CMI

MODULEWIJZER MEDMC3 DEELTIJD 2011 - 2012

HOGESCHOOL ROTTERDAM/CMI

HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI

Trends Research Code : MEDMC3

Aantal studiepunten: 2 Modulebeheerder: Elske Revelman de Vries

NAAM MODULE TRENDS RESEARCH

1



Modulebeschrijving

Modulenaam: Modulecode: Aantal studiepunten:

Trends Research Medmc3 2

Werkvorm: Toetsing: Leermiddelen:

Werkcollege, werkgroepen Opdrachten Modulewijzer MEDMC3

Draagt bij aan HBO-I Competentie(s):

Rationale & Emotionale Antwoord kunnen geven op de „waaromvraag‟ en de gevolgen overzien van de ontwerpbeslissingen. De mens centraal stellen in alle ontwerp keuzes en deze onderbouwen op basis van onderzoek, theorie, modellen, best practices en intuïtie. Empathie Sensitief zijn voor mens en omgeving. Open staan voor andere denk-, werk-, en levenswijzen. Observeren, inleven en onderdompelen in motieven, ambities, behoeften, wensen en waarden van collega‟ s, gebruikers en klanten om inzichten te verwerven voor inspiratie en innovatie.

Leerdoelen:

De leerdoelen voor deze module bestaan uit: Het kunnen signaleren van ontwikkelingen in interactieve media, technologie en maatschappij die relevant zijn voor je eigen beroepspraktijk rekening houdend met de cognitieve dissonantie. Het kunnen analyseren van deze signalen (beginnende hypes) en kunnen benoemen tot een trend. De benoemde trend kunnen gebruiken als uitgangspunt voor het produceren van beroepsproduct.

Inhoud:

Studenten leren ontwikkelingen waar te nemen in interactieve media, technologie en maatschappij. Door deze ontwikkelingen te leren benoemen krijgen ze inzicht in de ontwikkelingen in hun werkveld en doen uitspraken over het inspelen op door hen waargenomen ontwikkelingen.

Vrijstelling Opmerkingen:

Geen Dublin descriptoren, deze module gaat in op: Oordeelsvorming. De bachelor is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal- maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten

Module beheerder: Datum:

Elske Revelman de Vries augustus 2011


2



Inhoudsopgave

HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI ............................................................................................................ 1 Modulebeschrijving ...................................................................................................................................... 2 1.

Algemene omschrijving......................................................................................................................... 4 1.1

Inleiding............................................................................................................................................. 4

1.2

Inhoud ............................................................................................................................................... 4

1.3

Relatie met andere onderwijseenheden ........................................................................................... 4

1.4

Competenties en Leerdoelen ............................................................................................................ 4

1.5

Werkvorm(en) ................................................................................................................................... 5

1.6

Literatuur ........................................................................................................................................... 5

2.

Programma.......................................................................................................................................... 6 2.1

Opdrachten ....................................................................................................................................... 6

2.2

Weekschema .................................................................................................................................. 10

3.

Toetsing en beoordeling....................................................................... Error! Bookmark not defined. 3.1

Procedure ....................................................................................................................................... 12

3.2

Toetsmatrijs .................................................................................................................................... 12

3.3

Herkansing ...................................................................................................................................... 12


3


1.

Algemene omschrijving

1.1

Inleiding


Dit kwartaal is aan jullie de uitdaging om prille potentiële trends te signaleren en te onderzoeken. Op dit moment zijn er vele maatschappelijke en culturele ontwikkelingen die rechtstreeks te koppelen zijn aan technologische ontwikkelingen en manieren van communicatie. De termen tijdgeest, trends en hypes komen aan bod. Je zult eerst zelf op zoek gaan en later research doen naar aanleiding van het onderwerp wisdom of the crowd. Over de tijdgeest hebben we het als we praten over wat we samen, als maatschappij, normaal vinden. Het betreft de lange termijn en gaat over dingen waar we vaak van denken dat ze nooit meer zullen veranderen. Veel van deze tijdsbeelden (paradigma‟ s) vormen we tijdens de vroege volwassenheid. De paradigma's blijven we geloven, ook al klopt het al lang niet meer; Babyboomers, (de hippies van de jaren‘60 en‘70) dachten dat jong zijn en seksuele vrijheid echt de mooiste dingen van de wereld waren. Daarom lopen Mick Jagger en Tina Turner er nog steeds bij als rare pubers en verkoopt de HarleyDavidson goed aan oudere mannen die jong willen zijn. Voor de vrouwen van deze leeftijd, die juist vochten om bloot te mogen zijn, is het moeilijk voorstelbaar dat jonge meiden nu vechten om hun huid te mogen bedekken. Hypes zijn aanwijsbaar en van relatief korte termijn, hypes zijn individueel en emotioneel. Twitter is misschien geen hype meer, maar duidelijk aanwijsbaar. Over trends spreken we als het gaat om concepten. Een trend overstijgt het product en hangt daar als het ware boven. Een verzameling hypes kan een trend maken; „Twitter, Foursquare en layar maken ons allemaal los van tijd en plaats, en verbinden alles met iedereen‟ . De trend kan zijn: los van tijd en plaats. 1.2

