VERGADERING Dinsdag, 11 september 2007 VERSLAGVAN D Commissie Water 0 Commissie Waterkering, Wegen en Vergunningen D Commissie Middelen, Bestuurlijke zaken en Handhaving
B0702469
J. Klepper (voorzitter), A.W. van der Vlies (secretaris 1), H. Peelen (secretaris 2), LA. van Gelder, JJ. Gianotten, J. Heijndijk, J.H. Kalle, J. Lagendijk, W.M. Monshouwer, M.M.L. van Rossum-Gortzak, E.A. Struik, G.C. Trouw (leden)
waterschap
Hollandse Delta
Tevens zijn ter vergadering aanwezig: A.J.W. de Beijer, R. Bosua, J. van den Hoonaard, R.P. Dekker, C.I. Stoutjesdijk, J. Boertje-Roubos (verslaglegging) AFWEZIG MET KENNISGEVING
H . Ka P
AFWEZIG ZONDER KENNISGEVING
VERGADERVERSLAG 1.
Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Presentatie stand van zaken nieuwbouw ,De voorzitter geeft het woord aan de heer J. van den Hoonaard, die een presentatie geeft over de stand van zaken nieuwbouw. De heer Van den Hoonaard antwoordt op een vraag van de heer Lagendijk dat er een aantal partijen is waarvan wij claims verwachten, omdat bepaalde zaken niet naar behoren zijn uitgevoerd. De heer Monshouwer vraagt hoe de ophogingen van de post onvoorzien publiekelijk bekend zullen worden. De voorzitter antwoordt dat dit in een openbare vergadering aan de orde zal worden gesteld, zodat iedereen er kennis van kan nemen. De voorzitter geeft aan dat de 8% verhoging in het licht van de inmiddels gestegen aannemingssommen (15%) en materiaalkosten (6%) en de overige oorzaken die we zojuist vernomen hebben, redelijk is. De heer Van den Hoonaard licht toe dat het nog niet duidelijk is dat de gevraagde extra € 2,5 mio ook daadwerkelijk geheel gebruikt zal worden. Op langere termijn valt er geld terug te verwachten in verband met claims. Op dit moment echter hebben we de verhoging van de post onvoorzien nodig om de werkzaamheden te kunnen continueren. De heer Struik vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot de verkoop van het pand aan de Johan de Wittstraat. De heer Van den Hoonaard geeft aan dat het een goede locatie is en een courant gebouw, hetgeen waarschijnlijk tot een hogere opbrengst zal leiden dan destijds getaxeerd is. Er wordt momenteel gewerkt aan een biedboek, waarop zal kunnen worden ingeschreven. De heer Van den Hoonaard geeft aan dat de VV te zijner tijd compleet geïnformeerd zal worden en dan alles goed kan overwegen. De voorzitter bedankt de heer Van den Hoonaard voor de presentatie. Presentatie stand van zaken calamiteitenzorg, m.n. de dijkbewaking De voorzitter geeft het woord aan de heer Dekker, die een presentatie geeft over de stand van zaken calamiteitenzorg, m.n. de dijkbewaking. Er is door de projectgroep naar gestreefd om op l oktober 2007 de draaiboeken voor de 5 regio's gereed te hebben. Tijdens de presentatie komt naar voren dat er nog de nodige vrijwilligers/medewerkers voor de dijkbewaking nodig zijn, omdat er gewerkt moet kunnen worden met shifts. De voorzitter geeft gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer Heijndijk benadrukt het belang van deze organisatie met het oog op de najaarsstormen. Als bestuurder voelt hij zich medeverantwoordelijk voor een goede dijkbewaking.
Hij vraagt verder aandacht voor het feit dat door de organisatie van de dijkbewaking soms foutieve adresseringen plaatsvinden. De heer Dekker antwoordt dat dit de aandacht heeft, nadat er wat administratieve opstartproblemen zijn geweest. Op een vraag van de heer Heijndijk antwoordt de heer Dekker er een aantal oefeningen per regio ingepland zijn, waarbij m.n. bereikbaarheid en inzetbaarheid prioriteit krijgen. De voorzitter geeft aan dat dit punt regelmatig tijdens bestuurlijk overleg aan de orde komt en dat er in overleg met gemeenten zo breed mogelijk werving van vrijwilligers plaatsvindt. Bij calamiteiten is het beleidscentrum in ons waterschapshuis gevestigd. De heer Van Gelder vraagt of de communicatiesystemen hiertoe regelmatig getest worden. De heer Dekker geeft aan dat bij calamiteiten gewerkt zal worden met honderden portofoons. De voorzitter bedankt de heer Dekker voor de presentatie met toelichting. 2.
