Docenten handleiding
Dossier Duyvis
1
Augustus 2014 Zaans Museum Schansend 7 1509 AW Zaandam Postbus 207, 1540 AE Koog aan de Zaan T + 31 (0)75 681 00 00 www.zaansmuseum.nl
[email protected]
2
Inhoudsopgave 1. Voorwoord
4
2. Inleiding
5
3. Praktische informatie museumbezoek
6
4. Aansluiting bij de kerndoelen
8
5. Achtergrondinformatie voor de leerkracht
10
Hoe de Zaanstreek de Provisiekast van Nederland werd
10
De geschiedenis van Duyvis in een notendop
12
Tijdlijn Duyvis
14
De geschiedenis van de pinda
17
Het productieproces van de pinda
19
Voedingswaarde
22
6. Voorbereidingsles
24
3
1. Voorwoord Geïnspireerd door het project Zaanstreek, First in Food, heeft het Zaans Museum in samenwerking met het Technocentrum1 in 2010 een digitale leeromgeving ontwikkeld over de voedselindustrie. Het primaire doel van deze digitale leeromgeving is het inzichtelijk maken van de technische beroepen. De Zaanstreek biedt deze industrie veel werkgelegenheid terwijl het voor leerlingen steeds moeilijker wordt zich een beeld te vormen van het werken binnen deze bedrijven. Vaak kunnen deze bedrijven in verband met veiligheid en hygiëne ook geen bezoek ontvangen. Er is gekozen voor de pindafabriek Duyvis waarin vijf beroepen centraal staan, met als thema: Kruip in de e digitale spellen maken de werkelijke beroepen uit de Duyvis fabriek invoelbaar voor de leerlingen. Per spel komen de vaardigheden en competenties die voor dit beroep nodig zijn aan de orde. De spellen die in de opstelling staan zijn gemaakt door IJsfontein2. De leerlingen ondekken zo hun eigen compententies en vaardigheden. Het educatieve programma Dossier Duyvis is bedoeld voor drie doelgroepen. Groep acht van het basisonderwijs, de tweede en derde klas Havo en VWO en het V(MBO). Scholen boeken dit educatieve programma via Fluxus Onderwijs of via het Zaans Museum zelf.
1 2
http://www.technocentrum-nhn.nl/pages/home.php http://www.ijsfontein.nl/
4
2. Inleiding Met Dossier Duyvis gaan de leerlingen als werknemer in de Duyvisfabriek zelf aan de slag. Niet alleen het produceren, maar de hele cyclus van het werken in de fabriek wordt ervaren. Er wordt gekeken naar competenties en vaardigheden die nodig zijn voor het uitoefenen van de technische beroepen in de Duyvis fabriek. Door deze te testen en te beoordelen worden de beslissingen die de leerlingen maken, gemeten, gewogen en gewaardeerd. Dit alles gebeurt op werkplekken met virtuele games. De werkplekken zijn gekoppeld aan vijf verschillende functies die ieder een ander onderdeel van het werk in de fabriek belichten. De resultaten worden bijgehouden in een dossier waarmee de geschiktheid voor de verschillende functies beoordeelt kan worden. Het werken in de Duyvis fabriek wordt inhoudelijk uitgediept aan de hand van een rondleiding in de vaste opstelling van het Zaans Museum.
Tijdens het programma komen de volgende onderwerpen aan bod:
Verpakking en Marketing
Kwaliteit en controle
Productie en onderhoud
Logistiek en transport
Product- en procesontwikkeling
Veel succes en plezier gewenst met Dossier Duyvis!
5
3. Praktische informatie en kerndoelen Ontvangst en verloop van het bezoek In het museum worden jullie ontvangen door een museumdocent die jullie gedurende het hele bezoek zal begeleiden. De groep wordt verdeeld in groepjes van maximaal 3 leerlingen: het is raadzaam deze verdeling vast op school te doen. Verloop (Het hele programma duurt ca. 2 uur.)
Binnenkomst
Ontvangst door museumdocent
Introductie
Rondleiding groep 1 en werken in de Duyvis fabriek groep 2
Wisseling van groepen
Rondleiding groep 2 en werken in de Duyvis fabriek slaan groep 1
Opruimen, bespreken
Afsluiten en vertrek
Calamiteiten Zijn jullie verhinderd? Geeft dit z.s.m aan ons door! Indien jullie groep via Fluxus geboekt heeft, dan graag contact opnemen met Yvonne Slagboom, via: 075-6350451 of per email:
[email protected] EN met de afdeling Educatie van het Zaans Museum, telefoon: 075-681 00 00, email:
[email protected]. Indien jullie groep niet via Fluxus naar het museum komt, dan graag alleen doorgeven aan de afdeling Educatie van het Zaans Museum: 075-681 00 00 of via
[email protected] Algemene informatie Zaans Museum Het Zaans Museum ligt op de Zaanse Schans, Schansend 7, 1509 AW te Zaandam. Algemeen telefoonnummer: 075 6810000, email:
[email protected]. Voor meer informatie kunt u altijd terecht op onze website: www.zaansmuseum.nl.
