Docenten Handleiding Noord-Holland
Docenten Handleiding
Noord-Holland Inhoud INLEIDING
PAG. 5
PROJECTDOELSTELLINGEN
PAG. 6
METHODIEK
PAG. 7
PROJECTOPZET
PAG. 8
LESPROGRAMMA
PAG. 9
LES 1
PAG. 12
LES 6
PAG. 14
COLOFON
PAG. 16
3
4
Inleiding Gelijk = Gelijk? is een project dat in eerste instantie is ontwikkeld voor stadsdeel Oost, voorheen stadsdeel Zeeburg in Amsterdam en wordt uitgevoerd door Diversion, bureau voor maatschappelijke innovatie. In schooljaar 2009-2010 hebben 14 basisscholen uit het voormalige Zeeburg deelgenomen aan dit project. Binnen het project worden de groepen 6, 7 of 8 van twee scholen uit het stadsdeel die van elkaar verschillen in populatie leerlingen aan elkaar gekoppeld. De leerlingen volgen gezamenlijk lessen, gegeven door peer educators, over het belang van tolerantie en omgaan met verschillen. Het lesprogramma heeft een praktische, speelse opzet: zware onderwerpen als homofobie en discriminatie van joden en moslims worden door de peer educators vertaald naar de leefwereld van de kinderen. Daarnaast wordt binnen het project jong burgerschap gestimuleerd en direct in de praktijk gebracht. Het project is uitgebreid geëvalueerd door A.G. Advies en Stichting Voorbeeld. Hier is het evaluatierapport Gelijk=Gelijk? Onderzoek naar de effecten en aansluiting van een antidiscriminatieprogramma op Zeeburgse basisscholen over verschenen. Op basis van dit rapport en gesprekken met scholen is het programma aangepast zodat het nog beter aansluit op de behoeften en wensen van het onderwijs. Een belangrijk advies was om het programma op maat aan te bieden aan scholen. Hierdoor bestaat het project Gelijk=Gelijk? nu uit een basisprogramma en aanvullende maatwerkopties die kosteloos kunnen worden toegevoegd wanneer de school dat wil. In deze handleiding vindt u informatie over het project, de lessen en methodiek.
Veel succes en plezier met de uitvoering van Gelijk = Gelijk? Het team van Gelijk = Gelijk?
5
Doelstelling Projectdoelstellingen
culturele achtergrond en seksuele diversiteit. Dit krijgt vorm door lessen die worden gegeven
De doelstellingen van Gelijk = Gelijk? kunnen als
door drie peer educators met een joodse, homo-
volgt worden geformuleerd.
seksuele en islamitische achtergrond. Zij maken persoonlijk kennis met de leerlingen door het
Hoofddoelstelling
spelen van spellen die vooroordelen aan het licht moeten brengen en het vertellen van per-
•
Stimuleren van jong burgerschap.
soonlijke verhalen. Doordat de peer educators samen voor de klas staan maken zij de leerlin-
Subdoelstellingen
gen duidelijk dat zij ondanks hun verschillende achtergrond op een goede en leuke manier kun-
•
• •
•
•
Voorkomen en tegengaan van discri-
nen samenwerken en leven.
minatie, met specifieke aandacht voor
Tijdens de lessen zal tevens aandacht zijn voor
discriminatie vanwege religie, culturele
het verschil tussen discrimineren en pesten.
achtergrond en seksuele diversiteit.
Ook zullen leerlingen bekend gemaakt worden
Vergroten van tolerantie/acceptatie van
met de verschillende manieren waar(op) geval-
diversiteit.
len van discriminatie gemeld kunnen worden.
