Zaaknummer: OOPPH10 Onderwerp:
Energievisie
Collegevoorstel Inleiding In 2008 heeft de gemeenteraad de bestaande duurzaamheidagenda vastgesteld. Deze beschrijft de gemeentelijke ambitie om een duurzame gemeente te zijn: “De gemeente Heusden wil zorg dragen voor een omgeving waarin het prettig wonen, werken en recreëren is, maar onze huidige welvaart mag niet ten koste gaan van die in andere delen van de wereld of van toekomstige generaties.” De duurzaamheidagenda wordt vervangen door een energievisie met bijbehorende uitvoeringsprogramma’s. Als bijlagen treft u zowel deze energievisie, een toelichting op de energievisie als een toelichting op de op te stellen uitvoeringsprogramma’s aan. Feitelijke informatie Zie raadsvoorstel Afweging Zie raadsvoorstel Procedure Zie raadsvoorstel Inzet van Middelen Zie raadsvoorstel Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
1
Zaaknummer: OOPPH10 Onderwerp:
Energievisie BESLUIT
Het college van Heusden heeft in de vergadering van 11 december 2012 besloten: in te stemmen met de energievisie en de raad voor te stellen deze vast te stellen.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
2
000552528 Onderwerp
zaaknummer
OOPPH10
energievisie
Raadsvoorstel Inleiding In 2008 heeft de gemeenteraad de bestaande duurzaamheidagenda vastgesteld. Deze beschrijft de gemeentelijke ambitie om een duurzame gemeente te zijn: “De gemeente Heusden wil zorg dragen voor een omgeving waarin het prettig wonen, werken en recreëren is, maar onze huidige welvaart mag niet ten koste gaan van die in andere delen van de wereld of van toekomstige generaties.” Het voorstel is om de duurzaamheidagenda nu te vervangen door een energievisie met bijbehorende uitvoeringsprogramma‟s. Als bijlagen treft u zowel deze energievisie, een toelichting op de energievisie als een toelichting op de op te stellen uitvoeringsprogramma‟s aan. Feitelijke informatie Op verzoek van uw raad wordt de toets op de ambities uit de duurzaamheidagenda dit jaar voor het laatst uitgevoerd. De duurzaamheidagenda zal vanaf nu worden vervangen door een nieuwe visie op het verduurzamen van de lokale energietoepassingen. Welke rol en positie de gemeente hierbij kan innemen is onderwerp van discussie geweest in een werkatelier dat 23 oktober 2012 met leden van de informatievergadering Bestuur en Beheer heeft plaatsgevonden. De nieuwe richting die wordt ingeslagen wordt met dit raadsvoorstel gepresenteerd en omvat de energievisie zelf, de keuze voor de nog op te stellen uitvoeringsprogramma‟s (2013-2016) en een uitgebreide toelichting op de energievisie. De energievisie De gemeentelijke energievisie is tot stand gekomen binnen de duurzaamheidkaders die door de provincie en het rijk zijn gesteld. De energievisie is een ontwerpinstrument op basis van de Trias Energetica en bedoeld als toetsingsmiddel voor de toekomstige uitvoering. Veel kennis en ervaring is opgedaan in het project Geerpark dat op basis van deze Trias Energetica is ontworpen. De uitvoeringsprogramma‟s De vier voorgestelde uitvoeringsprogramma‟s gaan in op: - de duurzaamheidnorm die wij als gemeente willen hanteren; - de bijdrage die de lokale samenleving met een duurzame energiecoöperatie kan leveren aan de gemeentelijke duurzaamheidnorm; 1 - de bijdrage die het bedrijfsleven via het PeGo-initiatief kan leveren aan de gemeentelijke duurzaamheidnorm; - de voorbeeldrol die wij als gemeente op ons nemen. De toelichting op de energievisie De toelichting op de energievisie geeft een uitgebreide beschrijving over waar de gemeente nu staat op het terrein van duurzaamheid. Er wordt stil gestaan bij de nationale energietransitie waar wij geen invloed op hebben maar wel op mee bewegen. Verder wordt ingegaan op de verwevenheid van het energiebeleid met ruimtelijke ontwikkelingen. De link met de bestaande duurzaamheidagenda wordt gelegd en kansen in het energiebeleid worden onderscheiden. Afweging De transitie naar een duurzame samenleving is een gegeven. Daarover zijn op allerlei niveaus bindende afspraken gemaakt en neergelegd in Europese, nationale en lokale richtlijnen en convenanten. De Nederlandse doelstelling is ambitieus, namelijk een duurzame energieproductie van 20%. Gezien deze doelstellingen is het van belang om snel tot actie over te gegaan.
1
Platform Energie Transitie Gebouwde Omgeving
1
000552528 Onderwerp
zaaknummer
OOPPH10
energievisie
De huidige gemeentelijke duurzaamheidagenda biedt onvoldoende handvatten om het proces van verduurzaming van onze lokale energievoorzieningen „‟hands on‟‟ aan te pakken casu quo te versnellen. De energievisie brengt focus aan in de mogelijkheden die er zijn om energievoorzieningen te verduurzamen en kijkt kritisch naar de verschillende rollen die wij als gemeente willen en/of kunnen innemen. Heusden en Waalwijk werken gezamenlijk met de provincie (bureau Energie2050) aan een regionale strategische kansenkaart voor duurzame energie. Energie en materiaalstromen stoppen niet bij de gemeentegrenzen. In gezamenlijkheid willen wij de duurzame kansen die in onze regio aanwezig zijn in beeld brengen. De energievisie geeft richting aan de wijze waarop wij als gemeente straks met deze kansen om kunnen gaan. Inzet van Middelen Aan de energievisie en de toelichting op de energievisie zijn geen financiële en personele consequenties verbonden. Dit is wel het geval bij de vier uitvoeringsprogramma‟s. Met een projectplan zullen allereerst de financiële en personele consequenties inzichtelijk worden gemaakt. Risico's Eventuele risico‟s die kunnen worden onderscheiden zullen worden benoemd in het projectplan. Op dit moment zijn geen risico‟s te onderscheiden. Procedure De volgende stap is het opstellen van het projectplan om te komen tot: - het uitvoeringsprogramma gemeentelijke duurzaamheidnorm; - het uitvoeringsprogramma verbreding PeGO-initiatief; - het uitvoeringsprogramma „eigen voorbeeldrol‟. 2
En daarnaast in samenspraak met de andere gemeenten uit het Groene Woud een nadere uitvoering geven aan: - het uitvoeringsprogramma lokale duurzame energiecoöperatie. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven
2
De burgemeester, drs. J. Hamming
Boxtel, Oisterwijk, Heusden, Vught, Sint-Oedenrode en Schijndel
2
000552528 Onderwerp
zaaknummer
OOPPH10
energievisie
De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 5 februari 2013; gezien het voorstel van het college van 11 december 2012; gelet op de beraadslaging;
besluit: -
de energievisie en de daarbij behorende toelichting vast te stellen; in te stemmen met de voorgestelde uitvoeringsprogramma‟s.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
Drs. J. Hamming
3
