Dianet Directieverslag 2014
Vrijheid in beperking Wij van Dianet geloven dat iedereen zo zelfstandig mogelijk wil leven. Door oog en oor te hebben voor onze patiënten, kunnen wij hen zo breed mogelijk ondersteunen om de nierfunctievervangende therapieën in te passen in hun levensstijl. De vrijheidsbeperking door de behandelingen weegt zwaar voor patiënten, hun partner en omgeving. Onze drijfveer is om ons te verdiepen in dat wat de patiënt graag wil behouden om zo gezamenlijk tot een behandeling te komen die hiervoor de meeste ruimte biedt. Onze overtuiging is dat de patiënt de regie in eigen handen kan nemen, als wij helder communiceren over de medische, sociale en technische mogelijkheden. Met Dialyse à la Carte heeft de patiënt de maximale keuzevrijheid in behandelmethoden. De patiënten die wij thuis en in de ziekenhuizen begeleiden, vormen een belangrijke bron van inspiratie om steeds te blijven vernieuwen. Hiervoor moeten grenzen worden verlegd bij zorgverleners, zorgverzekeraars, politiek, leveranciers en natuurlijk ook bij onszelf. Wij dagen onszelf uit om open te staan voor alles dat de kwaliteit van leven voor onze patiënten verhoogt.
Dianet Directieverslag 2014
Dianet is verplicht als zorgaanbieder op grond van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) het jaardocument 2014, zoals vastgesteld door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), aan het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG) aan te leveren. De jaarrekening, accountantsverklaring en kwantitatieve/feitelijke gegevens zijn via de website www.jaarverslagenzorg.nl openbaar.
1. ALGEMENE INFORMATIE De doelstelling van de organisatie (missie statement)
MISSIE Dianet staat voor Dialyse à la Carte: optimale zorg, passend bij de levensstijl van onze patiënt. Dianet wil vanuit een op de patiënt gerichte benadering een optimale bijdrage leveren aan het bevorderen van de gezondheid ende kwaliteit van leven, passend bij de levensstijl van de nierpatiënt.
VISIE Dianet is het expertisecentrum voor nierfunctie vervangende therapieën. Door onze aandacht voor innovatie zijn wij in staat de dialysebehandelingen door te blijven ontwikkelen in het belang van de patiënt. Wij bieden alle dialysebehandelingen tegen concurrerende en kostendekkende prijzen aan.
KERNWAARDEN Dianet is een klantgerichte, transparante, toonaangevende, innovatieve en ondernemende zorginstelling met betrokken en integer personeel.
MEERJARENBELEID 2011-2015 In 2011 heeft de Raad van Toezicht (RvT) het masterplan 2011-2015 goedgekeurd. Dit plan geeft richting aan de activiteiten van Dianet voor de komende jaren en geeft concreet aan waar Dianet op 1 januari 2016 wil staan.
BELANGRIJKE ELEMENTEN VAN HET GEVOERDE BELEID 2
Dianet Directieverslag 2014
In 2014 heeft Dianet in het kader van de continuïteit zich gericht op toekomst van de organisatie. In maart heeft een bijeenkomst plaatsgevonden met alle belangrijke stakeholders uit de dialysewereld. Tijdens deze bijeenkomst heeft de voorzitter van de Raad van Bestuur van Dianet de visie op dialysezorg 2025 gepresenteerd. Deze visie zal samen met partners verder uitgewerkt gaan worden. Ook zal de visie de basis zijn voor de aanpassing van het meerjaren strategisch beleidsplan. Om onze ambities waar te kunnen maken, hebben we ons personeel nodig. Tenslotte maken mensen het verschil. Daarom gaan we verder met het afgelopen jaar gestarte project communicatie en gedrag. Het proces plan is opgesteld en na de zomer is de eerste fase van start gegaan. Dianet is van mening dat veel meer patiënten dan nu het geval is thuis kunnen dialyseren. Daarom is onze bedrijfsvoering gericht op groei in die behandelmethode. In de eerste helft van 2014 is het aantal patiënten minder toegenomen dan gepland. Het profiel van de thuispatiënten is gewijzigd. Het aandeel meerzorgpatiënten neemt toe. Hierdoor neemt de vraag aan inzet van verpleegkundigen ook toe Dit leverde problemen op door de beperkt beschikbaarheid van dialyseverpleegkundigen. We hebben ons aannamebeleid aangepast en werven nu verpleegkundigen, die door Dianet worden opgeleid om patiënten thuis te dialyseren. Begin 2015 zullen de eerste verpleegkundigen beginnen met deze opleiding. In oktober hebben we ons 2-jaarlijks symposium gehouden met de titel “Van droom naar werkelijkheid”. Dit sluit aan bij onze missie, visie om onze therapieën aan te passen aan de behoefte van onze patiënt. We gaan voor kwaliteit van leven. Wij zijn ons ervan bewust dat de zorg efficiënter en veilig moet gebeuren. Onze bedrijfsvoering is hierop gericht. In najaar 2014 is Dianet ook NEN 7510 gecertificeerd. Een groot risico blijft het contracteren door de zorgverzekeraars en de door hen vastgestelde tarieven. Als categoraal ziekenhuis zijn wij kwetsbaar. De contracten voor 2014 zijn dit jaar voor de zomer afgerond. KERNACTIVITEITEN De kernactiviteit van Dianet is het in de regio Utrecht en Amsterdam aanbieden van het totale scala aan nierfunctie vervangende behandelingen: van basiszorg tot intensieve zorg waaronder de actieve en passieve centrumhemodialyse (inclusief nachtelijke centrumhemodialyse), predialyse, kinderdialyse, ziekenhuisdialyse (klinische dialyse, acute dialyse en ferese) en thuisdialyse, zowel peritoneale dialyse als hemodialyse. Wij bieden verder landelijk thuishemodialyse inclusief nachtelijke thuishemodialyse met partner of solo aan, voor zowel Dianet-patiënten als patiënten van 45 contractziekenhuizen. DE INTERNE ORGANISATIE EN DE PERSONELE BEZETTTING Dianet is een platte organisatie met de zorgeenheid als kleinste organisatorische eenheid. De Raad van Bestuur (RvB) is integraal verantwoordelijk voor de organisatie. Bij afwezigheid wordt de RvB waargenomen door de directeur patiëntenzorg en/of de directeur financiën. Tegen de RvB aan functioneert een managementteam (MT) waarin alle disciplines zijn vertegenwoordigd. Het MT geeft de benodigde input zodat de RvB onderbouwd de juiste beslissingen kan nemen. Het MT als zodanig besluit niet; dat doet, bij uitsluiting van ieder ander, de RvB. In Utrecht is er één medisch manager verantwoordelijk voor de hemodialyse (HD), peritoneale dialyse (PD) en thuishemodialyse (THD). In Amsterdam is er één medisch manager voor HD en een medisch manager voor PD. Voor beide locaties is er één zorgmanager. Eén medisch specialist is samen met de zorgmanager, verantwoordelijk voor de integrale aansturing van de thuishemodialyse. De gemiddelde bezetting in 2014 was 245,7 fte.