Bespreekbaar maken van en leren
De leerlingen gaan met hun nieuw opgedane
praten over bestaande vooroordelen en
kennis aan de slag door met elkaar na te denken
(andere) moeilijke onderwerpen.
over mogelijk oorzaken van pesten en discri-
Voorkomen en tegengaan van polarisa-
mineren, en manieren om dit te bestrijden.
tie tussen verschillende bevolkingsgroe-
De kinderen maken samen een plan dat kans
pen.
maakt om uitgevoerd te worden. Een spannende
Vergoten van kennis ten aanzien van
wedstrijd door middel van een eindmanifestatie
mogelijkheden tot het melden van dis-
waarop de leerlingen hun plannen presenteren.
criminatie. Een andere subdoelstelling van het project is om studenten en jongeren de mogelijkheid te geven om, als peer educator, een concrete bijdrage te leveren aan de verbetering van de leefbaarheid en verdraagzaamheid. Hoe worden de doelstellingen nagestreefd? In het project Gelijk=Gelijk? worden leerlingen bekend gemaakt met verschillende begrippen waaronder vooroordelen, meeloopgedrag, stereotypen en tolerantie. Het overkoepelende thema is discriminatie. Er is specifieke aandacht voor discriminatie naar aanleiding van religie,
6
Methodiek In Gelijk=Gelijk? wordt gewerkt met de peer edu-
Doordat de ‘boodschapper’ aansluit bij de
cation methodiek. In dit hoofdstuk vindt u een
leefwereld van de jongeren en daardoor als
beschrijving van deze methodiek.
betrouwbaar wordt gezien, zijn jongeren ook gevoeliger voor de ‘boodschap’ en daarmee de
Peer education
inhoud van de informatie. Het lukt peer educa-
Peer education betekent letterlijk ‘leeftijdsge-
tors daarom soms gemakkelijker dan ouders of
notenonderwijs’. De term wordt vaak gebruikt
docenten om voor een bepaald onderwerp in-
om voorlichting van jongeren aan jongeren te
teresse te wekken, om een schijnbaar gesloten
beschrijven. Maar ook als het gaat om gezond-
groep open te breken en discussie los te maken,
heidsbevorderingsprojecten voor ouderen of
of om jongeren ertoe te bewegen zich in een
allochtonen wordt gesproken over peer educa-
bepaald thema te verdiepen. Ook lukt het peer
tion. Peer education is een veel beproefde
educators vaak (beter) om kinderen en jongeren
methodiek bij het overdragen van informatie,
aan te moedigen om buiten de grenzen van hun
waarden en gedragingen. Mensen laten zich
normale leefwereld te kijken. Zij kunnen vaak
daarbij het makkelijkst beïnvloeden door
verrassend goed gevoelige of controversiële
mensen die dicht bij hen staan, zoals naasten,
onderwerpen met jongeren bespreken en de
vrienden of kennissen.
jongeren helpen zich in standpunten van anderen te verplaatsen. Peer education kan op deze
Een peer educator is een rolmodel die gemakke-
manier een belangrijke rol spelen in de manier
lijk informatie en ervaringen kan vertalen naar
waarop jongeren met een veranderende multi-
de leefwereld van een bepaalde doelgroep en op
culturele samenleving omgaan en zo vooroorde-
die manier onderwerpen bespreekbaar maakt.
len verminderen.
Peer education wordt ingezet voor het overbrengen van kennis en ervaring.
7
Projectopzet Naar aanleiding van de evaluatie van
Ouderparticipatie
Gelijk=Gelijk? schooljaar 2009-2010, zijn twee
In Gelijk = Gelijk? is aandacht voor het betrek-
algemene aanbevelingen gedaan om het pro-
ken van ouders bij de lessen en het project. Door
ject beter aan te laten sluiten bij het onderwijs.
Diversion worden informatiepakketjes voor
Enerzijds dient het project meer ‘op maat’
ouders aangeleverd. U wordt gevraagd te zorgen
aangeboden te worden zodat rekening wordt
dat de pakketjes bij de ouders terecht komen.
