Ringen in je neus. • Een kind met twee moeders of een kind met twee vaders. • Een hoofddoekje dragen. • Geen vlees eten. • Met slangen knuffelen. • Naakt zwemmen. • Geen toiletpapier gebruiken. • Naar de kerk gaan. • Sla op je boterham. • Iets stelen in een winkel. • Op de fiets de wereld rond.
16
17
Zelf een voorbeeld maken van gewoon of vreemd De leerlingen zoeken naar voorbeelden die voor henzelf heel gewoon zijn maar voor anderen vreemd kunnen zijn. Er kunnen streekgebonden voorbeelden zijn of zelfs bepaalde familiegebruiken, bijvoorbeeld op het gebied van kleding, godsdienst, eetgewoonten en dergelijke. Opdracht → Bedenk iets dat je zelf vroeger vreemd vond, maar tegenwoordig heel gewoon. (andersom kan ook natuurlijk) Opdracht → Bedenk iets dat men (bijvoorbeeld je opa of oma) vroeger gewoon vond, maar tegenwoordig vreemd vindt. Opdracht → De leerlingen maken een kartonnen bordje met daarop het voorbeeld van Vreemd of Gewoon. Op het bordje schrijven ze een bewering of gewoonte die Gewoon of Vreemd gevonden kan worden. Zo mogelijk maken ze ook een toelichting met een tekening op de achterkant. Tip: U kunt ook met de leerlingen een Gewoon/Vreemd tentoonstelling maken. Alle bordjes kunnen worden opgehangen met de bordjes erbij. De bordjes kunnen voortdurend wisselen, afhankelijk van de personen die langskomen.
5.4. Wat is een vooroordeel? Alle mensen hebben vooroordelen. Ze worden er niet mee geboren maar ze hebben ze geleerd van hun ouders, van de tv, uit de krant. Vooroordelen zijn niet waar. Het zijn meningen. Vooroordelen kunnen heel problematisch zijn voor mensen en groepen. Welke vooroordelen hebben we en wat kunnen we er aan doen? Wat is een vooroordeel?
Een vooroordeel is een oordeel over iemand, voordat je die persoon hebt ontmoet. Een vooroordeel is niet waar, of maar voor een heel klein deel waar. Een vooroordeel is een vergissing.
Vooroordelen over mensen kunnen zeer negatieve gevolgen hebben. Vooroordelen zetten mensen aan tot haat tegen anderen.
Mensen worden niet met vooroordelen geboren. Vooroordelen zijn aangeleerd: van televisie, je ouders, negatieve ervaringen, je vrienden. Vooroordelen kun je gelukkig ook afleren, wanneer je de ander ontmoet en beter leert kennen.
Voorbeelden Zwarte voetballers zijn beter dan blanke voetballers. Het is een vooroordeel. Er zijn goede zwarte en blanke voetballers. Rijke mensen zijn gierig. Het is een vooroordeel. Soms wel maar er zijn ook rijke mensen die geld weggeven. Iedereen kan zich vergissen. Het is geen vooroordeel. Het is een feit. Het geldt voor alle mensen. Niemand is perfect. Belgen zijn dom. Het is een vooroordeel. Je hebt domme Belgen en slimme Belgen. Sommige jongens, die hun hoofd kaal scheren zijn agressief. Het is geen vooroordeel. Sommige jongens willen graag agressief overkomen maar anderen kunnen heel zachtaardig zijn. Er is te weinig voedsel op in de wereld. Het is een vooroordeel. Er is genoeg voedsel op aarde maar het is oneerlijk verdeeld. Sommige buitenlanders discrimineren. Het is geen vooroordeel. Overal waar mensen samenleven, komt discriminatie voor. Nederlanders zijn goede voetballers. Het is een vooroordeel. Er zijn winnaars en verliezers. Jongens die aan ballet doen zijn slappelingen. Het is een vooroordeel. Je moet juist heel sterk zijn om te kunnen dansen. Alle mensen hebben rood bloed. Het is geen vooroordeel, het is een feit. Meisjes kunnen niet voetballen. Het is een vooroordeel. Veel meiden zijn keigoed in voetballen en andere sporten. Afrikanen kunnen goed dansen. Het is een vooroordeel. De meeste kunnen heel goed dansen, maar dat geldt niet voor alle Afrikanen. Mannen zijn niet zo goed in huishoudelijk werk als vrouwen. Het is een vooroordeel. Sommige mannen maken er een rotzooi van, net als sommige vrouwen. Homoseksualiteit is een ziekte. Het is een vooroordeel. Vroeger dacht men zo en sommige mensen denken het nog steeds.
