Zaaknummer 00469619 Onderwerp
plan van aanpak energiebesparing
Collegevoorstel Aanleiding / voorgeschiedenis Het coalitieprogramma 2014-2018 zet in op realisering van een energiebesparing van 15%, onder andere bij gemeentelijke gebouwen. Bijgaand treft u hierover een raadsvoorstel aan dat, in combinatie met de daarbij horende bijlagen, alle informatie bevat. Voorgenomen besluit Het voorstel is om bijgaand besluit vast te stellen.
1
Zaaknummer 00469619 Onderwerp
plan van aanpak energiebesparing BESLUIT
Het college van Heusden heeft in de vergadering van 31 mei 2016 besloten: de raad voor te stellen om: het plan van aanpak energiebesparing en vermindering van de CO2-uitstoot vast te stellen; de te bereiken CO2-reductie van ruim 28% door alle genoemde maatregelen in het plan van aanpak, als denkrichting te beschouwen naar een verdergaande energiebesparing en een op termijn te realiseren CO2-neutrale gemeentelijke organisatie; te starten met uitvoering van de maatregelen uit het plan van aanpak waarmee in 2018 een CO2reductie van 15% ten opzichte van 2014 resulteert; het college ook de overige maatregelen in het plan van aanpak in praktische en financiële zin te laten uitwerken en deze op geschikte momenten te laten uitvoeren, voor zover de middelen beschikbaar zijn.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
2
Raadsvoorstel
Zaak : 00469619
Onderwerp
Plan van aanpak energiebesparing
Portefeuillehouder
Dhr. dr. M.G.M. van der Poel
Datum raadsvergadering
12 juli 2016
Samenvatting Hierbij treft u het plan van aanpak aan voor het streven naar de doelstelling om het energieverbruik van de gemeentelijke organisatie met 15% terug te dringen. Deze doelstelling staat in het coalitieprogramma 2014-2018. Het plan van aanpak is, in overleg met de gemeente, opgesteld door de lokale energiecoöperatie Energiek Heusden. Het energieverbruik (zowel elektriciteits- als gasverbruik) van de gemeentelijke organisatie in het jaar 2014 is als nulsituatie bepaald. Alle categorieën waarvoor onze gemeente de energierekening betaalt, zoals openbare verlichting (OV), (sport)gebouwen, rioolaansluitingen, vervoer en evenementen, zijn betrokken. Verder is de reductie van CO2-uitstoot is als meeteenheid gekozen om besparingen op energieverbruik en duurzame opwekking in/bij de gemeentelijke eigendommen aan te geven. In 2014 was het resultaat een uitstoot van 2,5 miljoen kg CO2. Sinds 2014 zijn al energiebesparende maatregelen genomen of in uitvoering/voorbereiding. Deze leiden samen tot een besparing van ruim 228.000 kg, ofwel 9,1% van de uitstoot in 2014. Daarnaast is gezocht naar de grootste energieverbruikers met de meeste technische mogelijkheden om, op relatief korte termijn, de besparingsdoelstelling te kunnen bereiken. Dat heeft geresulteerd in een verkennend onderzoek naar de mogelijkheden binnen de openbare verlichting en negen gemeentelijke (sport)gebouwen. Hierbij zijn mogelijkheden gevonden om in totaal 481.000 kg extra CO2-reductie ten opzichte van de gemeentelijke uitstoot in 2014 te realiseren: openbare verlichting 4,6%, gemeentegebouwen 5,3% en sportgebouwen 9,3%. Het totale besparingspotentieel ligt hiermee op ruim 28% reductie ten opzichte van de CO2-uitstoot in 2014. Dit is fors meer dan de doelstelling, maar geeft een richting aan naar een verdergaande energiebesparing na 2018. De kosten van deze extra maatregelen, die dus leiden tot ruim 28% CO2-reductie, bedragen naar verwachting ca. € 1.500.000, ofwel ca. drie euro per minder uitgestoten kg CO2 per jaar. Voor zover het meerkosten betreft bovenop de reguliere (vervangings)investeringen worden de hieruit voortvloeiende jaarlijkse kapitaallasten, minus de gerealiseerde besparing, ten laste gebracht van het in de voorjaarsnota opgenomen bedrag van € 1.000.000 dat zal worden opgenomen in de begroting 2017. Met de realisatie van een reductie van stroomverbruik en CO2-uitstoot in de openbare verlichting kan bij het actualiseren van het beleidsplan Openbare Verlichting (gereed eind 2016) rekening worden gehouden. Bij de vervanging wordt, voor zover mogelijk, rekening wordt gehouden met investeringen die vanwege de leeftijd van de apparatuur toch al de komende jaren moeten worden gedaan. Aanleiding Het coalitieprogramma 2014-2018 zet in op realisering van een energiebesparing van 15%, onder andere bij gemeentelijke gebouwen. Dit voorstel betreft een plan van aanpak met energiebesparende maatregelen en de bijbehorende financiële gevolgen om deze doelstelling te bereiken. Ook zijn daarin de al genomen en in uitvoering/voorbereiding zijnde maatregelen opgenomen.
CONCEPT Raadsvoorstel
Plan van aanpak energiebesparing
Feitelijke informatie Voorgeschiedenis/feiten De Trias Energetica De Trias Energetica is de meest toegepaste strategie om energiebesparende maatregelen te nemen. De drie stappen van de Trias Energetica zijn gericht op 1) het zo energiezuinig mogelijk zijn; 2) het zoveel mogelijk gebruiken van duurzame bronnen en 3) het efficiënt gebruik van fossiele energiebronnen. Het principe van de Trias Energetica is dat stap 1 de meest duurzame is en stap 3 de minst duurzame. De stappen worden opeenvolgend genomen, zodanig dat eerst de maatregelen uit stap 1 worden genomen. Deze maatregelen reduceren de energievraag in belangrijke mate. In het ideale eindbeeld wordt de verkleinde energievraag vervolgens in stap 2 geheel door duurzame bronnen gedekt (energieneutrale situatie). Dat is vaak niet mogelijk en dan resteert de laatste stap (3): gebruik fossiele energie zo zuinig en efficiënt mogelijk. Maatregelen in stap 2 kunnen in de tijd vooruitlopen op stap 1 zolang er geen overcapaciteit in het eindbeeld ontstaat. Daarom is het van belang om een goede strategie te hanteren. Wanneer zonder goed begrip van de samenhang van de maatregelen aan de slag wordt gegaan, kan onbedoeld een (te kostbaar) niet optimaal systeem worden geïnstalleerd. Ranken van de energiebron De Trias Energetica is gericht op het verduurzamen van de energiehuishouding. De gemeente en Energiek Heusden willen nog een stap verder gaan en het actuele aanbod aan duurzame energiebronnen ranken naar CO2-uitstoot. Evenals het besparen op ons energieverbruik vinden wij het ook belangrijk om te besparen op onze lokale CO2-uitstoot. Of anders gezegd, kan de productie van de nabijgelegen kolencentrale omlaag, en kan de CO2-uitstoot van onze eigen organisatie omlaag. Op basis van onderstaande tabel hebben wij de duurzaamheidsdriehoek getekend. Hoe dichter bij preventie hoe beter wij de energiebron beoordelen. Technische ontwikkelingen beïnvloeden de driehoek: dat betekent dat in de toekomst wijzigingen kunnen optreden. Dit houdt de discussie gaande en houdt ons scherp bij de keuze van de meest gewenste energiebron. Rangorde
Actie/Bron
1
Energie besparen
2
Procesenergie (zonnepanelen, wind) Grondstofenergie (Biomassa) CO2-compensatie fossiele energiedrager
3 4
Lokale kolencentrale Omlaag
Lokale CO2 uitstoot Omlaag
Eigen verbruik
Omlaag
Omlaag
Ongewijzigd
Omlaag
Neutraal
Ongewijzigd
Ongewijzigd
Ongewijzigd
Ongewijzigd
Omlaag
De bovenstaande tabel resulteert in de ranking van energiebronnen op de volgende bladzijde.
Zaak: 00469619
2
CO2 neutrale gemeente
CO2 besparen
Plan van aanpak energiebesparing
Energie besparen
CONCEPT Raadsvoorstel
De gemeentelijke ambitie Op basis van de duurzaamheidsdriehoek kan nu op eenvoudige wijze de gemeentelijke ambitie worden afgeleid. Deze ambitie is gericht op het besparen van energie (blauw) en op het besparen van CO2 (blauw, groen en geel). Naar energie- en CO2-reductie zal genuanceerd moeten worden gekeken. Met behulp van groencertificaten (oranje deel) kan het energieverbruik van de gemeentelijke organisatie eenvoudig worden gecompenseerd. Een duurzamere aanpak betreft echter een verschuiving van het oranje en rode deel naar het blauwe, groene en gele deel. Vandaar dat de ambitie van de gemeente voor 15% energiebesparing en het plan van aanpak van Energiek Heusden zich richten op het blauwe, groene en gele deel, ofwel energieen CO2-reductie. Kaders (beleid en wettelijk) De Nederlandse overheid heeft zich, op basis van Europese regelgeving, ten doel gesteld om in 2020 15% energie te besparen en 15% CO2-reductie te realiseren. De doelstelling uit het coalitieprogramma om 15% energie te besparen past hier dan ook naadloos in; het coalitieprogramma loopt immers tot 2018. Met de CO2-reducties van de voorgestelde maatregelen, zoals u die verderop in dit voorstel kunt lezen, conformeert onze gemeente zich aan de doelstelling van de Nederlandse overheid in 2020. Overige informatie Gedetailleerde informatie over de maatregelen en de bijbehorende reducties van de CO2-uitstoot treft u aan in het plan van aanpak en de bijbehorende bijlagen. Het plan van aanpak gaat alleen in op technische maatregelen. Ook gedragsmaatregelen kunnen leiden tot energiebesparing. Deze maatregelen zullen, los van het plan van aanpak, waar mogelijk worden ingezet. Daarnaast zijn er in de openbare verlichting ook besparingen mogelijk door het op bepaalde tijden uitzetten van verlichting. Het plan van aanpak gaat alleen in op 1-op-1 vervanging van verlichting; het beleidsplan
Zaak: 00469619
3
CONCEPT Raadsvoorstel
Plan van aanpak energiebesparing
openbare verlichting zal ook ingaan op het uitzetten van verlichting, naast dynamische verlichting en andere mogelijkheden. Windenergie maakt geen onderdeel uit van dit raadsvoorstel omdat het realiseren van windenergie een complex en tijdrovend traject is. De focus in het plan van aanpak ligt op maatregelen die binnen de nog resterende coalitieperiode een bijdrage kunnen leveren aan de doelstelling van 15% energiebesparing. Wel biedt het raadsbesluit van 10 november 2009 nog steeds een goed uitgangspunt. In de toen vastgestelde kadernotitie staat dat de gemeente in principe actief meewerkt aan de realisatie wanneer initiatiefnemers medewerking vragen voor windenergieprojecten. Daaraan geven we waar mogelijk invulling. Verder gebruiken we onze relaties met andere overheden (gemeente Waalwijk, gemeente Oss, provincie Noord-Brabant) actief om kennis uit te wisselen en de mogelijkheden voor de ontwikkeling van windenergie te onderzoeken. In het huidige beleid van de provincie is vastgelegd dat per project in principe minimaal drie windmolens moeten worden geplaatst. Dit kan een belemmerende bepaling zijn bij de uitwerking van initiatieven, zeker ook omdat onze gemeente buiten het door de provincie aangewezen zoekgebied voor windenergie valt. De provincie is bezig om een beleidswijziging voor te bereiden die het voor initiatiefnemers makkelijker moet maken. Besluitvorming hierover verwachten we in 2018. Afweging De totale CO2-reductie van alle in het plan van aanpak beschreven energiebesparende maatregelen komt uit op ruim 28%. Zie onderstaande tabel.
