Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
-1
GRBC / BHG – 19 december 2013
Nota aan de Leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering Betreft : Zesde Staatshervorming / Princiepsbeslissingen / Besturen of instellingen waaraan de overgedragen bevoegdheden worden toegewezen
I.
TOELICHTING
Het institutioneel akkoord van 11 oktober 2011 – en de concrete uitvoering hiervan – is een baken in de geschiedenis van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, niet enkel omdat het Gewest daarbij een rechtvaardiger financiering en constitutieve autonomie is toegekend, maar vooral omdat het hierdoor in essentiële werkgebieden bevoegdheden verwerft die het mogelijk maken nauwer aan te sluiten bij de behoeften van de bevolking. Om zich voor te bereiden op deze nieuwe bevoegdheden heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : 1. op regelmatige basis de sociale partners geïnformeerd ; 2. in januari 2012 een methodologie goedgekeurd voor het onthaal van de overgedragen bevoegdheden [oprichting van 6 themagroepen gesuperviseerd door een overkoepelende taskforce] ; 3. in juni 2012 een « Gewestelijk overlegplatform voor de Zesde Staatshervorming » opgericht, samen met een administratieve cel om de hervorming op te volgen ; 4. de perimeter van het hogervermelde platform in juni 2013 verbreed tot de Gemeenschapscommissies ; 5. de coördinatie verzorgd van de samenstelling van de fiches voor elke van de overdrachten, die vervolgens beknopt zijn samengebracht in een technisch-administratief verslag van de GOB ; 6. in november 2013 de werkgroepen samengebracht die ermee belast zijn de gesprekken over de ontvangende besturen en de sturing van het toekomstig beleid af te ronden. Deze nota beoogt een synthese te maken van de werkzaamheden in de werkgroepen van november 2013 en de Regering een basis te verschaffen voor een princiepsbeslissing over het bestuur / de instelling die elke overgedragen bevoegdheid moet opvangen. De zittende Regering op het moment van de effectieve overdracht van de bevoegdheid [d.w.z. op 1 juli 2014] zal de beleidsoriënteringen moeten bepalen voor de uitoefening van de nieuwe bevoegdheden. Deze nota reikt derhalve slechts op marginale wijze deze oriënteringen aan en enkel wanneer nu al een beslissing noodzakelijk is om te kunnen voorzien in de continuïteit van de openbare dienst. Bovendien zal erover gewaakt worden dat het nieuwe regionale dispositief kadert binnen het overgedragen personeel en budget, zo niet dient het gecompenseerd te worden. II.
OVERDRACHTEN
A] Bevoegdheden Prijsbeheersing
werkgelegenheid-beroepsopleiding
(1) Werkgelegenheid / Beroepsopleiding Preambule - Deskundigengroep :
/
Economie
/
Landbouw
/
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
-2
De bevoegdheidsoverdrachten in de materies « werkgelegenheid-beroepsopleiding » vormen een belangrijke opportuniteit aangezien het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hierdoor weldra de desbetreffende beleidsterreinen kan aanpassen aan de behoeften en de eigenheid van de Brusselse bevolking.
Gezien de complexiteit van bepaalde maatregelen en de nood aan transversale analyse vraagt de regering de ondersteuning van een deskundigengroep die ermee belast wordt enerzijds een diepgaande analyse te maken van het dispositief « doelgroepen » en maatregelen voor lokale tewerkstelling en anderzijds voorstellen te formuleren die een antwoord kunnen bieden op de Brusselse uitdagingen ter zake.
1. Opdrachten van de deskundigengroep :
De deskundigengroep krijgt een mandaat om een analyse uit te voeren en voorstellen te formuleren die, met inachtneming van de reeds uitgevoerde analyses over het huidige gevoerde beleid (gesubsidieerde contractuelen, personeel aangeworven in het kader van de ‘doorstromingsprogramma’s’, …) gericht zijn op een samenhangende, vereenvoudigde en op de Brusselse behoeften afgestemde tenuitvoerlegging van de volgende materies:
a. verminderingen doelgroepen RSZ en activering van de werkloosheidsuitkeringen (met inbegrip van de regionalisering van het Ervaringsfonds, de overdracht van de programma’s « startbaanovereenkomsten in het kader van de globale projecten », « start- en stagebonus voor stagiairs uit het alternerend onderwijs », « werkhervattingstoeslag voor oudere werklozen en eenoudergezinnen »); b. dienstencheques, c. rekening houdend met de princiepsbeslissing sub fiche 6: vaststelling van de optimale voorwaarden voor de uitvoering – door de OCMW’s – van de begeleidingsprogramma’s gericht op de herinschakeling van begunstigden van het leefloon op de arbeidsmarkt (artikelen 60 en 61), en voorstellen om synergieën tot stand te brengen met de activeringsmaatregelen, alsook onderlinge synergieën tussen de OCMW’s; d. rekening houdend met de beslissingen sub fiche 7: vaststelling van de optimale uitvoeringsvoorwaarden voor het beleid voor de werkbegeleiders van de PWA’s.
2. Samenstelling van de deskundigengroep : De leden van de deskundigengroep genieten stuk voor stuk erkenning op het vlak van tewerkstelling en de arbeidsmarkt.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
-
Dhr. Pierre-Paul Maeter (op voordracht van Minister-President Rudi Vervoort) ;
-
Dhr. Daniel Dumont (op voordracht van Minister Evelyne Huytebroeck) ;
-
Dhr. Bruno Vanderlinden (op voordracht van Minister Céline Fremault) ;
-
... (op voordracht van Minister Guy Vanhengel) ;
-
Dhr. Maarten Gerard (op voordracht van Minister Brigitte Grouwels) ;
-
... (op voordracht van Staatssecretaris Bruno De Lille) ;
-
... (op voordracht van Staatssecretaris Christos Doulkéridis) ;
-
Dhr. Robert Plasman (op voordracht van Staatssecretaris Rachid Madrane).
-3
De werkgroep al worden voorgezeten door de deskundige aangesteld door de Minister-President.
De groep zal ten volle kunnen rekenen op de ondersteuning van de betrokken besturen en ION’s, die op verzoek onmiddellijk alle relevante gegevens en middelen moeten overmaken voor de te onderzoeken materies. Op vraag van de deskundigengroep kunnen deze besturen en ION’s er eventueel mee belast worden gerichte studies uit te voeren.
Het secretariaat van de vergaderingen [o.a. uitnodigingen, opstellen van verslagen en van het eindverslag] wordt verzorgd door het BEW en Actiris.
3. Kalender :
-
Aanvang van de werkzaamheden van de deskundigengroep : januari 2014.
-
Overhandiging van het verslag aan de Regering : 27 juni 2014.
4. Begeleidingscomité (een vertegenwoordiger per Kabinet):
-
Startvergadering (begin januari);
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
-
Tussentijds (eind april);
-
Afsluiting (eind juni).
-4
5. Onkostenvergoeding voor de deskundigen :
-
Er wordt een forfaitaire vergoeding van 400 € per vergadering toegekend aan de Voorzitter van de deskundigengroep.
-
Er wordt een forfaitaire vergoeding van 300 € per vergadering toegekend aan elke deskundige.
De vergoedingen worden uitgekeerd van op één of meerdere BA [kosten worden gedeeld door de Ministers] die begin 2014 worden vastgelegd. *** Fiche 1: Controle op de beschikbaarheid van werklozen (paritair beheerde bevoegdheid). 1. Beslissingsbasis. a. Actiris oefent de controle uit op de beschikbaarheid [nota: er zal worden gestreefd naar een kwalitatieve versterking bij de uitvoering van deze omzetting] en de sanctie vanuit een « verzelfstandigde » directie, met invoering van interne colleges (van 3 ambtenaren) belast met de controle en de sanctie, en een Paritair College belast met de beroepen ; b. Structureel overleg met de instellingen voor beroepsopleiding via de gezamenlijke beheerscomités Actiris/Bruxelles Formation en Actiris/VDAB-RDB. c. De GOB (BEW) wordt belast met de voorbereiding en het opstellen van het reglementair kader voor deze bevoegdheid. 2. Standstill. a. De RVA zou het beleid inzake controle en sancties verder blijven uitoefenen tussen 1 juli en 31 december 2014. b. Om de uitoefening van dit beleid door de gewestelijke diensten mogelijk te maken : • moet vastgesteld worden of het niet opportuun is deze opdrachten te delegeren aan de RVA na 31 december 2014, zodat een optimale voorbereiding mogelijk is ; • het BEW en AEE en Actiris zullen een analyse uitvoeren om de bestaande procedures uit te tekenen, alsook de rechten, waarborgen en plichten die behouden moeten blijven. 3. Tijdslijn. a. Eerste kwartaal 2014 : analyse uit te voeren door het BEW en Actiris : • Identificeren van de federale wettelijke normen die omgezet moeten worden in gewestelijke normen (inzonderheid gelet op de regelgeving die specifiek van toepassing is op de actoren van de sociale zekerheid die zijn onderworpen aan het « handvest van de sociaal verzekerde ») ; • Deze omzetting programmeren ; • De rol preciseren die wordt voorbehouden aan de RVA inzake administratieve controle en sancties, en de banden vaststellen tussen deze activiteiten en deze die worden overgeheveld naar het Gewest ; • Het passief omschrijven (nog niet behandelde dossiers van Brusselse werkzoekenden en lopende geschillendossiers) dat in deze overgangsperiode moet worden behandeld de dossiers die moeten worden afgesloten.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
-5