gehouden met de context en vraagstukken van
Daarnaast worden ouders uitgenodigd voor de
iedere specifieke school. Anderzijds is het van
debatbattle. Diversion levert de uitnodigingen
belang dat het project meer verdieping biedt. Om
tijdig aan. U geeft de uitnodiging aan de ouders
het lesprogramma meer op maat aan scholen
mee. Ten slotte wordt de mogelijkheid geboden
aan te kunnen bieden is er een basisprogramma
om een informatiemiddag voor ouders te orga-
en een maatwerkprogramma ontwikkeld. Elke
niseren. Bij aanvang van het project wordt dit
school krijgt het basisprogramma aangeboden,
besproken. U kunt dan aangeven hier wel of niet
daarnaast kunnen zij een keuze maken uit ver-
aan te willen deelnemen/meewerken.
schillende aanvullende maatwerkopties. In dit maatwerkprogramma wordt rekening gehouden
Rol docent
met de context en vraagstukken van iedere spe-
U wordt gevraagd de peer educators iedere les
cifieke school.
te ontvangen en u bent u aanwezig tijdens de gehele les. Het leukste is als u zelf ook mee doet
De lessen
aan de spellen. U helpt bij orde houden in de klas
De lessen van Gelijk = Gelijk? duren 60 tot 90 mi-
en ondersteunt indien nodig de peer educators
nuten en hebben allemaal dezelfde opzet:
bij het lesgeven. Met uitzondering van les 1 en les
•
Opzetfase
6 hoeft u inhoudelijk niets voor te bereiden, de
•
Beeldvormingsfase
peer educators zorgen voor de inhoud van de les.
•
Meningvormingsfase
De exacte inhoud van de lessen is terug te vinden
•
Verdiepingsfase
in de handleiding voor peer educators. Les 1 en
•
Evaluatie1
6 vindt u terug in deze handleiding. Daarnaast is het raadzaam de opdrachten uit het lesboekje
Er is voor alle leerlingen een lesboekje ontwik-
en het lesprogramma goed door te nemen.
keld dat onder meer als naslagwerk gebruikt
Ten slotte wordt u gevraagd om per les voor de
kan worden: het project, de opdrachten, alle
nodige materialen te zorgen. Uw rol en de beno-
begrippen en informatie over meldpunten voor
digdheden worden in deze handleiding per les
discriminatie staan hierin beschreven. Ook is
beschreven.
het boekje zo vormgegeven dat het inhoudelijke informatie biedt over onder meer discriminatie, pesten, religie en seksuele diversiteit.
1
Deze lesopzet is naar het model van de didactiek van Discussiëren kun je leren
8
Lesprogramma Basisprogramma Les 1: Docenten
Verdiepingsfase u Leerlingen gaan in tweetallen aan slag en koppelen verschillende casussen aan
Onderwerp: uitleg van begrippen en het project.
de foto’s.
Nodig: de lesboekjes en schrijfgerei. De eerste les wordt door u zelf gegeven. Er zijn
Evaluatie
dus geen peer educators aanwezig. Tijdens deze
u Klassikale bespreking van de verdie-
voorbereidende les legt u het project en enkele
pingsfase.
begrippen kort uit. Hiervoor kunt u gebruik maken van de woordenschatdidactiek Met woorden
u Leerlingen bedenken vragen die ze aan
in de Weer2 die in deze handleiding te vinden is.
de peer educators willen stellen.
Les 2: Peer educators
Les 3: Peer educators
Onderwerp: kennismaken en herkennen van
Onderwerp: vooroordelen, overeenkomsten en
verschillen tussen mensen.
verschillen tussen pesten en discriminatie.
Nodig: de lesboekjes, schrijfgerei en de foto’s die
Nodig: voor ieder groepje een (kopie) van de
nodig zijn voor het fotospel; deze worden door
feitenlijst voor het spelen van het vooroordelen-
Diversion aangeleverd bij de eerste les.
spel (de peer educators leveren deze lijst aan),
Rol docent: u helpt orde houden in de klas,
lesboekjes en schrijfgerei.
groepjes vormen en u begeleidt de leerlingen bij
Rol docent: u helpt orde houden en begeleidt de
het maken van de opdrachten.
leerlingen bij het maken van de opdrachten.