Voorbeelden van maatregelen die in 2015 zijn uitgevoerd, en die hebben geleid tot een CO2-reductie1 van 3%, zijn de ingebruikname van een nieuw gebouwbeheerssysteem voor de klimaatregeling van de gemeentehuizen, het eerder uitschakelen van de verlichting in de gemeentehuizen, het waar mogelijk vervangen van verlichting door LED-verlichting, het actief beheren van de warmte-installaties in de
1
De gemiddelde temperatuur in 2015 was 10,9 °C. In 2014 was de gemiddelde temperatuur 11,7 °C (bron: KNMI). Ondanks dat het in 2015 dus kouder was dan in 2014, is toch energie bespaard en een CO2-reductie gerealiseerd.
Zaak: 00469619
4
CONCEPT Raadsvoorstel
Plan van aanpak energiebesparing
gemeentehuizen en het efficiënter inregelen van de werking van de screens voor de ramen. Daarnaast zijn in 2015 en 2016 maatregelen ingezet waarvan zeker is dat ze leiden tot een reductie van de CO2-uitstoot. Hoeveel reductie deze maatregelen opleveren, is echter nog niet bekend. Uit de tabel blijkt dat er meer maatregelen zijn beschreven dan nodig om de doelstelling van 15% te halen. Om de doelstelling van 15% te kunnen realiseren hebben wij in de voorjaarsnota 2016 extra middelen opgenomen. Alle genoemde maatregelen zijn echter uitvoerbaar en bieden besparingspotentieel. Zij geven een richting aan voor een verdergaande energiebesparing na 2018 naar een energieneutrale organisatie. Wij stellen u daarom voor het plan van aanpak vast te stellen en in ieder geval die maatregelen te gaan uitvoeren die in 2018 leiden tot een CO2-reductie van 15% ten opzichte van 2014. Conform advies van Energiek Heusden is het voorstel om daarbij te beginnen met de drie gemeentelijke gebouwen met de meeste en snelst renderende besparingsmogelijkheden, namelijk zwembad Die Heygrave en beide gemeentehuizen. Uitgaande van de hiervoor genoemde richting stellen wij u daarnaast voor om ons ook de overige maatregelen in het plan van aanpak in praktische en financiële zin te laten uitwerken en deze op geschikte momenten, eventueel gefaseerd, te laten uitvoeren. Daarbij geldt uiteraard als voorwaarde dat de middelen hiervoor beschikbaar zijn. Inzet van middelen Dekking De in dit voorstel genoemde kosten voor energiebesparende maatregelen zullen uiteindelijk leiden tot een totaalbesparing van naar verwachting 28%. Zoals hiervoor in de tabel is weergegeven gaat het daarbij om een geraamde investering van € 1.578.650 voor de maatregelen die al in voorbereiding zijn en de maatregelen als genoemd in het voorliggende plan van aanpak. De kosten (ca. € 92.000) voor de plaatsing van een deel van de zonnepanelen (het aantal dat nodig is om de EPC-waarde op basis van het Bouwbesluit te halen) op de nieuw te bouwen sporthal Dillenburg maken ook onderdeel deel uit van deze raming. Deze kosten komen echter ten laste van het project Dillenburg. Dit betekent dat er dus naar schatting nog een bedrag van € 1.486.650 nodig is. Het genoemde investeringsbedrag is een eerste raming op basis van het nu voorliggende plan van aanpak. Uit de nog op te stellen uitvoeringsprogramma’s en het in 2016 nog te actualiseren beleidsplan Openbare Verlichting zullen concrete investeringsbehoeften volgen. Voor zover het meerkosten betreft bovenop de reguliere (vervangings)investeringen worden de hieruit voortvloeiende jaarlijkse kapitaallasten, minus de gerealiseerde besparing, ten laste gebracht van het in de voorjaarsnota opgenomen investeringsbedrag van € 1.000.000 dat zal worden opgenomen in de begroting 2017. Mocht bij het uitwerken van de plannen blijken dat de beschikbare middelen niet toereikend zijn voor het realiseren van de doelstelling van 15% energiebesparing, dan wordt hiervoor een apart voorstel aan u voorgelegd. Als met de beschikbare middelen een hogere doelstelling kan worden gerealiseerd, dan zullen wij meer maatregelen uitvoeren. Subsidiemogelijkheden Waar mogelijk zullen wij subsidies aanvragen voor de uit te voeren energiebesparende maatregelen. Voor enkele gebouwen zijn al subsidies aangevraagd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor de warmtewinning en de toepassing van zonnepanelen. Bij de toepassing van zonnepanelen is aan de hand van business cases, die zijn opgesteld door een externe deskundige, het beste moment van indiening van de aanvraag bepaald. Daarbij ging aandacht uit naar de te verwachten hoeveelheid aanvragen
Zaak: 00469619
5
CONCEPT Raadsvoorstel
Plan van aanpak energiebesparing
in heel Nederland en de variabele hoogte van subsidiebedragen. Samen met Energiek Heusden is hiervoor, in de voorbereidingen van het plan van aanpak, een voorselectie gemaakt van kansrijk geachte gebouwen. De te ontvangen subsidies zullen evenals de te verwachten energiebesparing worden ingezet om de structurele lasten van de investeringen te verminderen. Risico's Dit voorstel heeft geen risico’s. Procedure / vervolgstappen Als u volgens dit voorstel besluit, zullen wij allereerst voor zwembad Die Heygrave en beide gemeentehuizen een totaal verbeterplan per gebouw opstellen, waarbij we de nu genoemde besparingsmaatregelen diepgaander laten onderzoeken. Vervolgens werken wij de in het plan van aanpak genoemde maatregelen, die verder gaan dan de doelstelling van 15% energiebesparing, in praktische en financiële zin uit en voeren deze op geschikte momenten uit, mits hiervoor de middelen beschikbaar zijn. Voor openbare verlichting zal met de maatregelen uit het plan van aanpak, voor zover mogelijk, rekening worden gehouden bij het beleidsplan Openbare Verlichting, dat eind 2016 wordt herzien. Hierin past ook de uitwerking van aanbevolen innovaties in de openbare verlichting zoals toepassing van LED-verlichting en dynamische verlichting in het door ons vastgestelde memo d.d. 8 september 2015. Voor de uitvoering van de maatregelen zullen de van toepassing zijnde aanbestedingsprocedures worden doorlopen. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden, de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
Zaak: 00469619
6
CONCEPT Raadsvoorstel
Plan van aanpak energiebesparing
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 12 juli 2016; gezien het voorstel van het college van 31 mei 2016; gelet op de beraadslaging;
besluit:
het plan van aanpak energiebesparing en vermindering van de CO2-uitstoot vast te stellen;
de te bereiken CO2-reductie van ruim 28% door alle genoemde maatregelen in het plan van aanpak, als denkrichting te beschouwen naar een verdergaande energiebesparing en een op termijn te realiseren CO2-neutrale gemeentelijke organisatie;
te starten met uitvoering van de maatregelen uit het plan van aanpak waarmee in 2018 een CO2reductie van 15% ten opzichte van 2014 resulteert;
het college ook de overige maatregelen in het plan van aanpak in praktische en financiële zin te laten uitwerken en deze op geschikte momenten te laten uitvoeren, voor zover de middelen beschikbaar zijn.
de griffier,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
Zaak: 00469619
7
Energiebesparing bij de Gemeente Heusden: plan van aanpak Datum:
26 mei 2016
Status:
versie 2, definitief
De strijd voor energiebesparing en vermindering van CO2-uitstoot: De gemeente geeft het voorbeeld,
Energiek Heusden helpt.
Energiek Heusden Molensteeg 16 5151 AA Drunen
www.energiekheusden.nl
[email protected]
Bank: NL39 RABO 0198 2985 87 BTW-nummer: 8545.39.591.B.01 KvK: 61901334
Samenvatting De gemeente Heusden heeft de lokale energiecoöperatie Energiek Heusden gevraagd mee te werken bij het opstellen van het plan van aanpak voor de doelstelling om binnen deze zittingsperiode het energieverbruik van de gemeente met 15% te reduceren. We hebben daarbij de reductie van CO2-uitstoot als meeteenheid gekozen om besparingen op energieverbruik en duurzame opwekking in/bij de gemeentelijke eigendommen aan te geven. Energiek Heusden werkt volgens de Trias Energetica:
Eerst het verbruik verminderen Dan de alsnog noodzakelijke energie betrekken uit duurzame bronnen Indien nodig gebruik van fossiele brandstoffen, maar zo efficiënt en schoon mogelijk.
Het verbruik in het jaar 2014, dat als referentie voor de 15% wordt gebruikt, is in kaart gebracht: dit leidt tot een uitstoot van 2,5 miljoen kg CO2. Zie tabel 1.
Tabel 1: inventarisatie verbruik en uitstoot over 2014 (=tabel 3)
Sinds 2014 wordt al door een ambtelijke werkgroep gewerkt aan besparingsplannen. De gerealiseerde projecten en de projecten in uitvoering of voorbereiding leiden tot een besparing van ruim 228.000 kg, ofwel 9,1 % van de uitstoot in 2014. Vanuit bovenstaande inventarisatie is gezocht naar de grootste energieverbruikers met de meeste mogelijkheden om te besparen. Dat heeft geleid tot verkennend onderzoek (quick scan) naar de mogelijkheden binnen de openbare verlichting (OV) en 9 gebouwen. Er zijn mogelijkheden gevonden om in totaal 481.000 kg CO2-reductie extra te realiseren: OV 4,6%, gemeentegebouwen 5,3% en sportgebouwen 9,3% van de gemeentelijke uitstoot in 2014. In de tabel 2 zijn alle besparingen bij elkaar gebracht. De totale vermindering van uitstoot ten opzichte van het jaar 2014 bedraagt bij uitvoering van al deze plannen 28,4%, ruim meer dan de doelstelling van 15%. Er kunnen keuzes worden gemaakt.
2
* tvt= terugverdientijd
** voor de opwekprojecten in uitvoering zijn reeds eerder kredietbesluiten genomen
Tabel 2: Overzicht van de gerealiseerde, de in uitvoering/voorbereiding zijnde en nog mogelijke besparingen (=tabel 10) De kosten van dit plan bedragen 1,6 miljoen euro, ofwel circa 3 euro per minder uitgestoten kg CO2 per jaar. Voor de openbare verlichting komt daar nog 1,3 miljoen euro bij aan vervangingsinvesteringen, die vanwege de leeftijd van de apparatuur de komende jaren toch al moeten worden gedaan. Het vervangen van OV-apparatuur alleen ten behoeve van energiebesparing is niet renderend. In dit plan van aanpak is vooralsnog alleen gekeken naar de meest kansrijke en voor de hand liggende technische mogelijkheden om tot besparingen te komen. Mogelijkheden om energieverbruik te verminderen door aanpassingen in gebruiksdiscipline zijn niet meegenomen. Met name binnen de openbare verlichting zou een reductie van energieverbruik kunnen worden gerealiseerd door nog eens kritisch naar het noodzakelijke verlichtingniveau te kijken.
Aanbevelingen: Aangezien meer mogelijkheden zijn omschreven dan nodig zijn om de doelstelling van 15% te halen, kunnen keuzes worden gemaakt. Voor openbare verlichting zijn in het deelrapport een aantal projecten benoemd die per project uitvoerbaar zijn. Wij adviseren om vooraf na te gaan of het huidige verlichtingsniveau strikt noodzakelijk is. Er zijn veel mogelijkheden in de gemeentelijke (sport-)gebouwen. Deze vragen overigens wel flinke ingrepen in de installaties. Wij adviseren om de drie gebouwen met de meeste en snelst renderende besparingsmogelijkheden (zwembad Die Heygrave en de gemeentehuizen in Vlijmen en Drunen) voorrang te geven. Het is aan te bevelen deze diepgaander te onderzoeken en een totaal verbeterplan per gebouw op te laten opstellen. Nu kiezen voor deeloplossingen, zonder het eindplaatje te kennen, is niet wenselijk omdat dat in de toekomst tot teleurstellingen kan leiden.