b. Als de overgangsperiode verlengd wordt (verlengde delegatie aan de RVA, mits retributie), een berekening maken van de weerslag hiervan op de begroting en onderhandelingen organiseren om deze verlenging te bewerkstelligen. 4. Volgende legislatuur. Aanpassing van de wetteksten die deze materies regelen : samenwerkingsakkoorden, besluiten, procedures... Fiche 2: Vrijstellingen van beschikbaarheid in geval van studiehervatting of het volgen van een beroepsopleiding (paritair beheerde bevoegdheid). 1. Beslissingsbasis. a. Actiris en de openbare beroepsopleidingsoperatoren bepalen (en de gezamenlijke beheerscomités hechten hun goedkeuring aan) : - de inhoud en de studies en beroepsopleidingen die een uitkeringsgerechtigde werkloze mag hervatten met behoud van zijn uitkeringen ; - het type werklozen dat van deze maatregelen gebruik kan maken. b. De eventuele lijsten met studies en beroepsopleidingen waarvoor een vrijstelling geldt, worden jaarlijks omgezet in een besluit van de Regering. c. Behoud van de « automatische » vrijstelling voor werklozen onder beroepsopleidingscontract met een openbare beroepsopleidingsoperator. d. De GOB wordt belast met de voorbereiding en het opstellen van het reglementair kader voor deze bevoegdheid. e. De overdracht van deze bevoegdheid gebeurt in samenhang met de opvang van de bevoegdheden « Controle op de beschikbaarheid » en « doelgroepenbeleid ». 2. Standstill. Behoud van de huidige voorzieningen tot 1 januari 2015. 3. Tijdslijn. Eerste kwartaal 2014 : analyses uit te voeren door het BEW, dat moet toezien op: • Het uittekenen van de huidige procedures en van de rechten en waarborgen die behouden moeten blijven ; • Aandachtspunt : mogelijke budgetoverschrijdingen voor de voorliggende gesloten omslag en de onderconsumptie die momenteel wordt vastgesteld in Brussel. Het BEW wordt ermee belast na te gaan welke budgetten aan deze overdracht verbonden zijn en welke budgetten eventueel geïmmuniseerd moeten worden. • Indien een verlenging van de overgangsperiode wordt voorgesteld (verlengde delegatie aan de RVA mits retributie) moet gezorgd worden voor een maatregel met het oog op de begrotingsimpact en moeten onderhandelingen worden opgestart om deze verlenging mogelijk te maken (federaal protocolakkoord), waarbij de Regering op regelmatige basis betrokken wordt. Bepalen op welke basis de vrijstellingsvolumes en de bijhorende budgetten worden uitgesplitst. • De uitstaande « lasten uit het verleden » omschrijven (werklozen in opleidings- en studietrajecten). 4. Volgende legislatuur. Aanpassing van de wet- en basisteksten voor een optimaal onthaal van de materie (samenwerkingsakkoorden, besluiten, procedurenota’s...). Fiche 3: Doelgroepenbeleid (paritair beheerde bevoegdheid). 1. Beslissingsbasis. a. Voorbereiding van de regelgeving die aan de GOB wordt toevertrouwd in overleg met het Beheerscomité van Actiris en eventueel de gezamenlijke beheerscomités « Actiris-Bruxelles Formation » / « Actiris-VDAB » ;
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
-6
Tenuitvoerlegging van de maatregelen voor « werkgelegenheid » door Actiris. 2. Standstill. Gelet op de complexiteit van deze materie moet de overschakeling voldoende gespreid in de tijd gebeuren met het oog op de continuïteit van de lopende tewerkstellingsmaatregelen en om ervoor te zorgen dat de verminderingen voor de ondernemingen en de activering van werklozen die via deze maatregelen zijn tewerkgesteld niet worden onderbroken door de omzetting (bv. : uitdovings- of omzettingsprocedures voor maatregelen van onbepaalde duur). 3. Tijdslijn. Eerste halfjaar 2014 : de deskundigengroep heeft als opdracht : a. De toestand voor Brussel te verduidelijken voor wat betreft : • de budgetten voor het doelgroepenbeleid ; • de weerslag van de verschillende maatregelen in het doelgroepenbeleid ; • de verhouding tot de andere tewerkstellingsmaatregelen (met name de « startbaanovereenkomsten » en de « Start- en stagebonus in het alternerend onderwijs ») en de verschillende lokale werkgelegenheidsmaatregelen. b. Een vereenvoudiging van dit beleid voor te stellen en een aanpassing aan de specifieke Brusselse behoeften (meer bepaald ten gunste van de tewerkstelling van jongeren, de collectieve behoeften, de beroepsopleiding, …) in verhouding tot de lokale werkgelegenheidsmaatregelen (PWA, dienstencheques, Art. 60, sociale economie, …). 4. Volgende legislatuur. a. Regeringsbeslissing op grond van het verslag van de deskundigengroep ; b. Overleg met de andere Gewesten/Gemeenschappen met het oog op een harmonisering van de tenuitvoerlegging (de RSZ-verminderingen zijn afhankelijk van de plaats waar de werkgevende onderneming gevestigd is en de uitkeringsactivering van de woonplaats van de aangeworven werkzoekende). c. Bepaalde onderdelen (vermindering werkgeversbijdragen en activering) blijven federaal maar hebben een weerslag op de Gewesten: onderhandeling van een samenwerkingsakkoord over de gegevensuitwisseling enerzijds met de RVA over de activeringen en de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringen en anderzijds met de RSZ voor de verminderingen van de sociale bijdragen. [ter herinnering : de RVA en de RSZ blijven de administratieve en technische operatoren]. b.
Fiche 4 : Dienstencheques. 1. Beslissingsbasis. a. De GOB wordt belast met de voorbereiding en het opstellen van het reglementair kader voor deze bevoegdheid, in overleg met de stakeholders, en dan met name de sociale partners. b. De inhoudelijke tenuitvoerlegging van de bevoegdheid (werkaanbiedingen, sectoren, betrokken werkgevers en werklozen…) en de erkenning van de operatoren worden paritair beheerd. c. Aan de erkenning wordt een verplicht mechanisme verbonden voor een driehoekspartnerschap voor werk (Actiris/Bruxelles Formation-RDB/Ondernemingen) dat het verwerven van nieuwe competenties door de betrokken werklozen moet bevorderen en de evolutie daarvan naar een kwalitatieve betrekking. d. De Regering vaardigt de beslissing over de aanstelling van dienst(en) belast met de erkenning, de controle en de sancties uit vóór het eerste kwartaal 2014 uitgaand van een eerste verslag van de GOB en Actiris (cfr. punt 3, Tijdslijn). 2. Standstill. a. Behoud van de huidige voorzieningen tot in januari 2015. 3. Tijdslijn. - Eerste kwartaal 2014 : de GOB en Actiris leggen een gezamenlijk verslag voor waarin de mechanismen voor de overdracht van de bevoegdheid naar de Gewesten wordt uitgetekend, en dan vooral de overheveling van competenties, uitrustingen en IT-toegangen die vereist zijn voor de overdracht, en de wijze waarop in voorkomend geval de lopende opdracht met de operator
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
-
-7
die de dienstencheques uitgeeft moet worden overgedragen. Eerste halfjaar 2014 : de deskundigengroep heeft de volgende opdrachten : o het over te dragen normatieve kader bepalen en de daaraan verbonden opportuniteiten om aanpassingen door te voeren. Dit zal in verband worden gebracht met de bijhorende fiscale uitgaven. o de relevantie bepalen van het samenbrengen van de controle-/inspectietaken en de sanctionering van de operatoren enerzijds en het beheer van de opdracht voor de dienstencheques (contract met de uitgever van de cheques) anderzijds samen te brengen bij één enkele operator, hetzij het BEW, en van het niet uit elkaar halen van deze opdrachten, rekening houdend met de IT-uitrusting en de integratie van competenties die deze opdrachten vereisen. o Voor wat betreft de zware kost die voor deze maategel wordt verwacht : de denkoefening rond de Dienstencheques verbinden aan deze rond de fiscaliteit en deze eventueel heroriënteren. Pro memorie : de kosten voor dit beleid vallen toe aan de Gewesten maar de terugverdieneffecten blijven federaal (vermindering van de werkloosheidsuitkeringen, toename van de sociale bijdragen, van de personenbelasting en de vennootschapsbelasting …). o De opdrachten van de vele (openbare en privé-) operatoren voor de dienstencheques omschrijven in de globale denkoefening rond de tewerkstellingsmaatregelen van het Doelgroepenbeleid in het BHG rond de gewestelijke bijsturingen en prioriteiten van deze overgedragen tewerkstellingsmaatregelen [gericht naar tewerkstelling van jongeren (jongerenwaarborg), de strijd tegen de langdurige werkloosheid in Brussel, de begeleiding en de opleiding van laaggeschoolde werklozen …]. o Aangezien dit beleid jaarlijks wordt geëvalueerd, dient de deskundigengroep van de gelegenheid gebruik te maken om in zijn verslag de geraamde reële weerslag op de werkgelegenheid te verwerken en voorstellen te formuleren in samenhang met al de maatregelen voor « lokale en buurtjobs » en de specifieke activiteiten van de operatoren van dienstencheques op te nemen in een globalere begeleidingsaanpak die aansluit bij het inschakelingsparcours (coördinatie met de PWA’s, de SPI-cellen bij de OCMW’s, de operatoren van sociale economie …). o Aandachtspunten : Een twaalftal Brusselse PWA’s hebben hun actieterrein verbreed tot prestaties met "dienstencheques", wat inhoudt dat dezelfde regels worden toegepast als bij alle andere operatoren van dienstencheques inzake erkenning, financiering en controle ; De noodzaak om het beheer van de huidige opdracht voor « dienstencheques » te verduidelijken die is toegekend aan het bedrijf "Edenred" (beroep ingediend door Sodexho, de vroegere begunstigde). Verduidelijking brengen in het vraagstuk van de belastingaftrek verbonden aan de dienstencheques, waarvan het bedrag zeer groot is. Wat gebeurt er voor de verdeelsleutel voor deze bedragen (aangezien de personenbelasting als basis voor de verdeelsleutel nadeliger lijkt voor Brussel) ? Wat gebeurt er met de « Adviescommissie voor het opleidingsfonds Dienstencheques » (advies bij de toegestane opleidingen die recht geven op terugbetaling van de opleidingskosten) ?
4. Volgende legislatuur. a. Regeringsbeslissing op grond van het verslag van de deskundigengroep ; b. Rekening houdend met de resultaten van de evaluaties en van het verslag (de maatregel wordt jaarlijks geëvalueerd) en met de globalere denkoefening rond de tewerkstellingsmaatregelen van het doelgroepenbeleid het statuut en de perimeter van de activiteiten van de (openbare en privé) dienstencheque-operatoren heromschrijven en de onmisbare structurele synergieën onderling en met de andere tewerkstellingsmaatregelen voor lokale en buurtjobs vaststellen. Al deze elementen samenbrengen met het inschakelingsparcours, dat een begeleidingscontinuum
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
c.
-8
voor deze doelgroepen kan waarborgen. Legistieke werkzaamheden om een groot aantal teksten aan te passen, waarbij de Samenwerkingsakkoorden met de FOD Financiën en met de RSVZ en met de andere gewesten voor de interregionale weerslag (meer bepaald inzake controle en mobiliteit : vestigingsplaats van de begunstigde werkgever, woonplaats van de werkzoekende gebruiker).