Voorstel tot vaststelling van het verslag van de vergadering van 12 juni 2007 Redactioneel: pag. 7, agendapunt 7: De heer Gianotten mist in deze notitie de mening van deze commissie en de VV. Zijnde: het rijk moet flink meebetalen en niet alles afwentelen op de individuele waterschappen waardoor grote verschillen ontstaan. Naar aanleiding van: geen opmerkingen. Het verslag wordt met dank voor de verslaglegging goedgekeurd en vastgesteld.
3.
Ingekomen stukken en mededelingen De voorzitter geeft aan dat er geen ingekomen stukken zijn. De voorzitter meldt dat er bericht van verhindering is ontvangen van de heer H. Kap. De heer Van der Vlies zal om 15.30 uur de vergadering verlaten i.v.m. een andere afspraak. De heer Peelen zal hem vanaf dit tijdstip als secretaris vervangen.
4.
Behandeling van de agenda voor de Verenigde Vergadering van 27 september 2007 a. Goedkeuring objectovereenkomst Lang e weg te Zwijndrecht (VV agendapunt 16) De voorzitter geeft de mogelijkheid tot het stellen van algemene vragen. De heer Monshouwer merkt op dat hij voor agendapunt 16 en 17 dezelfde vraag wil stellen: nl. of er een onderbouwing gegeven kan worden met betrekking tot de meerkosten. De voorzitter antwoordt dat de berekeningen tot stand komen aan de hand van de afspraken die in het verleden zijn gemaakt. De secretaris wijst erop dat in het vorig verslag op pagina 5, ad 4c de onderbouwingsystematiek vermeld staat. Hij merkt verder op dat D&H een overeenkomst aan de commissie voorlegt en dat er dan vertrouwen moet zijn dat deze gegevens correct zijn. Indien er meer details en/of onderbouwing voor ieder voorstel gevraagd worden, betekent dit een (te) grote inspanning van het ambtelijk apparaat. De heer Monshouwer merkt op dat hij verschillende zwakke punten naar boven heeft gehaald ten aanzien van de maaibestekken Beheer en Onderhoud, die hij met medewerkers van de regio heeft besproken. Hij heeft als doel de organisatie te helpen met zijn inzichten. De voorzitter reageert met de opmerking dat het prima is als vermeende manco's worden gesignaleerd en deze worden doorgegeven. De heer Van Gelder voegt toe dat ook hij het bedrag erg laag vindt. De heer Struik geeft aan dat ad punt 6 gesproken wordt over beide objectovereenkomsten, maar er is slechts sprake van één objectovereenkomst in tweevoud. De commissie WWV besluit de Verenigde Vergadering positief te adviseren. b.
Goedkeuring objectovereenkomst voor de Molenweg, Noldijk en het Waalviaduct te Barendrecht en Heerjansdam (VV agendapunt 17)
De voorzitter geeft de mogelijkheid tot het stellen van algemene vragen.
De heer Monshouwer vraagt aandacht voor de situatie rond de nieuwe rotonde aan de Molenweg in Heerjansdam Het is nog niet duidelijk wie de Molenweg beheert: de gemeente of het waterschap. De gemeente heeft parkeerproblemen bij het zwembad, veiligheidsproblemen bij het oversteken bij de voetbalclub De Molenwei en problemen met de verlichting bij De Molenwei. De heer De Beijer geeft aan dat op de betreffende plaats het wegbeheer inderdaad nog niet helemaal helder is. Deze objectovereenkomst gaat echter over het overnemen van het onderhoud van dat deel van de Molenweg dat loopt vanaf de rotonde richting Zwijndrecht. Dit deel is nl. nog in onderhoud bij de Nederlandse Spoorwegen en zal te zijner tijd worden overgenomen door het waterschap. Dit staat dus los van de problematiek genoemd door de heer Monshouwer, die speelt rond de rotonde richting Heerjansdam. De heer Monshouwer vraagt wanneer het duidelijk is van wie de weg is vanaf de rotonde richting Heerjansdam. De secretaris zegt toe dat het antwoord cursief in de tekst zal worden opgenomen. De Molenweg is in 1992 bij besluit van Provinciale Staten van Zuid Holland van de gemeente aan het waterschap overgedragen. Dit geldt voor het gedeelte: "Toekomstige bebouwde komgrens (dit is 480 meter ten noordoosten van de straat genaamd "De Hupse") tot de grens met de gemeente Ridderkerk". De gemeente heeft echter verzuimd het bord "bebouwde kom" te verplaatsen. Vanaf de rotonde richting kern is de gemeente de beheerder. De commissie WWV besluit de Verenigde Vergadering positief te adviseren. c.