Bereikbaarbaarheid Per auto Vanuit Amsterdam A8 richting Zaanstad/Purmerend, afslag A7 en dan de borden Zaanse Schans volgen. Vanuit Purmerend A7 richting Zaanstad, afslag Wormerveer en dan de borden Zaanse Schans volgen. Vanuit Alkmaar richting Wormerveer/Zaandam en dan de borden Zaanse Schans volgen. Parkeren Het parkeerterrein gelegen naast het Zaans Museum is eigendom van de Zaanse Schans. Boekt u een educatief programma voor het basisonderwijs bij het Zaans Museum dan zijn de kosten voor het parkeren
6
daarbij inbegrepen. Let op: uw parkeerkaart wordt door de museumdocent bij de balie van het Zaans Museum gevalideerd deze kaart is niet te verkrijgen bij de betaalautomaat op het terrein. Boekt u een programma voor het voortgezet onderwijs dan zijn er kosten verbonden aan het parkeren op de Zaanse Schans. U kunt kijken op www.zaanseschans.nl voor de actuele parkeertarieven.
Per trein Vanaf Amsterdam CS/Zaandam de stoptrein nemen richting Uitgeest en vanuit Alkmaar de stoptrein richting Amsterdam tot station Koog-Zaandijk. Loop vervolgens via de Stationstraat in 15 minuten naar de Zaanse Schans. Per bus Vanaf station Amsterdam CS vertrekt ieder half uur een Connexxionbus (lijn 391) naar de Zaanse Schans. De bus rijdt via NS-station Zaandam Kogerveld. Vanaf station Zaandam vertrekt ieder half uur een bus (lijn 69) richting de Zaanse Schans. De bus stopt bij
Per fiets Het Zaans Museum is vanuit de Zaanstreek ook goed met de fiets bereikbaar.
Goed om te weten
De leerkracht en/of begeleiders zijn verantwoordelijk voor het verloop van het bezoek en het gedrag van de leerlingen. Bereid de kinderen voor op het museumbezoek.
Het Zaans Museum beseft zich, dat veel ouders zich ieder schooljaar inzetten om de kinderen naar het museum te begeleiden en zelfs het vervoer te regelen. Dit stellen wij zeer op prijs. Daarom willen wij ook graag de begeleiders, die onmisbaar zijn voor een geslaagde dag, ontvangen in ons museum. Wanneer scholen een educatief programma boeken, mogen (naast de groepsleerkracht) maximaal 6 begeleiders mee het museum in om mee te helpen met het begeleiden van de groep. Zij betalen hiervoor geen toegang.
Een museum laat unieke en authentieke voorwerpen zien. Deze mogen beslist niet aangeraakt worden.
De leerlingen mogen geen overlast veroorzaken voor andere bezoekers. Hollen en schreeuwen wordt niet op prijs gesteld. Aanwijzingen van het museumpersoneel moeten dan ook worden opgevolgd.
Er mag niet gegeten, gedronken en gerookt worden in het museum. Informeer vooraf naar de mogelijkheid om (zelf meegebrachte) etenswaren te nuttigen in het museumcafé.
De jassen en tassen worden in (de kluisjes van) de garderobe achtergelaten.
7
4. Aansluiting bij de kerndoelen Basisonderwijs: Oriëntatie op jezelf en de wereld
Mens en samenleving kerndoel 37: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. Daarbij kan de docent denken aan:
Loon naar werken.
Betaald en onbetaald werk.
Vooroordelen, stereotypen en tolerantie.
Kans op werk, werkeloosheid, uitkeringen en sociale voorzieningen.
Voorbeelden:
De kinderen bespreken hun toekomstperspectieven, met de mogelijkheden die de samenleving hen biedt.
Ze schetsen hun toekomst in een tekst t.b.v. een klassenschrift/ boek/collage.
Kerndoel 44: De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. Voorbeelden:
De kinderen gaan na uit welke ingrediënten het product bestaat en ze filosoferen over hoe het geproduceerd wordt.
Ze formuleren eisen waaraan verpakkingen van producten moeten voldoen.