Fiche 5: Beroepservaringsfonds. 1. Beslissingsbasis. Er moet gemeten worden hoe opportuun het behoud van de maatregel is (cfr. punt 4). Hoe dan ook moet de overdracht van deze bevoegdheid gebeuren op een samenhangende en weloverdacht manier ten opzichte van de omzetting van de bevoegdheden « controle op de beschikbaarheid » en « doelgroepenbeleid ». 2. Standstill. Beheer van de ingediende dossiers en bestaande elementen in het perspectief van een mogelijke uitdoving van het mechanisme op 1 januari 2015. 3. Tijdslijn : / 4. Volgende legislatuur. Rekening houdend met de huidige onderbenutting van deze maatregel in Brussel moet een beslissing worden genomen of het opportuun is ze af te schaffen of ze te heroriënteren en te vereenvoudigen. Fiche 6 : Programma’s voor arbeidsmarktbegeleiding van leefloners (art. 60 en 61). 1. Beslissingsbasis. a. Behoud van de tenuitvoerlegging bij de OCMW’s. b. Om in het kader van dit beleid de synergieën met de activeringsmaatregelen, de harmonisering van de regels tussen de OCMW’s en de synergieën tussen de OCMW’s te versterken, zal de deskundigengroep werkpistes voorstellen aan de Regering. c. De budgetten voor dit beleid worden overgeheveld naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. d. De GOB (BPB) wordt belast met deze materie. 2. Standstill. 3. Tijdslijn. 4. Volgende legislatuur. Fiche 7 : Overdracht naar de Gewesten van de arbeidsmarktbegeleiders van de PWA’s en de bijhorende middelen. 1. Beslissingsbasis. a. De Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen blijven gemeentelijke vzw’s die op lokaal vlak paritair worden beheerd en in de Jobhuizen geïntegreerd ; b. Een algemene coördinatie volgens hetzelfde schema als datgene dat momenteel door de RVA wordt uitgeoefend, wordt toevertrouwd aan Actiris met invoering van een samenwerkingsverband en gemeenschappelijke doelstellingen van gemeenten en Gewest. 2. Standstill. Behoud van de bestaande voorzieningen tot in januari 2015. 3. Tijdslijn. a. De opdrachten van de PWA’s opnemen in de globalere denkoefening rond de tewerkstellingsmaatregelen van het doelgroepenbeleid en de gewestelijke prioriteiten die in de overgedragen voorzieningen tot uiting moeten komen. b. Eerste kwartaal 2014 : het BEW en Actiris voeren een evaluatie uit van dit beleid om de reële weerslag op de werkgelegenheid te bepalen en voorstellen te formuleren in samenhang met al
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
-9
de maatregelen voor « lokale en buurtjobs » en de specifieke activiteiten van de PWA’s op te nemen in een globalere begeleidingsaanpak die aansluit bij het inschakelingsparcours. Aandachtspunten: a. Een twaalftal Brusselse PWA’s hebben hun actieterrein verbreed tot prestaties met "dienstencheques " en/of PIOW en richtten een platform op, wat inhoudt dat dezelfde regels worden toegepast als bij dienstenchequebedrijven inzake erkenning, financiering en controle. b. De noodzaak om de opvolging en zelfs het toekomstig beheer van de huidige opdracht voor « PWA-cheques » te verduidelijken met het begunstigde bedrijf "Edenred". c. Verduidelijking brengen in het vraagstuk van de belastingaftrek verbonden aan de PWAcheques waarvan het bedrag niet lijkt te zijn opgenomen in de middelen die met de bevoegdheid worden overgeheveld, terwijl de toelichting bij het wetsontwerp duidelijk stelt dat de Gewesten eveneens bevoegd worden voor de fiscale maatregelen. d. Duidelijkheid brengen over de lasten uit het verleden : geschillen tussen de RVA en de PWA’s over de achterstand van om en bij 60 miljoen die zij zouden moeten terugbetalen aan het opleidingsfonds. 4. Volgende legislatuur. Rekening houdend met de resultaten van de evaluatie en van de globalere denkoefening rond de tewerkstellingsmaatregelen van het doelgroepenbeleid de opdrachten van de PWA’s en hun statuut heromschrijven in verhouding tot de gewestelijke en lokale tewerkstellingsmaatregelen. Fiche 8: Outplacement (paritair beheerde bevoegdheid). 1. Beslissingsbasis. a. Behoud van het bestaande outplacementsysteem voor individuele ontslagen van ontslagen werknemers van ouder dan 45 jaar ; b. Oprichting van een paritaire « reconversiecel » bij Actiris (zoals deze bestaan in de andere Gewesten) bij collectieve ontslagen, in samenwerking met de openbare beroepsopleidingsinstellingen (Bruxelles Formation en VDAB-RDB). 2. Standstill. Eerste kwartaal 2014 : het BEW wordt ermee belast bijkomende informatie te verschaffen over : a. de reeds uitgevoerde evaluaties van de maatregelen « reconversiecellen », zoals deze zijn ingevoerd in Wallonië en in Vlaanderen. b. de evaluaties en oplossingen voor lopende operaties bij de RVA en de RSZ. 3. Tijdslijn. a. Behoud van de bestaande Outplacementvoorziening. b. Aandachtspunt : De begrotings- en menselijke middelen evalueren die noodzakelijk zijn voor de oprichting van de Brusselse Reconversiecel. 4. Volgende legislatuur. a. De legistieke werkzaamheden (ordonnantie, besluiten, ...) verrichten die vereist zijn om deze bevoegdheid in het BHG ten uitvoer te leggen. b. Met de andere Gewesten samenwerkingsakkoorden onderhandelen / sluiten voor ontslagen werknemers van een onderneming in een ander Gewest of omgekeerd. Fiche 9: Betaald educatief verlof. 1. Beslissingsbasis. Beheer door de GOB (BEW) op grond van een jaarlijkse lijst met opleidingen die recht geven op betaald educatief verlof, vastgesteld door de sociale partners (gezamenlijk beheerscomité « ActirisBruxelles Formation » / « Actiris-Vdab »). 2. Standstill. Behoud van de bestaande maatregelen tot 1 januari 2015.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 10
3. Tijdslijn. a. Evaluatie van de legistieke werkzaamheden voor de tenuitvoerlegging van deze bevoegdheid (Samenwerkingsakkoord en omzettingsteksten). b. Specifieke aandacht voor de « erkenningscommissie », en dan meer bepaald voor de samenstelling hiervan : dat gebeurt momenteel paritair (Interprofessionele akkoorden en adviezen van de NAR). 4. Volgende legislatuur. a. Legistieke werkzaamheden verbonden aan het onthaal van de bevoegdheid. b. Samenwerkingsakkoord Gewest/Gemeenschappen voor de organisatie en de erkenning van de opleidingen die hiervoor in aanmerking komen. Fiche 10 : Loopbaanonderbreking in de publieke sector en het onderwijs (paritair beheerde bevoegdheid). 1. Beslissingsbasis. Beheer door de GOB op grond van adviesverstrekking door het Sectorcomité XV. 2. Standstill. De RVA blijft deze bevoegdheid continu uitvoeren tot in januari 2015. 3. Tijdslijn. Eerste kwartaal 2014 : Actiris is ermee belast de perimeter van deze maatregel te verduidelijken (doelgroep, soort loopbaanonderbreking, ...). 4. Volgende legislatuur. a. Aanpassing van de teksten (statuut van het personeel) met het oog op de invoering van deze nieuwe mogelijkheid. b. Harmonisering met de gemeenschapscommissies. Fiche 11 : Economische migratie. 1. Beslissingsbasis. Bevoegdheid toevertrouwd aan de GOB (materie die momenteel al gedeeltelijk door de GOB wordt beheerd). 2. Standstill. Behoud / versterking van de samenwerking met het Federaal niveau en de Gewesten bij de omschrijving van toekennings- en vrijstellingscriteria en de harmonisering van de controles (doelstelling : oneerlijke concurrentie voorkomen). 3. Tijdslijn. a. Bij de regionalisering van deze materie moet rekening worden gehouden met de goedkeuring van Europese teksten die in Belgisch recht moeten worden omgezet. b. Hoe staat het met de « Adviesraad voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers » die momenteel geldt als overlegorgaan op het federaal niveau ? 4. Volgende legislatuur. Aandachtspunt voor de vereiste begrotings- en menselijke middelen. Fiche 12 : Startbaanovereenkomsten in het kader van globale projecten (paritair beheerde bevoegdheid). 1. Beslissingsbasis. a. Maatregel die geïntegreerd moet worden in de globale reflectie van de deskundigengroep (1e halfjaar 2014). b. Indien de maatregel wordt aangehouden : tenuitvoerlegging door Actiris. 2. Standstill.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 11
Behoud van de voorziening tot 1 januari 2015. 3. Tijdslijn : Eerste halfjaar 2014 : de deskundigengroep krijgt als opdracht dit beleid te analyseren en voorstellen te formuleren aan de Regering. 4. Volgende legislatuur. Indien de maatregel wordt aangehouden moeten de omkaderende teksten en procedures worden aangepast. Fiche 13 : Start- en stagebonus in het alternerend onderwijs. 1. Beslissingsbasis. a. Maatregel die geïntegreerd moet worden in de globale reflectie van de deskundigengroep (1e halfjaar 2014). b. Behoud van de voorziening tot 1 januari 2015. 2. Standstill. Behoud van de voorzieningen tot 1 januari 2015. 3. Tijdslijn : Eerste halfjaar 2014 : de deskundigengroep moet uitmaken of het opportuun is om deze maatregel te behouden en/of ze aan te passen om ze efficiënter te maken, rekening houdend met de weerslag die deze kan hebben binnen de context van de overgedragen bevoegdheden. 4. Volgende legislatuur. Beslissing over het behoud van de maatregel in functie van de conclusies van de deskundigengroep : Indien deze wordt aangehouden, moet de toewijzing hiervan worden aangegeven : - Voorstel wetgevende teksten voor het onthaal van de maatregel in het BHG, in overleg met de GOB en Actiris, die moeten toezien de doelstelling tot vereenvoudiging en afstemming op de Brusselse behoeften. - Operationele uitvoering door Actiris en controle door de GOB (BEW).
Fiche 14 : Werkhervattingstoeslag. 1. Beslissingsbasis. Bevoegdheid toevertrouwd aan de GOB (BEW). 2. Standstill : / 3. Tijdslijn. Eerste kwartaal 2014 : het bEW wordt belast met een denkoefening rond de afschaffing van deze voorziening of de vereenvoudiging ervan en een aanpassing aan de Brusselse behoeften. 4. Volgende legislatuur. Budgettaire aandachtspunt : volgens de beschikbare gegevens wordt deze maatregel slechts weinig benut in Brussel: 43 personen (2011) voor in totaal 42.000 €. In werkelijkheid mogen we ons evenwel verwachten aan een grotere weerslag (en bijgevolg aan de behoefte aan een groter budget) binnen de Brusselse context met veel eenoudergezinnen.