3
Dianet Directieverslag 2014
RAAD VAN TOEZICHT (RvT) In 2014 zijn er zeven overlegvergaderingen geweest met de voorzitter RvB; één jaarlijks overleg met de Cliëntenraad (CR) en twee overleggen met de Ondernemingsraad (OR). Om contact te houden met de werkvloer heeft in één van de reguliere vergaderingen een overleg plaatsgevonden met het managementteam, een jaarlijks wederkerende activiteit. In de vergadering met de bestuurder is er afstemming geweest over strategische ontwikkelingen, strategische bedrijfsvoering én bedrijfsvoering waarbij financiële en ICT-aangelegenheden, duurzaam ondernemen en dergelijke aan de orde komen. Verder is er veel aandacht voor patiëntenzorg, waarbij de focus ligt op innovatie en kwaliteit en veiligheid. Eind december is de zittingstermijn van de voorzitter de heer drs. G.H.F. Boekhoff MSM (voorzitter) beëindigd. Via een search bureau is een nieuw bestuurslid geworven op bindende voordracht van de Cliëntenraad. Per 1 januari 2015 volgt de heer prof. dr. R.H.J.M. Gradus, nu bestuurslid, hem als voorzitter op. Per 1 januari 2015 is de heer drs. R. Schmidt als nieuw bestuurslid toegetreden. De drie grootste risico’s voor Dianet hebben in de reguliere vergaderingen permanente aandacht. In een extra vergadering zijn de kansen en bedreigingen van Dianet besproken en zijn de uitgangspunten voor de strategie van Dianet opnieuw vastgesteld. Daarnaast is het noodzakelijk, wil Dianet zich blijven onderscheiden van de concurrent te investeren in ICT ontwikkelingen. Daarom is besloten om in 2015 een dialysemodule te gaan bouwen, de dialyse machines thuis aan te sluiten en beeldbellen te faciliteren. De Raad van toezicht zal deze ontwikkeling op de voet volgen. Voor alles wat Dianet doet, is het uitgangspunt de behoefte van de patiënt.
ONDERNEMINGSRAAD (OR) Samenstelling Ondernemingsraad in 2014 Per 1 december 2013 ging er een nieuwe ondernemingsraad aan de slag. Een nieuwkomer was Erika Stuik. Door haar komst was de OR weer op volle sterkte van negen leden. In de loop van 2014 heeft Esther Oskam de plaats van Marlène Schipper overgenomen. Aan het eind van 2014 kreeg Esther een baan in het onderwijs was aangeboden. Zij blijft nog wel thuisdialyses voor Dianet uitvoeren, maar minder dan voorheen. Mede daardoor was het voor Esther niet mogelijk om OR-lid te blijven. In 2014 heeft de ondernemingsraad geadviseerd / instemming verleend aan:
adviesaanvraag wijziging managementstructuur Facilitaire Zaken
adviesaanvraag Plan van eisen nieuwe telefooncentrale
adviesaanvraag voordracht lid Raad van Toezicht
instemmingsaanvraag Meerjaren opleidingsbeleid 2014-2017 / opleidingsplan 2014
instemmingsaanvraag Beleid Voorbehouden en risicovolle handelingen
de instemmingsaanvraag Bedrijfsnoodplan Locatie AO1 en QO1 Amsterdam
instemmingsaanvraag Uitgifte beleid formulier E-token
Instemmingsaanvraag Strategisch Opleidingsplan Dianet 2014-2018 4
Dianet Directieverslag 2014
instemmingsaanvraag Bedrijfsnoodplan Amsterdam
instemmingsaanvraag Invoering gedeeltelijke meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden d.m.v. FiscFree
instemmingsaanvraag Asbestbeheerplan Locatie Utrecht Lunetten
instemmingsaanvraag Legionella beheersmaatregelen Locatie Utrecht en Amsterdam
instemmingsaanvraag Hoofdstuk 4 Beleid en Regelingenboek P&O, arbeidsomstandigheden.
De OR is akkoord gegaan met de aanschaf van de telefooncentrale, zonder dat hij daarvoor de vereiste adviesen instemmingsaanvragen (voor investering en eventuele gevolgen voor het personeel, zoals opnemen of registreren van gesprekken) of heeft verlangd.
CLIENTENRAAD (CR) De Cliëntenraad van Dianet (CR) is bedoeld om de rechten van cliënten te bewaken en hun belangen te behartigen. De CR bestaat uit leden die allen patiënt zijn, een onafhankelijke voorzitter en ondersteuning door een ambtelijk secretaris. In 2014 hebben een aantal leden afscheid genomen van de CR, waaronder de voorzitter. Gelukkig zijn nieuwe leden en een nieuwe voorzitter medio 2014 met veel inzet gestart om de belangen van de cliënten te behartigen. Voor het bestuur van Dianet is de CR gesprekspartner geweest op diverse gebieden, o.a. de nieuwbouw, taxivervoer maar ook zorginhoudelijke onderwerpen als aanprikbeleid en hygiëne. De CR heeft in 2014 deelgenomen aan de selectiegesprekken voor een nieuw lid van de Raad van Toezicht. Eind van het jaar is het nieuwe lid, dat specifiek de cliëntenpositie in portefeuille heeft, geïnstalleerd. Vanwege het belang voor de cliënt van een optimale dienstverlening heeft de CR in de tweede helft van het jaar een aantal gebieden benoemd waar specifieke aandacht aan besteed is: -
Communicatie Nieuwbouw Kwaliteit en Veiligheid Bedrijfsvoering & Organisatie
PRODUCTIE De productie van de hemodialyse is ten opzichte van 2013 gegroeid, de productie van de peritoneale dialyse is daarentegen gedaald. Voor het geheel is de productie in 2014 onder de planning gebleven. Het aantal zorgproducten op het centrum is ten opzichte van 2013 met 3% gestegen. Thuishemodialyse heeft een stijging van 3%, die grotendeels is toe te rekenen is aan het zorgproduct van 1 t/m 3 dialyses in de week.
5
Dianet Directieverslag 2014
De productie van peritoneale dialyse is ten opzichte van 2013 gedaald met 11%. Sinds 1 januari 2012 worden alle dialysebehandelingen via de zogeheten landelijke Grouper afgeleid tot (week)zorgproducten. Deze producten worden gefactureerd aan de desbetreffende zorgverzekeraars. Hierbij wordt er voor de hemodialyse een onderscheid gemaakt in weekfrequentie, zoals te zien is in onderstaande tabel. Tabel : zorgproductie 2014
zorgproduct overzicht plan vs. realisatie 2014 centrumhemodialyse CHD 1-3 CHD 4-5 CHD 6-7 totaal CHD thuishemodialyse THD 1-3 THD 4-5 THD 6-7 totaal THD peritoneale dialyse CAPD CCPD totaal PD totaal Zorgproducten
20132014 2013 2014 plan realisatie verschil realisatie verschil 10.316 1.516 96 11.928
10.350 1.429 109 11.888
0% -6% 14% 0%
10.319 1.172 96 11.587
0% 22% 14% 3%
3.978 3.978 884 8.840
2.927 3.537 1.123 7.587
-26% -11% 27% -14%
2.571 3.756 1.071 7.398
14% -6% 5% 3%
1.418 1.933 3.351 24.119
1.350 1.782 3.132 22.607
-5% -8% -7% -6%
1.485 2.033 3.518 22.503
-9% -12% -11% 0%
In 2014 zit de centrumhemodialyse met 0% gelijk aan de planning. Thuishemodialyse zit met minder dan 14% onder de planning en peritoneale dialyse 7% onder de planning.
