Inleiding directieverslag......................................................................................................... 3 1. Algemene informatie ......................................................................................................... 4 1.1. Algemene identificatiegegevens ................................................................................. 4 1.2. Structuur van Triversum ............................................................................................. 4 1.3. Kerngegevens ............................................................................................................ 6 1.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering ...................................................................... 6 1.4. Werkgebied ................................................................................................................ 6 1.5 Samenwerkingsrelaties................................................................................................ 6 2 Gang van zaken 2014 ........................................................................................................ 8 2.1 Bestuur ....................................................................................................................... 8 2.1.1 Zorgbrede Governance Code ................................................................................ 8 2.1.2 Raad van Bestuur ................................................................................................. 8 2.1.3 Raad van Toezicht ................................................................................................ 9 2.1.5 Ondernemingsraad ............................................................................................. 11 2.1.6 Cliënten- en ouderraad........................................................................................ 12 2.2 Algemeen beleid Triversum ....................................................................................... 14 2.2.1 Het proces van sturing ........................................................................................ 14 2.2.2 Missie en visie .................................................................................................... 14 2.2.3 Inhoudelijk beleid ............................................................................................... 15 2.3. Algemeen kwaliteitsbeleid Triversum ........................................................................ 16 2.3.1 Veiligheid ............................................................................................................ 17 2.3.2. Geneesheer-Directeur ........................................................................................ 19 2.4 Algemeen financieel beleid ........................................................................................ 20 2.5. Opleidingen en Onderzoek ....................................................................................... 22 2.5.1. Opleiding ............................................................................................................ 22 2.5.2 Onderzoek .......................................................................................................... 23 2.6. Samenleving ............................................................................................................. 25 2.6.1 Mens .................................................................................................................. 25 2.6.2 Medewerker ....................................................................................................... 25 2.6.3 Kwaliteit van werk .............................................................................................. 27 2.6.4. Meerwaarde maatschappij ................................................................................. 28 2.6.5. Vertrouwenspersonen ongewenste omgangvormen voor medewerkers van Triversum ..................................................................................................................... 28 3 Toekomst ......................................................................................................................... 31 3.1 Risico’s voor Triversum ............................................................................................ 31
Pagina 2 van 31
Inleiding directieverslag Dit jaarverslag biedt, op samenhangende wijze, een overzicht van wat Triversum als organisatie in 2014 bereikt heeft. Dit directieverslag is als volgt opgebouwd: 1. Algemene informatie 2. Gang van zaken 2014 - bestuurlijk - algemeen beleid - kwaliteitsbeleid - financieel beleid - opleidingen en onderzoek - samenleving 3. Toekomst (risico’s) Het jaar 2014 heeft in het teken gestaan van de voorbereidingen op de transitie jeugdzorg in 2015. Triversum heeft veel geïnvesteerd in het leggen van relaties met gemeenten/wethouders en was aanwezig op belangrijke overlegmomenten. Deze inspanningen hebben hun vruchten afgeworpen, gezien de uiteindelijk getekende contracten. Voor de medewerkers van Triversum gold dat zij net als in voorgaande jaren, in 2014 vooral de bezuinigingen hebben gevoeld. De gemeenten hebben om verschillende financiële risico’s op te vangen de kortingspercentages hoog ingezet. Dit vergt veel van onze organisatie. Zo veel dat de Raad van Toezicht vragen heeft gesteld over de strategische opties van Triversum bij verdergaande bezuinigingen. Hoe de toekomst er uit gaat zien zal afhangen van hoe wij onze productie in 2015 afsluiten en wat de gemeenten voor nieuwe eisen zullen stellen. Veel onzekerheden die lang aanhouden en veel van onze organisatie vragen. De Raad van Bestuur dankt iedereen voor de getoonde inzet en flexibiliteit in het afgelopen jaar.
Dr. G.F.M.G. Berden Voorzitter Raad van Bestuur
Pagina 3 van 31
1. Algemene informatie 1.1. Algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer(s) NZa Nummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina
Triversum Kees Boekestraat 5 1817 EZ Alkmaar 072 514 0 400 1301 categorie 120 41241060
[email protected] www.triversum.nl
1.2. Structuur van Triversum De stichting Triversum beheert een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie in Noord Holland. Dit centrum omvat (eind 2014) 11 poliklinische voorzieningen, 48 dagklinische plaatsen/deeltijdplaatsen, 76 klinische plaatsen en een logeerhuis (24 plaatsen). De stichting is statutair gevestigd te Alkmaar. De stichting kent twee bestuursorganen: een Raad van Bestuur en een Raad van Toezicht De Raad van Bestuur is tweehoofdig en belast met het besturen van de stichting. De Raad van Toezicht bestaat uit minimaal drie personen en heeft tot taak het integraal toezicht houden op het beleid van de Raad van Bestuur en op de kwalitatieve invulling van de bestuurstaken. Triversum biedt psychiatrische zorg aan kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar, soms tot 23 jaar (jongeren met persoonlijkheidsproblematiek). Tevens biedt de organisatie logeermogelijkheden voor kinderen en jongeren, van 6 tot 18 jaar, met langdurige psychiatrische problemen. In het kader van de wet Bijzondere Opnames Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) heeft Triversum de bevoegdheid tot het uitvoeren van gedwongen opnames en behandelingen. De organisatie beschikt over een Ondernemingsraad (OR) en een Cliëntenraad (CR). Laatstgenoemde raad wordt ondersteund door een Ouderraad. De raden zijn centraal georganiseerd. De door deze raden in 2014 uitgebrachte adviezen zijn elders in dit verslag opgenomen.
Pagina 4 van 31
Het organogram van de organisatie (2014) ziet er als volgt uit:
Pagina 5 van 31
1.3. Kerngegevens 1.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering
Triversum is een kinder- en jeugdpsychiatrisch ziekenhuis met meerdere vestigingen in NoordHolland. De organisatie richt zich op de behandeling van kinderen en jongeren met een (vermoeden van een) psychiatrische stoornis. Kerngegevens Triversum
2013
2014
Cliënten Aantal cliënten in zorg/behandeling per einde verslagjaar
3.276 cliënten
3.289 cliënten
Capaciteit Aantal beschikbare bedden/plaatsen voor verblijfzorg per einde verslagjaar
162 bedden/plaatsen
154 Bedden/plaatsen
Productie Aantal in verslagjaar geopende DBC’s Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s Aantal ambulante contacten in verslagjaar
4.425 DBC’s 4.176 DBC’s 78.862 contacten
3637 DBC’s 4073 DBC’s 76.153 contacten
472 personen
416 personen
304 FTE
291 FTE
26.245.323 Euro
24.749.012
Personeel Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar (exclusief stagiaires) Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar
1.4. Werkgebied Het feitelijke werkgebied van Triversum beslaat de hele provincie Noord-Holland met uitzondering van Amsterdam en de Gooi- en Vechtstreek.
1.5 Samenwerkingsrelaties Triversum onderhoudt met verschillende organisaties een samenwerkingsrelatie. Inhoudelijk Voor specifieke doelgroepen zijn ketenafspraken gemaakt. Zo werden er afspraken gemaakt met: De Praktijk, over gezamenlijk aanbod (FACT-team) Heliomare, rond het diagnosticeren en behandelen van kinderen en jongeren met een cognitieve beperking én een psychiatrische stoornis Pagina 6 van 31
de Regionale Instelling voor Beschermende Woonvormen (RIBW) Zaanstreek rond de huisvesting van jongeren met langdurige, complexe psychiatrische problemen Transferium (Parlan) over het leveren van specialistische kennis t.b.v. de behandeling van kinderen/jongeren met ernstige gedragsstoornissen binnen de jeugdzorg Parlan en De Bascule (licentiehouder) rond het aanbieden van FFT aan jongeren met ernstige gedragsproblemen diverse Centra voor Jeugd en Gezin, gericht op het uitbouwen van een goede samenwerkingsrelatie Actiezorg, in het kader van het bieden van nazorg aan kinderen en jongeren met langdurige complexe psychiatrische problemen zeven categorale instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie rond het gezamenlijk ontwikkelen en toepassen van zorgprogramma's en e-health modules. De zeven instellingen vormen samen het Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
Organisatorisch Er zijn (hernieuwde) samenwerkingsafspraken met: het Zaans Medisch Centrum over de wederzijdse inzet van (medisch) specialisten het Medisch Centrum Alkmaar en het Spaarne ziekenhuis over het huren van bedrijfsruimte gemeenten, onderwijs- en zorginstellingen in de kop van Noord-Holland betreffende de samenwerking rond jongeren en gezinnen die een beroep doen op jeugdzorg. Deze samenwerking is vastgelegd in een convenant en heeft als uitgangspunt 1-gezin-1-plan. GGZ Noord-Holland-Noord aangaande onze deelname aan een afdeling spoedeisende psychiatrische hulp (SEPH). Deze afdeling voorziet in een regionale crisishulpverlening buiten kantoortijden voor kinderen en jongeren met een psychiatrische crisis. het Bureau Jeugdzorg over het verrichten van psychiatrische en/of psychologische onderzoeken ten behoeve van de indicatiestelling de politie, GGD, gemeentes en het Bureau Jeugdzorg over de hulp aan zwerfjongeren GGZ NHN, Connexion en GHOR /RAHNHN over het ambulancevervoer OPO Alkmaar / De Spinaker en de Stichting Kolom over het verzorgen van onderwijs aan de bij Triversum in behandeling zijnde kinderen en jongeren meerdere GGZ instellingen, verenigd in ROMCKAP, met als doel het meten en onderling vergelijken van de effecten van behandelingen. meerdere instellingen behorende tot het Expertisecentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie rond de gezamenlijke aanschaf van een elektronisch patiëntendossier. diverse organisaties die zich richten op de zorg voor kinderen en jongeren met een stoornis in het autistische spectrum door deelname aan een convenant (gericht op het organiseren van een samenhangende zorgaanbod) en aan een Academische Werkplaats Autisme (gericht op wetenschappelijk onderzoek) Vicino, een organisatie gericht op GGZ-ondersteuning van huisartsen deelname aan proeftuinen (wijkteams) binnen verschillende gemeenten Financiering Wat betreft de financiering van de zorg en de bedrijfsvoering heeft Triversum contracten met de gemeenten in het verzorgingsgebied over de productie in 2015 afgesloten.
