VSO
SO
School Ondersteunings Profiel
(SOP)
De Opperd
SO
VSO
SO De Opperd Hengelolaan 602 2544 GJ Den Haag Tel. 070 - 394 07 51
[email protected] www.opperd.nl
Schoolondersteuningsprofiel De Opperd (SO) De Opperd is een school voor ZMOK (Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen). De school is een Speciaal Onderwijs (SO) school met acht groepen voor leerlingen van 5 t/m 12 jaar. De school biedt onderwijs aan leerlingen met een toelaatbaarheidsverklaring. De Opperd is onderdeel van Stg Lucas Onderwijs. Er zijn in totaal acht groepen. De Opperd werkt nauw samen met andere scholen voor speciaal onderwijs in de regio en met de SBO-scholen van het Lucas Onderwijs. De leerlingen zitten bij elkaar in één gebouw. De school is gelegen in de wijk Escamp in Den Haag en is onderverdeeld in negen groepslokalen, een gymzaal,een kooklokaal, een technieklokaal, een RT ruimte, een judoruimte, een personeelskamer en therapieruimten. Alle leerlingen zijn van 8.30-14.45 uur (continurooster) op school en krijgen in die tijd onderwijs. Op woensdag zijn de schooltijden van 8.30-12.15 uur. Voor de schoolverlatersgroepen zijn de schooltijden van 8.45-15.00 uur en op woensdag van 8.4512.30 uur. Leerlingen hebben allemaal een individueel ontwikkelingsperspectief op zowel sociaalemotioneel gebied als didactisch gebied. Doel van het onderwijs van de Opperd is een dusdanige verbetering van het zelfbeeld en het gedrag van de leerling te bewerkstelligen, dat hij/zij weer deel kan nemen aan het reguliere maatschappelijke verkeer. Leerlingen die op andere scholen zijn vastgelopen krijgen op de Opperd een nieuwe kans.
Beschrijving van de doelgroep (instroom, toelating en uitstroom) De doelgroep van de Opperd zijn leerlingen van 5 t/m 12 jaar , waarbij sprake is van externaliserende gedragsproblematiek, zoals oa ADHD, Oppositioneel Opstandige gedragsstoornis (ODD) of een reactieve hechtingsstoornis. De meeste leerlingen die onderwijs volgen op de Opperd zijn ingestroomd vanuit het regulier en SBO onderwijs. Waar voorheen veel kinderen rond hun 10e levensjaar instroomden op de Opperd, merkt de school dat de leerlingen steeds jonger instromen. Het voedingsgebied van de Opperd is groot. Leerlingen van de Opperd zijn voornamelijk afkomstig uit Den Haag en randgemeenten, maar komen ook uit Rijswijk, Leidschendam, Voorburg, Delft, Pijnacker-Nootdorp, Bleiswijk. Toelating tot de Opperd is mogelijk met een toelaatbaarheidsverklaring of een Onderzoek& Begeleiding arrangement. Na de aanmelding bij de school start de interne procedure van de Commissie van Begeleiding (CvB) van de school. Deze commissie bestaat uit de directeur of adjunct-directeur (voorzitter), psycholoog, orthopedagoog, maatschappelijk deskundige, BJZ-medewerker en schoolarts. Leerlingen die nog niet aan onderwijs toe zijn, één-op-één begeleiding nodig hebben of veel internaliserende problematiek hebben, zijn niet op de juiste plek op de Opperd. Wanneer blijkt dat de Opperd geen passend aanbod kan bieden aan de leerling, zoeken we naar een geschikte school voor de leerling. Sommige leerlingen kunnen op een bepaald moment terug naar het regulier onderwijs. Dit
komt heel soms voor. Criteria voor terugplaatsing voor de Opperd zijn dat de leerling in ieder geval twee jaar op de Opperd heeft gezeten en alle argumenten voor plaatsing op een cluster 4 school zijn verdwenen. Er moet sprake zijn van een stabiele thuissituatie en alle pedagogische en didactische doelen moeten zijn behaald. De meeste leerlingen verlaten de Opperd rond hun 12e levensjaar. Ongeveer de helft van de leerlingen stroomt uit naar het reguliere voortgezet onderwijs (veelal praktijkonderwijs en VMBO) en de andere helft stroomt uit naar het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO).