2. KWALITEIT EN VEILIGHEID Het Kwaliteitsmanagementsysteem van Dianet is beschreven in het Kwaliteitshandboek Dianet. Het is gecertificeerd volgens het HKZ- certificatieschema Dialysecentrum, de Visitatiestellingen en het Veiligheidsmanagementsysteem NTA-8009. In 2014 werden hieraan ook de ISMS NEN 7510 en het Convenant veilige toepassing medische technologie toegevoegd. 2.1 ALGEMEEN KWALITEITS- en VEILIGHEIDSBELEID HKZ en Veiligheidsmanagement NTA 8009 Tussentijdse surveillancebezoeken door Lloyds en Diavisie toonden bestendiging van beide certificaten met als belangrijkste opmerkingen dat het systeem van MIP meldingen niet goed functioneert. Het afhandelen van de MIP meldingen is onvoldoende zichtbaar. Naar aanleiding hiervan werd in 2014 de basis gelegd voor een nieuwe structuur met decentrale VIM commissies naast de al bestaande (centrale) MIP. Informatiebeveiliging (NEN 7510) In februari 2014 werd het certificaat behaald. Convenant Medische Technologie Het Convenant Medische Technologie is uitgewerkt en sinds 1 juli ingebed in het Kwaliteitsmanagementsysteem.
6
Dianet Directieverslag 2014
2.2 DIANETBREDE MANAGEMENTREVIEWS Ook in 2014 werden twee Dianetbrede managementreviews gehouden, waarbij steeds beter gebruik gemaakt kan worden van de al beschikbare informatie in het managementinformatiesysteem. Deze managementreviews gaven een totaalbeeld op hoofdlijnen van de actuele status van lopende taken van de organisatie. 2.3 INTERNE AUDITS In 2014 werden 30 interne audits en 2 veiligheidsrondes gehouden ter bestendiging van de HKZ, NTA 8009 en NEN7510 normen. 2.4 PATIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK Dit jaar werd weer Dianetbreed de NVN-enquête gehouden. Naar aanleiding hiervan werden op lokaal niveau verbetervoorstellen geformuleerd. 2.5 PROSPECTIEVE RISICO-INVENTARISATIE (PRI) In 2014 werden 12 PRIs uitgevoerd. Onder andere werd het proces Ferese werd geïnventariseerd. De belangrijkste risico’s uit het fereseproces liggen in de rapportage in verschillende digitale systemen van AMC en Dianet, de onduidelijkheid van het hoofdbehandelaarschap en de waarneming. 2.6 MIP COMMISSIE De MIP-commissie behandelt incidenten in de patiëntenzorg op de locaties Amsterdam A01 en Q01, Utrecht Diaconessenhuis, Lunetten, CAPD en thuishemodialyse. In 2014 hebben een aantal wisselingen in de commissie plaatsgevonden. Eind december 2014 bestond de commissie uit 1 nefroloog (tevens voorzitter), 2 verpleegkundigen ( beide ook senior verpleegkundigen kwaliteit), 1 verpleegkundig dialyseassistent, 1 maatschappelijk werker, 1 teamleider en een secretaris. De samenstelling is een weerspiegeling van de locaties in Amsterdam en Utrecht. De bestaande werkwijze van de MIP commissie functioneerde niet meer naar behoren (minor bij HKZ-audit). Hierbij speelden een aantal factoren:
Geen meldsysteem ter ondersteuning , uitwerken , rapporteren, analyseren van de meldingen. Alleen een Excel bestand voor invoer van de meldingen. Dit betekende veel handmatig werk voor de ambtelijk secretaris en de voorzitter.
Centrale organisatie van meldingen was bureaucratisch
Onvoldoende Fte beschikbaar ( m.n. vanuit de verpleging) zowel voor voorbereiden/bezoek vergaderingen als voor het maken van retrospectieve risico analyse (RRA). In 2014 werd in een kleine commissie gewerkt aan een nieuwe structuur “MIP nieuwe stijl". De commissie bestond uit D.Struijk, nefroloog/directeur patiëntenzorg, A.Nauta, kwaliteitsfunctionaris, R.Postma en I.Keur (MIP leden). Er werd gekozen voor een nieuwe werkmethode:
Decentraal melden en uitwerken: VIM commissie. 3 commissies: Amsterdam, Utrecht en thuis dialyse
Overkoepelende MIP commissie
Een sterk verbeterd Excel bestand met meer mogelijkheden voor analyse/inzicht, rapportages etc.
Het nieuwe MIP regelement/ werkmethode is goedgekeurd door de RvB en het management team. Met ingang van 2015 is de oude MIP commissie opgeheven en zijn de nieuwe VIM commissies en MIP commissie geïnstalleerd en aan het werk gegaan.
7
Dianet Directieverslag 2014
De commissie kwam in 2013 9 maal bijeen. In januari 2015 zijn de meldingen van oktober, november en december besproken ( in najaar 2014 is de MIP niet bij elkaar geweest wegens tekort aan deelnemers). In totaal zijn er 215 MIP meldingen ontvangen. Een forse toename t.o.v. 2013 (167 meldingen) De inhoud is als volgt te rubriceren: Tabel : MIP meldingen 2015
MIP meldingen
Aantal
Melding bevat onvoldoende informatie om te rubriceren
2
Vallen
2
Voorschrijffouten (menselijk handelen door artsen)
6
Bereiden\ afleveren
6
Geneesmiddelen toediening fouten, vergeten etc.
41
Niet goed instellen/omgaan met toedieningsapparatuur (geneesmiddelen)
1
Problemen met materialen, apparatuur etc.
19
Door patiënt aan zichzelf of medepatiënten toegebrachte schade
4
Oneigenlijke melding: potentieel onveilige situatie voor medeweker/bezoeker
1
Overige incidenten menselijk handelen niet arts/verpleegkundige
4
Incidenten menselijk handelen verpleegkundige
78
Incidenten menselijk handelen arts ( inclusief calculated risk)
2
Defecte communicatie apparatuur
2
Communicatie/organisatie
40
Prikaccident
7
Totaal
215
Bij de indeling van deze tabel is de rubricering FOBOcommissie AMC gebruikt.
De MIP meldingen worden ook gecategoriseerd conform het MIP reglement variërend van categorie 1 (geen gevolgen voor de patiënt) t/m categorie 6 (overlijden van de patiënt als gevolg van het incident). Tabel : MIP meldingen en categorieën
MIP meldingen gerubriceerd in categorieën
Aantal
1
71
2
126
3
18
4
0
5
0
6
0
Missing (onvoldoende gegevens)
1
Totaal
215
In 2014 zijn er geen meldingen geweest in categorie 4-6. Tabel : Relatie categorieën en aard MIP meldingen
Aard van de melding per categorie
I
II
III
Rest
6
9
3
Voorschrijffouten (arts)
4
Bereiden/afleveren
4
2
Geneesmiddelen toedieningfouten, vergeten etc.
5
31
8
5
Dianet Directieverslag 2014
Problemen met materialen, apparatuur etc.