Energievisie Heusden: meebewegen in de energietransitie Heusden heeft energie De eindigheid van de fossiele brandstoffen, de economische afhankelijkheid en de sterke prijsstijging ervan vragen om nieuwe oplossingen voor energieopwekking. Momenteel komt stroom uit grote elektriciteitscentrales en het gas uit Slochteren. Door fusie zijn veel regionale en nationale bedrijven internationaal geworden. Die afstand werkt vervreemdend. Mensen zoeken weer naar verbinding. Verbinding met de energie die ze verbruiken. Mensen willen weten waar hun geld blijft en willen meer zeggenschap. Drijfveren om over te gaan naar lokaal en duurzaam opgewekte energie. Burgers slaan de handen ineen om zelf energie te produceren. Als overheid moeten we leren op welke wijze we kunnen bijdragen aan deze nieuwe verbindingen. Ook omdat we weten dat na 2020 ieder huis dat in Heusden wordt gebouwd een energiefabriek is. In de jaren daarna gaan onze bedrijven en de bestaande woonomgeving daarbij aansluiten. Onze lokale gemeenschap transformeert zichzelf van energieconsument tot energieproducent. En de energie die wij zelf niet nodig hebben leveren we aan onze buren. Tussen droom en daad De transitie naar een duurzame samenleving is een gegeven. Daarover zijn op allerlei niveaus bindende afspraken gemaakt en neergelegd in Europese, nationale en lokale richtlijnen en convenanten. De Nederlandse doelstelling is ambitieus, namelijk een duurzame energieproductie van 20%. Gezien deze doelstellingen is het van belang om snel tot actie over te gegaan. Het besef dat we moeten verduurzamen is duidelijk te merken. Lokaal ontstaan hele goede initiatieven, alleen zijn deze nog te beperkt in aantal. Onze droom is om binnen de gemeente een grotere beweging op gang te krijgen van inwoners en bedrijven om hun directe omgeving te verduurzamen. Tussen droom en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren. Maar welke wetten en bezwaren zijn dat dan? Of praktischer gezegd, welke voorwaarden moeten worden vervuld om daadwerkelijk in actie te komen? Hier lijkt behoefte te zijn aan een regisseursrol voor de decentrale overheid. Gemeenten en provincies zouden lokale energiedoelstellingen in meer of mindere mate moeten coördineren, initiëren en faciliteren. De provincie Noord-Brabant heeft deze handschoen op een ‘hands on’ wijze opgepakt. De aanpak is dan wel sterk economisch gedreven, maar er gebeurt wel wat. Vanuit hun provinciale visie wordt een voorzet gedaan hoe provincie en gemeenten hun verantwoordelijkheden kunnen verdelen. De meeste gemeenten zijn nog niet zo ver dat zij met een eigen ‘hands on’ aanpak komen. Ze blijven dan ook hangen in goedbedoelde ambities om over zo’n jaar of 30 energieneutraal te zijn. Wij vinden dat we met elkaar aan de slag moeten met het daadwerkelijk verduurzamen van onze omgeving. Welke duurzaamheidnorm we willen gaan halen is daarmee een discussie voor later. Een gebiedsgerichte benadering In de afgelopen jaren zien we in de praktijk een steeds sterkere verwevenheid tussen het energiebeleid enerzijds en ruimtelijke ontwikkelingen anderzijds. Hoe de energievoorziening er op de lange termijn in Nederland uitziet, is niet helder. Duidelijk is wel dat de veranderingen in energie al voor 2020 gevolgen hebben voor de inrichting van de ruimte. Aan de hand van een gebiedsgerichte benadering kan al in een vroegtijdig stadium van de planaanpak rekening worden gehouden met duurzame energiesystemen. Nieuwe gebiedsontwikkelingen, herstructureringen van de bestaande woonomgeving en herstructurering van bedrijventerreinen zijn bij uitstek geschikte momenten om zowel energiebeleid als ruimtelijke ordening met elkaar te integreren. Hierdoor komen nieuwe vormen van energiebesparing en lokale energieopwekking sneller in beeld. Bij de opstelling van een bestemmingsplan kan al in een vroegtijdig stadium van een planontwikkeling rekening worden gehouden met de inzet van nieuwe energiebronnen en de mogelijkheden voor efficiënt gebruik van energie. Ondanks het feit dat de gemeente wil inzetten op het realiseren van duurzame wijken is het niet mogelijk om allerlei voorzieningen te gaan afdwingen. Daar waar in den lande sprake is van een gebiedsgerichte benadering, zijn afspraken hierover gemaakt op basis van vrijwilligheid.
‘Trias Energetica’ vuistregels om duurzaam te ontwerpen Als men het heeft over een energievisie met betrekking tot een woning, een wijk of een gemeente zelf, dan wordt er niet alleen gefocust op het object(en) zelf maar dan wordt gekeken naar de overkoepelende visie over energieopwekking en verbruik. Bij het opstellen van de overkoepelende visie kan gebruik worden gemaakt van de ‘Trias Energetica’. De drie stappen van de ‘Trias Energetica’ gelden als basis vuistregels bij het duurzaam ontwerpen. De drie stappen zijn: 1. beperk het energieverbruik door verspilling tegen te gaan (denk aan goed isoleren); 2. maak maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen (bodemwarmte, zonne-energie, wind, etcetera); 3. maak zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen om in de resterende energiebehoefte te voorzien (hoog rendement, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een warmtepomp, lage temperatuurverwarming, of het beperken van leidinglengtes van verwarming- en ventilatiesystemen, etcetera). Het principe van deze trias is dat stap 1 de meest duurzame stap is en stap 3 relatief de minst duurzame. Hiermee is de ‘Trias Energetica’ een belangrijke leidraad om tot een kostenefficiënt en duurzaam resultaat te komen. Vanaf 2020 wordt de nieuwbouw energieneutraal. Hiervoor moet stap 3 ‘efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen’ helemaal worden vermeden. ‘Hands on’ aanpak Gemeenten hebben niet het gevoel dat de grote energiebedrijven aan de slag gaan met lokale energiedoelen. Kleinschalige, duurzame opwekking is echter essentieel bij het verbeteren van de lokale energiehuishouding. Veel gemeenten en provincies hebben de afgelopen tien jaar hun energiebedrijven verkocht. Onze energieambities zijn daarentegen sterk aangescherpt. De Duurzaamheidagenda is hier een voorbeeld van. Met het oprichten van een lokale energiecoöperatie (LEC) is het niet alleen mogelijk lokale krachten te bundelen en burgers en bedrijven te ondersteunen bij het treffen van energiebesparende maatregelen, maar is het ook mogelijk praktisch sturing te geven aan de uitvoering van het energiebeleid. De LEC kan voorzien in een duidelijk loket voor duurzame energie en energiebesparing met hieraan gekoppeld een uitvoeringsorganisatie. Deze uitvoeringsorganisatie beoogt een versnelling te realiseren in de uitvoering van het energiebeleid. Niet alleen door het ondersteunen van burgers en bedrijven bij het treffen van energiebesparende maatregelen maar ook door het vergroten van de uitvoeringskracht.
