1
De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest
De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest Deel 6 3.1.8 Korting (abattement) op de heffingsgrondslag in het Brusselse
Hoofdstedelijke Gewest A Algemeen Voor aankopen van onroerende goederen die in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn gelegen kan onder bepaalde voorwaarden een vermindering (abattement) van de heffingsgrondslag worden genoten. Het abattement bedraagt 60 000 EUR (algemene regel) of 75 000 EUR indien het onroerend goed gelegen is binnen een ruimte voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting en de stadsvernieuwing zoals afgebakend in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan. Naargelang de plaats waar het onroerend goed is gelegen, bedraagt het maximale financiële voordeel 7 500 EUR (12,5 % van 60 000 EUR) of 9 375 EUR (12,5 % op 75 000 EUR).
B
Primaire vorm van het abattement
In beginsel wordt het abattement enkel toegekend aan de verkrijgers die, op het moment van de overeenkomst tot verkrijging, nog geen volle eigenaars zijn van een ander geheel of gedeeltelijk tot bewoning aangewend of bestemd onroerend goed. Zij genieten dan onmiddellijk van het abattement voor deze nieuwe aankoop (art. 46bis W. Reg.Br). Dit wordt de ‘primaire vorm van het abattement’ genoemd. Om bij de aankoop te kunnen genieten van de vermindering van de heffingsgrondslag, moet aan volgende voorwaarden worden voldaan: – het moet gaan om een aankoop (niet ruil, verdeling …), door één of meer natuurlijke personen, van de geheelheid in volle eigendom, van een in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gelegen onroerend goed, dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning wordt aangewend of bestemd (zie ook regeling Vlaams Gewest, deel 6, 3.1.6 B). Het abattement kan eveneens worden verkregen bij de aankoop van een gebouwd onroerend goed dat nog niet tot bewoning werd aangewend maar dat de koper wil ombouwen tot bewoning. Voor de aankoop van een bouwgrond wordt het abattement uitdrukkelijk uitgesloten. De uitsluiting geldt echter niet voor de verkrijger(s) van een appartement of woonhuis in aanbouw of een appartement of woonhuis op plan, waarvan enkel de waarde van de grond onderworpen is aan het evenredig recht; – de koper(s) mag (mogen) op het ogenblik van de aankoop niet reeds volle eigenaar zijn van een onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd (de zoge-
2
De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest
naamde uitsluitingsregel) (zie ook regeling Vlaams Gewest, deel 6, 3.1.6 B). De onroerende goederen die in aanmerking moeten worden genomen, zijn alle in het bezit zijnde onroerende goederen, ongeacht hun ligging (zelfs in het buitenland). In tegenstelling tot de Vlaamse regeling vormt het bezit van de volle eigendom van een bouwgrond op het ogenblik van de aankoop van een ander onroerende goed dat aan de opgelegde voorwaarden voldoet, geen beletsel voor het recht op het abattement. Verkrijgers die niet aan deze voorwaarde voldoen, kunnen het abattement ook nog achteraf verkrijgen wanneer zij hun andere eigendom(men) binnen een strikte termijn wederverkopen (zie: secundaire vorm van het abattement). In Vlaanderen is die mogelijkheid niet gekend; – de koper of kopers moeten de aankoop van het onroerend goed doen met de bedoeling er hun hoofdverblijfplaats te vestigen. De vestiging als hoofdverblijfplaats moet effectief plaatsvinden binnen de twee jaar voor de aankoop van een woning en binnen de drie jaar voor de aankoop van een appartement/woning in aanbouw of een appartement/woning op plan; – het abattement moet in de te registreren akte (meestal de authentieke verkoopakte) uitdrukkelijk worden aangevraagd. Bovendien moet deze akte een aantal verplichte vermeldingen bevatten (zie art. 46bis W. Reg.Br). Om het toegekende abattement te behouden, moet de aangegane verbintenis rond de vestiging van de hoofdverblijfplaats op de plaats van het aangekochte goed binnen de daarvoor gestelde termijnen worden uitgevoerd. Bovendien moeten de kopers hun hoofdverblijfplaats in verkregen onroerend goed behouden gedurende een ononderbroken periode van minstens vijf jaar vanaf het tijdstip waarop ze hun hoofdverblijfplaats gevestigd hebben in het onroerend goed waarvoor de vermindering is verkregen. Indien de voorwaarden voor het behoud van het abattement niet worden nageleefd, zijn de kopers aanvullende rechten verschuldigd over het bedrag waarmee de heffingsgrondslag werd verminderd. Behalve in geval van overmacht zal dan ook een (verminderde) boete verschuldigd zijn.