3
1. Inleiding In het coalitieprogramma 2014-2018 van het huidige college van de gemeente Heusden zijn afspraken gemaakt over duurzame energie. Mede in het kader van de voorbeeldfunctie van de gemeente is de ambitie uitgesproken om tijdens deze bestuursperiode het energieverbruik met 15% te reduceren. Aan Energiek Heusden is gevraagd een bijdrage te leveren aan het plan van aanpak om deze ambitie te realiseren. Als referentie voor de besparingsdoelstelling zijn de verbruiken over het jaar 2014 genomen.
Trias Energetica Als men binnen duurzaamheiddoelstellingen over energiebesparing spreekt wordt meestal gewerkt volgens de Trias Energetica:
Eerst verbruik verminderen; Dan de energie die toch nodig is duurzaam opwekken: zelf opwekken, lokaal opwekken en door in te kopen bij derden, een energieleverancier; Indien nodig, gebruik fossiele brandstoffen zo efficiënt en schoon mogelijk.
Energiek Heusden is voorstander van het werken volgens de Trias Energetica.
Uniforme meetlat en monitoring De beste manier om de effecten van energieverbruik op ons leefmilieu te meten is het in kaart brengen van de uitstoot van CO2 die door energieverbruik wordt veroorzaakt. Daarom hebben we in dit plan van aanpak de uitstoot aan kg CO2 als meetlat gebruikt. Eerst is een nulmeting (2014) uitgevoerd, waarna de gerealiseerde besparing en alle mogelijkheden langs dezelfde meetlat worden gelegd. Conform de Trias Energetica wordt hierbij, waar mogelijk, onderscheid gemaakt tussen daadwerkelijke besparing en het vervangen van vervuilende opwek door duurzame opwek. In het onderzoek wordt ingekochte elektriciteit beschouwd als grijs/groene stroom. Rekenfactoren van energie naar CO2-uitstoot: De in dit rapport gebruikte CO2-emissiefactoren zijn ontleend aan de website http://CO2emissiefactoren.nl. Deze site is een initiatief van Milieu Centraal, Stimular, Stichting Maatschappelijk Aanbesteden en Orderen, Connect en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De belangrijkste zijn: 1 kWh stroom (onbekend) geeft 0,355 kg CO2 1 m3 aardgas geeft 1,884 kg CO2.
2. Beschrijving van het onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd in een aantal stappen:
De verbruiken en de CO2-uitstoot over het jaar 2014 zijn geïnventariseerd voor elektriciteit, gas en vervoer (nulmeting). Hoofdstuk 3. De sinds 2014 reeds uitgevoerde en nog lopende initiatieven in dit kader zijn geïnventariseerd, inclusief de (te verwachten) reductie van verbruik en uitstoot. Hoofdstuk 4.
4
Op basis van de nulmeting is een analyse uitgevoerd teneinde de meest kansrijke objecten voor besparingen te vinden. Dit blijken de openbare verlichting en een beperkt aantal gemeentelijke (sport-)gebouwen te zijn. Hoofdstuk 5. Onderzoek openbare verlichting. Hoofdstuk 6. Onderzoek gemeentelijke (sport-)gebouwen. Hoofdstuk 7. Hierop zijn vergelijkende analyses gedaan die leiden tot conclusies en aanbevelingen. Hoofdstuk 8.
Samenwerking met de ambtelijke organisatie: Met de betrokken medewerkers van de gemeente is in goede harmonie samengewerkt. Gevraagde informatie is snel en adequaat aangeleverd. In diverse overleggen zijn goede discussies gevoerd.
3. De verbruiken en de CO2-uitstoot over het jaar 2014 Het betreft hier de elektriciteit- en gasinkoop voor het eigen gebruik van de gemeentelijke organisatie. Energie die is doorbelast aan bijv. sportverenigingen is niet meegenomen. Tevens is de CO2-uitstoot ten gevolge van vervoer meegenomen: wagenpark gemeente, dienstreizen en vliegreizen.
Tabel 3: inventarisatie verbruik en uitstoot over 2014 (=tabel 1)
In de categorie overige zijn de objecten opgenomen die om functionele redenen in 2014 en 2015 een verschillend verbruik hadden, bijv. aangekochte of verkochte/gesloopte panden.
4. Reeds bereikte besparingen en lopende initiatieven Vanaf de start van het huidige college van B&W, medio 2014, is een ambtelijke werkgroep actief geweest om de besparingsdoelstelling uit te werken en deels reeds te realiseren, vanuit de gedachte om laaghangend fruit direct te oogsten. Besparingen De gerealiseerde besparingen betreffen gemeentelijke (sport-)gebouwen. De onderstaande tabel is gebaseerd op de verschillen tussen het daadwerkelijke verbruik in 2014 en 2015. De rode cijfers wijzen op een gestegen verbruik. Per saldo is door deze acties de CO2-uitstoot van de gemeente gedaald met 3%. 5
Tabel 4: gerealiseerde besparingen 2014/2015
Momenteel zijn twee besparingsprojecten in uitvoering. Zie tabel 5. Ze leiden tot een reductie van de gemeentelijke CO2-uitstoot van 0,2%.
Tabel 5: besparingsprojecten in uitvoering
Eigen duurzame opwekking met zonne-energie Ook zijn er projecten in uitvoering, dan wel voorbereiding om als gemeente zelf duurzame energie te gaan opwekken. Op de in uitvoering zijnde projecten is SDE +subsidie toegezegd. Voor de projecten in voorbereiding loopt de subsidieaanvraag. Met deze projecten wordt de CO2-uitstoot teruggebracht met 5,9%. (1,5%+4,4%) Zie tabel 6. Voor de opwekprojecten in uitvoering zijn eerder kredietbesluiten genomen.
6
* De zonnepanelen voor sporthal Dillenburg worden voor crca 30% toegerekend aan het project Dllenburg.
Tabel 6: opwekprojecten in uitvoering en voorbereiding
5. Analyse op verbruik en uitstoot Uit tabel 3 in hoofdstuk 3 is af te leiden dat het energieverbruik en de uitstoot van CO2 voornamelijk plaatsvinden bij openbare verlichting/verkeer (31%), sportgebouwen (29%) en grote gebouwen (24%). Het verdere onderzoek zal zich dan ook concentreren op deze groepen.
6. Onderzoek openbare verlichting Het onderzoek naar de besparingsmogelijkheden binnen de openbare verlichting is uitgevoerd in nauwe samenspraak met de beleidsmedewerker. Alle inputgegevens zijn aangeleverd door de gemeente en de vertaling van het financieel verantwoorde besparingspotentieel naar concrete projecten is door de beleidsmedewerker uitgevoerd. Het onderzoek is uitgebreider beschreven in een bijlage bij dit rapport. De belangrijkste mogelijkheid om in de openbare verlichting een substantiële besparing te realiseren is het grootschalig vervangen van conventionele lampen (vooral gasontlading) door moderne LED-verlichting. In veel situaties moet hiervoor ook de mast worden vervangen. Daarna kan nog extra besparing worden gerealiseerd door op een aantal plaatsen dynamische verlichting (Light on Demand) te gaan toepassen: alleen verlichten als het verkeer erom vraagt. Dit laatste is niet nader onderzocht. Daarnaast verdient het aanbeveling om, voor aanvang van de vervanging, na te gaan of de huidige verlichtingsniveaus op de (semi-)ontsluitingswegen strikt noodzakelijk zijn. Hier lijkt ook een besparingsstap te maken. De vervanging door LED-verlichting kan in theorie tot een besparing in stroomverbruik en CO2-uitstoot leiden van circa 30% binnen de OV. Rekening houdend met financiële en praktische randvoorwaarden is 15 % binnen enkele jaren te realiseren. Er is een belangrijke financiële kanttekening bij deze mogelijkheid. Puur financieel gezien is het vervangen van conventionele verlichting door LED-verlichting alleen haalbaar als er andere redenen zijn om te vervangen. In het onderzoek (zie de bijlage) staat hierover: “In de studie is er vanuit gegaan dat OV-materialen in 40 jaar worden afgeschreven en dat alleen de kosten van het niet afgeschreven deel ten laste komen van het energiebesparingplan. Investeringen in reeds afgeschreven OV-materialen kunnen immers aangemerkt worden als vervangingsinvesteringen, die ook bij ongewijzigd beleid 7
zouden moeten plaatsvinden. Het gaat dan dus vooral over de haalbaarheid van een snellere fasering van de investeringen.” In tabel 7 zijn de gegevens van de praktisch uitvoerbare projecten opgenomen die leiden tot een besparing van 15% van het huidige energieverbruik in de OV. Dit is 4,6% van de totale CO2-uitstoot. N de bijlage “openbare verlichting” staan de afzonderlijke projecten benoemd.
Tabel 7: besparingsmogelijkheden in de openbare verlichting In eerste instantie was ingeschat dat een grotere besparing verwacht zou mogen worden. Dat de nu zichtbaar geworden besparingen enigszins tegenvallen is verklaarbaar vanuit het gegeven dat in de jaren 2007 tot en met 2009 al eens een besparingsproject is uitgevoerd. Toen was vooral vervanging door PLL-lampen aan de orde. De bereikte besparing bedroeg toen circa 22%, terwijl door autonome groei het aantal masten groeide met 8%.
7. Onderzoek (grote) gemeentelijke (sport-)gebouwen Het merendeel van het energieverbruik in de gebouwen gebeurt in 13 gebouwen: 4 gemeentelijke gebouwen en 5 sportgebouwen. Zij zijn verantwoordelijk voor 29%, respectievelijk 24% van de CO2-uitstoot door de gemeente. Zie tabel 8.
Tabel 8: Gebouwen met het grootste energieverbruik in 2014 Aan adviesbureau eeS Holland B.V. is gevraagd een quick scan uit te voeren gericht op energiebesparingsmaatregelen/verbetermogelijkheden, vermindering van uitstoot van CO2 en de bijbehorende exploitatiemodellen. Het is geen diepgaand onderzoek dat concrete uitvoerbare projectvoorstellen oplevert, maar geeft richting aan de besparingsmogelijkheden met de financiële consequenties. De resultaten zijn in tabel 9 weergegeven. De mogelijkheden voor de reductie van CO 2-uitstoot bedragen 5,3% in de gemeentelijke gebouwen en 9,2% in de sportgebouwen, afgezet tegen de totale uitstoot van de gemeente.
8
* De terugverdientijd (TVT) is alleen voor de gebouwen als geheel uitgerekend omdat de getallen per individueel gebouw te indicatief zijn.
Tabel 9: Kansen voor energiebesparing in (grote) gemeentelijke (sport-)gebouwen In deze gebouwen is veel energie te besparen en energie duurzaam op te wekken. In de drie grootste energieverbruikers (zwembad Die Heygrave en de gemeentehuizen in Vlijmen en Drunen) kan 20 tot 50% worden bespaard, ofwel 14,6% van de totale gemeentelijke uitstoot. Ons advies is dan ook deze gebouwen prioriteit te geven, door gedetailleerder onderzoek te laten doen en een totaalplan op te stellen. Desgewenst kan daarin een fasering van de uitvoering worden opgenomen. De bedragen uit de quick scan van de gebouwen mogen per gebouw niet absoluut worden genomen, omdat nog geen uitvoerig onderzoek heeft plaatsgevonden. De terugverdientijd is indicatief en mede gebaseerd op vermindering van de energie-inkoop van 2,1 miljoen kWh (elektriciteit en gas), circa € 170.000. Er moet nog wel rekening worden gehouden met een beperkte stijging van de bedrijfsvoeringkosten ten gevolge van pelletketels. P.S. Door eeS Holland is voor de 3 grootste gebouwen ook gekeken naar de mogelijkheid voor warmtekoudeopslag (WKO). Om verschillende redenen is deze optie steeds afgevallen: Zwembad Die Heygrave: onbalans tussen warmte- en koudevraag; Gemeentehuis Drunen: technisch niet mogelijk door het ontbreken van voldoende eigen grond; Gemeentehuis Vlijmen: ten opzichte van de oplossing in tabel 9 kan ruim 20.000 kg CO2–uitstoot worden bespaard. De meerkosten hiervan bedragen € 193.750. Deze variant is onvoldoende financieel renderend.