Pagina 7 van 31
2 Gang van zaken 2014 2.1 Bestuur 2.1.1 Zorgbrede Governance Code Triversum heeft een Raad van Toezicht model. Dit impliceert dat de Raad van Toezicht de verantwoordelijkheid heeft over de totale organisatie en toeziet op het functioneren van de Raad van Bestuur. Tevens adviseert de Raad van Toezicht gevraagd en ongevraagd de Raad van Bestuur. Triversum onderschrijft de uitgangspunten vastgelegd in de Governance Code 2010. Alle aspecten van de code zijn gebundeld in een ‘Corporate Governance’-handboek. Waar op onderdelen wordt afgeweken van de Zorgbrede Governance Code, wordt dit onderbouwd.
2.1.2 Raad van Bestuur Samenstelling Raad van Bestuur: Naam
Bestuursfunctie
Dr. G.F.M.G. Berden, kinder- en jeugdpsychiater, MHA
Voorzitter
Nevenfunctie -
Ir. I. Van Hooff,MBA
Lid
Lid van de Commissie Kwaliteit van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), tot april 2014 Lid van de Centrale Visitatiecommissie, adviescommissie van de Medische Specialisten Registratiecommissie (MSRC) Lid Bestuur Stichting Vrienden van Triversum Geen
De Raad van Bestuur draagt de volledige verantwoordelijkheid voor het realiseren van de doelstellingen van Triversum. Zij is aansprakelijk voor de continuïteit van de organisatie en voor de implementatie van het meerjarenbeleid. Ook bewaakt het bestuur het budget. De Raad van Bestuur kent een duale structuur. De voorzitter heeft, naast de organisatie als geheel, als specifiek aandachtsgebied de zorgverlening (medisch lid). De collega bestuurder heeft als specifiek aandachtsgebied het beheer van Triversum (economisch lid). Deze duale leidinggevende structuur is in vrijwel de hele organisatie doorgevoerd. De taakomschrijvingen van de leden van de Raad van Bestuur zijn opgenomen in een bestuursreglement. Verder zijn in dit reglement de overlegstructuren van de Raad van Bestuur en de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van beide leden vastgelegd. De Raad van Toezicht hanteert bij het bepalen van de hoogte van salariëring van de leden van de Raad van Bestuur de NVZD-regeling.
Pagina 8 van 31
2.1.3 Raad van Toezicht Raad van Toezicht, functie en nevenfunctie Naam Dr. A. Oosenbrug
Raad van Toezicht Vice Voorzitter
Nevenfuncties Beroep: zelfstandig consultant - General Counsel PricewaterhouseCoopers - Lid redactie Pensioen en andere toekomstvoorzieningen - Participantencommissaris Flinter Shipping - Bestuurder Stichting Centaurus Residential Fund VII Beroep: directeur van Trainings- en Acteursbureau De Federatie B.V.
Mr. J.A.A. Smeekens1
Voorzitter a.i.
Drs. E.M. Harteveld
Lid
Beroep: Directeur Zorg, Gooi en Vechtstreek, GGZ Centraal en Kinder- en jeugdpsychiater
Drs. G.J.P. Smit2
Lid
Beroep: Lid Raad van Bestuur Topaz Lid Raad van Toezicht Huisartsenposten Amsterdam
De Raad van Toezicht ziet toe op de algemene zaken in de stichting en op de met haar verbonden instellingen en/of rechtspersonen. Taakverdeling en werkwijze van de toezichthouders zijn vastgelegd in een reglement. De Raad van Toezicht volgt de Governance Code. Raad van Toezicht, commissies Commissie Financiële commissie/ Remuneratiecommissie
Inhoudelijke commissie
1 2
Leden Dr. A. Oosenbrug Mr. J.A.A. Smeekens
Drs. E.M. Harteveld
Onderwerpen Liquiditeitsontwikkeling Accountantsverslag controle 2014 Jaarrekening 2014 Managementletter Begroting 2014 Voorbereiden en voeren functioneringsgesprekken leden Raad van Bestuur en Geneesheer-directeur Impact bezuinigingen Rapport Inspectie VWS Presentatie FACT Presentatie complexe casus Bespreking winst/verliesgevende DBC’s Zorginhoudelijke succes/knelpunten
Mr. J.A.A. Smeekens is op 31 december 2014 afgetreden als voorzitter Raad van Toezicht Drs. G.J.P. Smit is per 1 juli 2014 benoemd tot lid van de Raad van Toezicht
Pagina 9 van 31
Raad van Toezicht, benoemingstermijn , profiel, bezoldiging BeAftre- Herkies2e Naam noemd dend baar termijn Profiel Drs. E.M. Harteveld
2010
2014 Ja
2018
Dr. A. Oosenbrug Drs. G.J.P. Smit
2008 2014
2012 Ja 2018 Ja
2016 2022
Mr.J.A.A. Smeekens 2010 2014 Nee 2014 *) aftreden vindt plaats in de laatste vergadering van het jaar
zorg financieel, bestuurlijk, juridisch Bestuurlijk en zorg Zorg algemeen, financieel en ICT
De benoemingstermijnen zijn vastgelegd in het reglement Raad van Toezicht. Binnen het college van de Raad van Toezicht is kennis aanwezig van zorgbehoeften en de mogelijkheden om daarin te voorzien. Het college kenmerkt zich door een brede maatschappelijke binding. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat een spreiding aanwezig is van maatschappelijke achtergronden, deskundigheden en disciplines. Van ieder van de leden wordt verwacht dat zij zich blijven verdiepen in de ontwikkelingen op het gebied van de gezondheidszorg in het algemeen en de zorgfunctie van de stichting in het bijzonder en dat zij maatschappelijk actief zijn. De Raad van Toezicht legt schriftelijk de honorering van de voorzitter en de leden zelf vast. Dit is het laatst begin 2010 gebeurd, met ingangsdatum 1 januari 2010. In 2010 is besloten de honorering van de Raad van Toezicht stapsgewijs aan te passen naar de NVTZ norm in 2014. Vergaderingen In 2014 vergaderde de Raad van Toezicht naast hun eigen vergaderingen, viermaal in aanwezigheid van de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft in aanwezigheid van de accountants, Raad van Bestuur de jaarstukken, het accountantsverslag en het accountantsrapport met betrekking tot het verslagjaar 2014 besproken en goedgekeurd. De financiële commissie van de Raad van Toezicht kwam in dit verband driemaal bijeen met lid Raad van Bestuur. Twee maal heeft een delegatie van de Raad van Toezicht een vergadering van de Raad van bestuur met de Ondernemingsraad bijgewoond. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht een aantal gesprekken gevoerd met kandidaten voor de functie van een voorzitter en een lid Raad van Toezicht. Tijdens de formele overlegmomenten met de Raad van Bestuur liet de Raad van Toezicht zich informeren over de gang van zaken binnen Triversum. Hiertoe is gerichte managementinformatie opgesteld die per vergadering aan de Raad van Toezicht werd aangeboden. Tevens zijn er inhoudelijke presentaties gegeven door medewerkers van Triversum. De Raad van Toezicht werd door de Raad van Bestuur ondermeer geïnformeerd over: De voortgang in de stelselwijzingen/ transitie Jeugdzorg Verdere uitwerking van het strategisch beleid van Triversum De financiële situatie van Triversum in relatie tot de transitie Bezuiniging en efficiency plannen Begroting 2015 Gedurende 2014 heeft de samenstelling een grote rol gespeeld. Het koste moeite om nieuwe leden – waarvan één de beoogde voorzitter- te werven. Dit proces zal pas in 2015 worden afgerond. Pagina 10 van 31
Een groot thema waarover de RvT in gesprek was met het bestuur, was het anticiperen op de nieuwe situatie in 2015/2016. Welke zekerheden zijn er en wat is daar een adequate reactie op. De RvT maakt zich zorgen over de kwetsbaarheid van Triversum en heeft de RvB gevraagd om een overzicht van strategische opties en het standpunt van de RvB daarin. Dit zal in 2015 verder aan de orde komen.