Aankoop panden ten behoeve van dijkversterking (W agendapunt 18)
De voorzitter geeft de gelegenheid vragen te stellen. Mevrouw Van Rossum is het met de aankopen eens nu de gelegenheid zich voordoet en adviseert direct tot sloop over te gaan om te voorkomen dat er krakers in de panden trekken. De voorzitter antwoordt dat het de bedoeling is om het pand aan de Wieldrechtse Zeedijk zo spoedig mogelijk te slopen, maar dat het pand aan de Zeedijk nog dienst zal doen als opslagplaats voor de calamiteitenorganisatie. De heer Struik is het met mevrouw Van Rossum eens en vraagt hoeveel panden er nog aan te kopen zijn in de toekomst. Tevens vraagt hij hoe hard de principeafspraken zijn met het ProgrammaBureau van het Hoogwaterbeschermingsprogramma over het declareren van aankopen van panden in het kader van het versterkingsplan en over hoeveel jaar het renteverlies zal lopen dat voor rekening van het waterschap komt. De voorzitter antwoordt op de 3 vragen van de heer Struik. Er vindt momenteel een inventarisatie plaats van nog aan te kopen panden ten behoeve van de dijkversterking, zodat we als waterschap actief kunnen deelnemen. Er is met het ProgrammaBureau gecommuniceerd en de afspraken zijn hard, hetgeen inhoudt dat deze kosten ten behoeve van de dijkversterking gedeclareerd kunnen worden. De uitvoering zal in 2011 plaatsvinden en het renteverlies zal dus zo'n 3 a 4 jaar duren. Hier staat tegenover dat nu het juiste moment is om de panden op een eenvoudige wijze aan te kopen. De commissie WWV besluit de Verenigde Vergadering positief te adviseren. d.
Krediet 2007 planvorming versterking primaire waterkeringen (W agendapunt 19)
De voorzitter licht toe waarom het voorstel wordt gedaan en geeft de gelegenheid om vragen te stellen. De heer Struik merkt op dat hij de 1% voor planvorming door derden jaarlijks terug ziet komen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Stoutiesdiik voor een nadere toelichting. Het betreft hier studies die we op dit moment nog niet aan een specifiek project kunnen toekennen en geeft als voorbeeld de studie naar afsluitbaarheid van het Spui, waarmee we fors zouden kunnen besparen op de totale aanpak. Voor deze onderzoeken hebben we dit
extra krediet. Toerekenen aan specifieke waterkeringsprojecten kan pas later of slechts gedeeltelijk als we daar een verdeelsleutel voor hebben. Om te kunnen werken en een aantal zaken adequaat aan te kunnen pakken is dit extra krediet nu nodig. De voorzitter merkt op dat het voor ons in grote lijnen budgettair neutraal is en we dit dus kunnen toerekenen aan de projecten die we declareren. De heer Gianotten vraagt nog nadere uitleg. De heer Stoutlesdiik antwoordt dat wij met onze eigen boekhoudkundige eisen met het oog op onze eigen comptabiliteitsregels en met name richting Rijkswaterstaat, proberen zo duidelijk mogelijk aan te geven welk deel van welk werk we in het krediet hebben zitten. Er worden dus specifiek planvormingskredieten en uitvoeringskredieten voor een aantal projecten aangevraagd. De commissie WWV besluit de Verenigde Vergadering positief te adviseren. De heer Van der Vlies (secretaris 1) verlaat de vergadering en de heer Peelen (secretaris 2) neemt zijn plaats in. e. Conceptvergaderschema 2008 (W agendapunt 25) De heer Kalle verzoekt om de vergaderingen op de 3e donderdag van de maand te houden in plaats van op de 4e donderdag in verband met raadsvergaderingen. De voorzitter geeft aan dat het schema moet kloppen en dat ernaar gekeken zal worden of het verzoek kan worden ingewilligd. De heer Lagendijk geeft aan dat hij om dezelfde reden als de heer Kalle om aanpassing wil verzoeken. De voorzitter zegt toe in ieder geval met een gemotiveerd antwoord te zullen komen. In D&H d. d. 18 september jl. besproken. De mogelijkheden worden bekeken. De commissie WWV besluit de Verenigde Vergadering positief te adviseren. e.