6
10
3
Incidenten menselijk handelen verpleegkundige
21
55
2
Communicatie/organisatie
22
13
5
Prikaccident
7
missing
2
Totaal
71
126
18
De trend in deze tabel is dat geneesmiddelen meldingen in categorie II en III staan, het percentage meldingen in incidenten menselijk handelen m.n. in categorie I en II staan. Prikaccidenten zijn alleen categorie I accidenten. De overige incidenten zijn min of meer gelijk verdeeld over de 3 categorieën Elke MIP meldingen van categorie 4,5,6 dient retrospectief geanalyseerd ( RRA) te worden. Categorie 1,2,3 worden alleen gerubriceerd. Indien de commissie een trend meent te herkennen in het voorkomen van bepaalde accidenten, dan zal de commissie een RRA doen van deze accidenten. In 2014 vonden er 3 RRA’s plaats. RRA 001: niet correcte dosering fraxiparine RRA 002: Aranesp toediening in thuissituatie, nog niet afgerond RRA 003: levering vanuit magazijn naar THD patiënten, nog niet afgerond Het verslag van de RRA met advies werd naar directeur patiënten zorg gezonden. Tabel: MIP meldingen per locatie
Uitsplitsing naar locatie:
Aantal
Locatie Amsterdam Q01
27
Locatie Amsterdam A01
34
Locatie Utrecht-Lunetten
68
Locatie Utrecht-Diakonessenhuis
16
Thuishemodialyse
70
De laatste 2 jaar is er een duidelijk toename van het aantal meldingen uit Lunetten en thuis dialyse, daartegenover staat een duidelijke afname van het aantal meldingen uit Amsterdam, zowel van A01 als Q01. (2013) c.q. gelijk blijvend aantal in 2014 (t.o.v. 2013). In 2014 werd er ook gekeken in hoeverre de dubbel check DC ( vergeten, te laat dan wel niet goed gedaan) een rol speelde bij de incidenten. Tabel: MIP meldingen en dubbelcheck per locatie
Aantal meldingen locatie
Dubbelcheck probleem
A01
34
3
Q01
27
3
Lunetten
68
17
Diak
16
1
THD
70
3
Totaal
215
27
9
Dianet Directieverslag 2014
Mogelijk zijn er meer problemen met de dubbel check op locatie Lunetten t.o.v. de andere locaties. Een trendanalyse dan wel RRA zou gedaan kunnen worden in 2015. Het aantal DC problemen is bij de THD laag. Binnen de commissie is gediscussieerd over de rol van de VDA-er bij thuisdialyse patiënten en in het bijzonder de actieve, zelfredzame patiënt in het kader van de dubbelcheck ( bv bij aansluiten, bij controle bestelling etc.). Deze discussie is niet afgerond, maar zal voorgezet dienen te worden bij de THD zelf.
2.7 KWALITEIT VAN ZORG: PRESTATIE-INDICATOREN Ook dit jaar wordt een Dianetbreed overzicht gegeven van een selectie uit de (interne) prestatie-indicatoren die door de beroepsgroep NfN als benchmark zijn gedefinieerd. Kt/V
Er zijn landelijke richtlijnen van de NfN ten aanzien van de effectiviteit van de dialysebehandeling, waarbij de Kt/V de belangrijkste overall parameter is. Deze dient ten minste 3,6 per week te bedragen voor hemodialysepatiënten zonder restfunctie. Bij peritoneale dialyse dient deze hoger dan 1,7 te zijn. Anemie In 2014 is deze richtlijn aangepast en worden er geen targetwaarden meer geadviseerd. De huidige rapportage is nog gebaseerd op de oude NfN richtlijn met als targetwaarde voor het Hb 6,8 mmol/l. Tijdelijk gestopt wordt bij > 8,0 mmol/l. De maximumdosis EPO die wordt gegeven, bedraagt 150 microgram per week intraveneus. PTH Het PTH dient te liggen tussen 1 tot 9 maal de normaalwaarde. Shuntocclusies Goede shuntzorg, onder andere door regelmatige shuntflowmetingen en vroege interventies door de chirurg en radioloog, heeft invloed op het aantal shuntproblemen. Volgens de richtlijn van de NfN mag het aantal shuntocclusies bij hemodialysepatiënten niet meer dan 0,5 events per patiëntjaar bedragen. Tabel: Resultaten NfN indicatoren 2014
KT/V HD >3,6 PD >1,7
Locatie
%**
Hb > 6,8 mmol/l
PTH Binnen 1-9 keer de norm
%
%
Shuntocclusie < 0,5 per patiënt/ jaar
Aantal patiënten*
Mortaliteit
%
Transplantatie
%
AMSTERDAM CHD PD
85
66
71
65
41
52
83
73
74
0.05
145
6
11
31
3
16
0.1
97
8
8
0.2
24
13
4
10
10
0
UTRECHT CHD THD PD
2.7 100 64
* grondslag is het aantal patiënten op 1-1-2014 plus de instroom in 2014, tenminste 3 maanden in behandeling in 2014 0.1voldoet aan de grenzen van de door de NfN gestelde waarden ** Percentage patiënten dat 97 8/97 8.3% 8/97 8.3%
10
Dianet Directieverslag 2014
AANVULLENDE INDICATOREN BIJ PERITONEALE DIALYSE Peritonitisincidentie
Het aantal peritonitisepisodes mag niet meer bedragen dan 1 per 18 maanden (< 0,67). Techniekfalen CPD
Na 1 jaar mag het percentage techniekfalen (definitief staken van de CPD) niet meer bedragen dan 10%. Tabel: Peritonitisincidentie en techniekfalen 2014
AMSTERDAM UTRECHT
Peritonitisincidentie Norm < 0,67
Techniekfalen Norm < 10% na 1 jaar
2014
2014
0,50 0,55
15 0
2.8 KLACHTEN In de factsheet van Dianet: “Rechten van de patient” staat uitgelegd wat de rechten van de patiënt zijn, de WGBO, informatie over de Cliëntenraad en het Klachtrecht. Deze brochure wordt bij de start van een nieuwe patiënt bij Dianet aan hen verstrekt. De patiënt bepaalt waar, en bij wie hij zijn klacht wil indienen. Het heeft de voorkeur dat hij het met de betreffende medewerker zelf bespreekt, zodat het naar wederzijdse tevredenheid verholpen kan worden. Als dit niet naar tevredenheid kan worden opgelost, kan een volgende stap zijn om het met de desbetreffende leidinggevende te bespreken. De patiënt kan de klacht ook indienen bij de klachtenfunctionaris die voor Dianet is aangesteld. De patiënten die op het dialysecentrum dialyseren, vinden daar het Klachtenformulier bij de servicedesks. De thuis patiënten hebben het Klachtenformulier in hun zorgdossier. Bij een ingediende klacht door een thuis patiënt, wordt er tegelijk met de ontvangstbevestiging van de klacht een nieuw Klachtenformulier meegestuurd. Verder is het Klachtenformulier ook te downloaden van de website van Dianet. In 2014 zijn 51 klachten door patiënten bij de klachtenfunctionaris ingediend. Wat opvalt, is dat de helft van alle klachten, van de thuis patiënten zijn. 10 van deze klachten waren op het gebied van “Deskundigheid”, zo geformuleerd vanuit het Basis Service Concept. Deze klachten gingen over de invoering van de nieuwe smartbags. Het wijzigen of invoeren van nieuwe materialen vraagt extra zorg en aandacht van de organisatie richting patiënt. Naar aanleiding van de verschillende klachten is er door de werkgroep ‘Introductie Smartbags en bicarbonaat” een vraag-en antwoordbrief naar alle regio-coördinatoren en VDA’s gegaan. Zodat zij de thuis patiënten van informatie en uitleg kunnen dienen. Rondom het thema “Gastvrijheid” waren klachten over o.a. niet werkende tv’s of ontbrekende, goed werkende afstandsbedieningen in het AMC en Lunetten. De voorzieningen voor patiënten tijdens de lange dialysetijd zijn
11
Dianet Directieverslag 2014
erg belangrijk. Er zijn nieuwe afstandsbedieningen aangeschaft. Verder wordt er op dit moment nagedacht om elke patiënt zijn eigen afstandsbediening te geven.