Kerndoel 47 De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
Ze leren over de ontstaansgeschiedenis.
Werken in: mijnbouw , industrie, diensten, commercieel, niet-commercieel.
8
Kerndoel 51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
Vormen zich beelden van het heden en het verleden door middel van eenvoudige historische bronnen.
De kinderen beoordelen historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen op basis van historische bronnen.
Kerndoelen Voortgezet onderwijs: Onderdeel D: mens en natuur 33. De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige wijze een technisch product te ontwerpen en te maken. Onderdeel E: mens en maatschappij 38. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen. 40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken. 41. De leerling leert de atlas als informatiebron te gebruiken en kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of antwoorden op vragen te vinden. 42. De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu.
9
5. Achtergrondinformatie voor de leerkracht Hoe de Zaanstreek de Provisiekast van Nederland werd.
In 1974 werden zeven zelfstandige gemeenten samen gevoegd tot de Gemeente Zaanstad. De slogan van de gemeente was toen: Zaanstad; de Provisiekast van Nederland. Nog steeds zijn er een groot aantal fabrieken die voedingsmiddelen produceren: Lassie produceert toverrijst in Wormer. ADM Cocoa produceert cacao in Koog aan de Zaan (voorheen Cacao de Zaan). United Biscuits produceert koekjes op de Westzijde 103 in Zaandam (voorheen Verkade). Een aantal bekende fabrieksgebouwen hebben inmiddels een nieuwe functie gekregen, waardoor het industrieel erfgoed behouden is gebleven. De Adelaar (voorheen een zeepziederij) werd het hoofdkantoor van het modebedrijf Vanilia. Cacao- en chocoladefabriek De Arend in Wormerveer werd het hoofdkantoor van de woningcorporatie Parteon. Pakhuis Mercurius in Wormer werd een archeologisch depot. In de Verkadefabriek aan het Westzijde 188 zijn nu ateliers, winkels, horeca, een sportschool en appartementen gevestigd.
ontstond in de Zaanstreek? - De gunstige ligging ten opzichte van Amsterdam en haar haven. - De Zaan als belangrijkste aanvoerweg van grondstoffen voor de molens en later fabrieken. - Het open veenweide gebied als ideale locatie voor molens. - De bouw van de eerste molen met krukas (Het Juffertje) in Zaandam. - De molens als leveranciers van energie voor de productie van halffabricaten. - De lage belastingtarieven in de 16e en 17e eeuw maakten de Zaanstreek voor de industrie een interessante vestigingplaats. - Het ontbreken van conservatieve regulerende gilden in de Zaanstreek maakte het ondernemen gemakkelijker. - De vestiging van ambachtelijke bedrijven die de halffabricaten verwerkten tot consumptiegoederen. Met de komst van de stoom en later de elektriciteit veranderden deze ambachtelijke bedrijven in fabrieken. Fabrieken die voor een groot deel levensmiddelen produceerden.
In het boekje Canon van de Zaanstreek gaan de volgende vensters dieper op bovenstaande factoren in: -
1596-1610), pagina 26.
-
-1800), pagina 33. 1833-1940) pagina 59.
10
-
1870-1970), pagina 65.
andere landen (Spanje, Italië en later Turkije en Marokko) geworven werden. Door de technische
machines en computers. Er waren minder werknemers nodig bij het productieproces; de industriële werkgelegenheid kromp. De volgende vensters van de canon gaan daar dieper op in: -
1960-1980), pagina 81. 1960-1990), pagina 84.