Fiche 15: Programma's voor sociale economie. 1. Beslissingsbasis. Bevoegdheid toevertrouwd aan de GOB (die reeds actief is in de sociale economie). 2. Standstill. Behoud van het systeem tot 1 januari 2015.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 12
3. Tijdslijn: / 4. Volgende legislatuur. Uitvoering van het wetgevingstechnische werk dat de bevoegdheidsoverdracht met zich meebrengt. Fiche 16: Uitzendarbeid. 1. Beslissingsbasis. Bevoegdheid toevertrouwd aan de GOB (die reeds deels activiteiten uitoefent die met uitzendarbeid verband houden). 2. Standstill. Behoud van het systeem tot januari 2015. 3. Tijdslijn: / 4. Volgende legislatuur. Er zal overleg moeten plaatsvinden over de synergieën tussen de Brusselse instellingen, waar onder meer de GGC, die toezicht uitoefent over de OCMW's, bij betrokken zal moeten worden. Fiche 17 : Aanpassing van de beheersstructuur van de RVA. 1. Beslissingsbasis. Aanstelling van de Directeur-generaal van Actiris als gewestelijk vertegenwoordiger bij het Beheerscomité van de RVA. 2. Standstill. / 3. Tijdslijn: Eerste kwartaal 2014: Actiris wordt ermee belast: a. duidelijkheid te scheppen omtrent de datum vanaf wanneer de beslissing van kracht zal worden. b. klaarheid te scheppen over het statuut van deze vertegenwoordiging van de Gewesten in de schoot van het Beheerscomité van de RVA: zal de vertegenwoordiging een louter adviserende rol vervullen of zal ze ook stemgerechtigd zijn? c. een systeem voor te stellen voor een systematische uitwisseling van gegevens tussen Actiris en de openbare beroepsopleidingsdiensten voor wat de vergaderingen van het Beheerscomité van de RVA betreft. 4. Volgende legislatuur. / Fiche 86: Beroepsopleiding (bevoegdheid met paritair beheer). 1. Beslissingsbasis. a. Actiris zal optreden als "opdrachtgever" van bijkomende beroepsopleidingsprogramma's die inspelen op specifieke behoeften en voor de financiering ervan instaan; b. de openbare beroepsopleidingsoperatoren zullen ermee belast worden deze bijkomende opleidingsprogramma's zelf of in partnerschap te organiseren. c. op het niveau van de gezamenlijke Beheerscomités zal overleg georganiseerd worden om het hoger bedoelde begrip "opdrachtgever" te verduidelijken. 2. Standstill. / 3. Tijdslijn. / 4. Volgende legislatuur. Aandachtspunt: aan deze bevoegdheid, die geen materie is die van het federale niveau naar de Gewesten overgeheveld wordt, zijn geen nieuwe middelen verbonden. 1. Economie Fiche 56 : Technologische aantrekkingspolen.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 13
Er dient geen enkel beleid overgeheveld te worden. Fiche 57 : Vergunning van handelsvestigingen. 1. Beslissingsbasis. a. Het BROH is bevoegd voor de effectenstudies; b. Het BEW (criterium van de impact op de werkgelegenheid) zal door het BROH geraadpleegd worden over elk nieuw dossier op het gebied van handelsvestigingen; c. regionalisering van de wet betreffende de handelsvestigingen (ook bekend als de "IKEA-wet"): integratie van de effecten van commerciële projecten met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² in de effectenstudies uitgevoerd in het kader van de stedenbouwkundige vergunningen en verplicht effectenrapport voor projecten van 400 tot 1.000 m² groot. >> Wijziging van het BWRO door een nieuwe ordonnantie. d. mogelijkheid bieden dat in de wijziging van het BWRO en de goedkeuring van de nieuwe ordonnantie voor de gemeenten bestemde instrumenten voor ‘commerciële diversiteit’ geïntegreerd worden, zodat ze gepast kunnen antwoorden op de plaatselijke behoeften [noot: de hypothesen zijn evenwel niet gevalideerd, omdat de Europese Commissie oordeelt dat elke beperking van een handelsvestiging die voortvloeit uit economische criteria in strijd is met de 'dienstenrichtlijn']. >> Dit project inzake commerciële gemengdheid zou gelijktijdig gevoerd kunnen worden, indien het door de Commissie aanvaard wordt, en onverminderd de voorrang en hoogdringendheid die verleend wordt aan de regionalisering van de IKEA-wet. 2. Standstill. Eerste semester 2014: 1. Het BROH wordt ermee belast: a. de wijziging van het BWRO voor te bereiden teneinde de verplichting voor handelsvestigingen een effectenstudie/-verslag uit te moeten laten voeren erin op te nemen. b. te zorgen voor coördinatie met de andere 2 Gewesten; 2. Het BEW wordt ermee belast: c. op het juiste moment in te staan voor de overgang van het « Nationaal SociaalEconomisch Comité voor de distributie » om te zorgen voor de continuïteit van het adviesorgaan; d. de gemeenten in te lichten over de oprichting van deze nieuwe instantie; e. de informatie op te vragen met betrekking tot het « Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie », die thans gecentraliseerd wordt bij de FOD Economie. 3. Het BROH en het BEW werken samen in het kader van de bovenstaande punten. 3. Tijdslijn. a. Momenteel loopt een externe studie over de mogelijkheid om een nieuwe ordonnantie en wijziging van het BWRO goed te keuren in overeenstemming met de eisen van de Europese Commissie (krachtens de 'dienstenrichtlijn' staat de Commissie niet langer toe dat de toekenning van een vergunning voor de uitoefening van een activiteit direct afhankelijk wordt gemaakt van een individuele economische test). b. De federale wet zal op 1 juli 2014 afgeschaft worden. Het BROH wordt er voor deze datum mee belast in te staan voor de oprichting van een Adviescomité voor de beroepen (via een uitvoeringsbesluit van de aan te nemen ordonnantie). c. Eerste semester 2014: het BROH wordt ermee belast de nuttige contacten aan te knopen met de administratie van het Vlaamse en het Waalse Gewest om ze te sensibiliseren rond het belang dat hun respectieve regelgeving erin dient te voorzien dat de projecten die aan een effectenstudie onderworpen worden - net als in het BHG - het voorwerp uit moeten maken van een interregionaal overleg. Er dient nagegaan te worden welke bijkomende modaliteiten en overleg deze overdracht en het gebrek aan interregionale vertegenwoordiging in het NSECD,
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 14
desgewenst, via een samenwerkingsakkoord mee zouden kunnen brengen. 4. Volgende legislatuur. Follow-up. Fiche 58: Participatiefonds.
1. Beslissingsbasis.
a. Beheer van de materie door een (op te richten) gespecialiseerd filiaal van de GIMB; b. Afsluiten van een beheersovereenkomst tussen het in punt a. bedoelde filiaal en de GIMB; c. De RvB van het in punt a. bedoelde filiaal zal samengesteld zijn uit 12 leden, waaronder: 6 sociale partners, 3 GIMB, 3 BHR. Het voorzitterschap van de RvB zal uitgeoefend worden door de vertegenwoordiger van de Minister van Economie. Er zullen 2 regeringscommissa-rissen worden aangewezen. d. De GIMB zal haar participatie in het kapitaal van het in punt a. bedoelde filiaal progressief verhogen. 2. Standstill. a. Kredietpool: tijdelijke structuur op federaal niveau die gedurende 8 jaar behouden wordt om het verleden te beheren (lopende kredieten en leningen); b. Dienstenpool: ondertekening van een protocol met de federale overheid om de bestaande activiteiten gedurende 2 jaar in stand te houden (op te stellen overeenkomsten). 3. Tijdslijn. a. Januari 2014: indiening van een ontwerpordonnantie door de Minister bevoegd voor Economie (eventueel samen met voorontwerpen van uitvoeringsbesluiten) houdende organisatie van deze materie en bekrachtiging van de bevoegdheid van het (op te richten) filiaal van de GIMB. b. Februari 2014: vaststelling van de overdracht van middelen en personeel; Het overblijvende personeel in de lichte structuur wordt op een veertigtal mensen geschat. De personeelsleden worden in eerste instantie overgeheveld naar de Gewesten, die vervolgens het personeel van hun keuze kunnen detacheren naar de federale structuur. Aandachtspunt: een groot aantal personeelsleden van het participatiefonds zijn Brusselaar. Ze genieten een duur ‘NBB’-statuut. 4. Volgende legislatuur. a. De verkoop van het gebouw (3000 m²) na de periode van 8 jaar; b. De overdracht van het informaticamateriaal: gedurende 2 jaar zullen de operaties behouden worden via een overeenkomst met de federale structuur. Vervolgens zal het erop aankomen te bekijken of het opportuun is de informaticatools over te hevelen (geraamde kostprijs van het hergebruik van de bestaande software: 4.550.000 €). Fiche 61 : Toegang tot het beroep - vestigingsvoorwaarden. 1. Beslissingsbasis. a. Bevoegdheid toevertrouwd aan de GOB. b. Nood aan structureel en systematisch overleg met de betrokken gespecialiseerde sectoren en actoren (de materie heeft betrekking op talrijke beroepen die tot verschillende beroepssectoren horen). c. De toegangen tot het beroep die vóór de overdracht van deze bevoegdheid geregeld werden door het BHG, blijven beheerd worden door de momenteel bevoegde instellingen / besturen (bv.: ‘EPB-certificateur’ door het BIM).
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 15
2. Standstill. a. Omwille van de complexiteit van de materie is er ook nood aan een voldoende ruime overgangsperiode, opdat de gewestelijke diensten (waaronder de examenjury's en de controleambtenaren) evenals de normatieve teksten klaar zouden zijn. b. Opmaak van de exhaustieve lijst met betrokken beroepen: in principe gaat het om alle beroepen, behalve de dienstverlenende intellectuele beroepen, bepaalde beschermde beroepen, de beroepen die tot de gezondheidszorg behoren. 3. Tijdslijn. d. Eerste semester 2014: het BEW wordt ermee belast de hoofdlijnen voor te stellen voor een aanpassing van deze bevoegdheid aan de Brusselse behoeften (link meer bepaald met de erkende ondernemingsloketten) en pistes voor te stellen voor een harmonisatie met de andere Gewesten / Gemeenschappen (naleving van het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitalen tussen de Gewesten evenals de vrijheid van vestiging). e. Tweede semester 2014: het BEW wordt ermee belast een kaderordonnantie uit te werken, samen met de uitvoeringsbesluiten. 4. Volgende legislatuur. Cf. punt 3. Fiche 62 : Vertegenwoordiging van de Gewesten in de kruispuntbank van ondernemingen. 1. Beslissingsbasis. Aanstelling van een gewestelijk vertegenwoordiger (GOB-BEW) bij het Beheerscomité van de Kruispuntbank van ondernemingen. 2. Standstill: / 3. Tijdslijn: Eerste kwartaal 2014: het BEW wordt ermee belast: a. duidelijkheid te scheppen omtrent de datum vanaf wanneer de beslissing van kracht zal worden. b. klaarheid te scheppen over het statuut van deze vertegenwoordiging van de Gewesten in de schoot van het Beheerscomité van de KBO: zal de vertegenwoordiging een louter adviserende rol vervullen of zal ze ook stemgerechtigd zijn? 4. Volgende legislatuur: / Fiches 63/64/65/66 : Nationale Delcrederedienst / Finexpo / Belgische Maatschappij voor Internationale Investering / Agentschap Buitenlandse Handel. 1. Beslissingsbasis. a. De samenstelling van deze instellingen moet zorgen voor een pariteit Federale Staat/Gewesten bij het besluitvormingsproces. Dit zal plaats moeten vinden door het aantal federale vertegenwoordigers te verminderen, veeleer dan door het aantal leden van de Gewesten te vergroten. b. Het BHG zal in deze instellingen vertegenwoordigd worden door ministeriële vertegenwoordigers. c. Machtiging verleend aan het kabinet van de Minister van Economie om de gesprekken met de federale overheid aan te vatten (de Gewesten zijn nog niet bij de gesprekken betrokken). Het punt zal ter informatie in de vorm van een mededeling ingeschreven worden op de Regeringsvergadering van 27 maart 2014. 2. Standstill: / 3. Tijdslijn: De planning wordt op federaal niveau vastgelegd. Het is belangrijk dat het BHG zo snel mogelijk de gesprekken met de federale overheid kan aanvatten [cf. punt 1 c) hierboven] om de voorbereiding op
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 16