3. INFORMATIE OVER ONDERZOEK EN ONTWIKKELING LOPENDE ONDERZOEKEN:
NocTx Dit is een vergelijkend onderzoek bij niertransplantatie-, hemo (nachtelijk en conventioneel)- en peritoneale dialysepatiënten die gedurende 3 jaar worden gevolgd op progressie van de calcificatie van coronair vaten. Dit onderzoek loopt sinds 2009, maar de inclusie van patiënten verloopt traag en is nog niet gestopt. Drooggewicht meten m.b.v. BCM Deze gerandomiseerde studie naar het nut van het meten van het drooggewicht met behulp van een Body Composition Monitor loopt nu sinds eind 2011. De patiënten worden in deze studie 2 jaar vervolgd. In Amsterdam waren per 31-12-2013 57 hemodialyse en 22 peritoneale dialysepatiënten geïncludeerd. Op deze locatie is de inclusie gestopt. De locaties in Utrecht zijn in 2014 gestart met de inclusie van hemodialyse en peritoneale dialysepatiënten. Peritonitis Preventie Studie Dit is een Europese gerandomiseerde studie naar het nut van intensievere aandacht voor aspecten rond buikvliesontsteking. Dianet coördineert de Nederlandse deelname aan deze studie. Deze studie startte in 2010 en beoogde 750 patiënten te includeren. De inclusie is 31-12-14 gestopt. In totaal zijn er in Amsterdam 13 patiënten ingestroomd. Ouderenzorg In 2014 werd gestart met de GOUD studie. Dit onderzoek richt zich op de Geriatrisch Assessment bij Ouderen startend met dialyse. In dit onderzoeksvoorstel wordt onderzocht of er een meetinstrument ontwikkeld kan worden dat bruikbaar is om objectief vast te stellen of een beschikbare behandeling (nierfunctie vervangende therapie – dialyse) voor individuele (zeer) oude patiënten een gunstig resultaat zal hebben. Contrast II studie Dit is een in 2013 gestarte Nederlandse vervolgstudie op Contrast I naar de haalbaarheid van hemodiafiltratie met een hoog filtratievolume. De inclusie hiervoor loopt nog en de bedoeling is 10-20 patiënten in deze drie maanden durende studie in Amsterdam te includeren.
4. FINANCIELE INFORMATIE De jaarrekening van Dianet 2014 met uitgebreide informatie over het verslagjaar is beschikbaar op de site van www.jaarverslagenzorg.nl. 4.1 JAARRESULTAAT Het eigen vermogen van Dianet is toegenomen. Het jaar is geëindigd met een positief resultaat van € 4.157.972. Dit is € 3.778.302 hoger dan het resultaat van vorig jaar. Dit komt door de verrekening van de vordering van de NZa voor het schaduwbudget van 2012. Hiertegen was een bezwaar ingediend, dat in 2014 grotendeels is toegewezen. 12
Dianet Directieverslag 2014
Tabel: Resultaat 2014
Resultaat (X € 1000) Jaarrekening Bijzondere posten Bijzondere waardevermindering Aanpassing transitiebedragen Voorziening debiteuren Dotatie voorzieningen Genormaliseerd
2014 4.158
2013 380
300 -2123 890 240 -693 3.465
405 2820 544 3.769 4.149
Het genormaliseerde resultaat 2014 is lager € 684.000 (16%) lager dan in 2013. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de voorziening debiteuren die gevormd is voor de mogelijk oninbare tegemoetkomingskosten bij de zorgverzekeraars. Het resultaat van dit jaar is voor deel bestemd voor strategische investering in Ehealth en voor een deel bestemd voor benodigde investering nieuwbouw in Diakonessenhuis en AMC. Naast een kleine toevoeging aan de bestemmingsreserve jubileumfeest is het overige toegevoegd aan de algemene reserves. Tabel: Verdeling resultaat 2015
Het resultaat is als volgt verdeeld:
2014 €
Toevoeging/(onttrekking): Algemene reserve Bestemmingsreserve strategie Bestemmingsreserve jubileumfeest Bestemmingsreserve gebouwgebonden installaties Diak. Bestemmingsreserve inrichting Diakonessenhuis / AMC Resultaat 2014
1.127.972 1.400.000 30.000 800.000 800.000 4.157.972
4.2 SECTORONTWIKKELINGEN OMZETVERANTWOORDING MEDISCH SPECIALISTISCHE ZORG 2012-2015 De landelijke onzekerheden waarmee instellingen voor medisch specialistische zorg (ziekenhuizen, UMC’s en ZBC’s) tot en met 2013 geconfronteerd werden in de omzetverantwoording zijn in 2014 aanzienlijk afgenomen met de vaststelling van:
de uitkomst van het aanvullend omzetonderzoek 2012-2013 van Dianet door de expertcommissie van zorgverzekeraars; en
de transitiebedragen 2012 en 2013 door de NZa.
De resterende onzekerheid in de omzetverantwoording 2014 van Dianet betreft voornamelijk schattingsposten met betrekking tot:
in 2014 gesloten DBC’s, geopend in 2013 die buiten de scope van het aanvullend omzetonderzoek 2012-2013 vielen;
in 2014 geopende DBC-zorgproducten;
de afwikkeling van het FB-systeem in de loop van 2015.
13
Dianet Directieverslag 2014
De schattingsposten hebben betrekking op de bepaling van financiële impact van de onrechtmatigheden over 2014, de impact op de omzetverantwoording en de toerekening aan boekjaren. Daarnaast is rondom een aantal onderwerpen nog sprake van interpretatieruimte in de registratievoorschriften. Bij de omzetbepaling van de DBC zorgproducten en overige zorgproducten, alsmede de opbrengsten uit hoofde van transitieregelingen en honoraria medisch specialisten heeft Dianet de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gehanteerd zoals opgenomen in de jaarrekening 2014. Hierbij is de “Handreiking Omzetverantwoording MSZ 2014” gevolgd, die door het Bestuurlijk Overleg onder voorzitterschap van het Ministerie van VWS is vastgesteld. Oorzaken onzekerheden omzetverantwoording De onzekerheden zijn in 2012 ontstaan door gelijktijdige invoering van prestatiebekostiging in combinatie met een transitiemodel, wijzigingen in de DOT-productstructuur en nieuwe wijzen van contracteren met zorgverzekeraars. Diverse van de in 2012 en 2013 gesignaleerde problemen inzake de omzetverantwoording golden in 2014 nog steeds en werken door in de verantwoording en in de interne controle over 2014. Open registratie- en declaratienormen zijn na afloop van het boekjaar 2013 nader geduid door de regelgever (laatstelijk in augustus 2014). Daarnaast zijn formele en materiële controles door de zorgverzekeraars geïntensiveerd.