Inhoud

Studenten leren ontwikkelingen waar te nemen in interactieve media, technologie en maatschappij. Door deze ontwikkelingen te leren benoemen krijgen ze inzicht in de ontwikkelingen in hun werkveld en doen uitspraken over het inspelen op door hen waargenomen ontwikkelingen. 1.3

Relatie met andere onderwijseenheden

De module medmc3 is onderdeel van de medmeclijn. Voorkennis: MEDMEC101D, MEDMEC102D, MEDMEC103D, MEDMEC104D 1.4

Competenties en Leerdoelen

Rationale & Emotionale Antwoord kunnen geven op de „waaromvraag‟ en de gevolgen overzien van de ontwerpbeslissingen. De mens centraal stellen in alle ontwerp keuzes en deze onderbouwen op basis van onderzoek, theorie, modellen, best practices en intuïtie. Empathie Sensitief zijn voor mens en omgeving. Open staan voor andere denk-, werk-, en levenswijzen. Observeren, inleven en onderdompelen in motieven, ambities, behoeften, wensen en waarden van collega‟ s, gebruikers en klanten om inzichten te verwerven voor inspiratie en innovatie. De leerdoelen voor deze module bestaan uit: Het kunnen signaleren van ontwikkelingen in interactieve media, technologie en maatschappij die relevant zijn voor je eigen beroepspraktijk rekening houdend met de cognitieve dissonantie. Het kunnen analyseren van deze signalen (beginnende hypes) en kunnen benoemen tot een trend. De benoemde trend kan gebruikt worden als uitgangspunt voor het produceren van beroepsproduct.


4


1.5


Werkvorm(en)

Werkcollege, werkgroepen

1.6

Literatuur


5


2.


Programma

Week

Onderwerp in de werkcolleges

Huiswerk voor het volgende werkcollege

1

Inleiding tot de module Uitleg en theorie opdracht 1

Bestudeer de modulewijzer Maak opdracht 1

2

Feedback opdracht 1 Uitleg en theorie opdracht 2A en 2B Werken aan opdracht 2A

Maak opdracht 2A af Maak opdracht 2B

3

Presentaties opdracht 1 en 2 Uitleg en theorie opdracht 3 Werken aan opdracht 3

Maak opdracht 3

4

Presentaties opdracht 3 Uitleg en theorie opdracht 4

Maak opdracht 4

5

Presentaties opdracht 4 Inleveren van het eind document in de vorm van een PowerPoint presentatie met opdracht 1, 2, 3 en 4.