Opdracht→ Vooroordeel of geen vooroordeel? Het begrip vooroordeel wordt in verband gebracht met de begrippen waar - niet waar en feit en mening. Leg uit wat een vooroordeel is. Maak eventueel gebruik van bovenstaande omschrijving. De deelnemers geven hun oordeel over een aantal beweringen. Hiervoor gebruiken ze een groene kaartje en een rood kaartje. Op het groene kaartje schrijven ze: “Geen Vooroordeel”. Op het rode kaartje schrijven ze: “Vooroordeel”. Vervolgens leest u een vraag. De leerlingen geven hun mening door een kaartje omhoog te steken. De lijst met vragen is opgebouwd van eenvoudig naar moeilijk. Afhankelijk van het niveau van de leerlingen en de beschikbare tijd kan gekozen worden uit de lijst met beweringen.
18
Dat het in ons land zo vol is, komt door de opvang van vluchtelingen. Het is een vooroordeel. Vluchtelingen veroorzaken niet die lange files. Kinderen die goed kunnen leren, zijn saai. Het is een vooroordeel. Sommige kinderen die goed kunnen leren zijn saai. Anderen helemaal niet. Het hangt er maar van af hoe je het bekijkt. Vrouwen kunnen beter voor kinderen zorgen dan mannen. Het is een vooroordeel. Mannen kunnen ook goed voor kinderen zorgen. Ze kunnen hen alleen niet de borst geven.
19
Geld maakt gelukkig. Het is een vooroordeel. Wanneer je mensen vraagt wat ze het liefste willen, dan kiezen ze voor vriendschap, gezondheid en liefde. Asielzoekers komen naar ons land vanwege het geld. Het is een vooroordeel. Veel mensen die vluchten worden bedreigd met de dood in hun eigen land. Ze worden vervolgd om hun geloof of politieke overtuiging. Minder buitenlanders betekent minder werkloosheid. Het is een vooroordeel. Door de groeiende welvaart hebben we nog meer buitenlanders nodig. Er komen zelfs verpleegsters uit Roemenië en computerdeskundigen uit India. Opdracht → Vooroordelen ontmaskeren In deze activiteit worden vooroordelen ontmaskerd uit twee stripverhalen. Deel de twee stripverhalen uit en vraag aan de leerlingen om in drietallen de vooroordelen op te zoeken en te weerleggen met zoveel mogelijk feiten. De leerlingen proberen tot overeenstemming te komen en noteren de uitkomsten. Blijf in de weken, nadat de werkvorm is uitgevoerd, samen met de leerlingen alert op vooroordelen die bijvoorbeeld in krantenartikelen verschijnen.
20
21
5.5. Discriminatie In Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet staat: “Alle mensen in Nederland moeten in gelijke gevallen gelijk behandeld worden. Het mag niet uitmaken of je een jongen of een meisje bent, wat je huidkleur is en wat je gelooft. Discriminatie is verboden.” Discriminatie betekent letterlijk: onderscheid maken. Wij kennen het woord vooral wanneer bepaalde groepen mensen apart behandeld worden. Dan worden ze gediscrimineerd vanwege hun leeftijd, seksuele geaardheid, geslacht, huidkleur, overtuiging of afkomst. We zoeken de grenzen van discriminatie, wat is wettelijk en wat is maatschappelijk aanvaardbaar? Gebruik daarbij de cartoons die hiernaast staan. Bekijk de cartoons, zijn ze leuk of niet en waarom wel of niet? Kan iedereen er om lachen? Is het discriminatie of een grap over discriminatie?
5.6. Activiteit De deelnemers gaan de situatie onderzoeken van Jeffrey Koorndijk die voor een stage werd afgewezen vanwege zijn huidkleur. Daarnaast kunnen zij zich verdiepen in de actie van Micky Chen. Micky is een Nederlandse vrouw van Chinese afkomst, die reageert op de vooroordelen die veel Nederlanders hebben over mensen met een Aziatisch uiterlijk of Aziatische afkomst. De jongeren lezen het artikeltje of zien het tv fragment van RTL nieuws: http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/het-doet-me-echt-pijn-nog-steeds Ook kan direct gekozen worden om de lezerscolumn van Micky Chen in METRO te lezen: http://www.metronieuws.nl/columns/lezerscolumn-surplise-aziaten-in-opstand/ SrZmkB!aMFf1XFglFBYs/
Opdracht De deelnemers geven commentaar op de inhoud van het bericht alsof ze een reactie geven op de website van de krant. Daarna staan de volgende onderzoeksvragen [Jeffrey Koorndijk] centraal: Heb je het zelf wel eens meegemaakt dat je bij het zoeken van een stage werd gediscrimineerd? Hoe vaak zou het voorkomen? Kun je het rondvragen op school? Verzamel de reacties op de film. Is het discriminatie van het bedrijf om Jeffrey de stage te weigeren? Motiveer je antwoord met artikel 1 van de Grondwet. Vind je dat de rechter straf moet geven?