Toelichting op de energievisie gemeente Heusden Meebewegen in de energietransitie
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding
3
2. De energietransitie
4
3. De gebiedsgerichte benadering
7
4. De bestaande situatie
11
5. Speerpunten
12
6. Conclusies
13
BIJLAGEN
2
1.
Inleiding Sinds de industriële revolutie is betaalbare energie dé basisbehoefte van de moderne wereld. De laatste decennia dringt echter het besef door, dat het huidige systeem niet veel langer houdbaar is. Door de exponentiële stijging van de wereldwijde vraag naar energie, raken eenvoudig winbare olieen gasreserves op en neemt de afhankelijkheid van instabiele landen toe. Daarnaast zijn er sterke aanwijzingen dat het klimaat verandert door menselijke invloed. Een afname van de uitstoot van broeikasgassen is nodig om de klimaatverandering te temperen. Langzaam maar zeker koerst de wereld naar een duurzame energievoorziening waarbij fossiele brandstoffen worden ingewisseld voor duurzame energiebronnen. Met energietransitie wordt verstaan het proces om van fossiele brandstoffen naar volledig duurzame energiebronnen zoals zon- en windenergie over te stappen. Energietransitie biedt kansen voor de lokale economie, omdat het zich vertaalt in innovaties, nieuwe markten, synergie tussen bedrijven en verbeterde concurrentieposities. Energietransitie is daardoor zowel belangrijk om ecologische en economische doelstellingen te bereiken en het is de rol van de gemeente om burgers en bedrijven hierbij te ondersteunen. Relatie met de gemeentelijke duurzaamheidsagenda (2008) De Duurzaamheidsagenda (2008) geeft een beschrijving van de gemeentelijke ambitie om een duurzame gemeente te zijn: “De ambitie van de gemeente Heusden is om een duurzame gemeente te zijn, waarin niet alleen aandacht is voor het ‘hier’ en ‘nu’ maar ook voor het ‘daar’ en ‘later’. De gemeente Heusden wil zorg dragen voor een omgeving waarin het prettig wonen, werken en recreëren is, maar onze huidige welvaart mag niet ten koste gaan van die in andere delen van de wereld of van toekomstige generaties.” De gemeente zorgt ervoor dat bij beleidsbeslissingen, projecten en activiteiten gezocht wordt naar een optimale balans tussen ‘people’, ‘planet’ en ‘profit’. De nadruk van de bestaande Duurzaamheidsagenda ligt op de ecologische aspecten (planet). De sociale aspecten zijn terug te vinden in de Kadernota’s subsidiebeleid en wijk- en buurtgericht werken. De economische aspecten in het Sociaal-Economisch plan. In het coalitieprogramma uit 2010-2014 ‘Een breed en duurzaam perspectief’ geeft het college aan dat ‘duurzaamheid niet alleen van belang is voor het welzijn van de mensen, maar ook voor het milieu en de economie. Dit is een reden te meer om innovaties te omarmen en door te voeren’. Om de gemeentelijke ambities verder te brengen willen we de gemeentelijke mogelijkheden om ‘people’, ‘planet’ en ‘profit’ met elkaar in balans te brengen vergroten. In een gebiedsgerichte benadering wordt al vroegtijdig middels een integrale planaanpak rekening gehouden met duurzame energiesystemen. Aanhaken bij de provinciale energievisie De uitgangspunten van de gemeentelijke energievisie zijn aangehaakt op de provinciale energievisie1. Daarin worden voor Brabant zeven speerpunten benoemd: zon PV, elektrisch rijden/slimme netwerken, biomassa, warmte, gebouwde omgeving, wind en decentrale netwerken. Daarmee vormt de energievisie het kader voor het gemeentelijke energiebeleid tot en met 20202. Hiermee leveren de gemeente en provincie een positieve bijdrage aan de nationale klimaatdoelstellingen. Voor de eigen agenda wordt steun gegeven aan duurzame ontwikkelingen die anders moeilijk van de grond komen. De gemeente Heusden kiest voor innovatie en duurzaamheid als belangrijk kader voor onze toekomstige samenleving.
1 2
Startnotitie Masterplan Energie Brabant 2010-2020 Daarmee loopt de gemeentelijke visie in de pas met de nationale energievisie
3
2.