2.1.5 Ondernemingsraad De Ondernemingsraad bestaat uit 11 leden die door de kiesgerechtigde medewerkers in de organisatie rechtstreeks uit hun midden worden gekozen. De medewerkers zijn ingedeeld in kiesgroepen. Samenstelling OR per 31 december 2014: De heer M. de Weerdt, voorzitter Mevrouw T. Dollenkamp, lid Financiële commissie De heer M. de Groot, voorzitter Financiële commissie Mevrouw A. Kieftenbeld, voorzitter Achterbancommissie, lid commissie Sociaal Beleid De heer E. Kops, lid Financiële commissie Mevrouw D. Mens, vicevoorzitter, lid Arbocommissie Mevrouw K. Okhuyzen, lid Financiële commissie Mevrouw R. Pieterson, lid Achterbancommissie, voorzitter Arbocommissie Mevrouw J. Roland, voorzitter commissie Sociaal Beleid Mevrouw T. Schaaper, lid Arbocommissie De heer F. Zutt, lid commissie Sociaal Beleid Toegevoegd: mevrouw E. Belder, ambtelijk secretaris De taakverdeling en werkwijze van de OR zijn vastgelegd in een reglement. De OR beschikt over een budget binnen de begroting van de organisatie. In 2014 heeft de Ondernemingsraad: de volgende instemmingaanvragen behandeld: - Aanstellingsbeleid - Opleidingsbeleid - Risico-inventarisatie en evaluatie - Roosterbeleid - Vacaturestop - Aanvulling Arbobeleid - Privacyreglement - Rooster Logeerhuis - Sluiting poliklinieken zomervakantie - Wijziging flexcontracten
advies uitgebracht met betrekking tot de volgende onderwerpen: - Begroting 2014 - Bezuiniging Kinderkliniek Pagina 11 van 31
-
Bezuiniging Poliklinieken Heerhugowaard en Alkmaar Bezuiniging KP Centraal servicepunt Herinrichting flexbureau Inzet inkoopdeskundigheid fase 1 Logeerhuis Schoorl Psychiatrische behandelgroep Transferium Uitbreiding bedbezetting Begroting 2015 Behandelgroep Feniks Centraal roosteren Eigen risicodragerschap Triversum Inzet extern deskundige Kinder FACT pASSend onderwijs Spinaker Reorganisatie directielaag Vaktherapiepool Benoeming nieuwe leden Raad van Toezicht
De Ondernemingsraad heeft een eigen jaarverslag over 2014 uitgebracht.
2.1.6 Cliënten- en ouderraad Cliëntenraad Gedurende het jaar werd de Clientenraad door afdelingsmanagers op de hoogte gehouden van de planning en de uitkomsten van de spiegelgesprekken die op de afdelingen werden gehouden. De uitkomsten gaven de Clientenraad een beeld van de waardering van ouders en jongeren over de kwaliteit van de geboden zorg en waren daarom onderwerp van gesprek tijdens de reguliere bijeenkomsten met de Raad van Bestuur, evenals de uitkomsten van de GGZ-zorgthermometer. Verscheidene Wmo adviesraden hebben contact gezocht met de Clientenraad van Triversum om mee te denken en te praten over de veranderingen die gaan plaatsvinden per 1 januari 2015 en de ervaringen en opvattingen te horen van cliënten die met specialistische jeugdpsychiatrische zorg te maken krijgen. In grote lijnen zijn hier de activiteiten van de Clientenraad van 2014 weergegeven: In januari heeft de Clientenraad een aanvraag van het bestuur ontvangen waar verzwaard adviesrecht op rust, betreffende de sluiting van het logeerhuis in de Goorn. De Clientenraad heeft ingestemd met de sluiting en haar zorgen geuit over de gevolgen voor de gezinnen die nu geen logeeropvang meer hebben. In januari veranderde het bestuur de verlofregeling voor de cliënten die klinisch behandeld worden door Triversum, zonder de Clientenraad hierin te kennen, terwijl op dit onderwerp verzwaard adviesrecht rust. De Clientenraad heeft dit aangekaart en niet ingestemd met het voorstel van het bestuur om het aantal verlofdagen te halveren. Ondanks dat de Clientenraad begrip toonde voor de noodzaak tot bezuinigen was er teveel weerstand tegen vermindering van verlof. Dit bleek ook uit de enquête die de Clientenraad heeft uitgezet bij haar achterban. De Clientenraad heeft ongevraagd een adviesvoorstel gedaan voor vermindering van verlofdagen, een voorstel dat werd gedragen door de achterban. Hiermee ging het bestuur akkoord.
Pagina 12 van 31
Op klinische afdelingen van Triversum werd zeer intensieve begeleiding gegeven aan enkele jongeren. De overige cliënten vonden dat deze intensieve begeleiding ten koste ging van de begeleiding aan de hele groep en daarom heeft de Clientenraad dit probleem aangekaart bij het bestuur en gevraagd hier iets aan te verbeteren. Het bestuur erkende het probleem en heeft een oplossing gevonden. In februari werd de Clientenraad op de hoogte gebracht van de start van de pilot Wifi op een behandelafdeling en in de wachtruimte. Op verzoek van de Clientenraad werd de Clientenraad meelezend lid van de werkgroep Wifi. De pilot mislukte en de Clientenraad heeft het hele jaar door dit onderwerp op de agenda gehouden voor de reguliere bijeenkomsten met het bestuur om te waarborgen dat Wifi op de afdelingen onder de aandacht blijft. In april heeft de Clientenraad een petitie gestart voor behoud van een systeemtherapeute die wegbezuinigd zou worden. De handtekeningen werden overhandigd aan het bestuur maar hadden niet het gewenste effect. Het bestuur had twee tijdschriftenbonnen en wilde deze schenken aan de Clientenraad. De Clientenraad heeft twee tijdschriften geselecteerd en deze laten rouleren op de klinische afdelingen. In april ontving de Clientenraad een adviesaanvraag waar verzwaard advies op rust betreffende de algemene (huis)regels van Triversum. De Clientenraad heeft ingestemd met het advies en daarnaast de procedure voor het updaten van de afdelingsregels onder haar regie en goedkeuring laten vastleggen. In augustus gaf de Clientenraad ongevraagd advies over aanpassing van het rookbeleid. Dit advies werd door het bestuur opgevolgd. In september vroeg de Clientenraad het bestuur om duidelijkheid wat betreft passend onderwijs voor cliënten van 18 jaar en ouder. De Spinaker bleek niet (meer) verplicht te zijn om onderwijs aan te bieden aan deze leeftijdsgroep terwijl de betreffende jongeren aangaven behoefte te hebben aan een zinvolle dagbesteding in de vorm van onderwijs of stage. In 2014 zijn geen concrete plannen vanuit het bestuur of de Spinaker gekomen over dit onderwerp. In september heeft de Clientenraad het bestuur ongevraagd geadviseerd over het aanbrengen van variatie in de (inkoop van) voeding. Het bestuur stelde voor om de Clientenraad in contact te brengen met de werkgroep Voeding en dit voorstel te bespreken. Tot het einde van het jaar is de werkgroep niet bij elkaar gekomen in aanwezigheid van de Clientenraad.
Ouderraad De ouderraad van Triversum ontving in januari een adviesaanvraag voor onderzoek naar het effect van medicatie en gedragstherapie op ADHD. De ouderraad heeft het onderzoeksteam toestemming gegeven. In februari ontving de ouderraad via de Clientenraad het verzoek om een lid voor de Raad van Toezicht van Triversum voor te dragen. De Clientenraad is dit recht voorbehouden maar wegens onvoldoende kennis en het ontbreken van het juiste netwerk heeft de Clientenraad de hulp van de ouderraad ingeroepen. De ouderraad besloot om van deze mogelijkheid tot voordracht geen gebruik te maken. Ondanks de wervingsactiviteiten is de ouderraad niet uitgegroeid tot een grotere groep. Overleg met de ouderraad heeft incidenteel en digitaal plaatsgevonden.
Pagina 13 van 31
2.2 Algemeen beleid Triversum 2.2.1 Het proces van sturing De ‘Planning & Control’-cyclus (‘P&C’-cyclus) is voor Triversum al jaren een belangrijk beleidsinstrument. Deze jaarlijkse cyclus start met een kaderbrief. Vervolgens worden de jaarplannen en de begrotingen uitgewerkt en vastgesteld. Elke vier maanden worden de bereikte resultaten besproken. Ook de verantwoording over projecten vindt tijdens de ‘P&C’-gesprekken plaats. Jaarlijks evalueert het managementteam deze ‘P&C’-cyclus. Er wordt onder meer besproken welke verbeteringen wenselijk worden geacht. In 2014 vonden enkele aanpassingen plaats , met name op het gebied van voortgangscontrole. Een termijn van vier maanden werd als te lang ervaren voor het sturen op kritische prestatie-indicatoren, zoals productie en bedbezetting. Vandaar dat de controller samen met de beleidsadviseur maandelijks met de individuele budgethouders de resultaten in dit kader beoordeelt. Na een opmerking van de HKZ auditor, is de cyclus op beoordeling van de voortgang van het jaarplan ook opgenomen in de hierboven beschreven P&C cyclus met de controller. De resultaten worden maandelijks besproken in het Bestuurlijk Overleg en zo nodig worden aanvullende gesprekken met de Raad van Bestuur gepland. Verlopen processen niet naar wens of beantwoorden de resultaten niet aan de gemaakte afspraken, dan wordt een verbeteractie ingezet. Ook deze verbeteracties worden vastgelegd en maken vervolgens deel uit van de ‘P&C’-gesprekken. Zowel de sturingsinstrumenten als het digitale kwaliteitshandboek zijn onderdeel van het kwaliteitmanagementsysteem. Dit systeem is in september 2014 door Lloyds gewaardeerd met de voortzetting van het HKZ certificaat. Bovendien is het certificaat op het gebied van veiligheid als een addendum in 2012 toegevoegd. De NEN-certificering loopt tot 2015.
2.2.2 Missie en visie Wij bieden deskundige hulp aan kinderen en jongeren met een (vermoeden van een) psychiatrische stoornis. Indien er sprake is van langerdurende problemen dan leren wij hen hiermee om te gaan zodat hun leven weer toekomst krijgt. Ons zorgaanbod maakt het mogelijk om, in overleg met onze cliënten, te komen tot zorg op maat. Wij bieden een inspirerende werkomgeving met aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van iedere medewerker. Door voldoende ruimte te geven voor na- en bijscholing en voor het werken met nieuwe, effectief gebleken, behandelmethodes, kan men zich als professional blijvend ontwikkelen. Visie Wij bieden zorg op maat aan kinderen, jongeren en jongvolwassenen van 0 tot 18 jaar, soms tot 23 jaar, met een psychiatrische stoornis. Hun hulpvraag staat bij ons centraal en wij garanderen in antwoord op hun vraag een zorgaanbod dat voldoet aan alle kwaliteitseisen. Ons streven is om de stoornis te verhelpen. Blijkt dit echter niet mogelijk dan waarborgen wij maximale ontwikkelingskansen door de eigen kracht van onze cliënten te versterken. Het bieden van een toekomstperspectief en ons inzetten voor een voldoende kwaliteit van leven vinden wij zeer belangrijk.