11
De geschiedenis van Duyvis in een notendop Duyvis kent een lange geschiedenis in de Zaanstreek, die teruggaat tot 1806 . In dat jaar erft Teewis Duyvis een oliemolen van zijn ongehuwde oom en legt daarmee de grondslag voor de huidige Duyvis fabrieken. In deze molen wordt uit kool- en lijnzaad olie geperst en van het restant wordt veekoek gemaakt. De olie is op dat moment nog bijzaak. Het gaat met name om de productie van veevoer. De kleinzoon van Teewis, Teewis Duyvis Jansz, neemt het bedrijf in 1850 over onder de naam, die het meer dan honderd jaar zou dragen: T. Duyvis Jansz. Het bedrijf heeft dan al vijf oliemolens en twee pelmolens. In 1875 komt het bedrijf in handen van Ericus Gerardus Duyvis, één van de vijf zonen van T. Duyvis Jansz. Hij besluit in 1880 in Koog aan de Zaan een stoomoliefabriek op te richten. Veekoeken zijn in die tijd nog steeds het hoofdproduct. Na de eeuwwisseling wordt echter de winning van olie belangrijker. Vandaar dat Duyvis in 1908 een nieuwe activiteit start: de export van lijnoliën. Tot 1920 levert Duyvis alleen ruwe olie. In dat jaar wordt voorzichtig begonnen met de raffinage van olie. In 1921 wordt het bedrijf omgezet in een n.v.: de n.v. Oliefabrieken T. Duyvis Jansz. Het bedrijf ontwikkelt zich in de daarop volgende jaren tot één van de grootste fabrikanten in de handel van lijnolie. Er zijn zelfs topjaren tussen 1920 en 1930 dat Duyvis zo'n 40% van de export van de totale Nederlandse lijnolie voor zijn rekening neemt. De crisis in de jaren dertig gaat ook aan Duyvis niet ongemerkt voorbij. De afzet van olie loopt terug en het bedrijf zoekt naar nieuwe afzetgebieden voor zijn olie. Duyvis gaat olie in consumentenverpakkingen verkopen en ontwikkelt in 1932 behalve slaolie ook mayonaise en slasaus onder het merk Salata. Dit is het begin van Duyvis als fabrikant van merkartikelen. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1940 betekent een stagnatie in de aanvoer van de belangrijkste grondstoffen lijnzaad en grondnoten. De olieslagerij komt hierdoor stil te liggen. Ook na de oorlog worden deze grondstoffen nauwelijks meer in Nederland geïmporteerd. Hierdoor moet Duyvis zich noodgedwongen instellen op de verwerking van andere oliehoudende plantaardige grondstoffen. De merkartikelen komen tijdens deze periode steeds meer in opmars en in 1949 kiest Duyvis definitief voor een toekomst als merkartikelenfabrikant. Duyvis stopt met de productie van veevoeders en gaat plantaardige oliën raffineren. De nadruk komt te liggen op allerlei merkartikelen op basis van olie, zoals de slasauzen Livorno en Salata. De export is in die jaren een belangrijke activiteit van Duyvis. Met als gevolg dat in 1957 in Frankrijk het bedrijf Mayolande wordt opgericht (merk Bénénuts). Ondertussen worden de productie en raffinage van oliën steeds minder belangrijk. Dit gebeurt steeds meer door grondstofproducerende landen. Naar aanleiding van het vijftig-jarig jubileum van de heer T. Duyvis Egz. ontvangt de onderneming in 1959 het predikaat Koninklijk. De volledige naam van het bedrijf luidt dan: Koninklijke Fabrieken T. Duyvis Jz. n.v. In
12
datzelfde jaar gaat Duyvis naar de beurs en wordt een open vennootschap. Met de middelen die daarmee worden aangetrokken, wil Duyvis uitbreiden. Rond 1961 begint Duyvis met de productie en verkoop van zakjes pinda's, amandelen, cashewnoten, gemengde noten en studentenhaver. Ongeveer 7 jaar later volgen de snacks en de mixen. In de loop van 1969 wordt Duyvis onderdeel van Akzo Consumenten Produkten (ACP) te Arnhem. Dit betekent het einde van Duyvis als familiebedrijf. In 1983 fuseert Duyvis met Recter, een ander bedrijf van ACP. Het predicaat geen zelfstandige onderneming meer is. Omdat in 1987 ACP wordt overgenomen door Koninklijke Douwe Egberts te Utrecht kan Duyvis gebruik maken van de faciliteiten van Douwe Egberts, zoals vooroplopende logistieke systemen, ondersteuning in kwaliteitsverbetering, verpakkingen etc. Daarnaast fungeert Duyvis als producent en toeleverancier voor zusterorganisaties in het buitenland. Vooral in Frankrijk (Bénénuts) en België (Félix en Duyvis) neemt Duyvis een belangrijke positie in de markt in. In 1991 wordt in Zaandam - op de oorspronkelijke plaats waar de familie Duyvis ooit begon - een moderne fabriek gebouwd. In 1993 ontvangt Duyvis de ISO-9002 erkenning. Deze kwaliteitsaanduiding geeft aan dat Duyvis aan alle moderne eisen op het gebied van onderzoek, kwaliteit, productie en verpakking voldoet. Anno 2000 is Duyvis Nederlands bekendste fabrikant van pinda's, gecoate noten, luxe noten, popcorn en droge sausmixen van de hoogste kwaliteit.
