Handleiding Docenten In dit document vindt u een aantal handige tips en wetenswaardigheden die van pas kunnen komen wanneer u het invullen van de JOB-monitor JOB klassikaal begeleidt. Algemene informatie: JOB-monitor wordt georganiseerd en gecoördineerd door de landelijke vakbond voor MBO studenten: de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB). JOB helpt MBO studenten bij klachten en geeft advies. Het is belangrijk om studenten te wijzen op het belang van het serieus serieu invullen van de JOB-monitor. Door de JOB-monitor monitor in te vullen kunnen studenten anoniem aangeven hoe tevreden zij zijn over het onderwijs dat ze krijgen op school. De resultaten gebruikt JOB om landelijk aandacht te vragen aan dingen die verbeterd kunnen worden in het onderwijs. Maar studenten kunnen ook zelf actief de onderwijskwaliteit op hun instelling verbeteren. verbeteren. Als de resultaten bekend zijn kunnen zij die online bekijken en kunnen ze zien wat er goed gaat op school en wat beter kan. Door gesprekken met docenten of bijvoorbeeld door middel van va de studentenraad kunnen er zaken verbeterd worden op school. Ook de schoolleiding en de onderwijsinspectie gebruiken de resultaten om te kijken wat er goed gaat en wat er verbeterd kan worden op school. school Het is dus us belangrijk dat studenten de JOBJOB monitor serieus invullen. Het invullen van de enquête duurt gemiddeld 15 minuten. Inloggen: Onder het kopje “vul in” op www.job-monitor2014.nl www.job kunnen de studenten denten de vragenlijst vragenlijs invullen. Inloggen gebeurt met het persoonsgebonden nummer (PGN). In de meeste gevallen is dit het BSN. Het BSN is te vinden op paspoort, identiteitskaart en rijbewijs. Het nummer staat ongeveer in het midden van de kaart en bestaat uit 9 cijfers. Op het rijbewijs staat het nummer op de achterkant, linksboven.
1
Inloggen als buitenlandse student: In het geval van buitenlandse studenten kan er worden ingelogd met het onderwijsnummer. Vaak hebben studenten hun onderwijsnummer niet geregistreerd bij zich. Het is daarom raadzaam om vooraf een lijst te hebben met de namen van buitenlandse studenten en hun onderwijsnummer. Deze lijst is op te vragen bij de administratie van de instelling. Anoniem: Een veel voorkomende vraag van studenten is of de JOB-monitor wel echt anoniem is. Ze moeten immers inloggen met hun BSN. Het antwoord hierop is JA. Hieronder staat uitgelegd hoe de anonimiteit van de JOB-monitor is gegarandeerd. Het is erg belangrijk studenten hier op te wijzen, omdat zij anders wellicht niet eerlijk antwoord durven te geven. JOB vraagt naar je BSN om zo BRON-gegevens op te halen van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Door het ophalen van die gegevens uit BRON hoeft JOB geen extra vragen te stellen (bijvoorbeeld: Welke studie doe je? Welk niveau? Etc.) Dit maakt de vragenlijst korter. DUO zet het BSN vervolgens om naar een anoniem onderzoeksnummer. Dat anonieme onderzoeksnummer sturen zij door naar het onderzoeksbureau. Het onderzoeksbureau ziet dus alleen de gegeven antwoorden en wat extra gegevens over bijvoorbeeld de studie, maar nooit wie de enquête heeft ingevuld. Eigenlijk wordt de enquête dus ingevuld met een anoniem nummer, ook al lijkt het niet zo. DUO kan nooit zien wat er wordt ingevuld, en JOB en het onderzoeksbureau kunnen nooit zien wie de antwoorden invult.
2
Checklist voor als het inloggen niet lukt: Als een student niet kan inloggen is het eerst belangrijk om te kijken waar dit aan ligt. Controleer dan of: 1. 2. 3. 4.