De energietransitie De nationale energie transitie Op de klimaattop in Kopenhagen (december 2009) hebben regeringsleiders afgesproken de uitstoot van CO2 zodanig te reduceren dat de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 2°C. Dat kan worden bereikt door de emissies van CO2 in 2050 ongeveer te halveren. De ontwikkelde landen produceren per hoofd van bevolking veel meer dan rest van de wereld, terwijl Azië en Zuid-Amerika nog zullen groeien. Daardoor is de reductie die de EU in 2050 moet realiseren in de orde van 80 procent ten opzichte van het niveau in 1990. Voor de periode tot 2020 houdt de EU vast aan de zogenoemde ‘2020-20 doelstelling’. Voor Nederland betekent dit 20% duurzame energie in 2020, 2% energiebesparing per jaar en 30% CO2-reductie ten opzichte van 1990 (werkprogramma Schoon en Zuinig3). De Brabantse energietransitie Onze provincie ziet voor Noord-Brabant kansen om te groeien tot een internationale topregio op het terrein van zon-pv, de biobased economy, elektrisch rijden. De provincie gaat hier gericht op investeren. Op andere gebieden zal de provincie kansen scheppen door het vergroten van mogelijkheden binnen het ruimtelijke instrumentarium, wet- en regelgeving en het wegnemen van drempels. Het gaat hierbij om windenergie, duurzame warmte, energiebesparing in de gebouwde omgeving en de onderliggende decentrale netwerken. Hieronder worden de genoemde duurzame toepassingen toegelicht. Zon-pv (Fotovoltaïsche zonnecellen) De zon is een onuitputtelijke energiebron, die via zonnecellen kan worden gebruikt voor productie van elektriciteit. De toepassing is op termijn veelbelovend en een essentieel element van een duurzame energievoorziening. De markt voor zon-pv is al enorm in ontwikkeling. Het geïnstalleerde productievermogen groeit wereldwijd explosief, terwijl de prijs sterk daalt. De komende jaren zal elektriciteit uit zonlicht naar verwachting echter nog wel duurder blijven dan grootschalige elektriciteitsopwekking met fossiele brandstoffen. Bij elektriciteitsopwekking ‘achter de meter’ oftewel op het dak van gebouwen met een ‘terugdraaiende’ elektriciteitsmeter, komt het moment van gelijke kosten met stroom uit het net al veel eerder in beeld4. Biobased economy De biobased economy is een economie waarin groene grondstoffen de rol van fossiele brandstoffen hebben overgenomen, zowel als grondstof voor de chemische industrie als voor de opwekking van duurzame energie. De biobased economy geeft invulling aan een duurzaam grondstoffengebruik, waarin hergebruik en zoveel mogelijk hoogwaardig toepassen van grondstoffen voorop staat. Wereldwijd is de biobased economy sterk in opmars. De chemische industrie wil binnen 25 jaar de helft van haar fossiele grondstoffen door biomassa vervangen. Dat schetst hoe omvangrijk deze systeemverandering zal zijn. Elektrisch rijden/slimme netwerken Bij de huidige energiemix is elektrisch rijden al de zuinigste en schoonste oplossing. Tegelijk hiermee ontwikkelen zich slimme netwerken voor distributie van elektriciteit. Beide ontwikkelingen houden verband met elkaar. In de eerste plaats omdat elektrische auto’s alleen kunnen rijden wanneer er ook voldoende laadpunten zijn. In de tweede plaats omdat de accu’s van elektrische auto’s op termijn een buffer kunnen vormen in een stabiele elektriciteitshuishouding. Op dit moment bevinden 3
Werkprogramma van het programma 'Schoon en Zuinig' beschrijft het kabinet de ambities voor onder andere energiebesparing, duurzame energie en CO2-opslag onder de grond. 4 CE-Delft
4
de ontwikkelingen zich in een overgangsfase van onderzoek naar grootschalige proefprojecten. De overstap naar elektrische auto’s voor minder verkeerslawaai en een betere luchtkwaliteit in binnensteden. Wanneer de implementatie van elektrisch rijden samenvalt met de ontwikkeling van hernieuwbare energie, gaat de uitstoot naar nul. Duurzame warmte Ongeveer de helft van alle energie die we gebruiken is in de vorm van warmte, bijvoorbeeld ruimteverwarming, productie van heet water en productie van stoom voor industriële processen. Tegelijk komt bij elektriciteitsopwekking en veel industriële processen warmte vrij die vaak ongebruikt wordt afgevoerd. Door koppeling van de productie van warmte en elektriciteit kan warmte nuttig worden gebruikt. Daarnaast kan warmte duurzaam worden verkregen uit de bodem (geothermie) en kan de bodem als opslag dienen voor warmte en koude. Seizoensmatige opslag maakt het mogelijk de tijdkloof tussen vraag en aanbod van warmte en koude te overbruggen. In combinatie met warmtepompen en thermische zonne-energie kan 50 tot 80 % op het energiegebruik voor verwarming en koeling worden bespaard5. Energiebesparing in de gebouwde omgeving Het Lente-akkoord6 is een afspraak tussen de Rijksoverheid en marktpartijen om op korte termijn steeds energiezuiniger te gaan bouwen. De ambities van het akkoord zijn: In 2011 zijn nieuwbouwwoningen 25% energiezuiniger dan volgens de bouweisen van 2007 In 2015 zijn nieuwbouwwoningen 50% energiezuiniger dan volgens de bouweisen van 2007 In 2015 is het commercieel vastgoed 50% energiezuiniger dan volgens de bouweisen van 2007. We zetten ons in om vanaf 2020 energieneutrale gebouwen te realiseren. ECN heeft berekend dat 150.000 bestaande woningen tot 2020 geheel energieneutraal moeten worden gemaakt om de klimaatdoelstellingen in Brabant te realiseren7. Door op grote schaal maatregelen te treffen zou het Brabantse woningbestand in 2040 volledig energieneutraal moeten zijn. Energiebesparing heeft voor de burger belangrijke voordelen: een lagere energierekening en meer wooncomfort. Het grootste potentieel energiebesparing is te halen in de bestaande bouw. Deze is echter moeilijk te mobiliseren. Het gaat om een veelvoud van eigenaren waardoor een eenduidig aanspreekpunt ontbreekt. Windenergie Windenergie is inmiddels een bekende en beproefde vorm van duurzame energie. Qua kosten is het één van de meest effectieve opties. Het Rijk ziet veel mogelijkheden voor windenergie als element in de energietransitie. Het Rijk wil via wetgeving het realiseren van plannen afdwingen. Zij stimuleert de toepassing van windenergie via de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE). De provincie heeft in haar ruimtelijke structuurvisie de mogelijkheden voor windenergie vastgelegd. Gemeenten kunnen door de provincie geholpen worden als zij er in de vergunningverlening niet uitkomen. Er zijn veel marktpartijen die willen investeren in de plaatsing van windturbines. Concrete initiatieven lopen echter vaak vertraging op door weerstand van partijen als omwonenden, milieuorganisaties, lokaal- en provinciaal bestuur. Ruimtelijke inpassing is de grootste uitdaging. In onze gemeente is de kadernotitie windenergie vastgesteld.
5
CE-Delft Minister voor Wonen, Wijken en Integratie; Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu; Bouwend Nederland; NEPROM; NVB; Aedes (2008) 7 Energieagenda van Noord-Brabant 2010-2020 6
5
Decentrale netwerken (infrastructuur) In het energienetwerk heeft de ontwikkeling van Smart Grids8 de toekomst. Dit zijn infrastructuren voor elektriciteit, gas en warmte, waaraan ICT-systemen zijn toegevoegd. Hiermee worden energiestromen niet alleen gemeten; er zijn ook mogelijkheden voor het aansturen en regelen van productie en consumptie van energie. Met Smart Grids kunnen decentrale energiebronnen goed worden aangesloten en wordt de totale energieproductie veel constanter en daarmee efficiënter. De elektrische auto zal in deze transitie een belangrijke rol spelen als opslagmedium voor elektriciteit. Decentrale netwerken zijn nodig om de opgewekte energie ook daadwerkelijk bij de eindgebruiker te krijgen. Het doel is daarom flexibele, decentrale netwerken tot stand te brengen, zodanig dat duurzaam opgewekte energie op tijd op de juiste plaats komt, waarbij zo weinig mogelijk energie verloren gaat. Kansrijke ontwikkelingen ECN9 heeft in opdracht van de provincie berekend welke bijdragen Zon-PV, elektrisch rijden, biomassa, warmte, isolatie gebouwde omgeving, wind en decentrale netwerken aan de klimaatdoelstellingen leveren10. Het blijkt dat in de periode tot 2020 het meeste resultaat kan worden bereikt door in te zetten op energiebesparing in woningen. Vooral in bestaande woningen is nog heel wat te winnen. Daarnaast is een significante besparing mogelijk door in te zetten op benutting van restwarmte, geothermie en ondergrondse koudewarmteopslag. Ten aanzien van hernieuwbare bronnen is de technische potentie van zon-pv groot, ook al is tot 2020 de grootste bijdrage aan de klimaatdoelstellingen te verwachten van windenergie en biomassa. De energietransitie leidt tot andere vormen van levering en gebruik van energie. Om dat mogelijk te maken, moeten ook de netwerken anders worden ingericht. Een duurzame energiehuishouding vraagt om flexibele, decentrale netwerken. Het ontwikkelen daarvan is ondersteunend en voorwaardenscheppend aan de andere thema’s.