13
Tijdlijn Duyvis Ca. 1750 Oliemolen De Prolpot komt in handen van Jan Spekham (1710-1789) hij verkoopt de molen later weer. 1764 Jan Spekham (1710-1789) koopt oliemolen De Halve Maan aan de Poel te Zaandam-Oost 1789 Jelis Spekham (1739-1807) erft De Halve Maan van zijn vader 1806 Teewis Duyvis (1757-1823) erft oliemolen De Halve Maan van zijn neef Jelis Spekham (Jan Spekham was de broer van zijn moeder). In deze molen maakt Teewis veekoeken, door olie uit koolzaad en lijnzaad te persen. 1823 Jan Spekham Duyvis (1800-1862) erft van zijn vader Teewis Duyvis naast oliemolen De Halve Maan nog twee pelmolens waaronder De Koopman op de Hemmes. Hij breidt zijn bezit nog uit met 4 oliemolens. 1844 Duyvis koopt oliemolen De Katuil in Zaandam-Oost. 1850 aankoop oliemolen De Poelsnip door firma Duyvis 1850 Zoon Teewis Duyvis Jansz (1825-1875) noemt zich koopman en oliefabrikant onder eigen naam (vennootschap onder firma met de naam T. Duyvis Jz) met de oliemolens De Poelsnip, De Prolpot, De Halve Maan, De Katuil, De Zaadzaaier en De Zeemeeuw en de pelmolen De Koopman. 1855 aankoop oliemolens De Zaadzaaier en De Zeemeeuw op de Hemmes door Teewis Duyvis 1861 wederom aankoop oliemolen De Prolpot door firma Duyvis 1863 Oliemolen De Poelsnip krijgt als eerste molen in de Zaanstreek een ijzeren roede (samen vormen de roeden van de molen het wiekenkruis) 1870 Zoon Ericus Gerhardus Duyvis (1852-1937) komt bij zijn vader in de zaak. 1871 Claude Monet portretteert Guurtje van de Stadt (1854-1936), de latere echtgenote van Ericus Gerhardus Duyvis, op 17-jarige leeftijd 1875 Weduwe Debora Geertruida Duyvis-Verkade neemt kort (van 14 juni tot 5 september) de directietaken waar tot haar zoon (EG Duyvis) officieel meerderjarig is (op zijn 23e verjaardag). Debora is de zus van Verkade oprichter Ericus. 1880 oprichting stoomoliefabriek De Zaan in Koog aan de Zaan (op de Koger Hem). Duyvis werd de eerste oliefabrikant die de Anglo-Amerikaanse hydraulische pers (etagepersen) in Nederland met succes toepaste. 1880 Debora Duyvis-Verkade verkoopt oliemolen De Prolpot 1880 EG Duyvis verkoopt oliemolen De Katuil
14
1881 Debora Duyvis-Verkade verkoopt oliemolen De Zeemeeuw 1889 De firma Duyvis verkoopt oliemolen De Halve Maan zoals zij al hun molens (behalve De Poelsnip) afstoten na het oprichten van de stoomolieslagerij. In 1897 brandt De Halve Maan af. 1894 pelmolen De Koopman wordt afgebroken en naar Barneveld verplaatst als korenmolen Ca.1900 Duyvis verkoopt oliemolen De Zaadzaaier 1908 Men krijgt meer oog voor de olie die uit de koolzaad en lijnzaad wordt gewonnen. Het aandeel van de veekoeken neemt af. 1913 1916 Teewis Duyvis EGz. (1888-1972) wordt in de zaak van zijn vader opgenomen. 1917 Oliemolen De Poelsnip komt vanwege een gebrek aan grondstoffen (door WOI) tot stilstand. In 1921 verkoop Duyvis De Poelsnip. Duyvis had De Poelsnip als enige oliemolen 1920 Duyvis begint met olieraffinage in een 1919 opgerichte olieraffinaderij. In de jaren twintig bereikt de olieraffinage een hoogtepunt en is Duyvis verantwoordelijk voor niet minder dan 40% van de export van de totale Nederlandse lijnolie. aangehouden om als proefoliemolen te dienen voor de fabriek. Daar werd gekeken wat de opbrengst van een bepaalde partij zaad was. 1921 het bedrijf wordteen besloten NV; NV Oliefabrieken T. Duyvis Jz. 1932 het merk Salata wordt geboren. Onder dit merk brengt Duyvis voor het eerst producten voor consumenten op de markt, zoals slaolie, mayonaise en slasaus. Ca. 1946 H. Peeters wordt al eerste niet-familielid een plaats in de directie aan geboden, om te voorkomen dat hij een baan elders zou accepteren. Gelijk werd toen ook oudste zoon Ericus Gerhardus Duyvis (1917-) naast zijn vader in de directie opgenomen, zodat er nog altijd twee Duyvissen tegenover één buitenstaander zouden zijn 1957 in Frankrijk wordt het bedrijf Mayolande opgericht (merk Bénénuts). Het produceren en raffineren van de olie wordt steeds minder belangrijk. 