DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf voor een bezoek. Nadat ze zelf telefonisch een afspraak hebben gemaakt, bereiden ze het bezoek voor: wat willen ze te weten komen, met wie willen ze praten, hoe gaan ze er geraken, wie doet wat, …? Na het bedrijfsbezoek volgt een evaluatie en een rapportage.
Een bedrijfsbezoek voorbereiden Inhoud
De jongeren bepalen hoe zij het bedrijfsbezoek graag willen zien verlopen en hoe zij hierover achteraf kunnen rapporteren. Ze maken een lijst met vragen die ze tijdens het bedrijfsbezoek willen stellen, spreken af wie wat doet ter voorbereiding van en tijdens het bezoek. Nadien evalueren de jongeren het bedrijfsbezoek en maken ze een rapportage.
Doelgroep
3de graad BSO Deeltijds Onderwijs
Vakgebied
Project Algemene Vakken
Materialen
werkblad en fototoestel of opnametoestel (afhankelijk van de gekozen werkvorm)
Doelen
Functionele taalvaardigheid ₪ eenvoudige informatie schriftelijk kunnen formuleren (ET5) ₪ zich mondeling duidelijk kunnen uiten (ET6)
Organisatiebekwaamheid ₪ bij groepsopdrachten kunnen overleggen en actief deelnemen (ET16)
www.cteno.be/sterke_schakels ₪ ₪ ₪ ₪ ₪ ₪
STERKE SCHAKELS
1
Lesschema
Lesschema fase
werkvorm
activiteit
1
klassikaal
jongeren brainstormen over hoe zij het bedrijfsbezoek willen laten verlopen en hoe zij hierover achteraf willen rapporteren
2
per twee
jongeren noteren vragen die ze tijdens het bedrijfsbezoek willen stellen
klassikaal
jongeren maken een vragenlijst op voor het bezoek
3
klassikaal
jongeren maken praktische afspraken voor de laatste voorbereidingen van het bedrijfsbezoek en voor tijdens het bezoek zelf
4
klassikaal
jongeren evalueren het bedrijfsbezoek en rapporteren op de manier zoals afgesproken
De baan op!
materiaal
werkblad
2
Lesbeschrijving
Lesbeschrijving ₪ Fase 1 Vraag de jongeren hoe ze het bezoek zelf het liefst zien. Willen ze graag een lange uitleg door een werkgever? Willen ze liever zelf zoveel mogelijk vragen stellen? Willen ze bepaalde producten/ machines bekijken, eventueel proberen indien mogelijk? Willen ze foto’s nemen? Laat de jongeren een aantal ideeën geven van wat zij tijdens het bezoek zouden kunnen doen en hoe ze daar achteraf over kunnen rapporteren (uiteraard afhankelijk van de mogelijkheden die het bedrijf biedt). Noteer alle ideeën op het bord. Mogelijke ideeën: ■ de jongeren maken een fotoreportage over het bedrijf. De foto’s zetten ze achteraf, al dan niet met commentaar, op de website van de school of ze maken er een poster van om op een zichtbare plaats in de praktijkruimte te hangen. ■ de jongeren houden een kort interview met één of meerdere mensen op de werkvloer. Ze zetten dit interview in de schoolkrant of op de website van de school. ■ de jongeren sturen vooraf een aantal vragen door naar de bedrijfsleider zodat hij gericht kan vertellen over een aantal zaken op het moment zelf. ₪ Fase 2 Wat weten de jongeren nog niet over het bedrijf? Wat zouden ze graag te weten komen? Aan wie willen ze dat vragen? Laat de jongeren elk minimum 3 vragen noteren die ze graag zouden willen stellen in het bedrijf. Als jongeren moeite hebben om vragen te formuleren, kan je gebruik maken van het werkblad om vragen te suggereren of je kan hen het werkblad geven en hen hieruit drie vragen laten kiezen. Noteer alle vragen op het bord. Vraag indien nodig om meer verduidelijking. Stel een vragenlijstje samen voor jullie bezoek. ₪ Fase 3 Spreek met de jongeren tenslotte een aantal praktische zaken af. Wie zal foto’s nemen tijdens het bezoek? Wie zal notities maken bij de vragen? Wie wil eventueel een kort interview houden met iemand op de werkvloer? Wie zorgt voor een dictafoon, een fototoestel enz.? Wat moet eventueel nog gevraagd worden aan het bedrijf via telefoon of mail? Wie doet dat? Weten we al hoe we in het bedrijf zullen geraken? Probeer daarbij alle jongeren een actieve rol te geven en de communicatie te laten voeren door meerdere jongeren, niet enkel door de meest taalvaardige. Laat een aantal jongeren bijvoorbeeld uitzoeken hoe je in het bedrijf geraakt met het openbaar vervoer. Laat ze de nodige informatie opzoeken op de website van het bedrijf of andere sites (bv. www.mappy.be, www.delijn.be, www. nmbs.be) of in beschikbare folders. ₪ Fase 4 Hou een korte evaluatie met de jongeren na het bedrijfsbezoek. Wat vonden jullie leuk/ niet leuk, interessant/ niet interessant tijdens het bedrijfsbezoek? Waarom? Kwam het bedrijf overeen met jullie verwachtingen? Waarom niet? Afhankelijk van het gekozen idee in fase 1 verwerken de jongeren de informatie van het bedrijfsbezoek in een fotoreportage, een poster, een stukje voor de website van de school, … De baan op!
3
Werkblad
Mogelijke vragen bij bedrijfsbezoek Opdracht Wat zou je graag te weten komen over het bedrijf? Welke vragen zou je kunnen stellen tijdens het bedrijfsbezoek? Hieronder vind je allerlei vragen die je zou kunnen stellen. Kies er drie uit die jij het interessantst vindt.
Over het bedrijf ■ Wat maakt of doet het bedrijf precies? ■ Hoeveel mensen werken in dit bedrijf? ■ Hoelang bestaat het bedrijf al? ■ Welke jobs zijn hier zoal? Jobinvulling ■ Wat moet u precies doen in het bedrijf? Waaruit bestaan uw taken? ■ Wat is belangrijk bij uw job? ■ Met welke machine(s) moet u werken? ■ Hoe ziet een dag in het bedrijf er voor u uit? ■ Is het zwaar of licht werk? ■ Moet je alleen werken of samen met collega’s? Met hoeveel collega’s? ■ Moet je binnen of buiten werken? ■ Moet je ook op verplaatsing werken? Waar? Jobvereisten ■ Welke opleiding moet je volgen om dit werk te kunnen doen? ■ Zijn er andere kwaliteiten nodig? ■ Heb je een rijbewijs nodig? ■ Moet je speciale kledij dragen? Werkuren ■ Vaste werkuren of in shiften? ■ Hoe laat begint je werk, hoe laat gedaan? ■ Werk je alleen overdag? Of ook ’s avonds of ‘s nachts? Weekendwerk? Sfeer ■ Hoe is de sfeer in het bedrijf? ■ Vind je het werk leuk? Waarom wel/ niet? ■ Hoe zijn de collega’s? Loon ■ Mogen wij weten hoeveel een (beginnende) werknemer verdient die deze job doet? Talen ■ Welke taal wordt gebruikt op werkvloer? Heb je andere talen dan het Nederlands nodig? Welke? ■ Hoe belangrijk is het Nederlands op de werkvloer? ■ Moet je ook schrijven en lezen in het Nederlands? Wat zoal?
De baan op!
4