Opzetfase
Opzetfase
u
u Het vooroordelenspel wordt met de leer-
De peer educators stellen zich voor.
lingen gespeeld. u Het kennismakingsspel wordt gespeeld. Beeldvormingfase Beeldvormingsfase u Het verschil tussen feit en mening wordt klassikaal uitgelegd. Meningsvormende fase u Het fotospel wordt gespeeld. u Kinderen beantwoorden de vragen die bij de foto’s staan.
u De peer educators vertellen een persoonlijk verhaal over pesten en/of discriminatie. u De leerlingen maken de bijbehorende opdracht uit het werkboekje. Meningsvormende fase u De klas wordt opgedeeld in vier groepjes. Twee groepen maken gezamenlijk een
2
Verhallen en Van den Nulft
woordspin over pesten. De andere twee
9
groepen maken een woordspin over
Meningsvormende fase
discriminatie.
u De leerlingen maken de opdracht uit hun lesboekje. Het is de bedoeling dat ze
u De groepjes presenteren hun woordspin-
nadenken over mogelijke oorzaken van
nen.
discriminatie/ pesten.
Verdiepingsfase
Verdiepingsfase
u Klassikale bespreking van overeenkom-
u De opdracht wordt klassikaal besproken.
sten en verschillen tussen pesten en discriminatie.
u Er worden groepjes gemaakt van 4, maximaal 5 leerlingen die samen een
u
Uitleg definitie van discriminatie.
plan gaan bedenken. U helpt de peer educators bij het samen stellen van de
u Aanpassen woordspinnen en opdracht
groepjes.
over pesten uit het lesboekje u De groepjes kiezen of ze een plan maken om pesten of discriminatie te bestrijden. Slot/Evaluatie
Vervolgens gaan ze aan de slag met de
u Leerlingen maken een overzicht van de
opdracht uit hun lesboekje en denken na
overeenkomsten en verschillen tussen
over een plan.
pesten en discriminatie en kijken terug naar het persoonlijke verhaal van de
NB: Ervaring wijst uit dat het niet gemakkelijk
peer. Met de nieuwe feitenkennis over
is om een plan te bedenken. Goede begelei-
pesten en discrimineren bekijken zij de
ding is dus belangrijk. Er zijn een aantal zaken
opdracht opnieuw.
waarmee rekening moet worden gehouden. Zorg bijvoorbeeld dat het plan niet te groot is,
Les 4: Peer educators
een te lange looptijd heeft of te duur is. Hou ook rekening met de praktische uitvoerbaarheid. Voorbeelden van een goed plan zijn: een theater
Nodig: de lesboekjes en schrijfgerei.
voorstelling, een voetbaltoernooi, het uitdelen
Rol docent: u helpt orde houden en begeleidt
van posters en flyers of een kunstwerk maken.
de leerlingen bij het bedenken van een plan dat
Voorbeelden van slecht uitvoerbare plannen
pesten of discriminatie bestrijdt.
zijn: het oprichten van een buurthuis of een film maken.
Opzetfase
u Er wordt terug geblikt op de voorgaande
Slot/ Evaluatie
les.
u De les wordt afgerond: wat staat er de laatste les die door de docent wordt ge-
u De eindmanifestatie wordt toegelicht. Beeldvormingfase u De definities ‘discriminatie’ en ‘pesten’ worden herhaald. En er wordt nogmaals gekeken naar de verschillen en overeenkomsten tussen beide begrippen.
10
geven op het programma? u De les wordt afgesloten: er wordt een korte evaluatie gehouden van de voorgaande lessen.