9
8. Samenvattende analyse, conclusies en aanbevelingen Analyse en conclusies: In de onderstaande tabel zijn alle resultaten van het onderzoek samengevat. Inclusief de gerealiseerde en voorgenomen besparingen kan de CO2-uitstoot in totaal met 28,4% worden verminderd, ongeveer gelijk verdeeld over besparingen en duurzame productie in eigen huis. De investeringen per minder uitgestoten kg CO2 variëren van 1 tot 10 euro (als het deel vervangingsinvesteringen bij de openbare verlichting buiten beschouwing word gelaten). De bedragen uit de quick scan van de gebouwen (grote gebouwen en sportgebouwen, zie tabel 10) mogen per gebouw niet absoluut worden genomen, omdat nog geen uitvoerig onderzoek heeft plaatsgevonden.
Tabel 10: Overzicht van de gerealiseerde, de in uitvoering/voorbereiding zijnde en nog mogelijke besparingen.
Aanbevelingen: Aangezien er meer mogelijkheden zijn omschreven dan nodig zijn om de doelstelling van 15% te halen, kunnen keuzes worden gemaakt. Voor openbare verlichting zijn in het deelrapport een aantal projecten benoemd die per project uitvoerbaar zijn. Wij adviseren om vooraf na te gaan of het huidige verlichtingsniveau strikt noodzakelijk is. Er zijn veel mogelijkheden in de gemeentelijke (sport-)gebouwen. Deze vragen overigens wel flinke ingrepen in de installaties. Wij adviseren om de drie gebouwen met de meeste besparingsmogelijkheden (zwembad Die Heygrave en de gemeentehuizen in Vlijmen en Drunen) voorrang te geven. Het is aan te bevelen deze diepgaander te laten onderzoeken en een totaal verbeterplan te laten opstellen. Nu kiezen voor deeloplossingen, zonder het eindplaatje te kennen, is niet wenselijk omdat dat in de toekomst tot teleurstellingen kan leiden. 10
Rapportage Quick Scan
Project Projectnummer Datum Opsteller
: CO2 reductie gebouwen binnen de gemeente Heusden : 160470416/000109 : 02-05-2016 : P. Driessen
INHOUDSOPGAVE 1
Inleiding ....................................................................................................................... 3 Energy Engineering Solutions (eeS) .......................................................................................... 3 Aanleiding tot de energiescan ................................................................................................. 3 Structuur van dit document ...................................................................................................... 3
2
Scope van het onderzoek ......................................................................................... 4 Doel van de energiescan .......................................................................................................... 4 Locaties.......................................................................................................................................... 4
3
Aanpak ........................................................................................................................ 5 Inleiding ......................................................................................................................................... 5 Energie uit aardgas ..................................................................................................................... 5 Elektrische energie....................................................................................................................... 5 De Trias Energetica ...................................................................................................................... 6 Invalshoeken energiebesparing en reductie Co2 emmissie............................................... 7 Reduceren van warmte- en/of koudevraag ......................................................................... 7 Bouwkundig .................................................................................................................................. 7 Installatietechnisch ...................................................................................................................... 7 Duurzame bronnen ..................................................................................................................... 8 Duurzame Warmte ...................................................................................................................... 8 Duurzame Koude ......................................................................................................................... 8 Duurzame elektriciteit ................................................................................................................. 8 Warmtepompen .......................................................................................................................... 8 WKO................................................................................................................................................ 9
4
Gemeentehuis Vlijmen ............................................................................................ 10 Installatie ...................................................................................................................................... 10 Bevindingen ................................................................................................................................ 10 Uitwerking .................................................................................................................................... 11 Resultaat ...................................................................................................................................... 13
5
Gemeentewerf te Drunen........................................................................................ 15 Installatie ...................................................................................................................................... 15 Bevindingen ................................................................................................................................ 15 Uitwerking .................................................................................................................................... 16 Resultaat ...................................................................................................................................... 17
6
Gemeentehuis Drunen ............................................................................................. 18 Installatie ...................................................................................................................................... 18 Bevindingen ................................................................................................................................ 18
EES-HEUS-2016
1 of 32
Uitwerking .................................................................................................................................... 18 Resultaat ...................................................................................................................................... 20
7
Zwembad Die Heygrave te Vlijmen....................................................................... 21 Installatie ...................................................................................................................................... 21 Bevindingen ................................................................................................................................ 21 Uitwerking .................................................................................................................................... 22 Resultaat ...................................................................................................................................... 23
8
Sporthal Die Heygrave te Vlijmen .......................................................................... 24 Sporthallen Algemeen .............................................................................................................. 24 Installatie ...................................................................................................................................... 24 Bevindingen ................................................................................................................................ 24 Uitwerking .................................................................................................................................... 24 Resultaat ...................................................................................................................................... 25
9
Sporthal de Brug ....................................................................................................... 26 Installatie ...................................................................................................................................... 26 Bevindingen ................................................................................................................................ 26 Resultaat ...................................................................................................................................... 26
10
Sporthal de Vennen ................................................................................................. 27 Installatie ...................................................................................................................................... 27 Bevindingen ................................................................................................................................ 27 Resultaat ...................................................................................................................................... 27
11
Sporthal de Kubus..................................................................................................... 28 Installatie ...................................................................................................................................... 28 Bevindingen ................................................................................................................................ 28 Resultaat ...................................................................................................................................... 28
12
Bezoekerscentrum HBT te Heusden ....................................................................... 29 Installatie ...................................................................................................................................... 29 Bevindingen ................................................................................................................................ 29 Uitwerking .................................................................................................................................... 29 Resultaat ...................................................................................................................................... 29
13
Eindconclusie ............................................................................................................ 30
14
Bijlage 1 Maatregelen per gebouw ....................................................................... 31
EES-HEUS-2016
2 of 32
1
Inleiding Energy Engineering Solutions (eeS) eeS Holland B.V. , gevestigd in Oosterhout, is een onafhankelijk adviesbureau dat zich heeft gespecialiseerd in Design, Build, Operate and Maintain van energie efficiënte oplossingen. Aanleiding tot de energiescan De uitgevoerde Quick Scan omvat een onderzoek naar vermindering van CO2 emissie en energiebesparing van enkele gebouwen van de Gemeente Heusden. Energiek Heusden” heeft eeS Holland B.V benaderd voor het uitvoeren van de Quick Scan.
Structuur van dit document In hoofdstuk 2 worden de kaders van de Quick scan besproken waarna in Hoofdstuk 3 een uitleg wordt gegeven van de aanpak, alsook de criteria waarvan wordt uitgegaan en de beproefde technieken waarmee wordt vergeleken. Vanaf Hoofdstuk 4 worden de bevindingen per gebouw beschreven. In Hoofdstuk 13 ten slotte de eindconclusie van de Quickscan.
EES-HEUS-2016
3 of 32
2
Scope van het onderzoek Doel van de energiescan Het doel van deze Quick Scan is het uitbrengen van een advies dat oplossingen biedt voor het significant terugdringen van de CO2 emissie van enkele gebouwen van de Gemeenten Vlijmen, Heusden en Drunen en het bieden van oplossingsrichtingen voor het besparen van energie op deze locaties. Locaties -
Gemeentehuis Vlijmen Gemeentewerf te Drunen Gemeentehuis Drunen Zwembad Die Heygrave te Vlijmen Sporthal Die Heygrave te Vlijmen Sporthal de Brug Sporthal de Vennen Sporthal de Kubus Bezoekerscentrum HBT te Heusden
EES-HEUS-2016
4 of 32
3
Aanpak Inleiding Tijdens de 1e inventarisatie is ees Holland B.V. bijgestaan door de heer Beaart van gemeente Vlijmen om te assisteren tijdens onze bezoeken aan de betreffende gebouwen. Om een duidelijk beeld te verkrijgen met betrekking tot het energie verbruik en de uitstoot CO₂ is het belangrijk om eerst te definiëren hoe CO₂ emissie samenhangt met het energieverbruik. Alle gebouwen van de gemeente verbruiken twee soorten energie: -
Energie uit aardgas Elektrische energie
Energie uit aardgas Aardgas is een fossiele brandstof, waarmee bij verbranding warmte wordt geproduceerd. Het aardgas wordt bij ieder gebouw van de gemeente aangeleverd via een gasleidingnet. Het verbruik en het gebruik van aardgas zou ons inziens verminderd moeten worden zo niet vermeden moeten worden om twee redenen: -
Aardgas levering is eindig Grote CO₂ uitstoot
Als het verminderen van de uitstoot CO₂ prioriteit heeft boven energie besparen dan bereikt men dit door het gebruik van aardgas zoveel mogelijk te vermijden of te verminderen. Dit doel haalt men niet door een gasgestookt toestel te vervangen door een nieuw gasgestookt toestel met een beter rendement. Elektrische energie Elektrische energie wordt centraal in energiecentrales van bijvoorbeeld Essent of Nuon geproduceerd en getransporteerd via het hoogspanningsnet. Als men gebruik maakt van elektrische energie en men wil de CO₂ emissie drastisch verminderen dan zal de opwekking van elektriciteit decentraal en duurzaam plaats moeten vinden, bijvoorbeeld door het toepassen van: -
Wind molens Biomassa ketels PV cellen (photovoltaire cellen, zonnepanelen)
EES-HEUS-2016
5 of 32
Als er geen gebruik gemaakt wordt van duurzame oplossingen dan moet men rekening houden met het rendement van een conventionele elektriciteitscentrale van 40 %. Dit betekent dat om 1 kWh elektriciteit op te wekken er 1/ 0,4 = 2,5 kWh gas verbrand moet worden. Tot slot is het goed om de verschillende eenheden, relevant als het gaat voor energiebesparende maatregelen, op een rij te zetten:
Voor het centraal opwekken van 1 kWh elektriciteit, moet 2,5 kWh gas verbrand worden. Bij het verbranden van 1 m3 komt 9,75 kWh warmte vrij. Bij het verbranden van 1 m³ gas, wordt 1,8 kg CO₂ geproduceerd.
De Trias Energetica
Voor de oplossingsrichtingen wordt de Trias Energetica gehanteerd. De Trias Energetica is een strategie om energiebesparende maatregelen te nemen. Deze strategie werd in 1996 door de Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu (Novem, één van de voorlopers van Agentschap NL) geïntroduceerd onder de naam Trias Energica. Later werd de Trias Energetica uitgewerkt door de TU Delft.
Fig. 1 : Trias Energetica
De strategie bestaat uit de volgende drie stappen: 1. Beperk de energievraag 2. Gebruik duurzame energiebronnen 3. Gebruik fossiele energiebronnen zo efficiënt mogelijk
EES-HEUS-2016
6 of 32
Invalshoeken energiebesparing en reductie Co2 emmissie Als we de Trias Energetica volgen en kijkend naar de gebouwen van de gemeente Heusden dan kunnen er oplossingen toegepast worden die de volgende doelen nastreven: -
Reduceren warmtevraag Reduceren koudevraag Verbeteren van het opwek rendement. Verbeteren van de regeling en controle van de installaties
Voor elke oplossing geldt uiteraard dat deze praktisch te realiseren moeten zijn. Niet elke oplossingsrichting is per definitie geschikt voor elke locatie. In de resultaten per gebouw is de totale besparing van energie en/of reductie van CO2 uitstoot te vinden, bij het nemen van het gehele genoemde pakket aan maatregelen. Reduceren van warmte- en/of koudevraag Het reduceren van de warmte- en of koudevraag kan zowel op bouwkundig vlak als op het installatie technische vlak worden gerealiseerd. Bouwkundig Het verminderen van de warmte- en koudevraag door het nemen van bouwkundige maatregelen kan door:
Het beter isoleren van het dak; Het beplakken van isolerende folie op ramen aan de binnenzijde. Muurisolatie Isolerende kozijnen (zie inleiding)
Installatietechnisch Het verminderen van de warmte- en koudevraag door het nemen van installatietechnische maatregelen kan door:
Leidingisolatie Optimalisatie GebouwBeheerSysteem (GBS) Vervanging verouderde installaties (met hoger rendement)
EES-HEUS-2016
7 of 32
Duurzame bronnen We onderscheiden duurzame toepassingen voor het opwekken van warmte, koude en elektriciteit. De warmtepomp toepassingen zullen vanaf §3.8 worden uitgelegd.