Pagina 14 van 31
Om deze doelen te bereiken maken wij gebruik van een breed scala aan onderzoek- en behandelmethoden waarvan de werkzaamheid voldoende is aangetoond. Bij voorkeur werken wij poliklinisch. Is een klinische opname noodzakelijk dan duurt die zo kort mogelijk. Hoe de behandeling daadwerkelijk wordt vormgegeven, gebeurt altijd in overleg met onze cliënten. Vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid werken wij doelmatig. Wij willen goede zorg leveren voor een zo laag mogelijk prijs. De doelmatigheidswinst willen wij omzetten in het steeds verder ontwikkelen en uitbreiden van ons zorgaanbod. Als expertisecentrum op het vlak van de kinder- en jeugdpsychiatrie stellen wij onze kennis ter beschikking aan andere hulpverleners. Wij participeren in zorgketens, bieden consultatie en leveren een bijdrage aan verdere kennisontwikkeling door deel te nemen aan wetenschappelijke onderzoeken. Tevens zijn wij een opleidingsinstituut voor een breed scala aan beroepsgroepen. Dit om kwalitatief goede zorg ook in de toekomst mogelijk te maken. Als organisatie willen wij een aantrekkelijke werkgever zijn. Daarom bieden wij een werkomgeving waar ruimte geboden wordt voor de eigen professionele ontwikkeling, waar collegiaal en respectvol wordt samengewerkt en waar een actief meedenken in de verdere ontwikkeling van de organisatie zeer gewaardeerd wordt. Om inhoud aan onze visie te geven, hanteren wij als kernwaarden: vakkundig, veelzijdig en vernieuwend. Deze kernwaarden vormen de basis voor onze manier van werken.
2.2.3 Inhoudelijk beleid Zorgprogramma’s Onze diagnostiek en behandeling is gebaseerd op zorgprogramma’s. Jaarlijks worden de zorgprogramma’s en de bijbehorende beslisbomen geactualiseerd op basis van laatste inzichten en recente onderzoeksresultaten. Het actualiseren verloopt, onder druk van de dagelijkse zorgverplichtingen, langzamer dan gepland. Organisatie wijzigingen Uit een reorganisatie van de ondersteunende diensten, is het Bedrijfsbureau ontstaan. Door losse onderdelen voortaan onder de leiding van één manager te plaatsen en fysiek bij elkaar te zetten, behoren een hoop afstemmingsproblemen tot het verleden. De Geneesheer Directeur krijgt wettelijk meer taken toebedeeld in de toekomst. Hierop anticiperend is bij de reorganisatie van de directielaag de formatie Geneesheer Directeur uitgebreid. De functie directeur zorg is verdwenen en daarmee is de duale aansturing vanaf het niveau van de Raad van Bestuur volledig doorgevoerd. Aanbod Als gevolg van de overgang naar de gemeenten, is in 2014 gekeken of het aanbod zou blijven aansluiten op de te verwachten vraag. Niet alleen moet Triversum voldoen aan de veranderde vraag, de organisatie kan zich ook geen zorg meer veroorloven die niet betaald wordt. Verschillende werkgroepen zijn in 2014 aan de slag gegaan om verbeter voorstellen te formuleren. Dit proces loopt door in 2015.
Pagina 15 van 31
Cliëntparticipatie Er zijn diverse activiteiten m.b.t. cliëntparticipatie geweest, zoals het uitvoeren van zogenaamde ‘Spiegelgesprekken’. Daarnaast wordt de tevredenheid van onze cliënten bij ontslag gemeten. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de ‘GGZ-thermometer’. Tenslotte worden zogenaamde ROMmetingen uitgevoerd over het effect van de behandeling. Op basis van cliëntparticipatie en evaluaties, en de effecten van behandeling zijn verbeteringen geformuleerd en in gang gezet. Er wordt viermaandelijks over de voortgang van deze acties gerapporteerd. De Cliëntenraad wordt over deze verschillende activiteiten geïnformeerd en geconsulteerd.
Samenwerking verwijzers en ketenpartners In het kader van de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten, heeft Triversum contracten gesloten met de gemeenten die zich in regio’s organiseerden. Ook nam Triversum deel aan verschillende proeftuinen. Op deze manier willen we als organisatie een concrete bijdrage leveren aan de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten. Tevens zorgen we ervoor dat onze expertise binnen de wijkteams beschikbaar en zichtbaar is en blijft Triversum op de hoogte van de ontwikkelingen. Verwijzers kunnen cliënten voor de poliklinische zorg ‘online aanmelden’. Middels onze digitale nieuwsbrief worden verwijzers regelmatig geïnformeerd. Het aantal aanmeldingen voor deze nieuwsbrief blijft groeien. E-health Triversum heeft drie blended behandelingen in haar zorgprogramma’s opgenomen. Het betreft gecombineerde behandelingen waarbij een gedeelte van de behandeling, naast de face-to-face gesprekken op de (poli)kliniek, thuis op de computer plaats vindt. Veiligheid Triversum past de Wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling toe binnen haar organisatie en heeft in dit verband aandachtsfunctionarissen aangesteld en getraind. Bezuinigingen In 2103 zijn verschillende bezuinigingsoperaties doorgevoerd, waarbij er naar werd gestreefd om met een zelfde groep medewerkers zorg aan meer cliënten zorg te verlenen. Voorbeelden daarvan zijn aanpassingen in de roosters, de reorganisatie ondersteunende diensten en een samengaan van alle zorgaanbod voor kinderen in één kindcentrum. De verschillende zorgonderdelen gericht op kinderen tot 12 jaar blijven bestaan, maar werken nadrukkelijk samen onder de naam de Klim. De verwachting is dat voor 2015 verbeteringen in de efficiency voldoende zijn om de verdere kortingen het hoofd te bieden.
2.3. Algemeen kwaliteitsbeleid Triversum Een kwaliteitmanagementsysteem (KMS) bestaat uit een combinatie van processen en werkwijzen, gericht op het sturen van een organisatie met betrekking tot de kwaliteit. Kenmerkend voor het KMS binnen Triversum is dat de organisatieprocessen worden ingericht met als primaire focus de zorgverlening aan de cliënt. Specifieke focus daarbij is het voorkomen en corrigeren van fouten en het vervolgens starten van verbeterprocessen om dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen. Activiteiten die hierbij nodig zijn, omvatten: het identificeren van processen, het kiezen en implementeren van kwaliteitsindicatoren en normen, en het meten en analyseren van uitkomsten.
Pagina 16 van 31
Triversum hanteert een geïntegreerd kwaliteitmanagementsysteem. Dit houdt in dat gewerkt wordt met een samenhangend systeem voor het signaleren en monitoren van zorginhoudelijke en op de bedrijfsvoering gerichte verbeteringen. De ‘P&C’-cyclus speelt hierbij een belangrijke rol. Voor het kiezen en ordenen van prioriteiten, wat betreft het kiezen van verbeterinitiatieven en het inzetten van kwaliteitsinstrumenten, gaat Triversum uit van wettelijke verplichtingen, van de in de missie van Triversum centraal staande kernwaarden (vakbekwaam, vernieuwend en veelzijdig) en van actuele beleidsthema’s.
Schematisch ziet het KMS binnen Triversum er als volgt uit:
normen externe audits
korte en lange route
praktijk Triversum
kwaliteitssysteem Triversum interne audits
Naast een HKZ certificaat beschikte Triversum in 2014 over een NEN 7510 certificaat.
Rapportages. 4-maandelijks worden standaard alle onderwerpen m.b.t. het “beleidsveld klanten” gerapporteerd. Dit zijn onder meer de MIP-meldingen (klachten/incidenten), verbeterpunten (zie bovenstaand) en de bevindingen uit de dossiercontroles (bijvoorbeeld op het aanwezig zijn van een door de cliënten geaccordeerd behandelingsplan). Op de financiële KPI’s wordt maandelijks gerapporteerd. 2.3.1 Veiligheid Algemeen De structuur van het Veiligheid Management Systeem (VMS) is sinds de start onveranderd gebleven. De afdelingsmanagers dragen zorg voor een afhandeling van de incidenten die in het systeem op hun afdeling gemeld worden. Zij laten zich bijstaan door 1 of 2 medewerkers en vormen samen een decentrale Veilig Incidenten Melden (VIM) commissie . De centrale VIM commissie ondersteunt de managers en is verantwoordelijk voor dit deel van het directieverslag.
Pagina 17 van 31
Figuur 1 : Verdeling (bijna) incidentmeldingen 2012- 2014 per maand
Verslagjaar 2014 In 2014 werden 410 (bijna) incidenten gemeld. Dit zijn er 48 minder dan in het voorafgaande jaar. De mate van ernst nam eveneens enigszins af.
Figuur2 : Verdeling in mate van ernst/risico Groen: bijna incident Geel:minder ernstig incident Oranje: ernstig incident Rood: zeer ernstig incident
De mindering in mate van ernst hangt hoogstwaarschijnlijk samen met de daling in incidentmeldingen over agressie.