Samenvattend rapport Begrotingsvergelijking Waterschappen 2007 (W agendapunt 28d) De heer Struik vraagt of de hectaren zijn meegenomen in de berekeningen die gelden voor de bijdrage van de agrarische bedrijven. In het noorden van het land liggen de bijdragen veel hoger. Wanneer de hectaren niet zijn meegenomen, loopt de vergelijking mank volgens hem. De voorzitter geeft het woord aan de heer Bosua. In de begrotingsvergelijking wordt voor alle waterschappen op basis van een aantal belastingplichtige profielen de lastendruk met elkaar vergeleken op een identieke berekeningswijze. Het kan zijn dat de tarieven voor verschillende taken dusdanig van elkaar verschillen dat daar uiteindelijk onvergelijkbare situaties uit voortkomen. Vandaar dat de begrotingsvergelijking ook altijd met enige mate van voorzichtigheid gehanteerd wordt als men lastendruk en tarieven met elkaar gaat vergelijken. Het rapport wordt door de commissie WWV voor kennisgeving aangenomen. f. Bestuursrapportage (BURAP) 1-2007 (W agendapunt 28e) Mevrouw van Rossum merkt op dat de BURAP l - 2007 van 17 juli 2007 is, dus er zullen inmiddels wel wat wijzigingen hebben plaatsgevonden, maar vraagt zich af in hoeverre het reëel is dat de jaarprognose gehaald wordt. Als we naar de stand van zaken kijken op een halfjaar, zitten we nog maar op een laag niveau en de begroting is hier wel op gebaseerd. Mevrouw van Rossum is van mening datje met dit wellicht te hoge ambitieniveau in deze geen recht doet aan de heffingen die je de mensen oplegt. Mevrouw van Rossum stelt voor om het ambitieniveau eventueel wat bij te stellen. De voorzitter antwoordt dat hij begrip heeft voor de opmerking van mevrouw Van Rossum en onderstreept dit met een voorbeeld van pag. 7 uit het rapport waarin zichtbaar is wat tot dusver is gerealiseerd en wat de jaarprognose is. Hij heeft de indruk dat de Begroting voor 2008 de eerste begroting zal zijn die toegespitst is op de huidige situatie. De voorzitter geeft het woord aan de heer Bosua. Het is de taak om bij een bestuursrapportage te komen tot een zo goed mogelijke inschatting voor wat betreft de jaarprognose. Met deze eerste Burap over de eerste 5 maanden van 2007 is het vaak lastig om een goede jaarprognose aan te geven. Veel kosten hebben betrekking op de tweede helft van het jaar, bijvoorbeeld de baggerkosten. De heer Bosua geeft een voorbeeld waaruit blijkt dat de realisatie tot en met de eerste periode een wat vertekend beeld geeft. Toch proberen we op basis van de ons bekende
informatie zo goed mogelijk een inschatting te maken van wat de prognose doet aan het eind van het jaar. De heer Bosua is het met Mevrouw van Rossum eens dat de prognose tot en met deze Burap in feite gelijk geschakeld aan de begroting. De Burap 2 (tot en met september) geeft de prognose echter al een veel verfijnder beeld. Mevrouw Van Rossum merkt op dat door de vergunningenprocedure projecten langer duren, waardoor geld niet op tijd kan worden uitgegeven. De heer Struik vraagt nogmaals aandacht voor de doorlooptijd van onze eigen vergunningen. De voorzitter erkent het probleem en geeft aan ernaar te streven de doorlooptijden te halen die zijn afgesproken, maar er doen zich nogal wat problemen bij de afdeling vergunningverlening voor. In de volgende W ontvangen de W-leden een analyse van wat er gebeurt op de afdeling Vergunningverlening en wat de ontwikkelingen zijn en dat we zullen bezien hoe de regels geharmoniseerd en vereenvoudigd kunnen worden. Door D&H is besloten hiervoor een extern bureau te benaderen om het proces neutraal te beoordelen. Er wordt naar gestreefd om in 2 jaar het proces om te buigen en in die jaren zal wellicht (tijdelijk) personeel ingehuurd moeten worden. De heer Peelen noemt ook de hoge werkdruk die weggewerkt dient te worden. Eerst is er een investering in werkwijze en/of attitude nodig om uiteindelijk aan een werkwijze toe te komen waar je met misschien iets meer personeelsleden de zaken wel tijdig kunt afhandelen. Maar de kosten gaan voor de baat uit dat is duidelijk. De heer Struik merkt op dat het exploitatieoverzicht er prachtig uitziet door de baten van de Nederlandse Waterschapsbank, waarvan we € 8,9 mio ontvangen hebben. De voorzitter antwoordt dat de organisatie zich erop toelegt om de burgers hier zo spoedig mogelijk profijt van te laten hebben. De investeringskredieten worden bijvoorbeeld uit deze baten betaald, zodat de omslagkosten minder snel zullen stijgen. 5.