gewestelijk vlak te vergemakkelijken (regelgevende teksten tot wijziging van de samenstellingen die voorbereid moeten worden), alsook dat het betrokken wordt bij de beslissingen aangaande het aantal en het soort vertegenwoordigers. 4. Volgende legislatuur: / 2. Landbouw Fiche 76 : Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (BIRB) 1. Beslissingsbasis. Creatie van een loket bij het BEW om de dossiers te behandelen. De operaties zullen verricht worden door het Waals betalend organisme en/of het Vlaams betalend organisme [vergt het sluiten van een samenwerkingsakkoord met de 2 andere Gewesten]. 2. Standstill. Protocolakkoord tussen het BIRB en de Gewesten tot half oktober 2014, gedeeltelijk te verlengen tot half januari 2015. 3. Tijdslijn. De bevoegdheid zal worden overgedragen op 1 juli 2014. Het BIRB zal evenwel tot half oktober 2014 voor rekening van de Gewesten werken, aangezien dit samenvalt met het FEAGA-jaar (Europees Landbouwgarantiefonds), tijdens hetwelke België rekenschap zal moeten afleggen (bevordering van de uitwisselingen met Europa). 4. Volgende legislatuur. Tweede semester 2014: het BEW wordt ermee belast een samenwerkingsakkoord over de Brusselse dossiers op te stellen en samen met het Vlaamse en het Waalse Gewest te onderhandelen over de inhoud ervan. Fiche 77: Fonds voor landbouwrampen. 1. Beslissingsbasis. Beheer toevertrouwd aan de GOB (BEW). 2. Standstill. / 3. Tijdslijn. / 4. Volgende legislatuur. De toekenningsvoorwaarden die voorzien zijn in de wet van 1976 "betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen" aanpassen aan de gewestelijke context. 3. Prijzencontrole Fiche 68 : Prijzencontrole. 1. Beslissingsbasis. a. Gas-elektriciteit: Brugel [cf. fiche nr. 70]. b. Huurovereenkomsten: BROH [cf. fiche nr. 78]. c. Teledistributie: BEW. d. Water: BIM. 2. Standstill. / 3. Tijdslijn. Eerste kwartaal 2014: analyse en voorstellen mede te delen door het BEW, het BROH en het BIM in het kader van hun respectieve bevoegdheden. 4. Volgende legislatuur.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 17
Aandachtspunt « water »: indien voor 2015 geen tarief wordt vastgelegd, kunnen de tarieven die voor 2014 vastgelegd zijn, verlengd worden. Het zou evenwel beter zijn dit te vermijden om een eventuele bonus of malus niet uit te stellen in de tijd. B] Toerisme De Regering zal zich in een afzonderlijke nota uitspreken over de bevoegdheid « toerisme » (fiches 67 en 68). C] Mobiliteit & Verkeersveiligheid / Energie & Leefmilieu / Dierenwelzijn / Stedenbouw, Huurovereenkomsten, RO 1. Mobiliteit & Verkeersveiligheid Fiche 37 : Wegcode - Bepaling van de snelheidsbeperkingen op de openbare weg, uitgezonderd de autosnelwegen Beslissingsbasis. a. De diensten van Mobiel Brussel zijn bevoegd om de regelgeving inzake het bepalen van de snelheidsbeperkingen op de openbare weg, uitgezonderd de autosnelwegen, voor te bereiden; b. Met het oog hierop zal binnen Mobiel Brussel een Directie Verkeersveiligheid opgericht worden; c. De werking van Mobiel Brussel kan worden geoptimaliseerd om te komen tot een nauwere interne samenwerking tussen de Directies en diensten en de efficiëntie te vergroten. Standstill. / Tijdslijn. Januari 2014: Er wordt aan Mobiel Brussel gevraagd om in te schatten wat de omvang zal zijn van het wetgevend werk dat verricht moet worden om deze bevoegdheid op zich te nemen (Ordonnantie, besluiten ...). Volgende legislatuur. / Fiche 38 : Wegcode - Plaatsing van verkeerstekens Beslissingsbasis. a. De diensten van Mobiel Brussel worden bevoegd voor de voorbereiding van de regelgeving in verband met het plaatsen van verkeerstekens; b. Met het oog hierop zal binnen Mobiel Brussel een Directie Verkeersveiligheid opgericht worden; c. De werking van Mobiel Brussel kan worden geoptimaliseerd om te komen tot een nauwere interne samenwerking tussen de Directies en diensten en de efficiëntie te vergroten. Standstill. Gelet op de noodzakelijke personeelsoverdracht van de federale overheid naar Mobiel Brussel wordt gevraagd dat deze bevoegdheid tot 31 december 2014 federaal zou blijven. Tijdslijn. Mobiel Brussel wordt ermee belast een actieplan uit te werken voor een rationelere verkeerssignalisatie teneinde het aantal borden in de openbare ruimte te beperken. Volgende legislatuur. Fiche 39 : Wegcode - Regelgeving inzake de beveiliging van de lading en de hoogst toegelaten massa en de massa's over de assen van de voertuigen op de openbare weg. Beslissingsbasis. a. De diensten van Mobiel Brussel worden bevoegd voor de voorbereiding van de regelgeving in
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 18
verband met de beveiliging van de lading en de hoogst toegelaten massa en de massa's over de assen van de voertuigen op de openbare weg; b. Met het oog hierop zal binnen Mobiel Brussel een Directie Verkeersveiligheid opgericht worden; c. De werking van Mobiel Brussel kan worden geoptimaliseerd om te komen tot een nauwere interne samenwerking tussen de Directies en diensten en de efficiëntie te vergroten; d. Voor het toezicht op de naleving van de regelgeving inzake de beveiliging van de lading en de hoogst toegelaten massa en de massa's over de assen van de voertuigen op de openbare weg zal er nauw samengewerkt moeten worden tussen Mobiel Brussel en de actoren die bevoegd zijn voor de aspecten "handhaving/sanctionering" van de regelgeving inzake Verkeersveiligheid (federale overheid, gewesten, politiediensten). Standstill. / Tijdslijn. Eerste kwartaal 2014: de regelgeving inzake de beveiliging van de lading en de hoogst toegelaten massa en de massa's over de assen van de voertuigen op de openbare weg vergt het sluiten van een samenwerkingsakkoord dat moet zorgen voor samenhang tussen de verschillende soorten beleid die er op nationaal vlak gevoerd worden. Er wordt in dat verband gevraagd dat Mobiel Brussel de elementen met het oog op dit samenwerkingsakkoord zou voorbereiden. Volgende legislatuur. Aandachtspunt: toezien op de samenhang tussen deze bevoegdheid en het "Goederenplan". Fiche 40 : Wegcode - Regelgeving met betrekking tot het gevaarlijk en uitzonderlijk vervoer. Beslissingsbasis. a. De diensten van Mobiel Brussel worden bevoegd voor de voorbereiding van de regelgeving in verband met het gevaarlijk en uitzonderlijk vervoer, evenals voor de organisatie van de uitreiking van de vergunningen voor uitzonderlijk vervoer en van de certificaten voor het vervoer van gevaarlijke goederen; b. Met het oog hierop zal binnen Mobiel Brussel een Directie Verkeersveiligheid opgericht worden; c. De werking van Mobiel Brussel kan worden geoptimaliseerd om te komen tot een nauwere interne samenwerking tussen de Directies en diensten en de efficiëntie te vergroten; d. Voor het toezicht op de naleving van de regelgeving inzake het gevaarlijk en uitzonderlijk vervoer zal er nauw samengewerkt moeten worden tussen Mobiel Brussel en de actoren die bevoegd zijn voor de aspecten "handhaving/sanctionering" van de regelgeving inzake Verkeersveiligheid (federale overheid, gewesten, politiediensten). Standstill. / Tijdslijn. Eerste kwartaal 2014: de regelgeving met betrekking tot het gevaarlijk en uitzonderlijk vervoer vergt het sluiten van een samenwerkingsakkoord dat moet zorgen voor samenhang tussen de verschillende soorten beleid die er op nationaal vlak gevoerd worden, alsook met het oog op de uitreiking van de vergunningen voor uitzonderlijk vervoer en de certificaten voor het vervoer van gevaarlijke goederen. Er wordt in dat verband gevraagd dat Mobiel Brussel de voorbereidende elementen met het oog op dit samenwerkingsakkoord zou voorbereiden. Volgende legislatuur. a. Toezien op de samenhang tussen deze bevoegdheid en het "Goederenplan". b. Tenuitvoerbrenging van een samenwerkingsakkoord om te zorgen voor samenhang in het op nationaal niveau gevoerde beleid, alsook met het oog op de organisatie van de uitreiking van de vergunningen voor uitzonderlijk vervoer en de certificaten voor het vervoer van gevaarlijke goederen. Fiche 41 : Wegcode - Handhaving-sanctionering van de geregionaliseerde regels
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 19
Beslissingsbasis. a. De GOB (Mobiel Brussel) wordt bevoegd voor de handhaving-sanctionering van de geregionaliseerde regels van de Wegcode; b. Oprichting van een strategisch comité voor de coördinatie en de uitwisseling van gegevens tussen de entiteit "veiligheid-preventie" (zie hieronder fiches 82 tot 85) en Mobiel Brussel; c. De inkomsten verkregen uit de handhaving-sanctionering van de geregionaliseerde regels van de Wegcode zullen bestemd worden voor de financiering van beleidsinitiatieven rond verkeersveiligheid. Standstill. Gelet op de noodzakelijke personeelsoverdracht van de federale overheid naar de gewestelijke entiteit die bevoegd is voor "veiligheid en preventie" wordt gevraagd dat deze bevoegdheid tot 31/12/2014 federaal zou blijven. Tijdslijn. / Volgende legislatuur. / Fiche 42 : Wegcode - Bevestiging van de voogdij van de Gewesten over de aanvullende regelgeving. Beslissingsbasis. a. De diensten van Mobiel Brussel worden bevoegd voor de voogdij over de aanvullende regelgeving; b. Met het oog hierop zal binnen Mobiel Brussel een Directie Verkeersveiligheid opgericht worden; c. De werking van Mobiel Brussel kan worden geoptimaliseerd om te komen tot een nauwere interne samenwerking tussen de Directies en diensten en de efficiëntie te vergroten. Standstill. / Tijdslijn. / Volgende legislatuur. / Fiche 43 : Wegcode - Voorafgaand gewestelijk advies. Beslissingsbasis. a. De diensten van Mobiel Brussel worden bevoegd voor de voorbereiding van het voorafgaand gewestelijk advies over de regels inzake de Wegcode die door de federale overheid uitgevaardigd worden; b. Met het oog hierop zal binnen Mobiel Brussel een Directie Verkeersveiligheid opgericht worden; c. De werking van Mobiel Brussel kan worden geoptimaliseerd om te komen tot een nauwere interne samenwerking tussen de Directies en diensten en de efficiëntie te vergroten. Standstill. / Tijdslijn. / Volgende legislatuur. / Fiche 44 : Wegcode - Voorstel tot wijziging. Beslissingsbasis. a. De diensten van Mobiel Brussel worden bevoegd voor de voorbereiding van de voorstellen tot wijziging van de regels inzake de Wegcode; b. Met het oog hierop zal binnen Mobiel Brussel een Directie Verkeersveiligheid opgericht worden; c. De werking van Mobiel Brussel kan worden geoptimaliseerd om te komen tot een nauwere interne samenwerking tussen de Directies en diensten en de efficiëntie te vergroten. Standstill. / Tijdslijn. /
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 20