Pagina 18 van 31
Figuur : Verdeling in soort incident melding
In de bovenstaande grafiek valt op dat er sprake is van vermindering van het aantal incidentmeldingen, behalve bij medicatie-incidenten. Daar is sprake van een toename. Er hebben zich gelukkig geen ernstige medicatie-incidenten voorgedaan. De geneesmiddelencommissie zal op basis van een eigen analyse met verbetervoorstellen komen om het aantal medicatie-incidenten in 2015 terug te dringen. Verder is er sprake van een redelijk stabiel beeld. De centrale vim commissie zal zich beraden over mogelijke acties om de meldingsbereidheid op het vlak van onderzoek en organisatie te vergroten. Voor 2015 is het thema ‘vermindering van agressie incidenten’ gekozen. 2.3.2. Geneesheer-Directeur In 2014 werd er door de overheid hard gewerkt aan de overheveling van de Jeugd-GGZ naar de gemeenten en werd de Jeugdwet, die dit mogelijk moest maken aangenomen. Voor de Jeugd-GGZ heeft dit voor de werkwijze ambulant op onze poliklinieken geen grote wijzigingen opgeleverd, wij blijven werken met de WGBO, maar voor de met deze wet beoogde samenwerking in de sociale wijkteams en bij de intensieve samenwerking met de gesloten jeugdzorg op onze polikliniek De Vork, zou de verantwoordelijkheidsdeling in de zorg en de privacy bescherming wel consequenties kunnen hebben. Daar over is door de geneesheer-directeur, die bij het hele proces van de ontwikkeling betrokken was o.a. door haar contacten met wetgevingsjuristen van VWS, regelmatig overleg geweest met o.a. de voorzitter van de Raad van bestuur. Het focus was daarbij zowel de rechtspositie van de bij ons in behandeling zijnde jeugdigen evenals de rechtpositie van de eventuele tuchtrechtelijke consequenties voor BIG geregistreerde behandelaren. Deelname door de geneesheer-directeur van Triversum aan de begeleidingscommissie van het onderzoek van ZonMW naar de rechtspositie van volwassenen en jeugdigen in de diverse huidige wetten (WGBO/BOPZ/Jeugdwet) met betrekking tot gedwongen zorg en de rechtspositie van hen in de voorliggende wetsvoorstellen ( Wvggz, WZD, WFZ) maakte, dat de rechtspositionele verschillen heel duidelijk voor het voetlicht kwamen. Door de aanbevelingen die er naar aanleiding van dit onderzoek werden geformuleerd, zal de Wet Verplichte GGZ, niet in 2015, maar op zijn vroegst in het begin van 2016 de BOPZ kunnen vervangen. De Wet Verplichte GGZ brengt een aanzienlijke taakverzwaring van de geneesheer-directeuren met zich mee, met meer outreachend werken, intensief contact met ketenpartners en heel veel administratieve taken, waardoor er in overleg met de voorzitter van de Raad van Bestuur gekozen werd voor de vervanging van de huidige geneesheerdirecteur, die in 2015 met pensioen gaat door twee geneesheer-directeuren.
Pagina 19 van 31
Ondanks een flinke reorganisatie door de financiële gevolgen van de transitie van de Jeugd-GGZ in 2015 naar de gemeenten, is er binnen Triversum veel aandacht gebleven voor de reductie van dwangtoepassingen. Door grote inspanningen van de behandelteams m.n. het team van de afdeling acute opname, waar een concentratie van complexe problematiek een forse uitdaging inhoudt, is men er in 2014 in geslaagd om de frequentie van de separaties zowel als de duur ervan met ca 70% t.o.v. 2013 terug te dringen. Een resultaat, dat er mag wezen! Triversum was in 2014 regievoerder voor de intercollegiale consultaties m.b.t. het terugdringen van dwangtoepassingen bij jongeren opgenomen met complexe problematiek. Er was hierdoor een aantal malen intensief overleg met één of meerdere collega-instellingen (van het Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie), waar men een second-opinion kon aanvragen. In totaal vonden er 4 wederzijdse beoordelingen plaats, naast telefonische uitwisseling van expertise door individuele behandelaren. Dit alles met gesloten beurs! De beddenreductie blijft een heet hangijzer. Het bieden van adequate behandeling voor jeugdigen met een RM wordt hierdoor soms bemoeilijkt. Ook hier wordt regelmatig overleg over gevoerd met de collega-instellingen. In 2014 werden er 27 jongeren opgenomen met een IBS (eigenlijk 31, maar bij 4 werd deze binnen 48 uur opgeheven, d.w.z. voordat er een zitting kwam). Het aantal rechterlijke machtigingen komt uit op 19. Er werden 6 voorwaardelijke machtigingen omgezet in een voorlopige machtiging, hetgeen alsnog een opname inhield. Het totaal van gedwongen opnames kwam hiermee op 46 (50). Tweemaal werd een voorwaardelijke machtiging als zodanig verlengd en was ambulante behandeling voldoende.
2.4 Algemeen financieel beleid Het resultaat van Stichting Triversum is in 2014 € 480.267 negatief en is ten opzichte van 2013 gedaald. Het genormaliseerd resultaat bedraagt echter € 55.000 positief. Resultaatratio (nettoresultaat gedeeld door opbrengsten) Resultaatratio Genormaliseerd resultaat Resultaat boekjaar Totaal opbrengsten boekjaar
2013
2014
0.6 % € 294.000 € 163.196 € 26.136.583
-1.9% € 55.000 € - 480.267 € 24.749.012
Het vermogensniveau is in 2014 afgenomen naar 32% (2013: 34%). Een afgegeven norm vanuit de accountant ligt tussen de 20% en 30% voor een organisatie als Triversum. De solvabiliteit is derhalve toereikend en positief. Het eigen vermogen is ten opzichte van 2013 afgenomen als gevolg van het negatief resultaat. De financiële risico’s nemen verder toe door de transitie en daarom is het huidige vermogen noodzakelijk om mogelijke tegenvallers op te vangen. In 2014 is de DBC systematiek van toepassing en is de omzet DBC’s gebaseerd op het schadelastjaar en de richtlijnen conform de verantwoording DBC GGZ Omzet. Het jaar 2014 wordt voor wat betreft de ZVW opbrengsten pas definitief financieel afgewikkeld in het jaar 2016. Dit wordt veroorzaakt doordat zorgverzekeraars nog (aanvullende) materiële controles kunnen uitvoeren. De zorgverzekeraars zijn tot een gezamenlijke set van formele en materiële controlepunten voor schadejaar 2013 gekomen (= Onderzoek controles cGGZ 2013), zodat de controles voor schadejaar 2013 op een meer effectieve en efficiënte wijze uitgevoerd kunnen worden. Dit onderzoek is uiterlijk op 30 april 2016 afgerond. Voor de controle van de DBC opbrengsten van 2014 wordt eenzelfde aanpak verwacht.
Pagina 20 van 31
Door deze externe factoren is voor het financieel resultaat 2014 een accountantsverklaring met beperking van toepassing. Dit geldt voor de gehele GGZ sector en is conform het afgegeven advies van de NBA. In 2014 is het representatiemodel komen te vervallen waardoor er met meerdere zorgverzekeraars verschillende afspraken zijn gemaakt over onder andere de tarieven en het hoofdbehandelaarschap. Daarnaast is per 2014 de Basis-GGZ ingevoerd. Per 1 januari 2015 is de Transitie Jeugdzorg van kracht en zijn er nog (financiële) onzekerheden die zowel voor Triversum als voor de gehele GGZ sector van toepassing zijn. Triversum is in 2014 aangeschoven aan de onderhandelingstafel met de gemeenten en heeft contracten voor 2015 afgesloten en gaat uit van een constructieve samenwerking met gemeenten, nu en in de toekomst. Voor 18+ cliënten heeft Triversum aanvullende afspraken gemaakt met de diverse zorgverzekeraars waarbij geldt dat de goede samenwerking wordt gecontinueerd. Deze ontwikkelingen leiden wel tot financiële risico’s en onzekerheden, waarvoor het aanhouden van een goed vermogensniveau van groot belang is om de komende jaren financieel gezond te blijven. In 2014 heeft Triversum (net als in 2013) nader onderzocht wat de risico’s zijn van de invoering van de NHC op het vastgoed van Triversum. Hieruit is gebleken dat Triversum over het boekjaar 2014 een impairment heeft toegepast van € 170.000 conform de gebouwmethoden methode. Op stichtingsniveau is er geen sprake van een impairmentrisico. Het blijft echter van belang om de vastgoedexploitatie ook in de komende jaren goed te blijven monitoren. De current ratio van Triversum is in 2014 1.12 (2013: 1.17). Een afgegeven norm vanuit de accountant is een current ratio groter dan 1 voor een organisatie als Triversum. Triversum is derhalve voldoende liquide om kortlopende schulden te betalen zonder daarvoor nieuwe financiële bronnen moeten worden aangeboord. Wel zal de liquiditeit mogelijk onder druk komen te staan, door de financieringsverschuiving van zorgverzekeraar naar gemeente en de financiële gevolgen daarvan als gevolg van de Transitie Jeugdzorg in 2015 en de afwikkeling van voorgaande jaren. Een positieve ontwikkeling is dat met de gemeenten nieuwe overeenkomsten afgesloten zijn omtrent de bevoorschotting van het onderhanden werk. Triversum onderhoudt een goede relatie met haar huisbank en informeert deze over de ontwikkelingen binnen Triversum en binnen de GGZ. Het huidig ratio geeft in termen van liquiditeit in ieder geval een goede startpositie voor de toekomst. De totale opbrengsten in het boekjaar 2014 zijn met € 1.387.571 afgenomen ten opzichte van 2013. De belangrijkste oorzaak is de budgetkorting en bijhorende daling van de prijs- en volumeafspraken met de zorgverzekeraars. In 2014 is tevens een aantal bezuinigingsmaatregelen uitgevoerd wat invloed heeft gehad op de opbrengsten: het samenvoegen van de polikliniek Heerhugowaard en Alkmaar; een reductie in aantal bedden in de klinische setting. het sluiten van een logeerhuis Deze bezuinigingsmaatregelen leiden uiteindelijk tot lagere kosten. Verder is er veel aandacht geweest voor de productiviteit per professional en het proactief sturen op key performance indicatoren (bijvoorbeeld bezettingsgraden, ziekteverzuim, etc.) en voor mogelijkheden tot verdere kostenverlaging. Per saldo heeft dit bijgedragen aan een positief genormaliseerd resultaat voor 2014. Met de aanvullende efficiencymaatregelen die Triversum neemt zal de organisatie klaar zijn voor de transitie van de jeugdzorg in 2015 en zich op effectieve en efficiënte wijze kunnen blijven profileren als specialistische kinder- en jeugdorganisatie.