6


2.1


Opdrachten

Opdracht 1 — Signaleren: 15 Foto’s Inleiding Eten jij en je vrienden vaak een “kapsalon”, dan denk je al snel dat iedereen dat doet. Woon je in Tytsjerksteradiel en eet niemand die je kent knoflook of shoarma, dan zullen ze je erg raar aankijken als je in de plaatselijke snackbar om een „kapsalon” vraagt. In Rotterdam ben je gewoon, in Tytsjerksteradiel ben je anders. Met andere woorden: dat wat je ziet is afhankelijk van wie je bent, waar je woont, wat je ervaring is en wat je kennis is. Als maker van producten is het goed te oefenen in zien/kijken en is het handig dingen te leren zien waar je normaal niet op let. Je gaat op zoek naar jouw cognitieve dissonantie. Cognitieve dissonantie is een psychologische term voor de spanning die ontstaat bij het kennis nemen van feiten die strijdig zijn met een eigen overtuiging, of bij gedrag dat strijdig is met iemands overtuiging. Het gaat met andere woorden om de onverenigbaarheid tussen twee "cognities", waarbij het woord cognitie slaat op kennis, houding, emotie, geloof of gedrag. Opdracht 1 is erop gericht te oefenen in het zien van dat wat je normaal niet ziet. Enerzijds is iets zo nieuw dat je er nog nooit op gelet hebt, anderzijds is het zo ouderwets dat je het al jaren niet meer gezien hebt. Quotes: The future is already here — it's just not very evenly distributed. William Ford Gibson is an American-Canadian writer who has been called the "noir prophet" of the cyberpunk subgenre of science fiction. Gibson coined the term "cyberspace" in his short story "Burning Chrome" and later popularized the concept in his debut novel, Neuromancer (1984). The streets find its own use for technology This is also a quote from William Ford Gibson. It has become a widely-quoted aphorism for describing the sometimes unexpected uses to which users can put technologies (for example, Face book was used to organize the revolution in Tunisia and the hip-hop DJs' reinvention of the turntable, which transformed turntables from a medium of playback into one of production) The future cannot be predicted, but futures can be invented. Dennis Gabor wrote Inventing the Future (1963) Opdracht 1 Ga naar buiten met je camera en maak 15 foto‟s van situaties waarin communicatie en/of nieuwe media een rol spelen. Je kiest voor deze opdracht een strategische plek en fotografeert binnen een straal van 1000 meter. Je fotografeert allerlei manieren van communiceren en/of nieuwe media en let daarbij vooral op de cognitieve dissonantie: op dingen die je “niet thuis kunt brengen”, die je opvallen of die je nog nooit eerder gezien hebt, en dus buiten je normale patroon „cognitie‟ vallen. Waarom? De theorie leert dat we de neiging hebben vooral te letten op dat wat we herkennen, terwijl trends meestal ontstaan als iets dat we niet herkennen. Om het zien van deze aspecten te trainen ga je zelf op zoek naar signalen van verandering. Geef in een PowerPoint presentatie van elke foto aan waarom je hem hebt genomen, wat je opviel en wat het met communicatie en/of nieuwe media te maken heeft. Neem de 15 foto‟s ook uitgeprint mee naar de les met de antwoorden van de vragen op de achterkant genoteerd. Toetsing Je hebt van elke foto in een PowerPoint presentatie aangeven waarom je hem hebt genomen: wat viel je op (waar zit jouw cognitieve dissonantie), wat heeft het met communicatie en/of nieuwe media te maken? Je hebt gevarieerde onderwerpen gefotografeerd en niet enkel abri‟s/beeldschermen. De 15 foto‟s heb je uitgeprint meegenomen naar les 2. Hiermee ga je aan de slag. Geen foto’s = geen les! Wat kun je nadat je deze opdracht gedaan hebt? Je weet wat de term cognitieve dissonantie inhoudt. Je hebt jezelf getraind op zoek te gaan met een open en nieuwsgierige houding naar cognitieve dissonantie. Je kunt aangeven dat je op straat veel meer kan waarnemen dan datgene waar je in eerste instantie op let. Je kunt ontwikkelingen signaleren in interactieve media, technologie en maatschappij. Tip Realiseer je dat trends bijna onzichtbaar beginnen. Zoek vooral naar dat wat je niet direct thuis kunt brengen. Denk niet dat trends alleen bij jongeren spelen, ook voor je moeder kan ICT vernieuwing zijn.