C
Secundaire vorm van het abattement
De Brusselse wetgever heeft ook voorzien in een ‘secundaire vorm van het abattement’. Die geldt ten aanzien van degenen die, op het moment van de overeenkomst tot verkrijging, niet voldoen aan de negatieve eigendomsvoorwaarde en die willen verhuizen naar of in het Brusselse Gewest. Als zij de in hun bezit zijnde goederen binnen een periode van twee jaar na de nieuwe aankoop wederverkopen, kunnen zij eveneens van het abattement genieten. Het abattement wordt in dat geval toegekend onder de vorm van een teruggave van een gedeelte van de op de nieuwe aankoop betaalde registratierechten (artikel 2l2bis W. Reg.Br).
3
De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest
Deel 12 3.3
Tarief van de schenkingsrechten in het Brusselse
Hoofdstedelijke Gewest Voor schenkingen van onroerende goederen wordt op het brutoaandeel van elk van de begiftigden een recht geheven, zoals vermeld in de tabellen I tot IV hieronder (art. 131 W. Reg.Br). TABEL I – Schenkingen van onroerende goederen in rechte lijn, tussen echtgenoten en samenwonenden Gedeelte van de schenking in EUR Van
tot (inbegrepen)
Tarief in % In rechte lijn, tussen echtgenoten en samenwonenden
0,01
50 000
3
50 000
100 000
8
100 000
175 000
9
175 000
250 000
18
250 000
500 000
24
Boven
500 000
30
TABEL II – Schenkingen van onroerende goederen tussen broers en zussen Gedeelte van de schenking in EUR Van
tot (inbegrepen)
Tarief in % Tussen broers en zussen
0,01
12 500
20
12 500
25 000
25
25 000
50 000
30
50 000
100 000
40
100 000
175 000
55
175 000
250 000
60
Boven
250 000
65
4
De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest
TABEL III – Schenkingen van onroerende goederen tussen ooms of tantes en neven of nichten Gedeelte van de schenking in EUR Van
tot (inbegrepen)
Tarief in % Tussen ooms of tantes en neven of nichten
0,01
50 000
35
50 000
100 000
50
100 000
175 000
60
Boven
175 000
70
TABEL IV – Schenkingen van onroerende goederen tussen alle andere personen Gedeelte van de schenking in EUR Van
tot (inbegrepen)
Tarief in % Tussen alle andere personen
0,01
50 000
40
50 000
75 000
55
750 000
175 000
65
Boven
175 000
80
Voor schenkingen van woningen kan het in Tabel V hierna vermelde tarief van toepassing zijn. Dat voordelige tarief geldt enkel wanneer: – het gaat om een schenking in rechte lijn, tussen echtgenoten of tussen samenwonenden; – het gaat om de schenking van een woning, dat wil zeggen een onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd. De schenking van een bouwgrond wordt uitdrukkelijk uitgesloten van het voordeeltarief; – de woning gelegen is in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest; – de begiftigde nog geen eigenaar is van een woning; – minstens één van de begiftigden de intentie heeft om er binnen de twee jaar zijn hoofdverblijfplaats te vestigen (zie artikel 131bis W. Reg.Br).
5
De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest
TABEL V – Schenkingen van woningen in rechte lijn, tussen echtgenoten en samenwonenden Gedeelte van de schenking in EUR Van
tot (inbegrepen)
Tarief in % In rechte lijn, tussen echtgenoten en samenwonenden
0,01
50 000
2
50 000
100 000
5,3
100 000
175 000
6
175 000
250 000
12
250 000
500 000
24
Boven
500 000
30
Op schenkingen van roerende goederen wordt over het brutoaandeel van elk van de begiftigden een recht geheven van 3 % voor schenkingen in de rechte lijn en tussen echtgenoten en ermee gelijkgestelde samenwonenden en van 7 % voor schenkingen aan andere personen. Schenkingen van roerende goederen die een overledene heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde die wordt vervuld ingevolge zijn overlijden, worden echter gelijkgesteld met legaten en zijn onderworpen aan het successierecht (art. 131, § 2 W. Reg.Br). Op sommige schenkingen van ondernemingen (volle eigendom van nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwondernemingen, vrije beroepen e.a.) en ook van aandelen van bepaalde vennootschappen wordt, mits aan een reeks voorwaarden wordt voldaan (o.a. voortzetting van de activiteit of behoud van de aandelen gedurende onafgebroken periode van 5 jaar), een recht van 3 % geheven. Onroerende goederen die geheel of gedeeltelijk tot bewoning worden aangewend of zijn bestemd, zijn uitgesloten van de toepassing van dit tarief. Voor de voorwaarden en de toepassingsregels wordt verwezen naar art. 140bis tot 140octies W. Reg.Br.