Duurzame Warmte Voor het duurzaam opwekken van warmte kunnen de volgende toepassingen worden gebruikt:
Warmtepompen (water/water en water/lucht) Zonnecollectoren Biomassa/Pellet ketels Biogas WKK
Duurzame Koude Voor het duurzaam opwekken van warmte kunnen de volgende toepassingen worden gebruikt: -
Warmtepompen WKO ( warmte en koudeopslag / open en gesloten systemen) Absorptie koeling op basis van restwarmte
Duurzame elektriciteit Voor het duurzaam opwekken van warmte kunnen de volgende toepassingen worden gebruikt:
Inkoop groene stroom nutsbedrijf met verklaring; PV cellen; Bio WKK.
Warmtepompen Een warmtepomp verwarmt laagwaardige warmte uit de bodem (water) of de lucht naar bruikbare warmte met een temperatuur van 40 à 50°C. Warmtepompen kunnen in principe onderverdeeld worden in lucht /water warmtepompen en water/water warmtepompen. Eerstgenoemde verwarmt laagwaardige warmte uit lucht en het tweede type verwarmt laagwaardige warmte uit water (bodem).
EES-HEUS-2016
8 of 32
Fig. 2 Principe van een warmtepomp
Een belangrijk aspect bij warmtepompen is de zogenaamde Coëfficiënt Of Performance, oftewel COP. Dit getal geeft de verhouding weer tussen het energieverbruik van de compressor en de nuttige hoeveelheid koude in de verdamper (bij een koelmachine) of nuttige hoeveelheid warmte in de condensor (bij een warmtepomp). Hoe hoger de COP, hoe efficiënter de installatie. Dit betekent dat een warmtepomp met een COP van 4, 1 kWh elektriciteit gebruikt om 3 a 3,5 kW aan warmte te kunnen leveren. Bij een koelmachine betekent een COP van 4 juist dat er maximaal 4 kW warmte in de verdamper kan worden opgenomen. Als er geen koeling gevraagd wordt, dus alleen als er warmtevraag is dan is een lucht/ water warmtepomp duurzaam. Als een lucht/water warmtepomp in de zomer actief gaat koelen dan is deze warmtepomp namelijk gelijk aan een traditionele koelmachine die op stroom werkt en is dan niet echt energie zuinig. WKO Als er naast warmte ook koeling gevraagd wordt dan is een water/water warmtepomp echt duurzaam omdat men dan in de zomer passief gaat koelen met een grondwatersysteem dat weinig elektra vraagt in verhouding met een koelmachine. Dit systeem is dan energie zuinig en vermindert de CO₂ uitstoot.
Fig. 3: Gebruik maken van energie uit de bodem
EES-HEUS-2016
9 of 32
4
Gemeentehuis Vlijmen Installatie Warmtevragers: -
Warmteplafonds ( laag temperatuur ) Radiatoren ( hoog temperatuur ) Luchtbehandelingskasten ( Hoog temperatuur ) Warmtapwater lokaal ( hoog temperatuur )
Koude vragers: -
Koelplafonds ( hoog temperatuur koeling ) Luchtbehandelingskasten( laag temperatuur ) Serverruimte ( hoog temperatuur) apart systeem Diverse ruimtes kelder ( aparte systemen )
Warmteproducenten: 2 HR ketels fabr. Remeha Vermogen: 179 kW elk. Totaal vermogen 358 kW Koude producenten: Trane koelmachine CGA 700 Koelvermogen 182 kW Splitsystemen kelder 12 kW Op basis van de opgestelde vermogens hebben wij een prognose gemaakt van de belastingduur kromme voor verwarmen en koelen. Resultaat:
1200 vollast uren verwarmen 800 vollasturen koelen
Bevindingen De huidige energievoorziening van het gemeentehuis is op dit moment niet duurzaam en daar ligt een groot besparingspotentieel. In de navolgende paragraaf zetten we alle opties uiteen zodat een goed beeld kan worden gevormd.
EES-HEUS-2016
10 of 32
Daarnaast heeft eeS inzage gekregen in een thermografisch onderzoek uit 2013, waarin wordt geconcludeerd dat er relatief veel warmte verloren gaat bij de kozijnen en de aansluiting op de gevel. Om hier een gekwantificeerd oordeel over te vellen (hetgeen het rapport uit 2013 niet biedt), zal er een uitgebreide berekening nodig zijn. Evident is, dat het afdichten van gaten en kieren in gevels altijd een gunstige uitwerking heeft op de warmtevraag van een gebouw.
Uitwerking Het gemeentehuis Vlijmen maakt gebruik van gas en elektra om warmte en koude te leveren en gas voor lucht bevochtiging. Voor het gemeentehuis te Vlijmen komen de volgende opties die praktisch uitvoerbaar zijn in beeld: -
Warmtepomp Raamfolie Pelletketel PV cellen WKO ( open of gesloten ) Het plaatsen van LED verlichting Dakisolatie, reeds in gang gezet door Gemeente Heusden PV cellen, reeds in gang gezet door Gemeente Heusden
Op basis van een bivalente installatie vorm met een leidende warmtepomp kan de volgende opzet gemaakt worden:
Warmtepomp met een verdampervermogen van 200 kW Thermisch wordt dit 266 kW. (COP = 4) Deze warmtepomp heeft ca. 1200 bedrijfsuren. Energie verwarmen door warmtepomp 1200 x 266 = 319.200 kWh elektra 79.800 kWh.
De totaal benodigde energie voor verwarmen in de huidige situatie bedraagt 358 x 1200 = 429.600 kWh. De warmtepomp levert 391.200 kWh, dus de pieklastketel zal zeker 110.400 kWh leveren. Vanwege de aard van het gebouw kan er sprake zijn van een hoge interne warmtelast. Hiermee wordt bedoeld dat er in het gebouw veel mensen werken of er bijvoorbeeld veel apparatuur aanwezig is die warmte afgeeft. Door deze hoge interne warmtelast zal het werkelijke warmteverbruik lager liggen dan de eerder genoemde 429.600 kWh en maakt deze locatie erg geschikt voor WKO.
EES-HEUS-2016
11 of 32
De pieklast ketel zal onder de extreme condities het totale vermogen moeten kunnen leveren omdat de retour temperatuur voor de warmtepomp te hoog blijft om in bedrijf te blijven. Om CO₂ uitstoot drastisch te reduceren adviseren wij een pellet ketel opstelling van hetzelfde vermogen te plaatsen van wat er nu staat. Het wordt dan een gasloze installatie. Passieve koeling middels een Open Bron systeem is echt duurzaam. Om een koelvermogen van 200 kW te leveren hebben we een bron nodig van ca. 21 m³/h. Een open bron systeem verbruikt heel weinig elektrische energie, vandaar dat dit systeem bij voorkeur gepromoot wordt door onze overheid en het RVO. De mogelijkheid bestaat om dergelijke systemen bij een externe investeerder en beheerder onder te brengen, zodat de gebruiker te allen tijde voorzien is van een goed werkend systeem. Energie verbruiken en CO₂ uitstoot. De CO₂ uitstoot van een Pelletketel combinatie kan op nul gesteld worden en is derhalve zeer duurzaam. Aandachtpunt hierbij is het transport van pellets. Verticaal tot 3 m. Daar de pellet ketel als pieklast functioneert is het pellet verbruik gebaseerd op een beperkt aantal vollast uren.
Fig. 4 Pellet ketels Een passieve koeling middels een bron systeem vraagt 5333 kWh per jaar. Volgens informatie van dhr. Beaart zal het dak opnieuw worden geïsoleerd.
EES-HEUS-2016
12 of 32
De warmtevraag en koude vraag zullen hierdoor afnemen t.o.v. de huidige situatie. Ook hier ontstaat een reductie van uitstoot CO₂: De besparing door isolatie in m³ gas per jaar kan als volgt berekend worden: (Verschil in k-waarde x oppervlakte x graaduren)/(1000 x verbrandingswaarde x rendement opwekker): 2,8 x 200 x 70.000/1000 x 9,75 x 0,85 = 4730 m³ gas per 200 m² dak/jaar of 8514 kg CO₂/a /200 m² Zowel isolatie van het dak als het plaatsen van PV panelen is al in gang gezet door het plan van aanpak van de Gemeente Heusden. Door het duurzaam opwekken van electricteit kan het verbruik van de warmtepomp worden gecompenseerd en zal de reductie van CO2 nog verder dalen. Belangrijk aandachtspunt voor al deze maatregelen is dat de binnen installatie op een aantal punten aanpassing behoeft Daarnaast zal het gebouwbeheersysteem moet aangepast worden zodat installaties niet onnodig werken en goed werken met de duurzame installatie. Een WKO systeem vraagt ca. 6 maanden tijd voor vergunning enz. Als voor de warmtepomp die op het dak komt te staan een type gekozen wordt die zowel op lucht als op een bron kan werken dan is er alle tijd om het bron systeem in een later stadium uit te werken. De configuratie zonder WKO is tevens als optie in het resultaat weergegeven om het effect op de investering alsook op de besparing weer te geven.
Resultaat Het nemen van de besproken maatregelen inclusief een WKO installatie(excl. dakisolatie en PV cellen) levert de volgende resultaten op:
Gemeentehuis Vlijmen (WKO) WKO
Investering 30000
Warmtepomp
25000
Installatieaanpassingen
15000
Regelinstallatie
10000
Installatiekosten
65000
EES-HEUS-2016
Beparing Uitstoot kg Co2/a
180.000
Biomassa ketel
Totaal
Besparing kWh/a
325.000
424.600
76.480
13 of 32
De configuratie met een lucht/water warmte-pomp (ipv WKO) levert de volgende resultaten op:
Gemeentehuis Vlijmen
Investering Besparing kWh/a
Lucht/water Warmtepomp
50000
Biomassa ketel
30000
Installatieaanpassingen
15000
Regelinstallatie
10000
Installatiekosten Totaal
EES-HEUS-2016
Beparing Uitstoot kg Co2/a
26250 131.250
387.000
56.160
14 of 32
5
Gemeentewerf te Drunen Installatie Het complex bestaat uit een kantoorgedeelte en een werkplaats gedeelte. Het kantoorgedeelte is duurzaam opgezet:
Vloerverwarming en vloer koeling. Warmtepomp ( Techneco systeem 17,3 kW thermisch ) met gesloten bodemwisselaars Gebalanceerde ventilatie systeem met warmte terug winning (Exhausto). Groen dak
Werkplaatsgedeelte:
3x Viessman HR ketels ( 2x 70 kW en 1x 60 kW)
De Gemeente Heusden heeft voor dit gedeelte een plan van aanpak opgesteld voor het isoleren van het dak en het plaatsen van PV panelen. Deze beide maatregelen zullen hier dan ook verder buiten beschouwing worden gelaten.