Het ingevoerde PGN bestaat uit 9 cijfers. De student de enquête al heeft ingevuld. Het is namelijk mogelijk dat de student de vragenlijst thuis al heeft ingevuld. Hier wordt een melding van gemaakt. Of de student de browser tussentijds heeft gesloten. In dat geval moet hij/zijn 10 minuten wachten om weer in te kunnen loggen. Of de opleiding buiten het onderzoek valt.
Mocht het probleem nog steeds niet verholpen zijn, dan kunt u bellen met de helpdesk van DUO: 050-5999000. De helpdesk is dagelijks te bereiken tussen 09.00 u. en 17.00 u. Let op! Zorg dat studenten bij het inloggen met hun BSN maar één keer op de groene “verder” knop drukken! Het kan even duren voordat er wordt doorgeschakeld naar de vragenlijst. Dit kan aan de internetverbinding van de school liggen. Zorg dat de studenten rustig wachten. Als ze vaker op de “verder” knop drukken worden ze uit het systeem gegooid en moeten ze 10 minuten wachten om weer in te kunnen loggen. Dat is niet bevorderlijk voor de motivatie om de vragenlijst in te vullen en dus ook niet voor de uiteindelijke respons. Afsluiten van de vragenlijst: Nadat studenten de vragenlijst hebben ingevuld, kunnen ze hun e-mail adres opgeven om zo in aanmerking te komen voor de Ipod, die we verloten onder alle deelnemers. Daarna vragen we of studenten interesse hebben om JOB te volgen via facebook en twitter. Als zij op het facebook en twitter-icoontje drukken komen zij dus op deze social media pagina’s terecht. Het is goed om te weten dat wij de studenten nadrukkelijk vragen om ons te volgen via facebook en twitter. Deze media worden steeds belangrijker om direct met onze achterban, de MBO student, te kunnen communiceren. Wij kunnen studenten zo ook direct op de hoogte stellen van belangrijk resultaten van de JOB-monitor. Zo blijven studenten betrokken bij de voortgang van de monitor. Langer dan een paar minuten hoeft het bezoek aan facebook en twitter, na afloop van de monitor, niet te duren. U kunt na een eventueel bezoek aan deze social media sites door studenten het reguliere lesprogramma vervolgen. Toelichting bij vragen: Er staan een aantal dingen in de vragenlijst die bij studenten vragen kunnen oproepen. Ondanks dat wij de vragen uitgebreid en op alle niveau’s getest hebben kan het dus voorkomen dat studenten niet direct begrijpen wat we met een vraag bedoelen. Wij hebben de meest voorkomende problemen en vragen op een rij gezet: 1.
Om te voorkomen dat studenten niet weten wat wij bedoelen met een vraag, staat bij veel vragen een [i]. Als de student met de muis over de [i] beweegt, komt er extra informatie te 3
staan over wat we precies bedoelen met deze vraag. Communiceer dit met studenten als ze een vraag niet goed begrijpen. 2.
Vaak wordt er aan studenten gevraagd of ze ‘gemiddeld’ kunnen aangeven wat ze van iets vinden, bijvoorbeeld bij het thema Onderwijs(inhoud). Het is vaak lastig voor studenten om dit goed aan te kunnen geven. We leggen het gemiddelde ook uit in een [i] maar het kan zijn dat studenten het alsnog lastig vinden om een antwoord te geven op vragen waarin wordt gevraagd een mening te geven over bijvoorbeeld docenten of lesmateriaal. Probeer uit te l eggen dat dit inderdaad lastig is, en leg uit dat we hier vragen naar een algemeen beeld. Dus als studenten, in het voorbeeld van docenten, denken aan alle docenten, zijn ze dan over het algemeen positief of negatief? Vinden ze dat ze vooral goede of vooral slechte docenten hebben? Op die manier kunnen ze nadenken over alle vragen waar om een gemiddelde wordt gevraagd.
3.