22
23
“Het doet me echt pijn. Nog steeds”
Lezerscolumn: ‘Surplise!’ Aziaten in opstand Door Micky Chen
‘Ni hao!’ ‘Sambal bij?’ ‘Ching chang chong!’ Amsterdam, zeven uur. Ik word op spottende manier gewezen op mijn afkomst, voor de zoveelste keer. Ik ben de tel jaren geleden kwijtgeraakt. Want opmerkingen van dit soort zijn aan de orde van de dag.
Jeffrey Koorndijk, de sollicitant die voor een stageplek bij een elektronicabedrijf in Arnhem is afgewezen vanwege zijn huidkleur, heeft aangifte gedaan van discriminatie. “Het doet me echt pijn. Nog steeds.” ‘Heb nog even gekeken, is niks. Ten eerste een donker gekleurde (een neger). En op zijn cv weinig tot geen ervaring met computers enz’, zo luidde een email die door een medewerker naar een andere medewerker gestuurd moest worden, maar per ongeluk in de inbox van sollicitant Jeffrey belandde. “Vooral de tekst waarin staat ‘ten eerste’ heeft me geraakt.” Jeffrey heeft de directeur van het bedrijf onlangs gesproken: “Ik heb hem gezegd dat ik dit niet vind kunnen en dat dit een grote zaak wordt.”
Op 27 augustus 2014 deed de rechter uitspraak: De man die een discriminerende mail stuurde naar Jeffrey Koorndijk uit Deventer, is veroordeeld tot een werkstraf van 40 uur. De medewerker van een elektronicabedrijf uit Arnhem schreef naar aanleiding van een sollicitatie van Koorndijk: “heb nog even gekeken, is niks. Ten eerste een donker gekleurde (neger).” De straf is gelijk aan de eis van justitie. De bewuste mail was volgens de medewerker bestemd voor de eigenaar van het bedrijf, maar kwam door een fout uit bij de sollicitant zelf. Koorndijk liet het er niet bij zitten en deed aangifte van discriminatie. Tegen de rechtbank zei de medewerker dat hij de Deventenaar afwees op basis van zijn cv. De mail met de opmerking over de huidskleur was alleen bedoeld als een geintje tegen de baas. De rechtbank ging daar niet in mee, er zou wel onderscheid zijn gemaakt op basis van ras. Dat blijkt onder meer uit de woorden ‘ten eerste’, wat aangeeft dat de huidskleur de belangrijkste reden is geweest om Koorndijk af te wijzen.
Dit is het verhaal van talloze Aziaten in Nederland. Het beperkt zich niet tot Chinezen alleen. Hoeveel Vietnamezen, Koreanen en andere Aziaten krijgen dagelijks ‘ni hao!’ naar hun hoofd geslingerd, ongeacht het feit dat zij nul procent Chinees zijn? Want ja, het is toch allemaal ‘een pot nat.’ Het gebeurt aan de lopende band, en omdat Aziaten conflictvermijdend zijn wordt aangenomen dat wij ons er niet aan storen. Het tegendeel is echter waar. Hoewel wij als tweede generatie ook de Westerse cultuur absorberen is het toch dat Aziatische in ons dat ons doet zwijgen iedere keer als er ‘sambal bij?’ naar ons wordt geroepen. We zijn er aan gewend geraakt.
Het is de cultuur waarin wij anno 2013 leven. Onder het mom van ‘grapje, moet kunnen’, worden dergelijke opmerkingen onophoudelijk gemaakt. Ophef hierover is uit den boze. Want waar hebben we het over. Het is immers ‘maar een grapje’. Eén waarvan je, na hem talloze keren gehoord te hebben, toch zeker niet boos om dient te worden want, daar heb je hem weer: het is ‘maar een grapje.’