Pagina 21 van 31
Vanuit de administratieve organisatie en interne controle zijn diverse controlewerkzaamheden uitgevoerd. De uitkomsten uit de controlewerkzaamheden geven wat betreft de risicoanalyse een goed positief beeld over de interne beheersing. Dit beeld wordt in 2014 nog extra bevestigd doordat er uit externe controles vanuit de zorgverzekeraars geen materiële controleverschillen naar voren zijn gekomen. De onduidelijkheid in wet- en regelgeving, het hebben van verschillende (tarief)afspraken en de verdere gevolgen van de transitie leidt er toe dat verwacht mag worden dat de budgetten structureel zullen krimpen. Door deze toenemende risico’s, de veranderende omgeving en mogelijke verdere budgetkortingen zullen wellicht aanvullende efficiencymaatregelen moeten worden doorgevoerd. Binnen de organisatie wordt hier zoveel mogelijk proactief mee omgegaan. Dit blijkt ondermeer uit het feit dat Triversum, met het oog op de Transitie in 2015, al in 2014 diverse bezuinigingsmogelijkheden heeft geïmplementeerd. Ook werd aan nagedacht hoe efficiencymaatregelen voor 2015 verder uitgewerkt kunnen worden en, waar mogelijk, al kunnen worden geïmplementeerd. Triversum zal, net als in het verleden, adequaat blijven inspelen op de ontwikkelingen in de markt en zet de komende jaren het beleid voort om een goede exploitatie-, liquiditeit- en vermogenspositie te bewerkstelligen. Op deze manier wordt een stevige basis neergezet om de risico’s ten gevolge van transitie Jeugdzorg en de wijzigingen in regelgeving te kunnen opvangen. De komende jaren zullen voor Triversum een zeer uitdagend worden, waarbij de toekomst met vertrouwen en met een gezonde financiële uitgangspositie wordt tegemoet gezien.
2.5. Opleidingen en Onderzoek 2.5.1. Opleiding Triversum biedt opleidingstrajecten voor meerdere beroepsgroepen, werkzaam in de kinder en jeugdpsychiatrie. Wij vinden het namelijk belangrijk om er mede voor te zorgen dat er voldoende professionals beschikbaar blijven komen. Het betreft ondermeer kinder- en jeugdpsychiaters, klinisch psychologen, psychotherapeuten en gezondheidszorgpsychologen. Verder stelt Triversum stageplaatsen ter beschikking voor de discipline groepsleider/sociotherapeut en voor de opleidingen verpleegkundige (HBO-V) en sociaal pedagogisch hulpverlener (SPH). Triversum beschikt sinds het voorjaar 2002 over de opleidingsbevoegdheid voor het aandachtsgebied kinder- en jeugdpsychiatrie. Opleider is dr. I. Lindhout en plaatsvervangend opleider dr. G. Berden. Er wordt in het kader van deze opleiding intensief samengewerkt met De 'Bascule', academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie te Amsterdam/Duivendrecht (opleider dr. P. Troost). In 2010 waren er gemiddeld 5 artsen in opleiding voor het aandachtsgebied kinder- en jeugdpsychiatrie. Daar de opleidingseisen per januari 2010 drastisch zijn veranderd in het kader van de ‘Herziening Opleidingen en Onderwijs Psychiatrie’, zijn acties ondernomen om aan deze nieuwe eisen te voldoen. Ook in 2014 vroeg dit de nodige aandacht. Voor de gedragswetenschappers fungeert mevr. drs. M. Wansink, klinisch psycholoog, als opleider. Opleidingstechnisch hebben er zich geen specifieke problemen voorgedaan. Het opleidingsklimaat wordt door de opleidelingen als positief gewaardeerd.
Pagina 22 van 31
2.5.2 Onderzoek Triversum participeert in wetenschappelijk onderzoek en heeft een eigen onderzoekscommissie. Deze commissie bestond gedurende 2014 uit: twee psychologen, een psychiater, een sociotherapeut, een onderzoeker (tevens voorzitter) en een secretaresse. Onderzoeksaanvragen De Wetenschapscommissie heeft dit jaar 10 onderzoeksaanvragen behandeld. Dit is vergelijkbaar met de aantallen in 2013 (9) en 2012 (11), en betekent een stijging ten opzichte van de jaren daarvoor (2011 (6), 2010 (5) en 2009 (6)). Lopende onderzoeken 2014 1. ePOD: een fMRI-studie naar de effecten van medicatie (fluoxetine en methylphenidaat) op het brein in ontwikkeling; in samenwerking met het AMC en De Bascule 2. Mentalization-Based Treatment bij adolescenten (MBT-A): een studie naar het effect van MBT bij adolescenten; in samenwerking met University College London. 3. Signaleringsplannen: een studie naar het effect van signaleringsplannen op emotieregulatie; onderzoek in het kader van de opleiding tot klinisch psycholoog 4. Evaluatie DAPP-SF-A: een onderzoek naar de psychometrische kwaliteiten van een vragenlijst voor dimensies van persoonlijkheidspathologie; in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam. 5. Depressie bij LVB-jongeren: een studie naar diagnostiek van depressieve klachten bij jongeren met een licht verstandelijke beperking; onderzoek in het kader van de opleiding tot klinisch psycholoog; in samenwerking met de Universiteit Utrecht. 6. E-mental health, blended D(o)epressie cursus: een pilot-studie naar de effecten van de blended behandelvorm van de D(o)epressiecursus; onderzoek in het kader van de opleiding tot klinisch psycholoog; in samenwerking met de Universiteit Utrecht. 7. Dossieronderzoek KP ‘De Spiegel: een onderzoek naar de patiëntkenmerken en eventuele veranderingen daarin over tijd op een afdeling voor jongeren met persoonlijkheidspathologie; in samenwerking met de Vrije Universiteit. 8. Autitouch II: een onderzoek naar de validiteit van de Autitouch multitouch technologie; in samenwerking met Autitouch B.V. en TNO. 9. TICS (EMTICS, TIC-Genetics, TS-Eurotrain): drie studies naar de oorzaken en het beloop van ticstoornissen bij kinderen en hun families; in samenwerking met Accare en UMC Groningen. 10. TRACE: een onderzoek naar de lange-termijn (kosten)effectiviteit van het Restrictive Elimination Diet bij kinderen met ADHD, vergeleken met care-as-usual of een controledieet; in samenwerking met de Radboud Universiteit Nijmegen, Karakter en Accare. 11. ROMCKAP: een samenwerkingsverband tussen instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie die zich inspannen om op systematische wijze behandelresultaten te meten, zodat de geboden zorg continu geëvalueerd en verbeterd kan worden. 12. ROM-onderzoek Trimbos: een onderzoek onder behandelaren naar het gebruik van ROMdata in de praktijk; in samenwerking met het Trimbos instituut. Publicaties 2014 Berenschot, F., Aken, M. A. G. van, Hessels, C., Orobio de Castro, B., Pijl, Y., Montagne, B., & Voorst, G. van (2014). Facial emotion recognition in adolescents with personality pathology. European Child & Adolescent Psychiatry, 563-570. Bottelier, M. (geaccepteerd voor publicatie). The effects of Psychotropic drugs On the Developing brain (ePOD) study: Objectives and methods of a neuroimaging study in adolescent patients with a psychiatric disorder.