Achtergrond landelijk herstelplan en stand van zaken herstelplan Voornoemde problematiek heeft geleid tot een landelijk herstelplan medio 2014 voor de ziekenhuizen zoals vastgesteld door de Minister van VWS. Kern van het herstelplan was: Verduidelijking van normen door de NZa (medio 2014); Een landelijk aanvullend omzetonderzoek over de jaren 2012 en 2013 en vaststelling door een expertgroep van zorgverzekeraars (ultimo 2014); Het definitief afwikkelen van materiële controles tot en met 2011 in 2014 door zorgverzekeraars; Definitieve vaststelling van het eerder onzekere transitiebedrag door de NZa (ultimo 2014); Door vaststelling van de uitkomsten van het herstelplan heeft Dianet duidelijkheid verkregen over de rechtmatigheidsaspecten en (resterende) onzekerheden hierin over de DBC-zorgproducten zoals die zijn afgesloten en gefactureerd in de jaren tot en met 2013. Met de vaststelling van het definitieve transitiebedrag 2012 en 2013 door de NZa d.d. 25 november 2014 heeft Dianet zekerheid gekregen over desbetreffende balanspost. Verschillen ten opzichte van eerdere inschattingen zijn als nagekomen baten en lasten uit het zelfonderzoek 2012-2013 en de definitief vastgestelde transitiebedragen verwerkt in de jaarrekening 2014. De onzekerheden die in de jaarrekening 2014 resteren zijn door het afsluiten van de oude jaren dan ook kleiner dan de onzekerheden in voorgaande jaren en betreffen: 1. Definitieve afwikkeling zelfonderzoek 2012/2013 met de zorgverzekeraars; 2. Rechtmatigheidscontroles MSZ 2014; 3.Toerekening van de contractafspraken met de zorgverzekeraars op schadejaar aan het boekjaar; 4. Afwikkeling FB tot en met 2011; 5. Macrobeheersinstrument. Deze issues zijn (inclusief de afwikkeling hiervan) hierna toegelicht voor Dianet: 1. Definitieve afwikkeling zelfonderzoek 2012/2013 met de zorgverzekeraars Dianet heeft de onderhandelingen met de zorgverzekeraars over de finale verrekening van het goedgekeurde rapportageformulier aanvullend omzetonderzoek 2012-2013 afgerond, bevestigd door de expertgroep d.d. 30
14
Dianet Directieverslag 2014
oktober 2015. De uitkomsten van de onderhandelingen hierover met de zorgverzekeraars zijn verwerkt in deze jaarrekening. Dianet mag er, behoudens vermoedens van fraude, die Dianet niet heeft, op grond van de brief van de Minister van VWS van 22 mei 2014 dan ook op vertrouwen dat de jaren 2013 en eerder hiermee definitief afgesloten zijn. 2. Rechtmatigheidscontroles MSZ 2014 De NFU, NVZ en ZN hebben eind maart 2015 een Handreiking rechtmatigheidscontroles MSZ 2014 gepubliceerd. De NZa heeft bevestigd dat deze handreiking in overeenstemming is met publiekrechtelijke regelgeving. Naar analogie van het onderzoek over 2012/2013 kunnen instellingen zelf rechtmatigheidscontroles uitvoeren op in 2014 gesloten DBC’s en overige zorgproducten. Deze rechtmatigheidscontroles worden beoordeeld door de representerende zorgverzekeraars. Op basis van dit oordeel zal zullen alle verzekeraars gezamenlijk over de rechtmatigheid van de facturatie 2014 concluderen. Dianet heeft op basis van deze handreiking een onderzoek inzake 2014 uitgevoerd. De voorlopige uitkomsten zijn betrokken bij het opstellen van deze jaarrekening en het inschatten van de risico’s die voortvloeien uit geconstateerde onjuiste registraties en/of declaraties, rekening houdende met de contractafspraken met zorgverzekeraars. Naar verwachting zal Dianet de definitieve rapportage vóór 30 juni 2015 aan de representerende zorgverzekeraars aanleveren en volgt voor eind oktober 2015 uitsluitsel over dit onderzoek. Dit zal naar verwachting van de raad van bestuur van Dianet niet leiden tot nagekomen baten of lasten. 3. Toerekening van de contractafspraken met de zorgverzekeraars op schadejaar aan het boekjaar
heeft met de zorgverzekeraars voor 2014 schadelastafspraken op basis van aanneemsommen respectievelijk plafondafspraken gemaakt <specifiek maken>. Toerekening van de schadelastafspraken aan het boekjaar 2014 heeft plaatsgevonden op basis van een beste schatting van het voortgangspercentage ultimo 2014 in lijn met de Handreiking omzetverantwoording en rekening houdend met de verwachte effecten van het zelfonderzoek. Deze correcties zijn conform de Handreiking omzetverantwoording op de omzet 2014 in mindering gebracht en verwerkt in de voorziening op het onderhanden werk ultimo 2014. De uiteindelijke uitkomsten zullen later blijken uit de afrekeningen met zorgverzekeraars. In deze jaarrekening is de beste inschatting van het financieel effect op de omzet en daarmee samenhangende posten verwerkt. 4. Afwikkeling FB tot en met 2011 De NZa heeft met circulaire d.d. 4 juli 2014 de uitgangspunten voor finale afwikkeling FB kenbaar gemaakt zoals deze in overleg met de veldpartijen tot stand zijn gekomen. Tot op heden heeft nog geen verdere informatieverstrekking plaatsgevonden, anders dan dat over verdere procedures in de sector een convenant is gesloten tussen de koepels ZN, NVZ en NFU. Dianet heeft de jaren tot en met 2011 afgerekend, exclusief de effecten van materiële controles, welke in 2014 zijn afgerond en exclusief nagekomen mutaties rekenstaat. De onzekerheid over de uitkomsten van de afwikkelingsprocedure blijft bestaan, zolang er geen sprake is van overeenstemming over de positie tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars en waar dus historische verschillen onopgelost zijn. Daarmee is sprake van onzekerheden over de juistheid en volledigheid van de opgenomen positie ultimo 2014 zoals opgenomen in de positie nog in tarieven te verrekenen bedragen in de balans. Dianet heeft een voorziening opgenomen voor de openstaande posten. 5. Macrobeheersinstrument Uit de berekeningen van het ministerie van VWS blijkt een overschrijding van EUR 242 miljoen voor 2013 en voor 2014 is de overschrijding nog niet bekend. De minister neemt uiterlijk 1 mei 2016 een besluit of de handhaving van het MBI-omzetplafond 2013 wordt ingezet of dat er alternatieven zijn om de overschrijding 2013 te redresseren. Bij opmaak van de jaarrekening is daarom niet betrouwbaar te schatten wat het effect gaat zijn van het macrobeheersinstrument voor 2013 en 2014 in latere jaren. Voor verdere toelichting rondom dit risico wordt verwezen de jaarrekening naar paragraaf 11 Inzake niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. 4.3. FINANCIËLE CONTINUÏTEIT Ontwikkeling vermogen De ontwikkeling wordt als volgt tot uitdrukking gebracht:
15
Dianet Directieverslag 2014
Tabel: Ontwikkeling vermogen 2008-2014
x € 1.000 Eigen vermogen (EV) Balans totaal (BT) Totale opbrengsten (TO)
2014 15.019 26.792 36.570
2013 10.861 25.125 30.504
2012 10.481 22.270 32.114
2011 8.579 20.369 29.942
2010 8.183 18.075 30.238
2009 7.288 17.466 32.747
2008 3.155 17.203 29.346