Volgende legislatuur. / Fiche 45 : Actualisering van het samenwerkingsakkoord van 17 juni 1991 (gewestgrensoverschrijdende wegen). Beslissingsbasis. Aangezien de uitdagingen in het kader van het samenwerkingsakkoord van 17 juni 1991 transversaal van aard zijn (zo kunnen zij verband houden met mobiliteit, maar ook met ruimtelijke ordening, economie, leefmilieu en werkgelegenheid), zal een « transversaal team » worden samengesteld met vertegenwoordigers van de verschillende besturen (Mobiel Brussel, BROH, ATO, BIM, Economie/Werkgelegenheid), die onder de gezamenlijke leiding komt te staan van de Ministers bevoegd voor vervoer/mobiliteit en de Minister bevoegd voor ruimtelijke ordening (en de MinisterPresident in het geval dat deze niet bevoegd is voor ruimtelijke ordening). Standstill. / Tijdslijn. / Volgende legislatuur. a. Uitvoering van de actualisering van het samenwerkingsakkoord van 17 juni 1991. b. Aandachtspunt: overwegen om de Directie Strategie van Mobiel Brussel te versterken met het oog op de voorbereiding van de regeringsbeslissingen aangaande alle materies inzake intergewestelijke mobiliteit (NMBS, Hoofdstedelijke Gemeenschap). Voor alles wat het spoorwezen aangaat, dient de voorkeur gegeven te worden aan detachering van NMBSpersoneel. Fiche 46 : Overheveling van het Verkeersveiligheidsfonds naar de Gewesten. Beslissingsbasis. a. Oprichting van een "Brussels Verkeersveiligheidsfonds"; b. De GOB (Mobiel Brussel) wordt bevoegd voor het beheer van het Brussels Verkeersveiligheidsfonds; c. De ontvangsten verkregen uit het Brussels Verkeersveiligheidsfonds zullen worden aangewend voor de financiering van beleidsinitiatieven rond verkeersveiligheid. Standstill. / Tijdslijn. / Volgende legislatuur. / Fiche 47 : BIVV - Overheveling van de bevoegdheden Beslissingsbasis. a. De diensten van Mobiel Brussel worden bevoegd voor de luiken verkeersopvoeding, sensibilisering, mobiliteit en infrastructuur, analyse van de gegevens inzake verkeersveiligheid; b. Met het oog hierop zal binnen Mobiel Brussel een Directie Verkeersveiligheid opgericht worden; c. De werking van Mobiel Brussel kan worden geoptimaliseerd om te komen tot een nauwere interne samenwerking tussen de Directies en diensten, de efficiëntie te vergroten en partnerschappen op te zetten; d. De analyses van de gegevens inzake verkeersveiligheid zullen opgenomen worden in een gegevensbank die de gewestelijke instelling die bevoegd is inzake veiligheid en preventie, het BIVV en Mobiel Brussel samen zullen delen. Standstill. Gelet op de overdracht van het BIVV-personeel zullen de bestaande voorzieningen op federaal niveau in voege blijven tot 31/12/2014. Tijdslijn. Eerste semester 2014: Mobiel Brussel wordt ermee belast de elementen voor te bereiden die nodig zijn
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 21
om een samenwerkingsakkoord met de federale overheid op te maken in verband met de bevoegdheden die bij het BIVV blijven (analyse van gegevens in verband met verkeersveiligheid, educatie en sensibilisering, overleg). Volgende legislatuur. Tenuitvoerbrenging van een samenwerkingsakkoord om te zorgen voor samenhang in het op nationaal niveau gevoerde beleid. Fiche 48 : Normering van de verkeersinfrastructuur en controle op de technische normering van de voertuigen Beslissingsbasis. a. De diensten van Mobiel Brussel worden bevoegd voor de voorbereiding van de regelgeving in verband met de normering van de verkeersinfrastructuur; b. De gewestelijke entiteit "veiligheid-preventie" (cf. fiches 82 tot 85) zal bevoegd zijn voor de controle op de technische normering van de voertuigen. Standstill. Eerste semester 2014: Mobiel Brussel wordt ermee belast de elementen voor te bereiden die nodig zijn om een samenwerkingsakkoord in verband met de normering van de verkeersinfrastructuur op te maken. Tijdslijn. 2014-2015 : De Gewesten zullen een samenwerkingsakkoord moeten sluiten dat voor de nodige samenhang in het gevoerde beleid zal moeten zorgen. Volgende legislatuur. Tenuitvoerbrenging van een samenwerkingsakkoord om te zorgen voor samenhang in het op nationaal niveau gevoerde beleid. Fiche 49 : Technische keuring van de voertuigen, homologatie van de voertuigen, de radars en andere instrumenten die gelinkt zijn met de gewestelijke bevoegdheden. Beslissingsbasis. a. De diensten van Mobiel Brussel worden bevoegd voor de regelgeving inzake de organisatie van de technische keuring, de erkenning en het toezicht op de centra voor technische keuring, de toegang tot het beroep van inspecteur bij de technische keuring en de regelgeving in verband met de homologatie van de voertuigen, de radars en andere meetapparatuur; b. Met het oog hierop zal binnen Mobiel Brussel een Directie Verkeersveiligheid opgericht worden; c. De werking van Mobiel Brussel kan worden geoptimaliseerd om te komen tot een nauwere interne samenwerking tussen de Directies en diensten en de efficiëntie te vergroten; d. De diensten van Mobiel Brussel worden bevoegd voor de technische keuring van de voertuigen op de weg en de controle van de radars en andere instrumenten. Mobiel Brussel en de entiteit “veiligheid-preventie” (zie hieronder fiches 82 tot 85) zullen alle nuttige informatie uitwisselen tijdens de bijeenkomsten van het in fiche 41 bedoelde strategisch comité. Standstill. Gelet op de nodige financiering van de centra voor technologische controle en de personeelsoverdracht van het federale niveau naar het Gewest, wordt voorgesteld om deze bevoegdheid federaal te laten blijven tot 31/12/2014. Tijdslijn. Eerste semester 2014: a. Mobiel Brussel wordt belast met de voorbereiding van de elementen die nodig zijn met het oog op de opmaak van een samenwerkingsakkoord over de regelgeving inzake de technische keuring (met inbegrip van de gegevensuitwisseling met de Kruispuntbank van de Voertuigen) en de homologatie van de voertuigen, de radars en andere meetapparatuur teneinde voor de nodige samenhang te zorgen tussen de verschillende soorten beleid die er op nationaal vlak gevoerd worden.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 22
b. Homologatie van de voertuigen: gelet op de moeilijkheden die zich stellen bij het binnen een redelijke termijn verlenen van de homologatie van voertuigen, zal Mobiel Brussel voortgaan met het project dat erop gericht is de meeste operationele activiteiten te delegeren aan een vzw (in oprichting onder de naam “Type Approval Belgium”), die gezamenlijk beheerd wordt door de Gewesten en de privé-sector (Agoria, Febiac, Federauto en GOCA). Volgende legislatuur. Tenuitvoerbrenging van een samenwerkingsakkoord om te zorgen voor samenhang in het op nationaal niveau gevoerde beleid. Fiche 50: Rijopleiding – Rijscholen – Examencentra. Beslissingsbasis. a. De diensten van Mobiel Brussel worden bevoegd voor de regelgeving in verband met de rijopleiding, de rijscholen en de examencentra. b. Met het oog hierop zal binnen Mobiel Brussel een Directie Verkeersveiligheid opgericht worden. c. Via een optimalisering van de organisatie van Mobiel Brussel kan gestreefd worden naar een nauwere interne samenwerking tussen de Directies en diensten en een verhoging van de efficiëntie. d. Opzetten van een samenwerking met de Gemeenschappen en “Bruxelles-Formation” laten blijven fungeren als erkend examencentrum voor de opleiding van bus-, autocar- en vrachtwagenchauffeurs en als centrum voor voortgezette opleiding. Standstill. In het licht van de nodige financiering van de examencentra en de personeelsoverdracht van het federale niveau naar het Gewest, wordt voorgesteld om deze bevoegdheid federaal te laten blijven tot 31/12/2014. Tijdslijn. Eerste semester 2014: Mobiel Brussel wordt belast met de voorbereiding van de elementen die nodig zijn met het oog op de opmaak van een intergewestelijk samenwerkingsakkoord dat het mogelijk moet maken om persoons- en rijbewijsgegevens uit te wisselen via de « Kruispuntbank van de rijbewijzen ». Volgende legislatuur. Tenuitvoerbrenging van een samenwerkingsakkoord om te zorgen voor samenhang in het op nationaal niveau gevoerde beleid. Fiche 51: Regelgeving en controle op de binnenscheepvaart, inclusief de politionele bevoegdheid (artikel 11 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980). Beslissingsbasis. a. De diensten van Mobiel Brussel worden bevoegd voor de voorbereiding van de regelgeving in verband met de binnenscheepvaart. b. Het komt toe aan de volgende Directeur-Generaal van Mobiel Brussel om te bepalen welke Directie van Mobiel Brussel bevoegd wordt. c. De Haven van Brussel wordt bevoegd voor de controle op de binnenscheepvaart, inclusief de politionele bevoegdheid (artikel 11 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980). Standstill. Eerste semester 2014: Mobiel Brussel wordt belast met de voorbereiding van de elementen die nodig zijn met het oog op de opmaak van een intergewestelijk samenwerkingsakkoord dat het mogelijk moet maken om persoons- en rijbewijsgegevens uit te wisselen via de Kruispuntbank van de rijbewijzen. Tijdslijn. / Volgende legislatuur. Tenuitvoerbrenging van een samenwerkingsakkoord om te zorgen voor samenhang in het op nationaal niveau gevoerde beleid, op basis van de Europese reglementering.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 23
Fiche 52-53-54: Spoor [Vertegenwoordigers van de Gewesten in de raden van bestuur van de entiteiten van de NMBS-groep / Bijkomende gewestelijke financiering / GEN-dienst]. Beslissingsbasis. c. Aangezien de uitdagingen in verband met spoorwegmateries transversaal van aard zijn (zo hebben zij betrekking op mobiliteit, maar ook op ruimtelijke ordening, wanneer het bijvoorbeeld gaat om de grondreserves), zal een « transversaal team » worden samengesteld met vertegenwoordigers van de verschillende besturen (Mobiel Brussel, BROH, ATO, BIM, Economie/Werkgelegenheid), die onder de gezamenlijke leiding komt te staan van de Ministers bevoegd voor vervoer/mobiliteit en de Minister bevoegd voor ruimtelijke ordening (en de Minister-President in het geval dat deze niet belast is met de uitoefening van de bevoegdheid inzake ruimtelijke ordening). d. Het BHG zal in de RvB van de entiteiten van de NMBS-groep vertegenwoordigd worden door politieke vertegenwoordigers (kabinetten, …). Standstill. / Tijdslijn. / Volgende legislatuur. Aandachtspunt: de Directie Strategie van Mobiel Brussel moet meer middelen ter beschikking krijgen om de Regeringsbeslissingen in verband met spoorwegaangelegenheden voor te bereiden. Voor alles wat spoorwegaangelegenheden aangaat, dient de voorkeur gegeven te worden aan de detachering van NMBS-personeel. Fiche 55: Intergewestelijke mobiliteit rond Brussel. Beslissingsbasis. Aangezien de uitdagingen op dit vlak transversaal van aard zijn (zo kunnen zij verband houden met mobiliteit, maar ook met ruimtelijke ordening, economie, leefmilieu en werkgelegenheid), zal een « projectteam » worden samengesteld met vertegenwoordigers van de verschillende besturen (Mobiel Brussel, BROH, ATO, BIM, Economie/Werkgelegenheid), die onder de gezamenlijke leiding komt te staan van de Ministers bevoegd voor vervoer/mobiliteit en de Minister bevoegd voor ruimtelijke ordening (en de Minister-President in het geval dat deze niet belast is met de uitoefening van de bevoegdheid inzake ruimtelijke ordening). Standstill. / Tijdslijn. / Volgende legislatuur. Aandachtspunt: de Directie Strategie van Mobiel Brussel moet meer middelen ter beschikking krijgen om de Regeringsbeslissingen in verband met intergewestelijke mobiliteit voor te bereiden. 1) Energie & Leefmilieu
Fiche 70: Distributietarieven voor elektriciteit en gas. 1. Beslissingsbasis. BRUGEL wordt als gewestelijke regulator bevoegd om de distributietarieven vast te leggen en goed te keuren, overeenkomstig het wijzigingsontwerp van de ordonnantie « betreffende de organisatie van de gas- en elektriciteitsmarkt », die de Regering op 24 oktober 2013 in eerste lezing heeft goedgekeurd. 2. Standstill. Indien BRUGEL geen nieuwe tarieven vastlegt voor 2015, kan het de voor 2014 vastgelegde tarieven verlengen. Het zou evenwel beter zijn dit te vermijden (de tarieven zijn immers al verlengd in 2013 en 2014) om een eventuele bonus of malus niet uit te stellen in de tijd. 3. Tijdslijn. a. De ontwerpordonnantie betreffende de tarieven is in 1 ste lezing goedgekeurd door de Brusselse Regering.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 24
De bevoegdheid zal worden overgedragen op 1 juli 2014. De 2 VTE's die BRUGEL nodig heeft om deze nieuwe bevoegdheden uit te oefenen, zullen niet overgeheveld worden van de CREG (nationale regulator). De Regering zal er derhalve aandachtig op moeten toezien dat BRUGEL in staat is om haar nieuwe bevoegdheid uit te oefenen door uiterlijk tegen 1 juli 2014 een overdracht van personeel of gepaste middelen te laten plaatsvinden. 4. Volgende legislatuur. De tarieven voor het lopende jaar en 2014 zijn vastgelegd door de CREG. De volgende Regering zal er evenwel aandachtig op moeten toezien dat BRUGEL in staat is om snel over te gaan tot de vaststelling van de distributietarieven voor gas en elektriciteit. BRUGEL moet ten laatste in december 2014 de tarieven voor 2015 vastleggen. b. c.