Huidige populatie Op 1 oktober 2014 volgden ongeveer 75 leerlingen onderwijs op de Opperd. De verdeling van de leerling-populatie van de Opperd is als volgt: er is voornamelijk sprake van externaliserende gedragsproblematiek met veel comorbiditeit. Onderwijsaanbod en -organisatie De Opperd biedt speciale ondersteuning aan leerlingen, die door hun beperking niet in staat zijn om deel te nemen aan het reguliere onderwijs. Dit gebeurt aan de hand van individuele handelingsplannen. Dit is uitgesplitst in doelen op het gebied van gedrag en doelen op cognitief gebied. Iedere leerling heeft een individueel ontwikkelingsperspectief, met daarin de volgende onderdelen: - Algemene gegevens over de leerling - Probleemomschrijving - Beginsituatie - Doelen voor de komende periode (inhoud, middelen, organisatie) - Uitstroomperspectief Samen met de groepsleerkracht stelt het CvB een ontwikkelingsperspectief op. In dit plan worden doelen weergegeven die aansluiten bij de individuele leerling. Een loopt gedurende één schooljaar en wordt in juni/juli door de groepsleerkracht opgesteld. In december vindt de tussenevaluatie plaats. Aan het einde van het schooljaar vindt de eindevaluatie plaats. De ondertekening van het plan door ouders gebeurt bij de rapportbespreking. Er vinden twee rapportbesprekingen per jaar plaats. Alle leerlingen worden twee keer per jaar besproken in de leerlingbespreking. Wanneer het gaat om een leerling die extra zorg nodig heeft, komt deze leerling ook met zekere regelmaat bij de CvB terecht. De Opperd ontwikkelt zich in het maken van groepsplannen. De groepen zijn samengesteld op basis van leeftijd, sociaal emotionele ontwikkeling, didactisch niveau, samenstelling van de groep en de leerkracht. De groepsgrootte is maximaal 12 leerlingen per groep. Voor de hanteerbaarheid van de klassenorganisatie zijn er maximaal drie didactische niveaus per groep. Tijdens rekenen en projecten wordt er groepsdoorbrekend gewerkt. Taal wordt bouwdoorbrekend aangeboden en creamiddagen en vieringen zijn schooldoorbrekend. De groepen werken met een vaste dagindeling. De leervakken zijn zoveel mogelijk in de ochtend gepland. Elke dag wordt er taal, lezen en rekenen gegeven. De Opperd onderscheidt ontwikkelingsprofielen om de leerling toe te leiden naar vervolgonderwijs. Op dit moment wordt vanaf het zevende levensjaar een uitstroomniveau
bepaald. Leerlingen op de Opperd worden ingedeeld in niveaugroepen die toe werken naar een eindniveau. Het in kaart brengen van de niveaugroepen en het opstellen van het ontwikkelingsprofiel is iets wat op de Opperd nog in ontwikkeling is. De Opperd gebruikt voor de didactische vakken vooral methodes die ook in het reguliere onderwijs worden gebruikt. Op het gebied van gedrag wordt binnen de individuele handelingsplannen veel gewerkt met de Stop-Denk-Doe methode en de Beertjesmethode van Meichenbaum. Op de Opperd worden ook leergebiedoverstijgende activiteiten aangeboden. Alle leerlingen krijgen kookles en judo. Daarnaast is de Opperd ook een Kunstmagneetschool en krijgen alle leerlingen muziekles. Specifieke concepten/uitgangspunten die centraal staan in het onderwijs van de Opperd: - Adaptief onderwijs: De Opperd vindt het belangrijk om in het onderwijs zo goed mogelijk aan te sluiten bij de situatie en mogelijkheden van de leerling. Daarom differentiëren ze bij de instructie, bij de verwerking, naar tempo, naar mogelijkheden en leerstijl van het kind. De Opperd gaat uit van verschillen, accepteren ze en laten leerlingen zich allemaal op eigen niveau ontwikkelen. - Ervaringsleren: Leerlingen van de Opperd leren niet alleen uit boeken maar nog belangrijker uit ervaren. Om die reden worden veel activiteiten, zowel binnen als buiten het schoolterrein, aangeboden waarbij ze hun vaardigheden kunnen oefenen en toetsen aan de praktijk. In deze situaties worden leerlingen geconfronteerd met hun eigen mogelijkheden en onmogelijkheden.