7



Opdracht 2 — Analyseren: Rubriceren op Indicatoren en Presenteren Inleiding In opdracht 2 zoek je naar indicatoren. Je gaat verzamelingen benoemen waarin je de losse foto‟s kan plaatsen. Je zoekt als het ware de hypes die aanwijsbaar zijn en benoemd de trend waar de hype in zou kunnen passen. Zodoende plaats je het beeldmateriaal en de onderwerpen op een hoger abstractieniveau. De creatieve techniek associatief denken komt hier erg van pas. Je traint jezelf om intuïtief verbindingen te maken en dit zal ervoor zorgen dat je sneller verbanden kan leggen. Opdracht 2A, analyseren Analyseer in de les in teams van 4 personen de 15 x 4 = 60 uitgeprinte foto‟s en rubriceer ze. Deel samen de foto‟s in op basis van indicatoren die je zoekt in de foto‟s zelf. Bespreek de keuzes die jullie gemaakt hebben. Samen kies je duidelijke indicatoren (beginnende hypes) die vaker voorkomen en bedenk je er een pakkende overkoepelende naam voor: een trendnaam. Voor de volgende les bereid je als team een PowerPoint presentatie voor waarin een ieder van jullie een trend bespreekt. Je laat daarbij de verzameling foto‟s (beginnende hypes) zien die samen een trend vormen. Ga kort in op de indicatoren die gevonden zijn in de foto‟s en de trendnaam. Toetsing 2A Elk team geeft een korte PowerPoint presentatie voor de klas. Iedere student behandelt daarin een trend die bestaat uit een verzameling foto‟s, gemaakt voor opdracht 1 door eigen teamleden en legt uit welke indicatoren je hebt gevonden. De beelden opgenomen in de presentatie vormen per trend een logisch geheel door hun onderlinge (beeldende) samenhang. De namen van de trends verwijzen goed terug naar het beeldmateriaal. Opdracht 2B, onderzoeken Elke trend wordt onderzocht door antwoord te geven op de volgende vragen: Waar komt de trend vandaan: Hoe is de trend in het verleden ontstaan? Hoe manifesteert de trend zich in het heden? Hoe denk je dat de trend zich in de toekomst zal gaan ontwikkelen? Zorg dat de kennis die je in je onderzoek presenteert direct terug te vinden is in de bronnen die je hebt gebruikt en noteer de bronnen. Ga op zoek naar bewijs! Maak gebruik van beeldmateriaal om het verleden, heden en de toekomst duidelijk te maken. Vergeet ook daar de bronvermelding niet. Plaats de uitkomsten van het onderzoek in de presentatie bij de trend. Toetsing 2B Iedere trend wordt toegelicht: waar komt de trend vandaan en hoe is die in het verleden ontstaan. Hoe manifesteert de trend zich in het heden en hoe denk je dat de trend zich in de toekomst zal gaan ontwikkelen? De kennis over de trend is terug te vinden in de bronnen die benoemd zijn in de presentatie. Wat kun je als je deze opdracht hebt gedaan? Je kunt eigen beeldmateriaal analyseren en rubriceren op indicatoren. Je kunt aan de hand van je analyse indicatoren benoemen tot een trend. Je kunt hypes herkennen en een verzameling hypes in een trend plaatsen. Je kunt bronnen vinden waarin bewijzen staan die jouw trend ondersteunen. Tip Praat (en brainstorm) veel met je vrienden of familie over de meest pakkende omschrijving van de trends.

Vermeld de bronnen op de juiste manier volgens de APA richtlijnen http://www.nvb-online.nl/fileadmin/bestanden/LWSVO/richtlijnenbronvermeldingdefinitieveversiemei2006.pdf


8



Opdracht 3 — Presenteren: Een Visionboard Opdracht Maak van de trend die je hebt behandeld in opdracht 2 een visionboard (ga uit van A3 formaat). Je hebt al bedacht hoe de trend zich in de toekomst zal gaan ontwikkelen. Nu ga je jouw visie vormgeven. Je gaat geschikt ander beeld en bronmateriaal selecteren dat het eigen beeldmateriaal ondersteunt en versterkt. Geef ook aan waarom de trend binnen je vakgebied relevant is. Beredeneer je trend in maximaal één A4, gebruik hiervoor de creatieve techniek: Als-dan redenering. Gebruik minstens vijf verschillende bronnen die je redenering ondersteunen. Plaats het visionboard en de bijbehorende tekst in de PowerPoint presentatie van opdracht 2. Presenteer je visie aan de hand van het visionboard. Vertel daarbij wat de relevantie van de trend in het vakgebied is en hoe jij de toekomst ervan hebt beredeneerd. Verwijs daarbij naar het visionboard omdat daar de verbeelding is te zien van de relevantie van de trend in de toekomst en hoe de trend zich volgens jouw visie manifesteert. Toetsing visionboard Je visionboard is in kleur (uitgegaan van A3 formaat). In het visionboard is gebruik gemaakt van eigen beeldmateriaal in combinatie met veel nieuw, ondersteunend beeldmateriaal. Je visie komt duidelijk naar voren. Je hebt verbeeld wat de relevantie van de trend is voor het vakgebied in de toekomst. Toetsing tekst Maximaal één A4 met tekst. Je hebt gebruik gemaakt van de creatieve techniek: Als-dan redenering. Minstens 5 bronnen zijn vermeld die je redenering ondersteunen en waarin je in de tekst naar verwijst. Relevantie binnen je vakgebied is aangegeven. Toetsing presentatie Je visionboard en je tekst worden opgenomen in de PowerPoint presentatie van opdracht 2. Het visionboard wordt gebruikt om naar te verwijzen tijdens de presentatie. In de presentatie vertel je hoe jij de toekomst van de trend hebt beredeneerd In de presentatie vertel je wat de relevantie van de trend in het vakgebied is. Wat kun je als je deze opdracht hebt gedaan? Je kunt de relevantie van signalen van ontwikkelingen in de maatschappij voor je eigen beroepspraktijk aangeven. Je kunt een zelf benoemde trend gebruiken als uitgangspunt voor het produceren van een visionboard. Je kunt aan de hand van je visionboard je visie presenteren. Tip Maak gebruik van creatieve technieken zoals de brainstorm, de abstractieladder en de superman-techniek om het juiste relevante beeldmateriaal te vinden. Zorg dat je verbeeldingskracht inzet bij het maken van het visionboard.