In kengetallen: Vermogensratio (EV/TO) Sovabiliteitsratio (EV/BT)
41,1% 56,1%
35,6% 43,2%
32,6% 47,1%
28,7% 42,1%
27,1% 45,3%
22,3% 41,7%
10,8% 18,3%
Het eigen vermogen heeft zich opnieuw positief ontwikkeld; eind 2014 heeft Dianet een eigen vermogen van € 15.019.041 en bedraagt de vermogensratio 41,1%. Het eigen vermogen van Dianet lijkt erg hoog, echter niets is minder waar. De externe ontwikkelingen, zoals de invoering van de prestatiebekostiging, de toenemende concurrentie, veranderingen in de markt en het profiel van Dianet vereisen een vermogensratio van minimaal 30% om de continuïteit van de organisatie in de toekomst te kunnen waarborgen. Hoe het ook zij, meer dan ooit gaat het erom de eigen bedrijfsvoering en de daarmee verbonden kostenbeheersing op orde te hebben en alert in te spelen op voorkomende ontwikkelingen. Kern hiervan is het streven naar een optimale inzet van mensen en middelen in relatie tot een goede kwaliteit van de aangeboden zorg aan de patiënten. De resultatenontwikkeling toont dat de stroomlijning van de bedrijfsvoering haar succes heeft. Het kostenbewustzijn is in de gehele organisatie toegenomen, waarbij de aandacht voor kwaliteit en innovatie is gehandhaafd. In 2015 zal geïnvesteerd worden in strategische zaken zoals ICT, waarmee Dianet haar concurrentievoordeel wil handhaven. Wat ook in 2014 van belang is geweest en blijft is een goede relatie met alle belangengroepen van Dianet zoals de zorgverzekeraars, de NZa, NfN, VWS en de huisbankier. Werkkapitaalbeheer Met werkkapitaal wordt geduid op het saldo van de vlottende activa en de kortlopende schulden. De ontwikkeling luidt als volgt: Tabel: Werkkapitaalbeheer
x € 1.000 Vlottende activa Kortlopende schulden Werkkapitaal
2014 21.373 6.802 14.571
2013 18.609 8.670 9.939
2012 15.399 5.487 9.912
2011 13.130 5.931 7.199
2010 10.278 4.713 5.565
2009 9.355 5.950 3.405
2008 8.273 9.199 -926
Voor een inzicht in de in 2014 behaalde kasstromen t.o.v. het voorgaande jaar wordt verwezen naar het in de jaarrekening opgenomen kasstroomoverzicht. 4.4. INFORMATIE OVER FINANCIËLE INSTRUMENTEN Dianet heeft geen gebruik gemaakt van financiële instrumenten in het verslagjaar. In het treasurystatuut van Dianet staat dat vooralsnog alleen spaarrekeningen bij te goeder naam en faam bekend staande bancaire instellingen zijn toegestaan.
5.
INFORMATIE OVER DE VOORNAAMSTE RISICO’S EN ONZEKERHEDEN
Het brede werkterrein waarin zorginstellingen opereren maakt dat complexe projecten worden opgepakt, soms ook buiten de reguliere bedrijfsvoering. Met goed risicomanagement kunnen zorginstellingen hierbij weloverwogen keuzes maken. Op het moment dat dit niet gebeurt, kan dit grote financiële consequenties tot gevolg hebben en mogelijke reputatieschade opleveren, juist omdat de verwachtingen vanuit de samenleving hooggespannen zijn. Met de vaststelling en uitvoering van het systeem van risicomanagement wil Dianet een 16
Dianet Directieverslag 2014
instrument hebben dat moet bijdragen aan het op beheerste en doelmatige wijze behalen van de doelstellingen van de organisatie. Behalve dat Dianet aan haar wettelijke verplichtingen wil en moet voldoen gaat risicomanagement ook over het voorkomen van verrassingen. Door middel van risicomanagement krijgt Dianet inzicht in de risico’s die ze als organisatie loopt en neemt het risico- en kwaliteitsbewustzijn van haar medewerkers toe. Een effectief systeem van risicomanagement geeft de mogelijkheid om proactief te reageren op veranderingen van omstandigheden en kan invloed hebben op de waarde van Dianet. Elke 5 jaar wordt een meerjarenbeleidsplan opgesteld met de doelstellingen voor de komende periode. De doelstellingen zijn uitgangspunt voor de risicoanalyse voor de komende jaren. GROOTSTE RISICO’S De markt voor dialyse is in beweging. Daarnaast zijn er macro-economische en demografische ontwikkelingen die van invloed zijn op de toekomstige bedrijfsvoering van Dianet. De drie grootste risico’s eind 2014 zijn: •
De voorgenomen alliantie VU-AMC vormt een groot risico voor Dianet. Het grootste risico dat Dianet loopt is dat zij volledig buitenspel wordt gezet.
Dianet wordt geconfronteerd met een veranderde financiering en nieuwe toetreders op de dialysemarkt. Dianet zal moeten blijven investeren in samenwerking met contractpartners en in innovatie om de concurrentie het hoofd te kunnen bieden. In 2015 zal de verpleegkundige bezetting in de thuissituatie worden verbeterd. Nieuwe producten en marktconcepten zullen worden ontwikkeld en in de markt gezet.
De interne organisatie en cultuur van Dianet zijn in deze dynamische tijd een risico voor het voortbestaan van de organisatie. Organisatie is te intern gericht en de medische staf staat nog te veel buitenspel. De aansluiting tussen de externe marktontwikkelingen en de interne organisatie moet nog verbeteren. In 2015 zal de topstructuur van de organisatie worden aangepast waardoor de medische staf beter verankerd wordt in organisatie. De projecten “zelfmanagement” en “mensen maken het verschil” moeten een stimulans en uitdaging bieden voor de benodigde gedragsverandering in de organisatie.
6. INFORMATIE OVER DE TOEPASSING VAN GEDRAGSCODES In het belang van een goed bestuur, toezicht en verantwoording worden binnen Dianet de principes van de Zorgbrede Governance Code 2010 op alle punten toegepast en nageleefd. Dianet is in het bezit van het HKZ certificaat. HKZ staat voor Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector. Het HKZ Certificaat geeft aan dat Dianet voldoet aan vooraf vastgestelde kwaliteitsnormen van de geleverde zorg. Om de patiëntveiligheid te vergroten en te borgen heeft Dianet een gecertificeerd Veiligheidsmanagementsysteem (VMS). De basiseisen waaraan een VMS moet voldoen zijn vastgelegd in de Nederlands Technische Afspraak 8009 'Veiligheidsmanagementsysteem voor ziekenhuizen en instellingen die ziekenhuiszorg verlenen'. Ruim 60 veldpartijen ontwikkelden deze veld norm, waarmee werken aan patiëntveiligheid transparant en toetsbaar is gemaakt. Dianet houdt zich aan de normen van de NEN 7510. Naast het borgen van deze kwaliteitscriteria, vereist deze norm ook dat de informatiebeveiligingsmaatregelen op controleerbare wijze zijn ingericht voordat kan worden gesproken over adequate informatiebeveiliging. Binnen het kader van de norm moet Dianet de voor het betreffende proces relevant geachte informatiebeveiliging specificeren, inclusief de daarbij behorende maatregelen. Dianet houdt zich ook aan de gestelde normen van het convenant medische technologie. Dit zorgt voor een veilig en gecontroleerd gebruik van medische technologie in de breedste zin van het woord, qua onderhoud,
17
Dianet Directieverslag 2014
kennis van gebruik van middelen en noodzakelijke opleidingen en de vastlegging informatie ten aanzien van het gebruik.