De onverschillige houding tegenover grappen gebaseerd op Aziatische komaf is zo diepgeworteld in de cultuur van velen dat men zelfs de foutheid ervan niet inziet. Aziaten zijn een apart volk in Nederland. Ze werken hard en komen nauwelijks in het nieuws. Juist daarom vormen zij een makkelijk doelwit. Hoewel de eerste generatie Chinezen veelal restauranthouders zijn, is de tweede generatie hoogopgeleid en gaat een veelbelovende carrière tegemoet. Stereotiepe opmerkingen naar Aziaten zijn verachtelijk, niet alleen omdat ze niet waar zijn, maar vooral omdat ze geen recht doen aan mensen. De tweede generatie maakt zich gezamenlijk sterk en weigert zich nog langer stil te houden. Weg met die denigrerende opmerkingen. (Column voor een klein deel bewerkt.)
Ben jij ook gediscrimineerd: neem contact op met het anti - discriminatie meldpunt in je regio of provincie. Op de volgende links kun je vinden waar het bureau bij jouw in de buurt zit: https://www.discriminatie.nl/meld-discriminatie/ Soms heten deze bureaus zelfs naar “Artikel 1”. Ze hebben tot taak om mensen die gediscrimineerd worden, om wat voor reden dan ook, te ondersteunen en hun klachten te behandelen. Vraag hen of ze ook klachten van jongeren krijgen. En: wat kan Jeffry het beste doen?
24
25
5.7. Tijdlijn Voor 1942: sinds 1602 is Indonesië kolonie van Nederland 1942: Japan aan de macht. Indonesiërs en Indische Nederlanders lijden onder het geweld binnen en buiten interneringskampen. 1945: Bersiap: Indonesische jongeren strijden met geweld voor hun vrijheid en keren zich tegen Indische Nederlanders. 1946: Nederland stuurt troepen en gebruikt geweld tegen de Indonesiërs. 1949: Indonesië onafhankelijk. Nederlandse soldaten keren terug. 1950: Indische Nederlanders ontvluchten Indonesië. 1951: Indonesiërs die aan de kant van Nederland vochten (Molukkers, Ambonezen) komen naar Nederland. Klik voor meer geschiedenis op deze links: www.indieinoorlog.com en http://en toen.nu/indonesie
26
27
6. Colofon
Wereld Express
De Wereld Express is een project van het Indisch Herinneringscentrum, bedoeld voor jongeren vanaf 10 jaar en alle geïnteresseerde volwassenen. Centraal staat de geschiedenis die Nederland heeft met Nederlands-Indië. Het project werd ontwikkeld i.s.m. Stichting Vredeseducatie in Utrecht.
Concept, samenstelling en organisatie
Jan Durk Tuinier en Geu Visser, Stichting Vredeseducatie Yvonne van Genugten en Marlien de Kruijf, Indisch Herinneringscentrum
Klankbordgroep
Jessica Baro, Bing Go, Eric Heuvel, Margaret Leidelmeijer, Vaya Nijhof, Cobine Ramaekers, Ruud van der Rol.
Ontwerp en productie
Hayo van Gemerden, Vormgeving en Productie Utrecht Maarten ter Keurs, Reprovinci Schoonhoven Internetapplicatie certificaat Christian Weij
Vormgeving folder Janita Sassen
Introductiefilm
Beeldtaal filmers Deventer
Illustraties
Eric Heuvel, stripverhaal De Terugkeer
Met dank aan:
Anne Frank Stichting, Beeldbank WO2 – NIOD, Bergslot Dedemsvaart, Josephine Bleeker, Lou Bleeker, Joost van Bodegom, Gerard de Bruijn, Mickey Chen, Cornelissen Transport Nijmegen, Danique van Feggelen, Niels van Gemerden, Henk Giesbers, Skip Goes, Laura Hospes, Felix Kalkman, Levi van Kempen, Meindert Keuning, Jeffrey Koorndijk, Maartje Langeslag, Henk Manuputty, Museum Bronbeek, Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Diek Nendissa, Ilvy Njiokiktjien, Dirk Post, Durkje Post, Viny Touch Nijkerk, Laurens Ruiter, Spaarnestad Photo, Stichting Moluks Historisch Museum, Stichting Herdenking 15 Augustus 1945, Humberto Tan, Aninda Verdegaal, Het Educatie Bureau, Chris Zwanenbeek, Maarten Zijdel (Nimeto). Indisch Herinneringscentrum Landgoed Bronbeek Velperweg 147 6824 MB Arnhem Tel.: 026 - 363 91 03 www.indischherinneringscentrum.nl www.hetverhaalvanindie.com www.indieinoorlog.nl www.wereldexpress.nl Met financiële steun van: De Wereld Express is ontwikkeld met financiële steun van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, het vfonds, Fonds 21 en VSBfonds. © 2014 Indisch Herinneringscentrum/Stichting Vredeseducatie
28
29
30