9



Opdracht 4 — Ontwikkel een scenariomodel Opdracht 4A Je gaat in opdracht 4 weer als team aan de slag met één van de trends gekozen in opdracht 2. Je gaat samen aan de hand van het stappenplan van het scenariomodel vier toekomst scenario‟s (tien jaar later) bedenken en kort toelichten. Train jezelf in de creatieve techniek vrij associëren en probeer je voor te stellen hoe de samenleving eruit ziet volgens het scenario. Stappenplan scenariomodel Stap 1: Bronnenonderzoek. In opdracht 2 en 3 heb je onderzoek gedaan naar een trend. Maak een longlist van alle signalen en aspecten rond de trend. (Creatieve techniek longlist) Stap 2: Rubriceer de signalen en aspecten uit de longlist naar mate van onzekerheid en mate van impact in het schema hieronder. Je geeft aan of het signaal grote of kleine gevolgen heeft voor de samenleving. Je zet grote gevolgen versus minder grote gevolgen op de ene as en op de andere as zet je hoe groot je de kans acht dat het gebeurt of gaat gebeuren, zekerheid versus onzekerheid. Stap 3: Je neemt de twee heftigste signalen. Deze signalen hebben grote gevolgen en het is erg onzeker dat het gebeurt. Je begint met het eerste heftige signaal. Op basis hiervan pak je twee belangrijke uitersten. Je moet dus eerst goed nadenken waar dit extreme geval met grote gevolgen over gaat. Het is handig hierbij associatietechnieken te gebruiken. Daarna ga je op basis van het tweede heftige signaal wederom de belangrijke uitersten bedenken. Plaats een x- en een y-as zoals in het voorbeeld. Nu heb je vier dimensies, vier vlakken. Op de assen zet je de twee belangrijke uitersten van elk heftig signaal tegenover elkaar. Geef argumenten waarom je hebt gekozen voor de twee termen die op de assen staan in het scenariomodel. Stap 4: Beschrijf kort elk segment, elke dimensie in het scenariomodel. Ook hier: gebruik associatie, abstractie en andere creatieve technieken om tot je visie te komen.