Bevindingen De mogelijkheden op besparing in het kantoorgedeelte zijn vanwege de duurzame opzet beperkt. Het toepassen van pompen met frequentieregeling zou nog enige besparing opleveren, maar dit dient marginaal genoemd te worden. Het werkplaats gedeelte is slecht geïsoleerd waardoor er veel warmte verloren gaat. Door de slechte isolatie staan de stooklijnen van de ketels hoog ingesteld waardoor het rendement van de ketels daalt en het gasverbruik toeneemt. De stooklijn en het gasverbruik van de ketels worden bepaald door hoogst vragende groep en dat is hier de werkplaats en niet het kantoor.
EES-HEUS-2016
15 of 32
Uitwerking Het verhogen van het opwek rendement kan gerealiseerd worden door het toepassen van de navolgende maatregel:
De elektrisch bedienbare deuren hebben een lage isolatie waarde en vertonen veel kieren en naden terwijl de installatie maar doorstookt. Met een thermografische camera zou dit (onder de juiste omstandigheden) kunnen worden geanalyseerd. Daarnaast openen en sluiten deze deuren langzaam hetgeen nog extra energieverlies met zich meebrengt. Hoewel dit verlies zich moeilijk laat kwantificeren, verdient het de aanbeveling de aansturing van de deuren te optimaliseren, zodat open- en sluittijden worden verkort)
Installatie maatregelen:
Verbeteren van de regeling van verlichting , ventilatie en verwarming. ( alle verlichting en ventilatie werken continu ). Als de stooklijnen goed ingesteld zijn hebben de ketels bij een retourtemperatuur die lager is dan 55°C een rendement van 95 %. Alleen een warmtepomp overtreft dit rendement met een waarde van 120 % bij een COP van 4.
Toevoegen van zonnecollectoren op het dak ten behoeve van de bereiding warmtapwater. Het zonnecollectorsysteem bespaart ca 60 % van de energie benodigd voor warmtapwaterbereiding. Daarnaast kan het zonnecollectorsysteem ook warmte leveren voor de verwarming. Er dient gekeken te worden hoeveel vierkante meter er nog beschikbaar is na het plaatsen van de eerdergenoemde PV panelen. De uiteindelijke reductie van CO₂ uitstoot is afhankelijk van de omvang van de installatie.
Toevoegen van een lucht/water warmtepomp met buffervat zal een besparing opleveren van de uitstoot van CO₂. Op basis van een warmtepomp vermogen van 20 kW en 2000 vollast uren zal de energie productie 40.000kWh bedragen en daarbij het extra electra verbruik 10.000 kWh bedragen. De vermindering CO₂ uitstoot wordt dan 1724 kg/a.
Fig. 5: Lucht/water warmtepomp voor buitenopstelling
EES-HEUS-2016
16 of 32
Resultaat Het nemen van de besproken maatregelen levert de volgende resultaten op. De zonnecollector is hier uitgelaten vanwege het ontbreken van het beschikbare aantal vierkante meters.
Gemeentewerf te Drunen
Investering
Warmtepomp installatie
5500
Isolatie deuren
3000
Regelinstallatie
2500
Installatiekosten
2750
Totaal
EES-HEUS-2016
13.750
Besparing kWh/a
Beparing Uitstoot kg Co2/a 1724
40.000
1.724
17 of 32
6
Gemeentehuis Drunen Installatie Het gemeentehuis Drunen maakt gebruik van gas en elektra om warmte en koude te leveren en gas voor lucht bevochtiging. Het pand heeft de volgende warmtevragers:
Radiatoren ( hoog temperatuur ) Luchtbehandelingskasten ( Hoog temperatuur ) Warmtapwater lokaal ( hoog temperatuur )
Het pand heeft de volgende koude vragers:
Luchtbehandelingskasten( laag temperatuur )
Voor het opwekken van warmte en koude:
2 x HR ketels fabr. Remeha totaal 358 kW Trane koelmachine CGA 700 182 kW
Bevindingen Op basis van de opgestelde vermogens hebben wij een prognose gemaakt van de belastingduur voor verwarmen en koelen;
1200 vollast uren verwarmen 800 vollasturen koelen
De bestaande ketels, komen op basis van hun rendement en leeftijd, in aanmerking voor vervanging. De opwek installatie zal hierdoor duurzamer worden waardoor energie en CO₂ emissie vermindert. Uitwerking Ook in deze situatie kan met een biomassa ketel als pieklastketel veel primaire energie en CO₂ uitstoot bespaart worden. Doordat de biomassa ketel niet als leidend fungeert in het verwarmingsproces is het pellet verbruik minimaal en dus ook de opslag en transport evenzo. De plaatsing van de biomassa ketel met transport is een uitdaging qua opstelling. De pellet ketels kunnen op de plaats waar nu de bestaande ketels staan geplaatst EES-HEUS-2016
18 of 32
worden. De locatie van pellet opslag en transport zal nader onderzocht moeten worden. Wij adviseren de volgende configuratie:
Lucht water warmtepomp van ca 180 kW waarbij de warmtepomp op de techniekzolder wordt geplaatst en de verdamper /condensor buiten. ( i.v.m. geluidsniveau) De warmtepomp heeft 2 buffers: een warmte en een koude buffer opgesteld op de zolder.
Fig. 6: Warmtepomp in split opstelling
Aangezien het Gemeentehuis Drunen nauwelijks eigen terrein heeft buiten het gebouw om, is een WKO oplossing praktisch niet realiseerbaar en is daarom ook niet als optie in deze scan nader uitgewerkt. De warmtepomp zal in de zomer dan ook actief koelen en derhalve werken als een koelmachine. De elektriciteit zal duurzaam opgewekt moeten worden.
EES-HEUS-2016
19 of 32
Resultaat Het nemen van de besproken maatregelen levert de volgende resultaten op:
Energiebesparing op gas bedraagt 28.000 m3 Vermindering uitstoot CO₂ 56.160 kg per jaar
Gemeentehuis Drunen
Investering Besparing kWh/a
lucht/water warmtepomp
50000
biomassa ketel
30000
installatie aanpassingen
10000
regelinstallatie
12000
isolatie dak
18000
Installatiekosten
30000
Totaal
EES-HEUS-2016
150.000
387.000
Beparing Uitstoot kg Co2/a
56.160
20 of 32
7
Zwembad Die Heygrave te Vlijmen Installatie Zwembad de Heygrave heeft de volgende warmtevragers: -
Drie baden met wisselaars ( hoog temperatuur ) Luchtbehandelingskast met warmtepomp ( hoog temperatuur ) Warmtapwater ( hoog temperatuur ) 200 kW
-
Voor het opwekken van warmte en koude:
1 Remeha HR ketel type P500, 831 kW Warmtepomp in LBK, Dantherm
Bevindingen De controle op goede werking van de warmtepomp wordt dringend geadviseerd in verband met de mogelijke grote energie besparing en opzichte dit warmtepomp concept van Dantherm. Tijdens ons bezoek was geen warmtelevering aan het zwemwater door de warmtepomp merkbaar. Tevens was de relatieve vochtigheid in het zwembad hoog. Dit is van belang, omdat het verwarmen van vochtige lucht relatief meer energie kost, dan het verwarmen van drogere lucht. Door de luchtvochtigheid zo laag mogelijk te houden, kan het opwekrendement dus worden verbeterd. Als een zwembad eenmaal op temperatuur is vraagt het maar weinig warmte om op temperatuur te blijven. Daar deze ketel niet tegen lage retour temperaturen kan zal hij veel aan/ uit schakelen. Dit kost veel energie en levert veel uitstoot CO₂. Het hele warmte verdeelsysteem is opgebouwd uit verouderde circulatiepompen met drieweg mengkleppen om de retour temperatuur maar zo hoog mogelijk te houden ter bescherming van de ketel. Deze opzet is verouderd en kan met modernere technieken veel beter presteren op het gebied van energiezuinigheid en reductie van CO₂ emissie.
EES-HEUS-2016
21 of 32
Uitwerking Het advies is een biomassa ketel ( pellet ketel ) op ca 50 % van het vermogen (dus 450 kW) aangevuld met een lucht/water warmtepomp. De warmtepomp dient buiten het gebouw te worden geplaatst alsmede de pelletopslag. De pelletketel kan worden opgesteld in de techniekruimte op de plaats waar nu de HR ketel staat. De mogelijke besparing wordt dan:
Energiebesparing fossiel: 1.022961 kWh/a Vermindering uitstoot CO₂ 197.168 kg per jaar
Om dit te bereiken adviseren wij om het volgende toe te passen: -
De zwembad wisselaars zullen aangepast moeten worden voor laag temperatuur verwarming; Toevoegen van lucht/water warmtepomp naast het gebouw; Toevoegen van een pelletketel t.b.v. hoog temperatuur verwarming van het zwembadwater, tapwater en evt. luchtbehandeling; Het aanpassen van de verdelers ; driewegkleppen wijzigen in tweewegkleppen. Frequentieregelingen op zwembad pompen en op transportpompen verwarming. Toevoegen van Gebouwen Beheersysteem met beheer en bediening op afstand Isolatie van het dak met RC- waarde van 6; Het plaatsen van PV panelen; Beglazing beplakken met isolerende folie om zo de warmte vraag van het gebouw te reduceren: Het plaatsen van extra zonnecollectoren ter ondersteuning van de tapwaterbereiding. Dit punt is al in voorbereiding door de Gemeente Heusden.
Voor deze locatie is een WKO oplossing niet de meest voor de hand liggende toepassing, vanwege het feit dat de koudevraag nihil is ten opzichte van de warmtevraag. Hierdoor zal een bronnensysteem uit balans opereren en dient er een oplossing bedacht te worden om het koudeoverschot kwijt te raken.
EES-HEUS-2016
22 of 32
Resultaat Het nemen van de besproken maatregelen levert de volgende resultaten op. De PV panelen/zonnecollectoren zijn hier uitgelaten.
Zwembad Die Heygrave
Investering
Biomassa ketel
45000
Warmtepomp lucht/water
40000
Regelinstallatie
20000
Isolatie dak
15000
Aanpassing installatie
15000
Installatiekosten
33750
Totaal
EES-HEUS-2016
168.750
Besparing kWh/a
1.022.961
Beparing Uitstoot kg Co2/a
197.168
23 of 32
8
Sporthal Die Heygrave te Vlijmen Sporthallen Algemeen De bezochte sporthallen hebben de volgende kenmerken: Sporthal met een hoogte van 6 a 8 m, voorzien van ventilatie inrichting met lucht of radiatoren verwarming; - Tribune voor publiek - Toestellen berging - Aparte kleedruimten - Aparte douche ruimtes - Toilet ruimtes - Douches - Ruimte voor techniek - Temperatuur sporthal ca 18 °C - Temperatuur douche/ kleedruimten 22°
Installatie
3 x VR Remeha 70 kW)gasgestookte CV ketels (Rendement 90%) Isolerende folie op ramen
Bevindingen Gezien het feit dat de hallen niet continu gebruikt worden is hier een voordeel te halen qua energie besparing en CO₂ uitstoot. In de uitwerking valt te lezen op welke wijze dat te realiseren is. Fig. 7: VR ketels
Uitwerking Deze accommodatie kan energie zuiniger gemaakt worden door de volgende maatregelen:
Het toevoegen van een gebouwbeheerssysteem met uitlezing en bediening op afstand zodat de installaties niet continu in bedrijf hoeven te zijn. Het toevoegen van een zonneboiler systeem ten behoeve van de douche
EES-HEUS-2016
24 of 32
Omdat de sporthal incidenteel gebruikt wordt zal extra aandacht geschonken moeten worden aan de preventie van legionella. Goede isolatie van circulatieleiding en 60°C tot op de mengkraan Om de exacte besparing op CO₂ te bepalen is een nader bouwkundig onderzoek noodzakelijk. Het plaatsen van LED verlichting. Het toepassen van warmte terugwinning op het ventilatiesysteem Het isoleren van het dak met Rc- waarde van 6 conform het (reeds in uitvoering)
Resultaat Het nemen van de besproken maatregelen levert de volgende resultaten op. De PV panelen/zonnecollectoren zijn hier buiten beschouwing gelaten. Sporthal Die Heygrave
Investering
warmteterugwinning ventilatie
6000
zonneboiler systeem
3500
LED verlichting
3000
toevoegen GBS
2500
Installatiekosten Totaal
EES-HEUS-2016
Besparing kWh/a
Beparing Uitstoot kg Co2/a
3750 18.750
27.800
5.130
25 of 32
9
Sporthal de Brug Installatie
Remeha HR ketel Eco Pro 120 kW. Mechanisch ventilatie systeem zonder warmte terugwinning. Enkel glas en Thermopane
Bevindingen De verlichting (geen LED ) brand continu. De ventilatie schakelt niet af als de sporthal buiten gebruik is. De natte ruimtes zoals douches en kleedruimtes functioneren gelijktijdig met de ventilatie van de sporthal. Hier zou een tijdvertraging oplossing kunnen bieden. Energie besparing moet dus voornamelijk gezocht worden in een goed gebouwbeheersysteem zodat de installatie buiten bedrijf genomen kan worden bij geen bezetting. De isolatie waarde van het gebouw is ons inziens slecht; hier valt veel energiebesparing te winnen. Rc-waarde van het dak optillen naar een Rc van 6. Naast bovenstaande maatregelen zouden ook nog de volgende maatregelen getroffen kunnen worden: -
LED verlichting Zonnecollectoren t.b.v. warmtapwater bereiding
Resultaat De door ons geschatte energie besparing, als bovenstaande maatregelen genomen worden, zal op 20 % liggen van de huidige warmte vraag en wel 28.800 kWh of 2900 m³ gas per jaar en 5220 kg CO₂ per jaar Sporthal de Brug
Investering
Isoleren van het dak
18000
Toevoegen van isolerende folie
10000
Warmteterugwinning ventilatie
6000
Plaatsen van LED verlichting
3000
Installatiekosten
9250
Totaal
EES-HEUS-2016
46.250
Besparing kWh/a
Beparing Uitstoot kg Co2/a
28.880
5.220
26 of 32
10
Sporthal de Vennen Installatie
HR ketel 45kW met voorraadvat Enkele beglazing Alle beglazing is voorzien van isolerende folie. Directe luchtverhitter fabricaat Mark.