1957 Teewis en zijn zonen richtten een administratiekantoor op om te voorkomen dat het aandelenkapitaal en de bijbehorende zeggenschap te veel verspreid zouden worden. 1958 Duyvis verkrijgt het predicaat Koninklijke. 1959 het bedrijf wordt beursgenoteerd onder de naam NV Koninklijke Fabrieken T. Duyvis Jz. 1961 het bedrijf begint met de productie en verkoop van zakjes pinda's en andere noten
15
1969 Duyvis wordt overgenomen door Akzo Consumer Products (ACP) en is familiebedrijf af 1983 Duyvis fuseert met Recter, een ander bedrijf van Akzo Consumenten Produkten. Omdat Duyvis nu
1987 ACP wordt door SaraLee/DE overgenomen. Dat is ook het tijdstip waarop de laatste Duyvis-directeur het bedrijf verlaat. 1991 Aan de Oostkant van Zaandam, vlak bij de Zaanse Schans wordt een moderne fabriek gebouwd,
1993 Duyvis krijgt een ISO-9002 erkenning, een standaard voor internationale kwaliteitsgarantie 1996 Duyvis koopt de merknaam borrelnootjes over van Calvé 2004 snacks en droge sausmixen. 2006 is het jaar dat Duyvis wordt overgenomen door frisdranken- en snackproducent PepsiCo. Hier voelt
16
De geschiedenis van de pinda In het begin van de 16e eeuw werd de pinda door Spaanse en Portugese ontdekkingsreizigers in Peru ontdekt. Deze pioniers besloten de pinda mee te nemen op hun verdere verkenningstochten. En zo werd de pinda geïmporteerd op de Filippijnen en de Molukse eilanden. Vandaar is de pinda verder verspreid over de Aziatische landen waaronder China, India en Japan. Weer andere ontdekkingsreizigers brachten de pinda's nog verder de wereld in, bijvoorbeeld naar West-Afrika. 3000 jaar oude pinda's
Het is bekend dat lang geleden Indianen in Zuid-Amerika al pinda's aten. Onderzoekers hebben in Peru graven van zo'n 3000 jaar oud ontdekt met pinda's. Die hadden de Indianen daar neergelegd als voedsel voor de goden.
Slavernij In de vroege koloniale tijd zijn de pinda's vanuit Afrika op een geheel andere manier overgebracht naar Noord-Amerika. Tijdens de slavenhandel werden vele slaven vanuit West-Afrika verscheept richting Amerika om te werken op de plantages. De slaven kregen aan boord als voedsel pinda's te eten, want pinda's waren goedkoop, hadden een hoge voedingswaarde en bedierven niet. Amerikaanse burgeroorlog In Amerika was de pinda aanvankelijk geen aantrekkelijk gewas voor de boeren, omdat het verbouwen van -intensief en ingewikkeld was. Pas na de Amerikaanse Burgeroorlog in 1885 begon de pinda populair te worden. Aan het einde van de 19e eeuw werd dan ook veel onderzoek verricht ter verbetering van de productietechnieken. Met als gevolg dat grote machines het vele werk vervingen dat vroeger handmatig moest worden gedaan. Dit maakte de pinda een commercieel aantrekkelijk product voor de boeren in Noord-Carolina, Georgia en Virginia.
Verenigde Staten
De pindaproductiestaten in de Vereingde Staten zijn op dit moment: Georgia, NoordCarolina, Alabama, Texas, Virginia en Oklahoma.
17
Pinda-export De belangrijkste exporterende landen zijn nu: India, Senegal, Malawi, Zuid-Afrika, Soedan, Verenigde Staten, Brazilië, Argentinië, Nigeria en China. De belangrijkste importerende landen zijn: Nederland, Engeland, Frankrijk en Duitsland. Klapperende olienoot
In de zeventiende eeuw kende iedereen in Europa de pinda. Uiteraard kreeg de pinda in Europa verschillende bijnamen waaronder klapperende olienoot, omdat je de zaden (pinda's) hoort klapperen als je met de doppen van de vrucht heen en weer schudt.