Fiche 71 : Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). 1. Beslissingsbasis. Het BIM wordt belast met het beheer van de lopende dossiers van het FRGE. 2. Standstill. / 3. Tijdslijn. a. Eerste trimester 2014: het BIM zal, in samenwerking met het Woningfonds, het huidige financierings- en kapitalisatiemechanisme van het FRGE alsook de invulling van het bedrag van 7 miljoen € (kapitaal, personeelsmiddelen, werkingskosten, ...) bestuderen en trachten te verduidelijken; b. April 2014: op basis van de door het BIM en het Woningfonds bezorgde gegevens geeft de Regering een werkgroep de opdracht over te gaan tot een evaluatie van (1) de relevantie van het FRGE-systeem op puur gewestelijk niveau en (2) de mogelijke bestemming van het Brusselse gedeelte van het budget van 7 miljoen €. 4. Volgende legislatuur. Te bepalen op grond van de verkregen gegevens van het BIM en het Woningfonds en de conclusies van de gemandateerde WG. Fiche 72: Naleving van de regelgeving in verband met de doorvoer van afvalstoffen. 1. Beslissingsbasis. a. Het BIM wordt bevoegd voor de verwerking van de aanvragen voor en de controle op de doorvoer van afvalstoffen. b. IJveren voor de oprichting van een interministeriële commissie (IMC) over deze materie. c. Een werkgroep de opdracht geven om de partners te bepalen waarmee het BIM zal moeten samenwerken. 2. Standstill. Te bepalen afhankelijk van het feit of er een IMC komt of niet. 3. Tijdslijn. / 4. Volgende legislatuur. / Fiche 73: Nucleaire export. 1. Beslissingsbasis. De Regering steunt het sluiten van een samenwerkingsakkoord om de samenwerking rond het nucleaire exportbeleid te vergemakkelijken. De Minister bevoegd voor de uitvoer, invoer en doorvoer van wapens wordt in dit verband gemandateerd. 2. Standstill. / 3. Tijdslijn. /
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 25
4. Volgende legislatuur. / Fiche 74: Optimalisering van de werking en versterking van de rol van de « Nationale Klimaatcommissie » / Instelling van een klimaatresponsabiliseringsmechanisme. 1. Beslissingsbasis. Het BIM is bevoegd voor de opvolging van de Nationale Klimaatcommissie, alsook voor het berekenen en evalueren van de doelstellingen die vastgelegd zijn in de Nationale Klimaatcommissie. Het BIM zal de meerjarentrajecten voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen organiseren. 2. Standstill. / 3. Tijdslijn. / 4. Volgende legislatuur. / Fiche 75: Substitutierecht. 1. Beslissingsbasis. De Regering steunt de invoering van een substitutierecht ten voordele van de federale staat, zoals bepaald in het institutioneel akkoord van 11 oktober 2011. 2. Standstill. / 3. Tijdslijn. / 4. Volgende legislatuur. / 2) Stedenbouw / Huisvesting / Ruimtelijke Ordening
Fiche 78: Woninghuur, handelshuur en pacht. 1. Beslissingsbasis. a. Het BROH is bevoegd voor alle huurovereenkomsten (woninghuur, handelshuur en pacht). b. Het BROH zal overleg plegen met het BEW en Atrium over de specifieke kwestie die gevormd wordt door woningen boven handelszaken op de benedenverdieping. 2. Standstill. / 3. Tijdslijn. Eerste semester 2014: het BROH krijgt de opdracht een studie te verrichten om na te gaan in hoeverre het opportuun is om de wetgeving aan te passen aan de specifieke toestand in Brussel. 4. Volgende legislatuur. Eventuele aanpassing van de wetgeving op de huurovereenkomsten. Fiches 79 en 80: onteigeningsprocedure / aankoopcomités 1. Beslissingsbasis: a. Uitwerking van de regels in verband met onteigeningen: GOB (BROH). b. Raming van de waarde van te koop aangeboden goederen: GOB (BGF) c. Overdracht van het personeel van het aankoopcomité naar het territoriaal platform waarin voorzien is door het ontwerp van GPDO, dat de Regering op 26 september 2013 heeft goedgekeurd. d. Vermits het noodzakelijk bleek een overgangsfase in te stellen tussen de formele bevoegdheidsoverdracht en de oprichting van het territoriaal platform, akkoord om de desbetreffende bevoegdheden tijdelijk te laten uitoefenen door de Gewestelijke Grondregie. e. Principieel akkoord over de wijziging van de ordonnantie van 23 februari 2006 « houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle »,
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 26
doordat artikel 100 van deze ordonnantie het Gewest verplicht voor zijn vastgoedverrichtingen een beroep te doen op het federaal aankoopcomité (ontwerp van wijzigingsordonnantie uit te werken door het BFB, in overleg met het BGF). 2. Standstill. / 3. Tijdslijn. a. Eerste trimester 2014: de Grondregie krijgt de taak te onderzoeken op welke manier de lopende procedures (onteigening, aankoop, verkoop, ruiling, ...) voortgezet zullen worden. b. Beslissing over de overdracht van de bevoegdheden naar het territoriaal platform: halverwege december 2013. c. Principiële beslissing over de juridische vorm van het territoriaal platform: halverwege december 2013. d. Formele oprichting van het territoriaal platform: januari 2015. e. Nog te bepalen tijdschema voor de wijziging van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle. 4. Volgende legislatuur Formele oprichting van het territoriaal platform. 3) Dierenwelzijn
Fiche 87: Dierenwelzijn. 1. Beslissingsbasis. Het BIM is bevoegd voor alle materies die verband houden met dierenwelzijn. 2. Standstill. / 3. Tijdslijn. / 4. Volgende legislatuur. a. Bepalen hoe samengewerkt zal worden met het FAVV. b. Een database aanmaken met de identificatiegegevens van de honden. c. Een budget en een procedure vastleggen voor de inbeslagname en bestemming van dieren. D]
Lokaal bestuur / Justitie / Overige
Fiches 30 / 31: Positief injunctierecht en samenwerking bij het uitstippelen van het strafvervolgingsbeleid. 1.
Beslissingsbasis. De Minister-President wordt aangesteld als afgevaardigde Minister bij de Minister van Justitie voor het uitoefenen van het positief injunctierecht. b. Modaliteiten voor het uitoefenen van het injunctierecht: uitoefening van dit recht op beslissing van de BHR, op verzoek van de functioneel bevoegde minister. c. Modaliteiten voor het samenroepen van het College van Procureurs-Generaal: beslissing van de BHR, op verzoek van de functioneel bevoegde minister. d. Vertegenwoordiging van het Gewest op de bijeenkomsten van het College van ProcureursGeneraal: Minister-President. 2. Standstill. / 3. Tijdslijn. Het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende het misdaad- en veiligheidsbeleid werd eind 2013 reeds goedgekeurd door het Overlegcomité. 4. Volgende legislatuur. Afstemming met de entiteit die bevoegd is voor veiligheid - preventie (cf. verder, fiches 82 tot 85). a.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 27
Fiches 82 tot 85: Federaal Crisiscentrum / Rampenfonds / Grootstedenbeleid / Provinciale instellingen. 1. Beslissingsbasis. a. Buiten de GOB een entiteit sui generis oprichten, die onder het rechtstreekse gezag van de Minister-President de opdracht zal krijgen om de thans versnipperde bevoegdheden / gegevens te coördineren. Ter bevordering van de leesbaarheid zal in de verdere toelichting naar deze ‘entiteit’ verwezen worden als het ‘Brussels Ministerie van Binnenlandse Zaken’. b. Uitschrijven van een opdracht met het oog op de aanstelling van een juridische dienstverlener die de BHR moet bijstaan bij het oprichten van het Brussels Ministerie van Binnenlandse Zaken (BruBiZa) en nauwkeurig bepalen van de bevoegdheden / opdrachten ervan. BruBiZa zou hypothetisch gezien samengesteld kunnen zijn uit / instaan voor: (1) operationele diensten van de Gouverneur; (2) diensten van het Brussels Observatorium voor Veiligheid en Preventie; (3) « Directie specifieke initiatieven » van het BPB; (4) diensten “Fonds Europese Toppen” van de FOD Binnenlandse Zaken; (5) strikt provinciale (d.w.z. niet-veiligheidsgerelateerde) bevoegdheden van de Gouverneur (wapens, paspoorten, consulaire diensten, ...); (6) binnen een transversaal strategisch comité onder leiding van BruBiZa, een nauwere samenwerking opzetten met: - Mobiel Brussel, voornamelijk in het kader van de opdrachten met betrekking tot ‘handhaving – sanctionering’ en ‘preventie’ die het toegewezen krijgt [cf. fiches 41, 46, 48, 49, 51]; - het “BPB – Gesubsidieerde werken” bij het bepalen van de investeringen in veiligheid (openbare verlichting, schoolomgeving, woningen, ...); - het “BPB – Toezicht op de Plaatselijke Besturen” om een optimale financiële controle op de politiezones te waarborgen; - het BROH (Directie ‘Stadsvernieuwing’) voor de materies die raakvlakken hebben met het preventie- en veiligheidsbeleid en aansluiten bij het stadsbeleid. In dit kader wordt het ‘Grootstedenbeleid’ beheerd door de Directie ‘Stadsvernieuwing’ van het BROH, in samenwerking met BruBiZa; - alle voormelde besturen werken actief samen om BruBiZa in staat te stellen een compleet en samenhangend ‘Gewestelijk Veiligheidsplan’ op te maken. (7) integratie van de vzw « Forum » en de initiatieven ter preventie van het schoolverzuim; (8) aandachtspunt: de hoge ambtenaar staat in voor de uitoefening van de bevoegdheden die verband houden met de burgerlijke veiligheid, met uitzondering van de politiebevoegdheid. Deze hoge ambtenaar blijft ten aanzien van de federale staat (Justitie, Binnenlandse Zaken) verantwoordelijk voor de uitoefening van de federale bevoegdheden, maar staat onder de verantwoordelijkheid van de Minister-President. 2. Standstill. Voor de nog door te hakken knopen zal een beroep gedaan worden op (externe) juridische ondersteuning met het oog op de oprichting van de entiteit en diens toekomstige wisselwerking met de preventie- en veiligheidsactoren. 3. Tijdslijn. a. Offerteaanvraag voor de verlener van juridische ondersteuning: december 2013. b. Analyse van de offertes: januari 2014. c. Overhandiging van een analyse en voorstellen: april 2014. d. Verlenging van de opdracht van de externe dienstverlener op grond van een ordonnantie: nog te bepalen. 4. Volgende legislatuur. Goedkeuring van een kaderordonnantie op basis van een ontwerp van de BHR. Fiche 89: Gezamenlijke decreten.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 28