Bevindingen Sporthal de Vennen is zeer slecht geïsoleerd. Hier is bouwkundig veel te bereiken door het dak opnieuw te isoleren tot Rc-waarde van 6. De toegepaste luchtverhitters hebben een grote uitstoot van CO₂ en een slecht rendement (groot schoorsteenverlies).
Resultaat Het nemen van de besproken maatregelen levert de volgende resultaten op: Energiebesparing op gas 114.600 kWh Vermindering uitstoot CO₂ 21.160 kg per jaar Sporthal de Vennen
Investering
Isolatie van het dak
16000
Warmtepomp Lucht/water € 15.000
15000
Luchtbehandelingskast
10000
Biomassa ketel
8000
Isolerende folie tegen ramen
8000
Installatiekosten Totaal
EES-HEUS-2016
Besparing kWh/a
Beparing Uitstoot kg Co2/a
14250 71.250
114.600
21.160
27 of 32
11
Sporthal de Kubus Installatie Sporthal de kubus heeft een nieuwe gasgestookte installatie in de vorm van 2 HR ketels (115 kW) ten behoeve van verwarming en warmtapwater bereiding.
Bevindingen Om energie te besparen zou in eerste instantie gedacht moeten worden aan isolatie van het dak ( ca. 800 m² ) met een nieuwe Rc-waarde van 6 conform het huidige bouwbesluit. Het toepassen van een zonnecollector systeem voor de warmtapwaterbereiding zal gezien het waterverbruik niet veel besparing opleveren. Als de ketels in aanmerking komen voor vervanging dan is een oplossing met een pellet ketel zeker aan te bevelen om de CO₂ uitstoot voor verwarmen naar nul te krijgen.
Resultaat Voor dit complex zal reductie van uitstoot van CO₂ pas worden gerealiseerd op het natuurlijk vervangingsmoment van de huidige HR ketels. De beoogde energiebesparing bedraagt dan 24.131 kWh en 4.455 kg CO₂ per jaar. Sporthal de Kubus isolatie van het dak
Investering 6000
gebouwen beheersysteem € 2.500
2500
Installatiekosten
6125
EES-HEUS-2016
Beparing Uitstoot kg Co2/a
16000
warmteterugwinning ventilatie € 6.000
Totaal
Besparing kWh/a
30.625
24.131
4.455
28 of 32
12
Bezoekerscentrum HBT te Heusden Installatie Het bezoekerscentrum is het voormalig Gemeente Huis van Heusden. Het gebouw kenmerkt zich door veel massa. Het dak en de wanden bestaan uit beton met externe afwerking.
3 HR ketels (gas, 65 kW) Luchtbehandelingskasten met warmterugwinning Carrier koelmachine (externe condensor, verbonden dmv Freonleidingen)
Bevindingen De koelmachine zal in hoofdzaak in de zomer werken als er nauwelijks warmtevraag is in het gebouw. Het afvangen van de condensor warmte naar de verwarming heeft in deze situatie dan ook weinig zin.
Uitwerking Energie is te besparen door een lucht/water warmtepomp van 50 kW Th met dakopstelling te integreren in het systeem gecombineerd met 83 PV panelen voor het opwekken van elektriciteit. Vanwege de specifieke uitstraling van dit gebouw zal moeten worden nagegaan of het toepassen van PV panelen toegestaan danwel gewenst is. Resultaat Het nemen van de besproken maatregelen levert de volgende resultaten op: Energiebesparing op gas 100.000 kWh Vermindering uitstoot CO₂ 18.000 kg per jaar Bezoekerscentrum HBT PV panelen € 18.000
Investering 6000
regelinstallatie € 2.500
2500
Installatiekosten
6625
EES-HEUS-2016
Beparing Uitstoot kg Co2/a
18000
warmtepomp € 6.000
Totaal
Besparing kWh/a
33.125
100.000
18.461
29 of 32
13
Eindconclusie Kijkend naar de doelstelling van de Gemeente Heusden om medio 2018 15% van de CO2 uitstoot te reduceren komen we tot de volgende conclusie. Door het nemen van alle energiebesparende maatregelen zoals in deze scan beschreven is een reductie realiseerbaar van minimaal 365 ton en maximaal 385 ton CO2 per jaar, wat neerkomt op 40% van de huidige uitstoot. Daarnaast resulteert dit in een jaarlijkse energiebesparing van minimaal 2.000.000 en maximaal 2.100.000 kWh. Voor het gemeentehuis Vlijmen is een WKO installatie als maatregel uitgewerkt. De andere optie voor Vlijmen, is om eenzelfde pakket maatregelen te treffen dat wordt voorgesteld voor het Gemeentehuis Drunen. Ten opzichte van de maatregelen voor het Gemeentehuis Drunen resulteert dit in een extra reductie van CO2 uitstoot van 20 ton en een extra energiebesparing van 37.000 kWh. Daar staat echter een fors hogere investering tegenover van 180.000 euro. Om een goed beeld te geven over het verschil zijn beide opties in een aparte rangschikking opgenomen. De resultaten zijn hierin gerangschikt naar de mate van reductie van uitstoot, van hoog naar laag. Hieruit valt duidelijk op te maken dat met de te nemen maatregelen van het zwembad een zeer groot aandeel, (ca 54%) van de totale reductie gerealiseerd kan worden. Investering Besparing kWh/a 1.022.961
Beparing Uitstoot kg Co2/a 197.168
Zwembad Die Heygrave
€ 168.750
Gemeentehuis Vlijmen
€ 131.250
Gemeentehuis Drunen
€ 150.000
387.000 387.000
56.160 56.160
Sporthal de Venne
€ 71.250
114.600
21.160
Bezoekerscentrum HBT
€ 33.125
100.000
18.461
Sporthal de Brug
€ 46.250
28.880
5.220
Sporthal Die Heygrave
€ 18.750
27.800
5.130
Sporthal de Kubus
€ 30.625
24.131
4.455
Gemeentewerf te Drunen
€ 13.750
40.000
1.724
Totaal
€ 663.750
2.132.372
365.638
Zwembad Die Heygrave
€ 168.750
1.022.961
Beparing Uitstoot kg Co2/a 197.168
Gemeentehuis Vlijmen (WKO)
€ 325.000
424.600
76.480
Gemeentehuis Drunen
€ 150.000
280.000
56.160
Sporthal de Vennen
€ 71.250
114.600
21.160
Bezoekerscentrum HBT
€ 33.125
100.000
18.461
Sporthal de Brug
€ 46.250
28.880
5.220
Sporthal Die Heygrave
€ 18.750
27.800
5.130
Sporthal de Kubus
€ 30.625
24.131
4.455
Gemeentewerf te Drunen
€ 13.750
40.000
1.724
Totaal
€ 857.500
2.062.972
385.958
Investering Besparing kWh/a
EES-HEUS-2016
30 of 32
14
Bijlage 1 Maatregelen per gebouw Gemeentehuis Vlijmen (WKO) WKO
Investering 30000
Warmtepomp
25000
Installatieaanpassingen
15000
Regelinstallatie
10000
Totaal
Gemeentehuis Vlijmen
65000 325.000 Investering
Lucht/water Warmtepomp
50000
Biomassa ketel
30000
Installatieaanpassingen
15000
Regelinstallatie
10000
Installatiekosten
26250
Totaal
Gemeentewerf te Drunen
131.250 Investering
Warmtepomp installatie
5500
Isolatie deuren
3000
Regelinstallatie
2500
Installatiekosten Totaal
Gemeentehuis Drunen
Investering 50000
biomassa ketel
30000
installatie aanpassingen
10000
regelinstallatie
12000
isolatie dak
18000
Totaal
Zwembad Die Heygrave
Investering 45000
Warmtepomp lucht/water
40000
Regelinstallatie
20000
Isolatie dak
15000
Aanpassing installatie
15000
Installatiekosten
33750
EES-HEUS-2016
Besparing kWh/a
387.000 Besparing kWh/a
76.480 Beparing Uitstoot kg Co2/a
56.160 Beparing Uitstoot kg Co2/a
40.000 Besparing kWh/a
1.724 Beparing Uitstoot kg Co2/a
30000 150.000
Biomassa ketel
Totaal
424.600
2750 13.750
lucht/water warmtepomp
Installatiekosten
Beparing Uitstoot kg Co2/a
180.000
Biomassa ketel
Installatiekosten
Besparing kWh/a
168.750
387.000 Besparing kWh/a
1.022.961
56.160 Beparing Uitstoot kg Co2/a
197.168
31 of 32
Sporthal Die Heygrave
Investering
warmteterugwinning ventilatie
6000
zonneboiler systeem
3500
LED verlichting
3000
toevoegen GBS
2500
Installatiekosten Totaal
Sporthal de Brug
Investering 18000
Toevoegen van isolerende folie
10000
Warmteterugwinning ventilatie
6000
Plaatsen van LED verlichting
3000
Totaal
Sporthal de Vennen
Investering 16000
Warmtepomp Lucht/water € 15.000
15000
Luchtbehandelingskast
10000
Biomassa ketel
8000
Isolerende folie tegen ramen
8000
Totaal
Sporthal de Kubus isolatie van het dak
Investering
gebouwen beheersysteem € 2.500
2500
Installatiekosten
6125
PV panelen € 18.000
30.625 Investering 6000
regelinstallatie € 2.500
2500
Totaal
EES-HEUS-2016
28.880 Besparing kWh/a
5.220 Beparing Uitstoot kg Co2/a
114.600 Besparing kWh/a
21.160 Beparing Uitstoot kg Co2/a
24.131 Besparing kWh/a
4.455 Beparing Uitstoot kg Co2/a
18000
warmtepomp € 6.000 Installatiekosten
Beparing Uitstoot kg Co2/a
16000 6000
Bezoekerscentrum HBT
Besparing kWh/a
5.130
14250 71.250
warmteterugwinning ventilatie € 6.000
Totaal
27.800
9250 46.250
Isolatie van het dak
Installatiekosten
Beparing Uitstoot kg Co2/a
3750 18.750
Isoleren van het dak
Installatiekosten
Besparing kWh/a
6625 33.125
100.000
18.461
32 of 32
Verkenning van mogelijkheden tot reductie van stroomverbruik en CO2-uitstoot in de Openbare Verlichting in de gemeente Heusden Datum: 19 mei 2016 Status: definitief
Samenvatting In deze rapportage worden de resultaten beschreven van het globale onderzoek (quick scan) naar de mogelijkheden om besparing van energieverbruik en CO 2-uitstoot te realiseren met de openbare verlichting in de gemeente Heusden. Op basis van het actuele park van verlichtingsmasten, -armaturen, –lampen en kengetallen over besparing, kosten en opbrengsten zijn de mogelijkheden van het vervangen van de bestaande verlichting door LED-verlichting onderzocht. Het onderzoek is in drie stappen uitgevoerd: a. welke energiebesparing is theoretisch mogelijk, b. welke besparing is economisch te verantwoorden en c. welk deel daarvan is praktisch binnen enkele jaren uitvoerbaar. In de studie is er vanuit gegaan dat apparatuur in de openbare verlichting (OV) in 40 jaar worden afgeschreven en dat alleen de kosten van het niet afgeschreven deel ten laste komen van het energiebesparingplan. Investeringen in reeds afgeschreven OVmaterialen kunnen immers aangemerkt worden als vervangingsinvesteringen die ook in een ongewijzigde situatie plaats zouden moeten vinden. Het gaat dan dus vooral over de haalbaarheid van een snellere fasering van de investeringen. In de onderstaande tabel is het besparingspotentieel van de drie genoemde stappen gepresenteerd. Uitvoering van de praktisch haalbare onderdelen leidt tot een besparing van 15% op het stroomverbruik van de OV en de daarmee samenhangende CO2-uitstoot.