8
Een Smart Grid is een energienet waaraan een meet- en regelsysteem is toegevoegd. De toegevoegde waarde van een dergelijk systeem is dat hiermee vraag en aanbod optimaal op elkaar worden afgestemd. Het doel is uiteindelijk om een robuuster, milieuvriendelijker en goedkoper energienet te creëren 9 nationale instituut voor energie-innovatie 10 Masterplan Energie Noord-Brabant in perspectief (ECN – 2010)
6
3.
Een gebiedsgerichte benadering In de praktijk blijkt het bereiken van hoge energieambities nog niet gemakkelijk. Vaak wordt nog geworsteld met juridische en financiële vraagstukken. Steeds meer blijkt de verwevenheid van energiebeleid met de ruimtelijke ontwikkelingen en het ruimtelijk instrumentarium11. In een gebiedsgerichte benadering wordt al vroegtijdig middels een integrale planaanpak rekening gehouden met duurzame energiesystemen. Gebiedsontwikkelingen en herstructureringen van de bestaande woonomgeving en bedrijventerreinen lenen zich bij uitstek voor het integreren van zowel energiebeleid als ruimtelijke ordening en het realiseren van nieuwe vormen van energiebesparing en lokale energieopwekking. In de gebiedsgerichte benadering stellen wij voor de volgende onderverdeling te hanteren: 1. De bestaande woonomgeving 2. De bedrijventerreinen 3. De grootschalige projectmatige woningbouw 4. Het buitengebied De bestaande woonomgeving De rijksoverheid zal de komende jaren stevig gaan inzetten op het besparen van energie in de bestaande woonomgeving. Energiebesparing wordt gezien als een belangrijk middel om de problematiek van stijgende woonlasten aan te pakken. Het Rijk wijst ons erop dat een intensieve samenwerking tussen publieke en private organisaties nodig is om de nationale duurzame doelstellingen te halen. Gebiedsgerichte kansen voor de woonomgeving Passieve maatregelen in de bestaande woningen (beter isoleren) actieve zonne-energie: bijvoorbeeld zonneboilers, pv-cellen, koude/warmteopslag in de bodem kleine windmolens op gebouwen Bestaande ontwikkelingen De gemeenten maken in regioverband (Heusden, Waalwijk en Loon op Zand) afspraken met betrekking tot de woningbouwmarkt. Een energieparagraaf kan worden opgenomen in de gezamenlijke woningmarkt visie. SEV12 (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) adviseert burgers, private en publieke partijen over de technische en financiële mogelijkheden om de woning energetisch te verbeteren. SEV heeft onze gemeente adviesuren toegezegd om in te zetten op het gebied van het verbeteren van de energieprestatie van de bestaande woningvoorraad. Energiebesparing bij monumentale gebouwen. In de praktijk blijken de mogelijkheden voor energiezuinige renovatie van monumentale gebouwen (nog) zeer beperkt. Stimuleren groene daken/gevels De lokale energiecorporatie als uitvoeringsorganisatie om de bestaande woonomgeving te verduurzamen. Hoe werkt dat? Een groep inwoners uit de gemeente kunnen zelf een coöperatie opzetten. Deze coöperatie koopt gezamenlijk groene energie in. Door de gezamenlijke inkoop zijn schaalvoordelen te behalen. De corporatie kan de schaalvoordelen investeren in het lokaal opwekken van duurzame energie. De gemeente Heusden wil graag dat er een lokale duurzame 11
Uit de praktijk blijkt dat de ruimtelijke ordening soms belemmerend werkt voor het realiseren van energiedoelen, bijvoorbeeld wanneer procedures vertragend werken. Tegelijkertijd kan de ruimtelijke ordening in sommige situaties ook het realiseren van energiedoelen beter mogelijk maken of versnellen. 12 In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voert SEV het programma Energiesprong uit. De looptijd van het programma is van 2010 tot 2014. De inschrijvingsronden voor verduurzamingprojecten zijn op 31 maart 2012 gesloten.