18
Productieproces van de pinda Hoewel iedere Nederlander weet hoe pinda's eruit zien èn smaken, is het minder bekend dat pinda's onder de grond groeien. De pinda wordt daarom ook wel 'grondnoot' (arachis hypogaea = noot onder de grond) genoemd. Maar in feite is de pinda - als populairste van alle noten - helemaal geen noot maar een peulvrucht. Want noten groeien aan bomen en niet, zoals de pinda's, aan een pindaplant onder de grond. De pindaplant is een struikachtige plant van ongeveer 50 centimeter hoog. De bloemen aan de pindaplant die slechts één dag bloeien, bevruchten zichzelf en verwelken nog dezelfde dag. Merkwaardig is dat uit de verwelkte bloem na ongeveer vier dagen een stengel (gynofoor) groeit, die naar beneden buigt en zich 5 centimeter in de grond boort. In de grond ontwikkelt zich een vrucht, die uiteindelijk uitgroeit tot een peul met zaden oftewel een dop met pinda's. Pinda of ...
Olienoot, grondnoot, aardnoot, apenoot, Curaçaose mangel of katjang zijn de verschillende benamingen voor de pinda.
Wat men zaait, zal men oogsten De pinda's die worden gebruikt voor het zaaien zijn van de allerbeste kwaliteit. Het groeiseizoen moet lang, warm en vochtig zijn, terwijl het oogstseizoen droog moet zijn. De tijd tussen zaaien en oogsten is ongeveer 150 dagen. Overigens kunnen pinda's niet jaren achtereen op dezelfde grond worden verbouwd. Daarom wordt een cyclus van katoen-koren-aardappels- pinda's aanbevolen. Op die manier worden er steeds andere voedingsstoffen aan de grond onttrokken, waardoor de grond vruchtbaar blijft voor de pindateelt. Pindateelt
Vooral de landen die tussen 40 graden noorderbreedte en 40 graden zuiderbreedte liggen, zijn geschikt voor de pinda-teelt. Het is er warm en er valt veel regen.
Als de pinda's rijp zijn, worden de pindaplanten gerooid en omgekeerd op het land neergelegd. De pindaplant blijft zo één à twee dagen liggen. Door de zon drogen de pinda's en loopt het vochtgehalte van 40% naar 15% terug. Hierdoor kunnen ze langer worden bewaard. Vervolgens begint de boer meestal mechanisch met het scheiden van de pinda's van de planten, het zogenaamde dorsen. De verzamelde pinda's worden dan nog een keer gedroogd, maar dit keer mechanisch. Het vochtgehalte van de pinda's loopt nu terug naar zo'n 10%.
19
De pindaboeren van Amerika De Verenigde Staten zijn met 10% van de wereldproductie de grootste exporteur van pinda's ter wereld. Zelf gebruiken de V.S. ongeveer de helft van hun productie. De rest gaat naar de landen van de EG (met Nederland en Engeland als grootste afnemers) en ook naar Canada en Japan. Doordat er in de V.S. zoveel onderzoek wordt verricht, heeft de Amerikaanse pinda een goede reputatie vanwege zijn constante kwaliteit. Vandaar dat het grootste gedeelte van de Duyvis-pinda's uit de V.S. wordt geïmporteerd. Duyvis heeft veel noten op zijn zang Bij Duyvis wordt de pinda letterlijk bij de wortels aangepakt. Duyvis heeft namelijk samen met het Amerikaanse Voedingsinstituut Jim Leeks Associates Inc. een kwaliteitsonderzoek- en methode ontwikkeld.
Het is niet alleen de smaak die pinda's overal ter wereld zo geliefd heeft gemaakt; het is ook het gezondheidsaspect waar de pinda bekend om is. Er is nauwelijks een rijkere bron denkbaar, aan koolhydraten, eiwitten, onverzadigde vetzuren, vitaminen en mineralen!
Vanaf het moment van planten hebben pinda's ongeveer 150 dagen nodig voor ze worden geoogst en aan Duyvis te koop worden aangeboden. In die periode zijn er drie cruciale momenten voor de kwaliteitscontrole. Het eerste moment is de selectie van het pindaveld, de samenstelling van de grond en het zaad, dat het meest geschikt is voor levering aan Duyvis. Het tweede moment is halverwege de groeiperiode wanneer de pindaplant bloemen en vruchten krijgt. En het derde moment is bij de oogst. Jim Leek: "Mijn mensen en ik zorgen er samen met Duyvis voor dat het product zoals het hier uit de grond komt precies is zoals we het willen hebben. Het is onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de consumenten een product krijgen dat niet alleen veilig is om te eten, maar dat er ook goed uitziet, goed smaakt en dat ze steeds opnieuw willen kopen. We zeggen nooit, het is gewoon een pinda. Nee, wij zeggen het is een kwaliteitspinda!" 300.000 spoorwagons vol pinda's
Over de gehele wereld 300.000 spoorwagons vol. Hiervan komt 300.000 ton binnen in Rotterdam waarvan een deel weer doorgaat naar de rest van Europa en 100.000 ton in Nederland verder wordt verwerkt.