Personeel en voorzieningen In totaal bestaat de formatie van de Opperd uit 17 personen. De directie bestaat uit twee personen, de directeur en de adjunct-directeur. Er zijn tien leerkrachten werkzaam waarvan 1 de leerkracht bewegingsonderwijs is, allen zijn in het bezit van een onderwijsbevoegdheid. Er zijn vijf onderwijsondersteuners werkzaam in de volgende functies: een algemeen schoolmedewerker, een administratief medewerker, een schoolmaatschappelijk werker, een GZ psycholoog en een orthopedagoog. Daarnaast wordt via de SGK een judoleerkracht ingehuurd. Alle leerlingen krijgen onderwijs van een leerkracht. De meeste leerkrachten werken 4-5 dagen en draaien soms ook één dag een andere groep. Er is geen klassenassistent aanwezig. Extra handen in de klas worden opgevangen door het inzetten van stagiaires. Naast leerkrachten is de volgende expertise aanwezig in het team van de Opperd: een GZpsycholoog, een orthopedagoog en een schoolmaatschappelijk werker. Verder kan de volgende hulp worden ingezet: 1. Remedial teaching (RT), één dag per week 2. Motorische remedial teaching (MRT): Deze wordt extern ingehuurd door de school en de kosten hiervan zijn voor de zorgverzekeraar van de ouders. 3. Kindercoach: Op de Opperd is een leerkracht die zich hierin heeft gespecialiseerd. Doel van de Kindercoach is om op sociaal-emotioneel gebied aan hiaten te werken. Deze gesprekken met de Kindercoach worden ingezet voor alle nieuwe leerlingen en voor leerlingen die vanuit de leerlingbespreking naar voren zijn gekomen waarbij dit nodig is. 4. Schoolhond: Sinds kort heeft de Opperd ook een ‘schoolhond’. Deze hond is in opleiding en is van de schoolmaatschappelijk werker. De hond wordt bijvoorbeeld ingezet bij heel faalangstige leerlingen. Verder faciliteert de Opperd ruimtes op school die bijvoorbeeld nodig zijn voor het geven
van speltherapie. Voor personeel van de Opperd is het van belang dat de leerkracht vooral zichzelf is en accepteert dat iedereen zijn/haar eigen kwaliteit heeft. Iedere medewerker op de Opperd heeft iets unieks en samen maakt dat een krachtig team. Professionalisering van leerkrachten staat bij de Opperd hoog in het vaandel. Om met deze doelgroep te kunnen werken is het van belang dat leerkrachten een dikke huid hebben, stevig in hun schoenen staan en zaken niet al te persoonlijk opvatten. Het handelen van de leerkracht moet er op gericht zijn om de leerling verder te helpen in zijn/haar ontwikkeling en ze iedere dag weer een nieuwe kans te bieden. Daarnaast moet de leerkracht in staat te zijn om uit te vergroten wat goed gaat, ook al is het iets heel kleins. Indien een hulpvraag niet beantwoord kan worden door het eigen personeel, wordt dit voorgelegd aan externen. Voor individuele leerlingen en gezinnen onderhoudt de Opperd contacten met Parnassia, Jeugd en Gezin, De Jutters, Boddaert-centra, Stg vervoer, de Raad voor de Kinderbescherming, de Jeugdpolitie, de leerplichtambtenaar en andere instanties voor jeugdhulpverlening. De school heeft naast alles wat hierboven is beschreven een aantal extra voorzieningen, gericht op de doelgroep. Zo is er bijvoorbeeld een time-out plek en is er altijd een achterwacht aanwezig. Voor een individuele leerling kan het incidenteel wel eens voorkomen dat er gewerkt wordt met speciale materialen, te denken valt aan koptelefoons, separatiescherm, balkussen etc. Betrokkenheid van ouders De Opperd ziet ouders als eindverantwoordelijk en wil graag ook dat ze samenwerkingspartner zijn. De school betrekt daarom de ouders bij de aard van het onderwijs en de speciale zorg. Er wordt bij een aanmelding altijd eerst een kennismakingsgesprek gepland. Er is regelmatig contact tussen leerkracht en ouder in de vorm telefonisch contact, mailcontact of een heen-en-weer schrift. Andere momenten wanneer de ouders worden uitgenodigd op school zijn de informatieavond aan het begin van het schooljaar, 2 rapportavonden en de speciale activiteiten die worden georganiseerd, zoals de mini musical, het judo examen, de schoolverlatersmusical en de schoolverlatersmiddag. Er is een gecombineerde OR/MR op de Opperd.
Toekomst De Opperd heeft sinds november 2013 een prachtig nieuw gebouw, gelegen in de wijk Escamp. Dit nieuwe gebouw biedt plek voor 100 leerlingen en heeft ook een eigen gymzaal. Aandachtspunt voor de toekomst is om de observatiegroep waarin veel kleuters instromen goed draaiende te houden. De Opperd gaat dit schooljaar de samenwerking met de Opvoedpoli aan en haalt hierdoor veel extra zorg binnen de school. Dit maakt het laagdrempelig.