Pagina 23 van 31
Bottelier, M., Schouw, M.L., Klomp, A., Tamminga, H.G., Schrantee, A.G., Bouziane, C. e.a. (2014). The effects of Psychotropic drugs On the Developing brain (ePOD) study: Methods and design. BMC Psychiatry, 14, 48. Henning, D., Zijlstra, B., Tromp, N.B., Koot, H.M., & Dijk, R.C.C.M. van (2014). A psychometric validation of the Dimensional Assessment of Personality Pathology Short Form for Adolescents (DAPP-SF-A). Manuscript in voorbereiding. Ruiters, F.A. (2005-2014). World Wide Wisdom (column). Kind en Adolescent Praktijk. Tromp, N. B., Boer, F., Hutsebaut, J., Catthoor, K., Op ’t Veld, N., & Hartman-Faber, S. (2014). Persoonlijkheidsstoornissen. In F. Verhulst, F. Verheij, & M. Danckaerts (red.). Kinder- en Jeugdpsychiatrie (pp. 521-538). Assen: Van Gorcum. Tromp, N.B., & Koot, H.M. (in druk). Psychometric Qualities of the Dimensional Assessment of Personality Pathology - Short Form for Adolescents. Scandinavian Journal of Child and Adolescent Psychiatry and Psychology, 2. Tromp, N.B., Koot, H.M., Geertjens, L.J.J.M., Wierda, T., & Dijk, R.C.C.M. van (2014). Dimensies van persoonlijkheidspathologie bij adolescenten: Ontwikkeling, psychometrie en praktische toepasbaarheid van de DAPP-SF-A. Kind en Adolescent Praktijk, 108-115. Presentaties 2014 Dijk, R.C.C.M, & Tromp, N.B. (2014). Mentalisation-Based Treatment in clinical adolescents: Practical implications. Third International Congress on Borderline Personality Disorder & Allied Disorders. Rome, oktober. Lindhout, I.E. (2014). Kinder- en jeugdpsychiatrie in de DSM-5. Psychiatersconferentie NoordHolland Noord, thema: DSM 5 classificatie of diagnosticum? Alkmaar, december. Lindhout, I.E. (2014). Schoolweigering in de GGZ. Symposium ziekteverzuim GGD Hollands Noorden. Alkmaar, maart. Tromp, N.B. (2014). Multiple informants in the assessment of personality pathology: Degree of correspondence and its clinical relevance. Third International Congress on Borderline Personality Disorder & Allied Disorders. Rome, oktober. Tromp, N.B. (2014). Persoonlijkheidspathologie bij adolescenten: De DAPP-SF-A. Presentatie op uitnodiging, Jeugdriagg Noord-Holland Zuid. Amstelveen, september. Tromp, N.B. (2014). Persoonlijkheidspathologie bij adolescenten: De DAPP-SF-A. Presentatie op uitnodiging, Triversum polikliniek Alkmaar. Alkmaar, september. Tromp, N.B., & Dijk, R.C.C.M. van (2014). Effectiveness of Mentalisation-Based Treatment in clinical adolescents: The second phase in the study and future developments. Third International Congress on Borderline Personality Disorder & Allied Disorders. Rome, oktober. Wansink-Lokermans M.J.L. & Lindhout, I.E. (2014), Kinderpsychiatrische aspecten SOLK. Gevolgen Centraal. Refereerbijeenkomst kindergeneeskunde MCA. Alkmaar, november. Mtheses 2014 Albrecht, N. (2014). Het effect van Mentalization Based Treatment op persoonlijkheidspathologie bij adolescenten: Een pilot studie. Faculteit der Psychologie en Pedagogiek , Vrije Universiteit Amsterdam. Begeleiding: Noor Tromp en Rob van Dijk. Goot, D. van der (2014). Effectiviteit van MBT-A op internaliserende en externaliserende problematiek in klinische setting: Een pilot studie. Faculteit der Psychologie en Pedagogiek , Vrije Universiteit Amsterdam. Begeleiding: Noor Tromp en Rob van Dijk. Leipoldt, J. (2014). Drop-out op een jeugdafdeling voor klinische psychotherapie: Voorspellende kenmerken bij adolescenten met persoonlijkheidsproblematiek. Faculteit der Psychologie en Pedagogiek , Vrije Universiteit Amsterdam. Begeleiding: Noor Tromp en Rob van Dijk. Vugt, A. van (2014). Het effect van signaleringsplannen op de emotieregulatie van kinderen en jongeren in een klinische setting. Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Universiteit van Amsterdam. Begeleiding: Thessa Mous en Noor Tromp.
Pagina 24 van 31
2.6. Samenleving 2.6.1 Mens Triversum draagt zorg voor de veiligheid van cliënten, bezoekers en medewerkers. Vanaf 2008 neemt Triversum deel aan een centraal georganiseerde spoedeisende psychiatrische hulpverlening (SEPH), gestart op initiatief van GGZ Noord-Holland-Noord. Aan deze crisisdienst wordt deelgenomen door een grote groep GGZ-zorgaanbieders uit de regio. Door deelname aan de SEPH waarborgt Triversum de spoedeisende hulp buiten kantoortijd voor kinderen en jongeren met een psychiatrische crisis. 2.6.2 Medewerker Strategische Personeelsplanning Alhoewel er in 2014 een duidelijk behoefte was aan het verder ontwikkelen van een strategische personeelsplanning, die aansloot bij andere HRM-processen (zoals het functiebouwwerk), heeft Triversum er voor gekozen om zich, ook wat betreft het personeelsbeleid, zich op de eerste plaats te richten op een kunnen tegemoet komen aan de zorgvragen vanuit de verschillende gemeenten. Duurzame inzetbaarheid en zorgprogrammering In 2014 is met het voorstel tot reorganisatie van de ondersteunende diensten een eerste aanzet gegeven om meer verbinding te realiseren tussen de personeelsplanning, kwaliteit van zorg en de bedrijfsvoering. Door het inrichten van een Bedrijfsbureau werd een betere samenwerking met de diverse organisatieonderdelen beoogd. Er werd bij deze reorganisatie rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen. Naar aanleiding van de onzekerheid met betrekking tot de transitie en de te verwachten kortingen zijn er ook een drietal reorganisaties doorgevoerd wat betreft de zorgafdelingen. De afdelingen Klinische Psychotherapie en de Kinderkliniek hebben een groep gesloten (een krimp van een derde van de afdeling). Verder werd een geïntegreerd kindcentrum, de Klim, vormgeven e werden de poliklinieken Alkmaar en Heerhugowaard, inclusief de afdeling PCB, samengevoegd. Sinds maart 2015 zijn deze samengevoegde poliklinieken gehuisvest op één locatie. De diverse reorganisaties resulteren in een reductie van ruim 25 FTE. De functiegroepen waarin bezuinigd werd waren o.a. psychiaters, GZ-psychologen, psychotherapeuten, afdelingssecretaresses, systeemtherapeuten, artsen niet in opleiding, sociotherapeuten, muziektherapeuten, ergotherapeuten, creatief therapeuten en afdelingsmanagers. In overleg met de vakbonden is ervoor gekozen om medewerkers gebruik te laten maken van een vrijwillige vertrekfase. In de groepen waar Triversum gedwongen ontslag verwachtte hebben de medewerkers de mogelijkheid gekregen om vrijwillig te vertrekken tegen een vergoeding op basis van de kantonrechtersformule c=1, met een maximale vergoeding van 40.000,- bruto. In totaal hebben 23 medewerkers gebruik gemaakt van deze regeling. Hiervan hebben 10 medewerkers besloten hun dienstverband volledig op te zeggen en de overige 13 medewerkers hebben een aantal uur van het dienstverband vrijwillig ingeleverd. Na de vrijwillige vertrekregeling was er nog sprake van één boventallige medewerker, deze inmiddels is herplaatst in de organisatie.
Pagina 25 van 31
Flexibele schil Eind juli 2014 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met de Wet Werk en Zekerheid. Deze wet beoogt verbetering van de rechtspositie van flexwerkers door een aantal maatregelen die het oneigenlijk en langdurig gebruik van flexibele arbeidsrelaties ontmoedigen. De maatregelen moeten ertoe leiden dat werkgevers er sneller toe overgaan hun werknemers met een tijdelijk arbeidscontract in vaste dienst te nemen. In april 2013 hebben werkgevers en werknemers een Sociaal Akkoord gesloten met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In dit akkoord is opgenomen dat zorginstellingen zoals Triversum vanaf 01 januari 2015 geen gebruik meer mogen maken van flexwerkers. Als gevolg van deze regelgeving heeft Triversum afscheid moeten nemen van alle medewerkers met een (tijdelijk) nulurencontract door : 1) contracten van rechtswege af te laten lopen of 2) medewerkers een overeenkomst te bieden met een vastgestelde arbeidsduur per week. Hierdoor is de flexibele schil (definitie: alle tijdelijke en oproepovereenkomsten exclusief Wep en stagiaires) afgenomen. Het uitsluitend aanbieden van tijdelijke contracten houdt mede verband met afspraken in de CAO GGZ en in het Doorlopend Sociaal Plan Steeds waardoor medewerkers met een vast dienstverband werkgarantie hebben. Op peildatum 31 december 2014 heeft Triversum 391 geregistreerde medewerkers, waarvan 41 medewerkers met een tijdelijk dienstverband (10,49%). Functioneringsgesprekken In 2014 zijn in totaal 229 functioneringsgesprekken geregistreerd door de afdeling HRM. Dit betekent dat 58,5% van de medewerkers een functioneringsgesprek heeft gehad. Ten opzichte van 2013 (66% van de medewerkers) betekent dit een afname. Speerpunt van beleid voor 2015 wordt om in 2015 het aantal functioneringsgesprekken naar een duidelijk hoger niveau te brengen. Sociaal plan Jaarlijks vindt overleg plaats met de werknemersorganisaties over het Doorlopend Sociaal Plan. Vanwege de op handen zijnde bezuinigmaatregelen is dit plan zeer actueel en heeft Triversum in 2014 tweemaal overleg gevoerd met de vakbonden. Het huidige sociaalplan is gericht op van werk naar werk begeleiding en biedt geen mogelijkheid tot gedwongen ontslag. Het sociaal plan loopt tot en met eind 2015 en is inmiddels door Triversum opgezegd. In 2015 wordt er onderhandeld over een nieuw sociaal plan dat beter is afgestemd op de huidige arbeidsmarkt en op ontwikkelingen binnen de sector. Informatievoorziening In 2014 is de functionaliteit van het salaris- en personeelsinformatiesysteem AFAS Profit verder uitgebouwd zodat in 2015 Employee Self Service (ESS) kan worden geïntroduceerd. De verzuimmodule van het verzuimmanagementsysteem is verder aangepast aan actuele ontwikkelingen en aan de wensen van gebruikers. Personeelsformatie De personeelsformatie (exclusief oproepkrachten en stagiaires, WEPP-ers en Leden Raad van Toezicht) bedroeg op 31 december 2014 in totaal 391 medewerkers.