10



Opdracht 4B Voor één van de vier scenario‟s bedenk je een nieuwe media toepassing of een nieuw media product. Je kiest het meest interessante segment/scenario en werkt deze dieper uit door een persona te maken en in te gaan op de samenleving. Bedenk de nieuwe media toepassing of het nieuwe media product zo dat deze volgt uit de uitwerking van het scenario. De toepassing of het product mag geënt zijn op een bestaande toepassing/product. Verduidelijk het product met beeld. Pas tenminste twee creatieve technieken toe om op ideeën te komen. Plaats de uitkomsten van opdracht 4 wederom in de PowerPoint presentatie waar opdracht 1, 2 en 3 ook in staan. Elke student heeft zijn eigen PowerPoint presentatie maar opdracht 2 en opdracht 4 is wel per team hetzelfde. Je ziet nu het proces van begin tot eind. Zorg dat alle toetsingsaspecten in de presentatie voorkomen. Deze presentatie lever je in als eind document en aan de hand van de inhoud van deze PowerPoint wordt je beoordeeld. Toetsing Je hebt de stappen voor het maken van een scenariomodel correct uitgevoerd en laat zien dat je op het juiste moment de juiste creatieve technieken in kunt zetten. Je hebt argumenten gegeven waarom je hebt gekozen voor de twee termen die op de assen staan in het scenariomodel. Je hebt de vier scenario‟s kort toegelicht. Je hebt één scenario uitgekozen waarvoor je een persona hebt geschreven Je hebt een nieuwe media toepassing of nieuw media product bedacht Het product of de toepassing is duidelijk gemaakt met beeldmateriaal. Wat kun je als je deze opdracht hebt gedaan? Je kunt de creatieve techniek scenariomodel toepassen. Je kunt een trend gebruiken als uitgangspunt om een nieuwe toepassing of een nieuw product te bedenken. Tip Bekijk science fiction films bijvoorbeeld Minority Report en noteer welke technieken of gadgets in de film voorkomen die nu (nog) niet bestaan. 2002, 145 min - Action | Crime | Mystery: “In the future, criminals are caught before the crimes they commit, but one of the officers in the special unit is accused of one such crime and sets out to prove his innocence.” Director: Steven Spielberg; Writers: Philip K. Dick (short story), Scott Frank (screenplay); Stars: Tom Cruise, Colin Farrell and Samantha Morton


11


2.2


Weekschema

Zie programma

3.

Toetsing en beoordeling

3.1

Procedure

De module wordt beoordeeld aan de hand van de vier opdrachten. Het behaalde resultaat voor alle onderdelen vormt het eindcijfer volgens de verdeelsleutel die te vinden is onder het kopje „Eindcijfer‟. 3.2

Toetsmatrijs

Onderdeel van de toetsing zijn: Opdracht 1 Deze opdracht wordt individueel beoordeeld als onvoldoende / voldoende Opdracht 2 Deze opdracht wordt per team beoordeeld op een schaal van 1-10 Opdracht 3 Deze opdracht wordt individueel beoordeeld op een schaal van 1-10 Opdracht 4 Deze opdracht wordt per team beoordeeld op een schaal van 1-10

Eindcijfer Het eindcijfer voor de module wordt gevormd door het gemiddelde van de bovenstaande opdrachten, waarbij voldoende geld als een 10 en onvoldoende als een 1. 3.3

Herkansing

Het herstellen van ingeleverd werk en de herkansing verlopen als volgt: Bij het behalen van een onvoldoende resultaat voor de module (cijfer 1-5) wordt er door je docent vastgesteld of je een reparatie uitvoert op je bestaande opdrachten, of dat je de herkansingsopdracht voor de module moet maken. De reparatie dan wel herkansing wordt ingeleverd gedurende week 5 van de daaropvolgende onderwijsperiode. Herkansingen uit kwartaal 4 worden ingeleverd tijdens de herkansingsweek voor de zomervakantie. Als je deze herkansingsmogelijkheid gedurende dit studiejaar niet benut, dien je in het daaropvolgende studiejaar de module in zijn geheel opnieuw te volgen. Zie ook artikel 10.1.3 uit de examenregeling. Uitzonderingen op deze herkansing zijn alleen mogelijk in overleg met- en overeenstemming van slc/decaan en je betreffende docent. Resultaat Niet Deelgenomen Per kwartaal dien je minstens 80% van de lessen aanwezig te zijn. Dit komt er praktisch op neer dat je per kwartaal maximaal 1 les kan missen. Bij het missen van een les dient de student er zelf zorg voor te dragen dat hij op de hoogte is van de behandelde stof en het huiswerk.

Bij het resultaat ND (Niet Deelgenomen) dien je in het daaropvolgende studiejaar de module in zijn geheel opnieuw te volgen.


12



Herkansingsopdracht De herkansing voor deze module bestaat uit het maken van de volgende opdrachten, met de volgende aanpassingen:

Opdracht 1 Het thema is urban jungle in plaats van communicatie en media. Volg daarna de normale opdracht. Opdracht 2 Is een individuele opdracht geworden. Volg verder de normale opdracht. Opdracht 3 volg de normale opdracht Opdracht 4 Is een individuele opdracht geworden. Volg verder de normale opdracht. Het geheel van deze opdrachten lever je uitgeprint en gebundeld in bij je docent en vormt de herkansing voor deze module.


13

CMI

Recommend Documents