7. INFORMATIE OVER MAATSCHAPPELIJKE ASPECTEN VAN ONDERNEMEN Dianet wil als organisatie maatschappelijk verantwoordelijk ondernemen(MVO). Dianet wil bijdragen aan de kwaliteit van de samenleving, waarin de factoren mens, milieu een bijdrage leveren aan het maken van winst. Dianet neemt verantwoordelijkheid voor de negatieve duurzaamheidsimpact van haar organisatie en zorgt dat deze impact wordt gereduceerd. Daarnaast zal Dianet verantwoording afleggen hierover aan haar stakeholders en de samenleving. Mensen Hoe voorziet de organisatie in de behoeften van mensen en hoe gaat zij met hun belangen om? Dianet heeft in haar corporate story verwoord dat de behoeften van de patiënten uitgangspunt zijn voor de activiteiten van Dianet. Het Meerjaren Strategische Human Resource Management heeft als ambitie de talenten van medewerkers te versterken tot succesvolle medewerkers, optimalisatie van inzet en tot verbetering van prestatie van de organisatie. Samen werken we aan het uitdragen van onze corporate story. Het HRprogramma voor de komende jaren concentreert zich op de volgende speerpunten: Kwaliteitsverbetering en professionalisering Cultuur en gedrag Verhogen van de aantrekkelijkheid van werkgeverschap Leiderschapsontwikkeling Loopbaanontwikkeling Duurzame inzetbaarheid Zorg voor blijvend resultaat In het inkoopbeleid heeft Dianet een gedragscode voor haar leveranciers opgenomen. Het gedrag van leverancier moet in overeenstemming met algemeen geaccepteerde normen voor integriteit, waaronder de principes zoals vastgelegd in UN Global Compact en de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen voldoen. Leverancier dient de beginselen van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens ter respecteren. Tevens respecteert de leverancier de internationale richtlijnen voor arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, zoals deze zijn geformuleerd door de ILO en de OESO. Leverancier neemt maatregelen ter bevordering en handhaving van goede arbeidsomstandigheden. Dit betreft onder meer de naleving van werk- en rusttijden, het nemen van veiligheidsmaatregelen voor specifieke risicogroepen. Milieu Dianet probeert zoveel mogelijk om nadelige milieueffecten te voorkomen. Afval wordt gescheiden. Gloeilampen worden vervangen door spaarlampen. Dianet maakt gebruik van groene elektriciteit. Jaarlijks wordt er een milieuaudit gedaan om na te gaan of Dianet nog kan verbeteren.
8. OVERIGE INFORMATIE In 2014 zijn veel stappen gezet op het gebied van ICT:
voorbereidingen zijn getroffen voor de samenvoeging van de EPD’s van Amsterdam en Utrecht. Deze actie zal begin 2015 afgerond worden;
18
Dianet Directieverslag 2014
9.
koppeling van de dialysemachines aan het netwerk in Utrecht is gerealiseerd en in 2015 zal Amsterdam volgen; op het gebied van E-health zijn een aantal activiteiten opgestart: ontwikkeling van een applicatie onafhankelijke dialysemodule. Plan van eisen is afgerond in 2014. In 2015 zal de implementatie plaatsvinden. beeldbellen digitaal bestellen door patiënten De realisatie van een proof of concept voor het in eigen beheer ontwikkelen van een communicatiebox om de dialysemachines bij patiënten thuis aan het EPD te koppelen zijn en de gegevens aan de behandeld nefroloog ter beschikking te kunnen stellen. In 2015 zal worden beoordeeld of het PoC voldoende garanties en voordelen biedt om een prototype en een productie apparaat te ontwikkelen; er is opdrachtgegeven om de huidige telefooncentrale te vervangen. In voorjaar 2015 wordt de nieuwe telefoonapplicatie geïnstalleerd; er is een nieuw documentbeheer systeem gekozen en besteld in 2014; in laatste kwartaal van 2014 hebben de VDA’ers en regiocoördinatoren een Ipad, windows tablet en Citrixlaptop getest om te kijken welk apparaat voor werken op locatie (bij patiënt) het geschikts was. Uitkomst was de Citrixlaptop. Dianet gaat in 2015 zorgen dat alle regiocoördinatoren een citrix laptop krijgen en dat bij alle patiënten die thuis met VDA dialyseren een Citrixlaptop kom te staan.
TOEKOMST
Raad van Toezicht en bestuurder hebben in december 2014 het strategisch beleid van Dianet afgestemd. Uitgangspunt voor dit beleid is de behoefte van de patiënt, het meerjarenbeleid, geconcretiseerd in het jaarplan. In het meerjarenbeleidsplan 2016 -2020 zal de toekomstvisie dialysezorg 2015 worden opgenomen. Verder is afgesproken, dat de top organisatiestructuur in 2015 dusdanig zal worden aangepast, dat de medische specialisten meer invloed zullen krijgen op het strategisch beleid van Dianet en mede resultaat verantwoordelijk worden. Dit moet recht doen aan de eisen van de integrale bekostiging. Bij alles wat we doen, staat de behoefte van de patiënt centraal met als uitgangspunt kwaliteit van leven van de patiënt. Verder zijn we met onze strategische contractpartner het Diakonessenhuis te Utrecht bezig een dialyseafdeling bij het ziekenhuis te realiseren. De patiënt Omdat de behoefte van de patiënt centraal staat, is het van groot belang dat we de patiënt betrekken bij alle zaken, die hem of haar aangaan. Bij de ontwikkeling van patiënten logistiek en ontwerp van het nieuw te bouwen dialysecentrum zijn naast een specialist, verplegend personeel, twee patiënten bij betrokken. Het uiteindelijke ontwerp is gepresenteerd aan de cliëntenraad en patiënten van Dianet Utrecht. De maquette staat opgesteld in de centrale hal van Dianet Lunetten. De bestuurder heeft twee thuishemodialyse patiënten bezocht met als doel te horen of / wat Dianet zou kunnen verbeteren in haar dienstverlening. Met de cliëntenraad is ‘betrokkenheid van de patiënt’ hoe dit inhoud te geven, een permanent onderwerp van gesprek. Een cliëntenraadslid heeft geparticipeerd in de veiligheidsronden, uitgevoerd door de bestuurder en facilitair / ict manager. Dianet Brennerbaan 130 3524 BN Utrecht Telefoon 030-880 8888 [email protected] www.dianet.nl
19