20
De fabricage van de pinda De meeste pinda's worden in het land van herkomst mechanisch ontdopt. Verpakt in jute zakken van 50 kilo komen de ontdopte, ruwe pinda's aan bij de fabriek. Vervolgens worden de pinda's nogmaals ontdaan van steentjes, stukjes wortel en dergelijke. Daarna vindt een behandeling met warme lucht plaats. Hierdoor gaan de bruine vliesjes los zitten, zodat ze gemakkelijk kunnen worden weggezogen. Pas dan zijn de pinda's klaar voor de sorteerafdeling en een intensieve kwaliteitscontrole: met een elektronisch oog sorteert de machine iedere pinda één voor één op
Bij Duyvis zijn ze op de goede weg De goedgekeurde pinda's zullen afhankelijk van hun uiteindelijke bestemming verschillende wegen in het productieproces inslaan. Het overgrote deel van de pinda's wordt in olie goudglanzend gebakken. Na het bakken worden de pinda's gekoeld en eventueel gezouten. Hierdoor ontstaan de gezouten of ongezouten pinda's. Een ander gedeelte van de pinda's gaat in een heteluchtoven, waar ze zonder olie geroosterd worden. Na
gelijkend proces voordat ze worden gebakken. Na het zouten of kruiden zijn de lekker en enigszins krokante
bijzonder deeglaagje en het resultaat zijn de Knabbel-, Bros- en Borrelnootjes, met elke een eigen smaak en hardheid. De inmiddels zeer populaire Tijgernootjes worden zelfs voorzien van een uniek dubbel deeglaagje, waaraan deze nootjes hun bijzondere uiterlijk en dubbele smaak danken. Energiewaarde
Een hand pinda's bevat de energiewaarde van twee ons rundvlees of negen glazen melk. Noten, noten en nog eens noten Duyvis voert naast het brede assortiment pinda's ook geselecteerde noten, zoals cashewnoten, pistachenoten, gemengde noten, elitehaver en rookamandelen. Ruwe bolster, blanke pit
Noten kenmerken zich door hun harde bolster. Deze harde schil moet gekraakt worden voordat de noot - walnoot en hazelnoot - kan worden gegeten. Alleen direct na de oogst (vanaf eind oktober tot rond de kerst) zijn noten in de dop te vinden in de winkel.
21
Voedingswaarde Niet alleen de smaak maakt de pinda overal ter wereld zo geliefd. Ook het gezondheidsaspect maakt de pinda een populaire lekkernij. Er is nauwelijks een rijkere bron denkbaar aan koolhydraten, eiwitten, onverzadigde vetzuren, vitaminen en mineralen.
aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH). Voedingswaarde Energie
2610
% van de ADH
kJ
26
630
kcal
26
29
g
46
Koolhydraten
7
g
2
waarvan suiker
3
g
zetmeel
4
g
Vetten
54
g
62
9,3 g
34
Eiwitten
waarvan verzadigd e.o.v.
27,9
g
m.o.v.
16,7
g
Cholesterol
0
mg
Voedingsvezel
9,5
g
Natrium
0,4
g
Thiamine (vit B1)
0,3
mg
21
Riboflavine (vit B2)
0,06 mg
4
Niacine (vit B3)
16
32
mg
89
Pyridoxine (vit B6)
0,35 mg
17
Tocoferol (vit E)
5,4
mg
54
µg
26
Foliumzuur
52
22
Magnesium
191
mg
63
Fosfor
400
mg
50
Zink
3,0 mg
20
Ijzer
1,6 mg
11
Bron: analyse/NEVO/McCance &
23
6. Voorbereidingsles Kwaliteiten test Om de leerlingen voor te bereiden op het bezoek aan het Zaans Museum kunt u de leerlingen via internet hun eigen interesses, kwaliteiten en motivatie voor bepaalde beroepen testen. Bezoek het internetadres: https://www.werk.nl/werk_nl/werknemer/meer_weten/werk_zoeken/test_uw_kwaliteiten_en_interesses
Fabrieken aan de Zaan Via de website van het gemeentearchief Zaanstad kunt u een kaart met de fabrieken en ondernemingen aan de Zaan in 1946 bekijken. Laat de leerlingen uitzoeken welke producten in de Zaanstreek werden geproduceerd. Is dat vandaag de dag veel veranderd? Website: http://zaanstad.pictura-dp.nl/ Zoek op nummer: 53.00387
24