/ Fiche 90: Volksraadpleging. 1. Beslissingsbasis. De praktische organisatie van een eventuele volksraadpleging toevertrouwen aan de GOB (BPB). 2. Standstill: / 3. Tijdslijn. / 4. Volgende legislatuur. / Fiche 91: Openbaar ambt (administratief en geldelijk statuut van de eigen ambtenaren - « APKB »). 1. Beslissingsbasis. De hervorming maakt de deelstaten bevoegd voor het administratief en geldelijk statuut van hun ambtenarenkorps. Momenteel lopen onderhandelingen (tweede lezing) over een nieuw statuut, dat de bepalingen integreert die opgenomen zijn in het koninklijk besluit tot vastlegging van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren (van toepassing op de Gewesten). De onderhandelingen in ‘sector XV’ zijn begonnen op 9 december 2013. De Raad van State zal zich over de tekst uitspreken voordat deze in derde lezing voorgelegd wordt aan de Regering (uiterlijk in april 2014). 2. Standstill: / 3. Tijdslijn: Het nieuwe statuut zal in het licht van de uitoefening van de nieuwe overgehevelde bevoegdheden in voege treden in juli 2014. 4. Volgende legislatuur. Aandachtspunt: de maxima van de wedden, die vastgesteld worden door de federale overheid, hebben een impact op de pensioenen. E]
Overgedragen fiscale uitgaven
Fiches 59 en 60: Interfederalisering van het NIS en deelname van de Gewesten aan het INR. 1. Beslissingsbasis. Interfederalisering van het NIS: a. Oprichting van een IMC « statistiek », die het interfederaal platform voor statistiek moet bekrachtigen. Dit platform zal erkend worden als Interfederaal Instituut voor Statistiek. b. Raad van Bestuur: • Paritaire samenstelling Federaal - Gewesten. • De Gemeenschappen zijn vertegenwoordigd als waarnemer. • Gezamenlijke financiering (werkingskosten en secretariaat). Deelname van de Gewesten aan het INR: a. Raad van Bestuur: • Effectieve aanwezigheid van de Gewesten - pariteitsbeginsel Federale Overheid - Gewesten. • Gemeenschappen aanwezig als waarnemer. • Omvang van het secretariaat en gezamenlijke financiering hiervan. • • •
b. Wetenschappelijke comités: Wetenschappelijk comité voor de nationale rekeningen – Vertegenwoordiging BHG 1 BISA + 1 BFB. Wetenschappelijk comité voor de economische begroting – Vertegenwoordiging BHG 1 BISA + 1 BFB. Wetenschappelijk comité voor de prijsobservatie en -analyse – Vertegenwoordiging BHG 1 BISA + 1 BEW.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 29
•
Oprichting van een wetenschappelijk comité voor de boekhouding van de publieke entiteiten dat als opdracht zal hebben om adviezen te verstrekken in het kader van de ESR-regelgeving – vertegenwoordiging BHG 1 BISA + 1 BFB en/of BPB, naargelang van de behandelde onderwerpen. 2. Standstill Regelgeving die van kracht is tot aan de goedkeuring van een nieuw samenwerkingsakkoord: a. Wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, met het oog op de hervorming van het apparaat voor de statistiek en de economische vooruitzichten van de federale regering. b. Samenwerkingsakkoord van 26 mei 1999 tussen de Federale Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen. c. Ministerieel besluit van 28 december 1995 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Raad van Bestuur van het Instituut voor de Nationale Rekeningen 3. Tijdslijn. De interfederalisering van het Nationaal Instituut voor de Statistiek en de integratie van de deelstaten in het Instituut voor de Nationale Rekeningen zullen in januari 2014 voorgelegd worden aan het Overlegcomité. Voor het overige onbepaald tijdschema. 4. Volgende legislatuur a. Weerslag op de begroting - verdeling van de secretariaatskosten (beperkte weerslag). b. Stemming van de ordonnantie houdende instemming met het samenwerkingsakkoord. Fiche 81: Agentschap voor patrimoniale informatie. 1. Beslissingsbasis. Gemeenschappelijk beheer van de patrimoniale informatie in de ruime zin van het woord, die vervat is in de verschillende authentieke bronnen (voor de Federale Overheid: registratierechten, hypotheek, successierechten, kadaster, geografie; voor de Gewesten: aanvullende gegevens afkomstig uit hun eigen gegevensbanken, zoals bijvoorbeeld stedenbouwkundige gegevens, nutsleidingen, enz.). 2. Standstill: / 3. Tijdslijn: Eerste trimester 2014: de Regering belast het Bestuur Gewestelijke Fiscaliteit (BGF) ermee een tijdschema op te stellen voor de oprichting van het API en de aanpassing van de wetgevingen. 4. Volgende legislatuur: / Fiche 92 : Rekenhof [De parlementen van de deelstaten zullen het Rekenhof, in voorkomend geval tegen betaling, opdrachten kunnen toevertrouwen. Artikel 180 van de Grondwet zal worden geactualiseerd om met de nieuwe opdrachten van het Rekenhof rekening te houden]. De Regering neemt akte van deze nieuwe mogelijkheid. Fiches 94 tot 99 [Belastingverminderingen of -kredieten voor de eigen woning / Belastingverminderingen en -kredieten voor de uitgaven voor de beveiliging tegen diefstal of brand van een woning / Belastingverminderingen of -kredieten met betrekking tot de uitgaven voor het onderhoud en de restauratie van beschermde eigendommen / Fiscale uitgaven ‘energiebesparing’ / Fiscale uitgaven ‘dienstencheques' / Belastingvermindering - Grootstedenbeleid (renovatie van woningen)] 1. Beslissingsbasis Het Bestuur Gewestelijke Fiscaliteit (BGF) wordt bevoegd gemaakt voor de overgedragen fiscale uitgaven.
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
- 30
Eventuele wijzigingen van de regelgeving moeten worden doorgevoerd in synergie met het basisbeleid en in overleg met de besturen die instaan voor het beheer van de desbetreffende bevoegdheden (bv. dienstencheques, huisvesting, leefmilieu, ...), alsook met het BFB. 2. Standstill: geen wijziging van de fiscale wetgeving alvorens een evaluatie hiervan heeft plaatsgevonden (zie punt 4). 3. Tijdslijn: Overdracht van de bevoegdheid: 1 juli 2014. De overgedragen kredieten zullen bepaald worden op basis van het aanslagjaar 2015 (inkomsten 2014). 4. Volgende legislatuur: Zodra de bevoegdheden zijn overgedragen, is het aangewezen om over te gaan tot een beoordeling van de efficiëntie van de fiscale uitgaven qua beleidsgerichtheid (hulp bij het kopen van een woning, energiebesparingen, tewerkstellingsbeleid, ...). Tevens moet bijzondere aandacht uitgaan naar de vorm van de stimulus: fiscaal (belastingvermindering, belastingkrediet) of niet-fiscaal (premie). Indien wijzigingen van de regelgeving overwogen worden, is het aanbevolen om deze door te voeren in synergie met het basisbeleid en in overleg met de instanties die instaan voor het beheer van de desbetreffende bevoegdheden (bv. dienstencheques, huisvesting, leefmilieu, ...). Verder is het nodig over te gaan tot een analyse van de budgettaire houdbaarheid bij ongewijzigd beleid.
III.
OPENBAAR AMBT & ICT
A]
Openbaar ambt
(1) De Staatssecretaris bevoegd voor het Openbaar Ambt wordt ermee belast om, in samenwerking met de cel « Staatshervorming » van het secretariaat-generaal van de GOB: a. op 16 januari 2014 aan de BHR de gedetailleerde lijst voor te leggen met de belangrijkste aantrekkelijke voordelen die gekoppeld zijn aan het statuut van de ambtenaren van de GOB [maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, tweetaligheidspremie, verlofdagen, gratis MIVBMTB-abonnement, kilometervergoeding voor de fiets, …] en de voornaamste ION's waarop de bevoegdheidsoverdrachten betrekking hebben; b. in de loop van februari 2014 een ontmoeting te hebben met de vakbonden (Federaal / Comité B) om hen de nodige informatie te verstrekken; c. de relevante statutaire informatie zo snel mogelijk bekend te maken via de portaalsite van het BHG en verder ook een e-mailadres aan te maken en te verspreiden onder de betrokken FOD's om de federale ambtenaren een contactpunt te bieden waarop ze terecht kunnen met hun vragen. (2) De cel « Staatshervorming » van het secretariaat-generaal van de GOB dient tegen eind februari 2014 aan de gewestelijke overkoepelende taskforce een stand van zaken te bezorgen over de ambtenarij en de gebouwen. Voorafgaandelijk moet zij (tegen eind januari 2014) in de fiches alle gegevens integreren met betrekking tot het door de federale overheid overgedragen personeel. B]
ICT (1) Stand van zaken van de acties ondernomen door het CIBG per 12 december 2013: zie nota van het CIBG in bijlage. (2) De cel « Staatshervorming » van het secretariaat-generaal van de GOB dient tegen eind februari 2014 samen met het CIBG aan de gewestelijke overkoepelende taskforce een stand van zaken te bezorgen op het vlak van ICT, met in elk geval aandacht voor de volgende punten:
Staatshervorming /Princiepsbeslissingen
• • • • IV.
- 31
Bestaande informaticatools. Bijkomende te ontwerpen informaticatools. In de administratie de nodige vaardigheden integreren om te kunnen omgaan met de ICT-tools (ICT-opleiding). Wettelijk kader voor gegevensuitwisseling (persoonlijke levenssfeer).
Voorstel van beraadslaging
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering: 1. neemt akte van deze nota en in het bijzonder van de aanwijzing van de besturen / instellingen waaraan de verschillende overgedragen bevoegdheden worden toegewezen; 2. zal begin 2014 een info-moment organiseren in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement (met alle betrokken Brusselse Ministers); 3. belast elke Minister ermee met het oog op de uitvoering van deze nota de nodige instructies te geven aan de besturen / instellingen waarover hij gezag uitoefent; 4. belast de Minister bevoegd voor Werkgelegenheid ermee in januari 2014 de bijeenkomst voor de installatie van de deskundigengroep te beleggen; 5. belast de Staatssecretaris bevoegd voor het Openbaar Ambt met de uitvoering van de beslissing vervat onder III. A; 6. belast de cel « Staatshervorming » van het secretariaat-generaal van de GOB ermee een algemene boordtabel op te stellen met het oog op de follow-up van de uitvoering van deze beslissing, en hierover in de week van 24 maart 2014 een stand van zaken voor te leggen aan de gewestelijke overkoepelende taskforce; 7. belast de cel « Staatshervorming » van het secretariaat-generaal van de GOB ermee de gewestelijke overkoepelende taskforce tegen eind februari 2014 een stand van zaken voor te leggen in verband met de ambtenarij, de gebouwen en op het vlak van ICT (cf. sub punt III); 8. belast de cel « Staatshervorming » van het secretariaat-generaal van de GOB ermee om tegen eind januari 2014 in elke fiche de gegevens te integreren met betrekking tot het overgedragen personeel; 9. belast de Minister-President ermee de follow-up van de uitvoering van deze beslissing te coördineren. Deze beslissing wordt onmiddellijk ter kennis gebracht.
Rudi VERVOORT Minister-President