De investeringskosten hiervan bedragen € 1.775.000, waarvan € 472.000 als vervanging van nog niet (geheel) afgeschreven OV-materiaal is aangemerkt en dus ten laste van het energiebesparingplan zou komen. Deze bedragen zijn gebaseerd op concreet benoemde projecten.
Energiek Heusden Molensteeg 16 5151 AA Drunen
www.energiekheusden.nl
[email protected]
Bank: NL39 RABO 0198 2985 87 BTW-nummer: 8545.39.591.B.01 KvK: 61901334
Het toepassen van dynamische verlichting (alleen verlichten als het verkeer erom vraagt) is ook genoemd maar kon binnen het bestek van dit onderzoek niet nader worden uitgewerkt. Daarnaast is het aan te bevelen om vooraf na te gaan of het huidige verlichtingsniveau strikt noodzakelijk is.
RAPPORTAGE VAN DE UITGEVOERDE VERKENNING: Opdracht/uitdaging In het kader van de gemeentelijke doelstelling om de CO2-uitstoot binnen enkele jaren terug te brengen met 15% moet ook naar de openbare verlichting worden gekeken. Geef in een tijdsbestek van een maand aan wat het besparingpotentieel is in de openbare verlichting in Heusden. Vertaal dit in opbrengsten en (investerings-)kosten. Draag concrete projecten aan voor de komende paar jaren.
Aanpak Door de gemeente zijn in samenspraak met adviesbureau Nobralux aantallen, leeftijden, verbruiken, besparingsmogelijkheden per mast en vervangingskosten aangeleverd. Er hebben diverse gesprekken plaats gevonden met de beleidsmedewerker voor OVzaken. De vertaling naar concrete projecten is uitgevoerd door de beleidsmedewerker.
Besparingsmogelijkheden Er zijn in hoofdlijnen twee mogelijkheden om het energieverbruik substantieel te reduceren: Grootschalig vervangen van gasontladingslampen door LED-verlichting, zo mogelijk gecombineerd met het realiseren van een lager verlichtingniveau; Introduceren van dynamische verlichting: alleen als het verkeer daarom vraagt gaan de lampen aan door middel van automatische detectie en aan/uitschakeling. Dit is buiten de scope van dit onderzoek gehouden.
Uitwerking vervanging door LED-verlichting Deze uitwerking is in drie stappen gedaan: Eerst is het theoretisch potentieel bepaald: hoeveel kan worden bespaard door alle conventionele lampen/armaturen 1 op 1 te vervangen door LED-verlichting. Daarna is de financiële kant beschouwd: welke financiële condities zijn verdedigbaar en welk deel van het theoretisch potentieel voldoet aan de condities. Ten slotte krijgt de praktische uitvoerbaarheid aandacht: vervanging zal groepsgewijs en gefaseerd moeten plaatsvinden.
Theoretisch potentieel: In tabel 1 zijn de door de gemeente verstrekte gegevens weergegeven: De verlichting is ingedeeld in leeftijdsgroepen van 10 jaar; Per groep zijn de technische besparingsmogelijkheid en de kosten daarvan gepresenteerd.
2
Voorlopige conclusie: Het huidige verbruik van 2.200.000 kWh kan bij volledige vervanging door LEDverlichting 634.000 kWh (circa 29%) worden gereduceerd. Financiële en praktische randvoorwaarden zijn hierbij nog buiten beschouwing gelaten. P.S. Er is een klein verschil tussen de aantallen masten, armaturen en lampen. Voor deze studie zijn deze verschillen niet van substantieel belang. Er is gerekend met het aantal armaturen.
Vervanging in financieel perspectief: Alleen rekenen met desinvesteringskosten: Een lichtmast met gasontladingslampen heeft een verbruik van 200 á 400 kWh. Tegen een inkoopprijs van circa € 0,08 per kWh geeft dit per jaar € 16 á € 32 aan stroomkosten. Het moge duidelijk zijn dat vervangen van armaturen, en vaak masten, nooit kan worden terugverdiend met de besparing op deze stroomkosten. In veel situaties is dat ook niet nodig omdat de masten met de grootste verbruiken een leeftijd hebben van meestal meer dan 30 jaar, terwijl de afschrijvingstermijn gebruikelijk 40 jaar is. Voor armaturen is dat 20 jaar. Voor deze studie zijn we er vanuit gegaan dat afgeschreven masten en armaturen kunnen worden vervangen zonder kosten ten laste van het energiebesparingplan. Investeringen in reeds afgeschreven OV-materialen kunnen immers aangemerkt worden als vervangingsinvesteringen die ook in een ongewijzigde situatie plaats zouden moeten vinden. Het gaat dan dus vooral over de haalbaarheid van een snellere fasering van de investeringen. Daarvan uitgaande wordt bij masten jonger dan 40 jaar alleen het niet afgeschreven deel als desinvestering in het besparingsplan opgenomen. Besparing op bedrijfsvoering: SON- en SOX-lampen moeten iedere 5, resp. 4 jaar worden vervangen. Dit vervalt bij toepassing van LED-verlichting. Hiermee wordt gemiddeld per mast een besparing bereikt van € 15 per jaar. Om vast te stellen dat lampen niet meer branden vinden in de donkere periode van het jaar regelmatig schouwingen plaats van alle lampen. De kosten hiervan bedragen circa € 10 per mast per jaar. Deze schouwing is niet meer nodig bij toepassing van LEDverlichting. Het vervangen door LED-verlichting levert in de bedrijfsvoering hiermee een besparing op van € 25 per mast per jaar. In tabel 2 zijn de kosten (desinvesteringen) en opbrengsten bij elkaar gebracht en zijn de terugverdientijd van de kosten voor de vervanging en de kosten per gereduceerd kg CO 2 uitgerekend voor de zes leeftijdsgroepen. Het betreft hier bedragen per mast.
3
Voorlopige conclusie: Er vanuit gaande dat projecten met een terugverdientijd van 12 jaar of meer en een investering van € 20 per kg minder uitgestoten CO2 buiten de boot vallen in de prioritering van de energiebesparingprojecten, komen alleen de masten met een leeftijd boven 20 jaar (in tabel gemiddeld 25 jaar) in aanmerking om mee te wegen in de keuzes van uit te voeren projecten om de gemeentelijke doelstelling van 15% reductie te halen. In tabel 3 zijn de consequenties aangegeven van de vervanging van alle armaturen (en zo nodig masten) ouder dan 20 jaar.
Voorlopige conclusie: Binnen de genoemde financiële condities is een reductie van het stroomverbruik en uitstoot van CO2 te bereiken van 21% van het huidige verbruik (450.000 kWh op een totaal van 2,2 miljoen kWh per jaar).
Vervanging in praktisch perspectief: De vervanging zal projectgewijs moeten plaatsvinden omdat verschillende soorten verlichting (LED en conventioneel) binnen een buurt, ontsluitingsweg of uitvalsweg niet is aan te bevelen. Daar waar masten jonger dan 20 jaar gecombineerd staan met masten ouder dan 20 jaar kan dus nog geen vervanging van oudere masten plaatsvinden en het zal dus niet lukken om de in tabel 3 genoemde aantallen binnen enkele jaren te realiseren. De beleidsmedewerker is met zijn “timmermansoog” aan de slag gegaan om projecten te zoeken die voor vervanging in aanmerking komen. Dit heeft 13 projecten opgeleverd. Zie tabel 4.
4
Tabel 4: Concrete projecten voor vermindering stroomverbruik in de OV Conclusies: Met deze projecten kan 72% van het hiervoor genoemde potentieel worden gerealiseerd, met 36% van de genoemde kosten. De reductie van het stroomverbruik is 325.000 kWh, 15% van het huidige verbruik van de OV. De reductie van CO2-uitstoot bedraagt 116.000 kg, overeenkomend met 4,6% van de totale uitstoot door de gemeente. De investeringskosten bedragen € 1.775.000, waarvan € 472.000 ten laste van het energiebesparingplan (desinvesteringen). De € 472.000 is berekend op basis van de leeftijdgegevens uit tabel 4 en de afschrijving zoals genoemd onder het kopje “Vervanging in financieel perspectief”. Er zijn enkele opmerkelijke verschillen tussen de resultaten in de tabellen 3 en 4. Een korte toelichting. Tabel 3 is het resultaat van de benadering op basis van gemiddelden per leeftijdsgroep van 10 jaar en verschillende typen lampen door elkaar. Tabel 4 is het resultaat van de praktische benadering waarbij projecten zijn gezocht die optimaal voldoen aan de eerder geschetste voorwaarden. Het resultaat qua besparing is nagenoeg gelijk, het aantal masten en de kosten komen duidelijk lager uit.
Resultaat van stappen in tabel samengebracht:
In eerste instantie was ingeschat dat een grotere besparing verwacht zou mogen worden. Dit is verklaarbaar vanuit het gegeven dat in de jaren 2007 tot en met 2009 al eens een besparingsproject is uitgevoerd. Toen was vooral vervanging door PLL-lampen aan de orde. De bereikte besparing bedroeg toen circa 22%, terwijl door autonome groei het 5
aantal masten 8% was. Op deze PLL-lampen is nog maar een kleine besparing te behalen bij vervanging door LED-lampen, bovendien zijn ze nog geen 10 jaar oud.
Uitwerking introduceren van dynamische verlichting Bij het toepassen van dynamische verlichting (Light on demand) wordt de verlichting alleen ontstoken als het verkeer hierom vraagt. Alhoewel dit vernieuwend klinkt is al in veel plaatsen een aantal jaren ervaring opgedaan. Het energiebesparingpotentieel is behoorlijk. Zeker als daarbij ook de toepassing van wegreflectoren in aanmerking wordt genomen. Het tijdsbestek van deze energiebesparingopdracht maakte het niet mogelijk hieraan uitgebreid aandacht te besteden.
6