7
energiecoöperatie actief wordt binnen de gemeente. Deze gaat de gemeente niet zelf oprichten. De energiecoöperatie wordt voor en door de Heusdense inwoners en ondernemers opgericht. De energiecoöperatie moet gedragen worden door de samenleving en van daaruit uitgevoerd worden. De gemeente doet daarbij datgene wat in haar mogelijkheden ligt om de lokale energiecoöperatie te initiëren en te faciliteren13. De bedrijventerreinen Het coalitieprogramma (2010 – 2014) zet sterk in op economische structuurversterking. ‘In deze economisch moeilijke tijd is het meer dan ooit van belang bedrijven te faciliteren door het scheppen van een goed ondernemingsklimaat. Het voortzetten van de revitalisering van bedrijventerreinen, het uitrollen van het parkmanagement en het stimuleren van innovaties dragen daaraan bij.’ Gebiedsgerichte kansen voor bedrijventerreinen uitwisseling van warmte en koude gezamenlijke WKK-installaties en warmtepompen. windmolens, zonne-energie en biomassa bedrijven energievisie koude/warmteopslag in de bodem Bestaande ontwikkelingen Warmte- koude opslag (WKO) is een vorm van collectieve energievoorziening. De gevolgen van het aanleggen van een dergelijk systeem verschillen per plangebied, maar door het opstellen van WKO-kansenkaart zijn de kansen en belemmeringen voor WKO binnen de gemeentegrenzen in kaart gebracht worden. In 2011 is in samenwerking met de gemeente Waalwijk een WKOkansenkaart opgesteld. Vanuit de gemeente hebben verkennende gespreken plaatsgevonden met Essent om te kijken of het interessant is om PV panelen te plaatsen op gemeentelijke braakliggende terreinen. Randvoorwaardelijk is wel dat Essent instaat is een Greendeal14 met betrekking tot dit onderwerp weet te sluiten. Braakliggende terreinen die hiervoor in aanmerking komen zijn onder meer te vinden op het Hoog II, Groenstrook Groenewoud. In 2010 heeft de gemeente deelgenomen aan het Pego project (Platform Energietransitie Gebouwde Omgeving). In het kader hiervan wordt in 2012 een financiële regeling voor energiescans door de gemeente gefaciliteerd. Alle geïnteresseerde leden van Parkmanagement op Groenewoud worden benaderd. Niet-leden kunnen de scan laten uitvoeren, maar kunnen geen aanspraak maken op de regeling. De uitvoering is uitbesteed aan Stichting Parkmanagement Heusden. Een energiescan is de basis voor een individueel energiebesparingplan. De doorlooptijd van het project bedraagt circa 2 jaar. Randvoorwaarden worden ontwikkelen ten behoeve van het toepassen wind en zonne-energie op het Metal Valley terrein. Ontwikkelen ten behoeve van een duurzame verhuisscan. De provincie Noord-Brabant heeft het instrument ‘Gebiedsscan Energiestromen’ ontwikkeld. De focus ligt op warmte, water, biomassa, gas en elektriciteit. Een energiespecialist van de provincie kijkt samen met lokale bedrijven naar de mogelijkheden voor het uitwisselen van reststromen en 13
Van de coöperatie kun je lid worden: je neemt dan energie af bij de coöperatie. Naast de lokale variant van de coöperatie is er landelijk een organisatie die alles weet van duurzame energie, van contracten met energiemaatschappijen en van coöperatievormen. Hierop kan de lokale energiecoöperatie steeds terugvallen, als een soort van vraagbaak. 14 De Rijksoverheid helpt burgers, bedrijven, organisaties of andere overheden bij het realiseren van duurzame initiatieven die moeilijk van de grond komen. Bijvoorbeeld projecten voor energie-isolatie of duurzamer omgaan met water. Ze doet dit door een Green Deal af te sluiten. Het kabinet nodigt iedereen uit om met initiatieven voor een Green Deal te komen. Burgers, bedrijven, organisaties en andere overheden kunnen voorstellen indienen.
8
onder welke condities dit zou kunnen plaatsvinden. In gezamenlijkheid met het bedrijfsleven wordt gewerkt aan het leggen van de fysieke verbindingen waardoor uitwisseling mogelijk wordt. Vanuit de Provincie Noord-Brabant is het aanbod gekomen om een energiescan uit te voeren naar de megagebruikers en mega-aanbieders van energie en energiedragers. Heusden en Waalwijk werken gezamenlijk aan een energie kansenkaart voor onze subregio. Energie en materiaalstromen stoppen niet bij de gemeente grenzen. Beide gemeenten kunnen hier samen in optrekken. De provincie is bereid de regionale kansenkaart voor een deel te financiering. Grootschalige projectmatige woningbouw De gemeente staat voor een grote opgave: volledig energieneutrale nieuwbouw in 2020. De overgang naar een structurele duurzame energievoorziening krijgt lokaal gestalte. Hier kan de gemeente samen met bouwers en ontwikkelaars de energieambities omzetten in resultaat. Met name met het project Geerpark heeft de gemeente een uitstekende troef in handen om invulling te geven aan de stevige duurzaamheidambities en hier ervaring mee op doen. Het coalitieprogramma (2010 – 2014) geeft aan dat we resultaatverplichting zijn aangegaan met betrekking tot het realiseren van duurzame woonwijk Geerpark en een inspanningsverplichting zijn aangegaan met betrekking tot de overige nieuwbouwprojecten. ‘De kennis die wordt opgedaan bij de ontwikkeling van Geerpark tot een van de meest duurzame wijken van Nederland kan worden ingezet bij de ontwikkeling van andere nieuwe bouwlocaties, met name De Grassen.’ In een vroeg stadium van gebiedsontwikkeling kan integraal worden gekeken naar de energiemogelijkheden. Op deze wijze kan de toekomstige energiebehoefte worden afgestemd met de potentiële voorraad aan lokale duurzame energie. Het slim afstemmen van de energiebehoefte op de lokale energieopwekking is de uitdaging van een smart grid. Toepassingen bevinden zich nog in een experimentele fase. Het is duidelijk dat smart grid een rol gaat spelen in de toekomstige energie infrastructuur. Een actieve betrokkenheid vanuit de gemeente met de implementatie van smart grid lijkt momenteel (nog) niet nodig. Gebiedsgerichte kansen voor nieuwbouwprojecten zongerichte verkaveling beperkte verlichting openbare ruimte zonnecollectoren en PV-cellen uitwisseling van koude en warmte koude/warmteopslag in de bodem Energieneutrale woning Bestaande ontwikkelingen De lessen van Geerpark: Het streven in Geerpark is om te komen tot een energieneutrale woning. Dit houdt in dat er geen fossiele brandstoffen gebruikt worden. Daarom wordt er bij de energieconcepten gekeken naar mogelijkheden die geen gas als brandstof gebruiken. Dit houdt in dat de warmtevoorziening in de woningen met elektriciteit verzorgd zal worden. Om de energieneutrale woning te realiseren leert het project ons om te kiezen voor een luchtwarmtepomp en de benodigde elektriciteit met PV panelen op te wekken. Op deze manier is het systeem volledig in de handen van de bewoner. Dit is ook het systeem waarbij de bewoners de laagste lasten hebben. De gemeente Heusden werkt daarnaast samen met de gemeenten Woudrichem, Sint Oedenrode, Bergen op Zoom, de provincie en vier woningcorporaties aan de ‘Brabant woning’. Dit model levert de blauwdruk voor een energiezuinige en ook betaalbare woning, die op meerdere bouwlocaties in Brabant (waaronder Geerpark) gebouwd gaat worden.
9
Bij het ontwerp van een plangebied worden de mogelijkheden van energievoorziening verkend. Voor het ontwerp van het centrumplan Vlijmen is in 2010 een energievisie opgesteld. Deze wordt meegenomen in het definitieve ontwerp van het plan. Verkenning mogelijkheden WKO GPR implementatie voor nieuwbouw15 Stimuleren groene daken/gevels Het buitengebied Het buitengebied heeft betrekking op de gronden buiten de bebouwde kommen van steden en dorpen. Binnen onze gemeente hebben we het dan over gronden met een agrarische bestemming, natuur en recreatie. Uit het coalitieprogramma (2010 – 2014): ‘De nota herstructurering glastuinbouw wordt voor de korte en middellange termijn gebruikt om de economische positie van de glastuinbouw in de gemeente te behouden. In het belang van de duurzaamheid van de glastuinbouw zijn schaalvergroting en innovatie noodzakelijk. Dit maakt het onontkoombaar dat samen met de regio en met medewerking van de provincie, nieuwe concentratiegebieden buiten onze gemeente worden ontwikkeld. Nieuwe intensieve veehouderij wordt geweerd.’ Gebiedsgerichte kansen voor het buitengebied gebruik van duurzame energie zoals windmolens en zonne-energie gebruik van biomassa verlichting met bewegingsdetectoren Specifiek voor de glastuinbouw gebruik van restwarmte uit de industrie gebruik CO2 uit de industrie passieve maatregelen (toepassing schermen, gevelisolatie) koude/warmteopslag in de bodem Overige ontwikkelingen Beleidsontwikkeling ten behoeve van windenergie en WKO
15
GPR is een softwarepakket dat de prestatie van een gebouw op het terrein van energie, milieu en duurzaamheid berekent
10
4.