Pagina 26 van 31
Arbeidsmarkt Het vacaturebeleid is in 2014 wederom geëvalueerd en bijgesteld. Het aanstellingsbeleid heeft vooralsnog een tijdelijk karakter en is per 1 februari 2014 van kracht geworden. Vanaf 1 februari 2014 worden er alleen tijdelijke contracten aangeboden met de duur van één jaar. Vóór afloop van het contract wordt overwogen of verlengen mogelijk is op basis van de volgende criteria: het functioneren van de medewerker de lopende of te verwachten reorganisatie plannen in het kader van bezuinigingen de eventuele herplaatsingkandidaten of boventalligen in het kader van reorganisatie. Op dit aanstellingsbeleid worden geen uitzonderingen gemaakt voor specifieke functies. Voor de logeerhuizen is de afspraak gehandhaafd dat de contracten maximaal met een half jaar worden verlengd. Door de bezuinigingen werd er vooral gekeken naar de mogelijkheden van medewerkers, door binnen dienstverband werkzaamheden er bij te nemen of tijdelijk andere werkzaamheden te verrichten, om bij te dragen aan het bezet houden van essentiële functies. Voor de moeilijk invulbare vacatures is gekozen om een tijdelijke contractant weer terug te vragen en een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden. Vacatures (peildatum 31-12-2014)
Totaal Personeel met patiënt-/cliëntgebonden functies
Totaal aantal vacatures einde verslagjaar 8
Aantal moeilijk vervulbare vacatures einde verslagjaar 1
7
2.6.3 Kwaliteit van werk Medewerkeronderzoek In 2014 heeft er geen vervolgonderzoek plaatsgevonden. De Raad van Bestuur heeft besloten in het voorjaar van 2015 opnieuw een medewerkeronderzoek te laten uitvoeren.
Pagina 27 van 31
Ziekteverzuim Het gemiddelde ziekteverzuimcijfer over 2014 is gestegen ten opzichte van 2013. Het verzuimpercentage over 2014 is 4,67% (2013: 3,87%). Het verzuimcijfer van Triversum ligt onder benchmark (2014: 4,89%). Ziekteverzuimgrafiek Triversum 2012, 2013 en 2014 Bron: Inforay
Ziekteverzuim% per maand Triversum, 2012, 2013 en 2014 jan feb maart april mei 2012 4,33 4,53 4,29 4,39 4,28 2013 5,99 5,72 5,15 4,54 3,49 2014 4,33 5,48 5,31 4,4 4,64
juni 3,55 3,05 4,42
juli aug sept okt nov dec 3,43 3,83 4,07 5,34 5,05 5,22 2,58 2,73 3,92 4,23 3,31 3,88 4,28 3,43 4,61 4,15 5,95 4,78
2.6.4. Meerwaarde maatschappij Milieu Triversum werkt niet met gevaarlijke stoffen en heeft dan ook geen hinderwetvergunning nodig. De organisatie vindt het echter belangrijk om het milieu zo min mogelijk te belasten en daarom wordt afval gescheiden en spannen wij ons in om het gebruik van stroom waar mogelijk te beperken. Zo wordt er gebruik gemaakt van spaarlampen en van intervalschakelaars. 2.6.5. Vertrouwenspersonen ongewenste omgangvormen voor medewerkers van Triversum 2014 was een jaar met veel onzekerheden voor Triversum. Door de bezuinigingen en de transitie naar de gemeenten was er veel onrust over behoud van uren, boventalligheid en de (on)mogelijkheid om herplaatst te worden. De vrijwillige vertrekregeling is een voorbeeld van goed werkgeverschap. Medewerkers gingen nadenken over hun toekomstplannen en maakten een afweging zich hier wel of niet voor aan te melden. Deze vrijwillige fase had een positief effect op het werkklimaat in deze tijd van veel onzekerheid.
Pagina 28 van 31
Er zijn meerdere tevreden medewerkers die van deze regeling gebruik konden maken, maar ook was er onvrede bij enkelen dat richtlijnen (maximaal bedrag)gaandeweg werden aangepast waardoor sommigen ongewild buiten de boot vielen. De interne vertrouwenspersoon (VP) heeft 2 nascholingsmiddagen gevolgd in het kader van de hercertificering bij de landelijke Vereniging voor Vertrouwenspersonen: - Nascholing “Vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen en arbeidsconflicten” In een eerste gesprek met een melder moet de VP in kaart brengen of de melding over een arbeidsconflict (ook wel taakconflict genoemd) gaat of dat er sprake is van ongewenste bejegening op de werkvloer. Bij een taakconflict gaat het over taken en procedures, over (schaarse) middelen en is meestal te herleiden tot ‘toetsbare’ en/of belangenconflicten tussen partijen. In dat geval verwijst een VP de melder vaak naar P&O of bereid ze met de melder bijv. de vragen of een gesprek voor. Het komt ook voor dat een taakconflict ingezet wordt als machtsmiddel om een medewerker te benadelen. Dan is er wel sprake van ongewenste bejegening en is dit het werkterrein van de VP. - Nascholing “De vertrouwenspersoon als begeleider tijdens een klachtenonderzoek” In deze nascholing werd inzage gegeven hoe een klachtencommissie te werk gaat en werd aangescherpt op welke gronden een klacht wel/niet ontvankelijk is. Als VP kan je de klager begeleiden in een klachtenprocedure. De VP hoeft het niet eens te zijn met de klacht; de begeleiding is dan louter procedureel. In maart 2014 is het jaarverslag 2013 van de vertrouwenspersonen besproken met de Raad van Bestuur. In dit gesprek is afgesproken dat de vertrouwenspersonen de melders meer dan voorheen adviseren om hun probleem te bespreken met de RvB als de veroorzaker van het probleem een van de managers is. Hier is door de VP gevolg aan gegeven. Dit bleek vaak toch een te grote stap voor de melders mede gezien de onzekerheid m.b.t. de bezuinigingen en de angst op grond daarvan je baan je verliezen.
Pagina 29 van 31
Meldingen: Jaar
Meldingen
2013
15, waarvan 12 door de interne VP en 3 door de externe VP behandeld zijn
Acties (zie legenda)
A, B, C, D, E, F, H, I
Positie t.o.v. de melder
M/V
Leeftijd
Bij 13 meldingen was de hiërarchische positie van de melder t.o.v. de veroorzaker ongelijkwaardig, bij 2 meldingen was de positie gelijkwaardig
1 man, 14 vrouwen
3 melders tussen de 25 – 35 10 melders tussen de 35 – 50 2 melders van boven de 50
Klacht ingediend ? Nee, alle meldingen konden informeel opgelost worden
Legenda meldingen: A: opvang B: begeleiding C: gesprekken voorbereiden D: doorverwezen naar P&O E: doorverwijzing naar bedrijfsarts F. doorverwijzing in de lijn G: doorverwijzing naar de GGZ H: ondersteuning bij gesprekken I: advies geven
Aard van de meldingen Seksuele intimidatie
Discriminatie
Intimidatie
Pesten
Agressie
Arbeidsconflict
8
2
1 (nonverbaal geweld)
4
De arbeidsconflicten gingen vooral over onduidelijke of niet juist uitgevoerde procedures. - In vergelijking met 2013 was er in 2014 een grotere spreiding over de organisatie van alle meldingen. - De interne VP heeft enkele keren een signaal afgegeven in de organisatie op basis van geruchten en informatie vanuit wandelgangen. - De interne VP heeft een paar keer overleg gehad met de voorzitter van de OR en de Bedrijfsarts. Adviezen: In ons vorige jaarverslag gaven we het advies om extra aandacht te besteden aan het geven en ontvangen van feedback. Naar aanleiding van de meldingen en signalen is naar voren gekomen dat in tijden van grote onzekerheid mensen snel vervallen in bondjesvorming en praten over elkaar en niet met elkaar. Dit advies blijft ook voor het komende jaar staan. Verder adviseren we dat procedures (zoals verbetertrajecten, contracten) helder zijn en vooral ook helder worden uitgevoerd en dat als hierin mutaties zijn dat die wederom helder gecommuniceerd worden. De ervaring leert dat juist bij uitzonderingsgevallen (dus als de procedure niet helemaal passend is bij het probleem, of gaandeweg een traject worden aangepast) ruis en onnodige conflicten kunnen ontstaan. Pagina 30 van 31
3 Toekomst Jaarlijkse bezuinigingen zijn inmiddels een gegeven, zo ook voor de komende jaren. Het jaar 2014 kon niet met een positief resultaat worden afgesloten vanwege incidentele kosten, zoals de kosten ten gevolge van een vrijwillige vertrekregeling. Operationeel was er wel sprake van een positief resultaat over 2014. Dat dit is gelukt is in belangrijke mate te danken aan de grote inzet van alle medewerkers. Voor 2015 wordt een licht positief saldo verwacht. Om dit te realiseren zal, mede door de maatschappelijke eis tot een verder terugdringen van de kosten in de gezondheidszorg, van eenieder werkzaam binnen deze sector nog een grote inzet gevraagd worden. 3.1 Risico’s voor Triversum In 2015 is de transitie jeugdzorg een feit. Inmiddels is duidelijk dat de gemeenten hun inkoop van zorg voor 2016 niet op dezelfde wijze zullen gaan organiseren als in 2014. Gemeentelijke regio’s gaan waarschijnlijk verloren en Triversum zal afspraken moeten maken met ruim 40 individuele gemeenten. Het organiseren van een werkbaar overzicht van alle afspraken en gerealiseerde productie per gemeenten is gestart in 2014 en zal in het begin van 2015 nog de nodige administratieve inzet vereisen. Door de vergaande versnippering van verantwoording is een overhead nodig die niet gedekt wordt door de inkomsten. Er staat dus behoorlijk druk op efficiencymaatregelen, maar of die de toenemende vraag om rapportages kan compenseren is nog maar de vraag. Er zijn uiteraard nog meer risico’s te melden, maar voor Triversum geldt, net als andere zorginstellingen, dat in de periode2014-2016 een goede financiering de belangrijkste doelstelling is.
Pagina 31 van 31