Bij het thema Toetsing zit de vraag of de toetsen aansluiten op wat je hebt geleerd. Als studenten niet weten wat er bedoeld wordt met ‘aansluiten’ dan kan er als extra toelichting bij gezegd worden dat we hier bedoelen of de toetsen overeen komen met wat je hebt moeten leren. Of zoals een student het tijdens het testen verwoordde: “Hiermee bedoelen jullie of het dezelfde stof is als dat de docent heeft gezegd dat je moest leren.” En dat bedoelen we er inderdaad mee.
4.
Bij het thema Studiebegeleiding wordt de vraag gesteld of er voldoende mogelijkheid is om in je eigen tempo te leren. Mochten studenten hier vragen over stellen dan betekent dat niet alleen of ze alles kunnen doen wat ze in de les moeten doen, maar ook of ze gedurende hun hele studie genoeg tijd hebben om alles te leren. We vragen hier dus om een gemiddelde.
5.
Het thema Onderwijstijd kan lastig zijn voor studenten. Hier moeten ze namelijk gaan rekenen hoeveel tijd ze op school zijn. Dit verschilt vaak per week en we vragen hier dan ook om een gemiddelde. Als studenten aangeven 24 uur op school te zitten en niet weten wat ze moeten invullen, dan kan je vragen of ze soms vaker dan 24 uur op school zitten (blijven ze na de les vaak nog even op school? Of doen ze hun huiswerk in het OLC zodat ze thuis niets meer hoeven te doen etc.). Is het antwoord ja, dan kunnen ze 24-32 uur aangeven. Is het antwoord nee dan kunnen ze 16-24 uur aangeven. We bedoelen met het aantal uur op school ook de pauzes en de zelfstudie uren etc. De laatste vraag in dit blok is vaak lastig voor studenten die nog geen stage hebben gelopen. Toch hebben ze vaak een beeld van hun hele studie en weten ze wel wanneer ze stage moeten lopen. Misschien gaan ze pas in het derde jaar stage lopen en zouden ze dat nu al willen doen, of misschien moeten ze meteen stage lopen en vonden ze dat veel te snel. Het gaat hier om de tevredenheid van de student over de verhouding tussen stage en studie, en daar kunnen studenten die (nog) geen stage hebben gelopen ook wat over zeggen.
6.
Het thema (Studie)loopbaanbegeleiding kan ook vragen oproepen omdat we hier vragen naar de tevredenheid van de begeleiding in keuzes. Er wordt eerst gevraagd naar de keuzes tijdens de opleiding. Daarmee bedoelen we of je door de studieloopbaanbegeleider of mentor goed begeleid wordt in de keuzes die je moet maken tijdens je studie (bijvoorbeeld 4
voor een stage of eventuele keuzevakken). Verderop in dit blok vragen we of je goed begeleid wordt in de keuzes die je tijdens je studie moet maken voor na je studie. Dit staat ook extra uitgelegd bij de [i]’s. 7.
Het thema Beperking levert ook vaak vragen op. Hier wordt gevraagd of de student last heeft van één of meerdere beperkingen. De vraag is zo opgesteld dat de meest voorkomende beperkingen er in voorkomen. Het komt dus zelden voor dat een student zijn of beperking niet bij de antwoorden ziet staan. Geeft de student zelf al aan wat zijn of haar beperking is, en zegt hij/zij dat zijn of haar beperking er niet bij staat, kijk dan met de student mee of dit echt niet het geval is. Wil de student niet aangeven wat de beperking is (de enquête is immers anoniem) dan kan de student helemaal onderaan de lijst “anders” aanklikken.
8.
Het thema Sfeer en veiligheid behandelt het gevoel van veiligheid en sfeer binnen de school. Als hier vragen over komen, leg dan uit dat met veiligheid niet alleen aspecten van veiligheid bedoeld worden die te maken hebben met bijvoorbeeld brandveiligheid of detectiepoortjes en dergelijke maar ook een gevoel van veiligheid. Als studenten vragen naar de betekenis van sfeer, leg dan uit dat hier de aankleding etc. van de school wordt bedoeld. Heeft de school een prettige en gezellige uitstraling?
5