De bestaande situatie De onderstaande tabel geeft de lopende duurzaamheidtrajecten weer (2012) Bestaande woonomgeving
Zonne-energie
Bedrijventerreinen
HEMD (collectieve inkoop zonnepanelen via e NMV, bij iedere 50 plaatst gemeente 1 zonnepaneel op gemeentelijk gebouw) Incidentele zonnepanelen en zonneboilers (particulier initiatief)
PV panelen (Essent) Randvoorwaarden zonne-energie Metal Valley (mits gebouw niet te hoog wordt irt BP)
Projectmatige bouw Nieuwbouw > 50 won Geerpark – in BP ruimte voor zonne-energie systemen in de openbare ruimte (boven parkeren)
Bio based
Electrisch rijden
Koude/warmte (WKO) Windenergie
Energie besparing
Buitengebied
Val BV (initiatief tot vergistinginstallatie). Plaatsing laadpalen subsidieregeling voor particulieren met eigen parkeergelegenheid WKO kansenkaart vastgesteld
Windturbine Jan Hamers Haarsteeg Windturbine Saskia Duives Vlijmen Windturbine Van Eijk Scheidingsstraat Elshout Energieparagraaf in regionale woonvisie SEV adviesaanbod Stimulering groene daken/gevels (moet nog opgestart worden) Ombouw naar LED-verlichting
WKO kansenkaart vastgesteld
energiebesparing in de gebouwde omgeving (PEGO), d.m.v. energiescans (Parkmanagement). grote bedrijven: meerjarenafspraken + imago duurzaamheid (bijv. LDM) Ombouw naar LED-verlichting
Plaatsing laadpalen subsidieregeling voor particulieren met eigen parkeergelegenheid WKO kansenkaart vastgesteld Luchtwarmtewisselaar (initiatief markt/particulier) Kadernotitie windenergie
subsidieregeling voor particulieren met eigen parkeergelegenheid WKO kansenkaart vastgesteld
Brabant woning GPR en DPL implementatie Ombouw naar LED-verlichting
Ombouw naar LED-verlichting
Smart grids
In BP
Overig
Energievisie Geerpark, Grassen, Centrumplan Vlijmen
11
Kadernotitie windenergie
5.
Speerpunten Door de gebiedsgerichte kansen af te zetten tegen de bestaande situatie krijgen we zicht op de gemeentelijke speerpunten Bestaande woonomgeving
Zonne-energie
Lokale energiecoöperatie
Bedrijventerreinen
Lokale energiecoöperatie
Projectmatige bouw Nieuwbouw > 50 won Lokale energiecoöperatie
Buitengebied
Lokale energiecoöperatie
Bio based
Electrisch rijden
Daar waar het algemeen belang dient faciliteren in openbare ruimte
Koude/warmte
Daar waar het algemeen belang dient faciliteren in openbare ruimte Info uit WKO kansenkaart benutten
Info uit WKO kansenkaart benutten
Windenergie
Energie besparing
Info uit WKO kansenkaart benutten Ruimte creëren voor minimaal 3 hoge windturbines en aansluiten op windpark Waalwijk in BP buitengebied van Heusden Lokale energiecoöperatie
Lokale energiecoöperatie Prestatieafspraken (woningbouwcorporaties) PEGO initiatief verbreden, verdiepen en uitrollen
Smart grids
PEGO initiatief verbreden, verdiepen en uitrollen
PEGO initiatief verbreden, verdiepen en uitrollen
Rekening houden in BP
12
PEGO initiatief verbreden, verdiepen en uitrollen
6.
Conclusies Een van de belangrijkste uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, is het realiseren van een schone, betaalbare en betrouwbare energievoorziening voor de toekomst. Ook de gemeente Heusden wil een bijdrage leveren aan het realiseren van de rijksdoelstellingen voor 2020 (een CO2reductie van 30%; duurzame energieproductie van 20%; energiebesparing van 2% per jaar). De gemeente moet partijen stimuleren tot actie, maar tegelijk bewaken dat alle initiatieven volgens de regels en volgens een zeker plan verlopen. De gemeente zal daarbij zorgen voor de juiste bestuurlijke kaders en voor politiek en sociaal draagvlak. Binnen de gemeente liggen er enerzijds mogelijkheden op het terrein van zonne-energie; koude/warmte toepassingen; windenergie en anderzijds op het verduurzamen van het gebruik door in te zetten op besparing door isolatie. Voor de bestaande bouw zal in Nederland de komende jaren worden ingezet op een stapsgewijze reductie van de warmtevraag en op het geschikt maken van de installaties voor lage temperatuur verwarming. Alle nieuwbouw kan technisch gezien al energieneutraal gebouwd worden. Ook hier geldt dat de gemeente dit niet af kan dwingen. Hiermee komen we tot de volgende aanbevelingen. Juist op terrein van sociale volkshuisvesting moeten woningen zo min mogelijk energie gebruiken (sociaal economisch vraagstuk). De lokale energiecorporatie is de motor voor initiatieven die zichtbaar ten goede komen aan de lokale gemeenschap op terrein van energiebesparing, zonneenergie en windenergie. In het Platform Energie Transitie Gebouwde Omgeving (PEGO) werken marktpartijen uit de bouw, kennisinstellingen en adviseurs, gebruikers van gebouwen en de overheid samen aan het terugdringen van het energiegebruik. De best practice van het PEGO initiatief op Groenewoud wordt verbreed en verruimd naar de bestaande woonomgeving en het buitengebied. De Crisis- en herstelwet kan worden ingezet om ervoor te zorgen dat windturbineparken sneller worden gerealiseerd. Gemeenten geven vergunningen uit en passen het bestemmingsplan aan. De locatie bij uitstek voor een grote windcentrale is in de omgeving Doeveren, nabij energiepark Waalwijk. Warmte en koude opslag (WKO) is gebaseerd op het in balans brengen van warmtevraag en koudevraag. Wanneer meerdere projecten dicht bij elkaar een WKO willen hebben, dan is de kans groot dat de ondergrondse systemen elkaar gaan beïnvloeden. Om maximaal gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden van warmte- en koude opslag in de ondergrond, is gemeentelijke regie noodzakelijk. Elektrisch rijden is een maatschappelijke ontwikkeling waar we geen invloed op hebben maar die we als gemeente wel willen faciliteren.