Les 5: Docenten
Maatwerkprogramma
Onderwerp: maken poster, doornemen meld-
Scholenkoppeling
punten discriminatie en eventueel behandelen
In het maatwerkprogramma kunnen scholen
leskaart(en).
uit een aantal opties kiezen. Zo kan worden
Nodig: posters op A2 formaat (worden aangele-
gekozen voor een scholenkoppeling. Een school
verd door Diversion), materialen om de poster
wordt dan gekoppeld aan een andere school die
te beschrijven, beplakken en/of beschilderen,
verschilt in populatie leerlingen. Wanneer hier-
lesboekjes, schrijfgerei.
voor wordt gekozen, wordt in overleg bepaald
Rol docent: U verzorgt de laatste les. Er zijn dus
welke scholen aan elkaar gekoppeld worden.
geen peer educators aanwezig. De leerlingen maken een poster waarop hun plan zichtbaar
Gastles/ werkbezoek
wordt. Wanneer de posters af zijn worden ze
In het maatwerkprogramma kan worden geko-
door Diversion opgehaald.
zen voor een gastles en/of werkbezoek. Docenten kunnen aangeven van welke instantie zij
Tijdens de afsluitende les kunt u het program-
graag een gastles ontvangen en/of aan welke
ma verbreden door middel van het behandelen
instantie zij graag een werkbezoek afleggen.
van een of meerdere leskaarten. De leskaarten
Gedacht kan worden aan lokale belangenorga-
worden bij aanvang van het project aangeleverd
nisaties die zich inzetten voor het bestrijden
door Diversion. De exacte inhoud en opzet van
van discriminatie, of op een andere manier zich
de laatste les vindt u in deze handleiding.
bezig houden met de thematiek.
Ten slotte neemt u de verschillende meldpun-
Indien wordt gekozen voor een gastles en/of
ten voor discriminatie door met de leerlingen.
werkbezoek kan dit bij de start van het project
Een overzicht van deze meldpunten staat achter
worden doorgegeven aan Diversion.
in het lesboekje van de leerlingen.
Overzicht Basisprogramma en Maatwerkprogramma Basisprogramma (BP): •
3 lessen door peer educators
•
1 eindmanifestatie
Totaal aantal gastlessen incl. eindbijeenkomst: 4 NB: U geeft 1 voorbereidende, en 1 afsluitende les. U plant deze lessen zelf in. Maatwerkprogramma (MP) – kiezen uit: •
Scholenkoppeling
•
Gastles
•
Werkbezoek
NB: Indien wordt gekozen voor de scholenkoppeling, komt er 1 extra les bij. Deze les wordt in zijn geheel besteed aan kennismaking tussen de leerlingen van beide scholen.
11
Les 1 Inhoud Les 1 +/- 20 minuten
u U legt de woorden met de volgende betekenisaspecten klassikaal uit:
Onderwerp: uitleg project, uitleg begrippen pro-
stereotype: is een vaststaand beeld dat mensen
ject met behulp van de woordenschatdidactiek
van iemand hebben, dat sterk overdreven is.
Met woorden in de Weer3.
Bijvoorbeeld: dikke mensen zijn lui.
Nodig: woordclusters (op het bord of A2 papier).
over één kam scheren: zeggen of denken dat
NB: de twee woordclusters kunt u ook op twee
iedereen hetzelfde is, geen onderscheid maken.
verschillende momenten behandelen. Dan gaat
Bijvoorbeeld: alle Hollanders eten kaas.
het om twee lessen van 10 minuten.
hokjesgeest: de neiging om medemensen in te delen in een bepaalde categorie/een hokje.
Opzetfase
Bijvoorbeeld: alle donkere mensen kunnen goed
u U geeft een korte introductie op het pro-
dansen.
ject. Let op: U hoeft de achtergrond van
generaliseren: vanuit een bepaald geval of
de peer educators niet te bespreken. Dit
situaties conclusies trekken. Bijvoorbeeld: alle
komt tijdens de tweede les die de peer
Marokkanen zijn crimineel.
educators geven aan bod.
vooroordeel: oordeel dat je over iemand of iets hebt zonder diegene te kennen. Bijvoorbeeld: jij
u Vraag de leerlingen de introducerende tekst uit hun lesboekje te lezen.
bent dom want je bent blond. meeloopgedrag: het voorbeeld van anderen volgen, zonder dat je een eigen mening hebt.
u Indien aan (een deel van) het maatwerkprogramma wordt deelgenomen kunt u
Bijvoorbeeld: iemand zonder reden pesten omdat je vriend of vriendin dat doet.
deze onderdelen kort toelichten. Wanneer u hebt gekozen voor een gastles/
Beeldvorming fase
werkbezoek, legt u uit wat de leerlingen
U vertelt: Ik ben blond (of ‘was ooit blond’, ‘had/heb
gaan doen en wie de gastles/ het werk-
een bril’ of iets anders dat op u van toepassing is).
bezoek verzorgt.