Belevingswaardeonderzoek waterkering Spijkenisse Dit onderzoek geeft een idee over hoe de burgers denken over ons werk. De voorzitter merkt op dat hij deelneemt aan een begeleidingsgroep op landelijk niveau, die dit voor heel Nederland bekijkt en het belevingswaardeonderzoek waterkering Spijkenisse is door hem ingebracht als bouwsteentje. De commissie neemt dit onderzoek met belangstelling ter kennisneming aan.
6.
Rondvraag De heer Lagendijk heeft klachten gekregen van agrariërs die zaden telen. Er is enorm veel overlast van pluizen die populieren afscheiden. Met name bij de Pruimendijk "sneeuwt" het pluizen. Het college van Burgemeester en Wethouders van Ridderkerk zou dit aankaarten bij Rijkswaterstaat en de heer Lagendijk heeft toegezegd dit bij het waterschap aan te kaarten. De heer Trouw onderstreept dit probleem en geeft als voorbeeld dat dit probleem ook gespeeld heeft bij Voorne-Putten. De enige oplossing is het kappen van de bomen en eventueel andere bomen planten die geen overlast bezorgen. De heer Trouw vraagt dit punt mee te nemen bij nieuwe projecten. De voorzitter erkent dit probleem, maar kan niet toezeggen dat direct tot kap wordt overgegaan, maar wellicht is vervanging door andere bomen of om en om de bomen verwijderen een optie. De voorzitter zegt toe dit probleem aan de organisatie door te spelen, zodat dit in het beleid kan worden meegenomen. De heer Van Gelder vraagt of het waterschap ook aandacht voor de proeven met slimme dijken met glasvezel heeft. De voorzitter speelt de vraag in hoeverre het waterschap gebruik maakt van alternatieve methoden om dijken te versterken door aan de heer De Beijer. De heer De Beijer licht toe dat in eerste instantie toch eerst de traditionele manieren gebruikt worden om de waterkering te versterken en daarnaast wordt pas naar alternatieven gekeken, zoals glasvezel. De ontwikkelingen worden door het waterschap op de voet gevolgd.
De heer Van Gelder vraagt of wij als waterschap een soort voorkeursrecht kunnen krijgen om in aanmerking te komen voor aankopen ten behoeve van de primaire waterkeringen. De heer De Beiier antwoordt dat wij een dergelijk recht niet kennen, maar we hebben wel de mogelijkheid om te onteigenen, maar dit is een optie die we proberen te vermijden. Bij het pand aan de Wieldrechtse Zeedijk, dat van de gemeente was, heeft de gemeente het pand echter wel als eerste aan het waterschap aangeboden. De voorzitter informeert de aanwezigen dat er actief beleid wordt gevoerd op het aankopen van de betreffende panden/percelen. De heer Kalle geeft door dat gebruikers van het fietspad bij Herkingen klagen over de "rand" asfalt die is blijven liggen. De voorzitter merkt op dat er hoogstwaarschijnlijk niets aan zal gebeuren, omdat het geen dringend probleem is. Het betreden van de dijk is voor eigen risico van de gebruikers. De heer Monshouwer stelt een vraag over de W agendapunt 11: Grondaankoop voor Ecologische Verbindingszones nr. 69 (commissie Water). De heer Stoutjesdijk antwoordt dat de gronden die wij verkrijgen geheel benutten voor de waterschapstaken. De heer Monshouwer geeft aan graag in het bezit te komen van de sheets betreffende de presentatie van de akkerranden die gisteren tijdens de commissie Water is gehouden. De voorzitter zegt toe dat de sheets aan de commissieleden zullen worden toegezonden. De sheets zijn toegezonden. 7.
Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor de plezierige wijze van vergaderen en voor hun inbreng en sluit om 16.00 uur de vergadering.
Dordrecht, 11 september 2007 De voorzitter,
De secretaris,