13
BIJLAGE 1 Provinciale experimenteerruimten in Noord-Brabant Door het inrichten van experimenteerruimten gaat de provincie de toepassing van duurzame energietechnologie stimuleren. Het gaat om een gebiedsgerichte aanpak waar ruimere (vergunning)mogelijkheden worden geboden om technologie verder te ontwikkelen. Dit geeft het bedrijfsleven de mogelijkheid om ervaring op te doen en technologie te testen. Het ministerie van I&M heeft als onderdeel van het Lente-akkoord, de regeling Excellente Gebieden opgezet. Tot 1 maart 2010 konden gemeenten plannen voor energiezuinige gebiedsontwikkelingen indienen. Geerpark heeft de status van Excellent Gebied16 verworven, waarmee de eisen voor de energieprestaties van de te bouwen woningen aanzienlijk scherper zijn dan die in de landelijke standaard worden gesteld. De boer en de natuur worden leveranciers van energie en grondstoffen uit biomassa in de biobased economy. De provincie richt zich op experimenteerruimte voor grootschalige vergisting van biomassa met opwekking van warmte en elektriciteit, gekoppeld aan windenergie, zonneenergie en toepassing van energietechnologieën als algenkweek; Binnen de gebouwde omgeving experimenteren met de integratie van zon-pv in dakpanelen, gekoppeld met een decentraal en slim netwerk. In dit netwerk is ook een laadinfrastructuur voor de elektrische auto opgenomen.
16
De 'Excellente gebieden' zijn twintig innovatieve nieuwbouwprojecten in de woningbouw en de utiliteitsbouw. In deze gebieden loopt de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) een fase voor op de in het Lente-akkoord vastgelegde aanscherpingen in 2011 en 2015. De opgedane kennis en ervaringen worden benut om in 2020 energieneutraal te kunnen bouwen.
14
BIJLAGE 2 Het Activiteitenbesluit In artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit17 is de wettelijke plicht voor een ondernemer vastgelegd om alle energiebesparende maatregelen te realiseren. Deze wettelijke plicht is alleen van toepassing als aan de onderstaande toetsingscriteria wordt voldaan: een minimaal jaarlijks elektriciteitsverbruik van 50 000 kWh; of een minimaal jaarlijks verbruik van 25 000 m3 aan een terugverdientijd van vijf jaar (of minder) per energiebesparende maatregel. De gemeente Heusden kan winst halen door enerzijds als bevoegd gezag op te treden en anderzijds energiebesparing te stimuleren. Als bevoegd gezag met betrekking tot de Wet milieubeheer is ook de gemeentelijke organisatie zelf (moreel) gehouden aan de eisen ten aanzien van energiebesparing. Het eigen energieverbruik van de gemeente was vorig jaar 4,8 miljoen kWh en 690.000 m3 gas
17
Het merendeel van de bedrijven in Nederland valt direct onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit.
15
Gemeentelijke uitvoeringsprogramma’s (2013 – 2016) 1. Uitvoeringsprogramma gemeentelijke duurzaamheidnorm Het rijk streeft naar een volledig duurzame energievoorziening in 2050. Ook voor onze gemeente geldt dat de transitie naar duurzame energie, vraagt om forse inspanningen en veranderingen van onze burgers en bedrijven (innovatie, marktontwikkeling, subsidies, energieprijs, etc.). Dit brengt grote onzekerheid met zich mee over de termijn waarop de doelstelling kan worden gehaald. In het uitvoeringsprogramma gemeentelijke duurzaamheidnorm wordt gezocht naar een aanpak om met deze onzekerheden om te gaan (haalbare en meetbare doelstellingen, draagvlak, monitoring, etc.). 2. Uitvoeringsprogramma lokale duurzame energiecoöperatie Onder regie van de gemeente Boxtel zijn de gemeenten van het Groene Woud1 gestart met een haalbaarheidstudie naar het realiseren van een aantal lokale energiecoöperaties met een gezamenlijke back office. In de opzet van het regioproject worden twee wegen bewandeld om bewoners te bewegen lid te worden van een lokale energiecoöperatie. De ene weg is die via sociaal maatschappelijke organisaties: clubs en verenigingen. Een aanpak van vele kleinschalige wervingsacties. De andere weg is via de samenwerking van lokale instituties (gemeente, sociale verhuurders, bedrijven, zorgaanbieders en banken). Deze bieden hun klanten en leden producten en acties aan die gekoppeld zijn aan de lokale energiecoöperatie. De lokale samenleving krijgt hiermee de mogelijkheid om haar bijdrage te leveren aan de doelstelling van uitvoeringsprogramma 1. 3. Uitvoeringsprogramma verbreding PeGO-initiatief In het Platform Energie Transitie Gebouwde Omgeving (PeGO) werken marktpartijen uit de bouw, kennisinstellingen en adviseurs, gebruikers van gebouwen en de overheid samen aan het terugdringen van het energiegebruik. De best practice van het PeGO initiatief op Groenewoud kan worden verbreed en verruimd naar de bestaande woonomgeving en het buitengebied. In het uitvoeringsprogramma proberen we zicht te krijgen welke partijen nu nog buiten de scope van de huidige opzet vallen, maar voor wie het wel interessant is om een bijdrage te leveren aan de gemeentelijke duurzaamheidnorm (uitvoeringsprogramma 1). In de basis biedt de gemeente de energiescans aan, de financiële consequenties hiervan worden binnen het uitvoeringsprogramma in beeld gebracht. 4. Uitvoeringsprogramma ‘eigen voorbeeld rol’
Als de gemeente duurzaam gedrag bij anderen wil stimuleren, is het belangrijk dat ze zelf het goede voorbeeld geeft. Wanneer de gemeentelijke organisatie ‘duurzaam onderneemt’ en hierover helder, duidelijk en actief communiceert, zullen andere partijen worden geïnspireerd en gemotiveerd om ook met duurzaamheid aan de slag te gaan. De eigen voorbeeldrol kan worden opgepakt door alle energiebesparende initiatieven met een gegeven terugverdientermijn uit te voeren. In dit uitvoeringsprogramma wordt gezocht naar welke terugverdientijd past bij de gemeentelijke duurzaamheidnorm (uitvoeringsprogramma 1) en wat de financiële consequenties hiervan zijn.
1
Boxtel, Oisterwijk, Heusden, Vught, Sint-Oedenrode en Schijndel