Mensen hebben vaak een stereotype beeld van blonde (bebrilde etc.) mensen, ze hebben een beeld van
Beeldvorming fase
iemand vanwege dat blonde haar (bril), dat echt niet
u Woordenschatdidactiek: Met woorden in
altijd klopt. Een stereotype is een vaststaand beeld
de weer.
dat mensen van iemand hebben, dat sterk overdreven is. Mensen vergroten één eigenschap van een persoon
u U zet hetvolgende woordcluster op het
uit alsof dat het enige kenmerk is van die persoon.
bord of op een groot vel papier.
Aan dat stereotype worden vaak ook vooroordelen
Afb.1
gekoppeld. Zo wordt vaak gezegd: ‘blondjes zijn dom’ (of ‘mensen met een bril zijn studiebollen’), dat vooroordeel scheert alle mensen over één kam. Daarbij lijkt het alsof iedereen met dat kenmerk hetzelfde is.
3
12
Verhallen en Van den Nulft
Dan ben je aan het generaliseren: alle blondjes zijn
dom. Maar zo zijn er nog meer vooroordelen: dit is
u U legt de woorden uit met de volgende betekenisaspecten:
een oordeel dat je hebt over iemand die je niet kent. Stereotypen worden vaak gebruikt in moppen. Denk maar eens aan Belgen: die zijn in onze
tolerant: als je tolerant bent, laat je de ander vrij
Nederlandse moppen vaak dom, net als blondjes.
om anders te denken of te doen dan jijzelf. De
Maar als het niet meer om een grapje gaat en
ander mag dan van jou zelf weten wat hij of zij
mensen zich door vooroordelen ook anders gaan
zegt of doet.
gedragen, dan is het niet zo grappig meer. Zo kan het
intolerant: niet verdraagzaam, het tegenoverge-
gevolg van vooroordelen pestgedrag of discriminatie
stelde van tolerant.
zijn. Vaak wordt er niet alleen gepest door één persoon, maar wordt de pester geholpen door meelopers.
Meningsvormende fase
Die meelopers nemen de vooroordelen over en gene-
U vertelt: Ik heb jullie net uitgelegd wat een vooroor-
raliseren, denken dat iedereen met hetzelfde uiterlijk
deel is, namelijk een mening of oordeel over iemand
hetzelfde is. Mensen die meeloopgedrag vertonen,
die je niet kent. Als je vooroordelen hebt, heb je een
volgen het voorbeeld van de pester, zonder dat ze hun
mening over iets of iemand zonder die persoon echt
eigen mening laten merken. Bijvoorbeeld omdat ze
te kennen. Soms gaan vooroordelen zo ver dat ze
bang zijn om anders zelf gepest te worden.
gebruikt worden om te discrimineren. Discriminatie is een voorbeeld van onverdraagzaam, intolerant
u U stelt de volgende vragen en gaat een
gedrag. Niet zo leuk dus. Laten we daarom tolerant
gesprek aan met de kinderen:
zijn. Tolerantie en verdraagzaamheid zijn positief en
•
Welke vooroordelen ken je?
het tegenovergestelde van negatief intolerant gedrag
•
Kun je een voorbeeld noemen van hok-
zoals discriminatie, pesten of het buitensluiten van
jesgeest of generaliseren?
anderen. Tolerantie is een positief begrip: iedereen
Kun je een situatie noemen waarin
hoort erbij. Het betekent dat je het niet zo erg vindt
iemand een groep mensen over één kam
als anderen anders zijn. Als mensen anders denken,
scheert?
doen of er anders er uit zien, vind je ze even goed wel
•
aardig. Als je tolerant bent, hoort iedereen erbij en is Tweede lesonderdeel/nieuw woordcluster:
iedereen gelijk. Iedereen mag meedoen.
u U zet onderstaand woordcluster op het Verdiepingsfase
bord of A2 papier.
u Afb.2 Woordcluster
U vult met de kinderen de tabel/het woordcluster aan. De leerlingen mogen voorbeelden bedenken van tolerant gedrag.
Voorbeelden van
Voorbeelden van
Evaluatie/Slot
tolerant gedrag
intolerant gedrag
u Vraag de leerlingen of ze zin hebben in het project, wat ze verwachten te leren
(zelf invullen met
(zelf invullen met
de kinderen)
de kinderen)
en wat ze ervan verwachten. u Vertel kort dat de volgende les drie jongeren les komen geven en dat de leerlingen kennis met hun kunnen maken, en dat ze het verschil zullen leren tussen een feit en een mening.
13
Les 6 Inhoud Les 6
Leskaarten
+/- 90 minuten
u Bij aanvang van het project zijn door Diversion vier leskaarten aangeleverd.
Onderwerp: maken poster, doornemen meld-
De thema’s van deze leskaarten zijn:
punten discriminatie en eventueel behandelen leskaart(en).
•
Nodig: posters op A2 formaat (worden aangele-
discriminatie vanwege huidskleur, sekse en lichamelijke beperking
verd door Diversion), materialen om de poster
•
homo-emancipatie
te beschrijven, beplakken en/of beschilderen,
•
vrijheid en democratie
lesboekjes en schrijfgerei.
•
de drie monotheïstische godsdiensten
Meldpunten discriminatie
U kunt ervoor kiezen om tijdens de laatste les
u Achter in het lesboekje van de leerlingen
een (of meerdere) van deze leskaarten te be-
is een overzicht te vinden van verschil-
handelen. De leskaarten vormen een aanvul-
lende meldpunten voor discriminatie.
ling op het lesprogramma van Gelijk=Gelijk? De
Wilt u de leerlingen hierop wijzen?
instructie voor het gebruik van de leskaarten is te vinden op de leskaarten zelf.
u Vraag de leerlingen om de opdracht uit het werkboekje te maken. Ze zoeken op
Oefenen eindmanifestatie
internet naar een organisatie die zich
u Op de eindmanifestatie krijgt elk groepje
bezighoudt met het tegen gaan van dis-
een tafeltje waar hun poster op ten-
criminatie. Het is de bedoeling dat ze de
toongesteld wordt. De bezoekers van de
website bezoeken en een aantal bevin-
manifestatie lopen rond en bekijken alle
dingen op schrijven.
plannen. Het leukste is natuurlijk als de groepjes hun plannen aanprijzen, want
Maken posters
wie wil er niet winnen? U kunt het ‘ver-
u Het is de bedoeling dat u op basis van de
kopen’ van het plan met de leerlingen
laatste les van de peer educators met de
oefenen. U mag dit naar eigen inzicht
leerlingen posters maakt met daarop het
invullen.
plan dat ze bedacht hebben. De creatieve vrijheid is aan u en de leerlingen.
14
Colofon Gelijk=Gelijk? is een project van de provincie Noord Holland wordt uitgevoerd door Diversion. ontwikkeld door Diversion en stichting Discussiëren Kun Je Leren projectidee en concept door Diversion tekst en redactie door Diversion en Discussiëren Kun Je Leren ontwerp door Jannemieke Oostra coverfoto door Herman Poppelaars druk door Platform P bijlagen: bij het lesprogramma van Gelijk=Gelijk? horen een leerlingenboekje, docentenhandleiding, peer educators handleiding en leskaarten
Diversion T (020) 578 7997 E
[email protected] I www.diversion.nl Contactpersoon: Saskia Selen
Discussiëren Kun Je Leren T (020) 7794557 en 0619210535 E
[email protected] I www.discussierenkunjeleren.nl Contactpersoon: Chantal Deken, Tessa van Velzen